AANVULLEND PENSIOENPLAN NR.6 VASTE BIJDRAGEN
AANVULLEND PENSIOENPLAN NR.6 VASTE BIJDRAGEN
TOTAL GROEP IN BELGIË
Reglement nr.000/XXXXX/023
Beheerd door Total Pension Fund Belgium OFP
Instelling voor bedrijfspensioenvoorziening ingeschreven bij de FSMA (Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten) onder nummer 50.618
Inhoudstafel
AFDELING A INLEIDING EN DEFINITIES 4
AFDELING B AANSLUITINGSVOORWAARDEN 11
Artikel 3 - Aansluitingsvoorwaarden 11
Artikel 4 – Bijdragen leven 12
Artikel 5 – Algemene bepalingen betreffende de bijdragen 12
Artikel 6 – Belegging van de bijdragen en reserves van dit Plan 14
6.1. Belegging van de reserves van het Vorige Plan – Algemene Beleggingsportefeuille 14
6.2. Belegging van de Persoonlijke Bijdragen en Werkgeversbijdragen gestort vanaf 1 januari 2016 – “life cycle” Deelbeleggingsportefeuille 14
6.3 - Bepalen van de beleggingsstrategie 15
AFDELING E PRESTATIES BIJ PENSIONERING 16
Artikel 7 – Pensioenkapitaal 16
AFDELING F PRESTATIES BIJ OVERLIJDEN 17
Artikel 9 - Overlijdenskapitaal 17
Artikel 12 - Rechthebbende van het Overlijdenskapitaal 18
Artikel 12 bis - Financiering 19
Artikel 12 ter - Tijdstip van de betaling 19
AFDELING G ECONOMISCHE ONGESCHIKTHEID 20
Artikel 13 - Voortzetting van de waarborgen 20
AFDELING H PRESTATIES IN GEVAL VAN UITTREDING VOOR DE PENSIOENDATUM 21
Artikel 14 - Beëindiging van de arbeidsovereenkomst 21
AFDELING I ALGEMENE BEPALINGEN 23
Artikel 15 - Niet-betaling van de bijdragen 23
Artikel 16 – Wijziging van het Plan 23
Artikel 17 – Stopzetting van het Plan of Overdracht van het Plan voor het geheel of een deel van Actieve Aangeslotenen of Semi-Aangeslotenen en/of Rechthebbenden 24
Artikel 18 - Ontbinding of vereffening van de IBP 24
Artikel 19 - Overdrachten van rechten 24
Artikel 20 – Voorwaarden voor betaling 25
Artikel 21 – Verantwoordelijkheid voor de betaling van de prestaties 25
Artikel 22 - Wijziging van de persoonlijke situatie van de aangeslotene 25
Artikel 23 – Eigendom van de activa van de IBP 25
Artikel 24 – Officiële communicatie 25
Artikel26 - Vertrouwelijkheid 26
BIJLAGE 1 - Lijst van Ondernemingen van de Total Groep in België die deelnemen aan het Plan 27
BIJLAGE 2 - Uittredingsovereenkomst 28
BIJLAGE 3 - Verzekeringsovereenkomst voor de Onthaalstructuur 29
AFDELING A INLEIDING EN DEFINITIES
Artikel 1 - Algemeenheden
1.1. Dit pensioenplan “ Aanvullend Pensioenplan nr.6 – Vaste Bijdragen - Total Groep in België” (hierna: het “Plan”) wijzigt en vervangt met ingang van 1 januari 2016 de groepsverzekering nr.000/XXXXX/023 (hierna: “het Vorige Plan”) van kracht tot en met 31 december 2015 voor de aangesloten werknemers van de Ondernemingen.
In toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomsten en/of de andere contractuele documenten betreffende “de wijziging van pensioeninstelling, de overdracht van reserves en de wijziging van de reglementen van aanvullend pensioen”, worden de activa en verplichtingen van het Vorige Plan op 1 januari 2016 overgedragen naar de Instelling voor Bedrijfspensioenvoorziening (hierna: “IBP”) en opgenomen in dit Plan. De procedure die in deze hypothese opgelegd is door de wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid werd gerespecteerd.
Deze wijziging van pensioeninstelling en plan werd beslist door de Ondernemingen bepaald in artikel 2 hierna, ten voordele van hun werknemers die beantwoorden aan de aansluitingsvoorwaarden beschreven in artikel 3.
1.2. De wijziging treedt in werking op 1 januari 2016 voor alle werknemers van de Ondernemingen die op diezelfde datum of in de toekomst aan de aansluitingsvoorwaarden van artikel 3 voldoen of (zullen) voldoen.
1.3. Dit document is het enige bindende pensioenreglement (hierna: “het Reglement”) dat het Plan beheerst en is de enige bron van recht die de rechten en plichten die voortvloeien uit dit Plan voor alle partijen bepaalt. Een Actieve Aangeslotene, Semi-Aangeslotene, Passieve Aangeslotene of Rechthebbende, zoals bepaald in artikel 2 hierna, kan op geen enkele andere prestatie die voortvloeit uit het Plan aanspraak maken dan de prestaties omschreven in dit Reglement.
De IBP, het Plan en het Reglement zijn onderworpen aan Belgisch recht.
Dit Reglement is opgesteld in het Nederlands en het Frans. De Frans- en Nederlandstalige teksten zijn de enige teksten met juridische waarde en bindende kracht. In geval van twijfel betreffende de interpretatie wordt de ene versie geïnterpreteerd in het licht van de andere. Elk presentatiemateriaal of elk ander document dat ter informatie aan de Actieve Aangeslotenen, Semi-Aangeslotenen, Passieve Aangeslotenen of Rechthebbenden is gegeven heeft geen enkele juridische waarde of bindende kracht.
1.4. De IBP is belast met het algemeen beheer van het Plan en neemt de verantwoordelijkheid op zich om de bepalingen van dit Plan uit te voeren. De verbintenissen van de IBP maken een middelenverbintenis uit.
1.5. De begrippen die beginnen met een hoofdletter zijn de begrippen bepaald in artikel 2. Deze hebben de betekenis die er daar aan wordt gegeven. In dit Reglement houdt het gebruik van de mannelijke vorm automatisch ook de vrouwelijke vorm in, tenzij het tegendeel is bepaald.
Artikel 2 - Definities
De interpretatie van dit Reglement zal gebeuren op basis van de volgende definities:
2.1 Actuaris: de erkende actuaris benoemd door de algemene vergadering van de IBP als adviseur voor wat de actuariële en financiële aspecten van het Plan betreft.
2.2 Actieve Aangeslotene: elke werknemer die de aansluitingsvoorwaarden beschreven in artikel 3 vervult en blijft vervullen en de leeftijd van 25 jaar bereikt heeft.
Semi-Aangeslotene: elke werknemer die de aansluitingsvoorwaarden beschreven in artikel 3 vervult en blijft vervullen en de leeftijd van 25 jaar niet bereikt heeft. De Semi-Aangeslotene geniet enkel van een overlijdenswaarborg.
Passieve Aangeslotene: een gewezen Actieve Aangeslotene die na zijn Uittreding zijn Verworven Reserves in het Plan heeft gelaten bij de IBP overeenkomstig artikel 14.2(a).
2.3 Rechthebbende: elke persoon die, krachtens het Plan en omwille van de aansluiting van een andere persoon, recht heeft op één van de prestaties bepaald in de artikelen 9 en 10. De Rechthebbende kan een Partner, een Kind of elke andere natuurlijke persoon zijn zoals bepaald in artikel 12.
2.4 Overlijdenskapitaal: de prestatie voorzien door het Plan en bepaald in artikel 9.
2.5 Pensioenkapitaal: de prestatie waarin voorzien wordt door het Plan en bepaald in artikel 7.
2.6 Individuele Rekening: bij de IBP in naam van de Actieve Aangeslotene of de Passieve Aangeslotene opgebouwd spaargeld, d.w.z. de rekening waarop de netto Werkgeversbijdragen en Persoonlijke Bijdragen overeenkomstig Afdeling C en het Toegekend Beleggingsrendement overeenkomstig Afdeling D gestort worden en, voor zover vereist door de toepasselijke wetgeving, aangevuld met bijdragen noodzakelijk om in voorkomend geval het minimumrendement bedoeld in de Belgische wetgeving betreffende aanvullende pensioenen te waarborgen.
2.7 Partner: de niet van tafel en bed gescheiden echtgenoot of de wettelijk samenwonende partner. De wettelijk samenwonende partner is de persoon die niet verwant is met het personeelslid en met wie het personeelslid verbonden is door een verklaring van wettelijke samenwoning bij de administratie van zijn gemeente. Onder ‘niet verwante persoon’ wordt begrepen de persoon wiens verwantschap met het personeelslid gelijk is aan of hoger is dan in de vierde graad.
2.8 Raad: de raad van bestuur van de IBP waarvan de leden benoemd zijn overeenkomstig de statuten van de IBP.
2.9 Herverzekeringsovereenkomsten: alle overeenkomsten die aangegaan kunnen worden door de Onderneming of de IBP met als doel bepaalde prestaties waarin voorzien wordt door dit Reglement volledig of gedeeltelijk te herverzekeren. Deze herverzekeringsovereenkomsten maken dus integraal deel uit van het Plan en de uitsluitingen die hierin zijn opgenomen zijn eveneens van toepassing op het Plan.
2.10 Persoonlijke Bijdragen: de bijdragen betaald door de Actieve Aangeslotenen zoals bepaald in artikel 4.
2.11 Werkgeversbijdragen: de bijdragen betaald door de Onderneming zoals bepaald in artikel 4.
2.12 Uittredingsovereenkomst: de Uittredingsovereenkomst is de overeenkomst gesloten tussen de Ondernemingen die de situatie regelt van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst van een Actieve Aangeslotene of een Semi-Aangeslotene bij één de Ondernemingen, onmiddellijk gevolgd door de indiensttreding van die Actieve Aangeslotene of Semi-Aangeslotene bij één van de andere Ondernemingen en als gevolg waarvan de Actieve Aangeslotene of Semi-Aangeslotene zonder onderbreking blijft voldoen aan de aansluitingsvoorwaarden.
De Uittredingsovereenkomst regelt de overname van het geheel van rechten en verplichtingen van de eerste Onderneming (namelijk de gewezen werkgever van de desbetreffende Actieve Aangeslotene of Semi- Aangeslotene) door de tweede Onderneming (namelijk de nieuwe werkgever van de desbetreffende Actieve Aangeslotene of Semi-Aangeslotene), overeenkomstig de toepasselijke wettelijke bepalingen (hierbij inbegrepen de overname van de toepasselijke wettelijke minimum rendementswaarborgen).
De Actieve Aangeslotenen of Semi-Aangeslotenen aanvaarden dat de laatste werkgever aansprakelijk zal zijn voor het geheel van rechten en verplichtingen die voortvloeien uit het Plan, zonder afbreuk te doen aan de hoofdelijke aansprakelijkheid waarin voorzien wordt in de toepasselijke wetgeving en de Uittredingsovereenkomst.
De Uittredingsovereenkomst wordt als bijlage bij dit Reglement gevoegd.
2.13 Normale Pensioendatum: de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin de Actieve Aangeslotene of Passieve Aangeslotene de leeftijd van 65 jaar bereikt.
Normale Pensioenleeftijd: 65 jaar.
Vervroegde Pensioendatum: de eerste dag van de maand die samenvalt met de maand waarin de prestaties bij pensionering van de Actieve Aangeslotene of de Passieve Aangeslotene onder dit Plan worden uitgekeerd, maar ten vroegste 5 jaar vóór de Normale Pensioendatum, en ten vroegste de eerste dag van de maand die volgt op de minimale pensioenleeftijd voor de aanvullende pensioenplannen behoudens andere toepasselijke wettelijke bepalingen. Deze datum kan niet voorafgaan aan de Datum van Uittreding.
Vervroegde Pensioenleeftijd: elke leeftijd die voorafgaat aan de Normale Pensioenleeftijd maar ten vroegste de leeftijd van 60 jaar of de minimale pensioenleeftijd waarin voorzien wordt in de toepasselijke wetgeving.
Uitgestelde Pensioendatum: de eerste dag van de maand die samenvalt met de maand waarin de prestaties bij pensionering van de Actieve Aangeslotene onder dit Plan, die in dienst is gebleven bij de Onderneming na de Normale Pensioenleeftijd, worden uitgekeerd.
Uitgestelde Pensioenleeftijd: elke leeftijd na de Normale Pensioenleeftijd.
Pensioendatum: de eerste dag van de maand die samenvalt met de datum waarop de prestaties bij pensionering van de Actieve of Passieve Aangeslotene onder dit Plan worden uitgekeerd, d.w.z. op de Normale, Vervroegde of Uitgestelde Pensioendatum.
2.14 Datum van Uittreding: de datum die overeenstemt met het einde van de opzeggingstermijn of met het einde van de periode gedekt door de opzeggingsvergoeding, behalve indien de Actieve Aangeslotene of Semi- Aangeslotene uitdrukkelijk de valorisatie van de periode gedekt door de opzeggingsvergoeding in het Plan weigert. Indien er geen enkele opzeggingsvergoeding werd betaald of indien de Actieve Aangeslotene of Semi- Aangeslotene de valorisatie van de periode gedekt door de opzeggingsvergoeding in het Plan weigert, is het de datum waarop de arbeidsovereenkomst effectief een einde neemt, d.w.z. de laatste dag van tewerkstelling zoals ingeschreven in het personeelsregister van de Onderneming. Nochtans, indien de arbeidsovereenkomst van de Actieve Aangeslotene of Semi-Aangeslotene met de Onderneming een einde neemt en onmiddellijk (d.w.z. zonder onderbreking) een nieuwe arbeidsovereenkomst wordt gesloten met een andere Onderneming, zal er geen Datum van Uittreding zijn in de zin van dit Reglement.
Voor de Actieve Aangeslotenen of Semi-Aangeslotenen, die overgedragen zijn in het kader van een overgang van een (deel van de) Onderneming naar een andere onderneming (of vestiging) ten gevolge van een conventionele overdracht of fusie, en waarbij dit Plan niet wordt overgedragen, is de Datum van Uittreding de dag waarop de werknemer is overgedragen naar die andere onderneming of een deel daarvan (of een vestiging).
2.15 Kind: elk wettig kind of gewettigd kind van de Actieve Aangeslotene, Semi-Aangeslotene of Passieve Aangeslotene of kind van de Actieve Aangeslotene, Semi-Aangeslotene of Passieve Aangeslotene dat geboren wordt binnen de negen maanden na zijn overlijden.
2.16 Deeltijdse Factor: de verhouding tussen de arbeidsduur overeengekomen in de arbeidsovereenkomst van de Actieve Aangeslotene of Semi-Aangeslotene met de Onderneming of in een latere bijlage en de voltijdse arbeidsduur in de Onderneming voor een equivalente functie. In geval van wijziging van de Deeltijdse Factor wordt er rekening gehouden met de nieuwe Deeltijdse Factor vanaf de eerste dag van de maand waarin de wijziging is gebeurd.
Gewogen Deeltijdse Factor: de verhouding tussen enerzijds de diensttijd (gepresteerd binnen dit Plan vanaf de aansluitingsdatum) waarin de periodes van verminderde arbeidsprestaties vermenigvuldigd worden met de Deeltijdse Factoren en anderzijds de voltijdse diensttijd. De toekomstige periodes worden geprojecteerd en vermenigvuldigd met de Deeltijdse Factor van toepassing op de uitwerkingsdatum van de berekening.
2.17 Economische Ongeschiktheid: de vermindering van arbeidsgeschiktheid die werkelijk bewezen is door de Actieve Aangeslotene of Semi-Aangeslotene.
De graad van vermindering van arbeidsgeschiktheid waarmee rekening gehouden wordt in het kader van het Plan is dezelfde als die waarmee rekening gehouden wordt door de verzekeraar of de herverzekeraar die het arbeidsongeschiktheidsrisico dekt. In geval van latere wijziging van de graad van vermindering van de arbeidsgeschiktheid door de verzekeraar of de herverzekeraar die het arbeidsongeschiktheidsrisico dekt, wordt deze latere wijziging eveneens onmiddellijk in het Plan verrekend.
2.18 IBP: de Instelling voor Bedrijfspensioenvoorziening, opgericht in de vorm van een Organisme voor de Financiering van Pensioenen (OFP), onder de naam Total Pension Fund Belgium, waaraan onder andere het beheer van het aanvullend pensioenplan vastgesteld in dit Reglement werd toevertrouwd.
2.19 Plafond: het plafond gebruikt voor de berekening van het wettelijk pensioen van de werknemers (ter informatie, het plafond is 52.972,54 EUR in 2014). Het weerhouden plafond is dat van 1 december van het jaar dat voorafgaat aan het jaar waarin de berekening is uitgevoerd.
2.20 Plan: huidig aanvullend pensioenplan ingevoerd door de Onderneming ten voordele van haar werknemers die de aansluitingsvoorwaarden bepaald in artikel 3 vervullen en blijven vervullen.
Dit plan is een multi-inrichterspensioenstelsel in de zin van artikel 3, 2° §1, 25° van de wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid, waarvoor de Ondernemingen een Uittredingsovereenkomst hebben gesloten met als doel de gevolgen van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst van een Actieve Aangeslotene of Semi-Aangeslotene bij een Onderneming, anders dan door overlijden of toegang tot het Pensioen of het Vervroegd Pensioen, die aansluitend gevolgd wordt door de indiensttreding van die Actieve Aangeslotene of Semi-Aangeslotene bij een andere Onderneming, op te heffen en de modaliteiten van deze opheffing te regelen.
2.21 Vorige Plan: Groepsverzekering nr.000/XXXXX/023 bij Total Pensions Belgium, ingevoerd door de Onderneming ten voordele van haar werknemers en zoals van kracht tot de dag vóór de inwerkingtreding van huidig Plan.
2.22 Beleggingsportefeuille: de beleggingsportefeuille waarin de Persoonlijke Bijdragen, de Werkgeversbijdragen en/of de opgebouwde reserves en de beleggingsrendementen worden geïnvesteerd.
Meerdere Beleggingsportefeuilles (“life cycle” “Deelbeleggingsportefeuilles”) worden ter beschikking gesteld van de Actieve of Passieve Aangeslotene voor de bijdragen en reserves van dit Plan. Indien de Actieve of Passieve Aangeslotene geen keuze maakt, worden de bijdragen en de reserves van dit Plan belegd in één van de volgens de “life cycle” optie bepaalde standaard “life cycle” Deelbeleggingsportefeuilles. Voor de reserves van het Vorige Plan wordt er slechts in één Beleggingsportefeuille (“Algemene Beleggingsportefeuille”) voorzien.
2.23 Reglement: het geheel van de bepalingen die het Plan beheersen, zoals vermeld in dit document, en waarvan de amendementen of wijzigingen die hierin zouden kunnen aangebracht worden deel uitmaken.
2.24 Op de Reserves van het Plan Toegekend Beleggingsrendement: netto maandelijks beleggingsrendement van de “life cycle” Deelbeleggingsportefeuille gekozen door de Actieve of Passieve Aangeslotene of van de standaard “life cycle” Deelbeleggingsportefeuille. Het netto rendement is gelijk aan het bruto rendement verminderd met de financiële beheerskosten (zoals bijvoorbeeld beurskosten, de commissie voor de beheerder van de activa, ...) onder voorbehoud en binnen de grenzen van de toepasselijke wettelijke bepalingen en vermeerderd met de sterftewinst bepaald op basis van het langlevenrisico.
2.25 Op de Reserves van het Vorige Plan Toegekend Beleggingsrendement: som van de Contractuele Impliciete Rendementsvoet en de Impliciete Rendementsvoet Winstdeelname, in voorkomend geval vermeerderd met 60% van het positieve verschil tussen enerzijds, het jaarlijks reële netto beleggingsrendement van de Algemene Beleggingsportefeuille voor de reserves van het Vorige Plan, en anderzijds de Contractuele Impliciete Rendementsvoet en de Impliciete Rendementsvoet Winstdeelname, en xxxxxxxxxxx met de sterftewinst op basis van de sterftetafel FK. De modaliteiten van de berekening en van de toekenning van een reëel netto beleggingsrendement van de Algemene Beleggingsportefeuille van het Vorige Plan worden toegelicht in de SIP.
2.26 Wezenrente: prestatie waarin voorzien wordt door het Plan en bepaald in artikel 10.
2.27 Verworven Reserves: het bedrag dat op de Individuele Rekening van de Actieve Aangeslotene of de Passieve Aangeslotene staat op het moment van de berekening ervan.
2.28 Vrije Reserves: 40% van het positieve verschil tussen enerzijds het netto reëel beleggingsrendement van de Algemene Beleggingsportefeuille van het Vorige Plan en anderzijds de Contractuele Impliciete Rendementsvoet en de Impliciete Rendementsvoet Winstdeelname.
2.29 Sociale Zekerheid: het Belgisch sociale zekerheidsregime voor werknemers.
2.30 SIP (Statement of Investment Principles): geschreven verklaring over de principes van het beleggingsbeleid opgesteld door de IBP. Deze wordt minstens elke drie jaar herzien en onmiddellijk na elke belangrijke wijziging van het beleggingsbeleid.
2.31 Onderneming of Ondernemingen: één of meerdere van de bijdragende ondernemingen die deelnemen aan het Plan, te weten het geheel van ondernemingen opgenomen in de lijst in de bijlage bij dit Reglement. Deze ondernemingen van de Total Groep die actief zijn in België kunnen deelnemen aan het Plan onder voorbehoud van de goedkeuring door de algemene vergadering van de IBP en op basis van de voorwaarden die zij zal bepalen.
2.32 Uittreding: verbreking van de arbeidsovereenkomst (d.w.z. de datum waarop de Actieve Aangeslotene of Semi-Aangeslotene geschrapt wordt van het personeelsregister omwille van een andere reden dan overlijden of pensionering).
Er is echter geen Uittreding wanneer de beëindiging van de arbeidsovereenkomst met een Onderneming onmiddellijk wordt gevolgd door een arbeidsovereenkomst met een andere Onderneming, op voorwaarde dat die Onderneming de Uittredingsovereenkomst in de bijlage bij dit Reglement heeft ondertekend.
In het kader van een overdracht van onderneming, vestiging of een deel van een onderneming of vestiging naar een andere onderneming of vestiging die voortvloeit uit een conventionele overdracht of een fusie, zal er een Uittreding zijn indien het Plan niet wordt overgedragen. In voorkomend geval zullen de bepalingen van artikel 14 van dit Plan van toepassing zijn.
2.33 Onthaalstructuur: verzekeringsovereenkomst onderschreven door alle Ondernemingen om een Onthaalstructuur op te richten voor (I) het beheer van de verworven reserves van de Actieve Aangeslotenen en de Passieve Aangeslotenen die ervoor gekozen hebben om hun verworven reserves in het aanvullende pensioenplan van een vorige inrichter (“inkomende reserves”) over te dragen, en/of (II) het beheer van de verworven reserves van de Actieve Aangeslotenen en Passieve Aangeslotenen die, bij de Uittreding of daarna, besloten hebben om hun Verworven Reserves in de Onthaalstructuur onder te brengen (“uitgaande reserves”), en/of (III) voor het beheer van de bijdragen die worden betaald door de andere werkgevers in het kader van de individuele voortzetting op basis van en binnen de grenzen van de wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid, en/of (IV) de omzetting van kapitaal in rente krachtens het Plan.
De inkomende en uitgaande reserves evenals de bedragen betaald in het kader van de individuele voortzetting zullen door de Onthaalstructuur worden beheerd volgens de voorwaarden van de verzekeringsovereenkomst. De kapitalen kunnen eventueel worden omgezet in een rente overeenkomstig het tarief van de verzekeringsovereenkomst. Het reglement van de Onthaalstructuur zal worden bijgevoegd aan dit Reglement.
2.34 Contractuele Impliciete Rendementvoet: interestvoet onderliggend aan de verhouding tussen de contractuele verworven reserves van de aangeslotene op 31 december 2015 en het verworven contractueel kapitaal (verworven prestaties) verzekerd op dezelfde datum van het Vorige Plan.
2.35 Impliciete Rendementvoet Winstdeelname: interestvoet onderliggend aan de verhouding tussen de verworven reserves winstdeelname van de aangeslotene op 31 december 2015 en het verworven kapitaal winstdeelname (verworven prestaties) verzekerd op dezelfde datum van het Vorige Plan.
2.36 Referentieloon: jaarlijks loon dat in aanmerking genomen wordt en dat gelijk is aan 13 (voor alle Ondernemingen behalve TOTAL RAFFINADERIJ ANTWERPEN N.V.) of 14 (voor TOTAL RAFFINADERIJ ANTWERPEN N.V.) keer het bruto basismaandloon van de maand december die voorafgaat aan de hernieuwing, met uitsluiting van de voordelen, toeslagen en het variabel deel. Voor de Actieve Aangeslotenen die geen loon hebben ontvangen op 1 december, wordt er rekening gehouden met het bruto basismaandloon van de eerste daaropvolgende maand waarin zij hun loon ontvangen hebben.
Voor de handelsvertegenwoordigers die gedeeltelijk via premies worden betaald, wordt het jaarlijks loon van de Actieve Aangeslotene vermeerderd met het gemiddelde van de premies ontvangen in de hoedanigheid van handelsvertegenwoordiger tijdens de drie jaren die het lopende jaar voorafgingen. In het specifieke geval waarin de handelsvertegenwoordiger gedurende minder dan drie jaar gedeeltelijk via premies wordt betaald, wordt het jaarlijks loon in het eerste jaar vermeerderd met een forfaitair bedrag overeengekomen tussen de Onderneming en de Actieve Aangeslotene; in het tweede jaar wordt het vermeerderd met de premies ontvangen in de hoedanigheid van handelsvertegenwoordiger tijdens het jaar dat voorafging aan het lopende jaar; in het derde jaar wordt het vermeerderd met het gemiddelde van de premies ontvangen in de hoedanigheid van handelsvertegenwoordiger tijdens de twee jaren die het lopende jaar voorafgingen.
2.37 Referentieloon Overlijden: jaarlijks loon dat in aanmerking genomen wordt en dat gelijk is aan 13 (voor alle Ondernemingen behalve TOTAL RAFFINADERIJ ANTWERPEN N.V.) of 14 (voor TOTAL RAFFINADERIJ ANTWERPEN N.V.) keer het bruto basismaandloon van de maand van overlijden, met uitsluiting van de voordelen, toeslagen en het variabel deel.
Voor de handelsvertegenwoordigers die gedeeltelijk via premies worden betaald, is dezelfde bepaling van toepassing als voor het Referentieloon (zie tweede paragraaf van artikel 2.36).
AANSLUITINGSVOORWAARDEN
Artikel 3 - Aansluitingsvoorwaarden
Plan overlijden
Elk lid van het bediendepersoneel met een overeenkomst van bepaalde of onbepaalde duur wordt aangesloten op de eerste van de maand van de indiensttreding, met uitsluiting van zij die op het moment van de inwerkingtreding van het Vorige Plan al aangesloten waren bij één van de gesloten plannen van kracht in de Onderneming, en die dit nog steeds zijn (in de hoedanigheid van Actieve Aangeslotene).
Plan leven
Elk lid van het bediendepersoneel met een overeenkomst van bepaalde of onbepaalde duur wordt aangesloten, met uitsluiting van zij die op het moment van de inwerkingtreding van het Vorige Plan al aangesloten waren bij één van de gesloten plannen van kracht in de Onderneming, en die dit nog steeds zijn (in de hoedanigheid van Actieve Aangeslotene):
- vanaf de indiensttreding indien de eerste dag van de maand van indiensttreding na de 25ste verjaardag valt;
- op de eerste dag van de maand van zijn 25ste verjaardag in de andere gevallen.
De Onderneming maakt aan de IBP de gegevens betreffende elke nieuwe Actieve Aangeslotene of Semi- Aangeslotene over.
De Onderneming maakt aan elke aangeslotene een exemplaar van het Reglement over op eenvoudig verzoek.
BIJDRAGEN
Artikel 4 – Bijdragen leven
De Actieve Aangeslotene en de Onderneming financieren het plan leven door middel van bijdragen. Deze bijdragen zijn periodiek en worden elk jaar berekend.
De jaarlijkse bedragen van de bijdragen zonder belastingen zijn:
- Onderneming: het jaarlijks bedrag van de Werkgeversbijdragen is 6,50 % x A + 13,00 % x B
- Actieve Aangeslotene: het jaarlijks bedrag van de Persoonlijke Bijdragen is 5 % x B
waarbij:
A = deel van het Referentieloon beperkt tot het Plafond.
B = deel van het Referentieloon dat het Plafond overschrijdt.
Voor een deeltijdse tewerkgestelde Actieve Aangeslotene gebeurt de berekening van de bijdragen leven met behulp van het Referentieloon van toepassing in de hypothese waarin de Actieve Aangeslotene voltijds werkt. Het resultaat wordt daarna vermenigvuldigd met de Deeltijdse Factor.
De Persoonlijke Bijdragen worden door de Onderneming ingehouden op het nettoloon van de Actieve Aangeslotene en worden betaald aan de IBP.
Het bedrag van de Werkgeversbijdragen en de Persoonlijke Bijdragen is beperkt zodat de prestaties die hieruit voortvloeien de limieten toegestaan door de fiscale wetgeving betreffende aftrekbaarheid en/of belastingvermindering niet overschrijden.
Artikel 5 – Algemene bepalingen betreffende de bijdragen
5.1. De Persoonlijke Bijdragen en de Werkgeversbijdragen worden jaarlijks berekend. 1/12 van deze bijdragen wordt maandelijks na het vervallen van de termijn betaald.
5.2. Werkingskosten van 5% worden aangerekend op de Persoonlijke Bijdragen en Werkgeversbijdragen. De netto Persoonlijke Bijdragen en Werkgeversbijdragen bedragen dus 95% van de bijdragen en worden volledig besteed aan de samenstelling van het Pensioenkapitaal zoals bedoeld in artikel 7.
5.3. De Persoonlijke Bijdragen en Werkgeversbijdragen zijn verschuldigd tot aan de Datum van Uittreding.
In de hypothese waarin een opzeggingsvergoeding wordt toegekend en tenzij de Actieve Aangeslotene uitdrukkelijk de valorisatie van de periode gedekt door de opzeggingsvergoeding weigert, zullen de Persoonlijke Bijdragen en Werkgeversbijdragen die overeenstemmen met de periode gedekt door de opzeggingsvergoeding onmiddellijk verschuldigd zijn en betaald worden aan de IBP voor rekening van de Actieve Aangeslotene op het moment van de Uittreding. In dat geval zullen de Persoonlijke Bijdragen en Werkgeversbijdragen berekend worden op basis van het toepasselijke Referentieloon.
Voor de Semi-Aangesloten en is geen enkele Persoonlijke Bijdrage of Werkgeversbijdrage verschuldigd tijdens de periode gedekt door de opzeggingsvergoeding.
5.4. Indien de werknemer in dienst treedt van de Onderneming en onmiddellijk alle aansluitingsvoorwaarden vervult om een Actieve Aangeslotene te worden, zullen de netto Persoonlijke Bijdragen en Werkgeversbijdragen voor de eerste keer op de Individuele Rekening worden gestort op het einde van de maand van zijn indiensttreding.
De Onderneming betaalt bovendien aan de IBP “de jaarlijkse taks op verzekeringsovereenkomsten” op de bovengenoemde Persoonlijke Bijdragen en Werkgeversbijdragen.
Voor zover vereist door de toepasselijke wetgeving zal de Onderneming alle noodzakelijke stortingen doen, ten laatste op de momenten opgelegd door de toepasselijke wetgeving om in voorkomend geval de toepasselijke wettelijke minimum rendementsgarantie te garanderen. Deze stortingen zullen bepaald worden door de Actuaris van de IBP.
Voor zover de wetgeving het toestaat en in toepassing van het financieringsplan en de beheersovereenkomst, kunnen de Werkgeversbijdragen zoals bepaald in artikel 4 en de andere betalingen ten laste van de Onderneming gefinancierd worden met het surplus van de IBP zoals bepaald in het financieringsplan, met uitsluiting van de Vrije Reserve.
Artikel 6 – Belegging van de bijdragen en reserves van dit Plan
6.1. Belegging van de reserves van het Vorige Plan – Algemene Beleggingsportefeuille
De reserves van het Vorige Plan worden belegd in de Algemene Beleggingsportefeuille waarvan de beleggingsstrategie beschreven is in de SIP. Deze reserves worden verhoogd met het Op de Reserves van het Vorige Plan Toegekende Beleggingsrendement dat voortvloeit uit de Algemene Beleggingsportefeuille.
De Vrije Reserve wordt gefinancierd door 40% van het positieve verschil tussen het reële jaarlijkse netto beleggingsrendement van de Algemene Beleggingsportefeuille en de Contractuele Impliciete Rendementsvoet enerzijds en de Impliciete Rendementsvoet Winstdeelname anderzijds.
De Vrije Reserve kan gebruikt worden voor:
- de financiering van de wettelijke minimumrendementsgaranties;
- de werkingskosten.
De zoals hierboven berekende toegekende netto Persoonlijke Bijdragen en Werkgeversbijdragen worden toegewezen aan de samenstelling van het Pensioenkapitaal. Zij worden op het einde van elke maand toegevoegd aan de Individuele Rekening van de Actieve Aangeslotene.
De overeenkomstig het Plan betaalde netto Persoonlijke Bijdragen en Werkgeversbijdragen van de Actieve Aangeslotenen, alsook de opgebouwde reserves (met uitsluiting van die van het Vorige Plan) en de Op de Reserves van dit Plan Toegekende Beleggingsrendementen worden belegd in de “life cycle” Deelbeleggingsportefeuille gekozen door de Actieve of Passieve Aangeslotene, wetende dat een standaardtraject van toepassing is. Dit standaardtraject (genaamd “life cycle”) voorziet in een automatische omschakeling van de Individuele Rekening van de Actieve of Passieve Aangeslotene (betreffende de Persoonlijke Bijdragen en Werkgeversbijdragen betaald vanaf 1 januari 2016) van zodra de spilleeftijd van de “life cycle” Deelbeleggingsportefeuille is bereikt. In de praktijk vindt de omschakeling plaats op de eerste dag van de maand volgend op de verjaardag van het jaar waarin de Actieve of Passieve Aangeslotene de spilleeftijd bepaald in de “life cycle” Deelbeleggingsportefeuilles bereikt.
De “life cycle” bevat vier Deelbeleggingsportefeuilles:
- de Beleggingsportefeuille “alpha” (standaard van 25 tot en met 49 jaar), hoofdzakelijk samengesteld uit aandelen en waarvan de rest van de activa, in principe, belegd is in obligaties;
- de Beleggingsportefeuille “beta” (standaard van 50 tot en met 54 jaar), ongeveer voor de helft samengesteld uit aandelen waarbij de rest van de activa, in principe, belegd is in obligaties;
- de Beleggingsportefeuille “gamma” (standaard van 55 tot en met 59 jaar) die voornamelijk bestaat uit obligaties en waarvan de rest van de activa, in principe, belegd is in aandelen;
- de Beleggingsportefeuille “delta” (standaard vanaf 60 jaar) waarvan het doel is om de Actieve en Passieve Aangeslotenen een bescherming te bieden tegen belangrijke fluctuaties op de financiële markten, quasi volledig bestaande uit obligaties en liquiditeiten, waarbij de rest van de activa, in principe, belegd is in aandelen.
De regels voor het gebruik van de “life cycle” Deelbeleggingsportefeuilles zijn:
- slechts één keuze is mogelijk per kalenderjaar voor elke Actieve of Passieve Aangeslotene;
- de keuze is gratis;
- de keuze wordt kenbaar gemaakt op elk moment van het jaar vanaf 1 juni JJJJ-1 met afsluiting op 31 mei JJJJ en datum van inwerkingtreding op 1 juli JJJJ;
- de keuze treedt in werking op 1 juli JJJJ;
- de keuze betreft de Individuele Rekening opgebouwd via de Persoonlijke Bijdragen en Werkgeversbijdragen betaald vanaf 1 januari 2016;
- indien de Actieve of Passieve Aangeslotene wenst af te wijken van het standaardtraject, is de keuze van de Deelbeleggingsportefeuille beperkt tot één van de Deelbeleggingsportefeuilles grenzend aan de Deelbeleggingsportefeuille waarin hij zou moeten belegd hebben in functie van het “life cycle” mechanisme.
De optie “life cycle” zal de standaardoptie zijn bij ontstentenis van keuze voor één van de “life cycle” Deelbeleggingsportefeuilles door de Actieve of Passieve Aangeslotene.
De IBP en de Onderneming zijn niet verantwoordelijk voor eventuele verliezen van prestaties van een Actieve of Passieve Aangeslotene, die voortvloeien uit een beleggingskeuze gemaakt overeenkomstig dit artikel, zonder afbreuk te doen aan de toepasselijke wettelijke minimum rendementsgarantie.
De Persoonlijke Bijdragen en Werkgeversbijdragen die betrekking hebben op een maand worden ten laatste betaald bij het einde van de desbetreffende maand. Zij worden gekapitaliseerd overeenkomstig het Op de Reserves van het Plan Toegekend Beleggingsrendement vanaf de eerste dag van de maand die volgt op de maand van de storting van de Persoonlijke Bijdragen en Werkgeversbijdragen.
Het gecumuleerd rendement op de Persoonlijke Bijdragen en Werkgeversbijdragen zal, op de momenten bepaald door de Belgische wetgeving op de aanvullende pensioenen, nooit lager zijn dan het gewaarborgd minimumrendement berekend volgens de bepalingen van die wetgeving. Bijgevolg zal er een bijkomende storting worden gedaan op de Individuele Rekening in de mate waarin dat vereist zou zijn en ten laatste op de momenten voorgeschreven door die wetgeving, om in voorkomend geval het beoogde minimumrendement te garanderen. Deze stortingen zullen worden bepaald door de Actuaris. Eventuele aanvullende stortingen kunnen gefinancierd worden ofwel door het surplus van de IBP (zoals bepaald in het financieringsplan) ofwel door de Vrije Reserves, ofwel door bijkomende stortingen door de Onderneming aan de IBP.
6.3 - Bepalen van de beleggingsstrategie
De Raad bepaalt de beleggingsstrategie van de Algemene Beleggingsportefeuille evenals van de “life cycle” Deelbeleggingsportefeuille.
De Raad blijft als enige verantwoordelijk voor de beslissingen met betrekking tot de beleggingen. De modaliteiten zijn beschreven in de SIP.
De Raad heeft het exclusief recht om de beleggingsstrategie te wijzigen, mits behoud van de aard van elke Beleggingsportefeuille of Deelbeleggingsportefeuille en de naleving van alle bepalingen van de Belgische wetgeving betreffende aanvullende pensioenen.
AFDELING E PRESTATIES BIJ PENSIONERING
Artikel 7 – Pensioenkapitaal
Op de Vervroegde, Normale of Uitgestelde Pensioendatum hebben de Actieve Aangeslotene en de Passieve Aangeslotene recht op een bruto Pensioenkapitaal gelijk aan het bedrag op de Individuele Rekening, gevormd door de netto Persoonlijke en Werkgeversbijdragen, zoals bepaald in de artikelen 4 en 5, die worden gekapitaliseerd aan het Op de Reserves van het Plan Toegekend Beleggingsrendement evenals, in voorkomend geval, aan het Op de Reserves van het Vorige Plan Toegekend Beleggingsrendement, eventueel aangevuld om het toepasselijke wettelijke minimumrendement te waarborgen zoals bepaald in de laatste paragraaf van artikel 6.2.
Het Pensioenkapitaal kan in ieder geval niet uitgekeerd worden wanneer de Actieve Aangeslotene nog in dienst is van de Onderneming.
Artikel 8 – Betaling
8.1 De Actieve of Passieve Aangeslotene kan kiezen voor:
(a) de betaling van het Pensioenkapitaal vermeld in artikel 7 hierboven; of
(b) de omzetting van het Pensioenkapitaal in een rente.
De Actieve of Passieve Aangeslotene moet over dit recht ingelicht worden twee maanden voor de Normale Pensioendatum of Uitgestelde Pensioendatum, of binnen de twee weken nadat hij zijn Vervroegde Pensioendatum meegedeeld heeft.
De keuze moet gemaakt worden in de maand die de Vervroegde, Normale of Uitgestelde Pensioendatum voorafgaat.
De keuze is onherroepelijk en definitief. Indien gekozen werd voor een rente, kan daarna niet meer gekozen worden voor een uitkering in kapitaal. Evenzeer kan er, indien gekozen werd voor een kapitaal, daarna niet meer gekozen worden voor een rente.
Bij ontstentenis van een keuze, wordt de Actieve of Passieve Aangeslotene geacht te hebben gekozen voor de betaling in de vorm van een kapitaal, hetzij optie 8.1(a).
8.2 Indien optie 8.1(a) gekozen wordt, vult de Actieve of Passieve Aangeslotene een aanvraagformulier in dat vermeldt dat na de betaling van het Pensioenkapitaal, de IBP en alle Ondernemingen van de Total Groep in beginsel al hun verplichtingen met betrekking tot dit Plan hebben vervuld ten opzichte van de Actieve of Passieve Aangeslotene en de Rechthebbenden van de Actieve of Passieve Aangeslotene.
8.3 In geval van omzetting van het Pensioenkapitaal in een rente overeenkomstig artikel 8.1(b), zal de Actieve of Passieve Aangeslotene aan de IBP een bewijs moeten verstrekken van zijn akkoord met deze keuze. Hij zal daartoe een aanvraagformulier invullen. Het netto Pensioenkapitaal zal, in voorkomend geval na aftrek van de toepasselijke sociale en fiscale inhoudingen, overgedragen worden naar de Onthaalstructuur.
AFDELING F PRESTATIES BIJ OVERLIJDEN
Artikel 9 - Overlijdenskapitaal
9.1 In geval van overlijden van een Actieve Aangeslotene of Semi-Aangeslotene vóór de Uittreding of de pensionering op de Normale, Vervroegde, of Uitgestelde Pensioendatum voorziet het Plan in een Overlijdenskapitaal gelijk aan:
(2 x A + 8 x B) x 1,056
waarbij:
A = deel van het Referentieloon Overlijden dat het Plafond niet overschrijdt. B = deel van het Referentieloon Overlijden dat het Plafond overschrijdt.
1,056 = compensatie voor het toekomstige verlies van het fiscaal voordeel verbonden aan de winstdeelname in het Vorige Plan
Het bedrag van het Overlijdenskapitaal zal niet minder bedragen dan 3,168 keer het Referentieloon Overlijden.
De berekening van het Overlijdenskapitaal gebeurt uitgaande van de hypothese van een voltijdse tewerkstelling. Het resultaat wordt vervolgens vermenigvuldigd met de Gewogen Deeltijdse Factor van toepassing op het ogenblik van het overlijden van de Actieve Aangeslotene of van de Semi-Aangeslotene.
Het Referentieloon Overlijden dat de Actieve Aangeslotene of Semi-Aangeslotene zou ontvangen indien hij voltijds zou werken evenals de Deeltijdse Factoren worden meegedeeld door de Onderneming.
Wanneer een Actieve Aangeslotene of een Semi-Aangeslotene komt te overlijden op een ogenblik waarop de arbeidsovereenkomst geschorst is wegens een andere reden dan de hieronder vermelde redenen, zal als Overlijdenskapitaal een zoals hierboven bepaald bedrag betaald worden aan de Rechthebbende van het Overlijdenskapitaal.
Evenwel zal de Gewogen Deeltijdse Factor bij een uitkering van het Overlijdenskapitaal tijdens een periode van thematisch verlof of tijdskrediet, voor wat de toekomstige diensttijd betreft, berekend worden rekening houdend met de Deeltijdse Factor van toepassing in de maand die het thematisch verlof of het tijdskrediet voorafgaat, doch enkel voor de periode die volgt op het einde van het thematisch verlof of het tijdskrediet tot de Normale Pensioenleeftijd.
9.2 In geval van overlijden van een Passieve Aangeslotene vóór de pensionering op de Vervroegde of Normale Pensioendatum, zal geen enkele prestatie betaald worden.
Artikel 10 – Wezenrente
Indien een Actieve Aangeslotene of Semi-Aangeslotene overlijdt, voorziet het Plan in een tijdelijke jaarlijkse wezenrente voor de Actieve Aangeslotene of Semi-Aangeslotene ten voordele van de Kinderen die genieten van kinderbijslag en die minder dan 25 jaar oud zijn. Deze rente is maandelijks betaalbaar op het einde van de maand ten voordele van elk van deze Kinderen en dit ten laatste tot hun 25ste verjaardag.
Op 1 januari 2015 is het bedrag van de jaarlijkse rente gelijk aan 3.727,16 EUR per Kind van de Actieve Aangeslotene of Semi-Aangeslotene.
Vanaf 1 januari 2016 wordt dit bedrag jaarlijks aangepast aan de gezondheidsindex volgens de volgende formule:
Bedrag van de rente op 01.01.N=
Bedrag van de rente op 01/01/N-1 x Index op 31/12/N-1 Index op 31/12/N-2
Het bedrag van de rente op 1 januari 2016, berekend volgens bovenstaande formule, wordt vermeerderd met 5,6%.
Vanaf de aanvang van de betaling van de rente, wordt deze geïndexeerd met 2% per jaar.
Artikel 11 - Betaling
11.1. De Rechthebbende van het Overlijdenskapitaal kan dezelfde opties en wijzen van betaling kiezen als deze bepaald in artikel 8. De betaling van het Overlijdenskapitaal ten voordele van de Kinderen jonger dan 18 jaar gebeurt evenwel steeds in de vorm van een rente. De omzetting van dit Overlijdenskapitaal gebeurt overeenkomstig artikel 8.3.
11.2. Op het ogenblik waarop het Overlijdenskapitaal opeisbaar wordt, heeft (hebben) de Rechthebbende(n) de mogelijkheid om te opteren voor de uitkering in een rente. Het schriftelijk akkoord van de Rechthebbende(n) is dan vereist; in dit geval verliest (verliezen) hij (zij) elk recht op een Overlijdenskapitaal.
Maximum twee weken nadat de IBP geïnformeerd werd over het overlijden en voor zover de noodzakelijke en officiële informatie werd verstrekt door de Rechthebbende(n) of zijn (hun) officiële vertegenwoordigers of de notaris, informeert de IBP de Rechthebbende(n) over zijn (hun) rechten en de betalingswijzen (met inbegrip van de mogelijkheid om het Overlijdenskapitaal om te zetten in een rente). De keuze moet gemaakt worden binnen de twee maanden na het ontvangen van deze informatie.
In geval van omzetting van het Overlijdenskapitaal in een rente zal het netto Overlijdenskapitaal, desgevallend na aftrek van de toepasselijke fiscale en sociale inhoudingen, overgedragen worden naar de Onthaalstructuur.
Artikel 12 – Rechthebbende van het Overlijdenskapitaal
12.1 Het Overlijdenskapitaal wordt betaald aan de Rechthebbende volgens deze voorrangsorde:
- de Partner;
- bij ontstentenis daarvan, de Kinderen van de Actieve Aangeslotene of Semi-Aangeslotene, in gelijke delen. Indien één van de Kinderen van de Actieve Aangeslotene of Semi-Aangeslotene vooroverleden is, komt het deel van dit Kind in gelijke delen toe aan diens kinderen; bij ontstentenis daarvan, in gelijke delen aan de andere Kinderen van de Actieve Aangeslotene of Semi-Aangeslotene;
- bij ontstentenis daarvan, de vader en de moeder van de Actieve Aangeslotene of Semi-Aangeslotene;
- bij ontstentenis daarvan, de broers en zussen van de Actieve Aangeslotene of Semi-Aangeslotene (met uitsluiting van halfbroers en halfzussen);
De Actieve Aangeslotene of de Semi-Aangeslotene kan afwijken van bovenstaande voorrangsorde en kan een Rechthebbende op het Overlijdenskapitaal aanduiden. Het Overlijdenskapitaal is betaalbaar aan de Rechthebbende(n) van de Actieve Aangeslotene of van de Semi-Aangeslotene waarvan hij, per aangetekend schrijven met ontvangstbevestiging, de naam (namen) heeft meegedeeld aan de IBP. Enkel natuurlijke personen kunnen aangeduid worden als Rechthebbende. Ingeval van aanduiding van meerdere Rechthebbenden, dient de Actieve Aangeslotene of de Semi-Aangeslotene eveneens het deel mee te delen dat aan elk van deze Rechthebbenden moet worden toegekend. Indien de Actieve Aangeslotene of de Semi-
Aangeslotene geen mededeling heeft gedaan van het deel van elk van zijn Rechthebbenden, wordt het Overlijdenskapitaal hen toegekend in gelijke delen.
Bij ontstentenis van een Rechthebbende overeenkomstig de hogervermelde voorrangsorde of van de aanduiding van een begunstigde, wordt geen enkel Overlijdenskapitaal uitgekeerd door de IBP.
Op 01/01/2016, zal elke Actieve Aangeslotene of Semi-Aangeslotene de mogelijkheid hebben om een of meerdere Rechthebbenden aan te duiden. Bij ontstentenis van aanduiding van een Rechthebbende op het ogenblik van de invoering van dit Plan, zal de IBP zich baseren op de aanduiding gedaan door de Actieve Aangeslotene of Semi-Aangeslotene onder het Vorige Plan. De aanduiding onder het Vorige Plan is de aanduiding die gedaan was bij de verzekeraar verantwoordelijk voor groepsverzekering nr.000/XXXXX/023.
12.2 Elke aanduiding m.b.t. het Overlijdenskapitaal van dit Plan kan worden gewijzigd of geannuleerd door hem die ze heeft gedaan; de nieuwe aanduiding of wijziging ervan moet gebeuren overeenkomstig de hogervermelde procedure.
In geen enkel geval kan de Onderneming en/of de IBP verantwoordelijk worden gesteld voor de fiscale, burgerlijke, erfrechtelijke of andere gevolgen voortvloeiend uit de wijziging van de voorrangsorde van de Rechthebbenden, van de aanduiding van de Rechthebbenden en van de afwijking van de standaard verdeelsleutel, zoals aangegeven door de Actieve Aangeslotene of de Semi-Aangeslotene in het begunstigingsformulier.
Na betaling van het Overlijdenskapitaal, zijn de IBP en het geheel van de Ondernemingen bevrijd in beginsel van al hun verplichtingen omschreven in artikel 9 ten aanzien van de Rechthebbenden.
Artikel 12 bis - Financiering
De betalingen aan de IBP ten laste van de Onderneming met het oog op de financiering van het Overlijdenskapitaal en eventueel de Wezenrente worden bepaald in het financieringsplan op advies van de Actuaris van de IBP en in overeenstemming met de bepalingen van de beheersovereenkomst.
Artikel 12 ter - Tijdstip van de betaling
In geval van overlijden gebeurt de betaling van de prestaties na ontvangst van de volgende stavingstukken:
▪ een uittreksel uit de overlijdensakte;
▪ een levensbewijs van de Rechthebbende(n);
▪ voor het Overlijdenskapitaal, het bewijs, desgevallend, dat de Rechthebbende voldoet aan de voorwaarden om beschouwd te worden als Partner, en in het geval waarin geen enkele Rechthebbende werd aangeduid, een notariële akte die de identiteit van de Rechthebbenden vaststelt;
▪ een akte of attest van erfopvolging, inclusief de bevestiging dat er geen fiscale noch sociale schulden zijn;
▪ voor de Wezenrente, het bewijs dat het (de) Kind(eren) voldoet(n) aan de voorwaarden om deze rente te verkrijgen (voorbeeld: attest van regelmatig schoolbezoek).
ECONOMISCHE ONGESCHIKTHEID
Artikel 13 – Voortzetting van de waarborgen
13.1 In geval van ziekte of ongeval met een Economische Ongeschiktheid tot gevolg ontstaan vóór de Datum van Uittreding van de Actieve Aangeslotene of de Semi-Aangeslotene, behoudt deze tijdens de ganse periode van Economische Ongeschiktheid het statuut van Actieve Aangeslotene of Semi-Aangeslotene dat hij had op het ogenblik van de ziekte of het ongeval. De Semi-Aangeslotene zal evenwel een Actieve Aangeslotene worden wanneer hij, tijdens de periode van Economische Ongeschiktheid, de voorwaarden om de hoedanigheid van Actieve Aangeslotene te verkrijgen, zou vervullen.
13.2 Tijdens de periode van Economische Ongeschiktheid worden de bijdragen en prestaties bepaald in de Afdelingen C, E en F ten voordele van de Actieve Aangeslotene behouden in functie van het Referentieloon van de Actieve Aangeslotene op de dag vóór het ontstaan van de Economische Ongeschiktheid. De Persoonlijke Bijdrage wordt ten laste genomen:
- door de Actieve Aangeslotene tijdens de wachttijd van de arbeidsongeschiktheidsverzekering.
- door de Onderneming na het verstrijken van de wachttijd van de arbeidsongeschiktheidsverzekering.
In geval van gedeeltelijke Economische Ongeschiktheid, worden de bijdragen en prestaties bepaald krachtens deze Afdeling van het Plan voor een volledige Economische Ongeschiktheid proportioneel verminderd a rato van de graad van ongeschiktheid bepaald door de verzekeraar of herverzekeraar die het arbeidsongeschiktheidsrisico waarborgt. Ze worden berekend in functie van het Referentieloon van de Actieve Aangeslotene op de dag vóór het ontstaan van de Economische Ongeschiktheid. De uit de effectieve arbeid resulterende bijdragen en prestaties bepaald krachtens de Afdelingen C,E en F zijn verschuldigd in verhouding tot de effectieve arbeidsgeschiktheid. Deze laatste worden berekend in functie van het huidige Referentieloon van de Actieve Aangeslotene.
Voor een Actieve Aangeslotene die deeltijds werkte op het moment van het ontstaan van de Economische Ongeschiktheid, worden de bijdragen bepaald op basis van de Deeltijdse Factor van toepassing op dat ogenblik.
13.3 Bij een uitkering van het Overlijdenskapitaal tijdens een periode van Economische Ongeschiktheid, zal de Gewogen Deeltijdse Factor, voor wat de toekomstige diensttijd betreft, berekend worden rekening houdend met de Deeltijdse Factor van toepassing in de maand die voorafgaat aan het begin van de periode van de Economische Ongeschiktheid tot de Normale Pensioenleeftijd.
PRESTATIES IN GEVAL VAN UITTREDING VOOR DE PENSIOENDATUM
Artikel 14 – Beëindiging van de arbeidsovereenkomst
14.1. De Verworven Reserves zijn gelijk aan het bedrag op de Individuele Rekening van de Actieve Aangeslotene of de Passieve Aangeslotene op het ogenblik van de berekening hiervan.
14.2. In geval van Xxxxxxxxxx heeft de passief geworden Actieve Aangeslotene de keuze tussen de volgende mogelijkheden:
(a) de Verworven Reserves bij de IBP laten om te kunnen genieten van een uitgesteld pensioenkapitaal, betaalbaar in geval van pensionering op de Vervroegde, Normale of Uitgestelde Pensioendatum. Het Pensioenkapitaal zal, in voorkomend geval, verhoogd worden tot de bedragen gegarandeerd in toepassing van de bepalingen van de Belgische wetgeving betreffende aanvullende pensioenen. Hij wordt dan een Passieve Aangeslotene. In dat geval heeft hij, op het ogenblik van de betaling, de keuze tussen de betalingsopties analoog aan deze bepaald in artikel 8;
(b) de Verworven Reserves, desgevallend verhoogd tot de bedragen gewaarborgd in toepassing van de bepalingen van de Belgische wetgeving betreffende aanvullende pensioenen, overdragen naar een pensioeninstelling die de totale winst onder de aangeslotenen in verhouding tot hun reserves verdeelt en de kosten beperkt zoals vastgesteld in KB nr 50 van 24 oktober 1967;
(c) de Verworven Reserves, desgevallend verhoogd tot de bedragen gewaarborgd in toepassing van de bepalingen van de Belgische wetgeving betreffende aanvullende pensioenen, overdragen naar het aanvullend pensioenplan van de nieuwe werkgever (hierbij inbegrepen een sectorpensioenplan, indien van toepassing) waarmee hij een arbeidsovereenkomst heeft gesloten, op voorwaarde dat hij geniet van een aanvullend pensioenplan bij deze werkgever;
(d) de Verworven Reserves, desgevallend verhoogd tot de bedragen gewaarborgd in toepassing van de bepalingen van de Belgische wetgeving betreffende de aanvullende pensioenen, overdragen naar de Onthaalstructuur, volgens de bepalingen omschreven in het reglement van de Onthaalstructuur- groepsverzekering.
Het overeenkomstig artikelen 14.2. (b), (c) en (d) over te dragen bedrag wordt echter beperkt tot het deel van de Verworven Reserves waarop geen voorschot werd toegestaan of dat niet gebruikt werd als waarborg voor een hypothecair krediet.
14.3 De Actieve Aangeslotene moet zijn beslissing meedelen aan de IBP binnen de voorgeschreven wettelijke termijn van 30 dagen na de mededeling door de Onderneming van het bedrag van zijn Verworven Reserves, verworven prestaties en van de verschillende opties vermeld in artikel 14.2. Indien de passief geworden Actieve Aangeslotene deze termijn laat verstrijken, wordt hij geacht gekozen te hebben voor de optie vermeld onder artikel 14.2(a).
14.4 De Passieve Aangeslotene heeft geen recht op enige overlijdensdekking. Indien evenwel de passief geworden Actieve Aangeslotene overlijdt binnen de periode van de wettelijke termijn bepaald in artikel 14.3 en voor zover hij zijn keuze nog niet schriftelijk heeft meegedeeld aan de IBP of een eventuele overdracht nog niet heeft plaatsgevonden, zal het bedrag dat op de Individuele Rekening staat van de (passief geworden) Actieve Aangeslotene betaald worden aan zijn Rechthebbende, zoals bepaald in artikel 12.
14.5 In geval van tekort ten opzichte van de bedragen gewaarborgd in toepassing van de bepalingen van de Belgische wetgeving betreffende aanvullende pensioenen, zal de IBP nagaan, hetzij of er voldoende overschot is, overeenkomstig de definitie in het financieringsplan, hetzij of de Vrije Reserve voldoende is om dit tekort
aan te zuiveren ten laatste bij de eerste van de volgende gebeurtenissen: overdracht van de Verworven Reserves, pensionering of opheffing van de pensioentoezegging. Bij ontstentenis zal de IBP de Onderneming uitnodigen om een aanvullende bijdrage te storten.
14.6 In geval van overdracht van de Verworven Reserves overeenkomstig artikel 14.2 (b), (c) of (d) en dit onder voorbehoud van de bepalingen van de wetgeving betreffende de aanvullende pensioenen, zullen de IBP en de Onderneming(en) waarbij de gewezen Actieve Aangeslotene in dienst was, evenals elke andere onderneming van de Total Groep, bevrijd zijn van iedere verplichting ten aanzien van de gewezen Actieve Aangeslotene en zijn Rechthebbenden voor wat betreft alle rechten en verplichtingen opgenomen in het Plan.
14.7 Een bediende die in dienst treedt bij een Onderneming zoals bepaald in artikel 2.31 en die eerder (zonder onderbreking) in dienst was bij één van de andere Ondernemingen en die Actieve Aangeslotene of Semi-Aangeslotene was bij het Plan en waarvan de arbeidsovereenkomst bij een van die Ondernemingen beëindigd wordt en waarvoor onmiddellijk (d.w.z. zonder onderbreking) een nieuwe arbeidsovereenkomst wordt gesloten met een andere Onderneming, blijft automatisch aangesloten bij het Plan voor zover de nieuwe werkgever een Onderneming is in de zin van het Plan en dat zij een Uittredingsovereenkomst heeft gesloten.
AFDELING I ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 15 - Niet-betaling van de bijdragen
Indien de Onderneming op de vervaldag de Persoonlijke Bijdragen en Werkgeversbijdragen niet betaalt, zal de IBP de Onderneming in gebreke stellen overeenkomstig de beheersovereenkomst.
Indien één of meer Onderneming(en) in gebreke blij(ft)(ven) om te betalen ondanks een ingebrekestelling door de IBP, zullen de relevante bepalingen van de beheersovereenkomst van toepassing zijn. Hoe dan ook zullen, indien de Onderneming in gebreke blijft de Persoonlijke Bijdragen en Werkgeversbijdragen te betalen, de Actieve Aangeslotenen en Semi-Aangeslotenen hiervan schriftelijk op de hoogte gebracht worden door de IBP ten laatste 3 maanden na de vervaldag van de bijdragen.
Artikel 16 – Wijziging van het Plan
16.1 De Onderneming behoudt zich het recht voor om, in de omstandigheden of situaties hieronder vermeld en op voorwaarde dat de informatie- en consultatieprocedures opgelegd door de toepasselijke wetgeving worden nageleefd, hetzij aan het Plan de wijzigingen aan te brengen die zij noodzakelijk of wenselijk vindt, rekening houdend met de gewijzigde feitelijke of juridische situatie, hetzij de betalingen die de Onderneming doet aan de IBP te verminderen, te onderbreken, te schorsen of stop te zetten, hetzij de verplichtingen over te dragen naar een andere pensioeninstelling, hetzij het Plan te schorsen, of zelfs stop te zetten:
▪ indien de economische of financiële omstandigheden, de economische of financiële situatie van de Onderneming of de onderneming of instelling die haar zal/zou opvolgen, zeer sterk het behoud of de voortzetting van het Plan zou belemmeren, of indien het behoud of de voortzetting van het Plan, hetzij in haar huidige vorm of in haar geheel, zou resulteren in een te zware last of een te hoge kost;
▪ of indien het sociale zekerheidssysteem en/of het fiscale systeem en/of het systeem van aanvullende pensioenen en/of de wetgeving betreffende levensverzekeringen (leven - overlijden) of betreffende de instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening gewijzigd zou(den) worden (met gevolgen voor het Reglement, de Onderneming en/of de betrokken personen);
▪ of indien, rekening houdend met de situatie van de Onderneming of de onderneming of instelling die haar zal/zou opvolgen ten gevolge van een reorganisatie, herstructurering, fusie, splitsing, overdracht, opslorping, vereffening of elke andere belangrijke structuurwijziging, het behoud van het Plan, hetzij in haar huidige vorm of in haar geheel, of de voortzetting hiervan zeer moeilijk wordt en/of niet meer redelijk verantwoord lijkt;
▪ of in geval van faillissement, stopzetting van de activiteit of ontbinding van de Onderneming;
▪ of indien in het kader van toekomstige wetgeving, een sectorpensioenplan wordt ingesteld en de Onderneming verplicht of vrijwillig deelneemt aan dit sectorpensioenplan of een deel hiervan;
16.2 Een wijziging kan, overeenkomstig de van kracht zijnde reglementering op aanvullende pensioenen, geen vermindering van prestaties en verworven reserves tot gevolg hebben.
Artikel 17 – Stopzetting van het Plan of Overdracht van het Plan voor het geheel of een deel van Actieve Aangeslotenen of Semi-Aangeslotenen en/of Rechthebbenden
17.1 Stopzetting van het Plan
Het Plan is opgemaakt voor een onbepaalde duur.
Een Onderneming die deelneemt aan het Plan kan hier op elk moment een einde aan stellen voor haar werknemers onder voorbehoud van eventuele beperkingen en mits naleving van de procedures bepaald in de wetgeving terzake en de voorwaarden vermeld in artikel 16.
Een kennisgeving van de stopzetting van het Plan zal binnen een termijn van drie maanden verstuurd worden aan alle Actieve Aangeslotenen en Semi-Aangeslotenen van de betrokken Onderneming, met dien verstande dat de Semi-Aangeslotenen in dit kader op geen enkel recht of Verworven Reserves aanspraak kunnen maken (reden waarom zij niet beoogd worden in artikel 17.2).
Dit artikel 17 doet geen afbreuk aan de toepassing van de wetgeving, die in geval van tegenstrijdigheid noodzakelijkerwijs de bovenhand zal hebben op de bepalingen van dit Reglement.
17.2 Overdracht van het Plan voor het geheel of een deel van Actieve Aangeslotenen en Rechthebbenden
In geval van conventionele overdracht naar of fusie van een of meer Ondernemingen met een onderneming of een vestiging (hierna “de overnemer” genoemd), die kwalificeert als overgang van onderneming, vestiging of als deel van onderneming of vestiging in de zin van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 32bis, die een wijziging van werkgever impliceert, zijn de bepalingen van artikel 14 van toepassing op de overgedragen Actieve Aangeslotenen indien de overnemer huidig Plan van de onderneming niet overneemt ten voordele van de overgedragen aangeslotenen.
Indien de overnemer huidig Plan overneemt, zullen de activa zoals bepaald in de relevante bepalingen van de beheersovereenkomst ter beschikking worden gesteld voor een overdracht.
17.3 Definitieve opheffing van het Plan
In geval van definitieve opheffing van het Plan beheerd door de IBP voor of door een of meerdere Ondernemingen die hieraan deelnemen, in geval van faillissement, van ontbinding of het verdwijnen van een of meerdere Ondernemingen en dit zonder dat verplichtingen worden overgenomen door een derde, dienen de relevante bepalingen van de beheersovereenkomst toegepast te worden.
Artikel 18 - Ontbinding of vereffening van de IBP
In geval van ontbinding of vereffening van de IBP, worden de activa ter beschikking gesteld voor een overdracht naar een andere pensioeninstelling.
Artikel 19 - Overdrachten van rechten
Indien voorafgaand aan de aansluiting bij dit Plan, een Actieve Aangeslotene of Semi-Aangeslotene aangesloten was bij een aanvullend pensioenplan bij een vorige werkgever, kunnen de Actieve Aangeslotene of Semi-Aangeslotene de overdracht van rechten naar de Onthaalstructuur vragen, volgens de bepalingen van artikel 2.33 en in het reglement van de Onthaalstructuur.
Artikel 20 – Voorwaarden voor betaling
Elke betaling waarin het Plan voorziet is onderworpen aan inhoudingen van sociale zekerheid en alle andere inhoudingen bepaald in de wetgeving van kracht op het ogenblik van de betaling.
Artikel 21 – Verantwoordelijkheid voor de betaling van de prestaties
De IBP staat, voor rekening van de Onderneming, in voor de goede uitvoering van de toezeggingen bepaald in dit Plan. De verbintenis van de IBP betreffende de goede uitvoering van de toezeggingen bepaald in dit Plan is een middelenverbintenis. De IBP kan Herverzekeringsovereenkomsten sluiten om bepaalde risico’s te waarborgen.
Artikel 22 - Wijziging van de persoonlijke situatie van de aangeslotene
Elke Actieve Aangeslotene, Semi-Aangeslotene, Passieve Aangeslotene of Rechthebbende moet onverwijld de wijzigingen van zijn burgerlijke staat of zijn familiale situatie, elke adreswijziging evenals alle andere informatie noodzakelijk voor de toepassing van dit Plan meedelen aan de IBP. Indien deze verplichting niet zou worden nagekomen, kan de IBP niet verantwoordelijk worden gehouden voor de betaling van onjuiste bedragen. Onverschuldigde betalingen zullen op verzoek terugbetaald moeten worden aan de IBP door de Actieve Aangeslotene, Semi-Aangeslotene, Passieve Aangeslotene of Rechthebbende.
Artikel 23 – Eigendom van de activa van de IBP
Ongeacht de omstandigheden kunnen de activa van de IBP noch geheel, noch gedeeltelijk terug opgenomen worden in het vermogen van de Onderneming, behalve in de gevallen omschreven in dit Reglement.
Artikel 24 – Officiële communicatie
24.1 Elke kennisgeving omschreven in dit Reglement zal gedaan worden per eenvoudige brief, of in voorkomend geval per aangetekende brief, te richten aan:
▪ indien zij bestemd is voor de IBP, de maatschappelijke zetel van de IBP;
▪ indien zij bestemd is voor de Onderneming, de maatschappelijke zetel van de Onderneming;
▪ indien zij bestemd is voor een Actieve Aangeslotene, Semi-Aangeslotene, Passieve Aangeslotene of Rechthebbende, het laatste adres dat deze meegedeeld heeft aan de IBP krachtens artikel 22.
24.2 De Onderneming bezorgt een exemplaar van dit Reglement aan elke aangeslotene die hierom verzoekt.
24.3 De IBP of de Onderneming, indien deze laatste het vraagt, bezorgt jaarlijks aan elke Actieve Aangeslotene of Semi-Aangeslotene, een individuele pensioenfiche die de gegevens bevat, bedoeld in artikel 26, §§ 2 en 3 van de wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid.
24.4 De IBP bezorgt jaarlijks een transparantieverslag aan de Onderneming overeenkomstig de wet van 28 april 2003 betreffende aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid. Dit verslag zal, op eenvoudig verzoek, door de Onderneming overhandigd worden aan elke Actieve Aangeslotene, Semi-Aangeslotene of Passieve Aangeslotene.
Artikel 25 - Overdracht
De Actieve of Passieve Aangeslotene kan een voorschot op de prestaties vragen, zijn pensioenrechten in pand geven voor het waarborgen van een hypothecair krediet of de afkoopwaarde toewijzen aan de wedersamenstelling van een hypothecair krediet ten belope van een maximum bedrag vastgesteld door de Ondernemingen. Elke aanvraag moet gericht worden aan de betrokken Onderneming en zal onderzocht worden door het Directiecomité van de IBP.
De voorschotten op prestaties en de waarborgen voor hypothecaire kredieten kunnen enkel worden toegestaan voor het verwerven, bouwen, verbeteren, herstellen of verbouwen van onroerende goederen die belastbare inkomsten opbrengen en die gesitueerd zijn op het grondgebied van de Europese Economische Ruimte. Zij moeten worden terugbetaald zodra de bedoelde goederen uit het vermogen van de Actieve of Passieve Aangeslotene verdwijnen.
Artikel26 - Vertrouwelijkheid
De Actieve Aangeslotenen, de Semi-Aangeslotenen, de Passieve Aangeslotenen en de Rechthebbenden stemmen ermee in dat met het oog op het beheer en de uitvoering van dit Plan, een bepaald aantal persoonsgegevens verwerkt worden, hetzij door de Onderneming, hetzij door de IBP zelf, hetzij door een externe dienstverlener. Deze persoonsgegevens zullen uitsluitend verwerkt worden met het oog op bovenvermeld doel van beheer en uitvoering van dit Plan. Zij hebben het recht om, na hun identiteit te hebben bewezen, hun persoonsgegevens in te kijken en de onjuiste gegevens te doen verbeteren.
BIJLAGE 1 - Lijst van Ondernemingen van de Total Groep in België die deelnemen aan het Plan
− AS24 BELGIUM nv
− SERVAUTO BELGIUM nv; voor de bedienden ex-Total Belgium die tijdelijk overgedragen zijn naar SERVAUTO BELGIUM nv en die genieten van het Vorige Plan op het ogenblik van inwerkingtreding van het Plan
− TOTAL BELGIUM nv
− TOTAL FINANCE GLOBAL SERVICES nv
− TOTAL GAS & POWER BELGIUM nv; voor de bedienden overgedragen of aangeworven vóór 31 december 2013 en die genieten van het Vorige Plan op het ogenblik van inwerkingtreding van het Plan
− TOTAL GLOBAL SERVICES BELGIUM nv
− TOTAL OLEFINS ANTWERPEN nv
− TOTAL PETROCHEMICALS FELUY nv
− TOTAL PETROCHEMICALS & REFINING nv
− TOTAL RAFFINADERIJ ANTWERPEN nv
− TOTAL RESEARCH & TECHNOLOGY XXXXX xx
XXXXXXX 0 - Xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx
Microsoft Office Word 97 - 2003 Docu
BIJLAGE 3 - Verzekeringsovereenkomst voor de Onthaalstructuur
Adobe Acrobat Document