Contract
Bestuursovereenkomst in het kader van de Wet gemeenschappelijke regelingen betreffende de samenwerking op het gebied van de Wet maatschappelijke ondersteuning tussen de gemeenten Beemster, Graft-De Rijp en Schermer.
De ondergetekenden:
1. Burgemeester en wethouders van de gemeente Beemster, handelend ter uitvoering van hun besluit van 30 juni 2009
2. Burgemeester en wethouders van de gemeente Graft-De Rijp, handelend ter uitvoering hun besluit van 7 juli 2009
3. Burgemeester en wethouders van de gemeente Schermer, handelend ter uitvoering van hun besluit van 30 juni 2009
In aanmerking nemende:
Dat er een bestuursovereenkomst van toepassing is tussen de gemeenten Beemster, Graft-De Rijp en Schermer die geldt tot tenminste 1 januari 2010, ter uitvoering van het gezamenlijk Wmo-loket;
Dat de drie genoemde gemeenten op de respectievelijk genoemde datum hierboven, hebben besloten deze samenwerking tot 1 januari 2013 voort te zetten;
Dat bij toepassing van de uitvoeringsorganisatie Wmo-loket de autonomie op het gebied van beleid en besluit per gemeentebestuur gehandhaafd blijft en dat de inwoners van de drie gemeenten gericht kunnen blijven op de dienstverlening vanuit het eigen gemeentehuis;
Dat de colleges van burgemeester en wethouders van de drie gemeenten ook na januari 2010 de benodigde structurele financiële middelen beschikbaar stellen.
Dat de colleges van burgemeester en wethouders van de drie gemeenten een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid hebben voor het geheel van de uitvoering van deze overeenkomst en hun specifieke verantwoordelijkheid blijven behouden voor dat deel dat gemeenten specifiek aangaat;
Dat de werkzaamheden plaats zullen vinden vanuit een daartoe aangewezen en ingerichte centrale gemeente;
Dat overdracht van bepaalde bevoegdheden aan bepaalde ambtenaren in de centrale gemeente plaats vindt;
Dat de uitvoeringsorganisatie dagelijks wordt geleid door daarvoor aangestelde ambtenaar; Dat mede daardoor de inrichting van het model van het uitvoeringsorgaan Wmo-loket deze overeenkomst een overeenkomst is zoals bedoeld in artikel 8 van de Wet Gemeenschappelijke Regelingen (Wgr).
Dat de beleidsbepalende bevoegdheid conform de onderhavige wet- en regelgeving blijft bij de colleges van burgemeester en wethouders van de drie gemeenten en dat daarbij wordt gestreefd naar één gezamenlijk beleid, maar dat het evenwel voor de afzonderlijke gemeenten mogelijk blijft om op onderdelen afwijkend beleid te voeren en deze uitvoering daarvan op te dragen aan de uitvoeringsorganisatie Wmo-loket;
Verklaren te zijn overeengekomen als volgt:
Artikel 1 Begripsbepalingen
a. De gemeenten
De gemeenten Beemster, Graft-De Rijp en Schermer.
b. Uitvoeringsorganisatie Wmo
De gemeenschappelijke ambtelijke organisatie belast met de uitvoering van de in deze overeenkomst genoemde werkzaamheden.
c. Portefeuillehouder
De portefeuillehouder die binnen het college van burgemeester en wethouders van elk van de drie gemeenten eerst verantwoordelijk is voor uitvoering van het in deze overeenkomst aangeduide taakveld, zoals genoemd in artikel 2.
d. Portefeuillehoudersoverleg
Het overleg van de portefeuillehouders van de drie gemeenten.
e. Hoofdenoverleg
Het overleg van de sector/afdelingshoofden Samenleving/Welzijn van de drie gemeenten.
f. Ambtelijke leiding Uitvoeringsorganisatie Wmo
De ambtelijke leiding over de uitvoeringsorganisatie, welke leiding bestaat uit:
1. Hoofd van de uitvoeringsorganisatie:
het hoofd van de sector Samenleving van de gemeente Beemster, verantwoordelijk voor het management van de uitvoeringsorganisatie Wmo.
2. Teamleider van de uitvoeringsorganisatie:
de teamleider uitvoeringsorganisatie Wmo is belast met de dagelijkse aansturing van de medewerkers en de werkzaamheden van de uitvoeringsorganisatie Wmo.
Artikel 2 Doel van samenwerking
a. De gemeenten komen overeen ook na 1 januari 2010 gezamenlijk zorg te dragen voor de uitvoering van de taken op het gebied van de hulp bij het huishouden en voorzieningen voor gehandicapten, als bedoeld in de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo).
b. Onder uitvoering van taken als bedoeld onder lid a. van dit artikel wordt verstaan het verrichten van alle onder lid 3 genoemde werkzaamheden, met uitzondering van het besluiten in bezwaar- en beroepsprocedure.
c. Elke individuele gemeente is en blijft verantwoordelijk voor het te voeren beleid ten aanzien van de onder lid a van dit artikel genoemde taakveld.
d. De gemeenten streven ernaar om het beleid als bedoeld onder lid c van dit artikel zoveel als mogelijk op elkaar af te stemmen.
e. Het jaarlijks vast te stellen bedrijfsplan is richtinggevend voor de te verrichten activiteiten door het samenwerkingsverband, waarbij het voor de individuele gemeenten mogelijk blijft eigen beleid te voeren.
f. Ten behoeve van de onder a. genoemde samenwerking wordt het reeds aangegane samenwerkings-verband voortgezet, omvattende een gemeenschappelijke ambtelijke uitvoerings-organisatie Wmo, gevestigd in het gemeentehuis van Beemster.
Artikel 3 Gemeenschappelijk uit te voeren taken
De werkzaamheden, zoals bedoeld in artikel 2 onder a en b, die door de uitvoeringsorganisatie Wmo ondermeer worden uitgevoerd zijn:
Uitvoering wetgeving:
- informatie en advies;
- intake;
- aanvraagbehandeling;
- beoordeling
- afdoen aanvraag
- nazorg
- heronderzoeken.
- de toetsing en verdere besluitvormende voorbereidingsprocessen op zorgaanvragen;
- werkzaamheden die verband houden met bezwaar en beroep,
- terugvordering en daarmee verband houdende invordering,
- het onderhouden van cliëntcontacten hetzij telefonisch, hetzij mondeling, op kantoor gemeente Beemster dan wel op locatie van de gemeenten.
administratieve werkzaamheden
- archivering;
- ITC en applicatiebeheer(automatisering);
- alle noodzakelijke werkzaamheden met betrekking tot voor de respectievelijke gemeenten geldende verantwoordingsplicht ingevolge wettelijke regelingen, waaronder interne controle; mede te verstaan:
- begrotingcijfers aanleveren;
- voorjaarsrapportage aanleveren;
- najaarsrapportage aanleveren;
- per kwartaal marap aanleveren;
- per kwartaal nota aanleveren;
- bespreking met accountants voeren betreffende de aangeleverde verantwoordingen;
De hierboven genoemde werkzaamheden zijn niet limitatief.
Artikel 4 Beleidsbepaling
De beleidsbepalende bevoegdheid behoort aan de colleges van burgemeester en wethouders van de drie gemeenten.
Artikel 5 Het bedrijfsplan
a. Op voorstel van de ambtelijke leiding van de uitvoeringsorganisatie Wmo stellen de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten jaarlijks een bedrijfsplan en een jaarverslag vast.
b. Het bedrijfsplan omvat tenminste:
- een begroting van de kosten van uitvoering van de taken, als het gestelde in artikel 3 van deze overeenkomst inclusief de kosten van de uitvoeringsorganisatie Wmo met inachtneming van het gestelde in artikel 14 van deze overeenkomst;
- een planning van de taken (met uitzondering van de dagelijkse werkzaamheden met betrekking tot het afhandelen van aanvragen);
- een overzicht van de formatie;
- een opleidingsplan.
c. Het jaarverslag wordt jaarlijks vóór 1 maart na afloop van het jaar waarop het betrekking heeft en het bedrijfsplan vóór 1 juli voorafgaand aan het jaar waarop het betrekking heeft ter vaststelling ingediend bij de drie gemeenten
Artikel 6 Het portefeuillehoudersoverleg
a. De portefeuillehouders vormen tezamen het portefeuillehoudersoverleg.
b. Het portefeuillehoudersoverleg wijst uit haar midden een voorzitter aan.
c. Het portefeuillehoudersoverleg komt tenminste twee keer per jaar bijeen.
d. Het portefeuillehoudersoverleg wordt geadviseerd door het hoofdenoverleg en de teamleider, die tevens als secretaris van het portefeuillehoudersoverleg fungeert.
e. Het portefeuillehoudersoverleg heeft als taak het bespreken van alsmede het adviseren over de uitvoerende taken, het bedrijfsplan en het jaarverslag. Voorts evalueert zij deze bestuursovereenkomst. Voorstellen omtrent deze onderwerpen worden ter besluitvorming aangeboden aan de gemeenten.
Artikel 7 Het hoofdenoverleg
a. Het hoofdenoverleg komt, afhankelijk van de behoefte, bijeen om het functioneren van de uitvoeringsorganisatie Wmo op hoofdlijnen door te spreken.
b. De hoofden zijn afnemers van de diensten van de uitvoeringsorganisatie Wmo. De teamleider van de uitvoeringsorganisatie Wmo legt verantwoording af aan het hoofdenoverleg. Basis hiervoor zijn het bedrijfsplan en de tussentijds gemaakte (beleids)afspraken.
c. De hoofden coördineren het opstellen van gezamenlijk nieuw ontwikkeld beleid, informeren hun portefeuillehouder en bepalen wat rechtstreeks aan de colleges van burgemeester en wethouders van de drie gemeenten wordt voorgesteld en wat het portefeuillehoudersoverleg wordt voorgelegd. De voorbereiding wordt afhankelijk van het onderwerp verzorgd door de uitvoeringsorganisatie Wmo of door de beleidsambtenaren van de drie gemeenten.
d. Voorafgaand aan het portefeuillehoudersoverleg komt het hoofdenoverleg bijeen om de agenda op te stellen en de advisering voor te bereiden.
e. Bij disfunctioneren van management, beheer en uitvoering van de uitvoeringsorganisatie Wmo en eventuele rechtspositionele gevolgen daarvan, informeert het hoofdenoverleg het portefeuillehoudersoverleg en adviseert het hoofdenoverleg de colleges van burgemeester en wethouders van de drie gemeenten.
Artikel 8 De uitvoeringsorganisatie Wmo
a. Voor de samenwerking is een uitvoeringsorganisatie Wmo opgezet.
b. De uitvoeringsorganisatie Wmo is gehuisvest in het gemeentehuis van Beemster.
c. De verantwoordelijkheid ten aanzien van het personeel van de uitvoeringsorganisatie Wmo ligt bij het college van burgemeester en wethouders van de gemeente waar het personeel van de uitvoeringsorganisatie Wmo een dienstbetrekking heeft en is beperkt tot rechtspositionele aangelegenheden.
d. Het ambtelijk management over de uitvoeringsorganisatie Wmo berust bij het sectorhoofd samenleving van de gemeente Beemster;
e. De dagelijkse aansturing over de uitvoeringsorganisatie Wmo berust bij de teamleider uitvoeringsorganisatie Wmo.
f. Het hoofd van de setor samenleving van de gemeente Beemster is over het functioneren van de organisatie en over beheer en uitvoering van de werkzaamheden verantwoording verschuldigd aan het hoofdenoverleg.
Artikel 9 Personeel en personeelsbeleid
a. Ten behoeve van de uitvoering van deze bestuursovereenkomst zijn voor de formatie van de uitvoeringsorganisatie Wmo door de drie gemeenten, indien van toepassing, formatieplaatsen ingebracht.
b. De betrokken medewerker(s) van de gemeenten Graft-De Rijp en Schermer zijn op detacheringsbasis ondergebracht bij de gemeente Beemster.
c. Openvallende vacatures worden opgevuld door de uitvoeringsorganisatie Wmo, op een daartoe strekkend advies van het hoofdenoverleg. De hiervoor in de gemeente Beemster geldende procedures worden gevolgd.
d. Uitbreiding van de bestaande formatie vereist tevens de instemming van de colleges van burgemeester en wethouders van de drie gemeenten door middel van goedkeuring van een gewijzigd bedrijfsplan.
e. De teamleider van de uitvoeringsorganisatie Wmo voert conform de betreffende regeling van de gemeente Beemster functioneringsgesprekken met de medewerkers van de uitvoeringsorganisatie Wmo. Op verzoek van het personeelslid kan het hoofd van de sector samenleving van de gemeente Beemster hierbij aanschuiven.
f. Het hoofd van de sector samenleving van de gemeente Beemster is gerechtigd voorstellen te doen voor toepassing van rechtspositionele maatregelen. Daartoe wordt een dergelijk voorstel eerst ter advisering voorgelegd aan het hoofdenoverleg. De bevoegdheid voor een uiteindelijk te nemen maatregel berust bij het college van burgemeester en wethouders van de gemeente waar het personeel van de uitvoeringsorganisatie Wmo een dienstbetrekking heeft.
g. Indien wijzigingen in het takenpakket of wijzigingen als gevolg van de inpassing binnen de uitvoeringsorganisatie Wmo leiden tot wijziging van de functie-eisen, heeft het hoofd van de sector samenleving van de gemeente Beemster de plicht de medewerker die het betreft met relevante opleidingen in staat te stellen aan de gestelde functie-eisen te voldoen.
Artikel 10 Archief
a. De gemeenten Graft-De Rijp en Schermer verlenen door ondertekening van deze bestuursovereenkomst impliciet toestemming aan de gemeente Beemster tot het beheer en onderhoud van het archief met betrekking tot documenten en digitaal beheer, alles de werkzaamheden betreffend zoals beschreven in artikel 3.
b. De in artikel 10a genoemde activiteiten worden uitgevoerd met inachtneming van het gestelde in de archief- en privacywetgeving alsmede de in de gemeente Beemster van toepassing zijnde archiefverordening. De ambtelijke leiding is belast met een goede en zorgvuldige behandeling van de archiefbescheiden.
c. Het beheer van de documenten, die ten behoeve van de administratie van de uitvoeringsorganisatie Wmo worden bewaard, zal volgens het Besluit Informatiebeheer van de drie gemeenten worden uitgevoerd.
Artikel 11 Mandaat en bezwaar- en beroepsprocedures
a. De onderscheidenlijke colleges van burgemeester en wethouders van de drie gemeenten zijn autonoom bevoegd tot het nemen van besluiten inzake de in deze bestuursovereenkomst geldende wet- en regelgeving.
b. Uit oogpunt van efficiency en ter voorkoming van onnodige vertraging wordt aan de ambtelijke leiding en aan de toetsingambtenaar van de uitvoeringsorganisatie Wmo mandaat verleend. Dit mandaat wordt verleend op grond van artikel 10:1 t/m 10:12 van de Algemene wet bestuursrecht.
c. Bezwaar- en beroepschriften worden afgehandeld door de individuele colleges van burgemeester en wethouders van de drie gemeenten, waarbij de geldende procedures van de betreffende gemeente worden gevolgd. De colleges van burgemeester en wethouders worden daarbij bijgestaan door de teamleider of andere medewerkers van de uitvoeringsorganisatie Wmo (niet in de zin van art 7:13 Awb). Onder bijstaan wordt mede verstaan die werkzaamheden die betrekking hebben op het tot stand brengen van het verweerschrift op bezwaar door de uitvoeringsorganisatie Soza , alsmede de vertegenwoordiging bij de bezwaarcommissie van de betreffende gemeente.
d. Vertegenwoordiging in rechte geschiedt door de burgemeester van de gemeente die het aangaat; de burgemeester van de gemeente die het aangaat kan de vertegenwoordiging in rechte overdragen aan de teamleider of andere medewerkers van de uitvoeringsorganisatie Wmo (artikel 171 Gw).
e. De mandaatverlening onder artikel 11 b is niet van toepassing op bezwaar- en beroepsprocedures.
Artikel 12 Gezamenlijke correspondentie en klachtenafhandeling
a. Alle correspondentie tussen cliënt en het uitvoeringsorgaan Wmo wordt gevoerd op uniform briefpapier. Daarvoor zijn formulieren ontwikkeld waarop de gemeentewapens van de drie gemeenten worden gevoerd en waarop de naam van de uitvoeringsorganisatie Wmo wordt gehanteerd.
b. De ambtelijke leiding van de uitvoeringsorganisatie Wmo draagt zorg voor een goede uitvoering van het onder lid a. gestelde en stelt al het mogelijke in het werk de samenwerking tussen de drie gemeenten op dit punt op een zo zorgvuldig mogelijke wijze uit te dragen.
c. Binnengekomen klachten worden afgehandeld door de individuele colleges van burgemeester en wethouders, waarbij de klachtenregeling van de betreffende gemeente wordt gevolgd. De colleges van burgemeester en wethouders worden daarbij geadviseerd door de ambtelijke leiding van de uitvoeringsorganisatie Wmo.
Artikel 13 Evaluatie en wijziging van de bestuursovereenkomst
a. Deze bestuursovereenkomst wordt jaarlijks geëvalueerd. De laatste evaluatie heeft plaatsgevonden op 30 juni 2009 en er is een inspanningsverplichting deze
evaluatie jaarlijks gelijktijdig met het bedrijfsplan aan het hoofdenoverleg aan te bieden.
Deze
evaluaties worden door de teamleider opgesteld en aan het hoofdenoverleg aangeboden waarna de evaluatie wordt voorbereid door het hoofdenoverleg en voorgelegd aan het portefeuillehoudersoverleg.
b. In het geval er sprake is van een wijziging in deze bestuursovereenkomst beslissen de colleges van burgemeester en wethouders van de drie gemeenten unaniem, daartoe vooraf geadviseerd door het portefeuillehoudersoverleg.
c. In het jaarlijkse evaluatieproces kan onder meer de kostenverdeling ( artikel 14) telkens ter sprake komen.
Artikel 14 Kosten, Rekening en Betaling
a. Ten behoeve van het samenwerkingsverband en in navolging van het gestelde in het bedrijfsplan , worden er kosten gemaakt die over de gemeenten worden verdeeld. Daartoe wordt jaarlijks een begroting opgesteld. Deze begroting kent directe en indirecte kosten.
b. De directe kosten worden rechtstreeks toegerekend aan de gemeente waarvoor de kosten zijn gemaakt. Onder directe kosten wordt in ieder geval verstaan:
Alle kosten binnen het taakveld Wmo, als genoemd in artikel 2 onder a van
deze overeenkomst en in het bijzonder de kosten die uit de compensatieverplichting zoals die in de Wmo is vastgelegd voortvloeien:
- kosten voortvloeiend uit hulp in de huishouding geleverd door de zorgleveranciers;
- kosten voortvloeiend uit de levering en het onderhoud van hulpmiddelen door de leveranciers;
- kosten die voortvloeien uit de woningaanpassingen door de woningeigenaren uitgevoerd;
- Kosten die voortvloeien uit het verstrekken van een Persoongebonden budget (Pgb);
- Kosten van de aangevraagde indicaties;
c. De indirecte kosten worden toegerekend op basis van het aantal inwoners per deelnemende gemeente. Onder indirecte kosten wordt in ieder geval verstaan:
1. de bruto loonsom van het personeel van de uitvoeringsorganisatie Wmo, inclusief kosten van secundaire arbeidsvoorwaarden.
2. De overheadkosten verbonden aan de zittende ambtelijke formatie van de uitvoeringsorganisatie Wmo. De overhead wordt berekend conform het besluit in 2006 daartoe door de colleges genomen.
3. - xxxxxxx & selectie van personeel
- tijdelijke vervanging personeel
- externe adviezen
- inkoop van kantoorartikelen
- specifieke software
- abonnementen
- opleidingskosten
- voorlichting
De kosten hierboven genoemd zijn niet limitatief.
4. De kosten voortvloeiende uit het eventueel verwijtbaar handelen door de uitvoerings- organisatie Wmo.
d. De ambtelijke leiding van de uitvoeringsorganisatie Wmo zorgt voor 1 februari volgend op het direct daaraan voorafgaande kalenderjaar voor een opstelling van de werkelijke kosten van dat kalenderjaar en formuleert in overeenstemming met het gestelde in artikel 14 een voorstel tot verdeling van deze kosten over de drie gemeenten.
e. Alle betalingen met betrekking tot in rekening te brengen kosten, voortvloeiende uit deze bestuursovereenkomst, worden gedaan aan de gemeente Beemster.
f. Kennelijke onbillijkheden die uit de toepassing van dit artikel voortvloeien, worden door de ambtelijke leiding gesignaleerd en inclusief een oplossingsvoorstel aan het portefeuillehoudersoverleg gerapporteerd.
14.1 Compensatie kosten
a. De gemeenten Graft-De Rijp en Schermer ontvangen in de maand na afloop van
het daaraan voorafgaande kwartaal een “kwartaalnota-compensatiekosten ” , betreffende
de
over het afgelopen kwartaal verstrekte betalingen zoals vermeld in artikel 14 onder b en spannen zich elk in om binnen 1 maand het bedrag, genoemd in de “kwartaalnota- kosten” als voorschot over te maken aan de gemeente Beemster.
b. De kwartaalnota –compensatiekosten, volgend op het laatste kwartaal van het jaar is tevens
de afrekening van de op dat jaar betrekking hebbende betalingen.
c. De ontvangsten in verband met de eigen bijdragen worden eens per jaar met de gemeenten afgerekend en zijn zichtbaar op de kwartaalafrekening van het vierde kwartaal van het voorgaande jaar.
14.2 Directe kosten
a. De gemeenten Graft-De Rijp en Schermer ontvangen de maand na afloop van
het daaraan voorafgaande kwartaal een “kwartaalnota-directe kosten” , betreffende een kwart van de begrote directe kosten over dat jaar en spannen zich elk in om binnen 1 maand het bedrag, genoemd in de “kwartaalnota-directe kosten” als voorschot over te maken aan de gemeente Beemster;
b. De kwartaalnota –directe kosten volgend op het laatste kwartaal van het jaar is tevens de afrekening van de op dat jaar betrekking hebbende werkelijke directe kosten.
14.3 Indirecte kosten
a. Dit betreffen de kosten zoals vermeld in artikel 14 lid c onder de punten 1-2-3-4
b. De gemeenten Graft-De Rijp en Schermer ontvangen de maand na afloop van
het daaraan voorafgaande kwartaal een “kwartaalnota-indirecte kosten” , betreffende een kwart van de begrote directe kosten over dat jaar en spannen zich elk in om
binnen 1 maand het bedrag, genoemd in de “kwartaalnota-indirecte kosten ” als voorschot over te maken aan de gemeente Beemster;
c. De kwartaalnota –indirecte kosten volgend op het laatste kwartaal van het jaar is tevens de afrekening van de op dat jaar betrekking hebbende werkelijke indirecte kosten.
Artikel 15 Beëindiging van de bestuursovereenkomst
a. De onderhavige bestuursovereenkomst kan worden beëindigd indien de colleges van burgemeester en wethouders van de drie gemeenten daartoe unaniem besluiten. In dat geval zullen, door een onafhankelijke externe deskundige de financiële rechten en plichten met behulp van een liquidatiebalans worden vastgesteld per datum van de beëindiging .
b. De colleges van burgemeester en wethouders leggen in hun besluit de datum vast dat de beëindiging zijn beslag dient te krijgen en leggen tevens de naam van de externe deskundige die de liquidatiebalans en de financiële waardering opstelt vast.
c. Directe en indirecte kosten die rechtstreeks voortvloeien uit de beëindiging van de bestuursovereenkomst worden gedeeld conform de in deze bestuursovereenkomst bepaalde kostenverdeelsleutel in artikel 14.
d. Kosten, voortvloeiende uit wachtgeld- en andere verplichtingen als gevolg van beëindiging van deze bestuursovereenkomst, worden gezamenlijk en conform de in deze bestuursovereenkomst opgenomen kostenverdeelsleutel door de deelnemende gemeenten gedragen.
e. Voor de drie gemeenten geldt in gezamenlijkheid de inspanningsverplichting om gedwongen ontslagen ten gevolge van de beëindiging van deze bestuursovereenkomst te voorkomen.
Artikel 16 Eenzijdige beëindiging
a. Een aankondiging tot beëindiging door een gemeente, vindt plaats minimaal 1 jaar voor de beoogde beëindigingdatum. De beëindiging vindt per 1 januari of 1 juli van het daarop volgend jaar plaats. De aankondiging tot beëindiging geschiedt schriftelijk aan elk van de resterende colleges van b&w.
b. Bij deze beëindiging worden de daaraan verbonden en voortvloeiende kosten inclusief ontstane wachtgeldverplichtingen, volledig gedragen door de beëindigende gemeente(n).
c. De kosten, rechten en plichten zullen door een onafhankelijke externe deskundige worden vastgesteld door middel van een liquidatiebalans per de datum van beëindiging. De kosten van inschakeling van deze externe deskundige komen voor rekening van de beëindigende gemeente(n).
d. De aankondiging tot beëindiging door een gemeente vindt plaats tegelijk met een voorstel van de naam van de externe deskundige om de liquidatiebalans op te stellen. De
resterende
gemeenten worden geacht akkoord te gaan met het voorstel van de naam van de externe deskundige behoudens zeer ernstige bezwaren.
e. Van zeer ernstige bezwaren zal alleen worden uitgegaan indien dit binnen 10 dagen na de ontvangst van de aankondiging tot beëindiging schriftelijk is kenbaar gemaakt.
f. De beëindiging vindt alleen geldig plaats indien is voldaan aan het gestelde onder a en d van dit artikel.
Artikel 17 Slotbepalingen
a. Deze overeenkomst treedt op 1 januari 2010 in werking en geldt tot 1 januari 2013..
b. Conform het gestelde in artikel 26 van de Wet gemeenschappelijke regelingen, vindt toezending van deze overeenkomst plaats aan Gedeputeerde Staten van Noord-Holland.
c. Deze overeenkomst kan worden aangehaald als “Overeenkomst uitvoeringsorganisatie maatschappelijke ondersteuning tussen de gemeenten Beemster, Graft-De Rijp en Schermer.
d. In die gevallen waarin deze overeenkomst niet voorziet, worden door de gemeenten de noodzakelijke afspraken gemaakt welke schriftelijk worden vastgelegd en als zodanig aan deze overeenkomst toegevoegd.
Aldus overeengekomen, Datum:
Burgemeester en wethouders van Beemster,
de burgemeester, de secretaris,
H.N.G. Brinkman X. Xxxxxx-Xxxxxxxx Datum:
Burgemeester en wethouders van Graft-De Rijp,
De burgemeester, de secretaris,
H.R. Oosterop-van Xxxxxxx X. Xxxxxxx Datum:
Burgemeester en wethouders van Schermer,
De burgemeester, de secretaris,
P.G. Moeijes X.Xxxxxxxx