Prestatieovereenkomst 2023
Prestatieovereenkomst 2023
Woonwaarts, Huurdersbelang Beuningen gemeente Beuningen
Definitief concept, versie 28 november 2022
1. Inhoudsopgave 2
2. Preambule 3
3. Samenwerking en procesafspraken 4
4. Betaalbaarheid en beschikbaarheid 5
5. Woningvoorraad en woningproductie 7
6. Duurzaamheid en kwaliteit 9
7. Wonen en zorg (levensloopgeschikt wonen) 10
8. Huisvesting bijzondere doelgroepen 11
9. Leefbaarheid 12
10. Financiële paragraaf 14
11. Ondertekening 14
Bijlage 1 15
Bijlage 2 16
Bijlage 3 17
Bijlage 4 18
Bijlage 5 19
2.1 Ondergetekenden:
- De gemeente Beuningen, te deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door X. Xxxxxxxx, wethouder wonen, duurzaamheid, openbare ruimte en milieu, hierna te noemen: ‘gemeente’;
- Woningcorporatie Woonwaarts, te deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door E.H. Xxxxxx, directeur-bestuurder, hierna te noemen: ‘corporatie’.
- Huurdersbelang Beuningen, te deze vertegenwoordigd door X. Xxxxxxxxx, voorzitter, hierna te noemen: ‘HBB’.
hierna gezamenlijk te noemen ‘partijen’.
2.2 Aanleiding en doel
Partijen sluiten deze overeenkomst vanuit een gemeenschappelijk belang bij een goed woonklimaat voor iedereen in de gemeente Beuningen en vanuit hun respectievelijke taken op het terrein van het wonen in de gemeente.
2.3 Looptijd
Deze overeenkomst gaat in per 1 januari 2023 en heeft een looptijd tot de vaststelling van de eerstvolgende Woonvisie of Woonzorgvisie door de gemeenteraad van Beuningen. De overeenkomst wordt jaarlijks herijkt en bijgesteld.
2.4 Afbakening overeenkomst
Deze overeenkomst heeft betrekking op de DAEB activiteiten van de corporatie, gelegen binnen de grenzen van de gemeente Beuningen en geldt voor de activiteiten van de corporatie, HBB en gemeente binnen de grenzen van de gemeente.
2.5 Niet-DAEB activiteiten corporatie
Voor het realiseren van sociaal duurzame wijken en dorpen, en stimulering van de doorstroming binnen het sociale huursegment, zijn ook niet-DAEB activiteiten noodzakelijk. Niet-DAEB activiteiten zijn geen primaire taak van de corporatie.
De corporatie voert, in beperkte mate, niet-DAEB activiteiten uit in de gemeente Beuningen in de vorm van verhuur van middeldure huur (huurprijs tussen 763,47 en maximaal 1.050,- per maand) en verkoop van woningen.
Zodra marktpartijen aantoonbaar actief worden in dit huursegment, en de vitaliteit van de buurten en dorpen waar de corporatie actief is verbeterd is, zal de corporatie haar niet-DAEB activiteiten beëindigen.
Bij een aantoonbaar tekort, en een aantoonbaar uitblijven van activiteiten van marktpartijen in het middeldure huursegment, kunnen partijen met elkaar in overleg treden om de niet- DAEB activiteiten van de corporatie in de gemeente uit te breiden met nieuwbouw.
2.6 Voorbehoud borging DAEB activiteiten corporatie
Het jaarlijkse volkshuisvestelijke bod op de volkshuisvestelijke opgaven in de gemeente Beuningen, en de inzet van de corporatie zoals beschreven in deze prestatieovereenkomst, zijn onder voorbehoud van borging van de DAEB activiteiten van de corporatie door het WSW.
2.7 Afspraken en activiteiten binnen kader wet- en regelgeving
De activiteiten van de partijen, en de in deze overeenkomst gemaakte afspraken, zijn van toepassing binnen de kaders die de huidige wet- en regelgeving bieden.
2.8 Prijspeil
Alle in deze prestatieovereenkomst genoemde inkomensgrenzen en huurprijsgrenzen zijn van prijspeil 2022 (tenzij anders aangegeven) en worden jaarlijks door het ministerie van BZK geïndexeerd.
3. Samenwerking en procesafspraken
Met de inwerkingtreding van de Herzieningswet Toegelaten Instellingen Volkshuisvesting (Woningwet) per 1 juli 2017 is de corporatie verplicht om jaarlijks een bod (activiteitenoverzicht voor het volgende kalenderjaar) uit te brengen op de volkshuisvestelijke opgaven in de gemeenten waar ze werkzaam is. De corporatie nodigt partijen vervolgens uit voor tripartite overleg, wat moet leiden tot prestatieafspraken. De partijen zijn hierbij gelijkwaardig.
3.1 Samenwerking
Vanuit het gemeenschappelijke belang, geformuleerd in artikel 2.2, werken partijen, ieder vanuit de eigen rol, samen aan hetzelfde doel. Partijen betrachten een zo groot mogelijke mate van transparantie naar elkaar.
3.2 Overleg
In het kader van de samenwerking tussen partijen wordt minimaal tweemaal per jaar, zowel ambtelijk als bestuurlijk en, indien mogelijk, in tripartite vorm overleg gevoerd. In dit overleg wordt, naast evaluatie van de beleidsvoornemens van de partijen, de voortgang van de in deze overeenkomst gemaakte afspraken besproken en mogelijk geactualiseerd. Hierbij worden ook de bronnen, waarop de afspraken gebaseerd zijn, vastgelegd.
3.3 Planning
Het proces loopt qua tijdsplanning en stappen volgens het beleids- en overlegcyclus van de nieuwe Woningwet. Jaarlijks evalueren partijen in april het resultaat van de voorgaande prestatieafspraken. Jaarlijks brengt de corporatie voor 1 juli haar activiteitenoverzicht uit (bod) voor het komende jaar en met een doorkijk naar de vier komende jaren. Partijen werken tussen 1 juli en 15 november aan de prestatieovereenkomst zodat besluitvorming en
ondertekening tijdig kan plaatsvinden met het oog op ondertekening van de prestatieovereenkomst voor 15 december.
4. Betaalbaarheid en beschikbaarheid
4.1 Beleid jaarlijkse huurverhoging
In verband met de huidige, hoge inflatie gaat de corporatie, in tegenstelling tot voorgaande jaren, niet meer uit van een inflatievolgend huurbeleid maar, conform de Nationale Prestatieafspraken 2022, van een maximale huursomstijging gelijk aan de CAO-ontwikkeling Woondiensten van het voorgaande jaar minus 0,5 procentpunt. Om binnen de huursom te kunnen differentiëren mag de huur op individueel niveau maximaal 0,5 procentpunt hoger stijgen.
De maximale huursomstijging voor het DAEB bezit wordt jaarlijks vastgesteld door het Ministerie van VRO.
4.2 Beschikbaarheid DAEB woningen in dorpskernen
De corporatie garandeert dat in alle wijken en dorpskernen waar ze positie heeft huurwoningen zijn met een huur onder de huurtoeslaggrens. Een overzicht van de verdeling van de portefeuille over de verschillende dorpskernen is als bijlage 1 aan deze prestatieovereenkomst toegevoegd.
4.3 Aansluiten op woningbehoefte
Bij de bepaling van de benodigde omvang van de DAEB portefeuille, en de verdeling tussen de wijken en dorpen in de gemeente Beuningen, wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met de (huidige en toekomstige) aantoonbare behoefte in de betreffende wijken of dorpen.
Voor de bepaling van de benodigde omvang van de DAEB portefeuille gaan partijen in beginsel uit van de meest recente gegevens over de woningbehoefte in Beuningen. Partijen treden jaarlijks in overleg over de betekenis ervan. De resultaten van dit overleg worden verwerkt in hoofdstuk 5 van de prestatieovereenkomst.
4.4 Woonruimteverdeling
De corporatie wijst vrijkomende sociale huurwoningen via het regionale woonruimte verdeelsysteem Entree toe op basis van de geldende wetgeving en geldende regionale huisvestingsverordening.
De wettelijke bepaling voor de toewijzing van sociale huurwoningen zijn als bijlage 2 aan deze prestatieovereenkomst toegevoegd.
4.5 Slaagkansen
Partijen monitoren de slaagkansen van verschillende doelgroepen van de corporatie. De
corporatie deelt jaarlijks de meest recente informatie over de slaagkansen van Entree in de gemeente en treedt met partijen in overleg over de betekenis ervan en over eventuele maatregelen die de slaagkans van actief woningzoekenden kunnen verbeteren.
4.6 Verkoop van woningen
De corporatie verkoopt jaarlijks maximaal 15 (DAEB en niet-DAEB) woningen in de gemeente Beuningen. De corporatie zet verkoop in als instrument voor het vitaal maken of houden van de buurten en kernen waar ze actief is. In vitale buurten is sprake van een gedifferentieerd woningaanbod, met een mix aan woningen voor huurders en kopers, waarbij nadrukkelijk wordt gestuurd op het woningaanbod in kwantitatieve en kwalitatieve zin. Verkoop wordt tevens ingezet voor de kwalitatieve veranderopgave van de corporatie (minder grote, duurdere eengezinswoningen, meer kleine, levensloopgeschikte, woningen voor kleine huishoudens).
4.7 Overeenkomst gegevensuitwisseling vroegsignalering huurachterstanden
De corporatie heeft een brede, signalerende rol op het gebied van betalingsproblemen bij haar huurders. Om huisuitzettingen als gevolg van betalingsachterstanden zo veel mogelijk te voorkomen participeren de corporatie en gemeente in het traject Vroegsignalering. Goede gegevensuitwisseling, conform de bepalingen van de AVG, tussen de corporatie en (de verschillende afdelingen van) de gemeente is hierbij van groot belang. De gemeente en de corporatie zijn hierover in overleg en sluiten in 2023 een overeenkomst t.b.v. gegevensuitwisseling.
Daarnaast kunnen huurders met betalingsproblemen, van wie het inkomen aantoonbaar gedaald is door de Coronacrisis, een beroep doen op de maatwerkregeling van de corporatie.
4.8 Overeenkomst gegevensuitwisseling bestrijding woonfraude
De corporatie en gemeente werken, binnen de wettelijke bepalingen (AVG), samen om onrechtmatige bewoning aan te pakken en te voorkomen. De gemeente Beuningen verstrekt de medewerker Woonfraude van de corporatie informatie uit het BRP. Om te voldoen aan de AVG-bepalingen wordt in 2023 een overeenkomst opgesteld, zie ook 4.7.
4.9 Financiële dienstverlening gemeente
De gemeente Beuningen zorgt voor passende financiële dienstverlening aan de huurders van Woonwaarts, net als voor alle inwoners. Zij kunnen zich aanmelden voor een algemeen gesprek over hun financiën, waarbij alle toeslagen van het rijk, ondersteuningsregelingen van de gemeente en kwijtschelding van gemeentelijke belastingen bekeken wordt. Voor een zelfde gesprek kunnen inwoners zich ook bij Stichting Perspectief melden. Ook als mensen schulden hebben kunnen ze voor hulp bij de gemeente terecht.
4.10 Zelfbewoningsplicht en anti-speculatiebeding betaalbare koopwoningen en koopwoningen corporatie
zelfbewoningsplicht ook vast in anterieure overeenkomsten voor ontwikkelingen op gronden van derden. Indien in projecten op (ex) gemeentelijke gronden betaalbare koopwoningen onder de marktprijs worden verkocht hanteert de gemeente een anti-speculatiebeding voor een periode van 5 jaar.
Genoemde zelfbewoningsplicht en anti-speculatiebeding worden door de corporatie toegepast bij de verkoop van corporatiewoningen voor een periode van 4 jaar.
5. Woningvoorraad en woningproductie
5.1 Omvang DAEB portefeuille 2023
Partijen spreken af dat de portefeuille van de corporatie per 1-1-2024 uit ongeveer 2.350 sociale huurwoningen bestaat. De benodigde omvang van de portefeuille sociale huurwoningen, en bijbehorende woningproductie, wordt jaarlijks herijkt aan de meest actuele inzichten in de woningbehoefte en wordt, indien nodig, in overleg met partijen bijgesteld.
5.2 Omvang DAEB portefeuille 2030
Op basis van het regionale woningbehoefteonderzoek 2019, en aanvullende afspraken op basis van de notitie Behoefte Sociale Huur in Gemeente Beuningen (Companen, 25 mei 2021) streeft de corporatie naar een portefeuille met ruim 2.600 sociale huurwoningen in 2030. Tot 2030 komt dit neer op een netto toevoeging van ongeveer 250 sociale huurwoningen, waarvan 85 woningen voor de lokale groeibehoefte en 165 voor de vraag vanuit de regio.
In 2023 treden partijen, op basis van het regionaal woningbehoefteonderzoek (2022) en de geactualiseerde regionale woondeal, in overleg om de ambitie voor 2030 te herijken en eventueel bij te stellen.
5.3 Afstemming regiogemeenten niet lokale woningbehoefte
De invulling van de regionale (niet lokale) woningbehoefte in de gemeente Beuningen, zoals vermeld in 5.2 (165 woningen), wordt door de gemeente afgestemd met de regiogemeenten.
5.4 Kwalitatieve transitieopgave
Voor de kwalitatieve transitieopgave van de portefeuille van de corporatie1 wordt ruimte geboden in het nieuwbouwprogramma van de gemeente. Partijen blijven zoeken naar geschikte inbreidingslocaties.
1 De corporatie heeft relatief veel, grotere woningen voor gezinnen en relatief weinig kleine, levensloopgeschikte woningen voor kleine (1 en 2 persoons) huishoudens.
5.5 Ontwikkelmogelijkheden corporatie
Om te kunnen voldoen aan de kwantitatieve woningbehoefte en de kwalitatieve transitieopgave in de gemeente Beuningen zetten partijen in 2023 in op realisatie van 28 nieuwbouwwoningen op de locaties:
• De Ruyterschool in Weurt (16 woningen);
• Eco Xxxxx in Ewijk (9 duurzame woningen binnen CPO Calimero);
• Inzet woningverdubbelaar Fazantlaan Beuningen, waarbij een grondgebonden woning gesloopt wordt en vervangen wordt voor 3 appartementen.
Voor de langere termijn onderzoeken partijen in 2023 de mogelijkheden voor nieuwbouw op de locaties:
• Hoge Woerd (ca 30 tot 60 woningen);
• Flexwoningen (ca 50 woningen) op een tweetal locaties, waarvan een locatie in Winssen en een locatie in Ewijk;
• Locaties uit het Panorama 2040, met als eerste twee gebieden Winssen Zuid en Ewijk Zuid-West;
• Geschikte inbreidinglocaties.
5.6 Inzet middelen afgeschafte verhuurdersheffing in verbetering beschikbaarheid
Het Kabinet heeft aangekondigd om de verhuurdersheffing in 2023 af te schaffen, wat extra financiële ruimte schept bij Woonwaarts. Partijen zijn het met elkaar eens dat een deel van deze middelen op korte termijn ingezet moet worden ter verbetering van de beschikbaarheid van sociale huurwoningen in de gemeente. Hierbij wordt ingezet op de realisatie van flexwoningen en, bij gebleken succes na evaluatie, een bredere inzet van de woningverdubbelaar, zie 5.5.
5.7 Inzet gemeente ter bevordering beschikbaarheid voldoende sociale huurwoningen Eventuele opbrengsten die voortkomen uit de zelfbewoningsplicht (boeteclausule) en het anti-speculatiebeding worden ingezet ten behoeve van volkshuisvestelijke doelstellingen.
De gemeente stelt een vereveningsfonds in waardoor meeropbrengsten van projecten, waar geen of weinig betaalbare woningen worden gerealiseerd, worden ingezet om projecten voor sociale of goedkope woningen te ondersteunen.
5.8 Doorstroming stimuleren
Partijen wensen de doorstroming te stimuleren door in te zetten op nieuwbouw voor senioren om zo een zo lang mogelijke verhuisketen te realiseren. Bij de toewijzing van de nieuwbouwwoningen wordt maatwerk geleverd, waardoor de norm van 20% maatwerk overschreden kan worden.
6. Duurzaamheid en kwaliteit
6.1 Transitievisie warmte
In 2022 heeft de gemeente een transitievisie warmte vastgesteld. De corporatie was hier, net als andere stakeholders, bij betrokken. In 2023 doet de gemeente onderzoek naar de kansrijkheid van een warmtenet. Op basis van de onderzoeksresultaten neemt de gemeente in 2023 een standpunt in over de toepassing van een warmtenet.
Daarnaast wordt voornamelijk ingezet op besparing van het aardgasverbruik door isolatie en inzet van (hybride) warmtepompen.
6.2 Verduurzamingsplannen corporatie
De corporatie brengt haar verduurzamingsplannen in beeld met de ‘Routekaart CO2 neutraal in 2050’ en stelt deze jaarlijks bij. De gemeentelijke warmtetransitie visie levert hiervoor belangrijke input. Naast een CO2 neutrale woningportefeuille in 2050 streeft de corporatie de volgende duurzaamheidsdoelstellingen na:
• In 2030 een woningportefeuille met gemiddeld 150 KWH/m2 (gemiddeld energielabel A);
• Vanaf 2028 geen woningen meer met energielabels E, F of G;
• Vanaf 2030 geen woningen meer met energielabels C of slechter.
Conform de uitgangspunten van de Nationale Prestatieafspraken 2022 wordt de huur van zittende huurders door de verduurzamingsmaatregelen2 niet verhoogd.
Om bovengenoemde doelstellingen te realiseren voert de corporatie in 2023 de volgende maatregelen uit:
• Afronding groot onderhoud en verduurzaming bij 107 woningen in de wijk Duivenkamp in Beuningen. De onderhoudswerkzaamheden worden gecombineerd met verduurzaming van de woningen tot energielabel A. Bij 23 woningen wordt een pilot met een warmtepomp uitgevoerd waardoor de woningen energielabel A+ krijgen. De werkzaamheden zijn in 2022 gestart en lopen tot in 2023 door;
• Verduurzaming van 59 woningen met energielabels C of slechter.
6.3 Bijdrage corporatie richting energie neutrale gemeente in 2040
Naast de maatregelen zoals genoemd in 6.2 biedt de corporatie actief zonnepanelen aan voor huurders van eengezinswoningen en wordt het energieverbruik in algemene ruimten van appartementencomplexen in 2023 gecompenseerd door plaatsing van zonnepanelen bij de volgende appartementencomplexen:
• Voorhof, Xxxx, De Vlinder, Amaliaplein en Alexiastraat in Beuningen;
• Kloostertuin en Klooster in Weurt.
Daarnaast onderzoekt de corporatie in 2023 de mogelijkheden om ook huurders van appartementencomplexen te voorzien van collectieve energievormen om de woonlasten te beperken.
2 Afgezien van een bijdrage voor zonnepanelen van € 2,50 per maand via de servicekosten.
6.4 Versterken klimaatbewustzijn
De gemeente werkt aan het versterken van het klimaatbewustzijn van de inwoners van de gemeente Beuningen. Daar waar het huurders van de corporatie betreft ondersteunen en promoten de corporatie en HBB dit initiatief.
6.5 Stimuleren energiezuinig gedrag en beperken energiearmoede
In 2023 treden partijen in overleg over energiearmoede en de wijze waarop energiezuinig gedrag onder bewoners gestimuleerd kan worden. De corporatie wordt bij het project betrokken en denkt en helpt mee bij de uitvoering. De gemeente voert de regie over het project, de corporatie richt zich met name op de huurders van haar woningen.
6.6 Klimaatadaptie
Partijen onderschrijven de noodzaak om in het kader van klimaatadaptie maatregelen te nemen. In 2023 wordt de hemelwaterafvoer van het riool afgekoppeld in de wijk Vording, mits de gemeente een goede afwatering borgt. Daarnaast wil Xxxxxxxxxx een bijdrage leveren aan de vergroening van tuinen in de gemeente Beuningen. Partijen maken hiertoe in 2023 afspraken en onderzoeken hierbij de mogelijke inzet van Stichting Steenbreek.
7. Wonen en Zorg (levensloopgeschikt wonen)
7.1 Levensloopgeschikte wijken en dorpen
Partijen treden in 2023 in overleg over de campagne Bewust Wonen in Beuningen en de wijze waarop per wijk of per dorp bepaald kan worden of er voldoende levensloopgeschikte woningen, in potentie levensloopgeschikte woningen (bijna levensloopgeschikt), mantelzorgwoningen en zorgvastgoed zijn. De inzet (rollen en taakverdeling) wordt 2023 geconcretiseerd, waarbij aanvullende afspraken worden gemaakt over scootmobiel stallingen.
7.2 Levensloopgeschiktheid nieuwbouw
Alle nieuwbouwappartementen van de corporatie zijn levensloopgeschikt en voldoen minimaal aan de criteria van de huisvestingsverordening 2020 en de notitie toegankelijkheid van de gemeente.
7.3 Procesafspraken vrijkomende rolstoelwoningen
Maatwerkmogelijkheden binnen het woonruimteverdeelsysteem worden benut om adequaat te kunnen reageren op urgente zorgvragers met een verhuisbehoefte (primaat van verhuizen vanuit de WMO). Corporatie en gemeente treden vroegtijdig in overleg bij de toewijzing van rolstoelgeschikte woningen en volgen daarbij het proces zoals beschreven in bijlage 3.
7.4 Vereenzaming
7.5 Woonzorgvisie en uitwerking daarvan
De gemeente stelt in 2023 een woonzorgvisie op en betrekt de corporatie daarbij. Partijen gaan in dat kader, samen met Xxxxxxxx Nederland, in overleg over de opgave op het gebied van levensloopgeschikt wonen en wonen met zorg.
8. Huisvesting bijzondere doelgroepen
8.1 Woonbegeleiding
Bij de huisvesting van kwetsbare doelgroepen is het niet alleen van belang dat er passende woningen beschikbaar zijn, maar moet er ook adequate woonbegeleiding door de zorgpartij geleverd worden. De gemeente is verantwoordelijk voor de inkoop van woonbegeleiding.
Zonder adequate woonbegeleiding wordt de woning niet aan de cliënt verhuurd.
In het geval dat de zorgpartij de zorg of begeleiding niet meer kan uitvoeren treden gemeente, zorgpartij en corporatie binnen een maand in overleg om tot een oplossing te komen.
8.2 Weer Thuis
De corporatie en gemeente nemen ook in 2023 deel aan de werkgroepen op basis van het
convenant ‘Weer Thuis’ en maken afspraken over de huisvestings- en begeleidingsopgave in de gemeente. Partijen volgen de ontwikkelingen in de Groene Metropoolregio in kader Taskforce Wonen met Zorg en het Rijksprogramma Thuis voor Iedereen, waarbij de Groene metropoolregio streeft naar een koploperspositie.
8.3 Spreiding en vitaliteit
Bij de huisvesting van kwetsbare doelgroepen wordt rekening gehouden met de vitaliteit van de wijken en dorpen. De gemeente en corporatie hebben hierin een gezamenlijke verantwoordelijkheid.
8.4 Overlast en problemen
De corporatie heeft een signalerende rol bij overlast of sociale problemen. In het geval van overlast of sociale problematiek wordt dit besproken in het lokaal zorgnetwerk Beuningen waar ook de corporatie aan deelneemt. Ook het sociaal team is hierin vertegenwoordigd.
Voor de aanpak van ernstige leefbaarheidsproblemen, zoals ondermijning, sluiten gemeente en Woonwaarts in 2023 een convenant over de uitwisseling van persoonsgegevens, zie ook 4.7 en 4.8.
8.5 Bijzondere bemiddeling
Bijzondere bemiddeling in de gemeente Beuningen vindt plaats in de Werkgroep Bijzondere Bemiddeling (WBB) Nijmegen. Hiervoor wordt 6% van de vrijkomende sociale huurwoningen per kalenderjaar beschikbaar gesteld aan de WBB.
Over bijzondere bemiddeling maken partijen de volgende afspraken:
• Bijzondere bemiddeling, met uitzondering van de huisvesting van statushouders, vindt plaats binnen de maatwerkruimte volgens de huisvestingsverordening;
• De corporatie monitort jaarlijks het aantal van de woningtoewijzingen via bijzondere bemiddeling en informeert de gemeente en huurdersvereniging hierover;
• Bij de monitoring volgt de corporatie ook de effecten op de vitaliteit van de wijk of het dorp. Daar waar teveel clustering plaatsvindt, beperkt de corporatie de instroom en overlegt dit met de gemeente.
8.6 Huisvesting statushouders
De gemeente en corporatie zetten zich gezamenlijk in voor passende huisvesting van statushouders conform de uitvoering van de ‘Bestuurlijke afspraken over de doorstroom migratie tussen de Vereniging Nederlandse Gemeenten, het Veiligheidsberaad, het
Interprovinciaal Overleg en het Rijk’ d.d. 26 augustus 2022 en eventueel volgende afspraken.
De gemeente en corporatie hebben hiertoe procesafspraken gemaakt, zie bijlage 4.
Vluchtelingenwerk is verantwoordelijk voor de praktische begeleiding van de statushouders. Indien nodig treden gemeente en corporatie in overleg, al dan niet aangevuld met Vluchtelingenwerk en COA.
8.7 Alternatieve woon- en contractvormen
In regionaal verband wordt door de partijen structureel onderzoek gedaan naar de mogelijkheden en behoeften aan alternatieve woon- en contractvormen, zoals kamers met kansen, wonen met perspectief, de woningverdubbelaar en tijdelijke en/of collectieve woonvormen. Concrete vormen die binnen de gemeente Beuningen passen worden in 2023 door partijen besproken en eventueel toegepast.
9.1 Wijkschouw
Eenmaal per jaar vindt op initiatief van de corporatie een wijkschouw plaats waarvoor, naast de gemeente en HBB, in ieder geval Perspectief wordt uitgenodigd. Welke wijk(en) of dorpen in aanmerking komen voor deze wijkschouw wordt in overleg tussen
de partijen bepaald.
9.2 Bepalingen inzet leefbaarheid
De gemeente en corporatie dragen, binnen de wettelijke kaders en mogelijkheden, financieel, door inzet van menskracht en beschikbare faciliteiten, bij aan leefbaarheid, participatie en inspraak, zelf- en samenredzaamheid en ontmoeting in buurten en kernen.
9.3 Vitale wijken en dorpen
Partijen werken samen aan vitale wijken en dorpen en trekken samen op bij leefbaarheidsprojecten. Naast de reguliere inzet is er, op basis van de vitaliteitsscore methodiek van de corporatie, extra aandacht voor de leefbaarheid in de wijken de Vording in Ewijk en Aalsterveld en Olden Tempel in Beuningen. In deze wijken is sprake van een kwetsbare of lage vitaliteit. Daarbij is zowel de kwaliteit van de fysieke leefomgeving als de sociale samenhang in een wijk of dorp van belang.
In bijlage 5 is een overzicht te vinden van de vitaliteitsscore van de wijken en dorpen waar de corporatie actief is. Ook wordt er een korte toelichting gegeven op de methodiek.
De vitaliteit van de wijken en dorpen van de gemeente Beuningen wordt door de corporatie periodiek herijkt3 met de vitaliteitsscoremethodiek. De resultaten worden gedeeld en besproken tijdens de wijkschouw zoals vermeld in 9.1.
9.4 Aanpak vitaliteit Vording
Op basis van de vitaliteitsscoremethodiek van de corporatie hebben de gemeente en corporatie een integraal plan van aanpak opgesteld om de vitaliteit van de wijk Vording in Ewijk te verbeteren. Er is een gezamenlijk projectteam ingericht en er worden gezamenlijke bewonersbijeenkomsten georganiseerd met bewonersparticipatie en het vergroten van de betrokkenheid als speerpunten. De inzet in Vording loopt in 2023 door.
9.5 Aanpak vitaliteit Olden Tempel en Aalsterveld
De gemeente, corporatie, Stichting Perspectief, Hogeschool Arnhem Nijmegen (HAN) en verschillende zorgpartijen werken in Oldentempel en Aalsterveld samen aan de vitaliteit van de wijken door de sociale structuren in de wijk in kaart te brengen. HBB sluit hierbij aan. Het project loopt door in 2023.
9.6 Zelfregie en burgerkracht
De ontwikkeling van zelfregie & burgerkracht maakt deel uit van de vitaliteitsscore van de corporatie (onderdelen Organisatiekracht en Veerkracht van de methodiek). Vergroting van zelfregie en burgerkracht (actieve burgerparticipatie) worden daarmee als toetsingskader gebruikt voor de inzet op het gebied van leefbaarheid door de gemeente en corporatie.
Partijen treden in overleg indien één van deze ontwikkelingen tot heroverweging van
3 De vitaliteitsscores, van de wijken en dorpen waar de corporatie actief is, zijn in 2021 niet geactualiseerd. Door de inzet in de leefbaarheid van de wijk Vording in Ewijk wordt verwacht dat deze niet meer rood is.
afspraken over leefbaarheid en de wijkaanpak leidt.
10.1 Financiële positie corporatie
De financiële positie van de corporatie is goed. De corporatie voldoet aan de kengetallen (solvabiliteit, loan to value en ICR) waarop ze getoetst wordt door de Autoriteit Wonen (Aw). De corporatie heeft alle projecten en afspraken zoals geformuleerd in deze prestatieovereenkomst opgenomen in haar meerjarenbegroting. Er is, naast de plannen uit deze meerjarenbegroting, weinig ruimte voor aanvullende investeringen.
10.2 Overleg
Jaarlijks treden partijen op ambtelijk niveau, op uitnodiging van de corporatie, in het najaar in overleg over de betekenis van de financiële ratio’s, de oordeelsbrief van de Minister, de Indicatieve bestedingsruimte en het jaarlijkse borgingsplafond van het WSW.
Aldus overeengekomen en getekend te Beuningen d.d. ……………………..
Gemeente Beuningen X. Xxxxxxxx |
Woningcorporatie Woonwaarts E.H. Lamers |
Huurdersbelang Beuningen X. Xxxxxxxxx |
BIJLAGE 1
Verdeling portefeuille Woonwaarts naar huursegmenten en dorpskernen
Verdeling portefeuille gemeente Beuningen per 31-12-2021 naar huurprijsgrenzen per 1-1-2022 per dorpskern
Aantal woningen | ||||||
Per kern | Goedkoop | Betaalbaar 1 | Betaalbaar 2 | Duur sociaal | Middelduur | Eindtotaal |
Beuningen Gld | 223 | 1.205 | 156 | 183 | 107 | 1.874 |
Ewijk | 15 | 240 | 33 | 38 | 2 | 328 |
Weurt | 8 | 105 | 22 | 17 | 4 | 156 |
Winssen | 11 | 72 | 10 | 5 | 2 | 100 |
Eindtotaal | 257 | 1.622 | 221 | 243 | 115 | 2.458 |
Toelichting op huursegmenten (prijspeil 2022)
• Goedkoop: ≤ € 442,46
• Betaalbaar 1: > € 442,46 ≤ € 633,25
• Betaalbaar 2: > € 633,25 ≤ € 678,66
• Duur sociaal: > € 678,66 ≤ € 763,47
• Middelduur: > € 763,47 ≤ 1.050,-
BIJLAGE 2
Regelgeving inkomensgrenzen toewijzing sociale huurwoningen per 1-1-2023
vanaf 1 januari 2023 kijken woningcorporaties, net als in van het huishouden bij de toewijzing van sociale huurwo sociale huurwoningen op de volgende manier toe: Verdeling sociale huurwoningen vanaf 1 januari 2023 | 2022, naar het inkomen en de samenstelling ningen. De corporatie wijst de vrijkomende |
Jaarlijks aanbod sociale huurwoningen van woningcorporaties | Voor huurders met inkomen (2022) |
Minimaal 85% | • Maximaal € 40.765 voor eenpersoonshuishoudens • Maximaal € 45.014 voor meerpersoonshuishoudens |
Maximaal 15% (als er afspraken zijn over prestaties van lokale partijen). Maximaal 7,5% zonder afspraken. | • Hoger dan € 40.765 voor eenpersoonshuishoudens • Hoger dan € 45.014 voor meerpersoonshuishoudens |
Regelgeving passend toewijzen per 1-1-2023
De inkomensgrenzen voor het passend toewijzen van sociale huurwoningen voor de doelgroep van de huurtoeslag voor 2023 zijn nog niet bekend
BIJLAGE 3
Procesafspraken vrijgekomen levensloopgeschikte rolstoelgeschikte woning
De corporatie informeert de gemeente als er levensloopgeschikte woningen vrijkomen die geschikt zijn als rolstoelwoning. De gemeente bepaalt vervolgens of zij die woning via bemiddeling wil toewijzen. Hierbij gelden de onderstaande afspraken:
• De corporatie informeert de gemeente zo spoedig mogelijk wanneer er een rolstoelwoning vrijkomt;
• Indien de gemeente geen kandidaat heeft, kan ze de corporatie vragen om de rolstoelwoning nog enige tijd beschikbaar te houden;
• De gemeente heeft, vanaf de normale toewijzingstijd van 1 maand, 5 maanden de tijd om een kandidaat voor de rolstoelwoning te vinden. De gemeente kan hiervoor ook buurgemeenten benaderen voor een passende kandidaat;
• De gemeente neemt de gederfde huurinkomsten voor rekening;
• Mocht er na 5 maanden geen kandidaat voor de rolstoelwoning zijn, dan wijst de corporatie de woning via het aanbodmodel toe;
• Bij de eerste aanbieding is de betreffende woning nog steeds gelabeld als rolstoelwoning;
• Indien ook deze aanbieding niet leidt tot een kandidaat kan de corporatie beslissen om de gelabelde woning als reguliere woning aan te bieden.
BIJLAGE 4
Procesafspraken huisvesting statushouders
• De gemeente en corporatie spannen zich in om te voldoen aan de halfjaarlijkse taakstelling om vergunninghouders te huisvesten en te begeleiden;
• De corporatie draagt er zorg voor dat de aan de gemeente gekoppelde vergunninghouders passend in haar woningvoorraad, ongeacht de strategische bestemming van de woningen, worden gehuisvest;
• Partijen spreken af dat de corporatie maximaal 15% van de vrijkomende woningen beschikbaar stelt voor vergunninghouders;
• De corporatie biedt, na het bericht van koppeling door de gemeente, binnen 10 weken passende woonruimte (met betaalbare woonlasten) aan voor huisvesting van de vergunninghouder. Indien dit niet haalbaar blijkt overleggen de corporatie en gemeente binnen welke termijn, en op welke manier, het wel mogelijk is. In het geval de corporatie, op verzoek van de gemeente, grote koopwoningen of niet-DAEB woningen inzet, maken de gemeente en corporaties nadere afspraken over de inkomstenderving van de corporatie;
• Gemeente en corporatie voeren een maand voorafgaand aan de nieuwe taakstellingsperiode ambtelijk overleg en nodigen hiervoor ook Vluchtelingenwerk uit. In dit overleg wordt de afgelopen periode geëvalueerd en voor de komende periode afspraken gemaakt;
• Voorafgaand aan dit overleg geeft de corporatie inzicht in het aantal vrijgekomen woningen in de gemeente en welk deel daarvan is toegewezen aan vergunninghouders en andere urgent woningzoekenden. Partijen bespreken de consequenties en maken nieuwe afspraken.
Bijlage 5
Overzicht vitaliteitsscore wijken en dorpen waar woningcorporatie Woonwaarts positie heeft
Dorpskern | Wijk | Vitaliteitsscore |
Beuningen | Aalsterveld | 12 = laag |
Beuningen | Beuningse Plas | 4 = gemiddeld |
Beuningen | Blanckenburgh | 6 = gemiddeld |
Beuningen | Centrum Oost | 1 = hoog |
Beuningen | Centrum | 2 = hoog |
Beuningen | Den Balmerd | 4 = gemiddeld |
Beuningen | Duivenkamp | 4 = gemiddeld |
Beuningen | Heuve -1 | 2 = hoog |
Beuningen | Hoeve | 2 = hoog |
Beuningen | Olden Tempel | 18 = laag |
Beuningen | Tinnegieter | 6 = gemiddeld |
Beuningen | Viermorgen | 12 = kwetsbaar |
Ewijk | Buitengebied Zuid 1 | 3 = gemiddeld |
Ewijk | Centrum | 3 = gemiddeld |
Ewijk | Vording | 12 = kwetsbaar |
Weurt | Noord | 2 = hoog |
Weurt | Zuid | 2 = hoog |
Winssen | 2 = hoog |
Toelichting op de vitaliteitsscoremethodiek
Woonwaarts meet de vitaliteit van de wijken en dorpen waar ze actief is (positie heeft) aan de hand van de volgende formule: Vitaliteit = Leefbaarheid x Organisatiekracht x Veerkracht
De leefbaarheid wordt met de ‘Leefbaarometer’ in beeld gebracht. De Leefbaarometer is een praktisch en landelijk dekkend instrument waarbij de leefbaarheid, op verschillende schaalniveaus, objectief beoordeeld wordt op ruim 100 indicatoren, verdeeld over 5 dimensies:
1. Woningen;
2. fysieke omgeving;
3. voorzieningen;
4. bewoners;
5. veiligheid.
De Leefbaarometer is ontwikkeld door het ministerie van BZK en wordt om de 2 jaar geactualiseerd. De organisatiekracht van een buurt of dorp wordt in beeld gebracht op de indicatoren:
1. Aantal georganiseerde bewonersgroepen (bewonerscommissies, wijkraden etc.);
2. Aantal verenigingen;
3. Aantal bewonersinitiatieven, waaronder aanspraak op het ‘leefbaarheidsfonds van SW’.
De veerkracht van een buurt of dorp wordt in beeld gebracht op de indicatoren:
1. Aantal overlastmeldingen;
2. Mate van differentiatie naar leefstijlen4;
3. Positieve of negatieve ervaringen uit het verleden.
De organisatie- en veerkracht van een buurt of een dorp worden op een subjectieve wijze in beeld gebracht. De input van de wijkregisseurs speelt hierbij een grote rol. De methodiek doet hiermee ook recht aan de zachte (minder goed meetbare, subjectieve) componenten van het begrip vitaliteit.
De onderdelen leefbaarheid, organisatiekracht en veerkracht worden ieder met een cijfer (1, 2 of 3) beoordeeld, waarbij:
1 = bovengemiddeld;
2 = gemiddeld;
3 = ondergemiddeld.
De vitaliteitsscore van een buurt of dorp kan hierdoor uitkomen op een getal tussen 0 en 27:
Leefbaarheid | x | Organisatiekracht | x | Veerkracht | = Vitaliteit |
1/2/3 | x | 1/2/3 | x | 1/2/3 | = 1 t/m 27 |
Aan de vitaliteitsscores zijn de volgende normen toegekend:
• Vitaliteitsscore 1 of 2: hoge vitaliteit5;
• Vitaliteitsscore 3 t/m 8: gemiddeld vitaal6;
• Vitaliteitsscore 9 t/m 17: kwetsbare vitaliteit7;
• Vitaliteitsscore 18 t/m 27: lage vitaliteit8.
Wijken en dorpen met een kwetsbare of lage vitaliteit (oranje en rood) krijgen prioriteit bij de inzet op leefbaarheid
4 Op basis van beschikbare gegevens van Motivaction.
5 Op maximaal 1 onderdeel score 2 en overige onderdelen score 1, bijvoorbeeld 1x1x1 of 1x1x2.
6 Op maximaal 1 onderdeel score 3 en overige onderdelen score 1 of (maximaal op 1 onderdeel) score 2, bijvoorbeeld: 1x1x3 of 2x2x2 of 1x2x3.
7 Bijvoorbeeld 1x3x3 of 2x2x3.
8 Op minimaal 2 onderdelen score 3 en op geen onderdeel score 1, bijvoorbeeld 2x3x3 of 3x3x3.