INLEIDING 7
Inhoudstafel beheerscontract NMBS-Holding 2008-2012
Art. 2. Dagelijkse kwaliteit 7
I. DE OPDRACHTEN VAN DE NMBS-HOLDING 9
B. De vijf opdrachten van openbare dienst van de NMBS-Holding 9
Art. 7. Stations: knooppunt van activiteiten 10
Art. 8. Terbeschikkingstelling 11
Art. 12. Belgisch-Luxemburgse overeenkomst 12
Art. 13. Historisch patrimonium: activiteiten 12
A. Veiligheid van reizigers en personeel en beveiliging 14
Art. 15. Gecoördineerde aanpak 14
Art. 16. Corporate Security Service 14
Art. 17. Strategisch beleidsplan 15
Art. 18. Rapportage beleidsplan 15
Art. 19. Actieplan voor de preventie van terroristische aanslagen 15
Art. 21. Bestrijding van het onveiligheidsgevoel 16
Art. 22. Bijdrage van de Staat 17
Art. 24. Security Operations Center 17
Art. 25. Gemeenschappelijke projecten en partnerships 18
B. Spoorverkeer op buiten dienst gestelde lijnen 19
Art. 27. Toeristische uitbating 19
III. KWALITEIT VAN DE DIENSTVERLENING 20
A. Het station als centrale speler in het stadsleven 20
B. Kwaliteit van de dienstverlening in de stations 20
Art. 29. Algemene principes voor kwaliteitsmeting 20
Art. 30. Objectieve kwaliteitsmeting: kwaliteitshandboek 21
Art. 31. Kwaliteitsbarometer 22
A. Relaties met klanten en omwonenden 23
B. Relaties met andere instanties 23
Art. 33. Vervreemding of verwerving van goederen 23
Art. 34. Het strategisch kenniscentrum mobiliteit – B-Mobility 24
Art. 35. Regeringscommissarissen 24
Art. 36. Contacten met het Raadgevend Comité van de Gebruikers (RCG) . 25 Art. 37. Contacten met de ombudsdienst 25
Art. 38. Relaties met het Fonds voor Spoorweginfrastructuur (FSI) 26
A. Het station als intermodaal overstappunt 28
Art. 41. Uitrusting van de stations en onbewaakte stopplaatsen 29
Art. 43. Ruimte voor fietsenverhuur 30
Art. 44. Prestatie-indicatoren 30
Art. 46. Kiss-and-ride-zones en autoparkings 31
Art. 47. Exploitatiebeleid voor de parkings die door de NMBS-Holding worden beheerd 32
D. Intermodale overstapknooppunten 32
Art. 48. Certificering van knooppunten 32
Art. 54. Xxxxxxxxxxxxxxx xxxxxxxx 00
Art. 55. CO2-uitstoot beperken 37
Art. 56. Energie opwekken uit alternatieve bronnen 37
Art. 57. Lawaai en trillingen beperken 37
Art. 60. Commissie milieubegeleiding 38
A. Meerjareninvesteringsplan 40
Art. 62. Uitvoering, realisatie en opvolging 40
B. Jaarlijks investeringsprogramma 41
Art. 63. Opstellen, afstemmen, opvolging 41
C. Projectdossiers, verzameldossiers, projectfiches en verzamelfiches 42
D. Overgang naar projectdossiers 43
IX. FINANCIËLE RELATIES TUSSEN DE STAAT EN DE NMBS-HOLDING 44
Art. 66. Storten van het GEN-fonds 44
Art. 67. Beheer van het GEN-fonds 45
Art. 69. Klassieke investeringstoelage 47
Art. 70. Verdeling van de bedragen tussen de drie vennootschappen 47
Art. 71. Indexeringsmechanisme 47
Art. 72. Gewestelijke verdeelsleutel 48
Art. 73. Prioritaire projecten en gewestelijke prefinancieringen 48
Art. 74. Storting van de klassieke investeringstoelage 50
Art. 75. Fonds voor Xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx 00
Art. 76. Thesaurie – Overdrachten 51
Art. 77. Verbintenis voor de aanwending van de middelen 51
Art. 79. Toelage voor de opdracht betreffende de veiligheids- en bewakingsactiviteiten op het gebied van de spoorwegen 52
Art. 80. Toelage voor de opleiding 52
Art. 81. Indexering van de exploitatietoelagen 52
Art. 82. Kalender van de exploitatietoelagen 53
Art. 87. Algemene bepalingen 55
X. ANDERE FINANCIËLE ASPECTEN 56
A. Stabilisatie van de netto financiële schuld van de NMBS-groep 56
Art. 89. Harmonisering van de rekeningen 56
C. Verbetering van de communicatie over het beheer (ERP) 57
Art. 90. Geoptimaliseerd en transparant financieel beheer 57
XI. DE PRESTATIES TEN BEHOEVE VAN DE NATIE 58
A. Jaarlijkse activiteitenverslagen 60
Art. 92. Financieel verslag 60
Art. 94. Jaarverslag over de uitvoering van de opdrachten van openbare dienst
.......................................................................................................... 60
C. Opvolging en uitvoering van het beheerscontract 62
Art. 97. Evaluatie en vrijwaringsclausules 62
Art. 98. Informatiecommunicatie 62
XIII. DE NMBS-HOLDING EN DE NMBS-GROEP 63
Art. 99. Evaluatieonderzoek over de structuur van de NMBS-groep 63
Art. 100. Intragroepcontracten 63
Art. 101. Coördinatie – Principes 63
Art. 102. Coördinatie – Organen 64
Art. 103. Coördinatie – Doelstellingen 64
Art. 104. Betrekkingen met de overheid 65
Art. 105. Information Technology 66
Art. 108. Juridische ondersteuning en internationale zaken 67
Art. 109. Financieel beleid 67
Art. 110. Kapitaalsverhoging van de NMBS 68
Art. 114. Kwaliteit van de dienstverlening 69
BEHEERSCONTRACT
TUSSEN DE BELGISCHE STAAT EN DE NMBS-HOLDING
Tussen de Belgische Staat, vertegenwoordigd door xxxxxxx Xxxx Xxxxxxxx, Minister van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven, en de xxxx Xxxxxxx Xxxxxxxx, Staatssecretaris voor Mobiliteit,
hierna genoemd “de Staat”, en
de NMBS-Holding, naamloze vennootschap van publiek recht, gevestigd Xxxxxxxxxxxxxxx 00 xx 0000 Xxxxxxx, vertegenwoordigd door de xxxx Xxxxxx Xxxx, gedelegeerd bestuurder, en de xxxx Xxxxxxx Xxxxxxxx, directeur-generaal
hierna genoemd “de NMBS-Holding”,
wordt een contract gesloten over de uitvoering van opdrachten van openbare dienst.
Dit contract vormt een beheerscontract in de zin van artikel 3 van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven. Het contract wordt van kracht op 1 januari 2008 en neemt een einde op 31 december 2012.
Het preciseert de wijze waarop de NMBS-Holding de opdrachten van openbare dienst uitvoert, die haar toegewezen zijn door artikel 156 van dezelfde wet. Het bepaalt het bedrag van de toelagen die de Staat verleent voor de uitvoering van deze opdrachten van openbare dienst.
Dit beheerscontract werd gesloten met kennis van het ondernemingsplan dat werd goedgekeurd door de RvB van de NMBS-Holding voor de periode 2008-2012 (document RvB 2007/256 van 21 december 2007). Het preciseert de regels en voorwaarden volgens dewelke de NMBS-Holding de haar bij artikel 156 van de genoemde wet toevertrouwde opdrachten van openbare dienst uitvoert. Het bepaalt het bedrag van de door de Staat verleende financiële bijdragen en |
compensaties voor de uitvoering van de opdrachten van openbare dienst. De drie naamloze vennootschappen van publiek recht van de NMBS-groep, met name de NMBS-Holding, Infrabel en de NMBS vormen samen een essentieel element in het Belgische transportsysteem en bieden de middelen om de opwarming van het klimaat effectief te bestrijden en om een duurzame ontwikkeling te verzekeren. In die hoedanigheid waakt elk van die vennootschappen in het raam van een samenhangend groepsbeleid erover dat haar activiteiten passen in het kader van het duurzaam mobiliteitsbeleid van de Regering en dragen zij bij tot het voldoen aan de verplaatsingsbehoeften. |
De basisopdracht die aan de drie vennootschappen is toevertrouwd, is tweeledig: enerzijds het spoorvervoer op het Belgische net bevorderen en aldus een alternatief bieden voor de vervoerwijzen die meer belastend zijn voor het milieu, en anderzijds een optimale kwaliteitsdienst bieden zodat de evolutie van het spoorverkeer sterker is dan de algemene evolutie van het verkeer van alle vervoerwijzen samen.
De visie, de opdrachten, de waarden en de doelstellingen van de NMBS-groep zijn bij voorrang gericht op de dagelijkse kwaliteit.
Elke vennootschap van de NMBS-groep en elke dienst krijgen kwaliteitsdoelstellingen, ook voor wat betreft de economische aspecten, welke vooraf zijn overlegd, meetbaar zijn en gemeten worden in het kader van de opvolgingsprocedures en op korte en middellange termijn moeten worden gehaald.
De kwaliteit van de verschillende prestaties wordt bepaald ten opzichte van de bijdrage die deze prestaties leveren aan de finale doelstelling van de groep: het spoorwegsysteem laten functioneren in comfortabele en betrouwbare omstandigheden (exploitatieveiligheid en sociale veiligheid, beveiliging en stiptheid), die zo goed mogelijk tegemoetkomen aan de behoeften, zowel tijdens het vervoer, als vóór het vervoer (toegankelijkheid van de treinen, intermodaliteit, ticketing, stations) en na het vervoer (intermodaliteit).
Kwaliteit behelst ook informatie. Deze moet dan ook duidelijk aan bod komen in de visie, de opdrachten, de waarden en de doelstellingen van de NMBS-groep en, net als de kwaliteit, een echte bedrijfscultuur worden. Deze informatieverbintenis betekent dat de drie vennootschappen van de NMBS-groep tevens hun medewerkers tot doel stellen de
reizigers, de ondernemingen, de besturen volledig en systematisch te informeren over de bijzonderheden, moeilijkheden, uitdagingen, voordelen en projecten van de spoorwegsector, en dit in een geest van transparantie.
Leeswijzer:
Een lijst met de definitie van vaak gebruikte termen, evenals een lijst met alle gebruikte afkortingen, bevinden zich in bijlage 1.
I. De opdrachten van de NMBS-Holding
A. Groeidoelstellingen
De infrastructuur voor het onthaal van de reizigers beheerd door de NMBS-Holding, en het kostenefficiënte beheer ervan, laten toe en zijn van zodanige kwaliteit dat vanuit dit oogmerk, de NMBS over de periode 2006-2012 zonder problemen 25 % meer binnenlandse treinreizigers kan vervoeren en, wat het internationale reizigersvervoer betreft, over dezelfde periode een gemiddelde jaarlijkse groei van 5 % van het aantal reizigers kan gerealiseerd worden. In het kader van de voorbereiding van het nieuwe meerjareninvesteringsplan zullen de Staat en de NMBS-Holding in 2010, op basis van de in 2008 en 2009 gerealiseerde cijfers (aantal vervoerde reizigers zoals hierboven bepaald), hoger vermelde groeidoelstelling evalueren en zo nodig bijstellen, een groeiscenario 2012-2017 vastleggen en het investeringsplan aanpassen. De NMBS-groep zal binnen de zes maanden na de ondertekening van dit contract een rapport voorleggen over: - de organisatorische en andere aanpassingen die nodig zijn indien een hoger gemiddeld jaarlijks groeipercentage zou moeten gerealiseerd worden; - de maatregelen die zich zouden opdringen om de kwaliteitsdoelstellingen |
afgesproken in dit beheerscontract na te leven bij een sterkere groei van het binnenlandse reizigersverkeer dan 25 %. Dit rapport, waaraan Infrabel en de NMBS meewerken, wordt opgesteld onder coördinatie van de NMBS-Holding, die het overmaakt aan de Ministers van Overheidsbedrijven en van Mobiliteit en aan DGVL. B. De vijf opdrachten van openbare dienst van de NMBS-Holding |
De NMBS-Holding neemt de opdrachten van openbare dienst op zich die haar zijn toegewezen in artikel 156 van de Wet Overheidsbedrijven en in de geldende reglementering: 1. het aanhouden en beheer van haar deelnemingen in het kapitaal van de NMBS en van |
Infrabel; 2. de veiligheids- en bewakingsactiviteiten op het gebied van de spoorwegen; 3. het verwerven, de bouw, het onderhoud en het beheer van de stations en hun aanhorigheden; 4. het behoud van het historisch patrimonium betreffende de spoorwegexploitatie; |
5. de andere opdrachten van openbare dienst waarmee zij belast is door of krachtens de wet.
Uit hoofde van die « andere opdrachten » verzekert de NMBS-Holding:
- de coördinatietaken bedoeld in hoofdstuk XIII van dit contract; - de terbeschikkingstelling van personeel aan de twee andere vennootschappen van de NMBS-groep, waarbij de NMBS-Holding de enige werkgever blijft, als |
waarborg voor de eenheid van het statuut en de sociale dialoog; - het vervullen van de « behoeften van de Natie », zoals beschreven in hoofdstuk XI van dit contract. |
Eerste opdracht van openbare dienst betreffende het aanhouden en beheer van haar deelnemingen in het kapitaal van de NMBS en van Infrabel |
De NMBS-Holding houdt haar deelname in het kapitaal van Infrabel en van de NMBS volledig aan tijdens de ganse looptijd van dit beheerscontract. Ze maakt halfjaarlijks een evaluatierapport over aan de Minister van Overheidsbedrijven over haar deelnemingen in het kapitaal van haar dochterondernemingen en, in het bijzonder, voor wat betreft de financiële positie van Infrabel en de NMBS. Tweede opdracht van openbare dienst betreffende de veiligheids- en bewakingsactiviteiten op het gebied van de spoorwegen |
De door deze opdracht bedoelde contractuele bepalingen komen aan bod in hoofdstuk II van dit contract. Derde opdracht van openbare dienst betreffende het verwerven, de bouw, het onderhoud en het beheer van de stations en hun aanhorigheden |
De NMBS-Holding is belast met: - het verwerven, de bouw en het onderhoud van de stations en hun aanhorigheden; |
- het vervullen van alle eigenaarstaken, het beheer van de basisuitrusting inbegrepen; - het beheer en het courante onderhoud van alle stations, met uitzondering van deze waarvan ze het beheer in concessie geeft aan de NMBS en waarvan de lijst is opgenomen in bijlage 6.1; |
- het beheer en het courante onderhoud van alle parkings, met uitzondering van deze waarvan ze het beheer in concessie geeft aan de NMBS en waarvan de lijst is opgenomen in bijlage 6.2;
- het beheer van de handelsconcessies. De NMBS-Holding en de NMBS starten overleg met het oog op het afsluiten uiterlijk op 1 januari 2009 van een akkoord over de inhoud van typecontracten voor het beheer van de stations en de parkings. In de toekomst kan de lijst van de stations en parkings waarvan het beheer verzekerd wordt door de NMBS, aangepast worden mits akkoord van de NMBS-Holding en de NMBS. Tijdens de duur van dit beheerscontract kan dit enkel gebeuren op 1 april 2009. Elke wijziging van deze lijst is onderwerp van bijvoegsel aan dit beheerscontract. |
De NMBS-Holding stelt aan de spoorwegondernemingen ruimtes ter beschikking die vereist zijn voor hun activiteiten en dit op een niet-discriminerende wijze. Tevens stelt ze aan Infrabel ruimtes ter beschikking die vereist zijn voor haar werking. |
In het kader van het beheer van de stationsgebouwen onderzoekt de NMBS-Holding de gebruiksaanvragen ingediend door culturele of socio-culturele verenigingen. Ze moet eraan voldoen wanneer de volgende voorwaarden vervuld zijn:
- het gebouw biedt voldoende beschikbare ruimtes;
- het culturele of socio-culturele karakter van het project is niet betwistbaar;
- een billijke vergoeding wordt betaald voor de bezetting;
- het project mag niet leiden tot verstoring van de normale activiteiten van Infrabel, de spoorwegondernemingen en hun cliënteel;
- de prioriteit gaat steeds uit naar spoorweggebonden projecten. |
De parkings worden beheerd volgens deze vier criteria: |
- gewaarborgde beschikbaarheid van plaatsen voor de reizigers (occasionele gegevens);
- gedifferentieerde tarifering volgens de stations- en gebruikerstypes en volgens de lokale markt; |
- de ontvangsten dekken de exploitatiekosten; - zonder het gebruik van het openbaar vervoer te ontmoedigen. |
Voor de fietsenstallingen zal de NMBS-Holding aan DGVL tegen eind 2009 een evaluatie van het project ‘Fietspunten’ bezorgen. Dit pilootproject moet ook in Wallonië worden doorgevoerd. De relaties met de betrokken vzw’s zullen worden herbekeken om dit type van projecten te bestendigen en uit te breiden. |
Art. 12. Belgisch-Luxemburgse overeenkomst In samenwerking met de NMBS en Infrabel draagt de NMBS-Holding bij tot de verbetering van de toegankelijkheid en de dienstverlening aan de klanten op de lijnen Virton – Rodange en Aarlen – Rodange; conform de overeenkomst die op 9 maart 2008 werd gesloten tussen België en het Groothertogdom Luxemburg met betrekking tot de aanleg, de ontwikkeling, de exploitatie en de promotie ervan tot minstens eind 2018. Vierde opdracht van openbare dienst met betrekking tot het behoud van het historisch patrimonium betreffende de spoorwegexploitatie |
Art. 13. Historisch patrimonium: activiteiten
De NMBS-Holding voorziet in de instandhouding van het historisch patrimonium betreffende de spoorwegexploitatie, dat bijdraagt tot de valorisatie en de promotie van het imago van de spoorwegen. Ze sluit ter zake overeenkomsten af met Infrabel en de NMBS.
Het historisch patrimonium betreffende de spoorwegexploitatie is samengesteld uit de verzameling van voertuigen van het rollend materieel - krachtvoertuigen en getrokken materieel -, voorwerpen, werktuigen en andere uitrustingen van de infrastructuur, stations en werkplaatsen alsook archieven en fotografische documenten.
De NMBS-Holding neemt de nodige maatregelen voor het onderzoek, de bescherming, het behoud, de restauratie en terbeschikkingstelling van de meest representatieve voertuigen en voorwerpen van de spoorwegevolutie inclusief voor speciaal spoorwegverkeer.
De NMBS-Holding houdt zich in het bijzonder bezig met:
- de uitvoering van de beslissing van haar RvB van 25 april 2008, namelijk:
“gebruik te maken van de opportuniteiten geboden door de site van het station van Schaarbeek-Reizigers om er het nationaal museum van de Belgische spoorwegen (bestaande uit een documentatiecentrum voor de spoorwegen en de ruimten die nodig zijn om het spoorwegmaterieel ten toon te stellen en te bewaren) te herbergen, evenals van de mogelijkheid van complementariteit geboden door a) het potentieel van de site van het station van Oostende, b) de samenwerking met de toeristische spoorwegverenigingen en meerbepaald de “Association des Chemins de fer à Vapeur des Trois Vallées”.
De werken aan het museum moeten ten laatste in 2010 aanvangen, om het mogelijk te maken een tijdelijke tentoonstelling op te zetten ter gelegenheid van de 175ste
verjaardag van de aanwezigheid in België van de spoorweg;
- het sluiten van partnerschapsakkoorden met verenigingen waarvan de sociale doelstelling de herwaardering van het spoorwegvervoer is via zijn patrimonium en zijn geschiedenis, meer bepaald onder de vorm van terbeschikkingstelling, toegang tot en/of uitlenen van materieel, voorwerpen en archieven;
- de organisatie van een voorziening die toegang biedt tot de archieven hetzij voor raadpleging, hetzij voor reproductie door het grote publiek, amateurs of door wetenschappers. |
Vijfde opdracht van openbare dienst: de andere opdrachten van openbare dienst waarmee zij belast is door of krachtens de wet |
De door deze opdracht bedoelde contractuele bepalingen komen aan bod in hoofdstuk XIII van dit contract. |
A. Veiligheid van reizigers en personeel en beveiliging Art. 15. Gecoördineerde aanpak Om tegemoet te komen aan de bekommernis van de Regering om de veiligheid te verbeteren in de stations en in de treinen, vergt de veiligheid van de reizigers en van het |
personeel een gecoördineerde aanpak van zowel de overheidsinstanties als van de drie vennootschappen van de NMBS-groep. Die aanpak behelst maatregelen die betrekking hebben op de vaste installaties en hun inrichting, evenals op de wijze waarop het personeel wordt ingezet op het terrein. |
Art. 16. Corporate Security Service De NMBS-Holding heeft de Corporate Security Service (CSS) opgericht met als doel de opdrachten van openbare dienstverlening van de NMBS-groep op het veiligheidsvlak te vervullen. |
De CSS zal, in overleg en samenwerking met Infrabel en de NMBS, speciale aandacht besteden aan:
- het verhogen van de veiligheid en het veiligheidsgevoel:
• op plaatsen, toegankelijk voor het publiek, waar op sommige tijdsstippen (avond, weekend, …) een onveiligheidsgevoel heerst; in avondtreinen en treinen met een verhoogd risico op agressie en vandalisme; • het beschermen en beveiligen van de fietsenstallingen en autoparkings van |
de stations; - een snelle interventie in geval van problemen op het spoorwegdomein in het algemeen en meer specifiek in de stations en in de treinen. |
In dat verband versterkt de NMBS-Holding de controles op de perrons en in de stations, en heeft ze de mogelijkheid om het gebruik en de toegang tot de trein tijdelijk te verbieden. Om haar werking te verbeteren is het van belang dat de CSS volgende instrumenten ter |
beschikking zou kunnen hebben: - toegang tot het nationale register van personen; |
- toegang tot de databank DIV voor de identificatie van wegvoertuigen die een hinder vormen op het spoorwegdomein;
- een geactualiseerde wetgeving met betrekking tot de spoorwegpolitie, met aanduiding van minimum één ambtenaar met gerechtelijke bevoegdheid binnen de CSS voor o.a. het beheer van de beëdigde ambtenaren;
- een specifieke wetgeving met betrekking tot administratieve sancties.
Art. 17. Strategisch beleidsplan De NMBS-Holding maakt om de drie jaar een strategisch beleidsplan Corporate Security op waarin de doelstellingen bepaald worden voor de aanpak van de globale veiligheidsproblematiek op het spoorwegdomein. Een eerste plan wordt in 2008 opgesteld. In dit plan komen zowel de sociale veiligheid van het personeel en de reizigers als de beveiliging van de infrastructuur van het reizigers- en goederenvervoer aan bod. Dit plan zal onder andere de noodzakelijke investeringen met betrekking tot de beveiliging en de vrijwaring van de spoorweginfrastructuur tegen metaaldiefstallen, graffiti en beschadigingen van materieel en kwetsbare installaties bevatten. |
Art. 18. Rapportage beleidsplan Het strategisch beleidsplan dient door de NMBS-Holding te worden afgestemd in |
samenwerking met de NMBS en Infrabel. Het eerste strategisch beleidsplan wordt minstens dertig dagen voor zijn inwerkingtreding aan de Ministers van Mobiliteit en van Overheidsbedrijven en aan DGVL voorgelegd. De NMBS-Holding evalueert jaarlijks in samenwerking met de NMBS en Infrabel haar strategisch beleidsplan en rapporteert daarover aan de Ministers van Mobiliteit en van Overheidsbedrijven en aan DGVL. |
Art. 19. Actieplan voor de preventie van terroristische aanslagen Gelet op de concrete dreiging voor België en de inspanningen die door de Belgische Regering worden geleverd in de strijd tegen het terrorisme, dient de NMBS-Holding, in het kader van het Federaal Comité voor de Beveiliging van het Spoorwegvervoer, een specifiek actieplan uit te werken voor de preventie van terroristische aanslagen. Het spoorwegveiligheidsplan in het kader van het antiterrorisme wordt via het Federaal Comité voor de Beveiliging van het Spoorwegvervoer afgestemd met de andere |
spoorwegondernemingen, die gebruik maken van het Belgische spoorwegnet. Het Federaal Comité voor de Beveiliging van het Spoorwegvervoer besliste dat voor categorie A-stations (grootste stations met het hoogste risico) minstens volgende doelstellingen dienen te worden gerealiseerd inzake de preventie van terroristische aanslagen. Om de objectieve meting van de door de NMBS-Holding geleverde prestaties te kunnen realiseren worden volgende prestatie-indicatoren vastgelegd. 1. een systeem van risicocommunicatie in werking stellen dat reizigers sensibiliseert om hen bewust te maken van een dreiging en rustig te blijven; dit systeem moet hen in staat |
stellen een bijdrage te leveren aan het voorkomen van een dreiging en hun zelfredzaamheid te verhogen; o indicator: aantal en frequentie van verspreide risicocommunicaties |
o indicator: cijfers effectieve verhoogde inzet en intensivering van zichtbare |
veiligheidsdispositieven bij verhoogde dreiging 3. het cameratoezicht afstemmen op de bestrijding van terrorisme; |
o indicator: aantal tussenkomsten aan de hand van resultaten van dit specifieke cameratoezicht
4. bij een verhoogde waakzaamheid wanneer er een gerichte dreiging is, uniforme en sluitende procedures ontwikkelen inzake passende maatregelen, waaronder het afsluiten van vuilnisbakken;
o indicator: beschikbaarheid van operationele plannen naargelang de evolutie van het niveau van de dreiging
5. een evaluatie uitvoeren van de beveiligingsmaatregelen inzake internationale treinen (Eurostar, Thalys) en het uitwerken van maatregelen bij een verhoogde waakzaamheid wanneer er een gerichte dreiging is;
o indicator: aantal tussenkomsten bij gerichte dreiging.
DGVL verzekert de screening van de aanvragers van de badges; Securail levert deze af overeenkomstig de risicogevoeligheid van de functie zelf of van de tewerkstelling in de risicozone.
De NMBS-Holding beschikt over maximaal twee jaar om het actieplan beveiligingsprogramma categorie A-stations van het strategisch beleidsplan Corporate Security op punt te stellen, waarna het ter goedkeuring zal worden voorgelegd aan het Federaal Comité voor de Beveiliging van het Spoorwegvervoer (tussentijdse ontwerpen van het beveiligingsprogramma kunnen stelselmatig worden voorgesteld en goedgekeurd binnen het Federaal Comité). Na goedkeuring door het Federaal Comité voor de Beveiliging van het Spoorwegvervoer, kan worden overgegaan tot de implementatie.
De toelage in het kader van de bestrijding van het internationale terrorisme is jaarlijks vast te leggen in functie van de gevraagde inspanningen. |
Art. 21. Bestrijding van het onveiligheidsgevoel De NMBS-Holding zal de vereiste aandacht besteden en de nodige middelen reserveren voor de veiligheid van de stations, parkings en fietsenstallingen waar het onveiligheidsgevoel het grootst is. Hetzelfde geldt voor de tien stations, fietsenstallingen en parkings waar het grootste aantal incidenten, inbreuken en vaststellingen gebeuren naar de ervaring van Securail, en op basis van de aan Securail beschikbare gegevens van de federale en lokale politie. Het actieplan hiervoor zal deel uitmaken van het driejaarlijks beleidsplan en de jaarlijkse evaluatie ervan. |
De Staat zal meedelen op welke wijze zij haar bijdrage zal leveren tot de uitvoering van het beleidsplan. |
De grote actiepunten opgenomen in het strategisch beleidsplan 2008-2010 van de CSS vergen zowel proactieve, preventieve, curatieve en repressieve maatregelen. Daarnaast zal vooral de ontradende aanwezigheid van Securail op het terrein een zeer belangrijke schakel zijn in de strategie. De uitvoering van de evaluatie dient te gebeuren op basis van een aantal relevante indicatoren (KPI). Hierbij dient voldoende aandacht besteed te worden aan fenomenen waar onmiddellijk moet worden op ingespeeld (bijvoorbeeld lokale agressieproblemen, metaaldiefstallen, verhoogde dreiging in het kader van terrorisme, …). De NMBS-Holding verbindt er zich toe haar werkmethodes en inzet van de middelen continu aan te passen aan de evolutie van deze indicatoren. Indicatoren: |
o de evolutie van het aantal gevallen van agressie op jaarbasis per lijn en per station; |
o de evolutie en de geografische spreiding van het aantal oproepen op jaarbasis voor de belangrijkste criminele feiten op het Security Operations Center;
o de evolutie van het aantal tussenkomsten door Securail op jaarbasis als gevolg van oproepen op het Security Operations Center; o de resultaten van de enquête “veiligheidsgevoel” uitgevoerd op jaarbasis. De NMBS-Holding stelt alles in het werk om, enerzijds, het aantal agressies te doen |
afnemen en, anderzijds, het veiligheidsgevoel te verbeteren. Art. 24. Security Operations Center De NMBS-Holding beschikt over een Security Operations Center dat ten dienste staat van alle personeelsleden van de drie vennootschappen van de NMBS-groep en andere spoorwegondernemingen. In dit Security Operations Center wordt niet alleen de |
realtimeopvolging verzekerd van de veiligheidsproblematiek van het personeel, maar ook van de reizigers en dit via het gratis nummer 0800 30230. o indicator: de evolutie van het aantal tussenkomsten op jaarbasis als gevolg van oproepen op het 0800 30230 nummer. |
Daarnaast zal ook de camerabewaking en de alarmafhandeling gecentraliseerd beheerd worden vanuit het Security Operations Center. |
Rekening houdend met de technische, juridische en financiële mogelijkheden onderhandelt de NMBS-Holding met Xxxxxx de aansluiting van het Security Operations Center op het Astrid-netwerk (het telecommunicatienetwerk van de politie- en hulpdiensten).
Art. 25. Gemeenschappelijke projecten en partnerships
De veiligheidsdiensten van de NMBS-Holding zullen deelnemen aan de organisatie van de politie- en douanecontroles, alsmede aan de uitvoering van de veiligheidscontroles van de reizigers en hun bagage die via de Kanaaltunnel naar het Verenigd Koninkrijk reizen of daar vandaan komen. |
Met de federale politie werd in 1999 een protocol afgesloten met betrekking tot de samenwerking tussen de NMBS-Holding en de federale politie. Die samenwerking wordt |
stelselmatig geactualiseerd. De NMBS-Holding verbindt zich ertoe de verbintenissen aangegaan in dit protocol door te trekken in de beleidsstrategie van Securail, meer bepaald wat betreft: - de ter beschikking van de federale politie gestelde lokalen en materieel; |
- de uitwisseling van informatie. Met de lokale politie wordt gestreefd naar een intensievere samenwerking op het spoorwegdomein en meer bepaald op het vlak van de preventie en de ontradende aanwezigheid in de stations. In dat vooruitzicht zal onderhandeld worden over het afsluiten van convenanten die een geïntegreerde aanpak mogelijk maken. Deze engagementen zullen jaarlijks worden geëvalueerd en bijgestuurd. Er wordt naar gestreefd de veiligheidsproblematiek van het openbaar vervoer op te nemen in de zonale veiligheidsplannen. o indicator: de lijst van de steden en gemeenten waarmee een convenant werd afgesloten op jaarbasis. Er zal gestreefd worden om de veiligheidsproblematiek van het openbaar vervoer ook aan te pakken in het kader van het grootstedenbeleid en in het bijzonder in het kader van de veiligheids- en preventiecontracten met de lokale overheden. In dit kader zal de CSS preventieambtenaren aanwerven die zich voltijds zullen bezighouden met deze problematiek op nationaal en regionaal vlak. Tevens zal een jaarverslag “Preventie” opgemaakt worden. |
Volgende actiepunten zullen bij de NMBS-Holding uitgevoerd worden: |
a optimalisatie van de bewaking van de fietsenstallingen en parkings; b aanwerving van preventieambtenaren; c verhoging van het veiligheidsgevoel in de stations; |
d uitbreiding van de nachtbewaking langs de lijnen; |
f bestendiging van de campagne inzake preventie en hoffelijkheid; |
g uitvoering van het actieplan in het kader van de strijd tegen de graffiti; h aanvulling van het personeel in het kader van de Eurostar terminal activiteiten. |
B. Spoorverkeer op buiten dienst gestelde lijnen Art. 27. Toeristische uitbating De NMBS-Holding neemt in de concessieovereenkomsten of alle andere contracten die met de gebruikers van buiten dienst gestelde lijnen worden gesloten met het oog op toeristische uitbating, een clausule op waardoor de kosten van de periodieke veiligheidscontroles die worden uitgevoerd door Infrabel en de diensten van de Staat belast met de spoorwegveiligheid, ten laste zijn van die gebruikers. Die controles hebben zowel betrekking op het rollend materieel dat eveneens gebruik maakt van het publieke net, als op de infrastructuur. Ze zijn voorzien overeenkomstig de bepalingen van het ministerieel besluit van 26 juli 2007 tot aanneming van een bestek voor toeristische spoorwegritten met historisch materieel op de spoorweginfrastructuur. |
Rekening houdend met het belang van de stations in de steden, verbindt de NMBS- Holding zich ertoe: - aan de stations een sterke zichtbaarheid te geven; - bij te dragen tot de heraanleg van de stationsbuurt in samenwerking met de lokale overheden, in het rechtstreekse belang van het spoorvervoer; - het dagelijkse onderhoud en onthaal te verbeteren door een hoog niveau van netheid na te streven, de bewegwijzerings- en informatieborden te verbeteren, een bord te installeren met een overzicht van de diensten en faciliteiten die in het station beschikbaar zijn, hotspots te installeren en informatiezuilen ter beschikking te stellen; - City Station Assistants aan te stellen voor alle stations die door de NMBS-Holding worden beheerd; - een dynamisch commercieel beleid voor de stations te voeren door de beschikbare diensten voor de klanten te verbeteren; |
- evenementen van socio-culturele aard te organiseren;
teneinde te komen tot de oprichting van kinderopvangplaatsen in de gebouwen van de NMBS-Groep in of nabij de grote stations van het land, zal de NMBS-Holding uiterlijk op 1 maart 2009 de gebouwen identificeren die zich tot een dergelijke investering lenen. Na overleg met de deelentiteiten en, desgevallend, met de betrokken actoren, zal zij een rapport voorleggen over de financiering van dit initiatief en de wijze waarop de gestelde doelstelling zo vlug mogelijk kan bereikt worden. |
B. Kwaliteit van de dienstverlening in de stations Art. 29. Algemene principes voor kwaliteitsmeting De NMBS-Holding meet alle kwaliteitsaspecten van de aan haar klanten aangeboden diensten op basis van objectieve en subjectieve criteria. De kwaliteitsmeting wordt hetzij toevertrouwd aan een extern organisme, hetzij gevalideerd door DGVL en gecertificeerd door een extern organisme. Die certificering wordt georganiseerd op initiatief van DGVL. De doelstellingen en de resultaten worden aan het publiek meegedeeld. DGVL en het Raadgevend Comité van de Gebruikers (RCG) zijn bij het gehele kwaliteitsmetingsproces betrokken. |
De NMBS-Holding is verantwoordelijk voor de kwaliteitsmeting voor haar eigen
bevoegdheden. Niettemin werken de drie vennootschappen van de NMBS-groep, meer bepaald door middel van Service Level Agreements (SLA’s), samen voor het optimaliseren van de metingen, het coördineren van hun procedures en wanneer nodig, voor het beperken van de ongemakken voor het publiek. In het bijzonder wordt de subjectieve kwaliteitsmeting, door middel van de kwaliteitsbarometer, gecoördineerd om parallelle procedures te vermijden.
Jaarlijks zullen de resultaten van de evolutie van de objectieve indicatoren en van de subjectieve indicatoren (kwaliteitsbarometer) gepresenteerd worden aan de Ministers van Mobiliteit en van Overheidsbedrijven, DGVL, de drie vennootschappen van de NMBS- groep, het RCG en andere betrokken gebruikersverenigingen. |
Art. 30. Objectieve kwaliteitsmeting: kwaliteitshandboek De NMBS-Holding werkt met een kwaliteitshandboek, met het oog op het verrichten van de objectieve kwaliteitsmeting. Doel van dit handboek is: - het bepalen van alle relevante kwaliteitsaspecten en van de wijze waarop ze opgevolgd dienen te worden; - het bepalen van de indicatoren die voor de aspecten een goede maatstaf vormen; |
- het bepalen op welke manier deze indicatoren zullen opgevolgd worden; - doelstellingen bepalen voor de kwaliteitsaspecten en een groeipad bepalen voor de indicatoren; - het bepalen van de wijze waarop en de termijn waarbinnen klachten zullen behandeld worden. De NMBS-Holding legt haar handboek ter goedkeuring voor aan DGVL ten laatste zes maanden na het ondertekenen van het beheerscontract. |
Het handboek is voorwerp van:
- goedkeuring door DGVL en het RCG, onder voorbehoud van certificering;
- certificering door een erkende, externe kwaliteitsbewaker (auditor), aangesteld door DGVL, voor de NMBS-groep (NMBS, NMBS-Holding, Infrabel).
Indien het handboek niet kan gecertificeerd worden, brengt de auditor DGVL hiervan op de hoogte. De NMBS-Holding beschikt over een periode van zes maanden na bekendmaking hiervan om het kwaliteitshandboek bij te stellen en opnieuw ter goedkeuring en certificering voor te leggen.
De auditor waakt over de goede toepassing van de kwaliteitshandboeken en rapporteert hierover jaarlijks aan DGVL. Indien de auditor vaststelt dat de toepassing niet voldoet, heeft de NMBS-Holding twee maanden de tijd voor bijstelling.
Het kwaliteitshandboek van de NMBS-Holding is gericht op de klant als reiziger. De volgende kwaliteitsaspecten vormen een onderdeel van dit handboek. De indicatoren en
hun groeipad, die in bijlage 4 worden opgelegd, dienen verplicht opgenomen te worden.
- Netheid stations; |
- netheid fietsparkings; - netheid autoparkings; |
- klachtenbeheer.
De perceptie door de klant van de kwaliteit wordt gemeten door enquêtes, de zogenaamde kwaliteitsbarometer. Door middel van deze kwaliteitsbarometer worden alle relevante subjectieve indicatoren met betrekking tot de voor de onderneming belangrijke kwaliteitsaspecten beoordeeld. De kwaliteitsbarometer analyseert dus niet de reëel gepresteerde technische kwaliteit, maar wel de subjectieve beleving van de treinreizigers. De kwaliteitsbarometer wordt opgesteld in opdracht van de NMBS-Holding en vier keer per jaar opgemaakt door een externe opdrachtnemer. De kwaliteitsbarometer geeft de waardering weer van alle gebruikers van de ruimtes open voor publiek in de stations en hun omgeving die door de NMBS-Holding worden beheerd. De NMBS-Holding bezorgt aan DGVL: - de resultaten van elke meting (per kwartaal); |
- een rapport met de globale resultaten op jaarbasis uiterlijk op 30 april. Zodra er referentiemetingen zijn voor twaalf opeenvolgende maanden, zullen in onderling overleg de grenswaarden vastgesteld worden. Indien een indicator, op betekenisvolle wijze of herhaaldelijk onder de grenswaarde ligt, voert de NMBS-Holding verder onderzoek naar de mogelijke oorzaken hiervan. DGVL wordt op de hoogte gehouden van dit onderzoek. |
A. Relaties met klanten en omwonenden |
De NMBS-Holding richt een bureau op voor het beheer van de gebruikersklachten met betrekking tot haar bevoegdheidsdomeinen:
- stationsinfrastructuur; |
- parkinginfrastructuur; - infrastructuur van de stationsaanhorigheden; - beheer van de parkings en de stations die onder haar beheer vallen. |
De NMBS-Holding beslist vrij over het gebruik en de vervreemding van materiële en immateriële vaste activa waarvan ze eigenaar is en die niet noodzakelijk zijn voor de uitvoering van haar opdrachten van openbare dienst. Vóór de vervreemding van een onroerend goed dient de NMBS-Holding de opportuniteit hiervan te onderzoeken voor de twee andere vennootschappen van de NMBS-groep in het kader van hun opdrachten van openbare dienst, de sector van het openbaar vervoer alsook voor andere openbare sectoren als deze zich niet in een concurrentiële markt bevinden. De NMBS-Holding, de NMBS en Infrabel sluiten, binnen de zes maanden na ondertekening van dit contract, een overeenkomst af waarmee ze elkaar een |
voorkooprecht toekennen. Als dat recht niet wordt uitgeoefend en als de NMBS-Holding een potentieel belang vermoedt voor de openbare sector, die zich niet op een concurrentiële markt bevindt, publiceert de NMBS-Holding een bericht in het Belgisch Staatsblad om haar voornemen kenbaar te maken, waarbij op precieze wijze wordt aangegeven welk goed zij zich voorneemt te vervreemden, met mededeling van de minimale prijs die ervoor verwacht wordt. Elke entiteit van de hierboven bedoelde openbare sector zal over een termijn van twee maanden beschikken om haar belangstelling kenbaar te maken. Indien er zich meerdere kandidaten aanmelden, zullen deze opnieuw geraadpleegd worden om de meest biedende te bepalen, aan wie het goed zal worden toegewezen. Indien er zich geen enkele kandidaat aanmeldt, zal de NMBS-Holding de procedure vrij verder zetten. Die procedure is systematisch van toepassing bij alle verkopen waarvan het bedrag boven vijf miljoen €2008 wordt geraamd. |
Krachtens artikel 10, § 1, 2e lid van de Wet Overheidsbedrijven, is elke beslissing, als ze betrekking heeft op een bedrag dat hoger is dan twaalf miljoen €2008, tot verwerving van een onroerend goed of een onroerend recht dat niet nuttig is voor de uitvoering van de
Art. 34. Het strategisch kenniscentrum mobiliteit – B-Mobility
De NMBS-Holding houdt zich continu op de hoogte van de evolutie inzake het mobiliteitsbeleid zoals de socio-economische context, de vervoersgenererende factoren en de fiscale context.
De NMBS-Holding heeft hiertoe eind 2005 een strategisch kenniscentrum B-Mobility opgericht. Een aantal van de belangrijkste activiteiten van B-Mobility zijn o.a.: |
- het up-to-date houden van een elektronische mobiliteitsbibliotheek en het ter beschikking stellen van deze informatie via een beveiligde intragroep webtoepassing en mits het respecteren van het voorziene veiligheidsbeleid; |
- het opmaken van rapporten en brochures over verschillende mobiliteitstopics, die als doel hebben het openbaar vervoer en in het bijzonder het spoorvervoer te promoten op een adviserende wijze; |
- het van nabij opvolgen van allerlei evoluties in de mobiliteitswereld op basis van eigen en/of externe databanken (bijvoorbeeld Eurostat, het Federaal Planbureau, Statbel, APS Vlaanderen, …) en het opmaken van allerlei statistieken na strategische analyse van de data; |
- het opmaken van het statistisch jaarboek van de NMBS-groep; |
- het nauwgezet opvolgen van het Europees, federaal en regionaal beleid inzake mobiliteit en het formuleren van adviezen dienaangaande; |
- de coördinatie van het overleg m.b.t. lightrail tussen de NMBS, Infrabel, De Lijn, MIVB, SRWT en de regelgevende overheid, zoals vermeld in artikel 49; |
- het vertegenwoordigen van de NMBS-Holding in verscheidene mobiliteitscommissies, zoals de Mobiliteitsraad Vlaanderen (MORA), de Vlaamse Havencommissie en de Vlaamse Luchthavencommissie en het actief participeren aan allerlei mobiliteitsdebatten; |
- het actualiseren en uitbreiden van de capaciteitsstudie (dd. 28/06/2007) die de NMBS-Holding uitvoerde naar een studie op lange termijn (2020-2030) over de capaciteit van het spoorwegsysteem in functie van de evoluerende markt (reizigers- en goederenvervoer). De NMBS-Holding organiseert jaarlijks een openbaar evenement rond een mobiliteitstopic. De inhoudelijke voorbereiding en organisatie van dit jaarlijkse mobiliteitsevenement Mobilys is in handen van het strategisch kenniscentrum B- Mobility. |
De NMBS-Holding vergemakkelijkt de organisatie van het secretariaat van de regeringscommissarissen van de drie vennootschappen van de NMBS-groep. |
Art. 36. Contacten met het Raadgevend Comité van de Gebruikers (RCG) |
De NMBS-Holding centraliseert de relaties van de NMBS-groep met het RCG en zorgt voor het secretariaat ervan. |
Ze verbindt zich er meer bepaald toe: |
- om een volledig en gemotiveerd antwoord te formuleren op alle adviezen die het RCG over haar activiteiten uitbrengt; a. binnen een termijn van één maand, wanneer er informatie moet worden verschaft |
die binnen de onderneming beschikbaar is; b. binnen een termijn van twee maanden, wanneer het antwoord voorafgaande opzoekingen vergt; |
c. binnen een redelijke termijn wanneer het materies betreft die betrekking hebben op de strategie van de onderneming;
Indien de NMBS-Holding niet binnen de termijn van één maand kan antwoorden op de vraag, moet zij dit binnen de maand ter kennis brengen van het RCG, met motivatie van de noodzaak om over een langere antwoordtermijn te beschikken; |
- om binnen een gezamenlijk vast te leggen termijn (voldoende tijd opdat een ernstig advies kan worden uitgebracht vooraleer definitieve beslissingen worden genomen), het RCG in te lichten over de belangrijke, geplande aanpassingen van het vervoerplan van de treindienst alsook van de tarieven of andere belangrijke veranderingen voor de reiziger; |
- om het RCG geregeld (aantal gezamenlijk vast te leggen) uit te nodigen op informatie- of overlegvergaderingen over het gevolgde beleid;
- een routing- en opvolgingsblad op te stellen aangaande de verwezenlijking van de suggesties van het RCG die weerhouden werden;
- om op haar website de adviezen van het RCG te publiceren alsook de antwoorden die hierop werden gegeven;
- om op haar website het jaarverslag van het RCG te publiceren.
De NMBS-Holding doet uiterlijk op 30 juni 2008 aan de Minister van Overheidsbedrijven een voorstel inzake de herziening van de werking van dat comité alsook de te onderhouden relaties met de NMBS-groep. Dat voorstel moet het RCG in grotere mate betrekken bij de kwaliteitsopvolging en de tevredenheidsenquêtes die bij de klanten worden afgenomen.
Art. 37. Contacten met de ombudsdienst
De NMBS-Holding centraliseert de relaties van de NMBS-groep met de ombudsmannen. Ze verbindt zich ertoe uiterlijk op 31 december 2008 de bijwerking te voltooien van het protocol van akkoord dat de relaties tussen de ex-NMBS en de ombudsdienst vastlegt en dat dateert van 8 december 2000.
Met deze bijwerking kunnen de praktische modaliteiten worden bepaald voor de
Art. 38. Relaties met het Fonds voor Spoorweginfrastructuur (FSI)
1. De NMBS-Holding verzekert, ten aanzien van de aan het Fonds voor Spoorweginfrastructuur overgedragen activa bij koninklijk besluit van 30 december 2004, waarvan het beheer en de valorisatie zijn toevertrouwd aan een derde, de volgende verantwoordelijkheden:
- de bewaking;
- het gewoon onderhoud;
- het nemen van dringende maatregelen en/of veiligheidsmaatregelen die meer bepaald noodzakelijk zijn voor het voetgangers-, weg- en spoorverkeer.
2. Onder “gewoon onderhoud” verstaat men het periodieke onderhoud zoals maaien, het snoeien van bomen enz. alsook kleine herstellingen, d.w.z. waarvan de eenheidskost niet meer bedraagt dan 1.250 €.
De hiervoor beschreven verantwoordelijkheden moeten niet worden verzekerd ten overstaan van de activa en delen van activa waarvan het FSI niet langer eigenaar is. 3. Ze moeten niet of slechts deels worden verzekerd ten overstaan van activa of delen van activa waarvoor een eenzijdige of conventionele toestemming voor bezetting of |
gebruik geldt, die alles of een deel ervan ten laste legt van de houder van het bezettings- of gebruiksrecht. 4. De NMBS-Holding kan voor de onder punt 1 bedoelde activa of voor delen ervan, met het oog op de reeds toegekende rechten d.m.v. de toelatingen bedoeld onder punt 3, toelatingen voor bezetting of gebruik toekennen, op voorwaarde dat die toelatingen zuiver precair zijn, betrekking hebben op periodes niet langer dan een maand, zonder mogelijkheid tot vernieuwing en dat aan het einde van de bezetting of het gebruik de betrokken partij(en) op geen enkele wijze, materieel of juridisch, bezwaard zijn. De NMBS-Holding volgt de toegekende toelatingen op en int de vergoedingen die ermee gepaard gaan. 5. De NMBS-Holding en de derde die instaat voor het beheer en de valorisatie van de bij koninklijk besluit van 30 december 2004 overgedragen terreinen wisselen |
informatie uit die ze beide nodig hebben voor de uitoefening van de voormelde verantwoordelijkheden. 6. De NMBS-Holding brengt verslag uit aan die derde over de noodmaatregelen en/of veiligheidsmaatregelen die ze treft, de toegekende toelatingen op grond van punt 4 en over de bijzondere onderhoudswerken die ze nodig acht. De NMBS-Holding stort aan die derde de op grond van punt 4 geïnde heffingen. De NMBS-Holding voert de haar ten laste gelegde verplichtingen uit zoals ze in de bijlagen zijn beschreven, met betrekking tot de activa waarvan het beheer en de valorisatie zijn toevertrouwd aan de derde, die gevoegd zijn bij het koninklijk besluit |
van 30 december 2004 met de lijst van de activa die door de NMBS-Holding worden overgedragen aan het Fonds voor spoorweginfrastructuur.
De NMBS-Holding bezorgt ter informatie aan de Staat, vertegenwoordigd door DGVL, een kopie van de contractuele bepalingen die ze eventueel met het FSI afsluit.
De uit die prestaties voortvloeiende kosten worden door de NMBS-Holding tegen kostprijs gefactureerd aan die derde.
A. Het station als intermodaal overstappunt |
Het station als overstappunt is de poort tot de vervoerssystemen en de poort tot de stad. De NMBS-Holding richt de stations in volgens de volgende voorrangen voor de bereikbaarheid: |
- de voetganger; - de fietser; - het openbaar vervoer en de taxi; |
- de auto. |
De NMBS-Holding zal bij de klanten van de grote stations een enquête afnemen om de redenen van hun aanwezigheid in die stations en de verdeling van de gebruikte vervoermiddelen (Modal Split) te kennen. |
Zij zal de resultaten van deze enquête aan DGVL overmaken. De inrichting komt eveneens tegemoet aan de noden van de niet-gewoontegebruiker van |
het station. Bij de uitbouw en inrichting van de stations voorziet de NMBS-Holding: |
1. de inrichting speelt in op de behoeften van de gebruikersgroepen: de gewoontegebruikers, de niet-gewoontegebruikers, de potentiële gebruikers, het personeel en de andere dienstverleners; |
2. de loopafstanden naar de perrons en het materieel zijn kort en waarborgen de vrije doorgang voor de reizigers; |
3. de architectuur schept een grote transparantie en aangename ruimten (REVALOR) (Zie VI Toegankelijkheid, artikel 52 punt 2); 4. de stations zijn toegankelijk voor minder mobiele mensen en sluiten moeiteloos aan op de andere vervoerwijzen; 5. de informatievoorziening steunt op verschillende dragers zoals bewegwijzering, monitors, kaarten, infopunten; |
6. het station is veilig en beschermd tegen fysiek geweld, auto- en fietsdiefstal en het onderhoud waarborgt een ongeschonden beeld; |
7. het station herbergt detailhandel en allerhande diensten: bagagedienst, geldautomaat, cafés, enz. |
De terbeschikkingstelling van voldoende tweewielerstallingen en -plaatsen voor de gebruikers is, rekening houdend met de aangegeven behoeften, een prioritaire doelstelling voor de NMBS-Holding. Daartoe werkt de NMBS-Holding een structurele benadering uit om de fietsenstallingen te rationaliseren en te uniformeren en aldus de bevolking aan te sporen om met de fiets naar het station te komen. |
Die structurele benadering stoelt op vier pijlers: voldoende parkeerplaatsen voor tweewielers rond de stations, nette, comfortabele en veilige parkeerplaatsen, stallingen en tot slot fietspunten in sommige agglomeraties. Het doel is om tegen eind 2012 een totaal te halen van minimum 78.000 plaatsen voor tweewielers in alle stations en stopplaatsen van het net (momenteel +/- 59.000 plaatsen- eigendom NMBS-Holding). |
Art. 41. Uitrusting van de stations en onbewaakte stopplaatsen |
1. Ieder station en iedere stopplaats hebben een fietsenstalling vlak bij zijn toegang. |
2. Minimum zes fietsenrekken van het type NMBS bij elke toegang. |
3. De nieuwe fietsenrekken en gerenoveerde fietsenrekken zijn van het type NMBS, overdekt en verlicht, de overdekking en de wanden bieden zichtbaarheid op afstand (sociale controle). 4. In de stations die uitgerust zijn met Malaga-camera’s (50 stations), camerabewaking |
van bepaalde fietsenstallingen. 5. Voor de stations waarvan het aantal opstappende reizigers per dag hoger of gelijk is aan 10.000, wordt een beveiligde fietsenstalling voorzien: rekken type NMBS, overdekking, verlichting, afsluiting en toegangscontrole, camera (als het station is uitgerust). |
6. Bij de aanleg van de fietsinfrastructuur in de stationsomgeving wordt gelet op de “leesbaarheid” van de omgeving. Zij zorgt, in overleg met de NMBS, tevens voor adequate signaletica van deze voorzieningen in de stations en in de stationsomgeving (wegwijzers, posters en interactieve borden). |
7. De NMBS-Holding, NMBS en Infrabel leggen in gemeenschappelijk overleg via DGVL uiterlijk op 31 januari 2009 aan de Minister van Overheidsbedrijven een planning ter goedkeuring voor, die zal worden nageleefd, om tegen eind 2012 aan de hierboven genoemde criteria te voldoen. |
De NMBS-Holding ondersteunt de uitbouw van fietspunten. Op vraag van de NMBS- Holding kunnen de fietspuntondernemingen onderhouds- en toezichtstaken uitvoeren in de fietsen- en bromfietsenstallingen. Naast deze taken en los van de opdracht van de NMBS-Holding, kunnen de ondernemingen uit de sociale economie bijkomende diensten aanbieden ter bevordering van het fietsgebruik. Al deze diensten samen noemt men het ‘fietspunt’. |
De NMBS-Holding biedt hiervoor - tegen een redelijk huurtarief - ruimte aan voor de uitbouw van een fietspunt. Voor het gebruiken van ruimten, waarin onder andere een fietsverhuurdienst en een -hersteldienst of andere (fiets)gerelateerde activiteiten kunnen uitgebouwd worden, dient een huurcontract afgesloten te worden.
Art. 43. Ruimte voor fietsenverhuur
In alle stations zal de NMBS-Holding gunstig gevolg geven aan elke aanvraag voor lokalen voor fietsenverhuur voor zover er ruimte beschikbaar is.
- Aantal fietsenrekken op het volledige net (% ten opzichte van doelstelling 78.000); - aantal overdekte rekken (% ten opzichte van doelstelling 78.000); |
- aantal beveiligde rekken; |
- aantal fietspunten.
NMBS-Holding en Infrabel zorgen voor passende doorgangen voor fietsers bij het afschaffen van overwegen indien uit het voorafgaand openbaar onderzoek gebleken is dat er voldoende vraag naar is.
C. Intermodaliteit auto’s
De NMBS-Holding onderzoekt de behoeften aan autoparkeerplaatsen voor treingebruikers of andere openbaarvervoergebruikers die vlak bij het spoorstation opstappen. Uiterlijk op 1 maart 2009 stelt zij een plan op om aan die behoeften te beantwoorden vooral op die plaatsen die minder worden bediend door het aanvullend
Samen met de FOD Mobiliteit en Vervoer wordt nagegaan in hoeverre deze plannen dienstig zijn en kunnen worden uitgevoerd. Art. 46. Kiss-and-ride-zones en autoparkings Het aantal en de capaciteit van de kiss-and-ride-zones, autos en taxizones wordt in stand gehouden op een peil dat ten minste gelijk is aan dat van 31 januari 2007. |
Kiss-and-ride zone De NMBS-Holding ziet erop toe aan de hoofdtoegangen van de stations en onbewaakte stopplaatsen (binnen de grenzen van de technische mogelijkheden) een kiss-and-ride- zone aan te leggen, die vlot toegankelijk is, met bewegwijzering, en waar langdurig parkeren niet toegelaten is. |
Autoparkings |
De terbeschikkingstelling van voldoende parkeerplaatsen voor de reizigers is, rekening houdend met de aangegeven behoeften, een prioritaire doelstelling voor de NMBS- Holding.
Dit beleid voor capaciteitsuitbreiding van de parkings wordt gevoerd zonder het gebruik van het openbaar vervoer te ontmoedigen en zonder het gebruik van de auto in de stadscentra in de hand te werken. Het doel is om tegen eind 2012 een totaal te halen van minimum 54.000 plaatsen voor |
auto’s in alle stations en stopplaatsen van het net (de huidige capaciteit bedraagt +/- 45.000 plaatsen). Parallel met deze doelstelling van capaciteitsuitbreiding ziet de NMBS-Holding erop toe de kwaliteit en het comfort van de bestaande parkings te verbeteren. De autoparkings zullen vernieuwd en aangelegd worden: |
- met een bodembekleding die spoorvorming beperkt of voorkomt, maar de infiltratie van regenwater toelaat; - met ononderbroken verlichting ‘s nachts op minstens een gedeelte van de parking; - met duidelijke en geschikte bewegwijzering (aanduiding van de inrit, intern parkingreglement). Uiterlijk op 31 december 2008 zal de NMBS-Holding aan de Minister van Overheidsbedrijven en aan DGVL een inventaris voorleggen van de parkings die in |
slechte staat zijn en vernieuwing vergen. Het investeringsplan 2008-2012 voorziet in de renovatie van bepaalde van die parkings. |
Art. 47. Exploitatiebeleid voor de parkings die door de NMBS-Holding worden beheerd |
De parkings worden beheerd volgens de in artikel 10 vastgelegde criteria. |
De NMBS-Holding zorgt ervoor dat deze strategie gelijklopend is met deze die wordt toegepast op de parkings die in concessie zijn gegeven aan de NMBS. |
Prestatie-indicatoren: |
- Totaal aantal beschikbare plaatsen (% ten opzichte van de doelstelling van 54.000 plaatsen); - aantal nieuwe plaatsen die per jaar in dienst worden gesteld; - totaal aantal vernieuwde plaatsen per jaar. |
Art. 48. Certificering van knooppunten
De NMBS realiseert samen met de regionale vervoersmaatschappijen een proefproject inzake certificering van intermodale overstapknooppunten. Het project, dat aangestuurd wordt door de MIVB, zal betrekking hebben op enkele bediende haltes van het GEN- netwerk rond Brussel. De NMBS-Holding neemt deel aan deze certificering.
E. Diversen
Art. 49. Lightrail
De NMBS-Holding zal haar voortrekkersrol voor de invoering van lightrail verder uitoefenen, de uitgevoerde haalbaarheidsstudie is daarvan als basis te gebruiken.
De NMBS-Holding, in samenwerking met de NMBS, Infrabel en de regionale vervoersmaatschappijen, zet haar onderzoek verder naar de mogelijke toepassing van lightrail op bestaande spoorweginfrastructuur, op eventueel nieuwe infrastructuur en in gemengd verkeer (heavyrail/lightrail). Dit onderzoek behelst zowel de technische haalbaarheid, een marktstudie als een economische kosten-batenanalyse van mogelijke projecten.
De resultaten van de door de NMBS uitgevoerde marktstudie moeten aan de NMBS- Holding en aan de Ministers van Mobiliteit en van Overheidsbedrijven, alsook aan DGVL worden geleverd op uiterlijk 1 januari 2009 en hieruit moet blijken dat de analyse betrekking heeft gehad op de drie gewesten van het land. Ze zullen als basis dienen voor de haalbaarheidsstudie, met kosten-batenanalyse, die in 2009 door de NMBS-Holding zal worden uitgevoerd in samenwerking met Infrabel, de NMBS en de belanghebbende regionale vervoersmaatschappijen, voor elk van de projecten die in de conclusies van de marktstudie worden voorgesteld. Deze haalbaarheidsstudie moet uiterlijk op 30 september 2009 aan de Staat worden bezorgd.
Art. 50. E-ticketing |
Een e-ticketingsysteem kan het mogelijk maken via één enkele interoperabele ticketdrager de toegang te verlenen tot de verschillende openbare vervoersmodi. De Staat kent hiertoe aan de NMBS-Holding het beheer toe van een toelage van 2.045 k€, waarvan een miljoen euro in 2007 werd gestort, bestemd voor het opzetten van een |
gemeenschappelijk platform dat de verschillende openbare vervoersmaatschappijen omvat en dat nodig is voor de technische en operationele verwezenlijking van e-ticketing. De NMBS-Holding bezorgt uiterlijk op 31 januari van elk jaar aan de Ministers van Mobiliteit en van Overheidsbedrijven en aan DGVL een jaarlijkse stand van zaken van de werken van het gemeenschappelijk platform waarbij de uitvoeringstermijnen voor het project door alle maatschappijen zijn geactualiseerd. |
Art. 51. Informatiestromen |
De NMBS-groep beschikt over een wijd vertakt en performant glasvezelnet met zeer grote capaciteit. Het is dan ook logisch dat de capaciteitsreserves ter beschikking worden gesteld van telecom-operatoren en andere gebruikers van massale infostromen. De NMBS-Holding ziet er via haar filiaal Syntigo op toe dat de capaciteit van het wijd vertakt en performant glasvezelnetwerk optimaal wordt gebruikt zonder uiteraard de primaire behoeften van de corebusiness in het gedrang te brengen. |
Art. 52. Activiteiten 1. Het openbaar vervoer moet eenvoudig en gemakkelijk bruikbaar zijn voor iedereen. Ook voor mensen met functionele of gezondheidsproblemen. Daarom zorgt de NMBS-Holding ervoor dat de toegang tot en het gebruik van de stations rekening houdt met diverse elementen die van belang zijn voor personen met een verminderde mobiliteit, zodat zij op een waardige en zo zelfstandig mogelijke wijze kunnen reizen. 2. De REVALOR-normen worden in overleg met DGVL geactualiseerd uiterlijk op 31 december 2008 na te zijn getoetst door een toegankelijkheidsbureau voor die punten die van belang zijn voor personen met een verminderde mobiliteit en na advies van de Nationale Hoge Raad voor Personen met een Handicap, die zich daarin kan laten bijstaan door gespecialiseerde instanties. 3. De NMBS-Holding verbindt zich ertoe om 100 stationsgebouwen toegankelijk te maken voor Personen met Beperkte Mobiliteit (PBM) tegen 2018 met uitzondering van de toegangen tot de perrons en de onderdoorgangen die onder de verantwoordelijkheid van Infrabel vallen. De keuze van de 100 hiervoor genoemde stationsgebouwen zal gecoördineerd worden met Infrabel opdat de 50 stations die tegen 2018 totaal toegankelijk moeten zijn (d.w.z. met inbegrip van de perrons en de onderdoorgangen), deel uitmaken van de lijst van de 100 stationsgebouwen. Dit net omvat volgens de huidige parameters een 100-tal stations uitgekozen omwille van: - de geografische spreiding, |
- het belang van het station, - de aanwezigheid van personeel, |
- de reeds beschikbare infrastructuur, - de nabijheid van voorzieningen voor PBM. De NMBS-Holding betrekt de overstapvoorzieningen met andere vervoerwijzen in deze aanpassingen. |
Tegen 2028 zullen alle stationsgebouwen toegankelijk worden gemaakt voor de PBM’s. Uiterlijk op 31 januari 2009 maakt de NMBS-Holding, samen met Infrabel en met de NMBS, ieder voor wat hun deel betreft, een gecoördineerde planning op van de werken voor een lijst van 50 stations (gebouwen en perrons) die tegen 2018 totaal toegankelijk zullen moeten zijn (met inbegrip van de perrons en onderdoorgangen). |
Deze planning van de werken wordt ter goedkeuring aan de Ministers van Mobiliteit en van Overheidsbedrijven, evenals aan DGVL voorgelegd. De stations met het belangrijkste reizigersaantal hebben voorrang bij de planning. De
drie vennootschappen van de NMBS-groep stellen hun planning inzake toegankelijkheid en inzake begeleiding van PBM op elkaar af. De NMBS- Holding expliciteert in haar deel de planning voor de realisatie van het punt hierboven.
Tegen einde 2012 zullen 52 stationsgebouwen die samen goed zijn voor 60 % van de opstappende reizigers zijn aangepast zoals hierboven.
Deze planning vermeldt per jaar:
- het aantal stations en stopplaatsen dat toegankelijk zal worden gemaakt door middel van liften of oprijhellingen en het procentuele aandeel van de opstappende reizigers in deze stations;
- het aantal stations en stopplaatsen waarvan de perrons zullen voorzien worden van waarschuwings- en geleidelijnen en het procentuele aandeel van de opstappende reizigers in deze stations;
- en het aantal stations en stopplaatsen waar alle perrons op standaardhoogte worden gebracht en het procentuele aandeel van de opstappende reizigers in deze stations.
Deze planning wordt door de NMBS-Holding strikt nageleefd; indien een project niet gedurende het voorziene jaar kan worden uitgevoerd, worden dat jaar andere projecten uitgevoerd zodat op het einde van dat jaar minstens evenveel stations zijn aangepast die goed zijn voor eenzelfde procentueel aandeel in opstappende reizigers.
4. Uiterlijk op 30 april van elk jaar zal de NMBS-Holding, in samenwerking met Infrabel en de NMBS, een verslag aan de Ministers van Mobiliteit en van Overheidsbedrijven en DGVL zenden over de realisaties van het voorbije jaar. Daarbij zal een omstandige verantwoording gegeven worden over de elementen uit het geplande traject die niet tijdig gerealiseerd werden.
5. De geleverde prestaties worden gemeten met de volgende indicatoren:
- het aantal stationsgebouwen die volledig toegankelijk zijn (stations, stationsomgeving en perrons en onderdoorgangen);
- het percentage opstappende reizigers in deze stations;
- het aantal stationsgebouwen dat volledig is uitgerust voor de toegankelijkheid voor PBM’s;
- het aantal stations waar veiligheidslijnen en waarschuwingstegels werden aangebracht.
VII. Zorg voor het milieu
A. Algemeen milieubeleid
Art. 53. Milieubeleidsplan
De NMBS-Holding zal met betrekking tot milieubeheer en duurzame ontwikkeling alle gepaste maatregelen nemen om de geldende Europese, federale, gewestelijke en gemeentelijke wetten en reglementen correct toe te passen. De NMBS-Holding onderhoudt een dialoog met alle beleidsniveaus omtrent de milieu-impact van zijn activiteiten.
De NMBS-Holding draagt bij tot een meer duurzaam transportsysteem door een degelijke stationsinfrastructuur aan te bieden en het vervoer per spoor te promoten, zodat het aandeel van de trein in de steeds toenemende vraag naar verplaatsingen in de komende jaren kan stijgen. De Staat draagt bij tot een meer duurzaam transportsysteem door gelijke concurrentievoorwaarden tussen de diverse vervoersmodi na te streven, waar mogelijk in een Europees kader.
Uiterlijk twaalf maanden na de ondertekening van dit contract zal de NMBS-Holding een milieubeleidsplan aan de Ministers van Mobiliteit en van Overheidsbedrijven, aan de federale Minister bevoegd voor het milieu evenals aan DGVL ter goedkeuring voorleggen. Dit plan somt de gekozen acties en de te bereiken doelstellingen op en bevat een stappenplan incl. planning voor een EMAS-certificering, of desgevallend, in afwachting daarvan, een ISO 14001- certificering.
Volgens dit stappenplan zullen alle belangrijke gebouwen van de NMBS-Holding tegen eind 2012 minstens een ISO 14001-certificering bekomen.
De onderstaande aspecten (artikels 54-60) moeten opgenomen worden in het milieubeleidsplan. |
Art. 54. Energieverbruik beperken
De NMBS-Holding heeft zich geëngageerd om ertoe bij te dragen dat het globale energieverbruik (exclusief tractie-energie) in de gebouwen en installaties van de NMBS- groep tegen 2012 met 7,5 % zal verminderen in vergelijking met 2005, en met 20 % tegen 2020, in vergelijking met 2005.
De medewerkers van de NMBS-Holding worden attent gemaakt op hun verantwoordelijkheid om zuinig om te springen met energie, en krijgen concrete tips daarvoor.
Bij nieuwbouw wordt gekozen voor een energiezuinig ontwerp. In bestaande gebouwen
Bij het beheer van haar autopark streeft de NMBS-Holding naar een lager brandstofverbruik en verminderde schadelijke emissies. Bij aanschaf van nieuwe wagens wordt minstens de “EURO4”-norm in het bestek opgenomen.
Samen met de spoorwegondernemingen zal onderzocht worden hoe het energieverbruik voor het eigenlijke spoorwegverkeer kan beperkt worden. Het geconsolideerde activiteitenverslag bevat bovendien een hoofdstuk over duurzame ontwikkeling en gaat specifieker in op de milieubalans van zowel de gebouwen die de |
NMBS-groep gebruikt, als van de stations en het dienstwagenpark. Art. 55. CO2-uitstoot beperken |
Om de algemene doelstellingen van het Kyotoprotocol te bereiken, zal de transportsector een belangrijke bijdrage moeten leveren. Een verschuiving van andere transportmodi naar het spoorvervoer (modal shift) is daarbij cruciaal. De spoorsector dient daarom geen objectieven na te streven die het absoluut volume CO2-uitstoot zouden beperken. In lijn met de afspraken binnen de Europese spoorwegsector, zal de NMBS-Holding zich wel inspannen om de specifieke door spoortransport veroorzaakte CO2-uitstoot te verminderen. De NMBS-Holding zal in overleg met de NMBS en Infrabel een plan |
opstellen om de gemiddelde CO2-uitstoot per treinkilometer, per reizigerskilometer en per tonkilometer te verminderen. Art. 56. Energie opwekken uit alternatieve bronnen |
De NMBS-Holding onderzoekt mogelijke partnerschappen voor de bouw van installaties die gebruik maken van alternatieve energiebronnen, zoals warmtekrachtkoppeling, zonne-energie, windenergie, … De NMBS-Holding onderzoekt mogelijke partnerschappen voor de installatie van |
fotovoltaïsche zonnepanelen, bijvoorbeeld op het dak van grote gebouwen. De NMBS-Holding onderzoekt eveneens mogelijke partnerschappen om windturbines te installeren op plaatsen die daartoe geschikt zijn. |
Art. 57. Lawaai en trillingen beperken
De NMBS-Holding werkt mee aan de toepassing van de Europese richtlijn 2002/49/EG die de blootstelling aan omgevingslawaai wil beperken. Daartoe zullen de nodige gegevens over het spoorvervoer aan de bevoegde overheden bezorgd worden, en zal met de gewesten overlegd worden over de opmaak van een actieplan.
In het bijzonder overlegt de NMBS-Holding met de Staat, Infrabel en de van het Infrabel- net gebruik makende operatoren voor goederenvervoer over de mogelijkheden om de financiering voor het geluidsarmer maken van de bestaande goederenwagens te ondersteunen. Dit zal gebeuren in het kader van de door de Europese Commissie genomen initiatieven.
De NMBS-Holding realiseert de inventarisatie van de historische bodemverontreiniging, de noodzakelijke bodemonderzoeken en aan de planning van de saneringswerken, in uitvoering van de afspraken die daarover met de gewesten gemaakt werden naar aanleiding van de herstructurering van de NMBS-groep in 2005. De nodige voorzieningen worden gepland om deze saneringswerken te realiseren. De NMBS-Holding zal deze werken uitvoeren in functie van de wettelijke verplichtingen, het investeringsprogramma en het verkoopbeleid van onroerende activa, met de bedoeling een redelijke verdeling van de uitvoering van deze werken over het ganse |
spoorwegdomein te bekomen. Art. 59. Afvalbeheer Het aankoopbeleid van de NMBS-Holding zal oog hebben voor de vermindering van de hoeveelheid afval en van gevaarlijk afval in het bijzonder. Een algemeen stelsel van recyclage en afvalsortering zal ontwikkeld worden. De NMBS-Holding zal het waterverbruik waar mogelijk verminderen. De stations Antwerpen-Centraal, Brussel-Centraal, Brussel-Noord, Brussel-Zuid, Charleroi, Gent-Sint- Pieters, Leuven, Liège Guillemins, Namur, Oostende en Ottignies worden uitgerust met gescheiden afvalbakken voor de selectieve inzameling van PMD- verpakkingen, papier/karton, glas en restafval uiterlijk op 30 september 2008. Eind 2008 zal dit experiment geëvalueerd worden met het oog op een verdere uitbreiding ervan. |
Art. 60. Commissie milieubegeleiding |
De NMBS-Holding zit de commissie milieubegeleiding voor die per kwartaal vergadert en adviesbevoegdheid heeft in de volgende aangelegenheden: |
- het beheer van terreinen en directe omgeving; - de invloeden van het rollend materieel en activiteiten in het algemeen op het milieu; |
- het efficiënte beheer op het vlak van onroerende goederen en de investeringen in de hernieuwbare energie. |
Deze commissie is paritair samengesteld uit vertegenwoordigers van de NMBS-groep en vertegenwoordigers van o.a. de volgende organisaties: |
- “Bond Xxxxx Xxxxxxxxxx” en “Natuurpunt”; - “Inter Environnement Wallonie” en “Nature et progrès”; |
- “Inter Environnement Bruxelles”. Deze commissie brengt haar adviezen uit op eigen initiatief of nadat ze aanhangig zijn gemaakt door de raad van bestuur van een van de drie vennootschappen van de NMBS- groep of door de Minister van Overheidsbedrijven. Ze maakt ze over aan de raad van bestuur van de desbetreffende vennootschap(pen) van de NMBS-groep en de Minister van Overheidsbedrijven. |
Ieder jaar, uiterlijk op 30 mei, legt de NMBS-Holding aan DGVL gedetailleerde informatie voor over de acties die de NMBS-groep in de loop van het vorige dienstjaar nam aangaande milieu en duurzame ontwikkeling.
Art. 62. Uitvoering, realisatie en opvolging De NMBS-Holding zal alles in het werk stellen, voor het gedeelte dat haar betreft, om de spoorweginvesteringen uit te voeren zoals geprogrammeerd in het door de Regering goedgekeurde meerjaren geconsolideerde investeringsplan 2008-2012. Dat plan, waarvan een overzichtstabel is bijgevoegd aan dit contract (bijlage 2.1), en zijn latere aanpassingen maken integraal deel uit van dit beheerscontract. De Staat verbindt zich ertoe de in dit contract vermelde financiële middelen te leveren. Uiterlijk op 31 januari 2012 legt de NMBS-Holding, met instemming van Xxxxxxxx en de NMBS, aan de Minister van Overheidsbedrijven, via DGVL, een geconsolideerd gemeenschappelijk voorstel van investeringsplan 2013-2025 van de NMBS-Holding, de NMBS en Infrabel voor. De Minister licht de Ministerraad in over dit ontwerp van meerjareninvesteringsplan. |
Nieuwe investeringen geraamd op meer dan 25 miljoen €2008 kunnen pas opgenomen worden in het meerjareninvesteringsplan (hetzij in een actualisatie van het plan 2008- 2012, hetzij in het toekomstige plan 2013-2025) na uitvoering van een maatschappelijke kosten-batenanalyse gerealiseerd volgens een internationaal erkende methode (bv. Railpag van de Europese Investeringsbank). Voor al deze projecten maakt de NMBS- Holding een ex-post evaluatie op. DGVL wordt bij deze studies betrokken en ontvangt kopie van de studieresultaten.
Voor de projecten waarbij verschillende actoren betrokken zijn, zoals Infrabel of zoals een of meerdere gemeenten en/of een of meerdere gewesten, stelt de NMBS-Holding alles in het werk om een perfecte coördinatie van de werken te waarborgen zodat, in voorkomend geval, de door haar uit te voeren werken ten laatste kunnen starten zodra de door andere actoren uitgevoerde of gefinancierde werken beëindigd zijn.
De NMBS-Holding onderzoekt de mogelijkheid om bepaalde investeringen waaronder bv. reeksen van kleinere stations op een alternatieve manier te financieren, bv. via samenwerkingen met lokale overheden of raamcontracten of PPS. De NMBS-Holding betrekt DGVL bij dit onderzoek en maakt de onderzoeksresultaten via DGVL over aan de Minister van Overheidsbedrijven, uiterlijk één jaar na datum van ondertekening van dit contract. Het resultaat van dit onderzoek kan aanleiding geven tot aanpassing van de vigerende meerjaren investeringsplanning.
De NMBS-Holding zit het investeringscomité voor en organiseert de werkzaamheden van dit investeringscomité.
De inhoud en de vorm van het meerjareninvesteringsplan, van de procedures voor
Uiterlijk op 30 juni van elk jaar maakt de NMBS-Holding een jaarlijks voortgangsrapport over de uitvoering van haar meerjarenplan. Vervolgens integreert ze dit in een voor de groep geconsolideerde versie, die zij, uiterlijk op 31 juli, via DGVL, overmaakt aan de Minister van Overheidsbedrijven.
In dat verband ontvangt de NMBS-Holding van Infrabel en van de NMBS gegevens die haar toelaten om op een efficiënte en conforme wijze het voornoemde geconsolideerde rapport op te maken.
B. Jaarlijks investeringsprogramma
Art. 63. Opstellen, afstemmen, opvolging
De NMBS-Holding maakt elk jaar, op basis van het vigerende meerjareninvesteringsplan, haar jaarlijks investeringsprogramma op, conform bijlage 3 bij dit beheerscontract. DGVL en de drie vennootschappen zullen niettemin de mogelijkheid onderzoeken om de in die bijlage beschreven procedures en documenten te actualiseren en te vereenvoudigen. Na afstemming in het investeringscomité, maakt de NMBS-Holding tevens een voor de Groep geconsolideerde versie op en bezorgt deze, via DGVL, ter goedkeuring aan de Minister van Overheidsbedrijven en dit uiterlijk op 15 november van het jaar dat voorafgaat aan het jaar waarop de investeringen betrekking hebben. De Staat beschikt over een termijn van vijfenveertig kalenderdagen om zijn standpunt bekend te maken, te rekenen vanaf de datum dat DGVL deze geconsolideerde versie |
ontvangt. Na die termijn wordt het aan de Staat voorgelegde jaarlijkse investeringsprogramma als aanvaard beschouwd. Uiterlijk op 30 september van elk jaar maakt de NMBS-Holding een tussentijds voortgangsrapport over de uitvoering van haar investeringsprogramma op. De NMBS- Holding zorgt voor een voor de Groep geconsolideerde versie en maakt deze uiterlijk op 31 oktober over aan DGVL. Uiterlijk op 30 april van elk jaar maakt de NMBS-Holding een evaluatierapport over de uitvoering van haar investeringsprogramma van het vorige jaar op. De NMBS-Holding zorgt tevens voor een voor de Groep geconsolideerde versie en maakt deze aan DGVL over uiterlijk op 31 mei. In dat verband ontvangt de NMBS-Holding van Infrabel en van de NMBS gegevens die haar toelaten om op een efficiënte en conforme wijze de voornoemde geconsolideerde |
rapporten op te maken. Eén keer per jaar kan de NMBS-Holding haar vigerende investeringsprogramma amenderen. Na afstemming in het investeringscomité stuurt de NMBS-Holding, uiterlijk |
De Staat beschikt over een termijn van vijfenveertig kalenderdagen om zijn standpunt bekend te maken, te rekenen vanaf de datum dat DGVL het geconsolideerde ontwerp ontvangt. Na die termijn wordt de aan de Staat voorgelegde amendering als aanvaard beschouwd. C. Projectdossiers, verzameldossiers, projectfiches en verzamelfiches |
Art. 64. Monitoring |
De NMBS-Holding past de benadering van planning en monitoring toe per investeringproject, conform de methodologie zoals vastgelegd in bijlage 3. DGVL en de drie vennootschappen zullen niettemin de mogelijkheid onderzoeken om de in die bijlage beschreven procedures en documenten te actualiseren en te vereenvoudigen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de ‘projectdossiers’ en ‘verzameldossiers’, waarvan het formaat overeengekomen is tussen DGVL en de drie vennootschappen van de NMBS- groep. Elk projectdossier of verzameldossier levert, in synthetische vorm, een zo getrouw mogelijk beeld van het investeringsproject op het gebied van doelstellingen, inhoud, |
planning en voortgang van de uitvoering. Ze bezorgt aan DGVL: - Per kwartaal, uiterlijk op 30 juni (Q1), 15 oktober (Q2) en 31 december (Q3) en 15 april (Q4) van elk jaar: de geactualiseerde versie van alle project- en verzameldossiers. De voornoemde datums kunnen worden gewijzigd in onderling akkoord tussen DGVL en de NMBS-Holding; - op jaarbasis, ten laatste op 30 juni van elk jaar: de projectfiches en verzamelfiches, die bestemd zijn voor de externe communicatie, met name naar de gewesten. |
Hoewel de minimale inhoud en het formaat van de projectdossiers, de verzameldossiers, de projectfiches en de verzamelfiches zijn overeengekomen tussen DGVL en de drie vennootschappen van de NMBS-groep, kunnen deze verder in onderling akkoord bijgestuurd worden. |
DGVL zal zich, in hoofdzaak, op de projectdossiers en verzameldossiers baseren om, voor rekening van de Staat, in te staan voor de opvolging en de controle van de uitvoering van de investeringsplannen en -programma’s. DGVL is evenwel gemachtigd om op het terrein en bij de onderneming alle bijkomende verificaties en controles uit te voeren. Dit kan gebeuren door het opvragen van bijkomende documenten en informatie, uitgavencontroles, terreinbezoeken, vergaderingen met de PMO’s, de projectleiders en de leidende ambtenaren, enz. zonder de normale openbare dienstverlening te verstoren.
Na elke actualisering per kwartaal van de dossiers bezorgt DGVL aan de Minister van Overheidsbedrijven een rapport over de stand van zaken van de verschillende projecten. Een kopie van dat rapport wordt naar de NMBS-Holding gestuurd.
D. Overgang naar projectdossiers
Art. 65. Migratie
De NMBS-Holding zal uiterlijk op 31 augustus 2008 de migratie naar het plannings-, monitoring- en opvolgingssysteem gebaseerd op project- en verzameldossiers voltooid hebben voor de projecten waarvan zij of haar filialen de projectleiding verzekeren. Vanaf die datum mag de NMBS-Holding geen investeringsbeslissingen onder het stelsel van de “groene lichten” meer voorleggen aan DGVL.
Nochtans blijft het gekende stelsel van de "groene lichten" nog uiterlijk tot 31 december 2008 van kracht voor de kosten die dateren van vóór de overgangsdatum, die vastgesteld werd bij de migratie van een project naar het nieuwe opvolgingsysteem.
In dit geval moet nog een aanvraag "groene lichten" ingediend worden, in zoverre deze kosten nog niet gedekt zijn door een eerder "groen licht", en voor zover het bedrag hoger is dan 10.000 €.
IX. Financiële relaties tussen de Staat en de NMBS- Holding |
Een indicatief overzicht van de toelagen zoals gekend of geraamd bij de ondertekening van het contract is opgenomen in bijlage 7. |
Art. 66. Storten van het GEN-fonds De Staat stort het GEN-fonds geleidelijk aan tot het de som bereikt van 2.173.651 k€2008 |
(1.612.000 k€2001). Zo voldeed de Staat: 48.500 k€ in 2004; 370.419 k€ op 2/8/2005; 210.709 k€ op 19/1/2007. |
Vervolgens gaat de Staat van 2008 tot 2013 over tot een jaarlijkse betaling van 210.709 k€2008, in juni van ieder jaar. Het resterende nog te betalen saldo na 30 juni 2013 om aan het Fonds te storten ten belope van het bedrag van 2.173.651 k€2008 (1.612.000 k€2001), zal uiterlijk op 15 april 2013 worden vastgelegd om te bepalen welk bedrag er op het budget van 2014 moet worden ingeschreven. Het zal worden bepaald door actualisering in €2014. De gehanteerde index om de bewegingen op het GEN-fonds te actualiseren is, voor de periode tot en met 31 december 2008, vermeld in bijlage 9 en wordt, voor de periode vanaf 2009 berekend volgens het indexeringsmechanisme bedoeld in artikel 71. De index is van toepassing: - enerzijds, op de investeringskost, beperkt tot 2.173.651 k€2008; |
- anderzijds, op de effectief gestorte bedragen. De door het GEN-fonds ontvangen interesten tijdens de hele periode dat het door de NMBS-Holding werd beheerd, worden gevaloriseerd als aanvullende storting van de Staat. |
In de kostenafrekening worden uitgesloten: |
- de bijdrage van de Staat aan de werkingskosten van het permanente secretariaat van het GEN (artikel 11, 5° lid van de GEN-overeenkomst van 4 april 2003). Deze bijdrage is beperkt tot de kostprijs van een personeelslid als voltijdse equivalent, rang A; - de bijdrage van de Staat in de studiekosten (artikels 13 en 28 van diezelfde overeenkomst). Deze bijdrage is beperkt tot 1.500 k€2008 voor de hele periode vanaf 2008 tot en met 2013; - de beheerskosten van de NMBS-Holding, zoals hierna vermeld. |
De NMBS-Holding verbindt zich ertoe de werken uit te voeren in de mate dat het Fonds voldoende gestort is om de werken van het lopende jaar aan te gaan. De NMBS-Holding en Infrabel houden zich aan de enveloppe die uitsluitend voor de infrastructuurwerken bestemd is en die 2.098.140 k€2008 (1.556.000 k€2001) bedraagt. |
De eventuele meerkosten, ongeacht de oorzaken ervan, zullen gefinancierd moeten worden binnen de beschikbare klassieke investeringstoelage van de FOD Mobiliteit en Vervoer. Vanaf 2009 zullen Infrabel en de NMBS-Holding, elk voor wat hen aanbelangt, aan DGVL een jaarlijks rapport leveren dat een geactualiseerde raming van de totale kosten van het GEN-project bevat, alsook een analyse van de nog bestaande budgettaire risico’s en een vergelijking met de in het Fonds beschikbare middelen. Dit rapport wordt uiterlijk op 30 april van elk jaar aan de Minister van Overheidsbedrijven en aan DGVL overgemaakt. |
Art. 67. Beheer van het GEN-fonds De NMBS-Holding beheert dit Fonds in naam en voor rekening van de Staat, onder de controle van de Minister van Overheidsbedrijven. De NMBS-Holding stelt de gelden ter beschikking van Xxxxxxxx, van de NMBS en van zichzelf, op basis van de maandelijkse staten van de aannemingsfacturen en de interne kosten die aan die investeringen worden toegerekend. De NMBS-Holding is er geenszins toe gehouden te zorgen voor de financiering van het GEN te haren laste of ten laste van Infrabel en de NMBS boven de financiële middelen |
die aan haar zullen zijn overgemaakt en de eraan verbonden opbrengsten. De NMBS-Holding dient de uitgaven van elk van de drie vennootschappen ten laste van het GEN-fonds te verifiëren. Ze deelt aan DGVL een situatie mee van de vastgestelde afnamen per kwartaal en van de vooruitzichten voor de komende vierentwintig maanden, en dit binnen de twee maanden volgend op het betrokken kwartaal. De controle van de juiste boeking van de investeringsuitgaven op het GEN-project wordt verzekerd door DGVL, in het kader van |
de procedures die voorzien zijn in artikels 62 tot 65 (opvolging van de investeringen). De NMBS-Holding, de NMBS en Infrabel blijven, elk voor wat hen betreft, verantwoordelijk aangaande die controles. De gelden worden zo goed mogelijk geplaatst, rekening houdend met het tijdschema voor de GEN-investeringsuitgaven die door Infrabel, de NMBS en de NMBS-Holding moeten worden gedaan. De financiële opbrengsten die eruit voortvloeien worden toegewezen aan de financiering van de GEN-investeringen. |
De beheerskosten van de NMBS-Holding zijn forfaitair vastgelegd op 35 k€ per jaar. Dat bedrag, uitgedrukt in €2008, wordt geïndexeerd op basis van de jaarlijkse evolutie van de gezondheidsindex.
- het saldo van de beschikbare middelen op 1 januari van het voorgaande jaar; - de beschrijving van de uitgevoerde plaatsingen en stortingen in de loop van het jaar (bedrag, datum, rentevoet, duur...); - de uitsplitsing van de gedane stortingen per bestemmeling, met een uitsplitsing volgens de aard van de uitgaven voor de stortingen van de NMBS-Holding (investeringen, secretariaatskosten, beheerskosten, ...); |
- een gedetailleerde voorstelling van de berekening van de daaruit voortvloeiende financiële opbrengsten; - een overeenstemming tussen de door het Fonds uitgevoerde betalingen en de reële investeringsuitgaven van elke vennootschap, tijdens het jaar, waarbij de betalingen op investeringen van het lopende jaar zijn aangegeven, alsook de betalingen over het voorgaande jaar en het resterende te betalen saldo op de werkelijk geboekte uitgaven. Dit rapport wordt overgemaakt aan de Minister van Overheidsbedrijven en aan DGVL. |
Art. 68. GEN-investeringen |
De bedoelde investeringen, ten laste van de NMBS-Holding, zijn de inrichting van de stations buiten de perrons, onderdoorgangen en voetbruggen (gebouwen, parkings, fietsenstallingen, omgeving, ...) die zich, binnen de GEN-perimeter, bevinden op de drie lijnen die op vier sporen zullen worden gebracht (L50A, L124 en L161) alsook op de L36 (baanvak Leuven – Brussel-Noord).
De NMBS-Holding gebruikt de beschikbare middelen van het GEN-fonds op basis van gedetailleerde staten van effectieve aannemingsfacturen en van uitgaven in eigen beheer met betrekking tot investeringen voor GEN-projecten. Ze verantwoordt het gebruik van deze middelen door een specifieke rubriek in het jaarlijks verslag over de uitvoering van het investeringsplan zoals bedoeld in artikel 66.
De NMBS-Holding zal de volgende bedragen uit het GEN-fonds gebruiken: |
- in 2008: 22.247 k€2008 - in 2009: 12.419 k€2008 - in 2010: 16.731 k€2008 - in 2011: 12.101 k€2008 - in 2012: 11.470 k€2008 |
Die bedragen, voorzien in het investeringsplan 2008-2012 en uitgedrukt in €2008, kunnen worden herzien in het kader van de onder artikel 63 beschreven procedure betreffende de goedkeuring van het jaarlijkse investeringsprogramma en de aanpassing ervan. |
Art. 69. Klassieke investeringstoelage |
De Staat waarborgt een investeringstoelage, waarvan het globale bedrag voor de drie naamloze vennootschappen van publiek recht en het aandeel van de NMBS-Holding als volgt zijn: |
Jaar | Totaal Aandeel NMBS-Holding | |
- | 2008 | 1.208.172 k€2008 (*) 190.578 k€2008 |
- | 2009 | 1.246.175 k€2008 163.512 k€2008 |
- | 2010 | 1.288.989 k€2008 157.183 k€2008 |
- | 2011 | 1.323.455 k€2008 129.352 k€2008 |
- | 2012 | 1.366.457 k€2008 149.246 k€2008 |
(*): waarvan 4.352 k€2008 bijkomende compensatie van de kosten van de installatie van ERTMS-boordinstallaties in 2008, en 364 k€ ingevolge de toekenning, in 2008, van de indexering van de compensatie van deze kosten in 2007.
Die bedragen gaan samen met een investeringsprogramma in het kader waarvan de NMBS-Holding de budgettaire enveloppes bepaalt voor elk nieuw project van capaciteitsuitbreiding met een risicoreserve voor de uitvoering ervan.
Art. 70. Verdeling van de bedragen tussen de drie vennootschappen |
De drie vennootschappen kunnen in onderling akkoord een voorstel formuleren om de verdeling van de investeringstoelagen te wijzigen. Indien de Regering het voorstel aanvaardt, wordt het opgenomen in een bijvoegsel bij de beheerscontracten. |
Art. 71. Indexeringsmechanisme
De bedragen van de jaartoelagen voor het financieren van de investeringen zijn uitgedrukt in €2008. Ze zijn gekoppeld aan een indexwaarde van 6037,833 voor de materialen en 25,600 voor de lonen. Die indexcijfers geven de gemiddelde waarde weer voor het jaar 2006.
Het bedrag van iedere jaartoelage is geïndexeerd volgens de evolutie van de materiaalprijzen (I) en de prijzen van de uurlonen (S), en dit tot beloop van respectievelijk 40 % en 60 %, ten opzichte van de voormelde referentie-indexen. De nieuwe indexcijfers zijn die van het voorlaatste voorafgaande jaar (bijvoorbeeld de jaargemiddelden van de indexcijfers van 2007 om de geïndexeerde waarde van de toelage voor 2009 te bepalen).
Die factoren worden officieel medegedeeld door de dienst Erkenning der aannemers van het DG Kwaliteit en Veiligheid bij de FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie. Ze dienen als referentie in de formules voor herziening van de prijzen van de opdrachten
voor aanneming van werken en leveringen.
De formule van toepassing voor de indexering van de toelage voor het jaar t, is: Contractuele toelage * ((gem I t-2 / 6037,833 * 0,4) + (gem S t-2 / 25,600 * 0,6)). Wanneer het contractuele indexeringsmechanisme een resultaat vertoont van meer dan 3 % voor de berekening van de toelage van het jaar t+1, legt de NMBS-Holding na overleg met de NMBS en Infrabel een rapport over van de evolutie van de eenheidsprijzen van, onder andere, de spoorwegaanbestedingen, alsook het resultaat van hun laatste prijsherzieningsformules, die betrekking hebben op dezelfde parameters. Dit rapport wordt opgesteld en aan DGVL overgemaakt uiterlijk op 15 mei van het jaar t. Zodra een automatische opvolging van de contracten voor werken en leveringen van goederen systematisch is ingevoerd en, in alle geval ten laatste voor de analyse van de gehanteerde prijzen in 2012, wordt de werkelijke evolutie van de bij alle aanbestedingen gehanteerde eenheidsprijzen in dat rapport geanalyseerd. Art. 72. Gewestelijke verdeelsleutel |
De wet van 22 maart 2002 houdende goedkeuring van het samenwerkingsakkoord van 11 oktober 2001 bepaalt de regels die moeten worden toegepast op de globale bedragen vermeld in artikel 69 en op de GEN-investeringen die beoogd zijn in artikel 68. De principes van toepassing van deze verdeelsleutel en, meer bepaald, de lijst van “gedelokaliseerde” investeringen, zijn terug te vinden in bijlage 2.2. |
Art. 73. Prioritaire projecten en gewestelijke prefinancieringen |
De in artikel 69 vermelde bedragen omvatten de volgende sommen die werden onttrokken aan de globale investeringstoelage van de drie vennootschappen van de NMBS-groep: |
- 22.128 k€2008 in 2008 - 60.280 k€2008 in 2009 - 90.420 k€2008 in 2010 - 120.560 k€2008 in 2011 - 150.700 k€2008 in 2012. |
Deze bedragen zullen worden besteed: |
- aan de financiering van de gedelokaliseerde infrastructuurwerken voor de modernisering van de as Brussel-Luxemburg (lijnen 161 en 162) (sommen inbegrepen in de toelage toegekend aan Infrabel); |
- aan de financiering van de door Infrabel verschuldigde beschikbaarheidsvergoedingen in het kader van het project Liefkenshoekspoorverbinding (sommen inbegrepen in de toelage toegekend aan Infrabel) en dit, ten vroegste in 2011; |
- aan de terugbetaling aan de NMBS-Holding van de kosten met betrekking tot de prefinanciering van de vijf infrastructuurprojecten waarvoor een akkoord werd gesloten in het Overlegcomité Staat – gewesten op 7 december 2005, met name (sommen begrepen in de toelage toegekend aan de NMBS-Holding): |
▪ spoorweginstallaties van de haven van Zeebrugge; ▪ spoorweginstallaties van de haven van Brussel; ▪ aansluiting van Gosselies; |
▪ parking van Louvain-La-Neuve; |
▪ verbetering van de verbinding Brussel – Luxemburg (gelokaliseerde werken).
Vanaf 2013 zal jaarlijks een maximumbedrag van 150.700 k€2008 afgenomen blijven worden van de globale investeringstoelage van de drie vennootschappen van de NMBS- groep, om besteed te worden, tot de volledige realisatie ervan:
1. aan de financiering van de gedelokaliseerde infrastructuurwerken van de modernisering van de as Brussel-Luxemburg (lijnen 161 en 162); |
2. aan de financiering van de door Infrabel verschuldigde beschikbaarheidsvergoedingen in het kader van het project van de Liefkenshoekspoorverbinding voor een maximumbedrag van 80.000 k€2012; |
3. aan de volledige terugbetaling van het kapitaal en de interesten van de vijf geprefinancierde projecten in het kader van een akkoord in het Overlegcomité Staat - gewesten op 7 december 2005, met name spoorweginstallaties haven van Zeebrugge, spoorweginstallaties haven van Brussel, station Gosselies, parking Louvain-la-Neuve, verbetering van de verbinding Brussel-Luxemburg (gelokaliseerde werken).
Zodra het kapitaal en de interesten van de geprefinancierde projecten krachtens dit punt 3 volledig zijn terugbetaald, zal de afname op het vereiste bedrag geplafonneerd worden voor de voornoemde projecten 1 en 2.
Alle projecten waarvoor de gewesten tussenkomen, zullen zonder vertraging worden verwezenlijkt, in navolging van het gelijktijdigheidsprincipe zoals bepaald door het Overlegcomité tijdens zijn zitting van 7 december 2005, rekening houdend met de fase waarin het ontwerp zich bevindt en met de beschikbaarheid van de nodige vergunningen. |
De beslissingen van het Overlegcomité van 7 december 2005 zullen gerespecteerd worden. Een stijging van de beschikbaarheidsvergoeding van de Liefkenshoek Rail Link mag geen verhoging van de financiële lasten van de NMBS-Holding meebrengen noch een verlenging van de duurtijd ervan, via het instrument van de Special Purpose Vehicles (SPV’s) voor de prefinancieringen. Het hierboven vermelde bedrag van 80.000 k€2012 is de grens volgens de huidige stand van zaken. Grote variaties van de basisgegevens (zowel in timing als in bedragen) zullen het voorwerp uitmaken van overleg tussen Infrabel en de NMBS-Holding en voorgelegd worden aan de Minister van Overheidsbedrijven. |
Art. 74. Storting van de klassieke investeringstoelage De stortingen door de Staat aan de NMBS-Holding van haar jaarlijkse toelage voor de investeringen die in het kader van de uitvoering van haar opdrachten van openbare dienst moeten worden uitgevoerd, worden op de 25e van elke maand uitgevoerd met |
maandelijkse voorzieningen gelijk aan een twaalfde van het jaarlijkse bedrag dat is bepaald bij artikel 69. De storting van de schijf van december is beperkt tot 75 %. De storting van het saldo van de twaalfde schijf van de investeringstoelage, is onderworpen aan de overmaking, door de NMBS-Holding aan DGVL, van de volgende elementen: - de jaarlijkse afsluiting van de rekeningen met identificatie van de investeringsuitgaven ten laste van de opdrachten van openbare dienst, de schuldvorderingen of schulden bij de Staat met betrekking tot de toelage voor investeringen van de Staat; - alle documenten en inlichtingen, onder andere de rechtvaardigingen met betrekking |
tot de verschillen tussen de programmering en de verwezenlijking van de projecten. Wanneer deze bepalingen worden nagekomen, wordt het saldo betaald binnen zestig dagen na de goedkeuring van de jaarrekeningen. Wanneer aan een van de voorwaarden niet is voldaan, wordt de termijn uitgesteld tot zestig dagen na regeling van het geschilpunt. |
Art. 75. Fonds voor Spoorweginvesteringen
De NMBS-Holding dient aan het Fonds voor Spoorweginvesteringen te storten overeenkomstig de bepalingen van artikel 288 van de programmawet van 27 december 2006.
Daartoe maakt ze het gecoördineerd voortgangsrapport op van de uitvoering van de investeringsplannen, uiterlijk op 30 september van elk jaar met het oog op voorlegging aan de Ministerraad, met vermelding van het bedrag dat niet voor het begin van het volgende jaar gebruikt zal kunnen worden. Dat rapport bevat: - het detail van de werken die vertraging oplopen en de rechtvaardiging; - de desbetreffende bedragen die derhalve overgedragen zullen worden; - de gecumuleerde toestand sinds 1 januari 2005, van de door de Staat toegekende investeringskredieten aan elk van de vennootschappen, het gebruik ervan en de jaarlijkse storting die daarvoor gereserveerd worden bij het Fonds voor Spoorweginvesteringen. |
Ten laatste op 15 december van elk jaar, stort de NMBS-Holding het niet gebruikte gedeelte van de investeringstoelage aan het Fonds. Er dient echter te worden aangestipt dat de door de NMBS-Holding beoogde doelstelling altijd moet zijn om de investeringen uit te voeren zoals ze in haar jaarprogramma zijn |
Over het voorstel van Xxxxxxxx tot opsplitsing van dit Fonds in afzonderlijke fondsen voor ieder van de drie vennootschappen van de NMBS-groep, zal een beslissing genomen worden in het kader van de besluitvorming rond de hervorming van het Fonds voor Spoorweginfrastructuur in uitvoering van de beslissingen over de Rijksbegroting 2008.
Art. 76. Thesaurie – Overdrachten
Elk positief of negatief verschil dat bij het afsluiten van de rekeningen van het jaar t van de NMBS-Holding bestaat tussen haar deel van de eventueel herziene investeringstoelage voor opdrachten van openbare dienst en de eigenlijke uitvoering van het deel van het investeringsprogramma ten laste van de Staat, zoals uit de jaarrekeningen blijkt, kan tussen verschillende boekjaren worden geregulariseerd.
Om de situatie jaar na jaar te kunnen volgen, stelt de NMBS-Holding tezelfdertijd met het jaarverslag, een specifieke jaarlijkse rapportering op van de boekhoudkundige impact van de investeringen.
Die jaarlijkse rapportering, aan DGVL over te maken uiterlijk op 31 mei van elk jaar, vergelijkt de gecumuleerde stortingen van de Staat en de sinds 1 januari 2005 gerealiseerde gecumuleerde investeringen.
Ze omvat:
- een thesaurietabel die afzonderlijk de impact van de investeringen vermeldt op de balans en het resultaat;
- een gecumuleerde thesaurietabel van de investeringen sinds 1 januari 2005.
Onverminderd de volledige uitvoering van het meerjareninvesteringsplan, wordt het eventuele positieve saldo van het jaar t als aanvullende financiering gevoegd bij de in artikel 69 voorziene toelage die aan de NMBS-Holding wordt toegekend voor het jaar t+1, en de rechtvaardiging ervan inzake investeringsuitgaven wordt opgenomen in het kader van de aanpassing van het jaar t+1 die door de NMBS-Holding wordt voorgesteld.
Het eventuele negatieve saldo, dat te wijten is aan een overschrijding van de investeringsuitgaven van de NMBS-Holding voor het jaar t, wordt in detail gerechtvaardigd in het raam van de evaluatie van het jaarprogramma van het jaar t die aan de Minister van Overheidsbedrijven moet worden meegedeeld. De aanpassing van het jaar t+1 zal rekening houden met de aanwending van een deel van de toelage van het jaar t+1 van de NMBS-Holding voor de aanzuivering van het teveel aan investeringen van het jaar t. |
Art. 77. Verbintenis voor de aanwending van de middelen De NMBS-Holding verbindt zich ertoe alles in het werk te stellen om het niveau van de investeringsuitgaven voor haar opdrachten van openbare dienst na te leven dat haar verzekerd wordt door de haar ter beschikking gestelde middelen voorzien in artikels 68 en 69. |
Een indicatief overzicht van de toelagen zoals gekend of geraamd bij de ondertekening van het contract is opgenomen in bijlage 7. |
Art. 78. Basistoelage
De NMBS-Holding ontvangt een toelage van 169.883 k€2008 in 2008 en van 169.813 k€2008 vanaf 2009. Deze toelage moet de prestaties dekken die gevraagd worden in het kader van de opdrachten van openbare dienst van de NMBS-Holding zoals bepaald in artikel 4 van dit beheerscontract, met uitzondering van een gedeelte van de veiligheids- en bewakingsactiviteiten op het gebied van de spoorwegen (artikel 79); en van de opleiding (artikel 80).
Art. 79.
Toelage voor de opdracht betreffende de veiligheids- en bewakingsactiviteiten op het gebied van de spoorwegen
Om de uitoefening van deze opdracht te versterken, ontving de NMBS-Holding in 2007 een specifieke jaarlijkse toelage van 9.400 k€2007 (9.587 k€2008) ter compensatie van de kosten voor het personeel dat ze speciaal heeft moeten aanwerven en opleiden. Op basis van de definitieve rekeningen van het boekjaar 2007 zullen de totale werkelijke kosten van de veiligheidsopdrachten in 2007 vastgesteld worden. Het bedrag van de voornoemde specifieke toelage wordt, vanaf 2009, overeenkomstig aangepast, door gedeeltelijke reaffectatie van de basistoelage.
Bij die toelage wordt vanaf 2008 een bedrag van 10.000 k€2008 gevoegd.
Dat bedrag houdt onder meer verband met het actieplan Terrorisme dat integraal deel uitmaakt van het in artikels 22 en 23 beoogde strategisch plan.
Art. 80. Toelage voor de opleiding
In het kader van het personeelsbeheer van de NMBS-groep, conform, met name, de vereisten vermeld onder titel XIII, en meer specifiek voor het rijdend personeel, geniet de NMBS-Holding een toelage van 12.324 k€2008.
Die toelage wordt in haar totaliteit besteed aan het dekken van de kosten van het rollend personeel in opleiding dat wordt ingezet voor de uitoefening van de opdrachten van openbare dienst. |
Art. 81. Indexering van de exploitatietoelagen |
De bedragen van de artikels 78 tot 80 zijn uitgedrukt in euro’s 2008. Ze zijn gekoppeld aan een indexwaarde van 107,44 voor de gezondheidsindex en 106,38 voor de dienstenindex. Die indexen hebben betrekking op december 2007. |
Het bedrag van iedere jaartoelage is geïndexeerd volgens de evolutie van de gezondheidsindex en de dienstenindex, tot beloop van respectievelijk 65 % en 35 %, ten opzichte van de voormelde referentie-indexen. De nieuwe indexen zijn die van december van het voorgaande jaar (bijvoorbeeld de indexen van december 2008 om de
geïndexeerde waarde van de toelage voor 2009 te bepalen).
Formule van toepassing voor de indexering van de toelage voor het jaar t:
Contractuele toelage * ((I gezond dec t-1 / 107,44 * 0,65) + (I diensten dec t-1 / 106,38 * 0,35)). |
Art. 82. Kalender van de exploitatietoelagen |
De kalender van de stortingen van de Staat is als volgt vastgelegd voor de toelagen gestort volgens artikels 78 en 80:
- de schijven van januari tot april van elk jaar worden ten laatste op de 25e van elke maand gestort;
- de schijven van mei, juni, juli en augustus van elk jaar zijn het voorwerp van een enkele betaling ten laatste op 8 mei van datzelfde jaar;
- de schijven van september, oktober, november en december, waarvan de laatste beperkt is tot 75 %, zijn het voorwerp van een enkele betaling vóór de 10e werkdag van januari van het volgende jaar;
- het saldo van de twaalfde schijf van de exploitatietoelagen van het jaar t wordt vrijgemaakt binnen zestig dagen vanaf de goedkeuring van de rekeningen van het jaar t door de Algemene Aandeelhoudersvergadering van de NMBS-Holding;
- het oorspronkelijke krediet van het jaar t wordt aangepast, hetzij naar boven, hetzij naar beneden, op basis van de werkelijke indexering. De positieve aanpassing wordt in een keer vrijgemaakt binnen zestig dagen na de publicatie in het Belgische Staatsblad van het aangepaste budget. De negatieve aanpassing wordt onmiddellijk geïntegreerd in de berekening van de maandelijkse schijven die nog moeten worden gestort.
De betalingsmodaliteiten worden in acht genomen zonder afbreuk te doen aan de wettelijke en reglementaire bepalingen met betrekking tot de Rijksbegroting en de algemene procedure voor het vrijmaken van de begrotingskredieten.
De NMBS-Holding houdt rekening met de stortingsmodaliteiten van de financiële compensaties en bijdragen van de Staat voor de uitwerking van haar budget dat door de raad van bestuur uiterlijk op 31 december van het voorgaande jaar moet worden goedgekeurd.
C. Andere Toelagen
Art. 83. E-ticketing
Voor het project e-ticketing waarvan sprake in artikel 50 is een bedrag van 2.045 courante k€ toegekend door de Staat, waarvan 1.000 courante k€ gestort werd in 2007.
Het saldo wordt aan de NMBS-Holding gestort vanaf 2008, op basis van een rapport dat de taken en de kosten in verband met de invoering van het gemeenschappelijke platform
Naargelang van de stortingen van de Staat, stort de NMBS-Holding aan de NMBS 50 % van de ontvangen bedragen, maximaal ten belope van het door de NMBS onderschreven bedrag in het kapitaal van de vennootschap die instaat voor e-ticketing.
Art. 84. Arbeidsongevallen
Ter bijdrage aan de kosten ingevolge arbeidsongevallen stort de Staat aan de NMBS- Holding een som die berekend wordt conform de gemeenschappelijke regels voor de normalisatie van de rekeningstelsels van de spoorwegondernemingen, die voortvloeien uit de verordening (EEG) 1192/69 van 26 juni 1969 van de Raad van de EEG en zoals ze van toepassing waren op het ogenblik dat de vroegere NMBS werd ondergebracht bij de autonome overheidsbedrijven.
Deze toelage wordt integraal aan de NMBS-Holding gestort op basis van een rechtvaardiging waarbij rekening wordt gehouden met het algemene stelsel dat van toepassing is op de andere ondernemingen. De betaling gebeurt binnen zestig dagen te rekenen vanaf de goedkeuring van de jaarrekeningen door de Algemene Aandeelhoudersvergadering van de NMBS-Holding.
Art. 85. GEN-materieel
Terugbetaling van leningen aangegaan in het kader van de opdrachten van openbare dienst die aan de NMBS-groep zijn toevertrouwd.
Overeenkomstig de beslissing van de Ministerraad van 21 december 2006: − bestelt de NMBS de 95 elektrische motorrijtuigen die alle ingezet zullen worden op |
de lijnen van het GEN; − zal de tenlasteneming door de Staat van de financieringslast hiervan gedurende 30 jaar gebeuren volgens de voorwaarden van EUROFIMA, overeengekomen tussen de Staat en de NMBS-Holding. |
De financieringsregeling zal contractueel worden overeengekomen tussen de Staat, de NMBS-Holding en de NMBS.
Art. 86. HST-lening
In het kader van de financiering van het financieringssaldo voor de verwezenlijking van de HST ten belope van 274.615 courante k€ (205.418 k€ voor Infrabel en 69.197 k€ voor de NMBS-Holding), waarborgt de Staat de betaling van de interestlasten en de kapitaalsaflossingen overeenkomstig het contract tussen de Staat en de NMBS-Holding, getekend op 9 oktober 2006.
Het bedrag ten laste van de Staat bedraagt 13.463 k€ in 2008 en 16.571 k€ per jaar van
D. Begrotingsregels Art. 87. Algemene bepalingen |
De betalingsmodaliteiten van de artikels 68 tot en met 86 worden nageleefd binnen de grenzen van de wettelijke en reglementaire bepalingen betreffende de Rijksbegroting. |
A. Stabilisatie van de netto financiële schuld van de NMBS-groep Art. 88. Plafonnering De Staat stelt voorop dat de geconsolideerde netto financiële schuld op het niveau van de NMBS-groep, buiten specifiek overeengekomen financieringen en bij onveranderde boekhoudnormen, gestabiliseerd wordt op het niveau van juni 2008, en vanaf dan niet langer aangroeit. De bepaling en de berekeningswijze van de geconsolideerde nettoschuld die het voorwerp vormt van deze stabilisatie, zijn opgenomen in bijlage 8. De NMBS-Holding onderschrijft deze doelstelling en zal ernaar streven de |
schuldontwikkeling van de NMBS-Holding onder controle te houden. Het geconsolideerde ondernemingsplan is in overeenstemming met deze doelstelling. |
De NMBS-Holding stelt per kwartaal een financieel verslag op dat de evoluties in de richting van de voornoemde financiële doelstelling aantoont.
B. Boekhoudnormen
Art. 89. Harmonisering van de rekeningen |
De NMBS-groep en de NMBS-Holding in het bijzonder voorzien om integraal over te gaan naar de IFRS-boekhoudnormen vanaf het boekjaar 2010. |
De toepassing van die regels kan wijzigingen meebrengen op het vlak van de boekhoudkundige kwalificatie van bepaalde uitgaven die betrekking hebben op investeringsprojecten. Die boekhoudkundige wijzigingen zullen geen verandering meebrengen in het totale bedrag van de aan de NMBS-Holding gestorte toelagen. |
De NMBS-Holding maakt, in overleg met Infrabel en de NMBS, uiterlijk op 30 september 2009 een verslag op over enerzijds de effectieve overstapdatum naar de IFRS- normen en anderzijds over de impact, in termen van toelagen, van de wijzigingen aangaande de kwalificatie van sommige uitgaven « Investeringen – Exploitatie ». Dit rapport wordt overgemaakt aan de Minister van Overheidsbedrijven en aan DGVL.
Op basis van dat verslag zullen de Staat en de NMBS-Holding eventueel een bijvoegsel bij het beheerscontract overeenkomen, met betrekking tot de effectieve datum van overgang naar de IFRS-normen en de overheveling van een investeringstoelage naar een exploitatietoelage.
C. Verbetering van de communicatie over het beheer (ERP)
Art. 90. Geoptimaliseerd en transparant financieel beheer
Om het vanaf 2012 mogelijk te maken, een geoptimaliseerd en transparant financieel beheer in te voeren en meer bepaald de financiering van de nieuwe investeringen door middel van gesloten financiële enveloppes, zal de NMBS-Holding, ten laatste eind 2011 een boekhoudkundige reorganisatie hebben geïmplementeerd alsook een verbeterde planning van het projectbeheer die gebaseerd zijn op een ERP en op beheersmethodes en
-tools die stroken met de gebruikelijke goede praktijken.
De NMBS-Holding zal aan de Minister voor Overheidsbedrijven en DGVL, vanaf mei 2009, kwartaalverslagen bezorgen over de voortgang van de investeringen in de ERP en in het bijzonder over de naleving van het daartoe in het investeringsplan vastgelegde budget, de invoering van de goede beheerspraktijken en het effectieve gebruik van het geïmplementeerde systeem.
Het milieubeleidsplan waarvan sprake in artikel 53 zal een specifiek onderdeel bevatten gewijd aan de toekomstige prijsontwikkelingen van de energie en de eventueel te nemen maatregelen om zich financieel in te dekken tegen uitzonderlijke schommelingen van de energieprijzen.
XI. De prestaties ten behoeve van de Natie
Art. 91. Activiteiten
Op verzoek van de bevoegde instellingen, met name de FOD Binnenlandse Zaken, via de ADCC en de FOD Defensie, via de Staf van het Leger, verzekert de NMBS-Holding de coördinatie met Infrabel en de NMBS en neemt ze, volgens haar bevoegdheden, deel aan het vrijwaren van de vitale belangen van de Natie en aan de vervulling van de essentiële behoeften van de bevolking: |
- de openbare orde, d.i. de openbare rust, de gezondheid en de publieke veiligheid; - het sociaal-economisch potentieel van het land; - de nationale soevereiniteit en de openbare instellingen opgericht bij de Grondwet en de wetten; - de integriteit van het nationale grondgebied. |
De NMBS-Holding voert deze opdracht uit, zowel in vredes-, crisis- als oorlogstijd, in het kader van: |
- de wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming, het koninklijk besluit van 31 januari 2003 tot vaststelling van het noodplan voor de crisisgebeurtenissen en -situaties die een coördinatie of een beheer op nationaal niveau vereisen, het koninklijk besluit van 16 februari 2006 betreffende de nood- en interventieplannen, en het samenwerkingsakkoord van 21 juni 1999 tussen de federale Staat, het Vlaams Gewest, het Waals Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de beheersing van de gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken; |
- de bepalingen die voortvloeien uit de afkondiging van mobilisatie. |
Specifiek draagt de NMBS-Holding bij tot het waarborgen dat de spoorweginrichting permanent in goede staat van werking verkeert en dat de continuïteit van het spoorwegverkeer verzekerd wordt. Het gaat in het bijzonder om: |
- de deelname aan civiele en militaire opleidingen en oefeningen; - de terbeschikkingstelling van informatie betreffende het referentienetwerk zoals bepaald in het GIS-systeem (Global Information System) van de FOD Binnenlandse Zaken; - de identificatie van de kritieke, vitale en gevoelige punten in het dossier (de |
gegevensbank Crivisen) dat beheerd wordt door de ICS; - het rekening houden met de bindende adviezen van de ICS, het Interministerieel Comité voor Inlichting en Veiligheid en het onderhoud van de in stand gehouden infrastructuur. |
De NMBS-Holding vernieuwt bijgevolg met Infrabel en de NMBS de overeenkomst die hun onderlinge samenwerking regelt. Die overeenkomst legt de hen respectievelijk toebehorende vertegenwoordigingen en prestaties vast.
XII. Diverse bepalingen
Art. 92. Financieel verslag |
De volgende documenten worden in de loop van de maand volgend op hun goedkeuring door de beheersorganen aan DVGL bezorgd: |
1. de balans en de resultatenrekening (met vergelijking met het budget), afgesloten op 31 december van elk jaar, voorgesteld overeenkomstig de Belgische boekhoudnormen en tevens overeenkomstig de internationale boekhoudnormen IFRS wanneer de onderneming deze zal toepassen, met dien verstande dat een tabel moet zijn bijgevoegd waarin zowel het resultaat in IFRS als volgens de Belgische normen voorkomen; |
2. een gedetailleerde financieringstabel, opgesteld volgens de indirecte methode zoals voorzien in de norm IAS 7, en welke toelaat de evolutie van de financiële schuld te verklaren (met vergelijking met het budget) ten opzichte van het begin van het boekjaar; |
3. de beperkte geconsolideerde financiële staten NMBS-Holding, Infrabel en NMBS, opgesteld volgens dezelfde regels als beschreven bij punten 1 en 2; |
4. de geconsolideerde consortiumrekeningen. |
Art. 93. Kwartaalverslag |
De volgende documenten worden in de loop van de maand volgend op hun goedkeuring door de beheersorganen aan DVGL bezorgd: |
1. de balans en de resultatenrekening (met vergelijking met het budget) op 31 maart, 30 juni en 30 september; |
2. een financieringstabel per kwartaal aan de hand waarvan de evolutie van de financiële schuld kan worden verklaard (met vergelijking met het budget);
3. de beperkte geconsolideerde financiële staten NMBS-Holding, Infrabel en NMBS, opgesteld volgens dezelfde regels als beschreven bij punten 1 en 2.
Art. 94. Jaarverslag over de uitvoering van de opdrachten van openbare dienst
Het jaarlijks verslag dat de NMBS-Holding opstelt omtrent de wijze waarop ze haar opdrachten van openbare dienst heeft vervuld, overeenkomstig artikel 162 nonies § 5 van de Wet Overheidsbedrijven bevat onder meer:
- een beschrijving van de wijze waarop de NMBS-Holding elk van haar opdrachten van openbare dienst in het afgelopen jaar heeft vervuld alsook de nieuwe projecten die werden ondernomen;
- een commentaar over de wijze waarop het ondernemingsplan werd uitgevoerd;
- het gedetailleerde kasstroomoverzicht voor de onderneming en de afzonderlijke kasstroomoverzichten voor telkens de veiligheids- en bewakingsactiviteiten op het gebied van de spoorwegen en voor het geheel van de opdrachten van openbare dienst. Dit punt is het voorwerp van een goedkeuring van het College van Commissarissen; - een overzicht van de evolutie, sinds 1 januari 2005, van de geconsolideerde netto financiële schuld, zoals bepaald in bijlage 8 waarin zowel de financiële schulden op balans als buiten balans zijn opgenomen; - de balans, de resultatenrekening en de financieringstabel van de SPV’s die door de NMBS-Holding werden opgericht voor de uitvoering van specifieke investeringsprojecten; |
- een tabel die per financieringsbron de immateriële en materiële activa weergeeft waarin in de loop van het boekjaar werden geïnvesteerd. |
Het jaarlijks rapport moet ten laatste op 31 mei van elk jaar aan de Minister van Overheidsbedrijven en aan DGVL worden overgemaakt. |
Art. 95. Recht op toegang
De NMBS-Holding verleent vrije toegang tot haar domein aan de degelijk gemandateerde ambtenaren en bedienden van DGVL opdat zij er veiligheidscontroles kunnen uitvoeren en zich verzekeren van de goede uitvoering van de investeringen m.b.t. de opdrachten van openbare dienst, overeenkomstig de veiligheidsconsignes.
De NMBS-Holding verleent vrije toegang tot haar domein aan de degelijk gemandateerde leden van de dienst Regulering van het Spoorvervoer en van de exploitatie van de luchthaven Brussels Airport, in het kader van hun opdracht voor regulering van het spoorvervoer, overeenkomstig de veiligheidsconsignes. |
De NMBS-Holding verleent vrije toegang tot haar domein aan de leden van het onderzoeksorgaan alsook aan elke door hem gemachtigde deskundige. Ze verleent vrije toegang tot haar domein aan Infrabel en aan de NMBS in het raam van de opdrachten die hen op het vlak van exploitatieveiligheid zijn toevertrouwd. Art. 96. Informatieplicht |
De NMBS-Holding antwoordt op de vragen om inlichtingen van de Minister van Overheidsbedrijven en van de Minister van Mobiliteit, alsook op de vragen van DGVL. Tenzij anders bepaald, bezorgt zij uiterlijk op 30 april van elk jaar de statistieken die opgenomen zijn in bijlage 5.
C. Opvolging en uitvoering van het beheerscontract Art. 97. Evaluatie en vrijwaringsclausules |
Ten minste één keer per jaar komt een werkgroep, samengesteld uit een vertegenwoordiger van de betrokken ministers, vertegenwoordigers van DGVL en vertegenwoordigers van de NMBS-Holding, samen om de opvolging van dit beheerscontract te evalueren. Indien op het einde van een boekjaar de NMBS-Holding de in dit beheerscontract gepreciseerde doelstellingen niet haalt, onderzoekt ze de redenen ervan en legt ze de |
maatregelen vast die geschikt zijn om dit te verhelpen, welke ze voorstelt aan de Staat vertegenwoordigd door DGVL. Gebeurtenissen, in het bijzonder overmacht, of niet-geplande beslissingen kunnen zich voordoen en bepaalde clausules van dit beheerscontract onuitvoerbaar maken of verhinderen dat de geplande doelstellingen worden gehaald. De NMBS-Holding zal de redenen onderzoeken waarom de contractuele doelstellingen niet kunnen worden gehaald en, in overleg met de Staat, vertegenwoordigd door DGVL, de passende maatregelen vastleggen om dit te verhelpen. |
In voorkomend geval zal het resultaat van het overleg bedoeld in de eerste alinea, worden bekrachtigd in een bijvoegsel bij dit beheerscontract.
Ingeval die gebeurtenissen of beslissingen wijzigingen teweegbrengen in de bedragen van de investeringstoelage van het jaar t, zal de NMBS-Holding de termijnen voor het overleggen van een nieuw jaarlijks investeringsprogramma op 15 november van het jaar t-1 in acht moeten nemen als de wijziging haar uiterlijk ter kennis werd gebracht op 15 september van het jaar t-1. Bij een latere kennisgeving beschikt de NMBS-Holding over een termijn van twee maanden om haar aangepast jaarprogramma aan te passen. |
Art. 98. Informatiecommunicatie |
De NMBS-Holding informeert DGVL over alle studies “benchmarks” (vergelijkende prestatiestudies) waarover zij beschikt of waaraan zij heeft meegewerkt, mits naleving van de contractuele voorwaarden van deze samenwerking; zij werkt tevens mee aan de uitvoering van studies “benchmarks” georganiseerd door DGVL. Zij geeft desgevallend toelichtingen bij de geconstateerde verschillen. |
XIII. De NMBS-Holding en de NMBS-groep
Art. 99. Evaluatieonderzoek over de structuur van de NMBS-groep In opdracht van de Minister van Overheidsbedrijven voerde het bureau Xxxxxx Xxxxxx in maart 2008 een evaluatieonderzoek uit naar de samenwerking tussen de NMBS-Holding, de NMBS en Infrabel. De besluiten uit dit onderzoek kunnen aanleiding geven tot wijzigingen in de taakverdeling en de modaliteiten van samenwerking tussen de drie vennootschappen. Die eventuele wijzigingen zullen opgenomen worden in een bijvoegsel bij dit beheerscontract. |
Art. 100. Intragroepcontracten |
Om een optimaal gebruik te verzekeren van de middelen die ter beschikking van de drie vennootschappen van de NMBS-groep worden gesteld, doen de NMBS en Infrabel bij voorrang een beroep op de diensten van de NMBS-Holding – en vice versa – op basis van transparante overeenkomsten. |
Mits naleving van de Europese regelgevingin deze materie , wordt het behoud in de actieperimeter van de NMBS-groep van de eigenlijke spoorwegactiviteiten (bv. onderhoud van het rollend materieel en de infrastructuur, besturing en begeleiding van de treinen), maar ook van de ondersteunende activiteiten (bv. administratief beheer van het personeel, aankopen en voorraadbeheer, beheer van de gebouwen) gewaarborgd. Het personeel van de NMBS-Holding neemt eveneens zoveel mogelijk deel aan de verwezenlijking van de investeringswerken. |
De NMBS-Holding verbindt er zich toe kwalitatieve prestaties en diensten te zullen leveren aan Infrabel en de NMBS. Deze prestaties en diensten zullen omschreven worden in SLA’s en worden geleverd tegen een vergoeding die een stimulans inhoudt voor het realiseren van de afgesproken kwaliteitsdoelstellingen. Voor SLA’s met een impact op stiptheid en groei zal deze stimulans bestaan uit een prijsdifferentiatie begrepen tussen 5 % boven en onder het basistarief. Zij moeten worden ondertekend binnen de zes maanden na ondertekening van dit contract. Art. 101. Coördinatie – Principes De drie vennootschappen NMBS-Holding, NMBS en Infrabel vormen samen een essentieel onderdeel van het Belgische vervoerssysteem en zien er bijgevolg op toe dat ze geharmoniseerde strategieën voeren. Daartoe is de samenwerking binnen de groep geïnspireerd door een individueel en collectief belang dat aanzet tot handelen naar de voornoemde harmonisering toe. De NMBS-Holding coördineert en ondersteunt de activiteiten van de drie vennootschappen van de NMBS-groep en verzekert zich van de gelijkgerichtheid van hun |
strategieën en de eenheid van de groep.
Ze voert die coördinatieopdracht uit in het belang van de NMBS-groep zonder afbreuk te doen aan de functioneringsregels van de andere twee naamloze vennootschappen van publiek recht, krachtens de Wet Overheidsbedrijven en met uitsluiting van de essentiële functies die uitgeoefend worden door Infrabel. |
De NMBS-Holding en haar medewerkers zullen duidelijk onderscheid maken tussen de belangen van de eigen onderneming en hun coördinatieopdracht. Bij de uitvoering van de coördinatieopdracht zullen ze de beslissingsprocedures van de drie vennootschappen van de NMBS-groep en hun functioneringsregels respecteren. De vennootschappen verlenen op constructieve, effectieve en efficiënte wijze hun medewerking aan de coördinatieopdracht van de NMBS-Holding. |
Art. 102. Coördinatie – Organen |
De NMBS-Holding wil op positieve wijze meewerken aan een gemeenschappelijk mobiliteitsbeleid dat gestoeld is op de grote oriëntaties die door de Regering zijn beslist, alsook aan een gemeenschappelijk sociaal beleid voor de NMBS-groep. Die samenwerking houdt eveneens rekening met de beheersautonomie van de NMBS- Holding en met de algemene verantwoordelijkheid van haar beheersorganen zoals |
ingevoerd door het Wetboek van Vennootschappen. De NMBS-Holding neemt in het bijzonder deel aan de overlegorganen die werden opgericht binnen de NMBS-groep: - de vergadering van de drie CEO's; |
- het sturingscomité; - het investeringscomité; |
- de Task Force Regelmaat; - de commissie milieubegeleiding; |
- de coördinatievergaderingen die worden voorgezeten door de districtsdirecteurs van de districten die van de NMBS-Holding afhangen. |
Art. 103. Coördinatie – Doelstellingen |
De coördinatieopdracht heeft als doel de volgende elementen te verzekeren: |
- de harmonisering en de samenhang van de investeringsprogramma's voor elk van de drie vennootschappen van de NMBS-groep en de uitvoering ervan met inachtneming van de voorziene budgetten en plannings. Dit overleg wordt gevoerd binnen het investeringscomité; |
- het waarborgen van de naleving van de tussen de gewesten overeengekomen verdeelsleutel, overeenkomstig de wet van 22 maart 2002 houdende goedkeuring van het Samenwerkingsakkoord van 11 oktober 2001; |
- het opstellen van het jaarlijks actieplan inzake intermodaliteit om de beste gebruiksvoorwaarden van het spoorvervoer te verzekeren in complementariteit met de andere vervoerwijzen; |
- de optimalisering van de kwaliteit van de dienstverlening door het organiseren van de vereiste overlegprocedures tussen de drie vennootschappen van de NMBS-groep. Dat overleg is gesteund op de " Task Force Regelmaat "; - de coördinatie van de maatregelen die getroffen moeten worden in het raam van de veiligheid (beveiliging) van de reizigers en het personeel, waaronder de acties tegen vandalisme; - het promoten van een gezamenlijke actie voor energiezuinig spoorvervoer; |
- de rapportering van het vervoerplan en van de belangrijke aanpassingsprojecten aan het vervoerplan dat werd uitgewerkt door de NMBS, dat aan de Regering ter goedkeuring moet worden voorgelegd, overeenkomstig artikel 219, § 5 van de Wet Overheidsbedrijven, na overleg binnen het comité van de drie CEO's; |
- het naleven van de gewestelijke wetgevingen inzake milieu en de organisatie van het overleg met de gewesten in dat verband (met name lawaai en trillingen). |
B. Coördinatieopdrachten
Art. 104. Betrekkingen met de overheid
De NMBS, Infrabel en de NMBS-Holding zijn verantwoordelijk voor de relaties met de publieke overheden voor zover het alleen hun individuele verantwoordelijkheden betreft en organiseren zich als dusdanig. Voor zover er meerdere vennootschappen van de NMBS-groep betroffen zijn, wisselen zij |
en hun CEO’s alle relevante informatie uit en organiseert de NMBS-Holding de coördinatie, zowel intern als met de betrokken externe overheid. Elke vennootschap van de NMBS-groep kan, indien zij dat nodig acht, verzekerd zijn van de organisatie van dit overleg en van de adequate participatie van de andere leden van de groep. Voor de relaties met de voogdijoverheid wordt op dezelfde wijze gewerkt. Wanneer hier verschillende vennootschappen bij betrokken zijn, en er geen consensus kan worden bereikt, |
wordt de Staat door de NMBS-Holding ingelicht over de verschillende standpunten. Het antwoord op de parlementaire vragen wordt door de NMBS-Holding voorbereid, hierbij gesteund door Xxxxxxxx en de NMBS. |
De NMBS-Holding beheert het IT-net, met inbegrip van de leasingcontracten die erop betrekking hebben zowel voor de gebruikte hardware als software. Ze beheert en ontwikkelt het mainframesysteem en het Unix-platform, de systemen en de toepassingen van de drie vennootschappen (die er eigenaar van zijn) met uitzondering van de toepassingen die betrekking hebben op de seininrichting en de regulering van het verkeer en de essentiële functies die worden uitgeoefend door Infrabel. Infrabel ziet er, in overleg met de NMBS-Holding, op toe dat de informaticatoepassingen met betrekking tot de essentiële functies strikt specifiek hiervoor bestemd zijn. De NMBS-Holding verbindt zich ertoe geen capaciteitsreserves van het IT-netwerk voor commerciële doeleinden te gebruiken zonder zich ervan te hebben vergewist dat dit gebruik niet de noden, noch de ontwikkelingsprojecten van de NMBS en van Infrabel zal belemmeren. Art. 106. Human Resources In haar hoedanigheid van enige werkgever van het voltallige personeel van de NMBS- groep, ongeacht hun toewijziging en hun statuut, en als waarborger van de eenheid van het personeelsstatuut en de sociale dialoog, ziet de NMBS-Holding toe op de eenvormigheid van de regels inzake personeelsbeheer bij de drie vennootschappen van de NMBS-groep. De NMBS-Holding ziet erop toe dat de organogrammen van de drie vennootschappen van de NMBS-groep op basis van dezelfde beheersniveaus worden uitgebouwd; daartoe richt ze de vereiste structuren op opdat er voor elke beslissing van de beheersorganen in dit verband voorafgaand overleg zou worden gepleegd tussen die vennootschappen. |
De NMBS-Holding neemt, in samenwerking met Infrabel en de NMBS, maatregelen om de duurtijd van de aanwervingsprocedure, vooral voor operationele functies, gevoelig te verminderen.
De wederzijdse verplichtingen van de NMBS-Holding en elk van de twee andere vennootschappen, Infrabel en de NMBS, zijn vastgesteld in de overeenkomsten m.b.t. de terbeschikkingstelling van personeel door de NMBS-Holding ten behoeve van Infrabel en de NMBS.
Art. 107. Communicatie
De communicatie over een activiteit die in essentie thuishoort bij een specifieke vennootschap wordt door haar georganiseerd en gevoerd.
De NMBS-Holding organiseert in nauwe samenwerking met de NMBS en Infrabel de communicatie m.b.t:
- de institutionele aspecten van de NMBS-groep;
- de strategische en algemene financiële aangelegenheden die meerdere vennootschappen aanbelangen;
- personeels- en sociale aangelegenheden; - de algemene interne communicatie. Onverminderd de verantwoordelijkheid van elke vennootschap voor de communicatie over haar specifieke activiteiten, zoals bepaald in de Wet Exploitatieveiligheid en zijn uitvoeringsbesluiten en in het koninklijke besluit van 16 februari 2006 betreffende de nood- en interventieplannen, zullen de drie vennootschappen van de NMBS-groep binnen de drie maanden na de ondertekening van dit contract, over de crisiscommunicatie een protocol afsluiten en ter goedkeuring meedelen aan de Ministers van Mobiliteit en Overheidsbedrijven; bij ontstentenis daarvan zal de Staat een regelgevend initiatief nemen. Met uitsluiting van de essentiële functies die door Infrabel uitgeoefend worden, is de NMBS-Holding belast met de wekelijkse organisatie van een coördinatieplatform voor de communicatieactiviteiten van de drie vennootschappen teneinde elkaar te informeren, synergieën te bekomen, de wederzijdse communicatie-inspanningen te ondersteunen en een gezamenlijke planning te bereiken Art. 108. Juridische ondersteuning en internationale zaken |
Met uitsluiting van de materies die verband houden met de essentiële functies die door Infrabel worden uitgeoefend, is de NMBS-Holding belast met: - het beheer van alle institutionele zaken, d.w.z. deze die geen bijzonder belang voor |
een van de drie vennootschappen van de NMBS-groep vertegenwoordigen; - de behandeling van alle juridische kwesties met betrekking tot het personeel. |
De CEO’s wisselen de informatie uit die verband houdt met de Europese overheden alsook deze met betrekking tot de vertegenwoordiging van elk van de drie vennootschappen in de internationale verenigingen. De NMBS-Holding is belast met de coördinatie van het beleid en de standpunten van de drie vennootschappen ten opzichte van de Europese overheden en de internationale beroepsverenigingen.
Art. 109. Financieel beleid
In het kader van de eenheid en de harmonie van het financieel beleid van de NMBS- groep is de NMBS-Holding belast met:
- het opmaken van de geconsolideerde rekeningen van de NMBS-Holding, de NMBS en hun dochterondernemingen, alsook de geconsolideerde rekeningen van het consortium dat gevormd wordt met Infrabel;
- het centraliseren van de thesaurieoperaties van de drie vennootschappen, met daarbij, als « in-house bank », de dagelijkse en wekelijkse cash pooling, alsook de beleggingen en schulden op korte en lange termijn, de rating en de alternatieve financieringsoperaties voor de drie vennootschappen samen;
- het uitbrengen van adviezen in functie van het belang van de groep, aangaande principes en regels die gelden voor het voeren van de algemene boekhouding binnen de drie vennootschappen (meer bepaald in het kader van de IFRS-hervorming) en het
beheren van de contracten sale & rent back en sale & lease back waarin de NMBS- Holding partij is, alsook de bijhorende back- to-back contracten;
- het nauwgezet volgen van de evolutie van de financiële toestand van Xxxxxxxx, van de NMBS en van de consolidatieperimeter van de drie vennootschappen. Om de eenheid van het financiële beheer van de NMBS-groep te waarborgen, pleegt de NMBS- Holding regelmatig overleg aangaande de uitwerking en de uitvoering van de ondernemingsplannen en de investeringsplannen en -budgetten, met uitsluiting van de essentiële functies die worden uitgeoefend door Infrabel;
- als ze vaststelt dat bij één van hen de financiële situatie evolueert of dreigt te evolueren tot een niveau dat een belemmering vormt voor een gezond financieel beheer, het hierover verslag uitbrengen bij de Minister van Overheidsbedrijven, na overleg met de betrokken vennootschap die over dat verslag een gemotiveerd advies uitbrengt. |
Art. 110. Kapitaalsverhoging van de NMBS In verband met de oorspronkelijk voor 30 april 2008 voorziene kapitaalsverhoging, zullen de NMBS-Holding en de NMBS uitvoering geven aan de overeenkomst van 1 juni 2005 met betrekking tot de bijdrage aan het bedrijfskapitaal van de NMBS door een kapitaalsverhoging, met naleving van de wettelijke en Europese regels ter zake. |
Art. 111. Ondernemingsplan |
De NMBS-Holding is ermee belast jaarlijks uiterlijk op 15 december in akkoord met de NMBS en Infrabel het geconsolideerde ondernemingsplan 2008-2012 te actualiseren. Indien nodig zal op die basis een bijvoegsel bij dit beheerscontract worden afgesloten.
De NMBS-Holding is ermee belast uiterlijk op 15 december 2012 in akkoord met de NMBS en Infrabel het geconsolideerde ondernemingsplan 2013-2017 op te stellen van de drie vennootschappen van de NMBS-groep, het aan het Sturingscomité over te leggen en het aan de Minister van Overheidsbedrijven en aan DGVL te bezorgen.
Art. 112. Beveiliging
De NMBS-Holding stelt om de drie jaar in overleg met Infrabel en de NMBS het strategisch beleidsplan Corporate Security op waarvan sprake in artikel 17 van dit contract. Dit veiligheidsplan geeft de doelstellingen van het volgende jaar weer op het gebied van de sociale veiligheid van het personeel en de reizigers en op het gebied van de bescherming van het goederenvervoer. Wat het goederenvervoer betreft, zal dit plan in het bijzonder rekening houden met: |
- de dringende veiligheidsmaatregelen op het gebied van het vervoer van gevaarlijke goederen vermeld in hoofdstuk 1.10 van het RID; |
- de EU-reglementering betreffende de veiligheidsmaatregelen die moeten worden genomen voor de bescherming van de haveninfrastructuur (ISPS wordt van kracht).
De jaarlijkse actualisering van dit veiligheidsplan wordt voorgelegd aan de Ministers van Mobiliteit en van Overheidsbedrijven alsook aan DGVL uiterlijk op 15de november die voorafgaat aan het jaar waarop het plan betrekking heeft. De aanwending van eventuele bijkomende middelen voor de uitvoering van de jaarlijkse veiligheidsplannen zoals geëvalueerd door de CSS, zal in voorkomend geval het voorwerp vormen van een bijvoegsel bij dit beheerscontract. |
Art. 113. Investeringen |
De NMBS-Holding zit het investeringscomité voor en waakt er aldus over dat: |
- de meerjareninvesteringsplannen van de drie vennootschappen geharmoniseerd zijn; - de jaarlijkse investeringsbudgetten van de drie vennootschappen geharmoniseerd |
zijn; - de overheidsmiddelen voor de financiering van de investeringen van de drie vennootschappen op doeltreffende wijze aangewend worden. Art. 114. Kwaliteit van de dienstverlening |
Wat betreft de stiptheid en betrouwbaarheid van het verkeer (coördinatie): - de NMBS-Holding verzekert de continuïteit van de “Task Force Regelmaat” met de medewerking van Infrabel en de NMBS; - de Task Force Regelmaat organiseert de coördinatie tussen de drie vennootschappen voor wat betreft de acties die bestemd zijn om de stiptheid van de treindienst in stand te houden of te verbeteren; |
- de NMBS-Holding coördineert de uitvoering van elk specifiek actieplan inzake preventie en veiligheid dat bestemd is om het onveiligheidsgevoel van de klanten te verminderen met als doel de kwaliteit van de verleende dienst te verbeteren.
C. Opleiding
Art. 115. Activiteiten
De NMBS-Holding verzekert een geschikt niveau van basisopleiding en organiseert permanente opleidingen en bijscholingen voor de personeelsleden binnen de drie vennootschappen van de NMBS-groep. Op die manier garandeert ze een hoog kwaliteitsniveau, verbreedt ze de interne expertise en bevordert ze de samenwerking en mobiliteit binnen de verschillende entiteiten van de NMBS-groep.
Ze besteedt minstens 3 % van de totale loonmassa aan de opleiding en aan de permanente herkwalificering van haar personeel.
De NMBS-Holding:
- organiseert het paritaire overleg binnen de Nationale Raad voor de Opleiding; - ontwikkelt en organiseert de transversale opleidingen en beheert de vereiste |
budgetten; - ziet toe op het pedagogische niveau van de opleidingen. Art. 116. Activiteiten |
De NMBS-groep wenst een aantrekkelijke werkgever te blijven. Zij wenst via sociaal overleg, een precies evenwicht te behouden op vlak van economische en sociale aspecten. Met dit voor ogen zal de NMBS-Holding haar HR-opdrachten vervullen. |
Bij een evenwichtige zorg voor de verbetering van de dienstverlening en het werkklimaat dankzij begrip en respect voor de andere, zal de NMBS-Holding bij de uitoefening van haar opdrachten een actief, doordacht en systematisch opgevolgd diversiteitsbeleid hanteren. Dit beoogt niet alleen de reizigersdiensten, maar eveneens het personeelsbeleid. Diversiteit uit zich op vele vlakken (geslacht, afkomst, handicap, uiterlijk, opleidingsniveau, seksuele geaardheid, …) in de samenleving. De diversiteit binnen de NMBS-groep moet door een aangepast personeelsbeleid gestimuleerd worden, dat de gelijke kansen bevordert, die de heterogeniteit van de klanten weergeeft. Door de NMBS-Holding wordt binnen de drie maanden na publicatie van dit contract een diversiteitsplan opgesteld. Dit plan dient doorheen de drie vennootschappen van de organisatie op een planmatige manier samenhangende, onderbouwde en concrete acties voor te stellen niet alleen om de instroom en integratie te bevorderen, uitstroom te |
voorkomen, maar ook om een onderbouwd diversiteitsbeleid in de contacten met de reizigers actief toe te passen, zonder dat daarbij de relevante technisch-instrumentele functievereisten worden verlaagd. Het diversiteitsplan wordt jaarlijks door de NMBS-Holding in samenwerking met de NMBS en Infrabel geëvalueerd en bijgestuurd. Dit plan zal bijzondere aandacht hebben voor: |
- het doorlichten en optimaliseren van het selectie- en wervingsbeleid; - het doorlichten en optimaliseren van het onthaalbeleid; |
- het organiseren van coaching en interne begeleiding voor nieuwe medewerkers uit de kansengroepen;
- het opzetten van nieuwe rekruteringskanalen, gekoppeld aan actieve wervingsinspanningen die gericht zijn op de kansengroepen;
- het aangeven van streefcijfers voor instroom, doorstroom, retentie of opleiding van kansengroepen.
Dit plan zal zowel voor het geheel van de groep als voor de diverse operationele eenheden van de vennootschappen ervan, streefcijfers inhouden voor de duur van dit contract, met betrekking tot:
- het aandeel vrouwen in het totale personeelsbestand;
- het aandeel vrouwen in de jaarlijkse instroom dat vanaf 2009 minstens 20 % moet bedragen;
- het aandeel allochtonen in het totale personeelsbestand;
- het aandeel allochtonen in de jaarlijkse instroom dat vanaf 2009 minstens 10 % moet bedragen;
- het aandeel personen met een handicap in het totale personeelsbestand, en het aandeel in de jaarlijkse instroom, naar analogie met wat bepaald is in het Koninklijk Besluit van 5 maart 2007 tot organisatie van de werving van personen met een handicap in sommige federale diensten; daarbij zal rekening gehouden worden met de eigen aard van de activiteiten van de NMBS-groep en met de wedertewerkstelling van personeelsleden die ongeschikt zijn wegens gezondheidsredenen.
Deze streefcijfers en hun jaarlijkse bijsturing zullen ter goedkeuring voorgelegd worden aan de Minister van Overheidsbedrijven.