Aanbestedingsleidraad
Aanbestedingsleidraad
voor de aanbesteding van de opdracht met zaaknummer 31146554 voor het engineeren en uitvoeren van de renovatie A12 IJsselbruggen
Inschrijvings- en beoordelingsfase
TSU
TFU
Dialoog-
g
esprekken
PSU
n
x
3
1 2-fasenovereenkomst
1 Wachtkamerovereenkomst
Fase 2: (nadruk op uitvoering)
Fase 1:
(nadruk op engineering)
Aanmeldings- en Selectiefase
Datum 1-9-2020
Colofon 1.2
Uitgegeven door Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat
Rijkswaterstaat Programma's, Projecten en Onderhoud Xxxxxxx 0000
0000 XX Xxxxxxx
Datum 1-9-2020
Status Definitief voor start aanbesteding
Versienummer 1.0
Inhoud
1 Algemene uitgangspunten 4
1.1 Algemeen 4
1.2 Aanbestedingsprocedure via TenderNed 5
1.3 Klachten met betrekking tot de aanbestedingsprocedure 5
1.4 Motiveringen in het kader van de Aanbestedingswet 5
2 Procedureoverzicht 8
2.1 Opdrachtomschrijving 8
2.2 Contractvorm 9
2.3 Wachtkamerovereenkomst 9
2.4 Planning 9
2.5 Visualisatie en leeswijzer 11
3 Uitsluitingsgronden, geschiktheidseisen en selectiecriteria 12
3.1 Uitsluitingsgronden 12
3.2 Geschiktheidseisen 12
3.3 Selectiecriterium 13
3.4 Toerekenen technische bekwaamheid 14
3.5 Bewijsmiddelen met betrekking tot de geschiktheidseisen en/of de selectiecriteria 14
3.6 Beroep op een andere natuurlijke of rechtspersoon 14
3.7 Voorkennis en belangenverstrengeling 15
4 Aanmeldingsfase 16
4.1 Procedurebeschrijving aanmeldingsfase 16
4.2 TSU: Tender Start Up 16
4.3 Nadere inlichtingen ten behoeve van de aanmelding 16
4.4 Wijze van aanmelden 17
4.5 Aanmelding als gegadigde door een samenwerkingsverband van ondernemers (combinatie) 18
4.6 Bij aanmelding te verstrekken documenten 18
5 Selectiefase 20
5.1 Wijze van selecteren 20
5.2 Selectiebeslissing en uitnodiging tot deelneming aan de dialoog 20
6 Dialoogfase en de inschrijvingsfase 21
6.1 TFU: Tender Follow Up 21
6.2 Nadere inlichtingen 21
6.2.1 Nadere inlichtingen als bedoeld in artikel 4.24 van het ARW 2016 21
6.3 De concurrentiegerichte dialoog 21
6.3.1 Doel dialoog 21
6.3.2 Opzet dialooggesprekken 22
6.3.3 Bewaken van gelijk speelveld 22
6.4 Samenwerkingsassessment 23
6.4.1 Verloop van het samenwerkingsassessment 23
6.4.2 Beoordelingscriteria en totstandkoming eindscore 24
6.4.3 Vrijgave resultaten 24
6.5 Inschrijving 25
6.5.1 Indienen van een inschrijving 25
6.5.2 Varianten van de inschrijver 26
6.5.3 Bevoegdheid tot het doen van een inschrijving 26
6.5.4 Inschrijving door een samenwerkingsverband van ondernemers (combinatie) 26
6.6 Bij inschrijving te verstrekken documenten 27
6.6.1 Algemeen 27
6.6.2 Bij de inschrijving te verstrekken kwalitatieve documenten 27
6.7 Opening van de inschrijvingen 30
6.8 Gestanddoening 30
7 Beoordelingsfase en gunningsbeslissing 31
7.1 Algemeen 31
7.2 Richtprijs 31
7.2.1 Opbouw richtprijs 31
7.2.2 Realiteitswaarde richtprijs 31
7.2.3 Hardheid richtprijs 32
7.2.4 Prijsvormingsproces in Fase 1 32
7.3 Gunningscriteria 32
7.4 Gunningsbeslissing 33
8 Overige bepalingen 34
8.1 Lotingsprocedure 34
8.2 Tussentijdse stopzetting of beëindiging van de aanbestedingsprocedure 34
8.3 Forumkeuze; rechtsbescherming 34
8.4 Ontwerpvergoeding 35
8.5 Blijvend voldoen 35
8.6 Additionele uitnodiging tot inschrijvingsfase 36
Bijlage A Aanmeldingsformulier 37
Bijlage B Uniform Europees Aanbestedingsdocument 40
Bijlage C Aanvullende eigen verklaring 41
Bijlage D Model indieningsformulier voor documenten van andere natuurlijke of rechtspersonen op wie de gegadigde/inschrijver zich beroept die met een handgeschreven handtekening worden ingediend 45
Bijlage E Gegevens omtrent technische bekwaamheid 47
Bijlage F Selectiecriterium: Reflectie op de organisatie 48
Bijlage G Inschrijvingsbiljet 49
Bijlage H Model K verklaring bestuurder omtrent rechtmatigheid inschrijving 52
Bijlage I Uitwerking BPKV-criteria voor de beste prijs-kwaliteitverhouding 53
Bijlage J Nadere omschrijving Samenwerkingscompetenties 61
Bijlage K Verklaring inzake de verplichtingen op het gebied van milieu-, sociaal en arbeidsrecht 62
Bijlage L Ambitieniveau CO2 reductie 63
1 Algemene uitgangspunten
1.1 Algemeen
1. Namens de Staat der Nederlanden gevestigd te ‘s-Gravenhage, Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat wordt door Rijkswaterstaat Programma's, Projecten en Onderhoud, te Utrecht vertegenwoordigd door directeur-generaal, mevrouw M.C.A. Blom (hierna: aanbesteder), een Europese aanbesteding voor het verlenen van een opdracht volgens de concurrentiegerichte dialoog overeenkomstig het Aanbestedingsreglement Werken 2016 (ARW 2016) gehouden.
2. De aanbestedingsprocedure betreft een opdracht voor werken met zaaknummer 31146554 voor het het engineeren en uitvoeren van de renovatie A12 IJsselbruggen.
3. De opdracht is beschreven in de Overeenkomst en verdeeld over twee fasen, welke zijn gescheiden door een set opschortende voorwaarden. Het deel van de Overeenkomst dat ziet op Fase 2, komt tot stand na de schriftelijke bevestiging van Opdrachtgever dat de opschortende voorwaarden zijn ingevuld.
4. De aanbestedingsprocedure leidt ook tot een wachtkamerovereenkomst afgesloten met de inschrijver die als tweede in de rangorde van de aanbesteding eindigt.
5. In een bijlage bij deze Aanbestedingsleidraad is de ‘Bijsluiter’ gevoegd. Hierin beschrijft aanbesteder achtergronden van het project en achterliggende bedoelingen bij gemaakte keuzes, gestelde eisen en voorschriften.
6. Op [n.t.b. uiterlijk 11 september 2020] is de aankondiging gepubliceerd middels xxx.xxxxxxxxx.xx en ter publicatie aangeboden aan het Bureau voor publicaties van de Europese Unie.
7. De aanbestedingsprocedure is gebaseerd op deze aanbestedingsleidraad, de Bijsluiter, de nota’s van inlichtingen, de processen-verbaal en de contractdocumenten. In geval van tegenstrijdigheid tussen de aanbestedingsleidraad en de contractdocumenten prevaleren de contractdocumenten. In geval van tegenstrijdigheid tussen de aanbestedingsleidraad en de Bijsluiter, dan prevaleert de aanbestedingsleidraad.
8. Door het doen van een verzoek tot deelneming (aanmelding) en/of een inschrijving verklaart een ondernemer zich onvoorwaardelijk akkoord met de in deze aanbestedingsleidraad beschreven aanbestedingsprocedure.
9. Rijkswaterstaat hanteert de Gedragscode ‘Publiek Opdrachtgeverschap’. Deze gedragscode is te downloaden op de internetsite van Rijkswaterstaat via het adres: xxx.xxx.xx/xxxxxxxxxxxxxxxxxx.
1.2 Aanbestedingsprocedure via TenderNed
De aanbestedingsprocedure wordt uitsluitend digitaal uitgevoerd via het elektronisch systeem voor aanbestedingen: TenderNed (xxx.xxxxxxxxx.xx).
Dit betekent dat verzoeken tot deelneming en de inschrijvingen alleen via TenderNed mogelijk zijn. Het is een ondernemer niet toegestaan, tenzij uitdrukkelijk anders aangegeven, in het kader van deze aanbestedingsprocedure contacten te onderhouden of vragen te stellen anders dan via TenderNed. Voor deelneming aan de aanbestedingsprocedure dient een ondernemer als gebruiker te zijn geregistreerd bij TenderNed. De “Gebruiksvoorwaarden TenderNed” zijn van toepassing.
Van een ondernemer wordt verwacht dat deze alle benodigde kennis heeft om op een correcte wijze een aanbestedingsprocedure te kunnen doorlopen in TenderNed. Zie voor handleidingen xxx.xxxxxxxxx.xx/xxxxx.
Gebruik van TenderNed is voor rekening en risico van de ondernemer, behoudens de volgende uitzonderingssituaties. In geval XxxxxxXxx op het uiterste tijdstip voor ontvangst van de verzoeken tot deelneming en/of de inschrijving niet toegankelijk is als gevolg van een storing bij eHerkenning, in TenderNed of aan het hoogspanningsnet, dan is er sprake van een overmachtsituatie. In voorkomend geval kan het uiterste tijdstip voor ontvangst van de verzoeken tot deelneming en/of de inschrijvingen afhankelijk van de situatie en de gevolgen door de aanbesteder worden uitgesteld. Het gewijzigde uiterste tijdstip wordt bekend gemaakt via TenderNed, “Rectificatie”.
1.3 Klachten met betrekking tot de aanbestedingsprocedure
Ingevolge het advies ‘Klachtafhandeling bij aanbesteden’ heeft Rijkswaterstaat een klachtenmeldpunt ingericht. Klachten met betrekking tot de aanbestedingsprocedure kunnen worden ingediend bij het Centrale Klachtenmeldpunt Aanbesteden Rijkswaterstaat, op het e-mailadres: xxxxxxxxxxxxxxxxx@xxx.xx.
Klachten kunnen betrekking hebben op het niet naleven van wettelijke bepalingen of inbreuk op algemene aanbestedingsbeginselen. Een klacht moet schriftelijk worden ingediend en moet duidelijk en gemotiveerd aangeven op welk aspect van de aanbestedingsprocedure de klacht betrekking heeft. Een klacht wordt behandeld door ter zake kundige functionarissen die niet betrokken zijn of zullen worden bij de onderhavige aanbestedingsprocedure. Een klacht wordt zo spoedig mogelijk afgehandeld; de klager wordt over de afhandeling geïnformeerd.
Het indienen van een klacht heeft geen opschortende werking en laat onverlet dat een gegadigde of inschrijver tijdig formeel bezwaar dient te maken of een procedure dient te starten indien en voor zover dat aan de orde is (zie paragraaf 8.3).
Zie voor meer informatie: xxxx://xxx.xxx.xx/xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx
1.4 Motiveringen in het kader van de Aanbestedingswet
In het kader van de Aanbestedingswet wordt de motivering gegeven met betrekking tot de gemaakte keuzes.
1.4.1 Integratie van bouwfasen
De onderhavige aanbestedingsprocedure heeft betrekking op een opdracht waarin werksoorten en/of bouwfasen zijn geïntegreerd. De motivering hiervoor is als volgt:
• kortere doorlooptijd doordat de ontwerpfase en uitvoeringsfase elkaar direct opvolgen (zonder tussentijdse aanbesteding);
• betere kwaliteit doordat de uitvoerende partij zelf het uitvoeringsontwerp en de uitvoeringsplannen opstelt;
• De marktpartijen hebben in de marktconsultatie aangegeven dat zij betrokkenheid in het ontwerpproces wensen om een uitvoerbaar ontwerp te realiseren.
1.4.2 Richtprijs
De prijscomponent in het gunningscriterium “Beste Prijs Kwaliteit Verhouding” (BPKV) wordt in deze aanbesteding gevormd door een door aanbesteder aangegeven richtprijs die gebaseerd is op een probabilistische raming voor de realisatie van het door aanbesteder opgestelde Definitief Ontwerp voor de renovatie van de IJsselbruggen. De BPKV wordt vastgesteld aan de hand van deze door aanbesteder aangegeven richtprijs en de kwaliteitswaarde van de inschrijving van de inschrijver waarvan een kwalitatief plan deel uitmaakt waarin inschrijver aangeeft hoe na gunning tot een eerlijke prijs wordt gekomen. Voor deze opzet, waarin de definitieve prijs eerst ná gunning in overleg en samenwerking tussen Opdrachtgever en Opdrachtnemer wordt vastgesteld op basis van de richtprijs die als leidende referentie dient, is gekozen omdat de aanbesteder tot de conclusie is gekomen dat het in dit complexe project niet mogelijk is om vooraf met voldoende uitwerkingsniveau te bepalen welke uitvoeringswerkzaamheden moeten worden verricht en dus ook niet van marktpartijen kan worden verwacht dat zij in het kader van een aanbesteding op reële gronden tot een inschrijvingsprijs kunnen komen. Er zouden daarmee risico’s bij de marktpartijen worden belegd die in redelijkheid niet zijn te beprijzen en daarom niet door de marktpartijen kunnen worden gedragen.
Los van het gegeven dat aanbesteder van oordeel is dat dit niet proportioneel is te achten, zou dat weer het risico met zich brengen van kostenverhogingen en termijnverlengingen na gunning die kunnen worden voorkomen in de opzet om na gunning in samenwerking tot een prijsovereenstemming te komen.
De reden dat aanbesteder tot vorenstaand oordeel is gekomen ligt in de scope van de renovatie van de IJsselbruggen. Die bestaat voor het overgrote deel uit het uitvoeren van lasreparaties en versterkingen op vele duizenden locaties op de brug en het vervangen en verbeteren van kilometers lasdetails. Om de haalbaarheid van de renovatie van de IJsselbruggen aan te tonen heeft de aanbesteder een ontwerptraject doorlopen tot op het niveau van Definitief Ontwerp (DO). Dit DO is gericht op het inzichtelijk maken welke versterkingen noodzakelijk zijn om de brug te renoveren tot een restlevensduur van 30 jaar. Dit DO is getoetst door TNO. In het DO is de precieze dimensionering per versterking en het aanbrengen van deze versterking met behulp van lastechnieken (lasspecificatie) niet tot in detail uitgewerkt. Bij de doorvertaling naar Uitvoeringsontwerp (UO) moet dit worden uitgewerkt, maar deze stap brengt grote onzekerheden met zich mee, de belangrijkste hiervan zijn volgens aanbesteder:
(i) “lasspecificaties”: om de te gebruiken lastechnieken goed te kunnen ontwerpen en uitvoeren, moeten de eigenschappen van het betreffende moedermateriaal
(de bestaande brug) bekend zijn, waarna specifiek voor die materiaaleigenschappen een lasprocedure en -specificatie wordt ontworpen. Er is bekend dat de materiaaleigenschappen (samenstelling en morfologie) lokaal zeer verschillend kunnen zijn. In het ergste geval kan het opstellen en uitvoeren van een verkeerde lasprocedure of -specificatie leiden tot het falen van de gehele constructie;
(ii) “Excentriciteit”: bij het uitvoeren van inspecties aan de brug is vastgesteld dat in veel van de constructiedetails excentriciteit voorkomt: Afwijkend ten opzichte van de tekeningen zijn constructiedetails niet loodrecht/haaks gemonteerd. Hierdoor verloopt de afdracht van krachten niet loodrecht door het constructiedetail, waardoor aanpassingen in maatvoering en methode van aanbrengen van de versterkingen noodzakelijk zijn. Ook hier geldt dat deze excentriciteit lokaal zeer verschillend kan zijn.
De genoemde onzekerheden in de constructie zijn voorafgaand aan de aanbesteding naar het oordeel van aanbesteder realiter niet te onderzoeken om een betrouwbaar beeld te krijgen. Met name doordat eerst de Chroom VI houdende conservering dient te worden verwijderd en daarnaast door de benodigde omvang van het onderzoek. Verder geldt dat een deel van de benodigde onderzoeken afhankelijk is van uitvoeringsmethode waarvoor door de Opdrachtnemer wordt gekozen en vervolgonderzoek afhangt van de uitkomsten van het voorgaande onderzoek.
Het is daardoor naar het oordeel van aanbesteder niet mogelijk om voorafgaand aan de aanbesteding over de juiste en betrouwbare informatie te beschikken. Dit blijkt ook uit lering die getrokken is uit eerdere projecten, waarin de werkelijke situatie toch af blijkt te wijken ten opzichte van wat de opdrachtnemer kon inschatten op basis van het door de opdrachtgever uitgevoerde onderzoek.
De richtprijs die vanwege de aanbesteder wordt aangegeven is het financiële kader waarbinnen in uitgangspunt het project zal moeten worden gerealiseerd en biedt het kader om de BPKV na beoordeling van het kwalitatieve deel van de inschrijvingen te bepalen.
Indien een (potentiële) gegadigde bezwaren heeft tegen deze “richtprijsaanpak”, wordt verzocht zo spoedig mogelijk zijn klacht kenbaar te maken bij het klachtenmeldpunt van Rijkswaterstaat, zoals beschreven in paragraaf 1.3. Het indienen van een klacht heeft geen opschortende werking en laat onverlet dat een (potentiële) gegadigde bezwaren tijdig (dat wil zeggen voorafgaand aan het uiterste moment van aanmelding) in kort geding aan de orde dient te stellen, op straffe van verval van recht.
2 Procedureoverzicht
2.1 Opdrachtomschrijving
In deze paragraaf is een korte omschrijving opgenomen van de opdracht. Voor een nadere toelichting en verdere achtergronden wordt verwezen naar de eveneens verstrekte ‘Bijsluiter’.
2.1.1 DOEN-gedachtegoed
De projectaanpak en daaruit voortvloeiend het contract en de aanbesteding zijn uitgewerkt vanuit het DOEN gedachtegoed. Meer algemene informatie over het DOEN-gedachtegoed is te vinden op de website xxx.xxxxxxxxxxx.xx. De projectspecifieke invulling van het DOEN gedachtegoed is uitgewerkt in de Bijsluiter.
2.1.2 Startsituatie en gewenste eindsituatie
De oeverververbinding in de A12 over de IJssel bij Rheden bestaat uit een betonnen brug en twee qua geometrie identieke stalen bruggen. De renovatie heeft betrekking op beide stalen bruggen. Uit verrichte verificatiestudies door Rijkswaterstaat Grote Projecten en Onderhoud (RWS GPO) is gebleken dat verschillende details in de hoofddraagconstructie naar alle waarschijnlijkheid onvoldoende (rest)levensduur op vermoeiing hebben.
Na het uitvoeren van de versterkingen, zoals reeds ontworpen tot op het niveau van een Definitief Ontwerp, heeft de brug weer een restlevensduur van minimaal 30 jaar. Met deze restlevensduur benadert de totale levensduur weer de ontwerplevensduur die is beoogd bij de bouw van de brug. Dat houdt in dat de stalen hoofddraagconstructie gedurende deze periode (30 jaar) vrij is van GVO (Groot Variabel Onderhoud) maatregelen zoals versterkingen en aanpassingen.
Uitgangspunt daarbij is dat regulier onderhoud wordt uitgevoerd.
Voor een uitgebreide omschrijving van de startsituatie en gewenste eindsituatie wordt verwezen naar de Bijsluiter.
Voor een uitgebreide omschrijving van de startsituatie en gewenste eindsituatie wordt verwezen naar de Bijsluiter.
2.1.3 Werkzaamheden
De opdrachtnemer dient in hoofdzaak de volgende werkzaamheden te verrichten: Het engineeren (voornamelijk in Fase 1) en uitvoeren (voornamelijk in Fase 2) van de renovatie van de hoofddraagconstructie van de stalen IJsselbruggen in de A12.
Alle werkzaamheden volgens de overeenkomst dienen verricht te worden op basis van een projectmanagementsysteem. Dit projectmanagementsysteem, inclusief zijn onderliggende processen, dient gebaseerd te zijn op een kwaliteitsmanagementsysteem, of in geval van een combinatie eventueel meerdere kwaliteitsmanagementsystemen, dat is (die zijn) gecertificeerd door een daartoe geaccrediteerde certificatie-instelling op basis van de vigerende versie van de norm NEN-EN-ISO 9001 of gelijkwaardig.
2.2 Contractvorm
De aanbesteder is voornemens de opdracht te verlenen in de vorm van een engineering & construct contract, verdeeld over twee fasen, gescheiden middels opschortende voorwaarden, met als voorwaarden de UAV-GC 2005. De omvang en reikwijdte van de opdracht en de voorwaarden waaronder de opdracht wordt gerealiseerd zijn opgenomen in de Overeenkomst, de vraagspecificatie, de bijlagen bij de vraagspecificatie, de annexen en overige contractdocumenten.
2.3 Wachtkamerovereenkomst
De aanbesteder is tevens voornemens een wachtkamerovereenkomst af te sluiten met de inschrijver die als tweede eindigt in de rangorde van deze aanbesteding. Deze wachtkamerovereenkomst heeft als doel om een snel alternatief te bieden aan Opdrachtgever, wanneer de opschortende voorwaarden van de Overeenkomst niet tijdig worden ingevuld in de samenwerking tussen Opdrachtgever en de winnaar van de aanbesteding. De inhoud en reikwijdte van deze overeenkomst is beschreven in de Xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.
2.4 Planning
Voor de aanbestedingsprocedure geldt onderstaande indicatieve planning.
Activiteit | Datum/weeknr |
Vooraankondiging | 2 september 2020 |
Aanmeldingsfase | |
[n.t.b. uiterlijk 11 september 2020] | |
Tender Start Up (TSU) | 17 september |
Uiterste datum indiening verzoeken om nadere inlichtingen | 28 september 2020 |
Publicatie nota van inlichtingen aanmeldingsfase | 2 oktober 2020 |
Uiterste datum ontvangst van de verzoeken tot deelneming | 12 oktober 2020 |
Selectiefase | |
Openen digitale kluis in TenderNed met verzoeken tot deelneming | 13 oktober 2020 |
Verzenden mededeling van selectiebeslissing (uitsluiting, afwijzing en/of uitnodiging) | 3 november 2020 |
Uiterste datum indienen bezwaar op de selectiebeslissing | 9 november 2020 |
Dialoogfase | |
Verzenden uitnodiging tot dialooggesprekken | 10 november 2020 |
Tender Follow Up (TFU) | 11 november 2020 |
Dialooggesprekken 1e ronde | 30 november t/m 4 december 2020 |
Samenwerkingsassessments | 10, 15 en 17 december 2020 |
Terugkoppeling samenwerkingsassessments | 5 januari 2021 |
Dialooggesprekken 2e ronde | 11 t/m 15 januari 2021 |
Uiterste datum indienen verzoek om nadere inlichtingen | 19 januari 2021 |
Verstrekken/publicatie nota van inlichtingen | 26 januari 2021 |
Uiterste datum ontvangst van de inschrijvingen | 5 februari 2021 |
Beoordelingsfase | |
Openen digitale kluis in TenderNed met inschrijvingen | 8 februari 2021 |
Verzenden gunningsbeslissing | 26 februari 2021 |
Uiterste datum rechtsbeschermingstermijn | 18 maart 2021 |
Verzenden opdracht | 19 maart 2021 |
Aan bovenstaande planning kunnen geen rechten worden ontleend. De planning die is opgenomen in TenderNed prevaleert. De aanbesteder behoudt zich het recht voor de planning te wijzigen.
Aanbestedingsleidraad | Zaaknummer: 31146554 | 1-9-2020
Aanmeldings- en Selectiefase
Inschrijvings- en beoordelingsfase
TSU
TFU
Dialoog-
g
esprekken
PSU
n
x
3
1 2-fasenovereenkomst
1 Wachtkamerovereenkomst
Hoofdstuk 6
Hoofdstuk 8
Hoofdstuk 7
Hoofdstuk 5
Hoofdstuk 3 en 4
Fase 2: (nadruk op uitvoering)
Fase 1:
(nadruk op engineering)
2.5 Visualisatie en leeswijzer
Vertrouwelijkheid: RWS INFORMATIE Pagina 11 van 67
3 Uitsluitingsgronden, geschiktheidseisen en selectiecriteria
3.1 Uitsluitingsgronden
1. Een ondernemer die zich bevindt in één of meer van de omstandigheden genoemd in de artikelen 4.13.1 tot en met 4.13.5 of 4.13.7 van het ARW 2016 wordt uitgesloten van deelneming aan de aanbestedingsprocedure, overigens onverminderd het bepaalde in artikel 4.13.12 van het ARW 2016.
Indien aanmelding geschiedt door een samenwerkingsverband van ondernemers (combinatie), al dan niet als vennootschap onder firma, wordt het samenwerkingsverband uitgesloten van deelneming aan de aanbestedingsprocedure, wanneer één of meer van de ondernemers zich in één of meer van deze omstandigheden bevindt.
2. Indien mocht blijken dat een andere natuurlijke of rechtspersoon, op wie de ondernemer een beroep doet om te voldoen aan de geschiktheidseisen en/of de selectiecriteria, zich bevindt in één of meer van de omstandigheden genoemd in de artikelen 4.13.1 tot en met 4.13.5 of 4.13.7 van het ARW 2016, wordt deze andere natuurlijke of rechtspersoon door de aanbesteder niet geaccepteerd.
3. Als bewijsmiddelen verlangt de aanbesteder de documenten als genoemd in de artikelen 4.13.6 respectievelijk 4.13.9 van het ARW 2016.
Bewijsmiddelen dienen te worden verstrekt binnen twee werkdagen na een daartoe ontvangen verzoek van de aanbesteder door middel van TenderNed, “Berichten”.
4. Indien de aanbesteder aanwijzingen heeft dat een ondernemer zich bevindt in één of meer van de omstandigheden genoemd in de artikelen 4.13.1 tot en met
4.13.5 of 4.13.7 van het ARW 2016, maar er bij de aanbesteder onvoldoende informatie beschikbaar is om het uitsluiten van deelneming of verdere betrokkenheid van die ondernemer te motiveren, dan kan door de aanbesteder advies worden gevraagd aan het Bureau BIBOB (zie artikel 8 van de Wet Bevordering Integriteitsbeoordelingen door het Openbaar Bestuur (Wet BIBOB)). De ondernemer over wie advies is gevraagd, wordt door de aanbesteder over de inhoud van dat advies geïnformeerd door middel van TenderNed, “Berichten”.
Het in dit lid bepaalde geldt mutatis mutandis voor ondernemers in een samenwerkingsverband van ondernemers (combinatie) dan wel andere natuurlijke of rechtspersonen bedoeld in lid 2.
3.2 Geschiktheidseisen
1. Onverminderd het bepaalde in de paragrafen 3.1,3.7, 4.3, 4.4, 4.5, 6.4.3 en
6.4.4 komt voor deelneming aan de dialoog uitsluitend in aanmerking de ondernemer die, naar het oordeel van de aanbesteder, voldoet aan elk van de in deze paragraaf gestelde geschiktheidseisen.
2. Met betrekking tot financiële en economische draagkracht worden geen geschiktheidseisen gesteld.
3. Met betrekking tot technische bekwaamheid worden de volgende geschiktheidseisen gesteld:
a. De ondernemer heeft in de periode van vijf jaar voorafgaande aan de uiterste datum voor ontvangst van de verzoeken tot deelneming ten minste
één opdracht in de bouwsector (GWW, B&U, installatietechniek) uitgevoerd met een overeengekomen bedrag (aannemingssom) of gefactureerd bedrag gelijk aan of groter dan 11 miljoen euro (exclusief omzetbelasting) waarbij de ondernemer was belast met de dagelijkse organisatie en leiding van de opdracht (het projectmanagement) en de ondernemer jegens de opdrachtgever eindverantwoordelijk was voor de uitvoering van de opdracht.
De opdracht is op een vakkundige en regelmatige wijze uitgevoerd en het werk is binnen de overeengekomen termijn (verleend uitstel van oplevering daarin begrepen) opgeleverd, of een daaraan gelijkwaardige handeling heeft plaatsgevonden.
b. De gegadigde heeft in de periode van tien jaar voorafgaande aan de uiterste datum voor ontvangst van de verzoeken tot deelneming aantoonbaar ervaring opgedaan met het ontwerp/engineeringsproces voor het opstellen van een uitvoeringsontwerp voor het versterken of bouwen van een wegverkeersbrug of spoorbrug met een stalen hoofddraagconstructie.
c. De gegadigde heeft in de periode van tien jaar voorafgaande aan de uiterste datum voor ontvangst van de verzoeken tot deelneming aantoonbaar ervaring opgedaan met het ontwerpen/schrijven van lasprocedures en laskwalificaties voor lassen aan oude staalsoorten in constructies van minimaal 40 jaar oud.
d. De gegadigde heeft in de periode van tien jaar voorafgaande aan de uiterste datum voor ontvangst van de verzoeken tot deelneming aantoonbaar ervaring opgedaan met het uitvoeren van laswerkzaamheden aan stalen bruggen van minimaal 40 jaar oud waarbij moest worden voldaan aan executieklasse 4.
3.3 Selectiecriterium
Naast de hierboven beschreven geschiktheidseisen wordt als selectiecriterium ‘Reflectie op de organisatie’ gehanteerd. In onderstaande tabel zijn de vormvereisten beschreven. De Reflectie op de organisatie dient ten minste aan deze vormvereisten te voldoen.
In de ‘Tabel Selectiecriterium’ in bijlage F zijn de subcriteria en aandachtspunten beschreven. Aanbesteder beoordeelt de ‘Reflectie op de organisatie’ aan de hand van deze subcriteria en bijbehorende aandachtspunten.
Criterium | Vormvereisten |
Reflectie op de organisatie | - De reflectie op de organisatie dient ten minste de volgende inhoud te bevatten: o Een beschrijving van de organisatie (denk aan bijvoorbeeld: structuur, missie, visie, werkwijze etc.) die bepalend is voor de manier van werken in projecten, onderbouwd met voorbeelden uit het verleden; o Een reflectie op in welke mate de organisatie aansluit op de toepassing van het DOEN- gedachtegoed op het project Renovatie A12 IJsselbruggen; |
- De ‘Reflectie op de organisatie’ mag maximaal 4 enkelzijdige pagina’s op A4-formaat beslaan, exclusief voorblad, met Arial 10 pt.; - Tekst die het maximum aantal pagina’s overschrijdt wordt buiten beschouwing gelaten; - De verdeling van de paragrafen over de pagina’s kan naar eigen inzicht gebeuren. |
Voor het DOEN-gedachtegoed ingevuld voor project Renovatie A12 IJsselbruggen, wordt enerzijds verwezen naar de beschrijving van het algemene gedachtegoed op xxxxx://xxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxxxxx-xxxx en anderzijds naar de paragraaf 3.1 en
3.2 in de Bijsluiter.
3.4 Toerekenen technische bekwaamheid
Een ondernemer kan zich technische bekwaamheid slechts toerekenen indien de ondernemer de werkzaamheden waarop de technische bekwaamheid berust daadwerkelijk zelf heeft verricht.
3.5 Bewijsmiddelen met betrekking tot de geschiktheidseisen en/of de selectiecriteria
De ondernemer verstrekt de aanbesteder, binnen een termijn van twee werkdagen na een daartoe ontvangen verzoek door middel van TenderNed, “Berichten”, bewijsmiddelen, waaruit blijkt dat de gegevens met betrekking tot de referentieopdracht(en), waarmee de ondernemer beoogt te voldoen aan de geschiktheidseisen en/of de selectiecriteria, juist zijn weergegeven. De ondernemer kan hiertoe gebruik maken van opdrachtgeversverklaringen en/of accountantsverklaringen. De aanbesteder is gerechtigd navraag te doen bij de betreffende opdrachtgever, dan wel inzage te verlangen in contractdocumenten van de betreffende referentieopdracht(en).
Om aan te tonen dat wordt voldaan aan de geschiktheidseisen en/of selectiecriteria is toerekening van technische bekwaamheid op grond van de referentieopdracht(en) of werkzaamheden uitgevoerd door andere ondernemers (in een samenwerkingsverband van ondernemers (combinatie)) of door zelfstandige hulppersonen (onderaannemers, leveranciers, etc.) uitsluitend mogelijk overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 3.6.
3.6 Beroep op een andere natuurlijke of rechtspersoon
1. Een ondernemer kan zich, om te voldoen aan de geschiktheidseisen en/of de selectiecriteria, beroepen op de technische bekwaamheid van andere natuurlijke of rechtspersonen. In dat geval dient de ondernemer:
a. de aanbesteder aan te tonen dat hij daadwerkelijk en onherroepelijk kan beschikken over de voor de uitvoering van de opdracht noodzakelijke middelen van de andere natuurlijke of rechtspersonen;
b. die andere natuurlijke of rechtspersonen ook daadwerkelijk en onherroepelijk in te zetten bij de uitvoering van de opdracht, voor zover het de onderdelen betreft waarop de technische bekwaamheid betrekking heeft. Indien de opdracht aan de ondernemer wordt verleend, is hij tot deze inzet verplicht.
2. De ondernemer verstrekt de aanbesteder, binnen twee werkdagen na een daartoe ontvangen verzoek door middel van TenderNed, “Berichten”, bewijsmiddelen waaruit blijkt dat de ondernemer daadwerkelijk en onherroepelijk kan beschikken over de voor de uitvoering van de opdracht noodzakelijke middelen van de andere natuurlijke of rechtspersonen, alsmede bewijsmiddelen waaruit blijkt dat de andere natuurlijke of rechtspersonen daadwerkelijk en onherroepelijk worden ingezet bij de uitvoering van de opdracht. Als bewijsmiddel kan onder meer dienen een ter zake gesloten (onderaannemings-)overeenkomst of een ter zake door de ondernemer en de andere natuurlijke of rechtspersoon opgestelde, gedateerde en rechtsgeldig ondertekende verklaring, zulks ter beoordeling van de aanbesteder.
3.7 Voorkennis en belangenverstrengeling
1. De richtlijnen van Rijkswaterstaat ter voorkoming van voorkennis en belangenverstrengeling, zoals opgenomen in de nota ‘Scheiding van belang, Beleid tegen belangenverstrengeling bij de aanbesteding’ d.d. 14 september 2007 (zie xxx.xxx.xx/xxxxxxxxxxxxxxxxxx), zijn onverkort van toepassing op deze aanbestedingsprocedure.
2. Iedere ondernemer of iedere andere natuurlijke of rechtspersoon, op wie de ondernemer zich beroept om te voldoen aan de geschiktheidseisen en/of de selectiecriteria, dient in bijlage C “Aanvullende eigen verklaring” aan te geven of er sprake is (geweest) van betrokkenheid bij de voorbereiding van de opdracht en of er conflicterende belangen zijn die een negatieve invloed op de uitvoering van de opdracht kunnen hebben. Indien er sprake is van betrokkenheid bij de voorbereiding van de opdracht, wordt er vermoed sprake te zijn van voorkennis en/of belangenverstrengeling.
3. De aanbesteder stelt de ondernemer in de gelegenheid om, ten genoegen van de aanbesteder, het in lid 2 bedoelde vermoeden te weerleggen en aan te tonen dat de eerlijke mededinging niet wordt geschaad door de (eerdere) betrokkenheid. Een ondernemer kan worden uitgesloten van deelneming aan de aanbestedingsprocedure indien het vermoeden, bedoeld in lid 2, niet wordt weerlegd of indien er conflicterende belangen zijn die een negatieve invloed kunnen hebben op de uitvoering van de opdracht.
4 Aanmeldingsfase
4.1 Procedurebeschrijving aanmeldingsfase
De concurrentiegerichte dialoog bestaat uit een aanmeldingsfase en een inschrijvingsfase. In dit hoofdstuk wordt de procedure in de aanmeldingsfase beschreven.
De aanmeldingsfase start met een bijeenkomst, de zogenaamde ‘Tender Start Up’. Deze bijeenkomst staat beschreven in paragraaf 4.2. Naast deze bijeenkomst worden nadere inlichtingen ten behoeve van de aanmelding verstrekt op de wijze als genoemd in paragraaf 4.3. Een ondernemer die meent te voldoen aan de in deze aanbestedingsleidraad gestelde uitsluitingsgronden en geschiktheidseisen wordt in de gelegenheid gesteld zich als gegadigde aan te melden. De wijze van aanmelden wordt beschreven in paragraaf 4.4. Vervolgens wordt getoetst of de gegadigde voldoet aan de uitsluitingsgronden en geschiktheidseisen als beschreven in hoofdstuk 3. Uit de gegadigden die in deze stap niet worden uitgesloten voor deelname aan de aanbestedingsprocedure, wordt geselecteerd. Voor de wijze waarop gegadigden worden geselecteerd wordt verwezen naar hoofdstuk 5.
4.2 TSU: Tender Start Up
Doel van deze bijeenkomst is om de gegadigden te informeren over het project en de te volgen aanbestedingsprocedure. Tijdens deze Tender Start Up (TSU) zal de aanbesteder een toelichting geven over de op TenderNed verstrekte documenten. De aanbesteder zal met name stilstaan bij de gemaakte keuzes en hoe deze in de aanbestedingsleidraad zijn verwerkt. Waar we de marktconsultatie zagen als start van de samenwerking, markeren we met de TSU dat deze samenwerking een nieuwe fase ingaat. De samenwerking zal in de komende maanden namelijk steeds intensiever worden.
De status bij het verschijnen van deze leidraad is dat vanwege de COVID-19 problematiek fysieke bijeenkomsten niet zijn toegestaan. Aanbesteder houdt zich aan de richtlijnen van veilig werken van XXXX, om zoveel mogelijk thuis te blijven en om niet in groepen samen te komen. Omdat dit een aanbestedingsprocedure betreft, voorzien we voor iedere gegadigde een gelijke toegang tot de noodzakelijke informatie op digitale wijze. Hiermee wordt voldaan aan de RIVM-richtlijnen. De inbelinformatie wordt ruim vooraf aan de TSU verstrekt aan degenen die zich via TenderNed tijdig (uiterlijk één week voorafgaand) met afdoende informatie (naam, bedrijfsnaam inschrijver, emailadres, telefoonnummer) hebben aangemeld.
4.3 Nadere inlichtingen ten behoeve van de aanmelding
1. Nadere inlichtingen over de aanbestedingsprocedure en de voor de aanmelding relevante documenten kunnen, tot uiterlijk de in paragraaf 2.4 vermelde datum, worden aangevraagd door middel van TenderNed, “Vragen en antwoorden”. Vragen dienen helder en duidelijk te zijn geformuleerd met een referentie naar het onderdeel van de aanbestedingsstukken waarop de vraag betrekking heeft.
Vragen worden zo spoedig mogelijk door de aanbesteder beantwoord door middel van TenderNed, “Vragen en antwoorden”.
2. Van gegeven inlichtingen, die dienen ter verduidelijking, aanvulling of wijziging van de aanbestedingsstukken wordt door de aanbesteder een nota van inlichtingen aanmeldingsfase opgesteld. Deze nota wordt uiterlijk op de paragraaf 2.4 vermelde datum, gepubliceerd op TenderNed.
4.4 Wijze van aanmelden
1. Natuurlijke of rechtspersonen en vennootschappen mogen zich slechts éénmaal
– al dan niet in combinatie met andere natuurlijke of rechtspersonen en vennootschappen – als gegadigde aanmelden. Op een natuurlijke of rechtspersoon of vennootschap die deelneemt als gegadigde, kan niet door andere gegadigden een beroep worden gedaan om te voldoen aan de eisen van financiële en economische draagkracht en/of technische bekwaamheid.
Voor toepassing van deze bepaling worden natuurlijke of rechtspersonen en vennootschappen als één rechtspersoon of vennootschap beschouwd indien zij:
a. aan elkaar zijn gelieerd op een wijze als bedoeld in artikel 24a boek 2 Burgerlijk Wetboek; of
b. met elkaar zijn verbonden in een groep als bedoeld in artikel 24b boek 2 Burgerlijk Wetboek; of
c. aan elkaar zijn gelieerd in aan sub a of sub b vergelijkbare rechtsvormen naar buitenlands recht.
2. De bij het verzoek tot deelneming te verstrekken documenten dienen te zijn gesteld in de Nederlandse taal.
3. Het verzoek tot deelneming kan uitsluitend digitaal worden ingediend door middel van TenderNed. Bij een andere wijze van indienen wordt het verzoek tot deelneming niet in behandeling genomen.
4. Het verzoek tot deelneming dient uiterlijk op 12 oktober 2020 om 15.00 uur te zijn ingediend, waarbij de klok van TenderNed bepalend is. Op dat tijdstip eindigt de aanmeldingstermijn en sluit de digitale kluis in TenderNed. De genoemde datum en het genoemde tijdstip gelden als uiterste datum en uiterste tijdstip voor ontvangst van de verzoeken tot deelneming.
5. Bij het aanmeldingsformulier dienen als bijlagen de in paragraaf 4.6 genoemde documenten te worden gevoegd.
6. Alle bij aanmelding te verstrekken documenten kunnen uitsluitend digitaal worden ingediend door middel van TenderNed.
7. De documenten die dienen te worden ondertekend dienen in pdf-format te zijn voorzien van een gekwalificeerde elektronische handtekening conform Verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 20141 Indien een bepaald digitaal pdf-formulier (bijvoorbeeld het Uniform Europees Aanbestedingsdocument) niet rechtstreeks op deze wijze kan worden ondertekend, dient een digitale pdf-afdruk van het pdf-formulier gemaakt te worden en dient die digitale pdf-afdruk op bovenvermelde wijze te worden ondertekend.
1 Elektronische handtekeningen die aan deze norm voldoen zijn bijvoorbeeld: PKIoverheid, EU Qualified, of andere STORK IV handtekeningen, maar ook geavanceerde elektronische handtekeningen die zijn aangemaakt met een gekwalif iceerd middel voor het aanmaken van elektronische handtekeningen, gebaseerd op een gekwalificeerd certificaat voor elektronische handtekeningen zoals omschreven in de Verordening (EU) Nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014.
8. Documenten die door andere natuurlijke of rechtspersonen op wie de gegadigde zich beroept, worden ingediend, mogen door deze andere natuurlijke of rechtspersonen in plaats van een gekwalificeerde elektronische handtekening conform Verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 ook worden voorzien van een handgeschreven handtekening. In dat geval dient de gegadigde een scan in pdf-format van het originele document, voorzien van een verklaring conform bijlage D “Model indieningsformulier voor documenten van derden die met een handgeschreven handtekening worden ingediend”, bij zijn verzoek tot deelneming te voegen. Tevens dient de gegadigde het originele document met handgeschreven handtekening zo spoedig mogelijk na zijn verzoek tot deelneming te verzenden aan:
Rijkswaterstaat Programma's, Projecten en Onderhoud
T.a.v. Aanbestedingsteam GWW, mw. X. Xxxxxx Kantooradres: Xxxxxxxxxxxxx 0, 0000 XX Xxxxxxx
4.5 Aanmelding als gegadigde door een samenwerkingsverband van ondernemers (combinatie)
1. Aanmelding als gegadigde door een samenwerkingsverband van ondernemers (combinatie) is toegestaan. Door de aanbesteder worden geen bijzondere eisen gesteld met betrekking tot de rechtsvorm (na opdracht) van het samenwerkingsverband van ondernemers (combinatie).
2. Indien de aanbesteder vermoedt dat het aantal ondernemingen in een samenwerkingsverband van ondernemers (combinatie) onevenredig groot is, gelet op de Mededingingswet, doet de aanbesteder een melding bij de Autoriteit Consument en Markt.
3. In aanvulling op het bepaalde in artikel 4.29.2 van het ARW 2016 wordt bepaald dat een ondernemer in een samenwerkingsverband die voor minder dan 10% van het bedrag van de inschrijving deelneemt in de realisatie van de opdracht, hoofdelijk aansprakelijk is voor de nakoming van alle uit de overeenkomst voortvloeiende verplichtingen, doch tot ten hoogste 10% van het bedrag van de inschrijving.
4. Het bepaalde in lid 3 geldt uitsluitend indien de deelname van een ondernemer voor minder dan 10% bij de inschrijving uitdrukkelijk is aangegeven op het inschrijvingsbiljet en deze deelname, indien de aanbesteder daarom verzoekt, wordt gespecificeerd en aangetoond.
4.6 Bij aanmelding te verstrekken documenten
1. Het verzoek tot deelneming dient te geschieden met gebruikmaking van bijlage A “Aanmeldingsformulier”
2. De gegadigde dient bij zijn aanmelding twee eigen verklaringen te voegen:
a. het Uniform Europees Aanbestedingsdocument, en
b. een Aanvullende eigen verklaring
overeenkomstig de modellen die respectievelijk als bijlage B en bijlage C bij zijn gevoegd. De gegadigde dient op het Uniform Europees Aanbestedingsdocument onder Deel II A, Identificatie, zijn KvK-nummer en vestigingsnummer te vermelden.
Indien aanmelding geschiedt door een samenwerkingsverband van ondernemers (combinatie), al dan niet als vennootschap onder firma, dienen beide eigen verklaringen door iedere ondernemer afzonderlijk te worden bijgevoegd.
De eigen verklaringen gelden als een eigen verklaring van de gegadigde bedoeld in artikel 4.22 van het ARW 2016.
3. Indien de gegadigde zich, om te voldoen aan de geschiktheidseisen en/of de selectiecriteria, beroept op de technische bekwaamheid van andere natuurlijke of rechtspersonen, dient de gegadigde dit aan te geven in het Uniform Europees Aanbestedingsdocument.
Voorts dient de gegadigde bij zijn aanmelding de volgende documenten te voegen:
a. van elke andere natuurlijke of rechtspersoon, een Uniform Europees Aanbestedingsdocument waarbij van deel II de afdelingen A en B zijn ingevuld en deel III volledig, alsmede de Aanvullende eigen verklaring die als bijlage C is bijgevoegd. Elke andere natuurlijke of rechtspersoon dient op het Uniform Europees Aanbestedingsdocument onder Deel II A,
Identificatie, zijn KvK-nummer en vestigingsnummer te vermelden; en
b. een door elke andere natuurlijke of rechtspersoon opgestelde, gedateerde en conform paragraaf 4.4 ondertekende verklaring, waarin deze jegens de aanbesteder verklaart dat de gegadigde over de voor de uitvoering van de opdracht noodzakelijke middelen kan beschikken; en
c. voor wat betreft de technische bekwaamheid, een door elke andere natuurlijke of rechtspersoon opgestelde, gedateerde en conform paragraaf
4.4 ondertekende verklaring, waarin deze jegens de aanbesteder verklaart het betreffende onderdeel van de opdracht te zullen uitvoeren.
4. De gegadigde dient bij zijn aanmelding een volledig ingevulde opgave conform bijlage E “Gegevens omtrent technische bekwaamheid” te voegen met:
a. een overzicht waaruit blijkt met welke referentieopdrachten de gegadigde beoogt te voldoen aan de geschiktheidseisen respectievelijk de selectiecriteria en
b. gegevens over die referentieopdracht(en).
Per geschiktheidseis mag slechts 1 referentieopdracht worden aangedragen. Een referentieopdracht mag voor meerdere geschiktheidseisen worden gebruikt.
5. De gegadigde dient bij zijn aanmelding de ‘Reflectie op de organisatie’ te verstrekken, zoals beschreven in paragraaf 3.3.
6. De aanbesteder kan voor gebreken bij het indienen van de documenten als bedoeld in deze paragraaf 4.6 gelegenheid geven tot herstel. In dat geval bepaalt de aanbesteder een termijn waarbinnen het gebrek moet zijn hersteld.
5 Selectiefase
5.1 Wijze van selecteren
1. Voor een uitnodiging tot deelneming aan de dialoog komen uitsluitend in aanmerking gegadigden die een verzoek tot deelneming hebben gedaan (zich hebben aangemeld als gegadigde) overeenkomstig het bepaalde in hoofdstuk 4 en overigens niet behoeven te worden uitgesloten van deelneming aan de aanbestedingsprocedure.
2. Van de gegadigden die, gelet op lid 1, in aanmerking komen voor een uitnodiging, worden er maximaal drie tot deelneming aan de dialoog uitgenodigd.
3. Indien het aantal gegadigden dat in aanmerking komt voor een uitnodiging groter is dan het maximum aantal zoals beschreven in lid 2, dan geschiedt de keuze aan de hand van de hierna volgende selectie.
4. Voor iedere gegadigde die in aanmerking komt voor een uitnodiging wordt een score bepaald volgens de methode zoals beschreven in bijlage F “Selectiecriterium: Reflectie op de organisatie”.
5. De drie gegadigden met de hoogste score worden uitgenodigd. Indien de eindscore voor twee of meer gegadigden gelijk is, waarbij dit van invloed is op het bepalen van de drie gegadigden met de hoogste eindscore, dan wordt de lotingsprocedure conform paragraaf 8.1 gevolgd voor de gelijk scorende gegadigden.
5.2 Selectiebeslissing en uitnodiging tot deelneming aan de dialoog
De gegadigden worden uitgenodigd tot deelneming aan de dialoog. De uitnodigingen tot deelneming aan de dialoog worden uiterlijk op de geplande datum als aangegeven in paragraaf 2.4 schriftelijk in kennis gesteld door middel van TenderNed, “Berichten”. Gegadigden die worden uitgesloten/afgewezen ontvangen op deze geplande datum een mededeling van de selectiebeslissing met een uitsluiting/afwijzing.
6 Dialoogfase en de inschrijvingsfase
6.1 TFU: Tender Follow Up
Bij aanvang van de dialoog- en inschrijffase wordt door Aanbesteder een Tender Follow Up (TFU) georganiseerd. Deze bijeenkomst voor het projectteam van aanbesteder en de van de resterende drie gegadigden is het directe vervolg op de Tender Start Up aan het begin van de selectiefase. Het doel van de TFU is drieledig:
• Toelichting geven op de inhoud en procedure van de dialoog- en inschrijvingsfase, waaronder toelichting op het assessment en op de dialoogrondes;
• Nadere kennismaking tussen het projectteam van aanbesteder en van de drie gegadigden
• Indien nodig als gevolg van aanpassingen in de RIVM-Corona richtlijnen kan tijdens de TFU besproken worden op welke manier de invulling van assessments en dialoogrondes aangepast moet worden.
6.2 Nadere inlichtingen
6.2.1 Nadere inlichtingen als bedoeld in artikel 4.24 van het ARW 2016
Nadere inlichtingen over deze aanbestedingsleidraad, de contractdocumenten en de overige aanbestedingsstukken kunnen worden aangevraagd door middel van TenderNed, “Vragen en antwoorden”.
Vragen dienen helder en duidelijk te zijn geformuleerd met een referentie naar het onderdeel van de aanbestedingsstukken waarop de vraag betrekking heeft. Vragen worden zo spoedig mogelijk door de aanbesteder beantwoord door middel van TenderNed, “Vragen en antwoorden”.
Aanbesteder beantwoordt eenmaal per week de vragen die in die week zijn gesteld. Dit betekent dat vrijdag na 15.00 uur de binnen gekomen vragen worden opgepakt. Deze vragen zullen zoveel als mogelijk uiterlijk de daaropvolgende vrijdag vóór
10.00 uur worden beantwoord.
De via TenderNed gestelde vragen en de daarop gegeven antwoorden worden door de aanbesteder, na sluiting van de termijn voor inlichtingen, vastgelegd in een nota van inlichtingen. Deze nota wordt gepubliceerd op TenderNed.
.
6.3 De concurrentiegerichte dialoog
6.3.1 Doel dialoog
In het kader van de concurrentiegerichte dialoog wordt de gegadigden de mogelijkheid geboden om op individuele basis met het projectteam in gesprek te gaan. Aanbesteder beoogt hiermee:
1. De gegadigden in staat te stellen zo goed mogelijk kennis te nemen van de opdracht en de omstandigheden, ten einde een zo goed mogelijke inschrijving te doen.
2. Voor gegadigden de mogelijkheid te creëren om bepalingen in het contract te bespreken, om zo te komen tot een wederzijds gedragen overeenkomst met Twee-Fasen-Aanpak.
3. Met gegadigden het gesprek alvast aan te gaan over hoe er na gunning zo snel mogelijk kan worden gestart met de werkzaamheden.
6.3.2 Opzet dialooggesprekken
In de vormgeving van de dialooggesprekken is gekozen voor een balans tussen:
1. Het bieden van ruime mogelijkheid om bovenstaande doelen te behalen;
2. Voorkomen dat aanbesteder gegadigden onbewust onnodig veel; transactiekosten laat maken
3. Een korte doorlooptijd van de aanbesteding.
De dialooggesprekken zijn daarom als volgt vorm gegeven:
1. De gegadigden bepalen de agenda en zitten het dialooggesprek voor, zo hebben de gegadigden de kwaliteit van het dialooggesprek zoveel mogelijk in eigen hand;
2. De gegadigden krijgen de mogelijkheid tot 2 dialooggesprekken, elk gedurende een ochtend (van 9.00 uur t/m 12.00 uur);
3. De dialooggesprekken vinden in de weken plaats zoals opgenomen in de planning in paragraaf 2.4. De volgorde en exacte dag wordt tijdens de TFU bepaald.
4. Het projectteam reserveert de middag voorafgaand aan de ochtend van het betreffende dialooggesprek zijn agenda om het dialooggesprek voor te bereiden. Als gegadigden een uitgewerkte agenda (waaruit blijkt wat gegadigde graag wil weten en wat ze wil bespreken) voor 12 uur de dag voor het dialooggesprek aanlevert, kan het projectteam zich optimaal voorbereiden op het dialooggesprek.
5. Namens aanbesteder zijn de volgende personen tijdens de betreffende tijdsblokken beschikbaar: IPM-team (bestaande uit projectmanager, manager projectbeheersing, contractmanager, omgevingsmanager en technisch manager), de klant in de persoon van de Regisseur Assetmanagement en de technisch adviseur constructies). Gegadigden bepalen welke van deze personen ze bij (een deel van) het dialooggesprek zouden willen laten aansluiten. Aanbesteder ontvangt dit voorstel graag ook uiterlijk om 12 uur op de dag voorafgaand aan het betreffende dialooggesprek.
6. Aanbesteder zorgt voor verslaglegging van besproken actiepunten, er zal geen woordelijk verslag worden gemaakt van de gesprekken.
6.3.3 Bewaken van gelijk speelveld
Conform de aanbestedingswet dient, ter bescherming van de gegadigden, de aanbesteding transparant, objectief en non-discriminatoir te verlopen. Deze rechtsbeginselen kunnen op gespannen voet staan met het doel van de dialoog zoals hiervoor beschreven. Om te waarborgen dat het beoogde doel wordt behaald, zonder daarbij rechtsbeginselen uit het oog te verliezen zijn in hoofdzaak de volgende maatregelen genomen:
• De leiding en beoordeling van de assessments vindt plaats door een onafhankelijke externe partij.
• De beoordelingsteams zijn breder geformeerd dan de projectteamleden die deelnemen aan de dialooggesprekken. Om tot een goed oordeel te komen,
wordt aanvullend een beroep gedaan op de expertise van onafhankelijke en externe adviseurs.
• Vooraf wordt een beoordelingsprotocol vastgesteld met daarin opgenomen de beoordelingsmethodieken, processen en aandachtspunten.
• Aanbesteder wijst een persoon buiten het projectteam aan die gedurende de dialooggesprekken er als probiteitsfunctionaris op toeziet dat het aanbestedingsproces integer en eerlijk verloopt.
• Indien bepalingen uit de overeenkomst ter discussie worden gesteld door een of meerdere gegadigden, kan dit alleen leiden tot aanpassingen van de overeenkomst die voor alle partijen tegelijk blijft.
6.4 Samenwerkingsassessment
6.4.1 Verloop van het samenwerkingsassessment
1. Het samenwerkingsassessment duurt één dag per gegadigde. Gedurende de dag wordt gewerkt met verschillende oefeningen passend bij de context en de dynamiek van het project Renovatie A12 IJsselbruggen. Nadere inhoudelijke informatie over de casuïstiek wordt pas op de dag van het samenwerkingsassessment verstrekt.
2. De samenwerkingsassessments vinden plaats op de in de planning in paragraaf
2.4 aangegeven dagen. Verdeling van de gegadigden over deze dagen gebeurt tijdens de TFU door middel van loting. De locatie wordt bekend gemaakt tijdens de TFU
3. Alle dagen is de ontvangst vanaf 8.45 uur, om 9.00 uur wordt gestart met het samenwerkingsassessment dat duurt tot uiterlijk 17.15 uur.
4. Het samenwerkingsassessment staat onder leiding van een onafhankelijk, objectief team van assessoren. Deze assessoren begeleiden het samenwerkingsassessment en beoordelen de kwaliteit van de samenwerking van het beoogde projectteam van de gegadigde met het projectteam van Opdrachtgever.
5. Elke gegadigde neemt met haar eigen projectteam samen met het projectteam van Opdrachtgever deel aan het samenwerkingsassessment van één dag.
6. Het projectteam van Opdrachtgever bestaat uit het IPM-team, eventueel aangevuld met inhoudelijk betrokkenen en/of de klant in de persoon van de ‘Regisseur Assetmanagement’. Van de gegadigden wordt een team verwacht, met minimaal 3 en maximaal 6 deelnemers. De deelnemers zijn die personen die betrokken zijn bij het verdere verloop van de aanbesteding én die na gunning het projectteam vormen dat verantwoordelijk is voor Fase 1 en 2. In de Basisovereenkomst zijn bepalingen opgenomen om de continuïteit van het projectteam zoveel mogelijk te waarborgen.
7. Niet deelnemen aan het samenwerkingsassessment kan alleen in geval van overmacht, na overleg met de assessoren en na instemming van de aanbesteder.
8. In de Bijsluiter is een beschrijving opgenomen van het IPM-team en de Regisseur Assetmanagement dat aan het samenwerkingsassessment zal deelnemen.
9. De opzet van het samenwerkingsassessment zal aldus zijn dat de omstandigheden voor alle gegadigden hetzelfde zijn. Zijnde: hierna genoemde samenwerkingscompetenties (zie par. 6.4.2), assessoren, deelnemers
Opdrachtgever, locatie, zaalsetting, instructies, oefeningen, werkwijze, gehanteerde methodiek, tijd, etc.
10. Alle basisvoorzieningen om het samenwerkingsassessment uit te voeren zijn
beschikbaar.
6.4.2 Beoordelingscriteria en totstandkoming eindscore
1. Het samenwerkingsassessment heeft de functie om samenwerkingscompetenties te beproeven en te beoordelen. De beoordeling betreft alleen het team van de gegadigde dat deelneemt aan het samenwerkingsassessment. Gescoord zal worden op de vermogens van het betreffende team om samen te werken met het team van Opdrachtgever voor dit project. Daartoe worden de volgende zes samenwerkingscompetenties beoordeeld:
a. Heldere doelstellingen en taken;
b. Gezamenlijke projectverantwoordelijkheid;
c. Open communicatie, reflectie en feedback;
d. Wederzijds respect en inlevingsvermogen;
e. Flexibel opstellen;
f. Initiatief tonen en probleemoplossend vermogen.
In bijlage J is een nadere omschrijving van deze competenties opgenomen.
2. Deze competenties vormen het toetsingskader voor het samenwerkingsassessment en zijn daarmee de basis voor de beoordeling. De beoordeling wordt gedaan door de onafhankelijke assessoren en niet door het projectteam van Opdrachtgever. Per competentie wordt door de assessoren in consensus een beoordelingscijfer gegeven. De beoordelingscijfers zijn in bijlage I uitgewerkt.
6.4.3 Vrijgave resultaten
1. Na het samenwerkingsassessment worden de resultaten verwerkt in een rapport opgesteld door de assessoren. Gegadigden worden uitgenodigd om met maximaal twee teamleden, die aanwezig waren bij het samenwerkingsassessment, het rapport te lezen en daarop een toelichting te verkrijgen van de assessoren. Het projectteam van Opdrachtgever is in verband met de vertrouwelijkheid niet bij het terugkoppelgesprek aanwezig. Aan het eind van de terugkoppeling wordt de afgevaardigden gevraagd de eindscore, inclusief de 6 onderliggende beoordelingscijfers, ‘vrij te geven’ (N.I.P.-code inzake vertrouwelijkheid2). Een gegadigde kan er ook voor kiezen om de eindscore en beoordelingscijfers niet vrij te geven, maar dan ontvangt zij de laagst mogelijke eindscore voor het samenwerkingsassessments. De rapportage blijft vertrouwelijk en wordt dus ook niet gedeeld met de aanbesteder. Na de terugkoppeling wordt de rapportage zowel op papier als digitaal aan de gegadigde verstrekt.
2 De rapportage is vertrouwelijk en derhalve uitsluitend bestemd voor de leden van het team van de gegadigde. Verstrekking van dit rapport aan derden vindt slechts plaats nadat de kandidaten, of een afgevaardigde daarvan, daar zelf schriftelijk toestemming voor heeft gegeven. De assessoren volgen in hun handelen en werkwijze hiermee de richtlijnen inzake vertrouwelijkheid en privacy van het Nederlands Instituut van Psychologen (NIP).
2. Zowel de inhoud van de rapportage als de beoordelingscijfers zijn niet bekend bij de deelnemers aan de dialoog van de zijde van aanbesteder en ook niet bij de beoordelingscommissie die de inschrijvingen beoordeelt. De beoordelingscijfers worden pas na het vaststellen van de beoordeling van het kwalitatieve deel van de inschrijving bekend gemaakt aan het projectteam ten behoeve van de gunningsbeslissing. Beoordelingscijfers worden tevens, als onderdeel van de gunningsbeslissing, aan alle inschrijvers kenbaar gemaakt.
6.5 Inschrijving
6.5.1 Indienen van een inschrijving
1. De bij de inschrijving te verstrekken documenten dienen te zijn gesteld in de Nederlandse taal.
2. Een inschrijving kan uitsluitend digitaal worden ingediend door middel van TenderNed. Bij een andere wijze van indienen wordt de inschrijving niet in behandeling genomen.
3. De inschrijving dient uiterlijk op 5 februari 2021 om 15.00 uur te zijn ingediend, waarbij de klok van TenderNed bepalend is. Op dat tijdstip eindigt de inschrijvingstermijn en sluit de digitale kluis in TenderNed. De genoemde datum en het genoemde tijdstip gelden als uiterste datum en uiterste tijdstip voor ontvangst van de inschrijvingen.
4. Alle bij inschrijving te verstrekken documenten kunnen uitsluitend digitaal worden ingediend door middel van TenderNed.
5. De documenten die bij inschrijving dienen te worden ondertekend, dienen te zijn ondertekend door een bevoegd vertegenwoordiger van de inschrijver.
6. De documenten die dienen te worden ondertekend dienen in pdf-format te zijn voorzien van een gekwalificeerde elektronische handtekening conform Verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 20143. Indien een bepaald digitaal pdf-formulier (bijvoorbeeld het Uniform Europees Aanbestedingsdocument) niet rechtstreeks op deze wijze kan worden ondertekend, dient een digitale pdf-afdruk van het pdf-formulier gemaakt te worden en dient die digitale pdf-afdruk op bovenvermelde wijze te worden ondertekend.
7. Documenten die door andere natuurlijke of rechtspersonen op wie de inschrijver zich beroept, worden ingediend, mogen door deze andere natuurlijke of rechtspersonen in plaats van een gekwalificeerde elektronische handtekening conform Verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 20144 ook worden voorzien van een handgeschreven handtekening. In dat geval dient de inschrijver een scan in pdf-format van het originele document voorzien van een verklaring conform bijlage D “Model indieningsformulier voor documenten van derden die met een handgeschreven handtekening worden ingediend” bij zijn inschrijving te voegen. Tevens dient de
4 Elektronische handtekeningen die aan deze norm voldoen zijn bijvoorbeeld: PKIoverheid, EU Qualified, of andere STORK IV handtekeningen, maar ook geavanceerde elektronische handtekeningen die zijn aangemaakt met een gekwalificeerd middel voor het aanmaken van elektronische handtekeningen, gebaseerd op een gekwalificeerd certificaat voor elektronische handtekeningen zoals omschreven in de Verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014.
inschrijver het originele document met handgeschreven handtekening zo spoedig mogelijk na zijn inschrijving te verzenden aan:
Rijkswaterstaat Programma's, Projecten en Onderhoud
T.a.v. Aanbestedingsteam GWW, mw. X. Xxxxxx Kantooradres: Xxxxxxxxxxxx 0, 0000 XX Xxxxxxx
6.5.2 Varianten van de inschrijver
Het indienen van varianten van de inschrijver is niet toegestaan.
6.5.3 Bevoegdheid tot het doen van een inschrijving
1. De inschrijving dient te zijn gedaan door een daartoe bevoegde vertegenwoordiger van de inschrijver.
2. Binnen twee werkdagen na een daartoe ontvangen verzoek van de aanbesteder, door middel van TenderNed, “Berichten”, dient de inschrijver een (kopie van een) uittreksel uit het register van de Kamer van Koophandel te verstrekken, waarin is aangegeven wie namens de ondernemer bevoegd is de inschrijving te ondertekenen.
Indien ondertekening geschiedt door een ander dan degene die is vermeld in het register dient tevens (een gewaarmerkte kopie van) de daartoe vereiste volmacht te worden verstrekt.
3. Indien inschrijving geschiedt door een samenwerkingsverband van ondernemers (combinatie), al dan niet als vennootschap onder firma, dienen de in lid 2 genoemde documenten door iedere ondernemer afzonderlijk te worden verstrekt.
4. Indien de inschrijver niet is gevestigd in Nederland dienen uittreksels en/of documenten te worden verstrekt waaruit de bevoegdheid blijkt, overeenkomstig de wettelijke bepalingen geldend in het land van vestiging.
5. Indien blijkt dat de inschrijving is gedaan door een persoon die daartoe, op het moment dat de inschrijving werd gedaan, niet bevoegd was, is de inschrijving ongeldig.
6.5.4 Inschrijving door een samenwerkingsverband van ondernemers (combinatie)
1. Het is een tot inschrijving uitgenodigde gegadigde niet toegestaan als samenwerkingsverband van ondernemers (combinatie) een inschrijving te doen, tenzij de gegadigden gezamenlijk (als samenwerkingsverband van ondernemers (combinatie)) tot inschrijving zijn uitgenodigd.
2 Indien de aanbesteder vermoedt dat het aantal ondernemingen in een samenwerkingsverband van ondernemers (combinatie) onevenredig groot is, gelet op de Mededingingswet, zal de aanbesteder een melding doen bij de Autoriteit Consument en Markt.
3 In aanvulling op het bepaalde in artikel 4.29.2 van het ARW 2016 wordt bepaald dat een ondernemer in een samenwerkingsverband van ondernemers (combinatie) die voor minder dan 10% van het bedrag van de inschrijving deelneemt in de uitvoering van de opdracht, hoofdelijk aansprakelijk is voor de nakoming van alle uit de overeenkomst voortvloeiende verplichtingen, doch tot ten hoogste 10% van het bedrag van de inschrijving.
4 Het bepaalde in lid 3 geldt uitsluitend indien de deelname van een ondernemer voor minder dan 10% bij de inschrijving uitdrukkelijk is aangegeven op het
inschrijvingsbiljet en deze deelname, indien de aanbesteder daarom verzoekt, wordt gespecificeerd en aangetoond.
6.6 Bij inschrijving te verstrekken documenten
6.6.1 Algemeen
1. De inschrijving dient te geschieden middels bijlage G “Inschrijvingsbiljet” dan wel op een geheel overeenkomstig daaraan opgesteld biljet. Indien het inschrijvingsbiljet niet is ondertekend conform paragraaf 6.5.1, dan is de inschrijving ongeldig.
2. De inschrijver dient bij zijn inschrijving een verklaring te voegen als genoemd in artikel 4.34.3 van het ARW 2016 die als bijlage H “Model K verklaring van de bestuurder omtrent rechtmatigheid inschrijving” is bijgevoegd. Met nadruk wordt gewezen op de ondertekening door een bestuurder die ter zake de inschrijver rechtsgeldig vertegenwoordigt als beschreven in paragraaf 6.5.3. Voor gebreken bij het indienen van de Model K verklaring kan de aanbesteder gelegenheid geven tot herstel. In dat geval bepaalt de aanbesteder een termijn waarbinnen het gebrek hersteld moet zijn.
3. De inschrijver dient bij zijn inschrijving een verklaring conform bijlage K “Verklaring inzake de verplichtingen op het gebied van milieu-, sociaal en arbeidsrecht” bij te voegen waarin hij aangeeft dat hij bij het opstellen van zijn inschrijving rekening heeft gehouden met de verplichtingen op het gebied van het milieu-, sociaal en arbeidsrecht uit hoofde van het recht van de Europese Unie, het nationale recht, collectieve arbeidsovereenkomsten en uit hoofde van de in bijlage X van richtlijn 2014/24/EU vermelde bepalingen van internationaal milieu-, sociaal en arbeidsrecht. Indien inschrijving geschiedt door een samenwerkingsverband van ondernemers (combinatie), al dan niet als vennootschap onder firma, dient deze verklaring door iedere ondernemer te worden bijgevoegd.
4. Met uitzondering van het inschrijvingsbiljet, kan de aanbesteder voor gebreken bij het indienen van de documenten als bedoeld in deze paragraaf 6.6.1 gelegenheid geven tot herstel. In dat geval bepaalt de aanbesteder een termijn waarbinnen het gebrek moet zijn hersteld.
6.6.2 Bij de inschrijving te verstrekken kwalitatieve documenten
De inschrijver dient bij zijn inschrijving de hierna volgende kwalitatieve documenten te verstrekken. In onderstaande tabel zijn de vormvereisten beschreven van de verschillende te verstrekken kwalitatieve documenten. Aan deze vormvereisten dienen de kwalitatieve documenten ten minste te voldoen.
In de ‘Tabel EMVI-BPKV criteria’ in bijlage I zijn de aandachtspunten per subcriterium beschreven. Aanbesteder beoordeelt de kwalitatieve documenten op basis van deze aandachtspunten.
Criterium5 | Vormvereisten |
5 Criterium 1 “Samenwerkingsassessment” wordt niet beoordeeld op basis van een kwalitatief document, maar in het samenwerkingsassessment zoals beschreven in paragraaf 6.4.
2. Plan Samenwerking, Bedoeling en Leren | - Het Plan Samenwerking, Bedoeling en Leren heeft betrekking op de volgende drie onderdelen van het DOEN-gedachtegoed: o Optimale Samenwerking; o Werken vanuit de bedoeling; o Leren. - Het Plan Samenwerking, Bedoeling en Leren dient ten minste de volgende inhoud te bevatten: o Een analyse van de samenwerkingsdynamiek tijdens het assessment en hoe deze analyse past in de samenwerkingsvorm zoals beschreven in het Plan Samenwerking, Bedoeling en Leren; o Beschrijving van de wijze waarop de verschillende partijen in de keten effectief worden ingezet en betrokken in de beoogde samenwerking; o De wijze waarop werken vanuit de bedoeling wordt gefaciliteerd en gestimuleerd; o Een procesmatige beschrijving hoe invulling wordt gegeven aan de leerdoelstelling; - Het plan van aanpak mag maximaal 5 enkelzijdige pagina’s op A4-formaat beslaan, exclusief voorblad, met Arial 10 pt.; - Tekst die het maximum aantal pagina’s overschrijdt wordt buiten beschouwing gelaten; |
3. Plan Klantwaarde en Eerlijk geld | - Het Plan Klantwaarde en Eerlijk geld heeft betrekking op de volgende twee onderdelen van het DOEN-gedachtegoed: o Maximale klantwaarde; o Eerlijk geld voor eerlijk werk. - Het Plan Klantwaarde en Eerlijk geld dient ten minste de volgende inhoud te bevatten: o De wijze waarop in fase 1 en fase 2 gezorgd wordt dat maximale klantwaarde wordt gerealiseerd; o De wijze waarop de transactie die met dit project wordt gedaan inzichtelijk wordt gemaakt; o De wijze waarop wordt gezorgd voor een kostenefficiënte en doelmatige prijs; - Het plan van aanpak mag maximaal 4 enkelzijdige pagina’s op A4-formaat beslaan, exclusief voorblad, met Arial 10 pt.; - Tekst die het maximum aantal pagina’s overschrijdt wordt buiten beschouwing gelaten; |
De prestaties en de daarmee samenhangende scores op het Samenwerkingsassessment worden niet meegenomen in de beoordeling van bovengenoemde plannen.
CO2-ambitie
Het CO2-ambitieniveau van de inschrijver dient te worden aangegeven op het inschrijvingsbiljet. De aanbesteder heeft als ambitie CO2-emissie te reduceren bij de uitvoering van infrastructurele werken. Dat kan alleen door en met actieve inzet van marktpartijen. De aanbesteder heeft gekozen een kader te hanteren waarbij de marktpartijen die invulling geven aan deze CO2-ambitie tijdens de uitvoering, een voordeel verkrijgen bij verlening van de opdracht.
De inschrijver kan kiezen uit de CO2-ambitieniveaus die nader zijn beschreven in bijlage L “Ambitieniveau CO2 reductie”. Hoe hoger het aangeboden CO2- ambitieniveau van de inschrijver is, hoe hoger de fictieve vermindering van de richtprijs.
Aan het aangeboden CO2-ambitieniveau hoeft pas invulling te worden gegeven na verlening van de opdracht. De opdrachtnemer dient, gedurende de looptijd van de overeenkomst en ten minste jaarlijks, aan te tonen dat tijdens de verdere uitvoering aan ten minste het aangeboden CO2-ambitieniveau is voldaan. Dit kan volgens twee methoden:
1. door een CO2-Bewust certificaat te overleggen dat past bij het aangeboden CO2- ambitieniveau. Indien de inschrijver bestaat uit een samenwerkingsverband van ondernemers, dient iedere deelnemer in dat samenwerkingsverband een CO2- Bewust certificaat te overleggen dat ten minste past bij het aangeboden CO2- ambitieniveau, of
2. door projectspecifiek bewijsstukken te leveren dat de opdracht wordt uitgevoerd conform het aangeboden CO2-ambitieniveau, met toepassing van de criteria zoals vermeld in de tabellen opgenomen in het document ‘Handreiking Aanbesteden Versie 3.0, Het BPKV criterium CO2-Prestatieladder voor aanbestedende diensten’ (05-02-2016, Stichting Klimaatvriendelijk Aanbesteden & Ondernemen). De criteria zijn tevens opgenomen in bijlage L “Ambitieniveau CO2 reductie”. Bij de tweede methode (projectspecifiek bewijsstukken leveren) dient de inschrijver bij inschrijving op het inschrijvingsbiljet aan te geven welke certificerende instelling (CI) de toetsing gaat uitvoeren en gelden tijdens de realisatie de volgende voorwaarden:
a. bewijsstukken bestaan uit een projectdossier en een verklaring van genoemde CI of voldaan wordt aan het aangeboden CO2-ambitieniveau, inclusief alle onderliggende niveaus, en
b. het voldoen aan het aangeboden CO2-ambitieniveau dient te worden geborgd in het door de opdrachtnemer te gebruiken projectmanagementsysteem, en
c. op basis van het projectdossier en borging in het projectmanagementsysteem laat de opdrachtnemer de aangewezen CI toetsen of er voldaan wordt aan het aangeboden ambitieniveau, en
d. de opdrachtnemer toont aan dat de CI geaccrediteerd is voor certificering op het niveau van het CO2-Bewust certificaat dat correspondeert met het aangeboden CO2-ambitieniveau en dat de persoon die de toetsing uitvoert namens de CI aantoonbaar ervaring heeft met certificeringen van bedrijven op het niveau van het CO2-Bewust certificaat dat correspondeert met het aangeboden CO2-ambitieniveau, en
e. de toetsing door de CI vindt plaats binnen één jaar na opdrachtverlening en vervolgens jaarlijks gedurende de realisatie van de opdracht, en
f. indien de opdrachtnemer beschikt over een CO2-bewust certificaat op een lager ambitieniveau kan de opdrachtnemer weliswaar de bewijslast deels
baseren op informatie uit het managementsysteem behorende bij het CO2- bewust certificaat, maar dient het bewijs echter nadrukkelijk geheel projectspecifiek te worden geleverd voor het aangeboden CO2- ambitieniveau inclusief alle onderliggende CO2-ambitieniveaus (een gemengde bewijsvoering wordt niet toegestaan).
6.7 Opening van de inschrijvingen
1. De opening van de inschrijvingen vindt plaats op 8 februari 2021 omstreeks
9.00 uur door een vanwege de aanbesteder ingestelde aanbestedingscommissie. De aanbestedingscommissie opent dan de digitale kluis in TenderNed.
2. Behalve de leden van de in lid 1 genoemde aanbestedingscommissie mag niemand bij de opening van de inschrijvingen aanwezig zijn.
3. De aanbestedingscommissie stelt vast, aan de hand van de inschrijvingsbiljetten:
a. het aantal inschrijvingen dat is gedaan;
b. door wie een inschrijving is gedaan.
4. De aanbestedingscommissie gaat na of de vereiste documenten in TenderNed zijn ingediend.
5. De aanbestedingscommissie doet geen uitspraak over de geldigheid of ongeldigheid van de inschrijvingen; dit is voorbehouden aan de aanbesteder.
6. Het proces-verbaal van opening van de inschrijvingen wordt opgesteld door de aanbestedingscommissie en ondertekend door de leden van die commissie. Het proces-verbaal wordt toegezonden aan alle inschrijvers door middel van TenderNed, “Berichten”.
6.8 Gestanddoening
De inschrijver dient zijn inschrijving gestand te doen gedurende 90 dagen na de uiterste datum voor de ontvangst van de inschrijvingen.
7 Beoordelingsfase en gunningsbeslissing
7.1 Algemeen
De beoordeling van de inschrijvingen en de uiteindelijke opdrachtverlening vindt plaats op grond van het gunningscriterium 'Economisch Meest Voordelige Inschrijving met de beste prijs-kwaliteitverhouding' (BPKV), overeenkomstig de beoordelingsprocedure als omschreven in paragraaf 7.3.
7.2 Richtprijs
In deze aanbesteding wordt gewerkt met een door de aanbesteder aangegeven richtprijs, te weten 42 miljoen euro (exclusief BTW). Op basis van deze richtprijs wordt in combinatie met de kwalitatieve criteria de EMVI-BPKV bepaald. De te scoren kwaliteitswaardes in de BPKV-tabel in bijlage I, die zijn gekoppeld aan de kwalitatieve criteria zijn tevens afgeleid van de richtprijs.
7.2.1 Opbouw richtprijs
De richtprijs is vastgesteld op basis van de door Aanbesteder gemaakte probabilistische raming. Dit is dezelfde raming waarmee ook de aanvraag van het budget ten behoeve van het Uitvoeringsbesluit is verricht.
De richtprijs bestaat uit een drietal hoofdonderdelen, te weten:
• Kosten opdrachtnemer, bestaande uit:
o Directe kosten versterkingsmaatregelen
o Indirecte kosten
o Engineeringskosten (fase 1 en 2)
o Overige bijkomende kosten (o.a. leges)
• Kosten opdrachtgever, bestaande uit:
o Engineering
▪ Inhuur en uitbesteding
▪ Overige uitbesteding
▪ Communicatie
o Overige bijkomende kosten
▪ Maatregelen in het kader van Xxxxxx Xxxxxx
▪ PAS
• Objectoverstijgende risicoreservering.
Er is gekozen voor een projectraming, in plaats van een contractraming (met enkel kosten Opdrachtnemer), omdat tijdens Fase 1 de risicoverdeling en afbakening tussen deze drie hoofdonderdelen verder wordt uitgewerkt.
De raming (en daarmee de richtprijs) is gebaseerd op een set van uitgangspunten. Deze uitgangspunten worden na de selectiefase gedeeld met de gegadigden, zie hiervoor ook de volgende paragraaf.
7.2.2 Realiteitswaarde richtprijs
De kostenpool van Rijkswaterstaat heeft het predicaat groen afgegeven op de raming. De kostenpool is een onafhankelijk opererend orgaan binnen Rijkswaterstaat waar de kostendeskundigheid is georganiseerd. Zij voeren bij wijze van kwaliteitsborgen een toets uit op de compleetheid, correctheid en realisme van de raming. Het predicaat “groen” betekent dat de raming voldoet aan de kwaliteitseisen.
Daarnaast zal, om de realiteitswaarde van de richtprijs nader te toetsen met de gegadigden, de richtprijs onderdeel zijn van de dialoog met de gegadigden. In de dialoog zal gegadigden gevraagd worden om de realiteitswaarde van de richtprijs te toetsen aan de hand van het Definitief Ontwerp en de onderliggende omstandigheden en uitgangspunten. De daarvoor benodigde informatie zal daarom aan de start van de dialoogfase verstrekt worden. Deze toets kan onderbouwd leiden tot bijstelling van de richtprijs voorafgaand aan de inschrijvingen die na de dialoogfase zullen worden gedaan. Deze toets stelt gegadigden tevens in staat om op basis van het Definitief Ontwerp en de onderliggende omstandigheden en uitgangspunten commitment af te geven ten aanzien van de richtprijs. Dat commitment is nodig om in Fase 1 van het contract aantoonbaar en op navolgbare wijze te kunnen komen tot in die fase alsnog blijkende benodigde bijstelling van de richtprijs: na gunning zal afwijking van de richtprijs door Opdrachtgever en Opdrachtnemer gezamenlijk gemotiveerd dienen te worden.
7.2.3 Hardheid richtprijs
In lijn van vorenstaande is de richtprijs in uitgangspunt een vast bedrag gedurende de looptijd van het contract die alleen opwaarts of neerwaarts kan worden bijgesteld indien en voor zover bepaalde aan de raming en het Definitief Ontwerp ten grondslag liggende omstandigheden en/of uitgangspunten onjuist of onvolledig blijken te zijn. Hiervoor zal door Opdrachtnemer en Opdrachtgever gedurende Fase 1 een verschillenanalyse noodzakelijk zijn. In de Vraagspecificatie Proces is dit proces nader uitgewerkt.
7.2.4 Prijsvormingsproces in Fase 1
Na gunning zullen Opdrachtnemer en Opdrachtgever gezamenlijk een prijsvormingsproces doorlopen ten behoeve van de projectraming en de daarvan onderdeel uitmakende prijs voor engineerings- en uitvoeringswerkzaamheden. Daarbij blijft gelden dat de richtprijs onder de in paragraaf 7.2.3 genoemde voorwaarden blijft gehandhaafd. De eisen aan het prijsvormingsproces, zowel op procesmatig vlak als ten aanzien van de inhoudelijke toetscriteria, zijn nader uitgewerkt in de Vraagspecificatie Proces. Daarnaast wordt in het kader van de EMVI-BPKV, gevraagd om een ‘Plan Klantwaarde en Eerlijk geld’. Aan de hand van dit plan wordt onder andere beoordeeld in welke mate, in aanvulling op de eisen uit de vraagspecificatie, transparantie, kostenefficiëntie en doelmatige besteding van financiële middelen wordt geborgd door de inschrijvers.
7.3 Gunningscriteria
De opdracht wordt verleend aan de inschrijver die de inschrijving met de EMVI- BPKV heeft gedaan, mits de inschrijver niet behoeft te worden uitgesloten van opdrachtverlening.
Bij de beoordeling welke inschrijver de inschrijving met de BPKV heeft gedaan worden de criteria gehanteerd als vermeld in bijlage I “Uitwerking BPKV-criteria voor de beste prijs-kwaliteitverhouding”. De uitwerking van deze criteria is weergegeven in de “Tabel BPKV-criteria” in die bijlage I.
In het in die bijlage I “Uitwerking BPKV-criteria voor de beste prijs- kwaliteitverhouding” opgenomen “Rekenblad BPKV” staat per subcriterium de maximaal toe te kennen kwaliteitswaarde vermeld. Het berekeningsresultaat van het rekenblad is de ‘Fictieve inschrijvingssom’. Deze wordt verkregen door de door aanbesteder afgegeven richtprijs (zie paragraaf 7.2) te verminderen met de ‘Totale kwaliteitswaarde’. De inschrijving die op grond van dit rekenblad de laagste fictieve inschrijvingssom heeft, is de inschrijving met de BPKV.
Indien twee of meer inschrijvingen een gelijke en laagste fictieve inschrijvingssom hebben, dan is daarvan de inschrijving met de hoogste totaalscore op het samenwerkingsassessment de inschrijving met de BPKV. Indien in deze scores ook gelijk zijn, bepaalt het lot. De lotingsprocedure conform paragraaf 8.1 wordt gevolgd voor de gelijk scorende inschrijvers.
De beoordeling van de bij inschrijving ingediende informatie met betrekking tot in paragraaf 6.6.2 vermelde kwaliteitscriteria geschiedt door middel van ‘direct beoordelen’. De beoordeling vindt plaats door een beoordelingsteam samengesteld uit ter zake kundige beoordelaars. Het beoordelingsteam bestaat deels uit een afvaardiging van het projectteam c.q. dialoogteam en deels uit onafhankelijke beoordelaars.
7.4 Gunningsbeslissing
Nadat de beoordeling van de inschrijvingen is afgerond, verstuurt de aanbesteder aan de inschrijvers de gunningsbeslissing. De inschrijver die de inschrijving met de BPKV heeft gedaan en die overigens niet behoeft te worden uitgesloten voor de opdracht, wordt daarbij aangewezen als de inschrijver die voor de opdracht in aanmerking komt.
De inschrijver die als tweede eindigt in de bepaling van de BPKV en die overigens niet behoeft te worden uitgesloten voor de wachtkamerovereenkomst, wordt daarbij aangewezen als de inschrijver die voor de wachtkamerovereenkomst in aanmerking komt.
8 Overige bepalingen
8.1 Lotingsprocedure
De loting verloopt volgens de volgende procedure:
1. alle betrokkenen worden door middel van Tenderned “Berichten” uitgenodigd in persoon of bij vertegenwoordiger bij de loting aanwezig te zijn;
2. een lot bevat de naam van een betrokkene die voor de loting in aanmerking komt;
3. loting geschiedt door het ongezien trekken van alle loten, waarbij de volgorde van trekken wordt vastgelegd en de eerst getrokkene de winnaar van de loting is.
8.2 Tussentijdse stopzetting of beëindiging van de aanbestedingsprocedure
De aanbesteder is gerechtigd de aanbestedingsprocedure stop te zetten en/of te beëindigen. Dit kan onder meer het geval zijn:
a. indien er geen sprake is van daadwerkelijke mededinging;
b. om politieke en/of beleidsmatige redenen;
c. bij veranderingen in relevante wet- of regelgeving. Gegadigden en/of inschrijvers kunnen hieraan geen enkel recht op schadevergoeding ontlenen.
8.3 Forumkeuze; rechtsbescherming
1. In aanvulling op het gestelde in artikel 4.41 van het ARW 2016 wordt bepaald dat alle geschillen in het kader van de onderhavige aanbestedingsprocedure aanhangig dienen te worden gemaakt bij de (voorzieningenrechter van de) rechtbank te ‘s-Gravenhage. Een geschil wordt geacht aanhangig te zijn gemaakt door het uitbrengen van een dagvaarding.
2. De aanbesteder deelt beslissingen ter zake van de selectie van gegadigden schriftelijk aan de gegadigden mede via TenderNed “Berichten”. Onverminderd het bepaalde in artikel 4.23.3 van het ARW 2016 dient een gegadigde, indien hij bezwaren heeft tegen een beslissing, binnen een termijn van 7 kalenderdagen na de datum van verzending van de mededeling van de beslissing van de aanbesteder een kort geding aanhangig te hebben gemaakt tegen die beslissing. Het geding is aanhangig vanaf de dag van dagvaarding (artikel 125 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering).
De genoemde termijn is een vervaltermijn. Dat wil zeggen dat indien een gegadigde niet binnen 7 kalenderdagen na de datum van verzending van de mededeling van de beslissing daadwerkelijk een kort geding aanhangig heeft gemaakt, de betreffende gegadigde in kort geding geen bezwaar meer kan maken met betrekking tot die beslissing; zijn recht is dan verwerkt. De aanbesteder is in dat geval vrij om (verder) gevolg te geven aan de beslissing.
3. Indien overeenkomstig paragraaf 8.1 een loting plaats vindt en een deelnemer aan de loting bezwaren heeft tegen een beslissing die op basis van de loting wordt genomen, dient hij binnen een termijn van 3 kalenderdagen na de datum van verzending van de mededeling van de beslissing de bezwaren gemotiveerd schriftelijk via TenderNed “Berichten” aan de aanbesteder kenbaar te maken.
De genoemde termijn is een vervaltermijn. Dat wil zeggen dat indien niet binnen 3 kalenderdagen na de datum van verzending van de mededeling van de beslissing bezwaar is gemaakt, de aanbesteder vrij is om (verder) gevolg te geven aan de beslissing.
4. Overeenkomstig artikel 4.37 van het ARW 2016 deelt de aanbesteder de gunningsbeslissing schriftelijk aan de inschrijvers mede via TenderNed, “Berichten”.
Indien een inschrijver bezwaren heeft tegen die beslissing dan dient hij
die bezwaren gemotiveerd schriftelijk binnen een termijn van 7 kalenderdagen na de datum van verzending van de mededeling van deze gunningsbeslissing, via TenderNed “Berichten” aan de aanbesteder kenbaar te maken. De genoemde termijn is een vervaltermijn.
Indien een inschrijver bezwaren heeft tegen die beslissing dan dient hij binnen de in het ARW 2016 genoemde termijn van 20 kalenderdagen na de datum van verzending van de mededeling van de gunningsbeslissing een kort geding aanhangig te hebben gemaakt tegen die beslissing. Het geding is aanhangig vanaf de dag van dagvaarding (artikel 125 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering).
De genoemde termijn is een vervaltermijn. Dat wil zeggen dat indien een inschrijver niet binnen 20 kalenderdagen na de datum van verzending van de mededeling van de gunningsbeslissing daadwerkelijk een kort geding aanhangig heeft gemaakt, de betreffende inschrijver in kort geding geen bezwaar meer kan maken met betrekking tot die beslissing; zijn recht is dan verwerkt. De aanbesteder is in dat geval vrij om (verder) gevolg te geven aan de gunningsbeslissing.
8.4 Ontwerpvergoeding
1. In het kader van de inschrijving wordt door de aanbesteder een ontwerpvergoeding betaald.
2. De inschrijver aan wie de opdracht wordt verleend en de twee inschrijvers die, gelet op de gunningscriteria, opeenvolgend na hem voor de opdracht in aanmerking zouden komen, ontvangen elk een ontwerpvergoeding van 100.000 euro (exclusief omzetbelasting).
3. De ontwerpvergoeding wordt betaald nadat de opdracht is verleend. Hiertoe ontvangen de in aanmerking komende inschrijvers binnen vier weken nadat de opdracht is verleend een schriftelijke mededeling van de aanbesteder.
4. Ter verkrijging van betaling zendt de inschrijver, na ontvangst van de schriftelijke mededeling van de aanbesteder, een factuur aan het adres en met vermelding van de gegevens als opgenomen in die mededeling. Het bedrag van de ontwerpvergoeding mag worden verhoogd met de ter zake verschuldigde omzetbelasting.
5. Xxxxxxxx van de ontwerpvergoeding geschiedt binnen dertig dagen nadat de factuur in goede orde is ontvangen.
8.5 Blijvend voldoen
Indien op enig moment gedurende het verloop van de aanbestedingsprocedure blijkt dat een gegadigde en/of natuurlijke of rechtspersoon op wiens financiële en
economische draagkracht en/of technische bekwaamheid de inschrijver zich beroept niet langer voldoet aan de eisen t.a.v. geschiktheid, selectie, uitsluitingsgronden, voorkennis en/of belangenverstrengeling kan de aanbesteder die geselecteerde gegadigde/ inschrijver en/of natuurlijke of rechtspersoon op wiens financiële en economische draagkracht en/of technische bekwaamheid de inschrijver zich beroept uitsluiten van verdere deelneming aan de aanbestedingsprocedure.
Indien een omstandigheid inzake de geschiktheidseisen, selectiecriteria, uitsluitingsgronden, voorkennis en/of belangenverstrengeling wijzigt of is gewijzigd ten opzichte van de omstandigheid ten tijde van de aanmelding als gegadigde, dient de inschrijver en/of natuurlijke of rechtspersoon op wiens financiële en economische draagkracht en/of technische bekwaamheid de inschrijver zich beroept, dit te melden aan de aanbesteder door het afgeven van een herzien Uniform Europees Aanbestedingsdocument of Aanvullende eigen verklaring.
8.6 Additionele uitnodiging tot inschrijvingsfase
1. Indien het aantal geschikte gegadigden groter was dan het maximum aantal dat kon worden uitgenodigd voor deelname aan de inschrijvingsfase, dan is de aanbesteder gerechtigd (maar niet verplicht) een andere geschikte doch niet uitgenodigde gegadigde alsnog tot deelneming uit te nodigen, indien
a. een deelnemer overeenkomstig paragraaf 8.5 wordt uitgesloten van verdere deelneming aan de aanbestedingsprocedure;
b. een deelnemer zich terugtrekt uit de aanbestedingsprocedure.
2. Om gedurende de dialoog te bepalen welke andere gegadigde additioneel wordt uitgenodigd, wordt teruggevallen op het beoordelingsresultaat van de nadere selectie. Indien in het kader van deze aanbestedingsprocedure reeds eerder een loting heeft plaatsgevonden onder alle resterende geschikte gegadigden, dan vindt geen nieuwe loting plaats maar wordt op het resultaat van die loting teruggevallen.
Bijlage A Aanmeldingsformulier
Ter zake van de selectie voor de aanbesteding volgens de concurrentiegerichte dialoog, zoals omschreven in hoofdstuk 4 van het ARW 2016, van de opdracht met zaaknummer 31146554 voor het engineeren en uitvoeren van de renovatie A12 IJsselbruggen.
A. Gegevens aanbesteder:
Rijkswaterstaat Programma's, Projecten en Onderhoud Adres: Xxxxxxx 0000
0000 XX Xxxxxxx
Contactpersoon: mw. X. Xxxxxx Kantooradres: Xxxxxxxxxxxx 0, 0000 XX Xxxxxxx E-mail: xxxxxxxxxxxxxxxxx-xxx@xxx.xx
B. Gegevens gegadigde: (in te vullen door de gegadigde, niet zijnde een combinatie)
Naam (volgens handelsregister) | |
Rechtsvorm | |
Vestigingsplaats | |
Contactpersoon | |
Kantooradres | |
Postadres | |
Telefoonnummer | |
E-mailadres | |
Ingeschreven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel te | |
KvK-nummer | (8 cijfers) |
Vestigingsnummer | (12 cijfers) |
C. Gegevens samenwerkingsverband van ondernemers (combinatie): (in te vullen in geval van een aanmelding als samenwerkingsverband van ondernemers)
Naam Combinatie | |
Rechtsvorm (indien van toepassing) | |
Naam onderneming 1 (Penvoerder) |
Vestigingsplaats onderneming 1 | |
Naam onderneming 2 | |
Vestigingsplaats onderneming 2 | |
Naam onderneming 3 | |
Vestigingsplaats onderneming 3 |
Vul de tabel aan indien nodig.
Gegevens van elk van de ondernemers (gegadigden) in het samenwerkingsverband:
Onderneming 1 / PENVOERDER
Naam (volgens handelsregister) | |
Rechtsvorm | |
Contactpersoon | |
Kantooradres | |
Postadres | |
Telefoonnummer | |
E-mailadres | |
Ingeschreven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel te | |
KvK-nummer | (8 cijfers) |
Vestigingsnummer | (12 cijfers) |
Onderneming 2
Naam (volgens handelsregister) | |
Rechtsvorm | |
Contactpersoon | |
Kantooradres | |
Postadres | |
Telefoonnummer | |
E-mailadres | |
Ingeschreven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel te: | |
KvK-nummer | (8 cijfers) |
Vestigingsnummer | (12 cijfers) |
Onderneming 3
Naam (volgens handelsregister) | |
Rechtsvorm | |
Contactpersoon | |
Kantooradres | |
Postadres | |
Telefoonnummer | |
E-mailadres | |
Ingeschreven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel te: | |
KvK-nummer | (8 cijfers) |
Vestigingsnummer | (12 cijfers) |
Vul de tabel aan indien nodig.
Bijlage B Uniform Europees Aanbestedingsdocument
Het Uniform Europees Aanbestedingsdocument wordt als apart document in pdf- format beschikbaar gesteld.
Het Uniform Europees Aanbestedingsdocument dient digitaal te worden ondertekend conform paragraaf 4.4 respectievelijk paragraaf 6.5.1.
Bijlage C Aanvullende eigen verklaring
Naam en adres van de onderneming:
…………………………………………………………………………………………………………………………………………
Inschrijvingsnummer Kamer van Koophandel (inschrijvingsnummer van het handelsregister of een overeenkomstig register van het land van vestiging van de onderneming):
KvK-nummer: ……… Vestigingsnummer: …………
Contactpersoon van de onderneming (naam, email, telefoon):
…………………………………………………………………………………………………………………………………………
1. VRAGEN TEN AANZIEN VAN VOORKENNIS EN BELANGENVERSTRENGELING
1.1. Heeft de onderneming, voorafgaand aan deze aanbestedingsprocedure, werkzaamheden of diensten verricht ter voorbereiding van de opdracht, dan wel is de onderneming op andere wijze direct of indirect betrokken (geweest) bij de voorbereiding van de opdracht?
Ja / nee (doorhalen wat niet van toepassing is)
Zo ja, vermeld de aard van de betreffende werkzaamheden of diensten, dan wel die betrokkenheid.
…………………………………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………………………………
1.2. Zijn er binnen de onderneming personen werkzaam die, voorafgaand aan deze aanbestedingsprocedure, werkzaamheden of diensten hebben verricht ter voorbereiding van de opdracht, dan wel zijn er personen werkzaam binnen de onderneming die op andere wijze direct of indirect betrokken zijn (geweest) bij de voorbereiding van de opdracht?
Ja / nee (doorhalen wat niet van toepassing is) Zo ja, vermeld voor elke persoon:
a. de naam en de functie binnen de onderneming;
b. de aard van de betreffende werkzaamheden of diensten, dan wel de betrokkenheid.
…………………………………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………………………………
1.3. Zijn of worden door de onderneming, in het kader van deze aanbestedingsprocedure, onderaannemers ingeschakeld, die, voorafgaande aan de aanbestedingsprocedure, werkzaamheden of diensten hebben verricht ter voorbereiding van de opdracht, dan wel zijn die onderaannemers op andere wijze direct of indirect betrokken (geweest) bij de voorbereiding van de opdracht?
Ja / nee (doorhalen wat niet van toepassing is) Zo ja, vermeld van elke onderaannemer:
a. de naam en het adres, de rechtsvorm en het nummer van inschrijving in het
handelsregister (of een overeenkomstig register in het land van vestiging);
b. de aard van de betreffende werkzaamheden of diensten, dan wel de betrokkenheid.
…………………………………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………………………………
1.4. Zijn of worden door de onderneming, in het kader van deze aanbestedingsprocedure, adviseurs (zowel natuurlijke personen als rechtspersonen) ingeschakeld die, voorafgaand aan de aanbestedingsprocedure, werkzaamheden of diensten hebben verricht ter voorbereiding van de opdracht, dan wel zijn die adviseurs op andere wijze direct of indirect betrokken (geweest) bij de voorbereiding van de opdracht?
Ja / nee (doorhalen wat niet van toepassing is) Zo ja, vermeld van elke adviseur:
a. de naam en het adres, de rechtsvorm en het nummer van inschrijving in het
handelsregister (of een overeenkomstig register in het land van vestiging);
b. de aard van de betreffende werkzaamheden of diensten, dan wel de betrokkenheid.
…………………………………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………………………………
1.5. Is de onderneming gelieerd aan één of meerdere andere ondernemingen en/of maakt de onderneming onderdeel uit van een groep, e.e.a. in de zin van de artikelen 2:24a, 2:24b en 2:24c van het Burgerlijk Wetboek, of vergelijkbare rechtsvormen naar buitenlands recht?
Ja / nee (doorhalen wat niet van toepassing is)
Zo ja, hebben één of meerdere van die gelieerde ondernemingen of ondernemingen binnen de groep, voorafgaand aan de aanbestedingsprocedure, werkzaamheden of diensten verricht ter voorbereiding van de opdracht, dan wel zijn één of meer van die ondernemingen op andere wijze direct of indirect betrokken (geweest) bij de voorbereiding van de opdracht?
Ja / nee (doorhalen wat niet van toepassing is)
Zo ja, vermeld voor elke onderneming:
a. de naam en het adres, de rechtsvorm en het nummer van inschrijving in het handelsregister (of een overeenkomstig register in het land van vestiging);
b. de aard van de betreffende werkzaamheden of diensten, dan wel de betrokkenheid.
…………………………………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………………………………
2. VRAGEN TEN AANZIEN VAN DE COMBINATIEVORMING BIJ INSCHRIJVING OF AANMELDING DOOR EEN SAMENWERKINGSVERBAND VAN ONDERNEMERS *)
*) Deze vragen hoeven uitsluitend te worden beantwoord indien inschrijving of aanmelding geschiedt door een samenwerkingsverband van ondernemers (een combinatie), al dan niet als vennootschap onder firma, dan wel als Special Purpose Vehicle (SPV).
2.1. Geef aan welke factoren ervoor zorgen dat de onderneming niet in staat is om individueel op de opdracht in te schrijven.
…………………………………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………………………………
2.2. Geef aan waarom de aard en de omvang van het samenwerkingsverband (combinatie) dat is gevormd noodzakelijk is in relatie tot de omvang en de aard van de uit te voeren opdracht, gelet op de betekenis en de capaciteit van elk van de ondernemers in het verband.
…………………………………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………………………………
2.3. Geef aan welk onderdeel of welke onderdelen van de opdracht door de onderneming zelf zullen worden uitgevoerd.
…………………………………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………………………………
3. VRAAG TEN AANZIEN VAN CONFLICTERENDE BELANGEN
3.1. Heeft de onderneming conflicterende belangen[1] die een negatieve invloed kunnen hebben op de uitvoering van de opdracht?
Ja / nee (doorhalen wat niet van toepassing is)
[1] Artikel 2.92a lid 3 Aanbestedingswet
Zo ja, vermeld de aard van de betreffende conflicterende belangen.
…………………………………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………………………………
VERKLARING
Ondergetekende verklaart dat:
• de in deze vragenlijst opgenomen vragen volledig en naar waarheid zijn beantwoord;
• hij deze ingevulde vragenlijst onvoorwaardelijk en zonder enig voorbehoud heeft ondertekend; hij zich ervan bewust is dat het verstrekken van onjuiste of onvolledige informatie door de aanbestedende dienst kan worden aangemerkt als een valse verklaring en dat dit kan leiden tot een onvoorwaardelijke uitsluiting voor de resterende duur van deze aanbestedingsprocedure;
• er in de tekst van deze vragenlijst geen wijzigingen zijn aangebracht;
• deze vragenlijst is ondertekend door een daartoe, blijkens het handelsregister, dan wel een overeenkomstig register van het land van vestiging van de onderneming, vertegenwoordigingsbevoegde,
Ondertekening
De aanvullende eigen verklaring dient digitaal te worden ondertekend conform paragraaf 4.4 respectievelijk paragraaf 6.5.1.
Bijlage D Model indieningsformulier voor documenten van andere natuurlijke of rechtspersonen op wie de gegadigde/inschrijver zich beroept die met een handgeschreven handtekening worden ingediend
Naam en adres van de onderneming (de gegadigde/inschrijver):
………………………………………………………………………………………………………………………………………
Inschrijvingsnummer Kamer van Koophandel (inschrijvingsnummer van het handelsregister of een overeenkomstig register van het land van vestiging van de onderneming):
KvK-nummer: ……… Vestigingsnummer: …………
Contactpersoon van de onderneming (naam, email, telefoon):
………………………………………………………………………………………………………………………………………
dient hierbij voor de zaak met zaaknummer [ZAAKID] - in plaats van een met een gekwalificeerde elektronische handtekening ondertekende versie - een gescande pdf-versie in van een of meerdere met een handgeschreven handtekening ondertekend(e) document(en) van andere natuurlijke of rechtspersonen op wie de gegadigde/inschrijver zich beroept:
Naam andere natuurlijke of rechtspersoon op wie de gegadigde/inschrijver zich beroept*:
……………………………………………………………………………………………………… Documenten:
- (naam document)
- (naam document)
* In het geval van meerdere andere natuurlijke of rechtspersoon op wie de gegadigde/inschrijver zich beroept, deze opsomming herhalen.
en verklaart dat:
1. Bijgevoegd(e) gescand(e) document(en) van andere natuurlijke of rechtspersonen op wie de gegadigde/inschrijver zich beroept daadwerkelijk door de in het document vermelde (rechts)persoon is/zijn ondertekend en in het bezit is/zijn van ondergetekende;
2. Ondergetekende er zorg voor draagt dat het origineel (de originelen) van bijgevoegd(e) gescand(e) document(en) van andere natuurlijke of rechtspersonen op wie de gegadigde/inschrijver zich beroept gelijktijdig (per
post, xxxxxxx, of op andere spoedige wijze) naar de aanbesteder wordt (worden) verzonden.
Ondertekening
Deze verklaring dient digitaal te worden ondertekend conform paragraaf 4.4 respectievelijk paragraaf 6.5.1.
Bijlage E Gegevens omtrent technische bekwaamheid
1. De ondernemer(s) (gegadigde(n)) geeft(geven) in onderstaande tabel aan met welke referentieopdracht(en) wordt voldaan aan de geschiktheidseisen en de selectiecriteria.
Verwijzing naar de geschiktheidseis en/of het selectiecriterium | Referentieopdracht nr: Door de ondernemer(s) (gegadigde(n)) in te vullen |
Geschiktheidseis | Per geschiktheidseis maximaal 1 referentieopdracht |
Paragraaf 3.2 lid 3.a | … |
Paragraaf 3.2 lid 3.b | … |
Paragraaf 3.2 lid 3.c | |
Paragraaf 3.2 lid 3.d |
2. De ondernemer(s) (gegadigde(n)) vult (vullen) per referentieopdracht de volgende gegevens in. Onderstaande tabel dient zo vaak als nodig herhaald en ingevuld te worden.
REFERENTIEOPDRACHT NR: … | |
Naam van de ondernemer die de referentieopdracht heeft uitgevoerd | … |
Naam van de referentieopdracht | … |
Naam en adres van de opdrachtgever | … |
Overeengekomen bedrag (aannemingssom) (excl. omzetbelasting) | € … |
Gefactureerd bedrag (excl. omzetbelasting) | € … |
Datum van de opdrachtverlening | … |
Overeengekomen uitvoeringsduur | … |
Datum van oplevering | … |
Indien de referentieopdracht is uitgevoerd door een samenwerkingsverband van ondernemers (combinatie) | |
De namen van de overige participanten in het samenwerkingsverband van ondernemers (combinatie) | … |
De juridische participatieverhouding | … |
Percentage aandeel van iedere participant in het samenwerkingsverband van ondernemers (combinatie) | … |
Toelichting op de gevraagde technische bekwaamheid opgedaan in deze referentieopdracht (maximaal 250 woorden) | |
… |
Bijlage F Selectiecriterium: Reflectie op de organisatie
De uitwerking van het Selectiecriterium is opgenomen in de Tabel Selectiecriterium.
Tabel Selectiecriterium
Subcriterium | Aandachtspunten |
1. Xxxxxx van werken | De mate waarin helder, samenhangend en concreet de organisatie is beschreven (aan de hand van bijvoorbeeld: structuur, missie, visie, werkwijze etc.) die bepalend is voor de manier van werken in projecten. |
2. Doorgronden van DOEN- gedachtegoed | De mate waarin de gegadigde blijk geeft van begrip van de toepassing van het DOEN-gedachtegoed op het project Renovatie A12 IJsselbruggen. |
3. Reflectie op eigen organisatie vanuit DOEN- gedachtegoed | De mate waarin gegadigde in staat is om vanuit de toepassing van het Doen- gedachtegoed op het project Renovatie A12 IJsselbruggen te reflecteren op zijn eigen organisatie. |
4. Onderbouwing | De mate waarin de manier van werken is onderbouwd met concrete verifieerbare voorbeelden uit het verleden. |
Berekening totaalscore op het selectiecriterium
Voor elk subcriterium wordt een beoordelingscijfer gegeven. In de onderstaande tabel is de indicatieve betekenis van een beoordelingscijfer beschreven.
Beoordelingscijfer | Waardering |
10 | Uitstekend |
8 | Goed |
6 | Voldoende |
4 | Ruim onvoldoende |
2 | Zeer slecht |
De subcriteria wegen even zwaar, de totaalscore op het selectiecriterium wordt daarom als volgt bepaald:
Beoordelingscijfer op subcriterium 1 + Beoordelingscijfer op subcriterium 2 + Beoordelingscijfer op subcriterium 3 + Beoordelingscijfer op subcriterium 4 = totaalscore
Bijlage G Inschrijvingsbiljet
De hierna te noemen inschrijver(s):
(indien de inschrijving wordt gedaan door een samenwerkingsverband van ondernemers, al dan niet als vennootschap onder firma, dienen alle inschrijvers in het samenwerkingsverband ingevuld te worden. Onderstaande dient zo vaak als nodig herhaald en ingevuld te worden)
A) … 1)
gevestigd te … 2)
KvK-nummer: … 3)
Vestigingsnummer: … 4)
B) … 1)
gevestigd te … 2)
KvK-nummer: … 3)
Vestigingsnummer: … 4)
C) … 1)
gevestigd te … 2)
KvK-nummer: … 3)
Vestigingsnummer: … 4)
D) … 1)
gevestigd te … 2)
KvK-nummer: … 3)
Vestigingsnummer: … 4)
verklaart (verklaren) zich door ondertekening dezes bereid de uitvoering van de opdracht met zaaknummer 31146554, voor het het engineeren en uitvoeren van de renovatie A12 IJsselbruggen,
Voorts verklaren inschrijvers:
- kennis te hebben genomen van de richtprijs, te weten 42 miljoen euro (exclusief omzetbelasting);
- de mogelijkheid te hebben gehad de richtprijs in voldoende mate tijdens de dialoog te bespreken; en
- te onderschrijven dat de richtprijs, gegeven het tot nu toe bekende Definitieve Ontwerp, omstandigheden en uitgangspunten reëel wordt geacht.
De inschrijvers wijzen als gemachtigde om hen voor alle zaken te vertegenwoordigen aan, de hierboven onder A) genoemde inschrijver. 9)
De inschrijvers verklaren dat onderstaande ondernemer(s) in het samenwerkingsverband van ondernemers voor minder dan 10% van het bedrag van de inschrijving deelneemt (deelnemen) in het uitvoeren van de opdracht. De inschrijvers vermelden daarbij tevens het deelnemingspercentage.
… 10)
… 10)
De inschrijver(s) verklaart (verklaren) deze inschrijving te doen overeenkomstig de bepalingen van het Aanbestedingsreglement Werken 2016 en met inachtneming van de bepalingen en de gegevens zoals deze zijn omschreven in de aanbestedingsstukken.
De inschrijver(s) verklaart (verklaren) dat hij (zij) kennis heeft (hebben) genomen van alle documenten die bij de inschrijving in TenderNed zijn ingediend en dat de in te dienen documenten tezamen met het inschrijvingsbiljet de inschrijving vormen en naar waarheid zijn ingevuld.
De inschrijver(s) verklaart (verklaren) zich bereid de uitvoering van de opdracht op een duurzame wijze ter hand te nemen en daarbij adequaat invulling te geven aan een CO2-reductie op:
□ CO2-ambitieniveau 1 (fictieve vermindering richtprijs van 1 %)
□ CO2-ambitieniveau 2 (fictieve vermindering richtprijs van 2 %)
□ CO2-ambitieniveau 3 (fictieve vermindering richtprijs van 3 %)
□ CO2-ambitieniveau 4 (fictieve vermindering richtprijs van 4 %)
□ CO2-ambitieniveau 5 (fictieve vermindering richtprijs van 5 %)
□ geen van de bovenstaande CO2-ambitieniveau’s
De inschrijver(s) verklaart (verklaren) de opdracht op het hierboven aangegeven CO2-ambitieniveau te realiseren en dit aan te tonen door:
□ een CO2-Bewust certificaat te overleggen dat past bij het aangeboden CO2- ambitieniveau. Indien de inschrijver bestaat uit een samenwerkingsverband van ondernemers, overlegt iedere ondernemer in dat samenwerkingsverband een CO2-Bewust certificaat dat ten minste past bij het aangeboden CO2- ambitieniveau, of
□ project specifiek bewijsstukken te leveren dat de opdracht wordt uitgevoerd met toepassing van de criteria zoals vermeld in de tabellen opgenomen in het document ‘Handreiking Aanbesteden Versie 3.0, Het BPKV criterium CO2- Prestatieladder voor aanbestedende diensten’ (05-02-2016, Stichting Klimaatvriendelijk Aanbesteden & Ondernemen), welke criteria tevens zijn opgenomen in bijlage L “Ambitieniveau CO2 reductie”. De toetsing wordt, met inachtneming van de voorwaarden zoals opgenomen in de aanbestedingsleidraad, uitgevoerd door de volgende certificerende instelling:
naam certificerende instelling: ………………………………………………………
adres certificerende instelling: ………………………………………………………
Ondertekening
Dit inschrijvingsbiljet dient door de inschrijver en in geval van een samenwerkingsverband van ondernemers, al dan niet een vennootschap onder firma, alle inschrijvers, digitaal te worden ondertekend conform paragraaf 6.5.1.
Toelichting:
1) Bij een natuurlijke persoon naam en voornamen voluit, bij een rechtspersoon de statutaire naam.
2) Bij een natuurlijke persoon de woonplaats, bij een rechtspersoon de vestigingsplaats, met volledig adres en zo nodig vermelding van de provincie en het land.
3) Inschrijvingsnummer van het handelsregister (Kamer van Koophandel) of een overeenkomstig register van het land van vestiging van de onderneming.
4) Vestigingsnummer in het handelsregister (Kamer van Koophandel) of een overeenkomstig register van het land van vestiging van de onderneming.
5) Inschrijvingssom in cijfers. 6) Inschrijvingssom in letters.
7) Bedrag van de omzetbelasting in cijfers. 8) Bedrag van de omzetbelasting in letters.
9) Deze aanwijzing is alleen van toepassing, indien de inschrijving door twee of meer inschrijvers gezamenlijk geschiedt.
10) Alleen van toepassing, indien de inschrijving door twee of meer inschrijvers gezamenlijk geschiedt. Vermeld, indien van toepassing, de naam en het deelnemingspercentage.
Bijlage H Model K verklaring bestuurder omtrent rechtmatigheid inschrijving
Ondergetekende verklaart (verklaren) dat de onderhavige inschrijving ten behoeve van de opdracht met zaaknummer 31146554, voor het het engineeren en uitvoeren van de renovatie A12 IJsselbruggen, niet tot stand is gekomen onder invloed van een overeenkomst, besluit of gedraging in strijd met het Nederlandse of Europese mededingingsrecht.
Aldus naar waarheid opgemaakt.
op… (datum)
te… (plaats)
door… (naam en voorletter(s))
als bestuurder van… (naam en vestigingsplaats bedrijf)
die… (naam en vestigingsplaats bedrijf)
ter zake van deze Inschrijving rechtsgeldig vertegenwoordigt.
Ondertekening
De Model K verklaring dient door de inschrijver en in geval van een samenwerkingsverband van ondernemers, al dan niet een vennootschap onder firma, alle inschrijvers, digitaal te worden ondertekend conform paragraaf 6.5.1.
Bijlage I Uitwerking BPKV-criteria voor de beste prijs-kwaliteitverhouding
De uitwerking van de BPKV-criteria is opgenomen in de Tabel BPKV-criteria.
Tabel BPKV-criteria
Criterium | Subcriterium | Aandachtspunten | Doelstelling aanbesteder |
1 Samenwerkingsassessment | 1.1 Samenwerkingscompetentie: Heldere doelstellingen en taken | Zie voor een nadere omschrijving van de subcriteria bijlage J | Het selecteren van een projectteam dat in staat is goed samen te werken met het team van Opdrachtgever |
1.2 Samenwerkingscompetentie: Gezamenlijke projectverantwoordelijkheid | |||
1.3 Samenwerkingscompetentie: Open communicatie, reflectie en feedback | |||
1.4 Samenwerkingscompetentie: Wederzijds respect en inlevingsvermogen | |||
1.5 Samenwerkingscompetentie: Flexibel opstellen | |||
1.6 Samenwerkingscompetentie: Initiatief tonen en probleemoplossend vermogen |
2 Plan Samenwerking, Bedoeling en Leren | 2.1 Vertaling resultaten samenwerkingsassessments in vormgeving van de samenwerking | • De mate waarin de beschreven aanpak bijdraagt aan het bereiken van beschreven doelstelling • De mate waarin het plan concreet is gemaakt en is onderbouwd | De samenwerking tussen Opdrachtgever en Opdrachtnemer wordt zo vormgegeven, zodat verbeterpunten uit het samenwerkingsassessments worden ontwikkeld en kwaliteiten uit het samenwerkingsassessments tot hun recht komen. |
2.2 Ketensamenwerking en stakeholdermanagement | De verschillende relevante betrokken partijen worden zo effectief mogelijk ingezet in de beoogde samenwerking | ||
2.3 Werken vanuit de bedoeling | De samenwerking wordt zo vormgegeven dat het werken vanuit de bedoeling zo goed mogelijk wordt gefaciliteerd en gestimuleerd | ||
2.4 Leren | De opgedane ervaringen worden in het project gebruikt om van te leren en leerervaringen uit het project worden benut buiten het project |
3 Plan Klantwaarde en Eerlijk geld | 3.1 Maximale klantwaarde | De aanpak stelt Opdrachtnemer en Opdrachtgever in staat om steeds bewust de keuzes te kunnen maken die bijdragen aan de maximale klantwaarde. | |
3.2 Transparantie transactie | De aanpak zorgt ervoor dat er een transactie plaatsvindt tussen Opdrachtnemer en Opdrachtgever die uitlegbaar is en te verantwoorden naar de belastingbetaler. | ||
3.3 Kostenefficiëntie en doelmatigheid | De aanpak leidt tot een prijs die kostenefficiënt en doelmatig is. | ||
CO2-ambitieniveau | Voor nadere beschrijving van de CO2-ambitieniveaus zie bijlage L. CO2-ambitieniveau 1 respectievelijk 2, 3, 4, 5 leidt tot een fictieve vermeerdering van de richtprijs met 1 respectievelijk 2, 3, 4, 5 % | De aanbesteder heeft als doelstelling de CO2-emissie te reduceren bij de uitvoering van infrastructurele werken. |
Rekenblad BPKV
Criterium | Subcriterium | Maximale kwaliteitswaarde (€) | Beoordelings- cijfer | Behaalde kwaliteitswaarde (€) | Totalen (€) |
1 Samenwerkingsassessment | 1.1 Heldere doelstellingen en taken | 2.400.000 | |||
1.2 Gezamenlijke projectverantwoordelijkheid | 2.400.000 | ||||
1.3 Open communicatie, reflectie en feedback | 2.400.000 | ||||
1.4 Wederzijds respect en inlevingsvermogen | 2.400.000 | ||||
1.5 Flexibel opstellen | 2.400.000 | ||||
1.6 Initiatief tonen en probleemoplossend vermogen | 2.400.000 | ||||
2 Plan Samenwerking, Bedoeling en Leren | 2.1 Vertaling resultaten samenwerkingsassessments in vormgeving van de samenwerking | 2.000.000 | |||
2.2 Ketensamenwerking en stakeholdermanagement | 2.000.000 | ||||
2.3 Werken vanuit de bedoeling | 2.000.000 | ||||
2.4 Leren | 2.000.000 |
3 Plan Klantwaarde en Eerlijk geld | 3.1 Maximale klantwaarde | 2.600.000 | |||
3.2 Transparantie transactie | 2.600.000 | ||||
3.3 Kostenefficiëntie en doelmatigheid | 2.600.000 | ||||
Totaal van de scores op kwaliteitscriterium 1 t/m 3 | |||||
Kwaliteitswaarde CO2-ambitie (1, 2, 3, 4 of 5 %) van de richtprijs | |||||
Totale kwaliteitswaarde | |||||
Richtprijs | € 42.000.000 | ||||
Fictieve inschrijvingssom (Richtprijs minus Totale kwaliteitswaarde) |
Toelichting op het rekenblad BPKV
Behaalde kwaliteitswaarde
Voor elk (sub) criterium waarop de maximale kwaliteitswaarde zichtbaar gemaakt is, wordt een beoordelingscijfer gegeven. Bij het beoordelingscijfer 10 wordt de maximum kwaliteitswaarde toegekend. De relatie tussen ‘Beoordelingscijfer’ en ‘Behaalde kwaliteitswaarde’ is verder lineair. Onderstaande tabel bevat het overzicht van de beoordelingscijfers met bijbehorende kwaliteitswaarden. In de onderstaande tabel is bij de “waardering” aangegeven welke omschrijving hoort bij een bepaald cijfer.
Tabel kwaliteitswaarde
De relatie tussen beoordelingscijfer, waardering en kwaliteitswaarde is voor het Samenwerkingsassessment als volgt:
Beoordelingscijfer | Waardering (mate waarin meerwaarde wordt geleverd) | % van maximale kwaliteitswaarde |
10 | De Gegadigde heeft naar het oordeel van de assessoren uitstekend voldaan (uiterst toereikend) aan de betreffende competentie. | 100 |
9 | De Gegadigde heeft naar het oordeel van de assessoren zeer goed voldaan (zeer toereikend) aan de betreffende competentie. | 75 |
8 | De Gegadigde heeft naar het oordeel van de assessoren goed voldaan (aanzienlijk toereikend) aan de betreffende competentie. | 50 |
7 | De Gegadigde heeft naar het oordeel van de assessoren ruim voldoende voldaan (meer dan toereikend) aan de betreffende competentie. | 50 |
6 | De Gegadigde heeft naar het oordeel van de assessoren voldoende voldaan (toereikend) aan de betreffende competentie. | 0 |
5 | De Gegadigde heeft naar het oordeel van de assessoren onvoldoende voldaan (ontoereikend) aan de betreffende competentie. | - 25 |
4 | De Gegadigde heeft naar het oordeel van de assessoren ruim onvoldoende (ruim ontoereikend) voldaan aan de betreffende competentie. | - 50 |
3 | De Gegadigde heeft naar het oordeel van de assessoren slecht voldaan (zeer ontoereikend) aan de betreffende competentie. | - 75 |
2 | De Gegadigde heeft naar het oordeel van de assessoren zeer slecht voldaan (uiterst ontoereikend) aan de betreffende competentie. | - 100 |
De relatie tussen beoordelingscijfer, waardering en kwaliteitswaarde is voor het Plan Samenwerking, Bedoeling en Leren en voor het Plan Klantwaarde en Eerlijk geld als volgt:
Beoordelingscijfer | Waardering | % van maximale kwaliteitswaarde |
10 | Uitstekend (heel veel meerwaarde) | 100 |
8 | Goed (ruim voldoende tot aanzienlijke meerwaarde) | 50 |
6 | Neutraal (niet of nauwelijks meerwaarde) | 0 |
4 | Ruim onvoldoende (ruim ontoereikend/nadelig/risicovol) | - 50 |
2 | Zeer slecht (uiterst ontoereikend/nadelig/risicovol) | - 100 |
De lineaire relatie voor alle kwaliteitscriteria: ‘Behaalde kwaliteitswaarde’ = (‘Beoordelingscijfer’ – 6) / 4 * ‘Maximale kwaliteitswaarde. Cijfers lager dan 6 leiden tot een negatieve kwaliteitswaarde en derhalve niet tot een vermindering van de fictieve inschrijvingssom maar tot een bijtelling.
Beoordelingscijfer beneden 6
Indien een criterium niet voortbouwt op een eis uit de vraagspecificatie c.q. het Programma van Eisen, is een beoordelingscijfers lager dan 6 mogelijk. Een beoordelingscijfer lager dan 6 is mogelijk indien een aangeboden oplossing ontoereikend, nadelig of risicovol is omdat deze bijvoorbeeld:
- niet voldoet aan de huidige stand van technologie of kennis en de inschrijver dus een verouderd product of verouderde werkwijze aanbiedt terwijl betere alternatieven voorhanden zijn, of
- moeilijk te beheersen risico’s met zich meebrengt.
Daarnaast kan een beoordelingscijfer lager dan 6 worden gegeven als niet of onvoldoende wordt ingegaan op hetgeen gevraagd wordt in het kader van de BPKV-beoordeling.
N.B.: Bij een criterium dat dient ter stimulans tot het leveren van een betere prestatie ten opzichte van een expliciete eis uit de vraagspecificatie c.q. het programma van eisen en waarbij de inschrijving niet aan die eis voldoet, is geen sprake van een “knock-out” maar van een ongeldige inschrijving. Op grond daarvan dient afwijzing plaats te vinden. Het beoordelingscijfer is dan niet meer relevant. Ook als een criterium betrekking heeft op een set van samenhangende eisen, leidt het niet voldoen aan één van de (basis-)eisen uit de vraagspecificatie c.q. het programma van eisen reeds tot een afwijzing (zonder dat een BPKV-beoordeling wordt toegekend).
Bijlage J Nadere omschrijving Samenwerkingscompetenties
Hieronder volgt een toelichting op de gehanteerde competenties. Het beschreven gedrag dient als richting. Zo verkrijgt de Inschrijver inzicht op het gedrag waarop zij worden getoetst. Echter dit gedrag laten zien zonder dat dit leidt tot effectieve samenwerking zal alsnog negatieve gevolgen hebben voor de scores en daarmee de beoordeling.
Heldere doelstelling en taken
Werken met duidelijke doelen rol- en taakverdelingen en het aanbrengen van onder meer een werkstructuur die effectief en ondersteunend is aan te behalen doelen.
Gezamenlijke projectverantwoordelijkheid
Xxxxxx op doelen en resultaten, maken van afspraken en het nemen van besluiten. Gemotiveerd zijn om goede resultaten te halen. Wij sturen op haalbaarheid, geven grenzen aan en sturen bij in het belang van de projectdoelen.
Open communicatie, reflectie en feedback
Anderen voldoende en tijdig informeren, transparant zijn over verwachtingen, gemaakte keuzes en prioriteiten en bespreekbaar maken van dilemma’s, tegenstrijdigheden en knelpunten met behoud van de relatie. Het vermogen om effectief feedback te geven en te ontvangen om te groeien in samenspel.
Wederzijds respect en inlevingsvermogen
Xxxxx van wederzijds respect, elkaar waarderen en serieus nemen. Nieuwsgierig zijn naar de beleving en situatie van anderen en daarnaar handelen Benutten van kwaliteiten in het team.
Flexibel opstellen
Waar nodig afwijken van taken, afspraken en doelen , En het toepassen van bijvoorbeeld andere denk- en werkwijzen en/of aanpakken als deze effectiever/efficiënter werken. Het vermogen tot opvangen van verstoringen
Initiatief tonen en probleemoplossend vermogen
Taken oppakken, bijsturen, pro-actief inspelen op problemen en signaleren van kansen, ook bij tegenslag. Bij gewijzigde omstandigheden of onder druk effectief en initiërend handelen, komen met passende oplossingen
Bijlage K Verklaring inzake de verplichtingen op het gebied van milieu-, sociaal en arbeidsrecht
Naam en adres van de onderneming:
…………………………………………………………………………………………………………………………………………
Inschrijvingsnummer Kamer van Koophandel (inschrijvingsnummer van het handelsregister of een overeenkomstig register van het land van vestiging van de onderneming):
………………………………………………………………………………………………………………………………………… Contactpersoon van de onderneming (naam, email, telefoon):
…………………………………………………………………………………………………………………………………………
Ondergetekende verklaart bij het opstellen van zijn inschrijving rekening gehouden te hebben met de verplichtingen op het gebied van milieu-, sociaal- en arbeidsrecht uit hoofde van het recht van de Europese Unie, nationale recht of collectieve arbeidsovereenkomsten of uit hoofde van de in bijlage X van Richtlijn 2014/24/EU vermelde bepalingen van internationaal milieu-, sociaal en arbeidsrecht.
Ondertekening
Deze verklaring dient door de inschrijver en in geval van een samenwerkingsverband van ondernemers, al dan niet een vennootschap onder firma, alle inschrijvers, digitaal te worden ondertekend conform paragraaf 6.5.1.
Bijlage L Ambitieniveau CO2 reductie
In onderstaande tabellen staat het standaard BPKV-criterium CO2-Prestatieladder. De begrippen die gehanteerd worden in dit BPKV-criterium, worden uitgelegd in Handboek CO2-Prestatieladder 3.0. Voor de toepassing van het BPKV-criterium is het Handboek maatgevend met betrekking tot de uitleg van de in onderstaande tabellen gehanteerde begrippen en normen.
Een bedrijf dat zich op een bepaald niveau wil laten certificeren, moet uiteraard aan alle eisen van het Handboek voldoen. Maar een bedrijf dat alleen voor een specifiek project wil aantonen dat het bij de uitvoering van het project aan een bepaald niveau heeft voldaan, heeft het Handboek alleen nodig voor de uitleg van de in onderstaande tabellen gehanteerde begrippen en normen. In de formuleringen van het standaard BPKV-criterium is daarmee al rekening gehouden, omdat deze formuleringen uitgaan van het project (met project wordt hier de opdracht bedoeld), en niet van het hele bedrijf.
De vijf volgende CO2-ambitieniveaus in het kader van de Economisch Meest Voordelige Inschrijving met de beste prijs-kwaliteitverhouding (BPKV) worden onderkend:
Ambitieniveau 1
CO2-AMBITIENIVEAU 1 | |||||
Aspect | Subcriteria | Aspect | Subcriteria | ||
1A | Energie verbruik | 1. Identificatie en analyse van te verwachten en werkelijke energiestromen van het project heeft plaats gevonden. | 1B | Energie- reductie | 1. De opdrachtnemer onderzoekt aantoonbaar de mogelijkheden het energieverbruik te reduceren van het project. |
2. Alle te verwachten en werkelijke energiestromen van het project zijn aantoonbaar in kaart gebracht. | 2. De opdrachtnemer maakt een verslag van een onafhankelijke interne controle voor het project. | ||||
3. Deze lijst wordt gedurende de looptijd van het project regelmatig opgevolgd en actueel gehouden. | |||||
1C | Communicatie | 1. De opdrachtnemer Communiceert aantoonbaar intern op ad hoc basis over het energiereductie beleid van het project. | 1D | CO2-reductie initiatieven | 1. De opdrachtnemer toont aan op de hoogte te zijn van sector en of keteninitiatieven op het gebied van CO₂-reductie die relevant zijn voor het project. |
2. De opdrachtnemer Communiceert aantoonbaar extern op ad hoc basis over het energiereductie beleid van het project. | 2. De opdrachtnemer kent de sector- en keteninitiatieven en hun relevantie voor het project en bespreekt deze in het managementoverleg. |
Ambitieniveau 2
CO2-AMBITIENIVEAU 2 | |||||
Subcriterium | Subcriteria | Aspect | Subcriteria | ||
2A | Energie verbruik | 1. Alle te verwachten en werkelijke energiestromen van het project worden kwantitatief in kaart gebracht. | 2B | Energie- reductie | 1. De opdrachtnemer formuleert een kwalitatief omschreven doelstelling om energie te reduceren en heeft maatregelen benoemd voor het project. |
2. De lijst is volledig en wordt gedurende de looptijd van het project aantoonbaar regelmatig opgevolgd en actueel gehouden. | 2. De opdrachtnemer formuleert een omschreven doelstelling voor gebruik van alternatieve brandstoffen en/of gebruik van groene stroom op het project. | ||||
3. De opdrachtnemer maakt een energiebeoordeling voor het project. | 3. De energie- en reductiedoelstelling en de bijbehorende maatregelen worden gedocumenteerd, geïmplementeerd en gecommuniceerd aan alle werknemers van de opdrachtnemer voor zover betrokken bij project. | ||||
2C | Communicatie | 1. De opdrachtnemer communiceert structureel intern over het energiebeleid van het project. De communicatie omvat minimaal het energiebeleid en reductiedoelstellingen van het project. | 2D | CO₂-reductie initiatieven | 1. De opdrachtnemer onderzoekt aantoonbaar de mogelijkheden om project specifieke maatregelen voortkomend uit relevante initiatieven te implementeren in het project. |
2. De opdrachtnemer realiseert inzake CO₂-reductie een effectieve stuurcyclus met toegewezen verantwoordelijkheden voor het project. | |||||
3. De opdrachtnemer identificeert de externe belanghebbenden voor het project. |
Ambitieniveau 3
CO2-AMBITIENIVEAU 3 | |||||
Aspect | Subcriteria | Aspect | Subcriteria | ||
3A | CO₂-uitstoot | 1. De opdrachtnemer maakt een rapportage van a. de te verwachten scope 1 & 2 emissies van het gehele project en | 3B | CO₂-reductie | 1. De opdrachtnemer formuleert een kwantitatieve reductiedoelstelling voor scope 1 & 2 emissie van het project, uitgedrukt in absolute getallen of percentages ten opzichte |
b. de uitgewerkte actuele emissie-inventaris voor de werkelijke scope 1 & 2 emissies van het project, conform ISO 14064-1. | van een of meerdere relevante referentie(s) en binnen een bepaalde tijdstermijn en heeft een bijbehorend plan van aanpak opgesteld inclusief de te nemen maatregelen. | ||||
2. De emissie-inventaris uit 1B van het project wordt door een CI geverifieerd met tenminste een beperkte mate van zekerheid. | 2. De opdrachtnemer maakt in het project gebruik van een energiemanagement actieplan/systeem (conform NEN-ISO 50001 of gelijkwaardig). | ||||
3C | Communicatie | 1. De opdrachtnemer communiceert structureel intern én extern over de CO₂ footprint (scope 1 & 2 emissies), de kwantitatieve reductiedoelstelling(en) en de maatregelen in het project. De communicatie omvat minimaal het energiebeleid en de reductiedoelstellingen van het project, een omschrijving van de gehanteerde referentie(s), mogelijkheden voor individuele bijdrage, informatie betreffende het huidig energiegebruik en trends binnen het project. | 3D | CO₂-reductie initiatieven | 1. De opdrachtnemer toont aan dat er in het project specifieke maatregelen afgeleid van een (sector of keten) initiatief op het gebied van CO₂-reductie worden doorgevoerd. |
2. De opdrachtnemer maakt een gedocumenteerd intern én extern communicatieplan met vastgelegde taken, verantwoordelijkheden en wijzen van communicatie. |
Ambitieniveau 4
CO2-AMBITIENIVEAU 4 | |||||
Aspect | Subcriteria | Aspect | Subcriteria | ||
4A | CO₂-uitstoot | 1. De opdrachtnemer toont aan inzicht te hebben in de te verwachten meest materiële emissies uit scope 3 voor het project, en toont voor één van de meest materiële (ketens van) activiteiten van het project de CO₂-uitstoot per eenheid aan. | 4B | CO₂-reductie | 1. De opdrachtnemer formuleert, op basis van het inzicht in de te verwachten meest materiële emissies uit scope 3 van het project, daaraan gekoppeld, een CO₂- reductiedoelstelling en heeft een bijbehorend plan van aanpak opgesteld inclusief de te nemen maatregelen. Doelstelling wordt uitgedrukt in een absoluut getal of percentage ten |
opzichte van een (of meerdere) relevante referentie(s) en binnen een vastgelegde termijn. | |||||
2. De opdrachtnemer maakt een kwaliteitsmanagement plan voor de inventaris van het project. | 2. De opdrachtnemer rapporteert periodiek (intern én extern) de voortgang ten opzichte van de doelstellingen voor het project. | ||||
4C | Communicatie | 1. De opdrachtnemer toont aan dat zij een reguliere (tenminste 2x per jaar) dialoog onderhoudt met belanghebbenden binnen o.a. overheid en NGO ’s (minimaal 2) over haar CO₂- reductiedoelstelling en maatregelen in het project zal onderhouden. | 4D | CO₂-reductie initiatieven | 1. De opdrachtnemer toont aan dat zij initiatiefnemer is van de toepassing in het project van vernieuwende maatregelen die CO₂- reductie beogen en tevens de sector faciliteren om CO2-reductie te bereiken, door het verbinden van de bedrijfsnaam aan het initiatief in het project, door publicaties en door bevestiging van belanghebbenden. |
2. De opdrachtnemer toont aan dat de door overheid en/of NGO geformuleerde punten van zorg over het project zijn geïdentificeerd en geadresseerd*. |
Ambitieniveau 5
CO2-AMBITIENIVEAU 5 | |||||
Aspect | Subcriteria | Aspect | Subcriteria | ||
5A | CO₂-uitstoot | 1. De opdrachtnemer toont aan actueel inzicht te hebben in de materiële scope 3 emissies van het project en de meest relevante partijen in de keten die daarbij betrokken zijn. | 5B | CO₂-reductie | 1. De opdrachtnemer heeft voor de materiele scope 3 emissies van het project, op basis van de analyses uit 5.A.2, een reductiestrategie en CO2- reductiedoelstellingen geformuleerd. Er is een bijbehorend plan van aanpak opgesteld inclusief de te nemen autonome acties. Doelstellingen zijn uitgedrukt in absolute getallen of percentages ten opzichte van een (of meerdere) relevante referentie(s). |
2.1. De opdrachtnemer beschikt voor het project over een onderbouwde en actuele analyse van mogelijke autonome acties die opdrachtnemer kan doorvoeren om de materiële scope 3 emissies (upstream en | 2. De opdrachtnemer verstrekt minimaal twee keer per jaar zijn emissie-inventaris scope 1, 2 & 3 gerelateerde CO2-emissies (intern en extern) van het project, alsmede de voortgang in reductiedoelstellingen en genomen maatregelen. |
downstream) van het project te beïnvloeden. | |||||
2.2. De opdrachtnemer toont aan inzicht te hebben in mogelijke strategieën om deze scope 3 emissies van het project (zowel upstream als downstream) te reduceren. | 3. De opdrachtnemer slaagt erin de reductiedoelstellingen te realiseren. | ||||
3. De opdrachtnemer dient te beschikken over actuele, specifieke emissiegegevens, afkomstig van directe (en potentiële) ketenpartners, die relevant zijn voor de uitvoering van de scope 3 strategie voor het project (zie 5.B.1). | |||||
5C | Communicatie | 1. De opdrachtnemer communiceert structureel extern over de manier waarop het project functioneert als open proeftuin voor innovaties of vernieuwende maatregelen en over de wijze waarop hij ketenpartners actief heeft betrokken. | 5D | CO₂-reductie initiatieven | 1. De opdrachtnemer gebruikt het project als open proeftuin om innovaties of vernieuwende maatregelen door te voeren en betrekt daarbij actief ketenpartners . De opdrachtnemer zal een beschrijving voorleggen van beoogde CO₂-emissie reductie als gevolg van de maatregel binnen het project. |
2. De opdrachtnemer communiceert structureel (minimaal 2x per jaar) intern én extern over de CO₂ footprint (scope 1, 2 & 3) en Kwantitatieve reductiedoelstellingen van het project. De communicatie omvat minimaal het energiebeleid en de reductiedoelstellingen van het project, een omschrijving van de gehanteerde referentie(s), mogelijkheden voor individuele bijdrage, informatie betreffende het huidig energiegebruik en trends binnen het project. | 2. De innovaties of vernieuwende maatregelen worden professioneel becommentarieerd door een ter zake als bekwaam erkend en onafhankelijk kennisinstituut. |