MEDIATIONOVEREENKOMST
mw. , Mediator
en de Partijen:
A:
en B:
KOMEN HIERBIJ OVEREEN:
1 - Globale omschrijving van de kwestie
2 - Mediation
2.1 De Partijen en de Mediator zullen zich inspannen om de in punt 1 genoemde Kwestie tussen de Partijen op te lossen door Mediation conform het NMI Mediation Reglement van de Stichting Nederlands Mediation Instituut (hierna te noemen het “Reglement”) zoals dat luidt op de datum van deze overeenkomst. Het Reglement (waarvan een kopie aan deze overeenkomst is gehecht) maakt integraal deel uit van deze overeenkomst. De Partijen verklaren een exemplaar van de Gedragsregels voor NMI-geregistreerde Mediators te hebben ontvangen.
2.2 De Partijen verstrekken en de NMI-geregistreerde Mediator accepteert de opdracht om het communicatie- en onderhandelingsproces te begeleiden rond het opstellen van het ouderschaps- plan en daar waar nodig en gewenst te informeren en adviseren rond regeling voor de kinderen een en ander in de zin van het Reglement.
2.3 De Mediator is verantwoordelijk voor de begeleiding van het proces. De Partijen zijn zelf ver- antwoordelijk voor de inhoud van de gevonden oplossing.
2.4 De Partijen en de Mediator verbinden zich jegens elkaar tot al hetgeen waartoe zij ingevolge het Reglement gehouden zijn.
2.5 De Mediation vangt aan op xxxxxxxxxx. Vanaf dat moment zijn de bepalingen van het Re- glement volledig van toepassing.
2.6 Naast het gestelde in het Reglement verbinden de Partijen zich jegens de Mediator en jegens elkaar zich te onthouden van acties of gedragingen die de Mediation in ernstige mate bemoeilij- ken of belemmeren.
3 - Vrijwilligheid
De Mediation vindt plaats op basis van vrijwilligheid. Het staat elk der Partijen en de Mediator vrij om de Mediation op elk gewenst moment te beëindigen. Beëindiging geschiedt uitsluitend door een schrijven gericht aan de Mediator en de andere partij(en). Dit schrijven kan worden toegelicht tijdens een gezamenlijke (slot)bijeenkomst met de Mediator. Het beëindigen van de Mediation laat de geheimhoudings- en betalingsverplichtingen van de Partijen onverlet.
4 - Geheimhouding
4.1 Mediator en de Partijen verplichten zich zonder enig voorbehoud tot de geheimhouding zoals omschreven in artikel 7 en 10 van het Reglement.
4.2 Deze overeenkomst geldt in samenhang met het Reglement als een bewijsovereenkomst in de zin van de wet, zie art. 7:900 BW jo. art. 153 Rv. Mediator en de Partijen hebben de bedoeling om daarmee op onderdelen af te wijken van het wettelijk geldende bewijsrecht om daarmee de gewenste vertrouwelijkheid te waarborgen.
5- Bijzondere verplichtingen van Partijen
Naast het gestelde in het Reglement verbinden Partijen zich jegens de Mediator en jegens elkaar:
- zich te onthouden van acties of gedragingen die de gesprekken in ernstige mate bemoeilijken of
- belemmeren;
Xxxxxx te zijn naar elkaars argumenten te luisteren en te zoeken naar compromissen
6.- Honoraria en kosten
6.2 De declaratie van de mediator wordt door partijen beiden voor de helft betaald ( of andere regeling : partij A: ….… % partij B: ……%).
6.3 Voor toevoegingsgerechtigden geldt een andere regeling. De mediator vraagt de toevoe- ging aan. Zie voor de wettelijke toevoegingsregeling: xxx.xxx.xxx
7 - Vastlegging van het resultaat van de Mediation en tussentijdse afspraken
7.2 Tijdens de loop van de Mediation tussen de Partijen gemaakte afspraken binden hen xx- xxxx voorzover deze schriftelijk tussen hen zijn vastgelegd, door hen zijn ondertekend en daarin uitdrukkelijk is opgenomen dat de afspraken blijven bestaan ook indien de Mediation verder niet tot overeenstemming leidt.
Aldus overeengekomen en in drievoud opgemaakt en ondertekend op xxxxxxx te xxxxxx
Mediator: ...............………………………………………..
Partij A: ……………………………………………………..
Partij B: ……………………………………………………..
Nederlands Mediation Instituut NMI MEDIATION REGLEMENT 2008
Artikel 1 – Definities
In dit Reglement wordt verstaan onder:
a. Kwestie: de in de Mediationovereenkomst omschreven kwestie.
b. Certificerende Instelling: de instelling die certificaten van vakbekwaamheid uitgeeft aan Mediators op basis van een door het NMI erkend of aanvaard certificatieschema.
c. Mediation: procedure waarbij de Partijen zich inzetten om, onder leiding van een Mediator, hun Kwestie op te lossen met toepassing van het Reglement.
d. Mediationovereenkomst: de schriftelijke overeenkomst waarin de Partijen afspreken zich in te spannen om de Kwestie door Mediation op te lossen, en de Mediator de opdracht verlenen om in de Kwestie als Mediator op te treden en de Mediator deze opdracht aanvaardt.
e. Mediator: degene die de Mediation leidt en die staat ingeschreven in het Register.
f. NMI: de Stichting Nederlands Mediation Instituut gevestigd te Rotterdam.
g. Partij(en): de partijen die wensen de Kwestie door middel van Mediation op te lossen
h. Register: het door het NMI gehouden Register van Mediators.
i. Reglement: dit reglement.
j. Secretariaat: het secretariaat van het NMI.
Artikel 2 - Benoeming Mediator
2.1 De Partijen wijzen zelf een Mediator aan.
2.2 Indien de Partijen de hulp van het NMI wensen bij de keuze van een Mediator, dienen zij een schriftelijke aanvraag in bij het Secretariaat. De aanvraag bevat de namen, (e- mail)adressen, telefoon- en faxnummers van de Partijen en hun eventuele vertegen- woordigers, alsmede een globale omschrijving van de Kwestie.
2.3 Na ontvangst van de aanvraag zendt het Secretariaat aan de Partijen:
a. een lijst met Mediators die, gezien de omschrijving van de Kwestie en/of de door de Partijen opgegeven relevante criteria, in aanmerking komen;
b. een exemplaar van het Reglement en de Gedragsregels voor NMI-geregistreerd Mediators;
c. een factuur voor administratiekosten.
2.4 De Partijen maken uit bedoelde lijst een gezamenlijke keuze. De Partijen mogen dan rechtstreeks contact met de Mediator opnemen. Indien de Partijen niet zelf rechtstreeks contact op wensen te nemen, berichten de Partijen het Secretariaat schriftelijk welke Mediator zij hebben gekozen. Na ontvangst hiervan informeert het Secretariaat de Me- diator omtrent de aanvraag en de gemaakte keuze zodat de Mediator vervolgens con- tact kan opnemen met de Partijen.
2.5 Komen de Partijen niet tot een gezamenlijke keuze, dan kunnen zij (of één van hen) het Secretariaat verzoeken een schriftelijk voorstel te doen voor een door de Partijen te be- noemen Mediator.
2.6 Bij aanvaarding van de opdracht stelt de Mediator een Mediationovereenkomst op. De Partijen en de Mediator ondertekenen de Mediationovereenkomst.
Artikel 3 – Aanvang Mediation
De Mediation vangt aan terstond na ondertekening van de Mediationovereenkomst door de Partijen en de Mediator, tenzij een ander tijdstip in de Mediationovereenkomst wordt afge- sproken.
Artikel 4 – Werkzaamheden Mediator en procesbegeleiding
4.1 De werkzaamheden van de Mediator betreffen de Mediationbijeenkomsten, doch kunnen daarnaast eventuele werkzaamheden omvatten als verslaglegging, contacten met de Partijen (hetzij elektronisch, schriftelijk of telefonisch), bestuderen van stukken, contacten met derden, en het opstellen van overeenkomsten, één en ander vanaf de aanvang van de Mediation.
4.2 De Mediator bepaalt, na overleg met de Partijen, de wijze waarop de Mediation wordt gevoerd.
4.3 Het is de Mediator toegestaan afzonderlijk en vertrouwelijk met de Partijen te communice- ren.
4.4 De Partijen en de Mediator spannen zich ervoor in om de Mediation voortvarend te laten verlopen.
Artikel 5 – Vrijwilligheid
5.1 De Mediation vindt plaats op basis van vrijwilligheid van de Partijen. Elke Partij, alsook de Mediator, kan op elk moment de Mediation beëindigen.
5.2 Tussentijdse afspraken binden Partijen alleen voorzover zij die afspraken en het bindende karakter daarvan uitdrukkelijk vastleggen in een getekende overeenkomst. Zij zijn niet ge- bonden aan de stellingen en voorstellen die zij of de Mediator tijdens de Mediation hebben ingenomen of gedaan. De Partijen zijn alleen gehouden aan dat wat in de in artikel 10.1 bedoelde en door hen getekende overeenkomst is vastgelegd.
Artikel 6 – Beslotenheid
6.1 Bij de Mediation zijn geen andere personen aanwezig dan de Mediator en de Partijen, c.q. hun vertegenwoordigers en adviseurs. Ingeval meerdere personen bij de Mediation worden betrokken, is toestemming van de Partijen vereist. Indien de Mediator dat wenst, kan hij zich bij de Mediation secretarieel laten bijstaan door een daartoe door hem aan te wijzen persoon. In elk geval draagt de Mediator er zorg voor dat alle personen betrokken bij de Mediation een geheimhoudingsverklaring ondertekenen.
6.2 Indien een Partij zich tijdens de Mediation laat vertegenwoordigen, dient de vertegenwoor- diger bevoegd te zijn om alle (rechts)handelingen te verrichten die voor de Mediation nood- zakelijk zijn, waaronder het aangaan van een overeenkomst als bedoeld in artikel 10.1. Op verzoek van de Mediator dient een schriftelijke volmacht te worden getoond waaruit de be- voegdheid van de vertegenwoordiger blijkt.
Artikel 7 – Geheimhouding
7.1 De Partijen doen aan derden - onder wie begrepen rechters of arbiters - geen medede- lingen omtrent het verloop van de Mediation, de daar door de bij de Mediation aanwezige
personen ingenomen standpunten, gedane voorstellen en de daarbij mondeling of schrif- telijk, direct of indirect, verstrekte informatie.
7.2 De Partijen verbinden zich om geen stukken aan derden - onder wie begrepen rechters of arbiters -bekend te maken, te citeren, aan te halen, te parafraseren of zich daarop an- derszins te beroepen, indien deze stukken door een bij de Mediation betrokkene tijdens of in verband met de Mediation zijn geopenbaard, getoond, of anderszins bekend ge- maakt. Deze verplichting geldt niet voor zover de desbetreffende betrokkene onafhanke- lijk van de Mediation reeds over deze informatie beschikte of had kunnen beschikken. Onder stukken als bedoeld in dit artikel wordt mede verstaan: de Mediationovereen- komst, door de Partijen of door de Mediator in het kader van de Mediation opgestelde aantekeningen, verslagen, de in artikel 10.1 bedoelde overeenkomst voorzover de Partij- en conform artikel 10.3 hebben afgesproken dat deze vertrouwelijk blijft, alsmede andere gegevensdragers zoals geluidsbanden, videobanden, foto’s en digitale bestanden in wel- ke vorm dan ook.
7.3 De artikelen 7.1 en 7.2 gelden ook voor de Mediator.
7.4 De Partijen doen hiermee afstand van het recht om, in rechte of anderszins, hetgeen tij- dens de Mediation is gebleken als bewijs jegens elkaar aan te voeren en/of het NMI, (ex)bestuursleden van het NMI of bij het NMI werkzame of anderszins bij het NMI betrok- ken personen, elkaar, de Mediator of andere bij de Mediation betrokkenen, als getuige of anderszins te horen of te doen horen over informatie die is verstrekt en/of is vastgelegd tijdens of in verband met de Mediation, dan wel over de inhoud van de overeenkomst als bedoeld in artikel 10.1, alles in de ruimste zin des woords. De Partijen worden geacht daartoe een bewijsovereenkomst te hebben gesloten.
7.5 De Mediator behandelt alle informatie die hem door één van de Partijen buiten aanwe- zigheid van de andere Partij wordt verstrekt vertrouwelijk, behoudens voorzover de be- trokken Partij uitdrukkelijk toestemming verleent om die informatie tijdens de Mediation in te brengen.
7.6 Het bepaalde in de artikelen 7.1 t/m 7.5 geldt niet in het geval van:
a. informatie omtrent strafrechtelijke gedragingen waarvoor een wettelijke meldplicht dan wel een wettelijk meldrecht bestaat.
b. informatie omtrent de dreiging van een misdrijf.
c. een klacht-, tucht- of aansprakelijkheidsprocedure tegen de Mediator. In dat geval is de Mediator ontslagen uit de voor hem geldende geheimhoudingsplicht voorzover nodig om zichzelf tegen de vorderingen te verweren en/of een beroep te doen op zijn beroepsaansprakelijkheidsverzekering. De geheimhoudingsplicht vervalt voor alle betrokkenen voorzover nodig om de klacht te behandelen.
d. een verzoek van de Certificerende Instelling aan de Mediator om geanonimiseerde informatie over te leggen ten blijke van praktijkvoering indien de Certificerende In- stelling zich schriftelijk verbindt tot geheimhouding.
Artikel 8 – Einde Mediation
8.1. De Mediation eindigt:
a. door ondertekening door de Partijen van de in artikel 10.1 bedoelde overeenkomst;
b. door een schriftelijke verklaring van de Mediator aan de Partijen dat de Mediation eindigt;
c. door een schriftelijke verklaring van een Partij aan de andere Partij(en) en de Media- tor dat zij zich uit de Mediation terugtrekt.
8.2. Beëindiging van de Mediation laat de geheimhoudings- en betalingsverplichtingen van de Partijen onder de Mediationovereenkomst onverlet.
Artikel 9 – Andere procedures
9.1 Eventuele bij de aanvang van de Mediation al aanhangige gerechtelijke, of aanverwante procedures over de Kwestie of onderdelen daarvan - met uitzondering van maatregelen ter bewaring van rechten - worden door de Partijen opgeschort voor de duur van de Medi- ation.
9.2 De Partijen zullen gedurende de duur van een Mediation jegens elkaar geen procedures als bedoeld in artikel 9.1 aanhangig maken – met uitzondering van maatregelen ter bewa- ring van rechten.
9.3 Indien een Partij een maatregel ter bewaring van rechten neemt, of een andere procedure als bedoeld in artikel 9.1 aanhangig maakt, is zij verplicht daarvan binnen 24 uur na het nemen, respectievelijk aanhangig maken ervan mededeling te doen aan de Mediator en de andere Partij(en).
Artikel 10 - Vastlegging van het resultaat van de Mediation
10.1 De Mediator draagt er zorg voor dat hetgeen de Partijen zijn overeengekomen deugdelijk, al dan niet door of met behulp van een deskundige derde, in een overeenkomst wordt vastgelegd. Voor de inhoud van de overeenkomst zijn en blijven de Partijen met uitsluiting van de Mediator zelf verantwoordelijk. De Partijen hebben het recht om zich door een ex- terne deskundige te laten adviseren.
10.2 De Mediator is niet aansprakelijk voor de inhoud van de door de Partijen af te sluiten overeenkomst en de eventueel hieruit voortvloeiende schade.
10.3 De Partijen bepalen gezamenlijk en op schrift in hoeverre de inhoud van de af te sluiten overeenkomst vertrouwelijk blijft. In elk geval mag de inhoud van de afgesloten overeen- komst aan de rechter worden voorgelegd indien dat noodzakelijk is om nakoming daarvan te vorderen.
Artikel 11 - Beperking aansprakelijkheid
Artikel 12 – Gedragsregels en klachten
De Mediator is gebonden aan de door het Bestuur van het NMI vastgestelde Gedragsre- gels voor NMI-geregistreerde Mediators en onderworpen aan de klachtenregeling NMI en tuchtrecht conform het Reglement Stichting Tuchtrechtspraak Mediators. Een Partij kan
binnen twaalf maanden na beëindiging van de Mediation bij het NMI een klacht indienen conform de op dat moment vigerende Klachtenregeling NMI.
Artikel 13 - Niet voorziene gevallen
In de gevallen waarin het Reglement niet voorziet, beslist de Mediator. Hij handelt daarbij overeenkomstig de strekking van het Reglement.
Artikel 14 - Wijziging van het Reglement c.q. afwijken van het Reglement
14.1 Indien en voorzover de Partijen wensen af te wijken van het NMI Mediation Reglement kan dat alleen middels een schriftelijke overeenkomst met de uitdrukkelijke instemming van de Mediator.
14.2 Het NMI is te allen tijde bevoegd het Reglement te wijzigen. Dergelijke wijzigingen heb- ben geen effect op Mediations die op dat moment reeds worden gevoerd. Op dergelijke Mediations zal uitsluitend het Reglement van toepassing zijn zoals dat bij de aanvang van die Mediations van kracht was.
Artikel 15 - Toepasselijk recht
Dit Reglement wordt beheerst door Nederlands recht.
Dit geldt ook voor de overeenkomst als bedoeld in artikel 10.1.