Algemene Voorwaarden parkeervoorzieningen gemeente Zeist
Algemene Voorwaarden parkeervoorzieningen gemeente Zeist
De toegang tot een parkeervoorziening wordt uitsluitend verleend onder toepassing van de navolgende voorwaarden, welke deel uitmaken van iedere parkeerovereenkomst tot stand gekomen tussen de gemeente Zeist, exploitant van de parkeervoorzieningen, en de parkeerder of de abonnementhouder. Overal waar ‘hij’, ‘hem’ of 'zijn' staat, kan uiteraard ook 'zij' of 'haar' gelezen worden.
I Algemeen
1. Definities
In deze Algemene Voorwaarden wordt verstaan onder:
a. Abonnementhouder: de eigenaar, houder of gebruiker van een vervoersmiddel, die dat vervoersmiddel op basis van een schriftelijk afgesloten abonnement in of op een parkeervoorziening heeft gebracht.
b. Derde: elke (groep van) natuurlijke perso(o)n(en)en/of rechtsperso(o)n(en), waaronder begrepen toeleveranciers, al dan niet in de uitoefening van enig beroep of bedrijf, die geen parkeerder of de abonnementhouder is/zijn.
c. Exploitant: de gemeente Zeist en/of de vertegenwoordigers van de gemeente Zeist, dan wel de door gemeente Zeist aangewezen personen en/of hun vertegenwoordigers.
d. Prestatie: de prestatie waartoe Exploitant zich verplicht, is het ter beschikking stellen van een willekeurige plaats aan de parkeerder in de garage.
e. Gehandicaptenparkeerplaats: de algemene gehandicaptenparkeerplaatsen zijn aan een blauw bord met een witte P en een wit rolstoelsymbool te herkennen. Bij het bord (verkeersbord E6) kan op de bestrating een groot wit kruis staan.
Alleen voertuigen met een gehandicaptenparkeerkaart mogen hier parkeren.
g. Gereserveerde parkeerplaats: de gereserveerde parkeerplaatsen ten behoeve van dienstvoertuigen zijn aan een aanduiding aan de wand of op de grond te herkennen. Alleen voertuigen die voldoen aan de aanduiding mogen hier parkeren.
h. Laadvoorziening: stopcontact en/of oplaadstation, inclusief alle daarbij behorende en achterliggende installaties, van waaruit een elektrisch vervoersmiddel kan worden opgeladen. De benodigde laadkabel maakt geen deel uit van de laadvoorziening. Alleen vervoersmiddelen met elektrische aandrijving mogen hier parkeren.
i. Oplaadpunt: een locatie met één of meer laadvoorzieningen waar de parkeerder of de abonnementhouder zijn elektrisch vervoersmiddel van stroom kan voorzien.
j. Parkeerder: de eigenaar, houder, gebruiker of inzittende van een vervoersmiddel, die dat vervoersmiddel in of op een parkeervoorziening heeft gebracht, dan wel vervoerd is door dat vervoersmiddel, niet zijnde een abonnementhouder.
k. Parkeerbewijs: parkeerkaart, uitrijkaart, abonnementskaart, geregistreerd kenteken camerakenteken database, sleutel of elk ander middel dat gebruikt, of elke andere handeling die verricht moet worden om toegang tot de parkeervoorziening te krijgen.
l. Parkeergeld: bedrag dat parkeerder of de abonnementhouder verschuldigd is voor het gebruik van een parkeervoorziening.
m. Parkeervoorziening: de parkeergarages Het Rond, Steynlaan, 1e Hogeweg en Emmaplein met alle bijbehorende ruimten, apparatuur en overige technische systemen.
2. Parkeerovereenkomst
2.1 Een parkeerovereenkomst komt tot stand door het feit dat de parkeerder of de abonnementhouder het vervoersmiddel in of op een parkeervoorziening heeft gebracht danwel een abonnement heeft afgesloten.
2.2 Aan de parkeerder of de abonnementhouder wordt een willekeurige parkeerplaats in de parkeervoorziening ter beschikking gesteld, tenzij schriftelijk anders is overeengekomen.
2.3 Tot de verplichting van de exploitant behoort niet de bewaking van het vervoersmiddel, parkeren geschiedt op eigen risico.
3. Parkeergeld
3.1 Het parkeergeld wordt berekend volgens door de exploitant vastgestelde tarieven zoals deze in, en bij de inrit van, een parkeervoorziening staan aangegeven, tenzij schriftelijk anders is overeengekomen.
Het verschuldigde parkeergeld voor overige parkeerproducten (abonnementen, uitrijdkaarten etc) staat vermeld op de gemeentelijke website xxx.xxxxx.xx.
3.2 De exploitant is te alle tijde gerechtigd de tarieven te wijzigen, tenzij schriftelijk anders is overeengekomen.
4. Toegang
Algemeen
4.1 De toegang tot en het gebruik van de parkeervoorziening is voorbehouden aan parkeerders & abonnementhouders met hun passagiers. De parkeervoorziening is verboden toegang voor onbevoegden.
4.2 De exploitant stelt voor iedere parkeervoorziening, danwel voor alle parkeervoorzieningen tezamen, de openingstijden vast en is bevoegd de openingstijdens te wijzigen.
De openingstijden voor parkeerders zijn algemeen bekendgemaakt en worden aangegeven in, en bij de inrit van de parkeervoorziening. Uitrijden is altijd mogelijk met behulp van een parkeerbewijs waarvan het parkeergeld is voldaan.
Het in- of uitrijden van een parkeervoorziening door abonnementhouders is uitsluitend mogelijk binnen de tijden die bij het aangaan van het abonnement zijn vastgelegd.
4.3 In of op een parkeervoorziening mogen vervoersmiddelen worden geparkeerd, waarvan de hoogte niet meer bedraagt dan die welke bij de inrit van de betreffende parkeervoorziening staat aangegeven. De omvang van het te stallen vervoersmiddel mag de maatvoering van een parkeervak, welke is aangegeven met belijning, niet overschrijden.
Het parkeren van aanhangwagens van welke aard ook, hieronder mede begrepen caravans, is niet toegestaan.
4.4 De exploitant is gerechtigd aan de eigenaar, houder of gebruiker van een vervoersmiddel de toegang tot de garage te weigeren of te ontzeggen indien de exploitant weet of redelijkerwijs kan weten of vermoeden dat het vervoersmiddel ontplofbare of andere gevaarlijke stoffen vervoert, daaronder niet inbegrepen motorbrandstoffen in de daarvoor bestemde reservoirs van het vervoersmiddel, alsmede in het geval dat de exploitant van oordeel is dat het vervoersmiddel, danwel hetgeen daarmee vervoerd wordt, gelet op de omvang en/of gewicht, of anderszins, schade kan toebrengen aan de parkeervoorziening.
Parkeerder
4.5 De parkeerder wordt slechts toegelaten tot de parkeervoorziening met een geldig parkeerbewijs.
Abonnementhouder
4.6 De abonnementhouder verschaft zich toegang tot een parkeervoorziening met behulp van een parkeerbewijs dat bij het aangaan van het abonnement door de exploitant aan de abonnementhouder ter beschikking wordt gesteld. Het parkeerbewijs blijft eigendom van de exploitant. Het is de abonnementhouder niet toegestaan zijn recht te verhuren danwel aan een derde partij in gebruik te geven. De abonnementhouder mag het abonnement niet aan derden overdragen.
5. Duur van de overeenkomst
5.1 Een abonnement wordt geacht te zijn aangegaan voor de duur van minimaal 1 jaar, waarna deze stilzwijgend met telkens 1 jaar zal worden verlengd, tenzij anders overeengekomen.
5.2 Beide partijen zijn gerechtigd het abonnement op te zeggen met inachtneming van een opzegtermijn van 1 maand voor het einde van de overeengekomen abonnementsduur. De opzegging dient schriftelijk te geschieden.
5.3 Bij het aangaan van het abonnement stelt de exploitant aan de abonnementhouder een toegangspas ter hand, benodigd om het hem mogelijk te maken van de betreffende parkeervoorziening gebruik te maken. Een toegangspas blijft eigendom van de exploitant. Bij het verlies of in het onrede raken van het bescheiden, is de abonnementhouder verplicht aangifte te doen van diefstal of vermissing én melding te maken bij de exploitant. Voor het verstrekken door de exploitant van vervangende bescheiden is de abonnementhouder een vergoeding verschuldigd waarvan de hoogte wordt vermeld in de aanvraagprocedure.
5.4 Uiterlijk op de laatste dag van de overeenkomst dienen al de door de exploitant aan de abonnementhouder ter hand gestelde bescheiden te worden ingeleverd.
II Betaling
6. Betaling
6.1 Het verschuldigd parkeergeld dient voordat de parkeerder met een vervoersmiddel de garage verlaat te worden betaald, tenzij tussen de parkeerder en de exploitant een andere regeling is getroffen.
6.2 De abonnementhouder voldoet het parkeergeld zoals overeengekomen bij het aangaan van het abonnement bij vooruitbetaling per factuur binnen de op de factuur gestelde termijn of per automatisch incasso.
6.3 De exploitant is te allen tijde gerechtigd het vervoersmiddel terug te houden, zolang niet al hetgeen de parkeerder of de abonnementhouder hetzij op grond van de parkeerovereenkomst, hetzij uit andere hoofde, aan de exploitant is verschuldigd, is voldaan.
6.4 Indien de parkeerder geen geldig parkeerbewijs kan tonen, is hij voor elke dag of gedeelte daarvan, waarop hij naar het oordeel van de exploitant gebruik heeft gemaakt van de parkeervoorziening, dit laatste behoudens deugdelijk tegenbewijs van de parkeerder, het geldende tarief voor een vol etmaal verschuldigd. Dit tarief wordt aangegeven in, en bij de inrit van de parkeervoorziening.
7. Niet-betaling
7.1 De exploitant is gerechtigd indien de abonnementhouder gedurende tenminste 14 dagen na de vervaldatum nalatig blijft in de betaling van het verschuldigde parkeergeld of andere vorderingen die voortvloeien uit het aangaan van het abonnement, hem de toegang tot een parkeervoorziening te weigeren tot de datum van algehele betaling, zulks onverminderd de overige rechten die voor de exploitant uit de niet-betaling voortvloeien.
7.2 Indien de abonnementhouder xxxxxxx blijft in de betaling van het verschuldigde bedrag op de overeengekomen vervaldatum, zal de abonnementhouder, onverminderd de overige rechten die voor de exploitant uit deze niet-betaling voortvloeien, zonder dat enige aanmaning of ingebrekestelling is vereist, 100% van het achterstallig parkeergeld verschuldigd zijn per maand of gedeelte van een maand dat de betaling niet plaatsvond.
7.3 Indien in geval van wanbetaling van parkeergeld een incassomaatregel noodzakelijk is, worden de buitenrechtelijke incassokosten tussen de partijen bij voorbaat vastgesteld op 15% van het achterstallig parkeergeld, met een minimum gelijk aan het, ten tijde van de sommatie of de dagvaarding geldende, minimumtarief voor buitenrechtelijke incassokosten.
7.4 Betalingen, door de abonnementhouder gedaan na het uitgaan van de sommatie of de dagvaarding, strekken in de eerste plaats tot voldoening van de voormelde kosten, ook al vermeldt de abonnementhouder bij betaling een andere bestemming.
III Gebruik van de parkeervoorziening
8. Regels
8.1 In of op de parkeervoorzieningen zijn de bepalingen van de Wegenverkeerswet 1994 en het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 en de daarbij behorende bijlage, alsmede de krachtens bedoelde wet en reglement gestelde regels van toepassing.
8.2 De parkeerder of de abonnementhouder parkeert het vervoersmiddel in de daarvoor bestemde parkeervakken en binnen de daartoe aangebrachte markeringen en volgt de aangegeven rijrichting.
8.3 De parkeerder of de abonnementhouder volgt de voorschriften en aanwijzingen van de exploitant op en gedraagt zich zodanig dat de afwikkeling van het verkeer in, op of nabij de parkeervoorziening niet wordt gehinderd en de veiligheid niet in gevaar wordt gebracht.
8.4 De parkeerder of de abonnementhouder sluit het vervoersmiddel tijdens het parkeren deugdelijk af en dooft de verlichting.
8.5 De exploitant is gerechtigd, indien dit naar het oordeel van de exploitant noodzakelijk is, vervoersmiddelen binnen een parkeervoorziening te verplaatsen en/of enig vervoersmiddel uit/van de parkeervoorziening te (laten) verwijderen, zonder dat dit tot enige aansprakelijkheid voor de exploitant kan leiden.
9. Beperkingen met betrekking tot het gebruik
9.1 Het is een ieder, met uitzondering van de exploitant of een derde met wie de exploitant een overeenkomst daartoe heeft gesloten, verboden in of op een parkeervoorziening reclame te maken in welke vorm dan ook, danwel vervoersmiddelen en/of overige goederen te verkopen, te koop aan te bieden, te verhuren of ter verhuur aan te bieden.
9.2 Het is verboden ontplofbare, ontbrandbare of anderszins gevaarlijke en/of schadelijke stoffen in of op een parkeervoorziening te brengen dan wel binnen te hebben, daaronder niet inbegrepen motorbrandstoffen in de daarvoor bestemde reservoirs van het vervoersmiddel.
9.3 Het is verboden in of op een parkeervoorziening reparaties aan het vervoersmiddel of andere werkzaamheden uit te (laten) voeren tenzij daartoe uitdrukkelijk schriftelijk toestemming door of namens de exploitant is verleend. Voor het uitvoeren van noodreparatie (pechhulp) is mondelinge toestemming van de beheerder vereist.
9.4 Het is verboden om in of op een parkeervoorziening te roken of open vuur te maken.
9.5 Het is verboden om in of op een parkeervoorziening afval op andere dan de daarvoor bestemde plaatsen achter te laten.
9.6 Het is de parkeerder of de abonnementhouder van een vervoersmiddel die in of op een parkeervoorziening is geparkeerd niet toegestaan hinder of overlast te veroorzaken voor de gebruikers van de in de omgeving gelegen panden c.q. medegebruikers van de parkeervoorziening.
9.7 Het is de parkeerder of de abonnementhouder van een vervoersmiddel die in of op een parkeervoorziening is geparkeerd niet toegestaan langer in of bij het vervoersmiddel te verblijven dan gedurende de tijd die nodig is om het betreffende vervoersmiddel te parkeren en te laden/lossen. Daarna dient men het vervoersmiddel en/of de parkeervoorziening onmiddellijk te verlaten.
9.8 De verbrandingsmotor van vervoersmiddelen mag alleen tijdens het manoeuvreren in de parkeervoorziening zijn ingeschakeld.
9.9 De exploitant is bevoegd in of op een parkeervoorziening werkzaamheden te (laten) verrichten ten behoeve van die parkeervoorziening en/of derden, zonder tot enige schadevergoeding verplicht te zijn.
9.10 De exploitant is bevoegd om de toegang tot de parkeervoorziening te beperken ten behoeve van (onderhouds-)werkzaamheden en/of evenementen. De exploitant zal de uitvoerende instantie tijdens de werkvoorbereiding opdragen deze toegangsbeperking tijdig en duidelijk aan parkeerders en abonnementhouders te communiceren.
10. Opladen elektrische vervoersmiddelen
10.1 Een oplaadpunt voor elektrische vervoersmiddelen wordt aangeduid met verkeersbord E04 of E08 uit het Reglement Verkeerstekens en Verkeersregels 1990 (of een nieuw verkeersbord zodra dat is vastgesteld) en het onderbord "alleen voor opladen elektrische vervoersmiddelen".
10.2 De inrichting van een oplaadpunt (bebording en/of belijning) maakt het als zodanig herkenbaar.
10.3 Een parkeervak behorende bij een oplaadpunt mag alleen worden gebruikt door een elektrisch vervoersmiddel indien het middels een laadkabel met de laadvoorziening is verbonden.
IV Niet nakoming
11. Toerekenbare tekortkoming
11.1 Indien de parkeerder of de abonnementhouder tekortschiet in de nakoming van enige verplichting welke ingevolge de wet, de plaatselijke verordeningen danwel gebruiken en/of de met de parkeerder of de abonnementhouder gesloten overeenkomst inclusief de daarop van toepassing zijnde voorwaarden op hem rust, is de exploitant gerechtigd de overeenkomst na schriftelijke ingebrekestelling onmiddellijk te beëindigen en de parkeerder of de abonnementhouder de toegang tot een parkeervoorziening te weigeren. De parkeerder of de abonnementhouder is gehouden aan de exploitant alle schade te vergoeden, door deze geleden c.q. te lijden als gevolg van bovengenoemde nalatigheid en/of tussentijdse beëindigingen van de overeenkomst.
11.2 Indien de exploitant genoodzaakt is een sommatie of een ingebrekestelling aan de parkeerder of de abonnementhouder te doen uitbrengen of ingeval van noodzakelijke procedures tegen de parkeerder c.q. abonnementhouder, is de parkeerder of de abonnementhouder verplicht al de daarvoor gemaakte kosten, zowel in als buiten rechte, aan de exploitant te vergoeden, tenzij de procedure ten onrechte is aangegaan.
11.3 Indien de abonnementhouder door een tekortkoming van de exploitant meer dan een maand geen genot heeft kunnen hebben van zijn rechten zoals overeengekomen bij het aangaan van het abonnement, is de abonnementhouder slechts een evenredig gedeelte van het parkeergeld verschuldigd.
11.4 De exploitant is te allen tijde gerechtigd het vervoersmiddel terug te houden, zolang niet al hetgeen de exploitant, hetzij zoals overeengekomen bij het aangaan van het abonnement hetzij uit andere hoofde van de parkeerder of de abonnementhouder te vorderen heeft, is voldaan.
11.5 Indien de parkeerder of de abonnementhouder een vervoersmiddel in of op een parkeervoorziening heeft achtergelaten en ondanks schriftelijk verzoek c.q. sommatie van de exploitant weigert of om welke reden dan ook niet in staat is het achtergelaten vervoersmiddel te verwijderen, kan de exploitant het achtergelaten vervoersmiddel uit of van de parkeervoorziening laten verwijderen en elders laten opslaan vanaf 14 dagen na dagtekening van het schriftelijke verzoek c.q. de sommatie. De exploitant hoeft de parkeerder of de abonnementhouder van de daadwerkelijke verwijdering niet vooraf schriftelijk op de hoogte te stellen. In geval het adres van de parkeerder ondanks redelijke inspanning niet valt te achterhalen, kan worden volstaan met het aanbrengen van een duidelijk zichtbaar verzoek tot verwijderen aan het vervoersmiddel. De parkeerder of de abonnementhouder dient het verschuldigde parkeergeld, de eventuele boete en de kosten van de exploitant voor de verwijdering en opslag te voldoen aan de exploitant.
11.6 Indien de parkeerder of de abonnementhouder binnen 2 maanden na het eerste schriftelijke verzoek c.q. de sommatie daartoe het vervoersmiddel niet heeft opgehaald, is de exploitant gerechtigd het vervoersmiddel te verkopen of te vernietigen. De exploitant is alsdan slechts gehouden aan de parkeerder of de abonnementhouder te vergoeden de verkoopopbrengsten verminderd met het verschuldigde parkeergeld, een eventuele boete en de kosten gemaakt door de exploitant in verband met verwijdering en de tijdelijke opslag van het vervoersmiddel. Indien het verschuldigde parkeergeld, de eventuele boete en de kosten van de exploitant hoger zijn dan de opbrengst van het vervoersmiddel, dient de parkeerder of de abonnementhouder alsnog het verschil tussen de verkoopopbrengst en het verschuldigde parkeergeld, de eventuele boete en de kosten van de exploitant te voldoen aan de exploitant.
12. Niet-toerekenbare tekortkomingen
Een tekortkoming kan de exploitant niet worden toegerekend, indien deze te wijten is aan een van de wil van de exploitant onafhankelijke omstandigheid als gevolg waarvan de nakoming van de verplichtingen zoals overeengekomen bij het aangaan van de parkeerovereenkomst redelijkerwijs door de parkeerder of abonnementhouder niet meer van de exploitant kan worden verlangd. Hieronder worden in ieder geval begrepen werkstakingen, brand, overheidsmaatregelen, bedrijfsstoringen, aanwijzingen van de brandweer danwel gewijzigde brandveiligheidsvoorschriften alsmede een tekortkoming in de nakoming door derden.
V Aansprakelijkheid
13. Aansprakelijkheid
13.1 De tussen partijen tot stand gekomen parkeerovereenkomst omvat geen bewaking. De exploitant aanvaardt dan ook geen enkele aansprakelijkheid voor diefstal of het verloren gaan van eigendommen van de parkeerder of de abonnementhouder. De exploitant aanvaardt voorts geen aansprakelijkheid voor welke schade dan ook aan eigendommen van de parkeerder of de abonnementhouder alsmede ter zake van lichamelijk letsel en/of enige andere schade, direct of indirect veroorzaakt door of ten gevolge van het gebruik van een parkeervoorziening, tenzij de schade direct is veroorzaakt door de exploitant en deze aansprakelijkheid niet in enig ander artikel van deze Algemene Voorwaarden wordt uitgesloten.
13.2 De parkeerder of de abonnementhouder is aansprakelijk voor alle schade die door de parkeerder of de abonnementhouder is veroorzaakt. Schade door parkeerder of de abonnementhouder, veroorzaakt aan een parkeervoorziening, dient ter plaatse te worden vergoed danwel dient door de parkeerder of de abonnementhouder te worden vergoed nadat door de exploitant een expertise van de schade is opgemaakt..
VI Overige bepalingen
14. Wijziging van de Algemene Voorwaarden
De exploitant behoudt zicht het recht voor deze Algemene Voorwaarden te wijzigen of aan te vullen en de gewijzigde of aanvullende voorwaarden van toepassing te verklaren op bestaande overeenkomsten.
15. Conversie
Voor zover enig beding in de tussen de exploitant en de parkeerder of de abonnementhouder gesloten overeenkomst, waaronder begrepen de onderhavige Algemene Voorwaarden, nietig is c.q. vernietigbaar is c.q. de wederpartij stelt
dat enig beding niet van toepassing is omdat dit gegeven de omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn en een beroep hierop door de rechter wordt gehonoreerd c.q. aanvaard, dient dit beding te worden geconverteerd in een zodanig beding dat zoveel als mogelijk recht wordt gedaan aan strekking van het nietige c.q. vernietigde c.q. buiten toepassing gelaten beding.
16. Afspraken
Afspraken c.q. overeenkomsten met personeelsleden van de exploitant binden deze laatste niet, voor zover deze door de exploitant niet schriftelijk zijn bevestigd. Als leden van het personeel zijn in dit verband te beschouwen alle werknemers en medewerkers die geen vertegenwoordigingsbevoegdheid hebben.
17. Nederlands recht
Op de tussen de exploitant en de parkeerder of de abonnementhouder gesloten parkeerovereenkomst, inclusief de onderhavige Algemene Voorwaarden, is het Nederlands recht van toepassing. Alle geschillen zullen uitsluitend worden beslecht door de bevoegde rechter te Utrecht.
18. Domicilie
Alle schriftelijke mededelingen, sommaties daaronder begrepen, voortvloeiend uit of verband houdend met deze overeenkomst en Algemene Voorwaarden, dienen te worden gezonden naar:
Gemeente Zeist Parkeerbedrijf Het Rond 1
3701 Zeist
xxxxxx een nader door de exploitant aan te geven adres.