INTENTIEVERKLARING IenW en BOZ OVER HET STIMULEREN VAN WALSTROOM IN DE BOZ- ZEEHAVENS.
INTENTIEVERKLARING IenW en BOZ OVER HET STIMULEREN VAN WALSTROOM IN DE BOZ-ZEEHAVENS.
22 mei 2023
De minister Infrastructuur en Waterstaat handelend in de hoedanigheid van bestuursorgaan, hierna te noemen: “IenW”
en
Port of Moerdijk, te dezen vertegenwoordigd door P.M.E. Dirix, Groningen Seaports, te dezen vertegenwoordigd door C.L. König, Port of Amsterdam, te dezen vertegenwoordigd door K.J. Overtoom, North Sea Port, te dezen vertegenwoordigd door D.J.M. Schalck, Port of Rotterdam, te dezen vertegenwoordigd door X. Xxxxxxx, hierna samen te noemen: “BOZ”
Overwegen het volgende,
Europa
1. Met de presentatie van de Green Deal heeft de Europese Commissie (EC) haar ambities voor het klimaatbeleid aangescherpt van een reductie van 40 naar 55% in 2030 en klimaatneutraliteit in 2050.
2. Voor de uitvoering van de Green Deal heeft de EC het Fit-for-55-voorstel (FF55) gepubliceerd, een breed pakket van verplichtende richtlijnen en verordeningen, die de lidstaten in nationale wet- en regelgeving dienen te implementeren.
3. Vanuit het FF55-pakket zijn met name de voorstellen voor AFIR, FuelEU en ETD van belang voor de ontwikkeling van walstroom in zeehavens.
4. AFIR bevat de voorstellen voor de realisatie van infrastructuur voor walstroom en alternatieve brandstoffen in de zeehavens in het TEN-T netwerk, zodat in 2030 voor ten minste 90% van het aantal port calls walstroom kan worden aangeboden voor zeegaande containerschepen, cruiseschepen en roro-schepen.
5. Het AFIR-voorstel van de EC hanteert als uitgangspunt: in de afgelopen drie jaar gemiddeld meer dan 50 calls voor zeegaande containerschepen boven de 5.000 GT, 40 calls voor zeegaande RoPax en hoge snelheid passagiersschepen boven de 5.000 GT en 25 calls voor overige passagiersschepen boven de 5.000 GT. En bij roro-schepen wordt
uitgegaan van meer dan 12 passagiers, waarbij de bemanning niet en aan boord meevarende truckchauffeurs wel worden meegeteld.
6. FuelEU Maritime bevat de verplichtingen voor de afname van walstroom door specifieke segmenten zeeschepen vanaf 2030.
7. ETD biedt lidstaten de mogelijkheid om geen energiebelasting voor de door walstroom-systemen geleverde elektriciteit te heffen.
Lidstaat Nederland en ministerie van Infrastructuur en Waterstaat
8. De lidstaten zijn verantwoordelijk voor de beleidsontwikkeling en wet- en regelgeving om te kunnen voldoen aan de FF55-verplichtingen.
9. Het Nederlandse Kabinet heeft zich in het coalitieakkoord 2021-2025 gecommitteerd aan de Europese klimaatdoelen.
00.Xx het coalitieakkoord is aangegeven dat de beschikbaarheid van walstroom voor schepen verder wordt uitgebreid.
11.Walstroom-projecten bieden voor de samenleving en omgevings- kwaliteiten vele baten, zoals de reductie van emissies van CO2, NOx, fijn stof en geluid. Deze maatschappelijke baten vertalen zich echter niet in het commercieel sluitend maken van de businesscase: dit rechtvaardigt en vergt aanvullend op de private en publieke investeringen het toekennen van subsidiegelden.
00.Xx Rijksoverheid heeft voor de ontwikkeling van walstroom middelen uitgetrokken in haar begroting. Dat betreft 150 mln euro aan Klimaatgelden en tweemaal 32 mln euro aan Stikstofgelden.
00.Xx Klimaatgelden dienen, conform het door het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) opgestelde bestedingsplan, bij te dragen aan het realiseren van klimaatdoelen en aan het voldoen aan de AFIR-vereisten. De bijdrage aan klimaatdoelen wordt niet alleen bereikt door het directe effect van CO2-reductie door de inzet van walstroom, er is ook sprake van een indirecte bijdrage indien een deel van de behaalde stikstofreductie wordt aangewend voor de vergunningverlening van klimaatprojecten in de Nederlandse zeehavens.
00.Xx Stikstofgelden komen in tranches vrij en worden momenteel al deels aangewend voor het stimuleren van walstroom-systemen.
15.IenW heeft de Branche Organisatie Zeehavens (BOZ) uitgenodigd om gezamenlijk een publiek-privaat programma te ontwikkelen voor het stimuleren van walstroom in de Nederlandse zeehavens.
00.Xx Havennota 2020-2030 van IenW benoemt vijf Nederlandse zeehavens van nationaal belang. Deze vijf BOZ-zeehavens liggen aan het TEN-T- netwerk en deze zeehavens ontvangen de in de AFIR genoemde scheepssegmenten. Deze beide kenmerken sluiten aan op de in AFIR genoemde voorwaarden en maken daarmee de BOZ tot een logische
partner voor XxxX voor het maken van afspraken over het ontwikkelen en stimuleren van walstroom.
17.IenW heeft aangegeven over de aanwending van minimaal 130 van de 150 mln euro aan Klimaatgelden afspraken met de BOZ te willen maken voor het subsidiëren van investeringen in walstroomsystemen ten behoeve van de AFIR-segmenten in de Nederlandse zeehavens.
18.IenW wenst daarnaast een deel van de Klimaatgelden aan te wenden voor onderzoek, standaardisatie en walstroominnovaties op de terminal en aan boord van zeeschepen en uitvoeringskosten.
19.IenW wenst tevens maximaal 10 mln euro aan Klimaatgelden aan te wenden voor walstroom-projecten voor niet-AFIR-segmenten.
20.Nederland heeft, conform de afspraak uit de Green Deal Zeevaart, Binnenvaart en Havens en in lijn met het aankomende ETD-voorstel, per 1 oktober 2021 een forse verlaging van de energiebelasting (EB) en afschaffing van de Opslag Duurzame Energie (ODE) doorgevoerd.
Met dit EB en ODE besluit ontstaat een meer gelijk speelveld ten opzichte van de accijnsvrije transportbrandstoffen voor de scheepvaart, zijnde een belangrijke randvoorwaarde voor het kunnen ontwikkelen en toepassen van walstroom-projecten.
Branche Organisatie Zeehavens
00.Xx Branche Organisatie Zeehavens (BOZ) had een brede aanvraag voor het ontwikkelen van walstroom ingediend bij het Nationaal Groeifonds.
22.Op verzoek van XxxX is deze Groeifonds-aanvraag ingetrokken en is overleg met IenW gestart over het gezamenlijk opzetten van een publiek- privaat programma voor het stimuleren van walstroom in de Nederlandse zeehavens en de aanwending van de middelen die vanuit het Rijk in de begroting zijn gereserveerd voor het stimuleren van walstroom.
23.BOZ heeft ten gunste van een voortvarende realisatie van walstroom- projecten in de BOZ-zeehavens, de samenwerking met private partners per havenbeheersgebied en het overleg en de afstemming met IenW, haar interne organisatie daarvoor ingericht.
24.XXX heeft als aanspreekpunt voor IenW en voor de onderlinge coördinatie tussen de BOZ-zeehavens een werkgroep walstroom.
Spreken het volgende af,
Walstroomprogramma
25.IenW en BOZ hebben beiden aangegeven belang te hechten aan een voortvarende realisatie van walstroomprojecten in de beheersgebieden van de BOZ-zeehavens op basis van publiek-private samenwerking.
26.IenW en BOZ hebben beiden aangegeven gezamenlijk een programma te willen opstellen voor een voortvarende realisatie van walstroom op te stellen voor de invulling van de AFIR-verplichtingen en klimaat-vereisten in de BOZ-zeehavens.
00.Xx het Programma Walstroom wordt per havenbeheersgebied aangegeven welke projecten, met planning en kosten, gaan bijdragen aan het voldoen aan de AFIR-verplichtingen. Tijdens de looptijd van het Programma wordt de voortgang hiervan gemonitord en worden zo nodig bijstellingen doorgevoerd. XXX geeft wijzigingen zo spoedig mogelijk door aan IenW.
00.Xx BOZ-zeehavens staan ervoor open om passende AFIR-voorstellen van regionale zeehavens te ontvangen en deze voorstellen per havenbeheersgebied op te nemen.
29.IenW en BOZ hebben beide aangegeven belang te hechten aan gezamenlijke kennis-opbouw en kennis-delen, gezamenlijk laten uitvoeren van onderzoek, stimuleren van innovatieve technologieën en systemen, ontwikkelen van voorstellen voor standaardisering, tarifering, etc.
Deze gezamenlijke inzet is primair gericht op de BOZ-zeehavens, maar geldt ook voor de sector (terminals, reders, energiebedrijven, havenbedrijfsleven, binnenhavens, overige zeehavens, etc.) ten gunste van standaardisering en een kosteneffectieve en voortvarende uitrol van walstroomsystemen.
Subsidie
30.IenW heeft aangegeven BOZ te consulteren bij het opstellen van de door IenW vast te stellen subsidieregeling voor de aanwending van de Klimaatgelden.
31.Per BOZ-havenbeheerder wordt voor het betreffende beheersgebied een totaal-voorstel met walstroom-projecten opgesteld, met de voorgenomen investeringen en planning door de havenbeheerder en haar betrokken private partners.
32.IenW en BOZ gaan uit van aanvullende publieke bijdragen in de vorm van subsidies, waaronder de subsidieregeling uit de klimaatgelden, waarmee de onrendabele top wordt afgedekt.
33.IenW en BOZ zetten zich in om aanvullende publieke middelen te verkrijgen voor investeringen in walstroomprojecten. Gezamenlijk wordt een aanvraag (eventueel aanvragen) voorbereid voor Europese fondsen en subsidieprogramma’s.
34.XxxX stelt voor dat subsidieverlening uit de klimaatgelden op projectbasis plaatsvindt. IenW hanteert daarbij een hoger subsidiepercentage voor de prioritaire AFIR-projecten dan voor de overige projecten.
00.Xx op korte termijn tot een voortvarende planontwikkeling, projectvoorstellen en een definitieve investeringsbeslissing (Final
Investment Decisions - FID’s) te komen stelt XxxX voor dat aanvragen voor subsidie uit de klimaatgelden vanaf de publicatiedatum van de subsidieregeling tot uiterlijk in 2026 ingediend kunnen worden.
36.IenW streeft ernaar om de bevoorschotting aan te passen aan de kasbehoefte voor de investeringen in walstroom-systemen in de Nederlandse BOZ-zeehavens.
37.Partijen streven ernaar om, voor zover staatssteunregels dit toestaan, het zogenoemde stapelen van subsidies en publieke bijdragen voor investeringen in walstroomprojecten in de BOZ-zeehavengebieden mogelijk te maken.
00.Xx aan de AFIR-verplichtingen invulling te geven, wordt ernaar gestreefd om met de subsidie uit de klimaatgelden ook grootschalige en co mplexe walstroomprojecten mogelijk te maken.
00.Xx Europese besluitvorming tendeert niet naar het uitbreiden van het aantal scheepssegmenten en het versnellen van de einddatum van 2030. Mocht echter wel sprake zijn van een intensivering van het Europese beleid, dan zullen IenW en BOZ op basis van een inspanningsverplichting gezamenlijk verkennen op welke wijze de beschikbare publieke middelen vergelijkbaar kunnen worden opgehoogd, bijv. met aanvullingen vanuit EU-fondsen en/of het Klimaatfonds.
Publiek-private samenwerking
40.IenW en BOZ hebben beiden aangegeven belang te hechten aan een publiek-private samenwerking bij het ontwikkelen van concrete investeringsvoorstellen voor walstroom. De BOZ-havenbeheerders werken daarvoor in hun beheersgebieden samen met private partners, zoals terminals, energiebedrijven, installatie-leveranciers, private haven- ondernemingen en specifiek hiervoor opgezette publiek-private samenwerkingsverbanden.
41.IenW en BOZ spreken hun voorkeur uit voor met de BOZ-havenbeheerders gecoördineerde aanvragen van samenwerkende publieke en private partners per havenbeheersgebied. Dat maakt regionaal en landelijk een uitrol-met-regie mogelijk, zodat tijdig invulling wordt gegeven aan de
AFIR-verplichtingen en een suboptimale opsplitsing van projecten wordt voorkomen (cherry-picking).
42.Realisatie van walstroom-projecten in zeehavens voor de genoemde scheepssegmenten vergt naast de inzet van de Rijksoverheid, zeehavenbeheerders, energiebedrijven en reders ook een gerichte inzet van terminal-eigenaren. IenW en BOZ betrekken daarom terminal- eigenaren vroegtijdig bij de planontwikkeling om tot een effectieve en efficiënte uitrol van walstroomsystemen te komen.
43.IenW verkent hoe terminals en/of havenbeheerders voor de betreffende scheepssegmenten wettelijk verplicht kunnen worden om vanaf 2030, wanneer de FF55 verplichtingen ingaan, te voldoen aan de AFIR-
verplichtingen. De verkenning richt zich ook op het identificeren van walstroom als standaard BBT-milieutechniek voor inrichtingen die onder de AFIR vallen, waarmee walstroom voor deze inrichtingen onderdeel van de Omgevingsvergunning Milieu zou gaan vormen. Deze verkenning zal in samenwerking met terminals en havenbeheerders worden uitgevoerd.
44.IenW verkent in dat verband ook of en op welke wijze de milieudiensten in hun periodieke contacten met en advisering aan de terminals bij vergunningaanvragen en vergunningsactualisaties kunnen bijdragen aan het op de terminals tijdig ontwikkelen van de benodigde capaciteit aan walstroom-systemen om voor de betreffende scheepssegmenten te kunnen voldoen aan de AFIR-verplichtingen in 2030.
00.Xx BOZ-havenbeheerders zullen in hun periodieke klantcontacten met de terminals bepleiten dat terminals in de publiek-private samenwerking actief meewerken en bijdragen aan de ontwikkeling van walstroom en in hun onderhoudscyclus en bouwwerkzaamheden het tijdig ontwikkelen van walstroom-systemen opnemen om voor de genoemde scheepssegmenten te kunnen voldoen aan de AFIR-verplichtingen in 2030.
00.Xx BOZ-havenbeheerders zullen samen met de betreffende gemeente verkennen of in de Gemeentelijke Havenverordening bij terminals die al over walstroom beschikken een generatorverbod kan worden opgenomen, die betrekking heeft op schepen die geschikt zijn om op walstroom aan te sluiten. Tevens wordt verkend of een financiële stimulans gegeven kan worden aan schepen die voor 2030 walstroom afnemen.
47.IenW verzorgt samen met RVO het stakeholder-overleg op landelijk niveau.
00.Xx BOZ-havenbeheerders verzorgen op regionaal niveau per havenbeheersgebied het stakeholder-overleg.
Beleid
49.IenW en BOZ hebben beiden aangegeven belang te hechten aan een eenduidig en stimulerend beleidskader voor walstroom op basis van wet- en regelgeving en de diverse beleidsinstrumenten. Eventuele in de praktijk ervaren belemmeringen worden in het onderling overleg gemeld en besproken, uiterlijk in het halfjaarlijks bestuurlijk overleg tussen DG-IenW en BOZ. Waar mogelijk trachten partijen zo spoedig mogelijk belemmeringen te verminderen of weg te nemen.
50.XxxX zegt als inspanningsverplichting toe zich in haar beleid en via het interdepartementaal overleg in het beleid van de andere departementen te zullen inzetten en toezien op het kunnen bieden van voldoende capaciteit op het elektriciteitsnet.
De BOZ-zeehavens zien het niet kunnen beschikken over voldoende capaciteit op het elektriciteitsnet voor specifieke walstroomprojecten als een ontbindende factor voor het realiseren van deze projecten uit het programma.
51.IenW verzorgt het overleg met LNV/NenS, de provincies en de BOZ over het stikstofbeleid en walstroom in de BOZ-zeehavens.
IenW en de BOZ-havenbeheerders streven ernaar dat het door IenW gesubsidieerde deel van de stikstofruimte die verkregen wordt door de walstroom-toepassingen deels kan worden aangewend voor de vergunningverlening van terminal-uitbreidingen en deels, via de havenkluis van de (regionale) stikstofbank, voor de vergunningverlening van klimaatprojecten in het betreffende havengebied.
52.IenW en de BOZ-havenbeheerders verkennen of aanvullende maatwerkafspraken kunnen worden gemaakt met terminal-eigenaren, provincies en LNV/NenS, die aansluiten op de specifieke kenmerken en omstandigheden per havengebied, over het plaatsen van een betekenisvol deel van de stikstofruimte in de havenkluis van de (regionale) stikstofbank. Voorgesteld wordt dat het bevoegd gezag over het aanwenden van deze stikstofruimte uit de havenkluis besluit op basis van een zwaarwegend advies van de betreffende havenbeheerder.
53.IenW verkent de mogelijkheden om in de subsidieregeling voorwaarden en prikkels op te nemen, die de maatwerkafspraken ondersteunen.
00.Xx BOZ-havenbeheerders stellen een projectenlijst per havengebied op, waarbij voor de vergunningverlening een beroep wordt of is gedaan op de in de haven-kluis van de regionale stikstofbank geplaatste stikstofruimte als gevolg van met de Klimaatgelden gerealiseerde walstroom- toepassingen in de betreffende zeehaven.
55.XxxX zal zich inzetten om in haar beleid en in haar contacten over het Europese beleid het aanbieden van walstroom in de zeehavens synchroon te laten verlopen met de aansluitverplichtingen voor de reders. Een zorgvuldig op elkaar aansluitende synchronisatie vermindert het investeringsrisico voor de BOZ-havenbeheerders en private partners.
00.Xx BOZ zal elk half jaar aan XxxX rapporteren over de voortgang van het walstroom-programma en de in de uitvoeringspraktijk opgedane (positieve dan wel negatieve) ervaringen. De BOZ zal op basis van deze halfjaarlijkse rapportages de relevante hoofdpunten selecteren en agenderen voor het Bestuurlijk Overleg tussen DG-IenW en BOZ en daarbij voorstellen presenteren voor het verbeteren en versnellen van de uitvoering in de komende periode.
Slotbepalingen
57.Deze intentieverklaring is niet in rechte afdwingbaar.
58.Deze intentieverklaring treedt in werking met ingang van de dag na ondertekening en eindigt wanneer de in deze intentieovereenkomst bedoelde subsidieregeling in de Staatscourant wordt gepubliceerd.
00.Xx ondertekening van deze intentieverklaring wordt de tekst daarvan gepubliceerd in de Staatscourant. Bij wijzigingen in de intentieverklaring vindt de eerste volzin overeenkomstige toepassing.
Aldus overeengekomen en ondertekend,
Op 22-05-2023, te Rotterdam
De minister van Infrastructuur K.J. Overtoom
en Waterstaat Port of Amsterdam
……………………………………………… ………………………………………………
P.M.E. Dirix D.J.M. Schalck
Port of Moerdijk North Sea Port
……………………………………………… ………………………………………………
C.L. König X. Xxxxxxx
Groningen Seaports Port of Rotterdam
……………………………………………… ………………………………………………