SAMENWERKINGSOVEREENKOMST
Definitieve versie 13 februari 2019, Zaal<nummer: 31146138
SAMENWERKINGSOVEREENKOMST
inzake de (Voor)Verkenningsfase van het project Oostvaardersoevers
Rijkswaterstaat, Provincie Flevoland, Gemeente Lelystad, Gemeente Almere, Waterschap Zuiderzeeland, Staatsbosbeheer en Stichting Flevo-landschap
Pagina 1 van 15
Dtefinltieve versie 13 februari 2019, Zaal^nummer: 31146138
DE ONDERGETEKENDEN:
De minister van Infrastructuur en Waterstaat en de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, handelend in de hoedanigheid van bestuursorganen en als rechtsgeldige vertegenwoordigers van de Staat der Nederlanden, gezeteld te Den Haag, namens dezen de hoofdingenieur-directeur van Rijkswaterstaat Midden-Nederland, xx. X. Xxxxxxxxxx, hierna te noemen "Rijkswaterstaat",
De publiekrechtelijke rechtspersoon de Provincie Flevoland, gevestigd en kantoorhoudende aan de Visarenddreef 1 te Lelystad, Xxxxxxx 00, 0000 XX xx Xxxxxxxx, vertegenwoordigd door de heer M.A. Xxxxxxxxxx, in zijn hoedanigneid als Gedeputeerde, hierbij handelend ter uitvoering van het besluit van de Commissar s van de Koning van 5 februari 2019, kenmerk 2367115, hierna te noemen 'Provincie Flevoland',
Gemeente Lelvstad, op grond van artikel 171 van de Gemeentewet rechtsgeldig vertegenwoordigd door de burgemeester van die gemeente, namens deze, wethouder X. Xxxxxxxxx, hierna te noemen 'Gemeente Lelystad',
Gemeente Almere, op grond van artikel 171 Gemeentewet rechtsgeldig vertegenwoordigd door de burgemeester van die gemeente, namens deze, wethouder Mr. J. Hoek, hierna te noemen 'Gemeente Almere',
Waterschap Zuiderzeeland, op grond van artikel 95 van de Waterschapswet rechtsgeldig vertegenwoordigd door de dijkgraaf ir. H.C. Klavers van dat watenschap, hierna te noemen 'Waterschap',
Staatsbosbeheer, gezeteld te Amersfoort rechtsgeldig vertegenwoordigd door divisiedirecteur ir. C. Lever MPA, hierna te noemen 'Staatsbosbeheer',
Stichting Flevo-landschap, rechtsgeldig vertegenwoordigd door de directeur bestuurder drs. B.G.M. Xxxxxxx, hierna te noemen 'Flevo-landschap',
Hierna gezamenlijk ook te noemen: 'Partijen'.
Pagina 2 van 15
Definitieve versie 13 februari 2019, Zaaknummer: 31146138
OVERWEGENDE DAT:
a. Op grond van de nationale Verkenning Grote Wateren (VGW), de ministers van Infrastructuur en Waterstaat en Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit hebben gekozen voor een ambitie voor de versterking van de grote wateren waarin een klimaatbestendige en robuuste waternatuur samengaat met een krachtige economie.
b. De ecologische kwaliteit van het Markermeer - IJmeer sinds de jaren negentig fors is veranderd en daarom in de Rijksstructuurvisie Amsterdam-Almere-Markermeer (RRAAM 2013) voor het Markermeer-IJmeer het toekomstperspectief een Toekomstbestendig Ecologisch Systeem (TBES) is geformuleerd wat inhoudt: een ecologisch systeem dat vitaal, gevarieerd en robuust is en dat juridische ruimte biedt om de gewenste (grootschalige) ruimtelijke en recreatieve ontwikkelingen mogelijk te maken.
c. De Stuurgroep Markermeer-IJmeer de voortgang van de realisatie van TBES monitort.
d. De Stuurgroep het Panorama Markermeer-IJmeer heeft laten opstellen waarin de verbinding van de moerassen van de Oostvaardersplassen-Lepelaarplassen met het Markermeer genoemd wordt als een van de ecologische opgaven.
e. Binnen de Agenda IJsselmeergebied 2050 acht gebieden zijn aangewezen waar kansrijke mogelijkheden zijn om het ecosysteem zo robuust te maken dat de gevolgen van klimaatverandering en duurzaam gebruik veerkrachtig opgevangen kunnen worden. Een van de acht gebieden is Oostvaardersoevers.
f. Natuurorganisaties, de gemeenten Lelystad, Almere en Provincie Flevoland de ambitie hebben om de gebieden Oostvaardersplassen, Lepelaarplassen, (deel van het) Markermeer en Marker Wadden te benaderen als een groot samenhangend natuurgebied (Nationaal Park Nieuw Land). Een verbinding tussen Oostvaardersplassen- Lepelaarplassen-Markermeer is een versterking van de natuur- en recreatieve waarden van het Nationaal Park en past binnen de totale gebiedsontwikkeling tussen Almere, Lelystad en Enkhuizen.
g. De Provincie Flevoland en Rijkswaterstaat, gezien voorstaande ontwikkelingen, begin 2018 het initiatief hebben genomen om een voorstudie te starten naar een gezamenlijk en integraal project Oostvaardersoevers.
h. Het project Oostvaardersoevers is aangemeld voor nadere bestudering binnen de Programmatische Aanpak Grote Wateren (PAGW). Opdrachtgevers voor PAGW zijn de
Pagina 3 van 15
Definitieve versie 13 februari 2019, Zaaknummer: 31146138
4
Directeur Generaal Water en Bodem van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en de Directeur Generaal Natuur, Visserij en Landelijk Gebied van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.
i. Waterschap Zuiderzeeland tot wettelijke taak heeft Flevoland voor overstromingen veilig te stellen, een wettelijke beheertaak heeft op het gebied van waterkwantiteit en -kwaliteit, beheerder is van de Oostvaardersdijk en in 2019 een beoordeling zal uitvoeren om te bezien of de dijk voldoet aan de vigerende waterveiligheidsnormen.
j . Het doel van het project Oostvaardersoevers is om de Oostvaardersplassen, Lepelaarplassen en het Markermeer te verbinden tot een toekomstbestendig zoetwater ecosysteem en met innovatieve waterbouw een aantrekkelijker, beleefbaarder en veilig merengebied te realiseren dat de gevolgen van klimaatverandering en duurzaam gebruik kan opvangen.
k. Partijen in de Oostvaardersoevers rollen, taken en/of bevoegdheden hebben en zich gezamenlijk en op basis van gelijkwaardigheid willen inzetten om de hiervoor in overweging j . genoemde ambitie te realiseren.
I. Voor het project Oostvaardersoevers, de zogenoemde MIRT systematiek (Meerjarenprogramma Infrastructuur Ruimte en Transport) wordt gevolgd en dat het belangrijkste resultaat van de Voorverkenningsfase een MIRT Startbeslissing is en het belangrijkste resultaat van de Verkenningsfase de Voorkeursbeslissing is. Bij de besluitvorming inzake de Voorkeursbeslissing wordt de verwachte bijdrage van het project aan het ruimtelijk beleid in het algemeen en de TBES en de doelen van de PAGW in het bijzonder gewogen.
m. Uit de Spelregels van het MIRT volgt dat de Startbeslissing slechts wordt genomen als er zicht is op 75% financiering van het project Oostvaardersoevers.
n. Partijen afspraken willen maken over de samenwerking in de Voorverkenningsfase en de Verkenningsfase van het Project Oostvaardersoevers dat wil zeggen de fase tot de Voorkeursbeslissing.
ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN:
Pagina 4 van 15
Definitieve versie 13 februari 2019, Zaaknummer: 31146138
Artikel 1: Begripsomschrijvingen
ln deze overeenkomst wordt verstaan onder:
a. AVG: Algemene Verordening Gegevensverwerking.
b. Gedelegeerd opdrachtgevers Oostvaardersoevers: Provincie Flevoland en Rijkswaterstaat.
c. Grootschalige wijziging: aanpassingen in het doel van het project Oostvaardersoevers, de Voorverkenningsfase of de Verkenningsfase, het toevoegen van een Oplossingsrichting na een zienswijze, het wijzigen van het onderzoeks-Zstudiegebied en aanpassingen in het beoordelingskader.
d. Meekoppelkansen: andere opgaven die met het Voorkeursalternatief mee gekoppeld kunnen worden.
e. Ministers: de minister van Infrastructuur en Waterstaat (l&W) en de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV).
f. MIRT: Meerjarenprogramma Infrastructuur Ruimte en Transport.
g. MIRT Systematiek: de systematiek zoals vastgelegd in de "Spelregels van het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport" november 2016.
h. Opdrachtgevers PAGW: Ministeries van Infrastructuur en Waterstaat (l&W) en Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV).
i. Oplossingsrichtingen: de beschrijving van de reikwijdte van de oplossingsrichtingen die in de Verkenningsfase in ogenschouw worden genomen.
j . PAGW: Programmatische Aanpak Grote Wateren.
k. Planuitwerkingsfase: de fase na de Voorkeursbeslissing waarin het Voorkeursalternatief verder wordt uitgewerkt en voorbereidingen worden getroffen voor de uitvoeringsfase.
I. Project Oostvaardersoevers: het pakket aan maatregelen wat verbinding tot stand brengt tussen Oostvaardersplassen-Lepelaarplassen en het Markermeer.
Pagina 5 van 15
Definitieve versie 13 februari 2019, Zaaknummer: 31146138
m. Projectteam: het team dat de dagelijkse gang van zaken aanstuurt en die in ieder geval bestaat uit de Projectleiders van Rijkswaterstaat en Provincie Flevoland en een vertegenwoordiger van Staatsbosbeheer.
n. Projectleiders: de door Gedelegeerd opdrachtgevers aangestelde projectleiders van het project Oostvaardersoevers.
O. Startbeslissing: de voorlopige erkenning van het Project Oostvaandersoevers waarbij de Minister bepaalt of het project 'MIRT-waardig' is en wordt opgenomen in het MIRT Projectenboek.
p. Strategisch team: de overlegstructuur bestaande uit inhoudelijke experts van alle Partijen,
q. Stuurgroep: de stuurgroep Markermeer-IJmeer.
r. Vergunningenscan: een scan naar de bestuursrechtelijke besluiten die nodig zijn voor de planologische inpassing en uitvoering van het project Oostvaardersoevers.
s. Verkenningsfase: de fase waarin de Oplossingsrichtingen worden onderzocht en wordt onderzocht met welke andere gebiedsopgaven wel of niet gekoppeld wordt. Deze fase leidt tot een Voorkeursalternatief waarbij globaal inzicht wordt gegeven in de kosten en zicht wordt gegeven op de financiering van het Voorkeursalternatief. Deze fase leidt uiteindelijk tot de Voorkeursbeslissing.
t. Verwerkingsverantwoordelijken: de organisaties of personen die persoonsgegevens verwerken zoals bedoeld in de AVG.
u. Voorverkenningsfase: de fase waarin de voorstudie Oostvaardersoevers wordt gecontinueerd en duidelijkheid wordt verkregen over kansrijke oplossingen, de kosten en financiering van deze oplossingen en zicht op realisatie van een integrale gebiedsontwikkeling door Rijk en regio. Deze fase leidt uiteindelijk tot de Startbeslissing.
V. Voorkeursalternatief: het pakket aan samenhangende maatregelen voor het project Oostvaardersoevers wat de beste oplossing geeft voor de ambitie van het project.
w. Voorkeursbeslissing: het besluit van de Ministers om het Voorkejrsalternatief al dan niet nader te laten uitwerken in de Planuitwerkingsfase.
Pagina 6 van 15
Definitieve versie 13 februari 2019, Zaaknummer: 31146138
Artikel 2: Doel van de overeenkomst en planning
1. Deze overeenkomst regelt de samenwerking tussen Partijen in de Voorverkenningsfase en Verkenningsfase van het Project Oostvaardersoevers dat wil zeggen de fase tot de Voorkeursbeslissing.
2. De samenwerking tussen Partijen dient te leiden tot: Overeenstemming over de Startbeslissing; Overeenstemming over het Voorkeursalternatief;
Het ter beschikking stellen van voldoende capaciteit voor het verkrijgen van overeenstemming over de Startbeslissing en het Voorkeursalternatief;
Het bevorderen en behouden van maatschappelijk - en bestuurlijk draagvlak voor het project Oostvaardersoevers;
Duidelijke en transparante rolverdeling tussen Partijen met behoud van eigen (wettelijke) verantwoordelijkheden en bevoegdheden;
Duidelijkheid over de interne- (bronnen binnen de organisaties van Partijen) en/of externe (bronnen buiten de organisaties van Partijen) financiering van de realisatie van het project Oostvaardersoevers;
Het elkaar actief informeren over eventuele met het project Oostvaardersoevers interfererende ontwikkelingen;
Duidelijkheid over kansrijke oplossingen, de kosten en financiering van deze oplossingen en zicht op realisatie van een integrale gebiedsontwikkeling door Rijk en regio;
Een breed onderzoek door Partijen naar de mogelijke Meekoppelkansen met andere opgaven in het gebied en op grond van dat onderzoek overeenstemming over de kansen die in het project Oostvaardersoevers (kunnen) worden mee gekoppeld.
3. Partijen streven er daarbij naar dat de Voorverkenningsfase 31 december 2019 en de Verkenningsfase 31 december 2020 is afgerond of zoveel eerder als mogelijk is.
4. Partijen hebben de intentie om het project Oostvaardersoevers daadwerkelijk gerealiseerd te krijgen. Na afronding van de Verkenningsfase sluiten Partijen daartoe een overeenkomst aften behoeve van de Planuitwerkingsfase.
Artikel 3: Organisatie en besluitvormingsproces
1. Partijen streven naar een uniform bestuurlijk advies over de Startbeslissing en het Voorkeursalternatief. Om dit te bereiken zullen Partijen op ambtelijk en bestuurlijk niveau in goed overleg en naar alle redelijkheid, alles doen wat nodig is om tot deze uniforme
Pagina 7 van 15
Definitieve versie 13 februari 2019, Zaaknummer: 31146138
adviezen te komen. Hierbij werken Partijen vanuit gelijkwaardigheid samen met behoud van eigen (wettelijke) verantwoordelijkheden en bevoegdheden.
2. Het Projectteam stuurt ten behoeve van het besluitvormingsproces, de dagelijkse gang van zaken aan.
3. Om het gestelde in lid 1 te bereiken, voor zover dit het advies over het Voorkeursalternatief betreft, wordt er door het Projectteam beslisinformatie ter beschikking gesteld. De beslisinformatie bevat de (verwachte) bijdrage van het Voorkeursalternatief aan het ruimtelijke beleid in het algemeen en de TBES en de doelen van de PAGW in het bijzonder, alsmede de verwachte realisatiekosten en informatie over de milieu- en veiligheidsgevolgen.
4. Het Strategisch team, waarin alle Partijen zijn vertegenwoordigd, fungeert in het besluitvormingsproces als adviesgroep en brengt desgevraagd advies uit aan de Stuurgroep over de Startbeslissing en het Voorkeursalternatief.
5. De Stuurgroep fungeert in het besluitvormingsproces als bestuurlijke begeleidingsgroep en brengt advies uit over de Startbeslissing en het Voorkeursalternatief aan Gedelegeerd opdrachtgevers Oostvaardersoevers. Het door de Stuurgroep uitgebrachte advies gaat zelfstandig en ongewijzigd mee in het advies van Gedelegeerd opdrachtgevers Oostvaardersoevers aan de Opdrachtgevers PAGW en via hen aan de Ministers.
6. Indien er in de Stuurgroep geen consensus wordt bereikt over het advies over de Startbeslissing dan wordt door Gedelegeerd opdrachtgevers Oostvaardersoevers, gehoord de Stuurgroep, een bemiddelaar ingeschakeld die als opdracht krijgt alsnog consensus te bereiken tussen Partijen.
7. Indien er in de Stuurgroep geen consensus wordt bereikt over het advies over het Voorkeursalternatief dan worden de volgende maatregelen ingezet door Gedelegeerd opdrachtgevers Oostvaardersoevers, gehoord de Stuurgroep:
• er wordt een bemiddelaar ingeschakeld die als opdracht krijgt alsnog consensus te bereiken tussen Partijen en/of;
• er wordt een tussenfase ingelast en/of;
• twee van de alternatieven worden nader onderzocht.
8. Indien na het gestelde in de leden 6 of 7 geen consensus wordt bereikt over het advies over de Startbeslissing of het Voorkeursalternatief dan worden de verschillende standpunten in het desbetreffende advies verwoord en gepresenteerd aan de Ministers.
Xxx.xx 8 van 15
Definitieve versie 13 februari 2019, Zaaknummer: 31146138
9. Indien er sprake is van een Grootschalige wijziging dan wordt deze besproken met de Stuurgroep, alvorens Opdrachtgevers PAGW een besluit nemen over de Grootschalige wijziging.
10. Voor de duur van deze overeenkomst vormen Staatsbosbeheer, Waterschap en Flevo- landschap voor agendapunten die de Startbeslissing, het Voorkeursalternatief en/of een Grootschalige wijziging betreffen, onderdeel van de Stuurgroep en hebben bij die agendapunten dezelfde rechten en plichten als de permanente deelnemers.
11. Besluitvorming over welke Meekoppelkansen er meegaan in het advies aan de Ministers vindt plaats conform het gestelde in de leden 1 t/m 5, lid 8 en lid 10, met dien verstande dat waar in die leden 'het Voorkeursalternatief' staat, 'de Meekoppelkansen' moet worden gelezen.
Artikel 4: Financiële bepalingen en capaciteitsinzet
1. De kosten van de Voorverkenningsfase en de Verkenningsfase komen, behoudens het bepaalde in de leden 3 t/m 10, tot een maximum van € 1.000.000, = (zegge: een miljoen euro) BTW inbegrepen, voor rekening van Rijkswaterstaat. Hierbij zijn de inkoopvoorwaarden van Rijkswaterstaat van toepassing.
2. Rijkswaterstaat is verantwoordelijk voor levering van voldoende en deskundige capaciteit voor het projectmanagement
3. Voor kosten die voortvloeien uit inzet van middelen zoals bedoeld in artikel 3 leden 6 en 7 maken Partijen nadere afspraken. Deze afspraken worden gemaakt voordat deze middelen worden ingezet en zijn onderdeel van het horen van de Stuurgroep door de Gedelegeerd opdrachtgevers Oostvaardersoevers zoals bedoeld in artikel 3 leden 6 en 7.
4. De Provincie Flevoland is verantwoordelijk voor levering van voldoende en deskundige capaciteit voor het omgevingsmanagement (de regie op het gebiedsproces) en voor de projectondersteuning.
5. De kosten voor omgevingsmanagement en externe communicatie komen voor rekening van de Provincie Flevoland.
Pagina 9 van 15
D3finitieve versie 13 februari 2019, Zaaknummer: 31146138
6. Partijen leveren vanuit hun taken en/of verantwoordelijkheden voldoende ter zake deskundige capaciteit om:
alle benodigde producten en documenten te maken om binnen de planning te komen tot de Startbeslissing en de Voorkeursbeslissing;
te komen tot de integrale gebiedsontwikkeling;
te komen tot overeenstemming over (het advies over) de Startbeslissing, het Voorkeursalternatief en de Meekoppelkansen.
Over de exacte inzet van Partijen worden in bilateraal overleg nadere afspraken gemaakt.
7. Als een van de Partijen onvoldoende ter zake deskundige capaciteit kan leveren dan wordt gehandeld conform de escalatieladder zoals weergegeven in artikel 5.
8. De als gevolg van deze overeenkomst te maken personeels- en apparaatskosten, alsmede de bestuurskosten van Partijen, komen voor rekening van de desbetreffende partij.
Tot de apparaatskosten behoren eveneens kosten voor vergader- en werkruimtes. Tot de bestuurskosten behoren eveneens kosten die samenhangen met het uitvoeren van de Vergunningenscan.
9. Partijen zijn gezamenlijk verantwoordelijk om aantoonbaar op zoek te gaan naar budget en/of financieringsmogelijkheden ten behoeve van de realisatie van het Project Oostvaardersoevers. Er dient in de Voorverkenningsfase zicht te ontstaan op financiering van de realisatie van het Project Oostvaardersoevers van minimaal 75% van de kosten van de voor de hand liggende oplossing. Over de voortgang hiervan wordt door Partijen periodiek informatie gedeeld in het Strategisch team.
10. Partijen gaan aantoonbaar actief op zoek naar Meekoppelkansen die mogelijk zijn bij de realisatie van het Project Oostvaardersoevers. Daarbij wordt door Partijen ook de financiering en de uitvoerbaarheid van de betreffende Meekoppelkans aangetoond. Over de voortgang hiervan wordt door Partijen periodiek informatie gedeeld in het Strategisch team.
Aiikel 5: Escalatieladder
1. Wanneer Partijen het niet eens zijn over (de gang van) zaken dan vinden er gesprekken op ambtelijk niveau plaats en/of wordt de zaak besproken in het Strategisch team.
2. Opschaling kan plaatsvinden naar de ambtelijke verantwoordelijke(n) van de Gedelegeerd opdrachtgevers Oostvaardersoevers die op directeurenniveau de betreffende zaak met Partijen bespreken.
Pagina 10 van 15
Definitieve versie 13 februari 2019, Zaaknummer: 31146138
3. Als er sprake is van politiek-bestuurlijke aspecten en/of wanneer ambtelijk overleg niet leidt tot een oplossing dan wordt opgeschaald naar de bestuurlijk verantwoordelijke(n) van de Gedelegeerd opdrachtgevers Oostvaardersoevers die met de bestuurders van de desbetreffende Partijen spreken. De Stuurgroep wordt in een dergelijk geval geïnformeerd.
Artikel 6: Gegevensuitwisseling, gegevensbescherming en privacy
1. Archivering van gegevens van het project Oostvaardersoevers vindt plaats door Rijkswaterstaat.
2. Partijen hebben toegang tot het samenwerkingsportaal van het Rijk voor samenwerken met derden waarop projectgegevens worden gedeeld. Welke personen van Partijen toegang krijgen, wordt bepaald door de Projectleiders op voorspraak van Partijen. Via de Projectleiders wordt door een of meerdere specifiek daartoe aangewezen projectondersteuner(s) de toegangsrechten en het intrekken daarvan geregeld. Vertrouwelijke informatie wordt alleen gedeeld op het samenwerkingsportaal via versleutelde informatie en/of wachtwoorden.
3. Desgevraagd leveren Partijen de voor de Voorverkenningsfase en de Verkenningsfase benodigde gegevens op tijd en kosteloos aan. De gegevens worden alleen gebruikt voor het Project Oostvaardersoevers.
4. Partijen nemen strikte vertrouwelijkheid en geheimhouding in acht ten aanzien van vertrouwelijke gegevens zoals ramingen. Deze gegevens worden door Partijen niet (onnodig) intern gedeeld en in het geheel niet verstrekt aan derden.
5. Partijen zijn zelf verantwoordelijk voor het aanvragen en laten wijzigen van autorisaties van medewerkers voor het samenwerkingsportaal van het rijk voor samenwerken met derden en (eventuele) andere systemen die worden gedeeld.
6. Partijen informeren elkaar direct en actief over eventuele met het project Oostvaardersoevers interfererende ontwikkelingen.
7. Partijen zijn op grond van de AVG zelfstandig Verwerkingsverantwoordelijken voor de voor hun eigen doeleinden verwerkte persoonsgegevens. Ten aanzien van de persoonsgegevens die worden verwerkt in het kader van het project Oostvaardersoevers zijn betrokken partijen gezamenlijk verantwoordelijke. Zij bepalen samen het doel en middelen (incl. bewaartermijnen) van de verwerkte persoonsgegevens.
Pagina 11 van 15
Definitieve versie 13 februari 2019, Zaaknummer: 31146138
8. De provincie Flevoland en Rijkswaterstaat zijn verantwoordelijk voor het informeren van betrokkenen, voorafgaand aan het verzamelen van persoonsgegevens in het kader van het project Oostvaardersoevers en zoals bedoeld in de AVG.
9. De provincie Flevoland en Rijkswaterstaat treden op als loket waar betrokkenen hun rechten op grond van de AVG (waaronder recht op inzage, verbetering, verwijdering) kunnen inroepen ten aanzien van de gegevensverwerking in het kader van het project Oostvaardersoevers. Overige Partijen verwijzen desgevraagd naar de provincie Flevoland en Rijkswaterstaat of sturen verzoeken door. Partijen geven alle medewerking om het verzoek tot inzage goed te kunnen be- en afhandelen.
Artikel 7: Communicatie
1. Provincie Flevoland is verantwoordelijk voor de externe commun'catie over het Project Oostvaardersoevers en is verantwoordelijk voor en verzorgt de overall woordvoering over dit Project, behoudens het gestelde in de leden 2 en 3.
2. Rijkswaterstaat is verantwoordelijk voor en verzorgt de woordvoering specifiek over de verantwoordelijkheden van Rijkswaterstaat als beheerder van het Markermeer. De woordvoering over acties of besluitvorming van de Minister(s), ligt bij het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.
3. Partijen zijn verantwoordelijk voor en verzorgen de woordvoering specifiek over zaken die hun primaire verantwoordelijkheid betreffen.
4. De externe communicatie heeft tot doel om maatschappelijk draagvlak te creëren en te behouden voor het Project Oostvaardersoevers.
5. Partijen stemmen de externe communicatie en/of woordvoering zoals reactie op persvragen en persberichten af met de overige Partijen en, via Rijkswaterstaat, met de PAGW.
6. Op schriftelijke externe communicatie wordt het logo van 'Markermeer-IJmeer' gezet en ook de afzonderlijke logo's van Partijen.
7. Partijen zijn verantwoordelijk voor de interne communicatie over het Project Oostvaardersoevers.
Pagina 12 van 15
Definitieve versie 13 februari 2019, Zaaknummer: 31146138
8. De interne communicatie heeft tot doel op het niveau van medewerkers en bestuur draagvlak te creëren en te behouden voor het project Oostvaardersoevers.
Artikel 8: Inwerkingtreding en werkingsduur van de overeenkomst
1. Deze samenwerkingsovereenkomst treedt in werking op de dag nadat deze door alle Partijen is ondertekend en eindigt op de dag waarop de Voorkeursbeslissing bekend wordt gemaakt / wordt gepubliceerd.
2. Alle rechtsgevolgen die voortvloeien uit de samenwerkingsovereenkomst en die.naar hun aard geacht worden door te werken of eventueel ontstaan na beëindiging van de samenwerkingsovereenkomst, worden afgehandeld overeenkomstig het bepaalde in de samenwerkingsovereenkomst.
Artikel 9: Onvoorziene omstandigheden en wijzigingen van de overeenkomst
1. Partijen treden met elkaar in overleg als zich onvoorziene omstandigheden voordoen, die van dien aard zijn dat naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid ongewijzigde instandhouding van de samenwerkingsovereenkomst niet meer mag worden verwacht. Partijen zullen in goed overleg zo nodig de samenwerkingsovereenkomst daaraan aanpassen.
2. Wijziging van de samenwerkingsovereenkomst behoeft de schriftelijke toestemming van alle Partijen. Onder een wijziging van de samenwerkingsovereenkomst wordt ook verstaan het toetreden of afvallen van een partij.
3. De wijziging en de verklaring van toestemming met de wijziging wordt in afschrift als bijlage aan deze overeenkomst gehecht.
4. Als de onvoorziene omstandigheden van dien aard zijn dat wijziging van de overeenkomst geen uitkomst biedt, kan dit voor de partij die zich op die omstandigheden beroept, aanleiding geven zich te wenden tot de rechter.
5. Alvorens zich tot de rechter te wenden, nodigt de in lid 4 bedoelde partij de andere Partijen uit om met haar in overleg te treden over een oplossing. Leidt dit overleg binnen drie maanden niet tot overeenstemming dan kan de in lid 4 bedoelde partij zich alsnog tot de rechter wenden.
Pagina 13 van 15
Definitieve versie 13 februari 2019, Zaaknummer: 31146138
Artikel 10: Geschillen over de overeenkomst
1. Op deze overeenkomst is Nederlands recht van toepassing.
2. Er is sprake van een geschil indien een der Partijen daarvan schriftelijk en gemotiveerd melding maakt aan de andere Partijen, waarna de Partijen binnen 20 werkdagen na een zodanige melding eerst met elkaar in overleg treden om te bezien of in der minne een oplossing van het geschil kan worden gevonden.
3. ' Indien tussen de Partijen geen overeenstemming wordt bereikt, staat het ieder van de Partijen vrij om het geschil voor te leggen aan de bevoegde rechter te Den Haag. Elke Partij draagt de eigen kosten, voortvloeiend uit de procedure voor geschilbeslechting.
Artikel 11: Ontbinding van de overeenkomst
1. Een onvoorziene omstandigheid die met zich brengt dat ongewijzigde instandhouding van (enige bepaling van) de samenwerkingsovereenkomst naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet (meer) kan worden verwacht, kan conform artikel 6: 258 van het Burgerlijk Wetboek leiden tot (gedeeltelijke) wijziging of (gedeeltelijke) ontbinding van deze samenwerkingsovereenkomst
2. De Partij, aan wiens zijde een omstandigheid als bedoeld in het vorige lid opkomt, is gehouden de andere Partijen daarvan onmiddellijk schriftelijk in kennis te stellen en, voorafgaand aan een beroep op de regeling betreffende onvoorziene omstandigheden in de zin van artikel 6:258 van het Burgertijk Wetboek, in overleg te treden met de andere Partijen, teneinde de ontstane situatie en de consequenties daarvan te beperken en, indien mogelijk, in onderling overteg op te lossen in de geest van deze samenwerkingsovereenkomst.
3. Partijen zijn gerechtigd de samenwerkingsovereenkomst gerechtelijk te ontbinden (buitengerechtelijke ontbinding wordt derhalve uitgesloten) indien de andere Partijen zijn verplichtingen uit de samenwerkingsovereenkomst toerekenbaar niet nakomt en de toerekenbare niet-nakoming van een zodanige aard is dat deze ontbinding rechtvaardigt, een en ander als bedoeld in artikel 6: 265 e.v. van het Burgerlijk Wetboek. De gevolgen van deze ontbinding voor Partijen worden in artikel 6: 265 e.v. van het Burgertijk Wetboek geregeld.
Pagina 14 van 15
Definitieve versie 13 februari 2019, Zaaknummer: 31146138
ALDUS OPGEMAAKT EN IN ZEVENVOUD ONDERTEKEND TE LELYSTAD
D.D. 13 FEBRUARI 2019
Namens de minister van Infrastructuur en Waterstaat
en de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit Xx. X. Xxxxxxxxxx
Hoofdingen ieu r-d irecteu r Rijkswaterstaat Midden-Nedertand
Namens de Provincie Flevoland
M.A. Rijsberman Gedeputeerde
Namens Gemeente Lelystad
X. Xxxxxxxxx Wethouder
Namens Gemeente Almere Mr. J. Hoek
Wethouder
Namens Waterschap Zuiderzeeland Ir. H.C. Klavers
Dijkgraaf
Namens Staatsbosbeheer Ir. C. Lever MPA Divisiedirecteur
Namens Stichting Flevo-landschap Drs. B.G.M. Huisman
Directeur bestuurder
Pagina 15 van 15