STAATSCOURANT
STAATSCOURANT
Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
Nr. 27690
1 juli
2016
Waterbouw
Bedrijfstakeigen regelingen 2016/2018 Verbindendverklaring gewijzigde CAO-bepalingen
MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Besluit van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 28 juni 2016 tot wijziging van het besluit tot algemeen verbindendverklaring van bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst bedrijfstakeigen regelingen Waterbouw
UAW Nr. 11769
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;
Gelezen het verzoek van het secretariaat van partijen namens partijen bij bovengenoemde collectieve arbeidsovereenkomst, strekkende tot algemeen verbindendverklaring van gewijzigde bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst;
Partij(en) ter ener zijde: Vereniging van Waterbouwers; Partij(en) ter andere zijde: FNV Waterbouw en CNV Vakmensen.
Gelet op de artikelen 2, 4 en 5 van de Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten;
Besluit:
Dictum I
Het besluit tot algemeen verbindendverklaring van bepalingen van de collectieve arbeidsovereen- komst bedrijfstakeigen regelingen Waterbouw1 wordt met inachtneming van dictum II als volgt gewijzigd:
A
De onder dictum I opgenomen bepalingen worden als volgt gewijzigd:
HOOFDSTUK 1 DEFINITIES EN WERKINGSSFEER
Artikel 1, derde lid komt te luiden:
‘3 Onder ’werknemer’ wordt voor de in deze CAO opgenomen fondsen:
• de Stichting Vakantiefonds Waterbouw, (hierna te noemen : het Vakantiefonds);
• de Stichting Opleidings- en Ontwikkelingsfonds Waterbouw, (hierna te noemen: het Oplei- dingsfonds).
verstaan degene die werkzaam is in een onderneming of een deel van een onderneming die valt onder de werkingssfeer van deze cao, conform artikel 2 en 3 van deze cao, in een functie waarvoor een basisweekloon is of kan worden bepaald op grond van het bepaalde in artikel 7 en 8 van Hoofdstuk 2 van deze CAO.’
Artikel 3, eerste lid komt te luiden:
‘1 Indien de werkgever dispensatie wenst van de toepassing van artikel 2 uit deze cao, dient hij daartoe een schriftelijk verzoek in te dienen bij de Paritaire Commissie Waterbouw, gevestigd aan de Xxxxxxxxxxxxxxxxx 00, 0000 XX Xxx Xxxx, conform hoofdstuk 5, artikel 14 van deze overeen- komst.’
1 Stcrt. 2013, nr. 32178.
HOOFDSTUK 2 ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 10, vijfde, zesde en zevende lid worden vernummerd tot vierde, vijfde en zesde lid. Artikel 11, eerste lid en derde lid komen te luiden:
‘1. Naast de bepalingen van de in deze CAO opgenomen:
• Statuten en reglement van het Vakantiefonds;
• Statuten en reglementen van het Opleidingsfonds;
worden werkgevers en werknemer ook gebonden door de nadere uitvoeringsvoorschriften en
-besluiten, die door de besturen van de genoemde Stichtingen worden gegeven of genomen binnen het kader van de doelstellingen en statuten en reglementen.
3. De premie en / of bijdrage die de werkgever aan de in lid 1 van dit artikel genoemde fondsen is verschuldigd dient te worden betaald aan Fondsenbeheer Waterbouw B.V., het uitvoeringsorgaan van de bedoelde fondsen.’
HOOFDSTUK 3 STATUTEN EN REGLEMENTEN BEDRIJFSTAKEIGEN REGELINGEN
3.1 VAKANTIEFONDS STATUTEN VAKANTIEFONDS
Artikel 2, de definitie van werknemerslid komt te luiden:
‘Artikel 2 Begripsbepalingen
Werknemerslid: het (plaatsvervangend) bestuurslid aangewezen door FNV Waterbouw te Rotterdam of door de CNV Vakmensen te Utrecht.’
Artikel 6, eerste lid komt te luiden:
‘Artikel 6 Samenstelling van het bestuur
1. Het bestuur van het fonds bestaat uit zes leden, waarvan worden aangewezen:
• drie leden door de Vereniging van Waterbouwers, gevestigd te Den Haag;
• twee leden door FNV Waterbouw, gevestigd te Rotterdam;
• één lid door de CNV Vakmensen, gevestigd te Utrecht.’ Artikel 11, eerste en tweede lid komen te luiden:
‘Artikel 11 Administratie en directie
1. Het fonds draagt zijn administratie op aan Fondsenbeheer Waterbouw B.V..
2. De directie van het fonds wordt gevormd door de directie van de in het vorige lid genoemde Fondsenbeheer.’
REGLEMENT VAKANTIEFONDS
Artikel 1, de definities van Stichting en werknemer komen te luiden:
‘Artikel 1 Begripsbepalingen
In dit reglement wordt verstaan onder:
Stichting: Fondsenbeheer Waterbouw B.V.
Werknemer: de werknemer als bedoeld in artikel 1.3 van hoofdstuk 1 van de(ze) collectieve arbeids- overeenkomst en voor de toepassing van de artikelen 5 tot en met 10 van dit reglement, de werknemers genoemd in artikel 5, tweede lid van dit reglement.’
Artikel 3, tweede lid komt te luiden:
‘Artikel 3 Het tijdstip van betalen van de werkgeversbijdragen
2. De betaling van de in het vorige lid bedoelde bijdragen wordt gedaan aan Fondsenbeheer Waterbouw B.V..’
Hoofdstuk 3.2 Aanvullingsfonds en Hoofdstuk 3.3 VUT-fonds komen te vervallen. Hoofdstuk 3.4 Opleidings- en Ontwikkelingsfonds wordt vernummerd tot Hoofdstuk 3.2. OPLEIDINGS- EN ONTWIKKELINGSFONDS
Artikel 4, eerste lid komt te luiden:
‘Artikel 4 Deelnemers en bestuur
1. Deelnemers in de Stichting zijn:
1. de Vereniging van Waterbouwers, statutair gevestigd te Den Haag, hierna te noemen de Vereniging;
2. FNV Waterbouw, statutair gevestigd te Rotterdam, hierna te noemen FNV Waterbouw;
3. CNV Vakmensen, statutair gevestigd te Utrecht, hierna te noemen CNV Waterbouw.’
HUISHOUDELIJK REGLEMENT OPLEIDINGS- EN ONTWIKKELINGSFONDS
Artikel 4, 5, 6 en 7 worden vernummerd tot artikel 5, 6, 7 en 8.
Na artikel 3 wordt een nieuw artikel 4 toegevoegd dat komt te luiden:
‘Artikel 4 Afspraak voor het op peil houden van de certificaten van werknemers tijdens werkloosheid om hen te behouden voor de waterbouwsector
Een werknemer in de waterbouwsector kan tijdens werkloosheid een aanvraag doen bij het O&O- fonds Waterbouw om zijn vaarbevoegdheid en andere benodigde certificaten op peil te houden. Door het bestuur van het O&O-fonds Waterbouw worden de volgende voorwaarden gesteld waaraan moet zijn voldaan alvorens een tegemoetkoming in de kosten zal worden verleend:
• de aanvrager moet in de vijf jaar voorafgaand aan de aanvraag overwegend werkzaam zijn geweest in de waterbouw;
• de aanvrager moet – voor zover zijn functie dat vereist – medisch goedgekeurd zijn voor de waterbouw;
• het bestuur van het O&O-fonds beoordeelt of de aanvrager in aanmerking komt voor een vergoeding van de kosten;
• de aanvrager komt gedurende een periode van drie jaar in aanmerking voor een tegemoetkoming in de kosten voor een cursus / opleiding / training die hem tijdens werkloosheid behoudt voor het werken in de waterbouw;
• een aanvraag voor een tegemoetkoming in de kosten, moet worden ingediend door middel van een bij het O&O-fonds verkrijgbaar aanvraagformulier vóór de start van de betreffende cursus;
• de tegemoetkoming in de kosten valt onder de ‘duizendeuroregeling’ van het fonds en is afhanke- lijk van het beschikbare budget.’
BIJLAGE HUISHOUDELIJK REGLEMENT
De onderdelen Veiligheid en Overige cursussen van het Cursusregister O&O-fonds Waterbouw komen te luiden:
‘CURSUSREGISTER O&O-FONDS WATERBOUW
Veiligheid
Boat landing and climbing rescue Xxxxxx electrische handgereedschappen Klimmen en redden op hoogte
Mobiele boom, hoogwerker Aanslaan van lasten
As- uitlijnen en funderen Elektrotechniek
Gasmeten in besloten ruimten Herkennen van explosieven Hydrauliek
Xxxxxx in de bagger / Lastechniek Marcom A
Marcom B
Radioactieve Concentratiemeter
Overige cursussen
Basiskennis Baggertechnieken Flora en fauna
Groot vaarbewijs Na zeevaart/Bagger Kranen op varend en drijvend materieel Module grondgedrag
Module sleephopperzuiger Module snijkopzuiger
PLC-training
Survey: Onderwater plaatsbepaling Survey: Surveyor Baggerwerken Stuurman alle schepen
Visuele beoordeling kranen en hijsmiddelen in de waterbouw (VBKH)’
FINANCIERINGSREGLEMENT OPLEIDINGS- EN ONTWIKKELINGSFONDS
Artikel 1, de definitie van SFW komt te luiden:
‘Artikel 1
In dit reglement wordt verstaan onder:
SFW: Fondsenbeheer Waterbouw B.V., gevestigd te Rijswijk; ‘ Artikel 3 komt te luiden:
‘Artikel 3
1. De invordering van de in artikel 2 bedoelde bijdrage is voor zover het de werkgevers betreft die bij Fondsenbeheer Waterbouw B.V. zijn aangesloten, opgedragen aan dit fonds.
2. a. De invordering van de in artikel 2 bedoelde bijdrage van werkgevers die niet bij Fondsenbe- heer Waterbouw zijn aangesloten wordt door de Stichting verzorgd.
b. De Stichting vraagt aan de werkgevers als bedoeld in lid 2 a een door een register-accountant of accountant-administratieconsulent gewaarmerkte opgaven van de bij de baggerwerkzaam- heden op grond van de CAO-bepaling of loonregeling betrokken premieplichtige loonsom in de zin van het Bedrijfstakpensioenfonds Waterbouw en stelt dan conform artikel 2 de verschul- digde bijdrage vast.
c. Indien geen loonsom kan worden vastgesteld kan de Stichting een bijdrage vaststellen aan de hand een door haar geschatte loonsom.
3. De werkgever wordt ten aanzien van de bijdrageverplichting gekweten door betaling van de bijdrage van het verschuldigde bedrag aan Fondsenbeheer Waterbouw respectievelijk betaling aan de Stichting.’
HOOFDSTUK 5 SLOTBEPALING
Artikel 14 komt te luiden:
‘Artikel 14 Dispensatie
2. Partijen hebben een Paritaire Commissie Waterbouw ingesteld. Indien de werkgever dispensatie wenst van de toepassing van één of meerdere cao-bepalingen, dient hij daartoe een schriftelijk verzoek in te dienen bij de Paritaire Commissie Waterbouw.
3. Om voor dispensatie van één of meer bepalingen in deze cao, zoals benoemd in artikel 3.1, in aanmerking te komen dient door de werkgever ten minste aan één of meerdere van de volgende criteria te zijn voldaan:
a. de situatie van de werkgever is (tijdelijk) zo afwijkend van hetgeen in de bedrijfstak gebruikelijk is dat in redelijkheid niet van de werkgever kan worden gevergd dat (een deel van) de cao (bepalingen) onverkort word(t)(en) toegepast;
b. er is een afwijkend arbeidsvoorwaardenpakket tot stand gekomen tussen partijen die vol- doende representatief zijn en onafhankelijk van elkaar.
4. Het verzoek aan de Paritaire Commissie Waterbouw wordt schriftelijk ingediend bij het Secretari- aat van Partijen, Xxxxxxxxxxxxxxxxx 00, 0000 XX Xxx Xxxx.
Het verzoek dient ten minste te vermelden:
a. naam en adres van de verzoeker;
b. ondertekening door de verzoeker;
c. een nauwkeurige beschrijving van de aard en het bereik van het dispensatieverzoek, met in ieder geval vermelding van de cao-bepaling (en) waarop het verzoek zich richt.
Een verzoek/melding dient in ieder geval de volgende gegevens te bevatten:
– omschrijving van het werk;
– tijdsduur van het werk;
– in te zetten materieel;
– bemanningssterktelijst materieel.
Een verzoek/melding dient gedaan te worden op een standaard formulier dat bij de het Secretariaat van Partijen beschikbaar is;
d. een nauwkeurige omschrijving van de feiten en argumenten van verzoeker waarom dispensa- tie zou moeten worden verleend;
e. een correct en gemotiveerd voorstel inzake de na de dispensatie van toepassing zijnde arbeidsvoorwaarden;
f. dagtekening.
5. Verzoeken en/of meldingen bij de Paritaire Commissie Waterbouw worden alleen
in behandeling genomen indien dit verzoek minimaal 7 dagen voordat de beoogde afwijking van een bepaling van deze overeenkomst aanvangt is ingediend.
6. Van het voorgaande lid kan slechts worden afgeweken indien de verzoeker kan aantonen dat het eerder indienen van een dispensatieverzoek niet mogelijk was.
7. De Paritaire Commissie Waterbouw doet zo spoedig mogelijk uitspraak, doch uiterlijk binnen twee weken nadat het verzoek in behandeling is genomen. De Paritaire Commissie Waterbouw kan deze termijn eenmaal met 2 weken verlengen. Het Secretariaat van Partijen deelt de uitspraak schriftelijk en gemotiveerd mee aan de verzoeker.‘
Bijlage I komt te luiden:
‘BIJLAGE 1 Premie-overzicht Bedrijfstakeigen regelingen Waterbouw
Werkgeversdeel | Werknemersdeel | Totaal | |
Opleidingsfonds | 2,50% | 0,00% | 2,50% |
Dictum II
Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en heeft geen terugwerkende kracht.
’s-Gravenhage, 28 juni 2016
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, namens deze,
De directeur Uitvoeringstaken Arbeidsvoorwaardenwetgeving,
M.H.M. xxx xxx Xxxx