CAO NS 2022 – 2023
CAO NS 2022 – 2023
1 juli 2022 – 31 december 2023
Inhoudsopgave CAO NS
9 Bescherming werknemersvertegenwoordiging
12 CAO NS 1 juli 2022 tot en met 31 december 2023 8
13 Arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd 9
14 Arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd 9
16 Werkzaamheden verrichten op
17 Verrichten van andere dan de eigen functie 9
18 Werkzaamheden verrichten op elk tijdstip 9
20 Einde arbeidsovereenkomst 9
22 Basisrooster/werktijdregeling 10
23 Basis arbeidspatroon en werktijdverkorting (WTV)
Verlof
26 Lengte af te boeken verlof 11
30 Recht op onbereikbaarheid 11
32 Verlof na re-integratie met indeling in lagere salarisgroep 11
33 Xxxxxx bij tijdelijk sluiten 11
34 Opbouw verlofuren en vrije uren 11
35 Opbouw aanspraken op verlof en vrije uren
wanneer werknemer geen dienst verricht 11
36 Overgangsregeling verlof werknemers
(per 1 januari 2023) vervallen Hoofdstuk 9 11
37 Opnemen verlof en vrije uren 11
38 Overschrijven vrijetijdsaanspraken
38a Overschrijven verlof en vrije uren niet roostergebonden personeel 12
39 Verlofaanspraken bij indiensttreding 12
40 Verlofaanspraken bij einde dienstverband 12
Bijzonder verlof
44 Aanvullende afspraken over verlof en ziek zijn 13
46 Loonschaal Participatiewet 14
Salarissysteem
53 Vaststellen CAO-loon bij indiensttreden 15
54 Toekennen tredeverhoging salarisgroep 01 tot en met 03 en salarisgroep 51 tot en met 59 15
55 Niet toekennen tredeverhoging salarisgroep 01 tot en met 03 en salarisgroep 51 tot en met 59 15
56 Toekennen verhoging CAO-loon salarisgroep
58 Samenloop bevorderen en (trede)verhogen 16
59 Verlagen CAO-loon alsmede toelagen 16
59a Compensatieregeling bij herwaardering van de functie in lagere salarisgroep 16
60 Niet toekennen maandbezoldiging bij afwezigheid werknemer 16
Inhoudingen
62a Wettelijke WGA-verzekering 16
Uitbetalen
Eenmalige uitkeringen
66 Uitkering bij overlijden 17
5. Vergoedingen en garantieregelingen 18
Vergoedingen
68 Verblijf in een conferentieoord 18
69 Verrichten andere werkzaamheden 18
70 Les-, instructie of begeleiding geven 18
72 Kosten van een maaltijd en/of consumpties 19
73 Kosten van verblijf in een hotel 19
73a Zakelijke besprekingen en representatie 19
75 Persoonlijke schade bij bedrijfsongevallen 19
76 Vergoeding kleine consumptie 19
79 Reiskostenregeling vroege/late dienst 19
Garantieregelingen bij vermindering van het inkomen
81 Derving secundaire arbeidsvoorwaarden (DS) 20
82 Vermindering inkomen bij ander werk (TVI) 20
83 Garantieregeling Inkomensvermindering van
Overgangsregelingen
6. Loopbaanbeleid en employability 22
85 Verantwoordelijkheid loopbaanontwikkeling en inzetbaarheid 22
86 Verantwoordelijkheid werkgever 22
87 Verantwoordelijkheid werknemer 22
88 Functionerings- en beoordelingsgesprekken/ functievervullingsgesprekken 22
89a Compensatieregeling bij vrijwillige verplaatsing 22
90a Doorwerken oudere werknemer 23
92 Financieren bijzondere regelingen 24
93 Alcohol-, medicijn- en drugsgebruik 24
95 Organisatie ontwikkeling en werkzekerheid 24
96 Eigendom van uitvindingen en prestaties 24
96b Gefaseerd ouderenbeleid en Sparen en Werken op Maat 24
96c Tijdelijke Regeling Vervroegd Uittreden 24
8. Bedrijfsspecifieke bepalingen 25
Arbeids- en rusttijden
98 Dagelijkse arbeids- en rusttijd, 28
99 Wekelijkse arbeids- en rusttijd 29
100 Maximum aantal diensten 31
101 Aanvullende regels bij nachtdienst, 31
105 Werktijdverkorting oudere werknemer (OW) 35
Vergoedingen arbeids- en rusttijden 39
109 Financiële compensatie onregelmatigheid 40
110 Compensatie onregelmatigheid 41
111 Verplicht bereikbaar in vrije tijd 42
114 Vergoeding intrekking vrijetijdsaanspraken 45
115 Overuren (vergoeding in tijd) 46
116 Overuren (vergoeding in geld) 47
119 Verlenen van een driewekelijks vrij weekend of
NS Reizigers
121a Overnachtingsvergoeding V&S 51
NS Internationaal
126 Nachtdiensten werknemer van 50 jaar of ouder 52
127 Overnachtingsvergoeding 52
128 Vergoeding verlengde narust 52
130a Maaltijdvergoeding dag 52
130b Maaltijdvergoeding avond/nacht 52
132 Overnachtingsvergoeding 53
Nedtrain
134 Toelage gecertificeerde werkzaamheden 53
135 Schoonmaken verontreinigd materieel 53
138 Toeslagen vijfploegendienst 54
139 Vacant 54
NS Leercentrum
140 Verblijf in conferentieoord 55
141 Vacant 55
142 Vacant 55
143 Vacant 55
144 Vacant 55
Mededeling arbeids- en rusttijden: de Donderdagse Weekindeling NSR, INT 56
Bijlage II
Mededeling arbeids- en rusttijden: Weekplanning NedTrain 56
Bijlage III
Bijlage IV
Uitwerking cao afspraken Rood weekend 58
9. Outputgerelateerd werken 59
1b Afspraken van overeenkomstige toepassing 59
4 Aanvullingen op bij wet geregeld verlof 59
9 Procesafspraken individueel gesprek 60
10 Vergoeding en compensatie onregelmatigheid, bereikbaarheid en oproep 60
11 Instellen van een Ombudspersoon of commissie 60
12 Overgangsafspraken en arbeidsvoorwaarden 60
2 Toepassen CAO bij verplaatsing binnen de
Algemeen
4 Overdracht van activiteiten 61
Afspraken voor de sociale eenheid NS
9 Stichting Scholing en Werving 62
10 Reisfaciliteiten voor werknemers en gezinsleden 62
13 Aanspraken tijdens ziekte 62
14 Begrip arbeidsongeschiktheid 62
15 Aanspraken bij volledige arbeidsongeschiktheid 62
16 Aanspraken bij gedeeltelijke of niet blijvende
Ziekte en arbeidsongeschiktheid
volledige arbeidsongeschiktheid 62
17 Einde loongerelateerde WGA fase 63
18 Aanspraken bij een arbeidsongeschikt- heidspercentage van minder dan 35% 63
Pensioenregeling, VUT-regeling en overgangsregeling
19 Bovenwettelijke aanvulling 63
21a Ontslag en WGA 35 - 80% 63
24 Verhaal van uitkering bij ziekte en arbeidsongeschiktheid 63
26a Aftopping pensioengevend inkomen 64
1 Juridische status van dit plan 65
3 Individuele boventalligheid 65
4 Rechten en plichten in de fases van
premobiliteit en boventalligheid 66
5 Ontslag na de boventalligheidsfase 68
7 Eerder verkregen onkostenvergoedingen 68
8 Regelingen voor bezwaar en beroep 68
10 Tussentijds overleg en tussentijdse wijzigingen 68
Bijlage 1 Sociaal Plan Gedragscode bij reorganisaties 69
2 Aanleidingen tot reorganisatie 69
3 Partners in het informatieproces 69
Bijlage 2 Standaard afspraken voor organisatiewijzigingen bij NS 70
10 Bezwarenregeling functiewaardering 98
11 Overgangsregeling “Bovenwettelijke uitkering
bij ziekte en arbeidsongeschiktheid” 99
12 Gezond en gemotiveerd werken 99
13a CAO akkoord 2020 – 2022 met SAV tabellen 100
13b CAO akkoord 2022 – 2023 107
14 Arbeidsvoorwaarden en overgangsafspraken voor werknemers die overgaan naar hoofdstuk 9
CAO NS 113
Trefwoordenregister 114
1. Algemeen
Aanhef
Partijen bij deze collectieve arbeidsovereenkomst te weten:
1. a. NS Reizigers BV te Utrecht
b. NedTrain BV te Utrecht
c. NS Stations BV te Utrecht
d. NS Opleidingen BV te Utrecht
e. NS Internationaal BV te Utrecht
f. Thalys Nederland NV te Utrecht
g. NS Groep NV te Utrecht en
2. a. FNV te Amsterdam
b. Vakvereniging voor Machinisten en Conducteurs te Tilburg
c. CNV Xxxxxxxxx.xx te Utrecht
d. Vereniging van Hoger Spoorwegpersoneel te Utrecht
overwegende dat zij als intentie ten aanzien van het sociaal beleid hebben dat:
• het sociaal beleid een onlosmakelijk deel is van het onderne- mingsbeleid. Een scheiding tussen economisch, technisch en sociaal beleid is niet bruikbaar. In de beleidsbepaling neemt het sociaal beleid een gelijkwaardige plaats in naast het economisch en technisch beleid;
• voor het gehele sociale beleid het voortbestaan van de onderneming als voorwaarde en doelstelling geldt dat de uitgangspunten van het sociaal beleid zijn de achting voor de medemens en de “gelijkwaardigheid” van alle mensen,
hetgeen tot uitdrukking komt in de doelstelling van gelijkheid in behandeling ongeacht geslacht, geaardheid, leeftijd, ras, huidkleur en nationaliteit.
Wanneer in een bedrijfsonderdeel sprake is van een specifieke achterstandssituatie kunnen echter regelingen getroffen worden die tijdelijk een voorkeursbehandeling mogelijk maken. De onderneming zal zich moeten aanpassen aan maatschappelijke ontwikkelingen. Dit vraagt op innovatie gericht sociaal beleid, met thema’s als verbreding van inzetbaarheid van werknemers, bevordering van diversiteit
en bevordering van de betrokkenheid van de werknemers bij de gang van zaken in het bedrijf en het werken aan een stijl van leiding geven die medewerkers daarin stimuleert en ondersteunt;
• dat zij deze intenties in een aantal afspraken in deze CAO tot uitdrukking willen brengen en dat zij overigens in
constructieve en oplossingsgerichte samenwerking hieraan verder invulling willen geven;
• ten aanzien van reorganisaties geldt de gedragscode bij reorganisaties, die is opgenomen in het Sociaal Plan;
• het uit sociaal en/of economisch motief wenselijk is dat er binnen het NS-concern op specifieke onderdelen
uniforme afspraken bestaan die de afspraken in integrale bedrijfs-CAO’s overstijgen, zijn de volgende CAO overeengekomen.
1 Leeswijzer
1. Voor de leesbaarheid wordt in deze CAO de ‘hij’ vorm gehanteerd. Overal waar ‘hij’ staat richt de tekst zich op alle mensen.
2. De CAO Nederlandse Spoorwegen valt uiteen in de volgende onderdelen:
a. een deel dat geldt voor alle NS-bedrijven, behalve op werknemers op wie tot 1 januari 2023 sub c. van toe- passing is (OGW), en waarvan de inhoud voor alle bedrijven gelijk is (de hoofdstukken 1 tot en met 7);
b. een deel procesgerichte afspraken die per NS-bedrijf ten opzichte van elkaar kunnen afwijken (hoofdstuk 8);
c. een arbeidsvoorwaardenpakket dat geldt voor Output- gerelateerd werken (OGW) , inclusief een opsomming van de algemene bepalingen uit de CAO NS die voor OGW gelden (per 1 januari 2023 vervalt hoofdstuk 9, zie ook overgangsafspraak in artikel 36);
d. CAO Sociale Eenheid waarin afspraken staan die gelden voor alle bedrijven die behoren tot de Sociale Eenheid NS (hoofdstuk 10);
e. CAO Sociaal Plan waarin afspraken zijn opgenomen met betrekking tot reorganisaties (hoofdstuk 11). De CAO Sociaal Plan geldt voor alle bedrijven die behoren tot de Sociale Eenheid NS.
2 Begripsbepalingen
In deze CAO wordt verstaan onder:
a. Werkgever: één van in de aanhef onder punt 1
aangeduide rechtspersonen.
b. Vakorganisaties: de door NV Nederlandse Spoorwegen
erkende vakorganisaties.
c. Werknemer(s): ieder met wie werkgever een arbeids-
overeenkomst heeft gesloten en op wie een CAO-loon van toepassing is.
d. Partner: 1. echtgeno(o)t(e)
2. geregistreerd partner
3. een persoon die met werknemer samenleeft in een door werkgever erkend samenlevingsverband als bedoeld in hoofdstuk 10 van deze CAO.
e. Huwelijk: met huwelijk is gelijkgesteld het geregis-
treerd partnerschap.
f. XXX-xxxx: één van de bedragen per contractuur
vermeld in hoofdstuk 12, bijlage 1.
g. Contractuur: de eenheid van arbeidstijd per
week zoals die vermeld staat in de arbeidsovereenkomst.
h. Toelagen: de aan het CAO-loon gelijkgestelde
maandelijks te betalen toelagen te weten:
- persoonlijke toelagen
- arbeidsmarkttoeslag
i. Maandbezoldiging: het totaal van maandelijks te ontvangen:
- XXX-xxxx, vermenigvuldigd met het aantal contracturen
- toelagen.
j. OGW: Outputgerelateerd werken (per
1 januari 2023 vervalt hoofdstuk 9)
k. Pensioengevend maandbezoldiging, vakantiebijslag, inkomen: decemberuitkering en hetgeen partijen
als pensioengevend inkomen benoemen.
l. Standplaats: de standplaats is een door werkgever
bepaalde locatie waar werknemer zijn functie uitoefent. Voor werknemer die op meer dan één locatie werkt, stelt
werkgever in overleg met werknemer een standplaats vast.
3 Looptijd en nawerking
1. Deze CAO wordt aangegaan voor de periode van 1 juli 2022 tot en met 31 december 2023.
2. Behoudens opzeggen door één van de partijen wordt deze overeenkomst geacht telkens met één jaar te zijn verlengd.
3. Opzeggen dient ten minste een maand voor de afloopdatum te geschieden bij aangetekend schrijven aan alle partijen van deze overeenkomst.
4. Wordt deze overeenkomst door opzeggen beëindigd dan blijven de bepalingen van deze overeenkomst van toepassing tot het tijdstip van in werking treden van een nieuwe overeenkomst.
4 Tussentijds wijzigen
Tussentijdse verzoeken tot wijziging van afspraken zullen slechts in uiterste noodzaak aanhangig worden gemaakt. Over deze wijzigingen wordt onderhandeld in het periodiek overleg tussen partijen. Partijen merken de door hen goedgekeurde verslagen van deze overlegbijeenkomsten, waarin zodanige overeenkom- sten werden aangegaan, aan als onderhandse akten als bedoeld in artikel 3 Wet CAO.
5 Verstrekken
Deze CAO en de bijlagen worden op verzoek schriftelijk verstrekt en worden geplaatst op het NS intranet en internet.
6 Werkingssfeer
Deze CAO is volledig van toepassing op werknemer met een arbeidsovereenkomst.
7 Incidenteel afwijken
Werkgever kan in individuele gevallen in voor werknemer positieve zin van deze CAO afwijken.
8 Extern overleg
1. Tussen partijen vindt overleg plaats over:
f. collectieve en individuele belangen van werknemers, indien en voorzover daarvoor geen forum is conform lid 2a van dit artikel;
g. de beleidsonderdelen waarvan in deze CAO is bepaald dat zij gelden voor de werkgever.
2. Tussen werkgever en de erkende vakorganisaties vindt overleg plaats over:
a. collectieve en individuele belangen van de leden van de erkende vakorganisaties bij werkgever;
b. het beleid, voorzover dat door een werkgever door middel van een CAO is te regelen.
3. Werkgever geeft aan de erkende vakorganisaties alle inlichtingen die zij voor een goede uitoefening van hun taak nodig hebben.
9 Bescherming werknemersvertegen- woordiging extern overleg
Werknemer die als vertegenwoordiger van een partij deelneemt aan enige vorm van extern overleg als in deze CAO omschreven, zal van het uitoefenen van deze functie geen nadelige invloed ondervinden in zijn positie als werknemer.
10 Vertrouwenspersonen
NS heeft vertrouwenspersonen aangesteld. Op verzoek van werknemer die te maken krijgt met ongewenst gedrag, kan een vertrouwenspersoon deze werknemer begeleiden en adviseren. De regeling vertrouwenspersonen is opgenomen in hoofd-
stuk 12, bijlage 4 van deze CAO.
11 Klachtenregeling
NS kent een klachtenregeling die werknemer de mogelijkheid geeft om problemen op formele wijze aan de orde te stellen bij een onafhankelijke klachtencommissie. De klachtenregeling is opgenomen in hoofdstuk 12, bijlage 5 van deze CAO.
12 CAO NS 1 juli 2022 tot en met 31 december 2023 Deze overeenkomst kan worden aangehaald als “Collectieve Arbeidsovereenkomst NS 2022 – 2023” of als “CAO NS”.
2. Arbeidsverhouding
13 Arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd
1. Aan degene die in een blijvende behoefte voorziet en geschikt is bevonden voor indiensttreden bij werkgever, wordt een arbeidsovereenkomst aangeboden voor een jaar.
2. De eerste twee maanden van de in het eerste lid genoemde arbeidsovereenkomst gelden als proeftijd.
3. Bij gebleken geschiktheid wordt werknemer na een jaar een arbeidsovereenkomst aangeboden voor onbepaalde tijd.
4. Indien op grond van lid 3 geen arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd wordt aangeboden, kan werkgever aan werknemer nogmaals een arbeidsovereenkomst van een jaar aanbieden.
14 Arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd
1. Aan degene die in een tijdelijke behoefte voorziet en geschikt is bevonden voor indiensttreden bij werkgever, wordt een arbeidsovereenkomst aangeboden voor bepaalde tijd.
2. De eerste twee maanden van de arbeidsovereenkomst van langer dan 6 maanden gelden als proeftijd.
15 Opzegtermijnen
1. De door werkgever in acht te nemen opzegtermijn bedraagt1 bij een arbeidsovereenkomst die op de dag van opzegging:
a. Korter dan 5 jaar heeft geduurd: 1 maand;
b. 5 jaar of langer maar korter dan 10 jaar heeft geduurd: 2 maanden;
c. 10 jaar of langer maar korter dan 15 jaar heeft geduurd: 3 maanden;
d. 15 jaar of langer heeft geduurd: 4 maanden.
2. De door werknemer in acht te nemen opzegtermijn bedraagt 1 maand.
3. In de arbeidsovereenkomst kan met werknemer een langere opzegtermijn van 2 of 3 maanden worden afgesproken.
De opzegtermijn voor werkgever is in dat geval minimaal gelijk aan de opzegtermijn voor werknemer.
4. Bij opzegging kan de overeenkomst voor onbepaalde tijd slechts worden beëindigd tegen de eerste dag van een kalendermaand en met inachtneming van de overeen- gekomen opzegtermijn, tenzij werkgever op verzoek van werknemer van deze termijn afstand doet.
16 Werkzaamheden verrichten op aangewezen plaats
1. Werknemer is verplicht desverlangd zijn werkzaamheden te verrichten op elke plaats waar werkgever zijn bedrijf uitoefent.
2. Werknemer heeft eenzelfde verplichting om zijn werkzaam- heden te verrichten bij ondernemingen of instellingen die werkgever hiertoe, in overleg met partijen, aanwijst.
3. Ten einde zo snel mogelijk te kunnen ingrijpen bij storing, ontwrichting van de spoorwegdienst of andere calamiteiten, kan werkgever voorschrijven dat bepaalde categorieën werknemers buiten de voor hen vastgestelde arbeidstijden bereikbaar moeten zijn. Het verplicht bereikbaar zijn in vrije tijd mag (in het geval van een gehele week bereikbaarheid) maximaal om de andere week worden opgelegd. Zoveel mogelijk moet worden voorkomen dat werknemer op
zijn verlofdag bereikbaar moet zijn. Werknemer die geen bereikbaarheidsdienst heeft mag ten hoogste eenmaal per dag worden opgeroepen.
17 Verrichten van andere dan de eigen functie
1. Werknemer dient, als werkgever hem dit opdraagt of als sprake is van onvoorziene situaties, tijdelijk andere, niet tot zijn functie behorende werkzaamheden te verrichten.
2. Werknemer kan niet worden verplicht werkzaamheden van stakers over te nemen.
18 Werkzaamheden verrichten op elk tijdstip Werknemer is verplicht, indien de bedrijfsvoering dit naar het oordeel van werkgever vereist, op elke dag en buiten de vast- gestelde arbeidstijden, zijn werkzaamheden te verrichten.
19 Woonplaats
1. De daartoe door werkgever aangewezen werknemer is verplicht te wonen binnen een door werkgever te bepalen afstand van de standplaats.
2. Van de in lid 1 bedoelde verplichting kan door werkgever tijdelijk ontheffing worden verleend. Deze ontheffing vervalt bij verplaatsing en kan bij wijziging in de omstandigheden worden ingetrokken.
3. Werknemer voor wie geen verplichting krachtens lid 1 geldt, dient er zorg voor te dragen dat hij op zodanige reistijd woont van zijn standplaats, dat hij altijd tijdig op zijn
werk kan zijn en dat hierdoor de bedrijfsvoering niet in het gedrang komt.
4. Van iedere adreswijziging van werknemer en, indien dit van belang is, van zijn gezin moet werknemer onmiddellijk mededeling doen aan werkgever.
20 Einde arbeidsovereenkomst
1. De arbeidsovereenkomst eindigt van rechtswege op de eerste dag van de maand volgend op de dag dat de werk- nemer de voor hem individueel geldende AOW- leeftijd heeft bereikt.
2. Werknemer kan werkgever tot uiterlijk 6 maanden vóór de op basis van lid 1 geldende ontslagdatum verzoeken de arbeidsovereenkomst voort te zetten. Werkgever willigt dat verzoek in.
3. De voortzetting uit lid 2 heeft een tijdelijk karakter en loopt uiterlijk tot:
a. Vacant;
b. één jaar na het bereiken van de op basis van lid 1 geldende einddatum.
3. Arbeidsduur
21 Arbeidsduur
1. De contractuele arbeidsduur is gelijk aan het aantal uren genoemd in de arbeidsovereenkomst met werknemer en bedraagt maximaal gemiddeld 36 uur per week.
2. Indien in een arbeidsovereenkomst geen aantal uren wordt genoemd, dan wordt deze arbeidsovereenkomst geacht te zijn aangegaan voor gemiddeld 36 uur per week.
3. Werknemers in de functiegroepen van Machinist, Hoofd- conducteur, Trainmanager, Medewerker V&S, Monteur, PLP, CW, T&S, medewerkers RBC, LBC en LBP, SAM, DID en productie ondersteunende diensten bij Instandhouding1
kunnen kiezen voor een structurele contractuele arbeidsduur en inzet van 40 uur. Monteurs die in een 2-2-2-4 rooster werken zijn hiervan uitgezonderd. Een contractuele arbeidsduur van 36 uur blijft de standaard voor een voltijds dienstverband. De mogelijkheid om als nieuwe werknemer van NS te kiezen voor een contractuele arbeidsduur van
36 uur of minder blijft bestaan.
- Voor de extra contracturen in overeengekomen functie- groepen boven 36 uur ontvangt de werknemer een bonus van 25% op het uurloon.
- Werknemers kunnen gebruikmaken van deze regeling vanaf 1 januari 2023 tot het einde van de looptijd van deze cao 1 januari 2024. Werknemers die gedurende de looptijd van de cao gekozen hebben voor een 40-urig contract, behouden hun 40-urig contract inclusief bonus zolang de werknemers in de genoemde functiegroepen werkzaam zijn. Een werknemer kan er uiteraard altijd voor kiezen om zijn contract weer om te zetten naar een 36-urig contract of een contract met minder uren.
22 Basisrooster/werktijdregeling2
1. Werkgever maakt tijdig bekend wat het arbeids- en rusttijdenpatroon is. Werkgever stelt een basisrooster of werktijdregeling op, afgestemd op de bedrijfstijd, werklijnen, bedrijfsprocessen en bedrijfsdrukte en met als uitgangspunt een efficiënte inzet van het personeel.
2. Het basisrooster/de werktijdregeling moet voldoen aan de arbeids- en rusttijdenbepalingen in de ATW, het ATB en deze CAO.
3. Het reservepersoneel wordt zoveel mogelijk in een basis- rooster opgenomen om een zo goed mogelijke verdeling van alle roosteraspecten over alle werknemers te bereiken. Daar waar het opnemen in zo’n basisrooster niet mogelijk is, neemt werkgever in de plaatselijke spelregels beschermende bepalingen voor dit reservepersoneel op.
4. Basisroosters/werktijdregelingen behoeven de instemming van de Ondernemingsraad.
23 Basis arbeidspatroon en werktijd- verkorting (WTV)3
1. Een hele WTV-dag omvat een kalenderdag die uiterlijk om
02.00 uur aanvangt.4 Voor werknemer met een 36-urige werkweek geldt een basisarbeidspatroon van gemiddeld 9 diensten van gemiddeld 8 uur arbeidstijd per 14 dagen. Dit patroon wordt bereikt door het inroosteren van
26 WTV-dagen op jaarbasis. De WTV-dagen die tijdens het gegarandeerde (vervangende) zomerverlof zijn ingeroosterd, vallen vrij en kunnen door werkgever worden aangewezen.
2. In overleg tussen werkgever en werknemer (individuele functies) dan wel met instemming van de OR (niet-indivi- duele functies) zijn afwijkingen mogelijk. Indien geen overeenstemming wordt bereikt, geldt het arbeidspatroon in lid 1.
3. Ingeroosterde WTV-dagen worden bij ziekte als verleend beschouwd. Niet geplande WTV-dagen vervallen bij ziekte naar evenredigheid.5
4. Een ingetrokken WTV-dag moet binnen 14 dagen worden verleend. Wanneer dit niet gebeurt, dan is de dag ter vrije beschikking van de werknemer.
24 Reistijdregeling
1. Reistijd naar de standplaats voorafgaand of aansluitend aan de dienst is noch arbeidstijd, noch diensttijd.
2. Ingeval er sprake is van reistijd na aanvang van de dagelijkse dienst en eindigend tijdens de dienst, wordt de reistijd aangemerkt als arbeidstijd.
3. Uitgangspunt bij te stellen diensten is dat een dienst aanvangt en eindigt op de eigen standplaats en dat dat ook is verwerkt op het dienstkaartje. Werknemer ontvangt een vergoeding in geld indien werknemer op verzoek van NS een andere dienst verricht die niet vanaf de eigen standplaats aanvangt en waarbij de tijd van de andere dienst inclusief
de reistijd (van eigen standplaats naar andere standplaats en vice versa) langer is dan de oorspronkelijke dienst in het basisrooster op de eigen standplaats. Het accepteren van een andere dienst met reistijd die langer is dan de oorspron- kelijke dienst, vindt plaats op vrijwillige basis. Dit betekent dus dat een dergelijke dienst geweigerd kan worden.
Er zijn drie situaties mogelijk:
a. indien de dienstlengte van de andere dienst exclusief reistijd gelijk of langer is dan de oorspronkelijke onderliggende dienst, dan telt de andere dienst mee in het weektotaal in plaats van de oorspronkelijke dienst. Werknemer ontvangt de reistijd tegen uurloon. Deze reistijd telt niet mee in het weektotaal.
b. indien de totale tijd van de andere dienst inclusief reistijd (gerekend tussen vertrek van en aankomst op de eigen standplaats), gelijk of korter is dan de oorspronkelijke onderliggende dienst, dan telt de andere dienst inclusief reistijd mee in het weektotaal.
c. indien de dienstlengte van de andere dienst korter is dan de onderliggende oorspronkelijke dienst, maar de totale tijd inclusief reistijd gerekend tussen vertrek van en aankomst op de eigen standplaats, langer is dan de oorspronkelijke onderliggende dienst, dan telt de oor-
spronkelijke onderliggende dienst mee in het weektotaal. Werknemer ontvangt de resterende reistijd tegen uurloon. Deze reistijd telt niet mee in het weektotaal.
Als werknemer vanwege aanvangs- of eindtijd van de dienst niet per trein kan reizen omdat de dienstregeling op zijn
1 In afstemming met vakorganisaties kunnen functies worden toegevoegd.
2 Voor werknemer die werkt in vijfploegendienst (NedTrain) gelden afwijkende afspraken. Deze zijn opgenomen in artikel 137
3 Voor werknemer die werkt in vijfploegendienst (NedTrain) gelden afwijkende afspraken. Deze zijn opgenomen in artikel 137.
4 In afwijking hiervan geldt voor NedTrain dat een WTV -dag 24 uur duurt wanneer deze gekoppeld is aan een andere vrije dag. Een niet aan een andere vrije dag gekoppelde WTV-dag duurt hetzij 30 uren, hetzij 24 uren. In het laatste geval zal deze niet eerder ingaan dan om 00.00 uur.
5 Is werknemer niet (meer) opgenomen in het rooster dan zal per 2 weken 1 WTV-dag (of indien aan de orde een combinatie van halve en hele WTV- dagen) als verleend worden beschouwd en per half jaar 13 WTV-dagen.
woon-werktraject nog niet is opgestart, of al is beëindigd, dan ontvangt de werknemer een reiskostenvergoeding gelijk aan de vergoeding van cao artikel 119a voor het reizen met de auto, of organiseert werkgever vervangend vervoer.
45 t/m 49 1,85 uren maal de contractuele arbeidsduur
50 t/m 54 2,65 uren maal de contractuele arbeidsduur
55 t/m 59 2,85 uren maal de contractuele arbeidsduur 60 en ouder 3,05 uren maal de contractuele arbeidsduur
30 Recht op onbereikbaarheid
Een goede werk-privé balans met voldoende tijd voor herstel is
op maandbezoldiging wegens het niet verrichten van de bedongen arbeid.
2. Werknemer bouwt echter wel aanspraken op verlof en vrije uren op over de periode waarin werknemer geen recht heeft op maandbezoldiging:
- in de gevallen en onder de voorwaarde genoemd in artikel 7:635 BW
25 Afboeking verlof
Verlof wordt in uren en minuten afgeboekt.
26 Lengte af te boeken verlof
Bij de verlofverlening wordt voor wat betreft de lengte van het af te boeken verlof uitgegaan van de laatst voorgeschreven dienst.
27 Vaststelling weektotaal
Verlofuren worden meegenomen in/bij de vaststelling van het weektotaal.
28 Aantal verlofuren
Werknemer die ingedeeld is in een van de salarisgroepen 01 tot en met 03 of 51 tot en met 63 heeft per contractuur per
kalenderjaar recht op 4 verlofuren met behoud van bezoldiging.
29 Vrije uren
1. Werknemer die is ingedeeld in één van de salarisgroepen 01 tot en met 03 of 51 tot en met 59, heeft per contractuur per kalenderjaar recht op een aantal vrije uren met behoud van bezoldiging zoals in onderstaand schema weergegeven: Ingaande het jaar waarin de leeftijd wordt bereikt van:
t/m 18 1,25 uren maal de contractuele arbeidsduur 19 t/m 29 1,05 uren maal de contractuele arbeidsduur
30 t/m 39 1,25 uren maal de contractuele arbeidsduur
40 t/m 44 1,45 uren maal de contractuele arbeidsduur
45 t/m 49 1,65 uren maal de contractuele arbeidsduur
50 t/m 54 2,45 uren maal de contractuele arbeidsduur
55 t/m 59 2,85 uren maal de contractuele arbeidsduur 60 en ouder 3,05 uren maal de contractuele arbeidsduur
2. Werknemer die is, of in de loop van een kalenderjaar wordt, ingedeeld in één van de salarisgroepen 60 tot en met 63, heeft per contractuur per kalenderjaar recht op een aantal vrije uren met behoud van bezoldiging zoals in onderstaand schema weergegeven:
Ingaande het jaar waarin de leeftijd wordt bereikt van: t/m 29 1,25 uren maal de contractuele arbeidsduur 30 t/m 39 1,45 uren maal de contractuele arbeidsduur
40 t/m 44 1,65 uren maal de contractuele arbeidsduur
van belang om vitaal te blijven. Dit betekent dat werkgever de privé tijd van de werknemer respecteert en dat werknemer het recht heeft buiten het werk niet bereikbaar te zijn.
Voor werknemers die tijd- & plaatsonafhankelijk werken geldt dat werkgever en werknemer onderling afspraken maken over het tijdsvak van bereikbaarheid en onbereikbaarheid van de werknemer. Voor werknemers die in een rooster werken geldt dat de werknemers buiten diensttijden uit het vastgestelde weekrooster het recht hebben niet bereikbaar te zijn.
31 Aaneengesloten vakantie
Werknemer heeft recht op een aaneengesloten periode van afwezigheid van 21 kalenderdagen. Indien het verlof op zondag aanvangt heeft werknemer recht op een aaneengesloten periode van afwezigheid van 22 kalenderdagen.
32 Verlof na re-integratie met indeling in lagere salarisgroep
Werknemer die voor zijn functie arbeidsongeschikt is en in een lagere salarisgroep wordt gereïntegreerd, behoudt aanspraak op het aantal verlofuren en/of vrije uren dat geldt voor de salarisgroep waarin hij voor re-integratie was ingedeeld.
33 Verlof bij tijdelijk sluiten
Bij tijdelijke (gehele of gedeeltelijke) bedrijfssluiting bij onvol- doende werk is werkgever bevoegd, in overleg met de Onder- nemingsraad te bepalen dat ten hoogste 4 dagen afwezigheid van dienst als verlof worden aangemerkt. De dagen moeten zoveel mogelijk aaneensluitend zijn.
34 Opbouw verlofuren en vrije uren
De verlofrechten en de rechten op vrije uren als bedoeld in artikel 28 en artikel 29 van dit hoofdstuk worden gedurende het kalenderjaar opgebouwd.
35 Opbouw aanspraken op verlof en vrije uren wanneer werknemer geen dienst verricht
1. Werknemer bouwt geen aanspraken op verlof en vrije uren op over de periode waarover hij geen aanspraak heeft
- over onbetaald verlof voor zover dit verlof gedurende een kalenderjaar niet meer is dan 4 maal de overeengekomen arbeidsduur per week.
36 Overgangsregeling verlof werknemers (per 1 januari 2023) vervallen Hoofdstuk 9
Voor werknemers die op 31 december 2022 vallen onder hoofd- stuk 9 geldt dat zij hun verlofuren op basis van hoofdstuk 9 (inclusief het persoonlijk budget) behouden totdat zij de leeftijd bereiken waarop zij onder hoofdstuk 8 aanspraak maken op het gelijke aantal verlofuren.
37 Opnemen verlof en vrije uren
1. a. Verlof en vrije uren kunnen op aanvraag worden verleend of door werkgever worden aangewezen. Aangevraagd verlof of aangevraagde vrije uren worden verleend, tenzij het dienstbelang of de in lid 3 genoemde verlofvolgorde zich daartegen verzet. Aanwijzing vindt niet plaats zonder overleg met werknemer.
b. Elke werknemer krijgt met ingang van 1 januari 2023 het recht om gegarandeerd 2 (snipper)verlofdagen per jaar op te nemen. Het verlof kan niet aaneengesloten worden opgenomen en dient minstens 6 weken van tevoren worden aangevraagd.
Directie en de Ondernemingsraden van de diverse bedrijfsonderdelen maken afspraken welke dagen hiervan worden uitgesloten (bijv. landelijke evene- menten). Het verlof kan in ieder geval niet worden verleend op feestdagen zoals benoemd in artikel 117. Deze regeling wordt door partijen na 6 maanden geëvalueerd waarbij onder andere wordt bekeken of de aanvraagperiode kan worden verkort.
2. Werkgever kan in overleg met de desbetreffende Ondernemingsraad tijdvakken aanwijzen, binnen welke periode het verlof voor bepaalde groepen werknemers wordt vastgesteld.
3. Werkgever kan in overleg met de desbetreffende Ondernemingsraad nadere regels betreffende het verlenen
xxx xxxxxx en vrije uren vaststellen. Daarbij geldt de volgende prioriteitsvolgorde:
- gegarandeerd zomerverlof en buitengewoon verlof als bedoeld in artikel 43 lid 4, punt 1 en punt 2 a, b en c en kortdurend zorgverlof als bedoeld in artikel 42;
- organisatieverlof;
- verplicht verlof in voor- en najaar voor werknemers waarvoor verlofspreiding geldt;
- alle overig betaald en onbetaald verlof in volgorde van aanvraag, tenzij door werkgever in overleg met de Ondernemingsraad hiervan wordt afgeweken.
4. Bij het bepalen van het aantal op te nemen verlof- en vrije uren wordt uitgegaan van de lengte van de werktijd die werknemer op de desbetreffende dag volgens zijn werktijd- regeling had moeten werken.
5. Voor reservepersoneel/werknemer in een vast rooster op reserve/beschikbare dagen geldt het volgende. De lengte van een verlofdag van werknemer bedraagt 30 uur als deze aansluit op een dienst en 24 uur als de verlofdag niet aansluit op een dienst.
6. Verlofuren dienen in beginsel te worden genoten in het jaar waarin deze worden opgebouwd.
38 Overschrijven vrijetijdsaanspraken roostergebonden personeel
1. Aan het eind van ieder kalenderjaar kunnen maximaal 160 uur aan vrijetijdsaanspraken worden meegenomen naar het volgende kalenderjaar. Indien werknemer meer
dan 160 uur aan vrijetijdsaanspraken heeft, worden de uren boven de 160 uitbetaald.
2. Werknemer kan ervoor kiezen de uren boven de 160 te sparen in tijd in de verlofspaarregeling. Een nadere
uitwerking van de verlofspaarregeling is opgenomen in het Keuzeplan.
38a Overschrijven verlof en vrije uren niet roostergebonden personeel
Indien de verlofuren of de vrije uren niet of niet geheel in het desbetreffende kalenderjaar zijn verleend, heeft werkgever de bevoegdheid om deze voor 1 mei van het daaropvolgende kalenderjaar aan te wijzen. Werknemer krijgt voor het einde
van het lopende kalenderjaar de mogelijkheid om de vrije uren die niet of niet geheel in het desbetreffende kalenderjaar zijn verleend, te sparen in tijd in de verlofspaarregeling. Een nadere
uitwerking van de verlofspaarregeling is opgenomen in het Keuzeplan.
38b Verjaringstermijn
Aanspraken op niet genoten verlof en vrije uren verjaren vijf jaren na de laatste dag van het kalenderjaar waarin de
aanspraak is ontstaan. De wettelijke vervaltermijn6 is niet van toepassing. Werknemer krijgt voor het einde van het lopende kalenderjaar de mogelijkheid om de vrije uren die verjaren
en niet of niet geheel in het desbetreffende kalenderjaar zijn verleend, te sparen in tijd in de verlofspaarregeling. Een nadere uitwerking van de verlofspaarregeling is opgenomen in het Keuzeplan.
39 Verlofaanspraken bij indiensttreding
Werknemer die aantoont dat door zijn vorige werkgever niet verleende verlofdagen zijn uitbetaald, heeft aanspraak op onbe- taald verlof tot maximaal het aantal uitbetaalde verlofdagen.
Deze dagen worden in uren omgezet.
40 Verlofaanspraken bij einde dienstverband
Werkgever zal bij einde dienstverband:
• de verlofuren/vrije uren waarop werknemer nog aanspraak heeft, uitbetalen tegen uurloon (inclusief vakantiebijslag en decemberuitkering); desgewenst ontvangt werknemer een bewijs waarop het aantal uitbetaalde uren is vermeld;
• de te veel genoten verlofuren/vrije uren met werknemer verrekenen. Deze verrekening vindt niet plaats als de dienst- betrekking eindigt door overlijden van werknemer of in geval van ontslag wegens arbeidsongeschiktheid.
Bijzonder verlof
41 Bijzonder verlof
Onder bijzonder verlof wordt verstaan bij wet en bij cao geregeld verlof gericht op specifieke situaties.
42 Bij wet geregeld verlof
1. De wettelijke bepalingen zoals zwangerschaps- en bevallingsverlof, (aanvullend) geboorteverlof, calamiteiten- verlof, adoptieverlof, kortdurend zorgverlof, langdurend zorgverlof en ouderschapsverlof zijn van toepassing.
2. In aanvulling op de wettelijke bepalingen wordt gedurende het kortdurend zorgverlof, het adoptieverlof en het aan- vullend geboorteverlof het volledige salaris doorbetaald.
3. De pensioenopbouw wordt gedurende de wettelijk toegestane periode van ouderschapsverlof van maximaal 26 weken, voortgezet. Werkgever neemt de daarvoor verschuldigde pensioenpremie voor haar rekening.
4. Totdat er bij wet gelijkheid is georganiseerd in verlofrechten voor alle gezinssamenstellingen bij verwelkoming van een kind in het gezin, vult werkgever het verlofrecht als volgt aan:
- Het adoptieverlof wordt met 4 weken uitgebreid zodat er bij verwelkoming van een kind in het gezin voor een van de ouders een verlofrecht van in totaal 10 weken ontstaat.
- Indien de bevallende ouder geen onderdeel uitmaakt van het gezin waarin het kind wordt opgenomen, heeft de wettelijke ouder van het gezin waarin het kind wordt
opgenomen op dit moment recht op 6 weken (aanvullend) geboorteverlof. Dit wordt door werkgever aangevuld tot in totaal 10 weken voor een van beide ouders van het gezin waarin het kind wordt opgenomen. Voor de andere ouder(s) wordt het aangevuld tot 6 weken.
43 Bij CAO geregeld verlof
1. Naar aanleiding van het bepaalde in lid 4 sub 1 en sub 2 van dit artikel wordt op aanvraag van werknemer verlof met doorbetaling van de maandbezoldiging verleend; tijdens
dit verlof zal geen bereikbaarheidsdienst worden opgelegd. Per gebeurtenis is de omvang van het verlof vermeld.
2. Indien de omvang van het verlof meer dan één dienst bedraagt, wordt het verlof ononderbroken verleend. Rust- dagen, CO-dagen en feestdagen zijn in dit verband geen onderbrekingen.
3. Voor werknemer die, als gevolg van het feit dat hij minder dan gemiddeld 36 uur per week werkt, per week minder dagen werkt dan gebruikelijk is bij het desbetreffende onderdeel, geldt het volgende: tussenliggende kalender- dagen waarop geen dienst wordt verricht (met uitzondering van rustdagen, CO-dagen en feestdagen) worden in dit verband als dienst aangemerkt.
4. Er is sprake van verschillende vormen van bij CAO geregeld verlof:
1. het zonder verdere voorwaarden verlenen van verlof voor de volgende gebeurtenissen:
a. ondertrouw van werknemer: 1 dienst;
b. huwelijk van werknemer: 4 diensten;
c. 25- en 40-jarig huwelijk van werknemer: 1 dienst;
d. overlijden van partner: 4 diensten;
6 m.i.v. 1 januari 2012 in de wet opgenomen
e. overlijden van bloed- en aanverwanten in de 1e graad van werknemer of van de partner: 4 diensten;
f. 25, 40, en 50 jarig dienstjubileum van werknemer: 1 dienst;
g. verhuizing, mits er recht bestaat op verhuiskosten- vergoeding (conform de bepalingen in hoofdstuk 5) en het dienstbelang zich daar niet tegen verzet: 4 diensten.
2. het door werkgever in staat stellen tot het bijwonen van de volgende gebeurtenissen:
a. huwelijk van bloed- of aanverwanten in de 1e en
2e graad van werknemer of van de partner: 1 dienst;
b. 25, 40, 50 en 60 jarig huwelijk van (pleeg /stief) ouders van werknemer of van de partner: 1 dienst;
c. overlijden van bloed- en aanverwanten in de 2e en 3e graad van werknemer of van de partner: 1 dienst;
d. cursussen ter voorbereiding op de pensionering of de vervroegde uittreding: maximaal 5 diensten.
Aanspraak op dit verlof kan op zijn vroegst 2 jaar voor de ontslagdatum ontstaan.
3. NS vindt het belangrijk dat werknemers die mantelzorg verlenen of te maken hebben met het verlies van
een dierbare voldoende gesteund worden door hun (werk)omgeving.
Werkgever en werknemer voeren hierover samen het gesprek en maken maatwerkafspraken die passen bij de persoonlijke situatie van de werknemer. Zie verder Hoofdstuk 12, bijlage 12 Gezond en gemotiveerd werken.
4. Werknemers in transitie naar een andere gender- identiteit kunnen gedurende een periode van tien jaar in totaal 24 weken volledig betaald verlof toegekend krijgen en opnemen om dit te realiseren.
44 Aanvullende afspraken over verlof en ziek zijn In hoofdstuk10, artikel 12 is een aanvullende afspraak over verlof en ziekte opgenomen (“extra zorgdag”).
4. Beloningen
45 CAO-lonen
De lonen per contractuur, zoals die gelden vanaf 1 april 2020 zijn vermeld in hoofdstuk 12, bijlage 1a.
De lonen per 1 april 2020 voor een 36-uurs-contract zijn vermeld in hoofdstuk 12, bijlage 1b.
De lonen per contractuur, zoals die gelden vanaf 1 april 2021 zijn vermeld in hoofdstuk 12, bijlage 1c.
De lonen per 1 april 2021 voor een 36-uurs-contract zijn vermeld in hoofdstuk 12, bijlage 1d.
De lonen per contractuur, zoals die gelden vanaf 1 januari 2022 zijn vermeld in hoofdstuk 12, bijlage 1e.
De lonen per 1 januari 2022 voor een 36-uurs-contract zijn vermeld in hoofdstuk 12, bijlage 1f.
De lonen per contractuur, zoals die gelden vanaf 1 juli 2022 zijn vermeld in hoofdstuk 12, bijlage 1g.
De lonen per 1 juli 2022 voor een 36-uurs-contract zijn vermeld in hoofdstuk 12, bijlage 1h.
De lonen per contractuur, zoals die gelden vanaf 1 januari 2023 zijn vermeld in hoofdstuk 12, bijlage 1i.
De lonen per 1 januari 2023 voor een 36-uurs-contract zijn vermeld in hoofdstuk 12, bijlage 1j.
46 Loonschaal Participatiewet
Voor de werknemers van wie is vastgesteld dat zij met voltijdse arbeid niet in staat zijn tot het verdienen van het wettelijk minimumloon (WML), maar die wel mogelijkheden
tot arbeidsparticipatie hebben en die behoren tot de doelgroep voor loonkostensubsidie op grond van de Participatiewet, is in Hoofdstuk 12, bijlage 1k een aparte loonschaal naast het bestaande loongebouw opgenomen.
Deze loonschaal begint op 100% WML en eindigt op 120% WML.
Voor de werknemers die ingedeeld worden in deze loonschaal geldt eenzelfde salarisgroei-systematiek als voor de werknemers in de reguliere loonschalen. De stappen worden toegekend tot het overeengekomen schaalmaximum bereikt is. Nadrukkelijk
is deze loonschaal exclusief voor de hierboven omschreven doelgroep en niet voor andere werknemers zoals:
• werknemers met een arbeidshandicap die niet tot de doel- groep van de Participatiewet behoren, zoals Wajongers.
• werknemers met een arbeidshandicap die wel zelfstandig het minimumloon kunnen verdienen.
• andere groepen werknemers met afstand tot de arbeidsmarkt, zoals oudere werknemers of langdurig werklozen.
47 Vacant
48 Uurloon en dagloon
Het uurloon is gelijk aan 0,23 maal het CAO-loon per contract- uur zoals vermeld in hoofdstuk 12, bijlage 1a, bijlage 1c, bijlage 1e, bijlage 1g en bijlage 1i, eventueel verhoogd met
de aan werknemer toegekende toelage(n) per uur, die aan het CAO-loon is gelijkgesteld.
49 Netto-netto toelage
Voor de salarisgroepen 51 tot en met 59, alsmede tot een bepaald salarisniveau in de salarisgroepen 60 en 61, is bij de verzelfstandiging van het Spoorwegpensioenfonds op
1 januari 1994 een toelage vastgesteld ter verkrijging van een netto-garantie op dat tijdstip. Deze toelage is de netto-netto toelage. De groep werknemers die recht heeft op de netto-netto toelage is beperkt tot werknemers die op 31 maart 2001 een netto-netto toelage ontvingen. Voor een overzicht van de netto- netto toelagen per contractuur zie hoofdstuk 12, bijlage 2 van de CAO.
50 Vakantiebijslag
1. Werknemer heeft jaarlijks aanspraak op vakantiebijslag, die in de maand mei wordt uitbetaald. De vakantiebijslag
wordt gedurende de periode mei tot en met april per maand opgebouwd door het reserveren van 8 procent van de maandbezoldiging.
2. Het minimum van de vakantiebijslag bedraagt € 5,69 (per 1 juli 2022); € 5,88 (per 1 januari 2023) per maand per contractuur. De vakantiebijslag die volgens de in lid 1 bedoelde berekeningsmethode minder bedraagt dan de minimum vakantiebijslag, wordt verhoogd tot de minimum vakantiebijslag indien:
- werknemer 23 jaar of ouder is, of
- werknemer xxxxxx dan 23 jaar is en een partner heeft, of recht heeft op kinderbijslag.
3. Werknemer krijgt vanaf maart 2023 de mogelijkheid om de maand van uitbetaling van de vakantiebijslag zelf te bepalen.
51 Decemberuitkering
1. Werknemer heeft jaarlijks aanspraak op een december- uitkering, die in de maand december wordt uitbetaald.
De decemberuitkering wordt gedurende het kalenderjaar per maand opgebouwd door het reserveren van 3 procent van de maandbezoldiging.
2. De minimum decemberuitkering bedraagt € 2,36 (per 1 juli 2022); € 2,44 (per 1 januari 2024) per maand per contractuur.
3. De decemberuitkering die volgens de in lid 1 bedoelde berekeningsmethode minder bedraagt dan de minimum decemberuitkering, wordt verhoogd tot de minimum decemberuitkering, indien:
- werknemer 23 jaar of ouder is, of
- werknemer xxxxxx dan 23 jaar is en een partner heeft, of recht heeft op kinderbijslag.
Salarissysteem
52 Indelen in salarisgroep
1. De functies bij werkgever worden, met uitzondering van werknemer die op of na 1 april 1996 een functie in de reinigingsdienst bij NedTrain (heeft) aanvaard(t), naar zwaarte gerangschikt over 9 functiegroepen (51 tot en met 59). Deze rangschikking vindt plaats op basis van het tussen partijen overeengekomen functie-indelingssysteem ORBA (zie hoofdstuk 12, bijlage 7) of op basis van een vereenvou- digde werkwijze, die gebaseerd is op de referentiefuncties van ORBA. De functies worden in ieder geval volgens dit systeem gerangschikt ingeval werkgever en/of de functie- vervuller dat wil. Indeling in functiegroep 60, 61, 62 en 63 vindt plaats volgens het Hay-systeem (zie hoofdstuk 12, bijlage 8).
2. Voor werknemer die op of na 1 april 1996 een functie in de
reinigingsdienst van NedTrain aanvaardt of heeft aanvaard, geldt een afwijkende indeling. Deze functies worden op basis van zwaarte van de functie ingedeeld in functiegroep 01, 02 of 03.
3. Het indelen van werknemer in een van de salarisgroepen vindt plaats op basis van de functie waarin hij is benoemd. Benoemingen geschieden conform lid 1.
4. Werknemer die zijn functie nog niet volledig uitoefent kan tijdelijk in een lagere salarisgroep worden ingedeeld.
5. De groepsfunctie machinist en de groepsfunctie hoofd- conducteur zijn binnen NS kernfuncties en zullen geen wijzigingen ondergaan.
53 Vaststellen CAO-loon bij indiensttreden
1. De salarisgroepen 51 tot en met 59 zijn onderverdeeld in treden. Bij indiensttreden wordt aan werknemer een trede toegekend. Voor werknemers van 20 jaar of jonger wordt het toekennen van deze trede bepaald door de leeftijd die in het desbetreffende jaar is of wordt bereikt. Voor overige werknemers wordt de trede toegekend die volgt op de trede van een 20-jarige. Kent de salarisgroep geen leeftijdstreden, dan wordt de laagste trede in de salarisgroep toegekend. Het toekennen van een hogere trede kan plaatsvinden op basis van relevante werkervaring en/of opleiding.
2. De salarisgroepen 60, 61, 62 en 63 kennen een begin- en eindbedrag. Het CAO- loon kan ieder bedrag zijn van het beginbedrag tot en met 110 procent van het eindbedrag van de desbetreffende salarisgroep. Bij indiensttreden wordt afhankelijk van de relevante werkervaring en/of opleiding een CAO-loon vastgesteld.
3. Het niveau in de voor werknemer geldende schaal 01, 02 en 03 wordt bepaald door de leeftijd van werknemer.
Is werknemer 22 jaar of ouder, dan wordt het niveau in de schaal bepaald door het aantal functiejaren dat hij in die schaal heeft doorgebracht. Daarbij worden de leeftijdsjaren tot 22 jaar buiten beschouwing gelaten.
54 Toekennen tredeverhoging salarisgroep 01 tot en met 03 en salarisgroep 51 tot en met 59
1. Aan werknemer, ingedeeld in één van de salarisgroepen 01 tot en met 03 of salarisgroepen 51 tot en met 59, wordt op 1 januari van elk jaar de naast hogere trede toegekend indien het functioneren ten minste als voldoende is beoor-
deeld. Indien in het betreffende jaar geen beoordeling heeft plaatsgevonden, vindt automatisch tredeverhoging plaats.
2. Aan werknemer kan een extra trede worden toegekend. De functievervulling moet daartoe aanleiding geven.
3. De salarisgroepen 51 tot en met 59 kennen een E-trede. Werknemer komt onder de volgende voorwaarden voor deze E-trede in aanmerking:
- minimaal 5 jaar op het maximum van de salarisgroep en
- een positieve beoordeling.
In dit kader geldt als maximum van een salarisgroep de hoogste trede, niet de E-trede zijnde.
55 Niet toekennen tredeverhoging salarisgroep 01 tot en met 03 en salarisgroep 51 tot en met 59
Er wordt geen hogere trede in de salarisgroep toegekend indien:
a. werknemer afwezig is. De hogere trede wordt wel toegekend indien de afwezigheid wordt veroorzaakt door betaald of onbetaald verlof voor een periode van maximaal 6 maanden. Tevens wordt de trede toegekend in het eerste ziektejaar (N.B.: er wordt geen trede toegekend in het tweede ziektejaar);
b. werknemer geschorst is. Hervat werknemer zijn werk- zaamheden in de functie die hij verrichtte op het moment dat hij werd geschorst, dan kan de tredeverhoging alsnog, per oorspronkelijke datum, plaatsvinden;
c. werknemer een WAO- of WIA-uitkering geniet, gebaseerd op een arbeidsongeschiktheidspercentage van 80-100%;
d. werknemer niet voldoet aan eisen van geschiktheid en/of gedrag. Het besluit tot uitsluiten moet zijn gebaseerd op een functievervullingsgesprek/ beoordelingsgesprek niet ouder dan 3 maanden;
e. er twijfel bestaat of werknemer voldoet aan eisen van geschiktheid en/of gedrag. De tredeverhoging kan dan tijde- lijk worden opgeschort. Het opschortingsbesluit wordt aan werknemer tijdig bekend gemaakt. Binnen 6 maanden na de oorspronkelijke voor de tredeverhoging aangewezen datum moet een definitief besluit worden genomen, op basis van een nieuw functievervullingsgesprek/ beoordelingsgesprek, of de opschorting wordt omgezet in een uitsluiting. Als niet tijdig een besluit wordt genomen, dan vindt alsnog per oorspronkelijke datum de tredeverhoging plaats;
f. werknemer wel beschikbaar is, maar de functie waarin hij laatstelijk is benoemd niet (meer) uitoefent, tenzij werkgever de veroorzaker hiervan is. Hervat werknemer zijn werkzaam- heden in de hiervoor vermelde functie, dan kan de tredever- hoging alsnog per oorspronkelijke datum plaatsvinden.
56 Toekennen verhoging CAO-loon salarisgroep 60, 61, 62 en 63
1. Aan werknemer ingedeeld in salarisgroep 60, 61, 62 of 63 wordt niet eerder een jaarlijkse verhoging toegekend, dan nadat het functioneren van werknemer is beoordeeld.
Bij de mate van verhogen wordt rekening gehouden met het oordeel over het functioneren. De verhoging gaat in per 1 januari.
2. De verhoging kan variëren van 0 tot en met 6 procent van het eindbedrag van de desbetreffende salarisgroep. Het maximaal te bereiken CAO-loon bedraagt gewoonlijk
100 procent van het eindbedrag van de salarisgroep. In bijzondere gevallen kan het CAO-loon tot maximaal 110 procent van het eindbedrag van de salarisgroep oplopen. Bij de mate van verhoging wordt rekening gehouden met het oordeel over het functioneren. Voor
werknemer wordt dit oordeel inzichtelijk gemaakt in een gesprek en op verzoek van werknemer op schrift gesteld.
3. Er wordt geen verhoging toegekend indien:
a. werknemer afwezig is. De verhoging wordt wel toegekend indien de afwezigheid wordt veroorzaakt door betaald
of onbetaald verlof voor een periode van maximaal
6 maanden. Tevens wordt de verhoging toegekend in het eerste ziektejaar (N.B.: er wordt geen verhoging toegekend in het tweede ziektejaar);
b. werknemer is geschorst. Hervat werknemer zijn werk- zaamheden in de functie die hij verrichtte op het moment dat hij werd geschorst dan kan de verhoging alsnog,
per oorspronkelijke datum, plaatsvinden;
c. werknemer een WAO- of WIA-uitkering geniet, gebaseerd op een arbeidsongeschiktheids- percentage van 80-100%;
d. werknemer wel beschikbaar is, maar de functie waarin hij laatstelijk is benoemd niet (meer) uitoefent, tenzij werkgever de veroorzaker hiervan is. Hervat werknemer zijn werkzaamheden in de hiervoor vermelde functie dan kan de verhoging alsnog per oorspronkelijke datum plaatsvinden.
57 Bevorderen
1. Een werknemer die benoemd is op een functie ingedeeld in een hogere salarisgroep, komt in aanmerking voor bevorde- ring. Bevordering gaat, na een proeftermijn van maximaal
6 maanden, in op de eerste dag volgend op de maand waarin werkgever heeft vastgesteld dat werknemer aan alle functie-eisen voldoet. Werkgever is bevoegd om op andere gronden dan de functiezwaarte een werknemer te bevor- deren. In dat geval is sprake van een beleidsbevordering.
Een bevordering kan met terugwerkende kracht gebeuren wanneer naar het oordeel van werkgever daar aanleiding voor bestaat. Een bevordering met terugwerkende kracht kan tevens voorkomen als de functie van werknemer in een hogere salarisgroep is ingedeeld. Als richtlijn voor de terug- werkende kracht geldt de datum waarop overeenstemming werd bereikt over de beschrijving van de functie, indien werkgever van oordeel is dat werknemer op die datum al voldeed aan de functie-eisen.
N.B.: in een aantal gevallen gelden afwijkende bevor- deringstermijnen, deze zijn opgenomen in hoofdstuk 8 (Bedrijfsspecifieke bepalingen).
2. De overgang naar de salarisgroepen 01 tot en met 03 en de salarisgroepen 51 tot en met 59 vindt plaats volgens het overgangsschema opgenomen in hoofdstuk 12, bijlage 1. Als geen overgang is aangegeven, dan vindt de overgang horizontaal plaats.
3. Overgang naar de salarisgroepen 60, 61, 62 en 63 vindt plaats door het oude CAO- loon te verhogen met de helft van het verschil van de beginbedragen van de oude en de nieuwe salarisgroep.
58 Samenloop bevorderen en (trede)verhogen
Bij bevordering per 1 januari vindt eerst de overgang naar de hogere salarisgroep plaats en vervolgens wordt een (trede) verhoging toegekend.
59 Verlagen CAO-loon alsmede toelagen
Verlagen van het CAO-loon alsmede de toelagen is mogelijk door indeling in een lagere salarisgroep met schriftelijke instemming van werknemer.
59a Compensatieregeling bij herwaardering van de functie in lagere salarisgroep
Indien bij herwaardering de functie van werknemer in een lagere salarisgroep wordt ingedeeld, geldt per de eerste van de kalendermaand volgend op het indelingsbesluit het volgende:
1. Het door de werknemer in de nieuwe situatie te ontvangen salaris wordt niet lager ten gevolge van de indeling in een lagere salarisgroep. Bij indeling in de nieuwe salarisgroep wordt de trede / RSP toegekend die zo dicht mogelijk boven het oude salaris ligt. Bovengrens is het maximum binnen de nieuwe salarisgroep.
2. In geval het salaris van werknemer reeds hoger is dan het maximum van de salarisgroep waarin de functie na herwaar- dering is ingedeeld, geldt het volgende:
- werknemer wordt ingedeeld in het maximum van de nieuwe salarisgroep
- werknemer ontvangt daarnaast een toelage die gelijk is aan het verschil tussen het salaris dat werknemer verdiende voordat de functie werd geherwaardeerd en
het maximum salaris behorend bij de nieuwe salarisgroep waarin de werknemer formeel wordt ingedeeld.
Deze toelage wordt geïndexeerd met de algemene
CAO-loonaanpassingen. Voornoemde toelage geldt zolang werknemer dezelfde functie blijft uitoefenen.
3. Werkgever en werknemer xxxxxxx zich in om het werken op een lager functieniveau in tijd te beperken.
60 Niet toekennen maandbezoldiging bij afwezigheid werknemer
1. Werknemer heeft geen aanspraak op de maandbezoldiging over de periode waarin hij afwezig is.
2. Werknemer heeft wanneer hij afwezig is, toch aanspraak op de maandbezoldiging:
- ingeval hij voorlopig is geschorst;
- indien werkgever besluit de maandbezoldiging wel toe te kennen.
Inhoudingen
61 Pensioenpremie
1. Op het pensioengevend inkomen wordt bij werknemer een pensioenpremie ingehouden, zie hoofdstuk 10.
2. Bij onbetaald verlof dat uitsluitend in het persoonlijk belang van werknemer wordt verleend en dat op kalenderjaarbasis 4 maal de overeengekomen arbeidstijd per week over- schrijdt, komt de totale pensioenpremie (werkgevers- en werknemersdeel) voor rekening van werknemer.
Op het pensioengevend inkomen wordt een WIA excedent premie ingehouden. Deze WIA excedent premie wordt inge- houden voorzover het pensioengevend inkomen een vrijgesteld bedrag (de zgn. franchise) overschrijdt. De franchise is gelijk aan het maximum dagloon WIA op maandbasis. De hoogte van de WIA excedent premie wordt vastgesteld door het pensioenfonds Rail&OV.
62a Wettelijke WGA-verzekering
50% van de bij NS in rekening gebrachte premie voor de WGA- verzekering wordt ingehouden op het loon van de werknemer. De premie is een netto inhouding.
Uitbetalen
63 Uitbetalen
De maandbezoldiging en vergoedingen in geld waarop werknemer aanspraak heeft, wordt uiterlijk de 15e van de
kalendermaand overgeschreven op door werknemer aan te wijzen bankrekening(en).
Eenmalige uitkeringen
64. Jubileumgratificatie
1. Aan werknemer die sinds indiensttreden 12,5 jaar in dienst van werkgever is geweest, wordt een gratificatie verleend ten bedrage van een kwart van zijn maandbezoldiging.
De diensttijd moet onafgebroken zijn en aaneensluiten, tenzij er naar het oordeel van werkgever aanleiding bestaat hiervan af te wijken. Indien er sprake is van een re-integratie in een lagere salarisgroep wordt er voor de berekening van de hoogte van de uitkering uitgegaan van het op niveau gebrachte CAO-loon, dat werknemer op de dag voor
re-integratie genoot.
2. Aan werknemer wordt een gratificatie verleend van de helft van zijn maandbezoldiging indien hij 45 jaar in dienst van werkgever is. De diensttijd moet onafgebroken zijn en aaneensluiten, tenzij er naar het oordeel van werkgever aanleiding bestaat hiervan af te wijken. Indien er sprake is
van een re-integratie in een lagere salarisgroep wordt er voor berekening van de hoogte van de uitkering uitgegaan van het op niveau gebrachte CAO-loon, dat werknemer op de dag voor re-integratie genoot.
3. Aan werknemer wordt een gratificatie verleend van eenmaal zijn maandbezoldiging indien hij 25, 40 en 50 jaren in dienst van werkgever is. De diensttijd moet onafgebroken zijn en aaneensluiten, tenzij er naar het oordeel van werkgever aanleiding bestaat hiervan af te wijken. Indien er sprake is van een re-integratie in een lagere salarisgroep wordt er voor berekening van de hoogte van de uitkering uitgegaan van het op niveau gebrachte CAO-loon, dat werknemer op de dag voor re-integratie genoot.
4. De jubileumgratificatie wordt naar evenredigheid vastgesteld op basis van het aantal contracturen per periode. De even- redigheid voor perioden die liggen vóór 1997 geschiedt op basis van de deeltijdfactor.
5. Werkgever kan om bijzondere, aan werknemer mede te delen redenen, een gratificatie als in lid 1, 2 of 3 bedoeld niet toekennen. Wanneer de redenen, die tot het onthouden van de gratificatie aan werknemer hebben geleid, niet meer aanwezig zijn, zal deze alsnog worden toegekend.
Werknemer die voor de eerste van de maand waarin hij de voor hem geldende AOW- gerechtigde leeftijd bereikt een 25- of
40-jarig dienstjubileum zou hebben gevierd, ontvangt bij eerder ontslag wegens volledige arbeidsongeschiktheid, OVUT of pensioen, een afscheidsuitkering, indien het dienstjubileum zou worden bereikt binnen 5 jaar na de datum van ontslag. Deze afscheidsuitkering is een jubileumgratificatie naar rato.
66 Uitkering bij overlijden
In geval van overlijden van werknemer wordt door werkgever aan de nagelaten betrekking als bedoeld in artikel 7:674 Burgerlijk Wetboek een uitkering verstrekt op basis van diens laatstgenoten pensioengevend inkomen. De uitkering wordt betaald over het resterende deel van de maand na het overlijden plus de twee daaropvolgende volle kalendermaanden. Betaling van de uitkering geschiedt voor zover mogelijk in een bedrag ineens.
5. Vergoedingen en garantieregelingen
Vergoedingen
67 Verhuizing
1. Als werknemer op verzoek van werkgever moet verhuizen worden verhuis- en transportkosten vergoed.
2. De verhuiskostenvergoeding bedraagt 12% van het bruto jaarsalaris met een minimum van € 3.100 en een maximum van € 5.445.
3. De transportkosten worden volledig vergoed. Kosten voor het in- en uitpakken vallen hier niet onder.
4. De transportkosten worden ook vergoed aan:
a. de oud werknemer met een pensioenuitkering, een WW-uitkering of met OVUT-uitkering die:
- verhuist binnen 3 jaar na ontslagdatum, én
- verhuist naar een andere gemeente binnen Nederland naar een woning die tenminste 10 km hemelsbreed van de oude woning ligt;
b. de partner van een overleden werknemer of oud-werk- nemer die binnen 3 jaar na ontslagdatum is overleden en die verhuist naar een andere gemeente binnen Nederland naar een woning die tenminste 10 km hemelsbreed van de oude woning ligt.
5. Terugbetaling van verhuis- en transportkosten
Als werknemer verhuisd is en de arbeidsovereenkomst eindigt binnen drie jaar, anders dan door overlijden of invaliditeit, moet werknemer de toegekende verhuis- en transportkosten als volgt terugbetalen:
- binnen 1 jaar na verhuizing:100%;
- binnen 2 jaar na verhuizing: 65%;
- binnen 3 jaar na verhuizing: 30%.
6. NS-Hypotheekgarantie aan de Stichting Spoorwegpensioenfonds
Als werknemer een woning koopt waarvoor hij een hypo- thecaire lening moet sluiten staat werkgever onder bepaalde voorwaarden borg voor betaling van rente en aflossing.
De voorwaarden zijn:
- werknemer heeft een hypothecaire lening van de Spoorwegpensioenfonds Beheer BV;
- de koopsom is niet hoger dan het maximale bedrag van de Nationale Hypotheek Garantie bij nieuwe woningen;
- de koop van de woning is een gevolg van een verplaatsing;
- werknemer kan geen Nationale Hypotheek Garantie krijgen;
- er bestaat een redelijke verhouding tussen de woonlasten en het inkomen.
68 Verblijf in een conferentieoord
Als werknemer deelneemt aan een vormings- of scholings- activiteit in een conferentieoord, ontvangt werknemer een tegemoetkoming in de kosten van consumpties in de avond. Voorwaarde is dat werkgever de kosten van de activiteit voor haar rekening neemt. De vergoeding kan tot aan een redelijk bedrag gedeclareerd worden. In overleg met werkgever wordt dit bedrag vastgesteld.
69 Verrichten andere werkzaamheden
1. Indien werknemer in opdracht van werkgever tijdelijk een andere functie vervult bestaat er recht op een vergoeding mits aan de volgende voorwaarden is voldaan:
- de vervanging duurt per dienst ten minste 5 uur;
- de andere werkzaamheden zijn in een hogere functie- groep ingedeeld;
- de vervanging van de andere functie is niet in de functie- beschrijving van werknemer opgenomen en heeft dus geen invloed gehad op de hoogte van de indeling van de eigen functie.
De vervanging hoeft niet alle taakelementen te omvatten van de functie die vervangen wordt.
2. De vergoeding bedraagt per verrichte dienst:
bij dienstdoen in functiegroep 52 t/m 56 € 3,57 (per
1 juli 2022); € 3,69 (per 1 januari 2023); bij dienstdoen
in functiegroep 57 en 58 € 6,01 (per 1 juli 2022); € 6,21 (per 1 januari 2023); bij dienstdoen in functiegroep 59 en 60 € 8,56 (per 1 juli 2022); € 8,86 (per 1 januari 2023); bij dienstdoen in functiegroep 61 t/m 63 € 11,18 (per
1 juli 2022); € 11,57 (per 1 januari 2023).
De hoogte van de vergoeding volgt de ontwikkeling van het CAO-loon.
3. De vergoeding wordt niet toegekend indien:
- de werkzaamheden worden verricht in het kader van de eigen opleiding of inwerken;
- werknemer een tijdelijke vacatureplaats vervult.
70 Les-, instructie of begeleiding geven1
1. Indien werknemer in opdracht van werkgever aan een groep of individu les, begeleiding of instructie geeft, bestaat er recht op een vergoeding mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
- het les-, instructie of begeleiding geven is niet mee gewaardeerd in de functie;
- het les-, instructie of begeleiding geven is persoonsgebonden;
- het begeleiden gebeurt in het kader van een verplichte opleiding, het betreft niet het inwerken of het meelopen van collega’s. Inwerken van een collega langer dan
2 weken wordt wel beschouwd als begeleiding.
2. De vergoeding bedraagt € 3,22 per lesuur (per 1 juli 2022);
€ 3,33 (per 1 januari 2023). De hoogte van de vergoeding volgt de ontwikkeling van het CAO-loon. Indien werknemer zich in vrije tijd moet voorbereiden kan daarvoor, in overleg met werkgever, compensatie gegeven worden. Als com- pensatie in tijd niet mogelijk is kan werkgever besluiten een uitkering te geven.
71 Reiskosten
1. Reiskosten, die werknemer maakt als hij voor de werk- uitvoering op reis is (waaronder begrepen bezoek aan de bedrijfsarts) mag hij declareren. De hoogte van de vergoeding bedraagt:
- alle kosten, indien gebruik gemaakt wordt van openbaar vervoer;
- voor gebruik van de eigen auto mag gedeclareerd worden bij:
Kilometers per jaar Vergoedingen per 1 april 20222
tot en met 5.000 km € 0,43 per kilometer
5.001 tot en met 10.000 km € 0,38 per kilometer
10.001 tot en met 15.000 km € 0,34 per kilometer
15.001 tot en met 20.000 km € 0,32 per kilometer meer dan 20.000 km € 0,20 per kilometer
1 Werknemer werkt niet voor het NS Leercentrum.
2 Deze vergoeding wordt jaarlijks per 1 april aangepast.
2. Werkgever vergoedt geen schade aan de auto die ontstaat wanneer de auto ten behoeve van dienst wordt gebruikt. Werknemer dient de auto zelf te verzekeren. In de kilometer- vergoeding is een bedrag voor een all-risk verzekering begrepen. Het eigen risico en een eventuele terugval in
no-claim worden niet vergoed.
72 Kosten van een maaltijd en/of consumpties
De voor de dienstuitvoering gemaakte redelijke kosten voor een maaltijd en/of consumpties kunnen in overleg met werkgever gedeclareerd worden. Deze vergoeding kan niet samenvallen met de maaltijdvergoeding (zie artikelen 113 en 130 in hoofdstuk 8).
73 Kosten van verblijf in een hotel
De voor de dienstuitvoering gemaakte redelijke kosten voor een verblijf in een hotel kunnen in overleg met werkgever gedeclareerd worden.
73a Zakelijke besprekingen en representatie
De voor zakelijke besprekingen of representatie gemaakte rede- lijke kosten voor consumpties kunnen in overleg met werkgever gedeclareerd worden.
74 Thuiswerkvergoeding
Per 1 januari 2023 ontvangen werknemers die op een dag volledig thuiswerken hiervoor een thuiswerkvergoeding van
€ 2,– netto per dag. De thuiswerkvergoeding kan worden gedeclareerd.
75 Persoonlijke schade bij bedrijfsongevallen
1. Als werknemer persoonlijke schade heeft geleden door een bedrijfsongeval kan deze geheel of gedeeltelijk worden vergoed onder de volgende voorwaarden:
- als werkgever wettelijk aansprakelijk is voor het over- komen ongeval, wordt de schade geheel vergoed;
- als werkgever niet wettelijk aansprakelijk is, ontvangt werknemer een tegemoetkoming in de kosten, onder voorwaarde dat het ongeval zijn oorzaak vindt in de aard van de opgedragen werkzaamheden, dan wel in de omstandigheden waaronder werknemer deze moest verrichten en niet te wijten is aan diens opzet, bewuste roekeloosheid of nalatigheid.
2. Wanneer aan een werknemer vanwege een bedrijfsongeval door de zorgverzekeraar van de werknemer eigen risico in rekening wordt gebracht voor de zorgkosten van werknemer,
vergoedt NS het deel van het wettelijk eigen risico dat aantoonbaar aan dit bedrijfsongeval toe te rekenen valt.
75a Xxxxxx aan persoonlijke hulpmiddelen
Als werknemer schade heeft opgelopen aan persoonlijke hulpmiddelen of er sprake is van diefstal van persoonlijke hulpmiddelen tijdens arbeidstijd, wordt de nieuwwaarde hiervan geheel vergoed als de geleden schade of diefstal zijn oorzaak vindt in de aard van de opgedragen werkzaamheden, dan wel in de omstandigheden waaronder werknemer deze moest verrichten en de geleden schade of diefstal niet te wijten is aan diens opzet, bewuste roekeloosheid of nalatigheid.
76 Vergoeding kleine consumptie
1. Als tegemoetkoming in de dagelijkse uitgaven voor kleine consumpties ontvangt werknemer uit de functiegroep:
- bij NSR: hoofdconducteur, machinist, medewerker V&S, inclusief combinaties van deze functies, de aspirant- functies, en de teammanagers behorend bij deze functies;
- bij NSR: rangeermachinist, assistent veiligheid & service, enquêteur;
- bij INT: ICE, Thalys, IC Brussel/direct, Trein Test Centrum: trainmanager;
- bij INT: bij ICE en Thalys, IC Brussel/direct, Trein Test Centrum: machinist;
- bij INT: vakondersteuner, boordmanager, teammanager.
- maandelijks de vergoeding kleine consumpties. De ver- goeding bedraagt € 10,00.
2. Aanvullend op het bepaalde in lid 1 geldt dat de werknemer die op 31 december 2016 aantoonbaar recht had op de servicepas, de vergoeding kleine consumpties behoudt.
3. Werknemer ontvangt de vergoeding niet wanneer werknemer:
- langer dan 60 kalenderdagen volledig arbeidsongeschikt is;
- arbeidsongeschikt is voor zijn functie en werknemer buiten dienst is in afwachting van re-integratie of ontslag wegens volledige arbeidsongeschiktheid;
- onbetaald verlof heeft.
4. Als werknemer minder dan gemiddeld 36 uur werkt ontvangt hij een bedrag naar rato.
77 EHBO-vergoeding
1. Werknemer die in eigen tijd deelneemt aan EHBO-oefen- avonden komt in aanmerking voor een vergoeding van
€ 31,00 per bijgewoonde oefenavond (met een maximum van 10 oefenavonden).
2. Om voor de vergoeding uit lid 1 in aanmerking te komen dient aan de volgende voorwaarden te zijn voldaan:
- werknemer volgt EHBO-cursus op verzoek van werkgever;
- werknemer is lid van een EHBO-vereniging;
- werknemer voldoet aan de eisen voor verlenging van het EHBO-diploma;
- werknemer mag geen lid zijn van de bedrijfshulpverleningsorganisatie.
78 Juridische bijstand
In het geval werknemer vervolgd wordt ter zake van een strafbaar feit, komt werknemer onmiddellijk in aanmerking voor juridische bijstand. Voorwaarde is dat het strafbare feit zich heeft voorgedaan bij de uitvoering van de opgedragen werkzaamheden. Indien op een later moment blijkt dat er sprake is geweest van opzet, grove schuld of nalatigheid kan
heroverweging van de juridische bijstand plaatsvinden. Wanneer werknemer in een situatie als hierboven beschreven juridische bijstand van NS heeft genoten en tegen de rechterlijke uitspraak beroep instelt, wordt de juridische bijstand gecontinueerd indien de Directievoorzitter hiervoor toestemming verleent.
79 Reiskostenregeling vroege/late dienst
1. Werknemer die werkzaam is in onregelmatige dienst komt in aanmerking voor een vergoeding van € 10,74 (per 1 juli 2022) en € 11,11 (per 1 januari 2023) als de dienst start vóór 06.00 uur.
2. Werknemer die werkzaam is in onregelmatige dienst komt in aanmerking voor een vergoeding van € 5,18 (per
1 juli 2022); € 5,36 (per 1 januari 2023) als de dienst eindigt
na 24.00 uur.
3. Werknemer ontvangt de vergoeding niet voor nachtdiensten die de periode van 02.00 uur tot 04.00 uur geheel omvatten.
4. Werknemer kan vanaf 1 april 2007 in plaats van deze vergoeding, binnen de geldende fiscale regel- geving3, kiezen voor een reiskostenvergoeding van
max. € 0,21 per km (per 2022), met een maximum van
€ 10,74 (per 1 juli 2022) en € 11,11 (per 1 januari 2023) per vroege dienst en € 5,18 (per 1 juli 2022) en € 5,36 (per 1 januari 2023) per late dienst. Uitbetaling onder dezelfde voorwaarden als de vergoeding vroeg/laat.
5. Deze regeling is niet van toepassing op werknemers van NedTrain en NS Leercentrum.
3 Fiscale beoordeling in combinatie met regeling artikel 119a
NS verstrekt op verzoek van werknemer gedurende de looptijd van de CAO een jaarabonnement OV Fiets. In dit abonnement zijn tevens twee gratis fietsritten per jaar inbegrepen. Eventuele fiscale consequenties komen ten laste van NS.
Garantieregelingen bij vermindering van het inkomen
81 Derving secundaire arbeidsvoorwaarden (DS)
1. Als werknemer zijn (eigen) werk niet kan doen door bepaalde omstandigheden, komt hij in aanmerking voor de vergoeding derving SAV (DS).
2. Voorwaarden en hoogte van de vergoeding
Werknemer heeft recht op DS als hij gedurende ten minste één volledige dienst geen (eigen) werk verricht als gevolg van één van de volgende situaties:
a. werknemer is volledig arbeidsongeschikt; hij ontvangt echter geen DS op een:
- F,
- in het rooster aangegeven R of WTV-dag of
- op een andere wijze vastgelegde WTV-dag;
b. hij verricht zijn werk gedeeltelijk of doet ander werk op advies van de bedrijfsarts. Dit geldt in principe voor
maximaal 3 maanden. Verlenging is mogelijk na beslissing van de bedrijfsarts;
c. hij is arbeidsongeschikt voor zijn functie en doet ander werk gericht op re-integratie of is buiten dienst in afwachting van re-integratie;
d. hij neemt deel aan OR- activiteiten of activiteiten van commissies daarvan;
e. hij heeft organisatieverlof;
f. hij gecertificeerd of opgeleid is als mentor bij herin- structie/werkplekbegeleiding, of in aanmerking komt voor een vergoeding conform artikel 70 voor les-, instructie of begeleiding geven en in verband daarmee een verschoven dienst heeft en hij over de oorspronkelijke dienst SAV ontvangen zou hebben.
Wordt werknemer van twee (nacht)diensten vrijgemaakt
t.b.v. één omstandigheid daar tussen in, dan heeft hij voor beide (nacht)diensten aanspraak op DS.
g. hij is door werkgever op ‘betaald afwezig’ (BA) gezet;
h. hij geniet wettelijk verlof.
3. Basis en hoogte van de DS-uitkering
De basis van de vergoeding is het uurgemiddelde van de uitbetaalde SAV-vergoeding in de afgelopen 12 maanden. Iedere maand stelt de personeelsadministratie dit bedrag vast. De meetellende vergoedingen zijn:
- vergoeding voor het werken op onregelmatige tijden;
- rouleringsbijslag;
- vergoeding bestrijding gevaarlijke stoffen te Kijfhoek en Venlo;
- vergoeding voor bereikbaarheid (mits dit een vast inkomensbestanddeel is);
- feestdagentoeslag;
- Tegemoetkoming Vermindering Inkomen (TVI);
- vergoeding dubbele onregelmatigheid;
- vaste onregelmatigheidsvergoeding vijfploegendienst NedTrainrain4;
- DS zelf.
Indien WTV is verkocht in de periode die wordt gehanteerd voor vaststelling van het DS-uurbedrag, worden deze uren opgeteld bij de contracturen.
Op een dag dat werknemer in aanmerking komt voor DS, kan hij de hierboven genoemde vergoedingen niet declareren.
De hoogte van de DS-uitkering voor een niet-verrichte dienst conform lid 2 bedraagt het bovenvermelde uur-
gemiddelde x het aantal uren van de dienst zoals die laatst is voorgeschreven.
4. Salarisgroep 61 t/m 63
De vergoeding is ook van toepassing op werknemer in één van de salarisgroepen 61 t/m 63.
5. Bijzondere situatie
Indien bij tijdelijke werkzaamheden, gericht op re-integratie, het totaal van CAO-loon en SAV, dat werknemer zou ont- vangen als hij definitief in de desbetreffende functie zou zijn herplaatst, groter is dan het totaal van XXX-xxxx en DS dat hij ontvangt, kan hij verzoeken om een aanvullende uitkering tot het eerstgenoemde totaal.
82 Vermindering inkomen bij ander werk (TVI)5
1. Door wijziging in werkomstandigheden (bijvoorbeeld een ander roosterpatroon of het volgen van een bedrijfs- opleiding) kunnen de SAV-inkomsten sterk verminderen. Werknemer kan dan in aanmerking komen voor een uitkering Tegemoetkoming Vermindering Inkomen (TVI).
2. Berekeningsmethodiek
Bij de berekening door de personeelsadministratie, spelen de volgende gegevens een rol:
a. Jaarinkomen TVI
Dit is het jaarinkomen van het voorafgaande kalen- derjaar. Tot dit jaarinkomen behoren: 12 x CAO-loon, vakantiebijslag, decemberuitkering en de volgende SAV- elementen: vergoeding voor werken op onregelmatige tijden, rouleringsbijslag, bereikbaarheid (mits dit een vast inkomensbestanddeel is), feestdagentoeslag, vergoeding bestrijding gevaarlijke stoffen te Kijfhoek en Venlo, vergoeding dubbele onregelmatigheid, derving SAV en de TVI.
b. Het aantal contracturen per jaar
Dit is het aantal uren dat volgens de arbeidsovereenkomst in het voorafgaande jaar is gewerkt. Voor een werknemer met een 36-uurs contract is dit 12 maanden x 36 uur = 432.
c. Basis TVI-garantie
De basis van de TVI-garantie wordt verkregen door het jaarinkomen TVI te delen door het aantal contracturen per jaar. De basis TVI-garantie wordt eenmaal per jaar (in de maand december) door de personeelsadministratie vastgesteld en geldt voor het volgende kalenderjaar.
d. Maandgarantie TVI
De maandgarantie TVI wordt iedere maand door de personeelsadministratie als volgt vastgesteld: 95,5% x basis TVI-garantie x aantal contracturen van de lopende maand.
e. Terughaalgrens TVI
De terughaalgrens TVI wordt iedere maand door de personeelsadministratie als volgt vastgesteld: basis
TVI-garantie x aantal contracturen van de lopende maand.
f. Maandinkomen voor de TVI-berekening
Dit is het CAO-loon verhoogd met de daarbij behorende vakantiebijslag en decemberuitkering en de SAV- elementen die ook bij het jaarinkomen zijn genoemd.
g. TVI-saldo
Dit is het totaal van uitgekeerde TVI-bedragen, verminderd met eventueel ingehouden TVI-bedragen. Vergelijking van uw maandinkomen met de maandgarantie TVI en met de terughaalgrens TVI leidt tot uitbetaling of inhouding TVI.
4 DS ten behoeve van de vaste onregelmatigheidsvergoeding vijfploegendienst NedTrain wordt gedurende de eerste twaalf maanden van ziekte niet uitbetaald. Na twaalf maanden is DS van toepassing (zie artikel 138 lid 1 punt 2).
5 De garantieregeling geldt niet voor NS Leercentrum
Onderstaand schema geeft de mogelijkheden aan:
Is het maandinkomen TVI lager dan de maandgarantie TVI?
Ja de werknemer ontvangt het verschil als TVI-uitkering.
Nee?
Is het maandinkomen gelijk aan of lager dan de terughaalgrens TVI?
Ja de werknemer ontvangt geen TVI-uitkering. Er wordt niet ingehouden. Nee?
Ontving de werknemer eerder een TVI-uitkering?
Nee er vindt noch een inhouding, noch een uitkering plaats.
Ja ingehouden wordt het verschil tussen maand- inkomen en terughaalgrens TVI tot maximaal het saldo TVI.
a. Bijzonderheden bij de berekening
- Als het maandinkomen hoger wordt als gevolg van bevordering of tredeverhoging, wordt de terughaalgrens TVI aangepast en gelijkgesteld aan het nieuwe maand- inkomen excl. SAV. Dit alleen als terughaalgrens TVI lager is dan het nieuwe CAO-loon incl. vakantiebijslag en decemberuitkering.
- Op 1 januari van ieder kalenderjaar wordt het saldo uit- gekeerd en ingehouden TVI op 0 gesteld. Als het inkomen van het afgelopen jaar (1) hoger was dan het inkomen van het daaraan voorafgaande jaar (2) wordt het verschil tussen (1) en (2) tot maximaal het TVI-saldo naar het nieuwe jaar overgebracht.
- De personeelsadministratie verzorgt automatisch uitkering en inhouding TVI.
- Werknemer ontvangt geen TVI over de periode van buitengewoon en/of onbetaald verlof.
- Bij verlaging van het CAO-loon van werknemer wordt de maandgarantie TVI aangepast. Dit leidt dus niet tot TVI-uitkering.
b. Werknemers van 55 jaar en ouder
De TVI-regeling geldt ook als op werknemer de garantie- regeling voor inkomensvermindering van oudere werk- nemers (zie artikel 83) van toepassing is.
c. Salarisgroep 61 en hoger
De TVI-regeling geldt ook als werknemer in één van de salarisgroepen 61 of hoger is ingedeeld.
d. Deeltijdwerkers
De TVI-garantie is van toepassing.
83 Garantieregeling Inkomensvermindering van Oudere Werknemers (GIOW)6
1. Vanaf het jaar waarin werknemer 55 jaar wordt geldt een garantie-inkomen. Als werknemer vanaf deze leeftijd minder onregelmatig werkt, waardoor SAV-inkomsten wegvallen, ontvangt hij minimaal dit garantie-inkomen, gebaseerd op de Garantieregeling voor Inkomensvermindering van Oudere Werknemers (GIOW).
2. Voorwaarden
- Werknemer is 55 jaar of ouder. De regeling geldt vanaf 1 januari van het jaar waarin werknemer 55 wordt.
- Werknemer is ingedeeld in één van de salarisgroepen 51 t/m 60.
- Werknemer ontving in het voorgaande jaar geen herplaatsing- re-integratie-toelage.
- Werknemer is niet herplaatst/gere-integreerd in het jaar dat hij 55 jaar werd of later, of om andere redenen in een lagere salarisgroep of trede ingedeeld.
3. Basis GIOW-regeling en hoogte van de uitkering
De basis van het garantie-inkomen GIOW wordt gevormd door het gemiddelde van het pensioengevend inkomen per contractuur over de 5 voorafgaande kalenderjaren, vermenigvuldigd met een van de leeftijd van werknemer afhankelijk percentage.
Leeftijd Percentage
55 jaar 97,5%
56 jaar 98%
57 jaar 98,5%
58 jaar 99%
59 jaar 99,5%
60 jaar en ouder 100%
4. Als het pensioengevend inkomen per contractuur over het laatste jaar lager is, dan geldt dit als de basis van het garan- tie-inkomen GIOW. Het garantie-inkomen GIOW voor een kalenderjaar wordt vervolgens vastgesteld door vermenig- vuldiging van de basis van het garantie-inkomen GIOW
met het totaal van de contracturen van het betreffende kalenderjaar. Indien er WTV is verkocht in de periode die wordt gehanteerd voor vaststelling van het garantie-inkomen GIOW, worden deze uren opgeteld bij de contracturen.
5. De hoogte van de garantie-uitkering is het verschil tussen het garantie-inkomen en het pensioengevend inkomen per kalenderjaar. De garantie-uitkering telt mee in de bereke- ningsgrondslag voor pensioen. De personeelsadministratie
verzorgt automatisch uitkering en inhouding. Om te voorkomen dat werknemer een jaar op een eventuele uitkering moet wachten, wordt per maand een uitkering gedaan volgens het zogenaamde rekening-courant systeem. Als daardoor te veel wordt uitgekeerd, kan ook een inhou- ding plaatsvinden.
Overgangsregelingen
84 Kosten woon-werkverkeer7
1. Voor een beperkt aantal standplaatsen wordt een tegemoet- koming in de reiskosten van het woon-werkverkeer gegeven. Deze regeling geldt alleen als werknemer op 31 mei 1988 in aanmerking kwam voor de vergoedingo.
2. Voorwaarden
- Werknemer had op 31 mei 1988 recht op de vergoeding (zie aanschrijving Pz1/C 2412-B5 nr 1 d.d. 22/5/1981).
- Werknemer is sinds die tijd niet meer verhuisd.
3. Met ingang van 1 juli 1990 wordt een vast bedrag per maand toegekend. Bij een belangrijke wijziging voor langere duur (60 kalenderdagen) in het rooster of in de treinenloop kan het bedrag worden aangepast. Van een belangrijke wijziging is sprake indien recht bestaat op een vergoeding die 25% hoger of lager is dan de toegekende vergoeding.
4. Bij langdurige ziekte (60 kalenderdagen) wordt de vergoe- ding voor de verdere ziekteduur gestopt.
5. De vergoedingsbedragen worden per 1 april van ieder jaar herzien.
6. De garantieregeling geldt niet voor NS Leercentrum.
7. Werknemer van NedTrain die in aanmerking komt voor reiskosten woon-werkverkeer op basis van artikel 119a, heeft geen recht op de vergoeding op basis van artikel 84.
8. Samenloop met de reiskostenvergoeding op basis van artikel 119a is niet mogelijk. Indien werknemer voor beide vergoedingen in aanmerking komt, maakt hij eenmalig een keuze voor één van de twee vergoedingen.
6 De garantieregeling geldt niet voor NS Leercentrum
7 Werknemer van NedTrain die in aanmerking komt voor reiskosten woon-werkverkeer op basis van artikel 119a, heeft geen recht op de vergoeding op basis van artikel 84.
6. Loopbaanbeleid en employability
85 Verantwoordelijkheid loopbaanontwikkeling en inzetbaarheid
In de werkgever-/werknemerrelatie hebben werkgever en werknemer elk een eigen verantwoordelijkheid, zowel voor de loopbaanontwikkeling als het inzetbaar zijn en blijven van
werknemer. In het hiernavolgende wordt, rekening houdend met hetgeen is bepaald in hoofdstuk 9, nadere invulling gegeven
aan de wijze waarop loopbaanbeleid en employability worden ingevuld.
86 Verantwoordelijkheid werkgever
Werkgever geeft haar verantwoordelijkheid onder meer op de hierna beschreven manier vorm:
a. Werkgever maakt de loopbaanontwikkeling en de inzetbaarheid van werknemer tot vast agendapunt in functioneringsgesprekken.
b. Werkgever stimuleert scholing en opleiding van werknemer, het lopen van stage en het opdoen van ervaring buiten de eigen werkplek; ook het verbreden van functies kan in dit kader worden gezien.
c. Werkgever stimuleert maatregelen die er aan bijdragen dat werknemer in principe slechts bepaalde tijd dezelfde
functie vervult, opdat het besef dat doorstroom zowel voor werknemer als werkgever een punt van bewuste overweging moet zijn, zich bij beide goed ontwikkelt.
d. In dit verband stelt werkgever op verzoek van werknemer deze eens in de drie jaar in de gelegenheid bij het Loopbaancentrum een voor hem op maat gesneden persoonlijk ontwikkelings- en loopbaanadvies te laten maken op kosten van werkgever (zie ook artikel 87 onder d hierna).
e. Als het in d bedoelde ontwikkelings- en loopbaanadvies een opleiding aanbeveelt zal werkgever die faciliteren (met inachtneming van hetgeen in artikel 107a is bepaald).
87 Verantwoordelijkheid werknemer
Xxxxxxxxx geeft zijn verantwoordelijkheid onder meer op de hierna beschreven manier vorm:
a. Werknemer heeft een positieve instelling ten opzichte van de ontwikkeling van het bedrijf en ten opzichte van de veran- dering die deze ontwikkeling heeft voor zijn functie, bijvoor- beeld in de zin van verbreding van zijn werkzaamheden.
b. Aan opleidingen om de huidige functie op een goede manier te vervullen die werkgever voor werknemer (en
met name voor het behoud van diens inzetbaarheid) nuttig oordeelt doet werknemer zonder voorbehoud naar beste vermogen mee; aan eventueel daaraan verbonden toetsen en examens eveneens.
c. Adviezen van werkgever om, anders dan via een opleiding, zelf actie tot behoud van inzetbaarheid te ondernemen, door bijvoorbeeld het inwinnen van een advies bij het Loopbaancentrum als bedoeld in artikel 86 onder d, legt werknemer niet zonder opgave van redenen naast zich neer.
d. Zoals werkgever aan het persoonlijk ontwikkelings- en loopbaanadvies bijdraagt door het te betalen, zo draagt werknemer daaraan bij door 1 dag vrijetijdsaanspraken in te leveren.
e. Als het in artikel 86 lid d bedoeld ontwikkelings- en loopbaanadvies een opleiding om een individuele carrière te bevorderen of de inzetbaarheid binnen of buiten het concern te bevorderen (zie ook artikel 107a) aanbeveelt, zal werknemer die gaan volgen en naar beste vermogen proberen te voltooien.
88 Functionerings- en beoordelingsgesprekken/ functievervullingsgesprekken
1. Jaarlijks zullen werkgever en werknemer een functione- ringsgesprek voeren, waarbij onder andere afspraken voor het komende jaar worden gemaakt en de afspraken over de afgelopen periode worden geëvalueerd. De ontwikkeling van de loopbaan en daarvoor gewenste maatregelen (opleidingen, trainingen, oriëntatie op een andere functie e.d.) zullen onderwerp van gesprek zijn. Ook de werkrelatie tussen werkgever en werknemer en de eventueel gewenste verbeteringen daarin kunnen aan de orde komen.
2. Jaarlijks zullen werkgever en werknemer in vervolg op het functioneringsgesprek een beoordelingsgesprek voeren.
3. Zowel manager als werknemer kan gebruik maken van een informant ten behoeve van het functioneringsgesprek.
4. Verdere invulling van de regeling functionerings- en beoordelingsgesprekken komt in overleg met de Ondernemingsraad tot stand. Hierbij kan ook worden overeengekomen dat dit plaatsvindt in een functievervullingsgesprek.
5. De klachtenregeling is van toepassing (zie hoofdstuk 12, bijlage 5 van deze CAO).
89 Terugkeergarantie
1. Werknemer die in het kader van vrijwillige mobiliteit intern solliciteert op de functie van Machinist, Testmachinist, Hoofdconducteur, Procesleider Perron, Coördinator Wal, Servicemedewerker complexe vragen, Servicemedewerker Int, Trainmanager Int en medewerker Veiligheid & Servicee hebben een terugkeergarantie voor de duur van 6 maanden, te rekenen vanaf de start in de nieuwe functie, of zolang
de basisopleiding van de nieuwe functie duurt. Deze terug- keergarantie geldt eveneens als werknemer in een van de genoemde functies solliciteert op een andere functie binnen de organisatie.
2. De terugkeergarantie houdt in dat werknemer op zijn verzoek in deze periode wordt teruggeplaatst in de oude functie, op zijn voormalige standplaats (desnoods boven formatie). Indien de functie op de voormalige standplaats niet langer bestaat maar op andere standplaatsen nog wel, wordt werknemer op de dichtstbijzijnde standplaats geplaatst (desnoods boven formatie). Indien de functie geheel is opgeheven dan wordt werknemer geplaatst in een overeenkomstige functie in het bedrijfsonderdeel van herkomst.
3. In geval van terugkeer behoudt werknemer zijn oorspronke- lijke salarisgroep en trede.
89a Compensatieregeling bij vrijwillige verplaatsing De vrijwillige overstap van werknemers die intern solliciteren op een functie ingedeeld in een lagere salarisschaal wordt aantrek- kelijker gemaakt. Het verschil in salaris (hiermee wordt bedoeld maandbezoldiging) tussen de laatste en nieuwe salarisgroep wordt in een periode van 18 maanden afgebouwd in drie gelijke delen.
• De eerste periode van zes maanden ontvangt werknemer volledig het salaris van de salarisgroep behorende bij diens laatste functie.
• De tweede periode van zes maanden ontvangt werknemer 2/3e van het verschil in salaris behorende bij diens laatste functie.
• De derde periode van zes maanden ontvangt werknemer 1/3e van het verschil in salaris behorende bij diens laatste functie.
1. In geval het salaris van werknemer reeds hoger is dan het maximum van de salarisgroep waarin de nieuwe functie is ingedeeld, geldt het volgende:
- werknemer wordt ingedeeld in het maximum van de nieuwe salarisgroep;
- werknemer ontvangt daarnaast een toelage die als volgt wordt afgebouwd:
- De eerste periode van zes maanden ontvangt de werknemer volledig het salaris van de salarisgroep behorende bij diens laatste functie.
- De tweede periode van zes maanden ontvangt de werknemer 2/3e van het verschil in salaris behorende bij diens laatste functie.
- De derde periode van zes maanden ontvangt de werknemer 1/3e van het verschil in salaris behorende bij diens laatste functie.
2. Deze toelage wordt geïndexeerd met de algemene CAO-loonaanpassingen.
3. Bij tussentijdse vrijwillige verplaatsing vervalt de voornoemde toelage.
90 Positieregeling
1. Hieronder wordt verstaan de schriftelijke vastlegging van de gevolgen van een benoeming van werknemer op een functie ingedeeld in een lagere salarisgroep dan waarin werknemer is ingedeeld. In aanmerking komt:
- werknemer van 55 jaar en ouder die niet meer een functie van een zwaarder niveau aan kan;
- werknemer van 55 jaar en ouder die noodgedwongen zijn functie niet meer mag uitvoeren;
- werknemer die door een reorganisatie overcompleet wordt en waarvoor in de eigen salarisgroep geen plaats is;
- werknemer die door omstandigheden buiten zijn schuld benoemd is op een functie van lager niveau.
2. Werkgever spant zich in om werknemer zo spoedig mogelijk in een passende functie te herplaatsen. Werknemer wordt geacht actief mee te werken aan het vinden en aanvaarden van een passende nieuwe functie. Een werknemer waarop een positieregeling van toepassing is, komt bij goed functioneren in aanmerking voor tredeverhoging of salaris- verhoging tot het maximum van de salarisgroep behorende bij de functie voordat sprake was van één van de in lid 1 genoemde situaties.
3. Dit artikel geldt, tenzij elders in de CAO voor specifieke situaties anders is geregeld.
90a Doorwerken oudere werknemer
Werknemers in de functiegroepen van Machinist, Hoofd- conducteur, Trainmanager, Medewerker V&S, Monteur, PLP, CW, T&S, medewerkers RBC, LBC en LBP, SAM, DID en productie ondersteunden diensten bij Instandhouding1 maken vanaf
64-jarige leeftijd aanspraak op de doorwerkbonus.
• De doorwerkbonus bedraagt € 250,– bruto per maand.
De bonus wordt voor parttimers berekend naar rato van de contractsomvang.
• De doorwerkbonus is niet pensioengevend.
• Werknemers uit de genoemde functiegroepen maken aanspraak op de doorwerkbonus met ingang van de kalender- maand dat de werknemer de 64-jarige leeftijd bereikt.
• Vanaf de maand dat werknemers de AOW-leeftijd bereiken, bedraagt de bonus € 700,– bruto per maand. De bonus wordt voor parttimers berekend naar rato van de contractsomvang.
• De doorwerkbonus wordt vanaf 1 januari 2023 tot de einddatum van de cao toegekend aan werknemers die in genoemde functiegroepen de 64-jarige leeftijd bereiken.
De regeling komt te vervallen per het einde van de looptijd van deze cao, 1 januari 2024. Werknemers die tot 1 januari 2024 een doorwerkbonus toegekend hebben gekregen, behouden deze zolang de werknemers in de genoemde functiegroepen werkzaam zijn, tot de datum van uitdiensttreding.
1 In afstemming met vakorganisaties kunnen functies worden toegevoegd.
6. Loopbaanbeleid en employability 23
7. Overige bepalingen
91 Keuzeplan
Het keuzeplan biedt werknemer de mogelijkheid een deel van zijn arbeidsvoorwaarden individueel te bepalen. Het keuzeplan is een ruil- model door middel van geldsparen: bronnen worden omgezet in geld om te ruilen tegen bepaalde doelen. De regelingen die ten grondslag liggen aan de bronnen en doelen van het keuzeplan zijn uitgewerkt in hoofdstuk 12, bijlage 3 van deze CAO.
92 Financieren bijzondere regelingen
Wanneer partijen een bijzondere sociale voorziening overeenkomen wordt deze regeling geheel of gedeeltelijk door de werknemers gefinancierd.
93 Alcohol-, medicijn- en drugsgebruik
1. Werknemer onthoudt zich tijdens de dienst van het gebruik van alcoholische en/of bewustzijnsbeïnvloedende middelen die een nadelige uitwerking kunnen hebben op de geschikt- heid tot de uitvoering van de arbeid of waardoor het aanzien van NS kan worden geschaad.
2. Werknemer is bij aanvang dienst vrij van de invloed van bovengenoemde middelen.
3. Werknemer die kennelijk onder invloed van bewustzijns- beïnvloedende middelen verkeert, wordt niet tot de dienst toegelaten.
4. Werknemer is verplicht, wanneer hij constateert dat een in dienst zijnde werknemer, onverschillig tot welk bedrijf die behoort, kennelijk onder invloed van bewustzijns- beïnvloedende middelen verkeert, werkgever daarvan onmiddellijk in kennis te stellen.
5. Werkgever zal in voorkomende gevallen door een bevoegd persoon (bijvoorbeeld medicus, paramedicus, verpleeg- kundige, politieagent) laten vaststellen of een werknemer onder invloed verkeert van bewustzijnsbeïnvloedende middelen.
6. Werknemer zal in voorkomende gevallen met zijn behande- lend arts de consequenties bespreken van het gebruik van beïnvloedende geneesmiddelen voor de geschiktheid tot dienstuitvoering. Hij zal de werkgever en zijn bedrijfsarts in geval van beïnvloeding daarvan direct in kennis stellen.
94 Nevenwerkzaamheden
1. Werknemer is gehouden om voor het verrichten van betaalde werkzaamheden bij een andere werkgever dan NS, schriftelijk toestemming te vragen aan NS.
2. Binnen vier weken na ontvangst van een schriftelijk verzoek om toestemming, deelt werkgever gemotiveerd mede of toestemming wordt verleend.
3. Werkgever geeft toestemming voor het verrichten van nevenwerkzaamheden, behalve als hierdoor de goede dienstuitvoering wordt geschaad of de inzetbaarheid van werknemer bij NS wordt beperkt.
4. De directie kan voor individuele werknemers, voor bepaalde groepen werknemers dan wel voor nader vast te stellen werkzaamheden beperkende maatregelen en ter zake nadere regels treffen.
95 Organisatie ontwikkeling en werkzekerheid
De afspraken over Organisatie ontwikkeling en werkzekerheid zijn opgenomen in hoofdstuk 12, bijlage 9 van deze CAO.
96 Eigendom van uitvindingen en prestaties
1. NS is eigenaar van alle door werknemer (mede) behaalde
c.q. nog te behalen resultaten in het werk zoals software, uitvindingen, werkmethoden, processen, tekeningen, composities, muziek, (bewegende) beelden, teksten, ont- werpen, modellen, welke op enigerlei wijze verband houden met de activiteiten van NS of de aan hem gelieerde onder- nemingen, inclusief maar niet beperkt tot de rechten zoals bedoeld in de Auteurswet 1912, de Rijksoctrooiwet 1995, de Eenvormige Beneluxwet inzake Tekeningen of Modellen, de Wet op de naburige rechten, de Topografiewet,
de Databankenwet en de regelgeving die met genoemde wetten samenhangt en deze mogelijk in de toekomst zal aanvullen of vervangen, alsmede de daarop betrekking hebbende en onderliggende specifieke kennis, methoden en ideeën (tezamen hierna te noemen “Informatie”).
2. Werknemer zal NS steeds onmiddellijk en volledig uit zichzelf informeren over het ontstaan van Informatie en op eerste verzoek van NS het ontstaan van informatie schriftelijk bevestigen.
3. NS kan op schriftelijk verzoek van werknemer besluiten afstand te doen van eigendom van de in dit artikel bedoelde rechten.
4. Indien de werkgever van het recht op octrooi gebruik maakt, wordt aan de werknemer conform de wettelijke bepalingen een billijke vergoeding toegekend.
96a Vacant
96b Gefaseerd ouderenbeleid en Sparen en Werken op Maat
Om oudere medewerkers de mogelijkheid te bieden om hun werkzaamheden geleidelijk af te bouwen voorafgaand aan hun (latere) pensionering kan medewerker gebruik maken van de volgende regelingen, waarvan de verdere uitwerking te vinden is in het Keuzeplan.
Voor alle medewerkers staat in beginsel de mogelijkheid open om te werken met de zogenoemde jaarurensystematiek.
In overleg tussen deelnemende medewerker en leidinggevende is mogelijk dat medewerker (vooral) werkt in periodes waarin veel collega’s verlof willen genieten (zoals zomermaanden, feestdagen e.d.). In die periodes kan medewerker dan tijdelijk voltijds worden ingezet. In andere periodes werkt hij dan minder waardoor het gemiddelde uitkomt op de met hem afgesproken arbeidsduur.
96c Tijdelijke Regeling Vervroegd Uittreden
De tijdelijke Regeling Vervroegd Uittreden (RVU) maakt voor alle werknemers vervroegd pensioen tot maximaal drie jaar voor hun AOW-leeftijd flexibel mogelijk. Uitgangspunten voor deze regeling zijn:
• De uitkering bedraagt € 22.164 bruto (cao akkoord
2020 – 2022) per werknemer en is flexibel te verdelen over de gekozen periode van maximaal drie tot minimaal één jaar voor AOW-datum;
• Voor werknemers die vanaf 1 januari 2023 op basis van de RVU uitdienst gaan, bedraagt de uitkering eenmaal het in het jaar van ontslag geldende wettelijk maximale jaarbedrag;
• Bij deelname binnen één jaar voor AOW-datum, wordt de uitkering naar rato van het aantal maanden tot aan AOW-datum toegekend;
• De regeling staat open voor werknemers die in dienst zijn en vóór 1 januari 2029 de AOW-datum bereiken;
• De regeling loopt tot 1 januari 2026;
• Werknemers gaan bij de start van de deelname aan de regeling uit dienst.
8. Bedrijfsspecifieke bepalingen
Gebruikte afkortingen in dit hoofdstuk:
RP rijdend personeel
Prod INT rijdend personeel ingezet op een dienst
– commercieel, reserve of pendel – ten gunste van de producten IC Brussel, ICE, IC Berlijn, Thalys, Eurostar en testmachinisten ten behoeve van testritten voor één van de producten.
PLP procesleiders perron
SP servicepersoneel (werknemers van T&S-processen)
PEW1 werknemers werkzaam op een station waar het Arbeids- en Rusttijdenmodel “Plan je eigen werk” geldt (voorheen Experiment Arbeids- en Rusttijden model Tickets & Service)
NT werknemers NedTrain
NSL werknemers NS Leercentrum (voorheen NS Opleidingen)
STN werknemers van NS Stations
NSR werknemers NS Reizigers
T&S werknemers van NSR die op 31 december 2008 werkzaam waren voor T&S
V&S werknemers van NSR die deelnemen aan de V&S teams (voorheen S&V)
RC werknemers regelcentra
VP werknemers werkzaam in vijfploegendienst (NedTrain)
Weekendpoolers werknemers met wie contractueel is overeen-
gekomen dat de nadruk van de inzet op diensten in het weekend ligt
F feestdag
K kwartaaldag
CF compensatie feestdag
OT overuren terug (overuren in tijd)
R rustdag
CO compensatie onregelmatigheid
WTV werktijdverkorting
RO regeling oudere werknemer
VD vrije dag
1 Partijen hebben afgesproken gedurende de looptijd van de xxx XXX uit te breiden door middel van pilots. De pilotlocaties worden: T&S Amsterdam Sloterdijk, Coördinatoren Wal Amsterdam regio, Transportbesturing LBC en Servicebedrijf Randstad Zuid. Per pilot zal de invulling van de randvoorwaarden worden besproken met de medewerkers en de vakbonden. Indien de pilots naar tevredenheid van medewerkers en management verlopen, kunnen de afspraken over PEW in de volgende CAO hierop worden aangepast.
8. Bedrijfsspecifieke bepalingen 25
Arbeids- en rusttijden
97 Algemene bepalingen
Lid | Onderwerp | Norm/bepaling CAO en/of ATW | Status | Uitzondering per functiegroep of bedrijfsonderdeel | |
1 | • In de volgende artikelen van dit hoofdstuk staan de arbeids- en rusttijdenbepalingen. Per bepaling worden eerst de algemene regels vermeld; deze worden gevolgd door aanvullende afspraken die gelden voor specifieke groepen werknemers. • NS volgt de bepalingen van de vereenvoudigde Arbeidstijdenwet. Tenzij in deze CAO anders bepaald, gelden de wettelijke bepalingen. • In overleg met de lokale medezeggenschap kan van de aanvullende afspraken worden afgeweken. • De artikelen 97 t/m 104 zijn niet van toepassing op werknemer ingedeeld in salarisgroep 61 of hoger. • De artikelen 97 lid 2, 2e bulletpoint, 98, 101 en 103 zijn niet van toepassing op: 1. werknemer ingedeeld in salarisgroep 58 en hoger; 2. niet-roostergebonden personeel, zijnde werknemers voor wie (om een flexibele inzet mogelijk te maken) het dienstrooster slechts de ligging van de twee rusttijden van langere duur (op zondag en zaterdag) aangeeft en op maandag tot en met vrijdag (“NRG”); 3. werknemers die als vervanger van de onder sub 1 en 2 genoemde personeel zijn aangewezen en wel voor de dagen waarop zij als vervanger dienst doen. Werkgever moet werknemers op wie bovenstaande van toepassing is of wordt, hierover informeren. In de administratie moet worden aangegeven welke werknemers dit zijn. |
geplande dienst: | |||||
R | A | P | A | O | R |
97 Algemene bepalingen
Lid | Onderwerp | Norm/bepaling CAO en/of ATW | Status | Uitzondering per functiegroep of bedrijfsonderdeel | |
2 | Definities | • Arbeidstijd is de tijd waarin werknemer in opdracht van werkgever zijn taak verricht. • Niet tot arbeidstijd worden gerekend: reistijd woon-werk, bereikbaarheidsdienst, activiteiten voor de bedrijfshulpverlening en thuis verricht werk; wat het laatste betreft tenzij in overleg met werkgever anders is afgesproken.2 • Dienst is arbeidstijd + pauze, exclusief reistijd (niet zijnde passagieren) en overwerk. Overwerk en reistijd kan onder voorwaarden wel betaalde tijd zijn. • Harde nachtdienst: een dienst die de periode van 02.00 tot 04.00 uur geheel of gedeeltelijk omvat. • Roostergebonden: roostergebonden is de werknemer die (in een proces) met voorgeschreven (wisselende) diensten werkt. • Zo ontstaat het volgende model: Legenda: | CAO | NT | Indien sprake is van niet als eigen tijd te beschouwen reistijd, mag het totaal van de arbeidstijd en deze reistijd niet meer dan 12 uur bedragen. |
3 | Bekend maken arbeids- en rusttijdenpatroon | Werkgever maakt tijdig bekend wat het arbeids- en rusttijden- patroon is. (Zie ook hoofdstuk 3, artikel 22). Op basis van artikel 4.1.2 lid 1 van de Arbeidstijdenwet is er tussen partijen een afspraak gemaakt over de mededeling van arbeids- en rusttijden. Deze afspraak heet “de Donderdagse Weekindeling” (Bijlage I) of “de Weekplanning” (Bijlage II). | ATW |
Compensatie | ||
R | Reistijd | Onder voorwaarden |
A | Arbeidstijd | Xx |
P | Pauze | Onder voorwaarden |
O | Overwerk | Onder voorwaarden |
2 Dit is niet van toepassing op:
1. werknemer ingedeeld in salarisgroep 58 en hoger;
2. niet-roostergebonden personeel, zijnde werknemers voor wie (om een flexibele inzet mogelijk te maken) het dienstrooster slechts de ligging van de twee rusttijden van langere duur (op zondag en zaterdag) aangeeft en op maandag tot en met vrijdag (“NRG”);
3. werknemers die als vervanger van de onder sub 1 en 2 genoemde personeel zijn aangewezen en wel voor de dagen waarop zij als vervanger dienst doen.
Lid | Onderwerp | Norm/bepaling CAO en/of ATW | Status | Uitzondering per functiegroep of bedrijfsonderdeel | |
4 | “Plan je eigen werk”: Arbeids- en Rusttijdenmodel | XXX | XXX | Belangrijk doel van werkgever is verhoging van de medewerkers- betrokkenheid. Dit kan voor werknemers in het Tickets & Service proces mede verwezenlijkt worden door werknemers meer te betrekken bij en/of ruimte te geven over de planning van hun diensten. De behoefte aan regelruimte is er ook bij werknemers. Een belangrijk deel ervaart met name de verlofverlening als knellend. Xxxxxxxxx is dat werknemers, als team meer vrijheid/ruimte en verantwoordelijkheid krijgen om de diensten onderling zodanig te verdelen dat het werk en efficiënt gedaan wordt én de combinatie werk – privé ten goede komt. Het roosteren gebeurt op basis van het principe “vrijheid in gebondenheid”. Werkgever is er uiteindelijk verantwoordelijk voor dat alle werklijnen efficiënt bezet zijn. |
98 Dagelijkse arbeids- en rusttijd3,4
Lid | Onderwerp | Norm/bepaling CAO en/of ATW | Status | Uitzondering per functiegroep of bedrijfsonderdeel | |
1 | Maximale arbeidstijd per dienst | 9 uur (excl. overwerk) 12 uur (incl. overwerk) | CAO ATW | RP | Als de pauze van rijdend personeel langer duurt dan een half uur, dan gaat dit ten koste van de maximale arbeidstijd per dienst. Afhankelijk van de standplaats waar de pauze wordt genoten wordt de maximale arbeidstijd minimaal 2 en maximaal 10 minuten korter. |
RP Excl. Prod INT | De dienst die start na 05.00 maar vóór 06.00 uur: 8 uur (excl. over- werk). | ||||
Prod INT | 10 uur (excl. overwerk) | ||||
2 | Minimale arbeidstijd per dienst | 4 uur | CAO | NT | 5 uur |
3 | Dagelijkse onafgebroken rusttijd | 11 uur 1 x per 7x24 uur in te korten tot 8 uur | ATW | RP PLP SP V&S | 12 uur5 1 x per 7x24 uur (niet planmatig) in te korten tot 8 uur6 |
Prod INT | 11 uur Roostergebonden: 1 x per 7x24 uur in te korten tot 9 uur |
3 Dit artikel is niet van toepassing op werknemer ingedeeld in salarisgroep 61 of hoger.
4 Dit artikel is niet van toepassing op:
1. werknemer ingedeeld in salarisgroep 58 en hoger;
2. niet-roostergebonden personeel, zijnde werknemers voor wie (om een flexibele inzet mogelijk te maken) het dienstrooster slechts de ligging van de twee rusttijden van langere duur (op zondag en zaterdag) aangeeft en op maandag tot en met vrijdag (“NRG”);
3. werknemers die als vervanger van de onder sub 1 en 2 genoemde personeel zijn aangewezen en wel voor de dagen waarop zij als vervanger dienst doen.
5 Deze uitzondering geldt ook voor rijbevoegde medewerkers van NedTrain die dienstdoen als machinist.
6 Deze uitzondering geldt ook voor rijbevoegde medewerkers van NedTrain die dienstdoen als machinist.
98 Dagelijkse arbeids- en rusttijd
Lid | Onderwerp | Norm/bepaling CAO en/of ATW | Status | Uitzondering per functiegroep of bedrijfsonderdeel | |
4 | Zomertijd | Bij het begin van de zomertijd mag werkgever met instemming van werknemer afwijken van de bij CAO overeengekomen dagelijkse rusttijd. | |||
5a | Maximale dienstlengte | 9 ½ uur | CAO | RP Excl. Prod INT | Per dienst die start op of na 04.00 maar vóór 05.01 uur: 7 uur. Per dienst die start na 05.00 maar vóór 06.00 uur: 8 ½ uur (excl. overwerk). |
Prod INT | 12 uur | ||||
5b | Minimale dienstlengte | CAO | RP | 6 uur | |
Prod INT | Niet van toepassing | ||||
6 | Maximum aantal diensten die starten na 05.00 maar vóór 06.00 uur | CAO | RP | 10 per 4 weken, tenzij werknemer hierop geen beroep doet. | |
Prod INT | Niet van toepassing | ||||
7 | Maximum aantal lange diensten | CAO | RP | Aantal geplande diensten met een dienstlengte langer dan 9 uur: niet meer dan 12 per kalenderjaar | |
Prod INT | Niet van toepassing | ||||
8 | Maximum aantal korte diensten | CAO | Prod INT | ICE: per jaar kunnen 24 diensten met een dienstlengte minder dan 5 uur worden gepland die gevolgd of voorafgegaan worden door een overnachting in het buitenland. | |
9 | De dienst die start op of na 04.00 uur en vóór 06.00 uur | Werknemer van 55 jaar of ouder heeft prioritair de mogelijkheid om, voor zover de omstandigheden dit toelaten, van deze dienst te worden vrijgesteld. | CAO |
99 Wekelijkse arbeids- en rusttijd7
Lid | Onderwerp | Norm/bepaling CAO en/of ATW | Status | Uitzondering per functiegroep of bedrijfsonderdeel | |
1 | Maximale arbeidstijd per week | 60 uur | ATW | ||
2 | Gemiddelde maximale arbeidstijd per week over 4 weken | 55 uur | ATW | ||
3 | Gemiddelde arbeidstijd per week over 16 weken | 48 uur | ATW |
7 Dit artikel is niet van toepassing op werknemer ingedeeld in salarisgroep 61 of hoger.
99 Wekelijkse arbeids- en rusttijd
Lid Onderwerp Norm/bepaling CAO en/of ATW Status Uitzondering per functiegroep of bedrijfsonderdeel | |||||
4 | (Wettelijke) wekelijkse rusttijd | 36 uur onafgebroken per periode van 7x24 uur, of 72 uren in elke aaneengesloten periode van 14 maal 24 uren, welke rusttijd kan worden gesplitst in onafgebroken rustperioden van elk ten minste 32 uren. Op initiatief van de roostercommissie kan i.v.m. een betere spreiding en locatie van de rustdagen, gebruik worden gemaakt van de variant om 72 uur in een periode van 14 x 24 uur op te splitsen in 2 rusten van 36 uur. Eveneens kan op initiatief van de roostercommissie één van deze rusten korter zijn dan 36 uur (maar minimaal 32 uur). Dit mag één keer in de 5 weken. De roostercommissie kan niet gedwongen worden tot het inroosteren van kortere rusten dan 36 uur naar minimaal 32 uur. | ATW CAO | ||
5 | Zomertijd | Bij het begin van de zomertijd mag werkgever met instemming van werknemer afwijken van de bij CAO overeengekomen wekelijkse rusttijd. | |||
6 | R-dagen | Per week gemiddeld 2 geplande rusttijden van langere duur (R-dag). Aansluitend aan een dienst ten minste onafgebroken 30 uur, niet aansluitend aan een dienst ten minste onafgebroken 24 uur. R = 30, R+R = 54, R+R+R= 78 , etc. Een van de R-dagen mag worden overgebracht naar een van de andere weken van de rouleringsperiode. Niet genoten rusttijd van langere duur. Indien een van de twee wekelijkse R-dagen niet kan worden verleend, ontstaat een niet genoten rusttijd van langere duur, hierna te noemen “RT”, waarvan verlening dient plaats te vinden in de twee weken volgend op de week van ontstaan. Werknemer mag hierbij zijn voorkeur kenbaar maken. Als de RT niet kan worden verleend in deze periode moet de RT worden verleend in het kalenderkwartaal waarin de aanspraak is ontstaan of uiterlijk in het daarop volgende kalenderkwartaal. Voor het verlenen van de RT gelden dezelfde voorwaarden als voor een R. Er is sprake van een niet genoten R: • als de geplande dienst, die aan die R voorafgaat, uitloopt en daardoor de norm van de R met meer dan twee uur aantast; • in alle andere gevallen als binnen de norm van de R dienst is verricht. • In deze gevallen ontstaat aanspraak op een R in de vorm van een R Terug (RT). Ziek In een ziekteperiode wordt een op het rooster aangegeven R als verleend beschouwd. | CAO | NT | Gekoppelde rustdagen ten minste 24 uur. R = 30, R+R= 48, R+R+R=72, etc. |
PEW | Niet van toepassing. |
99 Wekelijkse arbeids- en rusttijd
Lid | Onderwerp | Norm/bepaling CAO en/of ATW | Status | Uitzondering per functiegroep of bedrijfsonderdeel | |
7 | Streepjesdag voor deeltijders/RO-dagen/DVP-dagen | Losstaande streepjesdag voor deeltijders/losse RO-dagen en DVP-dagen: • 30 uur. • In combinatie met een andere vrijetijdsaanspraak geldt de norm van 24 uur. | CAO |
100 Maximum aantal diensten8
Lid | Onderwerp | Norm/bepaling CAO en/of ATW | Status | Uitzondering per functiegroep of bedrijfsonderdeel | |
1 | Maximum aantal diensten | In de basisplanning mogen maximaal 7 aaneengesloten diensten worden ingepland. WTV en RO dagen worden hierbij niet als dienst aangemerkt. | CAO |
101 Aanvullende regels bij nachtdienst9,10
Lid | Onderwerp | Norm/bepaling CAO en/of ATW | Status | Uitzondering per functiegroep of bedrijfsonderdeel | |
1 | Definitie | Een dienst waarin meer dan één uur arbeid wordt verricht tussen 00.00 en 06.00 uur. | ATW | ||
2 | Maximum arbeidstijd per nachtdienst | 8 ½ uur (excl. overwerk) 10 uur (incl. overwerk) Als de pauze van rijdend personeel langer duurt dan een half uur, dan gaat dit ten koste van de maximale arbeidstijd per dienst. Afhankelijk van de standplaats waar de pauze wordt genoten wordt de maximale arbeidstijd minimaal 2 en maximaal 10 minuten korter. | XXX ATW | RP | De dienst die start op of na 04.00 maar vóór 05.01 uur: 6 ½ uur. De dienst die start vóór 02.30 uur en eindigt na 02.30 uur: 8 uur. De dienst die de periode 02.00 – 04.00 uur geheel omvat, eindigt niet na 07.00 uur. |
NT | De dienst die start tussen 04.00 en 05.00 uur: 7 ½ uur. | ||||
Prod INT | 9 uur | ||||
3 | Maximum dienstlengte per nachtdienst | 9 uur | RP | De dienst die start op of na 04.00 uur, maar vóór 05.01 uur: 7 uur. De dienst die start vóór 02.30 uur en eindigt na 02.30 uur: 8 ½ uur. | |
Prod INT | 9 ½ uur | ||||
4 | Maximum aantal nachtdiensten per 16 weken | 36 diensten die eindigen na 02.00 uur. | ATW | ||
5 | Maximum aantal achtereenvolgende diensten in een reeks met 1 of meer nachtdiensten | 7 | ATW | ||
6 | Gemiddelde arbeidstijd per week over 16 weken, indien sprake is van 16 of meer nachtdiensten | 40 uur | ATW |
8 Dit artikel is niet van toepassing op werknemer ingedeeld in salarisgroep 61 of hoger.
9 Dit artikel is niet van toepassing op werknemer ingedeeld in salarisgroep 61 of hoger.
10 Dit artikel is niet van toepassing op:
1. werknemer ingedeeld in salarisgroep 58 en hoger;
2. niet-roostergebonden personeel, zijnde werknemers voor wie (om een flexibele inzet mogelijk te maken) het dienstrooster slechts de ligging van de twee rusttijden van langere duur (op zondag en zaterdag) aangeeft en op maandag tot en met vrijdag (“NRG”);
3. werknemers die als vervanger van de onder sub 1 en 2 genoemde personeel zijn aangewezen en wel voor de dagen waarop zij als vervanger dienst doen.
101 Aanvullende regels bij nachtdienst
Lid | Onderwerp | Norm/bepaling CAO en/of ATW | Status | Uitzondering per functiegroep of bedrijfsonderdeel | |
7 | Minimum rust na een nachtdienst die eindigt na 02.00 uur | 14 uur 1 x Per 7x24 uur in te korten tot 8 uur. | ATW | RP SP PLP V&S | Inkorten van rust tot 8 uur mag niet planmatig. |
Prod INT | Inkorten van rust tot 10 uur mag niet planmatig. Inkorten van rust voor Thalys en ICE tot 9 uur mag niet planmatig. | ||||
8 | Minimum rust na een reeks van 3 of meer nachtdiensten | 46 uur | ATW | ||
9 | De dienst die start op of na 04.00 uur en vóór 06.00 uur | Werknemer van 55 jaar of ouder heeft prioritair de mogelijkheid om, voor zover de omstandigheden dit toelaten, van deze dienst op verzoek te worden vrijgesteld. | CAO | ||
10 | Diensten die de periode 02.00 – 04.00 geheel of gedeeltelijk omvatten | RP | Werknemer van 50 jaar of ouder kan op verzoek worden vrijgesteld. | ||
T&S SP V&S | Werknemer van 60 jaar en ouder kan op verzoek worden vrijgesteld. |
102 Zondagsarbeid11
Lid | Onderwerp | Norm/bepaling CAO en/of ATW | Status | Uitzondering per functiegroep of bedrijfsonderdeel | |
1 | Arbeid op zondag | Werkgever organiseert de arbeid zodanig, dat werknemer op zondag geen arbeid verricht, behalve voor zover dat uit de aard van de arbeid voortvloeit. | ATW | Weekend- poolers | Voor werknemers met wie is overeengekomen dat de nadruk van de inzet zal liggen in het weekend geldt dat zij per 52 weken minimaal 13 zondagen vrij zijn, waarbij deze zondagse rustperiode minimaal de tijd omvat van zondag 0.00 uur tot maandag 4.00. |
2 | Minimum aantal vrije zondagen per periode van 52 weken | 13 | ATW | ||
3 | Minimum aantal vrije weekenden (rood weekend) | Eenmaal per drie weken een rustperiode van minimaal 60 uur, die de tijd omvat van zaterdag 00.00 tot maandag 04.00 uur. Hiervan kan collectief met instemming van de OR òf individueel op basis van vrijwilligheid worden afgeweken. NS wil eind 2023 (dienstregeling 2024) het aantal rode weekenden verhogen van 17 naar 20. In dit aantal weekenden tellen de weekenden mee die NS heeft vergoed op grond van art 119 lid 2. | CAO | VP Weekend- poolers | Niet van toepassing. |
Lid | Onderwerp | Norm/bepaling CAO en/of ATW | Status | Uitzondering per functiegroep of bedrijfsonderdeel | |
1 | Pauze per dienst | Arbeidstijd > 5 ½ uur: pauze van ten minste 30 minuten, die kan worden gesplitst in pauzes van elk ten minste 15 minuten. Arbeidstijd > 10 uur: pauze van ten minste 45 minuten, die kan worden gesplitst in pauzes van elk ten minste 15 minuten. Xxxxx behoort niet tot de arbeidstijd en wordt in eigen tijd genoten. | ATW CAO | RP Prod INT | Op basis van artikel 4.6.1 van het Arbeidstijdenbesluit spreken partijen af dat voor het rijdend personeel geen pauze, zoals omschreven in de Arbeidstijdenwet, gegarandeerd kan worden. Wel wordt een werkonderbreking, standplaatsafhankelijk van 32 tot 40 minuten, gepland. Deze wordt qua ligging en duur niet gegarandeerd en is geen arbeidstijd, maar wordt wel doorbetaald. In het tweede kwartaal van elk jaar vindt een herijking (eventueel m.b.v. een onderzoek door een extern bureau) van de per standplaats bepaalde werkonderbreking plaats. |
SP V&S PEW | Pauze wordt doorbetaald. Werknemer die een doorbetaalde pauze geniet, dient beschikbaar te zijn om opgedragen werkzaamheden te verrichten. | ||||
PLP SP PEW | Werknemer in dienst vóór 01-10-1997: doorbetaalde pauze. | ||||
PLP SP PEW | Bij eenmenswerkplekken o.b.v. artikel 4.6.1 van het Arbeidstijden- besluit geen gegarandeerde pauze zoals omschreven in ATW. | ||||
NT | Op basis van artikel 4.6.1 van het Arbeidstijdenbesluit spreken partijen af dat voor procescoördinerende functies die continue bezetting vragen geldt dat in geval van eenmensbezetting zonder mogelijkheid van tijdelijke waarneming geen pauze, zoals omschreven in de Arbeidstijdenwet, gegarandeerd kan worden. Wel wordt een werkonderbreking van 30 minuten gepland. Deze wordt qua ligging en duur niet gegarandeerd en is geen arbeidstijd, maar wordt wel doorbetaald. |
12 Dit artikel is niet van toepassing op werknemer ingedeeld in salarisgroep 61 of hoger.
13 Dit artikel is niet van toepassing op:
1. werknemer ingedeeld in salarisgroep 58 en hoger;
2. niet-roostergebonden personeel, zijnde werknemers voor wie (om een flexibele inzet mogelijk te maken) het dienstrooster slechts de ligging van de twee rusttijden van langere duur (op zondag en zaterdag) aangeeft en op maandag tot en met vrijdag (“NRG”);
3. werknemers die als vervanger van de onder sub 1 en 2 genoemde personeel zijn aangewezen en wel voor de dagen waarop zij als vervanger dienst doen.
Lid | Onderwerp | Norm/bepaling CAO en/of ATW | Status | Uitzondering per functiegroep of bedrijfsonderdeel | |
Prod INT | Voor machinisten: • indien werknemer meer dan 6 uur arbeid per dienst verricht, wordt zijn arbeid onderbroken door een pauze van tenminste 32 minuten; • indien werknemer meer dan 8 uur arbeid per dienst verricht, wordt zijn arbeid onderbroken door tenminste 45 minuten. Voor Xxxxxx: splitsing van de werkonderbreking in 2 x 15 minuten is mogelijk. | ||||
NSL | Pauze wordt doorbetaald indien in opdracht van werkgever wordt doorgewerkt. | ||||
RC | De pauze wordt zoveel als mogelijk met de eventueel noodzakelijke collegiale aflos als gevolg van Arbobesluit “Werken aan Beeld- schermen” gecombineerd. |
104 Bereikbaarheidsdienst14
Lid | Onderwerp | Norm/bepaling CAO en/of ATW | Status | Uitzondering per functiegroep of bedrijfsonderdeel | |
1 | Algemeen | Een bereikbaarheidsdienst is een periode tussen twee elkaar opvolgende diensten, waarin werknemer geen arbeid verricht maar wel verplicht is om bereikbaar te zijn. Een oproep tijdens een bereikbaarheidsdienst wordt niet aangemerkt als dienst. De arbeidstijd begint op het moment van oproep. | ATW | ||
2 | Periode zonder bereikbaarheidsdienst | Per 28 x 24 uur 14 perioden van minimaal 24 uur, en tweemaal 48 uur geen arbeid. | ATW | ||
3 | Bereikbaarheidsdienst voor en na een nachtdienst | 11 uur voor en 14 uur na een nachtdienst niet toegestaan. | ATW | ||
4 | Maximumarbeidstijd per 24 uur | 13 uur | ATW | ||
5 | Maximumarbeidstijd per week | 60 uur | ATW | ||
6 | Per oproep wordt minimaal een half uur arbeidstijd gerekend | ½ uur | ATW |
105 Werktijdverkorting oudere werknemer (OW)15
Lid | Onderwerp | Norm/bepaling CAO en/of ATW | Status | Uitzondering per functiegroep of bedrijfsonderdeel | |
1 | Regeling werktijdverkorting oudere werknemer | 1. Werkgever verstrekt, met ingang van de kalenderweek waarin werknemer 59 jaar wordt, automatisch een werktijdverkorting per gewerkte dag. 2. Deze werktijdverkorting bedraagt maximaal 30 minuten per dag. Bij niet volgebouwde roosters kan dit maximum lager zijn. De werktijdverkorting wordt als verleend beschouwd bij afwezigheid wegens: verlof, ziekte, arbeidsongeschiktheid, feestdag (F), compensatiefeestdag (CF) of kwartaaldag (K). 3. Werknemer kan kiezen tussen: • een dagelijkse verkorting van de werktijd (als dit in het werkpatroon past); • opsparen van de werktijdverkorting tot een hele of een halve vrije dienst of dag. • inleg in de verlofspaarregeling. Een nadere uitwerking van de verlofspaarregeling is opgenomen in het Keuzeplan. 4. Bij cursus, OR-activiteit e.d. bepaalt de feitelijke duur hiervan of de werktijdverkorting is verleend. 5. In alle andere gevallen van afwezigheid blijft de aanspraak bestaan. 6. Voor werknemer met een dienstverband van minder dan 36 uur wordt deze regeling toegepast naar rato van de omvang van zijn dienstverband. | CAO | NT | 58 jaar en maximaal 1 uur per dag. |
STN T&S | 58 jaar en maximaal ½ uur per dag. | ||||
15 N.B.: naast deze regeling bestaat ook de regeling vierdaagse werkweek oudere werknemers (RO-regeling), zie artikel 16 Keuzeplan.
Lid | Onderwerp | Norm/bepaling CAO en/of ATW | Status | Uitzondering per functiegroep of bedrijfsonderdeel | |
1 | Algemeen | Als erkende feestdag (F) worden aangemerkt: Paasmaandag, Hemelvaartsdag, Pinkstermaandag, alsmede- tenzij deze op zaterdag en zondag vallen- Nieuwjaarsdag, Koningsdag, 5 mei (mits het een lustrumjaar is), Eerste en Tweede Kerstdag. Op verzoek van werknemer kunnen maximaal 3 christelijke feestdagen worden geruild voor 3 niet-christelijke feestdagen. Het verzoek kan alleen worden geweigerd indien in het bedrijfsproces niet op christelijke feestdagen wordt gewerkt dan wel indien het aantal ingediende verzoeken om te ruilen het aantal gestelde diensten op christelijke feestdagen overtreft. Werknemer die niet (volledig) gebruik kan maken van boven- staande ruilmogelijkheid heeft in een kalenderjaar recht op maximaal 3 niet-christelijke religieuze feestdagen te worden vrijgemaakt van dienst, tegen inlevering vrijetijdsaanspraken. Werknemer dient dit verzoek uiterlijk 1januari van het betreffende kalenderjaar kenbaar te maken. Indien het dienstbelang dit toelaat heeft werknemer op erkende feestdagen vrij met behoud salaris. | CAO | ||
2 | Norm | De norm bedraagt: • aansluitend aan een dienst ten minste onafgebroken 30 uur; • niet aansluitend aan een dienst ten minste onafgebroken 24 uur. | |||
3 | Recht op CF | Werknemer die op een feestdag als bedoeld in lid 1 een dienst heeft verricht, heeft recht op een vervangende vrije dag (CF). Hetzelfde recht op CF ontstaat eveneens wanneer een F volgens basisrooster op een R, CO, RO, of WTV dag valt. Werknemer die op een feestdag als bedoeld in lid 1 een dienst heeft verricht, heeft recht op een vervangende vrije dag (CF). Dit recht geldt ook voor de parttime medewerker. Indien aan het einde van het jaar blijkt dat de parttime medewerker niet pro rato vrij is geweest op doordeweekse feestdagen met behoud van salaris, of hiervoor is gecompenseerd door middel van CF, zal medewerker worden gecompenseerd door toekenning van CF. Hetzelfde recht op CF ontstaat eveneens wanneer een F volgens basisrooster op een R, CO, RO, of WTV dag valt. Bij einde dienstverband worden openstaande CF-aanspraken uitbetaald. | NT | Werknemer die werk verricht op een erkende feestdag heeft recht op een vervangende vrije dag. Dit recht geldt ook voor de parttime medewerker. Indien aan het einde van het jaar blijkt dat de parttime medewerker niet pro rato vrij is geweest op doordeweekse feestdagen met behoud van salaris, of hiervoor is gecompenseerd door middel van CF, zal medewerker worden gecompenseerd door toekenning van CF. Hetzelfde recht op CF ontstaat eveneens wanneer een F volgens basisrooster op een R, CO, RO, VD of WTV dag valt. |
Lid | Onderwerp | Norm/bepaling CAO en/of ATW | Status | Uitzondering per functiegroep of bedrijfsonderdeel | |
4 | Verlening F en CF | Een F wordt als verleend beschouwd: • Bij bereikbaarheid wanneer niet daadwerkelijk op de F een dienst is verricht; • Bij afwezigheid wegens ziekte, ook indien er een R, WTV, RO of CO op ligt. Een CF dag wordt niet als verleend beschouwd: • bij afwezigheid wegens ziekte. Werkgever verleent CF in overleg met werknemer in het kalenderjaar waarin het recht op CF is ontstaan. Werknemer dient CF uiterlijk 31 oktober aan te vragen. Werkgever kan bij niet aanvragen en/of niet verlenen in dat jaar, CF in januari aanwijzen. Aanspraken op CF in verband met de kerstdagen worden in het daaropvolgende jaar verleend. Op 1 juni en 1 december kan werkgever, in verband met de bedrijfsvoering, restanten van CF uitbetalen. Werknemer kan kiezen om CF te laten uitbetalen of in tijd te sparen in de verlofspaarregeling. Een nadere uitwerking van deze mogelijkheden is opgenomen in het Keuzeplan. |
Lid | Onderwerp | Norm/bepaling CAO en/of ATW | Status | Uitzondering per functiegroep of bedrijfsonderdeel | |
Aanvullende bepalingen | In aanvulling op art. 97 e.v. geldt dat de zwangere werknemer: wordt vrijgesteld van overwerk; • geen dienst vóór 07.00 uur of na 21.00 uur verricht; • niet meer dan 5 dagen aaneengesloten diensten verricht; • afhankelijk van werkzaamheden en het stadium van zwangerschap extra rustpauzes geniet of korter werkt. | CAO |
Lid | Onderwerp | Norm/bepaling CAO en/of ATW | Status | Uitzondering per functiegroep of bedrijfsonderdeel | |
1 | Algemeen | Er wordt onderscheid gemaakt tussen twee soorten opleidingen: a. Opleidingen en leeractiviteiten die nodig zijn om de huidige functie op een goede manier te vervullen, worden betaald door werkgever. De reistijd van reizen naar verplichte opleidingen wordt volledig gecompenseerd. De reistijdcompensatie wordt tegen uurloon uitbetaald en telt niet mee in het weektotaal. Voor het berekenen van de reistijd voor de heenreis: • geldt als begintijd het tijdstip van vertrek van de standplaats van werknemer. • als einde van de reistijd geldt de aanvangstijd van de opleiding. Voor het berekenen van de reistijd voor de terugreis: • als begintijd geldt de eindtijd van de opleiding. • als einde van de reistijd geldt de aankomst op de stand- plaats van werknemer. Voor het berekenen van de reistijd wordt de Reisplanner van NS gebruikt. b. De opleidingen bedoeld om een individuele carrière te bevorde- ren of de inzetbaarheid binnen of buiten het concern te bevorderen wordt in beginsel betaald door werkgever. De opleiding wordt in beginsel in eigen tijd gevolgd. Bij langdurige of kostbare opleidingen kan een bijdrage in geld worden verlangd van werknemer. Dit wordt schriftelijk vastgelegd tussen werkgever en werknemer voordat met de opleiding begonnen wordt. | NT | In afwijking van de algemene regeling uit lid 1 sub a geldt het volgende: bij algemene en erkende opleidingen die tot markt- waardevergroting leiden van werknemer wordt een investering van werknemer gevraagd in de vorm van tijd. Richtlijn is dat de noodzakelijke totale tijdsbesteding aan het geheel van opleidingen e.d. voor de helft in bedrijfstijd en voor de helft in eigen tijd plaatsvindt. Bij aanvang van een opleidingstraject maken leidinggevende en werknemer hierover afspraken. Bedrijfsspecifieke opleidingen vinden in bedrijfstijd plaats. | |
2 | Terugbetalingsregeling | Voor de opleidingen als bedoeld in lid 1 sub b geldt dat werknemer de kosten van een opleiding terugbetaalt indien sprake is van: • onvoldoende vorderingen binnen de gestelde tijd; • stoppen met de studie; • verlaten van het bedrijf binnen 36 maanden na afronding van de opleiding: voor iedere maand tot de 36 maanden verstreken zouden zijn, moet 1/36 deel worden terugbetaald. |
Vergoedingen arbeids- en rusttijden
108 Algemene bepalingen
1. In de volgende artikelen van dit hoofdstuk zijn de vergoedingen opgenomen die gekoppeld zijn aan de arbeids- en rusttijden.
2. Werknemer heeft geen aanspraak op deze vergoedingen indien:
- hij werkzaam is in het buitenland;
- hij thuis werkzaamheden verricht;
- hij deelneemt aan activiteiten van de bedrijfshulpverlening;
- in onderling overleg in een bedrijfsonderdeel is afgesproken te werken op andere uren;
- de aanspraak op een vergoeding het gevolg is van het onderling ruilen van diensten;
- de aanspraak op een vergoeding het rechtstreeks gevolg is van werken op een ander tijdstip op verzoek van werknemer.
3. Per bepaling worden eerst de algemene regels vermeld; deze worden gevolgd door (aanvullende) afspraken die gelden voor specifieke groepen werknemers.
4. Als werknemer met terugwerkende kracht wordt bevorderd waardoor zijn aanspraken op vergoedingen komen te vervallen, dan worden deze niet met terugwerkende kracht verrekend.
5. De vergoedingen volgen de ontwikkeling van de CAO-lonen, tenzij anders aangegeven.
6. Werkgever bepaalt of werknemer in salarisgroep 61-63 in aanmerking komt voor de vergoedingen in dit schema.
7. Bij NS bestaat een aantal (kosten-)vergoedingen waarvan met vakbonden is afgesproken dat die jaarlijks worden aangepast met de CBS-prijsontwikkeling. Deze vergoedingen worden aangeduid als de 1 april vergoedingen. Vergoedingen die op deze wijze worden aangepast zijn:
- Reiskostenvergoeding (artikel 71)
- Overgangsregeling woon-werkverkeer (artikel 84)
- Maaltijdvergoedingen (artikel 113, 130a en 130b)
- Koffievergoeding (artikel 131)
109 Financiële compensatie onregelmatigheid
Lid Onderwerp XXX Xxxxxxxxxxxx per functiegroep of bedrijfsonderdeel | ||||||||||
1 | Algemeen | Werknemer die op onregelmatige tijden werkt ontvangt daarvoor een vergoeding | VP | Niet van toepassing. | ||||||
2 | Hoogte vergoeding per uur | Per 1 juli 2022 tijdstip | ma | di t/m do | vr | za | zo/feestdag | NT | 1. Werknemer die werkt in een rooster waarin het aantal harde nachtdiensten ten minste 25% van het totaal aantal diensten bedraagt, ontvangt de volgende vergoeding. Per 1 juli 2022 tijdstip ma di t/m do vr za zo/feestdag 00.00 – 06.00 € 13,71 € 13,71 € 13,71 € 13,71 € 14,96 06.00 – 07.30 € 11,26 € 4,49 € 4,49 € 11,26 € 14,96 07.30 – 18.00 - - - € 11,26 € 14,96 18.00 – 23.00 € 4,49 € 4,49 € 11,26 € 11,26 € 14,96 23.00 – 24.00 € 13,71 € 13,71 € 13,71 € 13,71 € 14,96 Per 1 januari 2023 tijdstip ma di t/m do vr za zo/feestdag 00.00 – 06.00 € 14,18 € 14,18 € 14,18 € 14,18 € 15,47 06.00 – 07.30 € 11,65 € 4,64 € 4,64 € 11,65 € 15,47 07.30 – 18.00 - - - € 11,65 € 15,47 18.00 – 23.00 € 4,64 € 4,64 € 11,65 € 11,65 € 15,47 23.00 – 24.00 € 14,18 € 14,18 €14,18 € 14,18 € 15,47 | |
00.00 – 06.00 | € 10,90 | € 10,90 | € 10,90 | €10,90 | € 11,89 | |||||
06.00 – 07.00 | € 9,04 | € 9,04 | €9,04 | €9,04 | € 11,89 | |||||
07.00 – 07.30 | € 9,04 | € 4,49 | € 4,49 | € 9,04 | € 11,89 | |||||
07.30 – 18.00 | - | - | - | € 9,04 | € 11,89 | |||||
18.00 – 23.00 | € 4,49 | € 4,49 | € 9,04 | € 9,04 | € 11,89 | |||||
23.00 – 24.00 Per 1 januari 2023 tijdstip | € 10,90 ma | € 10,90 di t/m do | € 10,90 vr | € 10,90 za | € 11,89 zo/feestdag | |||||
00.00 – 06.00 € 11,28 €11,28 € 11,28 € 11,28 € 12,30 | ||||||||||
06.00 – 07.00 €9,35 € 9,35 € 9,35 €9,35 € 12,30 | ||||||||||
07.00 – 07.30 € 9,35 € 4,64 € 4,64 €9,35 € 12,30 | ||||||||||
07.30 – 18.00 - - - €9,35 € 12,30 | ||||||||||
18.00 – 23.00 € 4,64 € 4,64 € 9,35 € 9,35 € 12,30 | ||||||||||
23.00 – 24.00 € 11,28 € 11,28 € 11,28 € 11,28 € 12,30 | ||||||||||
3 | Hoogte vergoeding per uur voor het werken op een dag voorafgaand of volgend op een feestdag (zoals benoemd in artikel 117 lid 1) | 2. Werknemer ontvangt een vergoeding van € 9,04 (per 1 juli 2022); € 9,35 (per 1 januari 2023) voor: • werken tussen 18.00 en 23.00 uur op een maandag, dinsdag, woensdag of donderdag voorafgaand aan een feestdag; • werken tussen 06.00 en 07.30 uur op een dinsdag, woensdag, donderdag of vrijdag volgend op een feestdag. 3. Valt een feestdag op een zaterdag, dan ontvangt werknemer voor werken op de dag voorafgaand op die zaterdag een vergoeding van € 10,90 (per 1 juli 2022); € 11,28 (per 1 januari 2023) |
109 Financiële compensatie onregelmatigheid
Lid | Onderwerp | XXX | Xxxxxxxxxxxx per functiegroep of bedrijfsonderdeel | |
4 | Rouleringstoeslag | Als werknemer recht heeft op een vergoeding voor onregelmatig werken, dan ontvangt werknemer voor die dienst ook een rouleringstoeslag van € 1,27 (maximaal 2 keer per kalenderdag). Dit is een gefixeerd bedrag. | RP SP V&S T&S PLP | Werknemer ontvangt een vergoeding voor dubbele onregelmatigheid door uitbetaling van een toeslag van 35% op de rouleringstoeslag. |
110 Compensatie onregelmatigheid
Lid | Onderwerp | XXX | Xxxxxxxxxxxx per functiegroep of bedrijfsonderdeel | |
1 | Hoogte | Werknemer die een contract heeft van gemiddeld 18 uur per week of meer, ontvangt een compensatie in tijd voor werken op een zaterdag, zondag of feestdag (niet zijnde 5 mei) en voor werken op overige dagen vóór 07.30 uur of na 18.00 uur. Op de berekende tijdcompensatie worden de eventuele minuren in mindering gebracht. De norm van de CO dag bedraagt: • aansluitend aan een dienst ten minste onafgebroken 30 uur; • niet aansluitend aan een dienst ten minste onafgebroken 24 uur. | RP Prod INT SP V&S | CO wordt uitbetaald in geld; per 8 uur CO geldt daarvoor een tarief van € 210,00. Werknemer kan jaarlijks via het Keuzeplan ervoor kiezen om CO in tijd te genieten of te sparen in de verlofspaarregeling. Een nadere uitwerking van deze mogelijkheden is opgenomen in het Keuzeplan. (zie hoofdstuk 12, bijlage 3, artikel 30). |
VP | Niet van toepassing. | |||
2 | Hoogte | • Compensatie in tijd per gewerkt uur: t/m 49 jaar: 4 minuten 50 t/m 55 jaar: 6 minuten vanaf 56 jaar: 8 minuten • De hogere compensatie wordt voor de eerste maal toegekend met ingang van de afrekenperiode waarin werknemer 50 of 56 jaar wordt. | ||
3 | Berekening | Voor de berekening van de compensatie worden de onregelmatige uren/minuten per week bij elkaar opgeteld, waarbij de eerste 5 uren niet meetellen. Dit totaal wordt vermenigvuldigd met 4, 6 of 8 minuten. Op die berekende compensatie wordt daarna in mindering gebracht het aantal uren/minuten dat het rooster van werknemer in de rouleringsperiode of het vastgestel- de tijdvak minder is dan 35,3 uur gemiddeld per week (de zogenaamde minuren). Dit laatste alleen voor zover deze tijd niet al in mindering is gebracht bij het vaststellen van eventuele overuren in de weken van de desbetreffende afrekenperiode. | ||
4 | Verlenen van compensatie in tijd | De CO wordt zoveel mogelijk in het rooster vastgelegd, wanneer de aanspraken naar verwachting 1 hele CO-dag per 16 weken zijn. De CO-dag kan samenvallen met een reserve-/beschikbare dag of met een dienst, die zoveel mogelijk een omvang van 8 uur benadert. Van de CO-aanspraken wordt het aantal uren volgens het basisrooster afgeboekt. Als de aanspraken naar verwachting minder zijn dan 1 dag per rouleringsperiode, dan hoeven de CO-dagen niet in het rooster te worden vastgelegd. Werkgever verleent de CO dan uiterlijk in de kalendermaand nadat bekend is geworden dat ten minste 8 uur aan CO-aanspraken zijn opgebouwd. Voor het verlenen van CO over gedeelten van diensten is instemming van de medezeggen- schap vereist. | ||
5 | Recht op compensatie bij ziekte | De CO-dag wordt niet als verleend beschouwd bij afwezigheid wegens ziekte. |
111 Verplicht bereikbaar in vrije tijd
Lid | Onderwerp | XXX | Xxxxxxxxxxxx per functiegroep of bedrijfsonderdeel | |
1 | Algemeen | Werknemer die verplicht bereikbaar moet zijn in zijn vrije tijd, ontvangt daarvoor een vergoeding. Werknemer ontvangt een hogere vergoeding op een R, RT, CO, VD of WTV. Werknemer ontvangt deze vergoeding alleen op een F, CF, OT of andere vrije dag, als hij bereikbaar moet zijn tijdens de uren die hij normaal gewerkt zou hebben. Werknemers die een bereikbaarheidsdienst delen ontvangen gezamenlijk de vergoeding voor één dienst. | ||
2 | Hoogte | De hoogte van de vergoeding wordt afgeleid van de Donderdagse Weekindeling en bedraagt: €21,41 (per 1 juli 2022); € 22,15 (1 januari 2023). De vergoeding op een R, RT, CO, WTV resp F, CF OT of andere vrije dag (mits medewerker bereikbaar moet zijn tijdens de uren die hij normaal gewerkt zou hebben) bedraagt €42,87 (per 1 juli 2022); €44,35 (per 1 januari 2023). | NT | 1. De hoogte van de vergoeding wordt afgeleid van de weekplanning en bedraagt: • €13,36 (per 1 juli 2022); €13,82 (per 1 januari 2023). • De vergoeding op een R, RT, CO, VD, WTV resp. F, CF, OT of andere vrije dag (mits medewerker bereikbaar moet zijn tijdens de uren die hij normaal gewerkt zou hebben) bedraagt € 26,72 (per 1 juli 2022); € 27,64 (per 1 januari 2023). 2. De deeltijder ontvangt op de eerste 2 vrije dagen in een periode van 7 dagen aaneengesloten bereikbaarheid €26,72 (per 1 juli 2022); €27,64 (per 1 januari 2023). Op de overige dagen ontvangt de deeltijder €13,36 (per 1 juli 2022); €13,82 (per 1 januari 2023). |
Lid | Onderwerp | XXX | Xxxxxxxxxxxx per functiegroep of bedrijfsonderdeel | |
1 | Algemeen | Werknemer die na een oproep in dienst moet komen of zijn lopende dienst moet afbreken, ontvangt een vergoeding. | NT | Werknemer die na een oproep onmiddellijk en minstens 2 uur eerder in dienst moet komen of zijn lopende dienst moet afbreken i.v.m. de verplichte voorrust, ontvangt een vergoeding. |
2 | Hoogte | Werknemer die na een oproep meer dan 2 uur eerder dan de laatst voorgeschreven dienst in dienst moet komen ontvangt: • Voor het in dienst komen tijdens de dagelijkse rusttijd: 1. Als geen sprake is van bereikbaarheidsdienst: €11,42 (per 1 juli 2022); €11,82 (per 1 januari 2023) 2. Tijdens een bereikbaarheidsdienst: € 34,24 (per 1 juli 2022); €35,42 (per 1 januari 2023) • Voor het in dienst komen tijdens R, RT, F, CF, VL, CO, VD, RO, WTV, streepjesdag of een andere vrije dag: 1. Als geen sprake is van bereikbaarheidsdienst: €22,84 (per 1 juli 2022); €23,63 (per 1 januari 2023) 2. Als wel sprake is van bereikbaarheidsdienst: €68,51 (per 1 juli 2022); €70,87 (per 1 januari 2023). Bij een oproep tijdens F, CF, VL, OT of andere vrije dag ontvangt werknemer uitsluitend een van bovengenoemde vergoedingen als werknemer in dienst moet komen tijdens de uren van de dienst waarvan hij is vrijgemaakt. Is werknemer reserve of niet-roostergebonden, dan ontvangt hij een van bovengenoemde vergoedingen indien het betreft de uren tussen 08.00 en 16.30 uur. Werknemer ontvangt deze vergoeding niet als er tussen het einde van de laatste dienst en het begin van de oproepdienst 2 uur of minder ligt. Deze diensten worden samengevoegd tot één dienst. Als werknemer een lopende dienst afbreekt vanwege een dienstwijziging in verband met de verplichte voorrust, ontvangt werknemer: • Als de extra dienst geheel of gedeeltelijk ligt na het tijdstip waarop de dagelijkse rusttijd zou zijn ingaan €11,42 (per 1 juli 2022); €11,82 (per 1 januari 2023) • Als de extra dienst geheel of gedeeltelijk ligt na het tijdstip waarop een R, RT, CO, WTV, F of CF zou zijn ingegaan €22,84 (per 1 juli 2022); €23,63 (per 1 januari 2023). |
112 Oproep
Lid Onderwerp XXX Xxxxxxxxxxxx per functiegroep of bedrijfsonderdeel | ||||
3 | Thuis afhandelen oproep | Als werknemer tijdens een bereikbaarheidsdienst een oproep thuis afhandelt, ontvangt hij geen vergoeding. | NT NSR | Als werknemer tijdens een bereikbaarheidsdienst een oproep thuis afhandelt, ontvangt hij de volgende vergoeding: periode Vergoeding per oproep 06.00 – 23.00 uur Ma t/m vr € 15,19 (per 1 juli 2022); € 15,71 (per 1 januari 2023). Za/zo/feestdagen € 30,38 (per 1 juli 2022); € 31,42 (per 1 januari 2023) Naast bovengenoemde vergoeding wordt de arbeidstijd vergoed met een minimum van 30 minuten. periode Vergoeding per oproep 23.00 – 06.00 uur Ma t/m vr € 30,38 (per 1 juli 2022); € 31,42 (per 1 januari 2023) Za/zo/feestdagen € 30,38 (per 1 juli 2022); €31,42 (per 1 januari 2023) Naast bovengenoemde vergoeding wordt de arbeidstijd vergoed met een minimum van 30 minuten. Als een werknemer een oproep thuis afhandelt en deze vraagt meer dan 30 minuten aaneengesloten tijdsbeslag dan ontvangt hij de volgende vergoeding: • Tussen 06.00 uur en 23.00 uur, maandag tot en met vrijdag: € 15,19 (per 1 juli 2022); €15,71 (per 1 januari 2023). • Tussen 06.00 uur en 23.00 uur, za/zon/feest: € 30,38 (per 1 juli 2022); € 31,42 (per 1 januari 2023). • Tussen 23.00 en 06.00 uur: € 30,38 (per 1 juli 2022); € 31,42 (per 1 januari 2023). Onder dezelfde voorwaarden wordt de arbeidstijd gecompenseerd in tijd. |
Lid | Onderwerp | XXX | Xxxxxxxxxxxx per functiegroep of bedrijfsonderdeel | |
1 | Algemeen | Ambulante werknemer met een dienst langer dan 9.45 uur* of een dienst die de periode van 13.00 t/m 18.30 uur omvat** komt, onder voorwaarden, in aanmerking voor een maaltijdver- goeding. Stagiair en buitenlandse student komen voor deze vergoeding in aanmerking, mits is voldaan aan de voorwaarden onder lid 2 van dit artikel. * In dienst komen voor storing, ongeval e.d.: als tussen het eindtijdstip van de laatste dienst en het begintijdstip van de extra dienst 2 uur of minder ligt, worden beide diensten als 1 dienst beschouwd ** Als diensttijd wordt meegerekend: • aftrekbare pauze op standplaats van 30 minuten; • aftrekbare pauze buiten standplaats. | ||
2 | Voorwaarden | • Werknemer is ingedeeld in salarisgroep 51 t/m 57. • Werknemer ontvangt maximaal één vergoeding per kalenderdag. • Er vindt geen verstrekking van een maaltijd plaats van bedrijfszijde. | ||
3 | Hoogte | € 8,55 per 1 april 2022 | ||
4 | Maaltijdvergoeding voor een in het rooster voorgeschreven (schaft)pauze op stations/ emplacementen waar geen gebruik van de pauzepas kan worden gemaakt en maaltijd- voorzieningen ontbreken | Indien werknemer een in het rooster voorgeschreven (schaft)pauze geniet op een station/ emplacement waar – al dan niet vanwege de openingstijden van voorzieningen – geen gebruik gemaakt kan worden van de pauzepas en waar ook geen andere maaltijdvoorzieningen zijn getroffen, ontvangt werknemer per 1 januari 2023 een vergoeding in kosten van een maaltijd: • € 4,00 netto in de pauze met een aanvangstijd tussen 06.00 – 16.00 uur. • € 8,00 netto in de pauze met een aanvangstijd tussen 16.00 – 06.00 uur. Indien werknemer aanspraak maakt op een maaltijdvergoeding conform artikel 113 lid 1 cao NS, is de vergoeding van € 4,00 respectievelijk € 8,00 niet van toepassing. Als op stations/emplacementen maaltijdvoorzieningen worden getroffen, zoals automaten of openen van andere voorzieningen waar de pauzepas kan worden gebuikt, dan vervalt de maaltijdvergoeding. Als op stations/emplacementen maaltijdvoorzieningen verdwijnen waardoor voor een maaltijd in de (schaft)pauze de pauzepas niet langer gebruikt kan worden en geen maaltijd- voorzieningen (zoals automaten) aanwezig zijn, ontvangt werknemer tijdens een pauze op deze stations voornoemde maaltijdvergoeding. |
114 Vergoeding intrekking vrijetijdsaanspraken
Lid | Onderwerp | XXX | Xxxxxxxxxxxx per functiegroep of bedrijfsonderdeel | |
1 | Algemeen | Werknemer ontvangt een vergoeding als vrijetijdsaanspraken worden ingetrokken. Deze vergoeding wordt niet toegekend als het gaat om een ingetrokken vrijetijdsaanspraak tijdens een bereikbaarheidsdienst. |
114 Vergoeding intrekking vrijetijdsaanspraken
Lid | Onderwerp | XXX | Xxxxxxxxxxxx per functiegroep of bedrijfsonderdeel | |
2 | Voorwaarden | Werknemer die is ingedeeld in een van de salarisgroepen 51 t/m 57 of in salarisgroep 58 en hoger en werkzaam is in roulerende dienst: • dienst ligt binnen minimumnorm van een bij DW/weekplanning vastgelegde R, RT, WTV, CO, F, CF, RO, VD of K of • dienst valt geheel of gedeeltelijk samen met de uren van een dienst waarvan werknemer bij DW/weekplanning volledig was vrijgemaakt voor verlof, OT (overuren terug) of een andere vrijetijdsaanspraak die in de plaats komt van een volledige dienst. Werknemer die is ingedeeld in salarisgroep 58 en hoger en niet werkzaam in roulerende dienst: • dienst ligt binnen minimumnorm van een bij DW vastgelegde R of CO-dag of een in het rooster liggende en bij DW vastgelegde WTV-dag. Werknemer met een contractuele arbeidsduur van minder dan 36 uur, krijgt deze vergoeding bovendien als een dienst begint op een bij DW/Weekplanning vastgelegde zogenaamde streepjesdag. | ||
3 | Hoogte | Werknemer ontvangt voor het intrekken van een volledige vrijetijdsaanspraak € 104,51 (per 1 juli 2022); € 108,11 (per 1 januari 2023). Werknemer ontvangt voor het intrekken van een halve vrijetijdsaanspraak € 52,26 (per 1 juli 2022); € 54,06 (per 1 januari 2023). |
115 Overuren (vergoeding in tijd)
Lid | Onderwerp | XXX | Xxxxxxxxxxxx per functiegroep of bedrijfsonderdeel | |
1 | Algemeen | Overuren zijn uren die werknemer daadwerkelijk meer werkt in een week, verminderd met eventuele minuren*, dan het aantal uren dat in die week in het basisrooster is vastgelegd. Basisrooster DW Daadwerkelijk gewerkt Levert op A B C C-A = Tijd 2. De uren die deeltijder meer dan 36 uur werkt worden aangemerkt als overuren. Zie voor de definitie van meeruren artikel 116 lid 3. * Minuren is het gemiddeld aantal uren per week dat het roostergemiddelde, gerekend over de rouleringsperiode cq. vastgesteld tijdvak, afwijkt van 36 uur. Minuren worden voorafgaande aan de rouleringsperiode cq. vastgesteld tijdvak bepaald en gebruikt bij de vaststelling van CO-tijd en overuren. | ||
2 | Gewerkte uren | Gewerkte uren: Weektotaal: de feitelijk in die week gewerkte uren op basis waarvan voor werknemer de overuren worden vastgesteld. De tijd wordt toegerekend aan de week waarin de dienst begint. | RP Prod INT SP PLP V&S | De vaststelling van het urentotaal voor reserve-personeel vindt plaats per 2 weken. De vaststelling van het urentotaal voor niet-roostergebonden personeel met wisselende weektotalen vindt plaats per 13 weken. |
115 Overuren (vergoeding in tijd)
Lid | Onderwerp | XXX | Xxxxxxxxxxxx per functiegroep of bedrijfsonderdeel | |
3 | Weektotaal | Weektotaal = 1. arbeidstijd en 2. niet als eigen tijd te beschouwen reistijd en 3. tussenliggende tijd tussen het eindstip van de laatst verrichte dienst en het begin van de extra dienst als deze 2 uur of minder bedraagt. (Eén dienst). Verminderd met: 8 uur per niet genoten R, tenzij dit leidt tot aperte onrechtvaardigheden in het weektotaal. | NT | Weektotaal = 1. arbeidstijd en 2. niet als eigen tijd te beschouwen reistijd en 3. tijd besteed aan taakgericht werkoverleg (TWO). |
RP Prod INT SP V&S | 1. Extra dienst bij storing, ongeval of calamiteit 1. Als werknemer door een extra dienst en de wettelijk verplichte dagelijkse rust de daaropvolgende roosterdienst niet kan verrichten, dan bedraagt per kalenderdag de arbeidstijd minstens het aantal uren van de roosterdienst 2. Als werknemer na de wettelijk verplichte dagelijkse rust het resterende deel van de roosterdienst verricht, dan geldt als arbeidstijd voor deze kalenderdag ten minste het aantal uren van de roosterdienst, minus dit niet verrichte deel. De diensten plus het daarbij behorende aantal uren moeten zo nodig per kalenderdag worden gesplitst. 2. Dienstwijziging tijdens lopende dienst Als door een dienstwijziging de lopende dienst van werknemer moet worden afgebroken vanwege de wettelijk verplichte dagelijkse rust, geldt voor deze dienst als arbeidstijd maximaal het aantal uren van de afgebroken roosterdienst. Bij een wettelijk verplichte dagelijkse rust langer dan het wettelijk minimum wordt de arbeidstijd verminderd met het aantal uren genoten rust dat het wettelijk minimum te boven gaat. | |||
4 | Vergoeding overuren in tijd | Werknemer ontvangt een compensatie in tijd voor ieder uur dat hij meer werkt dan het totaal van de diensten volgens rooster. De compensatie van overuren wordt vastgelegd in het rooster op aanwijzing van werkgever na overleg met werknemer. Als compensatie in tijd volgens werkgever nadelig is voor de bedrijfsvoering, kan werkgever in overleg met werknemer de overuren tegen uurloon uitbetalen. Basisrooster DW Daadwerkelijk gewerkt Levert op A B C C-A = Tijd | NSR Prod INT STN | De compensatie van overuren wordt vastgelegd in het rooster op aanwijzing van werkgever na overleg met werknemer. Als compensatie in tijd volgens werkgever nadelig is voor de bedrijfsvoering, kan werkgever in overleg met werknemer de overuren tegen uurloon uitbe- talen. Als werknemer in salarisgroep 61-63 in een kalenderweek overuren heeft, dan worden er maximaal 2 gecompenseerd. |
NT | Overuren worden uitbetaald tegen uurloon, tenzij werknemer verzoekt om compensatie in tijd. In het laatste geval worden de overuren bijgeboekt bij de vrijetijdsaanspraken. | |||
5 | Ziekte | De overuren in tijd worden niet als verleend beschouwd bij afwezigheid wegens ziekte. |
116 Overuren (vergoeding in geld)
Lid | Onderwerp | XXX | Xxxxxxxxxxxx per functiegroep of bedrijfsonderdeel | ||
1 | Vergoeding overuren in geld | Werknemer ontvangt een toeslag in geld voor ieder uur dat hij meer werkt dan het totaal | RP | Als werknemer lid is van de vrijwillige hulpverleningsorganisatie en de overuren zijn | |
van de bij de DW/weekplanning voorgeschreven diensten. | Prod INT | ontstaan door een uitrukdienst, dan worden de overuren tegen uurloon vergoed. | |||
Deeltijders komen eveneens voor deze toeslag in aanmerking, mits is voldaan aan het | SP | Werknemer kan werkgever verzoeken om de overuren in tijd te compenseren. | |||
gestelde in lid 3. | PLP | ||||
V&S | |||||
Basisrooster DW Daadwerkelijk gewerkt Levert op | |||||
A B C C-B = Geld | |||||
2 | Hoogte | €7,78 (per 1 juli 2022); €8,05 (per 1 januari 2023). | NT | €8,33 (per 1 juli 2022); €8,62 (per 1 januari 2023). |
116 Overuren (vergoeding in geld)
Lid | Onderwerp | XXX | Xxxxxxxxxxxx per functiegroep of bedrijfsonderdeel | |
3 | Definitie meeruren | Voor deeltijders geldt een onderscheid tussen meeruren en overuren. Meeruren zijn de uren van het vastgestelde weektotaal die liggen tussen de arbeidstijd volgens rooster in die week en 36 uur. Overuren zijn de uren daarboven. | ||
4 | Vergoeding en verlenen meeruren | Meeruren worden vergoed tegen het uurloon (vermeerderd met een percentage voor vakantiebijslag, decemberuitkering en verlof). Indien mogelijk kan werkgever de meeruren in tijd compenseren. De meeruren worden niet als verleend beschouwd bij afwezigheid wegens ziekte. | NT | Over ieder meeruur wordt een toeslag betaald van € 8,33 (per 1 juli 2022); € 8,62 (per 1 januari 2023). |
117 Werken op feestdagen
Lid | Onderwerp | XXX | Xxxxxxxxxxxx per functiegroep of bedrijfsonderdeel | |
1 | Algemeen | Als de dienst van werknemer begint op een feestdag, ontvangt werknemer daarvoor een vergoeding. Voor deze vergoeding gelden als feestdag: Nieuwjaarsdag, 1e en 2e Paasdag, Koningsdag, 5 Mei mits het een lustrumjaar is, Hemel- vaartsdag, 1e en 2e Pinksterdag, 1e en 2e Kerstdag. | NT | De vergoeding wordt ook toegekend indien de dienst eindigt op een feestdag na 04.00 uur. Ook dan wordt de vergoeding eenmaal per feestdag toegekend. |
2 | Hoogte | €36,57 (per 1 juli 2022); €37,83 (per 1 januari 2023). | ||
3 | Voorwaarden | De vergoeding wordt eenmaal per feestdag gegeven. |
118 Kwartaaldag
Lid | Onderwerp | XXX | Xxxxxxxxxxxx per functiegroep of bedrijfsonderdeel | |
1 | Algemeen | Indien werknemer per kwartaal minder dan 6 maal de periode gelegen tussen zondag 00.00 uur en maandag 04.00 uur vrij is, wordt een extra vrije dag toegekend: de Kwartaaldag. | PEW NSL VP Weekend- poolers STN | Werknemer heeft geen recht op een Kwartaaldag. |
RP Prod INT V&S SP | Werknemer heeft geen recht op een Kwartaaldag, tenzij werknemer CO geniet in tijd. | |||
PLP RC | Werknemer met een contractuele arbeidsduur van minder dan 36 uur, met een inzet van ten hoogste 3 diensten per week en die voornamelijk wordt ingezet in het weekend heeft geen recht op een Kwartaaldag. | |||
2 | Kwartaaldag bij ziekte | De Kwartaaldag wordt als verleend beschouwd bij afwezigheid wegens ziekte. | NT | De Kwartaaldag wordt niet als verleend beschouwd bij afwezigheid wegens ziekte. |
119 Verlenen van een driewekelijks vrij weekend of een kwartaaldag
Lid | Onderwerp | XXX | Xxxxxxxxxxxx per functiegroep of bedrijfsonderdeel | |
1 | Algemeen | Als werknemer recht heeft op een driewekelijks vrij weekend (conform art 102 lid 3) of op een kwartaaldag (conform artikel 118) en dit betreffende vrije weekend of deze kwartaaldag niet wordt verleend, dan ontvangt medewerker daarvoor een vergoeding. Ingeval er een dienst wordt verricht in het betreffende driewekelijkse vrije weekend geldt artikel 99 lid 6.16 | NSL Weekend- poolers | Geen vergoeding. |
2 | Hoogte | De vergoeding voor het werken op een zaterdag of een zondag in het betreffende drie- wekelijkse vrije weekend, bedraagt 10 maal het bruto uurloon per dag. De vergoeding voor het niet verlenen van de betreffende Kwartaaldag bedraagt 12 maal het bruto uurloon. | NT | De vergoeding voor het niet verlenen van de betreffende Kwartaaldag bedraagt 8 maal het bruto uurloon. |
119a Reiskostenvergoeding
Lid | Onderwerp | XXX | Xxxxxxxxxxxx per functiegroep of bedrijfsonderdeel | |
1 | Reiskostenvergoeding | NSR Prod INT | De volgende reiskostenvergoeding geldt. 1. Werknemer van wie de dienst eindigt na 24.00 uur en voor 06.00 uur of wiens dienst aanvangt vóór 06.00 uur en wiens dienst eindigt op zaterdag, zondag en feestdagen na 23.00 uur en vóór 08.00 uur of aanvangt vóór 08.00 uur komt in aanmerking voor een vergoeding indien hij niet per trein kan reizen. 2. Vanaf 1 januari 2018 komt werknemer ook in aanmerking voor een vergoeding voor diensten buiten het in lid 1 genoemde tijdsvenster, mits hij normaliter met de trein naar het werk reist, maar vanwege aanvangs- of eindtijd van de dienst niet per trein kan reizen omdat de dienstregeling op zijn woon-werktraject nog niet is opgestart, of al is beëindigd. Werknemer die nooit met de trein naar het werk gaat omdat er geen woon-werk spoorverbinding is in zijn woongebied, komt niet in aanmerking voor reiskostenvergoeding buiten het in lid 1 genoemde tijdsvenster. 3. Bij toepassing van lid 1 en lid 2 geldt dat er sprake is van bereikbaarheid per trein indien er een wachttijd is van maximaal 30 minuten na aankomst op standplaats tot aanvang dienst respectievelijk na einde dienst tot vertrek van standplaats. 4. De maximale afstand die voor de tegemoetkoming wordt meegenomen is 75 km enkele reis, waarbij geldt dat de eerste 10 km enkele reis voor eigen rekening komt. 5. De hoogte van de vergoeding is gebaseerd op de fiscaal gemaximeerde vrijstelling (€ 0,21ct per km per 2022). |
16 Zie Hoofdstuk 8 Bijlage IV Uitwerking cao afspraken Rood weekend
119a Reiskostenvergoeding
Lid | Onderwerp | XXX | Xxxxxxxxxxxx per functiegroep of bedrijfsonderdeel | |
NT | De volgende reiskostenvergoeding geldt. De roostergebonden werknemer die niet met gebruikmaking van openbaar vervoer op tijd aanwezig kan zijn voor aanvang dienst resp. na einde dienst op zijn woonadres kan komen, kan een tegemoetkoming in de kosten van eigen vervoer voor het woon-werkverkeer aanvragen. De bereikbaarheid per openbaar vervoer wordt – behoudens aperte onredelijk- heid – beoordeeld met behulp van de NS Reisplanner. Hierbij wordt uitgegaan van invoer woonadres en standplaatsadres. Verder geldt voor heen- en terugreis een voor- en/of natraject tot maximaal 10 km met eigen vervoer naar resp. van de OV-opstaphalte als passend. Indien er bij gebruikmaking van openbaar vervoer sprake is van een wachttijd van maximaal 30 minuten na aankomst op standplaats tot aanvang dienst resp. na einde dienst tot vertrek van standplaats naar de OV-halte is er sprake is van bereikbaarheid per OV. Als met het reizen met openbaar vervoer de reistijd tenminste twee keer zo lang is als bij gebruik van eigen vervoer én de reistijdwinst enkele reis in dat geval minstens 30 minuten is, ontstaat recht op de reiskostenregeling. Hierbij wordt de tijd die gemoeid is met voor- en natransport naar en van de OV-halte meegeteld. De afstand woonadres – standplaatsadres wordt vastgesteld met behulp van de anwb routeplanner. De maximale afstand die voor de tegemoetkoming wordt meegenomen is 75 km enkele reis, waarbij geldt dat de eerste 10 km enkele reis voor eigen rekening komt. De hoogte van de vergoeding is gebaseerd op de fiscaal gemaximeerde vrijstelling (€0,21ct per km in 2022). De aanvraag in de tegemoetkoming in de reiskosten wordt gebaseerd op het basisrooster; indien bij incidentele afwijkingen werknemer een dienst heeft die volgens de voorwaarden in aanmerking komt voor de tegemoetkoming, kan werknemer voor die dienst eveneens een tegemoetkoming aanvragen. |
Artikel | Bedrijfsonderdeel | Onderwerp | CAO | Functiegroepen |
120 | NSR | Artikel 7.662 BW | ||
Algemeen | 1. Bij overdracht in welke vorm dan ook van een bedrijfsonderdeel dan wel een deel daarvan of een deel van de werkzaamheden van een bedrijfsonderdeel, zal werkgever ervoor zorgdragen dat de betrokken werknemers overgaan met het werk naar de verkrijger, naar rato van de werkgelegenheid die overgaat. De rechten van werknemers bij overgang van onderneming, zoals beschreven en bedoeld in afdeling 8 boek 7 BW, worden daarbij als stelregel genomen, ook indien de werkzaam- heden na de overgang niet volstrekt identiek zijn als voorafgaand aan de overgang. 2. Voorafgaand aan een hier bedoelde overdracht zullen partijen bij deze CAO overleg voeren over de nadere invulling van de overgang van werkzaamheden en werknemers. Indien feiten en omstandig- heden dit toelaten zullen werknemers die behoren tot het over te dragen (bedrijfs)onderdeel en/of gewoonlijk de over te dragen werkzaamheden verrichten en die vrijwillig willen overgaan naar de verkrijger de voorkeur genieten. | |||
121 | NSR | Loopbaanpaden | Zie Bijlage III | |
121a | NSR | Overnachtingsvergoeding V&S | ||
Algemeen | Werknemer die als gevolg van een dienst buiten de standplaats en binnen Nederland moet overnachten, ontvangt hiervoor een vergoeding. Deze vergoeding is ter compensatie van het inconveniënt en als tegemoetkoming voor eventuele extra kosten. | V&S | ||
Hoogte | € 37,81 (per 1 juli 2022); € 39,12 (per 1 januari 2023). |
NS Internationaal
Artikel | Bedrijfsonderdeel | Onderwerp | CAO | Functiegroepen |
122 | Prod INT | Vacant | ||
123 | Prod INT | Int/flexvergoeding | ||
1 | Algemeen | Werknemer ontvangt een vergoeding voor iedere dienst die voldoet aan een van de volgende criteria: • dienstlengte is langer dan 10 uur of • dienst die leidt tot een dagelijkse rusttijd van minder dan 12 uur of • dienst heeft een arbeidstijd van meer dan 9 uur of • in de dienst wordt meer dan 4 uur en 15 minuten aaneengesloten daadwerkelijk op de trein gewerkt (bijv. exclusief passagieren) | Roostergebonden personeel | |
2 | Hoogte | € 13,99 (per 1 juli 2022); € 14,47 (per 1 januari 2023). Deze vergoeding wordt maximaal 2 maal per dienst toegekend. | ||
124 | Prod INT | Vacant | ||
125 | Prod INT | Korte Narust ICE | ||
1 | Algemeen | Werknemer ontvangt voor een dienst die wordt voorafgegaan door een rusttijd van minder dan 10 uur in aanvulling op de Int/flexvergoeding die van toepassing is, een extra vergoeding toegekend die gelijk is aan de Int/flexvergoeding. | ||
2 | Hoogte | € 13,99 (per 1 juli 2022); € 14,47 (per 1 januari 2023). |
Artikel | Bedrijfsonderdeel | Onderwerp | CAO | Functiegroepen |
126 | Prod INT | Nachtdiensten werknemer van 50 jaar of ouder | ||
1 | Algemeen | Werknemer van 50 jaar of ouder die een harde nachtdienst uitvoert, die de periode van 02.00 tot 04.00 uur geheel of gedeeltelijk omvat, ontvangt hiervoor een vergoeding per gerealiseerde harde nachtdienst. | ||
2 | Hoogte | € 13,99 (per 1 juli 2022); € 14,47 (per 1 januari 2023). | ||
127 | Prod INT | Overnachtingsvergoeding | ||
1 | Algemeen | Werknemer die als gevolg van een dienst in het buitenland overnacht, ontvangt hiervoor een vergoeding per overnachting. Deze vergoeding is ter compensatie van het inconveniënt en als tegemoetkoming voor eventuele extra kosten, waaronder ook telefoonkosten en kosten voor een maaltijd. | ||
2 | Hoogte | € 83,68 (per 1 juli 2022); € 86,56 (per 1 januari 2023). | ||
128 | Prod INT | Vergoeding verlengde narust | ||
1 | Algemeen | Werknemer die in het buitenland narust geniet van meer dan 14 uur, ontvangt hiervoor een vergoeding per overnachting. Deze vergoeding wordt verstrekt als compensatie van het inconveniënt onbetaald verblijf in het buitenland. | ||
2 | Hoogte | € 13,99 (per 1 juli 2022); € 14,47 (per 1 januari 2023). | ||
129 | Prod INT | Vacant | ||
130a | Prod INT | Maaltijdvergoeding dag | ||
1 | Algemeen | Werknemer die als gevolg van een dienst in het buitenland een maaltijd ontvangt en niet in het buitenland overnacht ontvangt een maaltijdvergoeding voor maaltijden die genuttigd worden in een ‘sterpauze’ tussen 06.00 – 16.00 uur op een buitenlands station. | ||
2 | Voorwaarden | • Werknemer heeft recht op deze vergoeding voor zover niet reeds een andere maaltijdvergoeding wordt ontvangen of een overnachtingsvergoeding waarin een maaltijdvergoeding is opgenomen. • Werknemer ontvangt maximaal één vergoeding per kalenderdag. • Er vindt geen verstrekking van een maaltijd plaats van bedrijfszijde. | ||
3 | Hoogte | € 11,29 per 1 april 2022 | ||
130b | Prod INT | Maaltijdvergoeding avond/nacht | ||
1 | Algemeen | Werknemer die als gevolg van een dienst in het buitenland een maaltijd ontvangt en niet in het buitenland overnacht ontvangt een maaltijdvergoeding voor maaltijden die genuttigd worden in een ‘sterpauze’ tussen 16.00 – 6.00 uur op een buitenlands station. | ||
2 | Voorwaarden | • Werknemer heeft recht op deze vergoeding voor zover niet reeds een andere maaltijdvergoeding wordt ontvangen of een overnachtingsvergoeding waarin een maaltijdvergoeding is opgenomen. • Werknemer ontvangt maximaal één vergoeding per kalenderdag. • Er vindt geen verstrekking van een maaltijd plaats van bedrijfszijde. | ||
3 | Hoogte | € 24,26 per 1 april 2022 | ||
131 | Prod INT | Koffievergoeding | ||
1 | Algemeen | Werknemer die als gevolg van een dienst formele of informele pauze geniet op een buitenlands station of op een grensstation zonder faciliteiten ontvangt hiervoor een vergoeding. | ||
2 | Hoogte | € 4,54 (per 1 april 2022) |
Artikel | Bedrijfsonderdeel | Onderwerp | CAO | Functiegroepen |
132 | Prod INT | Overnachtingsvergoeding | ||
1 | Algemeen | Werknemer die als gevolg van een dienst buiten standplaats overnacht, ontvangt hiervoor een vergoeding. Deze vergoeding is ter compensatie van het inconveniënt en als tegemoetkoming voor eventuele extra kosten. | ||
2 | Hoogte | € 37,81 (per 1 juli 2022); € 39,12 (per 1 januari 2023). | ||
133 | Prod INT | Vacant |
Nedtrain
Artikel | Bedrijfsonderdeel | Onderwerp | CAO | Functiegroepen |
134 | NT | Toelage gecertificeerde werkzaamheden | Technisch personeel tot en met salarisgroep 56 | |
1 | Algemeen | Werknemer die structureel op tenminste drie standplaatsen wordt ingezet, ontvangt hiervoor een toelage. | ||
2 | Hoogte | De toelage bedraagt € 79,49 (per 1 juli 2022); 82,23 (per 1 januari 2023) per ster per maand. | ||
135 | NT | Schoonmaken verontreinigd materieel | ||
1 | Algemeen | |||
2 | Hoogte | Werknemer die door reizigers bevuild materieel schoonmaakt ontvangt een vergoeding. €4,33 (per 1 juli 2022); € 4,48 (per 1 januari 2023) per schoongemaakt rijtuig. | ||
136 | NT | Buitenlandvergoeding17 | ||
1 | Algemeen | Werknemer in de salarisgroep tot en met 59, die in opdracht van werkgever tenminste 40 uur aaneen- gesloten uit en thuis in het buitenland verblijft, ontvangt een vergoeding per dag. Deze vergoeding is ter compensatie van het inconveniënt en als tegemoetkoming voor eventuele extra kosten. | ||
2 | Hoogte | € 75,91 (per 1 juli 2022); € 78,53 (per 1 januari 2023). |
17 Voor medewerkers in salarisgroep 60 en hoger, die regelmatig lange tijd in opdracht van NedTrain hun werk in het buitenland verrichten zal een redelijke tegemoetkoming van toepassing zijn. De hoogte daarvan zal geobjectiveerd worden gerelateerd aan het kostenniveau van het land waar de werkzaamheden plaatsvinden. De uitwerking hiervan zal in het overleg NedTrain – vakbonden aan de orde komen.
Artikel | Bedrijfsonderdeel | Onderwerp | CAO | Functiegroepen |
137 | NT | Vijfploegendienst | ||
1 | Algemeen | In afwijking van artikel 22, 23 en 102 lid 3 gelden voor werknemer met een contractduur van 36 uur die in een 2224-rooster (vijfploegendienst) werkt, evenals voor werknemer die gebruikt maakt van de werktijdverkorting oudere werknemer, onbetaald verlof of medische beperkingen heeft etc. de volgende bepalingen: 1. Het basisrooster bevat een vast patroon van zes dagen werken in een gelijke spreiding van vroege, late en nachtdiensten gevolgd door een rustperiode van 95 uur. 2. De gemiddelde arbeidstijd per week bedraagt in dit rooster 33,6 uren (33 uur en 36 minuten). Er is geen sprake van minuren. 3. Er is maximaal een half uur overlap tussen de diensten. 4. De rustperiode van 95 uur bestaat uit twee of drie R-dagen en één of twee “vrije dagen” (VD). Alleen met instemming van werknemer kan hiervan worden afgeweken. 5. Voor de R-dag gelden de normen zoals aangegeven in artikel 99 lid 6. 6. de VD heeft op zichzelf geen norm en wordt gegarandeerd bij weekplanning. 7. Indien een F op een VD valt, ontstaat recht op een CF. | ||
138 | NT | Toeslagen vijfploegendienst | Werknemer die in de vijfploegendienst werkt, heeft recht op de volgende vergoedingen: | |
1 | Hoogte | 1. Vaste toeslag op het uurloon • Afhankelijk van de leeftijd van werknemer wordt maandelijks een per contractuur een vaste toeslag op het uurloon uitbetaald. De toeslag bedraagt: • 0,81% voor werknemer t/m 49 jaar; • 2,30% voor werknemer van 50 jaar t/m 55 jaar (m.i.v. de week dat werknemer 50 jaar wordt); • 3,75% voor werknemer van 56 jaar of ouder (m.i.v. de week dat werknemer 56 jaar wordt). • De toeslag wordt stopgezet indien werknemer langer dan 28 kalenderdagen afwezig is. De telling hiervan vangt aan op de eerste dag na de laatst gewerkte dag. Bij hervatting van het werken in het rooster wordt de toeslag weer toegekend. De toeslag gaat niet mee in het garantie-inkomen, derving SAV en de pensioenopbouw. 2. Vaste onregelmatigheidsvergoeding • De vaste onregelmatigheidsvergoeding bedraagt gedurende de looptijd van deze CAO € 1.068,11 (per 1 juli 2022); € 1.103,99 (per 1 januari 2023) per maand. • De vergoeding is pensioengevend en wordt bij de eerste twaalf maanden van ziekte doorbetaald. Na 12 maanden is DS van toepassing. • Beide vergoedingen vervangen de aanspraken zoals aangegeven in artikel 109, 110, 118 en 119. | ||
2 | Intrekken VD | Werknemer heeft recht op de vergoeding intrekken VTA bij intrekken van de VD na de weekplanning. | ||
3 | Deeltijd | De deeltijdwerknemer die evenredig aan een voltijd werknemer vroeg, laat, nacht en weekenddienst draait, krijgt bovenstaande vergoeding naar rato van zijn deeltijdpercentage uitbetaald. Op overige deeltijdwerknemers zijn de reguliere CAO- bepalingen van toepassing. | ||
139 | Vacant |
Artikel | Bedrijfsonderdeel | Onderwerp | CAO | Functiegroepen |
140 | NSL | Verblijf in conferentieoord | ||
1 | Algemeen | Werknemer die een training geeft in een conferentieoord en daar overnacht, ontvangt een vergoeding indien sprake is van een training van minstens 3 dagdelen. | ||
2 | Hoogte | Werknemer ontvangt een compensatie in vrije tijd voor de gewerkte uren van het 3e dagdeel. Daarnaast ontvangt werknemer een toeslag van € 33,42 (per 1 juli 2022); € 34,57 (per 1 januari 2023). | ||
141 | Vacant | |||
142 | Vacant | |||
143 | Vacant | |||
144 | Vacant |
Bijlage I
Mededeling arbeids- en rusttijden:
de Donderdagse Weekindeling NSR, INT
Het dienstrooster is de basisafspraak tussen werkgever en werknemer. Dit rooster dient 28 dagen van tevoren bekend te zijn, tenzij dit vanwege logistieke/procedurele redenen niet mogelijk is. De werk- gever kan van dit dienstrooster afwijken als dit noodzakelijk is.
Het dienstrooster met de eventuele wijzigingen voor die week vormt de DW. Deze DW is dus een aangepaste afspraak tussen werkgever en werknemer en moet voor wat betreft de arbeidstijd en het aantal R’en zoveel mogelijk met de basisafspraak overeenstemmen. Uiterlijk op donderdag 16.00 uur moeten de afwijkingen voor de daarop volgende week in de DW zijn opgenomen. De werkgever bouwt zodanige waarborgen in, dat de DW een maximale zekerheid voor de werknemer. Ook als de afwijkingen voor de daarop volgende week nog niet (volledig) bekend zijn, wordt de DW op donderdag 16.00 uur uitgebracht.
Na de Donderdagse Weekindeling
De werkgever voorkomt afwijkingen na bekendmaking van de DW zoveel mogelijk. De werkgever mag geen diensten inkorten na de DW om daarmee eerder in dezelfde week ontstane meer gewerkte uren te compenseren, tenzij de werknemer hierom verzoekt. De werkgever mag wel na de DW:
a. de werknemer weer op één of meer dagen in zijn eigen dienst- rooster indelen als door onvoorziene omstandigheden die DW geheel of gedeeltelijk komt te vervallen;
b. kortere roosterdiensten stellen als dit door vervanging bij ziekte, extra diensten, (extra) verlof e.d. noodzakelijk is.
Amplitudediensten
Amplitudediensten of vergelijkbare diensten zijn diensten waarvoor in het basisrooster vastgelegd wordt tussen welke twee tijdstippen de werkzaamheden kunnen plaatsvinden. De feitelijke aanvangstijd
wordt bij DW bekendgemaakt. Indien de inhoud van de dienst daartoe aanleiding geeft kan werkgever, in overleg met betrokken werknemer, daarvan afwijken. Amplitudediensten worden beperkt tot maximaal
1 per week per werknemer.
Ruilen diensten
Vanuit de gedeelde verantwoordelijkheid van werkgever en werkne- mer bij het toezien op de naleving van de arbeids- en rusttijden is het ruilen van diensten alleen toegestaan met inachtneming van relevante regelgeving en personen. Het ruilen van diensten mag niet leiden tot situaties die strijdig zijn met de Arbeidstijdenwet en/of deze CAO.
Bijlage II
Mededeling arbeids- en rusttijden: Weekplanning NedTrain
Arbeids- en rusttijden worden vier weken van tevoren bekend gemaakt. Bij de weekplanning, uiterlijk op vrijdag om 12.00 uur, worden eventuele afwijkingen van het basisrooster voor de daarop volgende week bekend gemaakt. Andere wijzigingen vinden alleen plaats bij calamiteiten.
Het weekrooster gaat in op maandag 00.00 uur en duurt tot en met zondag 24.00 uur. De werknemer wordt geacht kennis te nemen van de weekplanning.
De rustdagen worden 28 dagen van tevoren gegarandeerd. Behoudens calamiteiten worden de rustdagen gegarandeerd verleend. Het “contract” met werknemer ontstaat voor wat de rustdagen betreft 28 dagen van tevoren. Afwijkingen van dit “contract” zijn slechts mogelijk bij calamiteiten, of na instemming van werknemer, of op verzoek van werknemer. Ingeval van een bereikbaarheidsdienst op een rustdag, blijft het mogelijk om opgeroepen te worden.
De vrijetijdsaanspraken (VTA) zullen 28 dagen van tevoren worden ingeroosterd. Het “contract” voor de niet-gegarandeerde VTA ontstaat bij de weekplanning (vrijdag 12.00 uur). Afwijkingen van de in de weekplanning opgenomen VTA zijn slechts mogelijk bij calamiteiten en na instemming of op verzoek van werknemer.
Voor reservediensten zal 28 dagen van tevoren worden aangegeven wat voor soort dienst dit vermoedelijk zal worden (vroeg, laat, nacht). Werknemer met een reservedienst kan hieraan geen rechten ontlenen. Wel zal een afwijking pas na overleg met werknemer plaatsvinden.
Werkgever en werknemer zijn gezamenlijk verantwoordelijk dat dit overleg tijdig plaatsvindt. Zij kunnen nadere afspraken maken over hoe dit overleg tot stand komt. De reservediensten worden definitief “gecontracteerd” bij de weekplanning. Hierbij wordt aangegeven of er sprake is van een vroege, late of nachtdienst. Voor reservediensten zal geen gebruik worden gemaakt van de mogelijkheid de dagelijkse rust van 11 naar 8 uren in te korten.
Bijlage III
Loopbaanpaden NS Reizigers
Algemeen
De functiegroep waarin de bestemmingsfunctie is ingedeeld is bepalend voor de salarisgroep waarin werknemer geplaatst gaat worden. Alvorens werknemer in deze salarisgroep wordt ingedeeld dient werknemer ervaring in deze functie op te doen en daarin positief beoordeeld te worden.
Bij een extern geworven werknemer vindt bevordering naar de salaris- groep passend bij de bestemmingsfunctiegroep op z’n vroegst plaats op het moment dat er sprake is van een contract voor onbepaalde tijd. Bevordering van een intern geworven werknemer ligt in de periode drie maanden tot een jaar na aanvang functie. Deze richtlijn
geldt niet voor de bestemmingsfuncties servicemedewerker, hoofd- conducteur en machinist. Voor werknemers in deze functies wordt in dit hoofdstuk het loopbaanpad beschreven dat zowel bij interne als bij externe werving gevolgd wordt, m.a.w., de aspirant begint in de vermelde aannemingssalarisgroep. In geval van externe werving kan het voorkomen dat werknemer marktconform, op het salarisniveau van de bestemmingsfunctie, wordt aangenomen. Op momenten dat bevordering volgens het loopbaanpad aan de orde is dient er een functievervullingsgesprek plaats te vinden zoals bedoeld in hoofdstuk 6 van deze CAO. Voor bevordering moet er sprake zijn van een positieve beoordeling.
1 Hoofdconducteur
Vooropleiding
Als eis voor de vooropleiding van de hoofdconducteur geldt minimaal LBO-C/MAVO diploma of vergelijkbaar kennisniveau met een goede spreek- en schrijfvaardigheid van de Nederlandse taal en een goede spreekvaardigheid in de Engelse taal.
Loopbaanpad
Aannemingssalarisgroep: sg 54
Bestemmingssalarisgroep: sg 56 Bevorderingstermijn:
a. van sg 54 naar sg 55 na 3 jaar mits geslaagd voor de basisopleiding en voor Engels.
b. van sg 55 naar sg 56 na 3 jaar mits geslaagd voor 2e taal.
Doorloop van het loopbaanpad
Vanaf het moment dat werknemer aspirant hoofdconducteur sg 54 is beginnen de bevorderingstermijnen te tellen. Dit geldt ook voor intern
geworven werknemers die in hun oude functie al in sg 54 waren geplaatst.
Voorwaarde voor bevordering, na 3 jaar, van sg 54 naar sg 55 is:
• Binnen 1 jaar na het slagen voor de basisopleiding dient (indien nodig) een cursus Engels gevolgd te zijn en met succes te zijn afgesloten.
Voorwaarde voor bevordering, na 3 jaar, van sg 55 naar sg 56 is:
• Een cursus voor de tweede taal dient gevolgd te zijn en met succes te zijn afgesloten.
Een (aspirant) hoofdconducteur, die over voldoende kennis van Engels en Duits of (Frans) beschikt, behoeft geen talencursussen te volgen. In plaats hiervan krijgt werknemer een boekje met spoorweguitdruk- kingen in de betreffende vreemde taal uitgereikt. Van werknemer wordt verwacht, dat dit boekje in “eigen“ tijd
wordt bestudeerd. Na 3 maanden wordt werknemer getoetst op de kennis van de uitdrukkingen.
N.B.: Voor kandidaten die afkomstig zijn uit de interne werving wordt een loopbaanpad afgesproken waarbij rekening gehouden wordt met eerdere relevante werkervaring.
Herexamens basisopleiding en vervolgopleidingen Zittende medewerkers krijgen, indien de toetsen worden afgenomen door NS zelf, tweemaal de gelegenheid om herexamen te doen.
Aspiranten krijgen, indien de toetsen worden afgenomen door NS, eenmaal de gelegenheid om herexamen te doen. Zittende medewer- kers en aspiranten krijgen, indien de toets wordt afgenomen door een externe instantie, tweemaal de gelegenheid om herexamen te doen, tenzij het herkansingsbeleid van de externe instantie dit niet toe laat. De herexamens dienen zo mogelijk binnen een termijn van 3 maanden te worden afgelegd.
• Wordt bij het herexamen tijdens de basisopleiding een onvoldoende resultaat bereikt dan eindigt het dienstverband van de extern geworven aspirant hoofdconducteur. Betreft het een intern aange- trokken aspirant hoofdconducteur dan geldt de terugkeergarantie van artikel 89 in hoofdstuk 6.
• Wordt bij de laatste mogelijkheid tot het doen van het herexamen van de vervolgopleiding en/of bij het functievervullingsgesprek een onvoldoende resultaat behaald dan wordt werknemer uit de functie ontheven en zal er naar een passende functie gezocht worden. Deze passende functie behoort niet tot de aanloopfunctie van het loopbaanpad (“2e man”).
2 Machinist
Vooropleiding
Als eis voor de vooropleiding van de machinist geldt minimaal
LBO-C/MAVO diploma of vergelijkbaar kennisniveau met een goede Nederlandse taalvaardigheid (lezen, begrijpen, spreken).
Loopbaanpad
Aannemingssalarisgroep: sg 54
Bestemmingssalarisgroep: sg 57 Bevorderingstermijn:
a. van sg 54 naar sg 55 na 1 ½ jaar mits geslaagd voor de basis leerweg machinist volledig bevoegd;
b. van sg 55 naar sg 56 na 2 ½ jaar mits geslaagd voor de jaarlijks verplichte herinstructie.
c. van sg 56 naar sg 57 na 5 jaar mits geslaagd voor de jaarlijks verplichte herinstructie.
N.B.: Indien de machinist tijdens het loopbaanpad applicaties volgt in verband met nieuw materieel op standplaats moet werknemer slagen voor de daaraan verbonden toetsen.
Doorloop van het loopbaanpad
Vanaf het moment dat werknemer aspirant machinist sg 54 is, beginnen de bevorderingstermijnen te tellen. Dit geldt ook voor intern geworven werknemers die in hun oude functie al in sg 54 waren geplaatst.
Aanvullende voorwaarde voor bevordering, na 1 ½ jaar, van sg 54 naar sg 55 is:
• Indien het leertraject volledig bevoegd machinist niet in de daarvoor aangewezen periode kan worden aangeboden door een bij NSR gelegen oorzaak, zal, bij het succesvol afronden van dit leertraject op een later moment, bevordering met terugwerkende kracht tot
1 ½ jaar na de start van het loopbaanpad plaatsvinden. Voorwaarde voor bevordering, na 2 ½ jaar, van sg 55 naar sg 56 is:
• Werkzaam als volledig bevoegde machinist heeft werknemer 1 keer per jaar de jaarlijks verplichte herinstructie gevolgd en met succes afgesloten
Voorwaarde voor bevordering, na 5 jaar, van sg 56 naar sg 57 is:
• In de voorafgaande periode dient 1 keer per jaar de jaarlijks ver- plichte herinstructie gevolgd te zijn en met succes te zijn afgesloten.
N.B.: Voor kandidaten die afkomstig zijn uit de interne werving wordt een loopbaanpad afgesproken waarbij rekening gehouden wordt met eerdere relevante werkervaring.
Herexamens basisopleiding en vervolgopleidingen Zittende medewerkers krijgen, indien de toetsen worden afgenomen door NS zelf, tweemaal de gelegenheid om herexamen te doen.
Aspiranten krijgen, indien de toetsen worden afgenomen door NS, eenmaal de gelegenheid om herexamen te doen. Zittende medewerkers en aspiranten krijgen, indien de toets wordt afgenomen door een externe instantie, tweemaal de gelegenheid om herexamen te doen, tenzij het herkansingsbeleid van de externe instantie dit niet toe laat.
De herexamens dienen zo mogelijk binnen een termijn van 3 maanden te worden afgelegd.
• Wordt bij het herexamen tijdens de basisopleiding een onvoldoende resultaat bereikt dan eindigt het dienstverband van de extern geworven aspirant machinist. Betreft het een intern aangetrokken aspirant machinist dan geldt de terugkeergarantie van artikel 89 in hoofdstuk 6.
• Wordt bij de laatste mogelijkheid tot het doen van het herexamen van de vervolgopleiding, de eventuele applicatietoetsen en/of bij het functievervullingsgesprek een onvoldoende resultaat behaald dan wordt werknemer uit de functie ontheven en zal er naar een passende functie gezocht worden. Deze passende functie behoort niet tot de aanloopfuncties van het loopbaanpad.
3 Servicemedewerker
De volgende bevorderingstermijnen gelden voor de functie van servicemedewerker.
• Aanname in salarisgroep 54
• Bevordering naar salarisgroep 55 van intern geworven werknemers ligt in de periode tot één jaar na aanvang functie.
• Bij extern geworven werknemers die starten als servicemedewerker vindt bevordering naar salarisgroep 55 op zijn vroegst plaats op het moment dat er sprake is van een contract voor onbepaalde tijd.
Voor zowel intern als extern geworven werknemers geldt als voor- waarde voor bevordering:
• succesvolle afronding van de opleiding servicemedewerker;
• voldoen aan alle functievereisten, vast te stellen in een functioneringsgesprek.
Bijlage IV
Uitwerking cao afspraken Rood weekend
Situatie D | Hoe vaak krijgt medewerker de vergoeding waarbij de volgende tijdvensters gelden: • zaterdag 00.00 uur tot zondag 00.00 uur (rode zaterdag) • zondag 00.00 uur tot maandag 00.00 uur (rode zondag) Uitwerking: | |
1 | Werkt medewerker op een rode zaterdag na een oproep 🡺 | Medewerker ontvangt 1x de vergoeding voor de rode zaterdag* (en 1 rustdag terug) |
2 | Werkt medewerker op een rode zondag na een oproep 🡺 | Medewerker ontvangt 1x de vergoeding voor de rode zondag* (en 1 rustdag terug) |
3 | Werkt medewerker op een rode zaterdag na een oproep en dienst loopt door na 00.00 uur 🡺 | Medewerker ontvangt een vergoeding voor de rode zaterdag, maar ook voor de rode zondag omdat de rust op zondag is aangetast (en 1 rustdag terug) |
4 | Werkt medewerker op een vrijdag en dienst loopt door na 00.00 uur 🡺 | Medewerker ontvangt 1x de vergoeding voor de rode zaterdag (géén rustdag terug) |
5 | Werkt medewerker op een vrijdag en dienst loopt door na 00.00 uur 🡺 De dag erna werkt medewerker na oproep (rode zaterdag) en dienst loopt vóór 00.00 uur af. | Medewerker ontvangt 1x de vergoeding voor de rode zaterdag, omdat de rust maar 1x aangetast kan worden (en 1 rustdag terug) |
6 | Werkt medewerker op een vrijdag en dienst loopt door tot 20.00 uur 🡺 Rood weekend begint om 18.00 uur en eindigt op maandag 6.00 uur (60 uur rust) | Medewerker ontvangt geen vergoeding want geen aantasting van rode zaterdag/rode zondag. Dienst kan alleen in overleg met medewerker worden toegekend. |
* 10x bruto uurloon |
Hieronder volgt een uitwerking van de cao-afspraken over het Rood Weekend zoals opgenomen in (Zondagsarbeid) en artikel 119 (verlenen van een driewekelijks vrij weekend) met verwijzing naar artikel 99 lid 6 (rustdag terug).
Situatie A | Medewerkers kunnen conform art 102 lid 3 collectief met instemming van de OR óf individueel op basis van vrijwilligheid afzien van een Rood weekend. Hieruit volgt dat het ook mogelijk is dat een medewer- ker alleen afziet van een rode zaterdag maar niet van een rode zondag of andersom. Medewerker die afziet van een rode zaterdag omdat hij/zij late diensten wil draaien. Uitwerking: | |
1 | Vrijdagavonddienst loopt volgens rooster af na 00.00 uur | Geen vergoeding voor de rode zaterdag |
2 | Medewerker draait een dienst op zaterdag in het rood weekend, naast een vrijdag- avonddienst die na 00.00 uur afloopt | Wel vergoeding* voor de rode zaterdag |
3 | Vrijdagavonddienst loopt volgens rooster af vóór 00.00 uur (stel om 23.00 uur) en dienst loopt uit of wordt herpland tot na 00.00 uur | Wel vergoeding voor de rode zaterdag |
4 | Voor vrijdag staat een dienst zonder eindtijd (RES/BES/Amplitude) in het rooster. | De Donderdagse Weekindeling bepaalt de eindtijd van de dienst en de vergoeding! Geldt situatie 1 uit deze tabel: geen vergoeding voor de zaterdag (vervang rooster door DW) Geldt situatie 3 uit deze tabel: wel vergoeding voor de zaterdag (vervang rooster door DW) |
* 10x bruto uurloon |
Situatie C | Medewerkers hebben recht op een vergoeding conform art 119 als hen gevraagd wordt in een rood weekend te werken, ongeacht of ze het weekend erna vrijgemaakt worden. recht op een vergoeding conform artikel 119. |
Situatie B | Als een medewerker wordt gevraagd te werken in een vrij weekend en medewerker heeft in het weekend ervoor en erna ook gewerkt*, wordt dit weekend waarin medewerker wordt gevraagd te werken als rood weekend beschouwd. Uitwerking: | |
1 | Werkt medewerker op een zaterdag na een oproep 🡺 | Medewerker ontvangt een vergoeding voor de rode zaterdag en een rustdag terug |
2 | Werkt medewerker op een zondag na een oproep 🡺 | Medewerker ontvangt een vergoeding voor de rode zondag** en een rustdag terug |
3 | Werkt medewerker op een zaterdag én zondag na een oproep 🡺 | Medewerker ontvangt een vergoeding voor de rode zaterdag en rode zondag en 2 rustdagen terug |
* bijvoorbeeld een om-om-rooster
** 10x bruto uurloon
9. Outputgerelateerd werken
Per 1 januari 2023 vervalt hoofdstuk 9, zie ook overgangsafspraak in artikel 36.
Inleiding
NS beweegt mee in een veranderende omgeving en ontwikkelt zich tot een flexibele organisatie waar de klant 24 uur per dag centraal gesteld wordt. Zij hecht eraan een aantrekkelijke werkgever op de arbeidsmarkt te zijn en de slagkracht te hebben om de concurrentie voor te blijven.
Werknemers van nu zoeken een goede balans tussen werk en privé- leven en hebben behoefte aan eigen inbreng en verantwoordelijkheid. Hierbij past een moderne arbeidsrelatie. Niet meer op basis van collectiviteit, procedures en richtlijnen, maar juist met ruimte voor individuele afspraken en verantwoordelijkheden. Niet langer gericht op aanwezigheid, maar met de focus op output en gebaseerd op dialoog en vertrouwen.
Hierbij past ook dat een professionele, gezonde kantooromgeving geboden wordt. Het kan voorkomen dat een werknemer er voor kiest om af en toe de werkzaamheden op een andere locatie uit te voeren. Werkgever verwacht dat een werknemer er dan zelf voor zorgt dat hij dit doet op een werkplek waar hij fit en gezond blijft.
Dit arbeidsvoorwaardenpakket weerspiegelt de vernieuwing. Er is veel ruimte voor maatwerk, voor individuele afspraken, die niet collectief worden vastgelegd. Hieronder ligt een stevig fundament dat in deze CAO is geregeld, zoals pensioen, functiewaardering en salarisschalen.
1a Invoering en doelgroep
Met ingang van 1 januari 2019 wordt OGW ingevoerd voor alle niet-roostergebonden werknemers met inachtneming van de overgangsafspraken in hoofdstuk 12, Bijlage 14 en met uit- zondering van de volgende groepen werknemers:
• Dagplan (onder Operatie) en NO Planning (onder Netwerk- ontwikkeling en Ontwerp) (Voormalig afdeling Logistiek);
• Secretarieel administratief medewerkers (SAM) en Dienst- indelers (DID) van S&O;
• Teammanagers van Rijdend personeel, Wal en V&S;
• Treinmodernisering, een Servicebedrijf of een Onderhouds- bedrijf (in de productie werkzame niet-roostergebonden werknemers van Nedtrain).
In 2018 bespreken cao partijen of uitsluiting van deze groepen inderdaad wenselijk is. Werknemers die per 3 november 2017 (datum Onderhandelingsresultaat cao NS 2017 – 2020) in dienst
treden van afdelingen waar per 1 januari 2019 OGW wordt ingevoerd, worden aangenomen op basis van de arbeidsvoor- waarden van OGW (hoofdstuk 9).
1b Afspraken van overeenkomstige toepassing
Op de arbeidsovereenkomst zijn de volgende onderdelen uit de CAO NS van overeenkomstige toepassing:
• Hoofdstuk 1 CAO NS: artikel 1 tot en met 9 en 11;
• Hoofdstuk 2 CAO NS: artikel 13 tot en met 15, 17 lid b en 20;
• Hoofdstuk 3 CAO NS: artikel 30, 42 lid 4, 43 lid 4 sub 3 en 4;
• Hoofdstuk 4 CAO NS: artikel 45 de lonen per contractuur, 47, 48, 49, 50 tot en met 56, 58, 59a, 61 tot en met 64 en 66;
• Hoofdstuk 5 CAO NS: artikel 70, 71 lid 1 en 2, 74, 75, 75A, 78, 80, 81 en 82;
• Hoofdstuk 6 CAO NS: artikel 89, 89a en 90;
• Hoofdstuk 7 CAO NS: artikel 93, 94, 96 en 96c;
• Hoofdstuk 8 CAO NS: artikel 106 en 107a;
• Hoofdstuk 10 CAO Sociale Eenheid: artikel 1 tot en met 11, 13 tot en met 26a;
• Hoofdstuk 11 CAO Sociaal Plan: artikel 1 tot en met 10 en de Bijlagen bij het Sociaal Plan;
• Hoofdstuk 12: bijlage(n) loontabel(len) contractuurloon en bijlagen 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10 en 12.
2 Arbeidsduur
De contractuele arbeidsduur is gelijk aan het aantal uren genoemd in de arbeidsovereenkomst met werknemer en bedraagt maximaal gemiddeld 36 uur per week.
3 Vakantieverlof
1. Werkgever vindt het van belang dat een werknemer voldoende recuperatietijd heeft en stelt werknemer om die reden in staat om ieder jaar het volledige vakantieverlof van 5 weken te genieten.
2. Het vakantiejaar valt samen met het kalenderjaar. Werk- nemer die is ingedeeld in salarisgroep 51 tot en met 63 heeft per contractuur per kalenderjaar recht op 5 verlofuren met behoud van bezoldiging.
3. De opname van het vakantieverlof is de verantwoordelijkheid van de werknemer en geschiedt in overleg met werkgever. Werkgever en werknemer spannen zich maximaal in opdat
werknemer zijn jaarlijkse verlofopbouw op kan nemen. Mochten zich desondanks omstandigheden voordoen waar- door dit niet mogelijk is, dan maken werkgever en werk- nemer afspraken over het alsnog op kunnen nemen van het resterende verlofsaldo. Vanaf 1-2-2019 is verlofregistratie in Mijn Personeelszaken opnieuw ingevoerdevoerd1.
4. Indien werknemer in enig jaar niet het volledige vakantie- verlof wenst te genieten, maakt hij hier voorafgaand aan dat jaar afspraken over met werkgever.
5. Indien de arbeidsovereenkomst niet het gehele kalenderjaar omvat, zal de aanspraak op grond van dit artikel naar rato gelden.
4 Aanvullingen op bij wet geregeld verlof
1. In aanvulling op de wettelijke bepalingen wordt gedurende het kortdurend zorgverlof, het adoptieverlof en het aan- vullend geboorteverlof het volledige salaris doorbetaald.
2. De pensioenopbouw wordt gedurende de wettelijk toegestane periode van ouderschapsverlof van maximaal 26 weken, voortgezet. Werkgever neemt de daarvoor verschuldigde pensioenpremie voor haar rekening.
5 Kostenvergoeding
De in het kader van de uitoefening van zijn functie gemaakte redelijke kosten kunnen door werknemer in overleg met werk- gever gedeclareerd worden.
6 Keuzeplan
Het keuzeplan biedt werknemer de mogelijkheid een deel van zijn arbeidsvoorwaarden individueel te bepalen. De regelingen die ten grondslag liggen aan de bronnen en doelen van het keuzeplan zijn uitgewerkt in hoofdstuk 12 bijlage 3 CAO NS.
7 Opleiden en ontwikkelen
Werkgever vindt het belangrijk dat elke werknemer zich kan blijven ontwikkelen en werkgever is bereid om hierin te investe- ren. Bij elke opleidingsinspanning wordt expliciet gemaakt welke waarde deze toevoegt, voor werknemer en organisatie. Zowel de organisaties als de werknemer dienen te investeren in de opleiding, in de vorm van geld, tijd, begeleiding en/of passend werk om het geleerde in de praktijk te brengen.
1 Dit geldt niet voor hoofdkantoorpersoneel van NS Stations.
9. Outputgerelateerd werken 59
Werkgever en werknemer zullen het gesprek aangaan over wat gewenst of nodig is op het gebied van ontwikkeling. Werkgever zal heldere loopbaanperspectieven bieden, die een werknemer inzicht geven in de vervolgstappen die gemaakt kunnen worden vanuit de huidige functie.
8 Persoonlijk Budget (PB)
1. Werknemer ontvangt per kalenderjaar een persoonlijk budget van 1,1 maal zijn contractuele arbeidsduur per weekr week2.
2. Het budget wordt per maand opgebouwd, voor zover werk- nemer gedurende de volledig overeengekomen arbeidsduur recht heeft gehad op loon. De werknemer die gedurende een deel van het kalenderjaar recht op loon heeft gehad, ontvangt het budget naar rato.
3. Het budget wordt maandelijks toegekend in tijd, tenzij werknemer en werkgever hierover tijdig andere afspraken hebben gemaakt.
4. Werknemer heeft de mogelijkheid om (een deel van) het budget te sparen voor verlof in de toekomst (zoals sabbatical of tijdelijk minder werken).
9 Procesafspraken individueel gesprek
Er kunnen individuele afspraken gemaakt worden die passen bij de behoefte van werknemer en werkgever, over arbeidsvoor- waarden, resultaten, verantwoordelijkheden en persoonlijke ont- wikkeling. Voor het maken van deze afspraken is vertrouwen de basis. Vertrekpunt is dat zowel de werknemer als leidinggevende hierbij de belangen van de werknemer én de organisatie in het oog houden. Er kunnen zich situaties voordoen, dat tijdens het maken van deze individuele afspraken, de werknemer zijn of haar belangen niet voldoende geborgd ziet. De werknemer kan ervoor kiezen iemand naar eigen keuze mee te nemen naar het gesprek dan wel zich te wenden tot de naast hogere leiding- gevende en deze verzoeken om ondersteuning bij het gesprek.
10 Vergoeding en compensatie onregel- matigheid, bereikbaarheid en oproep
Lid 1 Algemene bepalingen
a. In dit schema zijn de vergoedingen opgenomen die werknemer ontvangt vanwege verplichte bereikbaarheid zoals gedefinieerd in de regeling hierna.
b. Als werknemer met terugwerkende kracht wordt bevor- derd waardoor zijn aanspraken op vergoedingen komen te vervallen, dan worden deze niet met terugwerkende kracht verrekend.
c. Werkgever bepaalt of werknemer in salarisgroep 61-63 in aanmerking komt voor de vergoedingen vanwege verplichte bereikbaarheid.
d. Feestdagen zijn de dagen die in de CAO NS artikel 106 “feestdagenregeling” zijn opgenomen en vakantiedagen zijn de 5 weken (25 dagen bij fulltime dienstverband) die in het collectief zijn opgenomen of vrije dagen uit het persoonlijk budget in tijd voortkomen.
e. Onregelmatige uren worden gedefinieerd als uren op een zaterdag, zondag of feestdag en uren vóór 7.30 uur en na
18.00 uur.
f. De hoogte van de vergoedingen is gelijk aan de hoogte van de vergoedingen in artikel 111 CAO NS.
Lid 2 Onregelmatig werken
Werknemer kan onregelmatig gewerkte uren op een ander tijdstip compenseren dat zowel werknemer als werkgever past. Hierbij worden de output-afspraken die de werknemer met de leidinggevende heeft gemaakt, steeds in acht genomen.
Onregelmatigheidstoeslag is niet van toepassing, tenzij werk- nemer expliciet het verzoek krijgt van zijn leidinggevende om structureel op onregelmatige tijden werkzaamheden te verrichten. In dat geval heeft werknemer recht op onregel- matigheidsvergoeding uit artikel 109 CAO NS.
Lid 3 Verplicht bereikbaar in vrije tijd
a. Werknemer die verplicht bereikbaar moet zijn in zijn vrije tijd, ontvangt daarvoor een vergoeding:
b. • op maandag tot en met vrijdag: € 18,10 (per 1 april 2020); € 18,39 (per 1 april 2021); € 18,61 (per 1 januari 2022).
• op zaterdag, zondag, een feestdag of een vakantiedag:
€ 36,26 per dag (per 1 april 2020); € 36,84 per dag (per
1 april 2021) € 37,28 per dag (per 1 januari 2022).
c. Werknemers die een bereikbaarheidsdienst delen ontvangen gezamenlijk de vergoeding voor één dienst.
Lid 4 Oproep tijdens bereikbaarheidsdienst
a. Werknemer die na een oproep werk moet verrichten (niet zijnde thuis verricht werk) ontvangt daarvoor een vergoeding:
- op maandag tot en met vrijdag:
1. Als geen sprake is van bereikbaarheidsdienst:
€ 10,58 (per 1 april 2020); € 10,75 (per 1 april 2021);
€ 10,88 (per 1 januari 2022).
2. Tijdens een bereikbaarheidsdienst: € 31,71 (per 1 april 2020); € 32,22 (per 1 april 2021); € 32,61 (per 1 januari 2022).
- op zaterdag, zondag, een feestdag of een vakantiedag:
1. Als geen sprake is van bereikbaarheidsdienst:
€ 21,16 (per 1 april 2020); € 21,50 (per 1 april 2021);
€ 21,76 (per 1 januari 2022).
2. Als wel sprake is van bereikbaarheidsdienst:
€ 63,46 (per 1 april 2020); € 64,47 (per 1 april 2021);
€ 65,24 (per 1 januari 2022).
b. Als werknemer tijdens een bereikbaarheidsdienst een oproep thuis afhandelt, ontvangt hij geen vergoeding.
11 Instellen van een Ombudspersoon of commissie Een (ombuds)persoon of commissie wordt ingesteld waar werk- nemers en managers terecht kunnen als zij er niet uitkomen bij het maken van de individuele afspraken over outputgerelateerd werken. De combinatie van (ombuds)persoon of commissie
en blijvende ondersteuning geeft managers en werknemers de gelegenheid samen verder te werken aan een volwassen
arbeidsrelatie. Na 3 jaar zullen partijen evalueren en beoordelen of een (ombuds)persoon of commissie nog langer nodig is.
12 Overgangsafspraken en arbeidsvoorwaarden
Zie hoofdstuk 12 bijlage 14 van de cao voor een overzicht van de overgangsafspraken en de arbeidsvoorwaarden voor werknemers die per 1 januari 2019 zijn overgegaan naar hoofdstuk 9.
2 Tenzij anders overeengekomen in de overgangsregeling ‘Afspraken inpassen medewerkers NS Stations onder cao NS’ of de overgangsregeling ‘Afspraken inpassen hoofd- kantoorpersoneel Retailbedrijf’ of de overgangsafspraken zoals opgenomen in hoofdstuk 12 bijlage 14 cao NS 2017 – 2020.
10. CAO Sociale Eenheid NS
Algemeen
1 Begripsbepalingen
Sociale Eenheid NS: een samenwerkingsverband op sociaal
gebied tussen de volgende rechtsperso- nen en/of organisatorische eenheden:
a. NS Groep NV te Utrecht
b. NS Reizigers BV te Utrecht
c. NS Stations BV te Utrecht
d. NedTrain BV te Utrecht
e. NS Internationaal BV te Utrecht
f. Thalys Nederland NV te Utrecht
g. ProRail BV te Utrecht
h. Stichting Pensioenfonds Rail & Openbaar Vervoer te Utrecht
i. DekraRail BV te Utrecht
j. Abellio Transport Holding BV te Utrecht
XXX: elke door één van werkgevers met de door haar erkende vakorganisaties
afgesloten CAO, dan wel een (branche-) CAO waarbij een bedrijf zich aansluit.
Samenlevingsverbanden:
1. Werkgever die behoort tot de Sociale Eenheid NS erkent een samenlevingsverband van een werknemer en degene met wie werknemer samenleeft, indien zij:
a. beiden ongehuwd zijn;
b. geen bloedverwanten in de opgaande of nederdalende lijn zijn;
c. geen broer(s) en/of zuster(s) zijn;
d. een gemeenschappelijke huishouding voeren;
e. een door werkgever voorgeschreven modelverklaring hebben ingeleverd;
f. een recente verklaring van de gemeente hebben overgelegd waaruit het adres en de burgerlijke staat van beiden blijken;
g. een der onderstaande overeenkomsten overleggen waaruit de intentie van duurzaam samenleven blijkt:
- een samenlevingsovereenkomst
- een vaststellingsovereenkomst al dan niet onderdeel van een andere overeenkomst
- een verblijvensbeding
- een verklaring van een notaris dat hij een samenlevings- overeenkomst, vaststellingsovereenkomst of verblijvens- beding heeft opgesteld en verleden
- in enkele gevallen een kansovereenkomst
- in enkele gevallen een maatschapsovereenkomst.
De desbetreffende overeenkomst c.q. het verblijvensbeding moet blijken uit een akte die is opgesteld en verleden door een notaris, of uit een onderhandse akte aan de voet waarvan een notaris verklaart de echtheid van de handtekeningen gecertificeerd te hebben.
2. Werkgever behandelt werknemer die een geregistreerd partner- schap, zoals bedoeld in artikel 1:80a e.v. BW is aangegaan, gelijk aan werknemer die gehuwd is, mits een akte van de burgerlijke stand omtrent dit partnerschap wordt overlegd en voorzover de wet aan dat partnerschap gevolgen verbindt.
3. Door het erkennen worden rechten en faciliteiten die voor gehuw- den gelden ook toegekend aan hen die aan bovengenoemde voorwaarden voldoen, voor zover de wet en de door werkgever met derden gesloten overeenkomsten dat toelaten.
4. De erkenning vervalt, zodra werknemer en/of de partner niet meer voldoen aan de voorwaarden die aan de erkenning ten grondslag liggen.
2 Toepassen CAO bij verplaatsing binnen de Sociale Eenheid NS
1. Indien werknemer ontslag neemt bij een werkgever van de Sociale Eenheid NS en in dienst treedt bij een andere werkgever van de Sociale Eenheid NS dan blijft deze CAO onverkort van toepassing maar gaat met ingang van de indiensttredingsdatum voor werknemer de CAO van de nieuwe werkgever gelden.
2. Bij een wijziging van werkgever, zoals bedoeld in lid 1, gelden de volgende bepalingen:
- indien werknemer bij de afstaande werkgever een contract heeft voor onbepaalde tijd dan krijgt werknemer bij de nieuwe werkgever ook een contract voor onbe- paalde tijd;
- bij overgang is er geen sprake van een proeftijd;
- op verzoek van werknemer kunnen de bij de afstaande werkgever opgebouwde verlofrechten van het lopend kalenderjaar worden meegenomen;
- de jubileumdatum wordt, voor zover het betreft het fiscale aspect (jubileumuitkering), meegenomen;
- de jubileumdatum wordt, wat betreft het anciënniteitsas- pect, meegenomen, tenzij bij de nieuwe werkgever of bij het nieuwe bedrijfsonderdeel eigen specifieke afspraken bestaan over de anciënniteitsbasis. In dat laatste geval gelden die afspraken.
3 Uitlenen personeel
1. Uitlening van werknemer aan een niet tot de Sociale Eenheid NS behorende onderneming waarvan een onderdeel van de Sociale Eenheid NS aandeelhouder is, is toegestaan. Hierbij blijft deze CAO, met zijn bijlagen en de van toepassing zijnde bedrijfs-CAO, voor werknemer gelden. Afwijken van dit lid
is mogelijk als CAO-partijen dit overeenkomen dan wel, bij gebreke aan overeenstemming tussen partijen, werknemer daarmee instemt.
2. Uitlenen van werknemer aan een andere onderneming dan in lid 1 bedoeld is mogelijk als werknemer daarmee instemt.
4 Overdracht van activiteiten
CAO-partijen zijn overeengekomen dat gedurende de looptijd van deze CAO geen overdracht van activiteiten zal plaatsvinden door één van bij tot de Sociale Eenheid betrokken vennootschap- pen aan een andere vennootschap waarin NS zeggenschap heeft dan wel zal verkrijgen, dan wel via een minderheidsdeelneming of gehele verkoop, alvorens er tussen CAO-partijen behorende bij de Sociale Eenheid resultaatgericht overleg is gevoerd over overgangsmaatregelen. Tevens is met de nieuwe werkgever resultaatgericht overleg gevoerd over de arbeidsverhoudingen, de arbeidsvoorwaardenvorming en arbeidsvoorwaarden in het kader van de overgang.
Afspraken voor de Sociale Eenheid NS
5 Algemeen
De bepalingen van deze CAO zijn van toepassing op alle werknemers behorend tot de Sociale Eenheid, tenzij tussen
CAO-partijen bij een CAO andere afspraken zijn gemaakt die één of meerdere van deze bepalingen expliciet vervangen.
6 Functiewaardering
1. CAO-partijen bij een bedrijfs-CAO zullen voor het vaststellen van functiezwaartes één of meerdere algemeen erkende functiewaarderingssystemen overeenkomen.
2. Worden geen expliciete afspraken gemaakt conform lid 1, dan zal het ORBA- systeem en/of het Hay-systeem worden toegepast. Voor een beschrijving van het ORBA-systeem, zie hoofdstuk 12, bijlage 7 van de CAO, voor een beschrij-
ving van het Hay-systeem zie hoofdstuk 12, bijlage 8 van de CAO.
7 Ziektekostenverzekering
1. Werkgever sluit een collectieve basisverzekering en een collectieve aanvullende verzekering af bij één of meerdere ziektekostenverzekeraars.
2. Een eventuele korting, te verkrijgen op de basisverzekering voor werknemer die daaraan deelneemt, wordt gebruikt voor reductie van de premie van de aanvullende verzekering. Financieringsbronnen voor de aanvullende verzekering zijn in ieder geval de te onderhandelen korting op de basispremie en de huidige werknemerspremie voor een aanvullende verzekering.
8 Vacant
9 Stichting Scholing en Werving
1. Voor de Sociale Eenheid NS bestaat er een paritair bestuurde Stichting Scholing en Werving.
2. Jaarlijks vult de Sociale Eenheid NS op 1 januari het saldo (vermogen op 1 januari minus de aangegane verplichtingen) van de Stichting aan tot een bedrag van
€ 158.825. De gelden van de Stichting worden aangewend voor het bekostigen van (doorstroom) projecten die de werk- gelegenheid bevorderen voor groepen met een moeilijke arbeidsmarktpositie, zoals (herintredende) vrouwen, vroeg- tijdige schoolverlaters en allochtonen. Uit die gelden kan tevens de helft van de kosten voor de cursus “Nederlands op de werkvloer” worden bekostigd.
3. CAO-partijen richten zich op verruiming van de bestedings- criteria van de Stichting Scholing en Werving; daarbij is aanwending van gelden buiten NS een bespreekbare optie.
10 Reisfaciliteiten voor werknemers en gezinsleden
1. Werknemer heeft aanspraak op reisfaciliteiten onder door de NV Nederlandse Spoorwegen vast te stellen voorwaarden.
2. Deze voorwaarden zijn neergelegd in Reisfaciliteiten NS (zie hoofdstuk 12, bijlage 6 van de CAO).
3. Werknemer die kiest voor de minimum reisfaciliteiten (een trajectkaart voor woon- werkverkeer) is geen bijdrage verschuldigd.
4. Werknemer die kiest voor faciliteiten boven het minimum is een door werkgever vast te stellen bedrag verschuldigd, dat in maandelijkse termijnen op de maandbezoldiging wordt ingehouden.
5. Aan werknemer die heeft gekozen voor faciliteiten bedoeld in lid 1, kunnen, overeenkomstig genoemde voorwaarden, voor ieder tot zijn huishouding behorend gezinslid (zie hoofdstuk 12, bijlage 6) voor het maken van particuliere reizen reisfaciliteiten worden verstrekt. Daarvoor is een door de werkgever vast te stellen bedrag verschuldigd, dat in maandelijkse termijnen op de maandbezoldiging wordt ingehouden.
6. Voor zover gezinsleden tevens aanspraken kunnen doen gelden op reisfaciliteiten krachtens overheidsregelingen zal de verstrekking van reisfaciliteiten voor de desbetreffende gezinsleden uit hoofde van dit artikel worden opgeschort.
11 Sociaal Plan
In hoofdstuk 11 is de CAO Sociaal Plan 2015 opgenomen.
Ziekte en arbeidsongeschiktheid
12 Extra zorgdag
Werknemer krijgt per kalenderjaar van werkgever 8 uur extra beschikbaar voor zorg. Daarnaast geldt dat vanaf de tweede ziekmelding tot en met de vijfde ziekmelding in hetzelfde kalenderjaar de eerste ziektedag (8 uur) wordt gekort op het verlof van werknemer. Indien werknemer verzuimt als gevolg van een bedrijfsongeval (hiervan is in ieder geval sprake indien de Arbeidsinspectie/bedrijfsarts moet worden ingelicht) of vanwege een verzuim dat direct samenhangt met een chronische ziekte (naar oordeel bedrijfsarts) worden geen dagen ingehouden.
Voor werknemer die in deeltijd werkt, gelden de in dit artikel genoemde dagen naar rato.
13 Aanspraken tijdens ziekte
1. Gedurende de eerste 52 weken van ziekte ontvangt werk- nemer die door ziekte zijn arbeid niet (volledig) kan verrich- ten, 100% van het loon, op voorwaarde dat werknemer zich naar vermogen maximaal inspant om te re-integreren.
2. Na de eerste 52 weken van ziekte heeft werknemer die door ziekte is verhinderd om zijn arbeid (volledig) te verrichten, gedurende een tijdvak van maximaal 52 weken, aanspraak op 90% van het naar tijdsruimte vastgesteld loon over de niet- gewerkte uren, op voorwaarde dat werknemer zich naar vermogen maximaal inspant voor re-integratie. Over
de gewerkte uren ontvangt werknemer 100% van het naar tijdsruimte vastgestelde loon.
3. Onder het begrip loon wordt in lid 1 en 2 verstaan de maandbezoldiging, de eventuele netto-netto toelage en het derving SAV-dagbedrag zoals die gelden op de dag voorafgaand aan de eerste ziektedag.
4. Op de in lid 1 en 2 genoemde wettelijke en bovenwettelijke aanspraken worden alle, aan werknemer toegekende nieuwe of gewijzigde arbeidsongeschiktheidsuitkeringen in verband met zijn ziekte in mindering gebracht, eventueel met terugwerkende kracht.
5. Hetgeen over na de dag van overlijden gelegen tijdvakken aan uitkering als bedoeld in lid 1, 2 en 4 is uitbetaald, wordt verrekend met de uitkering bij overlijden.
Arbeidsongeschiktheid
14 Begrip arbeidsongeschiktheid
Onder arbeidsongeschiktheid wordt verstaan het geheel of gedeeltelijk arbeidsongeschikt zijn in de zin van de wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA).
15 Aanspraken bij volledige arbeidsongeschiktheid De aanspraken bij volledige en blijvende arbeidsongeschiktheid (werknemer met een IVA-uitkering: inkomensverzekering volledig en duurzaam arbeidsongeschikten) zijn opgenomen in de Pensioenregeling voor de Bedrijfstak Spoorwegen.
16 Aanspraken bij gedeeltelijke of niet blijvende volledige arbeidsongeschiktheid
Werknemer met een (WGA-)arbeidsongeschiktheidspercentage (WGA: werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten) van 35% of meer ontvangt, op voorwaarde dat werknemer zich naar vermogen maximaal inspant voor re-integratie:
a. Gedurende de loongerelateerde fase in de WGA: over de niet gewerkte uren een aanvulling van NS tot 75% van het loon dat hij verdiende direct voorafgaande aan zijn ziekte. Gewerkte uren worden volledig uitbetaald.
b. In geval werknemer aan het einde van de loongerelateerde fase van de WGA het werk voor minimaal 50% van zijn restcapaciteit hervat heeft: over niet gewerkte uren een aanvulling van NS tot 75% van het loon dat hij verdiende direct voorafgaande aan zijn ziekte. Gewerkte uren worden volledig uitbetaald.
17 Einde loongerelateerde WGA fase
Voor werknemer met een (WGA-) arbeidsongeschiktheids- percentage tussen de 35-80% geldt bij voldoende re-integratie- inspanningen het volgende. Als werknemer een maand voor het einde van de loongerelateerde fase van de WGA het
werk gedeeltelijk hervat heeft, maar minder dan 50% van zijn restcapaciteit benut, biedt werkgever met ingang van die
maand aan het aantal uren werk uit te breiden tot 50% van zijn restcapaciteit. Als werknemer deze uitbreiding accepteert, komt hij in aanmerking voor aanvulling van zijn loon zoals voor de WGA-situatie in artikel 16 sub b is beschreven.
18 Aanspraken bij een arbeidsongeschikt- heidspercentage van minder dan 35% Werknemer die een arbeidsongeschiktheidspercentage van minder dan 35% heeft, ontvangt in:
• het derde “ziektejaar”: over gewerkte uren 100% van het loon direct voorafgaande aan zijn ziekte, 90% over niet gewerkte uren;
• het vierde “ziektejaar”: over gewerkte uren 100% van het loon direct voorafgaande aan zijn ziekte, 80% over niet gewerkte uren;
• het vijfde “ziektejaar”: over gewerkte uren 100% van het loon direct voorafgaande aan zijn ziekte, 70% over niet gewerkte uren;
• het zesde “ziektejaar”: over gewerkte uren 100% van het loon direct voorafgaande aan zijn ziekte, 60% over niet gewerkte uren;
• het zevende “ziektejaar”: over gewerkte uren 100% van het loon direct voorafgaande aan zijn ziekte, 50% over niet gewerkte uren;
- de volgende “ziektejaren”: over gewerkte uren 100% van het loon direct voorafgaande aan zijn ziekte.
19 Bovenwettelijke aanvulling
1. Werknemer komt alleen in aanmerking voor een bovenwet- telijke aanvulling indien hij een aanvraag heeft ingediend voor een uitkering op grond van de wet WIA.
2. Voor de bepaling van de bovenwettelijke aanvulling worden zo nodig gegevens over Invaliditeitspensioen van pensioen- fonds Rail&OV opgevraagd.
20 Begrip loon
Onder het begrip loon wordt in de artikelen 16, 17 en 18 verstaan: de maandbezoldiging, de eventuele netto-netto
toelage en het derving SAV-dagbedrag zoals die gelden op de dag voorafgaand aan de eerste ziektedag.
21 Ontslag
Xxxxxxx werknemer het werk niet (gedeeltelijk) hervat heeft na 2 jaar ziekte, zal werkgever slechts ontslag aanvragen ingeval:
a. werknemer zich niet of slechts beperkt heeft ingespannen om werk bij werkgever of elders te verwerven of
b. werkgever aantoont dat voor werknemer, ondanks maximale inspanning van werkgever, geen passende functie bij werkgever aanwezig is.
In deze gevallen zal werkgever zolang het dienstverband voort- duurt minimaal 75% van het loon uitbetalen dat werknemer direct voorafgaand aan zijn ziekte verdiende.
21a Ontslag en WGA 35 - 80%
Werknemer ontvangt een inkomensaanvulling indien het dienstverband beëindigd wordt vanwege een arbeidsongeschiktheid van 35 tot 80%. De hoogte van
deze WGA basis hiaatverzekering is gebaseerd op het WGA- arbeidsongeschiktheidspercentage vermenigvuldigd met 75% van het laatstverdiende inkomen bij NS, rekening houdend met het maximum dagloon en onder aftrek van de WGA-uitkering. Een werknemer kan zich, via een door NS ontwikkeld collectief contract, op individuele basis bijverzekeren, boven op de WGA basis hiaatverzekering. Deze WGA aanvullende hiaatverzekering vult het inkomen (na ontslag) aan tot minimaal 75% van het laatst verdiende inkomen bij NS voor arbeidsongeschiktheid, rekening houdend met het maximum dagloon en onder aftrek van de WGA-uitkering. Deze verzekering dient voor het ingaan van de ziekte, die aanleiding is voor de arbeidsongeschiktheid, te worden afgesloten. Deze verzekering staat ook open voor werknemers die nieuw in dienst treden, mits zij zich aanmelden binnen twee maanden na in dienst treden.
22 Vacant
23 Informatieplicht
Werknemer is verplicht om werkgever onmiddellijk te informeren over elke beslissing van het UWV in de uitvoering van de WIA.
24 Verhaal van uitkering bij ziekte en arbeidsongeschiktheid
1. Werkgever is niet tot de in de artikelen 15 t/m 19 en 21 en 22 genoemde betalingen verplicht, voorzover zij niet
berusten op dwingendrechtelijke verplichtingen waaronder begrepen uitkeringen krachtens de Ziektewet, indien werknemer xxxxxxx van zijn ziekte of arbeidsongeschiktheid een vordering tot schadevergoeding wegens loonderving tegenover derden kan doen gelden.
2. Werkgever zal echter de in de artikelen 15 t/m 19 en 21 en 22 bedoelde betalingen bij wijze van voorschot voldoen, indien werknemer de vordering tot schadevergoeding aan werkgever xxxxxxx. Werknemer is verplicht alle relevante gegevens te verstrekken, die verband houden met het
kunnen uitoefenen van de cessie, alsmede het verhaalsrecht als bedoeld in de wet.
25 Overgangsregeling
Voor werknemer die ziek is geworden vóór 1 januari 2004 en onder de WAO valt, blijft de regeling gelden die is opgenomen in hoofdstuk 12, bijlage 11 van deze CAO.
Pensioenregeling, VUT-regeling en overgangsregeling
26 Pensioenregeling
1. Werknemer neemt deel aan de pensioenregeling van het pensioenfonds Rail&OV. Op basis hiervan verkrijgt werk- nemer pensioenrechten bij het pensioenfonds Rail&OV.
2. De pensioenpremie die werkgever afdraagt aan het pensioenfonds Rail&OV bedraagt in 2022 24% van de pensioengrondslagndslag1. De pensioenpremie vanaf 2023 is, behoudens wettelijk verplichte wijzigingen, vastgesteld tot en met 2025 en bedraagt;
- in 2023 25,5%
- in 2024 27,0%
- in 2025 28,9%
van de pensioengrondslag.
Daarbij geldt dat de pensioenpremie in enig jaar maximaal de benodigde premie voor de fiscaal maximale opbouw in dat betreffende jaar is.
Indien het pensioenfonds Rail&OV al eerder dan per
1 januari 2026 overgaat naar het nieuwe pensioencontract blijft in die jaren de hierboven genoemde pensioenpremie samen met de premies voor het ANW-hiaatpensioen (zie verderop lid 3) en het WIA-excedentpensioen (zie verderop lid 4) de totaal beschikbare premie.
3. Werknemers zijn via het pensioenfonds Rail&OV verzekerd voor het ANW-hiaatpensioen. Werkgever betaalt per jaar een bedrag per werknemer voor de ANW-hiaatverzekering
1 De pensioengrondslag is het pensioengevend inkomen -/- franchise, waarbij de franchise afhankelijk is van het werktijdpercentage.
dat jaarlijks door het bestuur van het pensioenfonds Rail&OV wordt vastgesteld.
4. Werknemers met een pensioengevend inkomen boven het maximum van het Sociaal Verzekeringsloon zijn via het pensioenfonds Rail&OV verzekerd voor een aanvulling bij arbeidsongeschiktheid (“Wia-excedent”). De premie
hiervoor wordt jaarlijks vastgesteld door het bestuur van het pensioenfonds Rail&OV en bedraagt een percentage van het loon boven het maximum van het Sociaal Verzekeringsloon.
van het pensioenfonds Rail&OV. De uitkering is netto en bedraagt voor een nabestaande partner de werkelijke schade met een maximum van 4 maal het deel van het fulltime (voorheen pensioengevende) salaris boven de aftoppings- grens van €114.866 bruto (2022). Dit bedrag zal jaarlijks worden geïndexeerd. Voor nabestaande kinderen bedraagt de jaarlijkse uitkering per kind 1/5e deel van het gemiste partnerpensioen (tot 21 jaar). Voor volledige wezen geldt het dubbele bedrag. Voor werknemers met een parttime
Tabel overgangsmaatregel
5. a. Van de totaal door werkgever af te dragen pensioen- premie uit lid 2 wordt 1/3de deel gefinancierd door werknemer en 2/3de deel door werkgever.
b. Van de totaal door werkgever af te dragen premie voor de ANW-hiaatverzekering uit lid 3 wordt 1/3de deel gefinan- cierd door werknemer en 2/3de deel door werkgever.
c. De premie voor de WIA-excedent-verzekering komt ten laste van werknemer.
d. De premies die ten laste van de werknemer komen, worden verrekend met het loon van de werknemer en door de werkgever afgedragen aan het pensioenfonds Rail&OV.
6. Bij werknemers die na ontslag bij een van de bij de CAO Sociale Eenheid NS aangesloten bedrijven een WW-uitkering ontvangen, loopt hun pensioenopbouw door, mits men voldoet aan de daarvoor bepaalde voorwaarden. De regeling is onderdeel van en staat beschreven in de pensioenregeling van het pensioenfonds Rail&OV. De premie hiervoor komt ten laste van de werkgever.
26a Aftopping pensioengevend inkomen
1. De pensioenopbouw is gemaximeerd tot een fulltime salaris van €114.866 bruto (2022). Dit bedrag wordt jaarlijks aangepast. Werknemers met een inkomen boven deze grens ontvangen een toelage en hebben aanspraak op een overlijdensuitkering onder de voorwaarden als gemeld in dit artikel.
2. Aan werknemers wordt een toelage in de vorm van een bruto bijdrage toegekend van 12% van het deel van het (voorheen pensioengevende) salaris boven de aftoppings- grens van € 114.866 bruto (2022) op fulltime basis. Bij werknemers met een parttime dienstverband wordt deze toelage naar rato van het dienstverband uitgekeerd.
3. Aan werknemers wordt een overlijdensuitkering toegezegd. Deze toezegging komt alleen tot uitkering als werknemer komt te overlijden en een nabestaande heeft die vanwege dit overlijden aanspraak krijgt op een nabestaandenpensioen
dienstverband wordt de uitkering naar rato vastgesteld.
Leeftijd op 1-1-2015 | Toelage |
46 | 12,50% |
47 | 13,00% |
48 | 13,50% |
49 | 14,00% |
50 | 14,50% |
51 | 15,00% |
52 | 15,50% |
53 | 16,00% |
54 | 16,50% |
55 | 17,00% |
56 | 18,00% |
57 | 18,50% |
58 | 19,00% |
59 | 19,50% |
60 | 20,25% |
61 | 20,75% |
62 | 21,25% |
63 | 21,75% |
64 | 22,25% |
Bij uitdiensttreding vervalt de dekking. De kosten voor deze uitkering komen ten laste van de werkgever.
4. Voor werknemers in dienst op 31 december 2014 met een leeftijd op 1 januari 2015 van 46 jaar en ouder van wie het pensioengevende salaris op 31 december 2014 op
fulltime basis meer bedroeg dan €100.000 bruto wordt een overgangsmaatregel getroffen. Deze overgangsmaatregel betreft een extra toelage. In de onderstaande tabel staat de totale toelage welke tot het einde van het dienstverband geldt.
Het percentage van de toelage staat vast tot einde dienst- verband en ziet op het deel van het (voorheen pensioen- gevende) salaris boven de aftoppingsgrens van €114.866 bruto (2022) op fulltime basis. Voor werknemers met een parttime dienstverband wordt deze toelage naar rato van het dienstverband uitgekeerd.
11. CAO Sociaal Plan
Dit Sociaal Plan wordt door partijen gezien als een regeling, van toepassing op werknemers die vallen onder de werking van de CAO Sociale Eenheid NS en die werkzaam zijn in een bedrijfsonderdeel dat reorganiseert of waarin werknemers anderszins boventallig (dreigen te) raken.
Partijen willen gedwongen ontslagen zoveel mogelijk vermijden door het bemiddelen van werk naar werk centraal te stellen.
Partijen beschouwen het vinden van nieuw werk als een verant- woordelijkheid van zowel werkgever als werknemer. Van beiden wordt maximale inspanning verlangd. Dit krijgt vorm door het hanteren van twee fasen:
• de premobiliteitsfase waarin werknemer vanuit zijn huidige functie faciliteiten krijgt om te zoeken naar ander werk
• de boventalligheidsfase waarin werknemer vanuit de situatie van boventalligheid faciliteiten krijgt om te zoeken naar ander werk.
1 Juridische status van dit plan
a. Dit Sociaal Plan heeft de status van een CAO-regeling en geldt voor alle bedrijven die aangesloten zijn bij de Sociale Eenheid NS. Dit Sociaal Plan geldt van 1 april 2020 tot
1 januari 2026.
b. Dit plan is van toepassing op reorganisaties of personeels- verminderingen binnen de Sociale Eenheid NS. ProRail heeft voor het plaatsingsproces en de fase voorafgaand aan boventalligheid de ‘Sociale spelregels ProRail’ met de vakbonden afgesproken. Deze ‘Sociale spelregels ProRail’ komen voor ProRail in de plaats van de in dit Sociaal Plan opgenomen regels voor de premobiliteitsfase.
c. In aanvulling op het Sociaal plan gelden voor alle organisatie- wijzigingen bij NS de standaard afspraken zoals opgenomen in bijlage 2. Onder NS wordt verstaan de rechtspersonen en/of organisatorische eenheden van de Sociale Eenheid NS a t/m f en j conform H10 art 1 Begripsbepalingen.
d. Is een reorganisatie aan de orde, dan meldt werkgever deze aan bij de vakorganisaties conform de bepalingen van de Gedragscode bij Reorganisaties (bijlage 1 bij het Sociaal Plan). Werkgever nodigt de vakorganisaties uit voor een oriënterend gesprek aan de hand van de Gedragscode en dit plan. Werkgever en de vakorganisaties maken, als een van de partijen dat wenst, afspraken over de begeleiding
als bedoeld in artikel 9 onder b.vii (begeleiding van de sociale gevolgen van de reorganisatie door extern overleg). Werkgever verschaft de informatie die nodig is om een goed beeld van de reorganisatie te krijgen. Hiertoe behoren een formatieplan en een overzicht van de actuele personeels- bezetting binnen de categorie uitwisselbare functies in de leeftijdsgroepen 15 tot 25 jaar, 25 tot 35, 35 tot 45 jaar,
45 tot 55 jaar en 55 jaar en ouder en per categorie de diensttijdvolgorde. Werkgever geeft, na een hierop gericht overleg met vakorganisaties, de grenzen van het verander- gebied aan alsmede de arbeidsplaatsen die komen te vervallen. Werkgever geeft regelmatig informatie over het verloop van de reorganisatie met het oog op de uitvoering van dit plan.
e. Met de in dit Sociaal Plan opgenomen uitkering bij ontslag (artikel 4 onder v en in artikel 6 “Afscheidsuitkering”) is voorzien in een gelijkwaardige voorziening als bedoeld in artikel 7:673b BW, die in de plaats komt van de wettelijke Transitievergoeding1.
2 Premobiliteit
a. Indien er sprake is van een concrete dreiging van boven- talligheid voor een groep werknemers of een individuele werknemer als gevolg van één van de in artikel 3 genoemde redenen, dan treedt op basis van een door werkgever daartoe te nemen besluit, de fase van premobiliteit in.
Werknemer is in de premobiliteitsfase in beginsel nog aan het werk in zijn functie. Artikel 4 geeft de rechten en
plichten die in deze fase op de desbetreffende werknemers van toepassing zijn. Uitgangspunt is dat voorafgaand aan een reorganisatie waarin naar verwachting boventallig- heid speelt, de fase van premobiliteit aan de orde is.
In uitzonderingsgevallen kan de werkgever na overleg met het desbetreffende medezeggenschapsorgaan besluiten dat er (bijvoorbeeld door de aard van de verandering) geen fase van premobiliteit is.
b. Werkgever bepaalt na overleg te hebben gehad met het desbetreffende medezeggenschapsorgaan welke (groep) werknemer(s) voor welke duur voor de premobiliteit status in aanmerking komen. De premobiliteitsfase kan minimaal vier tot maximaal twaalf maanden voor de beoogde
invoeringsdatum van de verandering van toepassing zijn. Werkgever kan gedurende de premobiliteitsfase besluiten deze fase te beëindigen, bijvoorbeeld als de beoogde vermindering van personeel is bereikt of naar verwachting zonder inzet van de middelen van de pre- mobiliteitsfase kan worden bereikt. Werkgever informeert de vakorganisaties over deze besluiten.
c. In de situatie dat de beoogde invoeringsdatum van de verandering wordt uitgesteld, bepaalt werkgever na overleg met het desbetreffende medezeggenschapsorgaan of en
zo ja, voor hoe lang de premobiliteitsfase wordt verlengd. Werkgever informeert de vakorganisaties over dit besluit.
3 Individuele boventalligheid
Aan de hand van de informatie, bedoeld in artikel 1 en de daarover gemaakte afspraken, bepaalt werkgever welke werk- nemer(s) boventallig word(en)t
a. Vaststellen individuele boventalligheid
Individuele boventalligheid is aan de orde indien ondanks de premobiliteitsfase de beoogde verandering in de personeelsbezetting niet is gerealiseerd of de premobi- liteitsfase door de aard van de verandering niet aan de orde is geweest. Bij de door de werkgever te bepalen
individuele boventalligheid, kan een drietal situaties worden onderscheiden:
i) Vervallen van functies
Functies die verdwijnen als gevolg van beëindiging van activiteiten: de werknemer die werkzaam is in een werkveld waarvan de activiteiten worden beëindigd of
wiens functie wordt opgeheven, wordt aangemerkt als boventallig;
ii) Verminderen van functies
Functies die verdwijnen als gevolg van het inkrimpen van activiteiten: bij werknemers die werkzaam zijn op een afdeling of in een bedrijfsonderdeel dat wordt ingekrom- pen, wordt de boventalligheid vastgesteld op basis van het afspiegelingsbeginsel. Het afspiegelingsbeginsel wordt toegepast per categorie uitwisselbare functies van de afdeling of het bedrijfsonderdeel op basis van de leeftijds- opbouw binnen de desbetreffende categorie uitwisselbare functies. Het personeel van de categorie uitwisselbare
1 In de basis bedraagt de transitievergoeding een derde maandsalaris per gewerkt jaar bij een dienstverband tot 10 jaar en een half maandsalaris per gewerkt jaar voor ieder jaar dat het dienstverband langer heeft geduurd dan 10 jaar. Voor de details zie: xxxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxx.xx/ onderwerpen/ontslag/vraag-en-antwoord/hoe-hoog-is-de-transitievergoeding-als-ik-word-ontslagen
functies wordt ingedeeld in vijf leeftijdsgroepen, te weten van 15 tot 25 jaar, van 25 tot 35 jaar, van 35 tot 45 jaar, van 45 tot 55 jaar en van 55 jaar en ouder. De verdeling van de ontslagen over de leeftijdsgroepen dient zo
plaats te vinden dat de leeftijdsopbouw binnen de categorie uitwisselbare functies vóór en ná de inkrimping verhoudingsgewijs zoveel mogelijk gelijk is. Vervolgens wordt binnen elke leeftijdsgroep de werknemer met het kortste dienstverband boventallig verklaard.
iii) Wijzigen van functies
In het geval van een organisatiewijziging waarbij geen significante wijzigingen in de functie plaatsvinden, wordt het principe ‘mens volgt werk’ gevolgd. Bij een nieuwe of sterk gewijzigde functie wordt geselecteerd op basis van geschiktheid. De werknemer wiens functie als gevolg van de reorganisaties significant wijzigt tot uiting komend in gewijzigde functie-eisen en/of een gewijzigd functieniveau van de werknemer, wordt aangemerkt als boventallig indien deze werknemer met
behulp van xxxxxxxx en/of coaching on the job niet binnen een termijn van twaalf maanden kan voldoen aan de gewijzigde functie-eisen.
Werkgever xxxxx werknemer zo spoedig mogelijk schriftelijk de datum waarop werknemer xxxxxxxxxxx is geworden.
b. Duur van de boventalligheidstermijn
De duur van de fase van boventalligheid is afhankelijk van het aantal dienstjaren en de leeftijd van de werknemer:
Aantal dienstjaren | Leeftijd | Boventalligheids- termijn (maanden) |
< 10 | < 50 | 6 |
< 10 | > 50 | 12 |
> 10 | < 50 | 9 |
> 10 | > 50 | 18 |
De boventalligheidstermijn eindigt bij het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd.
4 Rechten en plichten in de fases van premobiliteit en boventalligheid
Premobiliteitsfase | Boventalligheidsfase | |
i. Begeleiding | NS-interne loopbaanbegeleiding en/of extern outplacementbureau, afhankelijk van de kans op herplaatsing binnen de Sociale Eenheid NS. | |
ii. Scholing | Vergoeding naar redelijkheid van kosten van scholing die leidt tot wezenlijke vergroting van de kans op een andere functie. | |
iii. Voorrangspositie | Voorrang op basis van geschiktheid bij sollicitatie op interne vacatures. Er zal eerst intern uitvraag worden gedaan van beschikbare vacatures. | |
iv. Compensatie bij herplaatsing in lagere salarisgroep binnen SE | Bij plaatsing in een lagere functie binnen de Sociale Eenheid NS vindt indeling in de nieuwe salarisgroep plaats, zo dicht mogelijk bij het oude salaris. Indien het oude salaris meer is dan het maximum van de nieuwe salarisgroep, ontvangt werknemer gedurende vijf jaar het verschil tussen het bevroren oude salaris en het nieuwe salaris als toelage. Het nieuwe salaris wordt aangepast bij cao aanpassingen. De toelage vermindert in dat geval navenant met het bedrag dat werknemer meer ontvangt als gevolg van de cao aanpassingen. De toelage is pensioengevend. | |
v. Eenmalige vergoeding bij ontslag (indien werknemer een andere passende functie vindt binnen de Sociale Eenheid NS zal deze vergoeding niet worden uitgekeerd) | Bij uitdiensttreding drie keer de wettelijke transitiever- goeding zoals geldend op 1 juli 2015. | Bij uitdiensttreding in de eerste helft van de boventalligheidstermijn drie keer de wettelijke transitievergoeding zoals geldend op 1 juli 2015. Bij uitdiensttreding in de tweede helft van de boventalligheidstermijn tweeënhalf keer de wettelijke transitievergoeding zoals geldend op 1 juli 2015. Bij ontslag na afloop van de boventalligheidstermijn twee keer de wettelijke transitievergoeding zoals geldend op 1 juli 2015. Indien de beëindiging van het dienstverband niet direct na afloop van de boventalligheidstermijn ingaat en werknemer geen werkzaamheden verricht in opdracht van werkgever, wordt het salaris dat langer wordt doorbetaald in mindering gebracht op de uiteindelijke transitievergoeding. |
vi. Voucher | De werknemer die een andere baan vindt binnen NS ontvangt een ‘voucher’ ter besteding aan training of persoonlijke ontwikkeling naar eigen keuze. Het bedrag van de voucher is afhankelijk van het aantal dienstjaren en de leeftijd van de werknemer: |
a. Rechten
b. Plichten
Boventalligheidsfase | Uitzondering | |
i. Sollicitatieplicht | Intern en extern. Bij onvoldoende inspanning van werknemer, zet werkgever beëindiging van de arbeidsovereenkomst in gang. | |
ii. Verplichting passend werk binnen de Sociale Eenheid NS te aanvaarden | Criteria zijn de aard van het werk, het tijdsverloop (naarmate de boventalligheid langer duurt, is werk sneller passend), reistijd (maximaal anderhalf uur enkele reis per openbaar vervoer) en eventuele bijzondere omstandigheden van werknemer (bijvoorbeeld sociaal-medische indicaties). Een identieke functie is altijd passend evenals een sterk verwante functie, waarvoor weinig inwerktijd nodig is of maximaal negen maanden scholing. Een functie is ook passend als de functie één tot twee salarisgroepen lager is ingedeeld dan de oorspronkelijke functie. Bij weigering van een passende functie zet werkgever beëindiging van de arbeidsovereenkomst in gang. | NS: Xxxxxxxxxxxx medewerkers hebben tweemaal de mogelijkheid om een passende functie binnen NS te weigeren. Bij de tweede weigering wordt het dienstverband beëindigd en dan houden ze hun recht op eenmaal de transitievergoeding zoals genoemd in dit Sociaal Plan artikel 4.2 |
iii. Verplichting passend werk buiten de Sociale Eenheid NS te aanvaarden | Een functie buiten de Sociale Eenheid NS geldt als passend als aan alle van de volgende voorwaarden is voldaan: 1. het brutoloon van de nieuwe functie is minimaal 80% van het bruto cao-loon van werknemer op het moment van ingang van de boventalligheidsfase 2. de arbeidsduur is gelijk of vergelijkbaar; een afwijking binnen de marges van vier uur per week extra of vier uur 3. per week minder wordt ook als vergelijkbaar gezien. 4. er is een pensioenvoorziening 5. de arbeidsovereenkomst geldt voor tenminste één jaar. Bij weigering van een passende functie zet werkgever beëindiging van de arbeidsovereenkomst in gang. | NS: Xxxxxxxxxxxx medewerkers hebben niet de verplichting om passend werk buiten NS te aanvaarden.3 |
iv. Verrichten van tijdelijke werkzaamheden | De focus ligt op het zoeken naar ander passend werk. Werknemer kan worden ingezet op tijdelijke werkzaamheden, onder de voorwaarde dat werkgever zorgt dat er voldoende tijd resteert voor het zoeken naar een passende functie. Het verrichten van tijdelijke werkzaamheden heeft geen opschortende werking op de bemiddelingstermijn. |
2 Zie de aanvullende afspraak in bijlage 2 onder d. bij dit Sociaal Plan, die van toepassing is voor medewerkers van NS met betrekking tot de mogelijkheid om passend werk binnen NS te weigeren.
3 Zie de afspraak in bijlage 2 onder e. bij dit Sociaal Plan, waarmee deze verplichting voor medewerkers van NS is geschrapt.
c. Aanvullende bepalingen
i) De ontslagvergoeding wordt niet toegekend indien het ontslag aan werknemer te wijten is.
ii) De hoogte van de uitkering bij ontslag als bedoeld in artikel 4 onder v (ontslaguitkering) zal zodanig worden vastgesteld, dat over de periode tot het bereiken van de voor de individuele werknemer geldende AOW- gerechtigde leeftijd de som van de uitkomsten uit
- sociale uitkeringen
- pensioen- en/of OVUT-rechten
- de ontslaguitkering niet meer dan 75% van zijn laatst verdiende inkomen bedraagt doch tenminste gelijk is aan de voor de individueel werknemer geldende wette- lijke Transitievergoeding mits de individuele werknemer met inachtneming van artikel 7:673 lid 7 BW op die Transitievergoeding recht zou hebben. Ingevolge artikel 7:673 lid 7 is onder meer geen Transitievergoeding verschuldigd indien het eindigen of niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst geschiedt in verband met of na het bereiken van de AOW-leeftijd of een andere leeftijd waarop voor de werknemer recht op pensioen ontstaat
5 Ontslag na de boventalligheidsfase
Als het niet gelukt is om binnen de boventalligheidstermijn een nieuwe functie te vinden, dan zal werkgever de arbeids- overeenkomst met werknemer beëindigen, zodat ontslag onmiddellijk na de boventalligheidstermijn plaatsvindt.
6 Afscheidsuitkering
Werknemer van wie het dienstverband wordt beëindigd omdat hij binnen de boventalligheidstermijn geen nieuwe functie gevonden heeft, heeft recht op een afscheidsuitkering, indien:
• werknemer een 12 ½ , 25, 40 of 50-jarig dienstjubileum zou hebben gevierd voor de pensioenleeftijd en
• werknemer het dienstjubileum zou hebben bereikt binnen vijf jaren na ontslagdatum. Wat betreft het 12 ½ jarig dienst- jubileum geldt dat dit dienstjubileum binnen 2,5 jaar na ontslagdatum bereikt zou moeten zijn.
De afscheidsuitkering wordt berekend op basis van het op het moment van beëindiging van de arbeidsovereenkomst bereikte aantal dienstjaren in verhouding tot resp. 12 ½, 25,
40 of 50 en op basis van de laatstgenoten maandbezoldiging. Bij de vaststelling van het aantal dienstjaren vindt afronding op hele jaren plaats (zes maanden of meer naar boven, minder dan zes maanden naar beneden). De regels die gelden voor
jubileumgratificaties wat betreft aanvangsdatum jubileumtijd- vak, bepaling aantal dienstjaren en bedrag van de gratificatie zijn – voor zover niet in strijd met het bovenstaande – van overeenkomstige toepassing.
i) De ontslagvergoeding wordt niet toegekend indien het ontslag aan werknemer te wijten is.
ii) De hoogte van de uitkering bij ontslag als bedoeld in artikel 4 onder v (ontslaguitkering) zal zodanig worden vast- gesteld, dat over de periode tot het bereiken van de voor de individuele werknemer geldende AOW-gerechtigde leeftijd de som van de uitkomsten uit
• sociale uitkeringen
• pensioen- en/of OVUT-rechten
• de ontslaguitkering niet meer dan 75% van zijn laatst verdiende inkomen bedraagt doch tenminste gelijk is aan de voor de individueel werknemer geldende wettelijke Transitie- vergoeding mits de individuele werknemer met inachtneming van artikel 7:673 lid 7 BW op die Transitievergoeding recht zou hebben. Ingevolge artikel 7:673 lid 7 is onder meer
geen Transitievergoeding verschuldigd indien het eindigen of niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst geschiedt in verband met of na het bereiken van de AOW-leeftijd of een
andere leeftijd waarop voor de werknemer recht op pensioen ontstaat.
7 Eerder verkregen onkostenvergoedingen Werknemer met wie het dienstverband wordt beëindigd, anders dan vanwege het weigeren van een passende functie, hoeft vergoedingen die aan hem zijn toegekend in verband met verhuizing of scholing niet terug te betalen.
8 Regelingen voor bezwaar en beroep
a. Begeleidingscommissie
Partijen stellen per bedrijfsonderdeel een Begeleidings- commissie in waaraan werkgever en/of werknemer een geschil kunnen voorleggen over de inspanningen van de werkgever en/of werknemer bij het vinden van nieuw werk. Deze commissie bestaat uit twee afgevaardigden van NS Groep en twee afgevaardigden vanuit de vakbonden.
De commissie brengt advies uit aan werkgever en/of werknemer.
b. Klachtenregeling
Werknemer die zich benadeeld voelt bij de toepassing van de regels van het Sociaal Plan kan gebruikmaken van de geldende Klachtenregeling.
9 Decentraal overleg
a. In de vorige artikelen zijn de regelingen beschreven waarvan de inhoud tussen vakorganisaties en werkgever op centraal niveau bindend is vastgelegd. Er zijn onderwerpen die
voor de levering van “maatwerk” – als ze geregeld moeten worden – beter decentraal geregeld kunnen worden.
b. Over de volgende onderwerpen stellen partijen vast dat afspraken op decentraal niveau gemaakt kunnen worden:
i) overleg over de relatie tussen xxxxxx eigen werk en uitbesteding;
ii) aantrekken van nieuw werk, “wisselwerk”,
functie-integratie, deeltijdwerk, loopbaanpaden, etc;
iii) werktijdverkorting op grond van het bepaalde in het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen;
iv) afwijking van de individuele boventalligverklaring door voor bepaalde groepen of functies een andere manier van boventalligverklaring te hanteren;
v) tempo reorganisatie;
vi) opvang gevolgen van standplaatswijziging/verplichte verhuizing (bezien vergoedingen, reistijdcompensatie4, etc.);
vii) begeleiding van de sociale gevolgen van de reorganisatie door extern overleg.
c. Als decentraal afspraken worden gemaakt op basis van dit artikel, worden deze vastgelegd in een zogenaamd Supplement Sociaal Plan (met de naam van het bedrijfs- onderdeel waarvoor ze gelden en een beschrijving van de geldigheidsduur). In zo’n geval bestaat het Sociaal Plan
voor het bedrijfsonderdeel derhalve uit een hoofddeel (deze regeling) en een supplement.
10 Tussentijds overleg en tussentijdse wijzigingen
a. In geval van en in verband met een voor dit Sociaal plan (tevens cao) relevante wetswijziging, zal NS zich aan de gewijzigde regeling conformeren. Over de exacte wijze waarop de gewijzigde regeling wordt toegepast, zullen partijen dan overleg met elkaar voeren.
b. Bij andere onvoorziene problemen bij de uitvoering van het Sociaal Plan voeren partijen overleg met elkaar.
4 Zie de aanvullende afspraak in bijlage 2 bij dit Sociaal Plan die van toepassing is voor medewerkers van NS met betrekking tot de regeling reistijdcompensatie.
Bijlage 1 Sociaal Plan Gedragscode bij reorganisaties
Inleiding
De reorganisatiecode is ontworpen om een kader te bieden voor het door werkgever informeren van en overleggen met vakorganisaties over reorganisaties. Deze code laat bestaande regels en procedures voor de wijze, waarop de organen van intern overleg (COR, OR en onderdeelcommissies) bij reorganisaties worden betrokken, onverlet. Onder “reorganisatie” wordt in deze code verstaan een wijziging in de organisatie waarbij van een belangrijk aantal arbeidsplaatsen het voortbestaan of de taakinhoud in het geding kan komen. Kleine aan-
passingen aan gewijzigde bedrijfsdrukte worden in dit verband niet als reorganisatie aangemerkt. De code betreft niet de realiseringsaspecten van reorganisaties.
1 Intentieverklaring
Deze code legt op de eerste plaats de intentie vast tot vroegtijdig en zinvol communiceren. Beide partijen verbinden zich tot een actieve rol daarin.
Over omstandigheden die aanleiding kunnen geven tot reorganisatie zal werkgever in een zo vroeg mogelijk stadium informatie aan vakorganisaties verstrekken. In dat vroege stadium zullen meestal probleemstelling, mogelijke oplossingen en consequenties nog onvoldoende gedetailleerd kunnen worden overzien. Gestreefd wordt naar een voor dat moment zo scherp mogelijk inhoudelijk beeld. Ook zal inzicht worden geboden in het studie- en besluitvormingsproces dat tot een beslissing zal leiden. Op initiatief van de erkende vakorganisaties kunnen dan afspraken worden gemaakt over verstrekking en bespreking van later beschikbaar komende informatie, waarmee het beeld scherper wordt. Pas als werkgever de informatie voldoende compleet heeft om tot een beslissing te komen,
is voor de erkende vakorganisaties oordeelsvorming mogelijk.
Tot dat tijdstip zullen de erkende vakorganisaties zich hoogstens “voorlopig” over de informatie kunnen uitspreken.
2 Aanleidingen tot reorganisatie
Er worden vier soorten omstandigheden onderscheiden die aanleiding voor mogelijke reorganisaties kunnen vormen:
a. Van buiten het bedrijf komende, de doelstelling rakende, veranderingen. Hierbij valt te denken aan veranderingen die het gehele bedrijf in haar functioneren raken. Zij vinden doorgaans hun oorsprong in maatschappelijke veranderin- gen of verandering in overheidsopvattingen.
b. Van binnen het bedrijf komende veranderingen m.b.t. doeltreffendheid en doelmatigheid. Dit zijn door werkgever
zelf gewenste veranderingen waarmee wordt beoogd,
de ondernemingsdoelen beter te verwezenlijken of deze met minder kosten en inspanningen te realiseren.
c. Nieuwe methoden of technieken die het werkproces beïnvloeden.
Deze veranderingen vinden hun oorsprong in technologische vernieuwing en methode verbetering.
d. Afgeleide reorganisaties
Dit zijn organisatorische veranderingen die het gevolg zijn van beslissingen die niet op de organisatie zijn gericht, zoals: beslissingen op de beleidsterreinen van productie, veiligheid, marketing, die in hun uitwerking ook gevolgen hebben voor de organisatie.
3 Partners in het informatieproces
Het in eerste instantie informeren van vakorganisaties gebeurt door het management dat voor de besluitvorming over de reorganisatie verantwoordelijk is; in het algemeen:
• van buiten werkgever komende veranderingen: directie;
• van binnen werkgever komende veranderingen: directeur, manager;
• nieuwe methoden of technieken: directeur, manager;
• afgeleide reorganisaties: directeur, manager.
Als de urgentie van het reorganisatieonderwerp het toelaat zal het informeren van de vakorganisaties bij voorkeur gebeuren in het reguliere overleg NS-bonden en Directeuren-bonden. Lagere managers zullen de plaatselijke of regionale vakbondsfunctionarissen informeren. Deze laatstbedoelde vakbondsfunctionarissen zullen er voor zorgdragen, dat het contact met hen gezamenlijk kan worden onderhouden.
In twijfelgevallen geven de erkende vakorganisaties aan
wie gesprekspartners zijn. Voor informatie in de loop van het studie- of besluitvormingsproces kan het management een deskundige als aanspreekpunt voor informatie aanwijzen.
4 Een model voor overleg
Omdat veranderingen niet volgens een vast patroon verlopen, kan ook voor de informatieverstrekking geen overal passend “reglement” worden gegeven.
Onderstaand model wil toch de intentie van punt -2 verduidelij- ken met een leidraad voor handelen.
1. De omstandigheden, genoemd onder -3, doen zich concreet voor als van buiten komende informatie leidt tot een start van een studie of toepasbaarheidsonderzoek of van een beslissing met gevolgen voor de organisatie. Zodra daarvan sprake is worden de erkende vakorganisaties daarover
geïnformeerd zowel wat de inhoud betreft als de voorziene procedure. Werkgever noemt daarbij een termijn waarbin- nen de erkende vakorganisaties, zo zij dit wensen, kunnen reageren. Deze termijn wordt zonder tegenbericht akkoord geacht. Het initiatief ligt nu bij de erkende vakorganisaties.
2. De erkende vakorganisaties geven schriftelijk of mondeling een eerste reactie. Afspraken worden gemaakt voor de verder te volgen informatieprocedure. In uitzonderings- gevallen kan, mits duidelijk gemotiveerd, informatie onder embargo in de afspraak worden betrokken.
3. Volgens de procedure komt een informatiestroom op gang tot het punt waarop voor NS de gegevens voor het
nemen van beslissing voorhanden zijn. Om de erkende vak- organisaties oordeelsvorming mogelijk te maken, moeten de gegevens de volgende elementen bevatten:
- de motieven voor een eventuele reorganisatie;
- de criteria die een rol spelen bij de besluitvorming;
- zo mogelijk verschillende oplossingen, met een indicatie van de gevolgen;
- de gevolgen van de voorgenomen oplossing, in het bijzonder de personele gevolgen; als personele gevolgen worden o.m. beschouwd: boventallig komen, ingrijpende bij- of omscholing, verplaatsingen met verhuizingen e.d.;
- eventuele samenhang met lopende of te verwachten reorganisaties in hetzelfde gebied en de betekenis van die samenhang voor de personele gevolgen.
4. De erkende vakorganisaties reageren binnen een te bepalen tijd op de onder c. bedoelde informatie. Indien de erkende vakorganisaties een nadere toelichting op of bespreking van haar reactie wenselijk achten zullen zij dit zo spoedig moge- lijk kenbaar maken. Wanneer toelichting c.q. bespreking niet meer binnen de reactietermijn kan plaatsvinden zal zo nodig en zo mogelijk een nieuwe termijn worden afgesproken, waarbinnen een en ander zal moeten worden afgesloten.
Bijlage 2 Standaard afspraken voor organisatiewijzigingen bij NS
In aanvulling op het Sociaal plan met de looptijd van 1 april 2020 tot 1 januari 2026 gelden voor alle organisatiewijzigingen bij NS de volgende standaard afspraken:
a. Regeling reistijdcompensatie
b. Plaatsmakersregeling
c. Hardheidsclausule en Begeleidingscommissie Sociaal Plan
d. Aanpassing artikel 4 sub b. onder ii en iii Sociaal Plan inzake Verplichting aanvaarden passend werk
De mogelijkheid in artikel 9 Sociaal Plan om decentraal afspraken te maken over een reistijdcompensatie bij standplaatswijziging, wordt hiermee geschrapt.
a. Regeling reistijdcompensatie
1. Bij een organisatiewijziging waarbij sprake is van een wijziging van standplaats die per trein bereikbaar is, wordt de extra reistijd volledig gecompenseerd. Compensatie zal naar keuze van medewerker plaatsvinden in geld of tijd.
De looptijd van deze reistijdcompensatie is drie jaar vanaf de start op de nieuwe standplaats, of tot de dag waarop de medewerker een andere functie aanvaardt of verhuist naar een woning dichter bij standplaats.
2. Bij een organisatiewijziging waarbij sprake is van een wijziging van standplaats en de reistijd met de snelste trein- verbinding meer dan 1,5 uur bedraagt, maar met de auto minder is dan 1,5 uur, wordt de extra reistijd met de auto volledig gecompenseerd. Compensatie zal naar keuze van medewerker plaatsvinden in geld of tijd.
De reiskosten met de auto worden gecompenseerd met een vergoeding van € 0,21 per km. Deze tegemoetkoming wordt onder toepassing van de geldende fiscale regels uitgekeerd. Het aantal kilometers wordt berekend op basis van de snelste route van het woonadres naar het adres van de nieuwe standplaats volgens de ANWB-routeplanner.
De looptijd van de reistijd- en reiskostencompensatie is drie jaar vanaf de start op de nieuwe standplaats, of tot de
dag waarop de medewerker een andere functie aanvaardt of verhuist naar een woning dichter bij standplaats.
3. Voor deze afspraak over reistijdcompensatie zal de fietsknop niet gebruikt worden voor het bepalen van de reistijd.
b. Plaatsmakersregeling
Een medewerker werkzaam in een verandergebied als bedoeld in het Sociaal Plan en die niet als boventallige is aangewezen, kan
op basis van vrijwilligheid aangeven het dienstverband te willen beëindigen, ten gunste van een boventallige collega in een uit- wisselbare functie. Deze mogelijkheid staat open gedurende de eerste twee maanden van boventalligheid, waarbij de volgende voorwaarden gelden:
• De vergoeding die de plaatsmaker ontvangt, is gelijk aan de voor werknemer geldende ontslagvergoeding conform het Sociaal Plan.
• De boventallige medewerker, die door de plaatsmaker kan blijven, dient met de vervanging in te stemmen.
• De plaatsmaker is op het moment van beëindiging van het dienstverband niet arbeidsongeschikt.
• De arbeidsovereenkomst met de plaatsmaker wordt met wederzijds goedvinden beëindigd, met inachtneming van de geldende opzegtermijn.
• De overige artikelen en faciliteiten uit het sociaal plan zijn niet op de plaatsmaker van toepassing.
• Als er meer plaatsmakers zijn dan boventallige medewerkers, wordt over de plaatsmakers ‘omgekeerd’ afgespiegeld.
• Als er meer boventallige medewerkers zijn dan plaatsmakers wordt over de boventallige medewerkers ‘omgekeerd’ afgespiegeld.
c. Hardheidsclausule en Begeleidingscommissie Sociaal Plan
Het Sociaal Plan kent in artikel 8 een regeling voor bezwaar en beroep. Aan deze regeling wordt een hardheidsclausule toegevoegd voor de situatie dat afspraken over de personele
gevolgen in individuele gevallen onvoldoende tegemoetkomen aan een individuele situatie van een medewerker. Op grond van deze hardheidsclausule kunnen medewerker en leidinggevende aanvullende afspraken maken, die ter toetsing worden voor- gelegd aan de begeleidingscommissie. Ook zonder aanvullende afspraken met leidinggevende, kan medewerker zijn situatie aan de begeleidingscommissie voorleggen.
d. Aanpassing artikel 4 sub b. onder ii Sociaal Plan
De verplichting voor medewerkers van NS om passend werk binnen NS te aanvaarden, wordt gedurende de looptijd van het Sociaal Plan gewijzigd. Boventallige medewerkers van NS hebben tweemaal de mogelijkheid om een passende functie binnen NS te weigeren. Bij de tweede weigering wordt het dienstverband beëindigd en dan houden ze hun recht op eenmaal de transitie- vergoeding zoals genoemd in het Sociaal plan artikel 4.
e. Aanpassing artikel 4 sub b. onder iii Sociaal Plan Uitgangspunt is dat boventallige medewerkers worden herplaatst binnen NS. Om die reden wordt de verplichting voor boventallige medewerkers van NS om passend werk buiten NS te aanvaarden gedurende de looptijd van het Sociaal Plan geschrapt.
12. Overzicht bijlagen
1. Loontabellen
2. Netto-netto-toelagen
3. Keuzeplan
4. Vertrouwenspersonen
5. Klachtenregeling
6. Reisfaciliteiten
7. ORBA
8. HAY
9. Werkgelegenheidsgarantie
10. Bezwarenregeling functiewaardering
11. Overgangsregeling “Bovenwettelijke uitkering bij ziekte en arbeidsongeschiktheid”
12. Gezond en gemotiveerd werken
13a. CAO akkoord 2020 – 2022 met SAV tabellen 13b. CAO akkoord 2022 – 2023
14. Arbeidsvoorwaarden en overgangsafspraken voor werknemers die overgaan naar hoofdstuk 9 CAO NS
12. Bijlage 1a
XXX xxxxxxxxx per contractuurloon ingaande 1 april 2020
lft. | tr. | 1 CAO loon | tr. | 2 CAO loon | tr. | 3 CAO loon | lft. | tr. | 51 CAO loon | tr. | 52 CAO loon | tr. | 53 CAO loon | tr. | 54 CAO loon | tr. | 55 CAO loon | tr. | 56 CAO loon | tr. | 57 CAO loon | tr. | 58 CAO loon | tr. | 59 CAO loon |
15 | 1 | 25,74 | 1 | 29,09 | 1 | 30,18 | 15 | 1 | 28,45 | 1 | 29,04 | 1 | 29,60 | 1 | 30,17 | 1 | 30,76 | 1 | 31,41 | 1 | 32,17 | ||||
16 | 2 | 25,74 | 2 | 29,09 | 2 | 30,18 | 16 | 2 | 32,32 | 2 | 32,98 | 2 | 33,62 | 2 | 34,30 | 2 | 34,94 | 2 | 35,71 | 2 | 36,58 | ||||
17 | 3 | 25,74 | 3 | 29,09 | 3 | 30,18 | 17 | 3 | 36,21 | 3 | 36,94 | 3 | 37,68 | 3 | 38,41 | 3 | 39,14 | 3 | 40,00 | 3 | 40,95 | ||||
18 | 4 | 30,95 | 4 | 34,91 | 4 | 36,22 | 18 | 4 | 40,09 | 4 | 40,91 | 4 | 41,71 | 4 | 42,53 | 4 | 43,30 | 4 | 44,29 | 4 | 45,35 | 1 | 47,40 | ||
19 | 5 | 36,12 | 5 | 40,72 | 5 | 42,26 | 19 | 5 | 43,98 | 5 | 44,85 | 5 | 45,74 | 5 | 46,63 | 5 | 47,51 | 5 | 48,56 | 5 | 49,73 | 2 | 51,99 | ||
20 | 6 | 41,27 | 6 | 46,53 | 6 | 48,30 | 20 | 6 | 47,85 | 6 | 48,81 | 6 | 49,77 | 6 | 50,76 | 6 | 51,71 | 6 | 52,83 | 6 | 54,11 | 3 | 56,59 | ||
21 | 7 | 46,40 | 7 | 52,35 | 7 | 54,33 | 7 | 51,72 | 7 | 52,78 | 7 | 53,82 | 7 | 54,86 | 7 | 55,89 | 7 | 57,12 | 7 | 58,50 | 4 | 61,16 | 1 | 65,39 | |
8 | 54,22 | 8 | 58,18 | 8 | 60,38 | 8 | 53,82 | 8 | 54,91 | 8 | 56,02 | 8 | 57,23 | 8 | 58,50 | 8 | 60,03 | 8 | 61,77 | 5 | 64,60 | 2 | 68,65 | ||
9 | 54,22 | 9 | 58,18 | 9 | 60,38 | 9 | 55,87 | 9 | 57,02 | 9 | 58,20 | 9 | 59,59 | 9 | 61,07 | 9 | 62,95 | 9 | 65,01 | 6 | 68,05 | 3 | 71,92 | ||
10 | 54,49 | 10 | 58,43 | 10 | 60,71 | 10 | 57,97 | 10 | 59,12 | 10 | 60,39 | 10 | 61,97 | 10 | 63,67 | 10 | 65,86 | 10 | 68,28 | 7 | 71,49 | 4 | 75,19 | ||
11 | 54,49 | 11 | 58,43 | 11 | 60,71 | 11 | 57,97 | 11 | 60,59 | 11 | 62,18 | 11 | 63,96 | 11 | 65,78 | 11 | 67,99 | 11 | 70,40 | 8 | 74,55 | 5 | 78,47 | ||
12 | 54,76 | 12 | 58,74 | 12 | 61,07 | 12 | 57,97 | 12 | 60,59 | 12 | 64,20 | 12 | 66,03 | 12 | 67,88 | 12 | 70,11 | 12 | 72,54 | 9 | 77,59 | 6 | 81,73 | ||
13 | 54,76 | 13 | 58,74 | 13 | 61,07 | 13 | 57,97 | 13 | 60,59 | 13 | 64,42 | 13 | 68,09 | 13 | 69,98 | 13 | 72,20 | 13 | 74,65 | 10 | 80,65 | 7 | 85,00 | ||
14 | 55,06 | 14 | 59,04 | 14 | 61,44 | 14 | 57,97 | 14 | 60,59 | 14 | 64,64 | 14 | 68,31 | 14 | 72,01 | 14 | 74,27 | 14 | 76,78 | 11 | 83,69 | 8 | 88,32 | ||
15 | 59,04 | 15 | 61,44 | 15 | 57,97 | 15 | 60,59 | 15 | 64,86 | 15 | 68,53 | 15 | 74,02 | 15 | 76,34 | 15 | 78,90 | 12 | 86,70 | 9 | 91,79 | ||||
16 | 59,31 | 16 | 61,81 | 16 | 58,80 | 16 | 60,59 | 16 | 65,08 | 16 | 68,76 | 16 | 74,36 | 16 | 78,37 | 16 | 81,01 | 13 | 89,99 | 10 | 94,92 | ||||
17 | 61,81 | 17 | 58,80 | 17 | 61,75 | 17 | 65,30 | 17 | 68,98 | 17 | 74,69 | 17 | 80,41 | 17 | 83,13 | 14 | 92,86 | 11 | 98,20 | ||||||
18 | 62,19 | 18 | 59,63 | 18 | 61,75 | 18 | 65,51 | 18 | 69,20 | 18 | 75,03 | 18 | 80,76 | 18 | 85,30 | 15 | 95,91 | 12 | 101,70 | ||||||
19 | 59,63 | 19 | 62,94 | 19 | 66,16 | 19 | 69,42 | 19 | 75,36 | 19 | 81,10 | 19 | 87,45 | 16 | 99,14 | 13 | 104,96 | ||||||||
20 | 60,59 | 20 | 62,94 | 20 | 66,82 | 20 | 70,09 | 20 | 75,70 | 20 | 81,45 | 20 | 89,72 | 17 | 102,12 | 14 | 108,24 | ||||||||
E | 61,56 | 21 | 64,20 | 21 | 67,45 | 21 | 70,76 | 21 | 76,04 | 21 | 81,79 | 21 | 91,85 | 18 | 105,11 | 15 | 111,54 | ||||||||
E | 65,44 | 22 | 68,09 | 22 | 71,39 | 22 | 76,99 | 22 | 82,14 | E | 93,99 | E | 108,06 | 16 | 114,94 | ||||||||||
E | 69,36 | 23 | 72,01 | 23 | 77,94 | 23 | 82,48 | 17 | 118,10 | ||||||||||||||||
E | 73,28 | E | 79,87 | 24 | 83,50 | 18 | 121,29 | ||||||||||||||||||
25 | 84,52 | E | 124,44 | ||||||||||||||||||||||
E | 86,58 | ||||||||||||||||||||||||
Schaal | 60 | 61 | 62 | 63 | Betekenis van de gebruikte afkortingen lft. = leeftijd tr. = trede E. = extra trede | ||||||||||||||||||||
Beginbedrag | 80,01 | 98,17 | 122,14 | 150,22 | |||||||||||||||||||||
Eindbedrag | 144,74 | 167,78 | 208,46 | 252,92 |
12. Bijlage 1b
XXX xxxxxxxxx per 36 contracturen ingaande 1 april 2020
lft. | tr. | 1 CAO loon | tr. | 2 CAO loon | tr. | 3 CAO loon | lft. | tr. | 51 CAO loon | tr. | 52 CAO loon | tr. | 53 CAO loon | tr. | 54 CAO loon | tr. | 55 CAO loon | tr. | 56 CAO loon | tr. | 57 CAO loon | tr. | 58 CAO loon | tr. | 59 CAO loon |
15 | 1 | 926,64 | 1 | 1047,24 | 1 | 1086,48 | 15 | 1 | 1024,20 | 1 | 1045,44 | 1 | 1065,60 | 1 | 1086,12 | 1 | 1107,36 | 1 | 1130,76 | 1 | 1158,12 | ||||
16 | 2 | 926,64 | 2 | 1047,24 | 2 | 1086,48 | 16 | 2 | 1163,52 | 2 | 1187,28 | 2 | 1210,32 | 2 | 1234,80 | 2 | 1257,84 | 2 | 1285,56 | 2 | 1316,88 | ||||
17 | 3 | 926,64 | 3 | 1047,24 | 3 | 1086,48 | 17 | 3 | 1303,56 | 3 | 1329,84 | 3 | 1356,48 | 3 | 1382,76 | 3 | 1409,04 | 3 | 1440,00 | 3 | 1474,20 | ||||
18 | 4 | 1114,20 | 4 | 1256,76 | 4 | 1303,92 | 18 | 4 | 1443,24 | 4 | 1472,76 | 4 | 1501,56 | 4 | 1531,08 | 4 | 1558,80 | 4 | 1594,44 | 4 | 1632,60 | 1 | 1706,40 | ||
19 | 5 | 1300,32 | 5 | 1465,92 | 5 | 1521,36 | 19 | 5 | 1583,28 | 5 | 1614,60 | 5 | 1646,64 | 5 | 1678,68 | 5 | 1710,36 | 5 | 1748,16 | 5 | 1790,28 | 2 | 1871,64 | ||
20 | 6 | 1485,72 | 6 | 1675,08 | 6 | 1738,80 | 20 | 6 | 1722,60 | 6 | 1757,16 | 6 | 1791,72 | 6 | 1827,36 | 6 | 1861,56 | 6 | 1901,88 | 6 | 1947,96 | 3 | 2037,24 | ||
21 | 7 | 1670,40 | 7 | 1884,60 | 7 | 1955,88 | 7 | 1861,92 | 7 | 1900,08 | 7 | 1937,52 | 7 | 1974,96 | 7 | 2012,04 | 7 | 2056,32 | 7 | 2106,00 | 4 | 2201,76 | 1 | 2354,04 | |
8 | 1951,92 | 8 | 2094,48 | 8 | 2173,68 | 8 | 1937,52 | 8 | 1976,76 | 8 | 2016,72 | 8 | 2060,28 | 8 | 2106,00 | 8 | 2161,08 | 8 | 2223,72 | 5 | 2325,60 | 2 | 2471,40 | ||
9 | 1951,92 | 9 | 2094,48 | 9 | 2173,68 | 9 | 2011,32 | 9 | 2052,72 | 9 | 2095,20 | 9 | 2145,24 | 9 | 2198,52 | 9 | 2266,20 | 9 | 2340,36 | 6 | 2449,80 | 3 | 2589,12 | ||
10 | 1961,64 | 10 | 2103,48 | 10 | 2185,56 | 10 | 2086,92 | 10 | 2128,32 | 10 | 2174,04 | 10 | 2230,92 | 10 | 2292,12 | 10 | 2370,96 | 10 | 2458,08 | 7 | 2573,64 | 4 | 2706,84 | ||
11 | 1961,64 | 11 | 2103,48 | 11 | 2185,56 | 11 | 2086,92 | 11 | 2181,24 | 11 | 2238,48 | 11 | 2302,56 | 11 | 2368,08 | 11 | 2447,64 | 11 | 2534,40 | 8 | 2683,80 | 5 | 2824,92 | ||
12 | 1971,36 | 12 | 2114,64 | 12 | 2198,52 | 12 | 2086,92 | 12 | 2181,24 | 12 | 2311,20 | 12 | 2377,08 | 12 | 2443,68 | 12 | 2523,96 | 12 | 2611,44 | 9 | 2793,24 | 6 | 2942,28 | ||
13 | 1971,36 | 13 | 2114,64 | 13 | 2198,52 | 13 | 2086,92 | 13 | 2181,24 | 13 | 2319,12 | 13 | 2451,24 | 13 | 2519,28 | 13 | 2599,20 | 13 | 2687,40 | 10 | 2903,40 | 7 | 3060,00 | ||
14 | 1982,16 | 14 | 2125,44 | 14 | 2211,84 | 14 | 2086,92 | 14 | 2181,24 | 14 | 2327,04 | 14 | 2459,16 | 14 | 2592,36 | 14 | 2673,72 | 14 | 2764,08 | 11 | 3012,84 | 8 | 3179,52 | ||
15 | 2125,44 | 15 | 2211,84 | 15 | 2086,92 | 15 | 2181,24 | 15 | 2334,96 | 15 | 2467,08 | 15 | 2664,72 | 15 | 2748,24 | 15 | 2840,40 | 12 | 3121,20 | 9 | 3304,44 | ||||
16 | 2135,16 | 16 | 2225,16 | 16 | 2116,80 | 16 | 2181,24 | 16 | 2342,88 | 16 | 2475,36 | 16 | 2676,96 | 16 | 2821,32 | 16 | 2916,36 | 13 | 3239,64 | 10 | 3417,12 | ||||
17 | 2225,16 | 17 | 2116,80 | 17 | 2223,00 | 17 | 2350,80 | 17 | 2483,28 | 17 | 2688,84 | 17 | 2894,76 | 17 | 2992,68 | 14 | 3342,96 | 11 | 3535,20 | ||||||
18 | 2238,84 | 18 | 2146,68 | 18 | 2223,00 | 18 | 2358,36 | 18 | 2491,20 | 18 | 2701,08 | 18 | 2907,36 | 18 | 3070,80 | 15 | 3452,76 | 12 | 3661,20 | ||||||
19 | 2146,68 | 19 | 2265,84 | 19 | 2381,76 | 19 | 2499,12 | 19 | 2712,96 | 19 | 2919,60 | 19 | 3148,20 | 16 | 3569,04 | 13 | 3778,56 | ||||||||
20 | 2181,24 | 20 | 2265,84 | 20 | 2405,52 | 20 | 2523,24 | 20 | 2725,20 | 20 | 2932,20 | 20 | 3229,92 | 17 | 3676,32 | 14 | 3896,64 | ||||||||
E | 2216,16 | 21 | 2311,20 | 21 | 2428,20 | 21 | 2547,36 | 21 | 2737,44 | 21 | 2944,44 | 21 | 3306,60 | 18 | 3783,96 | 15 | 4015,44 | ||||||||
E | 2355,84 | 22 | 2451,24 | 22 | 2570,04 | 22 | 2771,64 | 22 | 2957,04 | E | 3383,64 | E | 3890,16 | 16 | 4137,84 | ||||||||||
E | 2496,96 | 23 | 2592,36 | 23 | 2805,84 | 23 | 2969,28 | 17 | 4251,60 | ||||||||||||||||
E | 2638,08 | E | 2875,32 | 24 | 3006,00 | 18 | 4366,44 | ||||||||||||||||||
25 | 3042,72 | E | 4479,84 | ||||||||||||||||||||||
E | 3116,88 | ||||||||||||||||||||||||
Schaal | 60 | 61 | 62 | 63 | Betekenis van de gebruikte afkortingen lft. = leeftijd tr. = trede E. = extra trede | ||||||||||||||||||||
Beginbedrag | 2880,36 | 3534,12 | 4397,04 | 5407,92 | |||||||||||||||||||||
Eindbedrag | 5210,64 | 6040,08 | 7504,56 | 9105,12 |
12. Bijlage 1c
XXX xxxxxxxxx per contractuurloon ingaande 1 april 2021
lft. | tr. | 1 CAO loon | tr. | 2 CAO loon | tr. | 3 CAO loon | lft. | tr. | 51 CAO loon | tr. | 52 CAO loon | tr. | 53 CAO loon | tr. | 54 CAO loon | tr. | 55 CAO loon | tr. | 56 CAO loon | tr. | 57 CAO loon | tr. | 58 CAO loon | tr. | 59 CAO loon |
15 | 1 | 26,16 | 1 | 29,56 | 1 | 30,66 | 15 | 1 | 28,91 | 1 | 29,51 | 1 | 30,07 | 1 | 30,65 | 1 | 31,25 | 1 | 31,91 | 1 | 32,69 | ||||
16 | 2 | 26,16 | 2 | 29,56 | 2 | 30,66 | 16 | 2 | 32,84 | 2 | 33,51 | 2 | 34,16 | 2 | 34,85 | 2 | 35,50 | 2 | 36,28 | 2 | 37,17 | ||||
17 | 3 | 26,16 | 3 | 29,56 | 3 | 30,66 | 17 | 3 | 36,79 | 3 | 37,53 | 3 | 38,28 | 3 | 39,03 | 3 | 39,77 | 3 | 40,64 | 3 | 41,61 | ||||
18 | 4 | 31,45 | 4 | 35,46 | 4 | 36,80 | 18 | 4 | 40,73 | 4 | 41,57 | 4 | 42,38 | 4 | 43,21 | 4 | 44,00 | 4 | 45,00 | 4 | 46,07 | 1 | 48,16 | ||
19 | 5 | 36,70 | 5 | 41,37 | 5 | 42,93 | 19 | 5 | 44,68 | 5 | 45,57 | 5 | 46,47 | 5 | 47,37 | 5 | 48,27 | 5 | 49,34 | 5 | 50,52 | 2 | 52,83 | ||
20 | 6 | 41,93 | 6 | 47,27 | 6 | 49,07 | 20 | 6 | 48,61 | 6 | 49,59 | 6 | 50,56 | 6 | 51,58 | 6 | 52,54 | 6 | 53,68 | 6 | 54,98 | 3 | 57,49 | ||
21 | 7 | 47,15 | 7 | 53,19 | 7 | 55,20 | 7 | 52,55 | 7 | 53,63 | 7 | 54,68 | 7 | 55,74 | 7 | 56,78 | 7 | 58,03 | 7 | 59,43 | 4 | 62,13 | 1 | 66,44 | |
8 | 55,09 | 8 | 59,11 | 8 | 61,35 | 8 | 54,68 | 8 | 55,79 | 8 | 56,92 | 8 | 58,14 | 8 | 59,43 | 8 | 61,00 | 8 | 62,76 | 5 | 65,64 | 2 | 69,75 | ||
9 | 55,09 | 9 | 59,11 | 9 | 61,35 | 9 | 56,77 | 9 | 57,93 | 9 | 59,13 | 9 | 60,54 | 9 | 62,05 | 9 | 63,96 | 9 | 66,05 | 6 | 69,14 | 3 | 73,07 | ||
10 | 55,37 | 10 | 59,37 | 10 | 61,68 | 10 | 58,89 | 10 | 60,07 | 10 | 61,36 | 10 | 62,96 | 10 | 64,69 | 10 | 66,91 | 10 | 69,38 | 7 | 72,63 | 4 | 76,39 | ||
11 | 55,37 | 11 | 59,37 | 11 | 61,68 | 11 | 58,89 | 11 | 61,56 | 11 | 63,17 | 11 | 64,99 | 11 | 66,84 | 11 | 69,08 | 11 | 71,53 | 8 | 75,74 | 5 | 79,72 | ||
12 | 55,64 | 12 | 59,68 | 12 | 62,05 | 12 | 58,89 | 12 | 61,56 | 12 | 65,22 | 12 | 67,09 | 12 | 68,96 | 12 | 71,23 | 12 | 73,70 | 9 | 78,83 | 6 | 83,04 | ||
13 | 55,64 | 13 | 59,68 | 13 | 62,05 | 13 | 58,89 | 13 | 61,56 | 13 | 65,45 | 13 | 69,18 | 13 | 71,10 | 13 | 73,35 | 13 | 75,84 | 10 | 81,94 | 7 | 86,36 | ||
14 | 55,94 | 14 | 59,98 | 14 | 62,42 | 14 | 58,89 | 14 | 61,56 | 14 | 65,67 | 14 | 69,40 | 14 | 73,17 | 14 | 75,46 | 14 | 78,01 | 11 | 85,03 | 8 | 89,73 | ||
15 | 59,98 | 15 | 62,42 | 15 | 58,89 | 15 | 61,56 | 15 | 65,90 | 15 | 69,63 | 15 | 75,21 | 15 | 77,56 | 15 | 80,16 | 12 | 88,09 | 9 | 93,26 | ||||
16 | 60,26 | 16 | 62,80 | 16 | 59,74 | 16 | 61,56 | 16 | 66,12 | 16 | 69,86 | 16 | 75,55 | 16 | 79,62 | 16 | 82,31 | 13 | 91,43 | 10 | 96,43 | ||||
17 | 62,80 | 17 | 59,74 | 17 | 62,73 | 17 | 66,35 | 17 | 70,08 | 17 | 75,89 | 17 | 81,70 | 17 | 84,46 | 14 | 94,34 | 11 | 99,77 | ||||||
18 | 63,18 | 18 | 60,58 | 18 | 62,73 | 18 | 66,56 | 18 | 70,31 | 18 | 76,23 | 18 | 82,05 | 18 | 86,66 | 15 | 97,45 | 12 | 103,33 | ||||||
19 | 60,58 | 19 | 63,95 | 19 | 67,22 | 19 | 70,53 | 19 | 76,57 | 19 | 82,40 | 19 | 88,85 | 16 | 100,72 | 13 | 106,64 | ||||||||
20 | 61,56 | 20 | 63,95 | 20 | 67,89 | 20 | 71,21 | 20 | 76,91 | 20 | 82,75 | 20 | 91,16 | 17 | 103,75 | 14 | 109,97 | ||||||||
E | 62,55 | 21 | 65,22 | 21 | 68,53 | 21 | 71,89 | 21 | 77,26 | 21 | 83,10 | 21 | 93,32 | 18 | 106,79 | 15 | 113,32 | ||||||||
E | 66,49 | 22 | 69,18 | 22 | 72,53 | 22 | 78,22 | 22 | 83,45 | E | 95,50 | E | 109,79 | 16 | 116,77 | ||||||||||
E | 70,46 | 23 | 73,17 | 23 | 79,18 | 23 | 83,80 | 17 | 119,99 | ||||||||||||||||
E | 74,46 | E | 81,15 | 24 | 84,84 | 18 | 123,23 | ||||||||||||||||||
25 | 85,88 | E | 126,43 | ||||||||||||||||||||||
E | 87,97 | ||||||||||||||||||||||||
Schaal | 60 | 61 | 62 | 63 | Betekenis van de gebruikte afkortingen lft. = leeftijd tr. = trede E. = extra trede | ||||||||||||||||||||
Beginbedrag | 81,29 | 99,74 | 124,09 | 152,63 | |||||||||||||||||||||
Eindbedrag | 147,06 | 170,46 | 211,79 | 256,97 |
12. Bijlage 1d
XXX xxxxxxxxx per 36 contracturen ingaande 1 april 2021
lft. | tr. | 1 CAO loon | tr. | 2 CAO loon | tr. | 3 CAO loon | lft. | tr. | 51 CAO loon | tr. | 52 CAO loon | tr. | 53 CAO loon | tr. | 54 CAO loon | tr. | 55 CAO loon | tr. | 56 CAO loon | tr. | 57 CAO loon | tr. | 58 CAO loon | tr. | 59 CAO loon |
15 | 1 | 941,76 | 1 | 1064,16 | 1 | 1103,76 | 15 | 1 | 1040,76 | 1 | 1062,36 | 1 | 1082,52 | 1 | 1103,40 | 1 | 1125,00 | 1 | 1148,76 | 1 | 1176,84 | ||||
16 | 2 | 941,76 | 2 | 1064,16 | 2 | 1103,76 | 16 | 2 | 1182,24 | 2 | 1206,36 | 2 | 1229,76 | 2 | 1254,60 | 2 | 1278,00 | 2 | 1306,08 | 2 | 1338,12 | ||||
17 | 3 | 941,76 | 3 | 1064,16 | 3 | 1103,76 | 17 | 3 | 1324,44 | 3 | 1351,08 | 3 | 1378,08 | 3 | 1405,08 | 3 | 1431,72 | 3 | 1463,04 | 3 | 1497,96 | ||||
18 | 4 | 1132,20 | 4 | 1276,56 | 4 | 1324,80 | 18 | 4 | 1466,28 | 4 | 1496,52 | 4 | 1525,68 | 4 | 1555,56 | 4 | 1584,00 | 4 | 1620,00 | 4 | 1658,52 | 1 | 1733,76 | ||
19 | 5 | 1321,20 | 5 | 1489,32 | 5 | 1545,48 | 19 | 5 | 1608,48 | 5 | 1640,52 | 5 | 1672,92 | 5 | 1705,32 | 5 | 1737,72 | 5 | 1776,24 | 5 | 1818,72 | 2 | 1901,88 | ||
20 | 6 | 1509,48 | 6 | 1701,72 | 6 | 1766,52 | 20 | 6 | 1749,96 | 6 | 1785,24 | 6 | 1820,16 | 6 | 1856,88 | 6 | 1891,44 | 6 | 1932,48 | 6 | 1979,28 | 3 | 2069,64 | ||
21 | 7 | 1697,40 | 7 | 1914,84 | 7 | 1987,20 | 7 | 1891,80 | 7 | 1930,68 | 7 | 1968,48 | 7 | 2006,64 | 7 | 2044,08 | 7 | 2089,08 | 7 | 2139,48 | 4 | 2236,68 | 1 | 2391,84 | |
8 | 1983,24 | 8 | 2127,96 | 8 | 2208,60 | 8 | 1968,48 | 8 | 2008,44 | 8 | 2049,12 | 8 | 2093,04 | 8 | 2139,48 | 8 | 2196,00 | 8 | 2259,36 | 5 | 2363,04 | 2 | 2511,00 | ||
9 | 1983,24 | 9 | 2127,96 | 9 | 2208,60 | 9 | 2043,72 | 9 | 2085,48 | 9 | 2128,68 | 9 | 2179,44 | 9 | 2233,80 | 9 | 2302,56 | 9 | 2377,80 | 6 | 2489,04 | 3 | 2630,52 | ||
10 | 1993,32 | 10 | 2137,32 | 10 | 2220,48 | 10 | 2120,04 | 10 | 2162,52 | 10 | 2208,96 | 10 | 2266,56 | 10 | 2328,84 | 10 | 2408,76 | 10 | 2497,68 | 7 | 2614,68 | 4 | 2750,04 | ||
11 | 1993,32 | 11 | 2137,32 | 11 | 2220,48 | 11 | 2120,04 | 11 | 2216,16 | 11 | 2274,12 | 11 | 2339,64 | 11 | 2406,24 | 11 | 2486,88 | 11 | 2575,08 | 8 | 2726,64 | 5 | 2869,92 | ||
12 | 2003,04 | 12 | 2148,48 | 12 | 2233,80 | 12 | 2120,04 | 12 | 2216,16 | 12 | 2347,92 | 12 | 2415,24 | 12 | 2482,56 | 12 | 2564,28 | 12 | 2653,20 | 9 | 2837,88 | 6 | 2989,44 | ||
13 | 2003,04 | 13 | 2148,48 | 13 | 2233,80 | 13 | 2120,04 | 13 | 2216,16 | 13 | 2356,20 | 13 | 2490,48 | 13 | 2559,60 | 13 | 2640,60 | 13 | 2730,24 | 10 | 2949,84 | 7 | 3108,96 | ||
14 | 2013,84 | 14 | 2159,28 | 14 | 2247,12 | 14 | 2120,04 | 14 | 2216,16 | 14 | 2364,12 | 14 | 2498,40 | 14 | 2634,12 | 14 | 2716,56 | 14 | 2808,36 | 11 | 3061,08 | 8 | 3230,28 | ||
15 | 2159,28 | 15 | 2247,12 | 15 | 2120,04 | 15 | 2216,16 | 15 | 2372,40 | 15 | 2506,68 | 15 | 2707,56 | 15 | 2792,16 | 15 | 2885,76 | 12 | 3171,24 | 9 | 3357,36 | ||||
16 | 2169,36 | 16 | 2260,80 | 16 | 2150,64 | 16 | 2216,16 | 16 | 2380,32 | 16 | 2514,96 | 16 | 2719,80 | 16 | 2866,32 | 16 | 2963,16 | 13 | 3291,48 | 10 | 3471,48 | ||||
17 | 2260,80 | 17 | 2150,64 | 17 | 2258,28 | 17 | 2388,60 | 17 | 2522,88 | 17 | 2732,04 | 17 | 2941,20 | 17 | 3040,56 | 14 | 3396,24 | 11 | 3591,72 | ||||||
18 | 2274,48 | 18 | 2180,88 | 18 | 2258,28 | 18 | 2396,16 | 18 | 2531,16 | 18 | 2744,28 | 18 | 2953,80 | 18 | 3119,76 | 15 | 3508,20 | 12 | 3719,88 | ||||||
19 | 2180,88 | 19 | 2302,20 | 19 | 2419,92 | 19 | 2539,08 | 19 | 2756,52 | 19 | 2966,40 | 19 | 3198,60 | 16 | 3625,92 | 13 | 3839,04 | ||||||||
20 | 2216,16 | 20 | 2302,20 | 20 | 2444,04 | 20 | 2563,56 | 20 | 2768,76 | 20 | 2979,00 | 20 | 3281,76 | 17 | 3735,00 | 14 | 3958,92 | ||||||||
E | 2251,80 | 21 | 2347,92 | 21 | 2467,08 | 21 | 2588,04 | 21 | 2781,36 | 21 | 2991,60 | 21 | 3359,52 | 18 | 3844,44 | 15 | 4079,52 | ||||||||
E | 2393,64 | 22 | 2490,48 | 22 | 2611,08 | 22 | 2815,92 | 22 | 3004,20 | E | 3438,00 | E | 3952,44 | 16 | 4203,72 | ||||||||||
E | 2536,56 | 23 | 2634,12 | 23 | 2850,48 | 23 | 3016,80 | 17 | 4319,64 | ||||||||||||||||
E | 2680,56 | E | 2921,40 | 24 | 3054,24 | 18 | 4436,28 | ||||||||||||||||||
25 | 3091,68 | E | 4551,48 | ||||||||||||||||||||||
E | 3166,92 | ||||||||||||||||||||||||
Schaal | 60 | 61 | 62 | 63 | Betekenis van de gebruikte afkortingen lft. = leeftijd tr. = trede E. = extra trede | ||||||||||||||||||||
Beginbedrag | 2926,44 | 3590,64 | 4467,24 | 5494,68 | |||||||||||||||||||||
Eindbedrag | 5294,16 | 6136,56 | 7624,44 | 9250,92 |
12. Bijlage 1e
XXX xxxxxxxxx per contractuurloon ingaande 1 januari 2022
lft. | tr. | 1 CAO loon | tr. | 2 CAO loon | tr. | 3 CAO loon | lft. | tr. | 51 CAO loon | tr. | 52 CAO loon | tr. | 53 CAO loon | tr. | 54 CAO loon | tr. | 55 CAO loon | tr. | 56 CAO loon | tr. | 57 CAO loon | tr. | 58 CAO loon | tr. | 59 CAO loon |
15 | 1 | 26,47 | 1 | 29,91 | 1 | 31,03 | 15 | 1 | 29,26 | 1 | 29,86 | 1 | 30,43 | 1 | 31,02 | 1 | 31,62 | 1 | 32,29 | 1 | 33,08 | ||||
16 | 2 | 26,47 | 2 | 29,91 | 2 | 31,03 | 16 | 2 | 33,23 | 2 | 33,91 | 2 | 34,57 | 2 | 35,27 | 2 | 35,93 | 2 | 36,71 | 2 | 37,61 | ||||
17 | 3 | 26,47 | 3 | 29,91 | 3 | 31,03 | 17 | 3 | 37,23 | 3 | 37,98 | 3 | 38,74 | 3 | 39,50 | 3 | 40,24 | 3 | 41,13 | 3 | 42,11 | ||||
18 | 4 | 31,83 | 4 | 35,89 | 4 | 37,24 | 18 | 4 | 41,22 | 4 | 42,07 | 4 | 42,89 | 4 | 43,73 | 4 | 44,52 | 4 | 45,54 | 4 | 46,62 | 1 | 48,74 | ||
19 | 5 | 37,14 | 5 | 41,86 | 5 | 43,45 | 19 | 5 | 45,22 | 5 | 46,12 | 5 | 47,03 | 5 | 47,94 | 5 | 48,85 | 5 | 49,93 | 5 | 51,13 | 2 | 53,46 | ||
20 | 6 | 42,43 | 6 | 47,84 | 6 | 49,66 | 20 | 6 | 49,19 | 6 | 50,18 | 6 | 51,17 | 6 | 52,19 | 6 | 53,17 | 6 | 54,32 | 6 | 55,64 | 3 | 58,18 | ||
21 | 7 | 47,71 | 7 | 53,83 | 7 | 55,87 | 7 | 53,18 | 7 | 54,27 | 7 | 55,33 | 7 | 56,41 | 7 | 57,46 | 7 | 58,73 | 7 | 60,14 | 4 | 62,88 | 1 | 67,23 | |
8 | 55,75 | 8 | 59,82 | 8 | 62,08 | 8 | 55,33 | 8 | 56,46 | 8 | 57,60 | 8 | 58,84 | 8 | 60,14 | 8 | 61,73 | 8 | 63,51 | 5 | 66,42 | 2 | 70,59 | ||
9 | 55,75 | 9 | 59,82 | 9 | 62,08 | 9 | 57,45 | 9 | 58,63 | 9 | 59,84 | 9 | 61,27 | 9 | 62,79 | 9 | 64,73 | 9 | 66,84 | 6 | 69,97 | 3 | 73,94 | ||
10 | 56,03 | 10 | 60,08 | 10 | 62,42 | 10 | 59,60 | 10 | 60,79 | 10 | 62,09 | 10 | 63,71 | 10 | 65,46 | 10 | 67,72 | 10 | 70,21 | 7 | 73,50 | 4 | 77,31 | ||
11 | 56,03 | 11 | 60,08 | 11 | 62,42 | 11 | 59,60 | 11 | 62,30 | 11 | 63,93 | 11 | 65,77 | 11 | 67,64 | 11 | 69,91 | 11 | 72,39 | 8 | 76,65 | 5 | 80,68 | ||
12 | 56,31 | 12 | 60,40 | 12 | 62,79 | 12 | 59,60 | 12 | 62,30 | 12 | 66,01 | 12 | 67,89 | 12 | 69,79 | 12 | 72,08 | 12 | 74,59 | 9 | 79,78 | 6 | 84,03 | ||
13 | 56,31 | 13 | 60,40 | 13 | 62,79 | 13 | 59,60 | 13 | 62,30 | 13 | 66,23 | 13 | 70,01 | 13 | 71,96 | 13 | 74,23 | 13 | 76,75 | 10 | 82,92 | 7 | 87,40 | ||
14 | 56,61 | 14 | 60,70 | 14 | 63,17 | 14 | 59,60 | 14 | 62,30 | 14 | 66,46 | 14 | 70,24 | 14 | 74,04 | 14 | 76,36 | 14 | 78,94 | 11 | 86,05 | 8 | 90,81 | ||
15 | 60,70 | 15 | 63,17 | 15 | 59,60 | 15 | 62,30 | 15 | 66,69 | 15 | 70,46 | 15 | 76,11 | 15 | 78,49 | 15 | 81,12 | 12 | 89,15 | 9 | 94,38 | ||||
16 | 60,98 | 16 | 63,55 | 16 | 60,46 | 16 | 62,30 | 16 | 66,91 | 16 | 70,69 | 16 | 76,45 | 16 | 80,58 | 16 | 83,30 | 13 | 92,53 | 10 | 97,59 | ||||
17 | 63,55 | 17 | 60,46 | 17 | 63,49 | 17 | 67,14 | 17 | 70,92 | 17 | 76,80 | 17 | 82,68 | 17 | 85,48 | 14 | 95,48 | 11 | 100,97 | ||||||
18 | 63,94 | 18 | 61,31 | 18 | 63,49 | 18 | 67,36 | 18 | 71,15 | 18 | 77,14 | 18 | 83,03 | 18 | 87,70 | 15 | 98,62 | 12 | 104,57 | ||||||
19 | 61,31 | 19 | 64,71 | 19 | 68,03 | 19 | 71,37 | 19 | 77,49 | 19 | 83,39 | 19 | 89,92 | 16 | 101,93 | 13 | 107,92 | ||||||||
20 | 62,30 | 20 | 64,71 | 20 | 68,70 | 20 | 72,06 | 20 | 77,83 | 20 | 83,74 | 20 | 92,25 | 17 | 105,00 | 14 | 111,29 | ||||||||
E | 63,30 | 21 | 66,01 | 21 | 69,35 | 21 | 72,75 | 21 | 78,18 | 21 | 84,10 | 21 | 94,44 | 18 | 108,07 | 15 | 114,68 | ||||||||
E | 67,28 | 22 | 70,01 | 22 | 73,40 | 22 | 79,16 | 22 | 84,45 | E | 96,64 | E | 111,11 | 16 | 118,18 | ||||||||||
E | 71,31 | 23 | 74,04 | 23 | 80,13 | 23 | 84,81 | 17 | 121,43 | ||||||||||||||||
E | 75,35 | E | 82,12 | 24 | 85,86 | 18 | 124,71 | ||||||||||||||||||
25 | 86,91 | E | 127,95 | ||||||||||||||||||||||
E | 89,02 | ||||||||||||||||||||||||
Schaal | 60 | 61 | 62 | 63 | Betekenis van de gebruikte afkortingen lft. = leeftijd tr. = trede E. = extra trede | ||||||||||||||||||||
Beginbedrag | 82,26 | 100,93 | 125,58 | 154,46 | |||||||||||||||||||||
Eindbedrag | 148,82 | 172,51 | 214,34 | 260,05 |
12. Bijlage 1f
XXX xxxxxxxxx per 36 contracturen ingaande 1 januari 2022
lft. | tr. | 1 CAO loon | tr. | 2 CAO loon | tr. | 3 CAO loon | lft. | tr. | 51 CAO loon | tr. | 52 CAO loon | tr. | 53 CAO loon | tr. | 54 CAO loon | tr. | 55 CAO loon | tr. | 56 CAO loon | tr. | 57 CAO loon | tr. | 58 CAO loon | tr. | 59 CAO loon |
15 | 1 | 952,92 | 1 | 1076,76 | 1 | 1117,08 | 15 | 1 | 1053,36 | 1 | 1074,96 | 1 | 1095,48 | 1 | 1116,72 | 1 | 1138,32 | 1 | 1162,44 | 1 | 1190,88 | ||||
16 | 2 | 952,92 | 2 | 1076,76 | 2 | 1117,08 | 16 | 2 | 1196,28 | 2 | 1220,76 | 2 | 1244,52 | 2 | 1269,72 | 2 | 1293,48 | 2 | 1321,56 | 2 | 1353,96 | ||||
17 | 3 | 952,92 | 3 | 1076,76 | 3 | 1117,08 | 17 | 3 | 1340,28 | 3 | 1367,28 | 3 | 1394,64 | 3 | 1422,00 | 3 | 1448,64 | 3 | 1480,68 | 3 | 1515,96 | ||||
18 | 4 | 1145,88 | 4 | 1292,04 | 4 | 1340,64 | 18 | 4 | 1483,92 | 4 | 1514,52 | 4 | 1544,04 | 4 | 1574,28 | 4 | 1602,72 | 4 | 1639,44 | 4 | 1678,32 | 1 | 1754,64 | ||
19 | 5 | 1337,04 | 5 | 1506,96 | 5 | 1564,20 | 19 | 5 | 1627,92 | 5 | 1660,32 | 5 | 1693,08 | 5 | 1725,84 | 5 | 1758,60 | 5 | 1797,48 | 5 | 1840,68 | 2 | 1924,56 | ||
20 | 6 | 1527,48 | 6 | 1722,24 | 6 | 1787,76 | 20 | 6 | 1770,84 | 6 | 1806,48 | 6 | 1842,12 | 6 | 1878,84 | 6 | 1914,12 | 6 | 1955,52 | 6 | 2003,04 | 3 | 2094,48 | ||
21 | 7 | 1717,56 | 7 | 1937,88 | 7 | 2011,32 | 7 | 1914,48 | 7 | 1953,72 | 7 | 1991,88 | 7 | 2030,76 | 7 | 2068,56 | 7 | 2114,28 | 7 | 2165,04 | 4 | 2263,68 | 1 | 2420,28 | |
8 | 2007,00 | 8 | 2153,52 | 8 | 2234,88 | 8 | 1991,88 | 8 | 2032,56 | 8 | 2073,60 | 8 | 2118,24 | 8 | 2165,04 | 8 | 2222,28 | 8 | 2286,36 | 5 | 2391,12 | 2 | 2541,24 | ||
9 | 2007,00 | 9 | 2153,52 | 9 | 2234,88 | 9 | 2068,20 | 9 | 2110,68 | 9 | 2154,24 | 9 | 2205,72 | 9 | 2260,44 | 9 | 2330,28 | 9 | 2406,24 | 6 | 2518,92 | 3 | 2661,84 | ||
10 | 2017,08 | 10 | 2162,88 | 10 | 2247,12 | 10 | 2145,60 | 10 | 2188,44 | 10 | 2235,24 | 10 | 2293,56 | 10 | 2356,56 | 10 | 2437,92 | 10 | 2527,56 | 7 | 2646,00 | 4 | 2783,16 | ||
11 | 2017,08 | 11 | 2162,88 | 11 | 2247,12 | 11 | 2145,60 | 11 | 2242,80 | 11 | 2301,48 | 11 | 2367,72 | 11 | 2435,04 | 11 | 2516,76 | 11 | 2606,04 | 8 | 2759,40 | 5 | 2904,48 | ||
12 | 2027,16 | 12 | 2174,40 | 12 | 2260,44 | 12 | 2145,60 | 12 | 2242,80 | 12 | 2376,36 | 12 | 2444,04 | 12 | 2512,44 | 12 | 2594,88 | 12 | 2685,24 | 9 | 2872,08 | 6 | 3025,08 | ||
13 | 2027,16 | 13 | 2174,40 | 13 | 2260,44 | 13 | 2145,60 | 13 | 2242,80 | 13 | 2384,28 | 13 | 2520,36 | 13 | 2590,56 | 13 | 2672,28 | 13 | 2763,00 | 10 | 2985,12 | 7 | 3146,40 | ||
14 | 2037,96 | 14 | 2185,20 | 14 | 2274,12 | 14 | 2145,60 | 14 | 2242,80 | 14 | 2392,56 | 14 | 2528,64 | 14 | 2665,44 | 14 | 2748,96 | 14 | 2841,84 | 11 | 3097,80 | 8 | 3269,16 | ||
15 | 2185,20 | 15 | 2274,12 | 15 | 2145,60 | 15 | 2242,80 | 15 | 2400,84 | 15 | 2536,56 | 15 | 2739,96 | 15 | 2825,64 | 15 | 2920,32 | 12 | 3209,40 | 9 | 3397,68 | ||||
16 | 2195,28 | 16 | 2287,80 | 16 | 2176,56 | 16 | 2242,80 | 16 | 2408,76 | 16 | 2544,84 | 16 | 2752,20 | 16 | 2900,88 | 16 | 2998,80 | 13 | 3331,08 | 10 | 3513,24 | ||||
17 | 2287,80 | 17 | 2176,56 | 17 | 2285,64 | 17 | 2417,04 | 17 | 2553,12 | 17 | 2764,80 | 17 | 2976,48 | 17 | 3077,28 | 14 | 3437,28 | 11 | 3634,92 | ||||||
18 | 2301,84 | 18 | 2207,16 | 18 | 2285,64 | 18 | 2424,96 | 18 | 2561,40 | 18 | 2777,04 | 18 | 2989,08 | 18 | 3157,20 | 15 | 3550,32 | 12 | 3764,52 | ||||||
19 | 2207,16 | 19 | 2329,56 | 19 | 2449,08 | 19 | 2569,32 | 19 | 2789,64 | 19 | 3002,04 | 19 | 3237,12 | 16 | 3669,48 | 13 | 3885,12 | ||||||||
20 | 2242,80 | 20 | 2329,56 | 20 | 2473,20 | 20 | 2594,16 | 20 | 2801,88 | 20 | 3014,64 | 20 | 3321,00 | 17 | 3780,00 | 14 | 4006,44 | ||||||||
E | 2278,80 | 21 | 2376,36 | 21 | 2496,60 | 21 | 2619,00 | 21 | 2814,48 | 21 | 3027,60 | 21 | 3399,84 | 18 | 3890,52 | 15 | 4128,48 | ||||||||
E | 2422,08 | 22 | 2520,36 | 22 | 2642,40 | 22 | 2849,76 | 22 | 3040,20 | E | 3479,04 | E | 3999,96 | 16 | 4254,48 | ||||||||||
E | 2567,16 | 23 | 2665,44 | 23 | 2884,68 | 23 | 3053,16 | 17 | 4371,48 | ||||||||||||||||
E | 2712,60 | E | 2956,32 | 24 | 3090,96 | 18 | 4489,56 | ||||||||||||||||||
25 | 3128,76 | E | 4606,20 | ||||||||||||||||||||||
E | 3204,72 | ||||||||||||||||||||||||
Schaal | 60 | 61 | 62 | 63 | Betekenis van de gebruikte afkortingen lft. = leeftijd tr. = trede E. = extra trede | ||||||||||||||||||||
Beginbedrag | 2961,36 | 3633,48 | 4520,88 | 5560,56 | |||||||||||||||||||||
Eindbedrag | 5357,52 | 6210,36 | 7716,24 | 9361,80 |
12. Bijlage 1g
XXX xxxxxxxxx per contractuurloon ingaande 1 juli 2022
lft. | tr. | 1 CAO loon | tr. | 2 CAO loon | tr. | 3 CAO loon | lft. | tr. | 51 CAO loon | tr. | 52 CAO loon | tr. | 53 CAO loon | tr. | 54 CAO loon | tr. | 55 CAO loon | tr. | 56 CAO loon | tr. | 57 CAO loon | tr. | 58 CAO loon | tr. | 59 CAO loon |
15 | 1 | - | 1 | - | 1 | - | 15 | 1 | - | 1 | - | 1 | - | 1 | - | 1 | - | 1 | - | 1 | - | ||||
16 | 2 | - | 2 | - | 2 | - | 16 | 2 | - | 2 | - | 2 | - | 2 | - | 2 | - | 2 | - | 2 | - | ||||
17 | 3 | - | 3 | - | 3 | - | 17 | 3 | - | 3 | - | 3 | - | 3 | - | 3 | - | 3 | - | 3 | - | ||||
18 | 4 | - | 4 | - | 4 | - | 18 | 4 | - | 4 | - | 4 | - | 4 | - | 4 | - | 4 | - | 4 | - | 1 | - | ||
19 | 5 | - | 5 | - | 5 | - | 19 | 5 | - | 5 | - | 5 | - | 5 | - | 5 | - | 5 | - | 5 | - | 2 | - | ||
20 | 6 | - | 6 | - | 6 | - | 20 | 6 | - | 6 | - | 6 | - | 6 | - | 6 | - | 6 | - | 6 | - | 3 | - | ||
21 | 7 | 60,87 | 7 | 60,87 | 7 | 61,00 | 7 | 60,87 | 7 | 60,87 | 7 | 60,87 | 7 | 61,55 | 7 | 62,60 | 7 | 63,87 | 7 | 65,28 | 4 | 68,02 | 1 | 72,37 | |
8 | 60,89 | 8 | 64,95 | 8 | 67,22 | 8 | 60,87 | 8 | 61,60 | 8 | 62,74 | 8 | 63,98 | 8 | 65,28 | 8 | 66,87 | 8 | 68,65 | 5 | 71,56 | 2 | 75,73 | ||
9 | 60,89 | 9 | 64,95 | 9 | 67,22 | 9 | 62,59 | 9 | 63,77 | 9 | 64,98 | 9 | 66,41 | 9 | 67,93 | 9 | 69,87 | 9 | 71,98 | 6 | 75,11 | 3 | 79,08 | ||
10 | 61,17 | 10 | 65,22 | 10 | 67,56 | 10 | 64,74 | 10 | 65,93 | 10 | 67,23 | 10 | 68,85 | 10 | 70,60 | 10 | 72,86 | 10 | 75,35 | 7 | 78,64 | 4 | 82,45 | ||
11 | 61,17 | 11 | 65,22 | 11 | 67,56 | 11 | 64,74 | 11 | 67,44 | 11 | 69,07 | 11 | 70,91 | 11 | 72,78 | 11 | 75,05 | 11 | 77,53 | 8 | 81,79 | 5 | 85,82 | ||
12 | 61,45 | 12 | 65,54 | 12 | 67,93 | 12 | 64,74 | 12 | 67,44 | 12 | 71,15 | 12 | 73,03 | 12 | 74,93 | 12 | 77,22 | 12 | 79,73 | 9 | 84,92 | 6 | 89,17 | ||
13 | 61,45 | 13 | 65,54 | 13 | 67,93 | 13 | 64,74 | 13 | 67,44 | 13 | 71,37 | 13 | 75,15 | 13 | 77,10 | 13 | 79,37 | 13 | 81,89 | 10 | 88,06 | 7 | 92,54 | ||
14 | 61,75 | 14 | 65,84 | 14 | 68,31 | 14 | 64,74 | 14 | 67,44 | 14 | 71,60 | 14 | 75,38 | 14 | 79,18 | 14 | 81,50 | 14 | 84,08 | 11 | 91,19 | 8 | 95,95 | ||
15 | 65,84 | 15 | 68,31 | 15 | 64,74 | 15 | 67,44 | 15 | 71,83 | 15 | 75,60 | 15 | 81,25 | 15 | 83,63 | 15 | 86,26 | 12 | 94,29 | 9 | 99,52 | ||||
16 | 66,12 | 16 | 68,69 | 16 | 65,60 | 16 | 67,44 | 16 | 72,05 | 16 | 75,83 | 16 | 81,59 | 16 | 85,72 | 16 | 88,44 | 13 | 97,67 | 10 | 102,73 | ||||
17 | 68,69 | 17 | 65,60 | 17 | 68,63 | 17 | 72,28 | 17 | 76,06 | 17 | 81,94 | 17 | 87,82 | 17 | 90,62 | 14 | 100,62 | 11 | 106,11 | ||||||
18 | 69,08 | 18 | 66,45 | 18 | 68,63 | 18 | 72,50 | 18 | 76,29 | 18 | 82,28 | 18 | 88,17 | 18 | 92,84 | 15 | 103,76 | 12 | 109,79 | ||||||
19 | 66,45 | 19 | 69,85 | 19 | 73,17 | 19 | 76,51 | 19 | 82,63 | 19 | 88,53 | 19 | 95,06 | 16 | 107,07 | 13 | 113,32 | ||||||||
20 | 67,44 | 20 | 69,85 | 20 | 73,84 | 20 | 77,20 | 20 | 82,97 | 20 | 88,88 | 20 | 97,39 | 17 | 110,25 | 14 | 116,85 | ||||||||
E | 68,44 | 21 | 71,15 | 21 | 74,49 | 21 | 77,89 | 21 | 83,32 | 21 | 89,24 | 21 | 99,58 | 18 | 113,48 | 15 | 120,42 | ||||||||
E | 72,42 | 22 | 75,15 | 22 | 78,54 | 22 | 84,30 | 22 | 89,59 | E | 101,78 | E | 116,67 | 16 | 124,08 | ||||||||||
E | 76,45 | 23 | 79,18 | 23 | 85,27 | 23 | 89,95 | 17 | 127,50 | ||||||||||||||||
E | 80,49 | E | 87,26 | 24 | 91,00 | 18 | 130,94 | ||||||||||||||||||
25 | 92,05 | E | 134,35 | ||||||||||||||||||||||
E | 94,16 | ||||||||||||||||||||||||
Schaal | 60 | 61 | 62 | 63 | Betekenis van de gebruikte afkortingen lft. = leeftijd tr. = trede E. = extra trede | ||||||||||||||||||||
Beginbedrag | 87,40 | 106,07 | 131,86 | 162,18 | |||||||||||||||||||||
Eindbedrag | 156,26 | 181,13 | 225,05 | 273,05 |
12. Bijlage 1h
XXX xxxxxxxxx per 36 contracturen ingaande 1 juli 2022
lft. | tr. | 1 CAO loon | tr. | 2 CAO loon | tr. | 3 CAO loon | lft. | tr. | 51 CAO loon | tr. | 52 CAO loon | tr. | 53 CAO loon | tr. | 54 CAO loon | tr. | 55 CAO loon | tr. | 56 CAO loon | tr. | 57 CAO loon | tr. | 58 CAO loon | tr. | 59 CAO loon |
15 | 1 | - | 1 | - | 1 | - | 15 | 1 | - | 1 | - | 1 | - | 1 | - | 1 | - | 1 | - | 1 | - | ||||
16 | 2 | - | 2 | - | 2 | - | 16 | 2 | - | 2 | - | 2 | - | 2 | - | 2 | - | 2 | - | 2 | - | ||||
17 | 3 | - | 3 | - | 3 | - | 17 | 3 | - | 3 | - | 3 | - | 3 | - | 3 | - | 3 | - | 3 | - | ||||
18 | 4 | - | 4 | - | 4 | - | 18 | 4 | - | 4 | - | 4 | - | 4 | - | 4 | - | 4 | - | 4 | - | 1 | - | ||
19 | 5 | - | 5 | - | 5 | - | 19 | 5 | - | 5 | - | 5 | - | 5 | - | 5 | - | 5 | - | 5 | - | 2 | - | ||
20 | 6 | - | 6 | - | 6 | - | 20 | 6 | - | 6 | - | 6 | - | 6 | - | 6 | - | 6 | - | 6 | - | 3 | - | ||
21 | 7 | 2.191,32 | 7 | 2.191,32 | 7 | 2.196,00 | 7 | 2.191,32 | 7 | 2.191,32 | 7 | 2.191,32 | 7 | 2.215,80 | 7 | 2.253,60 | 7 | 2.299,32 | 7 | 2.350,08 | 4 | 2.448,72 | 1 | 2.605,32 | |
8 | 2.192,04 | 8 | 2.338,20 | 8 | 2.419,92 | 8 | 2.191,32 | 8 | 2.217,60 | 8 | 2.258,64 | 8 | 2.303,28 | 8 | 2.350,08 | 8 | 2.407,32 | 8 | 2.471,40 | 5 | 2.576,16 | 2 | 2.726,28 | ||
9 | 2.192,04 | 9 | 2.338,20 | 9 | 2.419,92 | 9 | 2.253,24 | 9 | 2.295,72 | 9 | 2.339,28 | 9 | 2.390,76 | 9 | 2.445,48 | 9 | 2.515,32 | 9 | 2.591,28 | 6 | 2.703,96 | 3 | 2.846,88 | ||
10 | 2.202,12 | 10 | 2.347,92 | 10 | 2.432,16 | 10 | 2.330,64 | 10 | 2.373,48 | 10 | 2.420,28 | 10 | 2.478,60 | 10 | 2.541,60 | 10 | 2.622,96 | 10 | 2.712,60 | 7 | 2.831,04 | 4 | 2.968,20 | ||
11 | 2.202,12 | 11 | 2.347,92 | 11 | 2.432,16 | 11 | 2.330,64 | 11 | 2.427,84 | 11 | 2.486,52 | 11 | 2.552,76 | 11 | 2.620,08 | 11 | 2.701,80 | 11 | 2.791,08 | 8 | 2.944,44 | 5 | 3.089,52 | ||
12 | 2.212,20 | 12 | 2.359,44 | 12 | 2.445,48 | 12 | 2.330,64 | 12 | 2.427,84 | 12 | 2.561,40 | 12 | 2.629,08 | 12 | 2.697,48 | 12 | 2.779,92 | 12 | 2.870,28 | 9 | 3.057,12 | 6 | 3.210,12 | ||
13 | 2.212,20 | 13 | 2.359,44 | 13 | 2.445,48 | 13 | 2.330,64 | 13 | 2.427,84 | 13 | 2.569,32 | 13 | 2.705,40 | 13 | 2.775,60 | 13 | 2.857,32 | 13 | 2.948,04 | 10 | 3.170,16 | 7 | 3.331,44 | ||
14 | 2.223,00 | 14 | 2.370,24 | 14 | 2.459,16 | 14 | 2.330,64 | 14 | 2.427,84 | 14 | 2.577,60 | 14 | 2.713,68 | 14 | 2.850,48 | 14 | 2.934,00 | 14 | 3.026,88 | 11 | 3.282,84 | 8 | 3.454,20 | ||
15 | 2.370,24 | 15 | 2.459,16 | 15 | 2.330,64 | 15 | 2.427,84 | 15 | 2.585,88 | 15 | 2.721,60 | 15 | 2.925,00 | 15 | 3.010,68 | 15 | 3.105,36 | 12 | 3.394,44 | 9 | 3.582,72 | ||||
16 | 2.380,32 | 16 | 2.472,84 | 16 | 2.361,60 | 16 | 2.427,84 | 16 | 2.593,80 | 16 | 2.729,88 | 16 | 2.937,24 | 16 | 3.085,92 | 16 | 3.183,84 | 13 | 3.516,12 | 10 | 3.698,28 | ||||
17 | 2.472,84 | 17 | 2.361,60 | 17 | 2.470,68 | 17 | 2.602,08 | 17 | 2.738,16 | 17 | 2.949,84 | 17 | 3.161,52 | 17 | 3.262,32 | 14 | 3.622,32 | 11 | 3.819,96 | ||||||
18 | 2.486,88 | 18 | 2.392,20 | 18 | 2.470,68 | 18 | 2.610,00 | 18 | 2.746,44 | 18 | 2.962,08 | 18 | 3.174,12 | 18 | 3.342,24 | 15 | 3.735,36 | 12 | 3.952,44 | ||||||
19 | 2.392,20 | 19 | 2.514,60 | 19 | 2.634,12 | 19 | 2.754,36 | 19 | 2.974,68 | 19 | 3.187,08 | 19 | 3.422,16 | 16 | 3.854,52 | 13 | 4.079,52 | ||||||||
20 | 2.427,84 | 20 | 2.514,60 | 20 | 2.658,24 | 20 | 2.779,20 | 20 | 2.986,92 | 20 | 3.199,68 | 20 | 3.506,04 | 17 | 3.969,00 | 14 | 4.206,60 | ||||||||
E | 2.463,84 | 21 | 2.561,40 | 21 | 2.681,64 | 21 | 2.804,04 | 21 | 2.999,52 | 21 | 3.212,64 | 21 | 3.584,88 | 18 | 4.085,28 | 15 | 4.335,12 | ||||||||
E | 2.607,12 | 22 | 2.705,40 | 22 | 2.827,44 | 22 | 3.034,80 | 22 | 3.225,24 | E | 3.664,08 | E | 4.200,12 | 16 | 4.466,88 | ||||||||||
E | 2.752,20 | 23 | 2.850,48 | 23 | 3.069,72 | 23 | 3.238,20 | 17 | 4.590,00 | ||||||||||||||||
E | 2.897,64 | E | 3.141,36 | 24 | 3.276,00 | 18 | 4.713,84 | ||||||||||||||||||
25 | 3.313,80 | E | 4.836,60 | ||||||||||||||||||||||
E | 3.389,76 | ||||||||||||||||||||||||
Schaal | 60 | 61 | 62 | 63 | Betekenis van de gebruikte afkortingen lft. = leeftijd tr. = trede E. = extra trede | ||||||||||||||||||||
Beginbedrag | 3.146,40 | 3.818,52 | 4.746,96 | 5.838,48 | |||||||||||||||||||||
Eindbedrag | 5.625,36 | 6.520,68 | 8.101,80 | 9.829,80 |
12. Bijlage 1i
XXX xxxxxxxxx per contractuurloon ingaande 1 januari 2023
lft. | tr. | 1 CAO loon | tr. | 2 CAO loon | tr. | 3 CAO loon | lft. | tr. | 51 CAO loon | tr. | 52 CAO loon | tr. | 53 CAO loon | tr. | 54 CAO loon | tr. | 55 CAO loon | tr. | 56 CAO loon | tr. | 57 CAO loon | tr. | 58 CAO loon | tr. | 59 CAO loon |
15 | 1 | - | 1 | - | 1 | - | 15 | 1 | - | 1 | - | 1 | - | 1 | - | 1 | - | 1 | - | 1 | - | ||||
16 | 2 | - | 2 | - | 2 | - | 16 | 2 | - | 2 | - | 2 | - | 2 | - | 2 | - | 2 | - | 2 | - | ||||
17 | 3 | - | 3 | - | 3 | - | 17 | 3 | - | 3 | - | 3 | - | 3 | - | 3 | - | 3 | - | 3 | - | ||||
18 | 4 | - | 4 | - | 4 | - | 18 | 4 | - | 4 | - | 4 | - | 4 | - | 4 | - | 4 | - | 4 | - | 1 | - | ||
19 | 5 | - | 5 | - | 5 | - | 19 | 5 | - | 5 | - | 5 | - | 5 | - | 5 | - | 5 | - | 5 | - | 2 | - | ||
20 | 6 | - | 6 | - | 6 | - | 20 | 6 | - | 6 | - | 6 | - | 6 | - | 6 | - | 6 | - | 6 | - | 3 | - | ||
21 | 7 | 62,97 | 7 | 62,97 | 7 | 63,11 | 7 | 62,97 | 7 | 62,97 | 7 | 62,97 | 7 | 63,67 | 7 | 64,76 | 7 | 66,07 | 7 | 67,54 | 4 | 70,36 | 1 | 74,87 | |
8 | 62,99 | 8 | 67,20 | 8 | 69,54 | 8 | 62,97 | 8 | 63,72 | 8 | 64,90 | 8 | 66,19 | 8 | 67,54 | 8 | 69,17 | 8 | 71,02 | 5 | 74,03 | 2 | 78,34 | ||
9 | 62,99 | 9 | 67,20 | 9 | 69,54 | 9 | 64,75 | 9 | 65,96 | 9 | 67,22 | 9 | 68,70 | 9 | 70,27 | 9 | 72,28 | 9 | 74,46 | 6 | 77,70 | 3 | 81,81 | ||
10 | 63,28 | 10 | 67,47 | 10 | 69,89 | 10 | 66,97 | 10 | 68,20 | 10 | 69,55 | 10 | 71,23 | 10 | 73,04 | 10 | 75,37 | 10 | 77,95 | 7 | 81,35 | 4 | 85,29 | ||
11 | 63,28 | 11 | 67,47 | 11 | 69,89 | 11 | 66,97 | 11 | 69,76 | 11 | 71,45 | 11 | 73,35 | 11 | 75,29 | 11 | 77,63 | 11 | 80,20 | 8 | 84,61 | 5 | 88,78 | ||
12 | 63,57 | 12 | 67,80 | 12 | 70,27 | 12 | 66,97 | 12 | 69,76 | 12 | 73,60 | 12 | 75,55 | 12 | 77,52 | 12 | 79,89 | 12 | 82,48 | 9 | 87,85 | 6 | 92,25 | ||
13 | 63,57 | 13 | 67,80 | 13 | 70,27 | 13 | 66,97 | 13 | 69,76 | 13 | 73,83 | 13 | 77,74 | 13 | 79,75 | 13 | 82,11 | 13 | 84,72 | 10 | 91,10 | 7 | 95,73 | ||
14 | 63,88 | 14 | 68,11 | 14 | 70,67 | 14 | 66,97 | 14 | 69,76 | 14 | 74,07 | 14 | 77,97 | 14 | 81,92 | 14 | 84,31 | 14 | 86,98 | 11 | 94,33 | 8 | 99,25 | ||
15 | 68,11 | 15 | 70,67 | 15 | 66,97 | 15 | 69,76 | 15 | 74,30 | 15 | 78,21 | 15 | 84,05 | 15 | 86,51 | 15 | 89,24 | 12 | 97,54 | 9 | 102,95 | ||||
16 | 68,40 | 16 | 71,06 | 16 | 67,86 | 16 | 69,76 | 16 | 74,54 | 16 | 78,45 | 16 | 84,41 | 16 | 88,67 | 16 | 91,49 | 13 | 101,04 | 10 | 106,27 | ||||
17 | 71,06 | 17 | 67,86 | 17 | 70,99 | 17 | 74,77 | 17 | 78,69 | 17 | 84,76 | 17 | 90,85 | 17 | 93,74 | 14 | 104,09 | 11 | 109,77 | ||||||
18 | 71,46 | 18 | 68,74 | 18 | 70,99 | 18 | 75,00 | 18 | 78,92 | 18 | 85,12 | 18 | 91,21 | 18 | 96,05 | 15 | 107,34 | 12 | 113,58 | ||||||
19 | 68,74 | 19 | 72,26 | 19 | 75,69 | 19 | 79,15 | 19 | 85,48 | 19 | 91,58 | 19 | 98,34 | 16 | 110,77 | 13 | 117,23 | ||||||||
20 | 69,76 | 20 | 72,26 | 20 | 76,39 | 20 | 79,86 | 20 | 85,83 | 20 | 91,95 | 20 | 100,75 | 17 | 114,05 | 14 | 120,88 | ||||||||
E | 70,80 | 21 | 73,60 | 21 | 77,06 | 21 | 80,58 | 21 | 86,20 | 21 | 92,32 | 21 | 103,01 | 18 | 117,39 | 15 | 124,57 | ||||||||
E | 74,92 | 22 | 77,74 | 22 | 81,25 | 22 | 87,21 | 22 | 92,68 | E | 105,29 | E | 120,69 | 16 | 128,36 | ||||||||||
E | 79,09 | 23 | 81,92 | 23 | 88,21 | 23 | 93,05 | 17 | 131,90 | ||||||||||||||||
E | 83,26 | E | 90,27 | 24 | 94,14 | 18 | 135,46 | ||||||||||||||||||
25 | 95,22 | E | 138,98 | ||||||||||||||||||||||
E | 97,41 | ||||||||||||||||||||||||
Schaal | 60 | 61 | 62 | 63 | Betekenis van de gebruikte afkortingen lft. = leeftijd tr. = trede E. = extra trede | ||||||||||||||||||||
Beginbedrag | 90,41 | 109,73 | 136,41 | 167,78 | |||||||||||||||||||||
Eindbedrag | 161,66 | 187,38 | 232,82 | 282,47 |
12. Bijlage 1j
XXX xxxxxxxxx per 36 contracturen ingaande 1 januari 2023
1 2 3 51 52 53 54 55 56 57 58 59 lft. tr. CAO loon tr. CAO loon tr. XXX xxxx lft. tr. CAO loon tr. CAO loon tr. CAO loon tr. CAO loon tr. CAO loon tr. CAO loon tr. CAO loon tr. CAO loon tr. XXX xxxx | |||||||||||||||||||||||||
15 | 1 | - | 1 | - | 1 | - | 15 | 1 | - | 1 | - | 1 | - | 1 | - | 1 | - | 1 | - | 1 | - | ||||
16 | 2 | - | 2 | - | 2 | - | 16 | 2 | - | 2 | - | 2 | - | 2 | - | 2 | - | 2 | - | 2 | - | ||||
17 | 3 | - | 3 | - | 3 | - | 17 | 3 | - | 3 | - | 3 | - | 3 | - | 3 | - | 3 | - | 3 | - | ||||
18 | 4 | - | 4 | - | 4 | - | 18 | 4 | - | 4 | - | 4 | - | 4 | - | 4 | - | 4 | - | 4 | - | 1 | - | ||
19 | 5 | - | 5 | - | 5 | - | 19 | 5 | - | 5 | - | 5 | - | 5 | - | 5 | - | 5 | - | 5 | - | 2 | - | ||
20 | 6 | - | 6 | - | 6 | - | 20 | 6 | - | 6 | - | 6 | - | 6 | - | 6 | - | 6 | - | 6 | - | 3 | - | ||
21 | 7 | 2.266,92 | 7 | 2.266,92 | 7 | 2.271,96 | 7 | 2.266,92 | 7 | 2.266,92 | 7 | 2.266,92 | 7 | 2.292,12 | 7 | 2.331,36 | 7 | 2.378,52 | 7 | 2.431,44 | 4 | 2.532,96 | 1 | 2.695,32 | |
8 | 2.267,64 | 8 | 2.419,20 | 8 | 2.503,44 | 8 | 2.266,92 | 8 | 2.293,92 | 8 | 2.336,40 | 8 | 2.382,84 | 8 | 2.431,44 | 8 | 2.490,12 | 8 | 2.556,72 | 5 | 2.665,08 | 2 | 2.820,24 | ||
9 | 2.267,64 | 9 | 2.419,20 | 9 | 2.503,44 | 9 | 2.331,00 | 9 | 2.374,56 | 9 | 2.419,92 | 9 | 2.473,20 | 9 | 2.529,72 | 9 | 2.602,08 | 9 | 2.680,56 | 6 | 2.797,20 | 3 | 2.945,16 | ||
10 | 2.278,08 | 10 | 2.428,92 | 10 | 2.516,04 | 10 | 2.410,92 | 10 | 2.455,20 | 10 | 2.503,80 | 10 | 2.564,28 | 10 | 2.629,44 | 10 | 2.713,32 | 10 | 2.806,20 | 7 | 2.928,60 | 4 | 3.070,44 | ||
11 | 2.278,08 | 11 | 2.428,92 | 11 | 2.516,04 | 11 | 2.410,92 | 11 | 2.511,36 | 11 | 2.572,20 | 11 | 2.640,60 | 11 | 2.710,44 | 11 | 2.794,68 | 11 | 2.887,20 | 8 | 3.045,96 | 5 | 3.196,08 | ||
12 | 2.288,52 | 12 | 2.440,80 | 12 | 2.529,72 | 12 | 2.410,92 | 12 | 2.511,36 | 12 | 2.649,60 | 12 | 2.719,80 | 12 | 2.790,72 | 12 | 2.876,04 | 12 | 2.969,28 | 9 | 3.162,60 | 6 | 3.321,00 | ||
13 | 2.288,52 | 13 | 2.440,80 | 13 | 2.529,72 | 13 | 2.410,92 | 13 | 2.511,36 | 13 | 2.657,88 | 13 | 2.798,64 | 13 | 2.871,00 | 13 | 2.955,96 | 13 | 3.049,92 | 10 | 3.279,60 | 7 | 3.446,28 | ||
14 | 2.299,68 | 14 | 2.451,96 | 14 | 2.544,12 | 14 | 2.410,92 | 14 | 2.511,36 | 14 | 2.666,52 | 14 | 2.806,92 | 14 | 2.949,12 | 14 | 3.035,16 | 14 | 3.131,28 | 11 | 3.395,88 | 8 | 3.573,00 | ||
15 | 2.451,96 | 15 | 2.544,12 | 15 | 2.410,92 | 15 | 2.511,36 | 15 | 2.674,80 | 15 | 2.815,56 | 15 | 3.025,80 | 15 | 3.114,36 | 15 | 3.212,64 | 12 | 3.511,44 | 9 | 3.706,20 | ||||
16 | 2.462,40 | 16 | 2.558,16 | 16 | 2.442,96 | 16 | 2.511,36 | 16 | 2.683,44 | 16 | 2.824,20 | 16 | 3.038,76 | 16 | 3.192,12 | 16 | 3.293,64 | 13 | 3.637,44 | 10 | 3.825,72 | ||||
17 | 2.558,16 | 17 | 2.442,96 | 17 | 2.555,64 | 17 | 2.691,72 | 17 | 2.832,84 | 17 | 3.051,36 | 17 | 3.270,60 | 17 | 3.374,64 | 14 | 3.747,24 | 11 | 3.951,72 | ||||||
18 | 2.572,56 | 18 | 2.474,64 | 18 | 2.555,64 | 18 | 2.700,00 | 18 | 2.841,12 | 18 | 3.064,32 | 18 | 3.283,56 | 18 | 3.457,80 | 15 | 3.864,24 | 12 | 4.088,88 | ||||||
19 | 2.474,64 | 19 | 2.601,36 | 19 | 2.724,84 | 19 | 2.849,40 | 19 | 3.077,28 | 19 | 3.296,88 | 19 | 3.540,24 | 16 | 3.987,72 | 13 | 4.220,28 | ||||||||
20 | 2.511,36 | 20 | 2.601,36 | 20 | 2.750,04 | 20 | 2.874,96 | 20 | 3.089,88 | 20 | 3.310,20 | 20 | 3.627,00 | 17 | 4.105,80 | 14 | 4.351,68 | ||||||||
E | 2.548,80 | 21 | 2.649,60 | 21 | 2.774,16 | 21 | 2.900,88 | 21 | 3.103,20 | 21 | 3.323,52 | 21 | 3.708,36 | 18 | 4.226,04 | 15 | 4.484,52 | ||||||||
E | 2.697,12 | 22 | 2.798,64 | 22 | 2.925,00 | 22 | 3.139,56 | 22 | 3.336,48 | E | 3.790,44 | E | 4.344,84 | 16 | 4.620,96 | ||||||||||
E | 2.847,24 | 23 | 2.949,12 | 23 | 3.175,56 | 23 | 3.349,80 | 17 | 4.748,40 | ||||||||||||||||
E | 2.997,36 | E | 3.249,72 | 24 | 3.389,04 | 18 | 4.876,56 | ||||||||||||||||||
25 | 3.427,92 | E | 5.003,28 | ||||||||||||||||||||||
E | 3.506,76 | ||||||||||||||||||||||||
Schaal | 60 | 61 | 62 | 63 | Betekenis van de gebruikte afkortingen lft. = leeftijd tr. = trede E. = extra trede | ||||||||||||||||||||
Beginbedrag | 3.254,76 | 3.950,28 | 4.910,76 | 6.040,08 | |||||||||||||||||||||
Eindbedrag | 5.819,76 | 6.745,68 | 8.381,52 | 10.168,92 |
12. Bijlage 1k
Deze loonschaal geldt voor werknemers die arbeidsbeperkt zijn en daardoor niet zelfstandig in staat zijn het WML te verdienen.
Werknemer is opgenomen in het doelgroepregister banenafspraak. Als werknemer vanwege voornoemde arbeidsbeperking geen functie binnen het functiegebouw van werkgever kan vervullen, zorgt werk- gever voor een takenpakket dat bij de mogelijkheden past.
In dat geval geldt voor werknemer de volgende salaristabel met ingang van 1 juli 2022 met de volgende maandbedragen:
Loonschaal participatiewet voor 21-jarigen en ouder per 1 juli 2022
12. Bijlage 1l
Bevorderingsschema
Bruto salaris per | Maand obv 36 uur* |
Aanvang (= 100% WML), | 1.756,44 |
en 1 ervaringsjaar, | 1.807,20 |
en 2 ervaringsjaren, | 1.856,52 |
en 3 ervaringsjaren, | 1.907,28 |
en 4 ervaringsjaren, | 1.956,60 |
en 5 ervaringsjaren, | 2.007,36 |
en 6 ervaringsjaren, | 2.056,68 |
En 7 ervaringsjaren (=120% WML) | 2.107,44 |
Salaris- groep | Trede | Salaris- groep | Trede | Salaris- groep | Trede | Salaris- groep | Trede | Salaris- groep | Trede | Salaris- groep | Trede | |||||
1 | 9 | 2 | 8 | 52 | 16 | 53 | 13 | 55 | 16 | 56 | 15 | |||||
1 | 10 | 2 | 8 | 52 | 17 | 53 | 14 | 55 | 17 | 56 | 15 | |||||
1 | 11 | 2 | 8 | 52 | 18 | 53 | 15 | 55 | 18 | 56 | 15 | |||||
1 | 12 | 2 | 8 | 52 | 19 | 53 | 16 | 55 | 19 | 56 | 15 | |||||
1 | 13 | 2 | 8 | 52 | 20 | 53 | 17 | 55 | 20 | 56 | 15 | |||||
1 | 14 | 2 | 8 | 52 | 21 | 53 | 18 | 55 | 21 | 56 | 16 | |||||
2 | 9 | 3 | 8 | 52 | E | 53 | 19 | 55 | 22 | 56 | 16 | |||||
2 | 10 | 3 | 8 | 53 | 13 | 54 | 12 | 55 | 23 | 56 | 17 | |||||
2 | 11 | 3 | 8 | 53 | 14 | 54 |