OVEREENKOMST WERKPLEKLEREN in een reële arbeidssituatie GRADUATEN WELZIJN LIMBURG Opleiding: Graduaat Orthopedagogie
OVEREENKOMST WERKPLEKLEREN in een reële arbeidssituatie GRADUATEN WELZIJN LIMBURG Opleiding: Graduaat Orthopedagogie
Overeenkomst tussen:
HOGESCHOOL UC Limburg vzw, en haar rechtsopvolger,
Xxxxxxxxx xxxxxx X, xxx 0, 0000 Xxxxxxxxxx – 417.195.515 – RPR Antwerpen, afdeling Hasselt, xxx.xxxx.xx, xxxx@xxxx.xx, hierbij vertegenwoordigd door Xxx Xxxxxxx, opleidingsverantwoordelijke graduaten Welzijn Limburg
Hierna genoemd ‘hogeschool’
EN INSTELLING/VOORZIENING/ORGANISATIE
Naam en rechtspersoon: …......................................................................................................................
Maatschappelijke zetel: …........................................................................................................................
…..............................................................................................................................................................
Ondernemingsnummer: …......................................................................................................................
vertegenwoordigd door (naam en functie): ….......................................................................................
Naam en adres effectieve praktijk/stageplaats waar de student wordt ingeschakeld (indien anders dan hierboven):
……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Hierna genoemd ‘praktijkorganisatie’
EN STUDENT
Naam: …....................................................................................................................................................
Adres: …....................................................................................................................................................
…...............................................................................................................................................................
Telefoon: …...............................................................................................................................................
Privé e-mailadres: ….................................................................................................................................
Hierna genoemd ‘student’.
Opleidingsonderdelen van het academiejaar waarvoor deze overeenkomst wordt opgemaakt:
…................................................................................................................................................................
Aanvullend betreft het hier ook (aankruisen wat past): werkplekleren bij de eigen werkgever: 0 neen 0 ja
werkplekleren in het kader van een traject beroepsopleiding VDAB: 0 neen 0 ja 0 semester 1 (academiejaar 2020-2021)
0 semester 2 (academiejaar 2020-2021) Artikel 1
De praktijkorganisatie wil participeren in het werkplekleren door de student van de hogeschool beroepspraktijk te laten doorlopen en op die manier optimale opleidingskansen te bieden.
Het aantal te presteren uren wordt vermeld in het vademecum.
De exacte start- en einddatum, de dagelijkse begin- en einduren van de praktijk worden in onderling overleg vastgesteld.
De student werkt conform de gebruikelijke arbeidstijden van de praktijkorganisatie.
Link ECTS-fiches: xxxx://xxxxxxxxxxxxxxx.xxxxxxx.xxxx.xx/ (> programma welzijn > graduaat > orthopedagogie)
De student bezorgt het vademecum aan de praktijkorganisatie.
De praktijkorganisatie en de student verklaren de ECTS-fiche en het praktijkprogramma (cfr. vademecum) te kennen en te zullen naleven.
Voor werkplekleren in de praktijkorganisatie waarmee de student reeds verbonden is met een arbeidsovereenkomst geldt volgende bijkomende bepaling: taken die worden uitgevoerd in het kader van werkplekleren worden in onderling overleg afgebakend.
Artikel 2
De eindverantwoordelijkheid voor de evaluatie en eindbeoordeling van het werkplekleren ligt bij de hogeschool.
Artikel 3
Alle contacten betreffende het werkplekleren van de student verlopen tussen de mentor op de werkvloer en de coördinator.
Als mentor op de werkvloer duidt de organisatie volgende persoon aan:
Naam: …....................................................................................................................................................
Telefoonnummer: ….................................................................................................................................
E-mail: …..................................................................................................................................................
Als coördinator duidt de hogeschool volgende persoon aan:
Naam: Xxx Xxxxxxx
Telefoonnummer: 011/180 556 (t.e.m. 30/08/2020) – 011/180 700 (vanaf 01/09/2020) E-mail: Xxx.Xxxxxxx@xxxx.xx
Artikel 4 Verantwoordelijkheden qua begeleiding en aanwezigheden
De praktijkorganisatie zal alles in het werk stellen opdat de student de activiteit in de beste omstandigheden kan uitvoeren. Hierbij zal rekening gehouden worden met het programma aangeboden door de hogeschool, het onderwijsniveau en de intellectuele mogelijkheden van de student. Hierbij eerbiedigt de praktijkorganisatie de pedagogische vrijheid van de hogeschool en erkent dat de activiteit een onderwijsactiviteit is.
De praktijkorganisatie verklaart zich akkoord om de nodige ruimte te creëren voor de begeleiders om effectieve begeleiding van de student te waarborgen.
De praktijkorganisatie verklaart zich akkoord om de nodige maatregelen te treffen die een adequate verzorging inhouden voor studenten die slachtoffer zijn van een ongeval tijdens de uitoefening van hun stage.
De praktijkorganisatie zal controles uitoefenen op het gedrag, aanwezigheden en de activiteiten van de student en zal de hogeschool schriftelijk op de hoogte brengen van elke niet gemelde of niet gewettigde afwezigheid, van elke inbreuk op het arbeidsreglement, werkplekovereenkomst en van iedere niet nagekomen verplichting.
De student die wegens ziekte of enige andere redenen niet aanwezig kan zijn, verwittigt de praktijkorganisatie en de hogeschool. Een wettiging wordt onmiddellijk na het begin van de afwezigheid ingeleverd. Bij een gewettigde afwezigheid kunnen de betrokken actoren beslissen om de stageperiode te verlengen of om het uurrooster aan te passen. De ongewettigde afwezigheid kan leiden tot een onvoldoende en kan aan de basis liggen voor een beslissing ‘niet geslaagd’ of ‘niet afgelegd’.
De praktijkorganisatie verbindt zich ertoe om de nodige schriftelijke feedback te geven aan de praktijkdocent zodat de hogeschool een gemotiveerde beoordeling kan nemen.
De verschillende actoren verbinden zich ertoe om elkaar schriftelijk te contacteren indien aanpassingen aan de concrete afspraken nodig zijn. Na overleg wordt een beslissing genomen in het belang van de student.
Artikel 5 Gezondheidsbeoordeling, risico-analyse en bescherming
De student overhandigt aan de praktijkorganisatie het hogeschooldossier inzake Veiligheid, Gezondheid en Milieu (VGM) met beschrijving van de risico’s en de VGM-opvolging die verbonden zijn aan de opleiding. Dit VGM-dossier maakt integraal deel uit van de overeenkomst (laatste pagina).
De praktijkorganisatie maakt in overeenstemming met de Welzijnswet een risicoanalyse op van de werkplek. Als uit de risicoanalyse van de praktijkorganisatie blijkt dat er bijkomende VGM-risico’s voorkomen bij het uitvoeren van de activiteiten, dan brengt de praktijkorganisatie de hogeschool op
de hoogte via aanduiding op het VGM-dossier. De praktijkorganisatie vermeldt tevens op het VGM- dossier welke preventiemaatregelen worden georganiseerd voor deze bijkomende VGM-risico’s. Indien een bijkomend risico aanleiding geeft tot gezondheidstoezicht, wordt dit uitgevoerd door de hogeschool, tenzij anders aangeduid op het VGM-dossier.
Indien de praktijkorganisatie nalaat het VGM-dossier te ondertekenen of terug te sturen, gaat de
hogeschool er van uit dat er geen bijkomende risico’s voor de student zijn.
Indien medische opvolging vereist is, moet de student bij aanvang van de activiteit over een formulier voor gezondheidsbeoordeling beschikken. Wanneer dit niet het geval is, kan de student de activiteit niet starten.
De praktijkorganisatie verklaart zich akkoord dat de hogeschool, overeenkomstig artikel 7 bis van het Koninklijk Besluit 21 september 2004 betreffende de bescherming van de stagiairs, voor de uitvoering van het gezondheidstoezicht van de student beroep doet op de externe dienst voor preventie en bescherming op het werk. Deze externe dienst is IDEWE, Externe dienst voor Preventie en bescherming op het werk, Xxxxxxxxx 00, 0000 Xxxxxxx, 011/24 94 70.
Een exemplaar van het formulier van de gezondheidsbeoordeling wordt afgeleverd aan de praktijkorganisatie, een afschrift wordt bezorgd aan de hogeschool door de externe dienst. De student verkrijgt een kopie van het formulier van de gezondheidsbeoordeling.
De praktijkorganisatie bezorgt de student de gegevens van de interne preventieadviseur en de bedrijfsarts.
Artikel 6 Arbeids- en intern reglement
De praktijkorganisatie verklaart een exemplaar van het arbeids-en intern reglement aan de studenten ter beschikking te stellen en eventuele wijzigingen van dit regelement mee te delen.
De stage-praktijkorganisatie erkent zijn verplichtingen opgelegd door de arbeidswet van 16 maart 1971, het Algemeen Reglement op de arbeidsbescherming (ARAB), de wet betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk (Welzijnswet Werknemers) en haar uitvoeringsbesluiten waaronder het KB van 3 mei 1999 betreffende de bescherming van de jongeren, ook van toepassing op de studenten (zoals bv. arbeidsduur, zondagsrust, nachtarbeid, kinder- en jongerenarbeid, zwangerschapsrust, informatie en onthaal).
Artikel 7 Financiële aspecten
De stage is onbezoldigd, de student kan geen aanspraak maken op bezoldiging door de praktijkorganisatie. De student blijft student voor wat betreft zijn sociaal statuut en is geen werknemer van de praktijkorganisatie.
De student die reeds verbonden is met de praktijkorganisatie als werknemer en die van de hogeschool de toestemming heeft gekregen om de het werkplekleren uit te voeren bij de eigen werkgever, ontvangt de bezoldiging waarop hij als werknemer recht heeft.
Gebeurlijke vergoedingen inzake gemaakte onkosten zijn voorwerp van overeenkomst of afspraak tussen de student en de praktijkorganisatie (bv. verplaatsingsvergoedingen, parking,..)
Artikel 8 Verzekeringen
Ongevallen of schade worden onmiddellijk gemeld aan de praktijkorganisatie en hogeschool.
De hogeschool verbindt er zich toe in het kader van de activiteit een verzekering te sluiten voor de volledige duur van de activiteiten inzake lichamelijke ongevallen en voor arbeidsongevallen overkomen aan de student tijdens de activiteit (incl. van en naar de plaats van activiteiten).
De verzekering inzake burgerlijke aansprakelijkheid van de studenten valt ten laste van de praktijkorganisatie voor schade toegebracht aan derden zoals bepaald door het artikel VII.19 van het decreet betreffende het onderwijs XXVI, d.d. 17 juni 2016, wat het artikel II.355/1 van de Codex Hoger Onderwijs wijzigt.
Indien de student taken of opdrachten uitvoert in het kader van werkplekleren en die samenvallen met activiteiten uitgeoefend via een arbeidsovereenkomst, dan dient de praktijkorganisatie in te staan voor de arbeidsongevallenverzekering en de verzekering burgerlijke aansprakelijkheid. Indien de activiteiten van het werkplekleren en de activiteiten van de arbeidsovereenkomst niet volledig samenvallen, dienen partijen duidelijk te stellen tijdens welke activiteiten de schade ontstond.
De studenten die in het kader van een traject beroepsopleiding VDAB een activiteit verrichten bij een praktijkorganisatie worden voor lichamelijke ongevallen en voor arbeidsongevallen verzekerd door de VDAB. Inzake burgerlijke aansprakelijkheid is de praktijkorganisatie verantwoordelijk.
De wagen van de student (materiële schade) wordt niet verzekerd door de hogeschool. De student dient bij het gebruik van zijn wagen in het kader van het werkplekleren na te gaan of de praktijkorganisatie dit verzekert. Zoniet staat de student zelf in voor de verzekering.
Alle ongevallen worden onmiddellijk gemeld aan de praktijkorganisatie en hogeschool (verzekeringsverantwoordelijke binnen de groepen).
De hierboven aangehaalde verzekeringen gelden ook voor buitenlandse stages. De student dient echter zelf in te staan voor de verzekering inzake reisbijstand en annulering indien de stage op eigen initiatief gebeurt. Voor stages die gebeuren op initiatief van de hogeschool, is er een reisbijstandsverzekering voorzien vanwege de hogeschool. (De keuze eigen initiatief of initiatief hogeschool beslist de hogeschool.)
Artikel 9 Geheimhouding
De hogeschool en de student erkennen uitdrukkelijk de verplichtingen inzake beroepsgeheim (deontologie). Verder dienen de studenten zich te onthouden van enigerlei handelingen die de goede naam of bedrijvigheid van de praktijkorganisatie zou kunnen schaden, deze verplichting duurt voort na de periode van de activiteit.
De student stemt er mee in dat de hogeschool en de praktijkorganisatie informatie uitwisselen voor de begeleiding en de evaluatie van de student. De praktijkorganisatie verbindt zich tot een discretieplicht omtrent alle informatie die zij vernemen over de student. Deze verplichting blijft ook bestaan na afloop van deze overeenkomst.
Artikel 10 Beëindiging van overeenkomst
Een beëindiging van de overeenkomst kan enkel gebeuren overeenkomstig het onderwijs- en examenreglement van de opleiding.
Wanneer de deelname van de student aan een activiteit hemzelf of anderen in ernstig gevaar brengt omwille van bijzondere persoonlijke omstandigheden of ernstig falend functioneren, kan de student de toegang ontzegd worden tot de activiteit. Dit is enkel mogelijk indien de gevaarsituatie niet vermeden kan worden door het gebruik van hulp- of beschermingsmiddelen.
In beide gevallen kan dit enkel na onderling overleg en moet de opleiding nagaan of er een (veilig) alternatief aangeboden kan worden voor het opleidingsonderdeel, zoals het aanbieden van een vervangende opdracht die een volwaardig equivalent vormt van de (nog resterende) onderwijsactiviteit. Bij het stopzetten van de activiteit omwille van het ernstig falend functioneren mag de opleiding het falend functioneren meenemen in de beoordeling van de haalbaarheid van de alternatieve opdracht.
Indien de arbeidsovereenkomst wordt beëindigd in de loop van het werkplekleren bij de eigen werkgever, brengt de werkgever de hogeschool schriftelijk op de hoogte. De partijen maken afspraken over de voortzetting hetzij stopzetting van het werkplekleren.
Indien het traject beroepsopleiding VDAB wordt stopgezet, zal de overeenkomst inzake werkplekleren ook stopgezet worden.
Voor internationale stages kan de reis en het verblijf van de student geannuleerd worden afhankelijk van het reisadvies van het Belgisch Ministerie van Buitenlandse zaken voor de veiligheid van de student. De mogelijke kosten voor annulering die betrekking hebben op de reis zijn ten laste van de student. De hogeschool kan hiervoor niet verantwoordelijk worden gesteld.
Artikel 11
De drie partijen verklaren dat deze overeenkomst de uitdrukking is van een geest van samenwerking om een optimale praktijkervaring aan de studenten te kunnen bieden en verklaren hierbij bereid te zijn om alle problemen die zouden ontstaan en die niet voorzien zijn in deze overeenkomst, in gezamenlijk overleg te bespreken en op te lossen.
Indien er geen oplossing mogelijk is voor de geschillen door gezamenlijk overleg zullen zij beslecht worden naar Belgisch recht waarbij uitsluitend de rechtbanken van Hasselt bevoegd zijn.
Opgemaakt in zoveel exemplaren als er partijen zijn, waarvan de praktijkorganisatie één exemplaar ontvangt en waarvan het andere exemplaar wordt bewaard in het persoonlijk dossier van desbetreffende student.
Datum en handtekeningen
De hogeschool UC Limburg De student De praktijkorganisatie Jet Daniëls
Opleidingsverantwoordelijke
VGM-Dossier - VEILIGHEID GEZONDHEID MILIEU (werkpostfiche)
PROGRAMMA WELZIJN
Graduaat in de orthopedagogie
Naam student: |
Academiejaar: |
Plaats van stage, onderzoek: |
Met volgende VGM-risico's komt de student mogelijk in contact tijdens de opleiding (practica, excursies, projecten, stages): • contact biologische agentia (humaan) (geen labo) • contact met risicogroepen |
De preventieve VGM-opvolging van bovenstaande VGM-risico's wordt uitgevoerd door de opleidingsinstelling en omvat: • Infosessie • Hepatitis B vaccinatie • Tuberculinetest • Formulier voor gezondheidsbeoordeling • Moederschapsbescherming - Bescherming bij lactatie |
De invulling van de volgende preventiemaatregelen moet voorzien worden voor de student op de plaats waar activiteiten met bovenstaande risico's worden uitgevoerd: Algemeen onthaal en begeleiding |
Dit gedeelte wordt ingevuld door de organisatie/het bedrijf (van stage, onderzoek)
Vermeld de eventueel bijkomende VGM-risico's (nog niet hierboven opgelijst) die voorkomen bij het uitvoeren van de activiteiten tijdens de stage of onderzoek: geen bijkomend risico andere risico's: |
Volgende preventiemaatregelen worden georganiseerd door de organisatie/het bedrijf voor deze bijkomende VGM- risico's: |
Indien bijkomende risico's aanleiding geven tot een gezondheidstoezicht, dan wordt dit uitgevoerd door de opleidingsinstelling van de student tenzij hieronder anders aangeduid: Gezondheidstoezicht via organisatie/bedrijf |
Naam en handtekening verantwoordelijke organisatie/bedrijf; datum:
Naam en handtekening verantwoordelijke opleidingsinstelling: Xxx Xxxxxxx
Blz. 7