Afspraken tussen Provincie Utrecht, Gemeente Bunnik en Staatsbosbeheer Voor de herontwikkeling en instandhouding van Fort bij Vechten
2009WMC40 bijlage Bestuursovereenkomst Liniecentrum Fort bij Vechten
Afspraken tussen Provincie Utrecht, Gemeente Bunnik en Staatsbosbeheer Voor de herontwikkeling en instandhouding van
Fort bij Vechten
CONCEPT versie d.d. 14 mei 2009
Partijen:
1. De provincie Utrecht als rechtspersoon, te dezen krachtens volmacht van de Commissaris van de Koningin op grond van artikel 176 Provinciewet rechtsgeldig vertegenwoordigd door mevrouw X.X. Xxxxx, gedeputeerde en handelend ter uitvoering van het besluit 2009INT240822 van het College van Gedeputeerde Staten van de provincie Utrecht d.d. 21 april 2009 , hierna te noemen: de Provincie.
2. De gemeente Bunnik als rechtspersoon, te dezen krachtens volmacht van de burgemeester op grond van artikel 171 Gemeentewet rechtsgeldig vertegenwoordigd door Xxxxxxxx Xxxxxxx wethouder, en, handelend ter uitvoering van het besluit over de Bestuursovereenkomst [kenmerk] van het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Bunnik d.d. […], hierna te noemen: de Gemeente.
3. Staatsbosbeheer, publiekrechtelijk rechtspersoon op grond van artikel 2 van de Wet verzelfstandiging Staatsbosbeheer (wet van 11 september 1997; Stb 1997, 514), ten deze op grond van [kenmerk] d.d. […] rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer drs. C.J. Xxxxxx, algemeen directeur, hierna te noemen: Staatsbosbeheer.
Hierna gezamenlijk te noemen “Partijen”.
Overwegingen:
(A) Het Nationaal Project Nieuwe Hollandse Waterlinie stelt zich ten doel het Nationaal Landschap de Nieuwe Hollandse Waterlinie als onderdeel van het Nederlands cultureel en landschappelijk erfgoed tot een herkenbare ruimtelijke eenheid te maken en deze duurzaam in stand te houden. Hiertoe zullen eigentijdse functies (zoals recreatie en toerisme, waterbeheer, landbouw, natuur, verkeer en vervoer) nader worden ingevuld c.q. aan de Linie worden toegevoegd, met als uitgangspunt de Belvedèregedachte “Behoud door Ontwikkeling”;
(B) De basis voor het Nationaal Project Nieuwe Hollandse Waterlinie ligt in de Derde Architectuurnota (2000) en de Nota Belvedère (1999). Van hieruit heeft het Rijk, bij monde van het ministerie van LNV, het initiatief genomen om een Stuurgroep de opdracht te geven Panorama Krayenhoff/ linieperspectief, op te stellen. Het Linieperspectief is in december 2003 door het Kabinet vastgesteld en in de vijf colleges van Gedeputeerde Staten met instemming behandeld. Deze instemming en verankering maken dat het Linieperspectief leidraad is voor de
ontwikkeling van de Nieuwe Hollandse Waterlinie; In maart 2004 is het Panorama Krayenhoff/ linieperspectief vastgesteld en gepubliceerd.
(C) In Panorama Krayenhoff/ linieperspectief zijn zeven deelgebieden, hierna “Enveloppen” benoemd, te weten Vechtstreek Noord, Vechtstreek Zuid, Kraag van Utrecht, Rijnauwen en Vechten, Linieland, Diefdijk en Loevestein. Voor de actieve ontwikkeling zijn in deze Enveloppen, uitvoeringsplannen opgesteld.
(D) Deze bestuursovereenkomst heeft betrekking op de uitvoering van een onderdeel van de opgave uit Panorama Krayenhoff/ linieperspectief, die geadresseerd is aan de Enveloppe Rijnauwen en Vechten.
(E) In het Panorama Krayenhoff/ linieperspectief is de volgende opgave geformuleerd voor de Enveloppe Rijnauwen en Vechten: ‘…de opwaardering van Fort Vechten tot een nationaal centrum voor informatie over de Nieuwe Hollandse Waterlinie en andere linies..’ en ‘Samengevat luidt de opgave:… ‘ontwikkelingsplan voor pleisterplaats en Liniecentrum Fort bij Vechten’.
(F) Het Nationaal Project Nieuwe Hollandse Waterlinie wordt aangestuurd door de Nationale Commissie Nieuwe Hollandse Waterlinie (hierna te noemen: de Liniecommissie), waarin de vijf departementen OCenW, LNV, VROM, V&W en Defensie en bestuursleden van de vijf provincies Noord-Holland, Zuid-Holland, Utrecht, Gelderland en Noord-Brabant zitting hebben. Ingevolge het bepaalde in artikel 13 wordt de Liniecommissie door ondertekening van het aanhangsel mede partij bij deze bestuursovereenkomst.
(G) De bestuursovereenkomst van 1 september 2005 tussen de Rijkspartners (LNV, VROM en OC&W, V&W en Defensie) en de vijf waterlinieprovincies, waarin nadere afspraken zijn gemaakt over de gezamenlijke uitvoering van het Linieperspectief, zal bij de uitvoering van deze bestuursovereenkomst in acht worden genomen.
(H) In de Bestuursovereenkomst van 1 september 2005 is geregeld dat Provincie Utrecht verantwoordelijk is voor de uitvoering van de Enveloppe Rijnauwen/Vechten. Provincie Utrecht heeft naar aanleiding van deze opdracht een Enveloppecommissie Rijnauwen Vechten ingesteld en specifiek voor de opgave m.b.t. het ontwikkelplan voor pleisterplaats en Liniecentrum Fort bij Vechten een aparte stuurgroep Fort bij Vechten.
(I) In de stuurgroep Fort bij Vechten nemen deel: Staatsbosbeheer Regio West, Gemeente Bunnik, het Nationaal Projectbureau de Nieuwe Hollandse Waterlinie en Provincie Utrecht.
(J) Het Pact van Rijnauwen van 11 februari 2008 tussen de rijkspartners (LNV, VROM en OC&W, V&W en Defensie) en de vijf waterlinieprovincies, waarin nadere afspraken zijn gemaakt voor de NHW over programma en prioriteiten,
inzet van instrumenten en programma’s, organisatie en samenwerking en uitvoeringsorganisatie, zal in acht worden genomen.
(K) In het Pact van Rijnauwen is als uitgangspunt opgenomen dat provincies verantwoordelijk zijn voor de organisatie van de uitvoering. In het Pact zijn partijen overeengekomen dat provincies het initiatief nemen/houden voor het maken van het uitvoeringsgerede plannen met de regionale partners en zorgen voor het benodigde projectmanagement.
(L) Fort bij Vechten is eigendom van Staatsbosbeheer.
(M) De stuurgroep zoals bedoeld onder I heeft in de Intentieovereenkomst van 4 juli 2007 afspraken vastgelegd over de gezamenlijke visie, definities en intenties met betrekking tot het ontwikkelplan Fort bij Vechten d.d. 18 april 2007 (gekoppeld aan een voorontwerp masterplan Fort bij Vechten d.d. 5 april 2007) en de ontwikkelstrategie voor pleisterplaats en liniecentrum Fort bij Vechten.
(N) Partijen achten het wenselijk dat in vervolg op de tussen hen gesloten bovengenoemde Intentieovereenkomst in deze overeenkomst, hierna “Bestuursovereenkomst”, afspraken worden vastgelegd over de uitvoering van het Project en de hiervoor benodigde afspraken over financiering, organisatie en samenwerking en de omgang met risico’s voor de periode vanaf 2008 tot en met zowel afronding van de realisatiewerkzaamheden als een periode van exploitatie van tenminste 30 jaar.
Komen als volgt overeen:
Artikel 1: Begripsbepalingen
Naast de onder “partijen” opgenomen definities, wordt in deze overeenkomst verstaan onder:
a. Het Project: het gefaseerde proces dat moet leiden tot een nationaal liniecentrum en pleisterplaats voor de Nieuwe Hollandse Waterlinie en bestaat uit de procedures voor en de realisatie van de restauratie en herontwikkeling van het Fort bij Vechten, alsmede de nazorg, instandhouding en exploitatie ervan.
b. Projectscope: de als bijlage 1 bij deze overeenkomst gevoegde beschrijving van het Project op basis waarvan partijen bij deze overeenkomst de hoogte van hun financiële bijdrage ten behoeve van de realisatie van het Project hebben vastgesteld.
c. Businesscase: “Businesscase Fort bij Vechten ‘van verdediging naar aanval’ kenmerk rap07.001.put, Dupon Vastgoedontwikkeling” welke is vastgesteld in de intentieovereenkomst Liniecentrum Fort bij Vechten d.d. 4 juli 2007.
d. Bijgestelde businesscase: ‘Business Case Fort bij Vechten’ (Buck Consultants International), een gezamenlijk opgestelde geoptimaliseerde businesscase Fort bij Vechten eindversie, welke gebaseerd is op de “Businesscase Fort bij Vechten ‘van verdediging naar aanval’ kenmerk rap07.001.put, Dupon Vastgoedontwikkeling”.
e. Voltooiing: het moment waarop de uitvoeringswerkzaamheden met betrekking tot renovatie-, restauratie-, consolidatie- en bouwwerkzaamheden voltooid zijn.
f. Masterplan: het voorontwerp masterplan Fort bij Vechten d.d. 5 april 2007, zoals genoemd in de Intentieovereenkomst Liniecentrum Fort bij Vechten.
g. Ontwikkelplan: een gezamenlijk opgesteld ontwikkelplan Fort bij Vechten eindversie
d.d. 18 april, zoals genoemd in de Intentieovereenkomst Liniecentrum Fort bij Vechten.
Artikel 2: Doel van de overeenkomst
Partijen stellen zich in deze overeenkomst tot doel:
a. Het realiseren van het Project, en met het oog hierop,
b. de nodige financiële afspraken te maken, alsmede
c. de nodige organisatorische afspraken te maken, alsmede
d. de nodige afspraken over het betrekken van private partijen, alsmede
e. afspraken te maken met als oogmerk het wegnemen dan wel het beheersen van de risico´s van het Project.
Artikel 3: Uitgangspunten
1. Uitgangspunten ten aanzien van de inhoud van het Project
Partijen hebben aan de in artikel 4, 5, 6, 7 en 8 van deze overeenkomst vastgelegde afspraken, de volgende uitgangspunten ten aanzien van de inhoud van het Project ten grondslag gelegd:
a. De uitvoering van het Project zal in ieder geval moeten inhouden (1) zichtbaar maken en openbaar toegankelijk houden van het Fort (2) behoud van natuur, cultuur, historie en gebouwen en (3) de realisatie van een hoogwaardig liniecentrum; het fort als totaalbeleving.
b. De voorkeurs-ontwikkelstrategie zoals reeds was vastgesteld in de Intentieovereenkomst is geoptimaliseerd conform de in deze Intentieovereenkomst opgenomen bepalingen. Dat heeft geleid tot een herijking van de kostenraming, een businesscase en onderstaande keuzes:
i. het in drie fasen uitvoeren van het Project (zie ook artikel 7)
i. in fase 1 en 2 (2009-2014) zal het grootste deel van de gebouwen op het fort worden geconsolideerd, gerenoveerd of gerestaureerd en het liniecentrum worden gebouwd. De gebouwen I, A, T, U, B en de nieuwbouw van het liniecentrum behoren sowieso tot fase 2
ii. in fase 3 zullen de resterende gebouwen worden opgeknapt
iii. de in fase 1 en 2 te restaureren en renoveren gebouwen zullen samen met de geplande nieuwbouw de te exploiteren gebouwde omgeving vormen
iv. voor het overige de keuze welke gebouwen op het fort volledig gerenoveerd moeten worden, ook afhankelijk wordt van het
plan van de exploitant. In de uitvraag moet de speelruimte hiervoor duidelijk worden aangegeven.
v. In afwijking van de Projectscope kan een kleiner aantal gebouwen volledig gerenoveerd worden. Voor gebouwen die niet volledig gerenoveerd worden, in afwijking van het Masterplan, blijft gelden dat deze tenminste geconsolideerd worden.
vi. De in het Masterplan opgenomen uitgangspunten ten aanzien van nieuw te bouwen m2 (ook voor het liniecentrum) zijn niet imperatief, maar mede afhankelijk van de door de toekomstige exploitant ingediende voorstellen. Deze voorstellen mogen niet leiden tot extra investeringen van publieke zijde.
vii. Het fort moet grotendeels openbaar toegankelijk zijn, voor recreatieve doeleinden tijdens openingstijden.
viii. Het inrichten van het fort op basis van een thema is wenselijk maar geen vereiste
ix. Het mag geen ‘kermis’ worden op het fort, voorkomen van overlast is van belang.
x. De toekomstige exploitant moet de vraag krijgen om synergie aan te tonen tussen exploitatie en liniecentrum en indien dit niet mogelijk is, hoe dit duurzaam wordt opgelost. Synergie hoeft geen harde eis te zijn; sluitende exploitatie is vereist en meer verschillende functies zijn denkbaar.
xi. Een kleiner deel van het Fort exploiteren mag ook, als dit een sluitende begroting oplevert. Niet het gehele fort hoeft per definitie gebruikt te worden. Beleving van het fort wel is van het belang (o.a. belevingsroutes en Liniecentrum maken hier in ieder geval onderdeel van uit.)
xii. Veel ruimte te geven aan marktpartijen bij de invulling van de exploitatie van het fort.
c. Voor de verdere uitwerking worden in ieder geval de onderstaande randvoorwaarden aangehouden:
x. Xx xxxxx en fauna op het fort mag door de realisatie en exploitatie zo min mogelijk worden verstoord. Met name de vleermuizenpopulatie moet zo goed mogelijk in stand worden gehouden. Als basis hiervoor wordt de rapportage van Arcadis ‘Natuureffectanalyse Fort bij Vechten Eindrapport’ d.d. 31 maart 2008 gehanteerd.
ii. Als absolute ondergrens geldt dat, na afronding van fase 3, in ieder geval de in scenario 2 ‘financieel overwogen’ van het Masterplan gemarkeerde gebouwen ten behoeve van het liniecentrum (zowel museale functie als commercieel) volledig gerenoveerd/getransformeerd zijn.
iii. Het streven blijft om de historische bebouwing op het fort geheel conform het masterplanbesluit te consolideren, restaureren en renoveren.
iv. De uitstraling van het fort als cultuurhistorisch icoon moet zo veel mogelijk in tact blijven.
v. Bij de verdere uitwerking worden optimalisaties van het Liniecentrum onderzocht, met als randvoorwaarde dat het hoogwaardige karakter behouden blijft. Het gaat hierbij onder meer om de diepteligging en de omvang van het museaaloppervlak.
vi. De in dit artikel genoemde randvoorwaarden en uitgangspunten worden verder uitgewerkt voorafgaand aan het benaderen van de markt.
vii. De fasering en uitvoering moeten zodanig uitgewerkt worden dat het fort wel “exploitabel en toonbaar” blijf, ook als er voor fase 3 onverhoopt geen aanvullend budget beschikbaar komt. Fase 2 moet dus leiden tot een exploiteerbaar fort.
2. Uitgangspunten ten aanzien van de vorm van het Project
a. Voor de organisatie, taken en verantwoordelijkheden wordt aangehouden dat:
i. het fort in eigendom van Staatsbosbeheer is.
ii. de Provincie verantwoordelijk is voor de uitvoering van de het gebiedsprogramma enveloppe Rijnauwen – Vechten zoals vastgelegd in de Bestuursovereenkomst van 1 september 2005 en het Pact van Rijnauwen van 11 februari 2008.
iii. voorafgaand aan de daadwerkelijke uitvoering, de Liniecommissie deze met positief resultaat heeft getoetst aan het Linieperspectief en het NHW-uitvoeringsprogramma, zoals overeengekomen in het Pact van Rijnauwen.
iv. de ontsluiting van en de parkeervoorzieningen bij het fort onder verantwoordelijkheid van de Enveloppecommissie Rijnauwen vallen. Partijen achten deze voorzieningen een noodzakelijke randvoorwaarde voor de realisatie van het Project en voor het voorkomen van leefbaarheids- en veiligheidsproblemen in de omgeving van het Fort bij Vechten.
v. De gemeente Bunnik het bevoegd gezag is voor de wijziging van het bestemmingsplan voor het Fort bij Vechten en omgeving en daarvoor een inspanningsverplichting aangaat..
vi. conform het Pact van Rijnauwen, Partijen het Project, als onderdeel van het nationale project Nieuwe Hollandse Waterlinie, zullen gebruiken als een proeftuin voor innovaties op het gebied van bestuur, beleid en uitvoering.
vii. conform het Pact van Rijnauwen, de Liniecommissie verkent welke mate van afstemming en ondersteuning over de provinciegrenzen heen nodig is voor een optimale kwaliteit, efficiency en doelmatigheid van de uitvoering in het licht van de NHW-doelen.
b. Als uitgangspunt voor het betrekken van private partijen bij het Project wordt aangehouden dat:
i. dit gebeurt op zodanig wijze dat optimaal gebruik gemaakt wordt van de bij deze partijen aanwezige kennis, ervaring en vaardigheden.
ii. dit gebeurt op zodanige wijze dat er geen exploitatiekosten of onderhoudskosten na de realisatie van het liniecentrum voor rekening van de publieke partijen komen
3. Uitgangspunten ten aanzien van de financiële dekking van het Project
Partijen hebben aan de in artikel 4 van deze overeenkomst vastgelegde afspraken, ter financiële dekking van het Project de volgende uitgangspunten ten grondslag gelegd:
a. Partijen concluderen op basis van de in de bijlagen opgenomen Projectscope, en Bijgestelde businesscase dat het totale Project gerealiseerd kan worden binnen een Budget van 32 miljoen Euro (prijspeil 2008). Hierbij is nog geen rekening gehouden met onderhoud en afschrijvingen.
b. In het kader van de Nota Ruimte wordt een bedrag beschikbaar gesteld van 8 miljoen euro (prijspeil 2008) voor het Project.
c. Uitgaande van het onder art.3.3.a genoemde budget en het onder art. 3.3.b genoemde bedrag maken Partijen in deze overeenkomst afspraken ter dekking van het grootste gedeelte van het voor realisatie van het Project nog resterende tekort van 24 miljoen euro (prijspeil 2008).
d. Conform de Intentieovereenkomst worden alle kosten van eventuele externe ingeschakelde instanties/personen (adviseurs e.d.) die verband houden dan wel samenhangen met deze Bestuursovereenkomst, door partijen ieder voor zich gedragen.
e. Partijen concluderen uit de Bijgestelde businesscase dat private betrokkenheid bij het Project een adequate oplossing kan bieden voor de financiering van exploitatie en instandhouding van het Fort bij Vechten. Met een private bijdrage ter waarde van circa 7,9 miljoen (netto contante waarde) kunnen kosten van exploitatie, beheer en onderhoud gedekt worden.
f. Partijen concluderen uit de Bijgestelde businesscase dat private betrokkenheid bij het Project geen adequate oplossing kan bieden voor de financiering van restauratie, renovatie en nieuwbouwwerkzaamheden, anders dan investeringen die direct te relateren zijn aan private activiteiten.
g. Als uitgangspunt wordt aangehouden dat de opstallen niet verkocht kunnen worden. Langdurige erfpacht is wel mogelijk.
h. De in deze bestuursovereenkomst genoemde financiële bijdragen van Partijen worden niet geïndexeerd.
i. Voor de Nota Ruimte gelden wordt ervan uitgegaan dat met het Rijk overeengekomen is dat in de voorliggende periode een eenmalige bijdrage via de Provincie beschikbaar gesteld wordt.
j. Uitgangspunt is dat voor het Fort bij Vechten geen entreegelden geheven zullen worden, met uitzondering van het liniecentrum. Conform het vastgestelde ontwikkelscenario “Financieel overwogen” (scenario 2) uit de Businesscase wordt voor de toegang tot het liniecentrum uitgegaan van een entreeheffing van Euro 5 (prijspeil 2008) per bezoeker.
k. In het geval ten behoeve van de realisatie van het Project door de Gemeente Bunnik besluiten worden genomen aangaande bestemmingsplanwijzigingen die afwijken van de Projectscope, zullen de hogere kosten die daarvan het gevolg zijn zoveel als mogelijk worden opgevangen in het Project.
l. In het geval op verzoek van één of meerder partijen bij deze overeenkomst van de Projectscope wordt afgeweken, komen de hogere kosten die daarvan het gevolg kunnen zijn geheel voor rekening van de partij(en) die het verzoek heeft (hebben) gedaan. Van een dergelijk verzoek moet uit schriftelijke vorm blijken.
Artikel 4: Regeling financiële afspraken
a. Partijen komen overeen dat het bedrag van 8 miljoen Euro dat in het kader van de zgn. Nota Ruimte gelden bijgedragen wordt, bestemd wordt ten behoeve van de realisatie van het Project.
b. Partijen zullen, gelet op de onder a genoemde bijdrage en gelet op het voor het Project geldende taakstellende budget van 32 miljoen Euro op de navolgende wijze in een gedeelte van het nog resterende tekort voorzien:
1. de Provincie:
- doet minimaal een bijdrage van Euro 6,671 miljoen prijspeil 2008.
- draagt zorg voor een bijdrage van Euro 950.000 prijspeil 2008, uit POP 2009 draagt zorg voor een bijdrage van Euro 1,75 miljoen prijspeil 2008, vanuit het Besluit Intensivering Ruimtelijke Kwaliteit (BIRK)
2. Staatsbosbeheer:
- draagt eenmalig een bedrag van €20.000 bij aan de voorbereidingskosten van het Project. Deze bijdrage zal uiterlijk in 2010 aan de Provincie overgemaakt worden.
- heeft als inspanningsverplichting het huidige beheerbudget voor het fort te behouden. Als dat lukt zal het bedrag worden ingezet als bijdrage voor het beheer en onderhoud van het fort.
- bekostigt de vleermuizen- en natuurvoorlichting, welke in het Masterplan is aangeduid als één van de essentiële basisfuncties van het fort.
3. de Gemeente Bunnik:
- indien de daadwerkelijk gemaakte kosten voor het verlenen van de benodigde vergunningen lager zijn dan de in rekening te brengen kosten, zal het verschil door Bunnik als bijdrage worden ingebracht.
- bekostigt de benodigde bestemmingsplanwijziging, exclusief de hiervoor benodigde onderzoeken (o.a. flora en fauna, archeologie etc). Deze onderzoeken worden ook niet door de gemeente uitgevoerd.
- draagt eenmalig een bedrag van €20.000 bij aan de voorbereidingskosten van het Project. Deze bijdrage zal uiterlijk in 2010 aan de Provincie overgemaakt worden..
c. Partijen komen overeen dat de onder artikel 4.a en 4.b genoemde bedragen ingezet worden als taakstellend budget voor de realisatie van de tweede fase van het Project. Uitzondering hierop vormt een bedrag van 1,9 miljoen (bestaande uit 50% POP-subsidie en 50% AVP cofinanciering), welke wordt ingezet als taakstellend budget voor de eerste fase, zoals weergegeven in het vastgestelde Plan van Aanpak ‘Herontwikkeling Fort bij Vechten fase 1’ Voor een toelichting op deze fasen wordt verwezen naar artikel 7.
d. Partijen komen overeen dat voor de realisatie van fase 3 aanvullende financiering gezocht zal worden. De wijze waarop wordt voorzien in het resterende tekort, zal binnen de kaders van voorliggende Bestuursovereenkomst middels een separate aanvulling op artikel 4 worden overeengekomen.
e. Partijen komen overeen dat de onder artikel 3 genoemde uitgangspunten op zodanige wijze uitgewerkt zullen worden dat het taakstellende budget per fase niet overschreden wordt, alsmede voor de eerste twee fasen tezamen.
f. Partijen komen overeen dat eventuele onvoorziene opbrengsten en financiële meevallers primair overgeheveld worden naar fase 3 van het project.
g. Partijen komen overeen dat, indien de financiering voor fase 3 beschikbaar is en indien en voor zover geen risico ontstaat voor de financiële haalbaarheid van het totale Project, eventuele onvoorziene opbrengsten en financiële meevallers, overgeheveld kunnen worden naar projecten van de NHW in de vorm van een eenmalige financiële bijdrage. Bij onverwachte meerkosten, die niet op grond van het bovenstaande bekostigd kunnen worden, zal overheveling vanuit deze andere projecten van de NHW plaats kunnen vinden.
Hiermee wordt invulling gegeven aan de in Panorama Krayenhoff/linieperspectief overeengekomen bepaling, dat in financiële zin verevening kan/moet plaats vinden tussen rendabele en niet-rendabele investeringen.
h. Aan de onder artikel g opgenomen bepalingen, wordt uitsluitend invulling gegeven indien en voor zover door de genoemde overheveling geen risico ontstaat voor de rentabiliteit van één van de betrokken projecten,
Artikel 5: Organisatie, taken en verantwoordelijkheden
1. De Provincie Utrecht is verantwoordelijk voor de uitvoering van het Project als onderdeel van de Enveloppe Rijnauwen/Vechten voor de periode tot en met Voltooiing van fase 2.
2. De onder art 5.1 genoemde uitvoeringsverantwoordelijkheid behelst onder meer:
i. de voorbereiding en uitvoering van de aanbesteding(en),
ii. de beheersing van het contract gedurende de realisatiefase tot en met Voltooiing
iii. de beheersing van de inhoud, het proces, de financiën en risico’s van het Project, conform de voorliggende Bestuursovereenkomst
iv. inhoudelijke kwaliteitsborging, met uitzondering van het genoemde onder art 5.6 tot en met 5.8.
3. Staatsbosbeheer is verantwoordelijk voor de uitvoering van het Project gedurende de exploitatiefase, zijnde de periode vanaf het moment van Voltooiing van fase 2.
4. De onder art 5.3 genoemde verantwoordelijkheid behelst onder meer:
i. afsluiten erfpachtovereenkomst en bewaken ervan gedurende de exploitatiefase vanaf Voltooiing van fase 2.
ii. bewaken van de afspraken over de inhoud, het proces, de financiën en risico’s van het Project, conform de voorliggende Bestuursovereenkomst.
iii. het toezien op de inhoudelijke kwaliteitsborging, met uitzondering van het genoemde onder art 5.7 en 5.8.
5. De onder artikel 5.3 genoemde verantwoordelijkheid brengt expliciet niet het dragen van risico’s gerelateerd aan faillissement van de exploitant van het Liniecentrum met zich mee, noch de overname van beleidsrisico’s inzake het Liniecentrum en toebehoren. Voor de risicoverdeling wordt verwezen naar artikel 8.
6. De Liniecommissie is verantwoordelijk voor de (inhoudelijke) formulering en toetsing van de eisen die worden gesteld aan de realisatie, instandhouding en exploitatie van het Liniecentrum. De provincie ziet er namens en in nauw overleg met eigenaar Staatsbosbeheer en Liniecommissie vervolgens op toe dat de daadwerkelijke exploitatie van het Liniecentrum aan de ter zake gestelde (kwaliteits) eisen voldoet.
7. In het geval de Liniecommissie ontbonden mocht worden zal de in het zesde lid van artikel 5 eerste volzin genoemde verantwoordelijkheid op initiatief van de Liniecommissie overgedragen worden aan de provincie Utrecht, die voor het stellen van de genoemde eisen in nauw overleg met Staatsbosbeheer treedt.
8. Staatsbosbeheer is verantwoordelijk voor de (inhoudelijke) formulering en toetsing van de eisen die worden gesteld aan de flora en fauna werkzaamheden.
9. De Gemeente is verantwoordelijk voor de (inhoudelijke) formulering en toetsing van de eisen die worden gesteld aan overlast tijdens uitvoering en veiligheid.
10. De Gemeente heeft een inspanningsverplichting aangaande het tijdig verzorgen van de voor de werkzaamheden benodigde bestemmingsplanwijziging en vergunningverlening.
11. De Provincie blijft na de overdracht van de uitvoeringsverantwoordelijkheid aan Staatsbosbeheer verantwoordelijk voor de (inhoudelijke) toetsing van eisen die worden gesteld aan de gerealiseerde bovengemeentelijke doelstellingen, zoals de zichtbaarheid en toegankelijkheid van het fort.
12. Staatsbosbeheer is als (huidige) eigenaar verantwoordelijk voor de uitgifte in erfpacht..
13. De publieke partijen zijn verantwoordelijk voor realisatie van de benodigde voorzieningen voor parkeren en ontsluiten. De marktpartijen die bij Fort Vechten betrokken worden, zullen geïnformeerd worden over de realisatieplanning hiervan.
14. De Gemeente en de Provincie zijn verantwoordelijk voor goede afstemming met aanpalende projecten, met name parkeren en ontsluiting, en gezamenlijk informeren van bestuur en bewoners.
15. De Stuurgroep Fort bij Vechten, zoals bedoeld onder overweging I, zal gedurende de looptijd van het project aanblijven onder voorzitterschap van de uitvoeringsverantwoordelijke partij, zijnde de Provincie voor de periode tot en met Voltooiing en Staatsbosbeheer voor de periode van Voltooiing tot en met Overdracht. Deze Stuurgroep is verantwoordelijk voor het borgen van de in deze overeenkomst overeengekomen kaders en de eventuele toekomstige wijziging van deze kaders indien dit aan de orde mocht zijn.
16. De Stuurgroep als genoemd onder artikel 5.14 kan overgaan in een raad van toezicht of anderszins, indien in de loop van het project hiertoe behoefte of noodzaak blijkt te ontstaan.
17. De operationele verdeling van taken en verantwoordelijkheden kan per fase uitgewerkt worden in een convenant tussen twee of meer Partijen.
Artikel 6: Betrekken van private partijen
1. Partijen komen de volgende doelstellingen overeen voor het betrekken van private partijen bij het Project:
a. Gebruik maken van de creativiteit en het organiserend vermogen van private partijen ten behoeve van een optimale exploitatie, maar ook realisatie.
b. Optimale planuitwerking, afgestemd op de exploitatie.
c. Uitvoering van werkzaamheden op het gebied van exploitatie, beheer en onderhoud en realisatie waaronder ook renovatie, restauratie en consolidatie vallen.
d. Verzorging van de programmering van het Liniecentrum, conform het programma van eisen voor de programmering.
e. Beheersing en dragen van realisatie en exploitatie risico’s.
2. In het verlengde van de onder artikel 6.1 genoemde doelstellingen, zal tijdens aanbesteding en uitvoering van contracten gestuurd worden op optimalisaties door marktpartijen gericht op:
a. zichtbaar maken en openbaar toegankelijk houden van het Fort
b. behoud van natuur, cultuur, historie en gebouwen en
c. de realisatie en exploitatie van een hoogwaardig liniecentrum; het fort als totaalbeleving.
d. Een hoogwaardige en periodiek wisselende programmering van het Liniecentrum
i. De private exploitant zal gevraagd worden om periodiek een voorstel te doen voor aanpassing van de programmering passend binnen de gestelde eisen (bijv. iedere 3 jaar)
ii. Publieke partijen hebben het recht periodiek voorstellen te doen met betrekking tot de exploitatie van het liniecentrum. Bijbehorende investeringen zullen niet door de exploitant te hoeven worden betaald
e. Reductie van het risico van overlast en veiligheid voor de omgeving tijdens realisatie en exploitatie
f. Reductie risico ongewenste ecologische effecten, zoals afname of vertrek van de vleermuizenpopulatie
g. Maximalisatie van het aantal volledig te renoveren gebouwen
3. Partijen komen voor de wijze waarop private partijen bij het Project betrokken worden als uitgangspunt het scenario ‘geïntegreerd’ overeen, zoals beschreven in het marktbenaderingsplan. Conform dit scenario geldt dat een viertal contracten zal worden afgesloten:
a. (Geïntegreerd) Contract ten behoeve van een aantal consolidatie en restauratiewerkzaamheden (fase 1)
b. Geïntegreerd contract voor planuitwerking/ontwerp, exploitatie en instandhouding van het gehele fort, waarbij het exploitatierisico aan private partijen wordt overgedragen (fase 2).
c. Geïntegreerd contract voor de engineering en realisatiewerkzaamheden voor een gedeelte van het fort (fase 2)
d. (Geïntegreerd) contract ten behoeve van een aantal resterende werkzaamheden (fase 3).
4. Het in artikel 6.3 weergegeven scenario zal, onder meer op basis van de resultaten van een marktconsultatie verder uitwerkt en eventueel geoptimaliseerd worden. In bijlage 3 is een concept uitgiftekader weergegeven. Dit uitgiftekader zal in samenhang met de overige marktbenaderingsdocumenten verder uitgewerkt en aangepast moet worden.
Artikel 7: Planning
1. Uitgangspunten ten aanzien van de planning van het Project
a. In het Pact van Rijnauwen, is opgenomen dat moet worden gestreefd naar het starten van de uitvoering van het project uiterlijk in 2011. Met de werkzaamheden voor fase 1 wordt naar verwachting reeds in 2009 gestart. Voor fase 2 wordt gestreefd naar het starten van de realisatie in 2010.
b. Partijen concluderen uit de Bijgestelde businesscase dat een exploitatieperiode van in ieder geval 20 jaar nodig is voor het sluiten van een exploitatieovereenkomst met marktpartijen.
c. De financiële en planningsafspraken zijn gebaseerd op de volgende mijlpalenplanning voor fase 2:
i. Marktconsultatie: december 2008
ii. Aanbesteding: start mei 2009
iii. Gunning: december 2009
iv. Wijziging bestemmingsplan: in werking treding medio 2010
v. Start realisatie: 2010
vi. Openstelling: 2014 Liniecentrum
d. Van deze data mag en kan afgeweken worden met uitzondering van de data die vastgelegd worden in artikel 7.2.
e. Een aantal (consolidatie en restauratie) werkzaamheden wordt naar verwachting separaat en versneld in de markt gezet (fase 1).
f. Uitgangspunt is dat parkeerlocaties en ontsluitingsroutes tijdig gereed zijn, maar uiterlijk voor de openstelling van het Liniecentrum.
2. Regeling planningsafspraken
a. Met de private partijen zal voorafgaand aan de realisatiefasen een datum voor afronding per fase worden overeengekomen, welke vervolgens contractueel zal worden geborgd.
b. Staatsbosbeheer draagt zorg voor in erfpacht uitgeven voor een periode van tenminste 30 jaar.
c. Partijen komen overeen dat voor de Openstelling van het liniecentrum gestreefd zal worden naar een datum uiterlijk in 2014.
d. Voor zover planningseisen gekoppeld zijn aan de beschikbare financiering zal hier uiteraard aan voldaan worden
Artikel 8: Risico’s van het Project
1. Uitgangspunten ten aanzien van de risico’s van het Project
a. Onderzoek is verricht naar de risico’s van het Project voor zowel de planfase als ook de aanbestedings- , realisatie- en exploitatiefasen. Partijen maken in deze overeenkomst afspraken over de omgang met deze geïnventariseerde xxxxxx’x.
b. De voor het Project geïdentificeerde risico’s zijn gebaseerd op de in de bijlagen opgenomen Projectscope en Bijgestelde businesscase, op basis waarvan door partijen een benodigde risicoreservering is vastgesteld op een bedrag van Euro 2,34 miljoen prijspeil 2008. Dit bedrag maakt onderdeel uit van het geraamde benodigde budget zoals genoemd onder artikel 3.3.a
c. Voor eventueel optredende restrisico’s hanteren Partijen als uitgangspunt dat deze met gesloten beurzen worden opgevangen, in het uiterste geval door het Project te versoberen.
2. Afspraken over de risico’s van het Project
a. Partijen zullen in beginsel gezamenlijk optrekken in dit project ten behoeve van het beheersen van de projectrisico’s.
b. Overeengekomen wordt dat de in artikel 3 opgenomen uitgangspunten op zodanige wijze uitgewerkt worden dat financiële tegenvallers, als gevolg van eventueel optredende risico’s, beperkt kunnen worden. Het gaat hier onder meer om:
i. De uitwerking van risicoregelingen welke onderdeel uit zullen maken van de contracten met marktpartijen.
ii. De uitwerking van wijzigingsregelingen, welke onderdeel uit zullen maken van de contracten met marktpartijen.
iii. De uitwerking van exitregelingen, welke onderdeel uit zullen maken van de contracten met marktpartijen.
iv. De uitwerking van selectie- en gunningscriteria gericht op het beperken van risico’s waaronder het risico op faillissement.
c. Overeengekomen wordt dat eventueel een beperkt aantal werkzaamheden uit de eerste twee fasen naar de derde fase verschoven kan worden, om financiële tegenvallers, als gevolg van eventueel optredende restrisico’s op te vangen.
d. Voor de verdeling van een aantal belangrijke risico’s wordt de volgende verdeling overeengekomen:
i. Uitvoeringsrisico’s worden belegd bij de private partij(en).
ii. Exploitatierisisco’s worden belegd bij de private partij(en). Dit geldt ook voor de risico’s die betrekking hebben op de programmering van het Liniecentrum.
iii. Publieke partijen zijn verantwoordelijk voor risico’s gerelateerd aan de realisatie van voorzieningen voor parkeren en ontsluiten. Het gaat hier onder meer om risico’s als maatschappelijke weerstand en eventuele vertraging.
e. Voor overige risico’s worden de volgende afspraken overeengekomen:
i. Provincie Utrecht draagt de interne planrisico’s en de realisatierisico’s, voor zover deze niet binnen het project opgevangen kunnen worden.
ii. In geval van een dreigend faillissement van de exploitant heeft Staatsbosbeheer de plicht dit per omgaande te melden aan de andere Partijen en initiatief te nemen tot het gezamenlijk bespreken van de situatie en eventueel te treffen maatregelen.
Artikel 9: Overige afspraken
a. Partijen zullen zich, voor zover dat in hun vermogen ligt, er maximaal voor inspannen dat voor de realisatie van het Project te voeren procedures, te verlenen vergunningen op een voorspoedige wijze zal plaatsvinden, zodanig dat de door partijen beoogde Voltooiing van het Project Fort bij Vechten kan worden bereikt.
b. Partijen stellen vast dat er een inhoudelijke relatie is tussen de realisatie van het Project en het zorgdragen voor goede voorzieningen voor parkeren en ontsluiten.
c. Partijen zullen over de inhoudelijke en financiële voortgang van het Project regelmatig in overleg treden.
d. Het bepaalde in deze overeenkomst laat onverlet de krachtens publiekrechtelijke voorschriften of regelingen op de gemeente rustende verplichtingen. De gemeente
draagt binnen haar vermogen en met inachtneming van de door haar te betrachten zorgvuldigheid ten opzichte van derden zorg voor het afwikkelen van de vereiste wettelijke procedures.
e. De Gemeente is nimmer aansprakelijk indien vertraging ontstaat of indien de beoogde plannen niet gerealiseerd kunnen worden, door buiten haar invloedssfeer vallende oorzaken. De gemeente zal zich optimaal inspannen om vertraging of niet doorgaan van de plannen te voorkomen.
Artikel 10: Wijzigende en/of onvoorziene omstandigheden (ontbinding overeenkomst)
a. Elke partij bij deze overeenkomst is gerechtigd deze overeenkomst geheel of gedeeltelijk buiten rechte te ontbinden indien de voor realisatie van het Project benodigde financiële middelen niet of niet in voldoende mate ter beschikking worden gesteld, op een wijze zoals in deze overeenkomst tussen partijen is afgesproken.
b. Wijzigende omstandigheden die kunnen leiden tot ontbinding van deze overeenkomst betreffen onder meer:
a. de bijdrage van Xxxx in het kader van de Nota Ruimte dat beschikbaar gesteld wordt, is kleiner dan partijen bij het aangaan van deze overeenkomst minimaal verwachten, te weten Euro 8 miljoen (prijspeil 2008).
b. Het benodigde budget en/of de benodigde ruimte voor parkeren en ontsluiten is niet beschikbaar voorafgaand aan de start van de aanbesteding van fase 2.
c. Er wordt geen geschikte exploitant gevonden.
c. Onvoorziene omstandigheden welke van dien aard zijn dat de ongewijzigde instandhouding van de overeenkomst naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet kan worden verlangd, kunnen voor de partij die zich op die omstandigheden beroept aanleiding geven zich tot de rechter te wenden met het verzoek om de gevolgen van deze overeenkomst te wijzigen of deze te ontbinden.
d. Alvorens zich tot de rechter te wenden nodigt de in sub a bedoelde partij de andere partijen bij deze overeenkomst uit om met haar in overleg te treden over een oplossing van de gerezen problemen. Indien dit overleg niet binnen drie maanden tot overeenstemming leidt, kan de in sub a bedoelde partij zich alsnog tot de rechter wenden.
e. Partijen onderkennen de mogelijkheid dat zich omstandigheden voordoen die weliswaar de essentialia van de overeenkomst raken en uit dien hoofde tot ontbinding van deze overeenkomst zouden kunnen leiden, maar die partijen ertoe nopen ter uitvoering van deze overeenkomst nadere afspraken met elkaar te maken. Zij verbinden zich dan op constructieve wijze met elkaar te overleggen en al het mogelijke te blijven doen om deze overeenkomst na te komen.
f. Indien het in sub c en d van dit artikel bedoelde overleg tot overeenstemming leidt zal herziening, wijziging of aanvulling worden vastgelegd in een nader tussen partijen te sluiten wijzigings- of aanvullingsovereenkomst.
Artikel 11: Rechtskarakter, geschillenregeling en bevoegde rechter
a. Op deze overeenkomst is het Nederlands recht van toepassing.
b. Met de in deze overeenkomst neergelegde afspraken beogen partijen elkaar te binden en de nakoming daarvan in rechte afdwingbaar doen zijn.
c. Een partij die meent dat een geschil bestaat over de uitvoering van deze overeenkomst, dan wel van nadere overeenkomsten die daarvan het gevolg zijn, deelt dat schriftelijk aan de andere partijen mee. De mededeling bevat een aanduiding van het geschil.
d. Binnen vier weken na de schriftelijke mededeling overleggen partijen over een oplossing voor het geschil.
e. Indien het overleg niet binnen zes weken na voornoemde mededeling tot een oplossing van het geschil heeft geleid, wordt het geschil behandeld overeenkomstig het NMI Mediation-reglement van de Stichting Nederlands Mediation Instituut te Rotterdam, overeenkomstig het bepaalde in de Intentieovereenkomst.
f. Indien het geschil niet tijdig via mediation kan worden beslecht en/of een acute bedreiging vormt voor het behalen van de doelstellingen van het project, wordt het geschil beslecht door de bevoegde rechter te Utrecht
g. Partijen zullen zich, in gevallen zoals aangegeven in artikel 10 en 11, wenden tot de bevoegde rechter te Utrecht
Artikel 12: Inwerkingtreding en werkingsduur
a. Deze overeenkomst treedt in werking op de dag volgend op die waarop deze door partijen is ondertekend.
b. Deze overeenkomst eindigt met ingang van de dag waarop het in deze overeenkomst genoemde exploitatiecontract Project Fort Vechten wordt opgeleverd, na een exploitatieperiode van tenminste 20 jaar.
c. In afwijking van het tweede lid kunnen partijen de overeenkomst eerder dan het daar genoemde tijdstip schriftelijk beëindigen, indien zij constateren dat de in deze overeenkomst gemaakte afspraken reeds volledig zijn nagekomen.
d. Rechtsgevolgen welke voortvloeien uit deze overeenkomst en die naar hun aard geacht worden door te werken of eventueel ontstaan na beëindiging van deze overeenkomst, worden afgehandeld overeenkomstig het bepaalde in deze overeenkomst.
Artikel 13: Verantwoordelijkheden Liniecommissie
Naast de specifieke verantwoordelijkheid die de Liniecommissie heeft op grond van het bepaalde in artikel 5, zevende lid van deze bestuursovereenkomst, is zij in algemene zin verantwoordelijk voor de aansturing van het Nationaal Project Nieuwe Hollandse Waterlinie. Door ondertekening van het bij deze bestuursovereenkomst behorende aanhangsel wordt de Liniecommissie – naast de provincie Utrecht, de gemeente Bunnik en Staatsbosbeheer – partij bij deze bestuursovereenkomst. De Liniecommissie bezit geen
rechtspersoonlijkheid zodat uit deze bestuursovereenkomst geen rechten en verplichtingen voor haar kunnen voortvloeien. De Liniecommissie kan wegens het ontbreken van rechtspersoonlijkheid evenmin rechtshandelingen – van welke aard en jegens wie dan ook – verrichten.
Artikel 14: Bijlagen
1. Projectscope (wat valt binnen het project en wat niet)
2. Vervolgdocumenten
3. Concept uitgiftekader Fort bij Vechten
Aldus overeengekomen en ondertekend in achtvoud, op ….. te …..
Namens Gedeputeerde Staten van Utrecht:
………………….
A.H. Xxxxx Xxxxxxxxxxxx
Namens gemeente Bunnik:
…………………..
H.R. Xxxxxxxx Xxxxxxx Wethouder
Namens Staatsbosbeheer:
…………………….
C.J. Kalden Algemeen directeur
Aanhangsel bij de Bestuursovereenkomst Fort bij Vechten
Partijen bij de ‘Bestuursovereenkomst Fort bij Vechten’ zijn de Provincie Utrecht, de Gemeente Bunnik en Staatsbosbeheer. Deze drie partijen worden in deze bestuursovereenkomst gezamenlijk ook genoemd de Partijen. De bestuursovereenkomst wordt tussen deze partijen gesloten in vervolg op de eerder op 4 juli 2007 gesloten ‘Intentieovereenkomst Liniecentrum Fort bij Vechten’.
Ondergetekende wordt ingevolge artikel 13 van de bestuursovereenkomst ondertekening van dit aanhangsel mede partij bij deze overeenkomst.
Indien ondertekening van dit aanhangsel plaatsvindt voor of op de dag waarop de in de aanhef van de bestuursovereenkomst genoemde partijen tot ondertekening overgaan, treedt deze overeenkomst ook in werking voor ondergetekende de dag na ondertekening, als bedoeld in artikel 12 sub a van de bestuursovereenkomst.
Indien ondertekening van dit aanhangsel plaatsvindt op of na de dag waarop de bestuursovereenkomst ingevolge artikel 12 sub a in werking is getreden, treedt deze overeenkomst voor ondergetekende direct inwerking.
Ondergetekende:
De Nationale Commissie Nieuwe Hollandse Waterlinie, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door haar voorzitter de heer mr. E.M. d'Hondt, waartoe hij bevoegd is blijkens artikel 4.7 van de Bestuursovereenkomst Nieuwe Hollandse Waterlinie van september 2005, hierna te noemen: de Liniecommissie.
Datum:
Bijlage 1 Scopebeschrijving (Bijlage bij Bestuursovereenkomst)
1.1 Projectgrenzen
Binnen de scope van het Project vallen de terreinen van Fort bij Vechten zoals gemarkeerd in de onderstaande figuur. Hieronder vallen onder meer:
◻ Toegangen, grachten en de wallen eromheen
◻ Binnenterrein met gebouwen, inclusief het reduit.
◻ De belevingsroutes, zowel binnen als buiten het fort
◻ De strook dwars over het fort en de eventuele beplanting erbuiten, die nodig is om de zichtbaarheid vanaf de A12 terug te brengen.
Het beheer en onderhoud en exploitatie van de parkeerplaatsen valt nadrukkelijk wel onder de scope van het project.
projectgrens
Figuur: geografische scope afbakening
Expliciet buiten de scope van het Project vallen:
◻ Terrein dat betrekking heeft op locaties mbt parkeren voor zover het realisatie van voorzieningen voor parkeren en ontsluiten betreft.
◻ Ontsluitingsroutes van en naar het fort
◻ Het Romeinse castellum Fectio (Limes) en werkzaamheden ten behoeve van de publiekspresentatie ervan.
N.B. De raakvlakken met deze projecten en de evt. eisen die hieruit voortvloeien zullen wel (contractueel) vastgelegd moeten worden.
1.2 Aan te passen, te renoveren en te realiseren objecten
De uit te voeren werkzaamheden betreffen:
o Ecologische voorzieningen / Flora en fauna werkzaamheden:
▪ verwijderen vegetatie uit oogpunt van consolidatie of restauratie van gebouwen
▪ compenserende en mitigerende maatregelen , o.a. voor de vleermuizen (betreft de totale flora en fauna)
▪ verwijderen vegetatie ten behoeve van de 'open' strook
o Waterhuishouding
▪ Restauratie van de oude gracht rondom het reduit
▪ Gracht rondom het fort
o Gebouwen:
▪ De realisatie van een liniecentrum en belevingsroutes, inclusief de hiervoor benodigde aanpassingswerkzaamheden, waaronder 3 Nieuwe toegangen tot het fort. (nl. 1x nieuwe brug, herstel 2x oude bruggen bij het reduit)
▪ De restauratie van het reduit, inclusief de oude toegang en
▪ De realisatie van een publieke ontsluiting van het reduit
▪ De restauratie van in ieder geval de volgende gebouwen:…..
▪ De consolidatie van alle gebouwen met natuurwaarden die niet volledig of gedeeltelijk gerestaureerd worden.
o Infrastructuur
▪ De realisatie van belevingsroutes als onderdeel van het totale Liniecentrum, inclusief de hiervoor benodigde aanpassingswerkzaamheden, waaronder 2 Nieuwe toegangen tot het fort
▪ PM overige wandel- en of fietsroutes
▪ PM Infrastructuur tbv functioneren van het totale fort
o Installaties
▪ Realisatie van openbare verlichting
Als “Wens” zal worden aangehouden het restaureren van een zo groot mogelijk aantal gebouwen met als streefbeeld scenario ‘financieel overwogen’
1.3 Overige uit te voeren werkzaamheden
Tot de scope behoren alle werkzaamheden die benodigd zijn voor het ontwerp, de voorbereiding, uitvoering en exploitatie van het Project. Hierbij gaat het naast bovengenoemde uitvoerende werkzaamheden onder meer om:
o Ontwerpwerkzaamheden
o Voorbereidende werkzaamheden, waaronder aanvraag van vergunningen en conditionering Kabels en leidingen, Archeologie,
o Instandhouding van het gehele fort en bijbehorende parkeervoorzieningen voor een periode van in ieder geval 20 jaar
o Exploitatie van het fort inclusief Liniecentrum en andere gebouwen en parkeervoorzieningen
Bijlage 2: vervolgdocumenten
De in voorliggende overeenkomst weergegeven afspraken worden uitgewerkt in onder meer de volgende documenten:
- Aanbestedingsdocumenten fase 1 (o.a. aanbestedingsleidraad en contract)
- Selectiedocumenten fase 2 tbv exploitatie (o.a. selectieleidraad en erfpachtcontract)
- Aanbestedingsdocumenten fase 2 tbv realisatiewerkzaamheden (o.a. aanbestedingsleidraad en contract)
- Aanbestedingsdocumenten fase 3