STATUTEN VAN DE COÖPERATIE ZONNEPARK ZUTPHEN-ZUID U.A
STATUTEN VAN DE COÖPERATIE ZONNEPARK ZUTPHEN-ZUID U.A
DEFINITIES
Artikel 1
1. In deze statuten hebben de volgende begrippen de daarachter vermelde betekenissen:
- Aansluiting: een aansluiting van een in Nederland gelegen onroe- rende zaak als bedoeld in artikel 16, onderdelen a tot en met e, van de Wet waardering onroerende zaken op een Nederlands distributie- net waaruit elektriciteit aan de verbruiker wordt geleverd, met een totale maximale doorlaatwaarde van ten hoogste driemaal tachtig ampère (3 maal 80A);
- Aanwijzing: de aanwijzing van de Coöperatie als bedoeld in artikel 59a van de Wet belastingen op milieugrondslag;
- Algemene Ledenvergadering: het orgaan van de Coöperatie dat wordt gevormd door de Leden dan wel een bijeenkomst van Leden (of hun vertegenwoordigers) en andere personen met vergaderrech- ten;
- Artikel: een artikel van de Statuten;
- Bestuur: het bestuur van de Coöperatie;
- Coöperatie: Coöperatie Zonnepark Zutphen - Zuid U.A., statutair gevestigd te Zutphen, waarvan de interne organisatie wordt be- heerst door deze statuten;
- Ledenrekening: de door de Coöperatie voor een Lid in de admi- nistratie aangehouden rekening, waarop (i) diens inbreng in geld krachtens de met hem gesloten Ledenovereenkomst, (ii) de kapi- taalstorting van een Lid in de Coöperatie overeenkomstig het be- paalde in artikel 10 en (iii) de uitkeringen aan het lid en eventueel aandeel in het verlies overeenkomstig artikel 16 wordt geadmini- streerd;
- Leden Overeenkomst: een overeenkomst gesloten tussen de Co- operatie en een Lid, zoals in de wet bepaald, bevattende onder an- dere de verhouding tussen het Lid en de Coöperatie;
- Lid: een lid van de Coöperatie;
- Lidmaatschap: alle rechten en verplichtingen van een Lid met de Coöperatie, die voortvloeien uit de Statuten en de Leden Overeen- komst;
- Ondernemer: een ondernemer in de zin van artikel 7 van de Wet op de omzetbelasting 1968;
- Productie-installatie: een productie-installatie als bedoeld in arti- kel 1 lid 1 onderdeel ah van de Elektriciteitswet 1998, waarvan de aansluiting zich bevindt in een Postcodegebied;
- Postcodegebied: een gebied waarbinnen de postcodes in het post- codesysteem beginnen met hetzelfde getal van vier cijfers, alsmede de direct aangrenzende gebieden waarbinnen de postcodes in het
postcodesysteem eveneens beginnen met eenzelfde getal van vier cijfers;
- Postcodesysteem: het postcodesysteem als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel j van de Postwet 2009 dat wordt gebruikt door de verlener van de universele postdienst, bedoeld in artikel 2, eerste lid onderdeel g van de Postwet 2009;
- schriftelijk: bij brief, telefax, e-mail, of door een op andere wijze langs elektronische weg toegezonden leesbaar en reproduceerbaar bericht, mits de identiteit van de verzender met afdoende zekerheid kan worden vastgesteld;
- Statuten: de statuten van de Coöperatie als van tijd tot tijd gewij- zigd.
2. Verwijzingen naar artikelen zijn verwijzingen naar artikelen van de Sta- tuten tenzij uitdrukkelijk anders aangegeven.
De verschenen personen verklaarden vervolgens dat zij (hierna samen te noemen: de "oprichters") bij deze akte een coöperatie voor haar leden oprichten, en daarvoor de volgende statuten vaststellen.
NAAM EN ZETEL
Artikel 2
De naam van de Coöperatie is: Coöperatie Zonnepark Zutphen-Zuid U.A.
De Coöperatie heeft haar zetel in Zutphen.
DOEL
Artikel 3
1. De Coöperatie heeft ten doel het bewerkstelligen van economische in- teractie tussen de Coöperatie en de Leden en het voorzien in de stoffe- lijke behoeften van de Leden door middel van:
a. het stimuleren van het gebruik van duurzame energiebronnen;
b. het op duurzame en ecologisch onschadelijke wijze produceren, doen produceren, leveren en doen leveren van energie, direct of in- direct ten behoeve van de leden, alles in de ruimste zin;
c. de verwerving, oprichting en exploitatie van een of meerdere duur- zame Productie- installatie(s) binnen een postcodegebied of aan- grenzend postcodegebied;
d. het verkrijgen en behouden van de Aanwijzing, zomede al hetgeen met bovenstaande verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn, alles in de ruimste zin.
2. De Coöperatie is niet bevoegd om direct ten laste van haar Leden ko- mende verplichtingen aan te gaan.
3. De Coöperatie heeft niet de bevoegdheid om eenzijdig de rechten en verplichtingen uit hoofde van de Leden Overeenkomsten, welke zij is aangegaan in het bedrijf dat zij te dien einde ten behoeve van de Leden uitoefent, te wijzigen, te veranderen, te herroepen of over te dragen.
LIDMAATSCHAP
Artikel 4
1. Leden kunnen slechts zijn natuurlijke personen en/of rechtsperso- nen(indien dit lid een ondernemer is) die een Ledenovereenkomst heb- ben gesloten met de Coöperatie en die wonen en/of hun zetel hebben in een onroerende zaak die (a) een Aansluiting heeft in het Postcodege- bied van de Productie-installatie en (b) in hoofdzaak dient tot gebruik als woning of ten behoeve van de uitoefening van een bedrijf of beroep.
2. Het lidmaatschap van de Coöperatie is niet voor overdracht vatbaar.
3. Het lidmaatschap eindigt niet bij het overlijden van dat Xxx en gaat over op de rechtsopvolgers van het Lid.
4. De Coöperatie heeft géén in aandelen verdeeld kapitaal. Voorts zal de Coöperatie géén fysieke lidmaatschapsbewijzen of enige andere soort van waardepapier uitgeven.
5. Het lidmaatschap van een rechtspersoon die door fusie of splitsing op- houdt te bestaan, gaat over op de verkrijgende rechtspersoon onder- scheidenlijk overeenkomstig de aan de akte van splitsing gehechte be- schrijving over op één van de verkrijgende rechtspersonen, tenzij een van de leden bezwaar maakt tegen zulke overgang onder algemene ti- tel. Indien de totstandkoming van een fusie of splitsing van een Lid be- kend is gemaakt aan de Coöperatie, zal het bestuur onmiddellijk alle le- den hierover informeren, waarbij aan ieder Lid de mogelijkheid wordt- gegeven bezwaar te maken tegen zodanige fusie of splitsing. Indien binnen vier (4) weken nadat de in de vorige volzin genoemde medede- ling is gedaan, geen van de leden het Bestuur schriftelijk van een be- zwaar in kennis heeft gesteld, wordt aangenomen dat géén van de le- den bezwaar heeft tegen zodanige fusie of splitsing.
Wordt binnen de genoemde periode schriftelijk bij het Bestuur bezwaar gemaakt door een Lid door middel van een schriftelijke mededeling, dan zal het betreffende lidmaatschap eindigen.
TOELATING EN VERVANGING
Artikel 5
1. Het Bestuur beslist omtrent de toelating van nieuwe Leden. Met in acht- neming van de Statuten bepaalt het Bestuur welke gegevens en be- scheiden iemand die als Lid toegelaten wenst te worden dient te ver- strekken. Het Bestuur zal zo spoedig mogelijk over de aanvraag beslis- sen.
2. Indien de aanvraag wordt gedaan door een Ondernemer zal het Bestuur niet besluiten tot toelating van de aanvrager indien zijn participatie in de Coöperatie hoger is dan toegestaan in artikel 59a lid 3 van de Wet belastingen op milieugrondslag, tenzij het Bestuur er zich van heeft ver- gewist dat toelating van de aanvrager niet zal leiden tot intrekking van de Aanwijzing.
3. Het Bestuur houdt een ledenlijst, waarin de volgende gegevens worden bijgehouden:
I de namen, adressen en ean-codes van de Leden en de naam van de energieleveranciers van de Leden;
II de data van de aanvang en de beëindiging van het Lidmaatschap van elk Lid;
III het bedrag van de Leden Rekening van elk Lid; IV of het lid kwalificeert als Ondernemer.
4. Het Bestuur legt het register ten kantore van de Coöperatie of op een andere daartoe door het Bestuur te bepalen geschikte plaats ter inzage voor de Leden.
5. Ieder Xxx, rechtsopvolgers onder algemene titel van een overleden Lid daaronder begrepen, heeft de verplichting de Coöperatie kennis te ge- ven van:
I iedere overgang van het lidmaatschap; en
II iedere wijziging in zijn adres en postcode, en andere relevante informatie.
6. Een Lid dat tijdens zijn lidmaatschap de hoedanigheid van Ondernemer verkrijgt of verliest doet daarvan onverwijld schriftelijk mededeling aan het Bestuur.
EINDE VAN HET LIDMAATSCHAP
Artikel 6
1. Het Lidmaatschap eindigt eveneens onverminderd het bepaalde in de leden 2 en 3 van Artikel 6:
a.1 indien het lid:
- een rechtspersoon is: doordat die rechtspersoon ophoudt te be- staan; of
- een vennootschap die geen rechtspersoon is: door de ontbinding van de desbetreffende vennootschap; of
- partij is bij een juridische fusie of een juridische splitsing en een lid uit tijdig bezwaren met inachtneming van het bepaalde in Artikel 4.4a;
a.2 door opzegging door het Lid;
b. door opzegging door de Coöperatie. Zodanige opzegging kan ge- schieden wanneer:
I een Lid heeft opgehouden te voldoen aan de vereisten door deze statuten voor het Lidmaatschap gesteld;
II indien een Lid dat voorheen niet kwalificeerde als Ondernemer die hoedanigheid verkrijgt, en zijn participatie in de Coöperatie hoger is dan toegestaan in artikel 59a lid 3 van de Wet belastin- gen op milieugrondslag én de inspecteur bedoeld in de Uitvoe- ringsregeling belastingen op milieugrondslag in verband daar- mee de Aanwijzing intrekt of wijzigt of te kennen geeft daartoe te zullen overgaan;
III een Lid zijn verplichtingen, ook na daartoe alsnog in de gele- genheid te zijn gesteld, overeenkomstig deze statuten niet na- komt; of
IV indien van de Coöperatie redelijkerwijs niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren;
c. door ontzetting. Ontzetting kan alleen worden uitgesproken wanneer een Lid in strijd met de statuten, reglementen of besluiten van de Coöperatie handelt, of de coöperatie op onredelijke wijze benadeelt.
2. Opzegging door de Coöperatie geschiedt door het Bestuur.
3. Opzegging van het Lidmaatschap door de Coöperatie kan slechts ge- schieden tegen het einde van een boekjaar en met inachtneming van een opzeggingstermijn van vier (4) weken. Opzegging van het Lidmaat- schap door een Lid kan slechts schriftelijk geschieden tegen het eind van een maand en met inachtneming van een opzeggingstermijn van vier (4) weken. Echter, het lidmaatschap kan onmiddellijk schriftelijk worden beëindigd, indien van de Coöperatie of van het Lid redelijkerwijs niet gevergd kan worden het Lidmaatschap te laten voortduren. Het Be- stuur zal met inachtneming van deze statuten elke beëindiging door een Lid schriftelijk erkennen.
4. Een opzegging in strijd met het bepaalde in lid 3 van artikel 6 eerste zin doet het Lidmaatschap eindigen op het vroegst toegelaten tijdstip vol- gend op de datum waartegen was opgezegd.
5. Een Lid kan voorts zijn lidmaatschap met onmiddellijke ingang schrifte- lijk opzeggen binnen één (1) maand nadat een besluit waarbij zijn rech- ten zijn beperkt of zijn verplichtingen jegens de Coöperatie zijn ver- zwaard, hem bekend is geworden of medegedeeld; het besluit is alsdan niet op hem van toepassing.
Een Lid is niet bevoegd om zijn Lidmaatschap op voorgaande gronden te beëindigen, indien zulk besluit een wijziging van geldelijke rechten en verplichtingen betreft.
6. Een Lid kan zijn Lidmaatschap ook met onmiddellijke ingang schriftelijk opzeggen binnen een maand nadat hem een besluit is meegedeeld tot omzetting van de Coöperatie in een andere rechtsvorm of tot juridische fusie of splitsing als bedoeld in Titel 7 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.
7. Ontzetting uit het lidmaatschap geschiedt bij besluit van de Algemene Ledenvergadering.
8. Bij beëindiging van het lidmaatschap door een Lid zal het saldo van de Lidmaatschapsrekening van dat Lid worden terugbetaald op een door het Bestuur vast te stellen tijdstip.
Artikel 7
1. Na het eindigen van het Lidmaatschap van de Coöperatie zal slechts het saldo van de Leden Rekening zoals gespecificeerd in Artikel 17 door de Coöperatie aan het Lid verschuldigd zijn.
2. Na het eindigen van het Lidmaatschap heeft het (voormalig) Lid slechts de rechten gespecificeerd in deze Statuten.
RECHTEN EN VERPLICHTINGEN VAN LEDEN
Artikel 8
1. De Leden hebben het recht:
a. om het ledenregister te raadplegen; en
b. om de opgestelde jaarrekening en andere door de wet vereiste aan- vullende informatie met betrekking tot de jaarrekening in te zien en, indien gewenst, kosteloos een kopie van de voornoemde documen- ten te ontvangen;
2. Elk Lid is verplicht om met de Coöperatie een Leden Overeenkomst aan te gaan.
3. Een Lid kan niet door opzegging de toepasselijkheid van een door de Coöperatie te zijnen laste aangegane verplichting uitsluiten.
AANSPRAKELIJKHEID LEDEN
Artikel 9
Iedere verplichting van de Leden of oud-Leden van de Coöperatie om in een bij de ontbinding van de Coöperatie blijkend tekort bij te dragen, is uitge- sloten.
LEDENREKENING
Artikel 10
Als gevolg van een besluit van de Algemene Ledenvergadering is ieder Lid verplicht tot het doen van een bijdrage aan het vermogen van de Coöpera- tie teneinde de Coöperatie in staat te stellen haar bedrijf uit te oefenen of te doen uitoefenen.
De Coöperatie houdt voor ieder Lid een Ledenrekening aan waarop het Lid wordt gecrediteerd voor door hem of haar gestort kapitaal.
BESTUURDERS
Artikel 11
1. Het Bestuur bestaat uit één of meer Bestuurders. Zowel natuurlijke als rechtspersonen kunnen Bestuurder zijn. De Algemene Ledenvergadering stelt het aantal Bestuurders vast.
2. Zowel Leden als niet-Leden kunnen Bestuurder zijn.
Één bestuurder dient tevens bestuurder te zijn van de Coöperatie Zonnepark Zutphen U.A. gevestigd te Zutphen.
3. Bestuurders worden benoemd door de Algemene Ledenvergadering voor een periode van drie (3) jaar en zijn maximaal een maal herbenoem- baar.
4. ledere Bestuurder kan te allen tijde door de Algemene Ledenvergadering worden geschorst of ontslagen. In ontstane vacatures wordt zo spoedig mogelijk voorzien.
5. Een schorsing kan één (1) of meer malen worden verlengd, maar kan in totaal niet langer duren dan drie (3) maanden. Is na verloop van die tijd geen beslissing genomen tot opheffing van de schorsing of ontslag, dan eindigt de schorsing.
6. Indien er vacatures in het Bestuur zijn, zullen de overblijvende leden van het Bestuur volledig bevoegd en gerechtigd blijven om de Coöpera- tie te besturen en te vertegenwoordigen.
7. Het Bestuur is, indien het Bestuur niet is samengesteld overeenkomstig het bepaalde in Artikel 11 lid 1, verplicht zo spoedig mogelijk een Alge- mene Ledenvergadering bijeen te roepen, waarin de voorziening in de ontstane vacature(s) aan de orde komt.
8. De Algemene Ledenvergadering wijst een (1) van de Bestuurders aan als voorzitter van het Bestuur. Indien het Bestuur uit meer dan een (1) Bestuurder bestaat, kan het Bestuur uit zijn midden een plaatsvervan- gend voorzitter benoemen, die bij afwezigheid van de voorzitter al diens taken en bevoegdheden waarneemt.
Het Bestuur benoemt voorts uit zijn midden een penningmeester en een secretaris en treft een regeling voor hun vervanging.
Indien het Bestuur uit niet meer dan één (1) Bestuurder bestaat, dan kan deze Bestuurder tegelijkertijd voorzitter, penningmeester en secre- taris zijn.
9. De Algemene Ledenvergadering stelt de bezoldiging en overige arbeids- voorwaarden van de Bestuurders vast.
BESTUURSTAAK
Artikel 12
1. Het Bestuur is belast met het besturen van de Coöperatie, behoudens de beperkingen volgens de Statuten. Vergaderingen van het Bestuur aangaande het besturen van de Coöperatie worden gehouden in de ge- meente waar de Coöperatie volgens deze statuten gevestigd is en zullen regelmatig worden gehouden.
2. Het Bestuur kan bij reglement of daartoe strekkend besluit regels vast- stellen omtrent haar interne werkwijze en besluitvorming in aanvulling op hetgeen daaromtrent in de Statuten is bepaald.
3. Het Bestuur is bevoegd onder zijn verantwoordelijkheid bepaalde on- derdelen van zijn taak te doen uitvoeren door commissies die door het Bestuur worden benoemd.
4. Het Bestuur is bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkom- sten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen, en tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de Coöperatie zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidsstelling voor een schuld van een ander ver- bindt en tot vertegenwoordiging van de Coöperatie ter zake van deze handelingen.
Tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de Coöperatie zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt is het Be- stuur slechts bevoegd na verkregen goedkeuring van de Algemene Leden- vergadering.
VERGADERINGEN VAN HET BESTUUR
Artikel 13
1. Het Bestuur vergadert zo dikwijls een Bestuurder het verlangt. Vergade- ringen worden bijeengeroepen door middel van schriftelijke mededelin- gen verzonden naar alle Bestuurders.
2. Het Bestuur besluit bij volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen.
Indien de stemmen staken, heeft de voorzitter van het Bestuur een be- slissende stem.
3. ledere Bestuurder kan zich in een bestuursvergadering door een mede- bestuurder doen vertegenwoordigen, mits schriftelijk daartoe gemach- tigd.
4. Het Bestuur kan buiten vergadering besluiten nemen, mits (i) dit schrif- telijk geschiedt, (ii) de meerderheid van de Bestuurders zich vóór schrif- telijke besluitvorming uitspreekt en (iii) geen van de Bestuurders zich tegen deze wijze van besluitvorming heeft verzet.
5. Onverminderd het elders in deze statuten bepaalde zijn aan de goed- keuring van de Algemene Ledenvergadering onderworpen alle besluiten van het Bestuur omtrent zodanige rechtshandelingen als door de Alge- mene Ledenvergadering duidelijk omschreven en schriftelijk ter kennis van het Bestuur zijn gebracht.
VERTEGENWOORDIGING. TEGENSTRIJDIGE BELANGEN
Artikel 14
1. De Coöperatie wordt vertegenwoordigd door het bestuur alsmede door twee gezamenlijk handelende bestuursleden onder wie ten minste de voorzitter of de secretaris of de penningmeester.
2. In alle gevallen waarin de Coöperatie een tegenstrijdig belang heeft met een (1) of meer Bestuurders, blijft het bepaalde in Artikel 10 lid 1 on- verkort van kracht tenzij de Algemene Ledenvergadering een of meer andere personen heeft aangewezen om de Coöperatie in het desbetref- fende geval of in dergelijke gevallen te vertegenwoordigen. Een besluit van het Bestuur tot het verrichten van een rechtshandeling die een te- genstrijdig belang met een of meer Bestuurders handelend in eigen naam betreft, is onderworpen aan de goedkeuring van de Algemene Le- denvergadering, maar het ontbreken van zodanige goedkeuring tast de vertegenwoordigingsbevoegdheid van het Bestuur of de Bestuurders niet aan.
BOEKJAAR EN JAARREKENING
Artikel 15
1. Het boekjaar van de Coöperatie is gelijk aan het kalenderjaar.
2. Jaarlijks binnen zes (6) maanden na afloop van het boekjaar, behou- dens verlenging van deze termijn met ten hoogste vijf (5) maanden door de Algemene Ledenvergadering op grond van bijzondere omstan- digheden, maakt het Bestuur een jaarrekening op en stuurt een kopie van de jaarrekening naar de Leden.
3. Binnen deze termijn zendt het Bestuur ook een kopie van het jaarver- slag naar de Leden tenzij het bepaalde in artikel 2:396, lid 6 of artikel 2:403 Burgerlijk Wetboek op de Coöperatie van toepassing is.
4. De jaarrekening bestaat uit een balans en een winst- en verliesrekening met toelichting.
5. De jaarrekening wordt ondertekend door alle Bestuurders. Ontbreekt de handtekening van een (1) of meer van hen, dan wordt melding gemaakt van de reden van het ontbreken van de handtekening.
6. De Coöperatie kan, en indien daartoe wettelijk verplicht, zal aan een accountant opdracht verlenen tot onderzoek van de jaarrekening. Tot
het verlenen van de opdracht is de Algemene Ledenvergadering be- voegd. Gaat deze daartoe niet over dan is het Bestuur bevoegd. De ac- countant brengt omtrent zijn onderzoek verslag uit aan het Bestuur. De accountant geeft de uitslag van zijn onderzoek weer in een verklaring omtrent de getrouwheid van de jaarrekening. Het Bestuur zal een kopie van de accountantsverklaring aan de Leden toezenden. Het bepaalde in artikel 2:393 van het Burgerlijk Wetboek is zoveel mogelijk van over- eenkomstige toepassing.
7. Indien geen accountantsverklaring als bedoeld in Artikel 12 lid 6 be- schikbaar wordt gesteld, dan benoemt de Algemene Ledenvergadering uit de Leden jaarlijks een commissie van ten minste twee (2) Leden die geen deel van het Bestuur mogen uitmaken. De commissie onderzoekt de jaarrekening en brengt aan de Algemene Ledenvergadering verslag van haar bevindingen uit. Vereist het onderzoek van de jaarrekening bijzondere boekhoudkundige kennis, dan kan de commissie van onder- zoek zich door een deskundige doen bijstaan. Het Bestuur is verplicht de commissie ten behoeve van haar onderzoek alle door haar gevraagde inlichtingen te verschaffen, haar desgewenst de Coöperatiekas en de waarden te tonen en de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers van de Coöperatie voor raadpleging beschikbaar te stellen.
8. De Coöperatie zorgt dat de opgemaakte jaarrekening, het jaarverslag en de krachtens artikel 2:392 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek toe te voegen gegevens vanaf de oproep voor de Algemene Ledenvergadering, bestemd tot behandeling van de jaarrekening, te haren kantore aanwe- zig zijn. De Leden kunnen de stukken aldaar inzien en er kosteloos een afschrift van verkrijgen.
9. De jaarrekening wordt vastgesteld door de Algemene Ledenvergadering.
10. Na vaststelling van de jaarrekening besluit de Algemene Ledenvergade- ring omtrent het verlenen van decharge aan de Bestuurders voor de uitoefening van hun taak, voor zover van die taakuitoefening blijkt uit de jaarrekening of uit informatie die anderszins voorafgaand aan de vaststelling van de jaarrekening aan de Algemene Ledenvergadering is verstrekt. De reikwijdte van een verleende decharge is onderworpen aan beperkingen op grond van de wet.
BESTEMMING BATIG SALDO
Artikel 16
1. De algemene Ledenvergadering kan op voorstel van het Bestuur beslui- ten het batig saldo blijkens de jaarrekening of een gedeelte daarvan te reserveren.
2. Tot hetgeen na toepassing van het vorige lid van het batig saldo res- teert zijn de Leden gerechtigd naar rato van de saldi van hun Ledenre- keningen per balansdatum. Het Bestuur kan uitkeringen, waaronder tussentijdse uitkeringen doen, zo dikwijls als zulks redelijkerwijs moge- lijk is.
3. Een tekort zal in eerste instantie ten laste worden gebracht van de re- serves van de Coöperatie en daarna ten laste van de Ledenrekeningen
voor bedragen welke evenredig zijn met de saldi van de Ledenrekenin- gen per de datum van een dergelijke delging. Ten laste van de door de wet voorgeschreven reserves mag een tekort slechts worden gedelgd voor zover de wet dat toestaat.
LEDEN REKENINGEN. TERUGBETALINGEN
Artikel 17
1. De Coöperatie houdt in haar boeken voor ieder lid een Ledenrekening aan.
2. Een Leden Rekening kan niet worden overgedragen aan een Lid van de Coöperatie.
3. De Leden Rekening van elk Lid zal worden gecrediteerd voor de in de Coöperatie gestorte bedragen overeenkomstig de met hem gesloten Le- denovereenkomst alsmede een eventuele kapitaalstorting van een Lid in de Coöperatie overeenkomstig het bepaalde in artikel 10. De Leden Re- kening van elk Lid zal worden gedebiteerd voor de uitgekeerde bedra- gen zulks met inachtneming van dit Artikel 17 lid 5, door afschrijvingen alsmede met een eventueel aandeel in het verlies.
4. Onverminderd Artikel 17 lid 5 zal het saldo van de Leden Rekening slechts worden terugbetaald bij het einde van het Lidmaatschap of na de liquidatie van de Coöperatie, overeenkomstig het bepaalde in de Ar- tikel 26.
5. De Algemene Vergadering kan besluiten om de Leden Rekening(en) van een of meer van de leden geheel of gedeeltelijk terug te betalen.
6. De ten gunste van de Leden Rekening van een Lid geboekte bedragen zullen in het geval van beëindiging van zijn Lidmaatschap, of na de li- quidatie van de Coöperatie, in overeenstemming met de Artikel 26 op een door het Bestuur vast te stellen tijdstip worden terugbetaald.
BEVOEGDHEDEN ALGEMENE LEDENVERGADERING
Artikel 18
Aan de Algemene Ledenvergadering komen in de Coöperatie alle bevoegd- heden toe die niet door de wet of deze statuten aan het Bestuur zijn opge- dragen.
JAARVERGADERING
Artikel 19
1. De jaarlijkse Algemene Ledenvergadering wordt gehouden binnen zes
(6) maanden na afloop van ieder boekjaar.
2. De agenda van deze jaarvergadering vermeldt onder meer de volgende onderwerpen:
a. indien van toepassing: het jaarverslag (tenzij het bepaalde in artikel 2:396, lid 6 of artikel 2:403 Burgerlijk Wetboek op de coöperatie van toepassing is)
b. indien van toepassing: het verslag van de in Artikel 15 bedoelde commissie;
c. bespreking en vaststelling van de jaarrekening;
x. xxxxxxxxx van kwijting aan Bestuurders;
e. tenzij voor het volgende boekjaar reeds aan een accountant een op- dracht als bedoeld in Artikel 15 is verleend: de benoeming van een accountant of commissie overeenkomstig Artikel 15 van deze Statu- ten;
f. voorziening in eventuele vacatures;
g. andere onderwerpen door het Bestuur dan wel een Lid aan de orde gesteld.
ANDERE ALGEMENE LEDENVERGADERINGEN
Artikel 20
1. Andere Algemene Ledenvergaderingen worden gehouden zo dikwijls het Bestuur dat nodig acht.
2. Het Bestuur dient binnen vier (4) weken na ontvangst van een schrifte- lijk verzoek hiertoe door een of meerdere Leden gezamenlijk gerechtigd tot het uitbrengen van één/tiende (1/10) van het totaal aantal stemmen dat in een Algemene Ledenvergadering een Algemene Ledenvergadering bijeen te roepen.
Indien het Bestuur niet binnen veertien dagen na ontvangst van een verzoek als bedoeld in de voorgaande zin niet tot oproeping overgaat, zullen de Leden die het verzoek hebben gedaan om een Algemene Le- denvergadering te houden, bevoegd zijn zelf een Algemene Ledenver- gadering bijeen te roepen, met inachtneming van de in Artikel 20 ge- noemde bepalingen.
OPROEPING. TOEGANG EN VERGADERRECHTEN
Artikel 21
1. Algemene Ledenvergaderingen worden bijeengeroepen door het Be- stuur, onverminderd het bepaalde in Artikel 20 lid 2.
2. Voorzover niet anders bepaald bij de Statuten worden alle Algemene Ledenvergaderingen ten minste veertien (14) dagen voorafgaand aan de dag van bijeenkomst bijeengeroepen door middel van een oproe- pingsbrief waarin de agendapunten zijn vermeld. De oproepingen ge- schieden schriftelijk aan de (e-mail)adressen van de Leden, vermeld in het register van Leden.
3. Algemene Ledenvergaderingen worden gehouden in de gemeente waar de Coöperatie volgens de Statuten gevestigd is.
4. Indien het Bestuur of een Lid van oordeel is dat er een aangelegenheid van onmiddellijke urgentie is kan de Algemene Ledenvergadering wor- den bijeengeroepen op een kortere termijn, doch nimmer binnen een periode van minder dan vier (4) dagen, behoudens onder goedkeuring van alle Leden.
5. Toegang tot de Algemene Ledenvergadering hebben Leden en Bestuur- ders. Leden kunnen zich ter vergadering doen vertegenwoordigen door een schriftelijke gevolmachtigde. Geen toegang hebben geschorste Le- den en geschorste Bestuurders. Een geschorst Lid heeft toegang tot de vergadering waarin het besluit tot schorsing wordt behandeld, en is be- voegd daarover het woord te voeren.
6. Een Bestuurder die geen Lid is, heeft in de Algemene Ledenvergadering een raadgevende stem.
7. Omtrent toelating van andere personen dan Xxxxx en Bestuurders tot de vergadering beslist de Algemene Ledenvergadering.
8. De Algemene Ledenvergaderingen worden geleid door de voorzitter van het Bestuur. In geval van zijn afwezigheid voorziet de Algemene Leden- vergadering in haar voorzitterschap.
9. De voorzitter van een Algemene Ledenvergadering wijst een secretaris aan, die niet Lid behoeft te zijn, die notulen van de vergadering houdt. De notulen worden in dezelfde of in de eerstvolgende Algemene Leden- vergadering vastgesteld en ten blijke daarvan ondertekend door de voorzitter en de secretaris van die vergadering.
10. Van een besluit van de Algemene Ledenvergadering kan te allen tijde worden blijk gegeven door middel van een daartoe strekkende schrifte- lijke verklaring van de voorzitter of de secretaris van de Algemene Le- denvergadering.
BESLUITVORMING
Artikel 22
1. leder Lid heeft in een Algemene Ledenvergadering een (1) stem.
2. Voor zover de wet of de Statuten niet anders bepalen, worden alle be- sluiten van de Algemene Ledenvergadering genomen bij volstrekte meerderheid der uitgebrachte stemmen.
3. Indien de door de wet of deze statuten gegeven voorschriften voor het oproepen en houden van Algemene Ledenvergaderingen niet in acht zijn genomen, kunnen ter vergadering alleen geldige besluiten van de Alge- mene Ledenvergadering worden genomen, indien alle stemgerechtigde Xxxxx ter vergadering aanwezig of vertegenwoordigd zijn, en met alge- mene stemmen.
4. Leden zijn bevoegd om in persoon of bij een schriftelijk gevolmachtigde, door middel van telefoongesprekken, “video conference” of via andere communicatiemiddelen, waarbij alle deelnemende Leden in staat zijn gelijktijdig met elkaar te communiceren, aan de Algemene Ledenverga- dering deel te nemen, daarin het woord te voeren en het stemrecht uit te oefenen. Deelname aan een op deze wijze gehouden vergadering geldt als het ter vergadering aanwezig zijn.
5. Indien een Lid door middel van een elektronisch communicatiemiddel aan de Algemene Ledenvergadering deelneemt, dient zodanige Lid via het elektronische communicatiemiddel te worden geïdentificeerd, dient hij rechtstreeks kennis te kunnen nemen van de verhandelingen, dient hij rechtstreeks het stemrecht uit te kunnen oefenen en dient hij recht- streeks aan de beraadslagingen te kunnen deelnemen.
6. Indien een Lid haar stem heeft uitgebracht door middel van een elek- tronisch communicatiemiddel voorafgaand aan de Algemene Ledenver- gadering, doch niet eerder dan op de dertigste dag voor die van de Al- gemene Ledenvergadering, zal deze stem gelijkgesteld worden met de stemmen die ten tijde van de vergadering worden uitgebracht.
7. De Algemene Ledenvergadering is bevoegd bij reglement nadere regels te stellen voor het deelnemen aan de Algemene Ledenvergadering door middel van elektronische communicatiemiddelen.
8. Bij de vaststelling in hoeverre Leden stemmen, aanwezig of vertegen- woordigd zijn, wordt geen rekening gehouden met Leden die krachtens de wet of de Statuten geen stem kunnen uitbrengen.
STEMMEN
Artikel 23
1. Alle stemmingen geschieden mondeling. De voorzitter van de vergade- ring kan echter bepalen dat de stemmen schriftelijk worden uitgebracht. Schriftelijke stemming geschiedt bij gesloten, ongetekende briefjes.
2. Xxxxxx stemmen en ongeldige stemmen gelden als niet uitgebracht.
3. Besluiten kunnen bij acclamatie worden genomen, indien geen van de ter vergadering aanwezige Xxxxx zich daartegen verzet.
4. Het ter vergadering uitgesproken oordeel van de voorzitter omtrent de uitslag van een stemming is beslissend, onverminderd het bepaalde bij de wet.
BESLUITVORMING BUITEN VERGADERING
Artikel 24
1. Besluiten van de Algemene Ledenvergadering kunnen in plaats van in een vergadering schriftelijk genomen worden, mits met algemene stemmen van alle Leden. Zodanige besluiten kunnen slechts genomen worden met voorkennis van het Bestuur. Het Bestuur houdt aantekening van de door de Leden genomen besluiten.
2. leder Lid is verplicht er voor zorg te dragen dat de aldus genomen be- sluiten zo spoedig mogelijk schriftelijk ter kennis van het Bestuur wor- den gebracht.
STATUTENWIJZIGING
Artikel 25
1. In deze statuten kan geen verandering worden gebracht dan door een besluit van een Algemene Ledenvergadering, waartoe is opgeroepen met de mededeling dat aldaar wijziging van de statuten zal worden voorgesteld.
2. Zij die de oproeping tot de Algemene Ledenvergadering ter behandeling van een voorstel tot statutenwijziging hebben gedaan, moeten tenmin- ste vijf dagen voor de vergadering een afschrift van dat voorstel, waarin de voorgedragen wijziging woordelijk is opgenomen, aan alle leden toe- zenden. In geval dat Artikel 21 lid 4 toepassing vindt bedraagt de daarin bedoelde termijn van oproeping tenminste zeven (7) dagen.
3. Een besluit tot statutenwijziging behoeft tenminste twee/derde van de uitgebrachte stemmen, in een vergadering waarin tenminste twee/derde van de leden tegenwoordig of vertegenwoordigd is. Is niet twee/derde van de leden tegenwoordig of vertegenwoordigd, dan wordt binnen vier weken daarna, doch niet eerder dan twee weken, een tweede vergade- ring bijeengeroepen en gehouden, waarin over het voorstel zoals dat in de vorige vergadering aan de orde is geweest, ongeacht het aantal te-
genwoordige of vertegenwoordigde leden, kan worden besloten, mits met een meerderheid van tenminste twee/derde van de uitgebrachte stemmen.
4. Een statutenwijziging treedt pas in werking nadat hiervan een notariële akte is opgemaakt. Tot het doen verlijden van de akte is iedere Be- stuurder bevoegd.
ONTBINDING EN VEREFFENING
Artikel 26
1. De Coöperatie kan worden ontbonden door een daartoe strekkend be- sluit van de Algemene Ledenvergadering. Het bepaalde in Artikel 25 le- den 1.,2. en 3.1 is van overeenkomstige toepassing.
2. In geval van ontbinding van de Coöperatie krachtens besluit van de Al- gemene Ledenvergadering worden de Bestuurders vereffenaars van het vermogen van de ontbonden Coöperatie.
3. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van de Statuten zo veel mogelijk van kracht.
4. Het batig saldo dat resteert na voldoening van alle schulden van de ont- bonden Coöperatie, welke schulden mede omvatten alle eventuele le- ningen, die door de Leden aan de Coöperatie zijn verstrekt en de terug- betaling aan ieder Lid van het saldo van zijn Leden rekening ten tijde van de ontbinding van de Coöperatie, wordt onder de Leden verdeeld in bedragen die in verhouding staan tot de saldi van hun Leden rekening ten tijde van de ontbinding van de Coöperatie.
5. Na afloop van de vereffening blijven de boeken en bescheiden van de ontbonden Coöperatie gedurende de bij de wet voorgeschreven termijn onder berusting van een daartoe door de vereffenaars aan te wijzen persoon.
6. Op de vereffening zijn voorts van toepassing de desbetreffende bepa- lingen van Titel 1, Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.
Overgangsbepalingen.
Het eerste, verlengde, boekjaar van de Coöperatie eindigt op éénendertig december tweeduizend negentien.