Uitvoeringsbepalingen voor een aantal bepalingen van de overeenkomst
Uitvoeringsbepalingen voor een aantal bepalingen van de overeenkomst
Artikel 1: Toepassingsgebied van de overeenkomst
Op de datum van de ondertekening van de overeenkomst zijn de in artikel 1 bedoelde organen de volgende:
- Europese Stichting voor de verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden;
- Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding;
- Europees Milieuagentschap;
- Europese Stichting voor opleiding;
- Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving;
- Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk;
- Communautair Bureau voor plantenrassen;
- Europees Bureau voor de geneesmiddelenbeoordeling;
- Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt;
- Europese Politiedienst;
- Vertaalbureau voor de organen van de EU;
- Europees Waarnemingscentrum voor racisme en vreemdelingenhaat;
- Europees Bureau voor wederopbouw;
- Europese Autoriteit voor voedselveiligheid;
- Europees Agentschap voor de veiligheid van de zeevaart;
- Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart;
- Europees Agentschap voor netwerk- en informatiebeveiliging;
- Eurojust.
Iedere wijziging van deze lijst zal ter kennis van de ondertekenende partijen worden gebracht.
Artikel 7: Forfaitaire reiskostenvergoeding
De forfaitaire reiskostenvergoeding is verschuldigd wanneer de hulpconferentietolk (HCT), wiens beroepsdomicilie zich buiten zijn plaats van tewerkstelling bevindt, de heenreis de dag voor de eerste dag van zijn opdracht moet maken of de laatste dag van zijn opdracht pas na middernacht naar zijn domicilie kan terugkeren.
Deze vergoeding is evenwel niet verschuldigd wanneer de HCT voor die dag een dagsalaris (artikel 6 van de overeenkomst) ten laste van de Gemeenschapsbegroting ontvangt.
Wanneer een HCT twee opeenvolgende contracten met twee instellingen op twee verschillende plaatsen van tewerkstelling heeft, ontvangt hij hetzelfde salaris als wanneer de verandering van plaats van tewerkstelling in een intra-institutioneel kader plaatsvond.
Artikel 9: Dagvergoeding
De afstand van 60 km (plaatselijke zone) wordt vastgesteld op grond van de officiële gegevens van de spoorwegen en op basis van de kortste route. De aanvullende dagvergoeding,
die gelijk is aan de dagvergoeding, is verschuldigd wanneer de HCT zijn plaats van tewerkstelling de laatste dag van zijn opdracht niet kan verlaten.
Wanneer de HCT geen vooruitbetaalde vervoersbewijzen van het erkende agentschap kan krijgen, wordt de dagvergoeding vooruit betaald indien de HCT daarom verzoekt.
In geval van ziekte van de HCT op de plaats van tewerkstelling, wordt de dagvergoeding eveneens betaald en worden de hotelkosten vergoed.
De instellingen vergoeden de aankoop van de "hotelklantenkaart" naar rato van het gebruik daarvan.
Artikel 10: Vergoeding van de reiskosten
a) Voor de toepassing van artikel 10 van de overeenkomst kiest de HCT de wijze(n) van vervoer voor de heenreis en de terugreis tussen zijn beroepsdomicilie en de plaats van tewerkstelling. Indien de afstand meer bedraagt dan 300 km, heeft hij het recht om met het vliegtuig te reizen. De HCT stelt de route en het tijdschema voor zijn reizen ter uitvoering van de met één of meer instellingen gesloten contracten vast. Behalve in geval van overmacht wordt de terugbetaling van de eventueel verschuldigde reiskosten en vergoedingen beperkt tot de meest directe reisroute en het kosteneffectiefste verkeersmiddel.
b) Wanneer de HCT's vooruitbetaalde vervoersbewijzen van het erkende agentschap ("het agentschap") kunnen krijgen, wordt geen voorschot op de reiskosten betaald; in dat geval worden het salaris (100%) en de dagvergoeding(en) betaald binnen 5 werkdagen te rekenen vanaf de laatste dag van het contract.
In alle andere gevallen worden de reiskosten op verzoek van tevoren vergoed (overeenkomstig artikel 10 van de overeenkomst).
c) Het is niet verplicht een beroep te doen op het agentschap.
d) Wanneer voor de ambtenaren en andere personeelsleden voor vergaderingen buiten de plaatsen waar de werkzaamheden van de instellingen normaal worden verricht, specifieke bepalingen gelden, zijn deze specifieke bepalingen eveneens van toepassing op de HCT’s die tot hetzelfde team behoren en hun beroepsdomicilie in een van deze plaatsen hebben. De HCT’s worden zo spoedig mogelijk en in ieder geval tijdig van deze specifieke bepalingen in kennis gesteld.
1. Regeling voor de vergoeding van de daadwerkelijke vervoerskosten na overlegging van bewijsstukken
- Vliegtuig:
a) wanneer de afstand meer bedraagt dan 300 km, of wanneer de afstand minder bedraagt dan 300 km indien de totale kosten van de vliegtuigreis lager liggen dan de kosten van de treinreis, op grond van het semiflexibele, terugbetaalbare en tegen een vergoeding omruilbare IATA-plaatsbewijs - waarvan de reistijden verenigbaar zijn met de eisen
van het contract - inclusief het luchthavenrecht en de kosten, zonder specifiek bewijsstuk, van een met een openbaar vervoermiddel tussen de luchthaven en het centrum van de stad afgelegd traject.
Wanneer de HCT een semiflexibel, terugbetaalbaar en tegen een vergoeding omruilbaar plaatsbewijs overlegt, geschiedt de vergoeding automatisch, zonder overlegging van bijkomende bewijsstukken.
In de onderstaande gevallen mag de HCT een plaatsbewijs van een hogere categorie kopen:
i. wanneer het semiflexibele tarief niet bestaat;
ii. wanneer het semiflexibele tarief om de volgende redenen niet meer beschikbaar is:
- indienstneming op korte termijn;
- wijzing van het contract en/of plaats van tewerkstelling;
- wijziging van het programma en van de vlucht op verzoek van of met de toestemming van de dienst.
In die gevallen krijgt de HCT de hogere categorie automatisch vergoed. In alle andere gevallen legt de HCT alle nodige stukken ter rechtvaardiging van de hogere categorie.
b) De instellingen nemen alle kosten voor hun rekening die voortvloeien uit een wijziging van het programma en/of het contract en/of een annulering van een contract wanneer zij daarvoor verantwoordelijk zijn, evenals bij overmacht en bij ziekte van de HCT. Hetzelfde geldt in geval van overlijden of ziekte van een naast familielid van de HCT, overeenkomstig de bepalingen die voor de ambtenaren van de instellingen gelden.
c) Voor vliegreizen met meer dan vier effectieve vlieguren buiten het geografische Europa wordt een businessclass-plaatsbewijs vergoed.
d) Rondreisbiljet: wordt vergoed tot het bedrag van een plaatsbewijs voor de heen- en terugreis tussen het beroepsdomicilie en de plaats van tewerkstelling.
- Trein: volledig tarief eerste klasse, speciale treinen en slaaprijtuig - afdeling "double". De instellingen vergoeden de aankoop van een treinabonnement naar rato van het gebruik daarvan.
- Auto: op basis van het spoortarief, via de meest directe route.
2. Bewijsstukken
a) Als bewijsstukken worden in aanmerking genomen:
- het vliegtuigticket of het strookje ("souche") of het bewijs van de reservering en de betaling van een elektronisch ticket en de instapkaarten;
- het spoorbiljet voor opdrachten ten behoeve van instellingen die dat van hun ambtenaren vragen, of een verklaring op erewoord van de HCT, waarin hij te kennen geeft dat hij met de trein heeft gereisd, ingeval het spoorwegreglement de reiziger de verplichting oplegt het plaatsbewijs bij aankomst af te geven;
- een verklaring op erewoord van de HCT, waarin hij te kennen geeft dat hij voor de reis van zijn particuliere auto gebruik heeft gemaakt. Wanneer de reis met de auto recht geeft op de betaling van een forfaitaire reisvergoeding, levert de HCT met alle nodige middelen een bewijs dat de reis met de auto heeft plaatsgevonden;
- in het algemeen, ieder bewijsstuk dat wordt gevraagd van ambtenaren of andere personeelsleden van de instelling waarvoor de HCT in dienst is genomen.
b) De bewijsstukken moeten de volgende gegevens omvatten:
- de naam van de vervoerder;
- de datum van afgifte en de uiterste geldigheidsdatum van het vervoerbewijs alsmede de prijs ervan en de valuta waarin deze is uitgedrukt;
- de vermelding van de plaats van tewerkstelling als plaats van aankomst vóór het begin van het contract en als plaats van vertrek na afloop van het contract;
- eventueel de naam van de HCT.
Artikel 12: Xxxxx reizen en vermoeiende opdrachten
1. Langeafstandsreizen
a) Voor het Parlement en de Commissie
Wanneer de reis een tijdsverschil van meer dan vier uur en/of een verandering van halfrond inhoudt, wordt de HCT vóór de aanvang van de officiële verplichtingen een rustdag op de plaats van de opdracht toegekend.
Wanneer de HCT contractuele verplichtingen heeft op de dag na zijn terugkeer van een opdracht die een langeafstandsreis inhoudt, wordt hij niet voor vergaderingen ingezet.
Wanneer de HCT die dag evenwel geen contractuele verplichtingen heeft, krijgt hij een forfaitaire compensatie (artikel 7 bis van de overeenkomst).
b) Voor het Hof van Justitie Niet van toepassing.
2. Vermoeiende opdrachten
a) Voor de Commissie
Wanneer tijdens een itinerante opdracht een dag meer dan 12 uur on duty omvat, krijgt de HCT compensatie. Deze compensatie stemt overeen met een forfaitaire compensatie (artikel 7 bis van de overeenkomst) per dag die meer dan 12 uur on duty omvat.
b) Voor het Parlement
De bepalingen die gelden voor de tolken in vaste dienst, zijn mutatis mutandis1 van toepassing.
c) Voor het Hof van Justitie Niet van toepassing.
Artikel 16: Ziektekosten- en ongevallenverzekering
Twee derde van de verzekeringspremie wordt door de instelling en een derde door de hulpconferentietolk betaald.
Artikel 18: Betalingstermijnen
In geval van niet-naleving van de onder 1) vermelde betalingstermijn, die is toe te schrijven aan de instelling, stelt deze de betrokken tolkendelegatie daarvan onverwijld in kennis.
De betalingstermijnen beginnen te lopen vanaf het ogenblik waarop de administratie de van de HCT vereiste documenten ontvangt.
De rente wegens te late betaling wordt vastgesteld overeenkomstig de bepalingen van het Financieel Reglement en de uitvoeringsvoorschriften daarvan.
Artikel 19: Herziening van de overeenkomst en overleg
De leden van de delegatie die een contract met een van de instellingen van de Europese Unie hebben gesloten, nemen van rechtswege deel aan het overleg.
Artikel 20: Tolkendelegaties
Overeenkomstig het gebruik, worden de leden van de tolkendelegatie voor de duur van de vergaderingen tussen de tolkendelegatie en de betrokken instelling vrijgesteld van hun werkzaamheden.
Hetzelfde geldt voor de voorbereiding van deze vergaderingen; het tijdstip daarvoor dient tussen de betrokken diensten en de leden van de delegatie te worden afgesproken.
Artikel 24: Regels betreffende de plaats van tewerkstelling en de samenstelling van de teams
1 In 2008 zijn er geen dergelijke bepalingen die van toepassing zijn op de tolken in vaste dienst.
1. De HCT’s staan ter beschikking van de instelling waarvoor zij in dienst zijn genomen vanaf het uur dat hun door de opdrachtgevende dienst is medegedeeld. Wanneer dit uur hen niet is medegedeeld, staan zij met ingang van de eerste dag van hun opdracht om 9 uur ter beschikking van de instelling.
2. Voor de Commissie
a) De laatste dag van hun opdracht worden de HCT’s wier beroepsdomicilie zich op een zodanige plaats bevindt dat zij dit niet meer vóór middernacht kunnen bereiken wanneer zij Brussel om 19.30 uur of later verlaten, twee uur vóór het geplande vertrek van het laatste vliegtuig of 45 minuten vóór het geplande vertrek van de laatste trein van hun verplichtingen ontslagen, zelfs wanneer de vergadering waarvoor een beroep op hen is gedaan, nog niet is geëindigd;
b) De laatste dag van de opdracht
1) worden de HCT’s wier beroepsdomicilie zich in de plaats van tewerkstelling bevindt uiterlijk om 21 uur van hun verplichtingen ontslagen;
2) kunnen de bepalingen van lid 2, onder a), mutatis mutandis ook worden toegepast op tolken wier beroepsdomicilie zich in hun plaats van tewerkstelling bevindt en die daarom vóór het begin van hun opdracht hebben verzocht, om hen de mogelijkheid te geven de volgende dag een verplichting op een andere plaats na te komen.
3. Voor het Hof van Justitie
Indien het vertrek uit Luxemburg gezien de eisen van de planning van het Hof en de dienstregelingen van vliegtuig of trein niet kan worden gegarandeerd op de laatste dag van het contract, neemt de HCT een vervoersbewijs waarmee hij Luxemburg kan verlaten de dag na de laatste dag van het contract; in dat geval ontvangt hij een forfaitaire reisvergoeding, een dagvergoeding en de vergoeding van de hotelkosten of het forfait voor logies.
Met de instemming van de programmeringsgroep mag de HCT Luxemburg evenwel verlaten op de laatste dag van het contract indien hij na afloop van de zitting waarvoor hij wordt ingezet zijn beroepsdomicilie vóór middernacht kan bereiken. Het Hof neemt vergoedingen voor de omruiling van het vervoersbewijs en eventuele annulatiekosten van de hotelkamer voor zijn rekening.
4. Gegarandeerd vrije avond. Voor de Commissie:
De Commissie zet een systeem op waarbij de HCT's zich kunnen inschrijven in het register van gegarandeerd vrije avonden dat door de programmeringseenheid wordt bijgehouden. De programmeringseenheid houdt dit register bij zodat de HCT's zich tot twee weken vooraf kunnen inschrijven. Indien de programmeringseenheid om dienstredenen geen gunstig gevolg kan geven aan een verzoek om een gegarandeerd vrije avond, wordt een met redenen omklede weigering minstens een week vooraf aan de HCT meegedeeld.