Addendum 2020 bij het Sectorconvenant 2018-2019 afgesloten tussen de Vlaamse Regering en de sociale partners van sector Uitzendarbeid (PC 322)
Addendum 2020 bij het Sectorconvenant 2018-2019 afgesloten tussen de Vlaamse Regering en de sociale partners van sector Uitzendarbeid (PC 322)
Tussen de VLAAMSE REGERING,
hierbij vertegenwoordigd door:
- Xxxxxxx Xxxxx Xxxxxxx, Viceminister-president van de Vlaamse Regering en Vlaams minister van Economie, Innovatie, Werk, Sociale economie en Landbouw
- De heer Xxx Xxxxx, Viceminister-president van de Vlaamse Regering en Vlaams minister van Onderwijs, Sport, Dierenwelzijn en Vlaamse Rand
hierna de “Vlaamse Regering” genoemd,
en de SOCIALE PARTNERS VAN SECTOR UITZENDARBEID,
met als vertegenwoordigers voor de werkgevers:
- De xxxx Xxxx Xxxxxxxxxxx, Directeur Research & Economic Affairs / Directeur Vlaanderen Federgon
met als vertegenwoordigers voor de werknemers:
- De heer Xxxx Xxx xxx Xxxxx, adviseur arbeidsrecht studiedienst ACV;
- De xxxx Xxxxxx Xxx Xxxxxxxxx, Voorzitter ABVV Algemene Centrale;
- De heer Xxxx Xx Xxx, Sectoraal Verantwoordelijke Uitzendarbeid ACLVB; hierna “de sector” genoemd,
WORDT OVEREENGEKOMEN WAT VOLGT:
Verbintenissen van de Vlaamse Regering
Artikel 1. Middels voorliggend addendum verlengt de Vlaamse Regering de looptijd van het sectorconvenant van dat met de sector werd afgesloten op -.
Het addendum neemt een aanvang op 1 januari 2020 en eindigt per 31 december 2020.
De Vlaamse Regering betaalt een maximale toelage van 294.00,00 euro aan Vormingsfonds voor Uitzendkrachten vzw (Xxxxxxxxx 00x x000 0000 Xxxxxxx, bankrekeningnummer XX00 0000 0000 0000 - KBO 0872.324.958) ter financiering van 6 VTE sectorconsulent(en).
Artikel 2. De Vlaamse Regering stimuleert en ondersteunt de uitvoering van voorliggende overeenkomst, door:
1. het organiseren van ad hoc-overleg met de sociale partners, op vraag van de sectoren;
2. het organiseren van klankbordvergaderingen waarbij knelpunten worden besproken en desgevallend beleidsaanbevelingen kunnen worden geformuleerd, op vraag van de sectoren;
3. het organiseren van netwerkbijeenkomsten met de sectorconsulenten die fungeren als doorgeefluik van informatie en die in het teken staan van ondermeer ervaringsuitwisseling, opbouw van expertise, en sectoroverschrijdende samenwerking.
Verbintenissen van de sector
Artikel 3. De sector verbindt zich ertoe om de voorgenomen engagementen op basis van het door de VESOC-partners goedgekeurde inhoudelijke kader voor de sectorconvenants 2018-2019 en op basis van de ontwikkelde sectorale visie met prioriteiten en bijhorende acties uit het sectorconvenant 2018- 2019 te continueren en/of indien nodig bij te sturen.
De sector geeft aan dat de volgende prioriteiten worden gewijzigd :
/
De sector zal volgende nieuwe acties opzetten in de addendumperiode: Actie 5
Actie 6
Zie prioriteit 2.
PRIORITEIT 1: EAD en diversiteit: drempels verlagen voor instroom van kansengroepen in de uitzendsector
a) De sector zal volgende acties continueren:
Actie 6: Bevordering tewerkstelling personen met arbeidshandicap Actie 10: Non-discriminatiecode en mystery calling
b) De sector zal volgende acties bijsturen (inhoud, timing)
Actie 1: Tewerkstelling van kansengroepen
Aan te passen:
Infosessies over uitzendarbeid aan werkzoekenden:
Streefdoel: 40 sessies voor 2020. Aantal sessies wordt verminderd omdat er vroeger een intensieve samenwerking was met VDAB rond Actief 50+ clubs, deze werking is nu opgedoekt. Daarnaast beschikt de sector nu ook over een e-learning module met info over uitzendarbeid en solliciteren. Deze module kan de vraag naar infosessies voor een stuk inperken.
Infosessies over uitzendarbeid aan trajectbegeleiders
Streefdoel: 10 sessies voor 2020.
Actie 2: e-learning over uitzendarbeid promoten en verder opfrissen
De e-learning xxx.xxxxxxx-xxxx.xx is gerealiseerd in de loop van 2019, er is ook een vertaling naar het Engels gemaakt met het oog op instroom van vluchtelingen en anderstaligen op de Vlaamse arbeidsmarkt. De sector heeft in september 2019 opnieuw een jongerenproject (Welqome, zie xxx.xxxxxxx.xx) ingediend bij de FOD WASO, bij definitieve goedkeuring van dit project met de daarbij horende budgetten, zal VFU deze module verder uitbouwen door nog meer interactie met de cursisten te voorzien (aftoetsmomenten ontwikkelen).
Actie 3: Info over e-dIv verspreiden en opleiding duurzaam rekruteren
Bij ons weten zijn er geen nieuwe modules voorzien voor de e-DIV tool, daarom zouden we dit stuk weglaten.
De CAO rond het thema van non-discriminatie blijft uiteraard wel geldig.
Wat de samenwerking met Cevora betreft, wil de sector met hen in 2020 een webinar ontwikkelen rond jobcarving en -crafting, met daarop gevolgd voor de geïnteresseerden een opleiding op maat voor uitzendkantoren, die hier dan op hun beurt mee aan de slag kunnen bij gesprekken met klantgebruikers. We zijn als sector van mening dat deze methodiek kan helpen om moeilijk in te vullen vacatures weg te werken.
Betrokken partners zijn hier dus enkel Cevora.
Actie 4: Mobiliteitsprojecten
Op het moment van de indiening van dit addendum, is er nog geen algemene CAO afgesloten in de uitzendsector, dus kunnen we nog geen uitspraken doen over het voorzien van een budget vanuit het Sociaal Fonds voor Uitzendkrachten ter ondersteuning van collectieve mobiliteitsprojecten van uitzendbedrijven.
De sector zal jaarlijks een overzicht van het gebruik van deze mobiliteitsprojecten in kaart brengen door rapportage. Het aantal betrokken uitzendkrachten rapporteren is echter een bijzonder lastige aangelegenheid, we krijgen deze gegevens niet of moeizaam van onze partners. Het is immers niet evident om het aantal ritten uit te zuiveren tot het aantal individuele uitzendkrachten. Daarom stellen we voor om de rapportage te beperken tot het aantal betrokken uitzendkantoren en het aantal gerealiseerde ritten voor de uitzendsector.
De sector stelt zich ook de vraag welke impact de introductie van vervoersregio’s zal hebben op de lopende projecten zoals in de Gentse Havenzone, de Haven van Zeebrugge en de Linkerscheldeoever.
Actie 5: Bevordering tewerkstelling 50+ers
De samenwerking met VDAB entte zich vooral op de 50+ clubs. Deze bestaan echter niet meer. Voortaan ligt de focus ook op 55+ers, niet langer op 50+ers. Uiteraard worden 55+ kandidaten wel meegenomen in Actie 1, waar ook meer samenwerking tot stand komt met outplacement kantoren (infosessies aan kandidaten, vaak uit deze doelgroep, jobdatings met uitzendkantoren op lokaal niveau). Ook reeds ontwikkelde tools worden hiervoor ingezet, bijvoorbeeld Talent boven vooroordelen, de toolbox ontwikkeld door POM Limburg (cfr: xxxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx/). De infosessies aan de doelgroep van 55+ers richten zich vooral tot het uitleggen van nieuwe tendenzen rond solliciteren, waar deze doelgroep nog geen of weinig ervaring mee heeft (vb: video CV’s).
Actie 7: Bevorderen tewerkstelling jongeren met specifieke aandacht voor soft skills
De sector heeft de intentie om de tool Testyourselfie (xxx.xxxxxxxxxxxxxx.xx) bij te sturen en aan te vullen waar nodig. Deze actie is opgenomen in het nieuw ingediende Welqome project en is dus onder voorbehoud van het goedkeuren van het daarbij horende budget. Het idee is om de tool uit te breiden met 1 nieuwe soft skill en met een nieuwe set van vragen voor de reeds bestaande skills (nu: 2 reeksen van 6 vragen, we willen dus telkens nog een derde reeks voorzien). Daarnaast is het ook de bedoeling om de tool naar het Engels te vertalen, waardoor anderstaligen en vluchtelingen die op de Vlaamse arbeidsmarkt komen, Testyourselfie ook kunnen gebruiken.
De tool blijft de sector gratis verspreiden en promoten naar alle stakeholders die met jongeren werken, onder meer bij infosessies voor jongeren of studenten.
Omdat er geen middelen gevonden werden op Europees vlak, en een samenwerking met Europese partners extra complexiteit toevoegt, zijn de betrokken partners alleen maar lokale actoren, niet meer internationaal. Xxxxxxxxx blijft VFU dit project ook internationaal uitdragen, als het hiervoor een platform krijgt.
Actie 8: Bevorderen tewerkstelling vluchtelingen
De sector zal de tewerkstelling van vluchtelingen via uitzendarbeid blijven bevorderen door lokale infosessies te geven aan uitzendbedrijven in samenwerking met lokale overheden en OCMW’s. Hier kunnen ook jobdatings aan gekoppeld worden. Deze doelgroep is uiteraard ook welkom in het algemeen aanbod van opleidingen van VFU.
Actie 9: Solliciteren 2.0 – digitale skills
Digitaal werkt
Het project ‘Digitaal Werkt’ werd uitgerold in 2019 in navolging van de bevindingen uit de Actiegroep ‘Digitale Dienstverlening en Bemiddeling. Toegankelijk voor iedereen’ (°2016) in de schoot van Gent Stad in Werking. In dit project wil VFU samen met Stad Gent, VDAB, vakbonden, Digipolis, OCMW, Samenlevingsopbouw, etc. digitale drempels
verkleinen voor kwetsbare werkzoekenden en werkzoekenden die moeilijkheden ondervinden bij het gebruik van digitale tools in hun stappen richting werk.
(Vb. inschrijven als werkzoekende via Mijn Loopbaan, online solliciteren en afspraken
maken, CV opmaken en inladen in sollicitatiemap,…. )
‘Digitaal Werkt’ ging van start in mei 2019 en loopt tot eind 2020 en focust op 3 naast elkaar lopende projectsporen:
- Korte, laagdrempelige vormingen voor werkzoekenden en digitaal laag of niet geletterden in groot Gent.
- Ondersteuning van de digitale bemiddeling voor bemiddelaars, trajectbegeleiders en coaches door een werkgroep ‘e-ambassadeurs’, waarbij good practices uit het eigen werkveld worden gedeeld met de andere organisaties, zodat zij deze op hun beurt kunnen introduceren in hun eigen organisatie en zo digitale dienstverlening intern en naar de doelgroep optimaliseren. Op die manier kunnen trajectbegeleiders, arbeidsbemiddelaars en jobcoaches digitaal empowered worden via concrete vorming vanuit partnerorganisaties en op hun beurt deze digital skills op een goede manier overbrengen op hun cliënten.
- Een ICT-steward die zowel doelgroep als begeleiders kan ondersteunen vanuit diverse Digipunten in Gent.
VFU treedt binnen dit project op als e-ambassadeur (spoor 2) en voorziet in vormingen van de partners rond hoe digitaal te solliciteren (in de uitzendsector) en infosessies rond uitzendarbeid.
c) De sector geeft aan dat volgende acties niet gecontinueerd worden, omwille van volgende redenen :
/
PRIORITEIT 2: Onderwijs – arbeidsmarkt: projectmatige samenwerking met onderwijs
a) De sector zal volgende acties continueren
Actie 2: Xxxxxxxxxxxxxxx.xx
Actie 3: Brochure ‘Wat na het secundair onderwijs?’
Actie 4: Lokaal overleg met onderwijs
b) De sector zal volgende acties bijsturen (inhoud, timing)
Actie 1: I-infosessies voor leerlingen en studenten
Het Interimspel wordt niet meer actief ingezet in deze infosessies, het spel is namelijk wat gedateerd, er zijn ook geen nieuwe spelen meer ter beschikking.
Anderzijds denkt de sector erover na om leerkrachten of begeleiders van studenten een train- the-trainer sessie te geven over hoe ze de tools van VFU (interiminfo en Testyourselfie), het best in hun lessen kunnen integreren.
Het aantal I-infomomenten voor 2020 willen we vastleggen op minstens 10.
De sector stelt 2 nieuwe acties voor in dit addendum:
Actie 5: Samenwerking volwassenonderwijs / Syntra’s
De sector werkt ook samen met CVO’s en Syntra’s of hun commerciële opleidingsinstanties voor het uitwerken van nieuwe opleidingen op vraag van uitzendbedrijven. Daarnaast kan met deze organisaties ook afspraken gemaakt worden rond het aanbieden van hands-on sessies voor uitzendconsulenten. Samenwerking rond instroom lijkt minder vanzelfsprekend, omdat de meeste mensen die langskomen bij CVO’s of Syntra’s al aan het werk zijn. Kan uiteraard wel voor het voltijds dagonderwijs.
Actie 6: Samenwerking met hoger onderwijs – graduaatsopleidingen
De sector stelt zich open om samen te werken met hoger onderwijs in het kader van studentenopdrachten of stages. Daarnaast promoot de sector ook de graduaatsopleidingen die van belang zijn voor de uitzendsector, zoals bijvoorbeeld HR Support.
c) De sector geeft aan dat volgende acties afgerond zijn en bijgevolg niet gecontinueerd worden
/
PRIORITEIT 3: Competentiebeleid – leven lang leren
a) De sector zal volgende acties continueren
Actie 3: Learn4Job
Actie 5: Opleiding gericht op white collars Actie 6: Bedrijfsbezoeken aan uitzendkantoren Actie 7: Opleiding voor uitzendconsulenten
Actie 8: Communicatietools rond competentie- en opleidingsbeleid
b) De sector zal volgende acties bijsturen (inhoud, timing)
Resultaatsindicator: 250 cursisten bereiken in Vlaanderen (de helft van het vorig convenant dat over 2 jaar liep), de sector streeft naar een tewerkstellingsgraad van 75%. Het beoogde aantal uitzendondernemingen blijft behouden op 40.
Actie 1: Samenwerking met andere sectorfondsen
De samenwerking met andere sectoren blijft een aandachtspunt. Het volume hangt onder meer af van de mogelijkheden die hiervoor worden voorzien in de binnen de sector af te sluiten CAO, wat op moment van indienen van dit addendum nog steeds in onderhandeling is.
Actie 2: Opleiding kandidaat-uitzendkrachten i.s.m. VDAB
De sector blijft dit actiepunt ondersteunen, maar merkt in het werkveld wel dat maatprojecten moeilijk tot stand kunnen komen met VDAB, ondanks de engagementen genomen in het convenant. Er is ook een gebrek aan feedback vanuit VDAB naar de sector over de resultaten van deze projecten. Bovendien komen recent ook nieuwe regels in bepaalde regio’s naar boven, die niet op Vlaams niveau zijn afgesproken: bijvoorbeeld: maattraject kan enkel als er minstens 15 vacatures gemeld zijn aan VDAB. Afspraken die gemaakt zijn op Vlaams niveau rond heftruckopleidingen, waar een bijzonder grote nood aan is in de uitzendsector, worden in sommige regio’s afgebouwd (Oost-Vlaanderen).
Actie 4: Werkplekleren
De sector wil de samenwerking met VDAB rond kwalitatief werkplekleren integreren in opleidingstrajecten behouden, maar de sector heeft hier weinig concrete cases, mogelijks zijn die wel bilateraal afgesproken tussen VDAB en een specifiek uitzendbedrijf, de sector heeft hier echter geen zicht op.
Het webinar werkplekleren werd al tijdens de voorbije convenantperiode gegeven, en wordt dus niet meer hernomen.
c) De sector geeft aan dat volgende acties afgerond zijn en bijgevolg niet gecontinueerd worden
/
Resultaatsindicatoren
Richtlijnen:
Per decretale kapstok in het convenant (aansluiting onderwijs arbeidsmarkt, competentiebeleid en evenredige arbeidsdeelname) wordt er minstens één resultaatsindicator afgesproken. Er zullen dus minimaal 3 resultaatsindicatoren bepaald worden.
De gekozen indicatoren zijn een weerspiegeling van de acties waaraan in de werking van het convenant het meeste aandacht en tijd zal worden besteed. Deze indicatoren worden gekozen uit het keuzemenu bijgevoegd bij het inhoudelijke kader. Hierin vindt men per decretale kapstok een aantal resultaatsindicatoren. De sector kiest per decretaal thema minstens één resultaatsindicator uit deze keuzelijst. Het bereik of de waarde dat gekoppeld wordt aan deze indicatoren is uiteraard sectorspecifiek en vormt het verdere voorwerp van de onderhandeling.
Als er voor de sector geen indicator beschikbaar is die aansluit bij de belangrijkste acties uit het convenant, kan in het onderhandelingsproces een andere indicator die niet op de keuzelijst staat worden afgesproken. Deze indicator dient wel outputgericht te zijn en gericht op bereik. Het vertrekpunt van de resultaatsindicatoren kan alsdan gebaseerd worden op de resultaatsindicatoren van de sectorconvenant 2018- 2019. De sector kijkt na of de indicatoren nog accuraat zijn en of dat deze nog moeten bijgesteld worden.
Decretaal thema | Gekozen indicator | Streefcijfer | Streefcijfer jaarlijks | Nulmeting | Ge d |
Evenredige arbeidsdeelname | Tewerkstelling kansengroepen in uitzendsector bevorderen door drempels weg te werken voor instroom en doorstroom | 1000 personen | jaarlijks | 6.683 (2010, 2011, 2012, 2013, 2014, 2015, 2016) | Eige data va pa uitze |
80 jobdates | jaarlijks | 80 (2010, 2011, 2012, 2013, 2014, 2015, 2016) | Eige d | ||
Aansluiting onderwijs- arbeidsmarkt | Infomomenten voor leerlingen en studenten met aandacht voor soft skills en digitale skills. Leerlingen beter informeren over uitzendarbeid als instroomkanaal. | 15 infomomenten | jaarlijks | 29 (gemeten over hele convenantperiode) (2014, 2015,2016) | Eige d |
Competentiebeleid | Ontwikkelen en promoten van opleiding voor (kandidaat-) uitzendkrachten | 250 cursisten deelgenomen aan opleidingen VFU | jaarlijks | 734 (gemeten over hele convenantperiode) (2014, 2015, 2016) | Eige da |
35 uitzendondernemingen schrijven cursisten in voor opleidingen VFU | 33 (2014, 2015, 2016) |
Geef hieronder meer toelichting (achtergrondinformatie) per gekozen indicator.
Indicator evenredige arbeidsdeelname
Tewerkstelling van 1000 personen uit de kansengrepen realiseren via de opgesomde acties. Deze personen vallen buiten de normale instroom van kansengroepen in de sector. De tewerkstelling moet aantoonbaar verbonden zijn met een actie uit het sectorconvenant. In de vorige convenantperiode werd dit aantal op 3.000 gezet voor de hele convenantperiode. De lagere inschatting van deze indicator heeft te maken met een vertragende uitzendmarkt en de krapte op de arbeidsmarkt, waardoor de toeleiding vanuit arbeidsmarktactoren vermindert. Bovendien
merken we steeds meer dat partners niet happig zijn om de concrete tewerkstellingsresultaten op te volgen of door te geven.
Daarnaast engageert de sector zich om 80 jobdatings per jaar te organiseren met het brede netwerk aan bemiddelaars. Deze indicator blijft dus behouden.
Indicator aansluiting onderwijs-arbeidmarkt
De sector wil in 2020 15 I-infomomenten organiseren voor leerlingen of studenten. Dit engagement verhogen we dus ten opzichte van de voorbije convenantperiode.
Indicator competentiebeleid
In afwachting van de sectorale onderhandelingen en uitgaande van een status quo van de huidige voorziene budgetten voor collectieve Learn4Job opleidingen (zie Actie 3) zal de sector voor het jaar 2020 250 cursisten bereiken in Vlaanderen (=helft van engagement genomen over voorbije hele convenantperiode). De sector streeft naar een tewerkstellingsgraad van 75%, gemeten 2 maanden na het einde van de opleiding.
Daarnaast bereikt de sector nog meer cursisten via de samenwerking met andere sectorfondsen, Learn4Job individueel en de samenwerking met VDAB. Aangezien in deze acties VFU geen eindbeslissing kan nemen, worden hiervoor geen resultaatsindicatoren opgenomen.
Daarnaast neemt de sector het engagement om 40 verschillende uitzendondernemingen te bereiken die deelnemen aan het opleidingsaanbod van VFU.
Artikel 4. De sector verbindt zich ertoe om tijdens de duurtijd van dit addendum het eerstvolgende sectorconvenant mee inhoudelijk voor te bereiden, en hierover te reflecteren en te rapporteren volgens de richtlijnen van Departement Werk en Sociale Economie.
Artikel 5. De sector verbindt er zich toe de werkingssubsidie uitsluitend aan te wenden voor de uitvoering van bovenvermelde engagementen. Hiertoe worden effectief 6 VTE- sectorconsulent(en) ingezet. De sectorconsulenten werken voor de sector onder paritair toezicht en zijn belast met het geheel van coördinerende, rapporterende en ondersteunende taken voor de uitvoering van het addendum bij het sectorconvenant.
De loon- en werkingskosten van deze sectorconsulenten komen in aanmerking als subsidiabele kosten voor zover zij betrekking hebben op de uitvoering van deze sectorspecifieke engagementen en voor zover ze uitgevoerd worden binnen de looptijd van het addendum bij het sectorconvenant.
Periodes van tijdskrediet of loopbaanonderbreking komen niet in aanmerking voor financiering tenzij wordt aangetoond dat de functie van de sectorconsulent(e) tijdelijk tijdens zijn of haar afwezigheid door een vervang(st)er wordt uitgeoefend. De sector zal de naam van de sectorconsulenten aan het departement Werk en Sociale Economie bezorgen, wijzigingen melden en een sectorconsulent(e) (per netwerk) aanduiden voor de SERV-netwerkbijeenkomsten.
Artikel 5. Voor de verantwoording en voor de evaluatie van deze overeenkomst bezorgt de sector ten laatste op 31 januari 2021 een evaluatie aan het departement Werk en Sociale Economie. Het evaluatierapport omvat:
- de rapportering over de verschillende initiatieven en de resultaatsindicatoren met betrekking tot de voorgenomen engagementen;
- de verantwoording van de aanwending van de ontvangen subsidiebedragen.
Het departement Werk en Sociale Economie bezorgt de richtlijnen voor evaluatie tijdig aan de sector Algemene bepalingen inzake beëindiging, wijziging, evaluatie, controle en toezicht van de overeenkomst
Financiering
Twintig procent van het in artikel 1 vermelde bedrag wordt uitbetaald in zoverre de resultaatsindicator per decretale kapstok is behaald. Als een indicator niet wordt behaald, wordt de twintig procent a rato van het aantal behaalde resultaatsindicatoren betaald.
Beëindiging
- Het addendum bij het sectorconvenant wordt afgesloten voor een periode van 1 jaar. Het addendum bij het sectorconvenant kan niet stilzwijgend worden verlengd.
- Het addendum bij het sectorconvenant eindigt hetzij bij het verstrijken van de looptijd, hetzij bij onderlinge overeenkomst tussen de partijen, hetzij door opzegging. De partijen kunnen op elk moment het addendum bij het sectorconvenant opzeggen, mits ze een opzegtermijn van 6 maanden in acht nemen. De kennisgeving van de opzegging gebeurt per aangetekende brief. De opzeggingstermijn begint te lopen vanaf de eerste werkdag na de kennisgeving. Het addendum bij het sectorconvenant kan door de Vlaamse Regering worden beëindigd zonder inachtname van een opzegtermijn en zonder dat het aanleiding kan geven tot de betaling van een vergoeding als het algemeen belang dat in buitengewone omstandigheden vereist. Als bij de evaluatie van het addendum door het departement Werk en Sociale Economie wordt vastgesteld dat de representatieve werkgevers- en werknemersorganisaties op ernstige wijze tekortschieten in de verwezenlijking van de beoogde doelstellingen, kan de Vlaamse Regering het addendum bij het sectorconvenant eenzijdig beëindigen zonder opzegtermijn en zonder dat dit aanleiding kan geven tot de betaling van een vergoeding.
Wijzigbaarheid
- De Vlaamse Regering bepaalt na voorafgaand overleg met de sociale partners in het Vlaams Economisch Sociaal Overlegcomité de wijze waarop bijsturingen of wijzigingen van de verbintenissen in het addendum bij het sectorconvenant tijdens de looptijd van het addendum worden doorgevoerd.
Evaluatie
- . Het departement Werk en Sociale Economie voorziet in een format voor de inhoudelijke en financiële rapportage. Bij die opvolgingsmomenten en evaluaties wordt nagegaan of de aangegane verbintenissen ook effectief zijn bereikt.
Controle en toezicht
- De sociaalrechtelijke inspecteurs van het Departement Werk en Sociale Economie zijn belast met het toezicht op de naleving van de bepalingen van het decreet op de sectorconvenants en de uitvoeringsbesluiten ervan. De Vlaamse Regering kan in het geval van een vastgestelde inbreuk het addendum bij het sectorconvenant opschorten.
Opgemaakt in drie originele exemplaren te Brussel op ……………………….waarvan elke partij een exemplaar ontvangt.
Namens de Vlaamse Regering,
Xxxxxxx Xxxxx Xxxxxxx, Viceminister-president van de Vlaamse Regering en Vlaams minister van Economie, Innovatie, Werk, Sociale economie en Landbouw
De heer Xxx Xxxxx, Viceminister-president van de Vlaamse Regering en Vlaams minister van Onderwijs, Sport, Dierenwelzijn en Vlaamse Rand
Namens de sociale partners van de sector uitzendarbeid, met als vertegenwoordigers voor de werkgevers:
De xxxx Xxxx XXXXXXXXXXX,
Directeur Research & Economic Affairs / Directeur Vlaanderen Federgon
met als vertegenwoordigers voor de werknemers:
De heer Xxxx Xxx xxx Xxxxx, adviseur arbeidsrecht studiedienst ACV;
De xxxx Xxxxxx Xxx Xxxxxxxxx, Voorzitter ABVV Algemene Centrale;
De heer Xxxx Xx Xxx,
Sectoraal Verantwoordelijke Uitzendarbeid ACLVB;