VESTIGING OPSTALRECHT EN RANGWISSELING
CONCEPT
Dossiernummer 18881 HK
VESTIGING OPSTALRECHT EN RANGWISSELING
Hefkwartier fase X te Rotterdam
Op ** verscheen voor mij, mr. **, notaris te **:
**, te dezen handelend als schriftelijk gevolmachtigde van:
1. a. Dura Vermeer Bouw Zuid West B.V., een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, gevestigd en xxxxxxxxxxxxxxx xx 0000 XX Xxxxxxxxx op het adres Rotterdam Xxxxxxxxxxxx 00, ingeschreven in het handelsregister onder nummer 24242896;
. b. AM Deelnemingen I B.V., een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, statutair gevestigd te Rotterdam en xxxxxxxxxxxxxxx xx 0000 XX Xxxxxxx op het adres Xxxxxxxxxxxxxx 00, ingeschreven in het handelsregister onder nummer 24411766,
welke vennootschappen handelen als enige vennoten voor en namens V.O.F. Entrepothaven, een vennootschap onder firma waarvan de onderneming kantoorhoudt te 0000 XX Xxxxxxx op het adres Xxxxxxxxxxxxxx 00, ingeschreven in het handelsregister onder nummer 24422516;
hierna te noemen: "Eigenaar";
2. AM B.V., een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, gevestigd en xxxxxxxxxxxxxxx xx 0000 XX Xxxxxxx op het adres Xxxxxxxxxxxxxx 00 (correspondentieadres: Xxxxxxx 0000, 0000 XX Xxxxxxx), ingeschreven in het handelsregister onder nummer 30160235,
hierna te noemen: “Opstaller”.
De comparant, handelend als gemeld, verklaarde:
Pre-Ambule.
- de Eigenaar is eigenaar van:
een perceel grond, bestemd voor de realisatie van een complex bestaande uit achtenvijftig (58) woningen, gelegen op de begane grond en eerste tot en met veertiende verdieping, zeven (7) stallingsplaatsen op de begane grond, diverse algemene ruimten en verder toebehoren, plaatselijk bekend ** te Rotterdam, kadastraal bekend gemeente Rotterdam (5e afdeling), sectie Q, nummer **, aan welk perceel een voorlopige kadastrale grens en oppervlakte is toegekend en ter zake waarvan een beschikking krachtens artikel 55 Wet bodembescherming is afgegeven;
hierna te noemen: Registergoed;
- de Eigenaar heeft het Registergoed verkregen als volgt:
a. Dura Vermeer Bouw Zuid West B.V. door inschrijving in de Openbare Registers op achttien september tweeduizend acht in register Hypotheken 4 deel 55451 nummer 139, van een afschrift van een akte van levering op zeventien september daarvoor verleden voor mr. X.X.X.Xx. Xxxxxxxxx, destijds notaris te Rotterdam, en mede in verband met de hierna te vermelden akte van levering ten titel van inbreng in de vennootschap onder firma;
b. AM Deelnemingen I B.V. door inschrijving in de Openbare Registers op negenentwintig september tweeduizend acht in register Hypotheken 4 deel 55500 nummer 29, van een afschrift van een akte van levering ten titel van inbreng op zesentwintig september daarvoor verleden voor een waarnemer van genoemde notaris Xxxxxxxxx.
- het Registergoed is belast met een hypotheek ten behoeve van Coöperatieve Rabobank U.A., gevestigd bij akte op zevenentwintig december tweeduizend achttien voor mr. M.R.H. Krans, notaris te Rotterdam, verleden, van welke akte een afschrift is ingeschreven in de openbare registers voor registergoederen op achtentwintig december daarna in register Hypotheken 3 deel 75002 nummer 132;
- de Eigenaar zal het Registergoed splitsen in appartementsrechten;
- de Eigenaar en Mitsubishi Elevator Europe B.V., een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, gevestigd te Veenendaal en xxxxxxxxxxxxxxx xx 0000 XX Xxxxxxxxxx op het adres Xxxxxxxxxx 00, ingeschreven in het handelsregister onder nummer 30022258, hierna te noemen: “Mitsubishi”, hebben ter zake van de realisatie en exploitatie van de hierna te vermelden lift op ** een overeenkomst gesloten, hierna te noemen “M-Use Overeenkomst”.
Aan de M-Use Overeenkomst zijn onder meer de volgende bijlagen gehecht:
- een technische omschrijving, hierna te noemen: “Technische Omschrijving”; en
- een demarcatie met toelichting en tekeningen, hierna te noemen: “Demarcatie”.
Op grond van de M-Use Overeenkomst is Mitsubishi verplicht om voor eigen rekening en risico te installeren twee (2) Liftinstallatiess in complex
** te Rotterdam, welke Liftinstallatiess onder meer omvatten de motoren, de aandrijvingen, de tegengewichten, de geleidingen, de bekabeling, de
schachtdeuren, de liftkooien en de voeding, hierna te noemen: “Liftinstallatiess”;
- de Eigenaar zal haar rechten en verplichtingen uit hoofde van de M-Use Overeenkomst bij wijze van contractoverneming als bedoeld in artikel 6:159 Burgerlijk Wetboek overdragen aan de vereniging van eigenaars die bij de akte van splitsing in appartementsrechten zoals hiervoor vermeld zal worden opgericht, hierna te noemen: “VvE”;
- de Eigenaar en Mitsubishi zijn bij de M-Use Overeenkomst overeengekomen dat Eigenaar ten behoeve van Mitsubishi een zelfstandig onderopstalrecht op het Registergoed zal doen vestigen door de partij ten behoeve van wie de Eigenaar een opstalrecht zal vestigen, welk opstalrecht en onderopstalrecht het recht inhouden om de Liftinstallaties in de daarvoor bestemde liftschachten in eigendom te hebben en houden, aan te leggen, te onderhouden, te repareren en zo nodig geheel of gedeeltelijk te vernieuwen;
- de Eigenaar en de Opstaller komen hierbij overeen dat de Eigenaar zal vestigen ten behoeve van de Opstaller, die zulks zal aanvaarden, een zelfstandig opstalrecht op het Registergoed, inhoudende het hiervoor vermelde recht, hierna te noemen: “Overeenkomst tot Vestiging”;
- de Eigenaar en de Opstaller komen hierbij overeen dat de Opstaller – na het verlijden van deze akte – ten behoeve van Mitsubishi op het Registergoed een onderopstalrecht zal vestigen, inhoudende het hiervoor vermelde recht, hierna te noemen: “Onderopstalrecht”;
- de Opstaller zal het hierna bij deze akte te vestigen opstalrecht – na de vestiging van het Onderopstalrecht – overdragen en leveren aan de VvE.
Vestiging opstalrecht. Artikel 1.
1. Ter uitvoering van de Overeenkomst tot Vestiging vestigt de Eigenaar hierbij ten behoeve van de Opstaller, die hierbij aanvaardt op het Registergoed:
het zelfstandig opstalrecht als bedoeld in artikel 5:101 Burgerlijk Wetboek tot het in eigendom hebben en houden van de Liftinstallaties, hierna te noemen: “Opstalrecht”.
2. Het Opstalrecht houdt in de bevoegdheid van om de Liftinstallaties in de daarvoor bestemde liftschachten in complex ** aan te leggen, te onderhouden, te repareren en zo nodig geheel of gedeeltelijk te vernieuwen, welke liftschachten met ** kleur is aangegeven op de aan deze akte gehechte tekening.
De Liftinstallaties omvatten de volledige liftinstallaties waaronder begrepen maar niet beperkt tot de motoren, de aandrijvingen, de tegengewichten, de geleidingen, de bekabeling, de schachtdeuren, de liftkooien en de voeding.
3. Ten behoeve van de hiervoor in lid 2 vermelde activiteiten is de Opstaller bevoegd om het Registergoed en het daarop gelegen complex te doen betreden door daartoe door hem aan te wijzen personen met de ter zake van het uitoefenen van die activiteiten benodigde materialen en materieel, alles op de voor de eigenaars en/of gebruikers van het complex minst bezwarende wijze.
Duur. Artikel 2.
Het Opstalrecht gaat heden in en wordt gevestigd voor onbepaalde tijd.
Vergoeding, retributie. Artikel 3.
1. Ter zake van de vestiging van het Opstalrecht is de Opstaller aan de
Eigenaar een eenmalige vergoeding verschuldigd van een euro (€ 1,00) vermeerderd met omzetbelasting. De Opstaller zal geen periodieke retributie verschuldigd zijn.
2. De Opstaller heeft vermelde eenmalige vergoeding en de daarover verschuldigde omzetbelasting, in afwijking van het bepaalde in artikel 7:26 lid 3 Burgerlijk Wetboek, rechtstreeks aan de Eigenaar voldaan. De Eigenaar verleent hierbij aan de Opstaller kwijting voor de betaling van voormelde vergoeding en de daarover verschuldigde omzetbelasting.
Zakelijke lasten. Artikel 4.
Alle zakelijke lasten die met betrekking tot de Liftinstallaties respectievelijk het Opstalrecht worden geheven of zullen worden geheven, komen voor rekening van de Opstaller.
Garanties.
Artikel 5.
1. De Eigenaar garandeert dat zijn recht tot eigendom van het Registergoed onvoorwaardelijk is en niet onderworpen aan inkorting, ontbinding of aan welke vernietiging dan ook.
2. Voort garandeert de Eigenaar dat:
a. het Registergoed niet is bezwaard met beslagen of rechten van hypotheek of inschrijvingen daarvan dan wel met andere beperkte rechten behoudens de in deze akte vermelde;
b. het Registergoed niet belast is met publiekrechtelijke beperkingen die belemmerend zijn voor de uitoefening van de rechten uit hoofde van het Opstalrecht behoudens de in deze akte vermelde;
c. het Registergoed niet is bezwaard met kwalitatieve verplichtingen en andere bijzondere lasten en beperkingen, behoudens de in de akte vermelde.
Gebruik. Artikel 6.
1. Het is de Opstaller niet geoorloofd zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de Eigenaar:
- de Liftinstallaties te slopen; en/of
- in complex ** andere werken aan te brengen dan de Liftinstallaties; en/of
- de Liftinstallaties hetzij geheel, hetzij gedeeltelijk van bestemming te wijzigen; en/of
- het Registergoed of het complex ** mede te gebruiken voor het plaatsen of aanbrengen van voorwerpen, waarvan naar het oordeel van de Eigenaar gevaar, schade of hinder te duchten is.
2. De Eigenaar mag zijn toestemming niet op onredelijke voorwaarden onthouden en kan (financiële) voorwaarden verbinden aan de in dit artikel bedoelde toestemming.
Onderhoud. Artikel 7.
1. De Opstaller is verplicht de Liftinstallaties in stand te houden en in goede staat te onderhouden.
2. Alle werkzaamheden die de Opstaller uitvoert of laat uitvoeren in verband met de realisatie, het onderhoud, de verwijdering, vernieuwing of inspecties dienen te worden ingepland in overleg met de Eigenaar en dienen voorts op de minst belastende wijze plaats te vinden.
Vervreemding Opstalrecht. Artikel 8.
1. De Opstaller is niet bevoegd het Opstalrecht te vervreemden zonder toestemming van de Eigenaar.
2. De hiervoor in lid 1 van dit artikel bedoelde toestemming is niet vereist ter zake van de vervreemding aan de VvE die wordt opgericht bij de akte waarbij de hiervoor vermelde splitsing in appartementsrechten tot stand wordt gebracht.
Einde Opstalrecht.
Artikel 9.
Het Opstalrecht kan uitsluitend eindigen in de gevallen en op de wijzen als vermeld in de wet.
Wegnemingsrecht.
Artikel 10.
De Opstaller heeft bij het einde van het Opstalrecht uitsluitend de bevoegdheid de Liftinstallaties, voor zover door hemzelf of een rechtsvoorganger aangebracht, geheel dan wel gedeeltelijk weg te nemen, indien de Eigenaar aan de Opstaller niet de waarde vergoedt die de Liftinstallaties bij het einde van het Opstalrecht heeft.
Lasten en beperkingen. Artikel 11.
Met betrekking tot bekende erfdienstbaarheden, kwalitatieve verplichtingen en kettingbedingen met betrekking tot het Registergoed wordt verwezen naar:
a. de op zeventien september tweeduizend acht voor mr. X.X.X.Xx. Xxxxxxxxx, destijds notaris te Rotterdam, verleden akte van levering, van welke akte een afschrift op achttien september daarna is ingeschreven in de Openbare Registers reeks Rotterdam, register Hypotheken 4, deel 55451, nummer 139, onder meer luidend als volgt:
“Milieubepaling. Kwalitatieve bepaling. Artikel 12.
12.1 Ter zake van de milieukundige staat van het Verkochte wordt verwezen naar:
a. het daaromtrent in artikel 20 van de Koopovereenkomst bepaalde, welk artikel woordelijk luidt:
“20.1. Partijen zijn bekend met het door ** opgestelde rapport betreffende het verrichte onderzoek of de Bodem is of dreigt te worden verontreinigd, van welk rapport een kopie als BIJLAGE IV aan deze akte wordt gehecht.
20.2. Bestfoods garandeert Dura dat de Rapportage behoorlijk en deugdelijk is zulks te beoordelen naar de maatstaven die golden bij het opstellen van de Rapportage.
Deze garantie eindigt op het in artikel 20.5 laatste zin bedoelde moment casu quo eindigt tegelijkertijd met het eindigen van de in artikel 20.5 bedoelde (eventuele) saneringsplicht van Bestfoods.
20.3. Op grond van hetgeen is vermeld in de Rapportage dient een saneringsplan te worden opgesteld.
Bestfoods zal met bekwame spoed voor haar rekening zorgdragen voor:
(i) het opstellen van het saneringsplan;
(ii) het goedkeuren van het saneringsplan door het bevoegd gezag.
20.4. Vervolgens zal Bestfoods voor haar rekening de nodige maatregelen treffen/uitvoeren vermeld in het goedgekeurde saneringsplan.
Bestfoods is bevoegd deze werkzaamheden te doen uitvoeren tegelijk met grondwerkzaamheden die Dura uitvoert in verband met de voorgenomen realisering van het Project Koopmanstad.
20.5. Indien na uitvoering van de artikel 20.4 bedoelde saneringswerkzaamheden een verontreiniging wordt aangetroffen in de Bodem waarvan redelijkerwijs kan worden aangenomen, zulks aannemelijk te maken door Xxxx, dat deze verontreiniging reeds aanwezig was voordat Dura de beschikking kreeg over het terrein, zal – indien zulks noodzakelijk is met het oog op de voorgenomen bestemming – de betreffende verontreiniging door Bestfoods worden gesaneerd.
Indien sprake is van een verontreiniging met stoffen die niet staan vermeld in de Rapportage, maar die wel worden gebruikt in Bouwprocessen al sprake zijn van bewijslast voor Dura.
De hiervoor bedoelde verplichting van Bestfoods eindigt met ingang van de datum dat Dura daadwerkelijk met de realisering van de fundering aanvangt (slaan of gieten van de eerste paal).
20.6. Mocht blijken dat na het eindigen van de (eventuele) saneringsplicht van Bestfoods op grond van het in artikel 20.5 bepaalde de Bodem is verontreinigd, dan zal dat nummer aanleiding zijn tot ontbinding van deze overeenkomst, tot betaling van enige schadevergoeding of tot enigerlei verrekening.
20.7. De verplichting van Xxxx om Bestfoods niet aan te spreken terzake van een verontreiniging respectievelijk de onmogelijkheid van Xxxx om Bestfoods aan te spreken als hiervoor bedoeld, zal tevens gelden voor rechtsopvolgers van Dura.
Het hiervoor in dit artikel 20 bepaalde zal als een kwalitatieve verplichting en, voor zoveel nodig, als een kettingbeding in de akte van levering worden opgenomen.
Het in de vorige zin bepaalde vervalt indien en zodra de bouwvergunning voor het Project Koopmanstad onherroepelijk is en een gedeelte van het Verkochte is overgedragen aan een of meer particulieren respectievelijk – indien na het onherroepelijk worden van de bouwvergunning nog niet met
de verkoop van het Project Koopmanstad is aangevangen – en na de aanvang van de bouw van het Project Koopmanstad.
20.8. Voor zover Bestfoods bekend zijn er geen ondergrondse tanks in het Verkochte aanwezig.”; en
b. het in artikel 2 van de in de Considerans bedoelde allonge bepaalde, welk artikel woordelijk luidt als volgt:
“Rectificatie Artikel 2.
Gebleken is dat de in artikel 20 van de Koopovereenkomst Oranjeboomterrein vermelde Rapportage niet is omschreven en niet is aangehecht.
De Rapportage bestaat uit een tweetal door SGS EcoCare B.V. opgestelde rapporten bestaande uit het rapport:
a. de dato 14 september 2000, kenmerk 14856; en
b. de dato 12 september 2001, kenmerk 15536.
Een kopie van de betreffende Rapportage wordt als BIJLAGE 1 aan deze overeenkomst gehecht en is als BIJLAGE 6 aan de Tripartite Overeenkomst Koopmanstad gehecht.
Dura en Unilever hebben, in aanvulling op hetgeen is bepaald in artikel
20.4 van de Koopovereenkomst, vastgesteld dat – ter verduidelijking – nog de volgende zin aan het betreffende artikel dient te worden toegevoegd: “Van de uitvoering van de maatregelen vermeld in het goedgekeurde saneringsplan zal blijken uit een na of tijdens die uitvoering op te stellen evaluatierapport dat eveneens dient te worden goedgekeurd door het bevoegd gezag. Met deze goedkeuring eindigt de saneringsplicht van
Bestfoods onverminderd het in artikel 20.5. bepaalde.”
Van de hiervoor onder b bedoelde milieurapporten is, als BIJLAGE IIa en IIb, een kopie aan deze akte gehecht.
Partijen zijn tevens bekend met de door SGS Nederland B.V. opgestelde rapporten bestaande uit:
a. het rapport “Nader grondwateronderzoek Fase 1 tm 3 Xxxxxxxxxx 0 xx Xxxxxxxxx” van drie november tweeduizend drie, met nummer 16592; en
b. het rapport “Saneringsplan Nassaustraat te Rotterdam” van tien oktober tweeduizend vijf met nummer 2680A,
van welke milieurapporten als BIJLAGE IIIa en IIIb een kopie aan deze akte is gehecht.
c.”
enzovoorts...
“Met “Bestfoods” in het hiervoor geciteerde is bedoeld Unilever Nederland B.V., in de onderhavige akte gedefinieerd als “Unilever”.
12.2. De verplichting van Dura om Unilever niet aan te spreken ter zake van een verontreiniging respectievelijk de onmogelijkheid van Xxxx om Unilever aan te spreken als in artikel 20 van de Koopovereenkomst, zoals hiervoor in artikel 12.1 sub a geciteerd, bedoeld, geldt tevens voor rechtsopvolgers van Dura in de goederenrechtelijke gerechtigheid tot het Verkochte.
Sprake is van een kwalitatieve verplichting jegens Unilever; derhalve zal die verplichting overgaan op die rechtsopvolgers.
Bij iedere overdracht of overgang – geheel of gedeeltelijk – van het Verkochte zal het in dit artikel 12 bepaalde niettemin uitdrukkelijk ten behoeve van Unilever aan de verkrijger worden opgelegd en namens Unilever worden aanvaard.
Het hiervoor in dit sub 12.2 bepaalde vervalt indien en zodra de bouwvergunning voor het project Koopmanstad, zoals dit begrip is gedefinieerd in de door partijen en de gemeente Rotterdam op veertien oktober tweeduizend twee ondertekende “Tripartite Overeenkomst Koopmanstad” ondertekende overeenkomst, onherroepelijk is en een gedeelte van het Verkochte (zoals dit begrip in de Koopovereenkomst is
gedefinieerd) is overgedragen aan een of meer particulieren respectievelijk
– indien na het onherroepelijk worden van de bouwvergunning nog niet met de verkoop van het Project Koopmanstad is aangevangen – en na de aanvang van de bouw van het Project Koopmanstad.
12.3.”
b. de beschikking van twaalf januari tweeduizend zes, door het bevoegd gezag gegeven krachtens de Wet bodembescherming;
c. voor wat betreft de percelen afkomstig uit de oude percelen met de nummers 6527 en 6528, naar de hiervoor sub a vermelde akte, onder meer luidend als volgt:
“Aflevering. Risico. Artikel 6.
6.1.”
enzovoorts...
6.5. Aan Unilever zijn geen onzichtbare gebreken bekend, anders dan dat in het Verkochte nog mogelijke funderingsresten (waaronder begrepen heipalen) zitten, met welke gebreken Dura uitdrukkelijk bekend is.
Partijen zijn blijkens het in de Considerans sub 2 bedoelde brief bepaalde, overeengekomen dat, in afwijking van het in artikel 7.4 van de Koopovereenkomst bepaalde, de eventuele aanwezigheid van funderingsresten (waaronder begrepen heipalen) in het Verkochte en in het aan het Verkochte grenzende perceel, kadastraal bekend gemeente Rotterdam vijfde afdeling, sectie Q, nummer 6627, welk perceel in de Koopovereenkomst is gedefinieerd als “het Verkochte I” en welk perceel bij akte, op een november tweeduizend twee verleden voor mr. H.M.I. Th.
Xxxxxxxxx, voornoemd, door Unilever aan Dura in eigendom is overgedragen, voor rekening en risico van Xxxx komt; Unilever heeft haar verwijderingsplicht als vermeld in artikel 7.4 van de Koopovereenkomst, afgekocht, een en ander zoals nader omschreven in artikel 12.3 van de onderhavige akte.
6.6.”
enzovoorts...
“Milieubepaling. Kwalitatieve verplichting. Artikel 12.
12.1. Ter zake van de milieukundige staat van het Verkochte wordt verwezen naar:
a.”
enzovoorts...
“c. het in artikel 7.4 van de Koopovereenkomst bepaalde, welk artikel woordelijk luidt:
“7.4. In ieder geval zal het Verkochte worden afgeleverd vrij van ondergrondse werken en obstakels, met dien verstande dat in het Verkochte funderingsresten zitten.
Mocht na de aflevering blijken dat voor de realisering van het Project Koopmanstad funderingsresten moeten worden verwijderd, daaronder begrepen heipalen, dan zullen deze funderingsresten door en voor rekening van Bestfoods worden verwijderd nadat Xxxx de wens daartoe aan Bestfoods heeft meegedeeld.
De verwijdering zal plaatsvinden conform een daartoe op te stellen bestek, inclusief uitvoeringschema indien zulks nodig is in verband met de
hechtheid van de grond gezien de ligging van het Verkochte in de nabijheid van de Nieuwe Maas.”
Met “Bestfoods” in het hiervoor geciteerde is bedoeld Unilever Nederland B.V., in de onderhavige akte gedefinieerd als “Unilever”.
12.2.”
enzovoorts...
“12.3. Unilever en Dura zijn, blijkens het in de Considerans sub 2 bedoelde brief bepaalde, overeengekomen dat Unilver haar verwijderingsplicht ingevolge het bepaalde in artikel 7.4 van de Koopovereenkomst, zoals hiervoor in artikel 12.1 sub c geciteerd, alsmede haar saneringsplicht als bedoeld in artikel 20 van de Koopovereenkomst, zoals hiervoor onder 12.1 sub a geciteerd, (welke verwijderingsplicht en welke saneringsplicht blijkens het in de Koopovereenkomst bepaalde tevens betrekking hebben op het aan het Verkochte grenzende perceel, (thans) kadastraal bekend gemeente Rotterdam vijfde afdeling, sectie Q, nummer 6627, welk
laatstbedoeld perceel in de Koopovereenkomst is gedefinieerd als “het
Verkochte I”, en welk perceel bij akte, op een november tweeduizend twee verleden voor mr. X.X.X.Xx. Xxxxxxxxx, notaris te Rotterdam, door Unilever aan Dura in eigendom is overgedragen) afkoopt tegen een bedrag van achthonderd duizend euro (EUR 800.000,--).
Bedoelde afkoopsom wordt in mindering gebracht op de oorspronkelijke koopprijs, een en ander zoals in artikel 2.1 bepaald.
12.4. In artikel 3b van het bestemmingsplan dat op het Verkochte en het hiervoor vermelde Verkochte I van toepassing is, is bepaald dat de woningen op gronden die zijn aangewezen voor “woondoeleinden 2”, slechts mogen worden gebouwd wanneer is gegarandeerd dat de etmaalwaarde van de geluidsbelasting als gevolg van industrielawaai op de gevel niet meer dan vijftig decibel (50dB(A)) bedraagt.
Dura is, zoals in artikel 6.4 van de onderhavige akte vermeld, voornemens om op het Verkochte en het hiervoor vermelde Verkochte I woningen te realiseren. Unilever garandeert hierbij jegens Dura, alsmede jegens rechtsopvolgers van Dura in de goederenrechtelijke gerechtigheid tot het Verkochte, in aanvulling op het in de in de Considerans onder 2 bedoelde brief en e-mail ten aanzien van de milieuvergunning bepaalde, dat zij:
a. zal voldoen aan de hiervoor bedoelde geluidswaarde van maximaal vijftig decibel (50dB(A)) geldende voor of met betrekking tot de op grond
van het bestemmingsplan toegestane bebouwing op het Verkochte en het hiervoor vermelde Verkochte I;
b. op uiterlijk eenendertig december tweeduizend acht aan de onder sub a genoemde norm zal voldoen;
c. aan het bevoegd gezag geen uitstel zal vragen om op een later moment dan eenendertig december tweeduizend acht aan deze geluidsnorm te voldoen; en
d. zich niet zal verzetten tegen het opnemen van een geluidsnorm van vijftig decibel (50dB(A)) in huidige en/of toekomstige milieuvergunningen en tegen handhavingsverzoeken en aanschrijvingen van het bevoegd gezag daaromtrent.
Unilever verklaart dat de huidige milieuvergunning voor haar naast het Verkochte gelegen bedrijf voorziet in de hiervoor bedoelde geluidsbelasting. Unilever is thans zowel de goederenrechtelijke gerechtigde tot bedoelde inrichting als de exploitant daarvan.”
In voormelde akte met deel 40009, nummer 193, bij welke akte het tot de Koopmansstadlocatie behorende perceel met nummer 6527 door Unilever Nederland B.V. (ten tijde van het passeren van die akte nog genaamd: Unilever Bestfoods Nederland B.V.) aan de Inbrenger in eigendom is overgedragen, is in artikel 12.2, zoals hiervoor onder artikel 4.2 onder (i) sub b geciteerd, abusievelijk niet vermeld dat het in artikel 12.2 van die akte bepaalde vervalt indien en zodra de bouwvergunning voor het Project Koopmanstad, zoals dit begrip is gedefinieerd in de op veertien oktober
tweeduizend twee ondertekende “Tripartite Overeenkomst Koopmanstad”, onherroepelijk is en een gedeelte van de tot de Koopmansstadlocatie behorende percelen met de nummers 6527 en 6528 is overgedragen aan een of meer particulieren respectievelijk – indien na het onherroepelijk worden van de bouwvergunning nog niet met de verkoop van het Project Koopmanstad is aangevangen – en na de aanvang van de bouw van het Project Koopmanstad.”.
d. het besluit Hogere waarden Wet geluidshinder van zeven april tweeduizend zestien (ingeschreven in de Openbare Registers, xxxxxxxx Xxxxxxxxxx 0, deel 69921, nummer 187) met aanvulling (ingeschreven in de Openbare Registers, register Hypotheken 4, deel 70077, nummer 82);
e. ten behoeve van de woningen aan de Xxxxxxxxxxxxxxx 00X tot en met 30 B en Xxxxxxxxxxxxxxxx 00 tot en met 26B is bij elk van de akte waarbij een
woning werd geleverd de volgende erfdienstbaarheid gevestigd, woordelijk luidend als volgt:
"Erfdienstbaarheden. Artikel 14.
Partijen zijn overeengekomen zonder (aanvullende) tegenprestatie de hierna genoemde erfdienstbaarheiden te vestigen.
Ter uitvoering van het vorenstaande vestigt de Verkoper en ten laste van het aan Verkoper verblijvende perceel kadastraal bekend gemeente Rotterdam (5e afdeling), sectie Q, nummer 7164 (dienend erf) en aanvaardt de Koper ten behoeve van het Verkochte sub 1. (heersend erf) de erfdienstbaarheid inhoudende dat de eigenaar of gebruiker van het heersend erf over het tot het dienend erf behorende pad met toegangspoort, zoals schetsmatig met kruisarcering weergegeven op de aan deze akte gehechte tekening, mag gaan van het Verkochte sub 1. naar de openbare weg en omgekeerd, onder de navolgende bepalingen:
1. van het recht mag slechts gebruik worden gemaakt te voet en met aan de hand meegevoerde kleine voertuigen, waarvan de motor dient te zijn uitgeschakeld;
2. de doorgang over het pad mag op geen enkele wijze worden belemmerd;
3. de kosten van onderhoud en herstel van het pad en de toegangspoort worden gedragen door de eigenaar van het dienend erf; de eigenaars of gebruikers van het heersend erf hoeven hieraan niet bij te dragen."
f. [volgen definitieve bepalingen opstalrecht Vattenfall]
Voor zover in de in dit artikel bedoelde akten en/of bepalingen, verplichtingen, lasten en/of beperkingen voorkomen, waarvan de Eigenaar verplicht is deze aan de Opstaller op te leggen, worden die verplichtingen, lasten en/of beperkingen bij dezen aan de Opstaller opgelegd.
De Opstaller heeft de in de in dit artikel bedoelde akten en/of bepalingen voorkomende verplichtingen, lasten en/of beperkingen uitdrukkelijk aanvaard. Voor zover het rechten behelst die ten behoeve van (een) derde(n) moeten worden bedongen, worden die rechten bij dezen uitdrukkelijk door de Eigenaar bedongen en door de Eigenaar ten behoeve van die derde(n) aanvaard.
Ontbindende voorwaarden. Artikel 12.
Alle eventueel overeengekomen ontbindende voorwaarden ter zake van de vestiging van het Opstalrecht zijn thans uitgewerkt. De Eigenaar noch de Opstaller kan zich ter zake van de vestiging van het Opstalrecht nog op een ontbindende voorwaarde beroepen.
Onderopstalrecht.
Artikel 13.
Zodra en zolang het Onderopstalrecht bestaat is de onderopstaller:
- exclusief gerechtigd tot uitoefening van de rechten die de Opstaller uit hoofde van deze akte heeft, derhalve zonder dat de Opstaller deze zelf nog kan uitoefenen, tot de uitoefening van welke rechten de gerechtigde tot het Onderopstalrecht gerechtigd is jegens zowel de Opstaller als de Eigenaar;
- verplicht de hiervoor in deze akte vermelde verplichtingen van de Opstaller als eigen verplichtingen na te komen, van welke verplichtingen nakoming kan worden gevorderd door zowel de Opstaller als de Eigenaar.
Instemming met vestiging Onderopstalrecht. Artikel 14.
Eigenaar stemt hierbij in de zin van artikel 5:93 lid 2 juncto artikel 5:104 lid 2 Burgerlijk Wetboek in met de vestiging van het Onderopstalrecht. Het Onderopstalrecht zal bij het einde van het Opstalrecht derhalve niet teniet gaan. Omzetbelasting. Overdrachtsbelasting.
Artikel 15.
1. De Eigenaar en de Opstaller verklaren voor de vestiging van het Opstalrecht dat zij ondernemer in de zin van artikel 7 van de Wet op de omzetbelasting 1968 zijn.
2. Partijen stellen vast dat:
a. het Registergoed waarop het Onderopstalrecht betrekking heeft kwalificeert als nieuwe onroerende zaak als bedoeld in artikel 11, eerste lid, sub a van de Wet op de omzetbelasting 1968;en
b. de vestiging van het Onderopstalrecht voor de heffing van de omzetbelasting kwalificeert als levering als bedoeld in artikel 3 lid 2 van de Wet op de omzetbelasting 1968; en
c. de vestiging van het Onderopstalrecht kwalificeert als de levering van een nieuw vervaardigde zaak, als bedoeld in artikel 11, eerste lid, sub a van de Wet op de omzetbelasting 1968, zodat ter zake van de vestiging van het Onderopstalrecht omzetbelasting is verschuldigd.
3. Partijen gaan ervan uit dat de vestiging van het Onderopstalrecht voor de heffing van de omzetbelasting kwalificeert als levering als bedoeld in
artikel 3 lid 2 van de Wet op de omzetbelasting 1968. Indien de belastingdienst onverhoopt van mening is dat de vestiging van het Onderopstalrecht niet als levering als bedoeld in artikel 3 lid 2 van de Wet op de omzetbelasting 1968 kwalificeert, maar als dienst (verhuur) als bedoeld in artikel 11, lid 1, sub b van de Wet op de omzetbelasting 1968, opteren de Opstaller en de Onderopstaller bij dezen, tot behoud van recht, voor een met omzetbelasting belaste verhuur op grond van artikel 11, lid 1, sub b ten vijfde van de Wet op de omzetbelasting 1968 juncto artikel 6a Uitvoeringsbeschikking omzetbelasting. De Onderopstaller verklaart hierbij dat zij de Liftinstallatie ten behoeve waarvan het Onderopstalrecht is gevestigd zal gebruiken voor doeleinden waarvoor een volledig of nagenoeg volledig recht op aftrek van voorbelasting op de voet van artikel 15 van de Wet op de omzetbelasting 1968 bestaat.
Het boekjaar van de Onderopstaller vangt aan op een januari.
4. De Onderopstaller doet hierbij een beroep op artikel 15 lid 1 sub a. xxx xx Xxx op belastingen van rechtsverkeer, aangezien ter zake van de vestiging van het Onderopstalrecht omzetbelasting verschuldigd is, terwijl de Liftinstallatie niet als bedrijfsmiddel in gebruik is genomen. De Onderopstaller verklaart voorts dat artikel 15 lid 4 niet aan het onderhavige beroep op de vrijstelling in de weg staat. Xxxxxxxx verklaart de Onderopstaller ter zake van de verkrijging van het Onderopstalrecht geen overdrachtsbelasting verschuldigd te zijn.
5. Op basis van het vorenstaande is ter zake van deze akte geen overdrachtsbelasting verschuldigd.
Rangwisseling.
Het Registergoed is belast met een recht van hypotheek ten behoeve van Coöperatieve Rabobank U.A., blijkens akte op zevenentwintig december tweeduizend achttien verleden voor mr. M.R.H. Krans, notaris te Rotterdam, van welke akte een afschrift is ingeschreven in de openbare registers voor registergoederen op achtentwintig december daarna in register hypotheken 4, deel 75002, nummer 132.
Blijkens een aan deze akte te hechten verklaring heeft Coöperatieve Rabobank
U.A. verklaart toestemming te verlenen voor het vestigen van het recht van opstal en tevens verklaart ermee in te stemmen dat het bij deze akte gevestigde recht van opstal een hogere rang inneemt dan het aan Coöperatieve Rabobank
U.A. toebehorend hypotheekrecht.
Volmachten.
Van de volmachten aan de comparant blijkt uit **
Slotbepaling.
De titels van de artikelen zijn alleen bedoeld ter verbetering van de leesbaarheid. Geen van de Partijen kan daaraan enig recht ontlenen.
Slot.
De comparante is mij, notaris, bekend.
Deze akte is verleden te Rotterdam op de datum aan het begin van deze akte vermeld. De zakelijke inhoud van deze akte is aan de comparante opgegeven en toegelicht. De comparante heeft verklaard op volledige voorlezing van de akte geen prijs te stellen, tijdig voor het verlijden van de inhoud daarvan te hebben kennisgenomen en met de inhoud in te stemmen.
Onmiddellijk na beperkte voorlezing is deze akte eerst door de comparante en daarna door mij, notaris, ondertekend om **.