STAATSCOURANT
STAATSCOURANT
Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
Nr. 12044
25 maart
2021
Regio Deal Foodvalley – ‘Versnelling van de transitie naar een duurzaam en gezond voedselsysteem’
Partijen
1. De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, xxxxxxx Xxxxxx Xxxxxxxx, hierna te noemen: LNV;
2. De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de heer drs. R.W. Knops, hierna te noemen: BZK.
3. De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, mevrouw mr. drs. M.C.G. Keijzer, hierna te noemen: EZK;
4. De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de xxxx Xxxx Xxxxxxxx, hierna te noemen: VWS;
5. De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat; xxxxxxx X. Xxx Xxxxxxxxx – Xxx xxx Xxxx, hierna te noemen: IenW;
Partijen genoemd onder 1 tot en met 5, ieder handelend in hun hoedanigheid van bestuursorgaan en als vertegenwoordiger van de Staat der Nederlanden en hierna samen te noemen: ‘het Rijk’;
6. Het op grond van de Gemeenschappelijke Regeling Regio Foodvalley rechtspersoonlijkheid bezittend openbaar lichaam Regio Foodvalley, dan wel voor zover het bestuursbevoegdheden betreft het bestuur van de Regio Foodvalley, handelend in de hoedanigheid van bestuursorgaan, in dezen vertegenwoordigd door de heer L.J. Xxxxxxxx, voorzitter, hierna te noemen: ‘Regio Foodval- ley’;
7. De provincie Gelderland, dan wel voor zover het bestuursbevoegdheden betreft, het college van gedeputeerde staten van de Provincie Gelderland, handelend in de hoedanigheid van bestuursor- gaan, in dezen vertegenwoordigd door de xxxx xxx. X. Xxxxxx, hierna te noemen: ‘provincie Gelderland’;
8. De provincie Utrecht, dan wel voor zover het bestuursbevoegdheden betreft, het college van gedeputeerde staten van de provincie Utrecht, handelend in de hoedanigheid van bestuursorgaan, in dezen vertegenwoordigd door mevrouw xx. xxx. X. Xxxxxx-Slot, hierna te noemen: ‘provincie Utrecht’;
9. De vereniging met volledige rechtsbevoegdheid LTO Noord, in dezen vertegenwoordigd door de heer F.S. Visscher, hierna te noemen: ‘LTO Noord’;
10. Het Waterschap Vallei en Veluwe, dan wel voor zover het bestuursbevoegdheden betreft het bestuur van het Waterschap Vallei en Veluwe, handelend in de hoedanigheid van bestuursorgaan, in dezen vertegenwoordigd door xxxxxxx xxx. X. Xxxx-Xxxxxx, hierna te noemen: ‘Waterschap Vallei en Veluwe’.
Partijen genoemd onder 6 tot en 10, hierna samen te noemen: ‘Regio’; Alle Partijen hierna gezamenlijk te noemen: Partijen.
Betrokken organisaties
Bij de Regio Deal Foodvalley zijn ook de volgende organisaties actief betrokken die op basis van steunverklaringen deze Regio Deal Foodvalley ondersteunen en met Partijen samenwerken als regionale samenwerkingspartners:
– Wageningen University;
– Stichting Wageningen Research;
– Universiteit Utrecht;
– VNO-NCW Midden.
Partijen hebben het volgende overwogen:
Algemene overwegingen
1. Het kabinet Xxxxx XXX erkent dat elke regio uniek is. Regio’s hebben verschillende kenmerken waardoor elke regio behoefte heeft aan een eigen aanpak en afweging bij het aanpakken van de regionale opgave. De verschillende krachten en uitdagingen die specifiek zijn voor een regio
vormen de basis voor een regionale opgave om de brede welvaart, leefbaarheid en economische kracht te bevorderen.
2. De regionale opgave heeft een meervoudig karakter en vergt een integrale aanpak op de verschil- lende onderdelen van die opgave. Doel is om door verschillende beleidskolommen heen te werken. Verder heeft de regionale opgave een gebiedsoverstijgende impact waarvoor inzet op rijksniveau nodig is maar die ook zorgt voor een vliegwieleffect.
3. Regio Deals hebben tot doel om de regionale opgave aan te pakken. Hierbij wordt samengewerkt tussen vakdepartementen, decentrale overheden, het bedrijfsleven, kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties. Voor de aanpak van deze regionale opgaven stelt het kabinet middelen beschikbaar uit de Regio Envelop.
4. Deze integrale en gezamenlijke aanpak is het onderscheidende karakter van de Regio Deals ten opzichte van reguliere beleidsinstrumenten.
5. Met de Regio Deal beogen Rijk en Regio een duurzaam partnerschap aan te gaan om de opgave die in de regio speelt gezamenlijk aan te pakken. Het ondertekenen van de Regio Deal is daarbij niet het einde, maar slechts het begin van de samenwerking.
6. Regio Deals gaan om meer dan alleen de inzet van financiële middelen. Zij kenmerken zich ook door een sterke, continue inzet van alle betrokkenen, creëren nieuwe samenwerkingsvormen en niet-financiële ondersteuning om de in de regionale opgave gestelde ambities en doelen te bereiken.
7. Regio Deals leveren daarmee een bijdrage aan welvaart in brede zin.
8. Met deze Regio Deal geven Partijen commitment aan een nieuwe manier van samenwerken. De Regio Deal is een ‘coproductie’ van bestuurlijke partners, waarbij het primair gaat om het samen oplossen van regionale vraagstukken. Als basis voor deze samenwerking maken Partijen weder- zijdse afspraken over de aanpak van de regionale opgave, ieders (financiële) bijdrage daaraan en het gezamenlijk volgen van de voortgang van de inzet. Partijen hebben de intentie om op reguliere basis samen te komen om de aanpak, bekostiging en voortgang te bespreken.
9. De in de Regio Deal gemaakte wederzijdse afspraken over ambitie, doelen, beoogde resultaten en inzet en aanpak zijn op initiatief van de Regio en in gezamenlijk overleg tussen Rijk en Regio tot stand gekomen en hebben niet als doel eenzijdig vanuit het Rijk voorwaarden te stellen en (financiële) consequenties te verbinden aan de uitkomsten.
10. De middelen uit de Regio Envelop worden beschikbaar gesteld als een decentralisatie-uitkering. De Financiële-verhoudingswet schrijft voor dat daarbij sprake is van beleids- en bestedingsvrijheid. De decentralisatie-uitkering wordt beschikbaar gesteld aan een openbaar lichaam dat aldus zelf de inzet bepaalt van de verkregen middelen.
Specifieke overwegingen
Aansluiting bij de regionale en (inter)nationale opgave
De transitie naar een gezond en duurzaam voedselsysteem is een actueel en urgent thema. De landbouw- en voedselsector staat in de regio en (inter)nationaal onder druk. De vraag naar voedsel stijgt wereldwijd, terwijl het beschikbare areaal landbouwgrond afneemt en ook de grondstoffenvoor- raad onder druk staat. Het wordt moeilijker om concurrerend te zijn op de wereldmarkt, en doorgaan met de huidige landbouw levert een grote belasting voor de aarde op. Huidige productiemethoden dragen bij aan de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen en andere schadelijke emissies en leiden tot maatschappelijk ongewenste milieubelasting en gezondheids- en leefomgevingsrisico’s. Een omslag naar kringlooplandbouw in Nederland kan deze gevolgen en risico’s verminderen. Tegelijk nemen welvaartsziekten gerelateerd aan ongezond eetgedrag toe bij jong en oud. Ook wordt de potentie van gezonde voeding in de gezondheidszorg onvoldoende benut en wordt veel eten weggegooid.
De regio omvat de regio Foodvalley, en aangrenzende en/of complementaire gebieden van de provincies Utrecht en Gelderland (hierna ook aan te duiden als: ‘regio’). Hier zijn de maatschappelijke uitdagingen op het gebied van landbouw, voeding en gezondheid goed merkbaar. In dit gebied liggen kansen om hieraan bij te dragen en (inter)nationaal van betekenis te zijn bij het oplossen van de grootschalige landbouw- en voedselopgaven. Deze complexe opgaven spelen zich tegelijkertijd af, staan in verbinding met elkaar en hebben gedeelde maatschappelijke drijfveren. Zij kunnen dus alleen beantwoord worden vanuit een integrale benadering; een andere manier van produceren en consume- ren; een landbouw- en voedseltransitie. Dat vergt nauwe samenwerking van diverse en complemen- taire stakeholders.
Er is in het gebied een gerichte, regionale én integrale aanpak nodig om de transitie naar een duurzaam en gezond voedselsysteem te versnellen, de daaraan gekoppelde economische kansen te benutten, en daarmee de brede welvaart voor inwoners en bedrijven in de toekomst veilig te stellen. Met deze Regio Deal Foodvalley wordt hieraan een impuls gegeven via drie sporen:
1. versnelde transitie van de primaire sector,
2. gezonde voeding; van prille start tot oude dag, en
3. versterking kennis- en innovatiecluster
Deze regio leent zich er bij uitstek voor om deze opgave aan te pakken vanwege de geografische ligging en de sterke kennisbasis die aanwezig is. Alle benodigde (kennis)instellingen en organisaties liggen binnen een straal van 50 – 60 kilometer bij elkaar. Daarnaast is er het besef dat het van belang is om opgedane kennis over duurzame, circulaire en gezonde voedselsystemen te ontsluiten voor andere regio’s binnen en buiten Nederland. Dit gebied onderscheidt zich verder door de al bestaande interactie tussen boerenbedrijven en kennisinstellingen. Enerzijds door de praktijkkennis van boeren te gebruiken voor kennisontwikkeling, en anderzijds deze kennis in te zetten voor ontwikkeling van toepasbare concepten. Hetzelfde geldt voor de bestaande samenwerking tussen zorgorganisaties, overheden en voedingswetenschap. ICT speelt hierbij een belangrijke ondersteunende en verbindende rol.
Spoor 1. Versnelde transitie van de primaire sector
De regio Foodvalley is voor wat betreft de landbouwproductie gericht op de diverse veehouderijtypen en kent weinig akkerbouw. De pluimvee- en de kalverhouderij zijn het sterkst vertegenwoordigd, en ook de geitenhouderij is bescheiden aanwezig in deze regio. Mede door de concentratie van deze sectoren in het gebied, en de huidige productiemethoden, zijn de concentraties van fijnstof en ammoniak in de lucht relatief hoog. Ook de geurbelasting is hoog. Dit levert in deze dichtbevolkte regio gezondheids- en leefomgevingsrisico’s op voor mens en dier. Tegelijk is er veel natuur in de nabije omgeving (o.a. de Veluwe en de Utrechtse Heuvelrug), en ontstaat er met de huidige productie- methoden druk op de biodiversiteit en verminderde bodemvruchtbaarheid. Het is van belang om de stikstofneerslag op natuurgebieden, ook vanwege de recente uitspraak van de Raad van State, te verminderen. De maatschappelijke acceptatie en inbedding van de primaire sector is in de regio Foodvalley goed, maar het valt te voorzien dat de algemene maatschappelijke druk op de veehouderij
m.b.t. klimaat, milieu, diergezondheid en dierenwelzijn ook in deze regio meer gevoeld gaat worden.
Vanwege deze factoren is onder andere het verminderen van emissies noodzakelijk en is er een sterke behoefte om hier doorbraken op te realiseren. Praktische, haalbare en betaalbare emissie reducerende maatregelen zijn nog onvoldoende beschikbaar en uitgerold in de agrarische sector. Daarbij gaat het om integrale maatregelen die in samenhang opgepakt kunnen worden, die diergezondheid en -welzijn ten goede komen, waarbij voedselkwaliteit behouden blijft, dierlijke en plantaardige productiesyste- men meer een kringloop vormen, reductie van antibioticagebruik in de veehouderij wordt voortgezet en de biodiversiteit en bodemkwaliteit gaandeweg verbetert. Deze integrale aanpak is vernieuwend en uitdagend en ook noodzakelijk, anders kunnen maatregelen die goed zijn voor één onderdeel van de leefomgeving voor mens en dier, een negatieve invloed hebben op andere onderdelen van de leefomgeving. Binnen regio Foodvalley zijn belangrijke bouwstenen voor deze transitie aanwezig.
Denk hierbij aan de succesvolle aanpak op gebied van emissiereductie, de sterke kennis- en praktijkba- sis, waaronder innovatieve agrarische bedrijven en toeleveranciers.
In regio Foodvalley zijn veehouderijen gemiddeld kleiner dan elders, en vaker gemengd. Het zijn veelal familiebedrijven die van oudsher weinig geld (willen) lenen. Het investeringsvermogen is beperkt en de verdiencapaciteit staat sterk onder druk, vanwege afnemende marges, veranderende of beperkende regelgeving en de toenemende maatschappelijke druk om negatieve effecten op de leefomgeving te verminderen. Voor een toekomstbestendige landbouwsector in het gebied zal, naast emissie reduce- rende maatregelen, gezocht moeten worden naar technologische vernieuwing en nieuwe, duurzame verdienmodellen passend bij de landbouw- en voedseltransitie. Dat kan alleen wanneer regionale (mkb) bedrijven, agrariërs en de kennisinstellingen gezámenlijk werken aan oplossingen en concrete innovaties op het boerenbedrijf.
Slechts een klein deel van de veehouders in het gebied werkt volledig grondgebonden. Veevoer komt, net als in andere regio’s in Nederland, veelal van grote geografische afstand waarbij ook het product veelal ver buiten de eigen regio wordt afgezet. Op regionale schaal zijn de kringlopen van voerproduc- tie tot en met mestafzet niet gesloten. Naast emissiereductie en duurzame verdienmodellen ligt hier daarom als derde grote uitdaging natuurlijke kringlopen verregaand te sluiten. Bijvoorbeeld door meer reststromen uit de landbouw- en voedselproductiesystemen op te waarderen tot veevoer en om andere regionaal geproduceerde eiwitbronnen te benutten als veevoer. Daarnaast het gebruik van soja(schroot) terug te dringen, waarbij de gebruikte alternatieve eiwitbronnen (plantaardig of op insectenbasis) niet rechtstreeks zijn te benutten voor humane consumptie. De plantaardige productie- sector in de regio, waaronder bedrijven die een rol spelen in eiwittransitie, is ook nodig om samen, in wisselwerking met de veehouderij, het circulaire voedselproductiesysteem verder te ontwikkelen.
Partijen zijn het erover eens dat de primaire sector een transitie nodig heeft naar kringlooplandbouw. De oplossingen die hier ontwikkeld worden, zullen worden gedeeld binnen Nederland en daarbuiten.
Spoor 2. Gezonde voeding: van prille start tot oude dag
Gezondheid is een belangrijke bouwsteen voor welvaart en welzijn van inwoners. Voeding speelt hierin een grote rol. Ongezond voedsel is vaak een makkelijke keuze, omdat ongezonde voeding in Nederland volop beschikbaar is in de leefomgeving. De inrichting van de leefomgeving heeft een grote invloed op het huidige voedingspatroon, wat gerelateerd is aan een hoge prevalentie van (voedingsgerelateerde) welvaartsziekten bij alle lagen van de bevolking. Deze leiden tot vermijdbare zorgkosten en een verminderd welzijn. Dit alles betreft ook inwoners van de regio Foodvalley en aangrenzende en/of complementaire gebieden van de provincies Utrecht en Gelderland.
De gezondheidsopgaven in deze regio zijn een representatieve afspiegeling van het landelijke beeld. Deze dichtbevolkte regio kent verschillende gebiedstypen (landelijke kernen, middelgrote dorpen en stedelijke gemeenten en het grootstedelijk gebied Utrecht). Deze gebiedstypen kennen allemaal specifieke rurale of grootstedelijke opgaven als het gaat om (toegang tot) gezonde voeding, het stimuleren van gezond voedingsgedrag en het creëren van een gezonde leefomgeving.
Alle doelgroepen, van prille start tot oude dag, hebben belang bij gezonde voeding. Zo krijgen zwangere vrouwen vaak niet de juiste voedingsstoffen binnen waardoor het geboortegewicht van baby’s steeds vaker afwijkend is van de norm (zowel te hoog als te laag) en staat men gedurende het leven bloot aan tal van uitdagingen als het gaat om gezond voedselgedrag. De voedselomgeving maakt het maken van gezonde keuzes ook niet makkelijker. In restaurants wordt bijvoorbeeld nog te veel gebruik gemaakt van vet, suiker en zout, zijn porties vaak (te) groot en kan groente meer en aantrekkelijker gepresenteerd worden aangeboden. Ook in schoolomgevingen en op het werk zijn ongezonde snacks makkelijk bereikbaar voor jongeren en werknemers. Mensen die willen werken aan hun gezondheid of degenen die ziek zijn, weten vaak niet hoe ze hun eetgedrag en hun voeding kunnen gebruiken om gezond te blijven of in te zetten als ondersteuning voor herstel. Er is momenteel onvoldoende kennis over werkzame voedingsinterventies bij patiëntengroepen. Hierdoor blijft het potentieel van gezonde voeding onderbenut. Ouderen eten onvoldoende eiwitten en behouden daardoor te weinig spierkracht waardoor men minder vitaal is en ook het herstel na ziekte langer duurt. De gezonde levensjaren nemen hierdoor af. Het onderwerp voeding is in zorgopleidingen nog maar een beperkt onderdeel van het onderwijsprogramma. Hierdoor krijgen zorgconsumenten, waaronder opvoeders, patiënten en mantelzorgers vaak niet de juiste voedingsadviezen van de zorgprofessionals.
In de regio is veel hoogwaardige kennis en praktijkervaring aanwezig op het gebied van gezondheid en voeding die kan worden benut om de landelijke opgave – om te komen tot een transitie naar een duurzaam en gezond voedselsysteem – aan te pakken. Zo vullen de Universiteit Utrecht, Wageningen University, Christelijke Hogeschool Ede (CHE), Aeres en andere hbo en mbo onderwijs- en kennisin- stellingen elkaar aan, en bouwt de Regio Deal Foodvalley voort op een stevige kennisbasis uit eerder onderzoek en ervaring met toepassingen. Daarnaast wordt in de City Deal ‘Voedsel op de stedelijke agenda’ praktijkkennis ontwikkeld en gedeeld. Dit biedt ook kansen voor een verdere versterking van een vitale en gezonde bevolking in deze regio, en daarmee versterking van de brede welvaart.
Voor een blijvende transitie naar gezondere voedingspatronen en gezondere inwoners, in de regio Foodvalley en daarbuiten, is het belangrijk dat alle lagen van de bevolking gestimuleerd worden in gezond en duurzaam (voedings)gedrag en dat er een gezonde leefomgeving wordt gecreëerd (inclusief gezond en duurzaam voedselaanbod), die uitnodigt tot dit gedrag. Het World Food Center (WFC) speelt hierin ook een belangrijke rol (zie verder spoor 3). Daarnaast is in bepaalde levensfases en voor kwetsbare groepen voedingsadvies op maat nodig, en praktijkkennis over welke voedingsin- terventies daadwerkelijk een bijdrage leveren aan een verbeterde kwaliteit van leven. Om te borgen dat nieuwe en gevalideerde inzichten daadwerkelijk worden toegepast, is het ook nodig dat kennis over gezonde voeding landt in (landelijke) zorgrichtlijnen, kwaliteitstandaarden en onderwijsmodules van zorgopleidingen.
Spoor 3. Versterking kennis- en innovatiecluster
De regio heeft met de aanwezige kennisinstellingen en bedrijven een sterke kennis- en innovatiebasis ontwikkeld op het gebied van landbouw, voeding en gezondheid. De combinatie van bedrijven en kennisinstellingen in Utrecht en Foodvalley zorgt voor twee aan elkaar complementaire innovatie ecosystemen. Daar waar Foodvalley zich focust op Agri & Food, specialiseren de partijen in Utrecht zich op Lifesciences & Health. Binnen de voedselvraagstukken zijn deze thema’s onlosmakelijk met elkaar verbonden en vullen elkaar aan in de kennis voor transitie naar een gezond en duurzaam voedselsysteem. Deze twee ecosystemen kunnen binnen de regio nog beter met elkaar verbonden worden, om te werken aan integrale oplossingen die werken in de praktijk.
Voor de opgaven in de landbouw- en voedseltransitie is een integrale ketenaanpak van belang.
Hiervoor is praktijkgerichte vakkennis noodzakelijk van onderwijs- en kennisinstellingen op hbo- en mbo-niveau. Deze kennis is deels al beschikbaar op thema’s als voedsel, logistiek en agrifood, maar moet nog verder ontwikkeld worden in de regio. Daarnaast is in de regio behoefte aan voldoende praktijkgerichte arbeidskrachten. Voor het testen, valoriseren en doorontwikkelen van nieuwe producten en diensten zijn vakmensen met praktijkkennis en ervaring nodig. Tevens is er een sterkere koppeling nodig van de (universitaire) kennisinstellingen met het praktijkonderwijs (mbo en hbo) en bedrijfsleven. Samen met deze en andere kennisinstellingen kan dit gebied verder groeien naar een belangrijk kenniscentrum op het gebied van agrifood en health met een regionale maar ook nationale uitstraling. Naast onderwijs en onderzoek is het zaak om de kennis van de boeren te benutten en te verbinden met de kennis van onderzoekers.
Met de intensivering van deze samenwerking, nemen de kansen toe om de economische en maat- schappelijke impact van dit ecosysteem (inter)nationaal op een aantal gebieden verder te versterken en uit te bouwen. Voor het Foodvalley ecosysteem is hiermee al een start gemaakt met het pro- gramma Agrifood 2030, waar gewerkt wordt aan versnelling van innovatie, vereenvoudigen van mkb-kennistransfer, het verbeteren van het vestigingsklimaat, human capital, (internationale)
promotie, acquisitie en ondernemerschap. Ook in Utrecht is een sterk ecosysteem aanwezig, met een ondersteunende innovatiestructuur zoals het Booster programma en de activiteiten van de stichting Utrecht Science Park.
Een belangrijk knelpunt in het huidige ecosysteem is dat de bestaande onderzoeks- en proeffaciliteiten van bedrijven en kennisinstellingen nog onvoldoende worden ontsloten voor andere gebruikers.
Daarnaast hebben potentiële gebruikers en ketenpartners te weinig kennis van de beschikbare gedeelde faciliteiten en wordt bestaande kennis nog te weinig gedeeld. Mkb-ers en startende ondernemingen hebben zelf ook onvoldoende middelen om te investeren in de voor hen benodigde faciliteiten. Hierdoor kunnen maatschappelijk relevante innovaties op het gebied van landbouw, voeding en gezondheid niet, of niet tijdig, getest en doorontwikkeld worden tot nieuwe producten en diensten. Ook valorisatie van kennis moet worden versterkt.
De uitdaging is om vanuit de regio consumenten en organisaties bijeen te brengen en te stimuleren meer verantwoordelijkheid te nemen en samen antwoorden te vinden op (inter)nationale voedsel- vraagstukken. De regio kan en wil een proeftuin worden voor innovaties op het terrein van circulaire landbouw en gezonde voeding, zoals blijkt uit deze Regio Deal Foodvalley.
Een belangrijke voorwaarde voor de realisatie van deze transities is een directe link met diverse doelgroepen, en vooral de consument. Het WFC is beoogd als de plek waar kennisontwikkeling,
-valorisatie en het maatschappelijk gesprek over duurzame en gezonde voeding samenkomen. De WFC Experience wordt, binnen het WFC, het platform voor de nationale dialoog, educatie, participatief onderzoek en beleving en de internationale etalage voor het Nederlandse voedselbeleid van de toekomst. Daarnaast biedt de WFC Experience de mogelijkheid voor een testomgeving om te bezien wat echt werkt bij consumenten om hun voedingspatroon aan te passen. Hiermee draagt dit bij aan de maatschappelijke beweging om tot een gezond en duurzaam voedselpatroon te komen en kan kennis en ervaring uit de regio uitstraling krijgen naar landelijke en zelfs internationale doelgroepen.
Integrale benadering, vanuit regionale sterktes
Via een integrale benadering in de drie sporen wordt gewerkt aan de gehele voedselketen (van producent tot consument, van inwoner, zorgprofessional tot patiënt) en wordt de uitvoering verbon- den aan het delen van kennis. De Partijen nemen in deze Regio Deal Foodvalley vanuit een waarden gedreven benadering hun verantwoordelijkheden op het terrein van de genoemde maatschappelijke opgaven. Deze integrale en waarden gedreven benadering zorgt voor oplossingen met impact voor deze belangrijke maatschappelijke vraagstukken.
De regio heeft voor de aanpak van deze opgaven een sterke uitgangspositie. Alle bij de voedselketen relevante partijen zijn in de regio vertegenwoordigd. In de Regio Deal Foodvalley wordt voortgebouwd op bestaande initiatieven en projecten, die worden versterkt en breder uitgerold, ten behoeve van een structurele en duurzame transitie. Hierdoor wordt ervaring opgebouwd rond integraal werken aan maatschappelijke en complexe uitdagingen. De strategische agenda van Regio Foodvalley (in wording), de Gelderse gebiedsopgaven en de Regionale Economische Agenda van Utrecht zijn hiervan ook voorbeelden.
In de regio zijn alle bij de voedselketen van belang zijnde groepen aanwezig: uiteraard de inwoners en betrokken boeren, maar ook wereldspelers in de primaire sector, de toeleverende en verwerkende industrie, kennis- en onderwijsinstellingen (mbo, hbo en wo). Denk hierbij aan Wageningen University & Research, CHE, Aeres, Poultry Expertise Centre, Ziekenhuis Gelderse Vallei, Universiteit Utrecht, UMC Utrecht, Hogeschool Utrecht Rijnstate, ICT Xxxxxx Xxxxxxxxxx, XXXX, XXXX, XXXX, Xxxxxxxx, XxxxxxxxxXxxxxxx, Danone Nutricia Research, De Heus, Denkavit, Xxx Xxxx stalinrichting, Jansen Poultry en regionale gezond- heidsorganisaties als Opella, Gezondhuizen en Huisartsen Gelderse Vallei. De regio kent een krachtig en vitaal start up en scale up ecosysteem en beschikt over samenwerkingsverbanden in en rond de productie, zoals het Manifest van Salentein, de Coöperatie Boerenhart, de Coöperatie O-gen, Vallei Boert Bewust, LTO Gelderse Vallei en met betrekking tot kennisuitwisseling, onder andere Het Gelders Kennisnetwerk Voedsel. Ook bestaat er samenwerking op het gebied van voedsel en gezondheid, zoals de Alliantie Voeding in de Zorg en Diagnose Voeding en Gezondheid en de Coalitie Preventie in de Foodvalley. Alle organisaties en instellingen bevinden zich binnen een xxxxxx xxx 00-00 xx, waardoor onderzoek, bedrijvigheid én experimenteergebieden elkaar effectief kunnen versterken.
De intensieve relatie tussen stad en land, de aanwezigheid van betrokken boeren, wereldspelers in de primaire sector, de toeleverende en verwerkende industrie en de in de regio gevestigde kennis- en onderwijsinstellingen (mbo, hbo en wo), zorgen voor een klimaat waarin duurzame, technologische en sociale oplossingen tot stand komen die meerwaarde creëren voor zowel economie, ecologie als samenleving.
De regio heeft veel ervaring opgebouwd in de samenwerking met het Rijk als het gaat om het zetten van concrete stappen in de landbouw- en voedseltransitie en het ontwikkelen van beleid op het gebied van voedsel en gezondheid. Sinds enkele jaren wordt in de regio geëxperimenteerd met integrale voedselaanpakken op lokaal, regionaal als ook op provinciaal niveau, vanuit de gedachte dat overheden een sleutelrol hebben bij de verduurzaming van de landbouw en het voedselsysteem.
Daarnaast is in de regio, door proactieve gemeenten zoals Ede en Utrecht en het Voedingsziekenhuis, al veel ervaring opgebouwd op de thema’s voeding en gezondheid voor de hele levenscyclus van de mens in zijn omgeving. Een samenwerkingsverband waar de gemeente Ede, de stad Utrecht en de provincie Gelderland als ook het Rijk hun praktijkervaringen in delen is de City Deal ‘Voedsel op de stedelijke agenda’. Deze ervaring draagt bij aan het versnellen van de transitie waar deze Regio Deal Foodvalley invulling aan geeft.
Het is daarbij van belang dat de opgaven en investeringen in de Regio Deal Foodvalley niet óver inwoners wordt gemaakt, maar samen mét inwoners. De Regio Deal Foodvalley bouwt voort op het bestaande netwerken in de regio, waar allerlei partijen en maatschappelijke organisaties al langere tijd samen werken aan de voedseltransitie met merkbare impact voor inwoners; zoals bijvoorbeeld Vallei Boert Bewust met open dagen en boerderijweken, het educatieve project Leren bij de Boer, kinderen die voedselonderwijs krijgen, ouderen met gezondere voeding in de zorg en boeren die begeleiding krijgen in de korte keten. De voedseltransitie wordt met en door de partijen en inwoners van het gebied ingezet.
Aansluiting bij landelijk beleid
Het kabinet wil met Regio Deals uitvoering geven aan haar ambitie om de gezamenlijke gebiedsge- richte aanpak van regionale maatschappelijke opgaven te versterken, mede door hierin op een interbestuurlijk vernieuwende manier samen te werken met de regio. In het regeerakkoord Xxxxx XXX is aangegeven dat om een gezonde leefomgeving voor mensen en dieren te waarborgen, het kabinet de samenwerking in de regio Foodvalley zal ondersteunen. De uitkomsten daarvan worden beschikbaar gemaakt voor de rest van Nederland.
Het Rijk én de Regio willen een versnelde transitie naar een gezond en duurzaam voedselsysteem realiseren. De regionale ambitie sluit aan bij nationale doelstellingen. Door middel van de Regio Deal Foodvalley wordt de transitie naar kringlooplandbouw in het gebied gestimuleerd. De Regio Deal Foodvalley draagt daarmee bij aan de realisatie van de ‘visie Landbouw, Natuur en Voedsel: waarde- vol en verbonden – Nederland als koploper in kringlooplandbouw’ en sluit aan bij het Programma Duurzame Veehouderij, de sanering en verduurzaming van de varkenshouderij, het in voorbereiding zijnde Schone Lucht Akkoord, het Nationaal Preventieakkoord, het missiegedreven Topsectoren- en Innovatiebeleid (o.a. voor topsectoren Agri & Food en Lifesciences & Health), het Actieprogramma Kansrijke Start, het Pact voor de Ouderenzorg, het Interbestuurlijk Programma Vitaal Platteland, het Rijksbeleid voor de transitie van de Circulaire Economie, de Sustainable Development Goals, GroenPact en de Nationale Voedselagenda.
Kennis(ontwikkeling) uit deze trajecten wordt ontsloten en benut, voor zover het bijdraagt aan de ambities en doelen van deze Regio Deal Foodvalley. Partijen bezien gezamenlijk de noodzaak voor experimenteerruimte in de verschillende sporen, voor zover dit nodig is voor het realiseren van praktische, nieuwe, duurzame oplossingen. Daarnaast hebben Partijen de ambitie zich samen in te zetten om de aanpak en resultaten van de Regio Deal Foodvalley beschikbaar te maken voor partijen buiten de regio. Ook spannen Partijen zich in om andere stakeholders binnen en buiten de regio te
betrekken bij deze Regio Deal Foodvalley, wanneer dit toegevoegde waarde biedt voor het vinden van oplossingen voor de maatschappelijke opgaven rond duurzame landbouw, voeding en gezondheid (bijvoorbeeld andere ketenpartners, private partijen, initiatieven in andere regio’s e.d.).
Urgentie
De grote maatschappelijke uitdagingen op het gebied van landbouwtransitie, voedsel en gezondheid vormen, tezamen met de regionale opgaven en sterktes in de regio, de urgentie voor de Regio Deal Foodvalley. Daarnaast zijn oplossingen die in de regio worden ontwikkeld, ook elders in Nederland en daarbuiten, van belang.
Het op korte termijn verminderen van emissies is urgent voor een gezondere leefomgeving voor mens en dier. Daarnaast vraagt een toekomstbestendige landbouw in de regio om het sluiten van (kortere) kringlopen van voerproductie met minder impact op milieu en klimaat, en om het ontwikkelen van duurzame verdienmodellen.
Een impuls in de regio op het gebied van gezonde voeding en gezonde omgeving is nodig en urgent om te zorgen dat inwoners in de eigen omgeving kunnen werken aan een gezondere leefstijl. In de regio zijn initiatieven gestart zoals Coalitie Preventie Regio Foodvalley. De coalitiepartners werken samen aan een gezond gewicht, zowel preventief als in de gehele zorgketen.
Regionale en lokale transities zijn nodig om vanuit een leefbare en economisch vitale regio een bijdrage te kunnen blijven leveren aan de mondiale uitdaging op het terrein van duurzame en gezonde voeding. Hiervoor zijn tevens baanbrekende innovaties nodig op het gebied van landbouw, voeding en gezondheid, waarvoor belemmeringen in het huidige ecosysteem moeten worden weggenomen.
Alleen in samenhang kunnen deze problemen goed worden begrepen en opgelost.
De kern van de Regio Deal Foodvalley is de regionale versnelde transitie van het voedselsysteem, van producent tot consument. De urgentie van de opgaven van de regio en de voedseltransitie vragen om versnelling die de draagkracht van de regio overstijgt én vraagt om noodzakelijke samenwerking van de Regio met het Rijk.
Samenwerkingsovereenkomst tussen partijen in de regio
De Regio heeft ervoor gekozen om als ondertekenende partijen van de Regio Deal Foodvalley de rechtspersonen op te nemen die zich in deze Regio Deal Foodvalley verplichten tot financiële bijdragen voor investeringen in activiteiten en projecten (als bedoeld in artikel 5, lid 1 en 2). Daarnaast betuigen vier betrokken organisaties die eveneens een bijdrage van betekenis in geld of in natura willen leveren aan de realisatie van de beoogde doelen en resultaten met deze Regio Deal (als bedoeld in de artikelen 2 en 4), door middel van vier ondertekende Letters of Support hun steun aan de Regio Deal Foodvalley.
De Regio streeft er naar dat de vier in deze Regio Deal Foodvalley genoemde betrokken organisaties partij worden in een door de Regio met regiopartners te sluiten samenwerkingsovereenkomst tot verdieping en verlenging van de resultaten in de drie sporen die de Regio Deal Foodvalley beoogt te realiseren.
De partijen sub 6 tot en met 10, zijnde de Regio zijn overeengekomen dat uiterlijk in oktober 2019 tussen de regionale partijen een samenwerkingsovereenkomst wordt gesloten, waarin onder meer de besluitvorming o.a. over de inzet van de verkregen financiële middelen en de inzet van de te ontvan- gen decentralisatie-uitkering door de gemeente Ede als bedoeld in artikel 5 lid 5 van de Regio Deal Foodvalley en monitoring van het uitvoeringsprogramma nader wordt vormgegeven.
I. Ambitie, doel en beoogde resultaten Regio Deal Foodvalley
Artikel 1 – Ambitie
De ambitie van de Partijen is om – in partnerschap – de transitie naar een duurzaam en gezond voedselsysteem te versnellen en een (inter)nationaal belangrijke rol te spelen in het verbinden van excellent onderzoek en concrete (innovatieve) toepassing in de praktijksituatie op het terrein van duurzame en circulaire landbouw en voeding en gezondheid.
Voor de regio betekent dit dat Partijen ernaar streven dat betaalbaar, duurzaam en gezond voedsel wordt geproduceerd voor en geconsumeerd door de inwoners van de regio, in een gezonde en aantrekkelijke woon- en leefomgeving voor mens en dier.
Artikel 2 – Doelen
De Regio Deal Foodvalley beoogt een impuls te geven aan de in artikel 1 bedoelde ambitie door samen te werken binnen drie sporen die integraal impact hebben op het hele voedselsysteem en de
gezondheid in brede zin. Overkoepelend doel is om doorbraken te realiseren in het landbouw-, voedsel- en kennissysteem door middel van baanbrekende, integrale innovaties en toepasbare concepten die breed gedeeld kunnen worden. Hierbij wordt de sterke kennisbasis en aanwezige praktijkkennis die in het gebied aanwezig is, benut en versterkt. Partijen willen in 2023 de volgende doelen bereikt hebben:
Spoor 1. Versnelde transitie van de primaire sector
De Regio Deal Foodvalley zet in op de versnelling van de transitie van de huidige landbouw naar een toekomstbestendige, duurzame, circulaire landbouw. Het doel van dit spoor is dat nieuwe, haalbare en betaalbare maatregelen ten behoeve van emissiereductie, waarbij gezondheid van mens en dier, dierenwelzijn en gezonde voedselproductie geborgd zijn, breed zijn ontwikkeld en in de regio en daarbuiten worden toegepast. In de regio Foodvalley worden circulaire kringlopen verder gesloten, waarbij dierlijke en plantaardige reststromen beter aan elkaar zijn verbonden. In die kringlopen wordt gebruik gemaakt van regionale alternatieve eiwitbronnen en zijn emissie, diergezondheid en welzijn integraal in kaart gebracht. De biodiversiteit is verbeterd, de bodemkwaliteit is toegenomen en er is geëxperimenteerd met de inzet van andere gewassen. Er zijn duurzame verdienmodellen ontwikkeld die de transitie aantrekkelijk maken voor de agrariërs. Het maatschappelijk draagvlak voor de primaire sector in het gebied is verder versterkt, doordat er een sterkere verbinding tussen boeren en inwoners in het gebied is gerealiseerd. Door proactieve kennisdeling is de opgedane integrale kennis beschik- baar voor toepassing in andere regio’s in Nederland en daarbuiten.
Spoor 2. Gezonde voeding; van prille start tot oude dag
Het doel van dit spoor is om mensen aan te zetten tot het eten van gezonder en duurzaam voedsel. Op het gebied van voeding en gezondheid gaan inwoners (van prille start tot oude dag) gezonder en duurzamer eten (op school, thuis, in de zorg), de kennis hierover neemt toe en wordt ook bij diverse groepen in de zorg toegepast. Inwoners worden gestimuleerd in het maken van de juiste (voedsel)keu- zes door een omgeving met een gezond en duurzaam voedselaanbod en door beschikbaarheid van de juiste kennis hierover. Ook krijgt voeding een goede plek in de gezondheidszorg, zodat mensen de regie (terug)krijgen om met gezonde voeding en leefstijl hun gezondheid te behouden of te bevorde- ren.
Spoor 3. Versterking kennis- en innovatiecluster
Het doel van dit spoor is de versterking van de kennis- en innovatie-ecosystemen van Foodvalley en Utrecht door versterkte strategische samenwerking tussen de kennisinstellingen en bedrijven in beide ecosystemen en versnelde marktintroductie van baanbrekende innovaties rond de maatschappelijke uitdagingen op het gebied van landbouw, voedsel en gezondheid. De Regio Deal Foodvalley richt zich daarbij specifiek op het verbeteren van de toegang voor kennisinstellingen en bedrijven (mkb, corporates, start-ups en scale-ups) tot gedeelde onderzoeks- en proeffaciliteiten, en strategische investeringen hierin. Daarnaast wordt in Ede de WFC Experience gerealiseerd als platform voor de nationale dialoog, educatie, participatief onderzoek en beleving en als internationale etalage voor het Nederlandse voedselbeleid van de toekomst. Tenslotte is het doel om een impuls te geven aan de ontwikkeling van de innovatieve foodproductie sector door te investeren in een goede aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt voor food en foodgerelateerde bedrijven.
Artikel 3 – Inzet en aanpak
Partijen zetten zich per spoor in om de beoogde resultaten van de Regio Deal Foodvalley te realiseren. De Regio Deal Foodvalley is gebaseerd op een integrale aanpak, waarbij elk spoor inhoudelijk in de andere sporen grijpt, en waarbij alle sporen in gezamenlijkheid en gelijkwaardigheid bijdragen aan de ambitie. ICT is een component in en tussen de sporen. Denk hierbij aan monitoring, dashboards, sensoren, apps, e-health, games en digitale content. Door de inzet van deze technieken kan snel en efficiënt kennis worden verzameld en gedeeld.
Elk spoor heeft een specifieke aanpak bestaande uit samenhangende elementen. Met de Regio Deal Foodvalley wordt een blijvende, structurele verandering en inbedding in de regio nagestreefd.
Daarnaast wordt unieke, in de praktijk toepasbare, kennis gegenereerd die kan bijdragen aan vergelijkbare transities in andere regio’s.
Spoor 1. Versnelde transitie van de primaire sector
• Het spoor focust zich op de proeftuin, de ruggengraat voor versnelde transitie van de primaire sector. De proeftuin is het geheel van labs, proefstallen of -bedrijven, pilotbedrijven, referentiebe- drijven en demo-bedrijven in spoor 1 van de Regio Deal Foodvalley. Daarbinnen gaan minimaal 70 agrarische bedrijven uit de regio Foodvalley, en aangrenzende en/of complementaire gebieden van
de provincies Utrecht en Gelderland (waaronder zowel veehouderij- en plantaardige sector) experimenteren met haalbare en betaalbare maatregelen en ideeën uit de praktijk. Deze zijn gericht op emissiereductie op het gebied van fijnstof en ammoniak, circulair veevoer, duurzaam bodem- en waterbeheer en nieuwe verdienmodellen. Daarbij komen deze maatregelen onder meer de diergezondheid en -welzijn, de leefomgeving en de bodemkwaliteit ten goede. Er is aandacht voor dat wat al gebeurt in de regio.
• In essentie wordt ‘kennis aan doen’ gekoppeld. Voor emissiereductie betekent dat het testen en valideren van zowel technieken als maatregelen die aangrijpen op de bedrijfsvoering. Op het gebied van circulair veevoer wordt ingezet op alternatieve regionale eiwitbronnen. Dit kunnen andere gewassen zijn (bijvoorbeeld vlinderbloemigen), inzet van reststromen uit de voedselindus- trie, nieuwe eiwitbronnen (bijvoorbeeld plantaardig of op insectenbasis) of inzet van specifieke reststromen (diermeel). Met de gebiedsgerichte aanpak om duurzaam bodembeheer te realiseren wordt gewerkt aan het ontwikkelen van bodembeheerconcepten, het testen in de praktijk met agrariërs en o.a. loonwerkers, en de waterkwaliteit gerichter te sturen met behulp van sensoren. De succesvolle innovaties uit de proeftuin brengen we verder tot haalbare, betaalbare businessmo- dellen, zodat duurzame verdienmodellen kunnen ontstaan of versterkt kunnen worden. De agrariër maakt op grond van zijn bedrijfsprofiel een keuze voor de te testen maatregelen en innovaties. Met sensoren en andere vormen van (ICT) informatieverzameling wordt adequate monitoring ingericht om positieve en negatieve veranderingen in emissies, antibioticagebruik, diergezondheid en
-welzijn te volgen door de genomen maatregelen. Belangrijk onderdeel is ook dat in de omgeving rondom de veehouderij (bij omwonenden) wordt bemeten.
• Vervolgens maakt de agrariër deel uit van de proeftuin waarin Partijen streven naar een integrale aanpak, waarbij (wetenschappelijk) onderbouwd zicht wordt gekregen op gewenste effecten en onbedoelde neveneffecten. Hierbij wordt een cyclische aanpak van ‘doen-leren-verbeteren’ gehanteerd. Maatregelen die niet werken worden stopgezet, en maatregelen die al snel effectief blijken te zijn worden verder uitgerold in de regio, op het boerenbedrijf. Om deze aanpak te bereiken wordt een interdisciplinair team van onderzoekers en practici samengesteld.
• Dierlijke en plantaardige stromen worden aan elkaar verbonden. Daarmee worden (ecologische) kringlopen verder gesloten en/of dragen ze bij aan milieudoelen. Dit geldt bijvoorbeeld voor de kringloop voer-dier-mest en teelt van andere eiwitgewassen ter verbetering van (bodem)biodiver- siteit. Tevens worden bestaande korte ketens, met eiwitten voor veevoer vanuit de regio, versterkt en verder uitgerold.
• Binnen de proeftuin zal voldoende experimenteerruimte nodig zijn – al dan niet via ontheffingen. Er wordt in kaart gebracht welke regelgeving belemmerend werkt, en Partijen zetten zich ervoor in om de benodigde experimenteerruimte te bieden. Op basis van de voortgang in de proeftuin, mede vanwege de betrokkenheid van kennisinstellingen zoals de Wageningen University & Research (WUR), bezien Partijen of het benoemen van de regio Foodvalley als experimenteerge- bied in het kader van het Realisatieplan Visie LNV hierbij meerwaarde biedt.
• Uitgangspunt van de proeftuin is dat de maatregelen en experimenten leiden tot duurzame verdienmodellen. Dit wordt in samenspraak met agrariërs, kennisinstellingen, overheden en financiële partijen uitgewerkt. De innovaties uit de proeftuin worden daarmee verder gebracht. Hiermee vergroten Partijen het duurzaam handelingsperspectief van de agrariër.
• Parallel aan de proeftuin wordt in een gebiedsgerichte benadering gewerkt aan kansen voor waardecreatie door diverse ontwikkelingen te combineren (belonen voor waterbeheer en landschap) en daarmee een extra basis te bieden voor duurzame verdienmodellen.
• De activiteiten in dit spoor zijn complementair aan en lopen voor op landelijke trajecten zoals het Programma Duurzame Veehouderij en de sanering en verduurzaming van de varkenshouderij, en werken onderling aanvullend en versterkend, zonder dubbeling tussen landelijke en regionale (subsidie)regelingen. Wanneer het landelijk beleid rond emissiereductie van fijnstof is vastgelegd (op dit moment vindt overleg plaats met de pluimveesector en de Regio Foodvalley), dan worden de uitkomsten verwerkt in de Regio Deal Foodvalley. Vaststaat dat de activiteiten in spoor 1 ‘Versnelde transitie van de primaire sector’ zich richten op een werkbare, significante emissiere- ductie van fijnstof en daarmee bijdragen aan de landelijke doelstellingen om de emissiereductie van de veehouderij substantieel te verlagen. Het is de ambitie om binnen de looptijd van de Regio Deal Foodvalley de eerste meetbare resultaten te realiseren.
• Ervaringen en resultaten worden landelijk toegankelijk gemaakt via publicaties en evenementen waarbij o.a. wordt aangesloten op evenementen van de betrokken kennisinstellingen, overheden en (mkb)bedrijfsleven, zoals de Dutch Agri Food Week. Bij de kennisverspreiding richting bedrijven en inwoners wordt optimaal gebruik gemaakt van ICT toepassingen, zoals apps.
• Stelselmatig wordt gezamenlijk gewerkt met regionale (mkb)bedrijven, innovatoren, agrariërs en kennisleveranciers in de voedselketen om voor het erf praktische en schaalbare oplossingen te realiseren en eerder opgedane kennisbasis te ontsluiten.
Spoor 2. Gezonde voeding; van prille start tot oude dag
• Met het spoor Gezonde voeding, van prille start tot oude dag gaan inwoners van de regio
profiteren van de hoogwaardige kennis die in de regio aanwezig is. Denk hierbij aan het door ontwikkelen, implementeren, opschalen en versnellen van bestaande en nieuwe projecten die helpen de gezonde keuze gemakkelijker te maken in wijken, supermarkten, bedrijven, scholen, restaurants en zorginstellingen. Door de omgeving aan te passen, maar tegelijkertijd ook door gezond gedrag te stimuleren, wordt gezonde voeding vanzelfsprekend gemaakt voor iedereen: jong, oud, gezond of patiënt. De gezonde inwoner, maar ook kwetsbare doelgroepen met speciale voedingsbehoeftes, zoals zwangere vrouwen, jonge kinderen, ouderen, patiënten en risicogroepen staan hierbij centraal. In het algemeen zijn de richtlijnen van het Voedingscentrum, zoals de Schijf van Vijf, de basis voor al deze doelgroepen. Hierin komen gezond en duurzaam voedsel samen.
• De aanpak hierbij is implementatie van bewezen werkzame voedingsprogramma’s in de regio en de aanvulling van specifieke kennis die nodig is om deze doelgroepen te helpen met een gezonder voedingspatroon. Met de medische expertise van UMC Utrecht, Rijnstate en Ziekenhuis Gelderse Vallei, inclusief hun link naar de medische beroepsgroepen, de voedingskennis van Wageningen University en in Ede, praktijkkennis van actieve regionale zorgorganisaties (denk aan instellingen, huisartsen, verzekeraars, thuiszorg) en vanuit het in de regio aanwezige bedrijfsleven en beleids- kennis van gemeenten, worden nieuwe en bestaande inzichten over voeding bij gezondheid, ziekte en herstel in de praktijk gebracht en regionaal en landelijk verder uitgerold. Inbedding van leefstijlinformatie en goede voeding in de zorgnetwerken is hierbij van belang. De samenwerking tussen drie ziekenhuizen (academisch, opleiding en regionaal) zorgt daarnaast voor een sterke cross-over tussen de voedingswetenschap en medische wetenschap. Met deze aanpak realiseren we een internationaal sterk cluster en een goed vestigingsklimaat voor kennis en innovatie op het gebied van gezonde voeding.
• In de aanpak zijn drie manieren te onderscheiden: implementeren (toepassen van kennis voor
inwoners via wijken en organisaties), exploreren (kennis opdoen met en vanuit de praktijk, om duurzaam te landen in gezondheidszorg/ zorgaanbieders/bij de inwoners) en innoveren (met bedrijven werken aan vernieuwende concepten en toepassingsmogelijkheden). Daarbij is sprake van een flexibele aanpak waarbij maatregelen die niet werken worden stopgezet of aangepast en maatregelen die effectief blijken te zijn sneller worden uitgerold.
• Partijen verbinden bestaande netwerken op het terrein van voeding en gezondheidszorg, werken samen met landelijke organisaties zoals het Voedingscentrum, Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en Jongeren op Gezond Gewicht (JOGG).
• Er worden activiteiten uitgevoerd om voedingsinname van (aanstaande) moeders en het jonge kind te optimaliseren. Kennis en netwerken van Wageningen University en Universiteit Utrecht/ UMC Utrecht worden met de zorgpraktijk (verloskunde, consultatiebureaus) in de regio ingezet en geëvalueerd. De bestaande voedingsapp voor zwangere vrouwen wordt uitgebreid voor lacterende vrouwen, aangevuld met aspecten van gedragsverandering en coaching en actief onder de aandacht gebracht van zowel zorgprofessionals als (aanstaande) ouders. Ede is al partner in het programma Kansrijke Start en biedt daarmee meteen een proeftuin/lokale coalitie.
• In 10 wijken in gemeenten binnen de provincie Utrecht en regio Foodvalley worden, in samen- spraak met inwoners, experimenten gedaan met voedselinterventies rond scholen, retail en werkplekken in die wijken. Daarnaast trainen professionals de restaurantchefs in duurzamer, gezonder én goedkoper inkopen en koken. Ziekenhuizen en zorginstellingen faciliteren en inspireren vanuit bestaande goede praktijkvoorbeelden met het realiseren van een gezond voedselaanbod voor patiënt, cliënt, bezoeker en medewerker.
• Met drie ziekenhuizen en hun zorgnetwerken wordt ingezet op goede voeding zodat risicogroepen geen patiënt worden (‘gezond houden wie gezond is’) en dat gezondheidsproblemen bij patiënten die al hart- en vaatziekten en diabetes hebben verminderen (‘erger voorkomen’). Inzichten komen beschikbaar voor voedings- en behandelrichtlijnen, en er worden effectieve tools en concepten ontwikkeld waarmee mensen ondersteund worden bij het aanleren en volhouden van een gezonder en duurzamer voedingspatroon.
• Onderdeel van de aanpak is het benutten van expertise en praktijkervaring in de regio bij klinische voeding in de oncologische (na)zorg. Denk hierbij aan voeding voor kinderen met kanker en het optimaliseren van een nazorgplan (voeding en beweging) voor kankerpatiënten.
• Ook wordt ingezet op het verbeteren van de conditie van ouderen en het behoud van functionali- teit om langer zelfstandig thuis te blijven wonen. Samen met gemeenten, zorgorganisaties en
-netwerken wordt regionale kennis en ervaring op het gebied van voeding en beweging toegepast, geëvalueerd en opgeschaald voor landelijk bereik. Onderdeel hiervan is de implementatie en doorontwikkeling van een bewezen succesvol programma waarbij ouderen onder begeleiding krachttraining doen en elke dag extra eiwitten eten, in diverse praktijksituaties in vijf gemeenten. Ook wordt onderzocht of dierlijke eiwitten verantwoord vervangen kunnen worden door plantaar- dige eiwitten.
• Nieuwe onderwijsonderdelen op het gebied van gezond voedingsgedrag en doorverwijzing worden volgens een planmatige aanpak geïntegreerd het onderwijsprogramma op meerdere onderwijsniveaus in verschillende zorgopleidingen in de regio. Bij de kennisdeling worden zowel mbo- als hbo-opleidingen betrokken.
• Disseminatie van kennis en ervaring wordt gerealiseerd via publicaties in vakbladen en weten-
schappelijke tijdschriften, via congressen en projectdagen (bevorderen van uitwisseling tussen deelprogramma’s) en via toepassing in het onderwijs zowel mbo, hbo als wo. Voor het betrekken van stakeholders en uitrol worden kanalen van Alliantie Voeding in de Zorg ingezet.
Spoor 3. Versterking kennis- en innovatiecluster
• De al bestaande Stichting FoodValley NL zet een servicedesk op van waaruit bedrijven en kennisinstellingen actief worden benaderd om hun onderzoeks- en proeffaciliteiten met elkaar te delen en de toegankelijkheid voor mkb en startende bedrijven te verbeteren en bekendheid te vergroten. De partijen van de Foodvalley en Utrecht ecosystemen trekken samen op door onderzoeksapparatuur en proeffaciliteiten meer met elkaar en met bedrijven en kennisinstellingen te delen. Samenwerking met het Utrechtse ecosysteem is geborgd door de aansluiting op het Booster-programma van het Utrecht Science park en de gerichte inzet van capaciteit vanuit Utrecht. Stichting Foodvalley NL is tevens uitvoerder van het programma Agrifood 2030, waardoor deze servicedesk in synergie wordt georganiseerd met de andere activiteiten in het gebied om het kennis- en ecosysteem te versterken (zoals acquisitie, business development, mkb-kennisversprei- ding, start up, support, vestigingsklimaat, e.d.).
• Investeringen in belangrijke innovaties worden versneld door het opstellen van een gezamenlijke investeringsstrategie waaruit wordt geïnvesteerd in nieuwe innovaties op de thema’s circulaire landbouw, eiwittransitie, voeding en gezondheid, en de enabling cross-overs high tech en digital. Voor al deze thema’s worden strategische langetermijndoelstellingen geformuleerd die aansluiten op de missiegedreven innovatieprogramma’s van het Rijk (‘road maps’). De innovaties worden waar mogelijk verbonden aan de praktische concepten die worden ontwikkeld in de sporen 1 en 2, waarmee de wisselwerking tussen de sporen wordt vormgeven en waarbij spoor 3 bijdraagt aan de versnelling van de transitie naar duurzaam en gezond voedselsysteem. Denk hierbij bijvoor- beeld aan een melkveehouder die een innovatief concept wil testen en op de markt wil brengen, of een ondernemer die alternatieve regionale eiwitbronnen wil verwerken en verwaarden, wat ook bij kan dragen aan nieuwe verdienmodellen.
• Vanuit deze strategie wordt tussen partners gewerkt aan concrete businesscases. Binnen het programma Agrifood 2030 zijn hierover al nadere afspraken gemaakt, waaronder de beschikbaar- stelling van menskracht.
• Met de beoogde financiële bijdrage uit de Regio Deal Foodvalley wordt ernaar gestreefd om investeringen voor faciliteiten door mkb en kennisinstellingen te stimuleren. Hierbij wordt beoogd zoveel mogelijk gebruik te maken van het totaal aan beschikbaar instrumentarium. Een belangrijke component van dit instrumentarium is het doorzetten van een fonds voor gedeelde onderzoeksap- paratuur (doorzetten van het succesvolle Shared Resarch Facilities Fonds van de Wageningen campus) enerzijds en het oprichten van een nieuw fonds voor gedeelde proeffaciliteiten anderzijds. Hierbij is het voornemen om, bij aanvragen van kennisinstellingen en het bedrijfsleven voor financiering vanuit deze fondsen, een (aanzienlijke) eigen bijdrage te vragen, waarmee het totaal aan investeringen in onderzoeksapparatuur en proeffaciliteiten wordt vergroot.
• In de opzet en aansturing wordt geborgd dat er vraaggestuurd wordt gewerkt, met betrokkenheid van het mkb, dat investering in nieuwe faciliteiten alleen plaatsvinden wanneer delen van bestaande faciliteiten in Nederland, of top up financiering hierbij, niet mogelijk is, en dat er geen oneigenlijke concurrentie plaatsvindt met reeds bestaande faciliteiten in de regio of elders in Nederland.
• Provincie Gelderland en gemeente Ede richten een stichting op die de realisatie van het WFC Experience gaat vormgeven. Het Rijk is niet betrokken bij de oprichting van deze stichting en geen partner in deze stichting.
• In de ontwerpfase, die start in het najaar van 2019, schuiven alle participerende overheden, samen met kennisinstellingen, bedrijven en ngo’s, aan bij de ontwerptafels. Daar wordt de realisatie van de WFC Experience in een gezamenlijke verdere uitwerking vormgegeven. Conform de huidige planning is eind 2020 een definitief ontwerp voor gebouw en content van de WFC Experience gereed, incl. de bijbehorende businesscase, waaruit de financiële duurzaamheid van de WFC Experience moet blijken. Belangrijk daarbij is dat ook de exploitatie op langere termijn haalbaar is binnen de bestaande en gereserveerde beschikbare financiële middelen en dat de inrichting van de WFC Experience voldoet aan de vereisten vanuit de inhoudelijke programma’s op het gebied van educatie, participatief onderzoek en innovatie.
• Daarna is de start van realisatie (na aanbestedingen) van de bouw van het WFC en de inrichting van de WFC Experience gepland, voor de zomer van 2021. Conform de besluitvorming in de Gemeenteraad van Ede en de Provinciale Staten van Gelderland is de hierboven genoemde op te richten stichting verantwoordelijk voor financiering van het gebouw en voor de exploitatie. Voor de financiering van het gebouw stelt gemeente Ede, conform de regionale besluitvorming, een lening beschikbaar aan deze op te richten stichting. Met de betrokken partners van het Rijk en de regio bij het WFC wordt daarnaast verder gewerkt aan een gezamenlijke ambitie op het terrein van educatie, participatief onderzoek, innovatie, internationale etalage en kringlooplandbouw. Voor bouwstenen voor ontwikkeling van deze programma’s wordt gestreefd naar een koppeling met de
uitkomsten van projecten uit spoor 1 en 2. Het gaat om het ontwikkelen van programma’s en samenwerking buiten de WFC Experience (voedselavontuur voor dialoog, educatie en beleving) waar een verdieping op gewenst is en die aansluiten op reguliere beleidsdoelstellingen van het Rijk en de regio.
• Voor het verbeteren van het aanbod van goed geschoold mbo-personeel wordt een Food Academy als praktijkgericht opleidingscentrum opgezet. In nauwe samenwerking met Aeres, De Techniek Academie (Harderwijk), Corlaer Vmbo en de Nederlandse Stichting Opleidingsfonds Levensmidde- lenindustrie (SOL) zal de Food Academy drie geaccrediteerde mbo-opleidingen gaan aanbieden. De Food Academy past ook in de ontwikkeling vanuit de Human Capital Agenda Food & Feed van waaruit regionale samenwerkingsverbanden van bedrijven, opleidingen en overheden gevormd worden. Het vult een witte vlek midden in Nederland in, ten opzichte van de reeds actieve samenwerkingsverbanden in andere regio’s.
• In 2019 wordt gestart met het werven van de eerste leerlingen en de eerste lesprogramma’s. In 2020 wordt de fysieke locatie voor de Food Academy verder ingericht en de opleidingen verder doorontwikkeld en gestart. Daarbij is ook aandacht voor zij-instromers in het kader van een leven lang leren. Het bedrijfsleven betaalt een vergoeding en aanvullende fee voor de leerlingen om kosten van de opleiding te dekken. De Food Academy wordt een inspirerende plek met echte productielijnen en een grootkeuken met horecagedeelte, om ook anderen te laten genieten van zelfgemaakte producten. Een plek waar het foodproductieproces centraal staat, inclusief de vertakkingen naar de essentiële schakels techniek en logistiek. Bedrijven bieden vanuit hun eigen bedrijfslocatie eigen proeffaciliteiten aan ten behoeve van de gezamenlijke opleiding.
• Tenslotte is het doel om een impuls te geven aan de ontwikkeling van een innovatieve foodproduc- tie sector door het aanbod van goed geschoold mbo-personeel te verbeteren.
Artikel 4 – Beoogde resultaten
De Regio Deal Foodvalley werkt integraal aan drie sporen, waarvan de doelstelling is dat resultaten gezamenlijk bijdragen aan de versnelling van de voedseltransitie en dat deze leidt tot een duurzaam effect. Impact is beoogd op het gebied van een verbeterde leefomgeving, een gezonder consumptie- patroon en een duurzaam innovatieklimaat. De Partijen beogen aan het eind van de looptijd van de Regio Deal Foodvalley per spoor onderstaande (tussen)resultaten te behalen.
Spoor 1. Versnelde transitie van de primaire sector
De transitie naar een duurzame circulaire landbouw wordt zichtbaar door de volgende (beoogde) resultaten:
a) Bij 70 agrarische bedrijven zijn emissiereducerende maatregelen, circulaire voerconcepten en bodembeheerconcepten in de proeftuin geïntroduceerd. Er zijn verdeeld over deze bedrijven in totaal 80 concepten integraal getest op emissie, dierwelzijn, diergezondheid, omgeving en bodemkwaliteit.
b) Positief gevalideerde maatregelen en werkbare concepten, die op basis van onderbouwde keuzes in de regio en daarbuiten kunnen worden uitgerold.
c) De voor de regio relevante (mkb)toeleveranciers, dienstverleners en erfbetreders doen mee aan de introductie, testen en validaties van de hiervoor genoemde maatregelen en concepten (de proeftuin).
d) Haalbare en betaalbare emissiereducerende maatregelen (ERM’s) komen beschikbaar voor uitrol naar de pluimvee-, kalver- en geitenhouderij in de regio Foodvalley en zijn breed inzetbaar voor Nederland. Ontwikkelde maatregelen hebben de potentie om de emissies van fijnstof, geur en ammoniak significant te reduceren.
e) Circulaire voerconcepten zijn beschikbaar voor implementatie in bedrijfsvoering voor veehoude- rijen. Daarmee kan, met name na de Regio Deal Foodvalley periode, een substantieel deel van niet-regionale eiwitbronnen zoals soja(schroot) worden vervangen. Veevoer is zoveel mogelijk afkomstig van regionale eiwitbronnen (plantaardig of op insectenbasis) en reststromen.
f) In ten minste twee stroomgebieden zijn duurzame bodembeheerconcepten geïntroduceerd.
g) Onder meer op het gebied van bodembeheer zijn leertafels opgericht en zijn er minimaal 6 cursussen op het gebied van bodembiologie en kruidenrijk grasland gegeven, met ten minste 90 deelnemers.
h) Alle aan de proeftuin deelnemende agrariërs krijgen grip op de bedrijfsvoering door inzicht in effecten op emissies, diergezondheid (en -welzijn) en duurzaam bodembeheer op basis van op hun bedrijf en in de directe omgeving frequent verzamelde gegevens, die op toegankelijke wijze worden ontsloten.
i) Er is een overzicht ontwikkeld van eventuele knelpunten in de wet- en regelgeving bij de in de proeftuin geteste maatregelen. Beoogd wordt minimaal één experimentele vergunning te realiseren waardoor er een bijdrage wordt geleverd aan het dichterbij brengen van doelvoorschrif- ten ten opzichte van middelvoorschriften ten aanzien van de agrarische vergunningen (i.c.m. sensoring, monitoring en dashboards).
j) Innovaties uit de proeftuin hebben het duurzaam handelingsperspectief van de veehouder vergroot door het beschikbaar komen van nieuwe ontwikkelde business modellen, door het creëren van meerwaarde voor korte ketens of door middel van het stapelen van vergoedingen door de gebiedsgerichte aanpak.
k) Het maatschappelijke draagvlak in de regio voor duurzame circulaire veehouderij is versterkt door actieve betrokkenheid van inwoners (jong tot oud), omwonenden en de actoren in de voedselke- ten.
l) Met behulp van een transitieperspectief is het veranderend vermogen van de agrariërs van de regio versterkt.
m) De in de proeftuin ontwikkelde kennis is breed beschikbaar gesteld voor toepassing in de regio Foodvalley en daarbuiten.
Spoor 2. Gezonde voeding; van prille start tot oude dag
De transitie naar een gezondere leefomgeving en gezonde voeding wordt zichtbaar door de volgende (beoogde) resultaten:
a) Er is een integrale praktijkstrategie ontwikkeld gericht op het veranderen van voedingspatronen van laagopgeleide zwangere vrouwen en ouderparen. Deze strategie is ontwikkeld samen met verloskundigen, diëtisten, consultatiebureaus en andere partners in de geboorte- en peuterzorg en is in eerste instantie in ten minste 10 gemeenten en bij 1.000 zwangere vrouwen in de provincies Gelderland en Utrecht en wordt vervolgens ook daarbuiten uitgerold. In samenwerking met het Voedingscentrum is een handleiding en bijscholing voor professionals ontwikkeld om gezonder eetgedrag te stimuleren voor deze doelgroep.
b) In de regio is in verschillende wijken (met specifieke aandacht voor omgevingen rond school, werk en zorg) een gezondere voedselomgeving gecreëerd. Daartoe zijn in 10 wijken in Utrecht en regio Foodvalley experimenten gedaan met interventies in deze wijken. Omgevingen rond scholen en mkb hebben hierin speciale aandacht. Daarnaast zijn restaurantchefs getraind door professionals in het bereiden van een gezonder, duurzamer én goedkoper menu. In ten minste 3 ziekenhuizen, 5 zorginstellingen en met 25 mkb-bedrijven pilots zijn uitgevoerd voor een gezondere voedselkeuze voor patiënten, cliënten, bezoekers en medewerkers.
c) Er is kennis ontwikkeld die op gericht niveau gedeeld is met relevante doelgroepen, zoals huisartsen en eerstelijnszorgverleners, over de rol die voedingsmiddelen en voedingspatronen spelen bij het optreden van diabetes en hart- en vaatproblemen. De ketenzorg is goed xxxxxxxx- xxxxx om voedingszorg in te bedden en te monitoren. Kennis wordt beschikbaar gesteld via landelijke organisaties (als Voedingscentrum, Hartstichting, etc.).
d) Kankerpatiënten hebben via diverse regionale zorginstellingen en zorgverleners voedings- en bewegingsadviezen op maat gekregen. In 2 ziekenhuizen en zorgnetwerken is tijdens en na behandeling aandacht voor leefstijl. De resultaten van praktijkonderzoeken zijn beschikbaar in regionale en landelijke richtlijnen voor voeding en beweging tijdens en na de behandeling van kanker. De opgedane kennis is daarnaast landelijk en internationaal ingezet voor de onderbouwing van het belang van voeding en beweging in de oncologische zorg.
e) Een programma waarbij ouderen onder begeleiding krachttraining doen en elke dag extra eiwitten eten, in diverse praktijksituaties en op maat voor kwetsbare groepen, is in de regio geïmplemen- teerd in ten minste 5 gemeenten. Daarnaast is er een veldstudie gestart die inzicht geeft in een verantwoorde vervanging van dierlijke door plantaardige eiwitten in de voeding bij (kwetsbare) ouderen.
f) In het voedingsonderwijs zijn er, met name voor zorgopleidingen zoals verpleeg- en geneeskunde, inhoudelijke bouwstenen ontwikkeld in mbo, hbo en wo waarin opgedane inzichten uit het volledige programma van het spoor ‘Gezonde voeding’ zijn meegenomen. De onderwijsbouwste- nen zijn in diverse mbo, hbo en wo curricula opgenomen en deze modules zijn een aantal keer gegeven. Dit is nodig omdat zorgprofessionals een belangrijke verantwoordelijkheid in en invloed op de gezondheidskeuzes van patiënten hebben. De samenwerking en afstemming tussen verschillende niveaus opleidingen en kennisinstellingen is tevens versterkt.
g) Door de samenwerking in implementatie, exploratie en innovatie heeft de regio een grotere aantrekking gekregen op o.a. bedrijfsleven en zijn nieuwe gezamenlijke projecten in voeding en gezondheid ontwikkeld en gefinancierd.
Spoor 3. Versterking kennis- en innovatiecluster
a) Twee fondsen (zoals omschreven in artikel 3 bij spoor 3) zijn operationeel: een fonds voor gedeelde onderzoeksapparatuur (à € 7 miljoen) en een fonds voor gedeelde proeffaciliteiten (à
€ 7 miljoen).
b) Er is een operationele servicedesk die het delen van onderzoeksapparatuur en proeffaciliteiten faciliteert. Gebruikers zijn tevreden met de service.
c) Er zijn businesscases afgerond (d.w.z. financieel commitment gegeven door benodigde partijen) met tenminste € 3 miljoen private gelden voor gedeelde onderzoeksapparatuur en € 30 miljoen
private gelden in gedeelde proeffaciliteiten in 2023. Uiteindelijke investering zal in de periode na de Regio Deal Foodvalley oplopen tot € 14 miljoen voor gedeelde onderzoeksapparatuur en ten minste € 70 miljoen voor gedeelde proeffaciliteiten.
d) Er zijn tien nieuwe contracten gesloten tussen organisaties waardoor gedeelde onderzoek- en proeffaciliteiten ontsloten worden voor de organisaties in het ecosysteem.
e) Vijf van deze contracten betreft het delen van onderzoek- en proeffaciliteiten die tussen de clusters Utrecht en Foodvalley worden gedeeld.
f) Er wordt strategisch nagedacht (en geacteerd) op thema’s (circulaire landbouw, eiwittransitie, gezondheid en voeding, en de enabling cross-overs digital/high tech) met betrekking tot de benodigde investeringen in gedeelde faciliteiten om belemmeringen weg te nemen en doorbraken te realiseren in de gezamenlijk vastgestelde innovatie- en valorisatieplannen.
g) Het aantal nieuwe duurzame innovaties op het gebied van landbouw, voeding en gezondheid dat versneld op de markt is gebracht, is toegenomen in 2024.
h) Eind 2020 is een definitief ontwerp voor het WFC Experience gereed en is afgestemd met betrokkenen. Waarna vanaf zomer 2021 gestart wordt met de realisatie van de content en de inrichting van de WFC Experience.
i) Kennisdeling ten behoeve van toepasbare concepten en valorisatie op het gebied van kringloop- landbouw en gezonde voeding heeft plaatsgevonden, en dit versterkt de resultaten van alle sporen van deze Regio Deal.
j) Een operationeel praktijkgericht opleidingscentrum Food Academy met drie opleidingsrichtingen is opgericht.
k) Een operationele opleiding specifiek gericht op zij-instromers is in het leven geroepen.
l) Ten minste 104 studenten volgen een opleiding volgen aan de Food Academy.
m) Ten minste 58 banen die door de bedrijven zijn gecreëerd, worden vanuit de Food Academy ingevuld.
II. Gezamenlijke afspraken inzet middelen van Rijk en Regio
Artikel 5 – Gezamenlijke financiële bijdragen voor de Regio Deal Foodvalley
1. Het realiseren van de in artikel 2 genoemde doelen, vraagt volgens Partijen de volgende gezamen- lijke indicatieve inzet van financiële middelen verdeeld aan de hand van de in dat artikel genoemde pijlers Regio Deal Foodvalley:
Spoor 1: Versnelde transitie van de primaire sector € 15,07 miljoen
Spoor 2: Gezonde voeding; van prille start tot oude dag € 14,85 miljoen Spoor 3: Versterking kennis- en innovatiecluster
A. Fondsen en Foodacademie Nijkerk € 15,70 miljoen
B. WFC Experience € 28,00 miljoen
Totaal € 73,62 miljoen
2. Partijen spreken af daarvoor de volgende bijdragen te doen, voor de aanpak van de regionale opgaven van de regio en de in artikel 2 genoemde doelen van de Regio Deal Foodvalley:
a. LNV reserveert als Rijksbijdrage € 20 miljoen inclusief eventueel verschuldigde BTW vanuit de Regio Envelop;
b. de Regio spant zich in een bijdrage van € 53,62 miljoen te leveren.
3. Partijen hebben de intentie de bijdrage uit de Regio Envelop en de bijdrage van de Regio zoals genoemd in het tweede lid, in te zetten voor het initiëren en/of realiseren van initiatieven en projecten in het kader van de sporen die voortvloeien uit de afspraken in de Regio Deal Foodvalley, om bij te kunnen dragen aan de ambitie en de doelen van deze Regio Deal Foodvalley, zoals verwoord in artikelen 1 en 2.
4. De in het eerste lid genoemde verdeling van de gezamenlijke indicatieve inzet van financiële middelen op hoofdlijnen, geldt als een richtlijn voor de inzet van Partijen voor hun bijdragen zoals vermeld in het eerste en tweede lid.
5. LNV stelt de in het tweede lid en onder a, genoemde Rijksbijdrage in afstemming met BZK en de Minister van Financiën beschikbaar als een decentralisatie-uitkering. De Financiële-verhoudings- wet schrijft voor dat daarbij sprake is van beleids- en bestedingsvrijheid. De decentralisatie-
uitkering wordt beschikbaar gesteld aan de gemeente Ede die aldus zelf de inzet bepaalt van de verkregen middelen.
6. De in het vijfde lid bedoelde decentralisatie-uitkering komt beschikbaar volgens een aantal termijnen in de jaren 2019 tot en met 2021, waarbij de eerste termijn in 2019 € 5 miljoen bedraagt. De daaropvolgende termijnen worden op nader te bepalen momenten in de jaren 2020 en/of 2021 uitgekeerd. Hierover worden in het in artikel 6 eerste lid bedoelde Overleg afspraken gemaakt.
7. Partijen zijn zich ervan bewust dat gedurende de looptijd van de Regio Deal Foodvalley omstandig- heden en/of prioriteiten kunnen wijzigen voor de aanpak van de regionale opgave van de regio. Jaarlijks wordt gezamenlijk door de Partijen bezien of er wijziging van de verdeling van de gezamenlijke indicatieve inzet van financiële middelen wenselijk is en zij leggen eventuele nadere afspraken hierover vast.
III. Governance uitvoering Regio Deal Foodvalley
Artikel 6 – Governance
1. Periodiek treden Partijen in overleg over de onderlinge samenwerking in het kader van de Regio Deal Foodvalley en met andere samenwerkingspartners. Dit overleg (hierna: ‘Overleg’) zorgt voor het gezamenlijk uitwerken van de afspraken uit deze Regio Deal Foodvalley en voor het volgen van de voortgang inclusief de in artikel 7 bedoelde monitoring.
2. Het in het eerste lid bedoelde Overleg bestaat uit de volgende vertegenwoordigers:
a. vanuit de ministeries van het Rijk:
i. Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;
ii. Economische Zaken en Klimaat;
iii. Volksgezondheid, Welzijn en Sport;
iv. Infrastructuur en Waterstaat;
v. Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
b. vanuit de regio:
i. Regio Foodvalley;
ii. Provincie Gelderland;
iii. Provincie Utrecht;
iv. LTO Noord;
v. Waterschap Vallei en Veluwe;
vi. Stichting Wageningen Research/Wageningen University;
vii. Universiteit Utrecht; viii.VNO-NCW Midden.
3. Het in het eerste lid bedoelde Overleg heeft geen (beslissings)bevoegdheden, maar zorgt voor afstemming tussen Partijen. Hierbij kunnen ook programmatische en financiële ontwikkelingen besproken worden en indien gewenst adviseert het Overleg hierover aan de Partijen.
4. Het Overleg bedoeld in het eerste lid voorziet in zijn eigen werkwijze. Voor de uitvoering van de Regio Deal Foodvalley maakt het Overleg hiertoe nadere werkafspraken en legt deze vast. LNV voert in samenwerking met de Regio het secretariaat van het Overleg.
IV. Monitoring, evaluatie en communicatie Regio Deal Foodvalley
Artikel 7 – Monitoring en evaluatie
1. Partijen delen in het in artikel 6 beoogde Overleg gegevens en documenten over de uitvoering van de Regio Deal Foodvalley en informeren elkaar in dat Overleg in elk geval over de haalbaarheid van voorgenomen initiatieven en projecten in het kader van de Regio Deal Foodvalley en de voortgang van lopende initiatieven en projecten in het kader van de Regio Deal Foodvalley.
2. Monitoring van de uitvoering van de Regio Deal Foodvalley als geheel aan de hand van de informatie-uitwisseling als bedoeld in het eerste lid vindt door Partijen plaats op drie niveaus:
a. op het niveau van de inhoudelijke realisatie van concrete projecten en uitputting van de beschikbare gezamenlijke financiële bijdragen;
b. op het niveau van de in artikel 4 afgesproken beoogde resultaten en indicatoren;
c. op het niveau van de in artikel 5, eerste lid genoemde verdeling van de gezamenlijke indica- tieve inzet van financiële middelen.
3. De uitkomsten van de monitoring hebben als doel inzicht te bieden in het verloop en de resultaten
van de Regio Deal Foodvalley alsmede de Regio Envelop in zijn geheel. De monitoring heeft niet ten doel eenzijdig vanuit het Rijk (financiële) consequenties te kunnen verbinden aan de uitkom- sten.
4. Partijen zijn voornemens om op basis van deze monitoring, onder leiding van de Regio, éénmaal per jaar een voortgangsrapportage op te stellen over het voorafgaande jaar. Hierin wordt melding gemaakt van:
a. de programmatische en/of projectmatige aanpak van de in artikel 2 genoemde sporen;
b. de voortgang van het doelbereik in relatie tot de in artikel 4 afgesproken beoogde resultaten;
c. de financiële realisatie van de uitvoering van de Regio Deal Foodvalley op het niveau van de in artikel 2 genoemde sporen.
Indien een voortgangsrapportage (in concept) wordt opgesteld is het voornemen dit te bespreken in het in artikel 6 bedoelde Overleg.
5. De Regio kan met de jaarlijkse voortgangsrapportage de Provinciale Staten en de gemeenteraden informeren. LNV gebruikt die rapportage als input voor de jaarlijkse voortgangsrapportage van alle Regio Deals voor de Tweede Kamer.
6. Partijen zijn voornemens om vanaf 2019 op vaste momenten met elkaar in overleg te treden, als bedoeld in artikel 6 eerste lid, op basis van de monitoring en jaarlijkse voortgangsrapportages.
7. Partijen spreken af dat de Regio de uitvoering en werking van de Regio Deal Foodvalley evalueert en maakt daarvan een eindevaluatie op conform de in het tweede lid onder a tot en met c genoemde onderdelen.
8. Ten behoeve van de evaluatie van de Regio Portefeuille voert het Planbureau voor de Leefomge- ving een lerende evaluatie uit. De Regio kan hier desgewenst in participeren.
9. Ten behoeve van de monitoring van de arrangementen voor besluitvorming, afstemming, samenwerking, en meer in het algemeen sturing, die nodig zijn voor het uitvoeren van de Regio Deals op regionaal en op Rijksniveau hebben het Ministerie van BZK en LNV een Monitoringstra- ject Governance opgezet. De Regio kan hier desgewenst in participeren.
10. Bij de monitoring beziet de Regio of, indien mogelijk en aanvullend op de activiteiten van het Planbureau voor de Leefomgeving conform lid 8, de Universiteit van Utrecht kan worden betrokken ten behoeve van brede welvaartsindicatoren in de regio.
Artikel 8 – Communicatie
1. De kernboodschap fungeert als centrale communicatielijn van Partijen en is daarmee de basis van alle communicatie-uitingen. De kernboodschap is:
Versnelling van de transitie naar een duurzaam en gezond voedselsysteem.
2. De communicatie over de Regio Deal Foodvalley verloopt primair vanuit de Regio. Het Rijk draagt de kernboodschap ook uit via zijn eigen kanalen. Dit geldt voor de Regio Deal Foodvalley als geheel maar ook voor de afzonderlijke sporen en projecten. Er wordt een gezamenlijk communica- tieplan besproken in het in artikel 6 eerste lid bedoelde Overleg.
3. Projecten die onderdeel vormen van het uitvoeringstraject van de Regio Deal Foodvalley worden in de communicatie gevraagd kenbaar te maken dat het project mede mogelijk is gemaakt in het kader van de Regio Deal Foodvalley.
V. Slotbepalingen
Artikel 9 – Uitvoering in overeenstemming met Unierecht
De afspraken van deze Regio Deal worden in overeenstemming met het recht van de Europese Unie uitgevoerd in het bijzonder voor zover de afspraken vallen onder de werking van de Europese regels met betrekking tot aanbesteding, mededinging, staatssteun en technische normen en voorschriften.
Artikel 10 – Wijzigingen
1. Elke Partij kan schriftelijk verzoeken deze Regio Deal Foodvalley te wijzigen. De wijziging behoeft de schriftelijke instemming van alle Partijen.
2. Partijen treden in overleg binnen 6 weken nadat een Partij het verzoek heeft kenbaar gemaakt aan
LNV. Deze informeert de overige Partijen over de voorgestelde wijziging en vraagt hen om schriftelijke instemming.
3. Nadat alle Partijen aan LNV kenbaar hebben gemaakt in te stemmen met het verzoek tot wijziging worden de wijziging en de schriftelijke verklaringen tot instemming als bijlage aan deze Regio Deal Foodvalley gehecht.
Artikel 11 – Toetreding nieuwe partijen
1. In overeenstemming met alle Partijen kunnen anderen tijdens de looptijd van de Regio Deal Foodvalley als nieuwe partijen toetreden tot de Regio Deal Foodvalley.
2. Een nieuwe partij maakt haar verzoek tot toetreding met daarin opgenomen haar concrete bijdrage/actie/inzet zoals bedoeld in het eerste lid schriftelijk bekend aan het (secretariaat van het) Overleg zoals bedoeld in artikel 6 eerste lid.
3. Zodra alle Partijen aan het (secretariaat van het) Overleg als bedoeld in artikel 6 eerste lid schriftelijk kenbaar hebben gemaakt in te stemmen met het verzoek tot toetreding, ontvangt de toetredende partij de status van Partij van de Regio Deal Foodvalley en gelden voor die Partij de voor haar uit de Regio Deal voortvloeiende rechten en verplichtingen.
4. Het verzoek tot toetreding en de schriftelijke verklaringen tot instemming worden als bijlagen aan de Regio Deal Foodvalley gehecht.
Artikel 12 – Uittreding
1. Elke Partij kan uit de Regio Deal Foodvalley treden met inachtneming van een termijn van drie maanden.
2. Indien een der Partijen zelf uit de Regio Deal Foodvalley wil treden, dan kan deze Partij haar verzoek tot uittreding, met motivatie, schriftelijk bekend maken aan het (secretariaat van het) Overleg zoals bedoeld in artikel 6 eerste lid. De Regio kan onderling uittredingsafspraken maken, waarop het Rijk de Regio niet kan aanspreken en vice versa.
3. Op kosten van de uittredende Partij worden de consequenties van de uittreding voor de uitvoering van de Regio Deal Foodvalley in brede zin inzichtelijk gemaakt (financiële, juridische, organisatori- sche en projectgebonden gevolgen).
4. In geval van uittreding van één of meerdere Partijen is geen van de uittredende Partijen jegens de andere Partij(en) schadeplichtig.
5. Zodra alle Partijen schriftelijk of per e-mail via het secretariaat van het Overleg zoals bedoeld in artikel 6 eerste lid hebben ingestemd met het verzoek en proces tot uittreding, verliest de uittredende partij de status van Partij van de Regio Deal Foodvalley en zijn de voor die Partij uit de Regio Deal Foodvalley voortvloeiende rechten en verplichtingen niet meer van toepassing.
6. Wanneer een Partij uittreedt blijft de Regio Deal Foodvalley voor de overige Partijen in stand voor zover de inhoud en de strekking ervan zich daartegen niet verzetten.
7. Wanneer alle Partijen uittreden eindigt de Regio Deal Foodvalley voor alle Partijen.
8. Het verzoek tot uittreding en de schriftelijke verklaringen tot instemming worden als bijlagen aan de Regio Deal Foodvalley gehecht.
Artikel 13 – Nakoming
Partijen komen overeen dat de nakoming van de afspraken van de Regio Deal Foodvalley niet in rechte afdwingbaar is.
Artikel 14 – Citeertitel
Deze Regio Deal Foodvalley kan worden aangehaald als Regio Deal Foodvalley.
Artikel 15 – Inwerkingtreding
1. Deze Regio Deal Foodvalley treedt in werking met ingang van de dag na ondertekening door alle Partijen en eindigt op 31 december 2023.
Artikel 16 – Openbaarmaking
1. Deze Regio Deal Foodvalley wordt samen met andere afgesloten Regio Deals openbaar gemaakt, onder andere in de Staatscourant, waardoor anderen kennis kunnen nemen van de gesloten Regio Deals.
2. Het Rijk rapporteert over de Regio Portefeuille, alsmede de hieruit voortvloeiende Regio Deals naar de Tweede Kamer van de Staten-Generaal.
Aldus overeengekomen en in tweevoud ondertekend,
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C.J. Schouten
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
R.W. Knops
De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat,
M.C.G. Keijzer
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
X. Xxxxxxxx
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
X. xxx Xxxxxxxxx-xxx xxx Xxxx
Regio Foodvalley,
in dezen vertegenwoordigd door
L.J. Verhulst
Provincie Gelderland,
in dezen vertegenwoordigd door
X. Xxxxxx
Provincie Utrecht,
in dezen vertegenwoordigd door
X. Xxxxxx-Slot
LTO Noord,
in dezen vertegenwoordigd door
F.S. Visscher
Waterschap Vallei en Veluwe,
in dezen vertegenwoordigd door
X. Xxxx-Xxxxxx