STAATSCOURANT
STAATSCOURANT
Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
Nr. 42984
26 augustus
2016
Metaal en Techniek Isolatiebedrijf
Opleidings- en Ontwikkelingsfonds 2016/2019 Verbindendverklaring gewijzigde CAO-bepalingen
MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Besluit van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 22 augustus 2016 tot wijziging van het besluit tot algemeen verbindendverklaring van bepalingen van de collectieve
arbeidsovereenkomst voor het Opleidings- en Ontwikkelingsfonds voor het Isolatiebedrijf
XXX Xx. 00000
Xx Xxxxxxxx van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;
Gelezen het verzoek van de Stichting Vakraad Metaal en Techniek namens partijen bij bovengenoemde collectieve arbeidsovereenkomst, strekkende tot algemeen verbindendverklaring van gewijzigde bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst;
Partij ter ener zijde: de Nederlandse Vereniging van Ondernemers in het Thermisch Isolatiebedrijf; Partijen ter andere zijde: FNV, CNV Vakmensen en De Unie, Vakbond voor industrie en dienstverlening.
Gelet op de artikelen 2, 4 en 5 van de Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten;
Besluit:
Dictum I
Het besluit tot algemeen verbindendverklaring van bepalingen van de collectieve arbeidsovereen- komst voor het Opleidings- en Ontwikkelingsfonds voor het Isolatiebedrijf1 wordt met inachtneming van dictum II als volgt gewijzigd:
A
De onder dictum I opgenomen bepalingen worden als volgt gewijzigd:
Artikel 6 komt te luiden:
‘Artikel 6 Werkingssfeer
1. In deze CAO wordt onder ‘Metaal en Techniek’ verstaan de navolgende takken van bedrijf: het carrosseriebedrijf, de goud- en zilvernijverheid, het isolatiebedrijf, het metaalbewerkingsbedrijf of het technisch installatiebedrijf.
2. Onder ‘werkgever in de Metaal en Techniek’ wordt in deze CAO verstaan de werkgever bij wie het aantal overeengekomen arbeidsuren van de in dienst zijnde werknemers die betrokken zijn bij de werkzaamheden zoals uitgeoefend in de in het eerste lid genoemde takken van bedrijf (binnen de Metaal en Techniek), groter is dan het aantal overeengekomen arbeidsuren van de in dienst zijnde werknemers die betrokken zijn bij werkzaamheden zoals uitgeoefend in enige andere afzonderlijke bedrijfstak (buiten de Metaal en Techniek), blijvende bij de hiervoren omschreven vergelijking de economische functie van elk der werkzaamheden buiten beschouwing.
3. Onder ‘werkgever in de bedrijfstak’ wordt in deze CAO verstaan de ‘werkgever in de Metaal en
1 Stcrt. 30 december 2014, nr. 35133.
Techniek’ bij wie het aantal overeengekomen arbeidsuren van de in dienst zijnde werknemers, die betrokken zijn bij de werkzaamheden zoals genoemd in lid 4, groter is dan het aantal overeengeko- men arbeidsuren van de in dienst zijnde werknemers die betrokken zijn bij werkzaamheden zoals uitgeoefend in enige andere afzonderlijke bedrijfstak (binnen) in de Metaal en Techniek.
In geval het aantal overeengekomen arbeidsuren van de in dienst zijnde werknemers die betrokken zijn bij werkzaamheden zoals uitgeoefend in enige afzonderlijke bedrijfstak in (binnen) de Metaal en Techniek gelijk is aan het aantal overeengekomen arbeidsuren van de in dienst zijnde werkne- mers die betrokken zijn bij werkzaamheden zoals uitgeoefend in enige andere afzonderlijke bedrijfstak in (binnen) de Metaal en Techniek, geeft de hoogte van de loonsommen van de betrokken werknemers in de maand januari de doorslag.
4. Deze overeenkomst geldt voor werkgevers in de bedrijfstak en werknemers in de tak van het thermisch en/of akoestisch isolatiebedrijf waaronder wordt verstaan:
het aanbrengen, herstellen, bekleden, afwerken en/of onderhouden (waaronder onder meer preventief) van isolerende materialen
– ter voorkoming of beperking van warmte- of koudeverlies,
– tegen vuur, vocht, geluid en/of vibratie,
bij industrieën, aan technische installaties en aan boord van schepen, zoals apparaten, kanalen, leidingen, tanks en dergelijke, voorts in ruimten, zoals koel- en vriescellen, ketel- en machineruim- ten, studio’s en dergelijke.
Deze CAO is niet van toepassing op de werkgever die voldoet aan de volgende cumulatieve vereisten:
a. de bedrijfsactiviteiten van de werkgever bestaan uitsluitend uit het ter beschikking stellen van arbeidskrachten als bedoeld in artikel 7:690 BW én
b. het aantal overeengekomen arbeidsuren van de bij deze werkgever in dienst zijnde werknemers die betrokken zijn bij de werkzaamheden zoals uitgeoefend in de in artikel 6 lid 1 genoemde takken van bedrijf bedraagt minder dan 75% van het totaal aantal overeengekomen arbeidsuren van de in dienst zijnde werknemers, dat wil zeggen dat tenminste 25% van het aantal arbeidsuren van de in dienst zijnde werknemers betrekking heeft op werkzaamheden uitgeoefend in enige andere tak van bedrijf dan in artikel 6 lid 1 genoemd én
c. de werkgever voor 15% of meer van het totale premieplichtige loon op jaarbasis werknemers ter beschikking stelt van derden op basis van uitzendovereenkomsten met uitzendbeding als bedoeld in artikel 7: 691 lid 2 B.W., zoals laatstelijk nader gedefinieerd in Bijlage 1, behorend bij artikel 5.2 van de Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Staatssecretaris van Financiën van 2 december 2005, Directie Sociale Verzekeringen, Nr. SV/F&W/05/96420, ter uitvoering van de Wet financiering sociale verzekeringen (Regeling Wfsv), gepubliceerd in de Staatscourant nummer 242 van 13 december 2005. De werkgever heeft aan dit criterium voldaan indien en zover dit door de uitvoeringsinstelling (Belastingdienst), die voor de sociale verzekerin- gen is belast met het indelen van ondernemingen bij sectoren, als zodanig is vastgesteld, én
d. de werkgever is geen onderdeel van een concern dat rechtstreeks of door algemeen verbindend verklaring gebonden is aan de CAO van een der bedrijfstakken zoals genoemd in artikel 6 lid 1 én
e. de werkgever is geen paritair afgesproken arbeidspool én
f. de werkgever viel op 1 december 1999 niet onder de (algemeen verbindend verklaarde bepalingen van de) XXX Xxxxxxxxx Uittreden Metaal en Technische Bedrijfstakken.
Voor de toepassing van de onderdelen a. en b. blijven buiten beschouwing de werknemers, c.q. het aantal arbeidsuren van werknemers, wier functie geheel ten dienste staat aan de bedrijfsactiviteit ‘ter beschikking stellen’ zoals administratie en bemiddeling.’
BIJDRAGEREGLEMENT VAN DE STICHTING OPLEIDINGS- EN ONTWIKKELINGSFONDS VOOR HET ISOLATIEBEDRIJF
Artikel 1 komt te luiden:
‘Artikel 1 Definities
In dit reglement wordt verstaan onder:
werkgever:
de werkgever in de bedrijfstak als bedoeld in artikel 6 lid 3 van de CAO Opleidings- en Ontwikkelings- fonds voor het Isolatiebedrijf dan wel de werkgever in wiens onderneming werkzaamheden worden verricht die in relatie staan tot de bedrijfstak als omschreven in lid 4 van artikel 6 van voormelde CAO en die op grond daarvan – na voorafgaand verzoek en onder te stellen voorwaarden – toegelaten wordt deel te nemen in de regelingen van de onderhavige stichting.
werknemer:
degene die in dienst van de werkgever tegen loon arbeid verricht, met uitzondering van:
a. bestuurders van naamloze vennootschappen of van besloten vennootschappen met beperkte
aansprakelijkheid, die als zodanig zijn ingeschreven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel;
b. degene die op 1 januari van het jaar, waarover de bijdrage verschuldigd is, de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt;
c. personen die geen eigenlijke bedrijfsarbeid verrichten en wier dienstverband tevens een tijdelijk karakter draagt en/of geen volledige normale dagtaak meebrengt;
d. stagiair(e)s.
Jaarsalaris:
a. bij salarisbetaling per maand 12,96 maal het voor de betrokken werknemer vastgestelde salaris over de maand januari van het jaar waarop de bijdrage betrekking heeft;
b. bij salarisbetaling per vier-weken-periode 14,09 maal het voor de betrokken werknemer vastge- stelde xxxxxxx over de tweede vier-weken-periode van het jaar waarop de bijdrage betrekking heeft waarbij het percentage waarmee de salarissen na 1 januari van dat jaar zijn verhoogd krachtens CAO-afspraken in de Metaal en Techniek, buiten beschouwing blijft;
Indien het dienstverband in de loop van een jaar wordt beëindigd dan wel wordt aangevangen, wordt het jaarsalaris berekend met inachtneming van de duur van de periode van het dienstverband in dat jaar.
Indien het inkomen mede is gebaseerd op provisie, wordt bij de bepaling van het jaarsalaris bovendien meegerekend de op jaarbasis herleide provisie welke in het voorafgaande kalenderjaar bij dezelfde werkgever is verdiend, onafhankelijk van de datum van uitbetaling van deze provisie.
Bovendien worden, voorzover van toepassing, bij de bepaling van het jaarsalaris mede in aanmerking genomen de navolgende elementen: loon in natura voorzover gekwantificeerd aangegeven in de loonstaten van de werkgever, toeslagen op grond van een overheidsbesluit, verdiensten op grond van een, in de onderneming geldend, beloningssysteem (tarief, meritrating e.d.) en ploegentoeslag, alsmede een, naar de periode waarover het loon werd genoten, evenredig gedeelte van elke met de werkgever schriftelijk overeengekomen vaste jaarlijkse uitkering onder welke benaming ook, zoals 13e maand, vaste eindejaarsuitkering, gegarandeerde tantième, e.d.
Vergoedingen terzake van overwerk, reisuren, onkosten, alsmede gratificaties, winstdelingsregelingen en soortgelijke emolumenten blijven buiten beschouwing, terwijl de vakantiebijslag in de hierboven onder a en b bedoelde factoren geacht worden te zijn verwerkt. Tot het jaarsalaris behoort niet de overhevelingstoeslag.
loonsom:
het totaal van de jaarsalarissen van alle bij de werkgever in dienst zijnde werknemers.
Bedrijfspensioenfonds:
de stichting ‘Stichting Pensioenfonds Metaal en Techniek’, gevestigd te ’s-Gravenhage.’
UITKERINGSREGLEMENT VAN DE STICHTING OPLEIDINGS- EN ONTWIKKELINGSFONDS VOOR HET ISOLATIEBEDRIJF
Artikel 1 komt te luiden:
‘Artikel 1 Definities
In dit reglement wordt verstaan onder:
werkgever:
de werkgever in de bedrijfstak als bedoeld in artikel 6 lid 3 van de CAO Opleidings- en Ontwikkelings- fonds voor het Isolatiebedrijf dan wel de werkgever in wiens onderneming werkzaamheden worden verricht die in relatie staan tot de bedrijfstak als omschreven in lid 4 van artikel 6 van voormelde CAO en die op grond daarvan – na voorafgaand verzoek en onder te stellen voorwaarden – toegelaten wordt deel te nemen in de regelingen van de onderhavige stichting.
werknemer:
degene die in dienst van de werkgever tegen loon arbeid verricht, met uitzondering van:
a. bestuurders van naamloze vennootschappen of van besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid, die als zodanig zijn ingeschreven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel;
b. degene die op 1 januari van het jaar, waarover de bijdrage verschuldigd is, de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt;
c. personen die geen eigenlijke bedrijfsarbeid verrichten en wier dienstverband tevens een tijdelijk karakter draagt en/of geen volledige normale dagtaak meebrengt;
d. stagiair(e)s, tenzij een leer- en stageovereenkomst voor volledig praktijkvervangende opleiding is gesloten als bedoeld in het beleidsplan dat door de stichting is opgesteld in het kader van de Bijdrageregeling Vakopleiding Jeugdigen.
de leerling:
degene die ofwel ten minste gemiddeld twee dagen per week bij de werkgever in dienst is en met wie ten overstaan van een landelijk opleidingsorgaan, door de werkgever een praktijkovereenkomst als bedoeld in de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB) is afgesloten, dan wel die – volgend een
opleiding of cursus gericht op een beroep in het isolatiebedrijf aan een regionale school –, ter ondersteuning van het opdoen van praktijkvaardigheid, al dan niet op grond van een arbeidsovereen- komst, – na 1 juli 1997 uitsluitend op grond van een arbeidsovereenkomst – werkzaam is bij een werkgever zulks voor de duur van de opleiding.
scholings verlofdag:
de dag die de werknemer, met behoud van salaris en met instemming van de werkgever, aanwendt tot het volgen van scholing.’
Dictum II
Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en heeft geen terugwerkende kracht.
’s-Gravenhage, 22 augustus 2016
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, namens deze,
De directeur Uitvoeringstaken Arbeidsvoorwaardenwetgeving,
X.X.X. xxx xxx Xxxx