VLAAMS AGENTSCHAP ZORG EN GEZONDHEID
VLAAMS AGENTSCHAP ZORG EN GEZONDHEID
Xxxxxx Xxxxxx XX – xxxx 00 xxx 00, 0000 XXXXXXX
Afdeling Gespecialiseerde Zorg
REVALIDATIEOVEREENKOMST TUSSEN
DE VLAAMSE GEMEENSCHAP EN
DE V.Z.W. DE DAUW
VOOR HET BEHANDELINGSCENTRUM VOOR KINDEREN/JONGEREN MET AUTISME EN/OF PSYCHOTISCHE KWETSBAARHEID
“DE DAUW”
Gelet op het decreet van 6 juli 2018 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen, en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging, inzonderheid op artikel 110, eerste lid;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2018 houdende uitvoering van het decreet van 6 juli 2018 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen, en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging, inzonderheid op artikel 372;
Wordt overeengekomen wat volgt tussen:
enerzijds,
De Vlaamse Gemeenschap, vertegenwoordigd door de Vlaamse regering, in de persoon van de minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, hierna te noemen “de Vlaamse Gemeenschap”;
en anderzijds,
de V.Z.W. DE DAUW als raad van bestuur van het Behandelingscentrum voor kinderen/jongeren met autisme en/of psychotische kwetsbaarheid “De Dauw” – Xxxxxxxxxxxx 0 – 0000 Xxxxxxxx-Xxxxxxx.
DEFINITIES
In deze overeenkomst wordt verstaan onder:
1° agentschap: het agentschap Zorg en Gezondheid, opgericht bij het besluit van de Vlaamse regering van 7 mei 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap “Zorg en Gezondheid”;
2° besluit: het besluit van de Vlaamse regering van 7 december 2018 houdende uitvoering van het decreet van 6 juli 2018 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen, en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging;
3° decreet: het decreet van 6 juli 2018 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen, en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging;
4° minister: de Vlaamse minister xxx Xxxxxxx, Volksgezondheid en Gezin;
5° rechthebbende: de rechthebbende zoals vermeld in artikel 2, 13° van het decreet van […]betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen, en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging;
6° zorggebruiker: iedere natuurlijke persoon die een beroep doet of wil doen op de zorgvoorziening.
De tekst van deze overeenkomst werd opgesteld op basis van het therapeutisch project van de revalidatievoorziening dat werd goedgekeurd door het College van geneesheren-directeurs in diens vergadering van 09.12.2009 en aanvaard door het agentschap en als bijlage 1 bij deze overeenkomst is gevoegd.
Artikel 1. Het Behandelingscentrum voor kinderen/jongeren met autisme en/of psychotische kwetsbaarheid "De Dauw", te Wortegem-Petegem, wordt in deze overeenkomst aangeduid met de term "de revalidatievoorziening".
Artikel 2. Deze overeenkomst definieert de door de revalidatievoorziening beoogde populatie, de revalidatieverstrekkingen die voor tegemoetkoming in de revalidatieverstrekkingen in aanmerking komen, de beoogde doelstellingen van de revalidatie en de revalidatie-equipe die hiervoor instaat. Voor de rechthebbenden legt de overeenkomst de tegemoetkomingen en eigen bijdrage van de revalidatie vast. Voor de partijen die de overeenkomst afsluiten, regelt de overeenkomst niet alleen de onderlinge betrekkingen en de respectievelijke bevoegdheden, maar ook de betrekkingen met en de bevoegdheden van het agentschap.
Hoofstuk I. RECHTHEBBENDEN VAN DE OVEREENKOMST
Artikel 3. §1 Elke rechthebbende in de zin van deze overeenkomst is een rechthebbende die aan al de volgende voorwaarden voldoet:
1. De rechthebbende heeft de leeftijd van 18 jaar nog niet bereikt op de in artikel 26 van deze overeenkomst bedoelde datum dat een periode van tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen aanvat, of dat de verlenging van een periode van tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen aanvat.
2. De rechthebbende vertoont minstens één van de volgende stoornissen die in de 10e revisie van de Internationale Classificatie van ziekten (ICD-10) zijn opgenomen onder de benaming:
F20.x: Schizofrenie
F20.0: Paranoïde schizofrenie
F20.1: Hebefrene schizofrenie (Gedesorganiseerde schizofrenie) F20.2: Katatone schizofrenie
F20.3: Ongedifferentieerde schizofrenie
F20.8: Overige gespecificeerde vormen van schizofrenie (Schizofreniforme stoornis NAO) F22.0: Waanstoornis
F25.x: Schizoaffectieve stoornissen
F29: Niet gespecificeerde niet-organische psychose (Psychotische stoornis NAO) F84.0: Vroegkinderlijk autisme
F84.3: Andere desintegratiestoornis op kinderleeftijd
F84.5: Syndroom van Xxxxxxxx
F84.9: Pervasieve ontwikkelingsstoornis, niet gespecificeerd.
3. De rechthebbende heeft al eerder minstens een ambulante of internaat behandeling gevolgd die door een multidisciplinair team, een kinderpsychiater en/of een neuropediater werd verstrekt, maar die niet geleid heeft tot een blijvende sociale integratie van de rechthebbende in diens gezin of gezinsvervangende instelling en in een onderwijsvorm die aan zijn of haar pathologische situatie is aangepast. In het medisch-therapeutischdossier van de zorggebruiker wordt minstens de begin- en einddatum van die andere behandeling(en) vermeld, alsook het aantal verstrekkingen dat in de loop van die behandeling(en) isverricht.
4. Ingevolge punten 2 en 3 heeft de rechthebbende nood aan een multidisciplinaire kinderpsychiatrische revalidatie in een internaat.
§2. Elke rechthebbende wordt in de revalidatievoorziening opgenomen op basis van een medisch voorschrift
- dat opgesteld is door een arts-specialist die geen deel uitmaakt van het personeel van de revalidatievoorziening,
- en dat expliciet de diagnose vermeldt die door deze arts-specialist gesteld is.
Dit medisch voorschrift wordt bij het medisch-therapeutisch dossier van de zorggebruiker gevoegd.
Hoofdstuk II. DOELSTELLINGEN VAN DE REVALIDATIE
Artikel 4. Elk individueel revalidatieprogramma dat door de revalidatievoorziening voor de rechthebbende wordt uitgevoerd, heeft als doel de invaliderende gevolgen van zijn of haar stoornis(sen) te verminderen, zodat hij of zij in staat wordt gesteld om op zo kort mogelijke tijd de meest optimale levenskwaliteit en de beste sociale integratie te bereiken die voor hem of haar mogelijk zijn.
Concrete doelstellingen zijn :
- het stimuleren van de intellectuele en emotionele ontwikkeling,
- het ontwikkelen, herstellen of verbeteren van het vermogen om met anderen een band op te bouwen of te communiceren in verschillende situaties van het dagelijks leven, op een zo best mogelijk aangepaste manier, rekening houdende met de eigen beperkingen en mogelijkheden,
- het samen met de personen die dicht bij de rechthebbende staan of zullen staan, voorbereiden van diens toekomstige verblijf binnen het gezin, sociaal netwerk, op school, op het werk...
- het bijgevolg mogelijk maken dat de rechthebbende na zijn opname in de revalidatievoorziening niet meer dient te verblijven in een zorginstelling maar in staat is om zich (opnieuw) te handhaven in een onderwijsinstelling, in een MPI, op een leercontract, binnen een beschutte werkplaats ...
De revalidatie is dus tijdelijk van aard en is volledig gericht op het verdere functioneren van de rechthebbende na zijn verblijf de revalidatievoorziening.
Hoofdstuk III. VERPLEEG-EN REVALIDATIEDAG EN REVALIDATIEPROGRAMMA
3.1. Definitie en inhoud van de verpleeg- en revalidatiedag en het revalidatieprogramma
Artikel 5. De op grond van deze overeenkomst revalidatieverstrekking die voor tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking komt, is de verpleeg- en revalidatiedag, d.w.z. elke dag tijdens welke de rechthebbende daadwerkelijk in de revalidatievoorziening is opgenomen om aan het revalidatieprogramma van de revalidatievoorziening deel te nemen.
Artikel 6. §1. Behoudens de toepassing van de bepalingen van §§ 8 en 9 van dit artikel en van artikel 7, §2, moet de rechthebbende voor elke verpleeg- en revalidatiedag gedurende minstens 9 uur tussen 6u en 20u én tijdens de daaropvolgende nacht - of in het geval van verpleeg- en revalidatiedagen die gevolgd worden door een sluitingsdag, de daaraan voorafgaande nacht - aanwezig zijn in de revalidatievoorziening.
§2. De dagen van opname en van ontslag worden samen gerekend als één enkele vergoedbare verpleeg- en revalidatiedag, behoudens wanneer de volgende voorwaarden gelijktijdig worden vervuld: opname van een rechthebbende vóór 12 uur op de dag van zijn opname en vertrek van de rechthebbende na 14 uur op de dag van zijn ontslag.
§3. Elke verpleeg- en revalidatiedag bestaat enerzijds uit specifieke revalidatie-activiteiten en -ateliers en anderzijds uit dagdagelijkse activiteiten (bv. wassen, ontbijten, middagmaal, ...) en uit de overgangsmomenten tussen de verschillende voornoemde activiteiten en ateliers.
§4. De in §3 bedoelde dagdagelijkse activiteiten en de overgangsmomenten tussen de ateliers en activiteiten worden georganiseerd volgens een vast, voorspelbaar en daardoor voor de zorggebruiker geruststellend dagschema, waarin de revalidatie-activiteiten en -ateliers worden ingepast. De dagdagelijkse activiteiten en overgangsmomenten dragen bij tot het structureren van tijd en ruimte bij de rechthebbenden en tot hun socialisatie. Ze vormen de basis voor de continuïteit van het therapeutisch proces.
§5. De revalidatie-activiteiten en -ateliers zijn in het bijzonder bedoeld om het lichaamsschema en lichamelijk functioneren van de rechthebbenden, alsook hun symbolische en cognitieve functies, hun (verbale en non- verbale) uitdrukkings- en communicatievermogen en hun vermogen om een context gebonden sociaal netwerk uit te bouwen, te ontwikkelen of te structureren.
De activiteiten en ateliers zijn multifocaal en multidisciplinair: ze combineren elk meerdere doelstellingen, waarvoor therapeuten uit verschillende disciplines tussen komen.
§6. Elke rechthebbende die sinds minstens 4 maanden is opgenomen in de revalidatievoorziening, neemt per dag gedurende minstens 5 uur deel aan de revalidatie-activiteiten en revalidatie-ateliers. Op de dagen dat de wekelijkse algemene teamvergadering plaats vindt, volstaat het echter dat deze rechthebbenden gedurende minstens 3 uur deelnemen aan de revalidatie-activiteiten en revalidatie-ateliers. De duur van de contacten tussen de therapeuten van de revalidatievoorziening en de ouders of de wettelijke vertegenwoordigers van de rechthebbende, zoals bedoeld in artikel 8, §1, kan meegeteld worden bij de tijd dat de rechthebbende deelneemt aan de revalidatie-activiteiten.
§7. Afhankelijk van de specifieke therapeutische behoeften van elke rechthebbende, kunnen de revalidatie- activiteiten of -ateliers aangevuld worden met individuele educatieve activiteiten of psychotherapieën. Voor de toepassing van §6 van dit artikel kan de tijd die hieraan besteed wordt, meegeteld worden als tijd dat de rechthebbende deelneemt aan revalidatie-activiteiten.
§8. Voor elke rechthebbende die niet als reguliere student ingeschreven is in een school, maar waarvoor de revalidatievoorziening een schoolgang wil voorbereiden, kunnen, voor de toepassing van §6 van dit artikel, wekelijks maximum 15 uren aan revalidatie-activiteiten en -ateliers vervangen worden door schoolbezoeken van de rechthebbende als vrije leerling.
§9. Rechthebbenden die als reguliere student zijn ingeschreven in een school dienen op de dagen dat ze lessen volgen in de school, in afwijking van §6 van dit artikel, gedurende minimum 2 uren per dag deel te nemen aan de revalidatie-activiteiten en -ateliers in de revalidatievoorziening.
Voor deze dagen kan de in artikel 22 §1 bedoelde verpleeg- en revalidatiedag aan 70% worden aangerekend.
§10. Voor de toepassing van §§ 8 en 9 van dit artikel wordt onderwijs volgen in een medisch- pedagogisch of gelijkaardig instituut gelijkgesteld met schoolgaan.
3.2. Evaluatie
Artikel 7. §1. Per rechthebbende wordt er om de 6 maanden een grondige klinische evaluatie gerealiseerd.
De eerste evaluatie vindt plaats binnen een termijn van 2 maanden die voorafgaat of volgt op de opname van de rechthebbende in de revalidatievoorziening. Deze eerste evaluatie is bedoeld om de diagnose van de arts die de revalidatie aanvankelijk, overeenkomstig de bepalingen van artikel 3, §2, had voorgeschreven, te verifiëren of te verfijnen en om de gegrondheid te beoordelen van de tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen van de rechthebbende in de revalidatie- revalidatievoorziening en om, in voorkomend geval, de inhoud van zijn revalidatieprogramma nader te bepalen.
De daaropvolgende zesmaandelijkse evaluaties zijn bedoeld om de evolutie in te schatten van de stoornissen van de zorggebruiker en van het effect hierop van de revalidatie én om te beoordelen of het nuttig is dat de rechthebbende zijn revalidatie voortzet. In functie van dat laatste wordt beslist of het revalidatieprogramma voortgezet of aangepast wordt, dan wel of de zorggebruiker opnieuw naar zijn gezin of naar een andere gezinsvervangende instelling kan terugkeren of doorverwezen worden.
§2. Binnen een termijn van 2 maanden die voorafgaat of volgt op de opname van de rechthebbende in de revalidatievoorziening en binnen een termijn van 2 maanden die voorafgaat of volgt op zijn ontslag, wordt de in artikel 7, §1, bedoelde klinische evaluatie aangevuld met een kwantitatieve evaluatie. Deze kwantitatieve evaluatie wordt door de revalidatievoorziening uitgevoerd in samenwerking met een derde die in staat is om via aangepaste psychometrische instrumenten de evolutie van de stoornissen van de rechthebbende te meten en het effect hierop van de revalidatie.
Voor de kwantitatieve evaluaties wordt gebruik gemaakt van wetenschappelijk gevalideerde psychometrische instrumenten.
De derde waarop beroep wordt gedaan voor het uitvoeren van de kwantitatieve evaluatie is bij voorkeur het multidisciplinair team van een dienst voor geestelijke gezondheidszorg of een referentiecentrum voor autismespectrumstoornissen. Indien dit niet het geval is, is deze derde de arts-specialist voor kinderpsychiatrie die de rechthebbende buiten zijn revalidatie volgt en/of die hem naar de revalidatievoorziening heeft doorverwezen. In geen geval kan een personeelslid van de revalidatievoorziening zelf deel uitmaken van het multidisciplinaire team dat in voorkomend geval de kwantitatieve evaluatie uitvoert. Evenmin kan de kwantitatieve evaluatie uitgevoerd worden door de behandelende arts-specialist voor kinderpsychiatrie, indien deze ook deel uitmaakt van het
personeelskader van de revalidatievoorziening.
Behalve indien dit om dwingende redenen niet mogelijk is, wordt de evolutie van eenzelfde rechthebbende altijd in samenwerking met hetzelfde multidisciplinaire team of dezelfde arts geëvalueerd.
Indien de effectieve totaalduur van het revalidatieprogramma van de rechthebbende in de revalidatievoorziening minder dan 6 maanden bedraagt, kan de evaluatie bij het ontslag van de rechthebbende door de revalidatievoorziening zelf worden uitgevoerd, zonder medewerking van een derde.
3.3. Samenwerking met de ouders en het netwerk
Artikel 8. §1. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe om de revalidatie te organiseren in samenspraak met de ouders of de wettelijke vertegenwoordigers van de rechthebbende. De modaliteiten van die samenwerking tussen de therapeuten van de revalidatievoorziening en de ouders of de wettelijke vertegenwoordigers van de rechthebbende worden besproken en vervolgens vastgelegd tijdens de intakegesprekken die aan de eigenlijke revalidatieperiode voorafgaan. Deze samenwerking is bedoeld om de ouders of de wettelijke vertegenwoordigers van de rechthebbende bij het therapeutisch proces te betrekken (en niet om hen eraan te onderwerpen). Enerzijds is het de bedoeling van die samenwerking om de veralgemening van de verworvenheden van de rechthebbende buiten de context van de revalidatievoorziening te vergemakkelijken. Anderzijds is het de bedoeling de betrokkenheid tussen de rechthebbende en zijn leefomgevingen (gezin, school, ... ) in stand te houden. De samenwerking met de ouders of de wettelijke vertegenwoordigers van de rechthebbende is in dat opzicht één van de belangrijkste instrumenten om de sociale re-integratie van de rechthebbende aan het einde van zijn revalidatieperiode mogelijk te maken.
Deze samenwerking vertaalt zich tijdens de revalidatieperiode in maandelijkse ontmoetingen tussen één of meerdere therapeuten van de revalidatievoorziening en de ouders of de wettelijke vertegenwoordigers van de rechthebbende en eventueel de personen die de verantwoordelijkheid zullen dragen voor zijn verdere tenlasteneming.
§2. De tijdelijke terugkeer in de loop van de revalidatieperiode (tijdens weekends, sluitingsperiodes van de revalidatievoorziening, ...) van de rechthebbende in het gezin wordt samen met de ouders of de wettelijke vertegenwoordigers van de rechthebbende voorbereid.
Tijdens haar sluitingsdagen verzekert de revalidatievoorziening een telefonische permanentie, waar de ouders of de verantwoordelijken van de rechthebbenden terecht kunnen bij het zoeken naar concrete oplossingen voor eventuele dringende probleemsituaties die rechtstreeks het gevolg zijn van de stoornissen die de aanleiding hebben gevormd voor de opname van de rechthebbende.
Indien de situatie van de rechthebbende of van zijn gezin dit rechtvaardigt, dient de revalidatievoorziening steeds een aangepaste oplossing voor te kunnen stellen rond de begeleiding van de rechthebbende in zijn thuisomgeving of rond zijn eventuele opname in een aangepaste gezinsvervangende instelling, tijdens de sluitingsdagen van de revalidatievoorziening. Het voorstel om de rechthebbende op te nemen in een gezinsvervangende instelling is vrijblijvend in hoofde van het gezin en wordt enkel door de revalidatievoorziening gedaan in geval van werkelijke onmacht van het gezin om een milieu te bieden waarin de rechthebbende zich kan handhaven of wanneer het gezin manifest niet in staat is om met de symptomen van de rechthebbende om te gaan (in het bijzonder in geval van ernstige gedragsstoornissen). De oplossing die erin bestaat dat de zorggebruiker tijdelijk opgenomen wordt in een gezinsvervangende instelling, wordt door de revalidatievoorziening voorbereid in overleg met de personen die binnen die gezinsvervangende instelling verantwoordelijk zullen zijn voor de rechthebbende. Behalve in het geval van een gemotiveerde
uitzondering wordt de rechthebbende, tijdens sluitingsperiodes van de revalidatievoorziening, altijd in dezelfde gezinsvervangende instelling opgenomen. De revalidatievoorziening onderhoudt alle noodzakelijke contacten met het netwerk van zorgverleners en instellingen om, wanneer nodig, een beroep te kunnen doen op een gezinsvervangende instelling of dienst die aan de behoeften van de rechthebbende beantwoordt. Het centrum verbindt zich ertoe om meerdere samenwerkingsakkoorden af te sluiten met andere instellingen en diensten. Volgens deze samenwerkingsakkoorden zouden rechthebbenden waarvoor dit noodzakelijk mocht blijken, tijdens de sluitingsdagen van de revalidatievoorziening, steeds binnen 24u opgevangen kunnen worden door deze instellingen of diensten.
§3. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe om de ouders of de wettelijke vertegenwoordigers van de rechthebbende schriftelijk in te lichten over de bepalingen van §§ 1 en 2 van dit artikel.
Artikel 9. §1. Vanaf de eerste maanden van de revalidatie van een rechthebbende zal de revalidatievoorziening, in samenspraak met diens ouders of wettelijke vertegenwoordiger, nagaan of het noodzakelijk is dat de rechthebbende ná zijn verblijf in de revalidatievoorziening nog elders in behandeling genomen wordt en wat dan de modaliteiten van die verdere behandeling dienen te zijn. Dit wordt telkens opnieuw onderzocht naar aanleiding van de halfjaarlijkse evaluaties, zoals bedoeld in artikel 7, §1.
Indien een verdere behandeling in een andere voorziening aangewezen is, neemt de revalidatievoorziening, zodra de voorwaarden voor die verdere behandeling zijn vastgesteld, contact op met de verantwoordelijken voor deze verdere behandeling, zodat de overgang voor de rechthebbende zo vlot mogelijk kan verlopen.
§2. Het centrum onderhoudt met een voldoende aantal verschillende artsen-specialisten, verzorgingsinstellingen en diensten de noodzakelijke contacten om indien nodig aangepaste, concrete voorstellen te kunnen doen voor de verdere therapeutische behandeling van de rechthebbenden buiten de revalidatievoorziening.
3.4. Duur van de revalidatie
Artikel 10. §1. De gecumuleerde totaalduur van alle revalidatieperiodes waarvoor een beslissing tot goedkeuring voor de tegemoetkoming voor revalidatieverstrekkingen kan worden verleend , mag niet meer dan 5 jaar bedragen.
Bovendien mag de gemiddelde gecumuleerde totaalduur van de revalidatieperiodes waarvoor een beslissing tot goedkeuring voor de tegemoetkoming voor revalidatievertrekkingen werd verleend van alle rechthebbenden die de revalidatievoorziening gedurende de laatste 5 jaar hebben verlaten, op een bepaald moment nooit meer dan 3 jaar bedragen.
§2. Voor de berekening van de duur van de periodes bedoeld in §1, houdt men geen rekening met de periodes van meer dan 14 opeenvolgende dagen tijdens welke de rechthebbende niet in de revalidatievoorziening was opgenomen.
3.5. Multidisciplinariteit van de therapeutische equipe
Artikel 11. §1. De revalidatie is een multidisciplinair proces waaraan het volledige therapeutisch personeel van de revalidatievoorziening, weergegeven in bijlage bij deze overeenkomst, deelneemt.
§2. De vergaderingen van het therapeutisch team dragen bij tot het garanderen van de coherente werking van dit team en zijn interventies. De vergaderingen worden geleid door de verantwoordelijke arts, zoals bedoeld in artikel 12.
De vergaderingen gaan inhoudelijk vooral over:
- de opvolging van het functioneren van elke individuele rechthebbende,
- de theoretische principes en de methodologie van de revalidatieprogramma's en in het algemeen elke materie betreffende het behandelen van zorggebruikers met psychische stoornissen die interessant en relevant is voor het multidisciplinair team met het oog op de verstrekking van de revalidatieprogramma's.
Artikel 12. De directie van de revalidatievoorziening wordt waargenomen door een verantwoordelijke arts en een administratief directeur.
De verantwoordelijke arts staat in voor,
- het actueel houden en de theoretische gefundeerdheid van de principes die de basis vormen van de revalidatieprogramma's;
- de gegrondheid en de klinische coherentie van elk individueel programma.
Hij ziet toe op de correcte toepassing van deze overeenkomst op therapeutisch niveau.
De administratief directeur ziet erop toe dat de personele en werkingsmiddelen van de revalidatievoorziening dusdanig worden ingezet dat de individuele programma's optimaal verlopen en de organisatie van het centrum zo mogelijk kan bijdragen tot betere resultaten van deze programma's. Hij ziet toe op de correcte toepassing van de overeenkomst op administratief en financieel niveau.
3.6. Wetenschappelijke raad
Artikel 13. §1. De wetenschappelijke raad van de revalidatievoorziening bestaat uit minstens 4 leden van wie de klinische en wetenschappelijke competenties op het vlak van kinderpsychiatrie door hun vakgenoten worden erkend. Minstens 2 van die leden kunnen (door hun studie, hun publicaties, hun deelname aan onderzoek... ) een grondige kennis voorleggen van de wetenschappelijke literatuur die een bijdrage heeft geleverd om de in artikel 3, §1, punt 2 bedoelde psychische stoornissen bij kinderen of adolescenten beter te kunnen begrijpen. Onder wetenschappelijke literatuur verstaat men het geheel van peer reviewed publicaties dat in internationale databanken zoals Medline is opgenomen.
§2. De wetenschappelijke raad vergadert minstens een keer per jaar om de verschillende aspecten te bespreken van de theoretische principes die de basis vormen voor de revalidatieprogramma's. Die vergadering kan als een studiedag worden georganiseerd tijdens welke klinische gevalstudies van één of meerdere rechthebbenden worden uiteengezet en besproken. Er wordt een schriftelijke verslag van de vergaderingen opgesteld.
§3. Verschillende revalidatievoorzieningen van de sector van de kinderpsychiatrische revalidatie (identificatienummer 7.74.0nn.nn) kunnen eenzelfde wetenschappelijke raad hebben. De vergaderingen van de raad kunnen dan gezamenlijk door die revalidatievoorzieningen worden georganiseerd.
Hoofdstuk IV. CAPACITEIT VAN DE REVALIDATIEVOORZIENING EN PERSONEELSKADER
Artikel 14. De revalidatievoorziening is 230 dagen per kalenderjaar open. De revalidatievoorziening kan maximaal 19 zorggebruikers per dag opnemen die al dan niet rechthebbende zijn, met een jaarlijks gemiddelde van 17 interne zorggebruikers per dag.
Voor de toepassing van dit artikel mag alleen rekening gehouden worden met het werkelijke aantal zorggebruikers, ongeacht de prijs die voor deze zorggebruikers kan worden aangerekend (al dan niet krachtens artikel 28, §3, verminderde prijzen van de verpleeg- en revalidatiedag aan 100% of 70%).
Artikel 15. Het personeelskader van de revalidatievoorziening, waarmee rekening wordt gehouden voor de berekening van het in artikel 22, §2, vastgestelde bedrag van de verpleeg- en revalidatiedag, gaat als bijlage 4 bij deze overeenkomst. De personeelsleden van de revalidatievoorziening zoals bedoeld in de artikelen 16 tot en met 20, zijn de artsen, therapeuten, administratieve bedienden en werknemers die in het personeelskader zijn opgenomen of degenen die hen vervangen overeenkomstig de bepalingen van deze overeenkomst.
Artikel 16. Elk personeelslid realiseert in de revalidatievoorziening minstens gedurende het aantal uren dat hij volgens de bijlage 4 bij deze overeenkomst deel uitmaakt van het personeelskader, activiteiten die bijdragen tot de realisatie van de revalidatieprogramma's.
Artikel 17. §1. Teneinde de kwaliteit van de revalidatie te verzekeren, verbindt de revalidatievoorziening zich ertoe om steeds het personeelskader, voorzien in bijlage 4 bij deze overeenkomst, volledig op te vullen. Dit houdt in dat zij zich ertoe verbindt steeds alle schikkingen te treffen om te vermijden dat een in het personeelskader voorziene functie niet zou opgevuld worden. Zo zal de revalidatievoorziening, zodra een in het personeelskader voorziene functie open zal komen door ontslagneming, afdanking of door redenen van gewettigde langdurige afwezigheid (loopbaanonderbreking, verlof zonder wedde, ziekte, ... ) onmiddellijk maatregelen nemen om in de vervanging van het tijdelijk of definitief weggevallen personeelslid te voorzien.
De revalidatievoorziening is evenwel niet verplicht een door haar ontslagen personeelslid te vervangen dat op verzoek van de revalidatievoorziening geen arbeidsprestaties meer verricht tijdens de nog bezoldigde wettelijke vooropzegperiode, en dit zolang dat personeelslid nog effectief door de revalidatievoorziening vergoed wordt. De revalidatievoorziening is evenmin verplicht een personeelslid dat afwezig is wegens ziekte te vervangen gedurende de wettelijke periode van gewaarborgd loon, tijdens welke het zieke personeelslid nog effectief door de revalidatievoorziening bezoldigd wordt.
§2. Indien het agentschap vaststelt dat de revalidatievoorziening zich niet gehouden heeft aan de bepalingen van artikel 17, §1, kan de minister ertoe besluiten, naast elke andere nuttig geachte maatregel, de in artikel 22, §2, vastgestelde tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen te verminderen met een bepaald bedrag gedurende een periode die door de minister bepaald wordt. Deze periode kan nooit de duur van de periode van niet naleving van de bepalingen van artikel 17, §1, overschrijden. Voordat de minister enige beslissing xxxxxxx neemt, dient de revalidatievoorziening de gelegenheid gehad te hebben om de redenen van niet naleving van deze bepalingen schriftelijk toe te lichten.
De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe om in geen enkel geval de verminderingen die op basis van de bepalingen van deze paragraaf zijn toegepast, te verhalen op de rechthebbenden die door haar in behandeling zijn genomen of op haar personeelsleden.
Artikel 18. §1. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe haar personeel minstens te bezoldigen op basis van de principes toegepast bij de berekening van de kosten, opgenomen in bijlage 4 bij deze overeenkomst.
De gehanteerde principes voor deze berekening, zoals die van toepassing waren in de overeenkomst tussen het verzekeringscomité van het RIZIV en de revalidatievoorziening die door voorliggende overeenkomst wordt vervangen, blijven ongewijzigd behouden.
De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe bepaalde voordelen die in het kader van nieuwe C.A.O.'s, gesloten binnen het paritair comité 330.01.41, Vlaamse sector voor de revalidatievoorzieningen, aan
het personeel zouden toegekend worden en waarvan de kosten ten gevolge van een beslissing van de minister in de verpleeg- en revalidatiedagprijs zouden opgenomen worden, eveneens toe te kennen aan haar personeel.
§2. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe jaarlijks, ten laatste op 31 maart, aan het Fonds voor de uitbetaling van een vakbondspremie, het in de revalidatiedagprijs verrekend vast bedrag (momenteel 0,05 euro) over te maken voor iedere krachtens deze overeenkomst revalidatieprestatie die voor tegemoetkoming in de revalidatieverstrekkingen in aanmerking kwam en die het voorbije kalenderjaar door de verzekeringsinstellingen uitbetaald werd.
Voor de toepassing van deze paragraaf geldt elke verpleeg- en revalidatiedag waarvoor krachtens artikel 6, §9, een verminderde prijs wordt aangerekend, als 70 % van een verpleeg- en revalidatiedag zoals gedefinieerd in artikel 22.
§3. In geval een in het personeelskader van de revalidatievoorziening voorziene functie contractueel vervuld wordt door een zelfstandige, verbindt de revalidatievoorziening zich ertoe voor diens prestaties een honorarium te betalen dat minstens gelijk is aan de totale loonkost in geval van tewerkstelling op basis van een werknemersstatuut. De voornoemde totale loonkost omvat, naast de bruto bezoldiging onder meer de toeslag voor onregelmatige uren, het vakantiegeld, alle premies en de patronale R.S.Z.- bijdragen, wetsverzekering, ....
§4. Het agentschap kan niet beschouwd worden als partij betrokken bij de contracten afgesloten tussen de revalidatievoorziening en haar personeel.
Artikel 19. §1. Het aandeel van de personeelskosten in de prijs per verpleeg- en revalidatiedag zal aan de realiteit worden aangepast, indien de werkelijke personeelsuitgaven, ten gevolge van de evolutie van de anciënniteit van het werkelijk tewerkgesteld personeel, 1 % hoger zouden komen te liggen dan de personeelskosten die begrepen zijn in die prijs.
De procedure zoals bepaald in artikel 193 van het besluit is desgevallend van toepassing.
Artikel 20. §1. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe elk personeelslid schriftelijk de inhoud mee te delen van de hoofdstukken I tot en met III en VI van de huidige overeenkomst, inclusief eventuele wijzigingen van deze bepalingen, en ook het therapeutisch programma waarnaar verwezen wordt in de preambule van deze overeenkomst.
De revalidatievoorziening bewaart de documenten waaruit blijkt dat elk personeelslid kennis heeft genomen van deze stukken en houdt ze ter beschikking van het agentschap.
§2. De revalidatievoorziening machtigt het agentschap om aan elk personeelslid die dit vraagt, de gegevens mee te delen over de manier waarop diens loon wordt berekend.
Hoofdstuk V. PRIJS VAN DE TEGEMOETKOMING VOOR DE REVALIDATIEVERSTREKKINGEN
Artikel 21. Een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen is verschuldigd voor elke verpleeg- en revalidatiedag die voor een rechthebbende gerealiseerd wordt en die beantwoordt aan de voorwaarden van deze overeenkomst.
Artikel 22. §1. De prijs van de verpleeg- en revalidatiedag, zoals bedoeld in artikel 5, wordt beschouwd als de basisprijs (100%).
In de gevallen die bedoeld worden in artikel 6, §9, dient de in §2 van dit artikel vastgestelde prijs van de verpleeg- en revalidatiedag verminderd te worden tot 70 %.
§2. Rekening houdend met het personeel en de werkingskosten die worden vermeld in bijlage bij deze overeenkomst, wordt de prijs van de verpleeg- en revalidatiedag aan 100 % vastgesteld op:
totaalbedrag | Indexeerbaar gedeelte | Niet – indexeerbaar gedeelte | |
Verpleeg- en revalidatiedag (100 %) | x€ | x € | x € |
§3. Het indexeerbaar gedeelte van de prijs per verpleeg- en revalidatiedag is gekoppeld aan de spilindex 105,10 (september 2018; basis 2013) van de consumptieprijzen. Het indexeerbaar gedeelte wordt aangepast volgens de bepalingen van artikel 192 van het besluit.
§4. In toepassing van de bepalingen van artikel 217 van het besluit betreffende het persoonlijk aandeel , dienen de aan de verzekeringsinstellingen aangerekende verpleeg- en revalidatiedagen te worden verminderd met de in artikel 220 tot 223 van het besluit voorziene bedragen.
Hoofdstuk VI. CUMULVERBODEN
Artikel 23. Behoudens toepassing van de bepalingen van artikel 7, §2, betreffende de evaluatie in samenwerking met een derde, waarbij die derde het multidisciplinair team is van een referentiecentrum voor autisme, is de tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen van de verpleeg- en revalidatiedag niet verschuldigd, als de rechthebbende in de loop van die dag beroep doet op een andere -revalidatievoorziening.
Artikel 24. §1. Geen enkele verstrekking van de nomenclatuur van geneeskundige verstrekkingen die een arts of therapeut van de revalidatievoorziening, die deel uitmaakt van het in bijlage bij deze overeenkomst vermelde personeelskader, bij een rechthebbende heeft uitgevoerd gedurende de periode van de revalidatie in de revalidatievoorziening, mag door de revalidatievoorziening of door het betrokken personeelslid aan de verzekeringsinstelling of aan de rechthebbende worden aangerekend, ongeacht het feit of die verstrekking al dan niet in de revalidatievoorziening is verricht.
§2. De verstrekkingen die in de nomenclatuur van geneeskundige verstrekkingen worden vermeld en die voor de rechthebbenden in de revalidatievoorziening zijn verricht door een arts die geen deel uitmaakt van het personeel van de revalidatievoorziening, kunnen bovenop de verpleeg- en revalidatiedag worden terugbetaald, behalve indien het gaat om een verstrekking die door een psychiater is verricht zoals bepaald in artikel 38 van het besluit.
§3. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe om alle nuttige maatregelen te nemen met het oog op de naleving van de bepalingen van §1 van dit artikel. Bovendien verbindt de revalidatievoorziening zich ertoe om de voorwaarden van §§ 1 en 2 van dit artikel schriftelijk te betekenen aan een wettelijke vertegenwoordiger van de rechthebbende. De revalidatievoorziening formuleert daarbij uitdrukkelijk de draagwijdte van deze bepalingen. De revalidatievoorziening bewaart een kopie van het door de wettelijke vertegenwoordiger van de rechthebbende ondertekende ontvangstbewijs van die betekening.
Hoofdstuk VII. AANVRAAGPROCEDURE VOOR TEGEMOETKOMING IN DE REVALIDATIEKOSTEN
Artikel 25. §1. Een tegemoetkoming voor revalidatieverstrekkingen en, in voorkomend geval, de reiskosten voor zorggebruikers die worden vervoerd in een voertuig dat is aangepast voor het vervoer in een rolstoel,
die verband houden met deze revalidatieverstrekkingen, kan enkel worden toegekend als de verzekeringsinstelling, waarbij de zorggebruiker is aangesloten of ingeschreven, een beslissing tot goedkeuring van de aangevraagde tegemoetkoming heeft genomen, zoals bepaald in artikel 205 van het besluit.
Een dergelijke beslissing tot goedkeuring van de tegemoetkoming geeft echter niet automatisch recht op een financiële tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekking: alleen de revalidatieverstrekkingen die effectief gerealiseerd worden binnen de aanvaarde revalidatieperiode komen voor vergoeding in aanmerking.
De inrichting verbindt zich ertoe de rechthebbende hierover behoorlijk te informeren en de aanvraag voor tegemoetkoming in te dienen bij de verzekeringsinstelling van inschrijving of aansluiting.
§2. De aanvraag van de tegemoetkoming voor revalidatieverstrekkingen en, in voorkomend geval, de reiskosten, voor zorggebruikers die worden vervoerd in een voertuig dat is aangepast voor het vervoer in een rolstoel, gebeurt conform de procedure zoals vermeld in artikel 204 tot 209 van het besluit. Het model van aanvraagformulier wordt beschreven in artikel 209 van het besluit. De revalidatievoorziening dient steeds de laatste versie van het aanvraagformulier (zoals gepubliceerd op de website) te gebruiken.
§3. In het geval van een eerste aanvraag tot tegemoetkoming in de revalidatieverstrekkingen is de standaardaanvraagprocedure, zoals vermeld in artikel 211 en artikel 371 van het besluit van toepassing. Een aanvraag tot verlenging van de tegemoetkoming in de revalidatieverstrekkingen, verloopt steeds via de vereenvoudigde aanvraagprocedure, zoals beschreven in artikel 212 van het besluit. Alle aanvragen tot tegemoetkoming in de reiskosten, voor zorggebruikers die worden vervoerd in een voertuig dat is aangepast voor het vervoer in een rolstoel, die verband houden met de revalidatieverstrekkingen, verlopen steeds via de standaard aanvraagprocedure zoals vermeld in artikel 196 en 201 van het besluit.
Artikel 26. In geval van akkoord wordt in de beslissing tot goedkeuring voor de tegemoetkoming voor revalidatieverstrekkingen, in functie van het specifieke revalidatieprogramma dat door de revalidatievoorziening wordt voorgesteld, de begindatum en de duur van de periode van tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen voor de rechthebbende vermeld.
Hoofdstuk VIII. FACTURATIE
Artikel 27. Voor elke rechthebbende verbindt de revalidatievoorziening zich ertoe de verpleeg- en revalidatiedagprijs aan te rekenen door middel van een factuur waarvan het model door het agentschap is aanvaard. Op die factuur dienen ter informatie ook alle bedragen te worden vermeld die door de revalidatievoorziening aan de rechthebbenden zijn gefactureerd voor zaken die niet tot de revalidatie behoren. Een afschrift van die factuur moet aan de rechthebbende of aan zijn wettige vertegenwoordiger worden bezorgd.
Artikel 28. §1. De "realiseerbare capaciteit" van de revalidatievoorziening bedraagt x verpleeg- en revalidatiedagen aan 100 %.
De "normale facturatiecapaciteit", zijnde het normale aantal verpleeg- en revalidatiedagen dat in een zelfde kalenderjaar voor tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking komt, wordt vastgelegd op 90 % van de realiseerbare capaciteit, te weten x verpleeg- en revalidatiedagen aan 100 %.
De "maximale facturatiecapaciteit", zijnde het maximum aantal verpleeg- en revalidatiedagen dat in een zelfde kalenderjaar voor tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking komt, wordt vastgelegd op 98 % van de realiseerbare capaciteit, te weten x verpleeg- en revalidatiedagen aan 100 %.
§2. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe nooit verpleeg- en revalidatiedagen aan te rekenen boven de "maximale" facturatiecapaciteit", noch aan de rechthebbenden, noch aan de verzekeringsinstellingen.
§3. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe om de verpleeg- en revalidatiedagen die in de loop van een kalenderjaar boven de "normale facturatiecapaciteit" gerealiseerd worden, aan een verminderde prijs te factureren aan de verzekeringsinstellingen. Deze verminderde prijs zal in dat kalenderjaar ofwel 50 %, ofwel 25 % bedragen van de prijs van de verpleeg- en revalidatiedag aan 100 % of aan 70 %, afhankelijk van het aantal vergoedbare verpleeg- en revalidatiedagen dat in de vorige kalenderjaren gerealiseerd werd.
Deze verminderde prijzen bedragen:
1) 50 % van de prijs van de verpleeg- en revalidatiedag aan 100 % of aan 70 %:
a) als in het kalenderjaar dat onmiddellijk voorafgaat aan het beschouwde kalenderjaar, de revalidatievoorziening niet meer dan x [aantal= 90 % van de realiseerbare capaciteit] verpleeg- en revalidatiedagen die voor tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking kwamen heeft gerealiseerd;
of
b) als sinds het recentste kalenderjaar waarvoor de normale facturatiecapaciteit niet is overschreden, de revalidatievoorziening in geen enkel kalenderjaar meer dan x [aantal= 94 % van de realiseerbare capaciteit] verpleeg- en revalidatiedagen die voor tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking kwamen heeft gerealiseerd.
2) 25 % van de prijs van de verpleeg- en revalidatiedag aan 100 % of aan 70 %:
a) als in het kalenderjaar dat onmiddellijk voorafgaat aan het beschouwde kalenderjaar, de revalidatievoorziening meer dan x [aantal = 94 % van de realiseerbare capaciteit] verpleeg- en revalidatiedagen die voor tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking kwamen heeft gerealiseerd;
of
b) als sinds het recentste kalenderjaar waarvoor de normale facturatiecapaciteit niet is overschreden, de revalidatievoorziening in minstens één kalenderjaar meer dan x [aantal = 94 % van de realiseerbare capaciteit] verpleeg- en revalidatiedagen die voor tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking kwamen heeft gerealiseerd.
§4. Voor de toepassing van dit artikel geldt elke verpleeg- en revalidatiedag waarvoor de basisprijs krachtens artikel 6, §9, aan 70 % dient te worden aangerekend, als 70/100 van de verpleeg- en revalidatiedag die aan de in artikel 22, §2, vastgelegde basisprijs (100 %) wordt aangerekend.
§5. De verpleeg- en revalidatiedagen die aan de Belgische verzekeringsinstellingen worden aangerekend voor zorggebruikers die ten laste zijn van een buitenlandse verzekeringsinstelling, zijn begrepen in de normale en maximale facturatiecapaciteit.
§6. De verpleeg- en revalidatiedagen die de revalidatievoorziening realiseert voor zorggebruikers die geen rechthebbende zijn, kunnen aan andere instanties worden aangerekend. Het totaal van alle aan de verzekeringsinstellingen en aan derden voor een bepaald kalenderjaar aangerekende prestaties, mag echter nooit de realiseerbare capaciteit van de revalidatievoorziening, zoals gedefinieerd in §1 hierboven, overschrijden.
§7. Indien de overeenkomst met de revalidatievoorziening in een bepaald kalenderjaar slechts een deel van dat kalenderjaar van toepassing is, dienen de in deze overeenkomst vermelde facturatiecapaciteiten voor dat kalenderjaar proportioneel te worden verminderd, rekening gehouden met de termijn dat de overeenkomst
in dat kalenderjaar van toepassing is.
Artikel 29. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe om per dag en per rechthebbende nooit meer dan 1 verpleeg- en revalidatiedag te factureren.
Hoofdstuk IX. ALGEMENE ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN
Artikel 30. De V.Z.W. "De Dauw" verbindt zich ertoe een boekhouding te voeren die een overzicht geeft van alle inkomsten en uitgaven die voortvloeien uit de activiteiten van de revalidatievoorziening, waarbij deze activiteiten als een afzonderlijke kostenrubriek worden beschouwd die het mogelijk maakt de kostprijs van de bedoelde activiteiten na te gaan.
Het voeren van deze boekhouding dient zo veel mogelijk te gebeuren conform de door het agentschap aanvaarde boekhoudkundige richtlijnen voor de revalidatievoorzieningen, onder meer wat de minimumindeling van het rekeningenstelsel en de gehanteerde afschrijvingstermijnen voor investeringen betreft. De gevoerde boekhouding moet daarenboven toelaten de specifieke inkomsten en uitgaven van de activiteiten van de revalidatievoorziening die niet door deze overeenkomst gedekt worden, te onderscheiden.
Een overzicht van de inkomsten en uitgaven met betrekking tot de activiteiten van de revalidatievoorziening moet jaarlijks, binnen de zes maanden na het afsluiten van het boekjaar, dat telkens aanvangt op 1 januari en eindigt op 31 december, naar het agentschap worden gestuurd. Het agentschap kan voor het opmaken van dit overzicht van de inkomsten en uitgaven ten allen tijde een eenvormig model opleggen.
De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe het agentschap steeds op de hoogte te houden van het effectief door de revalidatievoorziening tewerkgesteld personeel. Hiertoe zal de revalidatievoorziening jaarlijks een overzichtstabel van het tewerkgestelde personeel bezorgen aan het agentschap. De overzichtstabel wordt conform de richtlijnen die door het agentschap werd bepaald ingevuld.
Indien de boekhoudkundige documenten, opgemaakt volgens de regels die dienaangaande zijn opgelegd door het agentschap, niet worden overgemaakt vóór het einde van de zesde maand die volgt op het afsluiten van het boekjaar, wordt de revalidatievoorziening, per aangetekend schrijven, aan haar verplichting terzake herinnerd. Indien binnen de 30 kalenderdagen na het versturen van dit aangetekend schrijven deze documenten nog niet worden overgemaakt, worden de betalingen door de verzekeringsinstellingen in het kader van deze overeenkomst, ambtshalve opgeschort.
De revalidatievoorziening moet de bewijsstukken van de inkomsten en uitgaven gedurende 10 jaar bewaren. De gevoerde boekhouding dient steeds toegankelijk te zijn voor het agentschap.
Artikel 31. §1. De revalidatievoorziening houdt een register van de dagelijkse aanwezigheden bij waarvan het model is aanvaard door het agentschap en waarin de identiteit van alle in de revalidatievoorziening aanwezige zorggebruikers, al dan niet rechthebbende, wordt opgetekend. Dit register moet worden beschouwd als het basisdocument voor de in artikel 27 bedoelde facturatie.
Het aanwezigheidsregister moet dagelijks vóór 10 uur worden ingevuld.
§2. De revalidatievoorziening stelt op basis van het aanwezigheidsregister zijn productiecijfers op (zijnde het aantal gepresteerde forfaits, per soort, vermenigvuldigd met hun respectievelijke prijs). De revalidatievoorziening verbindt er zich toe de productiecijfers ter beschikking te houden van het agentschap. De productiecijfers worden, op eenvoudig verzoek van het agentschap, binnen de maand overgemaakt aan het agentschap.
§3. De revalidatievoorziening verbindt er zich toe op vraag van het agentschap de bedoelde aanwezigheidsregisters voor te leggen om de productiecijfers te staven. Het opzettelijk bijhouden of
overmaken van verkeerde productiecijfers zal aanleiding geven tot de ambtshalve opschorting van betaling door de verzekeringsinstellingen in het kader van deze overeenkomst.
De revalidatievoorziening wijst een contactpersoon aan die belast wordt met het bijhouden en desgevallend overmaken van de productiecijfers. De revalidatievoorziening deelt diens contactgegevens (naam, telefoonnummer, e-mail) mee aan het agentschap en houdt deze eveneens op de hoogte van elke wijziging in deze contactgegevens.
§4. De revalidatievoorziening verbindt er zich toe om de bepalingen die betrekking hebben op het dagelijks bijhouden van het aanwezigheidsregister en van de productiecijfers, nauwgezet na te leven.
Bij het niet nakomen van de verplichting om de aanwezigheidsregisters correct in te vullen of de productiecijfers correct bij te houden, worden, bij een eerste inbreuk, de verstrekkingen die gerealiseerd zijn op de dag dat de inbreuk werd vastgesteld, niet vergoed. Bij een tweede inbreuk zal geen enkele verstrekking worden vergoed voor de dagen waarvoor het aanwezigheidsregister niet correct werd ingevuld en/of de productiecijfers niet correct werden bijgehouden.
§5. Aan het begin van elke dag stelt het therapeutisch team een uurrooster van de dagactiviteiten op, onder de verantwoordelijkheid van de verantwoordelijk arts en/of van de therapeutisch verantwoordelijke van het team. Dat rooster geeft voor elk uur de lijst van geplande activiteiten aan en voor elk van die activiteiten de volledige lijst van therapeuten en rechthebbenden die daaraan deelnemen.
Artikel 32. §1. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe het agentschap, de zorgkassencommissie en de verzekeringsinstellingen alle informatie te bezorgen die hen toelaat de naleving van de bepalingen van deze overeenkomst in al zijn aspecten te controleren.
§2. De revalidatievoorziening staat alle afgevaardigden van het agentschap, de Zorgkassencommissie of van de verzekeringsinstellingen toe om de bezoeken af te leggen die zij nuttig achten voor de controle op de naleving van de bepalingen van deze overeenkomst.
Artikel 33. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe om in voorkomend geval alle informatie waarvan de overdracht uitdrukkelijk in deze overeenkomst is voorzien, mee te delen langs elektronische weg en volgens het formaat dat door het agentschap gevraagd wordt.
Artikel 34. §1. De raad van bestuur van de revalidatievoorziening verbindt zich ertoe om de voorwaarden te creëren die de verantwoordelijk arts, de therapeutische verantwoordelijke en de administratief directeur in staat stellen om alle bepalingen van deze overeenkomst na te leven.
§2. De raad van bestuur van de revalidatievoorziening neemt de gehele verantwoordelijkheid op zich van de eventuele niet naleving van de bepalingen van deze overeenkomst door de revalidatievoorziening en van de financiële gevolgen die daaruit voortvloeien.
Hoofdstuk X. GELDIGHEIDSPERIODE EN OVERGANGSBEPALINGEN
Artikel 35. §1. Deze overeenkomst, opgemaakt in twee exemplaren en behoorlijk ondertekend door beide partijen, treedt in werking op 1 augustus 2019.
Deze overeenkomst vervangt de overeenkomst d.d. 1 mei 2019 tussen de Vlaamse Gemeenschap en de VZW De Dauw, als inrichtende macht van het behandelingscentrum voor kinderen/jongeren met autisme en/of psychotische kwetsbaarheid De Dauw.
Deze overeenkomst wordt op therapeutisch vlak beschouwd als een normale verderzetting van de
revalidatieprogramma’s zoals bepaald in de overeenkomst van 12 januari 2010, tussen het Comité van de
Verzekering voor geneeskundige verzorging van het RIZIV en de revalidatievoorziening.
Voor elke zorggebruiker die een beslissing tot goedkeuring voor tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in het kader van het in het eerste lid vermelde overeenkomst heeft bekomen, mag de revalidatievoorziening het begonnen revalidatieprogramma verder zetten tot het einde van de periode waarvoor een beslissing tot goedkeuring werd bekomen.
Bij een eventueel nieuwe aanvraag vanaf 1 januari 2019 tot verlenging van de tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen en waarvoor de 1ste dag waarop revalidatieverstrekkingen in het kader van de verlenging worden verricht na 1 januari 2019 valt moeten de zorggebruikers beantwoorden aan de voorwaarden zoals bepaald in deze overeenkomst en moet de procedure zoals bepaald in artikel 18 van deze overeenkomst worden doorlopen.
Bij een eventueel nieuwe aanvraag vanaf 1 januari 2019 tot verlenging van de tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen en waarvoor de 1ste dag waarop revalidatieverstrekkingen in het kader van de verlenging worden verricht vóór 1 januari 2019 valt moeten de zorggebruikers beantwoorden aan de voorwaarden zoals die geldig waren vóór het in werking treden van deze overeenkomst en moet de procedure zoals die geldig was vóór het in werking treden van deze overeenkomst worden doorlopen.
§2. Deze overeenkomst is voor onbepaalde duur geldig.
Het beëindigen van deze overeenkomst verloopt hetzij conform de procedure zoals bepaald in artikel 182 tot en met 190 van het besluit, in het geval de minister de overeenkomst wil beëindigen, hetzij conform de procedure zoals bepaald in artikel 174 tot en met 181 van het besluit, in het geval de revalidatievoorziening de overeenkomst wil beëindigen.
§3. De bijlagen bij deze overeenkomst maken integrerend deel uit van deze overeenkomst.
• Bijlage 1 – therapeutisch project
• Bijlage 2 – prijsberekening dd. 01.08.2019
• Bijlage 3 – bevat het formulier dat moet worden gebruikt voor het aanvragen van een tegemoetkoming door de verzekeringsinstellingen in de revalidatieverstrekkingen.
Opgemaakt te Brussel op 25 juni 2019
De voorzitter van de raad van bestuur de revalidatievoorziening | De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin |
Xx Xxxxxxxxxx | |
De verantwoordelijke arts van de revalidatievoorziening | |
18
Coördinatie | |
Basisovereenkomst d.d. 12.01.2010 | basisdocument |
Wijzigingsclausule d.d. 01.12.2011 | Art. 1 – aanp. Art. 22 (prijsaanpassing) Art. 2 – nieuwe bijlage Art. 3 – NVT (inhaalforfait tot 31.12.2011) |
Wijzigingsclausule d.d. 11.08.2014 | Art. 1 – aanp. Art. 22 (prijsaanpassing) Art. 2 – nieuwe bijlage |
Wijzigingsclausule d.d. 14.11.2014 | Art. 3 – aanp. art. 22 (Prijsaanpassing 2% loonverhoging artsen) Art. 4 – NVT (inhaalforfait t.e.m. 31.10.2014) |
Wijzigingsclausule d.d. 31.12.2018 | Art. 1 – aanpassing art 22 (Prijsaanpassing – nachtdienst) |
01.01.2019 | Vlaamse revalidatieovereenkomst |
01.05.2019 | - Aanpassing art. 22 §2.Prijs (correctie) - Toevoeging art. 22 §5 inhaalvergoeding (01.01.19-30.04.19) - Aanpassing art. 35 §1. Startdatum overeenkomst 01.05.2019 - Nieuwe bijlage II prijsberekening en berekening inhaalvergoeding |
01.08.2019 | - Aanpassing art. 22 §2. Prijs 01.08.2019 - Aanpassing art. 35 §1. Startdatum overeenkomst 01.08.2019 - Nieuwe bijlage II prijsberekening |