BEELDKWALITEITSPLAN
Verbetering Regionale keringen, deelgebied midden
Projectnummer | 3115281 | ||
Projectomschrijving | Verbetering Regionale keringen, Deelgebied Midden | ||
Opdrachtgever | Waterschap Brabantse Delta | ||
Contract-/besteknummer | 16.ZK14004 | ||
Documentnummer | RKDM-RAP-00063 | ||
Versienummer | 4.0 | Versiedatum | 13 juli 2018 |
Naam en paraaf | ||
Opsteller | Gecontroleerd | Vrijgegeven |
X. Xxxxxxxxxx | X. xx Xxxxx | X. Xxxxx |
Acceptatie document opdrachtgever | Naam en paraaf | ||
Opdrachtgever | |||
AC- Geaccepteerd | |||
ACC- Geaccepteerd met commentaar | |||
NAC- Niet geaccepteerd | |||
NB- Niet beoordeeld, ter informatie | |||
Datum |
Documenthistorie
Versienummer | Versiedatum | Omschrijving |
1.0 | 6 april 2018 | Definitief t.b.v. concept VO |
2.0 | 15 juni 2018 | Definitief t.b.v. definitief VO |
3.0 | 22 juni 2018 | Definitief t.b.v. definitief VO (tekstuele aanpassing) |
4.0 | 13 juli 2018 | Aanpassing aan Cat 3 regionaal afsprakenkader |
Distributielijst
Kopie | Functie | Naam |
1 | Waterschap | Projectmanager |
2 | Boskalis | Projectteam (via Sharepoint) |
Inhoud
4. Landschappelijke karkeristieken 9
5. Beeldkwaliteit en inpassing in het landschap 13
5.1. Beeldkwaliteit en inpassing in het landschap 13
Zichtbaar maken historie Xxxxxxxx Xxxxx 00
1. AANLEIDING EN DOEL
Op de rivier de Mark sluiten ten noorden van Etten-Leur een tweetal vaarten aan, te weten de Laaksche Vaart en de Leursche Haven. De Mark en deze vaarten zijn voorzien van regionale waterkeringen (kades) welke het achterland beschermen tegen hoogwater. Bij de laatste toetsing van kades is gebleken dat deze op grote delen niet hoog genoeg zijn en derhalve afgekeurd zijn op hoogte. De kades dienen te worden verbeterd. Om niet alle kades langs beide vaarten te hoeven verbeteren is ervoor gekozen om de Laaksche Vaart en de Leursche Haven te voorzien van een afsluitmiddel in de vorm van een keersluis zo dicht mogelijk bij de Mark. Hierdoor worden de te verbeteren kaden beperkt tot hoofdzakelijk alleen langs de Mark. Om het stroomgebied van de Laaksche Vaart en de Leursche Haven te kunnen blijven ontwateren worden de keersluizen gecombineerd met een gemaal.
Met betrekking tot het ontwerp van de keersluizen, gemalen, bedieningsgebouwen en nieuwe kaden wordt het van groot belang geacht om een goede inpassing in het landschap te realiseren. Het beeldkwaliteitsplan (BKP) geeft een beschrijving en verbeelding van: de inpassing in het landschap, ruimtelijke- en architectonische verschijningsvorm en materialisatie. Hiermee functioneert het BKP als ruimtelijk toetsingskader voor architectonische uitwerking
Voor de beoogde ontwikkeling in het gebied is de Verordening Ruimte van de Provincie Noord- Brabant, uitgewerkt in het regionale. afsprakenkader kwaliteitsverbetering landschap van toepassing. Het project valt hierbij onder categorie 3, omdat deze niet onder categorie 1 en 2 valt.
Het afsprakenkader stelt voor categorie 3: de kwaliteitsverbetering wordt berekend op basis van de bestemmingswinst. In dit project is geen sprake van een bestemmingswinst op basis waarvan de bijdrage aan de inpassing kan worden bepaald.
Binnen categorie 3 valt het project onder de “Overige ontwikkelingen”. Hieronder vallen maatschappelijke functies zoals infrastructuur. De vereiste investering in kwaliteitsverbetering is in dat geval maatwerk. In dit maatwerk moet worden aangesloten bij de aard van de ingreep en bij de eigenschappen van de specifieke locatie waar deze plaats vindt.
De ontwikkeling van de keermiddelen (sluizen en gemalen) en de aanpassing van de aansluitende dijken betreft (in verhouding tot andere ontwikkelingen in deze categorie zoals windmolens , reclamemasten of de aanleg van een provinciale weg) een geringe ingreep. Waterhuishoudkundige elementen passen in het aanwezige landschap van al bestaande dijken, akkers, weidegrond, kleine rivieren en vaarten.
Het beeldkwaliteitsplan dient als bijlage bij de maatwerkafweging categorie 3 in de ruimtelijke onderbouwing.
2. RELEVANTE DOCUMENTEN
Bij het opstellen van het BKP is gebruik gemaakt van de volgende projectdocumenten:
[1] Verbetering regionale keringen deelgebied midden, Vraagspecificatie Eisen, d.d. 12-05- 2017, incl. Nota van Inlichtingen (Vraag & Antwoord Negometrix-RKBD).
[2] IN/OUT lijst RKDM-BVP-00008 IN_OUT lijst v6.0 definitief.
[3] Welstandsnota Etten-Leur 2010.
[4] Bestemmingsplan Buitengebied gemeente Etten-Leur.
[5] De Verordening Ruimte van de Provincie Noord-Brabant uitgewerkt in het regionale. afsprakenkader kwaliteitsverbetering landschap categorie 3.
[6] "Meer dan veilig - Ruimtelijk kwaliteitskader regionale waterkeringen".
[7] Esthetisch programma van eisen voor de keringen en gemalen in Leursche Haven en Laaksche Vaart".
[8] RKDM-RAP-00069 uitgangspuntenrapport
[9] SWNL0227700_D1, regionale keringen midden, natuurontwikkeling en redoute
3. LOCATIE EN HISTORIE
3.1. Algemeen
Leursche Haven en Laaksche Vaart liggen op de overgang van zand naar klei. De oorsprong van beide watergangen ligt op enkele kilometers ten zuiden van de Mark. Vanaf het hoger gelegen zandplateau stromen zij naar de kleipolders (bedijkte slibben) en monden vervolgens ten noorden van de Krijtenburgse Polder uit in de Mark. Het bovenstroomse deel is door de mens gegraven en diende als turfvaart. Meer stroomafwaarts werden deze smalle, kaarsrechte turfvaarten aangesloten op de meer bochtige stroomgeulen tussen de bedijkte en ingepolderde schorren en slikken. Op de luchtfoto hieronder zijn de locaties weergegeven van de keringen Laaksche Vaart en Leursche Haven.
Locatie en omgeving keringen Laaksche Vaart en Leursche Haven
3.2. Historie
Overzicht historische gebeurtenissen in het gebied
In het gebied hebben een aantal belangrijke, historische gebeurtenissen plaatsgevonden. Hieronder volgt een beknopte beschrijving.
Voor de Sint-Elisabethsvloed maakte de Mark een scherpe bocht naar het zuiden om nabij de Zwartenbergsche Molen weer naar het noord-westen om te buigen. De blauwe stippellijn geeft de oude loop van de Mark weer. De oorspronkelijke monding van de Leursche Haven lag ter plaatse van de Zwartenbergsche Molen.
De Laaksche Vaart en Leursche Haven waren oorspronkelijk turfvaarten waarlangs de turf, die sinds 1200 in het gebied gewonnen werd, naar elders kon worden vervoerd.
De Leursche Haven heeft nog een belangrijke rol in de herovering van Breda gespeeld tijdens de 80- jarige oorlog. In Maart 1590 vertok vanuit het haventje van Leur een turfschip richting Breda vol met manschappen, die de stad heroverden van de Spanjaarden.
Historische kaart 1900
Ter plaatse van de Leursche Haven lag een veer dat een oversteek over de Mark mogelijk maakte. Het veer was bereikbaar via de Boutweg en Veerweg die nu nog steeds aanwezig zijn.
Historische kaarten Leursche Haven
Ten westen van de Leursche Haven lag rond 1750 een redoute. Een redoute is een eenvoudig verdedigingswerkje, meestal van tijdelijke aard. De functie was het beschermen van een pontonbrug die hier toen der tijd lag. De troepen die de redoute bezet hielden moesten voorkomen dat de vijand het veer kon veroveren en gebruiken.
4. LANDSCHAPPELIJKE KARKERISTIEKEN
4.1. Leursche Haven
Monding Leursche Haven
Het landschap heeft een overwegend open, agrarisch karakter, bestaande uit: open weilanden, akkers, elzenbosjes, bomenlanen, dijken, sloten, vaarten en rivier de Mark. Verspreide boerderijen vormen de enige bebouwing in het gebied. De windmolens zijn dominant aanwezig in het open landschap.
Het landschap bij de monding van de Leursche Haven, de locatie waar de kering zal worden gerealiseerd, is aan de westzijde open en agrarisch. Ten oosten ligt de Sint Antoniushoeve omrand door een stevige boomstructuur.
De windmolens zijn vanuit hier beeldbepalende objecten in het landschap. Karakteristiek voor de plek is de rijke historie: oude loop van de Mark, redoute, turfschip. Belangrijkste landschappelijke karakteristieken:
- St. Antoniushoeve met forse boomstructuur;
- historie;
- open en weids landschap;
- agrarisch;
- windmolens dichtbij.
Impressie bestaande situatie monding Leursche Haven en directe omgeving
4.2. Laaksche Vaart
Monding Laaksche Vaart
De landschappelijke situatie van de Laaksche Vaart is nagenoeg vergelijkbaar met Leursche Haven. De Laaksche Vaart ligt meer afgelegen en in de nabije omgeving is geen bebouwing aanwezig. De openheid en weidsheid is het belangrijkste landschappelijke karakteristiek. Op grotere afstand is de Laaksche Vaart niet waarneembaar in het landschap. Een elzenbosje markeert de monding van de Laaksche Vaart aan de Mark. Hierdoor is het bosje een belangrijk landschappelijk herkenningspunt. Windmolens liggen op grotere afstand van de monding en zijn vanuit hier minder sterk waarneembaar. De spoorlijn ten westen van de Laaksche Vaart is duidelijk waarneembaar.
Belangrijkste landschappelijke karakteristieken:
- open, weids landschap;
- afwezigheid van bebouwing, afgelegen;
- agrarisch;
- broekbosje markeert monding Laaksche Vaart;
Impressie bestaande situatie monding Laaksche Vaart en directe omgeving
5. BEELDKWALITEIT EN INPASSING IN HET LANDSCHAP
5.1. Beeldkwaliteit en inpassing in het landschap
Laaksche Vaart en Leursche Haven liggen in hetzelfde open polderlandschap en worden vanuit dat oogpunt landschappelijk overeenkomstig benaderd.
In het overwegend open landschap met minimale bebouwing heeft elke gebouwde toevoeging of wijziging een ruimtelijke en landschappelijke impact. De ingreep dient in samenhang ingepast te worden met de al bestaande situatie, rekening houdend met de karakteristieken van het aanliggende landschap.
Dit houdt in dat keermiddelen, gemalen, gebouwen, wegen, opstelplaatsen, hekwerken en aansluiting op bestaande dijken geen storende elementen vormen, maar passend zijn in het landschap. De ingreep vormt een meerwaarde ten opzichte van het huidige landschap.
Uitgangspunten voor beeldkwaliteit en inpassing in het landschap
- Behouden en versterken openheid van het landschap.
- Keermiddelen, gemalen, gebouw, wegen, opstelplaatsen, hekwerken en aansluiting op bestaande dijken zijn passend in het landschap, aansluitend op de landschappelijke karakteristieken.
- Functie van de keermiddelen ten behoeve van de waterveiligheid is herkenbaar in vormgeving en materiaalgebruik.
- Bedieningsgebouwen hebben een sobere uitstraling passend in de landschappelijke omgeving.
- Het gemaal, gebouw en keermiddelen worden beschouwd als één samenhangend geheel in uitsraling en materialisatie.
- Waarborgen herkenbaarheid monding Laaksche Vaart door het elzenbosje zoveel mogelijk te behouden en te compenseren aan de monding aan de Laaksche Vaart.
- Zichtbaar maken van de historie Leursche Haven.
- Aan te brengen vegetatie sluit aan bij de landschappelijke situatie en is inheems en gebiedseigen.
- Dijken worden voorzien van bloemrijk grasland.
- Hekwerken of afscheidingen zijn goed ingepast in het landschap en vormen een eenheid met de keermiddelen.
- Infrastructuur en opstelplaatsen worden vanuit het landschap zoveel mogelijk uit het zicht onttrokken.
- Recreatief gebruik wordt ontmoedigd.
Met de ontwikkeling van de kering worden nieuwe bouwwerken in het landschap toegevoegd. Deze liggen in en aan het water, zo dicht mogelijk aan de Mark. Vanwege de waterhuishoudkundige functie is dat een in het landschap passende locatie waarbij de volgende overwegingen zijn gemaakt:
• De inpassing in het landschap betreft de vormgeving van het gemaal als geheel en kan niet alleen een taak zijn voor de architectuur van het bedieningsgebouw.
• Gemaal en sluis worden op afstand bediend en maakt dat het bedieningsgebouw meer een omhulling van een installatie is dan een verblijfplaats voor mensen.
• Het terrein van beide locaties is niet openbaar toegankelijk. Alleen het water maakt deel uit van de openbare ruimte.
• De kunstwerken zijn alleen zichtbaar voor publiek van ofwel grote afstand, ofwel van korte afstand vanuit het water.
• De noodzakelijke veiligheidsvoorzieningen van manshoge hekwerken zijn wezensvreemd aan het landschap en conflicteren met de eis voor een goede inpassing van het kunstwerk in het landschap. Dit heeft ertoe geleid om juist de veiligheidshekken zodanig vorm te geven dat zij het gehele kunstwerk op afstand zichtbaar en passend in het landschap laten zijn. De vormgeving van het toegangshekwerk tot de installatie is een expressie van wat er in de structuur van de dijkbeveiliging gebeurt: de coupure van de doorlopende dijkbescherming ter plaatse van de beide mondingen van Xxxxxxxx Xxxxx en Leursche Haven in de Mark. Het kunstwerk is als silhouet van het dijkprofiel beleefbaar in het landschap en vormt hiermee de visuele samenhang tussen de verschillende waterstaatkundige onderdelen (dijken, gemaal, kering en gebouw). Het wordt gematerialiseerd door hergebruik van de voor de coupure gebruikte damwandprofielen.
• Het bedieningsgebouw is in materiaal en verschijningsvorm zoveel mogelijk in eenheid met het kunstwerk uitgevoerd. Beton voor de wanden, robuust stalen deuren, en een dakrand gelijk aan de beëindiging van de damwandprofielen. Om aan het varende publiek duidelijk te maken dat het hier om een gemaal gaat zijn aan weerszijde twee robuust glazen wanden opgenomen. Deze geven zicht op de grote elektromotoren.
Concept: coupure van de doorlopende dijkbescherming ter plaatse van de mon dingen van Xxxxxxxx Xxxxx en Leursche Haven
De navolgende impressies visualiseren het landschappelijke beeld voor en na aanleg van de keringen.
Leursche Haven vanaf de Mark gezien (bestaande situatie)
Leursche Haven vanaf de Mark gezien (toekomstige situatie;de boerderij ligt achter de nieuwe kering)
Laaksche Vaart gezien vanuit het zuiden (bestaande situatie)
Laaksche Vaart gezien vanuit het zuiden (toekomstige situatie, kering)
De nieuwe en de versterkte dijken zijn laaggelegen grasdijken welke passen in het huidige landschap. Het beheer is gericht op het ontwikkelen van bloemrijk grasland.
Voor de aanleg van dijkvak 1 (langs de Mark, ten westen van de Laaksche Vaart, gemeente Halderberge) moet een rij jonge knotwilgen worden gekapt.
Voor de aanleg van dijkvak 2 (de aansluiting aan de oostzijde van de Laaksche Vaart moeten enkele bomen (één bomenrij) van het bosje aan de kop van de Laaksche Vaart worden gekapt. Het bosje blijft als landschappelijk element goed herkenbaar en komt buitendijks te liggen. De gekapte bomen worden gecompenseert door aanplant van elzen aan de monding van Laaksche Vaart, oevers worden natuurlijk ingericht als moeraszone.
Schetsimpressies Elzenbosje en omgeving Laaksche Vaart
Situatie dijkvlak 1 en 2
Situatie dijkvlak 3 en 4
Door de aanleg van dijkvak 3 (westelijke aansluiting op het keermiddel Leursche Haven) ontstaat een nieuw buitendijks gebied van ca. 2,7 ha dat natuurlijk wordt ingericht als moeraszone. De nieuwe dijk komt ongeveer op de locatie te liggen van de vroegere loop van de Mark. Op de locatie wordt een redoute gereconstrueerd uit de 18de eeuw, die onderdeel was van de Zuiderwaterlinie (nader toegelicht in paragraaf 5.1.3). Ten opzichte van het huidige landgebruik (teelt van snijmais) biedt dat een landschappelijke, cultuurhistorische en ecologische verbetering.
Voor de aanleg van dijkvak 4 (rondom de boerderij op de kop van de Zeedijk) moeten ca. 50 populieren worden gekapt. Herplant in de nieuwe kade is niet mogelijk. De openheid van het landschap wordt hierdoor versterkt. De zichtbaarheid van de historische boerderij op deze locatie neemt toe. Tussen de bomen staat een nestkast voor de torenvalk. Deze zal al dan niet moeten worden veplaatst. Het verwijderen van bomen maakt de nestkast geschiktere doordat hierdoor meer open landschap rondom de kast ontstaat.
De dijkvakken en oevers nabij de monding van de Leursche Haven krijgen ten opzichte van nu een flauwer talud. Het gebied vormt hiermee samen met de moeraszone (dijkvlak 3) leefgebied voor de beoogde doelsoorten van het inrichtingsmodel moeraszone en sluit aan bij de ambitie om een EVZ (aaneengesloten natuurvriendelijke oever) langs de Leursche Haven te ontwikkelen. Daarnaast
draagt de natuurlijke ontwikkeling bij aan bij aan de ambitie van het waterschap in de ontwikkeling van het Mark en Vlietsysteem als de robuuste blauwgroene drager (of ader) van West-Brabant.
Zichtbaar maken historie Leursche Haven
Oude loop van de Mark
De oude loop van de de Mark wordt zichtbaar gemaakt door het bouwen een dijk ten noord-westen van de Leursche Haven (zie schetsimpressie volgende pagina)
Redoute
De redoute wordt ongeveer op de oorspronkelijke locatie hersteld. Hierdoor wordt de cultuurhistorische (belevings)waarde in het gebied versterkt. De redoute wordt ruimtelijk vormgegeven op basis van historische informatie representatief voor redoutes uit die tijd (halverwege 18e eeuw). Redoutes waren echter van tijdelijke aard en vervaardigd uit grond, klei en zoden. De te herstellen redoute is een permanente structuur en bestaat uit grashellingen, waarbij de steile hellingen
verstevigd worden met klei. Rondom de redoute ligt water. Ingang van de redoute ligt vanuit historische perspectief aan de noordzijde. De afbeelding hiernaast is een referentiebeeld van een soortgelijke redoute.
Door de aanleg van de redoute wordt de cultuurhistorische (belevings)waarde in het gebied versterkt. Rondom de redoute ligt een watergang die wordt gevoed door de Mark. De ingang van de redoute ligt vanuit historische perspectief aan de noordzijde. Alle hellingen en de binnenkant van de redoute worden begroeid met extensief beheerd grasland.
Principeprofiel redoute
Schetsimpressies redoute en omgeving
De opstelplaatsen en infrastructuur worden uitgevoerd in asfalt en waar mogelijk verlaagd ten opzichte van het omliggende maaiveld of voorzien van een licht verhoogde rand (dijkje). De rand bestaat uit kruidenrijk grasland aansluitend op de de aanliggende weilanden. Hierdoor wordt de zichtbaarheid van de opstelplaats vanuit het landschap beperkt.
Principeprofiel verhoging langs opstelplaats referentiebeeld: lichte verhoging langs A16