REGLEMENT
REGLEMENT
STICHTING
ST.-CATHARINAKERKHOF
REGLEMENT
STICHTING ST.-CATHARINAKERKHOF
Het bestuur van de Stichting St.-Catharinakerkhof te Eindhoven;
Ingeschreven onder nummer 41090501 bij de Kamer van Koophandel van Oost Brabant; Overwegende:
- dat op 1 januari 2010 en 1 maart 2011 de Wet op de lijkbezorging is gewijzigd;
- dat deze wijzigingen aanleiding zijn tot aanpassing van het Reglement van de Stichting St.-Catharinakerkhof van 8 juli 2003;
- dat met ingang van 2013 het Besluit op de lijkbezorging is aangepast;
- dat met ingang van 1 november 2014 een columbarium in gebruik is genomen en daarvoor artikel 25 is aangepast;
Gelet op het statuut van de Stichting St.-Catharinakerkhof;
Besluit:
vast te stellen het “Reglement Stichting St.-Catharinakerkhof (2014)”
REGLEMEN T
Algemene Bepalingen
I Algemene Bepalingen
Artikel 1 | Begripsaanduidingen
1. In dit Reglement wordt verstaan onder:
stichting: stichting St. Xxxxxxxxx Xxxxxxx, gevestigd te Eindhoven;
b. Wlb: Wet op de lijkbezorging;
bestuur: het bestuur van de voornoemde Stichting dat is belast met het beheer en de dagelijkse leiding;
d. administratie: het uitvoeringsorgaan waarvan de medewerkers worden benoemd
door, en dat optreedt namens het bestuur;
begraafplaats: het terrein gelegen aan de hoek Zwembadweg/Edenstraat te Eindhoven, geheten St. Catharinakerkhof;
x. xxxx of urnengraf: een ruimte op de begraafplaats, bestemd voor het begraven van
een of meer overledenen of hun asbussen;
x. xxxxxxxxx: het gebruiksrecht op een (urnen-)graf voor de duur van 20 jaren volgens de voorwaarden van dit reglement, welk recht kan worden verlengd;
h. grafakte: de schriftelijke overeenkomst waarin het gebruiksrecht en de plaats van
een (urnen-)graf zijn vastgelegd;
i. rechthebbende: de meerderjarige persoon aan wie het recht op een (urnen-) graf is verleend, waaronder tevens wordt verstaan zijn/haar rechtsopvolger;
x. xxxxxxxxxx: 1. het begraven van een overledene in een bestaand graf;
2. het begraven van een asbus in een bestaand (urnen-)graf;
3. het plaatsen van een urn, waarin de asbus, op een bestaand graf;
x. xxxxx: hermetisch afgesloten koker met de as van de overledene, waarop diens naam voorletters, en registratienummer in onuitwisbare letters en cijfers staan vermeld;
l. voorwerp waarin asresten van een of meer overledenen zijn opgeborgen; urnenveld / columbarium: voorziening op de begraafplaats voor het bergen in een afgesloten ruimte van asbussen/urnen;
grafteken: (op te richten) gedenksteen/grafmonument;
voorschriften graftekens en –beplantingen, columbarium en strooiveld: de
REGLEMENT STICHTING ST.-CATHARINAKERKHOF
door het bestuur ten deze vastgestelde bepalingen;
p. huishoudelijk reglement: de regels betreffende het verblijf en (het doen) verrichten van werkzaamheden op de begraafplaats;
q. mededelingenbord: de voorziening aan de ingang van de begraafplaats bestemd
voor schriftelijke mededelingen door het bestuur aan rechthebbenden en bezoe- kers;
bezoeker: eenieder die zich op enig moment op de begraafplaats bevindt;
internetsite: xxx.xxxxxxxxxxxxxxxx.xx Op deze site is relevante informatie opge-
2. Het St. Catharinakerkhof kent uitsluitend eigen (urnen-)graven. Onder een eigen graf wordt verstaan een particulier graf als bedoeld in de Wet op de lijkbezorging.
Artikel 2 | Bestuur
Het bestuur is gebonden aan de Statuten van de Stichting en dit Reglement.
Artikel 3 | Administratie algemeen
De medewerkers van de administratie zijn bevoegd namens en overeenkomstig de richt- lijnen van het bestuur op te treden.
Artikel 4 | Bescheiden vóór het begraven/bezorgen
Het verlof tot begraven en/of bezorgen van de as is onderworpen aan wettelijke voorschrif- ten
De daartoe strekkende formaliteiten worden verricht door de begrafenisondernemer. Deze draagt zorg voor het innen van het grafrecht en het overdragen van de bescheiden aan de administratie.
Artikel 5 | Begraven en bezorgen van een asbus
1. Begraven of het bezorgen van een asbus geschiedt op een dag en uur, tevoren over- een te komen met de administratie.
2. Het registratienummer moet schriftelijk aan de administratie worden verstrekt.
Artikel 6 | Werkzaamheden op de begraafplaats
1. Het delven en dichten van graven, het openen van een graf, het opdelven van stof- felijke resten en het bijzetten geschieden uitsluitend door derden, in opdracht van het bestuur.
2. Het bestuur geeft aan hen, die door de rechthebbende zijn belast met de bouw, de aanleg of het onderhoud van de graftekens gelegenheid om hun werkzaamheden te verrichten volgens de regels van het huishoudelijk reglement en met inachtneming van artikel 27.
Artikel 7 | Bezoekers
Het bestuur bepaalt de tijden en voorwaarden, waarop de begraafplaats voor bezoekers toegankelijk is.
Behoudens voor mindervaliden is de toegang voor (motor)voertuigen en fietsen niet toe- gestaan; honden slechts aangelijnd. Het houden van dodenherdenkingen of de onthul- ling van een grafteken vereist schriftelijke toestemming van het bestuur.
Artikel 8 | Administratie
1. Het bestuur is verantwoordelijk voor de wettelijke verplichting tot het voeren van de administratie. Deze omvat o.a.:
a. de namen van de overledenen met vermelding van hun registratienummer;
b. de aanduiding van de plaatsen waar zij begraven zijn, dan wel die van de asbussen;
c. het bestand van de grafrechten waarin opgenomen de namen en adressen van de rechthebbenden;
d. de registers bedoeld onder a en b zijn openbaar.
2. De datum van de (laatste) begrafenis, bezorging of bijzetting geldt als het ingaan van de (nieuwe) termijn van het grafrecht.
Het vestigen van grafrecIIhHtetevnestigen van grafrechten
Artikel 9 | Schriftelijke overeenkomst
Een grafrecht wordt gevestigd door een schriftelijke overeenkomst met het bestuur, genaamd grafakte.
Artikel 10 | Uitgifte van (urnen)graven
1. (Urnen-)graven worden in overleg, door de administratie uitgegeven.
2. Een (urnen-)graf kan worden gereserveerd (mits daarop geen recht berust) conform artikel 11.
Artikel 11 | Recht op reserveren
Het bestuur kan aan één meerderjarig persoon onder de titel van rechthebbende, het recht verlenen om voor de periode van (telkens) 10 jaren gebruik te maken van een bepaald (urnen-)graf ten behoeve van zichzelf, de echtgenoot en/of levensgezel m/v, pleeg- of stiefkind of bloed- of aanverwant tot en met de vierde graad.
Een recht gaat in nadat betaling op grond van artikel 32 is geschied.
Artikel 12 | Adres rechthebbende
De rechthebbende verstrekt zijn/haar adres aan de administratie, alsmede de wijziging van het correspondentieadres.
Artikel 13 | Overlijden rechthebbende
Na overlijden van de rechthebbende wijzen de rechtverkrijgenden één persoon aan, die als zodanig zal optreden. De aangewezene verstrekt zijn/haar adres schriftelijk aan de administratie binnen één jaar na bedoeld overlijden.
REGLEMENT STICHTING ST.-CATHARINAKERKHOF
Artikel 14 | Overdracht grafrecht
1. Grafrecht kan aan een ander persoon worden overgedragen, wanneer dit schrifte- lijk geschiedt. Een afschrift van deze overdracht met vermelding van het adres van de rechtsopvolger wordt door de rechthebbende aan de administratie toegezonden.
2. Overdracht aan een ander dan omschreven in artikel 11 is slechts mogelijk, indien daarvoor naar het oordeel van het bestuur gewichtige redenen bestaan.
Artikel 15 | Xxxxxxxxx tot begraven of bijzetting
Nadat grafrechten zijn verleend behoudt het bestuur zich het recht voor vanwege gewich- tige redenen het begraven van een overledene of bijzetting te weigeren, onder teruggave van de reeds betaalde rechten.
Artikel 16 | Ontbindende voorwaarden grafrechten
Het bestuur verleent grafrechten uitdrukkelijk voor de tijd, gedurende welke het terrein, waarin zich de (urnen-)graven bevinden, als begraafplaats dient en in exploitatie blijft. Aan de toegekende grafrechten kan geen titel ontleend worden zich te verzetten tegen een door de overheid voorgenomen bestemmingsverandering of gesloten verklaring.
Het verlengen van hetIIgI Hretavefrlrenegecn hvanthet grafrecht
Artikel 17 | Schriftelijk informeren van de rechthebbende
1. De administratie maakt de rechthebbende, per einde van enig kalenderjaar, doch uiterlijk één jaar voor het verstrijken van een termijn, schriftelijk attent op de voor- waarden waarop het grafrecht kan worden verlengd voor een termijn van tenminste 10 jaren. Werd het grafrecht gevestigd in de eerste jaarhelft, dan geldt 1 januari daaraan voorafgaand als begindatum, voor de tweede jaarhelft 1 januari daarop- volgend.
2. Indien het adres van de rechthebbende niet kan worden achterhaald of niet binnen drie maanden na verzending van de mededeling om verlenging is verzocht, volgt aankondiging van het eindigen van het grafrecht tot één jaar na de termijn op het mededelingenbord. Tevens wordt bij het graf een verwijzing naar het mededelin- genbord geplaatst.
Artikel 18 | Verzoek rechthebbende
1. De rechthebbende kan in het algemeen vanaf 2 jaren voor de afloop van de termijn schriftelijk verlenging van zijn/haar recht aanvragen voor een aansluitende termijn van 10 jaren of langer, zoals overeen te komen.
2. Het bestuur willigt een aanvrage ingevolge lid 1 in tenzij bijzondere redenen, zoals de ruiming van een gravenveld of toepassing van artikel 22, de voortzetting van het grafrecht in de weg staan. In dat geval wordt een graf elders op de begraafplaats aangeboden, waarbij de kosten van de overbrenging van de stoffelijke resten voor rekening van het bestuur komen.
Artikel 19 | Voorwaarden voor verlenging
1. De verlenging van het grafrecht wordt verleend wanneer het grafteken zich naar het oordeel van het bestuur in goede staat van onderhoud bevindt, onder de voor- waarden geldend op het tijdstip waarop de verlenging ingaat en volgens de dan geldende tarieven.
2. Onder verlenging wordt tevens verstaan de reservering van het grafrecht zoals bedoeld in artikel 11.
Artikel 20 | Verlenging bij bijzetting
Wanneer in een (urnen-)graf, een bijzetting plaatsvindt wordt een lopende termijn van het grafrecht verlengd met 20 jaren.
Einde van het grafrecht
Artikel 21| Vervallen van het grafrecht
Het grafrecht vervalt:
a. door het verlopen van de gestelde termijn;
IV Einde van het grafrecht
b. indien de betaling van een overeengekomen verlenging van het grafrecht niet binnen een jaar na aanvang van de verlenging overeenkomstig artikel 32 van dit reglement is geschied;
c. indien de aankondiging van het aflopen van de termijn van het grafrecht overeen- komstig artikel 17 op het mededelingenbord aangekondigd is geweest en de recht- hebbende niet heeft gereageerd;
d. indien de rechthebbende bij schriftelijke verklaring afstand doet van een verkregen recht zoals omschreven in artikel 11. Wanneer nog geen gebruik werd gemaakt van het recht tot begraven vindt een evenredige terugbetaling plaats;
e. indien artikel 16 van toepassing is.
Indeling van de begraaV fpIndlealinag vatnsde begraafplaats Artikel 22 | Indeling door het bestuur
Het bestuur behoudt zich het recht voor de aanleg en de indeling van de begraafplaats, de bestemming van de (urnen-) gravenvelden, vast te stellen en te wijzigen.
Artikel 23 | Soorten van graven
1. Het bestuur verleent rechten op het (mede-)gebruik, van:
a. een graf met bestemming zoals omschreven in artikel 11;
b. een graf met enkel of meervoudige bestemming;
c. een graf voor een overleden kind dat niet ouder was dan 12 jaar, voor een dood- geborene of een onvoldragen vrucht;
d. een urnengraf in een urnenveld.
2. Het kerkhof bevat monumentale zones waarbij geldt dat het grafrecht uitgegeven wordt voor minimaal 30 jaren. Vereist is dat een grafteken wordt opgericht overeen- komstig de goedkeuring van het bestuur.
REGLEMENT STICHTING ST.-CATHARINAKERKHOF
3. De graftekens worden omschreven in de “Voorschriften voor het toelaten van graf- tekens en –beplantingen”, zoals aangegeven in artikel 27.
Artikel 24 | Grafkelders
Grafkelders worden toegelaten op de gravenvelden zoals omschreven in de “Voorschriften voor het toelaten van graftekens en –beplantingen”.
Asbussen
Artikel 25 | Bewaring en ruimen van asbussen
1. Asbussen worden bewaard door begraving dan wel bijzetting:
a. in een urnengraf dat deel uitmaakt van een urnenveld;
b. in een bestaand graf;
VI Asbussen
c. op een bestaand graf in een urn, die hecht aan de ondergrond is verbonden;
d. in het columbarium van de begraafplaats.
2. Urnenplaatsen in het columbarium worden in een door het bestuur te bepalen volg- orde uitgegeven.
3. Het bestuur kan de (urnen-) graven en de in de urnenbewaarplaats bewaarde as- bussen, waarvan de rechten meer dan drie maanden vervallen zijn, doen ruimen, met in achtneming van de wettelijke termijn.
4. Ruiming van een asbus na het vervallen van het recht op bewaren van de asbus geschiedt door vertrooiing van de as.
Artikel 26 | Recht op het bewaren van een asbus
De artikelen 9 t/m 16 zijn van overeenkomstige toepassing voor het vestigen van een recht op het bewaren van een asbus op één van de in artikel 25 genoemde wijzen.
Graftekens en -beplantinVII gGreafntekens en -beplantingen Artikel 27 | Schriftelijke toestemming
Het bestuur verleent uitsluitend aan rechthebbenden schriftelijke toestemming om graftekens en/of -beplantingen op graven te doen aanbrengen, volgens de bepalingen opgenomen in de “Voorschriften voor het toelaten van graftekens en -beplantingen” (exemplaren worden op verzoek van de rechthebbende door de administratie verstrekt).
Artikel 28 | Risico schade aan graftekens
1. Het bestuur aanvaardt de graftekens niet in beheer. Aansprakelijkheid voor schade geldt slechts voor zover deze het gevolg is van werkzaamheden in opdracht van het bestuur.
2. Schade aan graftekens ontstaan door storm en/of door op de begraafplaats uit- gevoerde werkzaamheden door personeel van de begraafplaats wordt door het bestuur uitsluitend vergoed tot het bedrag waarvoor deze risico’s door de desbetref- fende verzekeringsovereenkomsten van het bestuur worden gedekt.
3. Vandalisme en/of vernieling is niet verzekerd en wordt niet vergoed door de Stichting.
Artikel 29 | Onderhoud grafteken
1. Het grafteken wordt onderhouden door de rechthebbende waaronder mede wordt verstaan het (doen) herstellen daarvan.
2. In geval van kennelijke verwaarlozing van het onderhoud van een particulier graf, kan het bestuur, voor zover de plicht tot onderhoud niet bij hen ligt, deze ver- waarlozing vastleggen in een schriftelijke verklaring, die het toezendt aan de recht- hebbende, die binnen één jaar na ontvangst in onderhoud voorziet.
3. Indien de ontvangst van de verklaring, bedoeld in het tweede lid, niet bevestigd wordt, maakt het bestuur de verklaring bekend bij het graf en bij de ingang van de begraafplaats, gedurende een periode van vijf jaar tenzij in die periode in het onderhoud is voorzien.
4. Indien van toepassing is gegeven aan het tweede of derde lid en niet alsnog in het onderhoud van het graf is voorzien, vervalt het recht op het graf op het moment dat de periode van één dan wel vijf jaar, bedoeld in het tweede respectievelijk derde lid is verstreken.
5. Indien het recht op het graf nog geen twintig jaar is gevestigd op het moment dat de periode, bedoeld in het derde lid is verstreken, blijft de bekendmaking in stand totdat de periode van twintig jaar is verstreken dan wel totdat in die periode in het onderhoud is voorzien. Indien niet voordien in het onderhoud van het graf is voor- zien, vervalt het recht op het graf zodra de termijn van twintig jaar is verstreken.
Artikel 30 | Plaatsen, verwijderen, herplaatsen van het grafteken
Opdracht tot plaatsen van het grafteken, het verwijderen en herplaatsen daarvan van- wege bijzetting moet worden gegeven door de rechthebbende. Is het grafteken niet binnen 6 maanden na de bijzetting herplaatst, dan volgt verwijdering (van de delen) op kosten van de rechthebbende.
Artikel 31 | Verwijdering / overdracht van het grafteken na einde grafrecht
Na het eindigen van het grafrecht kan het grafteken door de rechthebbende worden verwijderd. Na verloop van de termijn van ten hoogste één jaar wordt rechthebbende geacht afstand te hebben gedaan van het grafteken. Het bestuur is dan bevoegd het graf- teken te (doen) verwijderen, te behouden en/of te (doen) restaureren indien door het be- stuur aan het grafteken culturele waarde wordt toegekend.
Tarieven en onderhoud
Artikel 32 | Tarieven
VIII Tarieven en onderhoud
1. Het bestuur stelt een lijst op van de voor de begraafplaats geldende tarieven. Deze tarieven worden naar het oordeel van het bestuur telkenjare aangepast.
2. Het tarief voor het vestigen en verlengen van een grafrecht en voor bijzettingen omvat
REGLEMENT STICHTING ST.-CATHARINAKERKHOF
a. het gebruik van de grafruimte voor de duur van het grafrecht;
b. het delven en dichten van het (urnen-)graf;
c. de kosten van verwijdering van het grafteken na het eindigen van het grafrecht;
d. het algemeen onderhoud van de begraafplaats.
Artikel 33 | Algemeen onderhoud
Het in stand houden van de ommuring, de gebouwen, het onderhouden van paden, groenvoorziening, beplanting en het verwijderen van verwelkte bloemen en ontsierende voorwerpen valt onder de verantwoordelijkheid van het bestuur.
Artikel 34 | Ruiming van graven
Het bestuur heeft het recht de graven waarvan de rechten meer dan 3 maanden vervallen zijn, te (doen) ruimen, met in achtneming van de wettelijke bepalingen.
Overgangsbepaling
Artikel 35 | Grafrechten voor onbepaalde tijd
IX Overgangsbepaling
1. Een grafrecht dat aantoonbaar voor onbepaalde tijd is gevestigd, is vrijgesteld van tariefoplegging volgens artikel 32, met uitzondering van het onder lid 2d genoem- de gedeelte, waarvoor door het bestuur jaarlijks het bedrag wordt vastgesteld;
2. Ruiming van een graf(teken) waarop voor onbepaalde tijd grafrecht werd gevestigd, kan geschieden na schriftelijke in kennisstelling aan de rechthebbende, dan wel dat het voornemen daartoe gedurende 3 jaren werd aangekondigd op het mededelin- genbord maar met inbegrip van het gestelde in artikel 31.
Slotbepalingen
Artikel 36 | Klachten
X Slotbepalingen
Klachten de begraafplaats betreffende kunnen schriftelijk worden ingediend bij het secretariaat; het standpunt van het bestuur volgt binnen 3 maanden.
Artikel 37 | Onvoorzien
In gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist het bestuur.
Artikel 38 | Vervallenverklaring eerdere reglementen
Het bestuur herroept de bepalingen en voorschriften van eerdere reglementen en stelt dit reglement daarvoor in de plaats.
Artikel 39 | Huishoudelijk reglement
Het bestuur stelt het Huishoudelijk reglement vast; het geldt voor rechthebbenden en bezoekers en wordt aangekondigd op het mededelingenbord.
Artikel 40 | Wijziging reglement
Het bestuur is gerechtigd dit reglement te wijzigen en stelt rechthebbenden, door middel van publicatie op het mededelingenbord, daarvan in kennis.
Artikel 41
Dit reglement kan worden aangehaald als “Reglement Stichting St.-Catharinakerkhof 2013”.
Addendum 29 augustuXI sAd2dend0um 129 a3ugustus 2013 Artikel 42 | Aanvulling i.v.m. aanpassing besluit op de lijkbezorging 2013
1.1. Een lijk mag uitsluitend worden begraven in een kist of ander omhulsel, eventueel met gebruikmaking van een lijkhoes, die voldoen aan de in de volgende twee leden opgenomen eisen:
1.2. Bij de vervaardiging van lijkkisten zijn voor de volgende onderdelen of bewerkingen de volgende kunststoffen of toepassingen van kunststoffen toegelaten:
1.2.1. Spaanplaat: Verlijmde houtspaanders/houtvezels. Het spaanplaat bevat niet meer dan 10 mg vrij of gemakkelijk vrij te maken formaldehyde per 100 gram plaat- materiaal. Gemeten met de fotometrische methode is dit 8 mg formaldehyde per 100 gram droog plaatmateriaal (normuitgave NEN-EN 120 uit 1991).
1.2.2. Lijm: Verwerkt in houtspaanplaat: ureumformaldehyde-lijm of isocyanaat-lijm; verwerkt in schottenlijm: ureumformaldehyde-lijm en/of PVAC-lijm; verwerkt in perslijm: PVAC lijm - polyvinylacetaat; v erwerkt in constructielijm: PVAC lijm - polyvi- nylacetaat.
1.2.3. Lak: N itrocelluloselak dan wel een combinatielak van nitrocellulose, alkydharsen, en
-eventueel - polyesterharsen.
1.2.4. Handgrepen, sierschroeven en andere ornamenten: Handgrepen, ornamenten en accessoires van graf- en crematiekisten dienen uitgevoerd te worden in vergankelijk materiaal, dan wel van buitenaf verwijderd te kunnen worden.
1.2.5. Hoofdkussen of hoofdsteun: Zak van vergankelijk materiaal gevuld met houtkrullen of kartonnen hoofdsteun.
1.2.6. Binnenbekleding: Niet geïmpregneerd papier aan de binnenkant van de deksel en de wanden; katoen, zijde, rayon, of cellulose-acetaat dan wel een mengsel van genoemde stoffen, en wel zo dat de stof van de binnenbekleding niet in één stuk over de bodem en wanden van de kist wordt gespreid, maar dat voor de bodem een los stuk stof wordt gebruikt.
1.2.7. Bodembedekking: Niet-geïmpregneerd papier op de bodem, al dan niet voorzien van een extra celstof onderlegger.
1.2.8. Print en kantenband: Basispapier op edelcellulosebasis met anorganische pigmenten.
1.3 Materiaal voor lijkhoezen dient aan de volgende eisen te voldoen:
1.3.1. Doorlaatbaarheid
a. Van water: gedurende zeven dagen voortdurend contact met water van 5°C en 20°C bij pH = 7,0 mag het materiaal niet meer dan 1 mg vloeibaar water per vierkante meter per uur doorlaten, gemeten volgens norm DIN 53122 of een vergelijkbare norm.
b. Van gas: na veertien dagen mag de doorlaatbaarheid voor gasvormig kooldioxide, gemeten volgens norm DIN 53122 of een vergelijkbare norm, niet minder zijn
REGLEMENT STICHTING ST.-CATHARINAKERKHOF
dan 150 ml per vierkante meter per uur en voor zuurstof niet minder dan 200 ml per vierkante meter per uur.
1.3.2. Mechanische eigenschappen
a. Treksterkte: de treksterkte van het materiaal en van de lasverbindingen mag niet minder bedragen dan 1 N per millimeter, gemeten volgens norm DIN 53455 of een vergelijkbare norm.
b. Vouwbestendigheid: als het materiaal wordt dubbelgevouwen en de vouw gedu- rende dertig minuten wordt belast bij een druk van 5 N per vierkante centimeter, mag het materiaal in de vouw geen scheur vertonen.
1.3.3. Vorm Gedurende twee jaar opslag bij 20°C mag de krimp in de lengte- en breedte- richting niet meer dan 10% bedragen, gemeten volgens norm ASTM: D 2732-83 of een vergelijkbare norm.
1.3.4. Biologische afbreekbaarheid: Het materiaal van de lijkhoezen dient binnen 90 dagen voor meer dan 98% te worden afgebroken, gemeten volgens norm ASTM: D 5338-92 of een daarmee vergelijkbare norm. Daarnaast dienen uit de lijkhoezen, zowel bij de biologische afbraak als bij crematie, geen schadelijke stoffen vrij te komen. Voor zware metalen (Pb, Cr, Ni, Cu, Cd, Zn) en gechloreerde koolwaterstoffen dient voldaan te worden aan de Duitse Bundesgütegemeinschaft-norm RAL GZ 251 of een daaraan gelijk te stellen norm. Voor de bepaling hiervan dient gebruik te worden gemaakt van de norm ASTM: D 5152-91 of een vergelijkbare norm.
1.4 Andere omhulsels dan lijkkisten en lijkhoezen die op het doel van begraven of verbranden zijn afgestemd, zijn toegestaan bij begraven of verbranden mits zij vol- doen aan de hierboven gestelde eisen van doorlatendheid voor lucht en biologische afbreekbaarheid voor zover deze omhulsels dan wel onderdelen daarvan niet ver- wijderd worden voorafgaand aan het begraven of verbranden.
Toelichting:
1. Op grond van het Besluit op de lijkbezorging 2013 dient een kist of ander omhulsel vervaardigd te zijn van biologisch afbreekbare materialen.
2. Op grond van het Besluit op de lijkbezorging 2013 dient een lijkhoes vervaardigd te zijn van biologisch afbreekbare materialen. Omdat niet is vastgelegd binnen welke termijn en op welke wijze dit proces dient plaats te vinden, zijn hiervoor aanvul- lende bepalingen opgenomen.
Dit reglement is vastgesteld in de vergadering van het bestuur van de Stichting St.- Xxxxxxxxx- kerkhof d.d. 29 september 2014 en van toepassing verklaard met ingang van heden.
X.X.X.X. xxx Xxxx, voorzitter X.X.X.X. xxx xx Xxxx, secretaris
Stichting St.- Catharinakerkhof
Kantooruren: woensdagvoormiddag van 09:30 tot 11:00
Telefoonnummer 040 – 2365579
E-mail: xxxx@xxxxxxxxxxxxxxxx.xx Banknr: XX00 XXXX 0000 0000 00
xxx.xxxxxxxxxxxxxxxx.xx KvK inschrijfnummer 41090501
STICHTING ST.-CATHARINAKERKHOF
XXXXXXXXXX 00X 0000 XX XXXXXXXXX