Inhoudsopgave Bijzondere voorwaarden Woningverzekering Prima
Woningverzekering Prima
Model 11.17
Bijzondere voorwaarden
Inhoudsopgave
1. AANVULLENDE BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN
3
3
3. DEKKING TIJDENS AANBOUW, VERBOUW OF RENOVATIE
4
4. DEKKING BOVEN HET VERZEKERDE BEDRAG
4
4.5. Kosten voor vergelijkbare vervangende woonruimte en huurderving 4
4.7. Kosten gemaakt in opdracht van de overheid 4
4.11. Productieverlies zonnepanelen 5
5
6
7. VASTSTELLING SCHADEOMVANG, VERGOEDING EN UITKERING
6
7
7
7
7
2
Bijzondere voorwaarden Woningverzekering Prima
Model 08.17
1. AANVULLENDE BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN
In deze voorwaarden wordt verstaan onder:
1.1. Verzekerde: degene die de verzekering is aangegaan (de verzekeringnemer) en de personen met wie verzekeringnemer in gezinsverband samenwoont.
1.2. Woonhuis: de onroerende zaak die volgens het polisblad verzekerd is, inclusief glas en funderingen, tenzij uit het polisblad anders blijkt. Tot het woonhuis worden ook gerekend:
- alle (losstaande) bijgebouwen aanwezig op hetzelfde perceel als het woonhuis, zoals een schuur of een garage, ongeacht bouwaard of dakbedekking;
- andere gefundeerde bouwsels die staan in de bij het woonhuis behorende tuin;
- vaste terreinafscheidingen, inclusief het daarin aanwezige glas;
- zonnepanelen en/of zonnecollectoren die verzekerde voor eigen rekening heeft aangeschaft en die aan het woonhuis zijn bevestigd of met ballast op het dak op hun plek worden gehouden.
1.2.1. Tot het woonhuis worden niet gerekend: tennisbanen, zwembaden, paardenbakken, jacuzzi’s, aanlegsteigers, walbeschoeiing en bruggen, schotelantennes, domotica (woonhuisautomatisering), zonwering, tuinaanleg, beplanting en bestrating.
1.3. Glas: glazen of kunststof ruiten, bestemd om daglicht door te laten, aanwezig in (dak)ramen, deuren en lichtkoepels van het verzekerde woonhuis. Tot het glas worden ook gerekend bijzonder glas, zoals gebogen of versierd glas, glas in lood en glazen binnendeuren.
1.4. Herbouwwaarde: het bedrag dat nodig is om het verzekerde woonhuis direct na de gebeurtenis te herbouwen op dezelfde plaats en met dezelfde bestemming.
1.5. Verkoopwaarde: de prijs van het woonhuis bij verkoop direct voor de gebeurtenis na aftrek van de prijs voor de grond.
1.6. Sloopwaarde: de opbrengst van de nog bruikbare of waardevolle onderdelen van het woonhuis direct na de gebeurtenis, verminderd met de kosten van het laten afbreken, wegruimen, afvoeren en storten.
1.7. Neerslag: regen, hagel, sneeuw en smeltwater.
1.8. Brand: een vuur met vlammen buiten een haard, dat zich op eigen kracht uitbreidt. Het vuur moet ontstaan zijn door verbranding met vlammen. Daarom wordt onder andere niet als brand beschouwd:
- uitstraling naar het woonhuis of aanraking met het woonhuis door een heet of gloeiend voorwerp;
- doorbranden van elektrische apparaten en motoren;
- kortsluiting en oververhitten;
- doorbranden, scheuren of breken van ovens en ketels.
1.9. Braak: iemand verschaft zich onrechtmatig toegang doordat hij degelijke afsluitingen verbreekt. Door de inbraak moeten deze afsluitingen zichtbare
beschadigingen hebben. De afsluitingen moeten zonder reparatie of vervanging niet meer geschikt zijn om te gebruiken.
1.10. Ontploffing: een eensklaps verlopende hevige krachtsuiting van gassen of dampen. De volledige tekst van deze definitie en de daarbij behorende toelichting is op 5 april 1982 onder nummer 275/82 ter griffie van de arrondissementsrechtbank
te Utrecht gedeponeerd door de Vereniging van Brandassuradeuren in Nederland.
1.11. Blikseminslag: het getroffen worden door bliksem. Tot blikseminslag wordt niet gerekend: overspanning of inductie zonder waarneembare sporen van de blikseminslag in of aan het object.
1.12. Storm: wind met een snelheid van tenminste 14 meter per seconde (windkracht 7 of hoger). Hiervoor wordt de hoogste windstoot op het dichtstbijzijnde uur van het moment van de schadegebeurtenis, op het dichtstbijzijnde KNMI-meetpunt bij het woonhuis als uitgangspunt genomen.
1.13. Bereddingskosten: noodzakelijke kosten die door verzekerde tijdens of direct na de gebeurtenis worden gemaakt in verband met maatregelen ter voorkoming of vermindering van een onder deze verzekering gedekte schade.
1.14. Opruimingskosten: de noodzakelijke kosten die door verzekerde na de gebeurtenis worden gemaakt om de verzekerde zaken af te breken, op te ruimen en/of af te voeren.
1.15. Expertisekosten: het salaris en de kosten van de met de schaderegeling belaste deskundigen.
2. DEKKING
2.1. Verzekerd is de materiële schade aan of het verloren gaan van (een deel van) het woonhuis als direct gevolg van iedere schadeveroorzakende gebeurtenis:
- die zich plotseling voordoet tijdens de looptijd van deze verzekering; en
- die verzekerde niet kon voorzien tijdens het afsluiten of wijzigen van de verzekering.
2.2. Schade veroorzaakt door de aard of een gebrek van het woonhuis zelf is ook verzekerd.
2.2.1. Niet verzekerd zijn de kosten van het herstel van het eigen gebrek.
2.3. De uitkering kan worden beperkt door een maximum vergoeding of door een eigen risico.
2.4. Er is geen dekking voor gebeurtenissen die staan beschreven bij de uitsluitingen in de algemene voorwaarden Varia en bij de uitsluitingen in deze bijzondere voorwaarden.
2.5. Als onderdeel van het verzekerd bedrag vergoeden ondertekenaars ook de opsporingskosten en de kosten van het breek- en herstelwerk in geval van defecte water-, afvoer- of verwarmingsleidingen, die in of onder het woonhuis liggen.
2.5.1. Deze kosten worden ook vergoed als door het defect nog geen schade aan het woonhuis is ontstaan.
2.5.2. De reparatiekosten van de defecte water-, afvoer- of verwarmingsleiding worden niet vergoed.
2.5.3. De reparatiekosten van de defecte leidingen, van installaties en toestellen zijn alleen verzekerd als deze defect zijn geraakt als gevolg van vorst.
2.5.4. Niet verzekerd zijn de kosten voor het opsporen van verstoppingen en het ontstoppen van het riool of de leidingen.
3
3. DEKKING TIJDENS AANBOUW, VERBOUW OF RENOVATIE
3.1. Tijdens aanbouw, verbouw of renovatie van het woonhuis geeft de verzekering alleen dekking voor:
- schade door brand en schade door het blussen van brand;
- schade door ontploffing;
- schade door blikseminslag;
- schade door lucht- en ruimtevaartuigen;
- schade door relletjes, opstootjes en plunderingen;
- schade door aanrijding of aanvaring;
- schade door het (om)vallen van kranen, hoogwerkers, heistellingen, windmolens, antennes, gekapte bomen of gesnoeide takken, vlaggenmasten en/of het losraken van delen daarvan;
- schade door het inslaan van meteorieten.
3.2. Als het woonhuis wind- en waterdicht is, biedt de verzekering tot maximaal 20% van het verzekerd bedrag tevens dekking voor de overige in artikel 2 genoemde gebeurtenissen.
3.3. Als verzekerde aantoont dat de schade en de schadeveroorzakende gebeurtenis geen enkel verband heeft met de aanbouw, verbouw of renovatie van het woonhuis, zijn de dekkingsbeperkingen die staan beschreven in 3.1 en 3.2 niet van toepassing.
4. DEKKING BOVEN HET VERZEKERDE BEDRAG
Boven het verzekerd bedrag wordt in geval van schade aan het woonhuis door een verzekerde gebeurtenis uitkering verleend voor de hieronder genoemde kosten als deze voor rekening van verzekerde komen.
4.1. Bereddingskosten
Bereddingskosten worden volledig vergoed.
4.2. Salvagekosten
De kosten die de Stichting Salvage in rekening brengt voor hulpverlening en beperking van schade worden volledig vergoed.
4.3. Expertisekosten
4.3.1. Schadevaststelling door deskundigen.
Ondertekenaars kunnen een externe deskundige benoemen voor de vaststelling van de schadevergoeding. De kosten voor deze vaststelling zijn voor rekening van ondertekenaars.
4.3.2. Als verzekeringnemer het niet eens is met de vastgestelde schadevergoeding, kan verzekeringnemer eveneens een door de beroepsgroep erkende deskundige inschakelen. De kosten van deze deskundige worden vergoed tot de kosten van de deskundige van ondertekenaars.
4.3.3. Als de kosten van de deskundige die optreedt namens verzekeringnemer meer bedragen dan de kosten van de deskundige van ondertekenaars, zal het meerdere worden getoetst aan de redelijkheid. Alleen de redelijke kosten komen voor vergoeding in aanmerking.
4.3.4. De kosten van een eventuele derde deskundige, die aangewezen is voor het geval de deskundigen geen overeenstemming bereiken over de verschillende schadeberekeningen, worden vergoed door ondertekenaars.
4.4. Opruimingskosten
Opruimingskosten worden vergoed tot maximaal 20% van het verzekerd bedrag.
4
4.5. Kosten voor vergelijkbare vervangende woonruimte en huurderving
De noodzakelijke en marktconforme kosten voor verblijf in een vergelijkbare vervangende woonruimte en/of huurderving worden vergoed tot maximaal 20% van het verzekerd bedrag.
4.5.1. Verzekerd zijn de met toestemming van ondertekenaars gemaakte kosten die, als gevolg van het geheel of gedeeltelijk onbruikbaar worden van het woonhuis door een gedekte schadegebeurtenis, gemaakt moeten worden om vergelijkbare vervangende woonruimte te huren.
4.5.2. Deze kosten worden vergoed gedurende de periode die nodig is om het verzekerde woonhuis bewoonbaar te maken met een maximum van 36 maanden.
4.5.3. Als verzekerde niet binnen 12 maanden begint met herstel of herbouw van het woonhuis dan worden deze kosten vergoed gedurende een periode van maximaal 12 maanden vanaf de schadedatum.
4.5.4. De uitkering geschiedt op basis van de huurprijs van een vergelijkbaar woonhuis.
4.5.5. Woonkosten die door verzekeringnemer worden bespaard, worden van de schadevergoeding afgetrokken.
4.5.6. Als het woonhuis ten tijde van de schadeveroorzakende gebeurtenis werd verhuurd aan derden, is de huurderving als gevolg van het geheel of gedeeltelijk onbruikbaar worden van het woonhuis door een gedekte schadegebeurtenis verzekerd. De kosten van huurderving worden maximaal 52 weken vergoed.
4.5.7. Als verzekeringnemer niet binnen 26 weken na de gebeurtenis tot herstel of herbouw is overgegaan, wordt de uitkering voor huurderving beperkt tot een periode van 10 weken.
4.6. Kosten van tuinaanleg
De kosten van het herstel van tuinaanleg, de bestrating en de beplanting worden vergoed tot maximaal 20% van het verzekerd bedrag.
4.6.1. Er is geen dekking voor schade door storm, neerslag en andere weersinvloeden, diefstal en vandalisme.
4.7. Kosten gemaakt in opdracht van de overheid
De kosten voor herstel van het woonhuis die zijn gemaakt in opdracht van de overheid, worden vergoed tot maximaal 20% van het verzekerd bedrag.
4.8. Saneringskosten
Saneringskosten die zijn gemaakt in opdracht van de overheid worden vergoed tot maximaal 20% van het verzekerd bedrag.
4.8.1. Het moet gaan om kosten die verband houden met grond- en watersanering en met het isoleren van de verontreiniging. Sanering omvat reiniging, opruiming, transport, opslag, vernietiging en vervanging van grond, grondwater, oppervlaktewater en rioolwater.
4.8.2. Voorwaarde voor vergoeding van saneringskosten is dat de verontreiniging binnen één jaar na de schadegebeurtenis waardoor deze is ontstaan aan ondertekenaars is gemeld.
4.8.3. De grond, het grondwater en/of het oppervlaktewater moeten liggen binnen het perceel van het verzekerde woonhuis of binnen de direct daaraan grenzende percelen, gebouwen of objecten.
4.8.4. Als voor de schadegebeurtenis al sprake was van verontreiniging, worden saneringskosten niet vergoed.
4.9. Noodvoorzieningen
De kosten van noodvoorzieningen worden vergoed tot maximaal 20% van het verzekerd bedrag.
4.9.1. Onder de kosten van noodvoorzieningen verstaan ondertekenaars ook de kosten van:
- bewaking van het onbewoonbare woonhuis;
- opslag van de inboedel gedurende de tijd dat het woonhuis onbewoonbaar is, inclusief het transport naar en van de opslag.
4.9.2. De kosten voor transport en opslag van de inboedel worden vergoed gedurende een periode van maximaal
36 maanden vanaf de schadedatum.
4.9.3. De kosten voor bewaking van het onbewoonbare woonhuis en de kosten voor transport en opslag van de inboedel worden alleen vergoed als deze kosten gemaakt zijn na schriftelijke goedkeuring van ondertekenaars.
4.10. Sloten en sleutels
Als de huissleutels van verzekerde na diefstal met braak of na beroving met geweld in bezit van onbevoegden zijn
gekomen worden, ter voorkoming van schade, tot maximaal
€ 750 per gebeurtenis de volgende kosten vergoed:
- de kosten om (elektronische) huissleutels te vervangen en/of opnieuw te programmeren;
- de kosten om sloten te vervangen.
4.10.1. Van de diefstal of de beroving moet verzekerde aangifte doen bij de politie.
4.11. Productieverlies zonnepanelen
Als de zonnepanelen en/of zonnecollectoren niet of niet goed functioneren, wordt het aantoonbare productieverlies vergoedt tot ten hoogste € 500 per gebeurtenis.
5. UITSLUITINGEN
Niet alles is verzekerd. In de algemene voorwaarden Varia en in deze bijzondere voorwaarden staan uitsluitingen, dat zijn gebeurtenissen waarbij de schade aan het woonhuis niet gedekt is.
In de algemene voorwaarden Varia staan de volgende uitsluitingen beschreven:
- schade door ernstige conflicten (molest);
- schade door opzet, grove schuld of bewuste roekeloosheid;
- schade door natuurrampen;
- schade door atoomkernreacties;
- schade door fraude;
- schade door het niet nakomen van verplichtingen.
Per situatie staat in de algemene voorwaarden Varia precies wat nooit verzekerd is. Raadpleeg deze voorwaarden voor de exacte omschrijving.
Welke schade aan het woonhuis is nog meer niet verzekerd?
De verzekering biedt geen dekking als de schade (mede) is veroorzaakt door, ontstaan of verergerd is door of te maken heeft met de hieronder beschreven situaties.
5.1. Schade door vochtdoorlating van schoorsteen, muren en/ of vloeren.
5.2. Schade door constructie- en /of bouwfouten.
5.3. Schade door (grond)verzakking of (grond)verschuiving en schade door instorting en trillingen.
5.4. Schade door grondwater.
5.5. Schade door slijtage, uitdrogen, krimpen, vervormen, verkleuren, kromtrekken, veroudering, verrotting, corrosie, temperatuursinvloeden, klimatologische of andere geleidelijk werkende invloeden.
5.6. Schade door onvoldoende of slecht onderhoud van het woonhuis.
5.7. Schade door bevriezing als sprake is van nalatigheid van verzekerde.
5.8. Schade door de overheid.
5.9. Schade door ondeskundig of onjuist uitgevoerde werkzaamheden bij reiniging, onderhoud, verbouwing en/of reparatie van het woonhuis.
5.10. Schade aan glas zolang het woonhuis geheel of gedeeltelijk is gekraakt.
5.11. Schade aan glas zolang het woonhuis geheel of grotendeels leeg staat, dan wel voor een aaneengesloten periode die langer dan twee maanden zal duren, niet bewoond is.
5.12. Schade (mede) veroorzaakt of (mede) ontstaan door wettelijk niet toegestane activiteiten gepleegd door een verzekerde, een (onder)huurder of andere belanghebbende bij deze verzekering.
5.13. Schade door neerslag die door openstaande (dak)ramen, deuren, lichtkoepels of luiken is binnengedrongen.
5.14. Schade door wind met een windkracht tot 14 meter per seconde (windkracht 6 of lager).
5.15. Schade door water of stoom uit vulslangen van een centrale verwarming of uit tuinslangen.
5.16. Schade die alleen bestaat uit het niet of niet goed functioneren van de verzekerde zaak.
5.17. Schade door ongedierte (zoals muizen, ratten, houtwormen), insecten, bacteriën, virussen, schimmels, zwamvorming, algen en andere micro-organismen en uitwerpselen.
5.18. Directe schade door dieren van verzekerde of van anderen die verzekerde in het woonhuis of op het perceel laat.
5.19. Schade door graffiti, verf, kleurstoffen of andere verontreinigende of bijtende stoffen aan de buitenzijde van het woonhuis.
5.20. Schade ontstaan door normaal gebruik van het woonhuis zoals schrammen, deuken, vlekken, krassen, barsten en andere oppervlaktebeschadigingen die de gebruiksmogelijkheid niet beïnvloeden.
5.21. Schade aan zaken waarop een garantieregeling van kracht is.
5.22. Schade die alleen bestaat uit het doorbranden van elektrische apparaten en/of installaties.
5.23. Schade door en kosten van archeologisch onderzoek op grond van de Wet op de archeologische monumentenzorg.
5
Veranderingen in de situatie van verzekerde kunnen er voor zorgen dat de gegevens op het polisblad niet meer kloppen. Wijzigingen moeten door verzekerde schriftelijk aan ondertekenaars worden doorgeven. Ondertekenaars beoordelen het wijzigingsverzoek en bevestigen schriftelijk of de verzekering kan worden voortgezet en onder welke voorwaarden.
6.1. Verzekerde moet binnen 14 dagen schriftelijk aan ondertekenaars doorgeven als verzekeringnemer van woonadres of vestigingsadres verandert.
6.2. Onderstaande wijzigingen moet verzekerde ook binnen 14 dagen schriftelijk aan ondertekenaars doorgeven:
- als personen (bijvoorbeeld krakers) het woonhuis of een gedeelte daarvan zonder toestemming van verzekeringnemer gebruiken;
- als het woonhuis leeg komt te staan;
- als het woonhuis, naar verwachting, langer dan twee maanden onbewoond zal zijn.
6.2.1. Als het woonhuis zonder toestemming van verzekeringnemer wordt gebruikt of als het woonhuis leeg staat of als het woonhuis langer dan twee maanden aaneengesloten onbewoond is, geeft de verzekering alleen dekking voor:
- schade door brand en schade door het blussen van brand;
- schade door ontploffing;
- schade door blikseminslag;
- schade door storm;
- schade door lucht- en ruimtevaartuigen.
6.2.2. In deze situaties mogen ondertekenaars de voorwaarden en/of de premie van deze verzekering wijzigen met ingang van het moment waarop de wijziging plaatsvindt. Het is ook mogelijk dat ondertekenaars de wijziging(en) niet accepteren en de verzekering beëindigen. Hiervoor geldt een opzegtermijn van 30 dagen.
6.3. Onderstaande wijzigingen moet verzekerde binnen 30 dagen schriftelijk aan ondertekenaars doorgeven:
- wijziging van de bouwaard en/of de dakbedekking van het woonhuis;
- wijziging van het gebruik van het woonhuis;
- als het woonhuis ingrijpend wordt verbouwd (bijvoorbeeld de aanleg van een garage of een zwembad, aanleg en installatie van domotica, een serre aanbouwen);
- als iemand anders eigenaar van het woonhuis wordt (bijvoorbeeld door verkoop of uit een erfenis);
- als gegevens die op het polisblad staan, veranderen.
6.3.1. In deze situaties mogen ondertekenaars de voorwaarden en/of de premie van deze verzekering wijzigen met ingang van het moment waarop de wijziging plaatsvindt. Het is ook mogelijk dat ondertekenaars de wijziging(en) niet accepteren en de verzekering beëindigen. Hiervoor geldt een opzegtermijn van 30 dagen.
6.4. Als ondertekenaars niet binnen de gestelde termijn geïnformeerd zijn over de genoemde
wijzigingen, dan vervalt na deze termijn het recht op schadevergoeding behalve als:
- ondertekenaars de verzekering tegen dezelfde voorwaarden zouden hebben voortgezet als de wijziging wel op tijd zou zijn doorgegeven;
- ondertekenaars de verzekering tegen een hogere premie zouden hebben voortgezet als de wijziging
6
wel op tijd zou zijn doorgegeven. De schade wordt in dat geval vergoed in dezelfde verhouding als de premie die verzekeringnemer heeft betaald staat tegenover de
hogere premie die verzekeringnemer zou moeten betalen als de wijziging op tijd zou zijn doorgegeven.
6.5. Bij overgang van het belang bij de verzekering naar een andere (rechts)persoon, bijvoorbeeld in geval van verkoop, eindigt de verzekering automatisch om 24:00 uur op de dag waarop de verzekerde het woonhuis overdraagt aan een ander.
6.6. Overlijden verzekeringnemer
6.6.1. Van het overlijden van verzekeringnemer moeten de andere verzekerden of de erfgenamen ondertekenaars binnen drie maanden op de hoogte stellen.
6.6.2. De andere verzekerden of de erfgenamen kunnen binnen die termijn met ondertekenaars in overleg gaan om de verzekeringsovereenkomst in aangepaste vorm voort te zetten.
6.6.3. De verzekering stopt automatisch zodra:
- de nieuwe eigenaar het woonhuis ergens anders heeft verzekerd; of
- er drie maanden zijn verstreken sinds het overlijden van verzekeringnemer.
7. VASTSTELLING SCHADEOMVANG, VERGOEDING EN UITKERING
De omvang van de schade wordt vastgesteld op het verschil tussen de waarde van het woonhuis direct voor en direct na de schadeveroorzakende gebeurtenis.
7.1. Herstelkosten
Bij een gedeeltelijke schade van het woonhuis vergoeden ondertekenaars de herstelkosten, als het woonhuis daadwerkelijk wordt hersteld.
7.1.1. Ondertekenaars hebben het recht om eerst 50% van de schade op basis van de herstelkosten als voorschot op de totale schade-uitkering te vergoeden en na ontvangst van de originele bouwnota’s, nadat het herstel is voltooid, het
resterende deel tot maximaal het door de expert vastgestelde schadebedrag.
7.1.2. Als door het herstel een duidelijke waardevermeerdering optreedt, kunnen ondertekenaars een redelijke aftrek op de vastgestelde herstelkosten toepassen.
7.1.3. Als door het herstel een duidelijke waardevermindering blijft bestaan, worden de herstelkosten verhoogd met een vergoeding voor die waardevermindering.
7.2. Herbouwwaarde
Bij een forse schade waarbij het woonhuis (deels) moet worden herbouwd vergoeden ondertekenaars de herbouwwaarde, als het woonhuis daadwerkelijk wordt herbouwd.
7.2.1. Verzekerde moet ondertekenaars binnen één jaar na de schadedatum schriftelijk laten weten dat het woonhuis wordt herbouwd op dezelfde plaats en met dezelfde bestemming.
7.2.2. Ondertekenaars betalen in dat geval onmiddellijk 50% van de schade op basis van de herbouwwaarde als voorschot op de totale schade-uitkering. Als de op basis van de verkoopwaarde berekende schadevergoeding lager is, betalen ondertekenaars 100% van de op basis van verkoopwaarde berekende schadevergoeding.
7.2.3. Na ontvangst van de originele bouwnota’s, nadat de herbouw is voltooid, betalen ondertekenaars het resterende deel tot maximaal het door de expert vastgestelde schadebedrag.
7.2.4. De totale uitkering zal nooit meer bedragen dan de gemaakte kosten.
7.2.5. Ondertekenaars kunnen schriftelijk een termijn stellen waarbinnen verzekerde moet beginnen met de herbouw van het woonhuis en/of waarbinnen het herstel klaar moet zijn.
7.3. Verkoopwaarde
De vergoeding vindt plaats op basis van de verkoopwaarde als:
- het woonhuis niet hersteld wordt. Als de verkoopwaarde hoger is dan het bedrag waarop de herstelkosten zijn begroot, dan vergoeden ondertekenaars de herstelkosten;
- verzekerde niet van plan is het woonhuis te herbouwen;
- verzekerde niet binnen een jaar na de gebeurtenis heeft laten weten dat het woonhuis wordt herbouwd;
- het woonhuis onbewoonbaar was;
- het woonhuis of een deel daarvan voor de gebeurtenis was gekraakt.
In ieder geval wordt van de herbouwwaarde uitgegaan indien deze lager is dan de verkoopwaarde.
7.4. Sloopwaarde
De vergoeding vindt plaats op basis van sloopwaarde als:
- verzekerde van plan was het woonhuis af te breken;
- de overheid het woonhuis heeft bestemd voor afbraak of onteigening;
- de overheid het woonhuis onbewoonbaar of onbruikbaar heeft verklaard.
7.5. Glas
In geval van een gedekte glasschade laten ondertekenaars het gebroken glas zo snel mogelijk door ander glas van dezelfde soort, grootte en kwaliteit vervangen. Ondertekenaars kunnen er voor kiezen om de prijs van het glas vermeerderd met de inzetkosten in geld te vergoeden.
7.6. Betaling
De verschuldigde schadevergoeding zal door ondertekenaars worden voldaan binnen vier weken na ontvangst van alle noodzakelijke gegevens.
7.6.1. Ondertekenaars kunnen niet eerder dan na afloop van deze termijn verplicht worden gesteld om tot betaling van de schadevergoeding over te gaan.
8. ONDERVERZEKERING
8.1. Als bij schade blijkt, dat het verzekerde bedrag lager is dan de herbouwwaarde van het woonhuis dan is er sprake van onderverzekering. De schade en kosten worden dan niet volledig vergoed, maar naar evenredigheid.
8.2. Als uit het polisblad blijkt dat er sprake is van garantie tegen onderverzekering doen ondertekenaars geen beroep op onderverzekering. De schade aan het woonhuis wordt
volledig vergoed, ongeacht de hoogte van de waarde van het woonhuis op het moment van de schade.
8.3. Daar waar maximale vergoedingen op het polisblad of in de voorwaarden staan, vergoeden ondertekenaars tot aan dat maximum. Het in artikel 8.1 bepaalde is in dat geval niet van toepassing.
9. VOORTAXATIE
9.1. Als het verzekerd bedrag is vastgesteld op basis van voortaxatie, dan staat dit apart op het polisblad vermeld.
Heeft een deskundige het woonhuis getaxeerd, dan is de voortaxatie 3 jaar geldig vanaf de dagtekening van het rapport. Als uit het polisblad blijkt dat de verzekerde som wordt geïndexeerd, is de geldigheidsduur van de voortaxatie 6 jaar. Verhogen we het verzekerd bedrag als gevolg van de indexering, dan geldt het nieuwe verzekerd bedrag als het getaxeerde bedrag.
9.2. Een voortaxatie is niet meer geldig als het verzekerd belang over gaat, als het woonhuis is gekraakt, als het woonhuis leeg staat of als verzekerde na schade geen herinvestering doet.
9.3. Is er na afloop van de geldigheidsduur geen nieuw taxatierapport uitgebracht? Xxx wordt het verzekerd bedrag beschouwd als een opgave van verzekerde zelf. In geval van schade zal de getaxeerde waarde uitsluitend als leidraad dienen.
10. EIGEN RISICO
10.1. De schade-uitkering wordt verminderd met het op de polis vermelde bedrag aan eigen risico.
10.2. Dit eigen risico is niet van toepassing op schade aan glas.
11. INDEXCLAUSULE
11.1. Het verzekerd bedrag wordt jaarlijks per hoofdpremievervaldatum aangepast overeenkomstig het laatste door het Centraal Bureau voor de Statistiek vastgestelde indexcijfer voor de herbouwkosten van woningen, met een minimum van 2%.
11.2. Als bij schade blijkt dat het indexcijfer op het moment van de schade hoger is dan het indexcijfer op de laatste hoofdpremievervaldatum, dan passen ondertekenaars het verzekerd bedrag en de premie aan. Ondertekenaars hanteren hierbij een maximum
van 125% van het verzekerd bedrag dat op de laatste hoofdpremievervaldatum is vastgesteld.
7