MODEL LMT 2001
N.V. Maatschappij van Assurantie,
Discontering en Beleening
der Stad Rotterdam Anno 1720
K.v.K. Rotterdam 24006247
Voorwaarden van
Landmateriaalverzekering
RS 378/03/10-2001
MODEL LMT 2001
Indeling van de voorwaarden Algemene Voorwaarden
art. 01 | Begripsomschrijvingen | pag. 2 |
art. 02 | Geldigheidsgebied | pag. 2 |
art. 03 | Aanvang en duur van de verzekering | pag. 2 |
art. 04 | Einde van de verzekering | pag. 2 |
art. 05 | Omvang van de dekking | pag. 2 |
art. 06 | Uitsluitingen | pag. 2 |
art. 07 | Verplichtingen in geval van schade | pag. 3 |
art. 08 | Premievaststelling | pag. 3 |
art. 09 | Premiebetaling | pag. 3 |
art. 10 | Wijziging van premie en/of voorwaarden | pag. 3 |
art. 11 | Strafgeding | pag. 3 |
art. 12 | Proceskosten en wettelijke rente | pag. 4 |
Voorwaarden Aansprakelijkheidsverzekering
art. 13 | Omvang van de aansprakelijkheidsdekking | pag. 5 |
art. 14 | Schade aan ondergrondse eigendommen van derden | pag. 5 |
art. 15 | Schade aan zaken van verzekeringsnemer | pag. 5 |
art. 16 | Borgstelling | pag. 5 |
art. 17 | Kosten ter voorkoming en vermindering van schade | pag. 5 |
art. 18 | Beperking van de aansprakelijkheidsdekking | pag. 5 |
art. 19 | Bijzondere uitsluitingen | pag. 6 |
art. 20 | Schaderegeling met benadeelden | pag. 6 |
art. 21 | Tijdelijke vervanging | pag. 6 |
art. 22 | Verhaal op de verzekerde | pag. 6 |
Voorwaarden Cascoverzekering
art. 23 | Omvang van de cascodekking exclusief | |
eigen gebrek | pag. 7 | |
art. 24 | Omvang van de cascodekking inclusief | |
eigen gebrek | pag. 7 | |
art. 25 | Dekking boven het verzekerde bedrag | pag. 7 |
art. 26 | Opruimingskosten | pag. 7 |
art. 27 | Beperking cascodekking | pag. 7 |
art. 28 | Bijzondere uitsluitingen | pag. 7 |
art. 29 | Vaststelling van de schade | pag. 7 |
art. 30 | Vergoeding van de schade | pag. 8 |
art. 31 | Regelingen in geval van verlies | pag. 8 |
art. 32 | Uitbetaling / Termijn | pag. 8 |
Nadere Omschrijvingen
Atoomkernreactie pag. 9
Molest pag. 9
Rellen en relletjes pag. 9
Risico-indeling werk- en land(bouw)materieel pag. 9
Klassenindeling werk- en land(bouw)materieel pag. 9
Persoonsregistratie pag. 10
Toepasselijk recht en klachten pag. 10
Clausule pag. 10
ALGEMEEN
ART. 01 BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN
In deze voorwaarden wordt verstaan onder:
1. Gebeurtenis
Een voorval of een reeks van met elkaar verband houdende voorvallen ten gevolge waarvan schade is ontstaan.
2. Maatschappij
De op de voorzijde van deze polismantel genoemde vennootschap.
3. Object
Het op het polisblad omschreven object met de tot de standaarduitrus- ting behorende onderdelen en standaard geleverde gereedschappen, alsmede het aan of in het object aanwezige blusapparaat.
4. Schade
a. Schade aan personen
Letsel of aantasting van de gezondheid van personen, al dan niet de dood tot gevolg hebbend, met inbegrip van de daaruit voort- vloeiende schade.
b. Schade aan zaken
Beschadiging en/of vernietiging en/of verloren gaan van roerende en/of onroerende zaken van anderen dan de verzekeringsnemer, met inbegrip van de daaruit voortvloeiende schade.
5. SOS International
B.V. Nederlandse hulpverleningsorganisatie SOS International, tel. (000) 000 00 00.
6. Verzekerde
a. De verzekeringsnemer, de eigenaar, de bezitter, de bestuurder en passagiers van het verzekerde object;
c. de houder van het verzekerde object, waaronder begrepen de huur- der van het verzekerde object (al dan niet inclusief bestuurder), alsmede de opdrachtgever indien het verzekerde object in het kader van een overeenkomst van opdracht wordt gebruikt.
7. Verzekeringsnemer
De natuurlijke persoon of rechtspersoon met wie de verzekering is aangegaan en die als zodanig op het polisblad is vermeld.
Daar waar in deze voorwaarden de verzekeringsnemer of de verzekerde met "hij", "hem" of "zijn" wordt aangeduid kan ook "zij" respectievelijk "haar" worden gelezen.
ART. 02 GELDIGHEIDSGEBIED
De verzekering is van kracht binnen Nederland, België en Luxemburg, alsmede in Duitsland binnen een strook van 50 km gelegen langs de Nederlandse grens.
AANVANG, DUUR EN EINDE VAN DE VERZEKERING
ART. 03 AANVANG EN DUUR VAN DE VERZEKERING
1. De verzekering is geldig vanaf de op het polisblad vermelde ingangs- datum.
2. De verzekering is aangegaan voor de op het polisblad genoemde ter- mijn; zij zal steeds op de contractsvervaldatum stilzwijgend worden verlengd voor een zelfde termijn.
3. Het tijdstip waarop de verzekering dan wel de dekking een aanvang neemt is 0.00 uur.
De dekking vangt echter niet eerder aan dan het tijdstip waarop de verzekeringsovereenkomst tot stand komt, dan wel waarop een voor- lopige dekking is afgegeven.
ART. 04 EINDE VAN DE VERZEKERING
De verzekering eindigt:
a. bij opzegging door de verzekeringsnemer per de op het polisblad genoemde einddatum van de verzekeringstermijn, mits de opzegging schriftelijk geschiedt en een opzegtermijn van tenminste 2 maanden in acht is genomen;
b. indien de verzekeringsnemer de wijziging van de premie en/of de voorwaarden overeenkomstig artikel 10 weigert te accepteren en wel op de in artikel 10 lid 2 genoemde dag;
c. zodra de verzekerde of zijn erfgenamen ophouden belang te hebben bij het verzekerde object en tevens de feitelijke macht erover verlie- zen. De verzekeringsnemer of zijn erfgenamen zijn verplicht de maat- schappij daarvan ten spoedigste, doch in ieder geval binnen 10 dagen kennis te geven;
d. na schriftelijke opzegging door de maatschappij:
1. per de premievervaldag met inachtneming van een termijn van ten- minste 2 maanden;
2. binnen 30 dagen nadat een gebeurtenis, die voor de maatschappij tot een verplichting tot het doen van een uitkering kan leiden, haar ter kennis is gekomen;
3. binnen 30 dagen nadat zij een uitkering krachtens deze verzekering heeft gedaan of heeft afgewezen;
4. indien de verzekeringsnemer 3 maanden na de premievervaldag de premie, kosten en assurantiebelasting nog niet heeft betaald;
5. indien de verzekerde met betrekking tot een gebeurtenis of schade met opzet een onjuiste voorstelling van zaken heeft gegeven.
De verzekering eindigt in de onder 2, 3, 4 en 5 genoemde gevallen op de datum die in de opzegbrief wordt genoemd. De maatschappij zal daarbij een opzegtermijn in acht nemen van tenminste 14 dagen.
Het tijdstip waarop de verzekering eindigt is in alle hiervoor genoemde gevallen om 24.00 uur.
DEKKING
ART. 05 OMVANG VAN DE DEKKING
De verzekering is van kracht voor de op het polisblad vermelde dek- king(en).
ART. 06 UITSLUITINGEN
1. Algemene uitsluitingen
Geen dekking wordt verleend voor schade:
a. veroorzaakt door of verband houdende met:
1. molest;
2. atoomkernreacties,
als omschreven in "Nadere Omschrijvingen";
b. die opzettelijk of moedwillig door, dan wel met goedvinden van een verzekerde is veroorzaakt.
Deze uitsluiting geldt niet voor de verzekeringsnemer indien deze aansprakelijk wordt gehouden voor een schade die een gevolg is van het door een ondergeschikte handelen of nalaten als hiervoor omschreven, mits de verzekeringsnemer aantoont dat hem voor de genoemde omstandigheden geen verwijt kan worden gemaakt.
2. Bijzondere uitsluitingen
Geen dekking wordt verleend voor schade:
a. indien de feitelijke bestuurder:
1. niet in het bezit is van een geldig, voor het verzekerde object wettelijk voorgeschreven rijbewijs c.q. rijvaardigheidsbewijs. Deze uitsluiting geldt niet indien:
a. de geldigheidsduur van het rijbewijs niet langer dan 1 jaar is verstreken en dit uitsluitend te wijten is aan het verzuim van de verzekerde om het rijbewijs te laten verlengen;
b. de bestuurder geslaagd is voor het rijvaardigheidsexamen,
maar het rijbewijs nog niet aan hem is uitgereikt;
2. de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen ingevolge een onherroepelijk vonnis is ontzegd;
b. veroorzaakt gedurende de periode dat het verzekerde object is ver- huurd, tenzij uit het polisblad blijkt dat dit xxxxxx is meeverzekerd. Van verhuur is sprake wanneer het verzekerde object aan een ander (de huurder) ter beschikking wordt gesteld zonder een in dienst van de verzekeringsnemer zijnde bestuurder of de verzeke- ringsnemer zelf als bestuurder;
c. ontstaan terwijl het verzekerde object werd gebruikt voor andere doeleinden dan waarvoor het bestemd is.
SCHADE
ART. 07 VERPLICHTINGEN INGEVAL VAN SCHADE
a. zo spoedig mogelijk die gebeurtenis bij de maatschappij te melden door toezending van een volledig ingevuld en door hem zelf onder- tekend schadeformulier;
b. zo spoedig mogelijk alle gegevens en bescheiden met betrekking tot die gebeurtenis of schade, waaronder dagvaardingen, aan de maatschappij te verstrekken;
c. de aanwijzingen van de maatschappij of van de door haar aange- wezen deskundige op te volgen;
d. zijn volle medewerking te verlenen aan de schaderegeling en na te laten hetgeen de belangen van de maatschappij zou kunnen scha- den;
e. al het redelijkerwijs mogelijke te doen ter voorkoming, verminde- ring of beperking van schade.
2. De verzekerde is verplicht zich te onthouden van het erkennen van aansprakelijkheid.
3. De verzekerde is verplicht:
a. bij diefstal, vermissing, verduistering of enig ander strafbaar feit hiervan direct aangifte te doen bij de politie;
b. bij diefstal, vermissing of verduistering van het verzekerde object dit feit direct te melden aan de maatschappij of de tussenpersoon. Tevens dient de diefstal, vermissing of verduistering direct te wor- den gemeld bij SOS International, die voor plaatsing in het VAR zorg zal dragen, zodat door de overheid erkende particuliere orga- nisaties door de maatschappij ingeschakeld kunnen worden voor het terugvinden en terugbezorgen van het object.
4. De door de verzekerde verstrekte opgaven zullen mede dienen tot de vaststelling van de omvang van de schade en het recht op uitkering.
5. De verzekerde kan geen rechten aan de polis ontlenen indien:
a. hij één van de in dit artikel in lid 1, 2 en 3 genoemde verplichtin- gen niet is nagekomen en daardoor de belangen van de maatschap- pij heeft geschaad;
b. hij met betrekking tot een schade opzettelijk onware of onvolledi- ge mededelingen doet of laat doen.
PREMIE
ART. 08 PREMIEVASTSTELLING
1. Premie bepalende factoren
De premie wordt, afhankelijk van de dekking, onder meer bepaald aan de hand van:
- de catalogus- of dagwaarde van het object;
- het soort object;
- de aard van het gebruik van het object.
2. Indien de maatschappij een onjuistheid in de hiervoor onder 1 ge- noemde gegevens constateert heeft zij het recht de premie en de voor-
waarden, na kennisgeving aan de verzekeringsnemer en eventueel met terugwerkende kracht, te herzien.
ART. 09 PREMIEBETALING
1. De verzekeringsnemer is verplicht de premie, kosten en assurantiebe- lasting bij vooruitbetaling te voldoen binnen 30 dagen nadat zij ver- schuldigd worden.
2. Indien de verzekeringsnemer het verschuldigde niet tijdig betaalt of weigert te betalen, wordt geen dekking verleend ten aanzien van gebeurtenissen die na de in lid 1 genoemde termijn van 30 dagen plaatsvinden. Een nadere ingebrekestelling door de maatschappij is daarvoor niet vereist.
De verzekeringsnemer dient het verschuldigde alsnog te betalen. De dekking gaat weer in op de dag na die waarop het verschuldigde door de maatschappij is ontvangen.
3. Bij tussentijdse beëindiging van de verzekering vindt terugbetaling van de premie over de onverstreken verzekeringstermijn plaats indien en voor zover dit billijk is.
Terugbetaling van premie zal plaatsvinden nadat het verzekeringsbe- wijs en een eventueke afgegeven groene kaart bij de maatschappij is ingeleverd.
ART. 10 WIJZIGING VAN PREMIE EN/OF VOORWAARDEN
1. De maatschappij heeft het recht de premie en/of de voorwaarden van bepaalde groepen verzekeringen en-bloc te wijzigen. Behoort deze verzekering tot die groep, dan is de maatschappij gerechtigd de premie en/of de voorwaarden van deze verzekering overeenkomstig die wijzi- ging aan te passen en wel met ingang van de eerstvolgende premiever- valdag na invoering van de wijziging.
2. De verzekeringsnemer wordt voor de premievervaldag van de wijzi- ging in kennis gesteld en wordt geacht hiermee te hebben ingestemd, tenzij hij binnen 30 dagen na de premievervaldag aan de maatschappij schriftelijk het tegendeel heeft bericht.
In dit laatste geval eindigt de verzekering op de eerder bedoelde ver- valdag.
3. De mogelijkheid van opzegging van de verzekering door de verzeke- ringsnemer geldt niet indien:
x. xx xxxxxxxxx van de premie en/of de voorwaarden voortvloeit uit wettelijke regelingen of bepalingen;
x. xx xxxxxxxxx een verlaging van de premie inhoudt bij een gelijk- blijvende dekking;
c. de wijziging een uitbreiding van de dekking inhoudt zonder pre- mieverhoging.
4. Onverminderd het bepaalde in lid 1 heeft de maatschappij het recht jaarlijks de premie en/of voorwaarden van de verzekering te herzien per de premievervaldag. Wanneer de maatschappij van dit recht ge- bruik maakt, deelt zij dit uiterlijk 30 dagen voor de premievervaldag aan de verzekeringsnemer mede.
Indien op de premievervaldag geen overeenstemming is bereikt over de nieuwe premie en/of voorwaarden, geldt de verzekering op de pre- mievervaldag als opgezegd, zodat - behoudens nadere regeling - de verzekering eindigt 30 dagen na de premievervaldag.
OVERIGE BEPALINGEN
ART. 11 STRAFGEDING
In geval een verzekerde strafrechtelijk wordt veroordeeld, kan de maat- schappij hem niet verplichten hoger beroep in te stellen.
In geval een verzekerde strafrechtelijk wordt veroordeeld, kan de maat- schappij hem niet verplichten hoger beroep in te stellen.
ART. 12 PROCESKOSTEN EN WETTELIJKE RENTE
Boven het op het polisblad vermelde verzekerde bedrag worden vergoed:
a. de kosten van met goedvinden of op verlangen van de maatschappij gevoerde procedures;
b. de kosten van op verzoek van de maatschappij verleende rechtsbij- stand;
c. de verschuldigde wettelijke rente over het door de verzekering gedek- te gedeelte van de hoofdsom.
VOORWAARDEN AANSPRAKELIJKHEIDSVERZEKERING
ART. 13 OMVANG VAN DE AANSPRAKELIJKHEIDS- DEKKING
2. De maatschappij biedt tot maximaal het op het polisblad als eerste genoemde verzekerde bedrag per gebeurtenis dekking voor de aan- sprakelijkheid ingevolge de W.A.M. van alle verzekerden tezamen met of door het verzekerde object toegebracht.
3. Vindt de gebeurtenis plaats in een land behorende tot het geldigheids- gebied dat krachtens een met de W.A.M. overeenkomende wet een hoger maximumbedrag heeft voorgeschreven, dan geldt dit hoger bedrag.
4. Onder deze dekking is mede begrepen de aansprakelijkheid voor toe- gebrachte schade:
a. met of door een twee- of vierwielige aanhangwagen of daarmee gelijk te stellen object, gekoppeld aan het verzekerde object;
c. met of door zaken, terwijl deze zaken zich bevinden op, of worden vervoerd met, vallen van, vallen uit, dan wel nadat deze zijn geval- len van of uit het verzekerde object en/of meeverzekerde aanhan- ger, die aan het verzekerde object is gekoppeld;
d. door personen, die zich, zonder het verzekerde object zelf te bestu- ren, in of op het verzekerde object of de daaraan gekoppelde aan- hanger bevinden dan wel daar in-, uit- of afstappen.
5. De maatschappij biedt tot maximaal het op het polisblad als tweede genoemde verzekerde bedrag per gebeurtenis dekking voor de aan- sprakelijkheid uit anderen hoofde dan de W.A.M. van alle verzeker- den tezamen voor schade veroorzaakt met of door het verzekerde object, al dan niet met aangekoppeld materiaal of de daarmee vervoerd wordende lading of last.
3. Per verzekeringsjaar geldt een eigen risico van € 500,- (ƒ 1102,-) per gebeurtenis voor elke tweede en volgende schade aan ondergrondse kabels, buizen, leidingen e.d., alsmede op de eventuele gevolgschade daarvan.
ART. 15 SCHADE AAN ZAKEN VAN VERZEKERINGS- NEMER
1. De maatschappij biedt, tot een maximumbedrag van € 500.000,- (ƒ 1.101.855,-) per gebeurtenis, dekking voor beschadiging, vernieti- ging of verloren gaan van andere verzekeringsnemer in eigendom toe- behorende zaken, alsmede voor de aansprakelijkheid voor schade aan zaken die verzekerde onder zich heeft uit hoofde van een huur-, leen- of andere overeenkomst.
2. Deze dekking geldt niet indien de schade is gedekt onder een andere verzekering - al dan niet van oudere datum - of onder een andere ver- zekering zou zijn gedekt indien deze verzekering niet bestond.
3. Bedrijfs- of gevolgschade, geleden door de verzekeringsnemer zelf, alsmede schade aan of verlies van het verzekerde object waarmee of waardoor de schade of het verlies is veroorzaakt, is niet in de hier omschreven dekking begrepen.
ART. 16 BORGSTELLING
1. Er bestaat, zonodig boven het verzekerde bedrag, recht op verstrek- king van een waarborgsom van ten hoogste € 25.000,- (ƒ 55.093,-), indien deze, tengevolge van een gedekte gebeurtenis, door de bevoeg- de overheidsinstanties wordt verlangd voor de vrijlating van verzeker- de, de teruggave van zijn rijbewijs, of de opheffing van een beslag, gelegd op het verzekerde object.
2. Door het aanvaarden van de verstrekking machtigt de verzekerde de maatschappij onherroepelijk daarover te beschikken, zodra deze weer wordt vrijgegeven en aanvaardt hij de verplichting zijn volle mede- werking te verlenen aan het verkrijgen van onverwijlde restitutie aan de maatschappij.
3. De verzekerde is verplicht het bedrag van de verstrekking zo spoedig mogelijk terug te betalen, indien dit door de vorengenoemde instantie aan hem is terugbetaald.
ART. 14 SCHADE AAN ONDERGRONDSE EIGENDOMMEN VAN DERDEN
1. Onder de in artikel 13 lid 5 genoemde dekking is mede begrepen de aansprakelijkheid voor beschadiging van ondergrondse eigendommen van derden, zoals kabels, leidingen, buizen e.d., met inbegrip van de daaruit voortvloeiende gevolgschade.
2. Deze dekking geldt alleen indien verzekerde aannemelijk kan maken, dat hij tenminste 3 dagen maar niet langer dan 3 maanden voor aan- vang van het werk de voorgenomen werkzaamheden heeft gemeld bij het Kabels en Leidingen Informatie Centrum (KLIC). Indien de werk- zaamheden worden uitgevoerd op niet openbare (water)wegen of (bedrijfs)terreinen, dan wel bij niet KLIC aangesloten kabel- en/of lei- dingbeheerders, dan dient verzekerde aannemelijk te maken dat de gegevens betreffende de ligging van kabels en leidingen tenminste 3 dagen maar niet langer dan 3 maanden voor aanvang van de voorge- nomen werkzaamheden zijn opgevraagd bij de eigenaar of beheerder van die betreffende (water)wegen of (bedrijfs)terreinen.
Tevens dient verzekerde aannemelijk te maken dat bij de uitvoering van de werkzaamheden de exacte ligging van de kabels, leidingen of buizen is geverifieerd door handmatig controleren of vrijmaken van de desbetreffende kabels, leidingen of buizen, dan wel door het gebruik van in de praktijk bewezen deugdelijke elektronische- en/of radiogra- fische apparatuur.
ART. 17 KOSTEN TER VOORKOMING EN VERMINDERING VAN SCHADE
De maatschappij biedt, zonodig boven het ter zake van aansprakelijkheid verzekerde bedrag, tot een maximum van € 500.000,- (ƒ 1.101.855,-), per gebeurtenis dekking voor de onkosten die door een verzekerde zijn gemaakt ter voorkoming of vermindering van schade in de zin van artikel 283 W.v.K.
ART. 18 BEPERKING VAN DE AANSPRAKELIJK- HEIDSDEKKING
1. Indien een in artikel 1 lid 6 sub c omschreven verzekerde aansprake- lijk is en deze persoon niet is de verzekeringsnemer of diens werkne- mer/ondergeschikte, kunnen uitsluitend aan deze verzekering rechten worden ontleend na hiertoe uitdrukkelijk verkregen toestemming van verzekeringsnemer.
2. Indien echter de aansprakelijkheid van de in lid 1 genoemde verzeker- de tevens is gedekt onder een andere verzekering - al dan niet van oudere datum - of onder een andere verzekering zou zijn gedekt indien deze verzekering niet bestond, kan desondanks aan deze verzekering geen recht op schadevergoeding worden ontleend.
ART. 19 BIJZONDERE UITSLUITINGEN
Naast het bepaalde in artikel 6 is van de aansprakelijkheidsverzekering tevens uitgesloten de aansprakelijkheid:
a. voor schade wegens lichamelijk letsel, toegebracht aan de bestuurder van het verzekerde object dat het ongeval veroorzaakt;
b. voor schade veroorzaakt door degene, die het verzekerde object bestuurt, bedient of zich daarop bevindt zonder uitdrukkelijke of stil- zwijgende machtiging van iemand die tot die machtiging bevoegd is;
c. van de bezitter te kwader trouw of van de houder te kwader trouw;
d. wegens aantasting van bodem, lucht en water als gevolg van veront- reiniging, tenzij deze verontreiniging het gevolg is van een plotselinge onzekere gebeurtenis en deze gebeurtenis niet het rechtstreekse gevolg is van een langzaam (in)werkend proces;
e. voor schade die voortvloeit uit contractuele verplichtingen voor zover die verder gaan dan de wettelijke aansprakelijkheid;
f. voor schade verband houdende met of veroorzaakt door heiwerkzaam- heden of het slaan of trekken van damwanden;
g. voor schade aan vervoerde zaken, ook tijdens het laden en lossen daar- van;
ART. 20 SCHADEREGELING MET BENADEELDEN
De maatschappij belast zich met de regeling en de vaststelling van de schade. Zij heeft te allen tijde het recht benadeelden rechtstreeks schade- loos te stellen en met hen schikkingen te treffen. Zij zal daarbij de belan- gen van verzekerde in het oog houden.
ART. 21 TIJDELIJKE VERVANGING
De verzekering is gedurende de tijd dat het op het polisblad omschreven verzekerde object voor onderhoud of reparatie tijdelijk buiten gebruik is mede van kracht voor een vervangend, niet aan de verzekeringsnemer toe- behorend, gelijkwaardig en gelijksoortige object, tenzij de schade is gedekt onder een andere verzekering - al dan niet van oudere datum - of onder een andere verzekering zou zijn gedekt indien deze verzekering niet bestond.
ART. 22 VERHAAL OP DE VERZEKERDE
In de gevallen waarin de maatschappij krachtens de W.A.M. of een daar- mee overeenkomende buitenlandse wet tot vergoeding van schade en kos- ten is verplicht zonder dat er sprake is van een gedekte gebeurtenis, heeft de maatschappij het recht het door haar verschuldigde te verhalen op de verzekeringsnemer en de aansprakelijke verzekerde.
De maatschappij zal dit recht niet uitoefenen jegens de aansprakelijke verzekerde, die niet is de verzekeringnemer, tenzij hij niet te goeder trouw mocht aannemen dat zijn aansprakelijkheid voor de schade is gedekt.
De maatschappij zal, mits voldaan is aan de verplichting tot kennisgeving overeenkomstig artikel 4 lid c, van zijn verhaalsrecht tegenover de verze- keringsnemer of diens erfgenamen geen gebruik maken, indien de schade door een ander dan de verzekeringsnemer is veroorzaakt nadat de verze- kering is geëindigd.
ART. 23 OMVANG VAN DE CASCODEKKING EXCLUSIEF EIGEN GEBREK
De maatschappij biedt, indien uit het polisblad blijkt dat dit risico is mee- verzekerd, tot maximaal het op het polisblad genoemde verzekerde be- drag, dekking voor schade aan of verlies van het verzekerde object door:
a. brand, ontploffing, blikseminslag, zelfontbranding en kortsluiting;
b. botsen, stoten, omslaan, te water of van de weg geraken, slippen, ongeacht of de gebeurtenis een gevolg is van een eigen gebrek van het verzekerde object;
d. breuk van de zich in het verzekerde object bevindende ruiten, alsmede de schade aan het verzekerde object, veroorzaakt door de ruitbreuk ook indien de schade niet gepaard ging met een ander in dit artikel gedekte gebeurtenis;
e. rellen, relletjes (waaronder niet begrepen kwaadwillige beschadiging), als omschreven in "Nadere Omschrijvingen";
f. storm, waaronder wordt verstaan wind met een windsnelheid van ten- minste 14 meter per seconde (windkracht 7 of hoger) en door die storm vallende voorwerpen;
g. aardbeving, aardverschuiving, hagel, instorting tengevolge van een natuurverschijnsel, lawines, overstroming, van een berg of natuurlijke helling vallend gesteente, vloedgolf, vulkanische uitbarsting;
h. botsing met luchtvaartuigen, delen daarvan of voorwerpen daaruit;
i. bevriezing die het gevolg is van een gedekte gebeurtenis;
j. ieder ander onverwacht van buiten komend onheil.
ART. 24 OMVANG VAN DE CASCODEKKING INCLUSIEF EIGEN GEBREK
a. een in artikel 23 genoemde gebeurtenis;
b. eigen gebrek (waaronder is begrepen zowel de fout als het eigen gebrek als de gevolgen daarvan), tenzij de schade is gedekt onder een andere verzekering - al dan niet van oudere datum - of onder een andere verzekering zou zijn gedekt indien deze verzekering niet bestond, danwel indien hiervoor een garantieregeling van toe- passing is.
2. Deze dekking blijft gedurende ten hoogste 48 maanden na de ingangs- datum van deze verzekering van kracht. Na verloop van de hiervoor genoemde termijn wordt de dekking per de eerstvolgende premiever- valdag omgezet naar de dekking als vermeld in artikel 23 (cascodek- king exclusief eigen gebrek).
ART. 25 DEKKING BOVEN HET VERZEKERDE BEDRAG
De maatschappij biedt, zonodig boven het voor het verzekerde object ver- zekerde bedrag, doch tot maximaal dat verzekerde bedrag, voorts dekking voor:
1. de redelijke, in verband met een gedekte gebeurtenis gemaakte kosten van:
a. berging en opruiming van het verzekerde object;
b. noodzakelijke bewaking en stalling van het verzekerde object;
c. vervoer het verzekerde object naar de dichtstbijzijnde werkplaats voor zover het verzekerde object deze werkplaats niet op eigen kracht kan bereiken;
d. noodzakelijke demontage om de kosten van het herstel te kunnen vaststellen;
f. een eventuele noodreparatie;
2. de van de verzekerde gevorderde bijdrage in averijgrosse met betrek- king tot het verzekerde object.
ART. 26 OPRUIMINGSKOSTEN
De maatschappij biedt, zonodig boven het voor het verzekerde object ver- zekerde bedrag, doch tot maximaal dat verzekerde bedrag, voorts dekking voor de kosten verbonden aan lichting en/of opruiming na verlies van het verzekerde object, mits een verzekerde op grond van wet of overeenkomst tot lichting of opruiming verplicht is, dan wel indien lichting en/of oprui- ming redelijkerwijs nodig wordt geoordeeld.
Deze dekking geldt alleen dan, indien het totaal verlies het gevolg is van een gedekte gebeurtenis.
ART. 27 BEPERKING CASCODEKKING
In geval van diefstal of vermissing van of joyriding met het verzekerde object geldt voor cascoschade een extra eigen risico van 25% van het schadebedrag met een minimum van € 5.000,- (ƒ 11.019,-) per gebeurte- nis. Het extra eigen risico zal worden toegepast tezamen met eventuele andere van toepassing zijnde eigen risico’s. Voor toepassing van het extra eigen risico maakt het geen verschil of het object later geheel of gedeelte- lijk wordt teruggevonden.
Het extra eigen risico zal niet worden toegepast indien:
- het verzekerde object was uitgerust met een door de SCM goedge- keurd beveiligingssysteem conform de in de "Nadere Omschrijvingen" opgenomen "Klassenindeling werk- en land(bouw)materieel" en
- dit beveiligingssysteem in overeenstemming is met de voorgeschreven beveiligingsklasse conform de in de "Nadere Omschrijvingen" opge- nomen "Risico-indeling werk- en land(bouw)materieel" en
- dit beveiligingssysteem jaarlijks is gecontroleerd en goedgekeurd door een SCM-BMWT erkend inbouwbedrijf en
- dit beveiligingssysteem ten tijde van de diefstal, vermissing of joyri- ding in werking was en
- voor het overige de normale zorgvuldigheid is betracht, teneinde het risico van diefstal, vermissing of joyriding te voorkomen.
ART. 28 BIJZONDERE UITSLUITINGEN
Naast het bepaalde in artikel 6 is van de verzekering uitgesloten:
a. schade die het directe gevolg is van aan de verzekeringsnemer te ver- wijten onvoldoende onderhoud van en/of onvoldoende zorg voor een verzekerd object, dan wel te wijten is aan diens grove schuld of grove nalatigheid;
b. diefstal van het verzekerde object, indien dit onbeheerd wordt achter- gelaten op een aanhangwagen;
c. verduistering van het verzekerde object in geval van verhuur als om- schreven in artikel 6 lid 2.b, tenzij verzekerde zich door middel van een geldig legitimatiebewijs van de identiteit van de huurder heeft overtuigd. Een afschrift van het legitimatiebewijs dient bij de melding van de schade te worden overgelegd;
d. schade bestaande uit de herstelkosten van slijtage als natuurlijk gevolg van de werking en het gebruik van het verzekerde object.
SCHADE
ART. 29 VASTSTELLING VAN DE SCHADE
1. Wijze van vaststelling van de cascoschade
Bij schade aan of verlies van het verzekerde object wordt de omvang van de schade vastgesteld:
a. hetzij in onderling overleg;
b. hetzij door een door de maatschappij benoemde deskundige.
De verzekeringsnemer heeft, in geval van een geschil met de door de maatschappij aangewezen deskundige, het recht eveneens een
deskundige te benoemen ter vaststelling van de schade als hiervoor vermeld. Voor het geval beide deskundigen ten aanzien van het schadebedrag niet tot overeenstemming kunnen komen, benoemen zij vooraf een derde deskundige.
De derde deskundige zal, na de beide eerdergenoemde deskundi- gen te hebben gehoord, de omvang van de schade bindend vaststel- len binnen de grenzen van de door hen vastgestelde bedragen.
2. Vaststelling van de waarde voor de gebeurtenis
Als waarde van het verzekerd object voor de gebeurtenis wordt aange- houden de dagwaarde.
Onder dagwaarde wordt verstaan de verkoopwaarde van het verzeker- de object in de staat zoals die was op het moment onmiddellijk voor de schade.
3. Vrijheid van reparatie
Gaan de kosten van herstel van de aan het verzekerde object toege- brachte schade een bedrag van € 500,- (ƒ 1.102,-) niet te boven, dan kan die schade worden hersteld zonder een machtiging van de maat- schappij. De maatschappij dient onmiddellijk van de gebeurtenis in kennis te worden gesteld, terwijl een gespecificeerde rekening van een deskundig reparateur moet worden overgelegd.
ART. 30 VERGOEDING VAN DE SCHADE
1. Vergoeding bij beschadiging of verlies
De maatschappij vergoedt tot ten hoogste het verzekerde bedrag:
a. bij schade aan het verzekerde object
de kosten van herstel tot ten hoogste het bedrag dat bij verlies zou zijn betaald, onder aftrek van een redelijke bedrag voor normale slijtage.
b. bij verlies van het verzekerde object
de waarde als vastgesteld in artikel 29 lid 2.
2. De maatschappij heeft het recht de vergoeding van de reparatiekosten op te schorten zolang de schade niet deugdelijk is gerepareerd. De maatschappij dient in de gelegenheid te worden gesteld de reparatie te controleren.
3. De maatschappij doet geen beroep op onderverzekering.
aan de maatschappij zijn overgedragen. De uitkering van de schade- penningen zal bij een gekentekend object niet eerder plaatsvinden dan nadat de verzekeringsnemer alle delen van het bij het verzekerde object behorende kentekenbewijs aan de maatschappij heeft overhan- digd.
4. Bij totaal verlies (in technische zin) van het verzekerde object behoudt de maatschappij zich het recht voor het wrak daarvan over te doen dragen aan een door haar aan te wijzen partij. De uitkering van de schadepenningen zal niet eerder plaatsvinden dan nadat de verzeke- ringsnemer alle delen van het bij een gekentekend verzekerde object behorende kentekenbewijs aan de maatschappij heeft overhandigd.
ART. 32 UITBETALING/TERMIJN
1. De maatschappij zal binnen 4 weken nadat alle noodzakelijke gege- vens zijn ontvangen tot betaling van de schadevergoeding overgaan. Voordien is de maatschappij geen wettelijke rente verschuldigd.
2. In elk geval verjaart een vordering tot het doen van een uitkering indien de aanmelding niet plaatsvindt binnen 3 jaar na het moment waarop de verzekerde kennis kreeg of had kunnen krijgen van de gebeurtenis die voor de maatschappij tot een verplichting tot uitkering kan leiden.
3. Heeft de maatschappij ten aanzien van een vordering van een verze- kerde een definitief standpunt ingenomen, hetzij door het afwijzen van de vordering, hetzij door (een aanbod van) betaling bij wijze van definitieve regeling, dan vervalt na 1 jaar, te rekenen vanaf de dag waarop de rechthebbende of zijn gemachtigde van dit standpunt ken- nis kreeg, ieder recht ten opzichte van de maatschappij ter zake van de schade, tenzij verzekerde binnen die termijn het standpunt van de maatschappij heeft aangevochten.
ART. 31 REGELINGEN IN GEVAL VAN VERLIES
1. Bij verlies van het verzekerde object door diefstal, verduistering, joy- riding, of vermissing is de verzekeringsnemer verplicht dit terug te nemen wanneer dit binnen 30 dagen na de gebeurtenis wordt terug verkregen. In dat geval worden de kosten vergoed voor het herstel van de schade die aan het verzekerde object is ontstaan in de tijd dat dit niet ter beschikking van de verzekeringsnemer stond tengevolge van een dergelijke gebeurtenis.
2. Bij terugverkrijging van het gestolen of verduisterde object later dan na 1 maand, kan de verzekeringsnemer na terugbetaling van het scha- debedrag, verminderd met het bedrag van de in dit artikel onder lid 1 genoemde herstelkosten, het verzekerde object terugnemen.
3. Bij verlies van het verzekerde object zal de maatschappij eerst tot schadevergoeding overgaan nadat een termijn van 30 dagen is verstre- ken en nadat de eigendomsrechten ter zake van de te vergoeden zaken
NADERE OMSCHRIJVINGEN
Atoomkernreactie
Onder atoomkernreactie wordt verstaan: iedere kernreactie waarbij ener- gie vrijkomt, zoals kernfusie, kernsplijting, kunstmatige en natuurlijke radioactiviteit. De uitsluiting inzake atoomkernreacties geldt niet met betrekking tot radioactieve nucliden, die zich buiten een kerninstallatie bevinden en gebruikt worden of bestemd zijn om gebruikt te worden voor industriële, commerciële, landbouwkundige, medische of wetenschappe- lijke doeleinden, met dien verstande dat een vergunning voor vervaardi- ging, gebruik, opslag en het zich ontdoen van radioactieve stoffen door de overheid moet zijn afgegeven.
Voor zover krachtens de wet een derde voor de geleden schade aanspra- kelijk is, blijft de uitsluiting van kracht. Onder "wet" wordt verstaan: de Wet Aansprakelijkheid Kernongevallen (Staatsblad 1979 - 225), zijnde de bijzondere wettelijke regeling van de aansprakelijkheid op het gebied van de kernenergie. Onder "kerninstallatie" wordt verstaan: een kerninstallatie in de zin van bedoelde wet.
Molest
Onder molest wordt verstaan:
a. Gewapend conflict
Onder gewapend conflict wordt verstaan elk geval waarin staten of andere georganiseerde partijen elkaar, of althans de één de ander, gebruik makend van militaire machtsmiddelen bestrijden. Onder gewapend conflict wordt tevens verstaan het gewapend optreden van een Vredesmacht der Verenigde Naties.
b. Burgeroorlog
Onder burgeroorlog wordt verstaan een min of meer georganiseerde gewelddadige strijd tussen inwoners van een zelfde staat waarbij een belangrijk deel van de inwoners van die staat betrokken is.
c. Opstand
Onder opstand wordt verstaan georganiseerd gewelddadig verzet bin- nen een staat, gericht tegen het openbaar gezag.
d. Binnenlandse onlusten
Onder binnenlandse onlusten wordt verstaan min of meer georgani- seerde gewelddadige handelingen, op verschillende plaatsen zich voordoend binnen een staat.
e. Oproer
Onder oproer wordt verstaan een min of meer georganiseerde plaatse- lijke gewelddadige beweging, gericht tegen het openbaar gezag.
f. Muiterij
Onder muiterij wordt verstaan een min of meer georganiseerde gewelddadige beweging van leden van de gewapende macht, gericht tegen het gezag waaronder zij gesteld zijn.
Deze 6 genoemde vormen van molest, alsmede de definities daarvan, vor- men een onderdeel van de tekst die door het Verbond van Verzekeraars in Nederland op 2 november 1981 ter griffie van de Arrondissementsrecht- bank te ‘s-Gravenhage is gedeponeerd.
Rellen, relletjes
Hieronder worden verstaan incidentele geweldsmanifestaties.
Risico-indeling werk- en land(bouw)materieel
Soort werk- en land(bouw)- materieel | Minimaal vereiste beveiligingsklasse |
Graafmachines en laadschoppen op rups of banden (incl. minigravers) | Klasse 3 |
Weg- en terreinkranen | Klasse 2, zelfrijdende klasse 3 |
Bulldozer / shovel | Klasse 2 |
Asfalteermachines Asfaltwalsen | Klasse 2 |
Dumpers | Klasse 3 |
Heftrucks / verreikers | Klasse 3 Elektrische hefttrucks klasse 1 |
Tractoren (algemeen) | Klasse 3 |
Klassenindeling werk- en land(bouw)materieel
Preventiemiddelen kunnen ingedeeld worden in de volgende klassen:
Klasse | Technische uitvoering |
1 | Mechanische beveiliging/grondverankering |
2 | Elektronische klep in brandstofvoorziening |
3 | Sabotagebestendige klep in brandstofvoorziening / hydrauliek |
Voor iedere beveiliging geldt tevens dat identificatie verplicht is.
Soort object | Uitvoering identificatie | Plaats op het object |
Voertuigen met vaste ruiten | Chassis- / frame- nummer + NL Lettergrootte min. 12 mm. | Rechtsonder op de ruiten graveren (minimaal 4) |
Voertuigen zonder ruiten of stationaire objecten | Chassis-/frame- nummer + NL Lettergrootte min. 12 mm. | Minimaal 4 plaatsen, goed zichtbaar |
PERSOONSREGISTRATIE
De bij de aanvraag of wijziging van een verzekering verstrekte persoons- gegevens worden door de maatschappij verwerkt ten behoeve van het aangaan en het uitvoeren van verzekeringsovereenkomsten en/of financië- le diensten en het beheren daarvan uit voortvloeiende relaties, met inbe- grip van de voorkoming en bestrijding van fraude en het uitvoeren van activiteiten gericht op de vergroting van het klantenbestand.
TOEPASSELIJK RECHT EN KLACHTEN
1. Toepasselijk recht
Op deze overeenkomst is Nederlands recht van toepassing.
2. Klachten
a. Intern klachtenbureau
Klachten die betrekking hebben op de bemiddeling, totstandko- ming en uitvoering van deze verzekeringsovereenkomst kunnen worden voorgelegd aan het interne klachtenbureau van de maat- schappij.
b. Stichting Klachteninstituut Verzekeringen (SKV)
Wanneer het oordeel van de maatschappij voor de verzekerde niet bevredigend is, kan deze zich wenden tot de Stichting Klachten- instituut Verzekeringen.
Adres:
Postbus 93560
2509 AN Den Haag.
Telefoon: (000) 000 00 00
c. De rechter
Wanneer verzekerde geen gebruik wil maken van de klachtenbe- handelingsmogelijkheden, of de behandeling of uitkomst niet bevredigend vindt, kan hij het geschil voorleggen aan de bevoegde rechter.
CLAUSULE
Nr. 875
Geen dekking wordt verleend voor schade door diefstal, vermissing of verduistering van het verzekerde object.
In afwijking hiervan is diefstal van het verzekerde object wel gedekt:
a. na voorafgaande braak aan het voertuig, waarin het verzekerde object zich bevond, mits verzekerde kan aantonen dat de inbraak heeft plaatsgevonden tussen 7.00 uur en 19.00 uur;
b. als gevolg van diefstal van het gehele voertuig, waarin het verzekerde object zich bevond, mits verzekerde kan aantonen dat:
- de diefstal heeft plaatsgevonden tussen 7.00 uur en 19.00 uur en
- het voertuig ten tijde van de diefstal deugdelijk was afgesloten;
c. indien het verzekerde object ten tijde van de diefstal werd gebruikt voor werkzaamheden en verzekerde kan aantonen dat de diefstal heeft plaatsgevonden tussen 7.00 uur en 19.00 uur;
d. na voorafgaande braak aan het pand (steen/hard), waarbinnen het ver- zekerde object zich bevond.
In deze clausule wordt verstaan onder "braak":
het zich wederrechtelijk toegang verschaffen door het verbreken van afsluitingen, gepaard gaande met zichtbare beschadiging. Hieronder is niet begrepen het zich wederrechtelijk toegang verschaffen door gebruik van valse sleutels dan wel van de echte sleutel, indien deze op onrechtma- tige wijze werd verkregen.