STABU bestek
Referentienummer: 2001-01
STABU bestek
BESTEK
Ten behoeve van de bouw van nieuwe woning
Projectnummer : 2001-01
Opdrachtgever : TEKENING en BESTEK Directie:
Constructeur : Aannemer: Installateur:
Overzicht bijbehorende stukken:
Bestek tekeningen | bouwaanvraag | ||
Details | bouwaanvraag | ||
Elektraplan | |||
Constructieve berekeningen | |||
Inhoudsopgave
01 VOOR HET WERK GELDENDE VOORWAARDEN 8
14 BUITENRIOLERING EN DRAINAGE 31
23 VOORAF VERVAARDIGDE STEENACHTIGE ELEMENTEN 40
26 BOUWKUNDIGE KANAALELEMENTEN 49
30 KOZIJNEN, RAMEN EN DEUREN 49
31 SYSTEEMBEKLEDINGEN Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
42 DEKVLOEREN EN VLOERSYSTEMEN 65
43 METAAL- EN KUNSTSTOFWERK 65
44 PLAFOND- EN WANDSYSTEMEN Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
48 BEHANGWERK, VLOERBEDEKKING EN STOFFERING 70
61 VENTILATIE- EN LUCHTBEHANDELINGSINSTALLATIES 86
70 ELEKTROTECHNISCHE INSTALLATIES 92
75 COMMUNICATIE- EN BEVEILIGINGSINSTALLATIES 98
ALGEMEEN | ||
00.01 | ALGEMENE OMSCHRIJVING | |
00.01.10 | 01 | ALGEMENE OMSCHRIJVING VAN HET WERK ALGEMENE OMSCHRIJVING Het bouwproject bestaat uit het nieuw te bouwen woning. De bestaande woning wordt geheel gesloopt en verwijderd. Indien mogelijk dient de gasaansluitingen en grondleidingen hergebruikt te worden. |
00.02 | ALGEMENE PROJECTGEGEVENS | |
00.02.10 | 01 02 | TERREIN- EN BODEMGEGEVENS WERKTERREIN Als werkterrein is beschikbaar het terrein binnen de perceelgrenzen zoals aangegeven op de situatietekening. ROOILIJN |
03 | De plaats van de rooilijn(en) zijn aangegeven door of vanwege de gemeente. XXXXXXXXXXXXX | |
04 | Deze zijn nog niet bekend, maar worden verstrekt voor aanvang bouw. GRONDWATERSTANDGEGEVENS | |
05 | Deze zijn nog niet bekend. AANWEZIGHEID VERONTREINIGINGEN | |
Er zijn geen verontreinigingen bekend. Er wordt nog bodemonderzoek uitgevoerd. Ander onderzoek en eventuele verwijdering dient opgenomen te worden in het werk. Te verstrekken gegevens: - onderzoeksresultaten, verwijderingslogboek en stortingsbewijs van een erkende en gecertificeerde asbestverwijderaar. | ||
NOOT! Mocht het verkennende milieu / verontreinigonderzoek aangeven dat er, indien asbest vrijkomt er rekening gehouden dient te worden met het nemen van de nodige persoonlijke beschermingsmaatregelen. De juiste verwijdering en een correcte afvoeren ervan. De aannemer is verantwoordelijk om, zonder enige verrekening, één en ander af te verwijderen, af te voeren en eventuele vergunningen cq heffingen te regelen. De aannemer draagt ere zorg voor dat vergunningen en meldingen tijdig geregeld worden opdat het werk hierdoor geen vertraging op zal lopen. Hij stelt de directie schriftelijk op de hoogte omtrent de voortgang hiervan. | ||
00.02.11 | 01 02 | OVERZICHTEN OVERZICHT VERREKENBAAR GESTELDE HOEVEELHEDEN De verrekenbaar gestelde hoeveelheden als bedoeld in paragraaf 38 lid 1 van de U.A.V. 2012 OVERZICHT STELPOSTEN |
De stelposten als bedoeld in paragraaf 37 lid 1 van de U.A.V. 2012 zijn de volgende: - par. 41.32.12-a aankoop wandtegel m2 - par. 41.32.12-b aankoop wandtegel m2 - par. 41.42.11-a aankoop vloertegel m2. - par. 41.42.12-a aankoop vloertegel m2. Voor specificatie stelposten zie betreffende bestekpost. Alle bedragen in Euro's netto te besteden incl. 10% aannemersvergoeding en excl. B.T.W. | ||
00.02.20 | 01 | PEIL PEIL Als peil P geldt: - de bovenkant van de bestaande afgewerkte vloer van de begane grond. Maaiveldhoogte terrein bij oplevering werk: bestaand. |
00.02.29 | 90 | MATEN VERMELDING VAN MATEN De voornaamste maten zijn op de bestektekeningen vermeld. Geringe wijzigingen in deze maten, verband houdende met de nadere uitwerking of met de maten van bouwmaterialen en bouwonderdelen geven geen aanleiding tot verrekening. |
00.02.30 | 03 | BOUWSTOFFEN BESCHIKBAAR GESTELD DOOR DE OPDRACHTGEVER AFLEVERING BOUWSTOFFEN OPDRACHTGEVER Eventuele door de opdrachtgever beschikbaar gestelde bouwstoffen worden kosteloos op of in het vervoermiddel bij het werkterrein afgeleverd. |
00.02.40 | 01 02 | VERLEGGINGSREGELING OMZETBELASTING / KETENAANSPRAKELIJKHEID VERLEGGINGSREGELING OMZETBELASTING De aannemer moet op zijn declaratie vermelden dat de omzetbelasting wordt verlegd, tenzij de belastingdienst die ter zake bevoegd is, schriftelijk heeft medegedeeld dat ten aanzien van het werk de verleggingsregeling omzetbelasting niet van toepassing is. De aannemer moet deze besteksbepaling in eventueel door hem af te sluiten onderaannemingsovereenkomsten opnemen en de onderaannemer verplichten deze bepaling in eventueel door hem af te sluiten onderaannemingsovereenkomsten op te nemen. VERKLARINGEN BETALINGSGEDRAG AANNEMER |
03 | Desgevraagd moet de aannemer na het verstrijken van elk kalenderkwartaal aan de opdrachtgever de meest recente verklaringen van de belastingdienst en van het UWV verstrekken omtrent zijn betalingsgedrag inzake de afdracht van loonbelasting en sociale verzekerings- premies. De aannemer moet deze besteksbepaling in eventueel door hem af te sluiten onderaannemings- overeenkomsten opnemen en de onderaannemer verplichten deze bepaling in eventueel door hem af te sluiten onderaannemingsovereenkomsten op te nemen. ONDERAANNEMERS/PERSONEEL VAN DERDEN | |
05 | De aannemer mag bij de uitvoering van het werk slechts gebruik maken van: - onderaannemers, indien hij daarvoor schriftelijke goedkeuring van de "opdrachtgever" in plaats van de "directie" heeft gekregen, zulks in afwijking van paragraaf 6, lid 26 van de U.A.V. 2012 - personeel dat hem door derden ter beschikking is gesteld, indien hij daarvoor schriftelijke toestemming van de directie heeft gekregen. De aannemer blijft niettemin jegens de opdrachtgever voor bedoeld personeel ten volle verantwoordelijk. Alle voor het werk in te schakelen onderaannemers moeten een geblokkeerde rekening hebben geopend als bedoeld in de Uitvoeringsregeling ketenaansprakelijkheid premie werknemersverzekeringen. De aannemer moet deze bestekbepaling in eventueel door hem af te sluiten onderaannemingsovereenkomsten opnemen en de onderaannemer verplichten deze bepaling in eventueel door hem af te sluiten onderaannemingsovereenkomsten op te nemen. VRIJWARING | |
De aannemer vrijwaart de opdrachtgever tegen alle eventuele aanspraken die door de belastingdienst of het UWV in het kader van de ketenaansprakelijkheidsregeling worden gemaakt, alsmede tegen eventuele hierop gebaseerde verhaalsaanspraken van onderaannemers die met (een deel van) het werk zullen worden belast. De aannemer moet deze besteksbepaling in eventueel door hem af te sluiten onderaannemingsovereenkomsten opnemen en de onderaannemer verplichten deze bepaling in eventueel door hem af te sluiten onderaannemingsovereenkomsten op te nemen. |
00.03 WERKZAAMHEDEN DERDEN
00.03.10 WERKZAAMHEDEN DOOR DERDEN
01 WERKZAAMHEDEN DOOR DERDEN
Door derden worden uitgevoerd:
- de aansluiting op het openbaar riool, voor zover hier wijzigingen op aangebracht dienen te worden.
- de dienstleiding ten behoeve van de aansluiting van de waterleiding op het leidingnet
van het water leverend bedrijf , voor zover hier wijzigingen op aangebracht dienen te worden.
- de dienstleiding ten behoeve van de aansluiting van de gasleiding op het leidingnet
van het gas leverend bedrijf, voor zover hier wijzigingen op aangebracht dienen te worden.
- de dienstleiding ten behoeve van de aansluiting van de elektrotechnische installatie
op het leidingnet van het elektriciteit leverend bedrijf, voor zover hier wijzigingen op aangebracht dienen te worden.
- de elektrotechnische installatie, voor zover niet omschreven.
- de klimaatinstallatie, voor zover niet omschreven.
- de telefooninstallatie, voor zover niet omschreven.
- de antenne-inrichting, voor zover niet omschreven.
01 VOOR HET WERK GELDENDE VOORWAARDEN
01.01 VAN TOEPASSING ZIJNDE VOORWAARDEN EN VOORSCHRIFTEN
01.01.10 VAN TOEPASSING ZIJNDE VOORWAARDEN
01 VAN TOEPASSING ZIJNDE VOORWAARDEN
Het bestek is bedoeld als een prestatiebestek. De van toepassing zijnde standaardbepalingen, zijn deze zoals omschreven in de STABU Standaard 2012.
19 OVERIGE VAN TOEPASSING ZIJNDE VOORWAARDEN Overige op het werk van toepassing zijnde voorwaarden:
- NEN 2881:1990 nl; Maattoleranties voor de bouw - Begripsomschrijving en algemene regels.
- NEN 2886:1990 nl; Maximaal toelaatbare maatafwijkingen voor gebouwen.
- NEN 3682:1990 nl; Maatcontrole in de bouw.
29 NORMEN, RICHTLIJNEN EN VOORSCHRIFTEN
Waar in dit bestek normen, richtlijnen en voorschriften van toepassing verklaard zijn, zijn ook alle (geldige) normen, voorschriften en richtlijnen die hierin genoemd zijn alsmede de correctiebladen, aanvullingen en/of wijzigingen op betreffende normen, richtlijnen en voorschriften van toepassing.
01.02 ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN AANSLUITEND OP DE U.A.V. 2012
01.02.01 AANDUIDINGEN, BEGRIPSBEPALINGEN
01 WERKTERREIN
Onder werkterrein wordt verstaan het terrein of het water dat door de opdrachtgever aan de aannemer voor de uitvoering van het werk ter beschikking wordt gesteld, het terrein of het water waarop en waarin het werk wordt uitgevoerd daarin begrepen.
03 INSTALLATIES
In paragraaf 1, lid 1 van de U.A.V. dient met betrekking tot "bouwstoffen" in plaats van "installaties" gelezen te worden "installaties of onderdelen daarvan".
Daar waar in de U.A.V. 2012 sprake is van "onderhoudstermijn" dient gelezen te worden "onderhouds- of servicetermijn".
01.02.02 VAN TOEPASSING ZIJNDE VOORSCHRIFTEN
01 GELDIGHEID
Daar waar een publicatie zonder datum is vermeld, is deze publicatie van toepassing zoals deze drie maanden voor de dag van aanbesteding luidt.
90 TOEVOEGEN
- Toevoegen aan paragraaf 2 U.A.V.2012 aan lid 4: Waar de bepalingen in dit bestek in strijd zijn met de tekeningen en/of met een of meer van toepassing zijnde
bepalingen, of waar bepalingen onderling met elkaar in strijd zijn, bestaat voorrang in de hieronder genoemde volgorde:
1. Voorschriften en bepalingen van de plaatselijke en hogere overheden, diensten en nutsbedrijven.
2. De aannemingsovereenkomst.
3. De notulen van de bouwvergadering.
4. Nota's van wijziging en aanvulling in omgekeerde volgorde van verschijning.
5. Het bestek.
6. De STABU Standaard 2012.
7. De bijlagen behorende bij het bestek.
8. De bestektekeningen.
9. Werk- en detailtekening(en) van de architect.
10. Werk- en detailtekening(en) van constructeur en adviseur(s).
- Bij strijdigheid tussen de bepalingen van de verschillende voorschriften gelden de eerstgenoemde in rij.
- Bij verschillen tussen constructietekeningen en bouwkundige tekeningen gelden voor de constructie in eerste instantie de constructietekeningen.
- Bij verschillen tussen bouwkundige tekeningen en installatietekeningen zijn, voor wat betreft de bouwkundige aspecten, de bouwkundige tekeningen primair.
01.02.03 | 90 | DIRECTIE DIRECTIE Voor start van de werkzaamheden zullen de personen welke de directie voeren bekend gemaakt worden. |
01.02.04 | 01 09 | GEVOLMACHTIGDE VAN DE AANNEMER VOLMACHT De aanwijzing door de aannemer van personen die hem in zaken het werk betreffende zullen vertegenwoordigen moet geschieden met gebruikmaking van een volmacht overeenkomstig bijlage A van de U.A.V. 2012 UITVOERDER |
De volgens de directie goed functionerende (hoofd)uitvoerder(s) mogen alleen worden vervangen na overleg met en toestemming van de directie. Indien de directie van mening is dat de (hoofd)uitvoerder niet voldoet, dient de aannemer, na schriftelijke aanzegging, de betrokkene te ontheffen van zijn functie. | ||
01.02.05 | 01 09 | VERPLICHTINGEN VAN DE OPDRACHTGEVER BOUWBESPREKING De bouwbespreking zoals in de U.A.V. 2012 zal worden gehouden. BOUWVERGADERING |
De opdrachtgever houdt bouwvergaderingen met alle bij het project betrokken partijen. Deze zullen 1x per 4 weken plaatsvinden of zoveel vaker als de directie noodzakelijk acht. Namens de aannemer zal de projectleider dan wel de uitvoerder aanwezig dienen te zijn. | ||
01.02.06 | 02 03 | VERPLICHTINGEN VAN DE AANNEMER ONGEVALLEN De aannemer moet de directie terstond op de hoogte stellen van alle ongevallen op het werkterrein, met verstrekking van alle ter zake doende inlichtingen. RAPPORT BELENDINGEN |
04 | Voordat met de uitvoering van het werk wordt begonnen verstrekt de aannemer aan de directie een door een beëdigd makelaar, taxateur of expertisebureau opgesteld rapport van de staat waarin de onderstaande belendingen verkeren. Belendingen: - Alle opstallen, terreininrichtingen, bomen en bestratingen, binnen een straal van 50m om het bouwterrein. Voordat met de uitvoering van het werk wordt begonnen verstrekt de aannemer aan de directie een door een beëdigd makelaar, taxateur of expertisebureau opgesteld rapport van de staat waarin de oorspronkelijke woning zich bevindt. WERKZAAMHEDEN BUITEN OVEREENGEKOMEN WERKTIJDEN | |
05 | Indien de aannemer voornemens is werkzaamheden op het werkterrein te verrichten buiten de werktijden zoals deze zijn overeengekomen met de opdrachtgever dient hij bij de directie hiertoe tijdig een verzoek in. ONDERGRONDSE KABELS EN LEIDINGEN | |
09 | De aannemer meldt ten minste vijf werkdagen vóór de aanvang van de werkzaamheden, waarbij mogelijk in de grond aanwezige kabels en leidingen betrokken zijn, de uitvoering daarvan aan het Kabels en Leidingen Informatie Centrum (KLIC). Vóór de aanvang van de werkzaamheden waarbij in de grond aanwezige kabels en leidingen betrokken zijn, traceert de aannemer de ligging hiervan en draagt hij er zorg voor dat tijdens de uitvoering van de werkzaamheden daaraan geen schade ontstaat. De aannemer draagt er zorg voor dat de ontvangen gegevens over in de grond aanwezige kabels en leidingen op de bouwplaats aanwezig zijn en instrueert uitvoerend en machine bedienend personeel. AANVULLING | |
90 | In aanvulling op paragraaf 6, lid 9 van de U.A.V. 2012 dient de aannemer in voorkomende gevallen kopieën van alle ter zake dienende stukken en correspondentie aan de directie te verstrekken. AANSLUITINGEN NUTSBEDRIJVEN EN GEMEENTE | |
De coördinatie van werkzaamheden door Nutsbedrijven (gas, water, elektra, telefoon, kabel etc.) en gemeente (riool- en hemelwaterafvoer) dient door de aannemer te geschieden. De aannemer zal vroegtijdig een coördinatiebespreking met partijen beleggen. De aannemer vraagt namens de opdrachtgever, op naam van de |
aannemer, tijdig de Nutsaansluitingen en rioolaansluitingen aan bij de Nutsbedrijven respectievelijk de gemeente.
De offertes van de gemeente en de Nutsbedrijven voor de aansluitingen dienen ter goedkeuring aan de opdrachtgever te worden overlegd, alvorens opdracht mag worden verstrekt.
De administratieve omzetting van de Nuts- en rioolaansluitingen van de aannemer naar de eindgebruiker dient tijdig door de aannemer te geschieden. Tijdens de oplevering wordt door de aannemer en de eindgebruiker de meterstanden opgenomen. De afrekening van de Nutsbedrijven in verband met het energiegebruik (droogstoken e.d.) van voor de omzetting naar de eindgebruiker, wordt door de aannemer en de Nutsbedrijven geregeld, de opdrachtgever is hierin uitdrukkelijk geen partij. De aansluitingen worden gerealiseerd door de lokale (regionale)
energiebedrijven, Telecom en internet provider, kabelbedrijven e.d. De uiteindelijke keuze van energieleverancier wordt na de oplevering door de eindgebruiker (koper) bepaalt.
91 WERKVERGADERINGEN
De aannemer houdt werkvergaderingen met bij de uitvoering betrokken partijen. Deze werkvergaderingen zullen 1x per 4 weken plaatsvinden of zoveel vaker als de aannemer noodzakelijk acht. Namens de opdrachtgever zal de opzichter dan wel een directievoerder aanwezig zijn bij de werkvergaderingen.
92 SPARINGEN EN SLEUVEN
Alle voor de bouw benodigde sparingen en sleuven dienen te worden gemaakt en later met een daartoe geschikte bouwstof te worden gedicht. Eventueel hiermee samenhangende reparatiewerkzaamheden dienen te worden verricht. De isolerende, geluidwerende, brandwerende etc. eigenschappen van dichtingen en reparaties dienen (minimaal) overeenkomstig de eigenschappen van het omliggende werk te zijn. Het bovenstaande is ook van toepassing voor sparingen en sleuven die nodig zijn voor door derden uit te voeren werken.
93 ANDERE UITVOERINGSWIJZEN
Uit eventueel door de aannemer voor te stellen andere constructie- en of uitvoeringswijzen met de daaruit voortvloeiende aanpassing van andere werken en werkzaamheden, waarvan de beslissing bij de directie berust, mogen in geen geval rechten worden ontleend tot het in rekening brengen van meerwerk of langere bouwtijd.
De directie aanvaardt ondanks haar goedkeuring geen verantwoordelijkheid voor de deugdelijkheid van de betreffende voorstellen van de aannemer. De kosten voor het eventueel vervaardigen van nieuwe, of het wijzigen van bestaande tekening(en) en berekening(en) als gevolg van deze voorstellen zijn voor rekening van de aannemer, evenals de kosten van eventueel in te schakelen adviseurs. De aannemer staat uitdrukkelijk voor de volledigheid, juistheid en deugdelijkheid van een en ander in, dit geldt in de meest ruime zin des woords.
94 DROOGSTOKEN
De aannemer mag pas tot droogstoken overgaan, indien de directie hiervoor toestemming heeft gegeven. De aannemer vrijwaart de opdrachtgever van alle schade en kosten daarvan, voortvloeiende uit het in gebruik nemen van nog niet opgeleverde installaties, die worden gebruikt voor droogstoken. Voor zover installaties of gedeelten daarvan op verzoek van de aannemer, ten behoeve van de voortgang van het werk vervroegd in gebruik worden genomen, zijn de daaraan verbonden extra kosten voor rekening van de aannemer.
01.02.07 DATUM VAN AANVANG
01 AANVANG WERKZAAMHEDEN
Het is de aannemer niet toegestaan met het werk aan te vangen voor de datum van aanvang, als bedoeld in paragraaf 7, lid 1 van de U.A.V. 2012
02 DATUM VAN AANVANG
De datum zoals opgenomen in de aannemingsovereenkomst.
01.02.08 UITVOERINGSDUUR, UITSTEL VAN OPLEVERING
01 OPLEVERINGSTERMIJN
De termijn waarbinnen het werk moet worden opgeleverd bedraagt in werkbare werkdagen: zoals is vastgelegd in de aannemingsovereenkomst.
08 OPLEVERING BUITENSCHILDERWERK
Het tijdstip van oplevering van het buitenschilderwerk wordt nader vastgesteld in overleg met de directie.
09 TERMIJNSVERLENGING
Het recht op termijnverlenging als bedoeld in paragraaf 8, lid 4 van de UAV. 2012 vervalt indien de aannemer niet binnen 8 dagen nadat zich een feit of omstandigheid voor
het eerst heeft voorgedaan, op grond waarvan het recht is ontstaan, een schriftelijk verzoek om termijnverlenging bij de directie heeft ingediend. Dit verzoek is met redenen omkleed en geeft de dag aan waarop het feit of de omstandigheid als hier bedoeld zich voor het eerst heeft voorgedaan. | ||
01.02.09 | 02 03 | OPNEMING EN GOEDKEURING BEPROEVING De beproeving geschiedt door de aannemer in aanwezigheid van de directie en dient om vast te stellen of het werk, of het desbetreffende onderdeel daarvan, op het gebied bestreken door de beproeving, voldoet aan hetgeen is overeengekomen, voor zover dit op het tijdstip van de beproeving mogelijk is. Aannemer en directie stellen in onderling overleg het tijdstip van de beproeving vast. Indien aannemer en directie niet komen tot gemeenschappelijke vaststelling van het tijdstip van de beproeving stelt de aannemer dit tijdstip vast en geeft van dit tijdstip ten minste acht dagen tevoren schriftelijk kennis aan de directie. Ten behoeve van de beproeving stelt de aannemer voor zijn rekening het nodige materieel en het personeel voor de bediening daarvan beschikbaar. De kosten van de voor de beproeving benodigde hoeveelheid water en energie zijn voor rekening van de aannemer. Door de ondertekening door de aannemer en de directie van het rapport waarin het beproevingsresultaat is opgenomen staan de resultaten van de beproeving vast. Indien de directie tijdens de beproeving niet aanwezig is geweest, staan de resultaten van de beproeving vast door de enkele vermelding daarvan in het rapport waarin het beproevingsresultaat is opgenomen. Indien op grond van de beproeving is vastgesteld dat het werk, op het gebied bestreken door de beproeving, niet voldoet aan hetgeen is overeengekomen, zal, nadat de aannemer de nodige verbeteringen heeft aangebracht, de beproeving worden herhaald. Op deze herhaalde beproeving is het hierboven vermelde van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat in dit geval de kosten van water en energie, benodigd voor de beproeving, voor rekening van de aannemer zijn. Indien op grond van de beproeving is vastgesteld dat het werk, op het gebied bestreken door de beproeving, voldoet aan hetgeen is overeengekomen en het werk ook overigens is voltooid, vindt opneming van het werk plaats. OPNEMING EN GOEDKEURING |
09 | In paragraaf 9, lid 1 van de U.A.V. 2012 bedoelde schriftelijke aanvrage van de aannemer zal tenminste 4 weken voor de datum dat het werk naar het oordeel van de aannemer voltooid zal zijn in het bezit van de opdrachtgever zijn. De aanvrage tot het doen van de opname ten behoeve van de oplevering c.q. een deelopname ten behoeve van een deeloplevering, dient te zijn vergezeld van een rapport van een kwaliteitscontroleur van de aannemer waaruit blijkt dat het werk voldoende is gevorderd om zo'n' opname te laten plaatsvinden. Het werk en/of eenheid wordt slechts opgenomen indien: - Deze zodanig door de opdrachtgever, de directie of door derden bereikt kan worden, dat voor hen geen nodeloze hinder of gevaar als gevolg van de overige uitvoering van het werk is te duchten; - Door de aannemer alle leveringen en werkzaamheden betreffende het op te nemen werk/eenheid zijn verricht en uitgevoerd en het werk "normaal" kan worden gebruikt voor het daartoe bestemde doel; - Het werk en/of eenheid inclusief daken en bijbehorende terreinen geheel is schoongemaakt en alle onderdelen zijn ontdaan van alle verontreinigingen. OPNEMING | |
19 | De directie verlangd dat bij de opneming een vertegenwoordiger van de aannemer aanwezig is. De directie wordt in de gelegenheid gesteld om, in het bij zijn van de aannemer, minimaal vijf dagen voor de opneming een voorinspectie uit te voeren. SPOEDIG HERSTEL GEBREKEN | |
In afwijking van paragraaf 9, lid 7 van de U.A.V. 2012 voor de termijn van "zo spoedig mogelijk" te lezen "binnen 10 werkdagen na opneming". Indien de opgenomen gebreken normaal gebruik voor het daartoe bestemde doel van het werk onmogelijk maken c.q. de gebreken te talrijk zijn, komt het werk niet in aanmerking voor oplevering en zal een nieuwe opneming worden vastgelegd. De vertraging c.q. extra kosten van overige partijen zijn voor rekening van de aannemer. | ||
01.02.10 | 01 | OPLEVERING OPLEVERING De oplevering zal niet eerder worden aanvaard, dan nadat de aannemer aan al zijn |
02 | verplichtingen ten genoegen van de directie heeft voldaan en de volgende bescheiden bij de directie zijn ingediend en akkoord bevonden: - de garantiebewijzen; - de onderhouds- en bedieningsvoorschriften; - de weekrapporten; - de revisietekeningen; - de meer- en minderwerkrekeningen. INGEBRUIKNEMING INSTALLATIEWERK OF DELEN HIERVAN | |
90 | In paragraaf 10, lid 3 van de U.A.V. 2012 wordt in plaats van "opneming" gelezen "beproeving". Paragraaf 10, lid 3 van de U.A.V. 2012 wordt aangevuld met "Door de in paragraaf 10, lid 3 van de U.A.V. 2012 bedoelde ingebruikneming gaat de onderhouds- of servicetermijn in onmiddellijk na de dag van ingebruikneming". PROCES VERBAAL VAN OPLEVERING | |
Door de aannemer wordt, in het bijzijn van de directie een proces-verbaal van oplevering opgesteld, welke door de directie mede ondertekend dient te worden. | ||
01.02.11 | 01 02 | ONDERHOUDSTERMIJN ONDERHOUDSTERMIJN De onderhoudstermijn bedraagt in maanden: - 6 (zes) ten behoeve van de bouwkundige werkzaamheden. Indien bepaalde werkzaamheden, met toestemming van de directie, door weersomstandigheden gereedkomen na de oplevering van het werk, geldt voor die werkzaamheden als datum van ingang van de onderhoudstermijn de datum van oplevering van die werkzaamheden. SERVICETERMIJN |
09 | De servicetermijn bedraagt: - 12 (twaalf) maanden ten behoeve van de installatie technische werkzaamheden. Aansluitend op de opleveringsdatum van het werk of het deel van het werk indien oplevering in gedeelten is overeengekomen. WERKZAAMHEDEN AAN WERKEN DERDEN | |
19 | Indien gedurende de onderhoudstermijn c.q. servicetermijn door de aannemer herstelwerkzaamheden aan het werk moeten worden verricht, waardoor eveneens werkzaamheden aan het werk van derden moeten worden verricht, zijn alle kosten welke het gevolg zijn c.q. verband houden met deze herstelwerkzaamheden voor rekening van de aannemer wiens werk de herstelwerkzaamheden noodzakelijk maakte. LEKKAGES | |
29 | Indien zich gedurende de onderhoudstermijn c.q. servicetermijn lekkages voordoen aan de bouwkundige werken, geldt voor het betreffende onderdeel na herstel een extra onderhoudstermijn, waarin in elk geval de periode oktober t/m april voorkomt. VERLENGING ONDERHOUDSTERMIJN C.Q. SERVICETERMIJN | |
Wanneer tijdens de onderhoudstermijn c.q. servicetermijn mocht blijken dat er gebreken in materialen of aan constructies voorkomen, zal er na de reparatie voor het desbetreffende onderdeel een extra onderhoudstermijn c.q. servicetermijn van drie resp. zes maanden gelden. Tevens zal een evenredig deel van de aanneemsom worden ingehouden tot het einde van de extra onderhoudstermijn c.q. servicetermijn. | ||
01.02.12 | 01 | AANSPRAKELIJKHEID VAN DE AANNEMER NA DE OPLEVERING AANSPRAKELIJKHEID VAN DE AANNEMER NA DE OPLEVERING Onverminderd het bepaalde in par. 6, lid 9 van de UAV 2012 wordt nader vastgesteld dat vanaf de aanvang van het werk tot en met de dag van afloop van de onderhouds- /servicetermijn, de aannemer aansprakelijk is voor alle schade ten gevolge van de uitvoering van het werk ontstaat aan gemeentelijke eigendommen c.q. aan hoofd- en dienstleidingen, kabels en alle daarvoor benodigde apparatuur zoals afsluiters, regelkasten, transformatorhuizen c.q. kasten, masten en dergelijke van het water-, gas c.q. stroomleverend bedrijf en derden. |
01.02.14 | 01 02 | SCHORSING VAN HET WERK/BEEINDIGING IN ONVOLTOOIDE STAAT VEILIGHEIDSMAATREGELEN De aannemer moet in overleg met de directie naast de gepaste maatregelen de nodige veiligheidsmaatregelen nemen. SCHORSING VAN HET WERK/ONVOLTOOIDE STAAT |
De opdrachtgever is te allen tijde gerechtigd tot opzegging van de Aannemingsovereenkomst. Alsdan is de opdrachtgever slechts verschuldigd betaling conform de stand en staat van het werk, inclusief marges voor algemene kosten. |
01.02.15 | 01 90 | WERKTERREIN WERKTERREIN De aannemer wordt geacht op de hoogte te zijn van de staat, de situering en de hoogteligging van, alsmede de toegangsmogelijkheden tot het werkterrein op de dag van inschrijving. De aannemer zorgt er voor dat het werkterrein steeds begaanbaar is. Hij treft hiertoe alle voorzieningen, nodig voor een onbelemmerde aanvoer, verplaatsing en verwerking van alle hulpmaterialen, ook die van de onder 00.03 genoemde derden. XXXXXXXXXXX WERKTERREIN T.B.V. BESTRATING DERDEN |
De aannemer is verplicht het werkterrein schoon te maken voor de door of namens de gemeente uit te voeren bestratingwerkzaamheden overeenkomstig de eisen van de gemeente. Bij oplevering dient hij deze werken schoon op te leveren. | ||
01.02.16 | 01 09 | AFSLUITING, RECLAME FOTOGRAFEREN EN FILMEN Voor het maken van foto's, films of video-opnamen en dergelijke van het werk, het verlenen van medewerking daaraan en het geven van publiciteit inzake het werk, is toestemming van de opdrachtgever noodzakelijk. RECLAME |
Het is de aannemer niet toegestaan reclame uitingen aan te brengen zonder uitdrukkelijke toestemming van de opdrachtgever. | ||
01.02.17 | 01 09 | VERWERKING VAN BOUWSTOFFEN VERWERKING VAN BOUWSTOFFEN Voor alle in de beschrijving van het werk genoemde bouwstoffen bestemd voor oplevering van het werk, geldt dat zij zowel door de aannemer moeten worden geleverd, als door hem in het werk moeten worden aangebracht tenzij uitdrukkelijk anders vermeld. KWALITEIT VAN BOUWSTOFFEN |
Kosten van keuring of beproeving, ter vaststelling van gelijkwaardige kwaliteit van materialen, fabricaten of leveranciers van bouwstoffen die afwijken van de in het bestek genoemde materiaal, fabricaat of leveranciers bouwstoffen, als bedoeld in par. 17, lid 5 van de U.A.V. 2012, zijn geheel voor rekening van de aannemer. Eventuele Aanpassingen van details, tekeningen enz. ten gevolge van toepassing van de gelijkwaardige materialen, fabricaten en leveranciers zijn voor rekening van de aannemer. | ||
19 | VERWERKINGSVOORSCHRIFTEN Verwerking van bouwstoffen moet geschieden overeenkomstig de bij de bouwstof behorende richtlijnen en/of voorschriften van de desbetreffende fabrikant, norm(ontwerp), kwaliteitseisen en beoordelingsrichtlijnen, dan wel overeenkomstig de richtlijnen opgenomen in de desbetreffende attesten of certificaten. Verwerkingsvoorschriften dienen voor aanvang van de werkzaamheden door de aannemer overlegd te worden. De aannemer is verantwoordelijk voor het verzamelen van de verwerkingsvoorschriften t.b.v. de directie. | |
01.02.18 | 01 09 | KEURING VAN BOUWSTOFFEN BOUWSTOFFEN MET KWALITEITSVERKLARING Daar waar wordt voorgeschreven dat een bouwstof met een kwaliteitsverklaring afgegeven door een door de Raad voor Accreditatie erkende certificatie instelling moet worden geleverd, moet deze kwaliteitsverklaring bij de uitwendige visuele beoordeling van deze bouwstof worden overgelegd. Deze bouwstoffen worden geacht te zijn goedgekeurd in de zin van paragraaf 18 van de U.A.V. 2012 indien het betreffende document aan de directie is afgegeven en de bouwstoffen door de directie op het werk uitwendig visueel zijn beoordeeld en in orde bevonden. Een gebrek dat zich na deze goedkeuring in de bouwstoffen openbaart en dat bij de uitwendige visuele beoordeling redelijkerwijs niet onderkend had kunnen worden, wordt aangemerkt als een verborgen gebrek in de zin van de paragrafen 12 en 17, lid 3 van de U.A.V. 2012 MONSTERS |
In aanvulling op paragraaf 18, lid 2 van de U.A.V. 2012 dient bij tijdige levering tevens rekening gehouden te worden met mogelijke afkeuring van de monsters. Levering van nieuwe monsters en herkeuring mogen geen vertraging in de uitvoering tot gevolg hebben. Goedkeuring van bouwstoffen ontheft de aannemer niet van zijn |
aansprakelijkheid als bedoeld in paragraaf 17, lid 1 van de U.A.V. 2012 | ||
01.02.20 | 01 09 | ZORG VOOR BOUWSTOFFEN ZORG VOOR BOUWSTOFFEN De aannemer draagt er zorg voor dat: - gebruik wordt gemaakt van statiegeldpallets. - gebruik wordt gemaakt van containers en dispensers. - gebruik wordt gemaakt van 'paardendekens'. - gebruik wordt gemaakt van statiegeldpatronen. ZORG VOOR BOUWSTOFFEN |
19 | Transport en opslag van bouwstoffen moet geschieden overeenkomstig de bij de bouwstof behorende richtlijnen en/of voorschriften van de desbetreffende fabrikant, dan wel overeenkomstig de richtlijnen opgenomen in de desbetreffende attesten of certificaten. BESCHERMING BOUWSTOFFEN | |
De aannemer neemt overal waar beschadigingen en/of vervuiling van bouwstoffen op het werk, alsmede de werken van derden te verwachten valt, afdoende beschermingsmaatregelen; deze maatregelen dienen ten genoegen van en op eerste aanzegging van de directie aangebracht en in stand gehouden te worden. Beschadigde bouwstoffen mogen niet worden verwerkt. | ||
01.02.21 | 01 | OUDE BOUWSTOFFEN EIGENDOM OUDE BOUWSTOFFEN Voor zover niet anders in dit bestek is vermeld, zijn de uit het werk komende oude bouwstoffen niet van waarde voor de opdrachtgever. |
01.02.22 | 02 | GARANTIE VOOR EEN ONDERDEEL GARANTIEVERKLARING Met betrekking tot onderdelen waarvoor een garantie wordt verlangd van een onderaannemer of leverancier, dient een garantieverklaring schriftelijk overgelegd te worden aan de directie. De garantieverklaring dient te worden overgelegd voor de aanvang van de uitvoering van het gegarandeerde onderdeel. |
01.02.26 | 01 04 | ALGEMEEN TIJDSCHEMA, WERKPLAN ALGEMEEN TIJDSCHEMA Het in paragraaf 26, lid 1 van de U.A.V. 2012 genoemde algemeen tijdschema wordt verlangd. De indeling van de tijdsduur op het algemeen tijdschema moet worden aangegeven In werkbare werkdagen. GEDETAILLEERD WERKPLAN |
Een gedetailleerd werkplan zoals bedoeld in paragraaf 26 lid 6 van de U.A.V. 2012 wordt verlangd voor: het gehele werk. Xxxxx werkplan: in het werkplan dient in aanvulling op het algemeen tijdschema te zijn opgenomen: - plan van aanpak; - volgorde van de werkzaamheden in hun relatie met andere werkzaamheden; - de wijze van en het tijdstip van controlemetingen; - de duur van de werkzaamheden; - tijdstippen van levering tekeningen, berekeningen e.d. incl. controletraject, door |
betreffende partijen;
- tijdstip aanvoer materialen;
- tijdstippen van levering bouwstoffen door opdrachtgever en/of derden;
- tijdstippen van te verrichten werkzaamheden door opdrachtgever en/of derden;
- opleveringsdatum.
De indeling van de tijdsduur op het gedetailleerd werkplan moet worden aangegeven in kalenderdagen, met kalenderschaal.
Aantal te verstrekken exemplaren:
- ter goedkeuring: 2 stuks.
- goedgekeurde: 2 stuks.
05 INPASSING WERKZAAMHEDEN DERDEN
De door derden uit te voeren werkzaamheden dienen te worden opgenomen en ingepast zowel in het verlangde algemene tijdschema als ook in het gedetailleerde werkplan.
In de verlangde documenten dient een zo volledig mogelijk inzicht te worden gegeven in de hoedanigheid, de volgorde en de uitvoering van de werkzaamheden.
De betrokken derden zullen het algemene tijdschema en het gedetailleerde werkplan, na goedkeuring hunnerzijds, voor akkoord tekenen.
Indien de derden nog niet bekend zijn, zal de directie, na goedkeuring, voor akkoord tekenen en zal de opdrachtgever de hierbij bedoelde derden binden aan het algemene tijdschema en het gedetailleerde werkplan. | ||
01.02.27 | 01 02 | DAGBOEK, LIJSTEN, RAPPORTEN TE VERSTREKKEN LIJSTEN De in paragraaf 27, lid 7 van de U.A.V. 2012 genoemde lijsten worden verlangd. Naast de in paragraaf 27, lid 7 van de U.A.V. 2012 genoemde opgaven moeten de lijsten tevens bevatten: - de onwerkbare dagen. TE VERSTREKKEN RAPPORTEN |
03 | De in paragraaf 27, lid 8 van de U.A.V. 2012 genoemde rapporten worden verlangd. VERSLAGEN BOUWVERGADERINGEN | |
04 | De verslagen van de bouwvergaderingen worden door de directie opgesteld en per email verspreid. BESTEKPOSTEN OP BASIS VAN DE STABU-BESTEKSSYSTEMATIEK | |
09 | De bestekswijzigingen, het meer en minder werk en de verwerkte hoeveelheden, alsmede de besteding/invulling van de eventuele stelposten, moeten door de aannemer worden verwerkt in bestekposten volgens de STABU-bestekssystematiek en worden gebundeld in volgorde en codering overeenkomstig het bestek. Aantal: - ter goedkeuring: 2. - de goedgekeurde: 2. Tijdstip: voor de eerst volgende bouwvergadering. VERSLAGEN WERKVERGADERINGEN | |
19 | De verslagen van de werkvergaderingen worden door de aannemer opgesteld en per email verspreid. COÖRDINATIEBESPREKINGEN | |
De verslagen van de coördinatiebesprekingen worden door de aannemer opgesteld En per email verspreid. | ||
01.02.29 | 01 | VERSCHILLEN IN AFMETINGEN OF TOESTAND SCHADELIJKE VOORWERPEN OF STOFFEN Wanneer bij de uitvoering van het werk voorwerpen of stoffen worden aangetroffen waarvan de aanwezigheid niet in dit bestek is vermeld en waarvan redelijkerwijs geacht kan worden dat deze schade kunnen toebrengen aan personen, goederen of het milieu brengt de aannemer dit onmiddellijk ter kennis van de directie. Hij neemt terstond, zo mogelijk in overleg met de directie, de door de omstandigheden vereiste veiligheidsmaatregelen. |
01.02.30 | 01 | VOORZIENINGEN IN WATERKERING, WATERDOORLAAT EN VERKEER VOORZIENING IN WATERKERING, WATERDOORLAAT EN VERKEER Wegen en dergelijke mogen door resp. tijdens de uitvoering in doorgang niet worden aangepast of belemmerd, tenzij de aannemer hiervoor toestemming heeft aangevraagd en verkregen van de betreffende plaatselijke instanties, e.e.a. is geheel voor rekening en verantwoording van de aannemer. |
01.02.31 | 01 03 | VERBAND MET ANDERE WERKEN GEGEVENS VOOR DOOR DERDEN TE TREFFEN VOORZIENINGEN De aannemer verstrekt tijdig aan de directie de gegevens van de door derden ten behoeve van hem te treffen voorzieningen. COÖRDINATIE |
07 | De coördinatie van het project behoort tot de verplichtingen van de aannemer. VANWEGE DE OPDRACHTGEVER GETROFFEN VOORZIENINGEN | |
09 | De aannemer moet de voorzieningen die vanwege de opdrachtgever zijn uitgevoerd zo spoedig mogelijk controleren, nadat hij door of namens de opdrachtgever van de voltooiing van die voorziening in kennis is gesteld. Van eventuele tekortkomingen stelt hij de directie terstond in kennis. De hogere kosten die een gevolg kunnen zijn van het niet ter kennis brengen van vorenbedoelde tekortkomingen, komen voor rekening van de aannemer, indien en voor zover hij deze tekortkomingen redelijkerwijze had behoren op te merken. COÖRDINATIE BOUWVOORBEREIDING | |
19 | Tot de coördinatie taken van de aannemer behoort tevens de coördinatie van de bouwvoorbereiding zoals planning, tekenwerkzaamheden architect, constructeur, overige adviseurs en aannemer. Afstemming van de werkzaamheden is de volledige verantwoordelijkheid van de aannemer. STAGNATIE DOOR TOEDOEN DERDEN | |
Indien de aannemer meent dat een stagnatie in zijn werkzaamheden zal ontstaan als gevolg van vertraging in de door derden uit te voeren werkzaamheden, moet hij zulks tijdig, schriftelijk en duidelijk gemotiveerd aan de |
directie kenbaar maken. De aannemer kan hieruit geen schadeloosstelling vorderen; de opleveringstermijn zal redelijkerwijs opnieuw kunnen worden besproken met de directie, die de eindbeslissing neemt. | ||
29 90 | VOORZIENINGEN TEN BEHOEVE VAN DERDEN De aannemer zal zonder enige verrekening verwerken, inmetselen, instorten: - De bouwkundige voorzieningen t.b.v. nutsbedrijven volgens de voorschriften van de betreffende nutsbedrijven. BESCHIKBAARSTELLING VOORZIENINGEN | |
- Onder de in par. 31 lid 4 van de U.A.V. 2012 genoemde "hulpwerken" wordt verstaan werkwegen, ladders, steigers, verlichting, verwarming en hijs- en transportmiddelen. - De aannemer dient er rekening mee te houden, dat horizontaal en verticaal transport van zware installatie-onderdelen door hem wordt verzorgd. - De bouwstroomvoorzieningen en watertappunten mogen door derden worden benut. - De kunstverlichting ten behoeve van de uitvoering van het werk door derden wordt door de aannemer verzorgd. - De telefoon/fax et cetera mogen door derden worden benut. - De aannemer dient het toe te staan dat derden gebruik maken van zijn schaftgelegenheid en toiletten. - De kosten van bouwkraanuren en van stroom- telefoon/fax- en waterverbruik kan de aannemer rechtstreeks met de betreffende derden verrekenen. | ||
01.02.32 | 02 09 | GEVONDEN VOORWERPEN GEVONDEN VOORWERPEN Indien tijdens de werkzaamheden voorwerpen te voorschijn komen die van oudheidkundige waarde zijn of kunnen zijn, moet de aannemer de directie waarschuwen en door haar nodig geoordeelde maatregelen treffen. Onder uitsluiting van het recht aan de vinder, toegekend in het Burgerlijk Wetboek, wordt bepaald, dat voorwerpen van enige waarde, die in of op de grond worden gevonden, geheel eigendom zijn van de opdrachtgever. ARCHEOLOGISCH ONDERZOEK |
De aannemer dient rekening te houden met een werkonderbreking van maximaal 5 werkdagen ten behoeve van een door derden uit te voeren archeologisch onderzoek. Schade voor de aannemer als gevolg van deze onderbreking wordt niet vergoed. | ||
01.02.34 | 01 | WIJZIGINGEN IN DE UITVOERING WIJZIGINGEN IN DE UITVOERING Aanvullend op par. 34 van de U.A.V. 2012 geldt: de verrekening van het hier bedoelde werk geschiedt overeenkomstig de verrekening van meer- en minderwerk als bedoeld in par. 35 van de U.A.V. 2012 Alle kosten voortkomende uit wijzigingen op verzoek van de aannemer komen voor rekening van de aannemer (zoals eventuele wijzigingen van of of het vervaardigen van nieuwe tekeningen, berekeningen, bestek etc.). |
01.02.35 | 01 09 | VERREKENING VAN MEER EN MINDER WERK VERREKENING VAN MEER EN MINDER WERK Meer- en minderwerken mogen niet worden uitgevoerd zonder schriftelijke (prijs)opgave vooraf van de aannemer en zonder schriftelijke opdracht van de opdrachtgever. De (prijs)opgave van de meer- en minderwerken behoeft de goedkeuring van de directie. De aannemer dient uiterlijk binnen tien dagen na het bekend worden van meer- of minderwerk een gespecificeerde berekening bij de directie in te dienen. Verrekening moet worden opgemaakt en overeengekomen voordat de betreffende werken worden uitgevoerd. Indien hieraan niet voldaan wordt en voor een specifiek onderdeel hieromtrent vooraf geen andere schriftelijke afspraken zijn gemaakt, zal geen verrekening plaats vinden. Meer- en minderwerken worden berekend op basis van de nettonormen en -prijzen uit de bij inschrijving overlegde open begroting van de aannemer en zijn onderaannemers. Hierbij geldt als peildatum, de dag 3 maanden na de dag van aanbesteding. De verrekeningen van meer- en minderwerken vindt plaats bij de laatste betalingstermijn. MEER WERK NOODZAKELIJKE ONDERDELEN |
10 | De aannemer kan geen recht op meer werk doen gelden als bepaalde onderdelen niet zijn genoemd maar wel op tekening staan en vice-versa, of voor niet genoemde en/of getekende onderdelen die noodzakelijk zijn voor een juiste en degelijke uitvoering van het werk. De onderdelen, waarbij de werk- en materiaalomschrijvingen in deze technische omschrijving zijn | |
11 | weergegeven, zijn bedoeld als prestatieomschrijving. Alternatieve toepassingen en/of werkzaamheden kunnen alleen na overleg met de opdrachtgever en zijn adviseur worden geaccordeerd. Constructies, constructieve berekeningen en al het overige dat vooraf, ten tijde van de offerte aanvraag, | |
bekend is gemaakt door de principaal, middels dit TO en aangevuld door tekeningen en eventueel andere, overhandigde stukken, kunnen nooit als meerwerk opgegeven worden. Zaken die onverlet niet benoemd zijn, maar noodzakelijk zijn om tot een redelijke uitvoering van het werk te kunnen komen, kunnen nooit als meerwerk opgevoerd worden. Het is aan de aannemer om dit redelijkerwijs vooraf in te schatten. Uitgezonderd zijn constructieve zaken die vooraf niet redelijkerwijs bekend hadden kunnen zijn. |
01.02.36 | 01 09 | BESTEKSWIJZIGINGEN BEVOEGDHEID AANBRENGEN BESTEKSWIJZIGINGEN De bevoegdheid tot aanbrengen van bestekswijzigingen als bedoeld in paragraaf 36, lid 2 van de U.A.V. is voorbehouden aan de opdrachtgever. AFWIJKING VAN DE U.A.V. 2012 |
01.02.37 | In tegenstelling tot par. 36, lid 5 van de U.A.V. 2012 wordt een overeenkomstige aantekening in het dagboek of weekrapport niet aangemerkt als schriftelijke opdracht. STELPOSTEN | |
01 | STELPOSTEN In nadrukkelijke afwijking van par. 37, leden 3 en 8 van de U.A.V. 2012 bestaan de betreffende prijzen slechts uit de netto-prijzen als bedoeld in sub. a. Het lid 4 van par. 37 van de U.A.V. 2012 vervalt. | |
01.02.38 | 02 09 | HOEVEELHEDEN METING HOEVEELHEDEN Meting van hoeveelheden vindt plaats overeenkomstig de Standaardmeetmethode NEN 3699+c94. HOEVEELHEDEN INSCHRIJFBEGROTING |
De in de inschrijfbegroting verwerkte hoeveelheden zullen, ook indien deze begroting door de directie is aanvaard, later niet meer voor verrekening in aanmerking kunnen komen, tenzij het een bestekswijziging betreft. | ||
01.02.40 | 01 04 | BETALING BETALING IN TERMIJNEN De betaling van de aannemingssom geschiedt in termijnen. De termijnen, gebaseerd op de stand van het werk, zijn in procenten van de aannemingssom en verschijnen volgens het in de aannemingsovereenkomst vastgestelde betalingsschema. Het in onderdelen geanalyseerde werk moet, nadat het tijdschema door de directie is goedgekeurd, in een betalingsschema worden weergegeven. Indien het tijdschema tijdens de uitvoering van het werk wordt gewijzigd, of het verzoek van de aannemer om overdracht van in de zin van paragraaf 19 lid 1 van de U.A.V. 2012 bedoelde eigendomsrechten wordt ingewilligd, moet het betalingsschema in overleg met de directie worden bijgesteld. Indien de oplevering van het buitenschilderwerk wordt uitgesteld, zal een evenredig deel van de aannemingssom worden ingehouden tot aan de oplevering van het buitenschilderwerk. DECLARATIES |
De betaling zal geschieden nadat de aannemer een declaratie heeft ingediend. De aannemer moet de declaratie op naam van de opdrachtgever indienen bij de directie. Aantal: 3 stuks. | ||
01.02.42 | 01 09 | KORTINGEN KORTINGSBEDRAG De korting, bedoeld in paragraaf 42 van de U.A.V.2012, bedraagt per dag: € 1500,--. KALENDERDAG |
In nadrukkelijke afwijking van par. 42, lid 3 van de U.A.V. 2012 zijn alle kalenderdagen van toepassing. | ||
01.02.43 | 01 | VERPANDING OF CESSIE/ZEKERHEIDSSTELLING/VERZEKERING BANKGARANTIE De aannemer moet zo spoedig mogelijk nadat het werk aan hem is opgedragen, doch uiterlijk voor het verschijnen van de eerste termijn, een door een bank of verzekeringsmaatschappij afgegeven bankgarantie ten behoeve van de opdrachtgever stellen. De waarde van de bankgarantie bedraagt van de aannemingssom in (%): 10 en wordt na de oplevering verlaagd tot 5%. Indien de bedoelde bankgarantie niet voor het verschijnen van de eerste termijn is ontvangen en goedgekeurd, wordt een bedrag ingehouden op de eerste en zo nodig de daarop volgende termijnen totdat de som van deze inhouding(en) het bedrag van de bankgarantie zal hebben bereikt. Het ingehouden bedrag zal worden verrekend nadat de bovenbedoelde bankgarantie zal zijn ontvangen en goedgekeurd. Binnen 14 dagen na afloop van de bankgarantie worden de ten behoeve van de bankgarantie overgelegde bescheiden aan de aannemer geretourneerd. Duur bankgarantie tot en met de onderhoudstermijn. |
01.02.44 | 01 | SCHADE AAN HET WERK SCHADE AAN HET WERK Indien schade is aangericht, is de aannemer gehouden de schade op eigen initiatief |
dan wel op aanzeggen van de directie zo spoedig mogelijk te herstellen zodat de tijdsplanning niet in gevaar komt. Indien buiten het werkterrein schade wordt aangericht, als deze schade het onvermijdelijke gevolg is van de uitvoering van de overeenkomst, dan is deze schade voor rekening van de aannemer. | ||
01.02.49 | 03 05 | BESLECHTING VAN GESCHILLEN BUITENGEWONE LEDEN SCHEIDSGERECHT Indien een der partijen zulks verlangt, wordt een der leden van het scheidsgerecht uit de buitengewone leden van de Raad van Arbitrage voor de Bouw gekozen dan wel door de voorzitter van die Raad benoemd. In dit geval bestaat het scheidsgerecht steeds uit drie leden. MEDIATION |
Indien partijen zulks overeenkomen, zullen in afwijking van het gestelde in paragraaf 49, lid 2 van de U.A.V. 2012, alle geschillen, welke ook - daaronder begrepen die, welke slechts door één der partijen als zodanig worden beschouwd - die naar aanleiding van de overeenkomst of van overeenkomsten, die daarvan een uitvloeisel mochten zijn, tussen opdrachtgever en aannemer mochten ontstaan ter beslechting worden onderworpen aan een mediationprocedure overeenkomstig het reglement van de Stichting Nederlands Mediation Instituut (NMI) te Rotterdam, zoals dat luidt op de dag waarop de overeenkomst waarop het geschil betrekking heeft, in werking trad. Indien mediation is geëindigd zonder dat door partijen overeenstemming is bereikt, zal het geschil worden beslecht door arbitrage als bedoeld in paragraaf 49, lid 2 van de U.A.V. 2012 | ||
01.03 | VERZEKERINGEN | |
01.03.10 | 01 | CAR-VERZEKERING DOOR DE AANNEMER CAR-VERZEKERING DOOR DE AANNEMER Onverminderd zijn aansprakelijkheid, sluit de aannemer een Constructie All-Risks (CAR-)verzekering af waarin gedekt dient te zijn, alle materiële schade en of verlies of vernietiging onverschillig de oorzaak daarvan. De keuze van verzekeraar(s) en de inhoud van de polis behoeven de goedkeuring van de opdrachtgever. De duur van de verzekering loopt van de aanvang van het (de) werk(en) tot en met de dag waarop het (de) werk(en) overeenkomstig paragraaf 10, lid 1 of lid 2 van de U.A.V 2012 als opgeleverd wordt (worden) beschouwd en, in geval van (een) overeengekomen onderhoudstermijn(en), in aansluiting daarop gedurende de overeengekomen onderhoudstermijn(en). De dekking omvat de volgende rubrieken met het daarbij genoemde eigen risico: - de werken: incl. schade resp. letsel aan derden. met een eigen risico van € 5000,-- per geval. - aansprakelijkheid, met een eigen risico van €5000,-- per geval. - bestaande eigendommen van de opdrachtgever. Onder deze rubriek wordt verzekerd alle materiële schade en verlies of vernietiging voor zover ontstaan door de uitvoering van het (de) werk(en), met een eigen risico van € 5000,-- per geval. - persoonlijke eigendommen van de verzekerden en van personeel van verzekerden, met een eigen risico van € 5000,-- per geval. - keten, loodsen, gereedschappen en hulpmaterieel, met een eigen risico van € 5000,-- per geval. - transport van bouwstoffen, met een eigen risico van € 5000,-- per geval. De polis vermeldt de aannemer als verzekeringnemer. Als verzekerden moeten uitdrukkelijk worden vermeld: - de opdrachtgever. - de aannemer(s). - de (interieur)architect(en) en adviseur(s). - de directie. De verzekering moet primair zijn. De eventuele verschuldigde afmakingscourtage bij schade uitkering moet in de verzekering zijn opgenomen. Het eigen risico komt ten laste van de partij voor wiens risico de schade is op grond van de overeenkomst. Het eigen risico geldt per gebeurtenis of reeks van gebeurtenissen welke uit een en dezelfde oorzaak voortvloeien. In de polis moet met betrekking tot de rubriek "aansprakelijkheid" een bepaling zijn opgenomen, waaruit blijkt dat de verzekerden en hun werknemers, ondergeschikten en personen voor wie de verzekerden aansprakelijk zijn, onderling en ten opzichte van elkaar als derden worden beschouwd. Vanaf de dag waarop het werk als opgeleverd wordt beschouwd overeenkomstig paragraaf 10, lid 1 of lid 2 van de U.A.V. 2012 tot en met de dag waarop de onderhoudstermijn(en) eindigt (eindigen), is de dekking beperkt tot materiële schade aan het (de) werk(en) en verlies of vernietiging ontstaan door het uitvoeren van de verplichtingen die voortvloeien uit de onderhoudstermijn(en) en materiële schade aan het (de) werk(en) en verlies of vernietiging welke zich openbaart na de dag van oplevering waarvan de oorzaak ligt: in de uitvoeringstermijn of de dag van oplevering. |
03 | OPZEGGING VERZEKERING |
04 | De aannemer zal bedingen dat, ingeval van opzegging van de polis, de desbetreffende verzekeraar, makelaar of tussenpersoon hiervan per aangetekende brief aan de verzekerden mededeling zal doen en dat de verzekering na verzending van bedoelde brief nog veertien dagen zal doorlopen, gedurende welke periode de opdrachtgever het recht heeft op kosten van de aannemer een nieuwe verzekering op dezelfde voorwaarden te sluiten. De uit dien hoofde betaalde premie en kosten worden op de aannemingssom ingehouden. BEWIJSSTUK VERZEKERING | |
05 | De aannemer overlegt het bewijsstuk, waaruit het sluiten van de verzekering blijkt, binnen veertien dagen na aanvang van het werk aan de opdrachtgever. DUUR VERZEKERING BIJ OPLEVERING IN DELEN | |
Voor de delen van het werk die, overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 1, lid 2 van de U.A.V. 2012 als afzonderlijk werk worden beschouwd, geldt dat de verzekering voor dat deel eindigt op de dag van oplevering van het betreffende onderdeel. | ||
01.04 | VERREKENING WIJZIGING KOSTEN EN PRIJZEN | |
01.04.10 | 01 | VERREKENING WIJZIGING KOSTEN EN PRIJZEN WIJZIGING KOSTEN EN PRIJZEN NIET VERREKENBAAR Niet verrekenbaar zijn wijzigingen van: - loonkosten. - materiaalprijzen. - brandstofprijzen. - huren. - vrachten. - stortkosten afval. - precario. |
01.05 | TEKENINGEN EN BEREKENINGEN | |
01.05.10 | 01 02 | TEKENINGEN EN BEREKENINGEN AANTALLEN Van de tekeningen en andere gegevens benodigd voor de uitvoering van het werk worden aan de aannemer, door de opdrachtgever, kosteloos kopieën verstrekt. Aantal: - 1 stuks op papier. Indien de aannemer meer exemplaren wenst, komen de kosten hiervan voor zijn rekening. VERANTWOORDELIJKHEID VOOR TEKENINGEN |
03 | De aannemer blijft, ook na goedkeuring door de directie, verantwoordelijk voor de door hem gemaakte tekeningen betreffende de constructies, werkwijze, maatvoering en dergelijke. WIJZIGINGEN IN TEKENINGEN | |
04 | Wanneer door de aannemer wijzigingen in de door hem gemaakte tekeningen worden aangebracht wordt dit op het origineel bij het onderschrift aangegeven door middel van een nummer- en datumwijziging. De aannemer registreert en distribueert deze tekeningen. Oudere versies van tekeningen komen daardoor te vervallen. Indien de aannemer zich niet met door de directie gewenste wijzigingen kan verenigen, deelt hij dit de directie schriftelijk mede. Deze mededeling dient binnen 8 dagen na ontvangst te geschieden. VERANTWOORDELIJKHEID VOOR BEREKENINGEN | |
09 | De aannemer blijft, ook na goedkeuring door de directie, verantwoordelijk voor de door hem gemaakte berekeningen. TEKENINGEN PROCEDURE | |
90 | De goedkeuringsprocedure van door of namens de aannemer vervaardigde tekeningen en berekeningen dient tijdig op gang te worden gebracht zodat voldoende tijd beschikbaar is ten behoeve van controle en eventuele keuring in de fabriek en/of op het werk. Voor de controle van door de directie te beoordelen gegevens in het gedetailleerde werkplan een periode van 6 werkdagen aanhouden (let op: de aannemer dient dit middels een planning vooraf aan te geven). Na retourneren van een door de directie voor akkoord getekend exemplaar, dient de aannemer de benodigde afdrukken met bijbehorende berekeningen in bij de desbetreffende overheidsinstanties ter verkrijging van de nodige vergunningen, tenzij in de desbetreffende paragraaf anders is bepaald. Aantal door de aannemer te verstrekken tekeningen/berekeningen: - 2 stuks, tenzij in de betreffende hoofdstukken anders aangegeven. CONTROLE |
Indien op bestektekening(en), overzichtsblad(en), berekeningen enzovoort hoeveelheden, aantallen en dergelijke staan vermeld, zijn deze slechts informatief.
De aannemer dient de aantallen op hun juistheid te controleren en kan geen rechten ontlenen aan eventuele onjuiste gegevens.
91 VOORWAARDEN CONTROLE TEKENINGEN AANNEMER/DERDEN
Tekeningen en/of stukken welke door de aannemer of voor hem werkzaam zijnde leveranciers/derden aan de directie ter controle worden aangeboden dienen onverkort te voldoen aan de volgende voorwaarden:
- tekeningen/stukken dienen een correcte maatvoering en een juiste bouwkundige/constructieve weergave van het bouwwerk te bevatten conform de laatste tekeningen van de architect/constructeur. De ter controle aangeboden tekeningen/stukken dienen derhalve door de aannemer te zijn gecontroleerd op bovenstaande afwijkingen alvorens deze aan de directie worden aangeboden.
- tekeningen/stukken zijn, voor zover dit tekeningen van onderdelen betreffen, voorzien van een duidelijk overzicht waar deze onderdelen zich exact in het bouwplan bevinden.
- tekeningen/stukken zijn voorzien van de stramienlijnen welke door de architect en/of constructeur zijn bepaald.
- maatvoering is opgebouwd uit deel- hoofd- en totaalmaatvoering. Maatvoering is tevens gerelateerd aan het stramienstelsel.
Indien ter controle aangeboden tekeningen/stukken afwijking(en) op bovenstaande voorwaarden bevatten zullen de tekeningen onverrichter zake worden geretourneerd. Eventuele hieruit volgende vertragingen/stagnaties/extra kosten zijn geheel voor rekening van de aannemer.
92 GOEDGEKEURDE TEKENINGEN EN BEREKENINGEN
De door de aannemer vervaardigde en door het gemeentelijk Bouw- en Woningtoezicht en de openbare Nutsbedrijven goedgekeurde tekeningen en berekeningen moeten aan de directie ter hand worden gesteld.
93 REVISIEBESCHEIDEN
Bij de oplevering verstrekt de aannemer revisiebescheiden en gebruiksvoorschriften van de in de werkbeschrijving genoemde onderdelen met vermelding van:
- nummer van het object met adres;
- beschrijving van het werk;
- tekeningnummer(s) met omschrijving van de tekening(en).
De gegevens dienen op papier verstrekt te worden in ordners met inhoudsopgave, in
tweevoud, en digitaal aangeleverd als DWG of DXF-en PDF bestanden, in overleg met de directie. Tijdstip van verstrekken:
- concept: binnen 2 weken na gereedkomen betreffende werkzaamheden.
- definitief: 2 weken voor de oplevering.
01.05.90 AANBIEDINGEN DOOR OF NAMENS AANNEMER
90 TEKENINGEN EN BEREKENINGEN
Tekeningen, berekeningen en overige stukken welke door of namens de aannemer ter controle, beoordeling of indiening bij de gemeentelijke dienst Bouw- en Woningtoezicht aan de bouwdirectie worden aangeboden dienen in witdruk verstrekt te worden. De bouwdirectie behoudt zich het recht voor om faxen, e-mail en welke andere vorm van elektronisch verkeer zonder opgave van redenen te weigeren. Het aanbieden van tekeningen en berekeningen (wit druk) ten behoeve van de indiening bij de gemeentelijke dienst Bouw- en Woningtoezicht dient in de volgende aantallen te geschieden:
- Ter controle directie: in 2-voud.
- Ten behoeve van de indiening: volgens bepalingen van de gemeentelijke dienst Bouw- en Woningtoezicht.
91 DIGITALE VERSTREKKING
Het door de architect vervaardigde geautomatiseerde tekenwerk benodigd voor de uitvoering van het werk wordt de aannemer eenmalig (DWG en PDF bestand) verstrekt. Indien de aannemer, onderaannemers en/of derden
gebruik wensen te maken van door de (hoofd)constructeur vervaardigd onderliggend geautomatiseerd tekenwerk kunnen de bestanden hiervan eenmalig worden opgevraagd. De bestanden worden dan geleverd in DWG-formaat en digitaal verzonden. Bij verstrekking in andere vorm of formaat zullen de kosten per geval worden vastgesteld en door de aannemer in rekening worden gebracht. Alle verdere distributie van de bestanden t.b.v. onderaannemers en derden geschiedt door de aannemer. De directie wijst erop dat met betrekking tot de door haar verstrekte digitale informatie:
- Zij niet aansprakelijk is voor oneigenlijk gebruik van de verstrekte digitale informatie;
- Er geen rechten kunnen worden ontleend aan de verstrekte digitale informatie;
- Uitsluitend gebruikt mag worden ten behoeve van het desbetreffende project;
- Auteursrecht op de informatie van toepassing is.
92 TEKENINGENLIJST
Alle tekeningen welke bij de bouwdirectie ter controle of ter indiening bij officiële instanties worden aangeboden dienen vergezeld te gaan van een bijgewerkte tekeningenlijst. | ||
93 94 | WIJZIGING BOUWKUNDIGE UITGANGSPUNTEN Alle kosten voortvloeiend uit wijzigingen van de bouwkundige uitgangspunten op verzoek van de aannemer komen voor rekening van de aannemer en kunnen op de aanneemsom in mindering worden gebracht. WIJZIGING CONSTRUCTIE | |
Alle kosten voortvloeiend uit wijzigingen van de constructie op verzoek van de aannemer komen voor rekening van de aannemer en kunnen op de aanneemsom in mindering worden gebracht. | ||
01.06 | ARBEIDSOMSTANDIGHEDEN | |
01.06.10 | 01 02 | ARBEIDSOMSTANDIGHEDEN VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSPLAN Het veiligheids- en gezondheidsplan (V&G-plan) als bedoeld in artikel 2.27 van het Arbeidsomstandighedenbesluit maakt deel uit van dit bestek. AANSTELLING V&G-COÖRDINATOR VOOR DE UITVOERINGSFASE |
90 | Ingevolge het bepaalde in artikel 2.37 van het Arbeidsomstandighedenbesluit stelt de aannemer één of meer coördinatoren (V&G-coördinatoren) voor de uitvoeringsfase aan. Deze coördinator(en) geeft (geven) uitvoering aan de coördinatietaken genoemd in artikel 2.34 van het Arbeidsomstandighedenbesluit. VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSPLAN | |
Het veiligheids- en gezondheidsplan (V&G-plan) ontwerpfase als bedoeld in artikel 2.27 van het Arbeidsomstandighedenbesluit maakt deel uit van dit bestek. Het veiligheids- en gezondheidsplan uitvoeringsfase dient door de aannemer te worden vervaardigd conform de vigerende voorschriften. Aantal te verstrekken exemplaren: - ter goedkeuring (st.): 2. - goedgekeurde (st.): 2. Tijdstip van verstrekking: - binnen 10 werkdagen na gunning van het werk. |
BOUWPLAATSVOORZIENINGEN | ||
05.00 | ALGEMEEN | |
05.00.10 | 09 | BEGRIPPEN: ALGEMEEN NORMEN, VOORSCHRIFTEN EN RICHTLIJNEN De navolgende normen, voorschriften en richtlijnen zijn van toepassing: - NEN 2887:1990 nl Maximaal toelaatbare maatafwijkingen voor het uitzetten op de bouwplaats. |
05.00.24 | 01 02 | EISEN EN UITVOERING: BOUWPLAATSINRICHTING INDELING EN GEBRUIK WERKTERREIN Ten aanzien van de indeling en het gebruik van het werkterrein gelden de volgende beperkingen: - er mag geen overlast veroorzaakt worden door gebruik van audio-/geluidsapparatuur. Het gebruik van audio-/geluidsapparatuur kan door de directie worden beperkt of verboden. - het gebruik van alcoholhoudende dranken en/of verdovende middelen op het bouwterrein is verboden. Het betreden van of het werken op het bouwterrein onder invloed van alcohol of verdovende middelen is eveneens verboden. - de directie is bevoegd op door haar aan te geven plaatsen en tijden een rookverbod te vestigen. - het personeel van de aannemer, onderaannemers of derden mag zich uitsluitend ophouden op die plaatsen waar de werkzaamheden zulks vorderen. - zorg voor een goede opslag van materialen op het werk. - voorkom zwerfvuil. AFVOER VAN AFVAL |
03 | Bouwplaats afval scheiden in: - (gevaarlijke) afvalstoffen, als bedoeld in de Regeling Europese afvalstoffenlijst - steenwol. - glaswol. - overig afval. - metalen. - massief hout zonder verduurzamingmiddelen. - vlak glas. - papier en karton (emballage). - PVC- en PE-leidingen. - gips(houdende) producten. Bouwplaats afval afvoeren van het werkterrein. Frequentie van afvoer: regelmatig in zoveel mogelijk volle containers, e.e.a. vast te leggen in de 1e bouwvergadering. Te verstrekken gegevens: - stortingsbewijs van een door de overheid erkende stortplaats. VERBRANDEN VUIL EN ANDERE MATERIALEN | |
04 | Het verbranden van vuil en andere materialen op het werkterrein is niet toegestaan. AFVOER PUIN, AFVAL EN VERPAKKINGSMATERIAAL | |
09 | Het afvoeren van puin, afval en verpakkingsmateriaal van derden behoort tot de verplichtingen van de aannemer. Voor het verzamelen van puin, afval en verpakkingsmateriaal moeten op nader aan te wijzen plaatsen vuilcontainers worden geplaatst. Het puin, afval en verpakkingsmateriaal moet regelmatig door de aannemer van het werkterrein worden afgevoerd. VERONTREINIGING VAN OPENBARE WEGEN EN DERGELIJKE | |
90 | Verontreinigingen van openbare wegen en van het terrein door uitvoering van de werkzaamheden van de aannemer moeten regelmatig worden verwijderd, tenminste aan het einde van elke werkdag. KOSTEN SCHEIDEN EN AFVOER BOUWAFVAL | |
93 | Alle kosten van vuilcontainers, het scheiden, afvoeren en verwerken van afval zijn voor rekening van de aannemer. Hierin is begrepen het afval van derden. De aannemer treedt coördinerend op inzake de totale gescheiden afvalafvoer voor het gehele project. De aanneemsom omvat mede vergoeding van alle kosten ter zake. Verhoging van desbetreffende kosten zijn integraal voor rekening en risico van de aannemer. BODEMVERVUILING | |
Schoonmaakkosten als gevolg van bodemverontreiniging veroorzaakt tijdens de uitvoering van het werk, zijn voor rekening van de aannemer. | ||
05.00.30 | 03 | INFORMATIE-OVERDRACHT: ALGEMEEN RECLAME VAN DE AANNEMER Het ontwerp van de reclame en de plaats van borden moet voor de plaatsing ervan de |
04 | goedkeuring van de directie hebben. KOSTEN ONTTREKKING GRONDWATER, AANNEMER | |
09 | Voor rekening van de aannemer zijn: - de kosten van de vergunning en de heffing wegens het onttrekken en lozen van grondwater en van de aanslag wegens de geloosde hoeveelheid grondwater. KOSTEN BOUWLEIDINGEN EN VOORZIENINGEN | |
Aanvragen van riolering, telefoon, energie (gas/elektra) en water, alsmede alle hiervoor noodzakelijke kosten zijn volledig voor rekening van de aannemer. De kosten voor het gebruik, riolering, telefoon, energie (gas/elektra) en water, zijn voor rekening van de aannemer. | ||
05.00.40 | 09 | RISICOVERDELING EN GARANTIES: ALGEMEEN SCHADE DOOR NIET SCHOON OPLEVEREN Schade als gevolg van het niet voldoende schoon opleveren van het werk c.q. onderdelen van het werk, is voor rekening van de aannemer. |
90 | AANSPRAKELIJKHEID BODEMVERVUILING De opdrachtgever sluit iedere aansprakelijkheid uit voor eventuele bodemverontreiniging, veroorzaakt tijdens de uitvoering van de bouw. De aannemer zal de schade vergoeden die de opdrachtgever lijdt ten gevolge van een dergelijke verontreiniging. De aannemer vrijwaart de opdrachtgever ter zake voor aanspraken van derden. | |
05.00.55 | 01 02 | BIJBEHORENDE VERPLICHTINGEN: MAATVOERING CONTROLE OP MAATAFWIJKINGEN De aannemer moet de directie tijdig in kennis stellen van de tijdstippen waarop controle op maatafwijkingen plaatsvinden. CONTROLEMETING |
09 | De aannemer moet de directie tijdig in kennis stellen van de tijdstippen waarop controlemetingen plaatsvinden. MAATVOERING | |
91 | Alle maten zijn op de tekeningen zo nauwkeurig mogelijk aangegeven, doch moeten door de aannemer op het werk gecontroleerd worden. De aannemer kan geen rechten ontlenen aan eventuele onjuiste gegevens. MAATVOERINGSPLAN | |
92 | De aannemer maakt een maatvoeringsplan ter goedkeuring van de directie, waarin is aangegeven op welke wijze de in dit bestek vereiste toleranties zullen worden gerealiseerd. Detaillering van aansluitconstructies afstemmen op de toelaatbare vervaardiging- en plaatsingstoleranties en ter goedkeuring aan de directie voorleggen. Goedkeuring van de detaillering door de directie ontheft de aannemer niet van zijn verplichtingen het werk overeenkomstig de in het bestek en de daarbij behorende normen genoemde toleranties op te leveren. De toleranties gelden voor de maatvoering in de voltooide constructies. CONTROLEPLAN MAATVOERING/TOLERANTIES | |
93 | De aannemer stelt een plan op voor regelmatige controle van voorgeschreven, dan wel overeengekomen maten, peilmaten en toleranties. Overeenkomstig dit plan overlegt de aannemer de resultaten van controlemetingen aan de directie, tezamen met voorstellen om geconstateerde overschrijdingen te corrigeren. De directie beslist over de bij afwijkingen van maten, peilmaten resp. overschrijding van toleranties te nemen maatregelen, waarbij zij door de aannemer voorgestelde oplossingen mede in overweging neemt. CONTROLE MAATVOERING VOORAF VERVAARDIGDE DELEN | |
94 | Controle van maatvoering in het werk voorafgaand aan het vooraf vervaardigen van onderdelen in werkplaatsen en/of fabrieken behoort tot de verplichting van de aannemer. MAATAFWIJKINGEN | |
Maatafwijkingen tussen de maten op de werktekeningen en bestektekeningen en tussen de in het bestek genoemde maten en de werktekeningen zullen de aannemer, noch de opdrachtgever, recht geven op verrekening van mogelijk daaruit voortvloeiende meerdere of mindere kosten. | ||
05.00.60 | 90 | BOUWSTOFFEN: ALGEMEEN TIJDELIJKE VOORZIENINGEN De aannemer dient bij dreiging van regen, vorst, sneeuw of ijzel al die maatregelen te treffen, welke dienstig zijn om de uitvoering en voortgang van het werk, hieronder mede begrepen de werkzaamheden door installateurs, gedurende de verschillende jaargetijden zoveel mogelijk te bevorderen. Deze maatregelen hebben in hoofdzaak betrekking op: - vroegtijdig afdekken van de te verwerken materialen. |
- het vorstvrij houden van waterleidingen.
- een doelmatige werkverlichting op plaatsen van in uitvoering zijnde werken.
- het ijs- en sneeuwvrij houden van toegangswegen, ladders en steigers.
- overige maatregelen op aanwijzing van de directie.
91 OPSLAG BOUWSTOFFEN
Het is niet toegestaan bouwstoffen in gedeeltelijk gereedgekomen ruimtes op te slaan, tenzij hiervoor goedkeuring van de directie is verkregen.
05.31 LOODSEN EN KETEN
05.31.10-a BOUWKEET
0. BOUWKEET Ruimte(n):
- toilet- en schaftruimte ten behoeve van de derden. Afmetingen, inrichting volgens voorschriften. Genoemde ruimten mogen geïntegreerd worden in de bouwkeet ten behoeve van het eigen personeel van de aannemer. In overleg met de directie kan er toe besloten worden om, door de directie aan te wijzen ruimtes, tijdelijk als verblijf en sanitair te gebruiken.
.01 TIJDELIJKE VOORZIENING
- De sanitair- en schaftvoorzieningen.
05.32 BESCHIKBAARSTELLING MATERIEEL
05.32.19-a VEILIGHEIDS- EN BESCHERMINGSMIDDELEN
0. VEILIGHEIDS- EN BESCHERMINGSMIDDELEN
Op verzoek van de directie dient de aannemer kosteloos beschikbaar te stellen:
- voldoende veiligheidshelmen.
- voldoende veiligheidslaarzen.
- een EHBO-trommel.
Tijdsduur: vanaf aanvang werk t/m de oplevering.
.01 TIJDELIJKE VOORZIENING
- De diverse veiligheids- en beschermingsmiddelen t.b.v. de directie, adviseurs en bezoekers.
05.32.20-a INSTRUMENT
0. INSTRUMENT, BESCHIKBAARSTELLING Waterpasinstrument met toebehoren. Theodoliet met toebehoren.
Meetlint, geijkt 30 m1.
Minimum-/maximum thermometer en hygrometer in weerhuisje. Wapeningsdetector.
Laagdiktemeter voor verf, lak op metalen en hout. Vochtmeter.
Meetinstrumenten (gekalibreerd) t.b.v. beproeven installaties. Tijdsduur: zolang en als de directie dit nodig acht.
De beschikbaarstelling dient kosteloos te geschieden.
.01 BOUWDELEN/INSTALLATIEDELEN, ALGEMEEN
- Instrumenten ten behoeve van de directie.
05.34 SCHOONMAKEN EN PREVENTIEF ONDERHOUD NIEUW WERK
05.34.10-a VERWIJDEREN VERONTREINIGINGEN NIEUW WERK
0. SCHOONMAKEN
Door de aannemer dient, in overleg met de directie, op de volgende wijze te worden schoongemaakt:
- kruipruimte(n) schoon van puin, afval x.x. xxxxxxxxx.
- stukadoorwerken schoonmaken.
- tegelvloeren dweilen.
- overig tegelwerk, schilderwerk op hout en metaal nat afnemen.
- sanitair, verwarmingslichamen, apparatuur en appendages schoonmaken, stickers en dergelijke volledig verwijderen en krasvrij opleveren.
- ruiten binnen- en buiten wassen en zemen, stickers en dergelijke verwijderen en krasvrij opleveren.
- corrosievast stalen-, geanodiseerd aluminium-, gemoffelde en geëmailleerde onderdelen nat afnemen en krasvrij opleveren.
- mortelresten verwijderen.
- goten en afvoerleidingen door- en schoonspoelen.
- kabelgoten, kanalen, kokers, putten e.d. schoon van puin, afval e.d. opleveren.
- het terrein schoonmaken, opruimen en zonodig terugbrengen in de staat waarin het bij beschikbaarstelling verkeerde (zonodig herstraten), e.e.a. in nauw overleg met en
ter goedkeuring van de directie en de betreffende gemeentelijke dienst. Tijdstip: vlak voor de oplevering. Xxxxxx als gevolg van het niet schoon opleveren van het werk is voor rekening van de aannemer.
.01 GEBOUW
- Schoonmaken van alle ruimten.
.02 TERREIN
- Schoonmaken van het (werk-)terrein waarin en/of waarop werkzaamheden zijn verricht.
05.41 INRICHTING WERKTERREIN
05.41.11-a WERKTERREININRICHTINGSPLAN
0. WERKTERREININRICHTINGSPLAN Te verstrekken door de aannemer.
Het moet de volgende gegevens bevatten:
Plaatsaanduiding van:
- keten en loodsen. (indien van toepassing zijnde)
- bouwaansluitingen.
- materiaalopslag, afvalcontainers en dergelijke.
- los-, laad- en bewerkingsplaatsen voor bouwmaterialen, onderdelen e.d.
- bouwwegen.
- afrasteringen.
- bouwmachines.
- bouwkranen.
- in het terrein aanwezige en/of geplande (bouw)leidingen, kabels, zwerfkasten, tussenmeters en dergelijke.
- terreinbelending(en).
- leidingtrace's NUTS-leidingen.
- parkeervoorzieningen bouwplaats personeel, de directie en haar bezoekers.
- plaats reclamebord.
Tijdstip indiening: zsm ivm aanvraag sloopvergunning.
Het werkterreininrichtingsplan behoeft de goedkeuring van de betreffende gemeentelijke dienst en de directie.
De kosten voor het verkrijgen van goedkeuring zijn voor rekening van de aannemer. Aantal te verstrekken exemplaren:
- ter goedkeuring (st.): 2. (Op papier)
- goedgekeurde (st.): 2. (Op papier en digitaal (pdf))
.01 BOUWDELEN/INSTALLATIEDELEN, ALGEMEEN
- Het werkterreininrichtingsplan ten behoeve van het werk.
05.41.12-a VERKEERSCIRCULATIEPLAN
0. VERKEERSCIRCULATIEPLAN Te verstrekken door de aannemer.
Het moet de volgende gegevens bevatten:
- de toe- en afvoerroutes naar het werkterrein.
- de eventuele verkeersmaatregelen op en om het werkterrein.
- de eventuele verkeermaatregelen op de openbare weg, buiten het werkterrein, e.e.a. ter goedkeuring van en in overleg met de betreffende gemeentelijke instanties.
Aantal te verstrekken exemplaren:
- ter goedkeuring (st.): 2. (Op papier)
- goedgekeurde (st.): 2. (Op papier en digitaal (pdf)) Tijdstip indiening: zsm ivm aanvraag sloopvergunning.
.01 BOUWDELEN/INSTALLATIEDELEN, ALGEMEEN
- Het verkeerscirculatieplan ten behoeve van het werk.
05.42 AFSLUITINGEN EN RECLAME
05.42.11-a BOUWAFRASTERING
0. BOUWAFRASTERING Hoogte (m): 2,0
Openingen/uitvoering: technische uitwerking door aannemer, ter goedkeuring gemeente. Te rekenen op het verzorgen van een deugdelijke afsluiting.
Voorziening rondom afrastering bouwterrein:
- bordjes "verboden toegang voor onbevoegden", h.o.h. 10 m bevestigd aan het hekwerk.
Tijdstip van verwijderen: voor oplevering.
Ongeacht het in het bestek omschreven en omtrent afscheidingen blijft de aannemer de volle verantwoordelijkheid houden voor schade en diefstal.
.01 TIJDELIJKE VOORZIENING
- De bouwafrastering om het bouwterrein, in overleg met en ter goedkeuring van de directie.
.02 TIJDELIJKE VOORZIENING
- De hekken ter bescherming van de bomen.
05.42.31-a NAAMSAANDUIDING XXXXXXXXXX
0. NAAMSAANDUIDING BOUWPLAATS
Vorm: standaard reclamebord van de opdrachtgever, te leveren door de leverancier van de opdrachtgever voor rekening van de aannemer
Afmetingen (mm): volgens nadere opgave. Tijdstip van verwijderen: bij de oplevering.
Door de aannemer dient het bord op een goed zichtbare en voor het publiek moeilijk bereikbare plaats op het bouwterrein te worden geplaatst op een daartoe geschikte onderconstructie. De onderkant van het reclamebord ligt op ca. 2000 mm boven het maaiveld. De aannemer dient het reclamebord in goede staat te onderhouden. Indien de werkterreininrichting dit vereist dient het bouwbord door en voor rekening van de aannemer te worden verplaats.
.01 TIJDELIJKE VOORZIENING
- Het reclamebord op een nader te bepalen plaats op het bouwterrein te plaatsen.
05.43 TIJDELIJKE TERREINVERHARDINGEN
05.43.30-a XXXXXXXXXX
0. TIJDELIJKE STRAATWERK Bestratingmaterialen: ter keuze aannemer.
Toegangsroute in overleg met de gemeente en de directie bepalen. De aannemer draagt zorg voor een goede toegankelijkheid van de bouwplaats, de keten (ook die van onderaannemers) d.m.v. bouwwegen. Gedurende de uitvoering van het werk de
bouwwegen in goede staat houden. Schade aan de aanwezige bestratingsmaterialen en de evt. in het terrein aanwezige leidingen is voor rekening van de aannemer.
.01 TIJDELIJKE VOORZIENING
- De tijdelijke verharding vanaf de openbare weg tot aan de keten.
10.00 ALGEMEEN
10.00.10 BEGRIPPEN: ALGEMEEN
09 NORMEN, VOORSCHRIFTEN EN RICHTLIJNEN
De navolgende normen, voorschriften en richtlijnen zijn van toepassing:
NEN 2770 Gevelsteigers, bestaande uit geprefabriceerde onderdelen. De materialen, bouwelementen, afmetingen, constructie-eisen en veiligheidseisen NEN-EN 1210-1 Gevelsteigers vervaardigd van geprefabriceerde delen
90 vrijkomende bouwstoffen en bouwdelen gescheiden afvoeren en aanbieden. Te verstrekken gegevens:
- stortingsbewijs van een door de overheid erkende stortplaats.
10.00.20 EISEN EN UITVOERING: sloopwerk
01 EISEN EN UITVOERING: sloopwerk
Het sloopwerk dient zorgvuldig te geschieden. Schade aan omliggende bouwdelen dient spoedig, zorgvuldig en kosteloos hersteld te worden.
- De aannemer draagt xxxx voor deugdelijke hulpconstructies, al dan niet tijdelijk van aard.
- De aannemer wordt aansprakelijk gehouden door materiële en immateriële schade als gevolg van onzorgvuldig sloopwerk.
02 het vrijkomende sloopafval dient gescheiden opgeslagen te worden.
Indien het materiaal niet hergebruikt kan worden is de aannemer verantwoordelijk voor het gescheiden afvoeren en aanbieden van het sloopafval.
10.00.30 INFORMATIE OVERDRACHT ALGEMEEN:
01 CONSTRUCTIEGEGEVENS
Er mag niet aan het sloopwerk begonnen worden alvorens de aannemer zich er van overtuigd heeft alle constructieve, door de constructeur verstrekte, gegevens ter beschikking heeft. Indien de constructeur in opdracht van de aannemer staat dient de aannemer voorafgaande aan de sloopwerken, in drievoud, de directie van deze gegevens te voorzien. Schriftelijk en ondertekend door de constructeur.
06 MELDING AANVANG SLOOPWERKZAAMHEDEN:
tenminste twee dagen voor aanvang van de sloopwerkzaamheden dient de aannemer de directie op de hoogte te stellen. Indien nodig, stelt de aannemer ook de gemeente hiervan op de hoogte.
09 INDIENING BESCHEIDEN:
Het indienen van de bescheiden bij Bouw- en Woningtoezicht wordt door de constructeur van de aannemer verzorgd.
90 GOEDKEURING TEKENINGEN EN BEREKENINGEN
De constructeur zal zorg dragen voor het verkrijgen van goedkeuring op de tekeningen en berekeningen bij de gemeentelijke dienst Bouw- en Woningtoezicht (Toezicht en Handhaving). De door de directie goedgekeurde tekeningen en berekeningen dienen maximaal 3 weken voor aanvang van de productie van de onderdelen in bezit van de directie te zijn. Het paraferen van de hierboven bedoelde stukken door de directie ontheft de aannemer niet van zijn verantwoordelijkheid zoals die voor juiste maatvoering, detaillering, goede werking en goede uitvoering gelden. | ||
10.31.10 | 0. 1 | GEBOUW DELEN: BESTAAND PAND Het bestaande pand dient geheel gesloopt en afgevoerd te worden, inclusief oude rioolleidingen, funderingen en overig leidingwerk. verwijderen en afvoeren van gedeeltelijke gevel naar bestaande pand volgen tekening. |
.01 .05 | GEVELDELEN Eea volgens goedgekeurde tekening GEBOUW | |
- - Alle niet nader genoemde of op tekening aangegeven te verwijderen delen, doorvoeren e.d. voortkomende uit de technische uitwerking van de aannemer en noodzakelijk voor een goede en degelijke constructie. | ||
10.41.10 | 0. .01 | SANITAIR: SANITAIR Het verwijderen en afvoeren van het aanwezige sanitair. Het deugdelijk afsluiten en afdoppen van aanwezig leidingwerk. En het verwijderen en afvoeren van leidingwerk. SANITAIR |
10.51.10 | - Gehele pand GAS: | |
0. .01 | GAS Bestaande aansluiting handhaven en hergebruiken in de nieuw te bouwen woning. GAS | |
- Bestaande aansluiting |
12.00 ALGEMEEN
12.00.20 EISEN EN UITVOERING: ALGEMEEN
01. SCHOONGROND VERKLARING
Indien er grond afgevoerd dient te worden draagt de aannemer zelf op voor de zorg van een schoon grond verklaring. Storting van grond dient allen te geschieden bij gecertifieerde grondverwerkers. Aannemer draagt zorg voor de kosten en het leveren van een stortingsbewijs.
90. VOORZIENINGEN T.B.V. AANWEZIGE CONSTRUCTIES
Bij ontgraven en verwerken van grond o.d. maatregelen treffen ter voorkoming van het uit de richting drukken van heipalen en of andere constructies.
12.00.30 INFORMATIE-OVERDRACHT: ALGEMEEN
01 MELDING AANVANG
De aannemer moet de directie tijdig melden wanneer een aanvang wordt gemaakt met de werkzaamheden en wanneer de volgende bewerking plaats vindt.
12.00.60 BOUWSTOFFEN: ALGEMEEN
19. OVERTOLLIGE GROND AFVOEREN
Overtollige grond dient door de aannemer te worden afgevoerd.
De aannemer verzorgt de noodzakelijke keuringen (AP-04 keuring conform het Bouwstoffenbesluit). Alle kosten voor het afvoeren, onderzoeken, keuren en in depot stellen van grond zijn voor risico en rekening van de aannemer.
90. GROND VOOR AANVULLEN
Voor aanvullen bestemde grond dient te worden geleverd met een schoongrondverklaring.
12.30 BOUWRIJP MAKEN
12.30.10-a VERWIJDEREN VAN BEPLANTING
0.1 VERWIJDEREN VAN BEPLANTING Verwijderen van beplanting
Struiken, onkruid, beplanting, stronken. Verwijderen tot een diepte van onder de wortels (rooien).
Na het verwijderen de ontstane gaten vullen met grond. Afkomend materiaal afvoeren.
.01 ONVERHARD TERREIN
- Ter plaatse van het werkterrein. 12.30.20-a VERWIJDEREN VAN OBSTAKEL
0.1 VERWIJDEREN VAN OBSTAKEL Verwijderen van obstakel
- zwerfafval, puin en vuilnis.
Na het verwijderen de ontstane gaten vullen. Afvoeren.
.01 ONVERHARD TERREIN
- Ter plaatse van het werkterrein. 12.30.30-a OPSCHONEN VAN HET TERREIN
0.1 OPSCHONEN VAN HET TERREIN
.01 ONVERHARD TERREIN
- Ter plaatse van het werkterrein.
12.40 ONTGRAVEN VAN GROND
12.40.10-a ONTGRAVEN VAN GROND
0.1 ONTGRAVEN VAN GROND Ontgraven van grond
Grondsoorten gescheiden ontgraven. Handmatig ontgraven bij bestaande leidingen.
Vlakheid van de bodem van de ontgraving: vlak
zodanig dat funderingswerkzaamheden kunnen plaatsvinden.
Uitkomende grond opslaan in depot. Maximum hoogte depot: 3 meter.
Ontgravingsdiepte: vanaf maaiveld tot aanlegdiepte
xxx xx xxxxxxxxx of zoveel dieper als de verloren bekisting.
.01 ONVERHARD TERREIN
- Ter plaatse van de bouwput. 12.40.10-b ONTGRAVEN VAN GROND
0.1 ONTGRAVEN VAN GROND Ontgraven van grond
Grondsoorten gescheiden ontgraven. Handmatig ontgraven bij bestaande leidingen. Uitkomende grond opslaan in depot.
Maximum hoogte depot: 3 meter.
Ontgravingsdiepte: 400 mm onder de straatlaag van de terreinbestrating.
.01 ONVERHARD TERREIN
- Ter plaatse van bestrating. 12.40.10-c ONTGRAVEN VAN GROND
0.1 ONTGRAVEN VAN GROND Ontgraven van grond
Grondsoorten gescheiden ontgraven. Handmatig ontgraven bij bestaande leidingen. Uitkomende grond opslaan in depot.
Maximum hoogte depot: 3 meter. Ontgravingsdiepte sleufbodem: tot aanlegdiepte terreinleiding.
.01 ONVERHARD TERREIN
- Ter plaatse van terreinleidingen.
12.50 VERWERKEN VAN GROND EN GRONDVERVANGENDE MATERIALEN
12.50.10-a VERWERKEN VAN GROND, GROND
0.1 VERWERKEN VAN GROND Verwerken van grond Laagdikte (m):
- tot teelgrondlaag of zandbed.
De bij het ontgraven gescheiden gehouden grondsoorten zoveel mogelijk op hun oorspronkelijke plaats terug brengen.
1. GROND
Te leveren grond, voor zover deze niet aan het werk kan worden ontleend.
4. VERDICHTEN VAN GROND Verdichten van grond Xxxxxxxxx(n) (m): 0,3. Verdichtingsgraad per laag:
- gemiddeld (%): 98.
- met een minimum (%): 93.
De verdichtingsgraad moet aanwezig zijn juist voor de aanvang van de daarop volgende werkzaamheden.
.01 ONVERHARD TERREIN
- Ter plaatse van langs de fundering.
12.50.10-b VERWERKEN VAN GROND, GROND
0.1 VERWERKEN VAN GROND Verwerken van grond Laagdikte (m):
- tot teelgrondlaag of zandbed.
De bij het ontgraven gescheiden gehouden grondsoorten zoveel mogelijk op hun oorspronkelijke
plaats terug brengen.
1. GROND
Te leveren grond, voor zover deze niet aan het werk kan worden ontleend.
2. VERDICHTEN VAN GROND Verdichten van grond
Laagdikte(n) (m): tot teelgrondlaag of zandbed. Verdichtingsgraad per laag:
- gemiddeld (%): 98.
- met een minimum (%): 93.
- proctordichtheid: kleiner dan 75%.
De verdichtingsgraad moet aanwezig zijn juist voor de aanvang van de daarop volgende werkzaamheden.
.01 ONVERHARD TERREIN
- Ter plaatse van leidingsleuven 12.50.11-a VERWERKEN VAN GROND, ZAND
0. VERWERK1EN VAN GROND Verwerken van grond Laagdikte (m): 0.1.
De bij het ontgraven gescheiden gehouden grondsoorten zoveel mogelijk op hun oorspronkelijke plaats terug brengen.
Profiel: vlak aangeharkt en tegen de fundering opgezet.
1. STRAATZAND Straatzand
Te leveren zand, voor zover dit niet aan het werk kan worden ontleend.
.01 | BODEMAFSLUITING - Ter plaatse van de kelder. | |
BUITENRIOLERING EN DRAINAGE | ||
14.00 | ALGEMEEN | |
14.00.20 | 90. 91. | EISEN EN UITVOERING: ALGEMEEN ONTSTOPPINGSSTUKKEN In rioleringsleidingen langer dan 20 m1 en bij alle hoekstukken, ontstoppingsstukken aanbrengen, zodanig dat de gehele riolering gereinigd kan worden. Ontstoppingsstukken voorzien van een schroefdeksel. TIJDELIJKE AANSLUITING |
92. | Aan het einde van een dagproductie de einden van het in aanleg zijnde stelsel tijdelijk afsluiten. DRAINAGE-LEIDINGEN | |
De drainageleidingen leggen volgens strakke rechte of regelmatig gebogen lijnen. Drainageleidingen voorzien van voldoende inspectieputten en ontstoppingsstukken. | ||
14.00.30 | 01. 02. | INFORMATIE-OVERDRACHT: ALGEMEEN AANSLUITING OP OPENBAAR RIOOL De aansluiting van de hemelwaterafvoeren en de riolering op het openbaar riool wordt door derden verzorgd. Plaats van aansluiting 0,5 m buiten de erfgrens eindigend met een ontstoppingsstuk. E.e.a. uitvoeren conform plaatselijke eisen. De aannemer neemt tijdig contact op met Gemeentelijke diensten over de aard en de plaats van de aansluitingen op het openbare rioleringsnet. GOEDKEURING INSTALLATIES |
03. | De aannemer zorgt voor de goedkeuring van de daarvoor in aanmerking komende installaties of delen hiervan door: -de daartoe bevoegde afdelingen van de gemeente. De kosten van keuring zijn voor rekening van de aannemer. De kosten voor het verkrijgen van goedkeuring zijn voor rekening van de aannemer. AANSLUITKOSTEN | |
Voor rekening van de aannemer zijn de aansluitkosten van: Tijdelijke aansluitkosten op het gemeenteriool. |
De definitieve aansluitkosten zijn voor rekening van de opdrachtgever. De aannemer mag tijdens de bouw/renovatiewerkzaamheden deze aansluitingen tijdelijk gebruiken. | ||
14.00.32 | 04. | INFORMATIE-OVERDRACHT: REVISIEBESCHEIDEN REVISIETEKENING BUITENRIOLERING/DRAINAGE Door de aannemer te vervaardigen revisietekening(en): Op de tekening(en) moet zijn aangegeven: - het leidingbeloop met diameters van riolering- en drainageleidingen - het materiaal van de leiding - de plaats van vuilwaterpompunits alsmede merk, type en capaciteit - plaats, type en capaciteit van putten en afscheiders De gegevens moeten worden vastgelegd voordat de onderdelen aan het zicht zijn onttrokken. Tekeningdrager: op papier en digitaal in dwg formaat. Aantal te verstrekken exemplaren: - ter goedkeuring: 2. - goedgekeurde: 2. Tijdstip van levering: bij de oplevering |
14.00.40 | 01. | RISICOVERDELING EN GARANTIES: ALGEMEEN TE GARANDEREN ONDERDELEN Voor de volgende onderdelen wordt een garantie verlangd die moet gelden vanaf het gereedkomen van het onderdeel tot aan de oplevering van het werk en in aansluiting daarop gedurende de vermelde periode. Onderdeel: buiten riolering en drainage - te garanderen door: de aannemer - periode: 5 aaneengesloten jaren |
TERREINVERHARDINGEN | ||
15.00 | ALGEMEEN | |
15.00.20 | 90. | EISEN EN UITVOERING: ALGEMEEN AANLEG OP AFSCHOT De bestrating op afschot, minimaal 10 mm per m1, aanbrengen naar openbaar gebied en/of straatkolk, zodat een goede afwatering verkregen wordt. |
15.00.40 | 02. | RISICOVERDELING EN GARANTIES: ALGEMEEN TE GARANDEREN ONDERDELEN Voor de volgende onderdelen wordt een garantie verlangd die moet gelden vanaf het gereedkomen van het onderdeel tot aan de oplevering van het werk en in aansluiting daarop gedurende de vermelde periode. Onderdeel: de totale bestrating - te garanderen door: de aannemer - periode: 2 jaar |
15.00.70 | 90. 91. | MEET- EN VERREKENMETHODEN: ALGEMEEN AFWIJKING VLAKHEID De afwijking van de vlakheid in de langsrichting van straatwerk wordt gemeten onder een rei met een lengte van 3 meter. AFWIJKING LANGS- EN DWARSPROFIEL |
De afwijking ten opzichte van het voorgeschreven langs- en dwarsprofiel van straatwerk wordt gemeten door middel van waterpassing. | ||
BEPLANTING | ||
16.00 | ALGEMEEN | |
16.00.10 | BEGRIPPEN: ALGEMEEN | |
16.00.32 | 01. | INFORMATIE-OVERDRACHT: ONDERHOUDSTERMIJN ONDERHOUDSTERMIJN BEPLANTING Voor beplanting geldt de navolgende onderhoudstermijn: - aanvang: bij oplevering werk, tot na een volledig groeiseizoen |
- einde: na een volledig groeiseizoen Garantie op inboet: - duur: 1 jaar doch minimaal een volledig groeiseizoen | ||
16.00.40 | 02. | RISICOVERDELING EN GARANTIES: ALGEMEEN TE GARANDEREN ONDERDELEN Voor de volgende onderdelen wordt een garantie verlangd die moet gelden vanaf het gereedkomen van het onderdeel tot aan de oplevering van het werk en in aansluiting daarop gedurende de vermelde periode. Onderdeel: de aangebrachte beplanting - te garanderen door: de aannemer - periode: 1 jaar |
TERREININRICHTING | ||
17.00 | ALGEMEEN | |
17.00.40 | 01. | RISICOVERDELING EN GARANTIES: ALGEMEEN TE GARANDEREN ONDERDELEN Voor de volgende onderdelen wordt een garantie verlangd die moet gelden vanaf het gereedkomen van het onderdeel tot aan de oplevering van het werk en in aansluiting daarop gedurende de vermelde periode. Onderdeel: de terreininrichting - te garanderen door: de aannemer - periode: 2 jaar |
17.00.60 | 90. | BOUWSTOFFEN: ALGEMEEN BEVESTIGINGSMIDDELEN Bevestigingsmiddelen moeten van RVS zijn en mogen geen aanleiding geven tot contactcorrosie dan wel verkleuring veroorzaken. |
FUNDERING | ||
20.00 | ALGEMEEN | |
20.00.20 | 90. 91. | EISEN EN UITVOERING: ALGEMEEN GRONDONDERZOEK / FUNDERINGSADVIES Ter beschikking van de aannemer worden gesteld de resultaten van het grondonderzoek en het funderingsadvies. Het funderingswerk dient te worden uitgevoerd conform het advies van de grond mechanisch adviseur en de constructeur. TOESTEMMING TOT GRAVEN. |
94. | Met het graafwerk tbv de fundering mag niet worden gestart voordat de bij het Gemeentelijk Bouw- en Woningtoezicht ingediende tekeningen en berekeningen zijn goedgekeurd. Geen enkele wapeningsstrook buiten tegenwoordigheid of zonder toestemming van de directie aanbrengen. OBSTAKELS | |
indien een poer, een funderingsstrook o.i.d. vanwege onbekende obstakels in de grond niet op de juiste plaats kan worden aangebracht, komen de extra kosten die hiervan het gevolg zijn, voor rekening van de opdrachtgever. | ||
20.00.40 | 01. | RISICOVERDELING EN GARANTIES: ALGEMEEN TE GARANDEREN ONDERDELEN Voor de volgende onderdelen wordt een garantie verlangd die moet gelden vanaf het gereedkomen van het onderdeel tot aan de oplevering van het werk en in aansluiting daarop gedurende de vermelde periode. Onderdeel: de fundering - te garanderen door: de aannemer - periode: 10 jaar |
BETONWERK | ||
21.00 | ALGEMEEN | |
21.00.20 | 90. 91. | EISEN EN UITVOERING: ALGEMEEN IN TE STORTEN ONDERDELEN De in het betonwerk op te nemen en in te storten onderdelen, zoals ankerbouten, invoegers, doorvoerbuizen t.b.v. kabels, leidingen etc. standzeker bevestigen en nauwkeurig stellen. NADERE UITVOERINGS BEPALINGEN |
eventuele (krimp-) scheuren, grindnesten of andere gebreken dienen te worden uitgehakt en te worden volgewerkt met hydraulische gemodificeerde reparatiemortel. | ||
21.00.30 | 90. 91. | INFORMATIE-OVERDRACHT: ALGEMEEN BETON AANVANG STORTEN VERDICHTEN -De verdichting van de betonspecie dient door middel van trilapparatuur te geschieden. Een reserve trilapparaat kan door de directie worden verlangd. De wijze en de duur van het trillen behoeven de goedkeuring van de directie. STORTEN VAN BETON -De geplande stort moet in één keer zonder onderbreking worden uitgevoerd. In verband met mogelijke storingen dienen alternatieve maatregelen tijdig voor aanvang van het betonstorten bij de directie bekend te zijn. TEMPERATUUR -De temperatuur van de betonspecie dient bij aflevering minimaal 10 graden Celsius, maximaal 30 graden Celsius te zijn. WAPENING |
T.P.V. SPARINGEN EN DOORVOEREN -Bij sparingen en in te storten mantelbuizen, kan het doorvoeren, inkorten of omleggen van staven worden geëist. KEURING -Een verzoek tot keuring dient tijdig voorafgaande aan het storten aan de directie te worden kenbaar gemaakt. BESCHADIGINGEN |
-Bij het vervoer van beton over gereed gemaakte en gestelde wapening zodanige maatregelen treffen dat de wapening niet beschadigd of verschuift. Rijplanken e.d. mogen niet op de wapening steunen. | ||
92. | XXXXXXX AANVANG BETON STORTEN De aannemer moet tijdig melding maken van het storten van beton bij de Gemeentelijke Bouw en Woningtoezicht. | |
21.00.40 | 03. 90. | RISICOVERDELING EN GARANTIES: ALGEMEEN TE GARANDEREN ONDERDELEN Voor de volgende onderdelen wordt een garantie verlangd die moet gelden vanaf het gereedkomen van het onderdeel tot aan de oplevering van het werk en in aansluiting daarop gedurende de vermelde periode. Onderdeel: betonwerk volgens VBR-voorwaarden - te garanderen door de aannemer - periode: 5 jaar BETONSTAAL / WAPENING |
De kosten voor keuring van betonstaal zijn voor rekening van de aannemer. | ||
21.00.50 | 01. | BIJBEHORENDE VERPLICHTINGEN: ALGEMEEN REVISIETEKENINGEN Door de aannemer te vervaardigen revisietekening(en): van alle betonconstructies, wapeningen e.d., voorzover deze afwijken t.o.v. de constructietekening(en). De gegevens moeten worden vastgelegd voordat de onderdelen aan het zicht zijn onttrokken. Tekeningdrager: papier en digitaal in dwg formaat. Aantal te verstrekken exemplaren: - ter goedkeuring: 2. - goedgekeurde: 2. |
21.00.60 | 09. 90. | BOUWSTOFFEN: ALGEMEEN KEURINGGEGEVENS BETONSPECIE Van betonspecie waarvan de sterkteklasse is voorgeschreven moeten voor elk te storten onderdeel de volgende gegevens worden verstrekt. -het consistentiegebied -soort en klasse van de cement -aard van de toeslagmaterialen. IN HET WERK TE STORTEN BETON |
91. | Hulpstoffen mogen slechts worden toegepast met uitdrukkelijke goedkeuring van de directie. Beton samenstellingen behoeven de goedkeuring van de directie. Het verwerken van betonspecie die langer dan 120 minuten onverwerkt op het werk aanwezig is, is niet toegestaan. BETONMORTELBEDRIJVEN | |
Betonmortelbedrijven die ten behoeve van het werk betonspecie leveren, moeten zijn goedgekeurd door, en onder controle staan van het kiwa. |
21.31 VERLOREN BEKISTING
21.31.21-a VERLOREN BEKISTING, BETONMORTEL
0. VERLOREN BEKISTING Dikte (mm): 50.
1. BETONMORTEL (NEN 5950+W99) Betonsterkteklasse: B 5. Milieuklasse: 2.
Aard van de constructie: ongewapend. Bindmiddel:
- cement volgens opgave constructeur
.01 FUNDERINGSPLAAT
- Ter plaatse van de aanleg van de funderingsstroken, de werkvloer.
.02 KELDERWANDEN
- De kelderwanden. Verloren bekisting (bekistingsplaatvloeren) toepassen in overleg met directie.
.03 VLOEREN
- De begane grondvloer.
21.32 TIJDELIJKE BEKISTING
21.32.10-a BEKISTING
0. BEKISTING (NEN 6722+C89) Centerpennen: toegestaan. Oppervlaktebeoordelingsklasse: IIB.
Tijdstip van ontkisten bepaald aan de hand van de verhardingstijd.
.01 FUNDERINGSPLAAT
- Ter plaatse van de fundering.
.02 WANDEN
- De kelderwanden en overige ihw te storten wanden, voor zover deze niet uitgevoerd worden met een verloren bekisting. (bekistingsplaatvloeren (te gebruiken als wand))
21.40 WAPENINGSWERK
21.40.10-a WAPENINGSWERK, BETONSTAAL
0. WAPENINGSWERK (BRL 0503+W99)
- smeltlasverbinding overeenkomstig NPR 2053-85. Wapening leveren onder KOMO-productcertificaat.
1. BETONSTAAL (BRL 0501+W99)
Staalsoorten en leveringstoestand: FeB 500 HWL. Uitvoering: geprofileerd.
Kenmiddellijn (mm): overeenkomstig opgave constructeur.
Betonstaal leveren onder KOMO-productcertificaat.
.01 FUNDERINGSPLAAT
- Ter plaatse van de funderingsstrook.
.02 KELDERWANDEN
- De kelderwanden.
.03 VLOEREN
- De begane grondvloer.
21.50 IN HET WERK GESTORT BETON
21.50.10-a IN HET WERK GESTORT BETON, BETONMORTEL
0. IN HET WERK GESTORT BETON
Niet-bekiste oppervlakken vlak onder de rei afgewerkt.
1. BETONMORTEL (BRL 1801-96) Betonsterkteklasse: B 25. Milieuklasse: 2.
Aard van de constructie: gewapend. Consistentiegebied 3.
Bindmiddel:
- cement (NEN 3550+c95): CEM I 32,5 R.
Grootste korrelafmeting (mm): 31,5. Minimaal cementgehalte (kg/m3): 280.
Betonmortel leveren onder KOMO-productcertificaat.
.01 FUNDERINGSPLAAT
Ter plaatse van de funderingsstrook.
.02 KELDERWANDEN
- De kelderwanden.
.03 VLOEREN
- De begane grondvloer.
21.50.10-B IN HET WERK GESTORT BETON, BETONMORTEL
0. IN HET WERK GESTORT BETON
1. | Niet-bekiste oppervlakken vlak onder de rei afgewerkt. BETONMORTEL (BRL 1801-96) | |
.01 | Betonsterkteklasse: B 15. Milieuklasse: 1. Aard van de constructie: ongewapend. Consistentiegebied 3. Bindmiddel: - cement (NEN 3550+c95): CEM I 32,5 R. Grootste korrelafmeting (mm): 31,5. Minimaal cementgehalte (kg/m3): 280. Betonmortel leveren onder KOMO-productcertificaat. BEGANEGRONDVLOER, | |
- Ter plaatse van de kelkvoegen in de begane grond vloer | ||
21.81 | ISOLATIE | |
21.81.10 | 0. 01 | ISOLATIE ISOLATIE Fabrikaat: IsoBouw Systems b.v. Type: IsoBouw Vloerplaat 100-SE Toepassing: dubbel; (2 laags) Warmteweerstand (Rd): 1,65 (m2.K)/W. (per laag) Drukvastheid: - 100 (korte duur) N/mm2. - 30 (lange duur) N/mm2. Materiaal (code): EPS, geëxpandeerd polystyreenschuim. Breedte: 1000 mm. Kanten: messing / groef. Randafwerking: recht. Milieucertificaat: DUBO keurmerk. KELDERVLOER, |
- onder betonvloer, op het zand. |
21.84 OPLEGGINGEN
21.84.11-a BOUWVILT
0. BOUWVILT
Type: sandwichvilt.
Uitvoering
- onder- en bovenlaag: druk verdelende egalisatievilt.
- kern: haarvilt ten behoeve van trilling/geluidisolatie.
Afmetingen:
- dikte (mm): ca. 14. Toebehoren:
- polyethyleen- of polyetheenfolie als blijvende verpakking.
.01 BEGANEGRONDVLOER, BINNEN
- Ter plaatse van de bovenzijde van het opgaand betonwerk van de kelder.
21.85 DOORVOERINGEN EN SPARINGEN
21.85.12-a LEIDINGDOORVOERHULPSTUK
0. METERKASTVLOERPLAAT Materiaal: polyetheenmengsel. Afmetingen (mm): 786 x 328 x 30. Invoerbocht CAI:
- lengte (m): 1,20/4,00.
- diameter (mm): 32.
.01 | Invoerbocht telecom: - lengte (m): 1,20/4,00. - diameter (mm): 50. Invoerbocht gas: - lengte (m): 1,20/4,00. - diameter (mm): 63. Invoerbocht water: - lengte (m): 1,20/4,00. - diameter (mm): 50. Invoerbocht elektriciteit: - lengte (m): 1,20/4,00. - diameter (mm): 50. Isolatie: - materiaal: polystyreen, CFK-vrij. - dikte (mm): 75. - warmteweerstand ((m.K)/W): 2,5. BEGANEGRONDVLOER, BINNEN | |
- Ter plaatse van de meterruimte in de hal. | ||
METSELWERK | ||
22.00 | ALGEMEEN | |
22.00.10 | 09. 19. | BEGRIPPEN: ALGEMEEN OMVANG HOOFDSTUK METSELWERK Het hoofdstuk metselwerk betreft het geheel van leveranties en werkzaamheden, nodig voor het in het werk vervaardigen van metselwerk, afwerkingen van het metselwerk, op te nemen onderdelen en toebehoren. NORMEN, VOORSCHRIFTEN EN RICHTLIJNEN |
De volgende normen, voorschriften en richtlijnen zijn van toepassing: - De richtlijnen voor het verwerken van porotherm lijmelementen en lijmblokken, uitgegeven door wienenberger. |
22.00.24 | 01. 09. | EISEN EN UITVOERING: GELIJMD METSELWERK AFWERKING GELIJMD METSELWERK De uitpuilende lijm moet zijn afgestoken. UITVOERING |
79. | Uitvoering dient te geschieden volgens de richtlijnen van de fabrikant. Dit geldt tevens voor de aansluitingen (verankering) porotherm muren op de staalconstructie. BELASTEN METSELWERK | |
Metselwerk mag niet worden belast voordat het voldoende is verhard. | ||
22.00.60 | 19. | BOUWSTOFFEN: ALGEMEEN VERPAKKING ISOLATIEMATERIAAL Isolatiematerialen moeten in originele fabrieksverpakkingen, voorzien van fabrieksetiketten of -aanduidingen, worden aangevoerd. |
22.32 POROTHERM GELIJMD
22.32.12-a GELIJMD METSELWERK, POROTHERM LIJMBLOK/-ELEMENT
01. VUIL METSELWERK
Het dragend en niet-dragend, niet-decoratief opgaand metselwerk uitvoeren in geperforeerde snelbouwbakstenen
gefabriceerd op basis van plastische klei met toevoeging van afmageringsmiddelen en oxiderend gebakken op minstens 990°C.
De snelbouwblokken beantwoorden voor wat betreft maattoleranties (T1+), vormeigenschappen,
uitzichtkenmerken en perforaties aan de eisen van de norm EN 771-1 “Voorschriften voor metselstenen – Deel1: metselbakstenen”. De snelbouwblokken zijn conform volgens PTV 23-003.
Vóór uitvoering zullen monsters door de aannemer aan de directie overlegd worden ter goedkeuring. Prestatiecriteria:
• Druksterkte:
- De gedeclareerde gemiddelde druksterkte (fmean) volgens NBN EN 771-1: ≥ 10 N/mm².
- De genormaliseerde druksterkte (fb) wordt berekend volgens NBN EN 1996-1-1-ANB uit de gedeclareerde gemiddelde druksterkte (fmean), de vormfactor δ uit Tabel 3.9-ANB en δc (δc = 1).
Vorstbestendigheid:
F0 – niet vorstbestand volgens NBN B 27-009
• Initiële wateropzuiging:
IW3 volgens PTV 23-003
• Hygrometrische krimp en opzwelling: Volgens NBN B 24-208: ≤ 0,1 mm/m
• Brandreactieklasse:
A1 volgens EN 13501-1
• Metselbaksteengroep:
Groep 2 volgens Eurocode 6
• Vlakheid & planparallelliteit: 1 mm.
01. BINNENWANDEN
Alle vuilwerk binnenwanden Porotherm
22.82 VERANKERINGEN EN OPVANGCONSTRUCTIES
22.82.10-a METSELWERKONDERSTEUNINGSELEMENT
0. METSELWERKONDERSTEUNINGSELEMENT Fabrikaat: Nehobo.
Type: Staltonlatei, SLS1S010.
Materiaal: voorgespannen baksteen latei.
Afmetingen (mm): volgens opgave constructeur en tekeningen. Afwerking: stucwerk gelijk aan wand waarin de latei is verwerkt. Afmetingen: volgens opgave constructeur
.01 LATEI
T.p.v. de binnenwandopeningen.
22 GEVELS
22.83 ISOLATIE
22.83.13-a ISOLATIEWERK, ISOLATIEPLATEN, HARD KUNSTSTOFSCHUIM PLAAT
0. ISOLATIEWERK, ISOLATIEPLATEN
1. PF-SCHUIMPLAAT (NEN-EN 13166+c06) Fabrikaat: Kingspan Insulation B.V.
Type: Optim-R.
Materiaal: Vacuüm isolatie, aluminium. Rd-waarde ((m2.K)/W): 5,7
Dikte (mm): 40 mm Toebehoren:
- bevestigingsmiddelen, volgens opgave fabrikant.
.01 BUITENWAND
Isolatie tpv de buitenwanden volgens tekening.
23 VOORAF VERVAARDIGDE STEENACHTIGE ELEMENTEN
23.00 ALGEMEEN
23.00.20 EISEN EN UITVOERING: ALGEMEEN
90. BESCHADIGINGEN
Onderdelen welke beschadigingen vertonen die naar het oordeel van de directie niet op deugdelijke wijze kunnen worden bijgewerkt moeten onmiddellijk van het werk worden afgevoerd. Dit geld tevens voor onderdelen, waarvan reeds op de fabriek beschadigingen zijn bijgewerkt zonder dat de directie daar toestemming voor heeft gegeven.
Boven genoemde elementen moeten zonder verrekening door nieuwe elementen worden vervangen.
91. AFWERKEN HIJSOGEN
Hijsogen in prefab elementen die in het zicht blijven dienen afgewerkt te worden in de kleur van het beton met een gemodificeerde cementgebonden reparatiemortel.
23.00.30 INFORMATIE-OVERDRACHT: ALGEMEEN
90. FABRIKANT/LEVERANCIER
De prefab betonnen elementen dienen te worden gemaakt op een door de directie goed te keuren gespecialiseerde betonfabriek.
23.00.40 RISICOVERDELING EN GARANTIES: ALGEMEEN
01. TE GARANDEREN ONDERDELEN
Voor de volgende onderdelen wordt een garantie verlangd die moet gelden vanaf het gereedkomen van het onderdeel tot aan de oplevering van het werk en in aansluiting daarop gedurende de vermelde periode.
Onderdeel: vooraf vervaardigde steenachtige elementen
- te garanderen door: de aannemer
- periode: 10 jaar
23.00.60 BOUWSTOFFEN: ALGEMEEN
90. | OPSLAG OP HET WERKTERREIN | |
De aannemer dient in overleg met de directie voldoende maatregelen te treffen om beschadiging of vervuiling | ||
van de elementen op het werkterrein te voorkomen. | ||
RUWBOUWTIMMERWERK | ||
24.00 | ALGEMEEN | |
24.00.10 24.00.20 | 09 | BEGRIPPEN: ALGEMEEN NORMEN, VOORSCHRIFTEN EN RICHTLIJNEN De navolgende normen, voorschriften en richtlijnen zijn van toepassing: - NEN 6760 TGB 1990 - houtconstructies, basiseisen, eisen en bepalingsmethoden. EISEN EN UITVOERING: ALGEMEEN |
09 19 | GRONDEN Bevestigingsregels tegen steenachtige constructies of staalconstructies op het raakvlak 2x gronden (min. droge laagdikte 80mu). CONTROLE MACHINAAL TIMMERWERK | |
29 | Tenminste 3 maal 24 uur voordat de machinale timmerwerken worden geschilderd zal de aannemer de directie verzoeken deze te inspecteren (zater-, zon- en feestdagen hierin niet begrepen). Een dergelijk verzoek moet in het weekrapport en/of dagboek worden vastgelegd. MULTIPLEX | |
39 | De in het zicht komende multiplex betimmeringen als volgt uitvoeren: - het te gebruiken materiaal vooraf alzijdig behandelen; gronden als beschreven in hoofdstuk 46. - zaagkanten glad schaven en/of glad schuren. - hoekjes iets breken. - zaagkanten en hoekranden aanvullend gronden. - spijker/schroefgaten iets verdiepen t.b.v. het stopwerk van de schilder. OMKANTEN | |
49 | Alle scherpe kanten van balken en plaatmaterialen verwijderen. OPPERVLAKTEBEHANDELING | |
59 | Alle houtwerk, in aanraking komend met beton- en/of metselwerk, 2x behandelen met grondverf. BESCHERMING ISOLATIEMATERIAAL | |
Isolatiemateriaal tegen de invloed van vocht en zonlicht beschermen. | ||
24.00.28 | 91 | EISEN EN UITVOERING: OP TE NEMEN ONDERDELEN VENTILATIEVOORZIENINGEN De aannemer dient te rekenen op het aanbrengen van de nodige sparingen, sleuven en gaten t.b.v. de ventilatie van alle houtconstructies voor gevelbekledingen. |
24.00.30 | 02 | INFORMATIE-OVERDRACHT: ALGEMEEN CONSTRUCTIEGEGEVENS Aangehouden belastingen bij statische berekeningen: - de gegevens van de constructeur. |
24.00.40 | 01 | RISICOVERDELING EN GARANTIES: ALGEMEEN TE GARANDEREN ONDERDELEN Voor de volgende onderdelen wordt een garantie verlangd die moet gelden vanaf het gereedkomen of de levering van het gegarandeerde onderdeel gedurende de vermelde periode. Onderdeel: het ruwbouwtimmerwerk. - te garanderen door: de aannemer. - periode: 6 jaar |
24.00.50 | 90 91 | BIJBEHORENDE VERPLICHTINGEN: ALGEMEEN SPARINGEN, GATEN EN DOORVOEREN De aannemer dient waar nodig sparingen, gaten en doorvoeringen te maken in plaatmaterialen t.b.v. door derden/installateurs uit te voeren leiding- en kanalenwerk. DIVERSE TIMMERWERKEN |
Alle benodigde kleine timmerwerken welke niet zijn genoemd in het bestek of zijn vermeld op tekening, maar noodzakelijk zijn voor een goede en degelijke uitvoering van het werk dienen zonder verrekening door de aannemer te worden aangebracht/uitgevoerd. | ||
24.00.60 | 09 19 | BOUWSTOFFEN: ALGEMEEN HOUT/TIMMERWERK Levering van hout en timmerwerk dient te geschieden onder KOMO-SKH garantie. De timmerwerken moeten voldoen aan de eisen gesteld voor kwaliteit B van de KVH 2000 voor zover in dit bestek niet anders is vermeld. DUURZAAM GEPRODUCEERD EUROPEES HOUT |
29 | Hout dient uit duurzaam geproduceerde bossen te worden onttrokken. Duurzaam Geproduceerd hout voor zover mogelijk leveren met FCS-keurmerk (Forest Stewardship Council) of een Keurhout-keurmerk van de Vereniging Van Nederlandse Houtondernemingen. HOUTVERDUURZAMING | |
39 | Houtverduurzamingsmiddelen moeten een toelatingsnummer hebben verkregen en moeten zijn opgenomen op de lijst die is uitgegeven door het Bureau Bestrijdingsmiddelen te Wageningen. Producten met KOMO kwaliteitscertificaat toepassen. DROOGTEKLASSEN | |
49 | Indien het vochtgehalte niet vanwege de K.V.H. of de K.V.T. wordt bepaald of elders in het bestek wordt voorgeschreven, geldt voor het vochtgehalte van de na het gereedkomen van de ruwbouw aan te brengen binnenbetimmeringen: droogteklasse II en voor de overige timmerwerken: droogteklasse III. XXXXXX EN BEVESTIGINGSMIDDELEN | |
Alle voor de uitvoering en bevestiging van het timmerwerk benodigde (balk)ankers, verbindings- en bevestigingsmiddelen in vochtig milieu uitvoeren in corrosievast staal AISI 304. De overige in verzinkt staal. | ||
24.32 | REGEL-, TENGEL- EN RACHELWERK |
24.32.10-a TIMMERWERK, REGELWERK, GEZAAGD HOUT
0. TIMMERWERK REGELWERK Regelwerk:
- stijl- en regelwerk.
- horizontaal resp. verticaal regelwerk.
Regelafstand h.o.h. 300 mm, tenzij anders aangegeven.
Verbindingen en (stormvaste) bevestiging, technische uitwerking des aannemers overeenkomstig detailleringen.
1. GEZAAGD NAALDHOUT (BRL 2301-04) Houtsoort: Europees vuren. Kwaliteitsklasse: C.
Dikte (mm): overeenkomstig tekening. Lengte (mm): overeenkomstig tekening. Bewerking: geschaafd.
Toebehoren:
- bevestigingsmiddelen.
- hoekprofielen.
Gezaagd naaldhout leveren onder KOMO-productcertificaat.
.01 balkon;
- scheidingswand
.03 STAAL CONSTRUCTIE
- Het regelwerk t.b.v. het uit timmeren van de staken constructiedelen die buiten in het zicht komen .
.05 GEBOUW
- Alle niet nader genoemde of op tekening aangegeven stijl- en regelwerken, klossen, vulhout, achterhout e.d. voortkomende uit de technische uitwerking van de aannemer en noodzakelijk voor een goede en degelijke achtergrondconstructie.
24.41 BESCHIETINGEN
24.41.30-a TIMMERWERK, BESCHIETING, MULTIPLEX
0. TIMMERWERK BESCHIETING
Ventilatievoorziening onderconstructie: door middel van spleten.
Bevestiging: geschroefd op houten rachels.
1. MULTIPAINT
1. MULTIPAINT
Type: Bruynzeel Multipaint. Dikte (mm): 10 mm,
Breedte (mm): zoals volgt uit tekening. Oppervlaktebehandeling: geschuurd. Kanten: recht.
Afwerking: gegrond. Toebehoren:
- bevestigingsmiddelen.
.01 OVERSTEK
- de om timmering van de staalconstructie.
.02 GEBOUW
- Alle niet nader genoemde of op tekening aangegeven stijl- en regelwerken, klossen, vulhout, achterhout e.d. voortkomende uit de technische uitwerking van de aannemer en noodzakelijk voor een goede en degelijke achtergrondconstructie.
24.41.30-b GEVELBEKLEDINGEN
GEVELBEKLEDING, HOUTEN LATTEN
0. LARIX DELEN,
Houtsoort: larix, onbehandeld .
Hout moet duurzaam zijn geproduceerd. Kwartiers gezaagd.
Hulpstukken:
- correctielak. Gezaagd hout geleverd onder PEFC keurmerk.
0.1 BUITENWAND
De rabatdelen t.b.v. buitenafwerking als aangegeven op tekening. De binnenwanden als aangegeven op tekening.
24.41.51-a TIMMERWERK, BESCHIETING, GIPSPLAAT
0. TIMMERWERK BESCHIETING
Bevestiging: geschroefd op onderconstructie MS wanden/plafonds.
2. VLAKKE VEZELVERSTERKTE GIPSPLAAT
Dikte (mm): 15 mm, tenzij anders volgt uit tekeningen. Breedte (mm): zoals volgt uit tekening.
Toebehoren:
- bevestigingsmiddelen.
gipsplaten leveren onder KOMO-productcertificaat.
.01 GEBOUW
- Alle niet nader genoemde of op tekening aangegeven wand of plafondafwerkingen.
24.41.51-b TIMMERWERK, BESCHIETING, OSB
0. TIMMERWERK BESCHIETING
Bevestiging: geschroefd op MS wandprofielen.
3. OSB PLAAT
Dikte (mm): 12 mm, tenzij anders volgt uit tekeningen. Breedte (mm): zoals volgt uit tekening.
Aansluitingen wanden en vloeren voorzien van geluiddempend vilt Alle naden, kieren en gaten luchtdicht afsluiten
Toebehoren:
- bevestigingsmiddelen.
OSB platen leveren onder KOMO-productcertificaat.
.01 GEBOUW
- Alle niet nader genoemde of op tekening aangegeven binnenwanden.
24.52 WAND- EN PLAFONDELEMENTEN
24.52.31-a RUWBOUW STELWERK HOUTEN / KARTONNEN ELEMENTEN, PLAFONDELEMENT
0. RUWBOUW STELWERK HOUTEN / KARTONNEN ELEMENTEN Verankering aan omliggende constructies (muurplaten, gordingen e.d.). Afdichting voegen met PUR-schuim.
Afdichting voegen brand scheidende constructies afdichten met zwaluw pyrocryl (60 min.WBDBO)
Alle wanden en plafonds dienen te voldoen aan de geluidswerende eisen zoals omschreven in het bouwbesluit.
Panelen bestemd voor natte ruimtes dienen voldoende vochtwerend te zijn.
1. BINNENWANDEN Fabrikaat: Metall stud. Type: MSV 100.
Opbouw: volgens opgave fabrikant
Binnenwanden dubbelzijdig af te werken met 12mm OSB plaat afgewerkt met 9mm vezel versterkt gipsplaat. Naden dichten, voorzien van stucnet en vlakschuren
Aansluitingen wanden en vloeren voorzien van geluiddempend vilt Alle naden, kieren en gaten luchtdicht afsluiten
Op te nemen voorzieningen:
- sparingen t.b.v. elektra en installaties
- sparingen t.b.v.kozijnen. Toebehoren:
- ankers, thermisch verzinkt. Vlg opg. fabrikant
- voegafdichtingsmateriaal, PUR (cfk-vrij) en zwaluw pyrocryl
- bevestigingsmiddelen: haaknagels, schoefdraadnagels e.d.
2. PLAFONDS (TPV SANITAIR) Fabrikaat: Metall stud.
Type: MSV 100.
Opbouw: volgens opgave fabrikant
Voorzien van dubbel brandvertragende vezel versterkt gipsplaat, volgens opgave fabrikant. Naden dichten, voorzien van stucnet en vlakschuren
Aansluitingen wanden en vloeren voorzien van geluiddempend vilt Alle naden, kieren en gaten luchtdicht afsluiten
Op te nemen voorzieningen:
- sparingen t.b.v. elektra en installaties
- sparingen t.b.v.kozijnen. Toebehoren:
- ankers, thermisch verzinkt. Vlg opg. fabrikant
- voegafdichtingsmateriaal, PUR (cfk-vrij) en zwaluw pyrocryl
- bevestigingsmiddelen: haaknagels, schoefdraadnagels e.d.
4. TEKENING BINNENWAND- EN PLAFONDELEMENTEN (TPV SANITAIR) Door de aannemer te vervaardigen tekeningen.
Van de binnenwandelementen en plafondelementen (tpv sanitair). Op de tekening(en) moet zijn aangegeven:
- de indeling en afmetingen van de elementen.
- de detaillering van de aansluitingen en de in de wand- en dakelementen op te nemen onderdelen.
- de aansluitingen rondom.
- de verankeringen.
Aantal te verstrekken exemplaren:
- ter goedkeuring (st.): 2.
- goedgekeurde (st.): 2.
.01 BINNENWAND- EN PLAFONDELEMENTEN (TPV SANITAIR)
- De binnenwandelementen en plafondelementen, iom directie.
24.81 ISOLATIE
24.81.11-a ISOLATIEWERK, ISOLATIEPLATEN, HARD KUNSTSTOFSCHUIM PLAAT
0. ISOLATIEWERK, ISOLATIEPLATEN Bevestiging:
- met overmaat geklemd tussen houten regel-rachelwerk, doch zodanig dat uitzakken van de isolatie niet mogelijk is. Waar nodig lijmen.
1. HARD KUNSTSTOFSCHUIM PLAAT Type: harde hoogwaardige isolatieplaat. Materiaal: Polysocyanuraat (PIR).
Dikte (mm): 120.
Warmtegeleidingscoëfficiënt (W/(m.K)): 0,020. Toebehoren:
- bevestigingsmiddelen.
Isolatieplaten leveren onder KOMO-productcertificaat.
.01 GEVELELEMENTEN, BUITENPLAFOND
- De isolatie boven het buitenplafond
24.81 ISOLATIE
24.81.11-b ISOLATIEWERK, ISOLATIEPLATEN, STEENWOL
0. ISOLATIEWERK, ISOLATIEPLATEN Bevestiging:
- met overmaat geklemd tussen MS profielen, doch zodanig dat uitzakken van de isolatie niet mogelijk is.
1. MINERALE WOL Type: steenwol. Dikte (mm): 90. Toebehoren:
- bevestigingsmiddelen.
Isolatieplaten leveren onder KOMO-productcertificaat.
.01 BINNENWANDEN
- De geluidsisolatie van de ms-binnenwanden
25.00 ALGEMEEN
25.00.10 BEGRIPPEN: ALGEMEEN
09 NORMEN, VOORSCHRIFTEN EN RICHTLIJNEN
De navolgen de normen, voorschriften en richtlijnen zijn van toepassing:
- NEN 2888: 1990 nl Maximaal toelaatbare maatafwijkingen voor het stellen van draagconstructies van gebouwen.
- NEN 6770: 1997 nl Staalconstructies (TGB 1990)- basiseisen en basisrekenregels voor overwegend statisch belaste constructies.
- NEN 6771:2000/A1:2001 nl Staalconstructies (TGB 1990)- stabiliteit.
- NEN 6772:2000/A1:2001 nl Staalconstructies (TGB 1990)- verbindingen.
- NPR :2000/A1:2001 nl Thermisch verzinkt staal, het industrieel aanbrengen van organische deklagen (Duplex-systeem).
- SIS 055900-1967 Zweedse norm voor reinheidsgraden voor staal.
- Toelaatbare lasfouten, statisch- Staalbouwkundig genootschap.
- Toleranties voor staalconstructies ten behoeve van bouwkundige aspecten en de sterkte, stijfheid en stabiliteit- Staalbouwkundig Genootschap.
25.00.20 EISEN EN UITVOERING: ALGEMEEN
90 BRANDVEILIGHEID
- Alle staalconstructies dienen brandveilig afgewerkt te worden. De afzonderlijke onderdelen dienen te voldoen aan een WBDBO eis van 30 minuten.
92 FABRIKAGE
- De staalconstructie te vervaardigen en uit te voeren door een gespecialiseerd constructiewerkplaats ter goedkeuring van de directie.
- Met de fabricage van onderdelen mag eerst worden begonnen, nadat de desbetreffende tekeningen en berekeningen goedgekeurd.
- De lasverbindingen mogen uitsluitend in de werkplaats worden uitgevoerd.
- De porring van stalen liggers wordt in overleg met de bouwdirectie bepaald.
- Al het richtwerk aan profielen e.d. dient te geschieden door xxxxx xxxxxxxxxx.
93 TRANSPORT
- Transport, opslag en voormontage van constructiedelen moet plaatsvinden op Zodanige wijze, dat de delen vrij van de grond blijven d.m.v. stophout.
- Wanneer de aanvoer van de delen van de staalconstructie niet direct gevolgd wordt door de montage, maatregelen nemen ter voorkoming van beschadiging.
94 MONTAGE
- Alle staalconstructies monteren met inbegrip van alle voor het werk benodigde onderdelen zoals kop-, opleg- en voetplaten, oplegstoelen, montageverbanden, verstijvingsschotten, staal t.b.v. bouwkundige en installatietechnische voorzieningen en met bijlevering van alle ankers en verbindingsmiddelen, het ondergieten van constructies met mortel, alsmede het aanbrengen van tijdelijke ondersteuningen, met inbegrip van hulpmaterialen en klein en groot materieel.
- Na aanhalen van moeren en na lasactiviteiten aan thermisch verzinkte onderdelen moeten de verbindingsmiddelen bestreken worden met zinkstofcompound.
- In het werk boren van gaten alleen na toestemming van de directie. Boorsel dient direct te worden verwijderd in verband met roestgevaar.
- Voor montage getordeerde kolommen mogen niet worden gemonteerd.
95 CONSERVERING
- Metallieke deklagen aanbrengen nadat het betreffende onderdeel de nodige bewerkingen heeft ondergaan.
- Tijdens het construeren en fabriceren de vereiste maatregelen nemen om alle onderdelen doelmatig te kunnen verzinken.
- Staalconstructies moeten na het thermisch verzinken, voordat de montage plaatsvindt, worden gecontroleerd op vervormingen. De vervormingen moeten worden hersteld voor zover door het herstel geen extra spanningen in de constructies ontstaan en geen beschadigingen van het staal of zinklaag ontstaan, andere delen worden afgekeurd. Herstel uitsluitend door koud vervormen.
- Stalen onderdelen die met spouwlucht of met de buitenlucht in aanraking komen
moeten aanvullend worden behandeld met een epoxyprimer over de reeds aangebrachte conserveringen voor zover niet thermisch verzinkt.
- Transport- en montagebeschadigingen van thermisch verzinkte en/of geschilderde onderdelen direct bestrijken met 2-lagen zinkstofverf resp. roestwerende verf.
- Aanvullende conserveringen (schilderwerk, poedercoating) voor in het zichtblijvende onderdelen zoals aangegeven in het betreffende onderdeel.
96 LASSEN
Uitsluitend de op tekening aangegeven verbindingen mogen in het werk worden gelast onder geconditioneerde omstandigheden. Alle afmetingen van de constructieve lassen moeten door de aannemer worden berekend en getekend. Ter aanvulling op NEN-ENV 1090-1:1997 tenminste aanhouden voor de kwaliteit van de lassen:
- alle lassen elektrisch.
- de keel van hoeklassen min. 5mm.
- bij een temperatuur lager dan 0°C mag niet worden gelast.
Het laswerk moet worden uitgevoerd door lasser die in het bezit zijn van het Gronddiploma Booglassen. De directie kan een proeflas verlangen ter controle van opgegeven lasmethoden en lasparameters.
25.00.30 INFORMATIE-OVERDRACHT: ALGEMEEN
01 MELDING AANVANG
De aannemer moet de directie tijdig melden wanneer een aanvang wordt gemaakt met de werkzaamheden en wanneer de volgende bewerking plaats vindt.
02 CONSTRUCTIEGEGEVENS
Aangehouden belastingen bij statische berekeningen:
volgens opgave constructeur.
09 GOEDKEURING BOUW- EN WONINGTOEZICHT
De constructeur zal zorg dragen voor het verkrijgen van goedkeuring op de tekeningen en berekeningen van de gemeentelijke dienst Bouw- en Woningtoezicht (toezicht en handhaving). Aanvangen met produceren voordat goedkeuring door de directie is gegeven komt geheel voor verantwoordelijkheid van de aannemer.
90 TEKENINGEN EN BEREKENINGEN CONSTRUCTEUR
- Indien de tekeningen en berekeningen door de directie beschikbaar worden gesteld,
dienen de aangegeven details als principedetails te worden beschouwd; de aannemer werkt deze uit.
- Indien de hoofdberekeningen of resultaten daarvan door de directie ter beschikking worden gesteld, dienen deze als handleiding naar sterkte en stijfheid en eventueel naar stabiliteit.
91 TEKENINGEN EN BEREKENINGEN AANNEMER
De aannemer maakt van de volgende onderdelen de productie- en detailtekeningen:
- de draagconstructies (inclusief ankerplan).
- de verbindingen.
- de verankeringen.
- de oplegdetails.
- De bovengenoemde tekeningen in 2-voud ter goedkeuring indienen; de definitieve tekeningen in 2-voud verstrekken.
- Aan de hand van de onder 92 genoemde, door de aannemer te maken berekeningen en de door de directie verstrekte constructietekeningen en later te verstrekken bouwkundige details maakt de aannemer de complete overzicht-, productie- en detailtekeningen, die met de berekeningen in overeenstemming zijn.
92 BEREKENINGEN AANNEMER
De aannemer maakt berekeningen van de volgende onderdelen:
- de detailberekeningen van de verbindingen behorende tot de hoofddraagconstructie en overige staalconstructies.
- de oplegdetails.
- de verankeringen.
- de berekeningen ten behoeve van tijdelijke voorzieningen.
- de berekeningen van de hoofddraagconstructie in de diverse montagestadia. De uitgangspunten voor de berekeningen zijn:
- de bestektekeningen;
- de hoofdberekening van de constructeur.
De bovengenoemde berekeningen in 2-voud ter goedkeuring indienen; de definitieve
tekeningen in 2-voud verstrekken.
93 MONTAGEPLAN STAALCONSTRUCTIE
Door de aannemer te verstrekken montageplan van de staalconstructie. Van: alle constructieonderdelen.
Het montageplan moet de volgende gegevens bevatten:
- wijze van aanbrengen.
- volgorde van aanbrengen elementen.
- tijdschema van de montage.
De bovengenoemde tekeningen in 2-voud ter goedkeuring indienen; de definitieve tekeningen in 2-voud verstrekken.
25.00.40 RISICOVERDELING EN GARANTIES: ALGEMEEN
01 TE GARANDEREN ONDERDELEN
Voor de volgende onderdelen wordt een garantie verlangd die moet gelden vanaf het gereedkomen of de levering van het gegarandeerde onderdeel gedurende de vermelde periode. Onderdeel: het metaalconstructiewerk.
- te garanderen door: de aannemer.
- periode: 6 jaar.
25.00.60 BOUWSTOFFEN: ALGEMEEN
09 POEDERCOATING/MOFFELWERK
Poedercoatings op thermisch verzinkt stalen en aluminium onderdelen in een buiten situatie in een 2-laags systeem met een minimale laagdikte van 90 µm.
Poedercoatings op stalen en aluminium onderdelen in een binnensituatie in een 1- laagssysteem met een minimale laagdikte van 60 µm.
91 BEVESTIGINGSMIDDELEN
- De bevestigingsmiddelen mogen geen aanleiding geven tot contactcorrosie, noch Gevoelig zijn voor hardhoutstoffen welke verkleuringen veroorzaken.
- Alle bevestigingsmiddelen welke niet in zicht blijven en kunnen corroderen, uitvoeren
in corrosievaststaal (AISI 316) of thermisch verzinkt en gepoedercoat (duplex systeem), overige in thermisch verzinkt stalen uitvoering.
- De bevestigingsmiddelen dienen van hetzelfde materiaal en van een gelijke oppervlaktebehandeling te zijn voorzien als het te bevestigen onderdeel.
- Kwaliteit bouten en moeren 8.8 en ankers 4.6 of 8.8. Alle ankerbouten uitvoeren met dubbele moeren.
- Lassen a = min. 5mm, t.b.v. hoedliggers a >= 0,9t lijf. (indien van toepassing)
- Lasnaden welke in het zicht blijven slijpen. Kettingslassen zijn niet toegestaan.
- Stelruimte uitvullen met staalplaatjes.
- De middenlijn van boutgaten in thermisch verzinkt stalen onderdelen mag ten hoogste 1mm groter zijn dan de middellijn van de boutsteel.
92 TOESTEMMING LASSEN
Elektrisch en/of autogeen lassen op de bouwplaats mag slechts geschieden na overleg met, en na schriftelijk toestemming van, de directie.
25.00.70 MEET- EN VERREKENMETHODEN: ALGEMEEN
90 HOEVEELHEDEN
De hoeveelheden constructiestaal worden ontleend aan de bestek- en constructietekeningen en zijn niet verrekenbaar.
91 PRIJSSTIJGINGEN
Eventuele prijsstijgingen van constructiestaal zijn niet verrekenbaar.
25.32.20-a STALEN KOLOM EN LIGGERS
.01 KOLOM
de stalen kolommen als aangegeven op de constructietekeningen
0. STALEN KOLOM (NEN-EN 1090-2-08)
- profiel volgens constructietekening
Oppervlaktebehandeling (NEN-EN-ISO 1461-09): thermisch verzinkt. Toebehoren:
- bouten en moeren in verzinkte uitvoering Keuringsdocument (NEN-EN 10204-04):
- type 2.1.
25.32.30-a STALEN LIGGERS
.01 LIGGERS
de stalen liggers als aangegeven op de constructietekening
0. STALEN LIGGER (NEN-EN 1090-2-08)
- profiel volgend uit detail
Productie-categorie: PC 1.
Functionele fabricagetoleranties (klasse): 1. Oppervlaktebehandeling: geschoopeerd.
Toebehoren:
- bouten en moeren
- anker / trekstangen
- oplegvoorzieningen
- bevestigingsmiddelen
5. TEKENING STAALCONSTRUCTIE
Door de aannemer te vervaardigen tekeningen. Van alle staalwerk
Op de tekening(en) moet zijn aangegeven:
- een overzicht van de staalconstructie, met maatvoering.
- van elk onderdeel de maatvoering, nodig voor de productie van dat onderdeel.
- de plaats, vorm, maatvoering en uitvoeringswijze van verbindingen in en tussen de onderdelen.
- de plaats, vorm, maatvoering en uitvoeringswijze van ankers, strippen, gaten e.d. Aantal te verstrekken exemplaren:
- ter goedkeuring (st.): 2.
- goedgekeurde (st.): 2.
6. STATISCHE BEREKENING STAALCONSTR. (NEN 6770+w01)
Door de aannemer te vervaardigen statische berekening staalconstructie. Aantal te verstrekken exemplaren:
- ter goedkeuring (st.): 2.
- goedgekeurde (st.): 2.
25.33 PLATEN, PROFIELEN EN KABELS
25.33.31-a STAALPROFIEL
0. WARMGEW. ONGELIJKZIJDIG HOEKSTAAL (NEN-EN 10056-1-2017) Type en zwaarte overeenkomstig tekening.
Staalsoort en -kwaliteit (NEN-EN 10025 -2:2018 3e Ontw.): S235JRG2. Oppervlaktebehandeling: thermisch verzinkt overeenkomstig NEN-EN-ISO 1461-99. Voorzieningen:
- hoekstalen waar nodig voorzien van aangelaste strippen, koppelstukken, consoles, haarspelden/stekken, deuvels/doken, kop-/schetsplaten, (verstijvings)schotten, ingelaste platen e.d.
- profielen, kop-, en/of schetsplaten waar nodig fabrieksmatig voorzien van voorgeboorde (slob)gaten.
Toebehoren:
- bevestigingsmiddelen.
- oplegvoorzieningen.
Keuringsdocument (NEN-EN 10204-2015):
- type 2.1.
4. RUWBOUW STELWERK METAALCONSTRUCTIE Verankering/bevestiging: volgens opgave constructeur.
Bij in het zicht blijvende onderdelen bramen en scherpe kanten afslijpen.
.01 BUITENWAND,
- De stalen lateien, overeenkomstig tekening constructeur.
25.33.90-a KLEINE STAALWERKEN
0. DIVERSE KLEINE STAALWERKEN Leverancier: ter goedkeuring van de directie.
Profiel en afmetingen: overeenkomstig tekening, indien niet nader aangegeven des uitwerking aannemers.
Oppervlaktebehandeling: thermisch verzinkt overeenkomstig NEN-EN-ISO 1461-2009, waar in aanraking komend met vocht of de buitenlucht.
Poedercoaten; kleur vlg opgave directie Verankering: deugdelijk uitgevoerd.
.01 DIVERSE KLEINE STAALWERKEN
- Alle op tekening aangegeven hetzij niet op tekening aangegeven maar voor een
goede en deugdelijke uitvoering van het werk noodzakelijke kleine (montage)staalwerken
25.82 OPLEGGINGEN
25.82.10-a VOEGMORTEL, VOEGVULLING MET HARDE VOEGVULLINGSMASSA
0. ONDERSABELINGSMORTEL, KRIMPARM (BRL 1904-04) Leverancier: BMN
Type: CEBO Ondersabelingsmortel.
1. | Sterkteklasse: K 70. Milieuklasse: (NEN-EN 206-1 / NEN 8005): XC4. Cementgebonden krimparme ondersabelingsmortel leveren onder KOMO-attest-met-productcertificaat. ONDERSABELEN | |
.01 | Metaalconstructies moeten ter plaatse van opleggingen zo spoedig mogelijk na het stellen volledig zijn ondersabeld. LIGGER / LATEI | |
.02 | - Ten behoeve van het ondersabelen van liggers op metselwerk. STALEN KOLOM | |
- Ten behoeve van het ondersabelen van stalen kolommen. | ||
BOUWKUNDIGE KANAALELEMENTEN | ||
26.00 | ALGEMEEN | |
26.00.40 | 01. | RISICOVERDELING EN GARANTIES: ALGEMEEN TE GARANDEREN ONDERDELEN Voor de volgende onderdelen wordt een garantie verlangd die moet gelden vanaf het gereedkomen van het onderdeel tot aan de oplevering van het werk en in aansluiting daarop gedurende de vermelde periode. Onderdeel: ventilatie en luchtbehandelingskanalen op luchtdichtheid en bij verzinkt stalen kanalen op roestvorming. - te garanderen door: de aannemer - periode: 10 aaneengesloten jaren |
KOZIJNEN, RAMEN EN DEUREN | ||
30.00 | ALGEMEEN | |
30.00.20 | 09 19 | EISEN EN UITVOERING: ALGEMEEN NADEN IN GEVELELEMENTEN EN BOUWKUNDIGE CONSTRUCTIES De maximale toelaatbare luchtdoorlaat, bij een toetsingsdruk volgens tabel 2 van NEN 2778, dient te voldoen aan: - 0,05l/sm (=0,18 mn/hm). POLITIEKEURMERK VEILIG WONEN |
29 | De kozijnen, ramen- en deuren inclusief het hang- en sluitwerk van alle vanaf buiten toegankelijke kozijnen deuren en ramen dienen te voldoen aan het Politiekeurmerk Veilig Wonen en inbraakwerendheidsklasse 2 op basis NEN 5096. MONTAGE HANG- EN SLUITWERK | |
39 | Het afmonteren van het sluitwerk dient te geschieden na het afschilderen, voor wat betreft krukken en schilden. BESCHERMING | |
49 | Alle onderdorpels en kozijnstijlen direct na het stellen beschermen tegen valspecie en beschadigingen. GLASLATTEN | |
59 | Glaslatten voor buitenbeglazingen dienen met schroeven (eentours) bevestigd te worden. Glaslatten voor brandwerende beglazing dienen met schroeven bevestigd te worden. BRANDWERENDHEID | |
69 | De voorgeschreven brandvertraging van brandwerende kozijnen geldt voor het kozijn, inclusief draaiende delen c.q. de aansluitingen rondom. GARANTIE XXXXXXXX | |
00 | Aluminium kozijnen, ramen en panelen leveren onder garantie van VMRG. Alle delen dienen voorzien te zijn van vmrg kwaliteitseisen 2019. DUBBELE KIERAFDICHTING | |
Draaiende delen voorzien van dubbele kierafdichtingen. | ||
30.00.32 | 01 | INFORMATIE-OVERDRACHT: MONSTERS MONSTER De hierna genoemde monsters dienen ter beoordeling van de volgende, bij het monster genoemde kenmerken. Monster: - het hang- en sluitwerk. Beoordelingskenmerken: - kleur. - oppervlaktebehandeling. - vorm en afmetingen. - keurmerk. |
Aantal (stuks): 1.
30.00.40 RISICOVERDELING EN GARANTIES: ALGEMEEN
01 TE GARANDEREN ONDERDELEN
Voor de volgende onderdelen wordt een garantie verlangd die moet gelden vanaf het gereedkomen van het onderdeel tot aan de oplevering van het werk en in aansluiting daarop gedurende de vermelde periode.
Onderdeel:
- de buitenkozijnen en ramen.
- de buitendeuren.
- de binnenkozijnen.
- de binnendeuren.
- het hang- en sluitwerk.
- te garanderen door: de aannemer.
- periode: 6 jaar.
30.12 TEKENINGEN EN BEREKENINGEN
30.12.10-a TEKENINGEN
0. TEKENINGEN
Door de aannemer te vervaardigen tekeningen. Van alle kozijnen, puien, ramen en deuren.
Op deze tekening(en) moet zijn aangegeven:
- typen met aantallen.
- indeling.
- afmetingen.
- detaillering kozijnen, ramen en deuren.
- de beglazing en de wijze van beglazen.
- de paneelvullingen.
- de aansluitdetails incl. verankering.
- het hang- en sluitwerk.
- de ventilatievoorzieningen.
- de oppervlaktebehandeling. Aantal te verstrekken exemplaren:
- ter goedkeuring (st.): 2.
- goedgekeurde (st.): 2.
. 01 BUITENKOZIJN/-PUI
De werk/productietekeningen van de fabrieksmatig te vervaardigen buitenkozijnen, - puien, -ramen en-deuren.
30.32 KOZIJNEN
30.32.11-a KOZIJNEN, RAMEN EN DEUREN METALEN RAAM
Fabrikaat: Schuco
Type: ASE60 en AWS 65
Inbraakwerendheid (NEN 5096-12) (weerst.klasse): 2. Afmeting (bxh) (mm): volgens tekening
U-waarde (W/(m2.K)): 1,1. Materiaal: aluminium.
Kleur: RAL 7016 Beglazing:
- blank.
U-waarde (W/(m2.K)): 1,2. Toebehoren:
- bevestigingsmiddelen: corrosievast staal.
Metalen ramen leveren onder KOMO-attest-met-productcertificaat.
01 BUITENKOZIJN/-PUI
- De gevelkozijnen zoals aangegeven op tekening.
30.32 DEUREN
30.32.11-b KOZIJNEN, RAMEN EN DEUREN METALEN DEUR
Fabrikaat: Schuco
Type: ASE60 en AWS 65
Inbraakwerendheid (NEN 5096-12) (weerst.klasse): 2. Draairichting: naar binnen draaiend.
Afmeting (bxh) (mm): volgens tekening
Bediening: aan binnen en buitenzijde te openen. U-waarde (W/(m2.K)): 1,1.
Materiaal: aluminium. Kleur; RAL 7016 Beglazing:
- blank.
U-waarde (W/(m2.K)): 1,2. Toebehoren:
- bevestigingsmiddelen: corrosievast staal.
Metalen ramen leveren onder KOMO-attest-met-productcertificaat.
01 BUITENKOZIJN/-PUI
- De voordeur zoals aangegeven op tekening.
30.80 HANG- EN SLUITWERK
30.80.09-a HANG- EN SLUITWERK
0. HANG- EN SLUITWERK
- De aannemer verzorgt een hang- en sluitwerkstaat i.o.m. de opdrachtgever en leverancier, de staat dient alle bijbehorende bevestigingsmiddelen in corrosievaste uitvoering te omvatten.
- De inbraakwerendheid van de buitenkozijnen, -ramen en -deuren in combinatie met
het beslag volgens SKG**_, dient in totaliteit te voldoen aan het Politiekeurmerk Veilig Wonen.
- Alle binnendeuren dienen te voorzien te worden van standaard hang- en sluitwerk (scharnieren en loopsloten).
- Alle buiten- en toegangsdeuren dienen gelijksluitend te worden uitgevoerd.
- Al het hang- en sluitwerk moet worden geleverd overeenkomstig de door de directie vooraf goedgekeurde monsters.
- De aannemer dient het te bemonsteren hang- en sluitwerk in combinatie met de gegevens van de buitenkozijnen en puien ter goedkeuring in bij de keuringsinstantie van het Politiekeurmerk Xxxxxx Xxxxx.
.01 HANG- EN SLUITWERK
- Ten behoeve van het gebouw.
33.1 ALGEMEEN
33.1.40 RISICOVERDELING EN GARANTIES: ALGEMEEN
- TE GARANDEREN ONDERDELEN
Voor de volgende onderdelen wordt een garantie verlangd die moet gelden vanaf het gereedkomen van het onderdeel tot aan de oplevering van het werk en in aansluiting daarop gedurende de vermelde periode.
Onderdeel: de kunststof dakbedekking.
• te garanderen door: aannemer.
• periode: 10 jaar.
33.12 TEKENINGEN EN BEREKENINGEN
33.12.20-a STATISCHE BEREKENING
0. BEREKENING BEVESTIGING DAKBEDEKKING (NEN 6707+C02)
Door de aannemer te vervaardigen statische berekening voor de bevestiging van de dakbedekking. Aantal te verstrekken exemplaren:
- ter goedkeuring (st.): 2.
- goedgekeurde (st.): 2.
.01 PLAT DAK
- Ten behoeve van de garage.
33.31VOORBEHANDELING ONDERGROND, BAANVORMIGE DAKBEDEKKINGEN
33.31.10 –a BAANVORMIGE DAKBEDEKKINGEN, VOORBEHANDELING ONDERGROND
0. VOORBEHANDELEN
- Het dak goed schoonvegen en ontdoen van losse vervuiling
0.1 PLAT DAK
Dakbedekking t.p.v. de ondergrondse garage 33.31.20-b NAADAFWERKING/DAMPREMMENDE LAGEN
0. DAMPREMMENDE LAGEN, VOLLEDIG GEKLEEFD Producent: XXXXXXXX® Construction Materials Europe Dampremmer:
- materiaal: gelamineerd koud zelfklevend aluminium folie
- volledig gekleefd
- zelfklevend
- overlap (mm): 50
- overlap: koud zelfklevend
4. ALUMINIUM DAMPREMMENDE LAAG
Leverancier: XXXXXXXX® Construction Materials Europe Type: ALUTRIX® 600 / ALUTRIX® FR
OPMERKING: ALUTRIX® FR heeft FM approval Materiaal: aluminium/zelfklevende SBS hoog polymeer
- Afmetingen:
- dikte (mm): 0,6 / 0,4
- rolbreedte (mm): 1.080
- MUD-waarde (m): > 1.500 Toebehoren:
- RESITRIX® hechtprimer FG 35
5. VERWERKINGSVOORSCHRIFT DAMPREMMEDE LAGEN,
De verwerking moet plaatsvinden overeenkomstig het door de fabrikant/leverancierbij de levering van de materialen te verstrekken verwerkingsvoorschrift.
0.1 PLAT DAK
Dakbedekking t.p.v. de ondergrondse garage
33.32 ISOLATIE/AFSCHOTLAAG
33.32.14-b ISOLATIEWERK, ISOLATIEPLATEN, HARD KUNSTSTOFSCHUIM PLAAT
0. VERWERKING DAKISOLATIEPLATEN Constructieve ondergrond: steenachtige ondergrond. Ondergrond voorzien van voorsmeerlaag.
Isolatie functie: thermisch isoleren. Legpatroon: volgens afschotplan. Bevestiging isolatie: gekleefd.
Conform verwerkingsrichtlijn fabrikant. Eindafwerking: kunststof dakbedekking.
Bevestiging daksysteem: volledig gekleefd. (compatible met zowel isolatie als dakbedekkings materiaal en aangetoond door de dakbedekking fabrikant.)
1. PIR-SCHUIMPLAAT (NEN-EN 13165:2012+A2:2016)
Fabricaat: Kingspan Insulation B.V. Productserie: Therma.
Type: Therma TT40 Afschot Dakplaat. Uitvoering: afschot plaat.
Niet-zelfdragend element. Begaanbaarheidsklasse: C. Brandklasse naakt product: F.
Warmtegeleidingscoëfficiënt (W/(m.K)): 0,026.
Warmteweerstand (Rd)(m2.k)/W): 4,40.
Dikte (mm): 110-120.
Afmeting (lxb)(mm): 0000x0000. Afschot percentage: 0,83%.
Materiaal: PIR.
Kanten: recht.
Cachering bovenzijde: gebitumineerd glasvlies. Cachering onderzijde: gebitumineerd glasvlies. Toebehoren:
- bevestigingsmiddelen: steenachtige ondergrond. (compatible met zowel isolatie als ondergrond en aangetoond door de lijm fabrikant.)
N.B. leveren met een KOMO-kwaliteitsverklaring.
.1 PLAT DAK
De isolatie voor het platte dak t.p.v. de ondergrondse garage
33.34 KUNSTSTOF DAKBEDEKKINGEN IN BAANVORM MET DAKTUIN
33.34.14-a KUNSTSTOF DAKBEDEKKINGSSYSTEEM, VOLLEDIG GEKLEEFD
1. KUNSTSTOF DAKBEDEKKINGSSYSTEEM, VOLLEDIG GEKLEEFD
Producent: XXXXXXXX® Construction Materials Europe Dakbaan:
- materiaal: Ethyleen Propyleen Dieen Monomeer (EPDM)
- materiaalcode: (BD) K 62 A 45
- volledig gekleefd
- overlap (mm): 50
- naden gelast d.m.v. hete lucht
4. EPDM DAKBAAN, GEWAPEND
Producent: XXXXXXXX® Construction Materials Europe Type: RESITRIX® SKW Full Bond
OPMERKING: W staat voor wortelwerendheid
Materiaal: Ethyleen Propyleen Dieen Monomeer (EPDM)
- materiaalcode: (BD) K 62 A 45
- inlage: glasdraadwapening
- thermisch lasbare EPDM (synthetisch rubber) dakbaan aan de onderzijde voorzien van een cacheerlaag uit hoogpolymeer SBS, afgewerkt met een verwijderbare PE folie
- kleur: zwart
Afmetingen:
- dikte (mm): 2,5
- rolbreedte (mm): 1000Toebehoren:
- RESITRIX® hechtprimer FG 35
5. VERWERKINGSVOORSCHRIFT, BAANVORMIGDAKBEDEKKINGSSYSTEEM
De verwerking moet plaatsvinden overeenkomstig de verwerkingsvoorschriften,opgenomen in het K75248 en het door de fabrikant/leverancier bij de levering vande materialen te verstrekken verwerkingsvoorschrift.
0.1 PLAT DAK
Dakbedekking t.p.v. de ondergrondse garage
33.35 RAND- EN OPSTANDSTROKEN DAKBAAN
33.35.21-a KUNSTSTOF DAKBEDEKKING, OPSTANDSTROKEN
0. AANBRENGEN STROKEN TEGEN OPGAAND WERK
Alle opstanden afwerken met RESITRIX® SK W full bond (zelfklevend) alsomschreven onder 33.34, bevestigd met RESITRIX® hechtprimer FG 35 volgensvoorschriften en principe details van XXXXXXXX® Construction Materials Europe
4.EPDM-DAKBAAN
leverancier: XXXXXXXX® Construction Materials Europe type: RESITRIX® SK W Full Bond
Materiaal: Ethyleen Propyleen Dieen Monomeer (EPDM)
- materiaalcode: (BD) K 62 A 45
- inlage: glaskoordwapening
- thermisch lasbare EPDM (synthetisch rubber) dakbaan aan de onderzijde voorzien van een cacheerlaag uit hoogpolymeer SBS met een verwijderbare PE folie.
- kleur: zwart
Afmetingen:
- dikte (mm): 2,5
- baanbreedte (mm): 1000 (500, 333 en 250 op aanvraag)
Toebehoren:
- RESITRIX® hechtprimer FG 35
.
.01 PLAT DAK
Dakbedekking t.p.v. de ondergrondse garage
33.35.22-a KUNSTSTOF DAKBEDEKKING, INPLAKKEN ONDERDELEN
0. KUNSTSTOF DAKBEDEKKING, INPLAKKENONDERDELEN gekleefd volgens voorschriften fabrikant enBDA naden gelast met hete lucht
4.EPDM-DAKBAAN
leverancier: XXXXXXXX® Construction Materials Europe type: RESITRIX® SK W Full Bond
Materiaal: Ethyleen Propyleen Dieen Monomeer (EPDM)
- materiaalcode: (BD) K 62 A 45
- inlage: glaskoordwapening
- thermisch lasbare EPDM (synthetisch rubber) dakbaan aan de onderzijde voorzien van een cacheerlaag uit hoogpolymeer SBS met een verwijderbare PE folie.
kleur: zwart
Afmetingen:
- dikte (mm): 2,5
- baanbreedte (mm): 1000 (500, 333 en 250 op aanvraag) Toebehoren:
- RESITRIX® hechtprimer FG 35
9 .VERWERKINGSVOORSCHRIFT, KUNSTSTOF DAKBEDEKKING
De verwerking moet plaatsvinden overeenkomstig de verwerkingsvoorschriften, opgenomen in het K75248 en het door de fabrikant/leverancier bij de levering van de materialen te verstrekken verwerkingsvoorschrift.
.01 PLAT DAK
Dakbedekking t.p.v. de ondergrondse garage
33.40 KOPEREN FELSDAK
33.40.10-a KOPEREN FELDAK
0. ACHTERCONSTRUCTIE
Onbehandelde ruw vuren delen 100 x 22 mm
- Ventilatieruimte (mm): 20 mm (tot 6 meter hoogte), 30 mm (6-22 meter hoogte) Actief geventileerd (doorlopende opening 20 mm bij voet en dakrand)
0.1 | - Houten delen bevestigd op verticale houten stijlen of aluminium/stalen consoles. Tussenafstand volgens berekening constructeur. - Waterdragende, damopen folie, μd- waarde 0,2-10 m - Isolatiemateriaal Leverancier: aannemer maakt gebruik van een door principaal vooraf geselecteerde leverancier en | |
dakdekker. Materiaal: oude koper Systeem: warm dak Oppervlaktevariant: behandel iom principaal Werkende breedte (mm): 600 (tenzij door leverancier ander aangegeven). Lengte (mm): als dak Dikte (mm): vlg opgave leverancier Felshoogte (mm): vlg opgave leverancier Bevestiging: vlg opgave leverancier Pasbanen: Afwerking: vlg opgave leverancier Toebehoren: vlg opgave leverancier koper leveren onder KOMO productcertificaat. klangen, koper, dikte 0,70 mm, aantal volgens berekening constructeur pasbanen met dubbele bovenfels, pasbanen met dubbele onderfels, felsbanen voorzien van prefab omkanting en uitstansing, convexe en concave banen. druiprand-, nokkap-, start-, dakrand-, hoekkeperprofielen van zink vogelschroot van koper | ||
BEGLAZING | ||
34.00 | ALGEMEEN | |
34.00.20 | 09 10 | EISEN EN UITVOERING: ALGEMEEN ISOLEREND GLAS Ruiten van isolerend dubbelglas waarvan de bladen van ongelijke dikte zijn, dienen met de dikke ruit aan de buitenzijde te worden geplaatst. Beglazing op de begane grond dient aan de buitenzijde voorzien van gelaagd inbraak veilig glas. |
34.00.32 | 02 09 | INFORMATIE-OVERDRACHT: MONSTERS MONSTER TER BEOORDELING Voordat onderstaande bouwstoffen door de aannemer worden besteld hiervan een monster ter beoordeling aan de directie voorleggen: alle toe te passen typen, soorten en kleuren glas en glaspanelen t.b.v. de kwaliteit, uitvoering en kleur. Monsters beschermen en op het werk bewaren tot de oplevering. KEURINGSRAPPORTEN |
Van de glasfabrikanten worden keuringsrapporten en partijkeuringen verlangd van alle in dit hoofdstuk beschreven glassoorten. | ||
34.00.40 | RISICOVERDELING EN GARANTIES: ALGEMEEN |
01 | TE GARANDEREN ONDERDELEN Voor de volgende onderdelen wordt een garantie verlangd die moet gelden vanaf het gereedkomen van het onderdeel tot aan de oplevering van het werk en in aansluiting daarop gedurende de vermelde periode. Onderdeel: de beglazing. - te garanderen door: de aannemer. - periode: 6 jaar. | |
34.00.50 | 09 | BIJBEHORENDE VERPLICHTINGEN: ALGEMEEN BEGLAZINGSADVIES De aannemer verplicht zich tot het laten opstellen van een beglazingsadvies, op basis van de in dit bestek omschreven glas en beglazingssystemen, met vermelding van de toe te passen producten en fabricaten. In het advies dienen alle op dit moment bekend zijnde wettelijke regelingen voor veiligheidsbeglazing te zijn opgenomen. In het geval van eventuele hiaten c.q. te corrigeren punten in dit bestek t.o.v. het beglazingsadvies dienen deze doorgevoerd te worden in de inschrijfbegroting. Alvorens met de beglazingswerkzaamheden te beginnen moet het beglazingsadvies zijn goedgekeurd door de directie. |
34.00.60 | 09 19 | BOUWSTOFFEN: ALGEMEEN BEGLAZINGSKIT Beglazingskit afstemmen op toe te passen verfsystemen. GEBREKEN IN GLAS |
29 | Alle glas dient voor het zetten gecontroleerd te worden op gebreken. OPSLAG | |
Opslag van glas moet zodanig geschieden dat geen zogenaamde "weerplakken" op de ruiten kunnen ontstaan. |
34.12 WERKBESCHEIDEN
34.12.20-a BEREKENING
0. VERANTWOORDELIJKHEID VOOR BEREKENINGEN
De aannemer blijft, ook na goedkeuring door de directie, verantwoordelijk voor de door hem gemaakte berekeningen.
3. STATISCHE BEREKENING (NEN 6702/A1:2005)
Door de aannemer te vervaardigen statische berekening:
- van de beglazing. Berekeningsgrondslagen: de bestekstukken.
Belastingen volgens NEN 6702/A1:2005 en NEN 3569:2011. Aantal te verstrekken exemplaren:
- ter goedkeuring (st.): 2.
- goedgekeurde (st.): 2.
.01 BUITENKOZIJN/-PUI
- De beglazing in de gevelkozijnen, daar waar bestaand glas vervangen wordt door nieuw heldere beglazing.
34.32 MEERBLADIG GELAAGD ISOLEREND GLAS
34.32.20-a MEERBLADIG GELAAGD ISOLEREND GLAS BEGLAZING MET BEGLAZINGSPROFIELEN
0. ISOLEREND DUBBELGLAS (BRL 2201+W04) Fabrikaat: Glaverbel.
Type: HR++.
Randverbinding: tweevoudig gekit met metalen buisprofiel en organische kit. Opbouw (mm): waar aangegeven op tekening/volgens NEN 3569 het binnenblad uitvoeren in:
- veiligheidsglas (letselvoorkomend). Kleur: blank.
Gelaagd glas leveren onder KOMO-productcertificaat. U-waarde (W/(m2.K)): <1,2.
ZTA waarde (%): 60.
Zonodig 30 minuten brandvertragend
Isolerend dubbelglas leveren onder KOMO-productcertificaat.
1. BEGLAZING MET RUBBER BEGLAZINGSPROFIELEN Beglazingssysteem: van binnen uit.
Beglaasd met rubberprofiel en glaslatten.
4. RUBBER BEGLAZINGS-/PANEELVATTINGSPROFIEL Type: flexibel profiel.
Materiaal: EPDM.
Profiel overeenkomstig NPR 3577+c89, lid 8.1. Zonodig brandvertragend beglazingsprofiel toepassen | ||
.01 | BUITENKOZIJN/-PUI - De isolerende beglazing in de buitenkozijnen en de draaiende delen. | |
NATUUR- EN KUNSTSTEEN | ||
35.00 | ALGEMEEN | |
35.00.20 | 01. 02. | EISEN EN UITVOERING: ALGEMEEN ONGELIJKHEDEN Ongelijkheden en gaten in de ondergrond uitvullen met een cementgebonden vulmassa. De aansluitingen op aangrenzende onderdelen of natuur- of kunststofstenen onderdelen onderling zuiver bijwerken. ONDERGROND |
03. | Bij natuur- of kunststeen gezet in mortel moet de ondergrond voor de aanvang van de werkzaamheden inddroog zijn. Een te droge ondergrond moet zijn bevochtigd. Tevens dient de ondergrond stof- en vetvrij te zijn en te zijn ontdaan van losse delen en onregelmatigheden. Bij gelijmd werk moet een poreuze en/of sterk zuigende ondergrond vooraf worden behandeld met een voorstrijkmiddel, afgestemd op de te gebruiken lijm. IN HET ZICHT BLIJVENDE VLAKKEN | |
04. | In het zicht blijvende vlakken moeten vlak en strak zijn met afgeronde hoeken. Passtukken moeten zijn gezaagd; de gezaagde zijden mogen niet in het zicht blijven. AANBRENGEN | |
Verwerking van natuur- en kunststofstenen onderdelen dient te geschieden volgens de voorschriften van de fabrikant/leverancier van de mortel of de lijm. Direct na het stellen de onderdelen met schoon water reinigen. | ||
35.00.30 | 01. | INFORMATIEOVERDRACHT MONSTER TER BEOORDELING Voordat onderstaande bouwstoffen door de aannemer worden besteld hiervan een monster ter beoordeling aan de directie voorleggen: - Kunststenen dorpels. |
35.00.40 | 01. | RISICOVERDELING EN GARANTIES TE GARANDEREN ONDERDELEN Voor de te garanderende periode van 5 jaar |
VOEGVULLING | ||
36.00 | ALGEMEEN | |
36.00.10 | 09 | BEGRIPPEN: ALGEMEEN NORMEN, VOORSCHRIFTEN EN RICHTLIJNEN De navolgende normen, voorschriften en richtlijnen zijn van toepassing: - Rapport Stichting Bouwresearch SBR nr. 23, 1-3. - ASTM C509-79 voor cellulair schuimrubber. |
36.00.31 | 09 | INFORMATIE-OVERDRACHT: WERKPLAN KIT-ADVIES De aannemer dient een kit-advies te verzorgen. De kitkeuze en werkvoorschriften middels het kit-advies van de fabrikant/leverancier prevaleert boven de aangeduide kitsoorten en werkvoorschriften in het bestek. Het advies is ter goedkeuring directie. Aantal te verstrekken exemplaren: - ter goedkeuring: 2. - goedgekeurd: 2. Tijdstip van verstrekken: bij inschrijving. |
36.00.40 | 01 | RISICOVERDELING EN GARANTIES: ALGEMEEN TE GARANDEREN ONDERDELEN Voor de volgende onderdelen wordt een garantie verlangd die moet gelden vanaf het gereedkomen van het onderdeel tot aan de oplevering van het werk en in aansluiting daarop gedurende de vermelde periode. Onderdeel: de voegvullingen. - te garanderen door: de aannemer. - periode: 3 jaar. |
36.00.50 | BIJBEHORENDE VERPLICHTINGEN: ALGEMEEN |
09 AANSLUITINGEN
De aannemer zal voor alle aansluitingen van onderdelen, welke naar het oordeel van de directie afdichtingmaterialen vereisen, deze materialen leveren en aanbrengen.
Het niet strikt aangegeven zijn van afdichtingmaterialen bij elk detail ontslaat de aannemer niet van zijn verplichtingen om alle aansluitingen van onderdelen van afdichtingmaterialen te voorzien, teneinde de constructie waterdicht, tochtdicht, geluidsdicht, brandvertragend e.d. te maken, e.e.a. ter beoordeling van de directie.
36.00.60 BOUWSTOFFEN: ALGEMEEN
09 RUGVULLINGEN
Rugvullingen mogen de eigenschappen van de kit niet aantasten, moeten voldoende
weerstand bieden tegen het aanbrengen en afstrijken van kit en mogen de omsluitende materialen niet chemisch aantasten.
19 HECHTING EN ELASTICITEIT
Kitten moeten een goede hechting bezitten om de omsluitende materialen, mogen niet uit de voeg zakken, geen scheur- of belvorming vertonen en moeten blijvende elasticiteit bezitten.
36.30 VOEGVULLINGEN MET KIT
36.30.10-a VOEGVULLING MET KIT
0. VOEGVULLING MET KIT Voegranden:
- voorbehandeling hechtvlakken: gereinigd en zo nodig voorgestreken.
De vochtigheid van de hechtingsvlakken waarop kit moet zijn aangebracht mag niet meer zijn dan:
- voor hout 17 %.
- voor beton 6 %.
De temperatuur van de hechtingsvlakken moet min. 3º Celcius boven het dauwpunt zijn.
Voegvulling moet zijn aangebracht door een hierin gespecialiseerd bedrijf ter goedkeuring van de directie. De hoeveelheid toe te passen kit dient zoveel mogelijk beperkt te worden.
4. VOEGDICHTINGSKIT Fabrikaat: Saba Dinxperlo bv. Type: Xxxxxxxxx 000, Xxxxxxxxx: MS-Polymeer. Kleur: volgens wit.
Schimmelwerend en bacteriënremmend.
.01 VENSTERBANK
- De kitvoeg tussen vensterbanken en buitenkozijnen t.p.v. steenachtige borstweringen.
.02 SANDWICHPANELEN
- De aansluitingen tussen de sandwichpanelen en gevelmetselwerk.
.03 VOEGEN
- In overige steenachtige buitenaansluitingen, zoals elders in het bestek of op
tekening aangegeven en/of benodigd voor een goede en degelijke uitvoering van het werk.
36.30.10-b VOEGVULLING MET KIT
0. VOEGVULLING MET KIT Voegranden:
- voorbehandeling hechtvlakken: gereinigd.
- voegoppervlak terugliggend.
De vochtigheid van de hechtingsvlakken waarop kit moet zijn aangebracht mag niet meer zijn dan:
- voor hout 17 %.
- voor beton 6 %.
De temperatuur van de hechtingsvlakken moet min. 3º Celcius boven het dauwpunt zijn.
Voegvulling moet zijn aangebracht door een hierin gespecialiseerd bedrijf ter goedkeuring van de directie.
4. KIT
Fabrikaat: Shell. Type: Tixophalte.
Materiaal: gemodificeerde bitumen Kleur: zwart.
.01 BUITENKOZIJN/-PUI
- De afdichting tussen kunststeen buitendorpels en aansluitingen op omliggende constructie.
36.40 VOEGVULLINGEN MET SCHUIMBAND
36.40.10-a VOEGVULLING MET SCHUIMBAND
0. VOEGVULLING MET SCHUIMBAND Voegranden:
- voorbehandeling hechtvlakken: gereinigd.
- voegoppervlak terugliggend.
4. GEÏMPREGNEERD OPENCELLIG SCHUIMBAND (BRL 2802/02+W99) Leverancier: Mavotrans B.V.
Type: Mavotex 600 compressieband vóór gecomprimeerd. Materiaal: opencellig schuimstofband op basis van polyester. Voegbreedte: nader bepalen in het werk.
Kleur: zwart. Eenzijdig zelfklevend.
Geïmpregneerde schuimbanden leveren onder KOMO-productcertificaat.
.01 BUITENKOZIJN/-PUI
- Tussen kozijnen en de achterliggende constructies en tussen kozijnen onderling.
36.40.10-b VOEGVULLING MET SCHUIMBAND
0. VOEGVULLING MET SCHUIMBAND Voegranden:
- voorbehandeling hechtvlakken: gereinigd.
- voegoppervlak terugliggend.
4. GEIMPREGNEERDE SCHUIMBAND (BRL 2802/02+W99) Fabrikaat: Mavotrans B.V.
Type: ILLRID 120 compressieband voorgecomprimeerd. Materiaal: semi-gesloten vinylschuim.
Afmetingen (bxd) (mm): nader bepalen in het werk. Kleur: zwart.
Eenzijdig belijmd.
Geïmpregneerde schuimbanden leveren onder KOMO-productcertificaat.
.01 CONSTRUCTIE
- In overige aansluiting, zoals elders in het bestek of op tekening aangegeven en/of benodigd voor een goede en degelijke uitvoering van het werk.
36.60 VOEGVULLINGEN MET SCHUIM
36.60.10-a VOEGVULLING MET XXXXXX, KUNSTSTOFSCHUIM VULMIDDEL
0. VOEGVULLING MET SCHUIM Voorbehandeling hechtvlakken: gereinigd.
Voeg: licht uitpuilend vullen en daarna afsnijden met mes of zaag gelijk aan wand-, vloer- of plafondvlak.
De vochtigheid van de hechtingsvlakken waarop schuim wordt aangebracht mag niet meer zijn dan:
- voor hout 17 %.
- voor beton 6 %.
De temperatuur van de hechtingsvlakken moet min. drie graden Celsius boven het dauwpunt zijn.
De voegvullingen moeten worden uitgevoerd door een hierin gespecialiseerd bedrijf ter goedkeuring van de directie.
1. PUR-SCHUIM
Materiaal: Polyurethaanschuim, CFK-vrij
.01 VOEGEN/NADEN
Toepassen in de navolgende voegen/naden:
- rondom leiding-, muur- en dakdoorvoeren.
- aansluitnaden tussen bovenkant niet dragende binnenwanden met vloeren.
- aansluitnaden van dakelementen e.d. met andere bouwdelen, voor zover niet elders omschreven.
- alle overige aansluitingen en te isoleren plaatsen, om koudebruggen te voorkomen en/of een volledige afsluiting te verkrijgen, daar waar geen vormvast isolatiemateriaal kan worden toegepast.
38.40 BEWEGENDE SCHERMEN, BUITEN 38.40.20-a BUITENJALOEZIE
0. BUITENJALOEZIE
Fabrikaat: Schellekens & Schellekens BV.
Type: 80 mm lamel licht gebogen vlak, EL80AF. | ||
Keur: RAL 7016 | ||
Materiaal: | ||
- bovenbak: verzinkt plaatstaal. | ||
- lamellen: koperarme aluminiumlegering. | ||
Onderdelen: | ||
- zijgeleiding: type A, voorgespannen corrosievast staaldraad ø 3,3 mm, kunststof ommanteling. | ||
- onderafsluiting: kokerprofiel, kunststof eindkappen en ogen. | ||
Lamellen: | ||
- lameltype: licht gebogen vlak. | ||
- lameldikte: 0,24 - 0,28 mm. | ||
Bediening: | ||
- elektrische bediening, boxmotor. | ||
Toebehoren: | ||
- bevestigingsmiddelen. | ||
STUKADOORWERK | ||
40.00 | ALGEMEEN | |
40.00.10 | 09 | BEGRIPPEN: ALGEMEEN NORMEN, VOORSCHRIFTEN EN RICHTLIJNEN De navolgende normen, voorschriften en richtlijnen zijn van toepassing: - Hoofdbedrijfsschap Afbouw en Onderhoud (HAO). |
40.00.20 | 09 | EISEN EN UITVOERING: ALGEMEEN ALGEMEEN - Kozijnen, ramen, deuren enz. beschermen tegen verontreinigingen. - Raaplagen dikker dan 15 mm in meerdere lagen opzetten en zodanig dat er een goede hechtlaag ontstaat. - Bij aansluitingen van wanden van verschillende samenstelling, op de afscheiding een V-groef aanbrengen en insnijden. Inwendige hoeken van stukadoorswerk scherp in snijden. - Bij plafonds van platen, schroten en dergelijke het stucwerk minimaal 100 mm boven onderkant plafond doorzetten. - Ook waar plinten worden aangebracht, dienen de wanden tot de vloer te worden gestukadoord. - Pleisterprofielen zuiver vlak en te lood, dan wel in de juiste richting stellen in specie. De profielen afwerken nadat de stelspecie is verhard. - Hoekbeschermingsprofielen (verticaal) tot plafond doorzetten. - Pleisterprofielen grondig reinigen, direct nadat de afwerklaag is aangebracht. |
40.00.32 | 01 | INFORMATIE-OVERDRACHT: MONSTERS MONSTER De hierna genoemde monsters dienen ter beoordeling van de volgende, bij het monster genoemde kenmerken. Monster: Spuitpleister. De leverancier levert kleurenmonsters aan. Beoordelingskenmerken: - kleur - oppervlaktestructuur. - helderheid. - korrelgrootte. |
40.00.40 | 01 | RISICOVERDELING EN GARANTIES: ALGEMEEN TE GARANDEREN ONDERDELEN Voor de volgende onderdelen wordt een garantie verlangd die moet gelden vanaf het gereedkomen van het onderdeel tot aan de oplevering van het werk en in aansluiting daarop gedurende de vermelde periode. Onderdeel: het stukadoorwerk. - te garanderen door: de aannemer. - periode: 6 jaar. |
40.00.50 | BIJBEHORENDE VERPLICHTINGEN: ALGEMEEN |
09 BESCHADIGINGEN
Alle beschadigingen aan stukadoorswerk, tot aan de oplevering, ook die welke ontstaan door de aanleg van werken van derden, moeten worden bijgewerkt zonder dat daarvoor enige verrekening zal plaatsvinden.
40.00.60 BOUWSTOFFEN: ALGEMEEN
09 PLEISTERGIPS
Het toe te passen pleistergips moet bestaan uit natuur- of rogips.
40.22 VOORBEHANDELING ONDERGROND
40.22.10-a PLEISTERWERK, VOORBEHANDELING ONDERGROND
0. PLEISTERWERK, ONDERGRONDCORRECTIES Behandeling:
- opruwen en reinigen: ondergronden ontdoen van alle ongerechtigheden en verontreinigingen.
- naden afwerken met kunststof wapeningsgaas Ondergrond: gipsplaten.
.01 BINNENPLAFOND (TPV SANITAIR)
- T.b.v. de voorbereiding van de met spuitpleister af te werken plafonds.
40.22.10-b PLEISTERWERK, VOORBEHANDELING ONDERGROND
0. PLEISTERWERK, ONDERGRONDCORRECTIES Behandeling:
- opruwen en verwijderen losse delen en verontreinigingen.
- aanwerken sleuven en gaten.
- egaliseren en uitvullen.
- naden afwerken met kunststof wapeningsgaas
5. HECHTMORTEL VOOR PLEISTERWERK Mortel/ primer: op basis voorschrift fabrikant.
.01 BUITENWAND, BINNENSPOUWBLAD
- Het plaatselijk repareren van gaten/beschadigingen in de met stucwerk af te werken binnenwanden.
40.22.21-a WAPENINGSGAAS, KUNST-/ORGANISCHE VEZEL
0. KUNSTSTOF WAPENINGSGAAS Spanningsverdelende strook. Materiaal: glasweefsel, zelfklevend. Breedte: tenminste 250 mm. Toebehoren:
.01 BUITENWAND, BINNENSPOUWBLAD
- Het glasvlies t.p.v. dilataties/zaagsneden binnenwanden.
.02 - Het glasvlies t.p.v. dilataties/zaagsneden plafonds.
.03 BINNENWAND / PLAFONDS
- Het glasvlies t.p.v. de naden tussen gelijke en/of verschillende materialen in de ondergrond en over flexibele materialen als PUR.
40.40 PLEISTERWERK
40.40.20-a PLEISTERWERK
0. WITPLEISTERWERK
Pleistersysteem, op basis voorschrift fabrikant Ondergrond: beton, gipsplaat.
Pleisterlaagdikte(n) (mm): 1 à 3.
Oppervlaktebeoordeling overeenkomstig de richtlijnen van Stichting Bureau Afbouw De affilmlaag/egalisatielaag op de beton, gipsplaat binnenwanden die
behangklaar worden opgeleverd.
5. HECHTMORTEL VOOR PLEISTERWERK Mortel / primer: op basis voorschrift fabrikant
5. PLEISTERMORTEL
Mortel / primer: op basis voorschrift fabrikant
.01 BUITENWAND, BINNENSPOUWBLAD
- Het schilderklaar affilmen van de binnenspouwbladen m.u.v. de te betegelen wanden.
.02 BINNENWAND
- Het schilderklaar affilmen van de binnenwanden m.u.v. de te betegelen wanden.
40.81 PROFIELEN
40.81.11-a RANDAFWERKINGSPROFIEL
0. HOEKBESCHERMINGSPROFIEL
Type: pleisterprofiel voor dun pleisterwerk.
- inbouw.
Materiaal: staal.
Oppervlaktebehandeling: sendzimir verzinkt.
- kleur: naturel.
Voor een pleisterdikte van: 1-3mm. Toebehoren:
4. STELWERK AFBOUW
Bevestigingswijze: hechten d.m.v. pleisterwerk.
.01 BUITENWAND, BINNENSPOUWBLAD
- Ter plaatse van de uitwendige hoeken bij Pleisterwerk.
.02 BINNENWAND, SPOUWBLAD
- Ter plaatse van de uitwendige hoeken bij pleisterwerk.
.03 BINNENWAND
- Ter plaatse van de uitwendige hoeken bij pleisterwerk.
40.81.12-a OVERGANGSAFWERKINGSPROFIEL
0. OVERGANGSAFWERKINGSPROFIEL Type: stucstop voor dun pleisterwerk. Materiaal: staal.
Oppervlaktebehandeling: sendzimir verzinkt. Toebehoren:
4. STELWERK AFBOUW
Bevestigingswijze: hechten d.m.v. pleisterwerk.
.01 BUITENWAND, BINNENSPOUWBLAD
- Ter plaatse van aansluitingen van pleisterwerk op andere materialen.
.02 BINNENWAND, SPOUWBLAD
- Ter plaatse van aansluitingen van pleisterwerk op andere materialen.
.03 BINNENWAND
- Ter plaatse van aansluitingen van pleisterwerk op andere materialen.
41.00 ALGEMEEN
41.00.20 EISEN EN UITVOERING: ALGEMEEN
09 ALGEMEEN
Kleurverschillen van de zelfde soort tegels in een vlak mogen niet voorkomen.
19 UITVOERING:
- Tegelwerk uitvoeren volgens het gegarandeerde waterdichte lijm- en voegsysteem van Omnicol voor natte cellen.
- Tegels t.p.v. montagedozen, gas- en waterleidingen, centrale verwarmingsbuizen
e.d. nauwkeurig pas maken.
- De vlakverdeling zodanig uitvoeren zodat in het midden van een vlak zich een voeg of een hele tegel bevindt.
- Het tegelwerk dient symmetrisch te worden verdeeld over de wand (horizontaal en verticaal).
- Het aanbrengen van tegels kleiner dan een halve tegel is niet toegestaan. Oppervlaktebeoordeling overeenkomstig de richtlijnen van Stichting Bureau Afbouw
41.00.30 INFORMATIE-OVERDRACHT: ALGEMEEN
09 KEUZEPAKKET
T.b.v. het wand- en vloertegelwerk zal de architect en / of opdrachtgever de types, kleur en afmetingen voorschrijven.
Tegels groter dan 600x600mm en kleiner dan 150x150mm mogen als meerwerk opgevoerd worden.
41.00.32 INFORMATIE-OVERDRACHT: MONSTERS
01 MONSTER
De hierna genoemde monsters dienen ter beoordeling van de volgende, bij het monster genoemde kenmerken.
Monster:
- de wand- en vloertegels.
- het hoekbeschermingsprofiel. Beoordelingskenmerken:
- kleur, ondertoon en tint.
- oppervlaktestructuur en textuur.
- glans.
- vorm en afmeting.
- hardheid.
- stroefheid. Aantal (stuks): 1 | ||
41.00.40 | 01 | RISICOVERDELING EN GARANTIES: ALGEMEEN TE GARANDEREN ONDERDELEN Voor de volgende onderdelen wordt een garantie verlangd die moet gelden vanaf het gereedkomen van het onderdeel tot aan de oplevering van het werk en in aansluiting daarop gedurende de vermelde periode. Onderdeel: het tegelwerk. - te garanderen door: de aannemer. - periode: 6 jaar |
41.00.50 | 09 19 | BIJBEHORENDE VERPLICHTINGEN: ALGEMEEN TEGELLEVERANCIER De tegelleverancier voor de wand- en vloertegels in overleg en ter goedkeuring van de directie te bepalen. LIJMADVIES |
Alvorens met het tegelwerk aan te vangen dient de aannemer een bindend advies van de tegellijmfabrikant te overhandigen waarbij de gevraagde garanties gewaarborgd zijn. Het geheel uitvoeren volgens voorschrift fabrikant met projectbegeleiding door de leverancier op het werk. | ||
41.22 | VOORBEHANDELING ONDERGROND |
41.22.10-a TEGELWERK, ONDERGROND VOORSTRIJKEN
0. TEGELWERK, ONDERGROND VOORSTRIJKEN De ondergronden voorbehandelen.
6. VOORSTRIJKMIDDEL TEGELWERK Fabrikaat: Omnicol B.V.
Type:
- Omnibind 400 t.p.v. natte ruimtes.
- Omnibind TP t.b.v. overig.
.01 BUITENWAND, BINNENSPOUWBLAD
- De te betegelen wanden voorstrijken.
.02 BINNENWAND NATTE RUIMTES
- De te betegelen wanden voorstrijken.
.03 VLOER NATTE RUIMTES
- De te betegelen vloeren voorstrijken.
41.22.20-a TEGELWERK, ONDERGROND EGALISEREN
0. TEGELWERK, ONDERGROND EGALISEREN Ondergrond: beton, gipsplaten
Vlakheidseisen na egaliseren: oppervlakgroep tabel 4, klasse IIB (NEN 6722:2002). Laagdikte (mm): 2.
4. EGALISEERMIDDEL, CEMENTGEBONDEN Fabrikaat: Omnicol B.V.
Type: Omnimix 90.
Uitvoering: fijn, tot 4 à 5 mm laagdikte. Toebehoren:
- voorstrijkmiddel, Omnibind TP.
. 01 BUITENWAND, BINNENSPOUWBLAD
- De egalisatielaag op de te betegelen steenachtige wanden.
.02 BINNENWAND, SPOUWMUUR
- De egalisatielaag op de te betegelen wanden van gipsplaat.
.03 BINNENWAND
- De egalisatielaag op de te betegelen wanden van gipsplaat.
- De egalisatielaag op de te betegelen wanden van kalkzandsteen
41.22.40-a TEGELWERK, ONDERGROND WATERDICHTE LAAG
0. TEGELWERK, ONDERGROND WATERDICHTE LAAG Ondergrond schoonmaken.
Zuigende en enigszins afzandende ondergronden voorbehandelen met waterdichte pasta.
De hoeken tussen wanden en tussen vloeren en wanden en rondom doorvoeringen over een breedte van 100 mm nogmaals bestrijken met onverdunde waterdichte lijm en 24 uur laten drogen.
Afdichtings-/kimband in de pasta drukken.
Nabehandelen met waterdichte pasta:
- de afdichtings- of kimband geheel dekkend insmeren.
4. WATERDICHTE PASTA, TEGELWERK Fabrikaat: Omnicol B.V.
Type: Omnibind coat.
Materiaal: in water gedispergeerde acrylpolymeer. Toebehoren:
- Omnibind MB vlies, breedte 150 mm.
.01 VLOER NATTE RUIMTES
- De waterdichte laag t.b.v. de tegelvloerafwerking van de natte ruimtes
.02 BUITENWAND, BINNENSPOUWBLAD
- De waterdichte laag t.b.v. de wandtegelafwerking
.03 BINNENWAND, HOEKEN
- De waterdichte laag t.b.v. de wandtegelafwerking t.p.v. inwendige hoeken binnenwanden.
41.32 WANDTEGELWERK
41.32.12-a WANDTEGELWERK, GELIJMD, KERAMISCHE TEGEL
0. WANDTEGELWERK, GELIJMD Ondergrond: beton, gipsplaten
Patroon: doorgaande voegen in twee richtingen. Voegbreedte (mm): maximaal 3.
Kimafdichting: x.x.x. xx xxxxx-/wandaansluiting.
Oppervlaktegroep overeenkomstig de richtlijnen van Stichting Bureau Afbouw De lijmlaag t.b.v. de bovenste wandtegel horizontaal kammen om kanaalwerking tegen te gaan.
Hoogte wandtegelwerk:
- toilet: plafondhoog
- pantry: tot 600mm boven blad; niet achter de kasten
1. DROOGGEPERSTE TEGEL (BRL 1010+W04)
Stelpost aankoop netto: 20,- excl. BTW per vierkante meter tegelwerk. Type: nader te bepalen, volgens keuzepakket.
Groep: BIII.
Afmetingen (lxbxd) (mm): nader te bepalen, volgens keuzepakket Kleur: nader te bepalen, volgens keuzepakket
Geglazuurd.
Tegels leveren met KOMO-attest-met-productcertificaat.
Tegels leveren onder NL-BSB conformiteitsverklaring overeenkomstig BRL 1010+w04.
4. TEGELLIJM, PASTA Fabrikaat: Omnicol BV. Type: Stabiflex.
.01 BUITENWAND, BINNENSPOUWBLAD
- Het wandtegelwerk in de badkamer en de toiletruimten.
.02 BINNENWAND, SPOUWBLAD
- Het wandtegelwerk in de natte ruimtes.
.03 BINNENWAND
- Het wandtegelwerk in de natte ruimtes en pantry
41.42 VLOERTEGELWERK
41.42.11-a VLOERTEGELWERK MET MORTEL, KERAMISCHE TEGEL
0. VLOERTEGELWERK MET MORTEL Ondergrond: beton.
Bed dikte (mm): ca. 45.
Patroon: : doorgaande voegen in twee richtingen. Voegbreedte (mm): maximaal 3.
Oppervlaktegroep overeenkomstig de richtlijnen van Stichting Bureau Afbouw In de mortellaag van de badkamers een aardingsnet opnemen.
1. KERAMISCHE TEGEL
Stelpost aankoop netto: 30,- excl. BTW per vierkante meter tegelwerk. Type: nader te bepalen, volgens keuzepakket.
Groep: BI
Afmetingen (lxbxd) (mm): nader te bepalen, volgens keuzepakket. Kleur: nader te bepalen, volgens keuzepakket.
Ongeglazuurd.
Slijtvastheidsklasse (NEN-EN-ISO 10545-7+c99): 5. Stroefheid (DIN 51130-04): R9.
Tegels leveren onder NL-BSB conformiteitsverklaring overeenkomstig BRL 1010+w04.
4. ZETMORTEL, CEMENTGEBONDEN Fabrikaat: Omnicol bv.
Type: Omnicem DBW.
Bindmiddel, cement (NEN-EN 197-1+a01): CEM I.
.01 VVLOER NATTE RUIMTES
Het vloertegelwerk in de natte ruimtes.
41.71 VOEGWERK
41.71.10-a TEGELWERK, VOEGAFWERKING
0. TEGELWERK, VOEGAFWERKING Afgesponsd.
- Verwijderen van de overtollige tegellijm c.q. zetspecie en het aanbrengen van de voegmortel.
- Overtollig voegmateriaal verwijderen en tegels reinigen.
- Inwendige hoekaansluitingen geheel vrijhouden van voegsel en afkitten.
4. TEGELVOEGMORTEL, CEMENT-/KUNSTHARS GEBONDEN Fabrikaat: Omnicol B.V.
Type: Omnifill 100 WD. Kleur: manhattan (zilvergrijs).
.01 BUITENWAND, BINNENSPOUWBLAD
- Het voegwerk t.b.v. de wandtegels.
.02 BINNENWAND, SPOUWBLAD
- Het voegwerk t.b.v. de wandtegels.
.03 BINNENWAND
- Het voegwerk t.b.v. de wandtegels.
.04 VLOER NATTE RUIMTES
- Het voegwerk t.b.v. de vloertegels.
41.71.20-a VOEGVULLING MET KIT
0. VOEGVULLING MET KIT Voegranden:
- voorbehandeling hechtvlakken: droog-, vet- en stofvrij maken en voorstrijken indien nodig volgens opgave fabrikant.
- voegoppervlak gelijk aan omliggend oppervlak.
De vochtigheid van de hechtingsvlakken waarop kit moet zijn aangebracht mag niet meer zijn dan:
- voor hout 17 %.
- voor beton 6 %.
De temperatuur van de hechtingsvlakken moet min. 3º Celcius boven het dauwpunt zijn.
Voegvulling moet zijn aangebracht door een hierin gespecialiseerd bedrijf ter goedkeuring van de directie.
4. KIT
Fabrikaat: Saba Dinxperlo bv. Type: Xxxx Xxxxxxx, 1 component.
Materiaal: gemodificeerde polysilioxanen. Kleur: passend bij het omliggende tegelwerk Schimmelwerend.
Toebehoren:
- voorstrijk-/hechtmiddel.
- rugvullingsmateriaal: Saba Rolyfoam PU.
.01 BINNENWAND
De kitvoegen m.b.t. het tegelwerk t.p.v.:
- de inwendige hoeken van wandtegelwerk.
- de inwendige hoeken tussen wandtegelwerk en de vloerafwerking.
- de aansluiting van tegelwerk en kozijnen.
- de aansluiting van tegelwerk en sanitair.
- de aansluiting van tegelwerk en dorpels.
- de aansluiting van tegelwerk en leidingen.
- de aansluiting achter leiding-/kraanrozetten.
.02 VRIJDRAGENDE VLOER, BINNEN
De kitvoegen m.b.t. het tegelwerk t.p.v.:
- de inwendige hoeken tussen vloertegelwerk en de wandafwerking.
- de aansluiting van tegelwerk en kozijnen.
- de aansluiting van tegelwerk en sanitair.
- de aansluiting van tegelwerk en dorpels.
- de aansluiting van tegelwerk en leidingen.
DEKVLOEREN EN VLOERSYSTEMEN | ||
42.00 | ALGEMEEN | |
42.00.10 | 09 | BEGRIPPEN: ALGEMEEN NORMEN, VOORSCHRIFTEN EN RICHTLIJNEN De navolgende normen, voorschriften en richtlijnen zijn van toepassing: - Hoofdbedrijfsschap Afbouw en Onderhoud (HAO). |
42.00.20 | 09 | EISEN EN UITVOERING: ALGEMEEN ALGEMEEN - De aannemer bepaalt in overleg met de directie het tijdstip waarop het leggen van de dekvloeren zal plaatsvinden. - De vloeren mogen niet betreden worden voordat dit door de directie is toegestaan. De aannemer moet gedogen dat de vloeren na verharding en toestemming van de directie ook door derden worden belopen. - Plinten mogen niet voor de dekvloeren worden aangebracht. - Indien vloeren worden aangebracht langs wanden waarop zich een definitieve afwerking bevindt, dan moeten deze wanden tot een hoogte van min. 400 mm+ worden beschermd door afdekken met folie, voor zover van toepassing. |
42.00.40 | 01 | RISICOVERDELING EN GARANTIES: ALGEMEEN TE GARANDEREN ONDERDELEN Voor de volgende onderdelen wordt een garantie verlangd die moet gelden vanaf het gereedkomen van het onderdeel tot aan de oplevering van het werk en in aansluiting daarop gedurende de vermelde periode. Onderdeel: de dekvloer. - te garanderen door: de aannemer. - periode: 6 jaar. |
42.31 | GEHECHTE MORTELDEKVLOEREN |
42.31.10-a GEHECHTE MORTELDEKVLOER
0. GEHECHTE MORTELDEKVLOER Dekvloerdikte (mm): 70.
Dekvloerklasse (NEN 2741+a08): Cw20. Vlakheidsklasse (NEN 2747-01): 1.
Afgewerkt met de hand.
5. WAPENINGSGAAS, METAAL Kruisnet
Maaswijdte (lxb) (mm): 150 Draaddiameter (mm): 5
Oppervlaktebehandeling: de cementdekvloer op de begane grond moet worden afgewerkt als een schoonwerk gepleisterde cementdekvloer met verharde toplaag.
.01 DEKVLOER
Dekvloeren volgens tekening.
43.00 ALGEMEEN
43.00.10 BEGRIPPEN: ALGEMEEN
09 NORMEN, VOORSCHRIFTEN EN RICHTLIJNEN
De navolgen de normen, voorschriften en richtlijnen zijn van toepassing:
- NPR 5254 Thermisch verzinkt staal, het industrieel aanbrengen van organische deklagen (Duplex-systeem).
43.00.20 EISEN EN UITVOERING: ALGEMEEN
09 POEDERCOATING/MOFFELWERK
Poedercoating op thermisch verzinkt stalen en aluminium onderdelen in een buiten situatie in een 2-laags systeem met een minimale laagdikte van 90mu.
Poedercoating/moffelwerk op stalen en aluminium onderdelen in een binnensituatie in een 1-laagssysteem met een minimale laagdikte van 60mu.
19 BEVESTIGINGSMIDDELEN
Alle metaalwaren bevestigen met de daarvoor geëigende middelen, bij voorkeur van hetzelfde materiaal. Bevestigingsmiddelen mogen geen aanleiding geven tot contactcorrosie. Alle bevestigingsmiddelen welke in zicht blijven uitvoeren in
roestvaststaal (AiSi 316Ti). Alle in het zicht blijvende moeren uitvoeren als dopmoeren. Lasnaden welke in het zicht blijven vlak slijpen. | ||
29 | METALLIEKE DEKLAGEN Metallieke deklagen aanbrengen nadat het betreffende onderdeel de nodige bewerkingen heeft ondergaan. | |
43.00.60 | 91 | BOUWSTOFFEN: ALGEMEEN CONTACTCORROSIE Zorg dragen d.m.v. isolatielagen dat lichtere metalen zoals aluminium e.d. niet door zwaardere, ten gevolge van elektrolytische werking, kunnen worden aangetast. |
AFBOUWTIMMERWERK | ||
45.00 | ALGEMEEN | |
45.00.20 | 09 19 | EISEN EN UITVOERING: ALGEMEEN AANBRENGEN HOUT Hout dat moet voldoen aan droogteklasse I of II mag niet eerder worden aangebracht dan nadat het gebouw glas- en waterdicht is. UITVOERING |
- In het zicht komend houtwerk moet zijn geschaafd zonder zichtbare beitelslagen en zijn ontdaan van scherpe kanten. - De in het zicht komende multiplex betimmeringen uitvoeren zoals beschreven in par. 24.00. - Voor zover niet anders aangegeven, alle aftimmeringmaterialen voor het aanbrengen minimaal eenmaal alzijdig gronden, systeem zie hoofdstuk 46. - Kleine timmerwerken, behorende tot een volledige uitvoering, volgens tekening en/of uit de aard van het werk, dienen op aanwijzing van de directie te worden uitgevoerd, zonder verrekening. - Afmetingen plaatmaterialen zoveel mogelijk afstemmen op handelsmaten. | ||
45.00.40 | 01 | RISICOVERDELING EN GARANTIES: ALGEMEEN TE GARANDEREN ONDERDELEN Voor de volgende onderdelen wordt een garantie verlangd die moet gelden vanaf het gereedkomen van het onderdeel tot aan de oplevering van het werk en in aansluiting daarop gedurende de vermelde periode. Onderdeel: het afbouwtimmerwerk. - te garanderen door: de aannemer. - periode: 6 jaar. |
45.00.60 | 09 19 | BOUWSTOFFEN: ALGEMEEN HOUTSOORT/KWALITEIT Al het hout, voor zover niet anders vermeld, moet zijn: - Europees vurenhout, klasse B volgens BRL 2301. DUURZAAM GEPRODUCEERD HOUT |
29 | Kozijnhout dient uit duurzaam geproduceerde bossen te worden onttrokken. Duurzaam geproduceerd hout voor zover mogelijk leveren met FCS-keurmerk (Forest Stewardship Council) of een Keurhout-keurmerk van de Vereniging Van Nederlandse Houtondernemingen. VERBINDINGSMIDDELEN | |
39 | Verbindingsmiddelen als volgt toe te passen: - buiten van corrosievast staal. - binnen van verzinkt staal. DROOGTEKLASSE | |
Indien het vochtgehalte niet vanwege de K.V.T. of de K.V.H. wordt bepaald of elders in het bestek wordt voorgeschreven, geldt voor het houtvochtgehalte van de tijdens de afbouw aan te brengen binnentimmerwerken droogteklasse II. | ||
45.31 | REGELWERK |
45.31.10-a TIMMERWERK, REGELWERK, GEZAAGD HOUT
0. TIMMERWERK REGELWERK Regelwerk:
- horizontaal resp. verticaal
Regelafstand: technische uitwerking des aannemers. Bevestigingswijze: genageld en/of met schroeven en pluggen.
1. GEZAAGD NAALDHOUT (BRL 2301-04) Houtsoort: Europees vuren. Kwaliteitsklasse: C.
Dikte (mm): technische uitwerking des aannemers. Breedte (mm): technische uitwerking des aannemers. Vochtgehalte (%): max. 20
Bewerking: geschaafd. Toebehoren:
- bevestigingsmiddelen.
Gezaagd naaldhout leveren onder KOMO-productcertificaat.
.01 CONSTRUCTIE
- Alle niet nader te noemen of op tekening aangegeven regelwerken, klossen, vulhout, achterhout e.d. voortkomend uit de technische uitwerking van de aannemer en noodzakelijk voor een goede en degelijke achterconstructie en voor een goede en degelijke uitvoering van het werk.
45.41 BESCHIETINGEN
45.41.20-a TIMMERWERK, BESCHIETING, GIPSPLAAT
0. BESCHIETING MET GIPSPLATEN Ondergrond: s-panell.
Ondersteuning oplegvlak: langs alle randen. Stuiknaden moeten zijn gesloten.
Beplating: enkellaags. Bevestigingswijze: geschroefd.
Afwerkingniveau overeenkomstig STABU Standaard, hfst. 44, bijlage B: niveau B. Nagelkoppen of ruggen van nieten mogen niet door het papier van gipskartonplaten zijn geslagen.
Nat geworden gipskartonplaten mogen niet worden verwerkt. Afwerking:
- naden en bevestigingspunten vlak en glad geëgaliseerd.
1. GIPSVEZELPLAAT (BRL 1102+W99) Fabrikaat: BPB Nederland bv.
Type: Rigidur.
Langskanten: afgeschuind, AK. Kopse kanten: recht gesneden.
Oppervlaktebehandeling: gesiliconiseerd. Dikte (mm): 12,5.
Toebehoren:
- bevestigingsmiddelen: Xxxxxxx xxxxxxxxx, 30 mm.
- voegwapeningsmateriaal: BPB zelfklevend wapeningsband.
- voegafwerkingsmateriaal: Rigidur voegenvuller met Gyproc JointFinisher (Mix) als toplaag.
Gipskartonplaten leveren onder KOMO-productcertificaat.
.01 WANDEN
Alle nieuw te plaatsen binnenwanden, zoals aangegeven op tekening.
45.46 AFTIMMERINGEN
45.46.20-a AFTIMMERING, RANDAFWERKINGSPROFIEL
0. AFTIMMERING
Verdeling: harmonisch en symetrisch geheel; zoveel mogelijk hele lengten toepassen. Verbindingen/lassen:
- verlengingen: koud.
- inwendige hoeken: koud.
- uitwendige hoeken: verstek.
1. RANDAFWERKINGSPROFIEL Medium Density Fibreboard (MDF) voor binnentoepassing.
Type: standaard.
Materiaal: kunstharsgebonden naaldhoutvezels. Doorsnede: rechthoekig.
Afmeting (mm): 9 x 120. Toebehoren:
- bevestigingsmiddelen.
.01 VLOERPLINT
- Ter plaatse van alle ruimten, met uitzondering van de berging, meterruimte, en toiletruimte
.02 AFWERKINGEN
Alle afwerkingen zoals aangegeven op tekening
SCHILDERWERK | ||
46.00 | ALGEMEEN | |
46.00.10 | 09 | BEGRIPPEN: ALGEMEEN NORMEN, VOORSCHRIFTEN EN RICHTLIJNEN De navolgende normen, voorschriften en richtlijnen zijn van toepassing: - Kwaliteitsomschrijvingen voor verven en verwante producten en keuringsmethoden voor verven en verwante producten, beide uitgegeven door Stichting Centrum voor Onderzoek en Technisch Advies (COT). - Het basisverfbestek 2016 voor nieuwbouw- en onderhoudsschilderwerk. |
46.00.20 | 02 06 | EISEN EN UITVOERING: ALGEMEEN TIJDELIJK VERWIJDEREN ONDERDELEN Naamplaatjes, reclameborden e.d., die op deuren, kozijnen en andere te schilderen elementen zijn aangebracht, moeten voor de aanvang van het werk zijn afgenomen en voor de oplevering op dezelfde plaatsen opnieuw zijn bevestigd. SCHILDEREN LANGS BEGLAZING |
09 | Op kozijnen, ramen en deuren, voorzien van beglazing, iedere laag tot circa 1 mm op het glas schilderen, behalve bij beglazingsprofielen, zoals condensprofielen, geanodiseerd aluminium glaslatten, rubberprofielen e.d. ALKALITEIT | |
10 | Indien de alkaliteit van het te behandelen oppervlak schade kan toebrengen aan het op te brengen systeem, moet het oppervlak eerst worden geneutraliseerd. KEUZE APPLICATIESYSTEEM | |
12 | Indien verven en lakken anders dan met kwast worden opgebracht, wordt het kleurenschema in overleg met de aannemer bepaald, binnen het kader van de mogelijkheden van het applicatiesysteem dat zal worden toegepast. AFTEKENING REPARATIES | |
19 | Reparaties in de ondergrond mogen zich niet aftekenen. SCHILDERADVIES | |
29 | De aannemer verplicht zich tot het opstellen van een schildersadvies, op basis van de in dit bestek omschreven schilder-afwerksystemen, met vermelding van de toe te passen verfproducten en fabricaten. In het geval van eventuele hiaten c.q. te corrigeren punten in zijn schildersadvies dienen deze doorgevoerd te worden in zijn inschrijfbegroting. Alvorens met de schilderwerkzaamheden te beginnen moet het schildersadvies zijn goedgekeurd door de opdrachtgever/directie. TINTVERSCHIL | |
Verschillende lagen grond- en dekverf aanbrengen met onderling tintverschil. | ||
46.00.23 | 01 02 | EISEN EN UITVOERING: SCHILDERWERK NIEUWE ONDERGROND NIET IN HET ZICHT BLIJVENDE DELEN VAN TIMMERWERKEN Niet in het zicht blijvende delen van aan te brengen timmerwerken die met de buitenlucht in aanraking komen, moeten met grondverf zijn behandeld. CONTROLE MACHINAAL TIMMERWERK |
03 | Ten minste 3 maal 24 uur voordat de machinale timmerwerken worden geschilderd zal de aannemer de directie verzoeken deze te inspecteren (zater-, zon- en feestdagen hierin niet begrepen). Een dergelijk verzoek moet in het weekrapport en/of dagboek worden vastgelegd. XXXXXXXXXXXX XXXX | |
00 | Xxxx mag een vochtgehalte hebben van max. 17 % in de buitenlaag en ten hoogste 21 % in het inwendige. CORROSIEWERENDE VERF OP METAAL | |
09 | De tweede laag corrosiewerende verf op metaalwerken na het stellen opbrengen. Indien delen door het stellen of door montage onbereikbaar worden, deze vooraf minstens met een tweede laag corrosiewerende verf behandelen. GECONSERVEERDE ONDERGROND | |
19 | Bij fabrieksmatig geconserveerde ondergronden dienen de toe te passen verfsoorten daarop te worden afgestemd. WEERSGESTELDHEID | |
Bij harde wind, mistig, vochtig of regenachtig weer, bij een relatieve vochtigheid hoger Xxx 85% en bij vorst mag niet worden geschilderd. Schade aan schilderwerk ontstaan door regen, dauw, vorst, stof, zand of dergelijke oorzaken moet door de aannemer voor zijn rekening worden hersteld. |
46.00.30 | 01 | INFORMATIE-OVERDRACHT: ALGEMEEN MELDING AANVANG De aannemer moet de directie tijdig melden wanneer een aanvang wordt gemaakt met de werkzaamheden en wanneer de volgende bewerking plaats vindt. |
46.00.32 | 01 09 | INFORMATIE-OVERDRACHT: MONSTERS MONSTER De hierna genoemde monsters dienen ter beoordeling van de volgende, bij het monster genoemde kenmerken. Monster: alle schilderwerk. Beoordelingskenmerken: - kleur en tint. - glans. Aantal (stuks): 1. PROEFVLAKKEN |
De aannemer dient een proefvlak per kleur op te zetten voor schilderwerk op hout/metaal en/of glas, groot 1 m2. | ||
46.00.33 | 01 | INFORMATIE-OVERDRACHT: ONDERHOUDSVOORSCHRIFTEN ONDERHOUDSVOORSCHRIFT Door de aannemer te verstrekken onderhoudsvoorschriften: - alle binnen- en buiten schilderwerken. Aantal te verstrekken exemplaren: 3-voud. Tijdstip van verstrekking: binnen 4 weken na oplevering. |
46.00.40 | 01 09 | RISICOVERDELING EN GARANTIES: ALGEMEEN TE GARANDEREN ONDERDELEN Voor de volgende onderdelen wordt een garantie verlangd die moet gelden vanaf het gereedkomen van het onderdeel tot aan de oplevering van het werk en in aansluiting daarop gedurende de vermelde periode. Onderdeel: het schilderwerk. - te garanderen door: de aannemer. - periode: 1 jaar. VOORBEHANDELDE ONDERGRONDEN |
19 | Onderdelen welke met een voorbehandelde laag op het werk worden aangevoerd en door de schilder worden afgewerkt, kunnen nimmer buiten de garantie worden verklaard tenzij de schilder en/of fabrikant voor het afwerken hun bezwaren bij de directie hebben ingediend. DEKKEND SCHILDERWERK | |
Indien tijdens de uitvoering van het werk blijkt dat voor onderdelen een extra laag dekverf nodig is om het onderdeel goed dekkend af te werken, dient de aannemer de betreffende onderdelen zonder verrekening te voorzien van een extra deklaag overeenkomstig de bijbehorende systeembeschrijving(en) in dit bestek. |
46.31 NIEUWE ONDERGROND, HOUT
46.31.10-a NIEUWE ONDERGR., HOUT, DEKKEND SYSTEEM
0. GRONDVERFSYSTEEM O.B.V. ALKYDHARS Systeem:
2 lagen grondverf
grondsysteem: applicatie naar keuze laagdikte minimaal 100 µm. Onderdelen alzijdig verven.
4. GRONDVERF O.B.V. ALKYDHARS
Fabrikaat: conform goedgekeurd schildersadvies. Type: conform goedgekeurd schildersadvies.
Oplosmiddelarm.
.01 GEVELTIMMERWERK
- Alle met metaal of steen in aanraking komende houten constructies.
- alle stelframes, stijl- en regelwerken, klossen, achterhout, vulhout, montageregels, xxxxxxx en alle overige houtvlakken die in aanraking komen of kunnen komen met vocht.
- alle overige, niet in het zicht blijvende houtvlakken.
.01 GEBOUW
- De diverse buitenaftimmeringen (incl. lijsten e.d.).
47.31 KASTEN
47.31.30-a TECHNISCHE KAST
0. HOUTEN METERKAST (BRL 3802-98) Fabrikaat: Jonka b.v.
Type: Meterkast, P411.
Front: één-deurs met boven paneeltype F160.
Kozijn: vurenhout, rondom met polyester folie, kleur: gebroken wit.
Deur(en) en bovenpaneel: gemelamineerd spaanplaat dikte 16 mm, kleur wit. Randafwerking deuren en panelen: slagvast kantenband, dikte 2 mm, kleur wit. Meterschot: underlayment dikte 18 mm.
Hoogte verdieping: overeenkomstig tekening. Xxxxxxxxxxx uitwendig: overeenkomstig tekening. Kastdiepte uitwendig (mm): 393.
Hang- en sluitwerk:
- stiftpaumelles (st.): 3, diameter 10 mm.
- kastdeurslot.
Toebehoren:
- bevestigingsmiddelen.
- invoerbochten.
Prefab meterkasten leveren onder KOMO-productcertificaat.
.01 METERKAST
- De meterkasten
48 BEHANGWERK, VLOERBEDEKKING EN STOFFERING
48.41 VLOERBEDEKKING, VOORBEHANDELING ONDERGROND
48.41.10-a VLOERBEDEKKING, VOORBEHANDELING ONDERGROND, EGALISEERMIDDEL
0. VLOERBEDEKKING, VOORBEHANDELING ONDERGROND
1. EGALISATIEMORTEL, CEMENT-/ KUNSTHARS GEBONDEN Fabrikaat: Omnicol Nederland B.V.
Type: Omnimix V 17, vloermortel. Samenstelling: egalisatiemortel, met grovere korrelopbouw.
.01 DRAGENDE VLOER, BINNEN
De egaliseerlaag onder de ondervloer daar waar de ondervloer op de vloeren niet afdoende egaliseert.
50.00 ALGEMEEN
50.00.20 EISEN EN UITVOERING: ALGEMEEN
09 ALGEMEEN
Het afvoerleidingnet volgens de landelijk geldende bepalingen en volgens de voorschriften van het gemeentelijk Bouw- en Woningtoezicht. De hemelwaterafvoer zodanig uitvoeren dat hemelwater zonder enige vorm van lekkage en/of geluidsoverlast wordt afgevoerd.
50.00.30 INFORMATIE-OVERDRACHT: ALGEMEEN
01 AANSLUITING OP OPENBAAR RIOOL
De aansluiting van de hemelwaterafvoeren en de riolering op het openbaar riool wordt door de aannemer verzorgd.
Plaats van aansluiting:
- hemelwater afvoer vanaf 500 mm buiten de erfgrens.
Het behoort tot de verplichtingen van de aannemer de verschillende aansluitingen, lozingen en het verkrijgen van de benodigde vergunningen te coördineren en toezicht te houden op de werkzaamheden. De aansluitkosten voor de aansluitingen van de riolering en de hemelwaterafvoer op het openbaar riool zijn geheel voor rekening van de opdrachtgever. De kosten voor de aanleg, lozingspunten en het verkrijgen van de benodigde vergunningen t.b.v. de lozingen zijn geheel voor rekening van de aannemer. Eventueel verschuldigd precario is voor rekening van de aannemer.
03 MELDING AANVANG
De aannemer moet de directie tijdig melden wanneer een aanvang wordt gemaakt met de werkzaamheden en wanneer de volgende bewerking plaats vindt.
90 GOEDKEURING INSTALLATIES
De aannemer zorgt voor de goedkeuring van de daarvoor in aanmerking komende installaties of delen van installaties door: - de gemeentelijke instanties. de kosten voor het verkrijgen van goedkeuring en de kosten van keuring zijn voor rekening van: de aannemer. NOOT! De aannemer dient zich voor de start van de bouw in verbinding te stellen met de gemeente betreffende de aansluiting van de hemelwaterafvoeren op het openbaar riool. Alvorens de aannemer met de installatietekeningen begint, dient de aannemer de hemelwaterafvoer installatie in overleg met en ter goedkeuring aan, voor te leggen aan de gemeente. | ||
50.00.32 | 02 | INFORMATIE-OVERDRACHT: REVISIEBESCHEIDEN REVISIETEKENING DAKGOTEN/HEMELWATERAFVOEREN Door de aannemer te verstrekken revisietekening(en). Op de tekening(en) moet zijn aangegeven: - het leidingbeloop met diameters. - plaats en type van hulpstukken/appendages. - materiaalsoorten. - de maatvoering. Aantal te verstrekken exemplaren: - ter goedkeuring: 2. - goedgekeurde: 2. Tijdstip van levering: bij de oplevering. |
50.00.40 | 01 | RISICOVERDELING EN GARANTIES: ALGEMEEN TE GARANDEREN ONDERDELEN Voor de volgende onderdelen wordt een garantie verlangd die moet gelden vanaf het gereedkomen van het onderdeel tot aan de oplevering van het werk en in aansluiting daarop gedurende de vermelde periode. Onderdeel: de dakgoten en hemelwaterafvoer. - te garanderen door: de aannemer. - periode: 6 jaar. |
50.00.60 | 90 | BOUWSTOFFEN: ALGEMEEN BEVESTIGINGSMIDDELEN HEMELWATERAFVOEREN De bevestigingsmiddelen moeten thermisch verzinkt zijn. |
50.11 FUNCTIONELE OMSCHRIJVING, INSTALLATIE-ONDERDELEN
50.11.10-a HEMELWATERAFVOER
0. HEMELWATERAFVOERINSTALLATIE Gescheiden systeem.
Het hwa-systeem dient buiten het pand op de buitenriolering te worden aangesloten. Standleidingen hwa zoals aangegeven op tekening.
Uitvoering:
- overeenkomstig NEN 3215:2011.
- overeenkomstig NTR 3216:2011.
.01 HEMELWATERAFVOERINSTALLATIE
- De hemelwaterafvoerinstallatie.
50.42 KOPEREN BUISLEIDINGEN
50.42.10-a AANLEG KOPEREN BUISLEIDING, KUNSTSTOF BUIS
0. AANLEG KOPEREN HEMELWATERAFVOERLEIDING Aanlegwijze:
- voor montage van leidingen en hulpstukken deze ontdoen van verontreinigingen, scherpe kanten en bramen.
- overeenkomstig NTR 3216:2011.
- overeenkomstig NEN 3215:2011. Verbindingswijze:
- mof-spieverbinding, niet gelijmd. Bevestigingswijze:
- gebeugeld.
- beugelafstand hemelwaterafvoeren: max. 1,5 m.
1 KOPEREN BUIS, Type: HWA buis.
Buitenmiddellijn (mm): volgens berekening installateur, op tekening aangegeven
.01 | diameters zijn indicatief. Kleur oudkoper als dak Hulpstukken: - hulpstukken overeenkomstig BRL 2012. Toebehoren: - bevestigingsmiddelen: corrosievast staal. - beugels: corrosievast stalen scharnierpenbeugels. Kunststof buizen en hulpstukken leveren onder KOMO-productcertificaat. HEMELWATERAFVOERINSTALLATIE | |
- De hemelwaterafvoeren. (alleen zichtwerk) | ||
BINNENRIOLERING | ||
51.00 | ALGEMEEN | |
51.00.10 | 09 | BEGRIPPEN: ALGEMEEN NORMEN, VOORSCHRIFTEN EN RICHTLIJNEN De navolgende normen, voorschriften en richtlijnen zijn van toepassing: NPR 5075:1991/C1:1998 nl Geluidwering in woningen en woongebouwen - sanitaire toestellen en installaties voor de aan- en afvoer van water. - Keuringseisen uitgegeven door KOMO, KIWA en KEMA. |
51.00.20 | 01 09 | EISEN EN UITVOERING: ALGEMEEN BOUTVERBINDINGEN Bij boutverbindingen moet de steel van de bout ten minste 2, doch ten hoogste 5 gangen buiten het installatie-onderdeel steken. ALGEMEEN |
19 | Ontspanningsleidingen moeten minimaal de diameter hebben van 80% van de standleiding en mogen maximaal 1 diameter verjongen. De gehele riolering stank- en waterdicht, voldoende gebeugeld en op afschot volgens de diverse voorschriften. Afvoeren en doorvoeringen in pvc met rubber manchet bij de vloer. SPARINGEN EN DOORVOEREN | |
29 | De aannemer dient te rekenen op het maken van alle voor de installaties benodigde sparingen en doorvoeren, alsmede het waterdicht en brandwerend afdichten ervan na gereedkomen van de desbetreffende installatieonderdelen. XXXXXXX | |
00 | Xxxxxxx van 90° in (verzamel)leidingen uitvoeren met twee bochten van 45° met daartussen een rechtstuk van tenminste 250mm. BEVESTIGINGSMIDDELEN | |
Alle bevestigingsmiddelen dienen uitgevoerd te worden in verzinkte uitvoering. | ||
51.00.30 | 01 02 | INFORMATIE-OVERDRACHT: ALGEMEEN AANSLUITING OP OPENBAAR RIOOL De aansluiting van de hemelwaterafvoeren en de riolering op het openbaar riool wordt door derden verzorgd. Plaats van aansluiting: circa 500 mm buiten de erfgrens, op bestaande afvoer. De eventuele kosten voor de aansluiting van de riolering op het openbaar riool zijn geheel voor rekening van de opdrachtgever. NOOT! Het behoort tot de verplichtingen van de aannemer de verschillende aansluitingen, lozingen en het verkrijgen van de benodigde vergunningen te coördineren en toezicht te houden op de werkzaamheden. De aansluitkosten voor de aansluitingen van de riolering op het openbaar riool zijn geheel voor rekening van de opdrachtgever. De kosten voor de aanleg, lozingspunten en het verkrijgen van de benodigde vergunningen t.b.v. de lozingen zijn geheel voor rekening van de aannemer. Eventueel verschuldigd precario is voor rekening van de aannemer. GOEDKEURING INSTALLATIES |
De aannemer zorgt voor de goedkeuring van de daarvoor in aanmerking komende installaties of delen hiervan door: - de gemeentelijke instanties. De tekeningen incl. goedkeuringsstempels aan de opdrachtgever te overleggen voor aanvang van de werkzaamheden. De kosten van keuring zijn voor rekening van de aannemer. De kosten voor het verkrijgen van goedkeuring zijn voor rekening van de aannemer. NOOT! De aannemer dient zich voor de start van de bouw in verbinding te stellen met de gemeente betreffende de aansluitingen van de riolering op het openbaar riool. |
Alvorens de aannemer met de installatietekeningen begint, dient de aannemer de riolering installatie in overleg met en ter goedkeuring aan, voor te leggen aan de gemeente. | ||
04 | MELDING AANVANG De aannemer moet de directie tijdig melden wanneer een aanvang wordt gemaakt met de werkzaamheden en wanneer de volgende bewerking plaats vindt. | |
51.00.32 | 03 | INFORMATIE-OVERDRACHT: REVISIEBESCHEIDEN REVISIETEKENING BINNENRIOLERING Door de aannemer te vervaardigen revisietekening(en). Op de tekening(en) moet zijn aangegeven: - het leidingbeloop met diameters. - het materiaal van de leiding. - plaats en type van hulpstukken/appendages. - plaats, type en capaciteit van putten en afscheiders. - de maatvoering. - delen voorzien van isolatie. De gegevens moeten worden vastgelegd voordat de onderdelen aan het zicht zijn onttrokken. Aantal te verstrekken exemplaren: - ter goedkeuring: 2. - goedgekeurde: 2. Tijdstip van levering: bij de oplevering. |
51.00.40 | 01 | RISICOVERDELING EN GARANTIES: ALGEMEEN TE GARANDEREN ONDERDELEN Voor de volgende onderdelen wordt een garantie verlangd die moet gelden vanaf het gereedkomen van het onderdeel tot aan de oplevering van het werk en in aansluiting daarop gedurende de vermelde periode. Onderdeel: de binnenriolering. - te garanderen door: de aannemer. - periode: 6 jaar. |
51.00.60 | 09 | BOUWSTOFFEN: ALGEMEEN KOMO Alle materialen voorzien van KOMO-certificaat en KOMO-keurmerk. |
51.11 FUNCTIONELE OMSCHRIJVING, INSTALLATIE-ONDERDELEN
51.11.10-a BINNENRIOLERING
0. BINNENRIOLERING Gescheiden systeem. Vrij verval.
Het pand dient complete rioleringsinstallatie. Alle sanitaire toestellen moeten op het rioleringssysteem worden aangesloten. Het rioleringssysteem moet worden voorzien van voldoende ont- en beluchtingsvoorzieningen. Uitvoering:
- overeenkomstig NEN 3215:2011.
- overeenkomstig NTR 3216:2011. Leidingen:
- standleidingen inclusief ontspanningsleidingen.
- verzamelleidingen.
- grondleidingen.
.01 BINNENRIOLERING
installatie-onderdelen:
- standleidingen.
- liggende leidingen.
- ontspanningsleidingen. uitvoering:
- uit het zicht in schachten/kokers, ingestort in vloeren.
- isolatie om leidingen in schachten. aansluitingen:
- 1x vaatwasser.
- 1x gootsteen.
- 2x fonteintje/ wastafel.
- 3x toilet.
- 3x urinoir
- op de enkele rioolontluchtingsdoorvoer.
- op de stand-/verzamelleiding naar de buitenriolering.
- aansluiting op de buitenriolering op 0,50 m uit de gevel middels een flexibele verbinding aan de buitenzijde van de fundering.
Plaats en aantal volgens tekening.
.02 BINNENRIOLERING
- De binnenriolering van het pand.
51.12 TEKENINGEN EN BEREKENINGEN
51.12.10-a TEKENINGEN
0. TEKENING BINNENRIOLERING
Door de aannemer te vervaardigen tekening(en). Op de tekening(en) moet zijn aangegeven:
- het leidingbeloop met leidingdiameters.
- het materiaal van de leiding.
- de plaats van appendages.
- plaats, type en capaciteit van putten en afscheiders.
- bouwkundige voorzieningen; zoals sparingen, doorvoeren e.d.
- maatvoering.
- te isoleren delen.
Aantal te verstrekken exemplaren:
- ter goedkeuring: 2.
- goedgekeurde: 2.
.01 BINNENRIOLERING
- De werktekening van de gehele binnenrioleringsinstallatie.
51.12.20-a INSTALLATIE-BEREKENING
0. BINNENRIOLERINGSINSTALLATIE
Door de aannemer te vervaardigen berekening. Van de gehele binnenrioleringsinstallatie.
Berekeningsmethode overeenkomstig NTR 3216-03: . Uitgangspunten: overeenkomstig tekening.
Aantal te verstrekken exemplaren:
- ter goedkeuring (st.): 2.
- goedgekeurde (st.): 2.
.01 BINNENRIOLERING
- De berekeningen t.b.v. de gehele binnenrioleringsinstallatie.
51.13 BEPROEVEN, INREGELEN, IN BEDRIJF STELLEN EN CONTROLEREN
51.13.30-a CONTROLEREN
0. BINNENRIOLERING, CONTROLE DICHTHEID Controle binnenriolering:
Onderdelen:
- gehele binnenriolering. Methode:
- overeenkomstig NTR 3216.
.01 BINNENRIOLERING
- De gehele binnenriolering.
51.32 KUNSTSTOF BUISLEIDINGEN
51.32.10-a AANLEG KUNSTSTOF BUISLEIDING, KUNSTSTOF BUIS
0. AANLEG KUNSTSTOF BINNENRIOLERINGSLEIDING Aanlegwijze:
- ligging leidingen zoals volgt uit tekening.
- standleidingen zoals aangegeven op tekening in leidingkokers.
- leidingdoorvoeren in het zicht afdekken met rozetten.
- overeenkomstig NTR 3216. Verbindingswijze:
- lijmverbinding. Bevestigingswijze:
- gebeugeld.
- beugelafstand verticale leidingen: max. (m): volgens voorschriften.
- beugelafstand liggende leidingen: max. (m): volgens voorschriften. Beschermingswijze:
- beschermbuis bij doorvoer bouwkundige constructie: lengte ten minste dikte afgewerkte constructie.
- m.u.v. door funderingsbalken. Aansluitingen:
- aansluitpunten: alle sanitaire toestellen.
- lucht- en waterdicht uitvoeren.
- aansluitingen van toestellen op standleidingen met 90 graden T-stukken.
1. KUNSTSTOF BUIS, ONGEPLASTICEERD PVC (BRL 2001+W04) Fabrikaat: Dyka b.v.
Type: Ultra-3.
Nominale buitenmiddellijn (mm): volgens berekening installateur, op tekening aangegeven diameters zijn indicatief.
Wanddikte: klasse 41.
Kleur (RAL): 7037.
Hulpstukken:
- bochten, vertakkingen, moffen, verloopstukken.
- ontstoppingsstukken, inlaten.
- sifons (wasmachine/droger).
- T-stukken.
- expansiemoffen, deksels.
Hulpstukken moeten van overeenkomstige hoedanigheid en kwaliteit zijn als de buis. Toebehoren:
- lijm en beugels.
- bevestigingsmiddelen.
- isolatie, rondom PK-aansluiting closetpotten.
Kunststof buizen en hulpstukken leveren onder KOMO certificaat met KOMO-keurmerk.
.01 BINNENRIOLERING
De binnenrioleringsleidingen incl. hulpstukken. uitvoering:
- uit het zicht. aansluitingen:
- aansluiting op de buitenriolering d.m.v. polderstuk buiten de fundering.
.02 BINNENRIOLERING
- De binnenriolering van het pand.
51.61 APPENDAGES IN LEIDINGEN
51.61.31-a EXPANSIE-/ZETTINGSTUK
0. EXPANSIESTUK Fabrikaat: Dyka b.v. Materiaal: PVC.
Afmetingen (mm): passend bij aansluitende leidingen.
.01 BINNENRIOLERING
- De expansiestukken opnemen in de standleidingen; 1 st per bouwlaag. In de liggende leidingen h.o.h. maximaal 10m.
51.61.33-a ONTSTOPPINGSSTUK
0. ONTSTOPPINGSSTUK
Locatie: overeenkomstig tekening. Materiaal: PVC.
Afmetingen (mm): passend in de aansluitdiameters.
- bijpassende PVC schroefdeksels. Toebehoren:
Ontstoppingsstukken aanbrengen aan de bovenzijde van de buis, niet in het verlengde.
.01 BINNENRIOLERING
- Het ontstoppingsstuk nabij de geveldoorvoer, indien niet aanwezig.
51.81 ISOLATIE
51.81.12-a ISOLATIEWERK, ISOLATIESCHALEN, SCHAAL, MINERALE WOL
0. ISOLATIEWERK, ISOLATIESCHALEN Verwerkingswijze:
- aantal lagen (st.): 1.
- bevestiging d.m.v. aluminium tape h.o.h. 0,5m om de rioleringsbuis. Afdichtingswijze:
- naadafwerking: aluminium tape op de stuiknaden. Aansluitingen:
- T-verbindingen d.m.v. een V-vormige inkeping in het midden van de schaal.
1. | - t.p.v. bochten de schaal in segmenten snijden of leidingbochten toepassen. SCHAAL, MINERALE WOL | |
.01 | Fabrikaat: Rockwool Technical Insulation B.V. Type: c.v. schaal 810. Materiaal: steenwol. Cachering: extra versterkte aluminium sandwich-folie voorzien van zelfklevende tape. Dikte (mm): 17. Lengte (mm): 1.000. Brandveiligheid (NEN 6064): onbrandbaar. Hulpstukken: - leidingbocht. Toebehoren: - afdichtingsmiddelen: aluminium tape. - wikkelbandage: PVC. BINNENRIOLERING | |
- De isolatie t.b.v. de riolering leidingen in schachten. | ||
WATERINSTALLATIES | ||
52.00 | ALGEMEEN | |
52.00.10 | 19 | BEGRIPPEN: ALGEMEEN APPENDAGES Onder appendages worden tevens gerekend: - koud- en warmwatertapkranen niet behorende bij sanitaire toestellen. - stopkranen t.b.v. de sanitaire toestellen. |
52.00.20 | 19 | EISEN EN UITVOERING: ALGEMEEN MONTAGE WATERLEIDINGEN - De in het zicht blijvende leidingdoorvoeren moeten zijn afgedekt met rozetten. - Indien warm- en koudwaterleidingen horizontaal op beugels worden aangebracht moet de warmwaterleiding boven de koudwaterleiding worden gemonteerd. - Een flexibele mantelbuis aanbrengen t.b.v. leidingen die zijn weggewerkt in wanden en/of vloeren. - Anders dan in STABU standaard vermeld is de beugelafstand maximaal 50x de diameter. - De ruimte tussen binnenleiding en doorvoering waterdicht afwerken in alle betegelde sanitaire ruimtes. |
52.00.32 | 03 04 | INFORMATIE-OVERDRACHT: REVISIEBESCHEIDEN REVISIETEKENINGEN WATERINSTALLATIE Door de aannemer te vervaardigen revisietekening(en). Op de tekening(en) moet zijn aangegeven: - het leidingbeloop met diameters. - de materialen. - de plaats van appendages. - de maatvoering. - de te isoleren, respectievelijk geïsoleerde installatiedelen. - fabrikaat en type kranen. Xxxxxxxx op revisietekeningen moeten zijn overeenkomstig NEN 3048-1967. De gegevens moeten worden vastgelegd voordat de onderdelen aan het zicht zijn onttrokken. Aantal te verstrekken exemplaren: - ter goedkeuring: 2. - goedgekeurde: 2. Tijdstip van levering: bij de oplevering. REVISIEBESCHEIDEN |
Door de aannemer te vertrekken revisiebescheiden: De aannemer vervaardigt revisiebescheiden van de volgende installatie-onderdelen: - afschrift van de keuring van de installatietekeningen van de waterinstallatie. - afschrift van de controle van de waterinstallatie, overeenkomstig de Model Aansluitvoorwaarden. Aantal te verstrekken revisiebescheiden: - ter goedkeuring: 2. - goedgekeurde: 2. Taal: Nederlands. Tijdstip van verstrekking: bij de oplevering. |
52.00.33 | 01 | INFORMATIE-OVERDRACHT: ONDERHOUDS-/BEDRIJFSVOORSCHRIFTEN ONDERHOUDSVOORSCHRIFT Door de aannemer te verstrekken onderhoudsvoorschriften: - warmwaterbereider. - afsluiters. - appendages. Aantal te verstrekken exemplaren: 2. Tijdstip van verstrekking: bij de oplevering. |
52.00.40 | 01 | RISICOVERDELING EN GARANTIES: ALGEMEEN TE GARANDEREN ONDERDELEN Voor de volgende onderdelen wordt een garantie verlangd die moet gelden vanaf het gereedkomen van het onderdeel tot aan de oplevering van het werk en in aansluiting daarop gedurende de vermelde periode. Onderdeel: de waterinstallatie. - te garanderen door: de aannemer. - periode: 6 jaar. |
52.00.50 | 09 | BIJBEHORENDE VERPLICHTINGEN: ALGEMEEN REINIGING WATERVERDEELNET Voor de ingebruikname van het waterverdeelnet het gehele net te behandelen conform WB 2.4. van de VEWIN werkbladen. De goede kwaliteit van de leidinginhoud aantonen middels een wateranalyse-rapporten. |
52.11 FUNCTIONELE OMSCHRIJVING, INSTALLATIE-ONDERDELEN
52.11.10-a KOUD-WATERTAPINSTALLATIE
0. KOUD-WATERTAPINSTALLATIE
In de appartementen dienen t.b.v. de sanitaire toestellen en de verwarmingsinstallatie een complete tapwaterleidingnet te worden aangebracht vanaf de watermeter.
De watermeter te plaatsen door het water leverend bedrijf op door de aannemer te
monteren beugels. Plaats watermeter in de meterkast, of in overleg met water leverend bedrijf nader te bepalen plaats.
Uitvoering:
- volgens de leverings- en aansluitvoorwaarden van het drinkwater leverend bedrijf.
- volgens VEWIN Werkbladen.
- volgens NEN 1006.
- koperen buisleidingen met hulpstukken.
.01 KOUD-WATERTAPINSTALLATIE
systeem: eengroeps koud-waterleiding.
Vanaf de watermeter (levering en montage door derden) tot aan alle koudwater tappunten, inclusief het aansluiten op de sanitaire toestellen.
invoer dienstleiding:
- door derden. uitvoering:
- weggewerkt waar mogelijk en zover toegestaan.
- bevestigen met verende rubber pluggen. aansluitpunten:
- de gootsteen.
- de fonteintjes / wastafels.
- de closetten
- de urinoirs.
- de clos-inn boiler (indien voorgeschreven)
- keuken
Plaats en aantal volgens tekening.
.02 KOUD-WATERTAPINSTALLATIE
- T.b.v. de koud-watertapinstallatie in het pand.
52.11.20-a WARM-WATERTAPINSTALLATIE
0. WARM-WATERTAPINSTALLATIE
Een warm-tapwater leidingnet aanleggen
naar de tappunten, inclusief het aansluiten op de sanitaire toestellen. Uitvoering:
- volgens de leverings- en aansluitvoorwaarden van het drinkwaterleverendbedrijf.
- volgens VEWIN Werkbladen.
- volgens NEN 1006 en de eisen van het waterleverendbedrijf.
- koperen buisleidingen met hulpstukken.
.01 WARM-WATERTAPINSTALLATIE
systeem: eengroeps warm-waterleiding. vanaf de warm-watervoorziening. uitvoering:
- uit het zicht waar mogelijk en toegestaan door het waterleverend bedrijf, ter goedkeuring van de directie.
- isolatie: daar waar het gevaar bestaat dat de koud-waterleiding verwarmd wordt, dienen ter voorkoming van de groei van legionella-bacteriën de warmwaterleidingen geïsoleerd te worden.
Eisen:
- wachttijd tussen het opendraaien van de warm-waterkraan en het bereiken van een warm-watertemperatuur van 54°C (sec.): maximaal 30 seconden.
- warm-watertemperatuur minimaal 58°C, te bereiken binnen 120 seconden. aansluitingen:
- de gootsteen.
- de fonteintjes / wastafels.
- badkamers
Plaats en aantal volgens tekening.
.02 WARM-WATERTAPINSTALLATIE
- T.b.v. de warm-watertapinstallatie in het pand.
52.12 TEKENINGEN EN BEREKENINGEN
52.12.10-a TEKENINGEN
0. TEKENINGEN WATERINSTALLATIE
Door de aannemer te vervaardigen tekening(en). Op de tekening(en) moet zijn aangegeven:
- het leidingbeloop met diameters.
- het materiaal.
- de plaats van appendages.
- de plaats van de drukverhogingsinstallatie.
- de maatvoering.
- de te isoleren, respectievelijk geïsoleerde installatiedelen.
- de bouwkundige voorzieningen, zoals sparingen, doorvoeren, sleuven e.d. Aantal te verstrekken exemplaren:
- ter goedkeuring: 2.
- goedgekeurde: 2.
.01 TEKENINGEN
- De tekeningen t.b.v. de koud- en warmwaterinstallatie.
52.12.20-a INSTALLATIE-BEREKENING
0. WATERINSTALLATIE
Door de aannemer te vervaardigen berekening:
Van de gehele koud- en warmwaterinstallatie.
T.b.v. de installatieberekening van het pand. De vereiste minimale hoeveelheid warmwater, bij afzonderlijk gebruik van de tappunten, dient ten minste te bedragen:
- aanrecht (l/min.): 5,0.
- de fonteintjes / wastafels (l/min.): 2,5.
Uitgangspunten: de Q wortel (n) methode, waarbij de maximale snelheid in de leidingen 2m/s mag zijn.
Aantal te verstrekken exemplaren:
- ter goedkeuring: 2.
- goedgekeurde: 2.
.01 WATERLEIDINGNET
- De totale waterinstallatie.
52.13 BEPROEVEN, INREGELEN, IN BEDRIJF STELLEN EN CONTROLEREN
52.13.10-a BEPROEVEN/INREGELEN
0. WATERINSTALLATIE Beproeven/inregelen. Onderdelen:
- de gehele installatie. Methode:
- overeenkomstig NEN 1006-02 en VEWIN WB 2.3.
- beproeving op garantiedruk en waterdichtheid Uitvoering door:
- ervaren personeel installateur in het bijzijn van de directie.
Tijdstip:
- voor oplevering, op een in nader overleg met de directie te bepalen tijdstip.
5. KEURINGSRAPPORT/-CERT. WATERINSTALLATIE
Door de aannemer te verstrekken keuringsrapport/-certificaat:
- keuringsrapport waterleverend bedrijf van de warm- en koudwatertapinstallaties.
- een legionella-vrij verklaring op de dag van oplevering. Aantal te verstrekken exemplaren: 2 stuks.
.01 WATERLEIDINGNET
- De koud-/warmwatertapinstallatie.
52.31 BUISLEIDINGEN
52.31.10-a AANLEG BUISLEIDING,
0. AANLEG WATERLEIDING Aanlegwijze:
- leidingdoorvoeren in het zicht afdekken met rozetten. Bevestigingswijze:
- gebeugeld in de meterruimte. Beschermingswijze:
- beschermbuis bij doorvoer bouwkundige constructie: lengte ten minste dikte afgewerkte constructie.
- beschermbuis bij doorvoer steenachtige vloer: bovenkant ten minste 50 mm boven afgewerkte vloer.
1. BUISLEIDING Meerlagenbuis
Henco multicon buis ISO4 met isolatie blauw 32x3 mm (50 meter) 50-ISO4-32-BL
.01 KOUD-WATERTAPINSTALLATIE
- Ter plaatse van de meterruimte 52.31.10-b AANLEG BUISLEIDING,
0. AANLEG WATERLEIDING Aanlegwijze:
- leidingdoorvoeren in het zicht afdekken met rozetten. Bevestigingswijze:
- gebeugeld in de dekvloer en weggewerkt in de binnenwanden. Beschermingswijze:
- beschermbuis bij doorvoer bouwkundige constructie: lengte ten minste dikte afgewerkte constructie.
- beschermbuis bij doorvoer steenachtige vloer: bovenkant ten minste 50 mm boven afgewerkte vloer.
Aansluitingen:
aansluitpunten montagehoogte t.o.v. de afgewerkte vloer (m):
- spoelwaterreservoir toilet: 0,40.
- fonteinkraan: 0,90.
- wastafelmengkraan: 0,90.
- gootsteenmengkraan: 1,20.
- vaatwasapparaat: 0,40.
- boiler 0,40.
1. BUISLEIDING Meerlagenbuis
Henco multicon buis ISO4 met isolatie blauw 32x3 mm (50 meter) 50-ISO4-32-BL
.01 KOUD-WATERTAPINSTALLATIE
- het gehele pand.
52.31.10-d A ANLEG BUISLEIDING,
0. AANLEG WATERLEIDING Aanlegwijze:
- leidingdoorvoeren in het zicht afdekken met rozetten. Bevestigingswijze:
- gebeugeld in de dekvloer en weggewerkt in de binnenwanden. Beschermingswijze:
- beschermbuis bij doorvoer bouwkundige constructie: lengte ten minste dikte afgewerkte constructie.
- beschermbuis bij doorvoer steenachtige vloer: bovenkant ten minste 50 mm boven afgewerkte vloer.
- aansluitpunten: montagehoogte t.o.v. afgewerkte vloer (m):
- wastafelmengkranen: 0,90.
- gootsteenmengkraan: 1,20.
1. BUISLEIDING Meerlagenbuis
Henco multicon buis ISO4 met isolatie rood 32x3 mm (50 meter) 50-ISO4-32-RO
.01 WARM-WATERTAPINSTALLATIE
- het pand.
52.61 APPENDAGES IN LEIDINGEN
52.61.11-a AFSLUITER
0. KOGELAFSLUITER Fabrikaat: VSH.
Nominale doorlaat (DN): overeenkomstig installatie berekening. Vorm: recht.
Aansluitingen: schroefdraad en schuifstuk. Oppervlaktebehandeling.
Bediening: handmatig.
.01 KOUD-WATERTAPINSTALLATIE
- Ter plaatse van de meterruimte.
52.61.12-a STOPKRAAN
0. STOPKRAAN Fabrikaat: VSH.
Nominale doorlaat (DN): overeenkomstig installatie berekening. Vorm: recht.
Aansluitingen: schroefdraad en schuifstuk. Bediening: handmatig.
.01 KOUD-WATERTAPINSTALLATIE
- Ter plaatse van de watermeter t.b.v. het afsluiten en aftappen van het waterleidingnet, of in de berging tpv de meterkast.
52.61.41-a WATERMETER
0. WATERMETER
Leveren en aanbrengen individuele watermeter door het waterleverend bedrijf. De door het waterleverend bedrijf geleverde beugels dienen door de aannemer te worden gemonteerd.
.01 WATERLEIDINGNET
- De watermeters.
60.00 ALGEMEEN
60.00.20 EISEN EN UITVOERING: ALGEMEEN
01 BOUTVERBINDINGEN
Bij boutverbindingen moet de steel van de bout ten minste 2, doch ten hoogste 5 gangen buiten het installatie-onderdeel steken.
09 VLOERVERWARMING
Het pand wordt verwarmd dmv vloerverwarming
- vloerverwarming dient tijdens de afbouw gemonteerd te worden.
- droogstoken dmv hulpinstallaties, dit om zo vroeg mogelijk te kunnen droogstoken voor het aanbrengen van spuit- en schilderwerk. Huur en bijkomende kosten zijn voor rekening van de aannemer.
60.00.30 INFORMATIE-OVERDRACHT: ALGEMEEN
01 GOEDKEURING INSTALLATIES
De aannemer zorgt voor de goedkeuring van de daarvoor in aanmerking komende installaties of delen hiervan door:
- de waarborginstallateur.
De kosten van keuring zijn voor rekening van de aannemer.
De kosten voor het verkrijgen van goedkeuring zijn voor rekening van de aannemer.
02 AANVANG WERKZAAMHEDEN
Met de installatiewerkzaamheden in technische ruimten mag niet eerder worden aangevangen, dan nadat deze ruimten glas- en waterdicht zijn.
60.00.33 INFORMATIE-OVERDRACHT: ONDERHOUDS-/BEDRIJFSVOORSCHRIFTEN
01 ONDERHOUDSVOORSCHRIFT
02 | Door de aannemer te verstrekken onderhoudsvoorschriften: - de warm-waterverwarmingsinstallatie. Taal: Nederlands. Aantal te verstrekken exemplaren (st): 2. Tijdstip van verstrekking: bij de oplevering. BEDRIJFS-/BEDIENINGSVOORSCHRIFT | |
03 | Door de aannemer te verstrekken bedieningsvoorschrift(en): Van: de warm-waterverwarmingsinstallatie. Voorzien van een lijst van toegepaste symbolen. Voorzien van een technische beschrijving van de installatie. Voorzien van specificaties. Aantal te verstrekken exemplaren: - ter goedkeuring (st): 2. - goedgekeurde (st): 2. Taal: Nederlands. Tijdstip van verstrekking: bij de oplevering. BEDIENINGSINSTRUCTIE | |
Na inbedrijfstelling van de installatie geeft de aannemer aan de opdrachtgever ter plaatse instructie over de bediening en het onderhoud van de installatie De instructietijd is (min): (uur): 1. De instructietijd is maximaal (uur): 2. | ||
60.00.40 | 01 | RISICOVERDELING EN GARANTIES: ALGEMEEN TE GARANDEREN ONDERDELEN Voor de volgende onderdelen wordt een garantie verlangd die moet gelden vanaf het gereedkomen van het onderdeel tot aan de oplevering van het werk en in aansluiting daarop gedurende de vermelde periode. Onderdeel: de verwarmingsinstallatie. - te garanderen door: de aannemer. - periode: 6 jaar. |
60.00.50 | 09 | BIJBEHORENDE VERPLICHTINGEN: ALGEMEEN OMVANG INSTALLATIE De aannemer dient te rekenen op alle vanaf het warmteleveringspunt voor de complete installatie en installatie/onderdelen benodigde aansluitingen, pijpen, hulpstukken, doorvoeringen, mantelbuizen, bevestigingsmiddelen, rozetten etc. zonder enige verrekening. |
60.11 FUNCTIONELE OMSCHRIJVING, INSTALLATIE-ONDERDELEN
60.11.10-a WARM-WATERVERWARMINGSINSTALLATIE
0. WARM-WATERVERWARMINGSINSTALLATIE Individuele verwarming.
Verwarmingslichamen: vloerverwarming Temperatuurregeling:
- kamerthermostaat in de woonkamer.
- thermostatische radiatorkranen, uitgezonderd t.p.v. de woonkamer. Uitvoering:
- volgens de leverings- en aansluitvoorwaarden van het drinkwaterleverendbedrijf.
- volgens de leverings- en aansluitvoorwaarden van het gasleverendbedrijf.
- volgens de leverings- en aansluitvoorwaarden van het elektriciteit leverendbedrijf.
- volgens NEN-EN 442.
- volgens ISSO publicatie 50 en 51.
- volgens garantievoorwaarden als genoemd in de "Garantie- en Waarborgregeling Eengezinswoningen E.2003''
Daar waar gevaar bestaat dat de koud-waterleiding verwarmd wordt, dienen ter voorkoming van de groei van legionella bacteriën de CV-leidingen geisoleerd te worden.
.01 WARM-WATERVERWARMINGSINSTALLATIE
- De verwarmingsinstallatie.
60.12 TEKENINGEN EN BEREKENINGEN
60.12.10-a TEKENINGEN
0. TEKENING VERWARMINGSINSTALLATIE Door de aannemer te vervaardigen tekening(en): Op de tekening(en) moet zijn aangegeven:
- het leiding- en kanaalbeloop met afmetingen en peilmaten vanaf de afgewerkte vloer.
- de leiding- en kanaal bevestigingspunten, ondersteuningspunten, vastpuntconstructies, reinigings- en inspectieluiken, doorvoeringen van leidingen.
- de plaats en specificaties van verwarmingsapparaten en -lichamen.
- de plaats en specificaties van appendages en de aansluiting op het centrale verwarmingsnet.
- de materialen van leidingen, kanalen, isolatie en eventuele isolatie-afwerkingen.
- de te isoleren, respectievelijk geïsoleerde installatiedelen.
- de inregelgegevens van inregelafsluiters en radiatorventielen. Aantal te verstrekken exemplaren:
- ter goedkeuring (st.): 2.
- goedgekeurde (st.): 2.
.01 WARM-WATERVERWARMINGSINSTALLATIE
- T.b.v. de warm-waterverwarmingsinstallaties.
60.12.20-a INSTALLATIE-BEREKENING
0. WARMTEVERLIESBEREKENING
Door de aannemer te vervaardigen berekening(en):
- de warmteverliesberekening(en).
- overeenkomstig ISSO publicatie 51-00 met zekerheidsklasse A
- overeenkomstig ISSO publicaties 50 en 51.
Ten behoeve van de installatieberekening de ruimtetemperaturen aanhouden zoals vermeld in bijlage A van de "Garantie- en Waarborgregeling Eengezinswoningen E.2003''
Transmissieverlies:
- ruimtetemperatuur (°C):
- kantoorruimtes 23
- inpandige verkeersruimten: 15.
- toiletruimte 15.
- kantine 22.
- kasten/berging onverwarmd.
- buitentemperatuur (°C): -10.
- windsnelheidsgebied: binnenland.
Aan te houden temperatuur belendende pand (°C): 10. Ventilatiewarmteverlies:
- infiltratiedebiet overeenkomstig EPC berekening.
- toevoer/afvoer: natuurlijk/mechanisch. Opwarmtoeslag:
- bedrijfswijze: 8 uur nachtverlaging.
- nachtverlaging (°C): 4.
- bouwmassa: middelzwaar.
- verwarming: vloerverwarming.
- temperatuurregeling: centraal en mogelijk per ruimte.
- opwarmtijd: 2 uur (conform ISSO publicatie 51).
- 5 W/m2, t.b.v. ruimten grenzend aan meerdere buitenwanden (conform ISSO publicatie 51).
Aantal te verstrekken exemplaren:
- ter goedkeuring (st.): 2.
- goedgekeurde (st.): 2.
- tijdstip van verstrekking: gelijktijdig met de ter goedkeuring in te dienen tekeningen.
.01 WARM-WATERVERWARMINGSINSTALLATIE
- De verwarmingsinstallatie.
60.12.20-b INSTALLATIE-BEREKENING
0. CV-DISTRIBUTIELEIDINGEN
Door de aannemer te verstrekken berekening voor de berekening moet worden uitgegaan van:
- de aanvoer-/retourtemperatuur van het CV-water van (°C): 70 resp. 40.
- een watersnelheid van max. (m/s): 0,5 in precisiebuizen en 0,7 in leidingen dekvloer. Aantal te verstrekken exemplaren:
- ter goedkeuring: 2.
- goedgekeurde: 2.
.01 WARM-WATERVERWARMINGSINSTALLATIE
- De verwarmingsinstallatie.
60.13 BEPROEVEN, INREGELEN, IN BEDRIJF STELLEN EN CONTROLEREN
60.13.10-a BEPROEVEN/INREGELEN
0. BEPROEVEN/INREGELEN Inregelen.
Onderdelen:
De verwarmingsinstallaties:
-vloerverwarming
- kranen.
- thermostaat.
Methode:
- handmatig, waterzijdig. Uitgangspunten:
- druk-debiet grafiek van de radiatorafsluiters.
- weerstand ten behoeve van het waterzijdig evenwicht. Uitvoering door:
- de waarborginstallateur. Tijdstip:
- voor ingebruikneming.
4. MEETRAPPORT
Door de aannemer te verstrekken meetrapporten:
- van alle warm-waterverwarmingsinstallaties. Aantal te verstrekken exemplaren: 2
7. BEPROEVINGS-/TESTRAPPORT
Het rapport omvat de beproeving van alle warm-waterverwarmingsinstallaties. In het beproevingsrapport moeten ten minste zijn vermeld:
- het drukverlies in het leidingnet.
Bij het rapport moeten tenminste de schema's bijgevoegd zijn van de warmwaterverwarmingsinstallaties.
.01 VERWARMINGSLICHAAM
- Het beproeven/inregelen van de verwarmingsinstallatie.
60.13.20-a IN BEDRIJF STELLEN
0. IN BEDRIJF STELLEN In bedrijf stellen. Onderdelen:
- de gehele verwarmingsinstallatie Uitvoering door:
- ervaren personeel in het bijzijn van de directie. Tijdstip:
- voor oplevering.
.01 WARM-WATERVERWARMINGSINSTALLATIE
- Het in bedrijf stellen van de verwarmingsinstallatie.
60.31 BUISLEIDINGEN
60.31.10-a AANLEG BUISLEIDING,
0. AANLEG VERWARMINGSLEIDING Aanlegwijze:
- voor montage van leidingen en hulpstukken deze ontdoen van verontreinigingen, scherpe kanten en bramen.
- peil/ligging: opbouwleidingen volgens tekening.
- leidingdoorvoer in het zicht afdekken met rozetten. Verbindingswijze:
- knelverbindingen. Bevestigingswijze:
- gebeugeld. Beschermingswijze:
- beschermbuis: PVC-buis, aanbrengen bij alle wand- en vloerdoorvoeringen, lengte ten minste dikte afgewerkte constructie.
Aansluitingen:
- aansluitpunten: stadsberwarming, verdelers/verzamelaars en de vloerverwarming.
1. Meerlagenbuis
VSH MultiPress meerlagenbuis 25x2,5 mm (50 meter) 3840045 Hulpstukken:
- knelfittingen.
- Wit kunststof rozetten.
- PVC doorvoerbuizen. Toebehoren:
- bevestigingsmiddelen.
.01 WARM-WATERVERWARMINGSINSTALLATIE
- De leidingen in de verwarmingsinstallatie.
60.32 KUNSTSTOF BUISLEIDINGEN
60.32.10-a AANLEG KUNSTSTOF BUISLEIDING, KUNSTSTOF BUIS
0. AANLEG KUNSTSTOF VERWARMINGSLEIDING Aanlegwijze:
- voor montage van leidingen en hulpstukken deze ontdoen van verontreinigingen, scherpe kanten en bramen.
- slangen tussen 100 en 150mm uit elkaar leggen.
- leidingdoorvoeren in het zicht afdekken met rozetten.
- afschot zodanig dat een goede ontluchting mogelijk is. Tevens dienen alle leidingen aftapbaar te zijn.
- afkorten van leidingen door middel van xxxxxxx.
- leidingen in ruime bochten aan te brengen.
- de aan- en afvoer leidingen in onderscheidende kleur.
- leidingwerk spreiden t.b.v. aanbrengen afwerkvloer.
- leidingen aanbrengen op een schone en vlakke constructievloer, in de afwerkvloeren.
- de installateur is verantwoordelijk voor de plaats bepaling van de rechtstandig uit de vloer komende leidingen.
- de aannemer is verantwoordelijk voor de maatvoering van wanden en deuropeningen.
Verbindingswijze:
- persverbinding.
- aansluitkoppelingen. Bevestigingswijze:
- gebeugeld: max. h.o.h. 0,50 m beugelafstand op de vloerconstructie bij een afwerkvloer (dekvloer).
Beschermingswijze:
- ommanteling van geribde plastic buis.
- extra metalen afdekplaat ter plaatse van wanden en deuropeningen.
1. KUNSTSTOF BUIS
Type: zuurstofdiffusiedicht. Uitvoering: met mantelbuis. Materiaal: Polybuteen.
Afmetingen (mm):
- diameter : 14/16. Bedrijfsdruk (hPa) max.: 40. Mantelbuis:
- materiaal: polyetheen.
- kleur: aanvoerleiding (rood), afvoerleiding (blauw). Hulpstukken:
- aansluitkoppelingen: met messing aansluitringen in vernikkelde uitvoering.
- noodconstructie: t.b.v. verdeler/verzamelaar.
indien de verdeler/verzamelaar niet tijdig geplaatst wordt . Toebehoren:
- bevestigingsmiddelen corrosiebestendig.
.01 WARM-WATERVERWARMINGSINSTALLATIE
- De ingestorte leidingen van de vloerverwarmingsinstallatie.
60.33 VERDELERS EN VERZAMELAARS
60.33.21-a VERDELER/VERZAMELAAR
0. VERDELER/VERZAMELAAR Fabrikaat: WTH.
Thermolink verdeler/verzamelaar. Type: VSK.
Aantal groepen: overeenkomstig tekening. Aansluitdiameter verdeler/verzamelaar (mm): 22. Aansluitdiameter groepen (bu.) (mm): 22.
Materiaal: staal. Oppervlaktebehandeling: verzinkt. Toebehoren:
- vloerconsole WTH VKS.
- leidingsteun WTH LS.
- adaptor.
- eindstop.
- bevestigingsmiddelen.
- ontluchtings- en aftapkraantje.
4. MONTAGE VERDELER/VERZAMELAAR Montagewijze:
- gescheiden verdeler/verzamelaar.
- afzonderlijk aftapbaar.
Verbindingswijze:
- draadfitverbinding.
- knelverbinding. Bevestigingswijze:
- gebeugeld aan de wand en op de vloer met een ondersteuningsconstructie. Aansluitingen:
- hartlijnen van gelijksoortige appendages op gelijke hoogte.
.01 WARM-WATERVERWARMINGSINSTALLATIE
- Ter plaatse van berging
60.51 CENTRALE WARMTE-OPWEKKINGSAPPARATEN 60.51.51-a ELEKTROMOTOR COMPRESSIEWARMTEPOMP
0. ELEKTROMOTOR COMPRESSIEWARMTEPOMP, WATER/WATER Fabrikaat: NIBE Energietechniek B.V.
Type: F1345-24
Afgegeven vermogen (kW): 23,2. Bronvermogen (kW): 18,4 Toegevoerd vermogen (kW): 4,84 COP: 4,79.
Koudemiddel: R407C.
Massa koudemiddel (kg): 2x 2,2. Geluid-emissie (dB (A)): 49.
Afmetingen (mm): 1800x600x620. Massa (kg): 325.
Veiligheidsklasse: IP21. Afgiftemedium, water:
- temperatuur intrede/uittrede (°C): 25/35.
- debiet (m3/h): 1,98. Bronmedium, waterglycol:
- temperatuur intrede/uittrede (°C): 0/-4.
- debiet (m3/h): 4,2.
- toevoeging glycol (%): 30. Elektrotechnische-/regelvoorziening:
- aansluitspanning (V):3 x 400.
- opgenomen vermogen (kW):4,84.
- aanloopstroom (A): 29
- nominale stroom (A): 2 x 7,8. Constructie algemeen:
- warmtepomp is opgebouwd uit 2 compressorunits, elk voorzien van een cv-circulatiepomp en een bronpomp. Verdamper:
- constructie: koper gesoldeerd.
- beschikbare restopvoerhoogte (kPa): 92. Compressor:
- constructie: scrollcompressor. Condensor:
- constructie: koper gesoldeerd.
- beschikbare restopvoerhoogte (kPa): 78. Toebehoren:
- drukontlastventiel.
- buitentemperatuuropnemer.
- 4 stuks filter 2 x G 1½ en 2 x G1 1/4 (inw. dr.).
- 4 stuks terugslagkleppen G2 (inw dr.).
- 4 stuks temperatuursensoren.
- 3 stuks stroomspoelen.
4. MONTAGE WARMTE-OPWEKKINGSAPPARAAT Montagewijze:
- montage/opstelling: volgens opgave fabrikant. Aansluitingen:
- aansluiting aanvoer/retour bronsysteem uitw.G50 2”.
- aansluiting aanvoer/retour cv uitw. X00 0”.
5. Noot:
- De aannemer draagt zorg voor het zorgvuldig aanleggen en inregelen van het warmtepompsyteem.
- de aannemer overhandig vooraf een capaciteitsberekening van het warmtepompsysteem en toont aan dat het systeem voldoet voor de woning.
- aannemer draagt er zorg voor dat het systeem voorzien wordt van een voldoende functionerende boiler voor tapwater van tenminste 300 l.
- het systeem is bedoeld om toegepast te worden als hoofdverwarming en passieve koeling; aannemer ziet erop toe dat eea naar behoren kan functioneren
60.83 REGELAPPARATUUR
60.83.11-a THERMOSTAAT
0. RUIMTETHERMOSTAAT Ntb
61 VENTILATIE- EN LUCHTBEHANDELINGSINSTALLATIES
61.00 ALGEMEEN
61.00.20 EISEN EN UITVOERING: ALGEMEEN
01 BOUTVERBINDINGEN
Bij boutverbindingen moet de steel van de bout ten minste 2, doch ten hoogste 5 gangen buiten het installatie-onderdeel steken.
02 zoveel mogelijk gebruik maken van bestaande installatie en leidingwerk. Indien nodig bestaande installatie renoveren, reinigen en aanpassen.
03 alle doorvoeren naar de brandkern dienen brandvertragend afgekit te worden (WBDBO = 60 minuten)
05 alle leidingen door de brandkern dienen voorzien te worden van brandvertragende kleppen (WBDBO = 60 minuten)
61.00.30 INFORMATIE-OVERDRACHT: ALGEMEEN
01 AANVANG WERKZAAMHEDEN
Met de installatiewerkzaamheden in technische ruimten mag niet eerder worden aangevangen, dan nadat deze ruimten glas- en waterdicht zijn.
02 MELDING AANVANG
De aannemer moet de directie tijdig melden wanneer een aanvang wordt gemaakt met de werkzaamheden en wanneer de volgende bewerking plaats vindt.
03 GOEDKEURING INSTALLATIES
De aannemer zorgt voor de goedkeuring van de daarvoor in aanmerking komende installaties of delen hiervan door:
- de waarborginstallateur.
- de directie.
De kosten van keuring zijn voor rekening van de aannemer.
De kosten voor het verkrijgen van goedkeuring zijn voor rekening van de aannemer.
61.00.32 INFORMATIE-OVERDRACHT: REVISIEBESCHEIDEN
01 REVISIETEKENINGEN
Door de aannemer te vervaardigen revisietekening(en): Van:
- de mechanische ventilatie installatie.
Per verschillend voorkomende situaties het:
- leidingbeloop.
- afvoerpunten.
- leidingschacht indeling.
- ventilator opstelling.
De gegevens moeten worden vastgelegd voordat de onderdelen aan het zicht zijn onttrokken.
Tekeningdrager: een acute-calque/cd-rom. Aantal te verstrekken exemplaren:
- ter goedkeuring: in 2-voud bij de directie en adviesbureau indienen als afdruk op Papier.
- goedgekeurde: tekeningen in 2-voud aan de directie verstrekken als afdruk en in enkelvoud als acute-calgue/cd-rom.
Tijdstip van levering: minimaal veertien dagen voor oplevering.
02 REVISIEGEGEVENS
Door de aannemer te verstrekken gegevens:
- volume berekeningen.
- instelstaten. Wijze van vastleggen: getypt en ingebonden. Tijdstip van verstrekking: minimaal veertien dagen voor oplevering. | ||
03 | REVISIETEKENINGEN VENTILATIE-/LUCHTBEHAND.INSTALLATIE Door de aannemer te vervaardigen revisietekening(en): Op de tekening(en) moet zijn aangegeven: - het kanaalbeloop met afmetingen en peilmaten van alle leidingen. - het kanaalbeloop met afmetingen. - de plaats en specificaties van ventilatieapparaten en luchtroosters. - de geïsoleerde onderdelen. - de inregelgegevens van apparaten en luchtroosters. - de luchthoeveelheden. - de plaats en afmetingen van sparingen. De gegevens moeten worden vastgelegd voordat de onderdelen aan het zicht zijn onttrokken. Aantal te verstrekken exemplaren: - ter goedkeuring: 2. - goedgekeurde: 2. Tijdstip van levering: bij oplevering. | |
61.00.33 | 01 02 | INFORMATIE-OVERDRACHT: ONDERHOUDS-/BEDRIJFSVOORSCHRIFTEN ONDERHOUDSVOORSCHRIFT Door de aannemer te verstrekken onderhoudsvoorschriften: - de gehele installatie. Aantal te verstrekken exemplaren: 2 stuks directie. Tijdstip van verstrekking: bij oplevering. BEDRIJFS-/BEDIENINGSVOORSCHRIFT |
03 | Door de aannemer te verstrekken bedieningsvoorschrift(en): Van de ventilatie installatie m.b.t. de bediening en de reiniging van ventilatieornamenten, -filters e.d. Voorzien van een lijst van toegepaste symbolen. Voorzien van een technische beschrijving van de installatie. Voorzien van specificaties. Aantal te verstrekken exemplaren: - goedgekeurde: 2 stuks. Tijdstip van verstrekking: bij oplevering. BEDIENINGSINSTRUCTIE | |
Na inbedrijfstelling van de installatie geeft de aannemer aan de opdrachtgever ter plaatse instructie over de bediening en het onderhoud van de installatie | ||
61.00.40 | 01 | RISICOVERDELING EN GARANTIES: ALGEMEEN TE GARANDEREN ONDERDELEN Voor de volgende onderdelen wordt een garantie verlangd die moet gelden vanaf het gereedkomen van het onderdeel tot aan de oplevering van het werk en in aansluiting daarop gedurende de vermelde periode. Onderdeel: de ventilatie installatie. - te garanderen door: de aannemer. - periode: 6 jaar. |
61.00.60 61.12 | 90 | BOUWSTOFFEN: ALGEMEEN OPSLAG Ventilatiekanalen en luchtbehandelingskanalen moeten in een loods opgeslagen worden. Ventilatie-apparaten en luchtbehandelingsapparaten moeten vrij van de grond en droog zijn opgeslagen. TEKENINGEN EN BEREKENINGEN |
61.12.09-a TEKENINGEN MECHANISCHE VENTILATIE INSTALLATIE
0. TEKENINGEN MECHANISCHE VENTILATIE INSTALLATIE Door de aannemer te vervaardigen tekeningen:
- van de ventilatie installatie. Tekeningen + schaal:
- overzichtsplattegronden met schachten 1:100.
- woningplattegronden met installatie 1: 50.
- schachten 1: 20.
- ventilator opstelling per situatie 1: 20. Op tekening(en) moet zijn aangegeven.
- leidingbeloop.
- de opstelling en specificaties van het ventilatie-apparaat en ventielen.
- de schachtindeling.
- de plaats van geluiddempers
- de plaats van de keerkleppen.
- de inregelgegevens.
- de luchthoeveelheden per ruimte. Aantal te verstrekken exemplaren:
- ter goedkeuring: in 2-voud bij de directie en adviesbureau indienen.
- goedgekeurde: tekeningen in 2-voud aan de directie verstrekken.
61.12.20-a INSTALLATIE-BEREKENING
0. VENTILATIE-DEBIETBEREKENING
Door de aannemer te verstrekken berekening(en):
- van de ventilatie installaties. Uitgangspunten:
- NEN 1087.
- NPR 1088-99.
- NEN 5077: 2019.
- ISSO-publicatie 17 (2010).
Bij het bepalen van de kanaalafmetingen rekening houden met de geluidseisen:
- Luchtsnelheid (m/s): hoofdkanaal ten hoogste 5.
- Luchtsnelheid (m/s): aftakking naar roosters/ventielen ten hoogste 3.
- Geluidniveau (NEN 5077): bij continuestand ten hoogste 30 dB(A) in een verblijfsgebied.
Aantal te verstrekken exemplaren:
- ter goedkeuring: in 2-voud bij de directie indienen.
- goedgekeurde: tekeningen in 2-voud aan de directie verstrekken.
61.13 BEPROEVEN, INREGELEN, IN BEDRIJF STELLEN EN CONTROLEREN
61.13.10-a BEPROEVEN/INREGELEN
0. MECHANISCHE VENTILATIE INSTALLATIE Beproeven/inregelen:
Onderdelen:
- kanalen.
- afzuigventielen.
- ventilatoren. Methoden:
- luchtdichtheid.
- luchtdebiet per vertrek.
- geluidsniveau.
Aantal te verstrekken exemplaren:
- in 2-voud aan de directie verstrekken. Tijdstip van verstrekking:
- maximaal veertien dagen na oplevering.
.01 MECHANISCHE AFZUIGINSTALLATIE
- De beproeving van de installatie van de ventilatie van het gebouw
61.32 METALEN KANALEN
61.32.11-a METALEN KANAAL, STALEN BUIS
0. AANLEG METALEN KANAAL Aanlegwijze:
- peil/ligging volgens tekening.
- overeenkomstig LUKA-04.
- de kanalen en hulpstukken ontdoen van verontreinigingen, scherpe kanten en bramen.
- het beloop moet zodanig zijn dat inwendige inspectie en reiniging mogelijk is zonder demontage van kanalen.
Verbindingswijze:
- insteekverbinding, geschroefd, afwaterend en afdichten met hard-cast tape.. Bevestigingswijze:
- xxxxxxxxx, x.x.x. xxx. 2000 mm.
1. STALEN BUIS, GEFELST Fabrikaat: Bergschenhoek. R-vent spiraalgefelste buis.
Materiaal: sendzimir verzinkt staal.
Diameter (mm): volgens berekening installateur, op tekening aangegeven diameters zijn indicatief.
Wanddikte (mm): afgestemd op kanaalafmeting. Hulpstukken:
- bochten, T-stukken en aansluitstukken. Toebehoren:
- BS beugel, thermisch verzinkt.
- Armaflex dampdichte isolatie, dikte 13mm, ter voorkoming van condensatie.
.01 METALEN KANALEN
- De kanalen van de installatie van de gebalanceerde ventilatie van de woning, voor zover deze niet zijn ingestort.
61.32.12-a METALEN KANAAL, KANAALELEMENT, STAAL
0. AANLEG METALEN KANAAL Aanlegwijze:
- ligging: in het plenum.
- overeenkomstig LUKA 2016/4
- de kanalen en hulpstukken ontdoen van verontreinigingen, scherpe kanten en bramen.
Verbindingswijze:
- insteekverbinding, geschroefd en afdichten met hard-cast tape. Bevestigingswijze:
- ingestort.
1. KANAALELEMENT, STAAL Fabrikaat: Bergschenhoek. Type: R-vent instortsysteem.
Materiaal: thermisch verzinkt staal. Oppervlaktebehandeling: gegalvaniseerd. Vorm: rechthoekig
Afmetingen (mm): volgens berekening installateur, op tekening aangegeven diameters zijn indicatief.
Wanddikte (mm): afgestemd op kanaalafmeting. Hulpstukken:
- bochtstukken, aansluitstukken, flensbussen en deksels.
.01 MECHANISCHE AFZUIGINSTALLATIE
- De ingestorte kanalen t.b.v. installatie van de mechanische ventilatie van de gebouw.
61.33 BINNENROOSTERS
61.33.15-a ROZET
0. ROZET
Fabrikaat: Bergschenhoek BV.
R-vent toevoerventiel, instelbaar. Type: KTS100.
Debiet (m3/h): overeenkomstig tekening. Aansluitingen:
- wijze: klemveren. Materiaal: staalplaat. Kleur (RAL): 9010.
Toebehoren:
- bevestigingsmiddelen.
4. MONTAGE LUCHTROOSTER Montage-/opstellingswijze:
- montage/opstelling roosters in het plafond
- montage/opstelling van luchtroosters zodanig dat zonder wijziging van de instelling deze uit de installatie kunnen worden verwijderd.
.01 MECHANISCHE AFZUIGINSTALLATIE
- De ventielen op de afvoeropeningen in de kanalen.
61.43 VENTILATOREN
61.43.10-a VENTILATOR
0. VENTILATORBOX, WTW
Fabrikaat: Duco Ventilation & Sun Control.
Type: DucoBox Energy Premium 460, vraaggestuurd systeem D met warmterecuperatie. Constructie: EC ventilator met achterover gebogen schoepen.
Rendement wtw (%): - met heater 97 % bij 195 m³/h (volgens NEN 5138).
- zonder heater 95 % bij 195 m³/h (volgens NEN 5138). Afmetingen (mm): (BxHxD): 740 x 957 x 585.
Aantal zones toevoerzijde: Geïntegreerde 2 - zoneregeling met vraagsturing garandeert maximale energie-efficiëntie en onafhankelijke dag - en nachtzone aansturing.
Uitvoering: Links / Rechts. Aansluitingen:
- 5 Bovenaansluitingen:
- Toevoer naar de woning (2x).
- Afvoer uit de woning.
- Afvoer naar buiten.
- Aanzuig van buiten.
- Luchtzijdig: 5 x Ø 160 mm inwendig - Ø 190 mm uitwendig.
- Geïsoleerd kanaal.
- Aantal (st.): 1, individueel. Buitenlucht toevoerkanaal naar unit:
- Geïsoleerd kanaal.
- Aantal (st.): 1,
individueel. Massa (kg): 47. Materiaal:
Plaatstaal.
- Oppervlaktebehandeling: gecoat (sendzimir verzinkt). Kleur: Groen met wit deksel.
Condensafvoer: Ø 32 mm (1 ¼") uitwendig.
Warmtewisselaar: Kruisstroomwisselaar met uniek ontwerp in kunststof en PET; zorgt voor extra efficiëntie, lage weerstand, minimaal geluidsniveau en maximaal rendement, 100% recycleerbaar en vervaardigd uit gerecycleerd materiaal.
Binnenwerk: EPP / PP / ABS. Primair medium:
- medium: Lucht.
- debiet (m3/h): Volgens Bouwbesluit, maximaal 460 m³/h (gebruik makend van 70 %-regel) bij 150 Pa, instelbaar volgens berekening aannemer/installateur.
- temperatuur (°C): 20.
- medium: lucht.
- debiet (m3/h): Volgens Bouwbesluit, maximaal 460 m³/h (gebruik makend van 70 %-regel) bij 150 Pa, instelbaar volgens berekening aannemer/installateur..
- temperatuur (°C): 20.
Filterelement: luchtfilter / stof- / vetfilter: toevoer- en afvoerzijde, klasse G4 (optioneel F7) / uitneembaar:
- Standaard: G4 / Coarse 65 % (ISO 16890).
- Optioneel: F7 / ePM1 70 % (ISO 16890).
Regeling: Vraaggestuurd, uitbreidbaar met vocht - en/of CO2 - sturing. Tijdsturing en afwezigheidsstand ook toepasbaar.
Semi-automatische inregeling: unieke inregeling op constante druk; besparing op inregeltijd van minimaal 50 %.
Communicatie: draadloos (RF) / bekabeld (Wired). Opvoerhoogte (Pa): 150.
Elektromotor:
- aansluitspanning (V): 230, 50 Hz.
- opgenomen vermogen (W):
- 41,42 zonder heater (U = 230,2 V; I = 0,346; cosØ = 0,51) (volgens NEN 5138).
- 43,9 met heater (U = 230,2 V; I = 0,346; cosØ = 0,51) (volgens NEN 5138).
De unieke positionering van de ventilator, namelijk voor de warmtewisselaar en de 2-zoneklep, zorgt voor een optimale geluiddemping aan de toevoerzijde.
Vorstbeveiliging: Standaard voorzien van automatische intelligente energiezuinige vorstbeveiliging door middel van toerentalregeling op toevoer/tijdelijke onbalans en debietsbeperking. Proportionele heater (voorverwarmer): Voorzien maar ook verkrijgbaar zonder.
Maximaal vermogen heater (W): 1000. Regeling: Adaptief.
Sturing: gelijkstroom constant volume met flow control. Automatische regeling: Modulerende bypass en vorstbeveiliging. Bypass: 100% modulerend automatisch.
Elektrische aansluiting: voorzien van 2 m snoer met randaarde/Eurostekker. Type motor: DC.
Beschermingsgraad: IP 40. Energieklasse: A+.
Geluidsniveau Lw: Debiet (m³/h): 460 (gebruik makend van 70 %-regel). Geluidsvermogen (dB(A)):
- Kastafstraling (dB(A)): 52.
- Toevoer (dB(A)): 54,5.
- Afvoer (dB(A)): 51.
- Debiet (m³/h): 325.
- Druk (Pa): 150.
- Draadloze communicatie via RF-protocol met andere sturingscomponenten in het Duco-netwerk.
- Bekabelde communicatie via Duco-protocol (5 x 0,8 mm² met vaste kern (voeding 2 x 0,8 mm² + communicatie 3 x 0,8 mm² (A-B-GND))) met andere sturingscomponenten in het Duco-netwerk. Toebehoren:
Bedieningsschakelaars met RF - communicatie. Bedieningsschakelaars met bekabelde communicatie. Sensoren met RF - communicatie zoals CO2 / RH. Sensoren met bekabelde communicatie zoals CO2 / RH. Schakelcontact met RF - communicatie.
Uitbreidbaar met Communication Print ten behoeve van:
- Bediening via Duco Ventilation App.
- ModBus, PWM-IN, PWM-OUT, Schakelcontact (3x), Ethernet, Micro SD - card slot. DucoBox Energy VochtBoxsensor.
DucoBox Energy Montagestoel. DucoBox Energy (Platte) Sifon. Afzuigpunten:
- De keuken(s):
- De bijkeuken:
- Opstelplaats wasmachine
- Berging:
- Debiet (m³/h): volgens Bouwbesluit 2012 en ISSO 62.
- De verblijfsgebieden, respectievelijk de verblijfsruimten.
- De woonkamer.
- De slaapkamers.
- De werkkamer-/hobby-/studeer-/TV-/Eetkamer.
- Debiet (m³/h): volgens Bouwbesluit 2012 en ISSO 62.
.01 MONTAGE VENTILATOR
Montagewijze:
Volgens voorschrift fabrikant.
- Aan massieve wand (minimale massa 200 kg/m²) door middel van meegeleverde ophangbeugel.
- Op montagestoel te plaatsen.
- Uitblaaszijde, starre en vaste uitblaas, zo recht en direct mogelijk naar buiten toe. Plaats: op zolder/in de CV-kast/in een gesloten opstellingsruimte.
Aansluitingen:
- Aansluitingen met kanalen.
- Geluiddempende voorzieningen tussen het toestel en de aansluitkanalen naar en vanuit de woning.
- 1 meter flexibel akoestische slang.
- Beëindigingen afwerken met armaflexband.
- Dakzijde:
- Kanaal tussen WTW-unit en HR-dakdoorvoer voor de ventilatieafvoer dampdicht thermisch isoleren.
- Kanaal tussen WTW-unit en gevelrooster / HR-dakdoorvoer voor de buitenluchtaanzuig dampdicht thermisch isoleren.
- Woningzijde:
- Flexibele geluiddempende slang tussen afvoerkanaal en WTW-unit.
- Flexibele geluiddempende slang tussen toevoerkanaal en WTW-unit. Service en onderhoud:
- Voor service en onderhoud een minimale serviceruimte van 500 mm aanhouden voor de WTW-unit.
.02 MECHANISCHE VENTILATIE-INSTALLATIE
Het individuele balansventilatiesysteem.
Standaard van toepassing in volgende Duco-ventilatiesystemen:
- Duco Energy Premium System met CO2-sensor in woonkamer en hoofdslaapkamer (mechanische luchttoe- en luchtafvoer):
- Systeemvariant: D5a met VLA - gelijkwaardigheidsverklaring.
- Fsys: 1,00.
- Freg: 0,44.
- Freg,fan: 0,162.
- Duco Energy System met CO2-sensoren in alle verblijfsruimtes (mechanische luchttoe- en luchtafvoer):
- Systeemvariant: D5a met VLA - gelijkwaardigheidsverklaring.
- Fsys: 1,00.
- Freg: 0,42.
- Freg,fan: 0,147.
ELEKTROTECHNISCHE INSTALLATIES | ||
70.00 | ALGEMEEN | |
70.00.10 | 09 | BEGRIPPEN: ALGEMEEN NORMEN, VOORSCHRIFTEN EN RICHTLIJNEN De navolgen de normen, voorschriften en richtlijnen zijn van toepassing: - NEN 1010. - NEN-EN-IEC 60439: laagspanningsschakel- en verdeelinrichtingen. - De praktijkbladen van de V.D.E.N. |
70.00.20 | 09 19 | EISEN EN UITVOERING: ALGEMEEN LOZE LEIDINGEN Niet te bedraden leidingen die eindigen in een inbouwdoos voorzien van een trekdraad. AFWERKINGEN EN SPARINGEN |
Sparingen, doorvoeren en leidingsleuven dienen door de bouwkundig aannemer aangewerkt te worden met materiaal overeenkomstig het materiaal waarin is gespaard. | ||
70.00.30 | 01 05 | INFORMATIE-OVERDRACHT: ALGEMEEN GOEDKEURING INSTALLATIES De aannemer zorgt voor de goedkeuring van de daarvoor in aanmerking komende installaties of delen hiervan door: - het elektriciteit leverend bedrijf. - de waarborginstallateur. De kosten van keuring zijn voor rekening van de aannemer. De kosten voor het verkrijgen van goedkeuring zijn voor rekening van de aannemer. NOOT! - De aannemer dient zich in verbinding te stellen met het elektriciteit leverend bedrijf betreffende de aansluiting van de dienstleiding elektriciteit waarop de installatie wordt aangesloten. Alvorens de aannemer met de installatietekeningen begint, dient de aannemer de elektrotechnische installatie in overleg met en ter goedkeuring aan, voor te leggen aan het elektriciteit leverend bedrijf. DIENSTLEIDING ELEKTRICITEITLEVEREND BEDRIJF |
06 | De dienstleiding ten behoeve van de aansluiting van de elektrische installatie op het leidingnet van het elektriciteit leverend bedrijf wordt door derden aangelegd. De aanleg vindt plaats tot en met de verbruiksmeter in de meterruimte. Ten behoeve van de dienstleidingen van de elektrische installatie worden mantelbuizen gevoerd die door de aannemer worden gecoördineerd, geleverd en aangebracht. De aansluitkosten van de aansluiting van de elektrische installatie van het pand op het leidingnet van het elektriciteit leverend bedrijf zijn geheel voor rekening van de opdrachtgever. XXXXXXX AANVANG | |
09 | De aannemer moet de directie tijdig melden wanneer een aanvang wordt gemaakt met de werkzaamheden en wanneer de volgende bewerking plaats vindt. AANSLUITING ELEKTRISCHE INSTALLATIES | |
Elektrische installaties moeten zijn aangesloten op het distributienet van het elektrische energie leverende bedrijf. De aanvraag voor aansluiting van de elektrische installaties op het distributienet van het elektrische energie leverende bedrijf geschiedt door de aannemer. De kosten van de aanvraag zijn voor rekening van de aannemer. De kosten van de aansluiting van de elektrische installaties op het distributienet van het elektrische energie leverende bedrijf zijn voor rekening van de opdrachtgever. | ||
70.00.32 | 01 | INFORMATIE-OVERDRACHT: REVISIEBESCHEIDEN REVISIETEKENINGEN Door de aannemer te vervaardigen revisietekening(en): van de elektrotechnische- en aardingsinstallaties. De gegevens moeten worden vastgelegd voordat de onderdelen aan het zicht zijn onttrokken. De revisiegegevens moeten moeten tenminste bevatten: - aanleg van bedrade en loze leidingen. - de locatie van voorzieningen en aansluitingen. - het indentificatiekenmerk. - het leidingtype, met vermelding van het soort isolatie, het aantal aders en de doorsnede van de kern. - de functie van de leiding. - de oorsprong, de bestemming en het verloop van de leiding alsmede de las- en aftakpunten. |
15 | - de aardverspreidingsweerstand van iedere elektrode, alsmede die van het gekoppelde systeem. - de plaats van de elektroden. - de plaats van de hoofdaardrail. - de route van voor aardingsdoeleinden gebruikte wapeningsstaven. - de plaats van de aardverbindingsplaten. - de plaats van meet- en aansluitpunten. Indien niet iedere leiding afzonderlijk is aangegeven maar als verzameling, moet bij iedere aftakking moet bij iedere aftakking van die verzameling worden aangegeven welke leidingen deel uitmaken van die verzameling. Aantal te verstrekken exemplaren: - ter goedkeuring: 2. - goedgekeurde: 2. Tijdstip van levering: bij de oplevering. REVISIEBESCHEIDEN APPARATUUR INSTALLATIES | |
16 | De revisiebescheiden moeten bestaan uit: - revisietekeningen; - de standaard fabrieksdocumentatie van alle toegepaste onderdelen; - de bedieningsvoorschriften; - onderhoudsvoorschriften; - beproevingsrapporten; door de aannemer aan de directie te verstrekken revisiebescheiden: aantal: - goedgekeurde (st.): 1. GROEPENVERKLARING, ELEKTRISCHE VERDELING | |
Door de aannemer te verstrekken groepenverklaring: van de elektrotechnische installatie. waarop ten minste zijn aangegeven: - de afgaande groepen - de beveiligingen - al dan niet geschakeld - aantal fasen - waarvoor bestemd - de reservegroepen de groepenverklaring moet zijn voorzien van een lijst van de gebruikte symbolen. de groepenverklaring te verstrekken aan de directie. de groepenverklaring moet zijn geplaatst in een houder in of nabij de betreffende verdeelkast bij oplevering. tijdstip van verstrekking: bij de oplevering. | ||
70.00.33 | 02 | INFORMATIE-OVERDRACHT: ONDERHOUDS-/BEDRIJFSVOORSCHRIFTEN BEDRIJFS-/BEDIENINGSVOORSCHRIFT Door de aannemer te verstrekken bedieningsvoorschrift(en): Van de verdeelinrichtingen in de meterruimten. Voorzien van een lijst van toegepaste symbolen. Aantal te verstrekken exemplaren: - goedgekeurde (st.): 1. |
70.00.34 | 01 | INFORMATIE-OVERDRACHT: MONSTERS MONSTER De hierna genoemde monsters dienen ter beoordeling van de volgende, bij het monster genoemde kenmerken. Monster: schakelaars, contactdozen en verlichtingsarmaturen. Beoordelingskenmerken: - kleur. - oppervlakte. Aantal monsters (stuks): 1. |
70.00.40 | 02 | RISICOVERDELING EN GARANTIES: ALGEMEEN TE GARANDEREN ONDERDELEN Voor de volgende onderdelen wordt een garantie verlangd die moet gelden vanaf het gereedkomen van het onderdeel tot aan de oplevering van het werk en in aansluiting daarop gedurende de vermelde periode. Onderdeel: de elektrotechnische installaties. - te garanderen door: de aannemer. |
- periode: 6 jaar.
70.11 FUNCTIONELE OMSCHRIJVING, INSTALLATIE-ONDERDELEN
70.11.10-b CENTRALE ELEKTROTECHNISCHE VOORZIENING
0. ELEKTROTECHNISCHE INSTALLATIES. Elektrotechnische installatie:
- De door de aannemer aan te brengen installatie vanaf de door derden in de
meterkast aangebrachte hoofdbemetering in de meterkast, of door nutsbedrijf anders aan te wijzen plaats .
.01 LAAGSPANNINGSINSTALLATIE
- De elektrotechnische installatie.
70.11.10-c CENTRALE ELEKTROTECHNISCHE VOORZIENING
0. KEMA-KEUR
De elektrotechnische materialen en apparaten, voor zover niet bestemd voor zwakstroom, moeten zijn voorzien van een KEMA-keur dan wel door KEMA zijn gekeurd.
.01 LAAGSPANNINGSINSTALLATIE
- De elektrotechnische installatie.
70.12 WERKBESCHEIDEN
70.12.10-a TEKENINGEN
0. TEKENING ELEKTROTECHNISCHE INSTALLATIE
Door de aannemer te vervaardigen tekening(en) betreffende elektrotechnische installaties:
Werk- en sparingstekeningen van:
- alle elektrische installaties overeenkomstig tekening. Op de tekening(en) moet minimaal zijn aangegeven:
- plaats van de meterruimtes.
- de plaats van wandcontact-, aansluitdozen en schakelaars.
- de plaats van lichtpunten.
Aantal te verstrekken exemplaren:
- ter goedkeuring (st.): 2.
- goedgekeurde (st.): 2.
.01 EENFASE-LAAGSPANNINGSINSTALLATIE
- De werktekening van de elektrotechnische installatie.
70.12.20-a INSTALLATIE-BEREKENING
0. BEREKENING, ELEKTROTECHNISCHE INSTALLATIE Door de aannemer te vervaardigen berekeningen:
- van de elektrotechnische installaties. Berekeningsmethode: conform NEN 1010. Uitgangspunten: gemodificeerd centraaldozensysteem. Aantal te verstrekken exemplaren:
- ter goedkeuring (st.): 2.
- goedgekeurde (st.): 2.
.01 EENFASE-LAAGSPANNINGSINSTALLATIE
- De berekening van de elektrotechnische installatie.
70.13 BEPROEVEN, INREGELEN, IN BEDRIJF STELLEN EN CONTROLEREN
70.13.10-a BEPROEVEN/INREGELEN
0. BEPROEVEN/INREGELEN Beproeven/inregelen. Onderdelen:
- alle laagspannings installaties. Uitgangspunten:
- NEN 1010.
- plaatselijk Nutsbedrijf. Uitvoering door:
- de installateur (BRL 6001). Tijdstip:
- het tijdstip van de beproeving moet vooraf tijdig zijn gemeld bij de directie.
5. BEPROEVINGS-/KEURINGSRAPPORT, ELEKTR. INSTALLATIE Door de aannemer te verstrekken beproevingsrapport.
Het rapport omvat de beproeving van alle laagspanningsinstallaties. Bij het rapport moeten tenminste de schema's bijgevoegd zijn van alle laagspanningsinstallaties.
Aantal te verstrekken exemplaren (st.): 2.
.01 EENFASE-LAAGSPANNINGSINSTALLATIE
- De beproeving van de elektrotechnische installatie.
70.42 BUISLEIDINGEN EN SLANGEN
70.42.10-a BUIS VOOR ELEKTRISCHE INSTALLATIES
0. BUIS VOOR ELEKTRISCHE INSTALLATIES Fabrikaat: Dyka bv.
Materiaal: kunststof.
Uitwendige diameter (mm): 16 en/of 19. Uitvoering: zowel stijf als flexibel
Kleur: wit.
Slagvast.
Hulpstukken:
- dozen: inbouw.
- duo-dozen toepassen bij zgn. dubbele wandcontactdozen. Toebehoren:
- bevestigingsmiddelen.
- sokken.
4. MONTAGE BUIS ELEKTRISCHE INSTALLATIE Montagewijze: inbouw.
Bevestigingswijze: in gefreesde sleuven met kunststof kegjes. Stijg- en zakleidingen moeten verticaal zijn aangebracht.
Verbindingen van in beton op te nemen kunststof buizen moeten zijn gelijmd.
De onderlinge afstand tussen twee trek- of aftakdozen mag niet meer zijn dan (m): 15 Montage dozen:
- montagehoogte t.o.v. afgewerkte vloer (m):
- voor algemene schakelaars: 1,05.
- voor algemene contactdozen in kantoorruimtes: 0,1 (in een kabelgoot)
- voor algemene contactdozen in verkeersruimten: 1,05.
- voor algemene contactdozen in de pantry: 1,25.
- voor een kooktoestel: 0,60.
- voor een vaatwasmachine: 0,60.
- voor een afzuigkap: 2,25.
- voor eventuele installaties als zijnde boiler, ventilatie-unit
- voor lichtpunten: in plafond (doos voorzien van deksel en lamphaak).
- dozen in scheidingswanden moeten verspringend ten opzichte van elkaar zijn geplaatst.
- de voorzijde van inbouwdozen moeten gelijkwerkend zijn aangebracht met het oppervlak van de afgewerkte wand.
- meerdere bij elkaar geplaatste inbouwdozen aan dezelfde zijde van een wand moeten mechanisch zijn gekoppeld.
.01 LAAGSPANNINGSINSTALLATIE
- De niet in het zicht komende buisleidingen in de wanden en de plafonds t.b.v. de elektrische installatie.
.02 ZEER LAGE SPANNINGSINSTALLATIE
- De niet in het zicht komende buisleidingen in de wanden en de plafonds t.b.v de bel, de rookmelders, de telefooninstallatie, de kabelinstallatie, de CV-installatie en de ventilatie-installatie.
.03 EXTRA VOORZIENING
- Vanuit de meterkast naar de conform de bij dit bestek behorende tekeningen aangegeven ruimten een 19mm PVC inbouw buisleiding aanleggen en laten eindigen in een inbouwdoos op 0,3 meter boven afgewerkt vloerpeil.
70.43 DOORVOERINGEN
70.43.11-a LEIDINGDOORVOERHULPSTUK
0. LEIDINGDOORVOERHULPSTUK Materiaal: slagvast PVC.
.01 EENFASE-LAAGSPANNINGSINSTALLATIE
- De leidingdoorvoerhulpstukken t.b.v. de elektrische installatie.
70.52 SCHAKEL- EN VERDEELINRICHTINGEN, LAAGSPANNING
70.52.10-a SCHAKEL- EN VERDEELINRICHTING, LAAGSPANNING
0. VERDELERSYSTEEM
Fabrikaat: Eaton-Holec.
Groepenkast overeenkomstig NEN-EN-IEC 00000-0-00/NEN-EN-IEC 60439-3+a01. Systeem: Medusa.
TTA (Type-Tested Assembly). Bedrijfsspanning (V): 230.
Nominale stroomsterkte (A): 80.
Uitwendige beschermingsgraad (NEN-EN-IEC 60529+a00) (IP): 3X. Afmetingen (bxh) (mm): 220x550.
Materiaal: kunststof.
Kleur (RAL): 7016.
Sluiting deksel: snelsluiting. Eenfase-eindgroep(en):
- aantal groepen achter aardlekschakelaar (st.): 7
- aantal directe groepen (st.): 7
- aantal aardlekschakelaars 30 mA (st.): 2 driefase-eindgroep(en):
- aantal groepen achter aardlekschakelaar (st.): 1 Hoofdschakelaar (A): 40.
Toebehoren:
- beltransformator 1 A.
Groepenkast leveren met KEMA-keurmerk.
4. MONTAGE SCHAKEL-/VERDEELINRICHTING, LAAGSPANNING Afschermingen tegen directe aanraking moeten afneembaar zijn zonder de bedieningsorganen of beveiligingstoestellen te verwijderen.
Aansluitingen van bedradingen met een doorsnede van 4mm2 of minder moeten zijn uitgevoerd met een overlengte bestaande uit een krul met een diameter van ten minste 20mm.
Bedrading moet zijn voorzien van onuitwisbare, onverliesbare indentificatiemerken, die
zijn bevestigd op iedere aansluitklem en aan ieder ader nabij de aansluitklem dan wel aansluiting. Opstelling volgens NEN 1010.
In dan wel op de schakel- en verdeelinrichtingen moeten onuitwisbaar en onverliesbaar tekstplaten zijn aangebracht die de functie aangeven van de bedienings- en signaleringsorganen.
In overleg met de directie moet worden bepaald de tekst en de plaats van de tekstplaten. In schakel- en verdeelrichtingen moeten invoeringen ten behoeve van reservegroepen aanwezig zijn.
De definitieve plaats en het tijdstip van opstellen en monteren moet in overleg en na goedkeuring met de directie worden bepaald.
.01 LAAGSPANNINGSINSTALLATIE
- Ter plaatse van de meterruimte, de groepenkast.
70.64 DRADEN
70.64.10-a GEISOLEERDE DRAAD/SNOER
0. INSTALLATIEDRAAD, MASSIEVE KERN (NEN 3621+W03) Aanduiding: H07V-U
Isolatie: PVC.
Uiteinden van niet aangesloten lampdraden moeten deugdelijk zijn geïsoleerd. Toebehoren:
- verbindingsmiddelen.
.01 LAAGSPANNINGSINSTALLATIE
- De installatiedraden alle elektrotechnische installaties van de appartementen.
70.64.22-a NIET GE-ISOLEERDE DRAAD/KABEL
AANLEG LEIDING IN LEIDINGWEGEN
0. R OND KOPERDRAAD, ZACHT (NEN 3194-80) Draaddoorsnede(n) (mm):
- 25 vanaf aardingsleiding fundering tot in de meterruimten.
- 6 t.b.v. koppelleidingen vanaf meterruimte naar de aansluitpunten. Oppervlaktebehandeling: vertind.
Hulpstukken:
- verbindingsmiddelen: kabelverbinders en klemmen. Toeheboren:
- bevestigingsmiddelen.
1. AANLEG LEIDING IN LEIDINGWEGEN Uitvoering koppelleidingen conform NEN 1010.
.01 AARDINGSINSTALLATIE
- De aardingsleidingen van de appartementen.
70.65 TOEBEHOREN DRAAD/KABEL
70.65.41-a INSTALLATIEDOOS
0. INSTALLATIEDOOS
Doostype: centraaldoos met lamphaak. Materiaal: kunststof.
Aantal kabelinvoeringen (st.): : 8, met rechte tuiten 5/8".
Verbindingen in de dozen uitvoeren door middel van lasdoppen of steeklassen. Toebehoren:
- plastic deksel met lamphaak en kroonsteen type 4015.
- lichtpuntaansluiting voorzien van klemblokjes.
4. MONTAGE KABELDOOS
Loze en/of trekdozen afmonteren met een blinde witte dekplaat. De dozen in een vlak met de afgewerkte plafonds plaatsen.
.01 EENFASE-LAAGSPANNINGSINSTALLATIE
- De plafonddozen. 70.65.41-b INSTALLATIEDOOS
0. INSTALLATIEDOOS
Doostype: montagedoos wandcontactdoos. Materiaal: kunststof.
Aantal buisinvoeringen: 1(5/8"). Verbindingen: d.m.v. lasdoppen.
4. MONTAGE KABELDOOS
Loze en/of trekdozen afmonteren met een blinde witte dekplaat. De dozen in een vlak met de wand plaatsen.
.01 EENFASE-LAAGSPANNINGSINSTALLATIE
- De wanddozen.
70.65.41-c INSTALLATIEDOOS
0. I NSTALLATIEDOOS
Doostype: perilex inbouwdoos (PX). Materiaal: kunststof.
Toebehoren:
- correctiering.
- afdekplaat.
- bevestigingsmiddelen.
4. MONTAGE INSTALLATIEDOOS
Loze en/of trekdozen afmonteren met een blinde witte dekplaat.
.01 DRIEFASE-LAAGSPANNINGSINSTALLATIE
- De doos ten behoeve van de kook unit.
70.72 SCHAKELAARS, LAAGSPANNING
70.72.10-a SCHAKELAAR, LAAGSPANNING
0. MECHANISCHE SCHAKELAAR, INBOUW Fabrikaat: Busch-Jaeger.
Soort schakelaar: volgend uit tekening. Schakelactie: volgend uit tekening.
Afdekking:
serie: Reflex SI.
- kleur: wit (RAL 9010).
.01 LAAGSPANNINGSINSTALLATIE
- De inbouwschakelaars.
70.72.10-b SCHAKELAAR, LAAGSPANNING
0. MECHANISCHE SCHAKELAAR, OPBOUW Fabrikaat: Busch-Jaeger.
Soort schakelaar: volgend uit tekening. Schakelactie: volgend uit tekening.
Afdekking:
- kleur: wit (RAL 9010)
.01 LAAGSPANNINGSINSTALLATIE
- De opbouwschakelaars.
70.72.12-a SCHAKELAAR, LAAGSPANNING, MONTAGE SCHAKELAAR, INBOUW
0. MECHANISCHE SCHAKELAAR Fabrikaat: Busch-Jaeger.
Soort schakelaar: 3-standenschakelaar. Uitvoeringsvorm: inbouw.
- kleur wit (RAL 9010)
1. MONTAGE XXXXXXXXXX, INBOUW
Montagehoogte t.o.v. afgewerkte vloer (mm): 1250.
.01 EENFASE-LAAGSPANNINGSINSTALLATIE
- De 3-standenschakelaar t.b.v. de gebalanceerde mechanische ventilatie.
70.74 CONTACTDOZEN EN AANSLUITMATERIAAL, LAAGSPANNING
70.74.10-a CONTACTDOOS, LAAGSPANNING
0. CONTACTDOOS, LAAGSPANNING, INBOUW Fabrikaat: Busch-Jaeger.
Samenstelling: tweevoudig, tenzij anders aangegeven. Afdekking:
- serie: Reflex SI.
- kleur: wit (RAL 9010)
.01 LAAGSPANNINGSINSTALLATIE
- De inbouw wandcontactdozen
70.75 SCHAKELAARCOMBINATIES
70.75.10-a SCHAKELAARCOMBINATIE
0. SCHAKELAARCOMBINATIE Vlg opgave principaal
01 LAAGSPANNINGSINSTALLATIE
- De inbouw combinatieschakelaars.
70.88 AARDINGSMATERIALEN
70.88.31-a AARDINGSMAT
0. AARDINGSMAT Materiaal: staal, verzinkt Afmetingen:
- oppervlak (lxb) (mm): conform opgave installateur.
- maaswijdte (mm): 50.
- draaddiameter (mm): 2.
4. MONTAGE AARDINGSMAT
Bevestigingswijze: op de betonvloer t.p.v. de badkamer
.01 AARDINGSINSTALLATIE
- De aardingsmat in de badkamers.
70.88.42-a AARDVERBINDINGSKLEM
0. AARDVERBINDINGSKLEM Materiaal: vertind messing.
Aansluitingen: 1x 25 mm2 + 3x 10 mm2.
.01 AARDINGSINSTALLATIE
- De aardverbindingsklemmen aan te brengen in de meterruimte, aan te sluiten op een aardpin.
75 COMMUNICATIE- EN BEVEILIGINGSINSTALLATIES
75.00 ALGEMEEN
75.00.20 EISEN EN UITVOERING: ALGEMEEN
09 SCHAKEL- EN AANSLUITMATERIAAL
Inbouwdozen aan weerszijden van scheidingswanden moeten min. 100m verspringend t.o.v. elkaar worden aangebracht.
Alle inbouwdozen in één vlak met de afgewerkte wand aanbrengen. Montage hoogte t.o.v. de vloer 300mm+.
19 LEIDINGEN EN DOZEN
Leidingen en dozen moeten zodanig worden gemonteerd en beschermd dat geen beton- of cementwater in deze leidingen of onderdelen kan lopen. Niet te bedraden leidingen eindigen in een inbouwdoos en voorzien van trekdraad.
29 LEIDINGEN EN DOZEN
Alle buis- en voedingsleidingen inclusief aansluitpunten ten behoeve van de Centrale Antenne Inrichting (kabel), data en telefoon installaties zullen door de aannemer van dit besteksdeel geheel worden aangebracht en aangesloten.
75.00.30 INFORMATIE-OVERDRACHT: ALGEMEEN
01 AANSLUITING OP DE OPENBARE INFRASTRUCTUUR
De aannemer zorgt voor de aanvraag van de aansluiting op de openbare infrastructuur van:
- het telefoonleverend bedrijf.
- de beheerder van de antenne-inrichting.
De aanvraagkosten zijn voor rekening van de aannemer De aansluitkosten zijn voor rekening van de opdrachtgever.
- De aannemer dient zich in verbinding te stellen met het telefoonbedrijf betreffende de aansluiting van de dienstleiding telefoon waarop de installatie wordt aangesloten.
Alvorens de aannemer met de installatietekeningen begint, dient de aannemer de telefoon installatie in overleg met en ter goedkeuring aan, voor te leggen aan het telefoonbedrijf.
- De aannemer dient zich in verbinding te stellen met het kabelbedrijf betreffende de aansluiting van de dienstleiding kabel waarop de installatie wordt aangesloten.
Alvorens de aannemer met de installatietekeningen begint, dient de aannemer de kabel installatie in overleg met en ter goedkeuring aan, voor te leggen aan het kabelbedrijf.
02 MELDING AANVANG
De aannemer moet de directie tijdig melden wanneer een aanvang wordt gemaakt met de werkzaamheden en wanneer de volgende bewerking plaats vindt.
75.00.32 INFORMATIE-OVERDRACHT: REVISIEBESCHEIDEN
01 REVISIETEKENINGEN
Door de aannemer te vervaardigen revisietekening(en):
van de in dit hoofdstuk omschreven telefoon- en antenne-installatie
De gegevens moeten worden vastgelegd voordat de onderdelen aan het zicht zijn onttrokken.
Aantal te verstrekken exemplaren:
- goedgekeurde: 1 stuk, 2 stuks directie.
75.10 FUNCTIONELE OMSCHRIJVINGEN INSTALLATIEDELEN
75.10.19-a TELEFOONSYSTEEM
0. TELEFOONSYSTEEM
De hoofdaansluiting wordt in de meterruimte verzorgt door KPN-Telecom met een indeling volgend NEN 2768.
Buisleidingen en schakelmateriaal overeenkomstig de fabrikaten als omschreven voor de laagspanningsinstallatie (zie hoofdstuk 70).
Aansluitpunten: overeenkomstig tekening. Montagehoogte t.o.v. de afgewerkte vloer (mm): 300.
01 TELEFOONINSTALLATIE
- De telefooninstallatie in de woning.
75.45 LICHT-/GELUIDSIGNAALAPPARATUUR
75.45.31-a SIGNAALGEVER
0. BEL
Systeemomvang:
Het pand wordt voorzien van een bel-installatie, met videoscherm en camera bij de hoofdentree. Hiertoe een drukcontact plaatsen nabij de entreedeur, een schel plaatsen in de hal.
De trafo t.b.v. de belinstallatie is opgenomen in de meterkast.
4. MONTAGE SIGNAALGEVER
Montagehoogte ten opzichte van de afgewerkte vloer (m): 2,40.
.01 BELINSTALLATIE
- De belinstallatie.
75.52 MELD-/DETECTIE-APPARATUUR
75.52.12-a BRANDMELDER
0. OPTISCHE ROOKMELDER (NEN 2555-02)
Type: Optische melder aangesloten op het lichtnet. Primaire spanning (V): 230 AC.
Secundaire energievoorziening:
- spanning (V): 9.
- batterij: alkaline.
- vervangbaar.
- levensduur (a): min. 10.
Bescherming tegen elektrische schok (NEN-EN-IEC 60335-1-02) (klasse): I. Beschermingsgraad (NEN-EN-IEC 60529+a00) (IP): 20.
Systeem: autonoom. Akoestische signaal:
- geluidsdrukniveau rookmelding gedurende 4 min (dB(A): min. 85.