REVALIDATIEOVEREENKOMST
Tussen
DE VLAAMSE GEMEENSCHAP
En V.Z.W. X
Identificatienummer: 7.72.XXX.XX
Versiedatum
2 februari 2024
Departement Zorg Afdeling Eerste Lijn en Gespecialiseerde Zorg Koning Xxxxxx XX – laan 35 bus 33, 1030 BRUSSEL
Revalidatieovereenkomst 7.72.XXX.XX
Inhoudsopgave
1. VOORWERP VAN DE OVEREENKOMST 3
2. DEFINITIES 3
3. DOELGROEP 4
4. ZORGAANBOD 7
5. VERSTREKKINGEN 9
5.1 AANVRAGEN TEGEMOETKOMING VERSTREKKINGEN 9
5.2 VERGOEDBARE VERSTREKKINGEN 11
6. EENHEIDSPRIJS EN AFGELEIDEN 12
7. EXTRA VERGOEDINGEN VOOR DE GEBRUIKER 13
8. CAPACITEIT VAN DE REVALIDATIEVOORZIENING 14
9. CUMULBEPALINGEN 16
10. PERSONEEL 16
11. CRITERIA IN HET KADER VAN KWALITEIT 17
12. ALGEMENE BEPALINGEN 20
1. VOORWERP VAN DE OVEREENKOMST
Gelet op het decreet van 6 juli 2018 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieconventies en revalidatieziekenhuizen en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging, inzonderheid artikel 75;
Gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2018 houdende uitvoering van het decreet van 6 juli 2018 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging, inzonderheid op artikel 157;
Wordt overeengekomen wat volgt tussen:
enerzijds,
De Vlaamse Gemeenschap, vertegenwoordigd door de Vlaamse regering, in de persoon van de minister van Welzijn, Volksgezondheid, Gezin, hierna te noemen “de Vlaamse Gemeenschap”;
en anderzijds,
de V.Z.W. ‘…’, te … (adres en HCO nummer). Deze wordt in deze overeenkomst verder aangeduid met de term "de revalidatievoorziening".
2. DEFINITIES
In deze overeenkomst wordt verstaan onder:
1° Departement Zorg: het Departement Zorg, opgericht bij besluit van de Vlaamse Regering van 12 mei 2023 over het Departement Zorg;
2° DSM-5: het diagnostisch en statistisch handboek van psychiatrische aandoeningen uitgegeven door de American Psychiatric Association;
3° ernstige psychische zorgnood: een psychische zorgnood die het gevolg is van een ernstige psychische aandoening en die gevolgen heeft voor meerdere domeinen van het functioneren van de gebruiker, zoals opleiding volgen, werken, wonen, vrijetijdsbesteding, relationeel leven en fysieke gezondheid;
4° gebruiker: iedere natuurlijke persoon die een beroep doet of kan doen op de Vlaamse sociale bescherming, vermeld in artikel 4 van het decreet VSB.
5° minister: de Vlaamse minister xxx Xxxxxxx, Volksgezondheid, Gezin;
6° overnamebesluit: het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2018 houdende uitvoering van het decreet van 6 juli 2018 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging;
7° overnamedecreet: het decreet van 6 juli 2018 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische
verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging;
8° Rechthebbende: de rechthebbende zoals vermeld in artikel 2, 13° van het decreet van het decreet van 6 juli 2018betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen, en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging;
9° revalidatievoorziening: Het "xxx” wordt in deze overeenkomst "de revalidatievoorziening" genoemd;
10° VSB-besluit: het besluit van de Vlaamse Regering van 30 november 2018 houdende de uitvoering van het decreet van 18 mei 2018 houdende de Vlaamse sociale bescherming;
11° VSB-decreet: het decreet van 18 mei 2018 houdende de Vlaamse sociale bescherming.
3. DOELGROEP
Artikel 1. §1. De gebruikers van onderhavige overeenkomst zijn gebruikers die gebaat zijn bij een multidisciplinair revalidatietraject gericht op verschillende levensdomeinen:
Persoonlijkheid / psychisch welzijn
Lichamelijk welzijn
Werken / leren
Sociale zelfstandigheid
Netwerk en relaties
Huishoudelijke zelfstandigheid
Wonen en vrije tijd
§2. Om in aanmerking te komen voor het revalidatieprogramma van de revalidatievoorziening, moeten gebruikers een ernstige psychische zorgnood hebben en hulpvragen in de fases van het persoonlijk en maatschappelijk herstel.
Persoonlijk herstel is het individuele proces dat een gebruiker doorloopt. Dit unieke proces vindt ondersteuning in het revalidatietraject door de aangeboden mogelijkheden om te exploreren en te onderzoeken waar iemands interesses, waarden … liggen. Gedurende het revalidatieprogramma worden vaardigheden aangeleerd en nieuwe mogelijkheden (her)ontdekt. Deze vaardigheden worden geïmplementeerd in activiteiten die voor de gebruiker zinvol zijn.
Maatschappelijk herstel richt zich op aansluiting van de gebruiker bij het sociaal netwerk en de maatschappij, waar binnen een revalidatietraject continu aandacht voor is. Een revalidatietraject draait om persoonlijke betekenisgeving en zingeving van de gebruiker, maar ook van diens ruimere context.
§3. Om in aanmerking te komen voor het revalidatieprogramma van de revalidatievoorziening moeten gebruikers door middel van dat revalidatieprogramma in een beperkte tijd hun vaardigheden kunnen verhogen en hun levenswijze kunnen aanpassen zodat ze daarna opnieuw hun beroepsactiviteiten kunnen uitoefenen (of hun studies voortzetten) en/of (opnieuw) zelfstandig kunnen wonen of (opnieuw) wonen in hun familiaal milieu of een ander leefmilieu en/of opnieuw zelfstandig kunnen functioneren in de verschillende levensdomeinen opgenomen in art 1 §1.
§4. Alleen de gebruikers voor wie een multidisciplinaire revalidatie aangewezen is, komen in aanmerking voor het revalidatieprogramma van de revalidatievoorziening.
§5. De gebruikers die in aanmerking komen voor het revalidatieprogramma van de revalidatievoorziening zijn
gebruikers vanaf de leeftijd van 18 jaar. Indien de revalidatievoorziening voor hen het meest aangewezen behandelingsmilieu blijkt te zijn, komen gebruikers vanaf de leeftijd van 16 jaar ook in aanmerking voor het revalidatieprogramma.
§6. De DSM-5 codes die aanleiding kunnen geven tot revalidatie binnen deze voorziening, zijn de volgende:
(cf. DSM-5) | Ziekte of stoornis |
293.81 | Psychotische stoornis door een somatische aandoening met wanen |
293.82 | Psychotische stoornis door een somatische aandoening met hallucinaties |
295.90 | Schizofrenie |
297.1 | Waanstoornissen |
298.8 | Andere gespecifieerde schizofreniespectrum of andere psychotische stoornis |
298.9 | Ongespecifieerde schizofreniespectrumstoornis of andere psychotische stoornis |
296.2x | Depressieve stoornis (eenmalige episode), (0 ongespecifieerd, 1 licht, 2 matig, 3 ernstig, 4 met psychotische kenmerken, 5 gedeeltelijk in remissie, 6 volledig in remissie) |
296.3x | Depressieve stoornis (recidiverende episode), (0 > 6 idem) |
300.4 | Persisterende depressieve stoornis |
311 | Andere gespecifieerde / ongespecifieerde depressieve stemmingsstoornis |
296.40 | BP I stoornis ongespecifieerd, actuele meest recente episode (hypo)manisch |
296.4x | BP I stoornis, actuele meest recente episode manisch, (0 ongespecificeerd, 1 licht, 2 matig, 3 ernstig, 4 met psychotische kenmerken, 5 gedeeltelijk in remissie, 6 volledig in remissie ) |
296.5x | BP I stoornis actuele meest recente episode depressief, (0 > 6 idem) |
296.7 | BP I stoornis actuele meest recente episode ongespecifieerd |
296.89 | BP II stoornis |
301.13 | Cyclothyme stoornis |
296.80 | Ongespecifieerde bipolaire stemmingsstoornis |
293.83 | Depressieve/bipolaire stemmigsstoornis door een somatische aandoening |
296.99 | Disruptieve stemmingsdisregulatie stoornis |
299.00 | Autismespectrumstoornis |
300.09 | Andere gespecifieerde of ongespecifieerde angststoornis |
300.01 | Paniekstoornis |
300.22 | Agorafobie |
300.29 | Specifieke fobie |
300.23 | Sociale angststoornis |
300.3 | Andere gespecifieerde of ongespecifieerde obsessieve compulsieve of verwante stoornis/ obsessieve compulsieve stoornis (OCS)/verzamelstoornis |
309.81 | PTSS |
300.02 | GAD |
308.3 | Acute stressstoornis |
300.82 | Somatische symptoomstoornis |
300.11 | Conversiestoornis |
300.7 | Ziekteangststoornis |
300.13 | Dissociatieve amnesie (dissociatieve fugue) |
300.14 | Dissociatieve identiteitsstoornis |
300.6 | Depersonalisatie/derealisatiestoornis |
307.1 | Anorexia nervosa |
307.51 | Boulimia nervosa |
307.50 | Ongespecifieerde voedings- of eetstoornis |
301.0 | Paranoïde persoonlijkheidsstoornis (PS) |
307.51 | Eetstoornis |
307.52 | Pica |
307.53 | Ruminatiestoornis |
307.59 | Vermijdende / restrictieve voedings- of eetstoornis |
307.59 | Andere gespecifieerde voedings- of eetstoornis |
301.20 | Schizoïde PS |
301.22 | Schizotypische PS |
301.7 | Antisociale PS |
301.83 | Borderline PS |
301.50 | Histrionische PS |
301.81 | Narcistische PS |
301.82 | Vermijdende PS |
301.6 | Afhankelijke PS |
301.4 | Dwangmatige PS |
301.9 | Ongespecifieerde PS |
309.0 | Aanpassingsstoornis (AS) met sombere stemming |
309.24 | AS met angst |
309.28 | AS met gemengde angstige en depressieve stemming |
309.3 | AS met een stoornis in het gedrag |
309.4 | AS met een gemengde stoornis van emoties en gedrag |
309.89 | Andere gespecifieerde trauma- of stressgerelateerde stoornis |
309.9 | AS ongespecifieerd/ongespecifieerde trauma- of stressorgerelateerde stoornis |
293.89 | Katatonie bij een andere psychische stoornis/ongespecifieerde katatonie |
310.1 | Persoonlijkheidsverandering door een somatische aandoening |
312.34 | Periodieke explosieve stoornis |
312.81 | Normoverschrijdende gedragsstoornis (beginnend in de kindertijd) |
312.82 | Normoverschrijdende gedragsstoornis (beginnend in de adolescentie) |
313.81 | Oppositionele opstandige stoornis |
312.9 | Ongespecifieerde disruptieve, impulsbeheersings- of andere gedragsstoornis |
314.00 | ADHD (overwegend onoplettend beeld) |
314.01 | ADHD (gecombineerd beeld overwegend hyperactief-impulsief beeld) |
De revalidatievoorziening kan werken met gebruikers die lijden aan een lichte verstandelijke beperking voor zover de psychische hulpvraag overheerst en het doel is om het psychisch, persoonlijk en maatschappelijk herstel te bevorderen.
Gelet op de aard van het revalidatieprogramma van de revalidatievoorziening dat onder meer heel wat groepsactiviteiten bevat, is het revalidatieprogramma van de revalidatievoorziening niet aangewezen voor gebruikers die lijden aan een matige of een ernstige verstandelijke beperking (DSM-5 codes 318.0 en 318.1).
Gebruikers met een verslavingsproblematiek kunnen in aanmerking komen voor een revalidatieprogramma in de revalidatievoorziening, op voorwaarde dat ze beantwoorden aan de voorwaarden van de § 1 tot en met §6, en dat de verslavingsproblematiek niet meer centraal staat in hun vraag om hulp.
Artikel 2. §1. De gebruikers die in aanmerking komen voor een "trajectbegeleiding" en "loopbaanbegeleiding" door de arbeidscoach1 , zijn personen die lijden aan een in artikel 1, §6, vermelde aandoening die weliswaar voldoende gestabiliseerd is opdat een daadwerkelijke en bestendige professionele (re-)integratie gerealiseerd kan worden.
Deze personen zijn gemotiveerd of worden gemotiveerd door de arbeidscoach om (opnieuw) een
1 Enkel van toepassing op revalidatievoorziening ‘Tsedek’
beroepsactiviteit uit te oefenen, maar ten gevolge van hun psychische zorgnoden zijn zij, om dit te bereiken, onvoldoende gebaat bij het bestaande aanbod van arbeidsbegeleiding en/of hebben zij hiervoor nood aan ondersteuning van een coach met GGZ-expertise om het traject naar betaalde arbeid te kunnen uitwerken en/of werk te kunnen volhouden.
§2. Zowel gebruikers die het revalidatieprogramma van een psychosociale revalidatievoorziening voor volwassenen volgen of gevolgd hebben, als gebruikers waarvoor dit niet het geval is, komen in aanmerking voor de traject- en loopbaanbegeleiding.
4. ZORGAANBOD
Artikel 3. §1. De revalidatievoorziening heeft tot doel om aan bepaalde categorieën van mensen met ernstige psychische zorgnoden, in een specifieke fase van hun herstel, een revalidatieprogramma van beperkte duur aan te bieden dat er op gericht is om met bepaalde hulpvragen van die gebruikers aan de slag te gaan.
§2. De revalidatie in de revalidatievoorziening heeft in het algemeen tot doel om de vaardigheden van de in artikel 1 beoogde gebruikers te verhogen en hun levenswijze aan te passen teneinde tot tastbare en duurzame resultaten te komen in hun persoonlijk en maatschappelijk herstel zoals het ontwikkelen van een positieve identiteit (persoonlijk herstel) en participatie in de samenleving (maatschappelijk herstel), in minstens één van de drie volgende domeinen:
- het domein van de beroepsactiviteiten, voor die gebruikers van wie men denkt dat het voor hen haalbaar is om een bezoldigde beroepsactiviteit of studie uit te oefenen, maar die daar op dit ogenblik niet toe in staat zijn, gelet op hun huidige psychische toestand
- het domein van de persoonlijke autonomie en van de woonsituatie, voor die gebruikers die, door hun psychische toestand grote moeilijkheden ervaren om zich te handhaven in hun huidige woonsituatie
- het domein van maatschappelijke inclusie
Artikel 4. De revalidatievoorziening behoort tot het netwerk geestelijke gezondheid van de regio xxxxx dat in toepassing van artikel 107 van de wet betreffende de ziekenhuizen en andere verzorgingsinstellingen, gecoördineerd op 10 juli 2008, een overeenkomst heeft afgesloten met de Federale overheidsdienst Volksgezondheid.
Binnen dit zorgnetwerk maakt de revalidatievoorziening deel uit van functie 3 "rehabilitatieteams die werken rond herstel en sociale inclusie" die gedefinieerd wordt in de gids "Naar een betere geestelijke gezondheidszorg door de realisatie van zorgcircuits en zorgnetwerken".
Artikel 5. §1. De revalidatievoorziening biedt aan zijn gebruikers een gestructureerd revalidatieprogramma aan zoals opgenomen in het revalidatieproject.
§2. De revalidatievoorziening zal er voor zorgen dat zijn revalidatieprogramma een specifiek en aanvullend karakter heeft ten opzichte van de andere bestaande behandelingen van mensen met ernstige psychische zorgnoden, zonder daarbij de wetenschappelijke basis van zijn programma uit het oog te verliezen.
§3. Aangezien een revalidatieprogramma tot doel heeft om binnen een vrij korte termijn concrete doelstellingen te bereiken, is de revalidatieduur waarvoor een beslissing tot goedkeuring kan worden verleend voor alle gebruikers steeds beperkt. De duur die noodzakelijk is om de revalidatiedoelstellingen te realiseren, kan variëren van gebruiker tot gebruiker. Het komt de revalidatievoorziening toe voor iedere gebruiker de noodzakelijk geachte revalidatieduur in te schatten.
Artikel 6. §1. De maximale duur van de periode tijdens welke een gebruiker het revalidatieprogramma van de revalidatievoorziening kan volgen, is vastgesteld op een termijn van twee jaar. Deze periode begint te lopen
vanaf de datum dat in het kader van deze overeenkomst een eerste revalidatieprestatie, zoals gedefinieerd in artikel 10, is gerealiseerd.
De maximale termijn van twee jaar start opnieuw wanneer een gebruiker van een residentieel naar een ambulant revalidatietraject overschakelt.
§2. Wanneer de reeds goedgekeurde periode al de maximaal toegestane revalidatieperiode van twee jaar bedroeg, kan de maximumtermijn van twee jaar verlengd worden tot een contingent van maximaal 300 revalidatiedagen, .indien één van de volgende voorwaarden vervuld is:
- Er is sprake van een onderbreking van het lopend revalidatietraject voor een maximale termijn van 3 maanden en deze onderbreking werd gemeld aan de zorgkas vanaf de dag van de terugkeer
- Er is een stopzetting gemeld van het lopende revalidatietraject aan de zorgkas tijdens het lopende revalidatietraject
Artikel 7. §1. De "arbeidscoach"2 heeft als specifieke opdracht om personen met psychische zorgnoden te begeleiden naar een daadwerkelijke en bestendige professionele (re-)integratie en/of personen met psychische zorgnoden te ondersteunen in functie van werkbehoud. Het gaat over personen die om dit te bereiken, ten gevolge van hun psychische kwetsbaarheid, onvoldoende gebaat zijn bij het bestaande aanbod van de verschillende actoren in het domein 'werk en sociale economie' en ‘geestelijke gezondheidszorg’.
§2. De arbeidscoach realiseert voor personen met psychische zorgnoden een integrale en gecoördineerde arbeidsbegeleiding die qua inhoud, duur en intensiteit voldoende is aangepast aan de noden die deze personen ten gevolge van hun psychische kwetsbaarheid ervaren om een daadwerkelijke en bestendige professionele (re-
)integratie te kunnen realiseren.
§3. De arbeidscoach realiseert zowel 'trajectbegeleidingen' als 'loopbaanbegeleidingen'.
§4. De arbeidscoach ondersteunt de gebruiker bij ‘trajectbegeleidingen’ naar een effectieve tewerkstelling door het zetten van concrete stappen tot (re-)integratie op de arbeidsmarkt. De arbeidscoach zal hiertoe de gebruiker ondersteunen op verschillende vlakken zoals het psychisch, sociaal en administratief vlak. Er kan gebruik gemaakt worden van de mogelijkheid tot het organiseren van een voorbereidende opleiding of werkstage. Het doel van de "trajectbegeleiding" is de effectieve tewerkstelling van de gebruiker. Deze begeleiding kan volgende activiteiten omvatten:
Begeleiding op vlak van werk en geestelijke gezondheidszorg in het kader van (re-)integratie op de arbeidsmarkt
Contextbegeleiding met de betrokken werk- en zorgactoren (waaronder eventueel de werkvloer)
Sociaal-administratieve ondersteuning
Begeleiding voorbereidend op en tijdens werkstages
§5. De 'loopbaanbegeleidingen' worden gerealiseerd tijdens de periode dat deze personen (opnieuw) beroepsactief zijn. De "loopbaanbegeleiding" vangt aan wanneer de gebruiker bij het werk dat hij heeft ondersteuning nodig heeft vanuit GGZ -expertise om het werk vol te houden en/of een langdurige uitval van de arbeidsmarkt te voorkomen.
De loopbaanbegeleiding kan tevens de evoluties van de trajectbegeleiding bestendigen op de werkvloer van de gebruiker.
De loopbaanbegeleiding houdt een tijdelijke opvolging van de gebruiker in en heeft tot doel een herval van de gebruiker of langdurige professionele uitval van de gebruiker te voorkomen.
§6. De arbeidscoach differentieert zich van andere actoren uit het beleidsdomein werk en sociale economie door de intensiteit van de begeleiding en zorgondersteuning die aangepast is aan de noden van de gebruiker,
2 Enkel van toepassing op revalidatievoorziening ‘Tsedek’
de geestelijke gezondheids-expertise en de mogelijkheid tot continuïteit tussen traject- en loopbaanbegeleiding. De begeleidingen door de arbeidscoach kunnen evenwel, indien aangewezen voor de gebruiker, in samenwerking met de andere actoren die betrokken zijn op het herstel- en arbeidstraject van de gebruiker worden gerealiseerd.
§7. Het bedrijf of de organisatie waarin de persoon een werkstage verricht, kan nooit de revalidatievoorziening zelf zijn.
§8. De arbeidscoach kan omwille van zijn expertise omtrent psychische kwetsbaarheid en de impact hiervan op het functioneren op de werkvloer een adviserende rol opnemen naar diverse betrokken partners en werkgevers. De arbeidscoach schakelt zich in in de initiatieven die door een overheid ontwikkeld worden inzake integrale arbeidsbegeleiding voor personen met een arbeidshandicap en in het bijzonder personen met een psychische zorgnoden
§9. De arbeidscoach is verbonden aan de revalidatievoorziening, maar staat daarenboven open voor verwijzingen vanuit het netwerk geestelijke gezondheid zoals bedoeld in artikel 4. Dit betekent dat de arbeidscoach de trajectbegeleidingen en loopbaanbegeleidingen in gelijke mate zal aanbieden aan personen die woonachtig zijn of werken in de regio van het zorgnetwerk die beantwoorden aan de voorwaarden van deze overeenkomst.
§10. Samen duren de traject- en loopbaanbegeleiding maximum 2 jaar. De traject- en loopbaanbegeleiding samen kunnen langer dan 2 jaar duren in het geval dat deze begeleiding tijdelijk onderbroken wordt. De resterende termijn kan in dat geval hernomen worden.
5. VERSTREKKINGEN
5.1 AANVRAGEN TEGEMOETKOMING VERSTREKKINGEN
Artikel 8. §1. De aanvraag tot tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen gebeurt onder het model van een “nieuwe aanvraag” als één van de volgende voorwaarden voldaan is:
het gaat over de aanvraag van een revalidatieperiode voor een nieuwe gebruiker in de revalidatievoorziening.
de vorige revalidatieperiode meer dan 2 jaar geleden werd afgerond.
er wordt overgeschakeld van een residentieel type zorg naar ambulant (of omgekeerd) in een andere revalidatievoorziening. Er is dan opnieuw recht op een termijn van maximaal 2 jaar.
gestart in een andere revalidatievoorziening
§2. De aanvraag tot tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen gebeurt onder het model van een “herstart” als een revalidatietraject dat eerder werd onderbroken of stopgezet binnen de voorziening als één van de volgende voorwaarden voldaan is:
het gaat over een revalidatie die wordt hernomen binnen dezelfde revalidatievoorziening , maar niet aaneensluitend aan de vorige goedkeuringsperiode.
de revalidatie werd stopgezet en wordt opnieuw opgestart in dezelfde voorziening.
de gebruiker zijn revalidatie wil hernemen na een onderbreking en de einddatum van de reeds goedgekeurde periode revalidatie al voorbij is.
§3. Wanneer de reeds goedgekeurde periode al de maximaal toegestane revalidatieperiode van 2
jaar bedroeg, kan de revalidatie toch herstart worden om het contingent van 300 revalidatiedagen te kunnen
gebruiken, wanneer één van volgende voorwaarden vervuld is:
Er werd een onderbreking gemeld door de voorziening aan de zorgkas overeenkomstig §4, derde lid vanaf de dag van de terugkeer en de onderbreking duurde maximaal drie maanden;
of
Er werd tijdens het lopende revalidatietraject een stopzetting geregistreerd .
§4. De aanvraag tot tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen gebeurt onder het model van een “verlenging” wanneer de revalidatie ononderbroken verdergezet wordt onmiddellijk aansluitend op de einddatum van de voorgaande goedgekeurde periode.
Wanneer de reeds goedgekeurde periode korter dan 2 jaar was, dan kan een verlenging aangevraagd worden tot aan de maximaal toegestane revalidatieperiode van 2 jaar.
Wanneer de reeds goedgekeurde periode al de maximaal toegestane revalidatieperiode van 2 jaar bedroeg, kan de revalidatie toch verlengd worden om het contingent van 300 revalidatiedagen te kunnen gebruiken, op voorwaarde dat:
een onderbreking werd gemeld door de voorziening, met een duur van maximaal drie maanden
of
er tijdens het lopende revalidatietraject een stopzetting werd geregistreerd.
De verlenging wordt automatisch goedgekeurd voor de duur die gelijk is aan de duur van de onderbreking of stopzetting.
§5. Er is sprake van een onderbreking van de revalidatie wanneer de revalidatie wordt onderbroken. In geval van onderbreking van de revalidatie wordt de revalidatie on-hold gezet en kan op een later moment opnieuw verdergezet worden zonder nieuwe aanvraag, tenzij:
De einddatum van de reeds goedgekeurde periode verstreken is. In dat geval moet de voorziening een ‘herstart’ registreren.
De onderbreking langer dan drie maanden duurt.
De onderbreking niet tijdig geregistreerd werd. Dan moet de voorziening eerst de revalidatieperiode stopzetten. En nadien moet een “herstart” ingediend worden.
De registratie van de onderbreking (bijvoorbeeld door ziekte van de gebruiker) moet, ongeacht de duur ervan, altijd ten laatste de dag na terugkeer geregistreerd worden.
De registratie van de onderbreking van de revalidatie wordt altijd, inclusief de reden van de onderbreking, gemeld.
§6. Het medisch verslag, bedoeld in artikel 534/111, 3° van het VSB-besluit, maakt steeds deel uit van de aanvraag tot tegemoetkoming voor revalidatie.
Het medisch verslag vermeldt:
de behandelend arts
de doorverwijzer van de gebruiker
de diagnose aan de hand van een DSM-V-code
de doelstellingen van de revalidatie
de motivering van verlenging of herstart (indien van toepassing)
de reden van onderbreking van een revalidatietraject (indien van toepassing)
de reden van einde van een revalidatietraject (indien van toepassing)
de instantie waarnaar de gebruiker wordt doorverwezen na een revalidatietraject
in geval van een aanvraag tot uitzondering bijkomende medische verslagen
Artikel 9. In het belang van de gebruiker vragen we de revalidatievoorziening om per gebruiker die de traject- en loopbaanbegeleiding van de arbeidscoach volgt, de verzekeringsinstelling van de gebruiker hierover in te lichten. Deze kennisgeving gebeurt voorafgaandelijk aan de realisatie van de traject- en loopbaanbegeleiding. Indien het gaat over een gebruiker die voordien niet het revalidatieprogramma gevolgd heeft van de revalidatievoorziening of van een andere psychosociale revalidatievoorziening voor volwassenen, dan dient deze kennisgeving de in artikel 1, bedoelde vaststellingen van de psychiater van de revalidatievoorziening of van de behandelende psychiater van de gebruiker te bevatten. In het belang van de gebruiker vragen we dat de revalidatievoorziening de wetgeving hieromtrent opvolgt en uitvoert.
5.2 VERGOEDBARE VERSTREKKINGEN
Artikel 10. §1. De op basis van deze overeenkomst vergoedbare revalidatieverstrekkingen zijn:
de verpleeg- en revalidatiedag
de revalidatiedag voor interne gebruikers (in opleiding)
de revalidatiedag voor externe gebruikers3
de halve revalidatiedag voor externe gebruikers4
§2. Onder ‘een verpleeg- en revalidatiedag’ dient te worden verstaan, iedere dag tijdens welke de gebruiker effectief in de revalidatievoorziening verblijft en die tenminste één nacht omvat, en die begrepen is in de revalidatieduur waarvoor een beslissing tot goedkeuring werd verleend in een voor elke gebruiker afzonderlijk goedgekeurde revalidatieprogramma.
De dag van de opname en de dag van ontslag worden samen voor één verpleeg- en revalidatiedag gerekend, behoudens wanneer de volgende voorwaarden gelijktijdig worden vervuld: opneming van een gebruiker voor 12 uur de dag van zijn opname en vertrek van de gebruiker na 14 uur de dag van zijn ontslag.
Een verblijfsduur van een gebruiker van minder dan 24 uur in de voorziening kan nooit aanleiding geven tot de vergoeding van een verpleeg- en revalidatiedag, behalve wanneer een gebruiker tijdens de eerste 24 uur na zijn opname overlijdt, in dat geval is de betaling van één verpleeg- en revalidatiedag verschuldigd.
§3 Onder een ‘revalidatiedag voor interne gebruikers (in opleiding)’ dient te worden verstaan: de in de revalidatievoorziening in internaatsverband opgenomen gebruikers kunnen naast het in deze overeenkomst beoogde revalidatieprogramma, een onderwijsprogramma of een beroepsopleiding volgen buiten de revalidatievoorziening. In het belang van de gebruiker vragen we dat de revalidatievoorziening de wetgeving hieromtrent opvolgt en uitvoert.
§4. Onder een ‘revalidatiedag voor externe gebruikers’ of een ‘halve revalidatiedag voor externe gebruikers’ dient het volgende te worden verstaan: de in de revalidatievoorziening opgenomen gebruikers kunnen na het beëindigen van de revalidatie in internaatsverband in de revalidatievoorziening, de revalidatie nog tijdelijk in externaatsverband verder zetten, zoals voorzien is in het revalidatieproject van de revalidatievoorziening.
Een gebruiker neemt respectievelijk minstens 3 uur (halve revalidatiedag) of 6 uur (revalidatiedag) deel aan de revalidatie-activiteiten van de revalidatievoorziening.
§5. De verstrekkingen in het kader van de trajectbegeleidingen en loopbaanbegeleidingen die door de arbeidscoach verricht worden, kunnen niet apart aangerekend worden.
§6. Contextbegeleiding, contextversterking en overleg met relevante betrokken niet-zorg-actoren maken integraal deel uit van het revalidatieprogramma en kunnen niet apart aangerekend worden.
Onder ‘context’ wordt verstaan: contextgesprekken, gesprekken met naasten, ouders, partners, kinderen, familieleden en/of zorgdrager(s) uit de onmiddellijke leefomgeving van de gebruiker. Dit, al dan niet in
3 Enkel van toepassing op revalidatievoorziening ‘Tsedek’
4 Enkel van toepassing op revalidatievoorziening ‘Tsedek’
aanwezigheid van de gebruiker, indien hun deelname bijdraagt tot de realisatie van de individuele doelstellingen van de revalidatie van de gebruiker.
Onder ‘contextversterking’ wordt verstaan: het versterken en begeleiden van de naasten, ouders, partners, kinderen, familieleden en/of zorgdrager(s) in de onmiddellijke leefomgeving van de gebruiker, indien dit bijdraagt tot de realisatie van de individuele doelstellingen van de revalidatie van de gebruiker.
Onder ‘Overleg met relevante betrokken niet-zorg-actoren’ wordt verstaan : Overleg met relevante betrokken niet-zorg-actoren zoals leerkrachten, werkgevers, jeugdhulp, jeugdbeweging, sportclub, arbeidsbegeleiders, leerlingbegeleiders, jobcoaches, kinderverzorgsters, etc., al dan niet in aanwezigheid van de gebruiker, indien hun deelname bijdraagt tot de realisatie van de individuele doelstellingen van de revalidatie van de gebruiker.
§7. Digitale revalidatieverstrekkingen maken integraal deel uit van het revalidatieprogramma en kunnen niet apart aangerekend worden.
Onder digitale revalidatieverstrekkingen verstaan we elke interventie met gebruik van ICT en/of telefonie tussen gebruiker en/of context en zorgverlener. Er kan gebruik gemaakt worden van verschillende methodieken zoals beeldbellen, telefonische revalidatiezittingen, chatgesprekken, therapietools, digitale groepen, sociale media en online platformen. Deze lijst is niet limitatief.
Digitale revalidatieverstrekkingen kunnen zowel individueel als in groep aangeboden worden.
Digitale revalidatieverstrekkingen kunnen op elk moment van het traject gerealiseerd worden indien ze een meerwaarde hebben voor de gebruiker. Dit gebeurt altijd:
• in overeenstemming met het beleid in de voorziening hieromtrent;
• op basis van de professionele inschatting van de zorgverlener en/of het multidisciplinaire team;
• in overleg met de gebruiker en/of context.
6. EENHEIDSPRIJS EN AFGELEIDEN
Artikel 11. §1. De prijs van de ‘verpleeg- en revalidatiedag’ wordt beschouwd als de eenheidsprijs (100%) conform artikel 534/89/1, 1°, van het VSB-besluit, waaruit de prijs van de ‘revalidatiedag voor interne gebruikers (in opleiding)’, de ‘revalidatiedag voor externe gebruiker’ en de ‘halve revalidatiedag voor de externe gebruiker’ kan worden afgeleid.
§2. De prijs van de « verpleeg- en revalidatiedag » wordt vastgesteld op XXX EURO, rekening houdend met het personeel en de werkingskosten vermeld in bijlage bij deze overeenkomst.
§3. De prijs van de ‘revalidatiedag voor interne gebruikers (in opleiding)’ en de ‘revalidatiedag voor externe gebruikers’ bedraagt steeds 70 % van de prijs van de ‘verpleeg- en revalidatiedag’. De prijs van de halve revalidatiedag voor externe gebruikers bedraagt 35% van de ‘verpleeg- en revalidatiedag’.
Samenvattende tabel prijs vergoedbare revalidatieverstrekkingen:
Vergoedbare revalidatieverstrekking | Prijs |
Verpleeg- en revalidatiedag (eenheidsprijs) | 100% |
Revalidatiedag voor interne gebruikers in opleiding | 70% |
Revalidatiedag voor externe gebruiker5 | 70% |
Halve revalidatiedag voor externe gebruiker6 | 35% |
§4. Voor het ontvangen van tegemoetkomingen voor revalidatieverstrekkingen factureert de revalidatievoorziening revalidatieverstrekkingen aan de zorgkassen met de daarvoor voorziene pseudonomenclatuurcodes, zoals opgenomen in de handleiding “eRevaCfin” die gepubliceerd wordt op de website van het Departement Zorg.
§5. Bij de facturatie van de revalidatieverstrekkingen wordt voor elke prestatie een code betrekkelijke verstrekking gebruikt dat aangeeft voor welk percentage het pseudonomenclatuurnummer mag aangerekend worden.
§6. De prijzen dekken eveneens de personeelskosten van de arbeidscoach en de werkingskosten die gepaard gaan met de realisatie van de traject -en loopbaanbegeleidingen en coaching van actoren werk en zorg.
§7. Het indexeerbaar gedeelte van de in §1 vastgestelde prijs per « revalidatiedag », wordt gekoppeld aan het spilindexcijfer 123,14 (december 2022; basis 2013) van de consumptieprijzen. Dat indexeerbaar gedeelte, waarvan de hoegrootheid wordt vermeld in de bijlage bij deze overeenkomst, wordt aangepast volgens de bepalingen in artikel 534/91 van het VSB-besluit.
Artikel 12. §1. De directie van de revalidatievoorziening kan aan de gebruikers verlofdagen (tijdelijke afwezigheid) toekennen op voorwaarde dat de noodwendigheden van het revalidatieproces dat toelaten. Per maand verblijf in de revalidatievoorziening zijn evenwel slechts twee dagen vergoedbaar. Deze vergoedbare verlofdagen kunnen per gebruiker worden opgespaard. De revalidatieduur voor een bepaalde gebruiker, waarvoor een beslissing tot goedkeuring werd verleend voor een tegemoetkoming in de revalidatieverstrekkingen, mag echter in geen geval eindigen met een verlofdag.
§2. Voor de verlofdagen die aldus voor een tegemoetkoming voor revalidatieverstrekkingen in aanmerking komen, rekent de revalidatievoorziening aan de zorgkas de prijs van de verpleeg- en revalidatiedag aan, die evenwel verminderd dient te worden met de eigen bijdrage bedoeld in artikel 534/101 en artikel 534/102 van het VSB-besluit. De revalidatievoorziening mag het bedrag van de in artikel 534/101 en artikel 534/102 bedoelde eigen bijdrage, voor wat de verlofdagen betreft, niet op de gebruiker verhalen.
§3. In geval van toekenning van verlof mag de dag van vertrek alleen worden beschouwd als effectieve aanwezigheidsdag wanneer de gebruiker de revalidatievoorziening verlaat na 14 uur en mag de dag van terugkeer alleen worden beschouwd als effectieve aanwezigheidsdag wanneer de gebruiker vóór 12 uur in de revalidatievoorziening terugkomt.
7. EXTRA VERGOEDINGEN VOOR DE GEBRUIKER
Artikel 13. §1. De volgende extra vergoedingen mogen conform artikel 534/100 aangerekend worden aan de gebruiker.
Farmaceutische producten: het persoonlijk aandeel van de gebruiker met betrekking tot farmaceutische producten.
De kostprijs van dranken en maaltijden die eventueel in de revalidatievoorziening worden gebruikt
6 Enkel van toepassing op revalidatievoorziening ‘Tsedek’
Voor sommige in het raam van het revalidatieprogramma georganiseerde socio-culturele activiteiten die buiten de revalidatievoorziening plaatsvinden, kan de revalidatievoorziening aan de gebruikers een bijdrage vragen in de kostprijs ervan. Het door de revalidatievoorziening gevraagde bedrag mag evenwel nooit meer bedragen dan de werkelijk betaalde kostprijs, met inbegrip van de vervoerskosten.
§2. De kostprijs van de selectiegesprekken met kandidaat-gebruikers kan in geen geval worden aangerekend, noch aan de gebruiker, noch aan de zorgkassen, zelfs niet als een selectiegesprek niet gevolgd wordt door een effectieve revalidatie in de revalidatievoorziening.
§3. De kosten, samengaand, met de door het personeel van de revalidatievoorziening aan de gebruiker, de context of de betrokken niet-zorg-actoren verleende verstrekkingen die niet tot de revalidatie of tot de traject- en loopbaanbegeleidingen zouden behoren, mogen nooit worden aangerekend, noch aan de gebruiker, noch aan de zorgkassen.
Deze bepaling geldt ook voor verstrekkingen die door het personeel van de revalidatievoorziening (waaronder de arbeidscoach) zouden worden verleend buiten het raam van de revalidatievoorziening en voor verstrekkingen die eventueel zouden worden verricht door personen (waaronder eventueel de arbeidscoach) die voor de revalidatievoorziening werken op basis van het statuut van zelfstandige.
Deze bepaling is ook van toepassing op de verstrekkingen die in de revalidatievoorziening zouden worden verricht voor gebruikers of de context buiten het kader van een ten laste genomen periode dat een gebruiker het revalidatieprogramma volgt of begeleid wordt door de arbeidscoach (met name voor voormalige gebruikers of voor kandidaat-gebruikers en hun context).
8. CAPACITEIT VAN DE REVALIDATIEVOORZIENING
Artikel 14. §1. Deze overeenkomst wordt gesloten voor een jaargemiddelde van xx interne gebruikers en x externe gebruikers per dag.
Het aantal (interne) gebruikers die op eenzelfde dag in de inrichting verblijven, kan echter hoger liggen, om beter tegemoet te komen aan de wisselende vraag van de gebruikers. Om de kwaliteit van de revalidatie te verzekeren, mag het aantal gebruikers die op eenzelfde dag in de inrichting verblijven, echter nooit hoger liggen dan xx.
§2. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe om voor de toepassing van dit artikel rekening te houden met alle in de revalidatievoorziening opgenomen gebruikers, met inbegrip van de rechthebbenden die niet kunnen aansluiten bij de Vlaamse Sociale Bescherming.
Artikel 15. §1. De in artikel 11, vastgestelde prijs van de « de verpleeg- en revalidatiedag » werd berekend, zoals vermeld in bijlage bij de overeenkomst, rekening houdend met een bezettingsgraad van 90 %.
De normale facturatiecapaciteit overeenkomstig artikel 534/90, §1, 2° van het VSB-besluit bedraagt xxx verpleeg- en revalidatiedagen. Dit is 90 % van de theoretisch aantal eenheidsverstrekkingen van de revalidatievoorziening, wat overeenstemt met een bezettingsgraad van 90 %.
De realiseerbare facturatiecapaciteit bedraagt xxx « verpleeg- en revalidatiedagen », wat overeenstemt met een bezettingsgraad van 100% in de revalidatievoorziening.
De maximale facturatiecapaciteit overeenkomstig artikel 534/90, §1, 1° van het VSB-besluit bedraagt xxx « verpleeg- en revalidatiedagen», wat gelijk is aan een bezettingsgraad van 98 %.
§2. De « verpleeg- en revalidatiedagen» die de revalidatievoorziening realiseert voor rechthebbenden die niet kunnen aansluiten bij de Vlaamse Sociale Bescherming, kunnen aan andere instanties worden aangerekend. Het totaal van alle voor een bepaald kalenderjaar aangerekende « verpleeg- en revalidatiedagen », mag echter nooit de realiseerbare capaciteit van de revalidatievoorziening overschrijden die vastgesteld is in §1 van dit artikel.
§3. Voor het kalenderjaar waarin deze overeenkomst van kracht wordt en voor het kalenderjaar waarin aan deze overeenkomst een einde komt, dienen de in §1 van dit artikel vermelde aantallen met betrekking tot de
«realiseerbare capaciteit», de «normale facturatiecapaciteit» en de «maximale facturatiecapaciteit» evenredig verminderd te worden, rekening houdend met de toepassingstermijn van deze overeenkomst in dat kalenderjaar.
artikel 16 §1. De volgende regeling is van toepassing tot en met 31 december 2023.
De revalidatievoorziening verbindt er zich tevens toe, indien voor een bepaald kalenderjaar de «normale facturatiecapaciteit» wordt overschreden, voor de aan de zorgkassen gefactureerde revalidatieverstrekkingen die de «normale facturatiecapaciteit» overschrijden, een verminderde prijs aan te rekenen. De aan te rekenen verminderde prijs zal in dat kalenderjaar ofwel 50 %, ofwel 25 % bedragen van de in artikel 15 vastgestelde prijzen en dit afhankelijk van het in de vorige kalenderjaren gerealiseerde en vergoede aantal revalidatieverstrekkingen.
§2. De in de vorige alinea bedoelde verminderde prijzen bedragen:
1) 50 % van de in artikel 11 vastgestelde prijzen van de revalidatieverstrekkingen» :
a) als in het kalenderjaar dat onmiddellijk voorafgaat aan het beschouwde kalenderjaar, de revalidatievoorziening niet meer dan het equivalent van XXXX (= 90% van de realiseerbare capaciteit) « verpleeg- en revalidatiedagen » die voor tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking kwamen heeft gerealiseerd.
of
als sinds het recentste kalenderjaar waarvoor de «normale facturatiecapaciteit» niet overschreden werd, de revalidatievoorziening in geen enkel kalenderjaar meer dan het equivalent van XXXX (= 94 % van de realiseerbare capaciteit) « verpleeg- en revalidatiedagen » die voor tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking kwamen heeft gerealiseerd.
2) 25 % van de in artikel 11 vastgestelde prijzen van de revalidatieverstrekkingen:
a) als in het kalenderjaar dat onmiddellijk voorafgaat aan het beschouwde jaar, de revalidatievoorziening meer dan het equivalent van XXXX (= 94% van de realiseerbare capaciteit) « verpleeg- en revalidatiedagen » die voor tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking kwamen heeft gerealiseerd.
of
b) als sinds het recentste kalenderjaar waarvoor de «normale facturatiecapaciteit» niet overschreden werd, in minstens één kalenderjaar de revalidatievoorziening meer dan het equivalent van XXXX (= 94 % van de realiseerbare capaciteit) « verpleeg- en revalidatiedagen » die voor tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking kwamen heeft gerealiseerd.
§3. Deze volgende regeling start vanaf 1 januari 2024.
De revalidatievoorziening verbindt er zich toe om, in geval van overschrijding van de "normale facturatiecapaciteit" in de loop van een kalenderjaar, de revalidatieverstrekkingen die boven de “normale facturatiecapaciteit” worden gerealiseerd, te factureren aan een verminderd tarief.
• Dit aan te rekenen verminderd tarief zal in dat kalenderjaar 50 % bedragen van de eenheidsprijs voor de gerealiseerde verstrekkingen boven 90 % tot 94 % van het theoretisch aantal eenheidsverstrekkingen.
• De aan te rekenen verminderde prijs zal in dat kalenderjaar 25 % van de in het vorig lid vermelde basisprijzen bedragen voor de gerealiseerde verstrekkingen boven de 94 % tot 98 % van het theoretisch aantal eenheidsverstrekkingen.
9. CUMULBEPALINGEN
Artikel 17. §1. Indien voor een gebruiker de maximale periode van twee jaar (of het maximale contingent van 300 revalidatiedagen) afgelopen is, komt deze gebruiker vanaf de einddatum van het revalidatieprogramma gedurende minstens twee jaar niet meer in aanmerking voor eenzelfde revalidatieprogramma in een psychosociale revalidatievoorziening, ook al beantwoordt hij aan de voorwaarden van artikel 1.
Indien aangewezen kan een gebruiker na het doorlopen van een residentieel revalidatieprogramma in een revalidatievoorziening voor psychosociale revalidatie voor volwassenen wel opeenvolgend een ambulant revalidatieprogramma volgen in eenzelfde of een andere psychosociale revalidatievoorziening en visa versa.
10.PERSONEEL
Artikel 18. §1. §1. Teneinde de kwaliteit van de revalidatie te verzekeren, verbindt de revalidatievoorziening zich ertoe om het personeelskader steeds volledig op te vullen. Dit houdt in dat de revalidatievoorziening voor iedere functie die voorzien is in de personeelstabel in bijlage, iemand effectief zal tewerkstellen die de voor die functie vereiste kwalificatie bezit en dit gedurende het vooropgesteld aantal werkuren per week.
§2. De revalidatievoorziening is verantwoordelijk om het personeelskader zodanig in te richten dat de kwaliteits- en capaciteitsdoelstellingen maximaal nagestreefd kunnen worden. Wijzigingen in het personeelskader worden toegestaan mits aan volgende voorwaarden voldaan wordt:
Er wordt voldaan aan de bepalingen rond multidisciplinaire samenstelling van het team
Elk personeelslid beschikt over een geschikt diploma om de functie uit te oefenen. Er kunnen gemotiveerde uitzonderingen gemaakt worden op de diploma-vereisten zoals opgenomen in de revalidatieovereenkomst op basis van gelijkaardige diploma’s of gelijkwaardige competenties. Hierbij dient wel steeds rekening gehouden te worden met beschermde titels en de federale regelgeving inzake de zorgberoepen.
De verhouding tussen het aantal personeelsleden met een gelijkaardige verloning, mogen onderling verruild worden zolang voldaan is aan de voorwaarden van artikel 17§1.
De verhouding therapeutische equipe / niet-therapeutische equipe mag niet wijzigen.
§3. De loonkosten van het personeel dat in het kader van de overeenkomst wordt tewerkgesteld, worden volledig gedragen door de revalidatievoorziening op basis van de tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen, die met toepassing van deze overeenkomst is verkregen. De revalidatievoorziening mag bijgevolg geen enkele andere financiële tegemoetkoming in de loonkosten van het personeel dat door deze overeenkomst wordt gefinancierd, ontvangen van een
overheidsinstelling - ongeacht het bedrag, de aard of de vorm.
§4. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe zijn personeel ten minste te bezoldigen volgens de principes die aan de basis hebben gelegen van de berekening van de personeelskosten van de revalidatievoorziening berekening die zich in bijlage bij deze overeenkomst bevindt.
§5. Voor de arts is de berekening van de personeelskosten gebaseerd op het barema van adviserend arts bij de verzekeringsinstellingen. Voor de directeur is deze berekening gebaseerd op ofwel het barema A23 (voor een directeur die minder dan 9 jaar effectief directeur is van een geconventioneerde revalidatievoorziening) ofwel het barema A31 (voor een directeur die minimum 9 jaar effectief directeur is van een geconventioneerde revalidatievoorziening) van de federale overheidsdiensten.
§6. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe bepaalde voordelen die in het raam van nieuwe C.A.O.'s, gesloten binnen het PC 330.01.41, Vlaamse sector voor de revalidatievoorzieningen, aan het personeel zouden toegekend worden en waarvan de kosten ten gevolge van een beslissing van het Departement Zorg in de prijzen van de revalidatieverstrekkingen zouden opgenomen worden, eveneens toe te kennen aan zijn personeel.
§7. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe ieder (loontrekkend of zelfstandig) personeelslid schriftelijk te informeren over de verplichtingen en rechten met betrekking tot zijn bezoldiging zoals die voortvloeien uit deze overeenkomst.
De revalidatievoorziening bewaart de stukken waaruit blijkt dat het personeel ingelicht is over die verplichtingen en houdt ze ter beschikking het Departement Zorg.
De revalidatievoorziening machtigt het Departement Zorg om ieder personeelslid dat erom vraagt, de gegevens met betrekking tot zijn bezoldiging die voortvloeien uit voormelde verplichtingen, mede te delen.
§8. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe jaarlijks, ten laatste op 31 maart, aan het Fonds voor de uitbetaling van een vakbondspremie, het in de prijs van de «revalidatiedag» verrekend vast bedrag (momenteel 0,05 EUR) over te maken voor iedere «revalidatiedag» die het voorbije kalenderjaar door de zorgkassen uitbetaald werd.
11. CRITERIA IN HET KADER VAN KWALITEIT
Artikel 19. §1. De revalidatievoorziening zal zich in het belang van de gebruikers integreren in het netwerk geestelijke gezondheid opgericht in het kader van de "hervorming van de geestelijke gezondheidszorg (artikel 107)" van de wet betreffende de ziekenhuizen en andere verzorgingsinstellingen, gecoördineerd op 10 juli 2008 en er effectief mee samenwerken om zo een zorgcircuit te realiseren dat het mogelijk maakt om enerzijds iedere gebruiker steeds te verwijzen naar die vorm van hulpverlening die het meest aangewezen is voor hem en om anderzijds de best mogelijke therapeutische resultaten te bekomen door de gecoördineerde tussenkomsten van alle zorgverleners die te maken hebben met dezelfde gebruiker.
§2. De revalidatievoorziening participeert actief aan het tewerkstellingsbeleid voor de doelgroep van het in artikel 4 bedoelde netwerk geestelijke gezondheid.
§3. De revalidatievoorziening zal er naar streven om samen met de andere zorgverleners die contact hebben met eenzelfde gebruiker, een gemeenschappelijke visie te ontwikkelen met betrekking tot het
herstelplan van die gebruiker en te werken vanuit die gemeenschappelijke visie. De revalidatievoorziening zal ook meewerken aan de initiatieven die vanuit de regionale overlegorganen worden opgezet om tot een nauwkeurige registratie van de gebruikers te komen (met respect voor de medische deontologie en voor de reglementering inzake de bescherming van de privacy), om de doorverwijzing van de gebruikers beter te organiseren, om tot een betere coördinatie van de verschillende voorzieningen te komen en om oplossingen uit te werken voor gemeenschappelijke problemen.
§4. De revalidatievoorziening zal samenwerken met alle artsen, apothekers, ziekenhuizen, psychiatrische ziekenhuizen, centra voor geestelijke gezondheidszorg, sociale diensten, "mobiele equipes 2A" en "mobiele equipes 2B", enz., die te maken hebben met dezelfde gebruiker.
§5. De arbeidscoach van de revalidatievoorziening bouwt een netwerk op met de verschillende actoren in het domein 'werk en sociale economie'. Dankzij dit netwerk hebben de personen die door de arbeidscoach begeleid worden, vlot toegang tot deze actoren en worden de optimale kansen gecreëerd voor de professionele (re-)integratie van de gebruikers. De arbeidscoach maakt duidelijke afspraken met de andere tewerkstellingsactoren omtrent de taakverdeling bij de begeleiding van de bedoelde personen.
Artikel 20. De revalidatievoorziening en de arbeidscoach verbinden zich ertoe permanent de kwaliteit te bewaken van de inhoud en de resultaten van de revalidatie- en de zorgtrajecten van de revalidatievoorziening en van de inhoud en de resultaten van de trajecten loopbaanbegeleidingen door de arbeidscoach. De revalidatievoorziening zal daartoe ten allen tijde alle nuttige maatregelen nemen om na te gaan of het revalidatieprogramma en de begeleidingen door de arbeidscoach nog steeds aan de ter zake vooropgestelde doelstellingen beantwoorden en of deze doelstellingen effectief worden bereikt. Voor het revalidatieprogramma zijn dit met name de doelstellingen die zijn vastgesteld in artikels 1 en 3. Voor de begeleidingen van de arbeidscoach zijn dit met name de doelstellingen die zijn vastgesteld in artikels 2 en 7.
Artikel 21. Indien de revalidatievoorziening geen initiatieven ontwikkelt om systematisch de evolutie van de gebruiker na het beëindigen van het revalidatieprogramma op te volgen, zal de revalidatievoorziening er toch naar streven om na het beëindigen van het revalidatieprogramma minstens die gegevens te registreren waarover ze beschikt (op basis van sporadische contacten met oud-gebruikers of van contacten met andere zorgverstrekkers) en die betrekking hebben op de evolutie van de situatie van de gebruikers na afloop van het revalidatieprogramma. Zulke gegevens kunnen enig licht werpen op de duurzaamheid van de behaalde resultaten.
Artikel 22. §1. Teneinde toezicht te kunnen houden en richting te kunnen geven aan de werking van de revalidatievoorziening, verbindt de revalidatievoorziening zich ertoe aan het Departement Zorg de informatie en gegevens te bezorgen die bedoeld worden in §2 van dit artikel.
§2. Uiterlijk op 31 juli bezorgt de revalidatievoorziening een jaarverslag aan het Departement Zorg met betrekking tot het voorgaande kalenderjaar. Dit verslag dient de volgende gegevens te bevatten:
- gegevens met betrekking tot het engagement ten aanzien van de opdrachten van activeringstrajecten (zoals vermeld in artikel 10 van het decreet van 8 juli 2022 houdende de werk- en zorgtrajecten) en arbeidsmatige activiteiten (zoals vermeld in artikel 28 tot en met 33 van het decreet van 8 juli 2022 houdende de werk- en zorgtrajecten).
- statistische gegevens met betrekking tot de gebruikers die begeleid worden door de arbeidscoach7:
o aantal gebruikers
o reële duur van de traject- en loopbaanbegeleidingen
o type bedrijf of voorziening waar de gebruikers werkstages volgen
o resultaat van de begeleidingen
• aantallen gebruikers waarvoor de begeleidingen (ná de werkstages) geleid hebben tot een effectieve professionele re-integratie
• type bedrijf of organisatie waar deze gebruikers (ná hun werkstage) effectief tewerkgesteld worden
§3. Het Departement Zorg kan de inhoud of de frequentie van het voortgangsverslag wijzigen.
§4. Het Departement Zorg kan ten allen tijde meer gedetailleerde instructies uitvaardigen met betrekking tot enerzijds, de bewaking van de kwaliteit en de resultaten van de revalidatie en de begeleidingen door de arbeidscoach, en anderzijds, de samenstelling van het hierboven bedoelde rapport.
§5. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe zich in te schakelen in eventuele door het Departement Zorg ondersteunde initiatieven die tot doel hebben de resultaten van de revalidatie in de revalidatievoorziening en van de begeleidingen door de arbeidscoach te evalueren. Dit geldt met name ook voor de evaluaties in het kader van de in artikel bedoelde overeenkomst tussen het
«zorgnetwerk artikel 107» en de FOD Volksgezondheid.
Artikel 23. §1. Om de kwaliteit van de revalidatie te waarborgen, verbindt de revalidatievoorziening zich er toe ieder personeelslid te informeren over al de bepalingen van deze overeenkomst die voor hem van belang zijn om zijn taak in de revalidatievoorziening te kunnen vervullen conform de bepalingen van de overeenkomst.
Artikel 24. §1. De revalidatievoorziening vormt een afzonderlijke functionele eenheid met eigen personeel en met eigen lokalen en die beantwoorden aan alle reglementaire veiligheidsnormen die van toepassing zijn.
§2. Indien de revalidatievoorziening of de inrichtende macht buiten het kader van deze revalidatieovereenkomst nog andere activiteiten zou ontplooien, dient er een strikte scheiding te worden gehandhaafd tussen de activiteiten in het kader van de overeenkomst en de activiteiten buiten het kader van de overeenkomst, onder meer op het vlak van het personeel en het gebruik van de lokalen.
§3. Om organisatorische redenen mogen bepaalde administratieve en logistieke taken voor het geheel van de activiteiten van het bestuursorgaan centraal worden uitgeoefend.
Artikel 25. Indien de revalidatievoorziening digitale revalidatieverstrekkingen levert dient de voorziening hierrond een beleid te hebben. Hierin worden minstens volgende aspecten geconcretiseerd:
• De voorziening bepaalt in welke situaties digitale revalidatieverstrekkingen een meerwaarde kunnen betekenen voor de gebruikers.
7 Enkel van toepassing op revalidatievoorziening ‘Tsedek’
• De voorziening bepaalt in welke situaties digitaal overleg en digitale revalidatieverstrekkingen een meerwaarde kunnen betekenen voor de hulpverleners en/of de voorziening. De voorziening beschikt over de nodige software, hardware en infrastructuur om op een veilige manier digitaal te communiceren met gebruikers en hun context.
• De voorziening informeert gebruikers over de mogelijkheden van digitale hulpverlening.
• De voorziening voorziet in opleiding van hulpverleners om digitale revalidatieverstrekkingen/ hulpverlening aan te wenden in revalidatietrajecten.
• De voorziening wisselt waar mogelijk ervaringen en informatie met betrekking tot digitale hulpverlening uit en werkt waar mogelijk samen met andere voorzieningen binnen de sector of regio.
• De hulpverlener maakt heldere en concrete afspraken met de gebruiker over minimale voorwaarden om digitaal te communiceren op vlak van onder andere hardware, software, digitale skills, privacy en neemt deze afspraken ook op in verslagen, formulieren en/of procedures.
• Er is bepaald op welke manier digitale revalidatieverstrekkingen worden geregistreerd. Minimaal is er een schriftelijke weerslag van de tijdsbesteding en de manier waarop de digitale revalidatieverstrekkingen werden gepresteerd per gebruiker.
artikel 26. Indien de revalidatievoorziening gebruik maakt van de mogelijkheden om contextgesprekken, contextbegeleiding en overleg met relevante betrokken niet-zorg-actoren te organiseren wordt er verwacht dat :
• De voorziening inzet op de ontwikkeling en/of optimalisatie van een familiebeleid met aandacht voor de vier pijlers van een familievriendelijke zorg (bejegenen, informeren, ondersteunen, participeren);
• Dit beleid beschikbaar is en dat de voorziening kan aantonen dat hier organisatiebreed op ingezet wordt;
• De verstrekkingen gericht op het betrekken van de context in lijn zijn met de aanbevelingen uit de Multidisciplinaire richtlijn om naasten sterker te betrekken in de geestelijke gezondheidszorg (xxx.xxxxxxxxxxxxx.xx);
• De voorziening zich engageert tot het aanbieden of aanreiken van een vormingsaanbod over het betrekken van de context voor alle zorgmedewerkers;
• De voorziening inzet op het creëren van een zorgcultuur waar aandacht voor familie en KOPP/KOAP (Kinderen van Ouders met Psychische of Afhankelijks Problemen) een brede gedragenheid kent;
• Zoveel mogelijk wordt ingezet op het werken in de triade zorgverlener, gebruiker en naaste, waarbij de gelijkwaardigheid van de drie partijen gerespecteerd wordt;
• De voorziening bijzondere aandacht geeft aan de regierol van de gebruiker in functie van het inzetten van contextgerichte interventies. Indien mogelijk gebeuren contextgerichte interventies enkel met toestemming van de gebruiker;
• De voorziening en diens medewerkers in gesprek gaan met naasten/vertegenwoordigers van naasten om de noden van deze doelgroep in kaart te kunnen brengen en er gepast op in te spelen. Deelname aan de familietevredenheidsmeting (VIP²-project) kan hiertoe bijdragen.
12. ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 27. §1. In het elektronisch aanwezigheidsregister wordt de identiteit van alle gerevalideerde
gebruikers, ongeacht of hiervoor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen werd bekomen of niet, opgetekend.
Het aanwezigheidsregister moet dagelijks worden ingevuld.
§2. Het in §1 bedoelde aanwezigheidsregister vormt de basis voor de productiecijfers, waarmee wordt bedoeld: het aantal gepresteerde forfaits (per soort) vermenigvuldigd met hun respectievelijke prijs.
§3. De revalidatievoorziening verbindt er zich toe de productiecijferster ter beschikking te houden van het Departement Zorg . De productiecijfers worden, op eenvoudig verzoek van het Departement Zorg, binnen de maand overgemaakt aan het Departement Zorg.
§4. De revalidatievoorziening verbindt er zich toe op vraag van het Departement Zorg de in §1 bedoelde aanwezigheidsregisters voor te leggen om de doorgestuurde productiecijfers te staven.
§5. Bij het niet nakomen van de verplichting om de in §1 bedoelde aanwezigheidsregisters correct in te vullen of de productiecijfers correct bij te houden worden, bij een eerste inbreuk, de verstrekkingen die gerealiseerd zijn op de dag dat de inbreuk werd vastgesteld, niet vergoed. Bij een tweede inbreuk zal geen enkele verstrekking worden vergoed voor de dagen waarvoor het elektronisch aanwezigheidsregister niet correct werd ingevuld en/of de productiecijfers niet correct werden bijgehouden.
§6. Het niet nakomen van de in de §§ 1 tot en met 4 van dit artikel vermelde verplichtingen wordt als een zware fout beschouwd. De maatregelen die vastgesteld zijn in §5 van dit artikel beperken in geen geval het recht van het Departement Zorg om eventueel andere nuttig geachte maatregelen te nemen, net zoals het dat ook kan in alle andere gevallen waarin is vastgesteld dat de verplichtingen waarin is voorzien in deze overeenkomst of in de bepalingen van het VSB-besluit niet zijn nagekomen.
§7. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe de verstrekkingen waarvoor de tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen wordt geweigerd of teruggevorderd op grond van de bepalingen van §5 van dit artikel, niet aan te rekenen aan de gebruiker.
Artikel 28. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe alle nuttige geachte maatregelen te nemen op het vlak van de brandveiligheid; de revalidatievoorziening zal daartoe bestendig contact houden met een bevoegde brandweerdienst en onmiddellijk de door deze laatste opgelegde maatregelen en werken uitvoeren.
Artikel 29. Uiterlijk op 31 juli van elk jaar bezorgt de revalidatievoorziening de volgende stukken aan het Departement Zorg:
Indien van toepassing : het jaarverslag, zoals omschreven in artikel 21§2, via het e-Loket
de boekhoudkundige gegevens die verband houden met de toepassing van deze overeenkomst en die op het voorgaande kalenderjaar betrekking hebben;
de jaarlijkse rapportering van het personeelsoverzicht van de revalidatievoorziening via het e- Loket.
Artikel 30. §1. Deze overeenkomst is van onbepaalde duur.
Artikel 31. De bijlage bij deze overeenkomst maakt, binnen de door de artikelen van de overeenkomst bepaalde grenzen, een integrerend deel ervan uit. De artikelen van de overeenkomst primeren echter steeds
op de bijlage. De bijlagen bevat de samenstelling van de prijs van de « revalidatiedag»,
Artikel 32. Deze overeenkomst, opgemaakt in twee exemplaren en behoorlijk ondertekend door de beide partijen, treedt in werking vanaf 01/10/2023.
Opgemaakt te Brussel op 2 februari 2024.
De voorzitter van het bestuursorgaan van de | De Vlaamse minister | van | Welzijn, | |||
revalidatievoorziening, | Volksgezondheid en Gezin | |||||
Xxxxx Xxxxxxx | ||||||
De verantwoordelijke revalidatievoorziening, | arts | van | de | |||