KLANTENINFORMATIE SECUFARM®7
AGRORISK®
KLANTENINFORMATIE SECUFARM®7
Brede weersverzekering
INHOUD PAGINA
Statuten 3
Algemene hagelschade- en meergevarenverzekeringsvoorwaarden (AHMGVV S7 NL 23)
Bijzondere hagelschade- en meergevarenverzekeringsvoorwaarden (BHMGVV S7 NL 23)
A. Gemeenschappelijke bepalingen over de teeltsectoren A (akkerbouw) en S (speciale gewassen)
7 – 24
25 – 50
27 – 36
B. Bepalingen voor de schadeafwikkeling 36 – 37
C. Bepalingen met betrekking tot de teeltsectoren 37 – 44
D. Bijzondere regelingen 44
E. Codeoverzicht gewassoortenlijst 45 – 47
Premiebepaling Secufarm® (PB Secufarm S7 NL 23) 47 – 49
Kundeninformation Version 2022 (Stand: 31.03.2023)
Informatieblad gegevensverwerking 50 – 52
2023
STATUTEN
Vereinigte Hagelversicherung VVaG . Xxxxxxxxxxxxx 00 . 35392 Gießen
Inhoud
I. Algemene bepalingen
§ 1 Naam, rechtsvorm, zetel
§ 2 Doel
§ 3 Boekjaar, bekendmakingen
II. Lidmaatschap
§ 4 Aanvang en einde van het lidmaatschap
§ 5 Verzekering van niet-leden
III. Structuur van de vereniging
§ 6 Organen
Bestuur
§ 7 Vertegenwoordiging van de vereniging
§ 8 Samenstelling
§ 9 Wilsvorming
§ 10 Bevoegdheden van het bestuur
Raad van Toezicht
§ 11 Samenstelling
§ 12 Verkiezing en benoemingstermijn
§ 13 Voorzitterschap, proces-verbaal
§ 14 Besluiten, vereist aantal stemmen
§ 15 Taken, plichten
Ledenraad
§ 16 Samenstelling
§ 17 Voorzitterschap, deelname
§ 18 Stemrecht
§ 19 Gewone vergadering van de ledenraad
§ 20 Buitengewone vergadering van de ledenraad
§ 21 Bijeenroeping
§ 22 Beeld- en geluidsoverdracht
§ 23 Quorum
§ 24 Besluiten, vereist aantal stemmen
§ 25 Onderwerpen van de beraadslagingen
§ 26 Overig
IV. Rayonverenigingen
§ 27 Samenstelling
§ 28 Stemrecht en vertegenwoordiging
§ 29 Verkiezing en benoemingstermijn
§ 30 Rayonvergaderingen
§ 31 Besluiten, vereist aantal stemmen
§ 32 Taken van de rayonverenigingen
§ 33 Kosten, uitgaven
V. Dekking van de uitgaven
§ 34 Premies
§ 35 Bijbetaling
VI. Reserves en voorzieningen, premierestitutie
§ 36 Egalisatievoorziening
§ 37 Voorziening voor premierestitutie
§ 38 Wettelijke en statutaire reserves
§ 39 Verenigingsvermogen
VII. Wijziging van de statuten en de Algemene verzekeringsvoorwaar- den
§ 40 Voorbehoud, geldigheid, machtiging
VIII. Opheffing en fusie van de vereniging, portefeuilleoverdracht
§ 41 Voorwaarden
§ 42 Vermogensverdeling
I. Algemene bepalingen
§ 1 Naam, rechtsvorm, zetel
(1) De vereniging draagt de naam Vereinigte Hagelversicherung VVaG en is een Versicherungsverein auf Gegenseitigkeit volgens Duits recht.
(2) De vereniging heeft haar zetel in Gießen.
§ 2 Doel
(1) De vereniging stelt zich ten doel haar leden te verzekeren tegen schade (in het bijzonder opbrengstderving) op het gebied van de productie van land- en tuinbouwproducten, in het bijzonder tegen schade die veroor- zaakt wordt door hagel of ander natuurgeweld. Voor zover dit niet in strijd is met de bepalingen van § 15 lid 1 Duitse Wet Toezicht Verzeke- ringsbedrijf (Gesetz über die Beaufsichtigung der Versicherungsunter- nehmen - VAG), kan de vereniging herverzekering geven en nemen en in andere ondernemingen deelnemen.
(2) De vereniging kan de activiteiten uitbreiden tot andere verzekerings- branches. In de niet zelf geëxploiteerde verzekeringsbranches kan zij als tussenpersoon verzekeringen voor andere verzekeringsmaatschap- pijen aanbieden.
(3) De vereniging kan verzekeringen tot maximaal 10% van de totale ver- zekerde som ook tegen een vaste vergoeding zodanig afsluiten dat de verzekeringnemers geen lid van de vereniging worden.
§ 3 Boekjaar, bekendmakingen
(1) Het boekjaar is het kalenderjaar.
(2) Bekendmakingen van de vereniging geschieden in de Bundesanzeiger, de Duitse Staatscourant.
II. Lidmaatschap
§ 4 Aanvang en einde van het lidmaatschap
(1) Leden van de vereniging zijn de verzekeringnemers.
(2) Het lidmaatschap ontstaat bij aanvang van een verzekeringsovereen- komst door sluiting hiervan of bij overgang van een verzekeringsover- eenkomst, voor zover het niet om een overeenkomst volgens § 5 gaat.
(3) Het vervalt bij beëindiging van de verzekeringsovereenkomst
§ 5 Verzekering van niet-leden
De vereniging kan binnen de grenzen van § 2 verzekeringen tegen een vaste
vergoeding sluiten zonder dat de verzekeringnemers lid worden.
III. Structuur van de vereniging
§ 6 Organen
De organen van de vereniging zijn:
• Bestuur
• Raad van Toezicht
• Ledenraad
BESTUUR
§ 7 Vertegenwoordiging van de vereniging
De vereniging wordt wettelijk vertegenwoordigd door twee bestuursleden of door een bestuurslid samen met een procuratiehouder.
§ 8 Samenstelling
(1) Het bestuur bestaat uit ten minste twee personen.
(2) Daarnaast bepaalt de Raad van Toezicht het aantal leden en kan een lid tot voorzitter en plaatsvervanger benoemen.
§ 9 Wilsvorming
(1) Voor besluiten van het bestuur is besluitvorming vereist.
(2) Het bestuur neemt besluiten met meerderheid van stemmen. Bij sta- ken van de stemmen beslist de stem van de voorzitter; dit geldt niet bij een tweeledig bestuur.
(3) Voor de benoeming van procuratiehouders is toestemming van alle be- stuursleden vereist.
(4) Besluitvorming is zonder het bijeenroepen van een vergadering door schriftelijke stemming of door andere telecommunicatiemedia toege- staan als geen bestuurslid bezwaar maakt tegen deze procedure.
(5) Ten behoeve van bewijsdoeleinden dienen besluiten schriftelijk te wor- den vastgelegd.
(6) Xxxxxx details zijn vastgelegd in het huishoudelijk reglement voor het bestuur.
§ 10 Bevoegdheden van het bestuur
(1) Het bestuur bestuurt de vereniging met inachtneming van de wette- lijke voorschriften, de statuten en het door de Raad van Toezicht uitge- vaardigde huishoudelijk reglement voor het bestuur.
(2) Voor de volgende zaken is toestemming van de Raad van Toezicht nodig:
a) vaststelling van veiligheidstoeslagen en bijbetalingen;
b) regelingen over premierestitutie;
c) aan- en verkoop van onroerend goed;
d) opnemen van leningen en afgeven van schuldbekentenissen als de verplichtingen meer bedragen dan € 30.000,–;
e) toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves, vaststelling en wij- ziging van de grenzen van de rayonverenigingen en het huishoude- lijk reglement en de instructies voor de rayonverenigingen en hun voorzitters.
RAAD VAN TOEZICHT
§ 11 Samenstelling
(1) De Raad van Toezicht bestaat uit vijftien leden waarvan er ten minste twaalf lid van de vereniging moeten zijn. De samenstelling ervan dient een regionale vertegenwoordiging van alle leden van de vereniging te waarborgen.
(2) De leden van de Raad van Toezicht vervullen hun functie op vrijwillige basis. Ze ontvangen een door de ledenraad vast te stellen vergoeding.
§ 12 Verkiezing en benoemingstermijn
(1) De Raad van Toezicht wordt door de ledenraad met een gewone meer- derheid van de uitgebrachte stemmen in het geheim gekozen.
(2) Het mandaat van de leden van de Raad van Toezicht vervalt bij het be- eindigen van de ledenraad die besluit over de decharge ten aanzien van het vierde boekjaar na aanvang van hun benoemingsperiode. Het boek- jaar waarin de benoemingsperiode begint, wordt niet meegerekend.
(3) Herverkiezing is toegestaan. Kandidaten die op het moment van her- verkiezing hun 67e levensjaar hebben voltooid, kunnen niet herkozen worden.
(4) De ledenraad kan de benoeming van een lid herroepen door een meer- derheid van drie vierde van de uitgebrachte stemmen.
(5) Xxxxxx een lid vóór afloop van zijn benoemingsperiode uit, dan dragen de rayonverenigingen een nieuwe kandidaat voor, over wie de leden- raad beslist tijdens de eerstvolgende vergadering van de ledenraad. Diens verkiezing geldt voor de rest van de benoemingsperiode van het voortijdig uitgetreden lid van de Raad van Toezicht.
§ 13 Voorzitterschap, proces-verbaal
(1) Iedere nieuwe Raad van Toezicht kiest in het geheim uit zijn midden een voorzitter en ten minste een plaatsvervanger.
(2) De beraadslagingen worden geleid door de voorzitter, bij zijn verhin- dering door een van de plaatsvervangende voorzitters en bij diens ver- hindering door het qua leeftijd oudste lid van de Raad van Toezicht.
(3) In opdracht van de voorzitter kunnen vergaderingen ook in de vorm van conference calls of door middel van elektronische communicatiemid- delen (in het bijzonder videoconferentie) worden gehouden of kunnen individuele leden van de Raad van Toezicht telefonisch of door middel van andere elektronische communicatiemiddelen (in het bijzonder vi- deoverbinding) aan de vergadering deelnemen. Afwezige leden van de Raad van Toezicht kunnen ook aan de besluitvorming van de Raad van Toezicht deelnemen door vóór het begin van de vergadering hun stem schriftelijk uit te brengen. De Raad van Toezicht kan hieromtrent regels in het huishoudelijk reglement vastleggen.
(4) Over de beraadslagingen, het resultaat ervan en besluiten van de Raad van Toezicht wordt een proces-verbaal opgesteld dat de voorzitter van de beraadslagingen evenals twee van de aanwezige leden dienen te ondertekenen.
(5) De Raad van Toezicht kan uit zijn midden ter voorbereiding van be- paalde taken commissies benoemen; er dient een toetsingscommissie zoals bedoeld in § 107 lid 3 Duitse wet op de naamloze vennootschap- pen en commanditaire vennootschappen op aandelen (Aktiengesetz - AktG) te worden ingesteld.
§ 14 Besluiten, vereist aantal stemmen
(1) Besluiten van de Raad van Toezicht worden normaal gesproken tijdens vergaderingen genomen. Voor besluitvorming van de Raad van Toezicht is de aanwezigheid van ten minste de helft van zijn leden vereist. Tele- fonisch of door middel van elektronische communicatiemiddelen deel- nemende leden van de Raad van Toezicht gelden als aanwezig. Voor de besluiten is een meerderheid van stemmen van de aanwezigen vereist. Bij staken van de stemmen geldt een motie als afgewezen.
(2) Wordt bij verkiezingen bij de eerste stemronde geen meerderheid van de stemmen behaald, dan komen de beide personen die de meeste stemmen hebben gekregen, door de eerste ronde. Daarna beslist bij staken van de stemmen het lot.
(3) De voorzitter kan besluitvorming tot stand brengen door het schrifte- lijk - of door middel van telecommunicatie - uitbrengen van stemmen indien geen lid bezwaar maakt tegen deze procedure. Bij besluitvor- ming door de schriftelijke procedure is een meerderheid van stemmen van alle leden van de Raad van Toezicht vereist.
(4) De Raad van Toezicht moet ten minste een keer per kalenderjaar bijeen worden geroepen.
(5) De voorzitter roept de Raad van Toezicht schriftelijk bijeen met vermel- ding van het doel en de locatie van de vergadering; hij kan het bestuur daarmee belasten.
§ 15 Taken, plichten
(1) De Raad van Toezicht dient het beleid te controleren en de hem door de wet en de statuten toegekende taken te vervullen. Hij kan zichzelf een huishoudelijk reglement geven.
(2) Tot zijn bevoegdheid behoren in het bijzonder:
a) het benoemen en ontslaan van de bestuursleden en van de bestuurs- voorzitter en het regelen van hun dienstverband evenals
b) het controleren van de jaarrekening, het jaarverslag en een voorstel doen aan het bestuur voor de bestemming van de winst op de ba- lans evenals de verslaggeving aan de ledenraad;
c) het vaststellen van de jaarrekening;
d) het vastleggen van de methode van toewijzing voor de verdeling van het door de ledenraad vastgestelde bedrag voor de vergoedin- gen van de Raad van Toezicht;
e) het vastleggen van de presentiegelden en de reiskostenvergoeding voor de vertegenwoordigers bij de vergadering van de ledenraad;
f) het aanwijzen van drie leden van de Raad van Toezicht die in de kas- commissie zitting dienen te nemen;
g) het verlenen van toestemming voor dringende wijzigingen van de statuten die de toezichthoudende autoriteit verlangt, die echter tij- dens de volgende vergadering van de ledenraad ter besluitvorming dienen te worden voorgelegd;
h) het verlenen van toestemming voor de in § 10 genoemde punten.
LEDENRAAD
§ 16 Samenstelling
(1) De ledenraad bestaat uit de door de rayonverenigingen als gedelegeer- den gekozen leden van de vereniging en de leden van de Raad van Toe- zicht, voor zover ze lid van de vereniging zijn.
(2) De ledenraad vertegenwoordigt als hoogste orgaan van de vereniging de leden in hun totaliteit.
§ 17 Voorzitterschap, deelname
(1) Het voorzitterschap in de ledenraad is in handen van de voorzitter van de Raad van Toezicht, diens plaatsvervanger of een door de Raad van Toezicht gekozen lid.
(2) Leden van het bestuur en van de Raad van Toezicht dienen aan de ver- gadering van de ledenraad deel te nemen.
(3) Het is leden van de Raad van Toezicht in overleg met de voorzitter van de vergadering toegestaan om aan de vergadering van de ledenraad deel te nemen via een beeld- of geluidsverbinding als zij op werk- of ziektegere- lateerde gronden niet fysiek aanwezig kunnen zijn of als fysieke aanwe- zigheid vanwege gelijkaardige buitengewone omstandigheden in indivi- duele gevallen redelijkerwijs niet van hen kan worden verlangd. Telefo- nisch of door middel van elektronische communicatiemiddelen deelne- mende leden van de Raad van Toezicht gelden in dat geval als aanwezig.
(4) De leden van de vereniging zijn tot deelname gerechtigd. Rayondirec- teuren en andere door het bestuur uitgenodigde personen is deelname aan de vergadering van de ledenraad herroepbaar toegestaan.
§ 18 Stemrecht
(1) Stemgerechtigd zijn de gedelegeerden van de rayonverenigingen of hun gekozen vertegenwoordigers en de leden van de Raad van Toe- zicht, voor zover ze lid van de vereniging zijn. Vertegenwoordiging van stemgerechtigden is niet toegestaan.
(2) Iedere stemgerechtigde heeft één stem.
(3) Een stemgerechtigde kan zijn stemrecht niet uitoefenen als het de be- doeling is dat hij door de besluitvorming wordt gedechargeerd of als betrekkingen tussen hem en de vereniging onderwerp van de besluit- vorming zijn.
§ 19 Gewone vergadering van de ledenraad
De gewone vergadering van de ledenraad vindt ieder jaar in de loop van de eerste acht maanden van het boekjaar plaats.
§ 20 Buitengewone vergadering van de ledenraad
Een buitengewone vergadering van de ledenraad dient te worden bijeen- geroepen
a) als het belang van de vereniging dit vereist;
b) op verzoek van de Raad van Toezicht of van de toezichthoudende auto- riteit;
c) als ten minste twaalf in de ledenraad stemgerechtigden de bijeenroe- ping schriftelijk met vermelding van het doel en de redenen bij het be- stuur aanvragen.
§ 21 Bijeenroeping
(1) De plaats en het tijdstip van de vergadering worden bepaald door het bestuur in overleg met de Raad van Toezicht. De vergadering van de le-
denraad vindt plaats op het hoofdkantoor van de vereniging of op wis- selende plaatsen in de Bondsrepubliek Duitsland; hierbij wordt ook re- kening gehouden met de verschillende gebieden van de rayonvereni- gingen.
(2) De vergadering van de ledenraad kan gehouden worden door middel van een gemengde vergadering van aanwezigen en deelnemers via vi- deoconferentie / andere media / telefoon. Of de vergadering van de ledenraad gehouden wordt met fysiek aanwezigen of in de vorm van een gemengde vergadering met fysiek aanwezigen en via videoconfe- rentie / andere media / telefoon, beslist het bestuur in overleg met de Raad van Toezicht.
(3) Bij de oproeping tot de vergadering van de ledenraad worden plaats, dag, uur en de agenda, in het bijzonder de onderwerpen waarover een besluit dient te worden genomen, bekendgemaakt. Iedere rayonverga- dering en iedere stemgerechtigde in de vergadering van de ledenraad kan schriftelijk onder vermelding van het doel en redenen van het be- stuur verlangen dat onderwerpen ter besluitvorming op de agenda van een vergadering van de ledenraad worden gezet en bekendgemaakt.
(4) Over onderwerpen die niet bekend zijn gemaakt, mogen geen beslui- ten worden genomen.
§ 22 Beeld- en geluidsoverdracht
(1) Overdracht van de vergadering van de ledenraad in beeld en geluid is toegestaan.
(2) Of en hoe de vergadering van de ledenraad in beeld en geluid wordt overgedragen, beslist het bestuur in overleg met de Raad van Toezicht.
§ 23 Quorum
(1) De vergadering van de ledenraad kan besluiten nemen als ten minste de helft van de stemgerechtigden aanwezig is.
(2) Als de vergadering van de ledenraad door middel van een gemengde vergadering wordt gehouden, dan kunnen de gedelegeerden van de rayonverenigingen of hun gekozen vertegenwoordigers aan de verga- dering van de ledenraad deelnemen ook zonder fysiek ter plaatse aan- wezig te zijn en kunnen alle stemgerechtigden al hun of specifieke rech- ten geheel of gedeeltelijk door middel van elektronische communica- tie uitoefenen. Telefonisch of door middel van elektronische communi- catiemiddelen deelnemende gedelegeerden van de rayonverenigingen of hun gekozen vertegenwoordigers gelden in dit geval als aanwezig.
(3) Behaalt een vergadering van de ledenraad geen quorum, dan dient bin- nen twee maanden een nieuwe vergadering te worden bijeengeroepen die zonder rekening te houden met het aantal verschenen stemgerech- tigden besluiten neemt. In de oproeping dient hier uitdrukkelijk op te worden gewezen.
§ 24 Besluiten, vereist aantal stemmen
(1) Voor de besluiten van de ledenraad is, voor zover niet de wet of de sta- tuten een grotere meerderheid voorschrijven, meerderheid van de uit- gebrachte stemmen nodig. Bij staken van de stemmen geldt een mo- tie als afgewezen. Voor besluiten over wijzigingen van de statuten en van de verzekeringsvoorwaarden is toestemming nodig van twee derde van de bij de vergadering van de ledenraad aanwezige stemgerechtig- den. Xxxxx bij verkiezingen een meerderheid van stemmen bij de eerste stemronde niet behaald, dan komen de beide personen die de meeste stemmen hebben gekregen, door de eerste ronde. Daarna beslist bij staken van de stemmen het lot.
(2) De wijze van stemmen in de vergadering van de ledenraad wordt door de voorzitter bepaald. Er kan bij acclamatie worden gestemd als niet meer dan vijf stemgerechtigden daartegen bezwaar maken.
§ 25 Onderwerpen van de beraadslagingen
(1) Tijdens de gewone vergadering van de ledenraad dient door het bestuur verslag te worden uitgebracht over de stand van zaken en de jaarreke- ning van het laatste boekjaar en door de Raad van Toezicht dient ver- slag te worden uitgebracht over de controle van de jaarrekening.
(2) De gewone vergadering van de ledenraad besluit in de in de wet en in de statuten uitdrukkelijk bepaalde gevallen en heeft in het bijzonder de volgende taken: Besluitvorming over
a) de benoeming van de leden van de Raad van Toezicht;
b) de benoeming van de accountant;
c) de verkiezing van drie leden van de vereniging en hun plaatsvervan- gers die bij de accountantscontrole dienen mee te werken (§ 26 lid 1);
d) de wijziging van de statuten;
e) het opgeven van verzekeringsbranches en het invoeren van nieuwe verzekeringsbranches;
f) de ontbinding van de vereniging evenals de fusie ervan met andere verenigingen en over portefeuilleoverdracht als er portefeuilles van de vereniging worden overgedragen;
g) de herroeping van de verkiezing tot lid van de Raad van Toezicht;
h) de decharge van het bestuur en de Raad van Toezicht;
i) de hoogte van het totale bedrag van de vergoeding voor de Raad van Toezicht;
j) de bestemming van de winst op de balans.
§ 26 Overig
(1) Kascommissie
De jaarrekening wordt door de kascommissie, bestaande uit leden van de toetsingscommissie (§ 13 lid 5 2ezin) en de drie volgens § 25 lid 2 c) gekozen leden dan wel hun vertegenwoordigers gecontroleerd. De kas- commissie brengt verslag uit aan de ledenraad.
(2) Rechten van de minderheid:
Voor zover wettelijke bepalingen aan een minderheid bijzondere rech- ten verlenen, komen deze de minderheid toe volgens § 122 AktG.
IV. Rayonverenigingen
§ 27 Samenstelling
(1) Het gebied waar de vereniging actief is, wordt door het bestuur in rayons ingedeeld, waarvan de leden telkens een rayonvereniging vormen. Het bestuur kan met toestemming van de Raad van Toezicht de rayons om gewichtige redenen wijzigen of opnieuw indelen.
(2) De rayonverenigingen zijn bedoeld voor het bevorderen van de belan- gen van de vereniging en voor het aanvoeren van wensen en verzoe- ken uit de kringen van de leden.
§ 28 Stemrecht en vertegenwoordiging
(1) Alle leden van de rayonvereniging zijn gerechtigd tot deelname aan de rayonvergadering. Vertegenwoordiging door een schriftelijk gevolmach- tigde is uitsluitend toegestaan als de gevolmachtigde deelneemt aan een vergadering waarbij hij fysiek aanwezig is. Een gevolmachtigde kan echter hoogstens twee leden vertegenwoordigen.
(2) Ieder lid, ook als dat lid meerdere verzekeringsovereenkomsten heeft gesloten, heeft slechts één stem.
§ 29 Verkiezing en benoemingstermijn
(1) De rayonverenigingen kiezen uit hun leden een voorzitter en ten min- ste een plaatsvervanger voor vijf jaar. Herverkiezing is toegestaan. Kan- didaten die op dat moment hun 67e levensjaar hebben voltooid, kun- nen niet herkozen worden.
(2) De voorzitters dienen hun taken op vrijwillige basis en overeenkomstig het voor de rayonverenigingen en de voorzitters daarvan uitgevaardigde huishoudelijk reglement en de instructies uit te voeren
§ 30 Rayonvergaderingen
(1) Een gewone rayonvergadering dient zo mogelijk jaarlijks in de periode van 1 november van het boekjaar tot 31 maart van het op het boekjaar volgende jaar plaats te vinden.
(2) Een buitengewone rayonvergadering moet worden bijeengeroepen zo- dra 50 leden of leden die 5 duizendste van de verzekerde som van de vereniging vertegenwoordigen, hierom verzoeken of zodra het bestuur dit noodzakelijk acht.
(3) Rayonvergaderingen kunnen ook via elektronische communicatie (bv. door middel van conference call of videoconferentie) of in de vorm van een gemengde vergadering van fysiek aanwezigen en videoconferen- tie / andere media / telefoon worden gehouden. Of een rayonvergade- ring gehouden wordt met fysiek aanwezigen of via elektronische com- municatie of in de vorm van een gemengde vergadering van fysiek aan- wezigen via videoconferentie / andere media / telefoon, beslist het be- stuur in overleg met de Raad van Toezicht.
(4) Wordt een rayonvergadering gehouden via elektronische communica- tie of in de vorm van een gemengde vergadering, dan gelden telefo- nisch of door middel van elektronische communicatiemiddelen deel- nemende leden als aanwezig. Zij kunnen al hun of specifieke rechten geheel of gedeeltelijk via elektronische communicatie uitoefenen.
§ 31 Besluiten, vereist aantal stemmen
(1) De rayonvergadering kan besluiten nemen als ten minste vijf stemge- rechtigde leden aanwezig zijn.
(2) Voor stemmingen en verkiezingen zijn de regelingen van § 24 van over- eenkomstige toepassing.
(3) Voor moties aan de ledenraad betreffende wijziging van de statuten en van de verzekeringsvoorwaarden is toestemming nodig van ten min- ste 50 leden of van leden die minstens 5 duizendste van de verzekerde som van de vereniging vertegenwoordigen.
§ 32 Taken van de rayonverenigingen
(1) Tot de taken van de rayonverenigingen behoren:
a) voordracht van kandidaten voor de Raad van Toezicht, waarbij een kandidaat die op de verkiezingsdatum van de betreffende ledenraad het 67e levensjaar heeft voltooid, niet kan worden voorgedragen;
b) verkiezing van de gedelegeerde voor de ledenraad evenals van twee plaatsvervangers;
c) verkiezing van deskundigen (experts).
(2) Ze zijn voorts verantwoordelijk voor het geven van preadviezen en het indienen van moties uit de kringen van de leden betreffende wijziging van de statuten en de verzekeringsvoorwaarden.
§ 33 Kosten, uitgaven
De door de deelname aan de vergadering van de ledenraad voor de gede-
legeerden of hun vertegenwoordigers ontstane onkosten worden door de vereniging vergoed. De vereniging draagt ook de verzend-, print- en zaal- kosten die door het houden van de rayonvergaderingen ontstaan.
V. Dekking van de uitgaven
§ 34 Premies
De leden dienen vooraf eenmalig of herhaaldelijk premies (vooraf te beta- len premies) te betalen en indien nodig bijbetalingen te doen; deze dek- ken samen met de andere opbrengsten de uitgaven van de vereniging.
§ 35 Bijbetaling
(1) Zijn de premies en overige opbrengsten niet voldoende ter dekking van de uitgaven en kan het ontstane jaarverlies niet wordt gecompenseerd door de reserves te gebruiken of is het door de toezichthouder vereiste solvabiliteitskapitaal of minimumkapitaal niet meer gedekt, dan die- nen de leden een bijbetaling ter hoogte van het ontbrekende bedrag, dat als basis voor de berekening geldt, te doen.
(2) Bijbetalingen kunnen ook geheven worden als de premies ter dekking van de uitgaven in afzonderlijke landen, regio's en/of gewasgroepen en/of verzekerde risico's niet voldoende zijn.
(3) Bij het heffen van een bijbetaling kan naar verzekeringsbranche en bin- nen afzonderlijke verzekeringsbranches ook naar land, regio en/of ge- wasgroep en/of verzekerd risico worden gedifferentieerd. Een eventu- ele bijbetaling wordt berekend in procenten van de vooraf te betalen premie.
(4) Uitgetreden leden blijven aansprakelijk voor alle verplichtingen jegens de vereniging – inclusief de bijbetalingsverplichting voor het boekjaar waarin ze zijn uitgetreden. Tot het doen van de bijbetaling worden de leden op dezelfde wijze verzocht als tot het voldoen van de vooraf te be- talen premies. Betaling dient te geschieden binnen vier weken na ont- vangst van het schriftelijke betalingsverzoek. Wordt de bijbetaling niet tijdig gedaan dan is § 38 van de Duitse Wet op de verzekeringsovereen- komsten (Versicherungsvertragsgesetz - VVG) van toepassing.
(5) Voor bepaalde, naar risicogroep af te grenzen groepen leden kunnen afzonderlijke afdelingen worden gevormd.
VI. Reserves en voorzieningen, premierestitutie
§ 36 Egalisatievoorziening
Ter vereffening van de jaarlijkse behoefte wordt een egalisatievoorzie- ning gevormd.
§ 37 Voorziening voor premierestitutie
(1) Het overschot van het boekjaar moet, voor zover dit niet naar het nieuwe boekjaar wordt getransporteerd, aan een voorziening worden toegevoegd die uitsluitend mag worden gebruikt voor premierestitu- tie aan de leden. Het overschot wordt berekend met inachtneming van juridische regelingen inzake de vennootschapsbelasting.
(2) De premierestitutie is afhankelijk van het schadeverloop en van de duur van de verzekeringsovereenkomst. Voor bepaalde, naar risicogroep af te grenzen groepen leden kunnen afzonderlijke afdelingen worden ge- vormd.
(3) Een aanspraak op premierestitutie komt de leden naar evenredigheid van de gestorte jaarpremie toe. Voor verzekeringsovereenkomsten die vóór uitbetaling of verrekening worden opgezegd of beëindigd, vindt geen premierestitutie plaats.
(4) Voor premierestitutie en voor de vorm daarvan is toestemming van de Raad van Toezicht nodig. Premierestitutie moet plaatsvinden zodra deze voorziening meer bedraagt dan 20% van de ontvangen premies.
§ 38 Wettelijke en statutaire reserves
(1) Ter dekking van buitengewone verliezen uit de activiteiten dient een verliesreserve tot een hoogte van 25% van de geboekte brutopremies (maximumbedrag) van het lopende jaar te worden gevormd.
(2) Totdat het maximumbedrag is bereikt dient 15% van het jaaroverschot, ten minste € 50.000,-, aan de verliesreserve te worden toegevoegd. Voor verdere toevoegingen en voor onttrekkingen is toestemming van de Raad van Toezicht nodig.
(3) Op de verliesreserve kan ter dekking van het verlies van een boekjaar ten hoogste tot een derde van het saldo ervan een beroep worden ge- daan. Deze reserve mag echter niet lager worden dan 15% van de ge- boekte brutopremies (minimumbedrag) van het lopende jaar.
(4) Er kunnen vrije reserves worden gevormd. Er kunnen gelden aan de vrije reserves worden toegevoegd, als het minimumbedrag van de verliesre- serve (weer) is bereikt.
§ 39 Verenigingsvermogen
(1) Het vermogen dient volgens de wettelijke bepalingen en volgens de richtlijnen van de toezichthoudende autoriteit te worden belegd.
(2) Uittredende leden hebben geen aanspraak op het verenigingsvermo- gen.
VII.Wijziging van de statuten en de Algemene verzekeringsvoorwaarden
§ 40 Voorbehoud, geldigheid, machtiging
(1) De statuten kunnen ook zonder uitdrukkelijke toestemming van de ver- zekeringnemer met geldigheid voor bestaande lidmaatschappen wor- den gewijzigd, voor zover deze regelingen bevatten over naam, zetel, onderwerp en doel van de Versicherungsverein, het lidmaatschap, de samenstelling en de bevoegdheden van het bestuur, de samenstelling, verkiezing, benoemingsperiode en bevoegdheden van de Raad van Toe- zicht, de samenstelling, verkiezing, benoemingsperiode, het stemrecht en de onderwerpen van beraadslaging van de ledenraad, de samenstel- ling, het stemrecht, de verkiezing en de benoemingsperiode evenals de taken van de rayonverenigingen, de reserves, voorzieningen en premie- restitutie evenals het statutenvoorbehoud wegens wijziging van de sta- tuten en van de verzekeringsvoorwaarden.
(2) De Raad van Toezicht is gemachtigd de statuten te wijzigen voor zover de wijzigingen alleen de versie betreffen. De Raad van Toezicht is tevens gemachtigd om besluiten van de ledenraad over een wijziging van de statuten in die zin te wijzigen als door de toezichthoudende autoriteit wordt geëist, voordat zij het wijzigingsbesluit goedkeurt.
(3) Het bestuur is gemachtigd om verzekeringsvoorwaarden toe te voegen of te wijzigen.
(4) De Algemene verzekeringsvoorwaarden kunnen zonder opzeggings- recht met geldigheid voor bestaande verzekeringsovereenkomsten worden gewijzigd:
a) naar aanleiding van wetswijzigingen waarop de bepalingen van de verzekeringsovereenkomst berusten, bij rechtstreeks de verzekerings- overeenkomst betreffende wijzigingen van de jurisprudentie, van de administratieve praktijk van de Bundesanstalt für Finanzdienstleis- tungsaufsicht, het Duitse federale bureau voor het toezicht op finan- ciële dienstverlening, of van de mededingingsautoriteiten, ingeval van ongeldigheid van verzekeringsvoorwaarden evenals ter afwending van een bezwaar van de zijde van een mededingingsautoriteit of van een toezichthoudende overheidsinstantie;
b) ter opheffing van interpretatietwijfels met betrekking tot de bewoor- ding, indien de betreffende aanpassing is gedekt door de tot dusverre geldende tekst van de voorwaarden en er rekening wordt gehouden met de objectieve wil en de belangen van beide partijen, voor zover ze regelingen bevatten over de verzekeringsdekking (verzekerde risi- co’s, verzekerde gewasgroepen en gewassoorten, verzekerde voorwer- pen, schadegebeurtenissen en schadebeelden, verzekerde schade) en de aansprakelijkheid van de verzekeraar, de contractduur, de declara- tie (het teeltplan en de dekking vooraf), de verzekeringspremie en de bijkomende kosten, de schadevaststellingsprocedure, de schadebere- kening en de kosten van de schadeberekening evenals de betaling van de schadevergoeding.
De gewijzigde verzekeringsvoorwaarden worden aan de verzekering- nemer schriftelijk bekendgemaakt en toegelicht. Ze gelden als goed- gekeurd als de verzekeringnemer niet binnen een maand na bekend- making schriftelijk bezwaar maakt. Hierop wordt hij bij de bekendma- king uitdrukkelijk gewezen. Voor het in acht nemen van de termijn is de verzending voldoende. Bij een tijdig ingediend bezwaar lopen de ver- zekeringsovereenkomsten met de oorspronkelijke voorwaarden door. Door wijziging van de overige bepalingen wordt een bestaande verze- keringsovereenkomst alleen dan aangetast, indien de verzekeringne- mer hier uitdrukkelijk mee instemt.
VIII. Opheffing en fusie van de vereniging, portefeuilleoverdracht
§ 41 Voorwaarden
(1) Ontbinding van de vereniging, overdracht van de portefeuilles naar een andere onderneming evenals fusie met een andere vereniging kunnen alleen bij besluit van de vergadering van de ledenraad geschieden.
(2) Voor de besluiten tot fusie met een andere vereniging evenals tot por- tefeuilleoverdracht en ontbinding van de vereniging is voor de geldig- heid ervan een meerderheid van drie vierde vereist.
(3) Vereffening van de vereniging geschiedt door het bestuur als vereffe- naar, voor zover niet door besluiten van de ledenraad andere personen worden aangewezen.
§ 42 Vermogensverdeling
(1) De verdeling van het vermogen dat overblijft na vereffening van de schulden en het voldoen aan de verplichtingen van de vereniging, ge- schiedt met inachtneming van de verzekerde som van het laatste jaar.
Goedgekeurd door de Bundesanstalt für Finanzdienstleistungsaufsicht op 05-07-2022 – kenmerk: VA 33-I 0000-0000-0000/0001
Algemene hagel- en meergevarenverzekeringsvoorwaarden
(AHMGVV S7 NL 23)
Verzekering Secufarm® 7 NL Vereinigte Hagelversicherung VVaG – Vestiging Nederland – (VH Nederland)
Inhoud
Art. 1 Inleiding
I. Algemene bepalingen
II. Wat betekenen bepaalde termen in de verzekeringsvoorwaarden?
Art. 2 Verzekerde gevaren en voorvallen
I. Welke gevaren en voorvallen zijn verzekerd?
II. Wat wordt er bedoeld met hagel, storm, vorst, zware regen, sneeuwdruk, ijzel, droogte en brand?
III. Wat wordt er bedoeld met uitwintering en erosie?
IV. Hoe kunnen de gevarengroepen worden verzekerd?
Art. 3 Gewasgroepen, gewassoorten
Art. 4 Verzekerde objecten, dekkingsgebied
I. Verzekerde objecten
II. Dekkingsgebied
Art. 5 Schadevoorvallen en beschadigingen
I. Welke schadevoorvallen zijn verzekerd?
II. Welke beschadigingen zijn verzekerd?
Art. 6 Verzekerde schade en verzekerde kosten
I. Welke schade is verzekerd?
II. Welke kosten zijn meeverzekerd?
III. Wanneer worden er forfaitaire schadevergoedingen uitgekeerd?
IV. Hoe wordt de schadevergoeding uitgekeerd?
Art. 7 Onverzekerde schade en kosten, onverzekerde teelt van gewassen
I. Welke uitsluitingen van aansprakelijkheid bestaan er?
II. Welke schade is niet verzekerd?
Art. 8 Verzekeringsovereenkomst
I. Hoe wordt de verzekeringsovereenkomst gesloten?
II. Welke informatie moet de verzekeringsaanvraag bevatten?
III. Welke informatieverplichtingen bestaan er tot aan de sluiting van de overeenkomst?
IV. Hoe komt de verzekeringsovereenkomst tot stand en wanneer gaat de verzekering in?
V. In hoeverre is de verzekeringsdekking afhankelijk van de tijdige betaling van de aanvangspremie?
VI. Wat is de duur van de verzekeringsovereenkomst?
VII Om welke redenen kan de bestaande verzekeringsovereenkomst worden beëindigd?
VIII. Verscheidene verzekeringen
Art. 9 Opgave, teeltlijst
I. Wat voor betekenis heeft de opgave?
II. Welke gegevens moet de teeltlijst bevatten?
III. Wat zijn de termijnen voor de indiening van de teeltlijst?
IV. Wanneer begint de aansprakelijkheid op basis van de teeltlijst?
Art. 1 Inleiding
I. Algemene bepalingen
1. Regelingen in de verzekeringsvoorwaarden
De verzekeringsvoorwaarden bevatten bepalingen voor de verzekeringsrelatie. Deze verzekeringsvoorwaarden zijn van toepassing op de verzekering van de teelt van gewassen in de open lucht. Zij bestaan uit algemene verzekeringsvoorwaarden (‘AHMGVV S7 NL’) die worden aangevuld met bijzondere voorwaarden (‘BHMGVV S7 NL’). Bovendien is de premiebepaling (‘PB’) met regelingen inzake de verzekeringspremie van toepassing.
2. Nadere regelingen m.b.t. de verzekeringsrelatie
Voor zover zaken niet specifiek en met prioriteit in deze algemene verzekeringsvoorwaarden (AHMGVV S7 NL) zijn geregeld, is titel 17 (verzekering) van boek 7 Burgerlijk Wetboek van toepassing.
Op u als lid van onze Versicherungsverein auf Gegenseitigkeit (VVaG) (onderlinge waarborgmaatschappij) zijn tevens de statuten van toepassing.
Deze bevatten bepalingen over het begin en het einde van het lidmaat- schap, alsmede over de rechten en plichten van de leden en dus ook regelingen over de jaarlijkse bijdrage.
II. Wat betekenen bepaalde termen in de verzekeringsvoorwaarden? Wij willen bepaalde termen uit de verzekeringsvoorwaarden voor de oogstverzekering toelichten:
V. Welke andere regelingen zijn van toepassing op de teeltlijst?
VI. Welke documenten moeten er naast de teeltlijst worden ingediend?
Art. 10 Waarde per hectare en verzekerd bedrag
I. Hoe worden de waarde per hectare en het verzekerde bedrag bepaald?
II. Kan het verzekerde bedrag worden aangepast?
Art. 11 Voorschotdekking
Welk verzekerde bedrag is relevant voor het indienen van de teeltlijst?
Art. 12 Aansprakelijkheidsperiode
Wanneer begint en eindigt de aansprakelijkheid?
Art. 13 Verzekeringspremie (bijdrage)
I. Waarmee moet rekening worden gehouden bij de betaling van premies?
II. Wat zijn de gevolgen van te late betaling van de vervolgpremie?
Art. 14 Betalingswijzen
I. Hoe kan de verzekeringspremie worden betaald?
II. Waarmee moet rekening worden gehouden bij betaling in termijnen?
Art. 15 Verplichtingen vóór het optreden van het verzekerde voorval Art. 16 Verplichtingen in geval van een verzekerd voorval
I. Verplichtingen van de verzekeringnemer bij het optreden van het verzekerde voorval
II. Gevolgen in geval van niet-nakoming van verplichtingen
III. Schadepreventie en -beperking
Art. 17 Schadevaststellingsprocedure
Wat is de procedure voor de vaststelling van de verzekerde schade?
Art. 18 Schadebeoordeling
Hoe functioneert de schadebeoordelingsprocedure?
Art. 19 Kosten van de schadebeoordeling Art. 20 Betaling van schadevergoeding
I. Wanneer is de verzekeringsuitkering verschuldigd?
II. Hoe wordt de schadevergoeding berekend?
Art. 21 Overige bepalingen
I. Wat is van toepassing in geval van een geschil? Welk recht is van toepassing op de verzekeringsovereenkomst?
II. Wat is van toepassing op kennisgevingen aan ons als verzekeraar (bv. mededelingen, kennisgevingen, intentieverklaringen, adreswijzigingen)?
III. Wat is de reikwijdte van de volmacht van de assurantietussenpersoon?
IV. Wat is het effect van de kennis en het gedrag van uw vertegenwoordigers?
V. Wat is van toepassing op de verzekering voor rekening van derden?
VI. Welke andere regelingen zijn er van toepassing op de verzekeringsrelatie?
VII. Gegevensverwerking
1) Oogstverzekering
Wij bieden een hagelverzekering en een meergevarenverzekering voor landbouwproducten aan.
2) Verzekeringspakket
Een landbouwproduct kan alleen worden verzekerd in de door ons aangeboden combinatie.
3) Verzekerd gevaar en verzekerd voorval
Verzekerde gevaren en voorvallen bij oogstverzekeringen zijn met het weer verband houdende natuurgevaren, met het weer verband houdende gevaren en met het weer verband houdende voorvallen. Welke van die gevaren en voorvallen verzekerd zijn en hoe het desbetreffende verzekerde gevaar of verzekerde voorval in de zin van de verzekeringsvoorwaarden wordt gedefinieerd, is te vinden in Art. 2 van deze algemene verzekeringsvoorwaarden (AHMGVV S7 NL).
4) Teeltsector
De verzekerde landbouwproducten (gewassen) worden ingedeeld in één van de twee teeltsectoren ‘Landbouwgewassen (A)’ of ‘Speciale gewassen (S)’.
5) Gewasgroep
Een gewasgroep in de zin van deze verzekeringsvoorwaarden is een groep gewassoorten onder één groepsaanduiding. De gewasgroepen van de betreffende teeltsector zijn te vinden in het gewassoortenoverzicht ‘gewassoortensleutellijst’ van de bijzondere voorwaarden (BHMGVV S7 NL). Verzekeringsovereenkomsten worden telkens gesloten voor één gewasgroep.
6) Gewassoorten en variëteiten
Welke landbouwproducten gewassoorten zijn in de zin van deze algemene verzekeringsvoorwaarden (AHMGVV S7 NL) en bij welke gewasgroep ze zijn ingedeeld, is te vinden in het ‘gewassoortenoverzicht (gewassoortensleutellijst)’. Sommige gewassoorten worden ook onderverdeeld in variëteiten (bv. appelrassen).
7) Verzekerde objecten
Verzekerde objecten zijn die delen van landbouwproducten waarop de oogstverzekering betrekking heeft. Verzekerde objecten in de zin van deze algemene verzekeringsvoorwaarden zijn ook afzonderlijke sneden, alsmede afzonderlijke groepen gewassen (zie Art. 1 II. pt. 18 AHMGVV S7 NL). Voor bepaalde gewassen zijn speciale verzekeringsobjecten gedefinieerd; een plant kan verscheidene verzekeringsobjecten hebben. Welke verzekeringsobjecten in de zin van deze voorwaarden verzekerd zijn, is te vinden in het overzicht ‘Verzekeringsobjecten’ in de bijzondere voorwaarden (BHMGVV S7 NL).
8) Dekkingsgebied
Het dekkingsgebied is de landbouwgrond van het bedrijf van de verzekeringnemer waarop de verzekeringsovereenkomst betrekking heeft. De verzekeringsdekking wordt alleen verleend op het vermelde dekkingsgebied. Het specifieke dekkingsgebied wordt door u elk jaar in het kader van de verzekeringsovereenkomst opnieuw bepaald door middel van de opgave aan de hand van een teeltlijst. Met name in het geval van veranderende landbouwgrond (bv. als gevolg van gewasrotatie) is het dekkingsgebied alleen de in de desbetreffende teeltlijst vermelde landbouwgrond dat in het kader van de verzekeringsovereenkomst voor de teelt van gewassen in de open lucht wordt gebruikt en voor verzekering wordt aangemeld.
9) Schadevoorvallen
Schadevoorvallen zijn de directe gevolgen van de verzekerde gevaren en voorvallen op de verzekerde plant (gewas). Schadevoorvallen zijn verder bepaalde, in de verzekeringsvoorwaarden omschreven voorvallen die door het verzekerde gevaar worden veroorzaakt en die gevolgen hebben voor het verzekerde landbouwproduct.
10) Beschadiging
De beschadiging is de toestand van de verzekerde plant (gewas) veroorzaakt door de gevolgen van de verzekerde gevaren en voorvallen (schadevoorval).
De schadevoorvallen moeten een specifieke beschadiging aan de verzekerde planten (gewassen) hebben veroorzaakt, wil er sprake zijn van een verzekerde schade. Indien de in deze voorwaarden in detail beschreven beschadiging niet aanwezig is, kan er geen verzekerde schade ontstaan.
11) Verzekeringsaanvraag
Een verzekeringsaanvraag in de zin van deze voorwaarde is uw contractuele verklaring als aanvrager aan ons als verzekeraar dat u een verzekeringsovereenkomst wenst te sluiten. Tenzij anders is overeengekomen, moet de oogstverzekering schriftelijk worden aangevraagd. Wij zullen u een formulier (document) bezorgen voor de verzekeringsaanvraag. De gegevens die een verzekeringsaanvraag minimaal moet bevatten, zijn te vinden in Art. 8 II. AHMGVV S7 NL.
12) Verzekeringsovereenkomst
De verzekeringsovereenkomst wordt gesloten voor de betreffende gewasgroep. Ze vormt binnen de verzekeringsrelatie telkens een juridisch zelfstandige overeenkomst. De overeenkomst wordt steeds gesloten op basis van de door ons gehanteerde verzekeringsvoorwaarden. De gesloten verzekeringsovereenkomst wordt gedocumenteerd door een verzekeringsbewijs (verzekeringspolis) en iedere wijziging daarvan.
13) Verzekeringsperiode
De verzekeringsperiode in de zin van deze voorwaarden is het kalenderjaar. Onze aansprakelijkheid is beperkt tot de desbetreffende aansprakelijkheidstermijn overeenkomstig de regeling inzake de ‘aansprakelijkheidstermijn tijdens de verzekeringsperiode’ (zie Art. 12 AHMGVV S7 NL).
14) Aansprakelijkheidsperiode
Tenzij uitdrukkelijk anders is geregeld of overeengekomen, is de aansprakelijkheidsperiode de periode binnen een vegetatieperiode gedurende welke de verzekerde gevaren en voorvallen gevolg moet hebben gehad voor het verzekerde gewas.
15) Perceel
Een perceel (perceel landbouwgrond) in de zin van deze voorwaarden is een aaneengesloten stuk grond waarop één enkel gewas, ras ( met onderscheid naar leeftijd) of teeltdoel wordt geteeld. Een perceel wordt begrensd door een ander gewas, ras of teeltdoel of hetzelfde ras van een andere leeftijd, of door een natuurlijke afscheiding zoals een sloot of een bomenrij of een andere soort afscheiding zoals een weg of een hekwerk.
Elk perceel wordt in de teeltlijst geïdentificeerd door zijn eigen teeltpositie.
16) Opgave
Om aan uw mededelingsplicht te voldoen, dient u als verzekeringnemer voor elke verzekeringsperiode voor elke verzekeringsovereenkomst een teeltlijst in te dienen overeenkomstig de desbetreffende overeenkomst, en u dient tevens het verzekerde bedrag van een teeltpositie in die teeltlijst te bepalen.
17) Teeltlijst
In de teeltlijst moet elk perceel als teeltpositie worden vermeld die in de betreffende verzekeringsperiode met een gewassoort van de verzekerde gewasgroep is bebouwd of in de loop van de verzekeringsperiode zal worden bebouwd. Zowel bij fruit als bij de gewassoorten wijn en stek van wijnranken moet voor elk perceel in plaats van de gewassoort de variëteit worden vermeld. Als een gewassoort of variëteit verscheidene jaren op dezelfde plaats staat (bv. wijnstok of fruitboom), dan moet de teeltlijst jaarlijks worden verlengd en worden aangepast aan het verzekerde bedrag van de teeltpositie.
Indien binnen een gewasgroep wintergewassen en zomergewassen worden geteeld, moeten er voor de meergevarenverzekering waarin een verzekering tegen vorstschade in de winter is opgenomen (bv. uitwintering), een winterteeltlijst en een zomerteeltlijst worden ingediend. De verzekeringsovereenkomsten waarvoor een winterteeltlijst moet worden ingediend, zijn te vinden in Art. 9 II. nr. 1 AHMGVV S7 NL.
Indien er meer dan één groep gewassen van een gewassoort wordt geteeld, moet een speciale teeltlijst worden ingediend (zie Art. 9 II. nr. 2 AHMGVV S7 NL).
18) Groepen gewassen
Indien in Teeltsector S dezelfde gewassoort meermaals na elkaar c.q. op een later tijdstip op verschillende zaai- of plantdata binnen één jaar wordt verbouwd, dan worden deze zaai- c.q. plantmomenten behandeld als verschillende groepen gewassen, elk met een eigen verzekeringsobject en een eigen verzekerd bedrag.
19) BBCH-code
Voor zover in deze voorwaarden wordt verwezen naar vegetatiestadia met de aanduiding ‘BBCH’, zijn ze gebaseerd op een gemeenschappelijke codering van de fenologische ontwikkelingsstadia van eenzaadlobbige en tweezaadlobbige planten in gezamenlijke werkzaamheden van het Federaal biologisch onderzoekscentrum voor land- en bosbouw (BBA), het Federaal bureau voor plantenrassen (BSA) en de brancheorganisatie (IVA) met medewerking van andere instellingen.
20) Wintergewassen
Wintergewassen zijn gewassoorten die op de verzekerde landbouwgrond overwinteren en in het zaai-jaar nog niet oogstrijp zijn (bv. winterkoolzaad).
21) Wintergroenten
Een wintergroente is een gewassoort die is gezaaid of geplant in het voorafgaande oogstjaar na de 30e kalenderweek (na eind juli), die op de landbouwgrond overwintert en pas in het jaar na het zaaien of planten oogstrijp is (bv. winteruien).
22) Vervroegde gewassen onder afdekking
Vervroegde teelten onder afdekking zijn groente- en fruitgewassen die worden geteeld onder vliesdoek of onder vlakliggende folie (bv. ‘vliesdoek oogstvervroeging’ / ‘vliesdoek vorstbescherming’ / geperforeerde folie) om ze vervroegd te laten rijpen.
23) Winterknop aan de wijnstok
Voor zover bij de verzekering van de gewasgroepen ‘wijndruiven’ of ‘tafeldruiven’ tegen schade door zware vorst de ‘winterknop van het dragende hout’ als plantendeel ter sprake komt, wordt daarmee het winteroog van het verhoute deel van de producerende tak van de vorige oogst bedoeld. Uit deze winterknop ontwikkelen zich de scheuten die tijdens de vegetatieperiode de opbrengst van het oogstjaar vormen.
24) Omploegen
Als omploegen in de zin van deze voorwaarden wordt het omploegen of ruimen van de verzekerde landbouwproducten bedoeld na het plaatsvinden van het verzekerde voorval.
Art. 2 Verzekerde gevaren en voorvallen
I. Welke gevaren en voorvallen zijn verzekerd?
De Hagel- en meergevarenverzekering voor de teelt van gewassen in de volle grond (onder de blote hemel) kan voor alle gewassoorten worden afgesloten. Overeenkomstig deze algemene verzekeringsvoorwaarden (AHMGVV S7 NL) en tenzij anders is overeengekomen, betalen wij schadevergoeding voor schade die aantoonbaar ontstaat als
oogstopbrengstverlies van de verzekerde landbouwproducten (gewassen) als gevolg van
1. een van de volgende met het weer verband houdende natuurgevaren:
– Hagel,
– Storm,
– Vorst,
– Zware regen, of
2. een van de volgende met het weer verband houdende gevaren:
– Droogte,
– Brand veroorzaakt door blikseminslag,
– Sneeuw druk,
– IJzel, of
3. de met het weer verband houdende voorvallen uitwintering of erosie.
II. Wat wordt er bedoeld met hagel, storm, vorst, zware regen, sneeuw druk, ijzel, droogte en brand?
In de zin van deze algemene verzekeringsvoorwaarden (AHMGVV S7 NL) wordt verstaan onder
1. hagel: een vaste neerslag in de vorm van ijskorrels met een diameter van ten minste 5 mm.
2. storm: een met het weer verband houdende luchtverplaatsing van ten minste 8 Beaufort (windkracht van ten minste 62 km per uur) die zich voordoet in het gebied waar de landbouwgrond is gelegen, gemeten op basis van de meetgegevens van het meetstation van het KNMI (Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut), dat het dichtst bij het landbouwareaal is gelegen.
Een overeenkomstige minimale windkracht moet ook aanwezig zijn geweest op de plaats waar de schade is ontstaan.
Indien de windkracht niet kan worden bepaald voor de plaats van de schade, wordt windkracht 8 aangenomen indien de verzekerde bewijst dat
a) de luchtverplaatsing in de onmiddellijke nabijheid van de plaats van de schade schade heeft toegebracht aan gebouwen of bomen in onberispelijke staat of aan andere goederen die net zo robuust zijn; of
b) de beschadiging (zie Art. 5 II. nr. 2) aan de overigens onberispelijk geteelde cultuurplanten alleen door storm in deze zin veroorzaakt kan zijn.
3. vorst: een met het weer verband houdende afkoeling van de luchttemperatuur - op een hoogte van 1,5 meter boven een grasvlakte gemeten op basis van de meetgegevens van het meetstation van het KNMI (Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut), dat het dichtst bij de landbrouwgrond is gelegen - tot onder 0 °C.
a) Er wordt een onderscheid gemaakt naar vorstgraad: lichte vorst (-0,1 °C tot -5,0 °C), matige vorst (-5,1 °C tot -10,0 °C), strenge vorst
(-10,1 °C tot -15,0 °C), zeer strenge vorst (-15,1 °C tot -20,0 °C) en extreem strenge vorst (-20,1 °C en kouder).
Een overeenkomstige vorstgraad moet ook aanwezig zijn geweest op de plaats van de schade.
b) Er wordt verder onderscheid gemaakt tussen wintervorst en nachtvorst. De periode waarin er, in de zin van deze voorwaarden, sprake is van wintervorst of nachtvorst, is te vinden in onderdeel A Art. 3 nr. 2 van de bijzondere voorwaarden (BHMGVV S7 NL).
c) Voor de gewassoort wijndruiven (wijnstokken) wordt voorts rekening gehouden met de duur van de vorst van de bijbehorende vorstgraad. Zo moet er in het geval van wintervorst bewijs zijn van zeer strenge vorst op ten minste drie opeenvolgende dagen gedurende deze periode, of er moet extreem strenge vorst zijn geweest op ten minste één dag gedurende de aansprakelijkheidsperiode voor wintervorst.
In het geval van nachtvorst moet er op ten minste één dag in deze periode ten minste matige vorst zijn geweest.
4. zware regen: met het weer verband houdende zware regenval in het gebied waar de landbouwgrond is gelegen met een neerslaghoeveelheid van meer dan 50 liter per vierkante meter (50 mm), binnen 24 uur gemeten op basis van de meetgegevens van het meetstation van het KNMI (Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut), dat het dichtst bij de landbouwgrond is gelegen. Overeenkomstig deze algemene verzekeringsvoorwaarden (AHMGVV S7 NL) is zware regen ook een extreme neerslaghoeveelheid van
– meer dan 85 mm binnen 48 uur, of
– meer dan 110 mm binnen 96 uur, of
– meer dan 180 mm in een periode van 14 dagen (aanhoudende regen); of
– meer dan 240 mm in een periode van 28 dagen (aanhoudende regen), telkens gemeten op basis van de meetgegevens van het meetstation
van het KNMI (Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut), dat het dichtst bij de landbouwgrond is gelegen.
De overeenkomstige hoeveelheid regen moet ook op de plaats van de schade zijn gevallen.
5. sneeuwdruk: het effect van het gewicht van sneeuwmassa's op de verzekerde landbouwproducten/gewassen. Sneeuw is natuurlijke, vaste neerslag van het weer in de vorm van sneeuwkristallen. Daarbij mag de opeenhoping van sneeuwmassa's op de landbouwproducten/ gewassen niet door de mens zijn veroorzaakt. De sneeuwmassa op de landbouwproducten/gewassen moet zijn veroorzaakt door een met het weer verband houdende neerslag als neerslagequivalent van meer dan 20 liter per vierkante meter (20 mm) op één dag, gemeten op basis van de meetgegevens van het meetstation van het KNMI (Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut) dat het dichtst bij het landbouwareaal is gelegen.
6. ijzel: (onderkoelde regen) een met het weer verband houdende neerslag die bestaat uit onderkoelde regendruppels die aanzienlijk kouder zijn dan 0° C, maar nog steeds vloeibaar. Deze regendruppels moeten plotseling bevriezen tot ijs wanneer zij de verzekerde landbouwproducten/gewassen raken en daarop een laagje ijs vormen.
7. droogte: een met het weer verband houdend neerslagtekort dat zich gedurende een bepaalde periode van het oogst- of verzekeringsjaar voordoet in het gebied van de landbouwgrond, en dat wordt bepaald aan de hand van een klimatologische waterbalans.
De klimatologische waterbalans wordt berekend aan de hand van het dagelijkse met het weer verband houdende neerslagniveau minus het niveau van de potentiële verdamping gemeten op basis van de meetgegevens van het meetstation van het KNMI (Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut), dat het dichtst bij de landbouwgrond is gelegen. Om het doorlopend potentieel neerslagoverschot te bepalen, worden telkens de dagelijkse hoeveelheden in de periode van 1 januari tot en met 31 maart, in de periode van 1 april tot en met 30 september en in de periode van 1 oktober tot en met 31 december van het kalenderjaar bij elkaar opgeteld. Er wordt een onderscheid gemaakt in doorlopend potentieel neerslagoverschot 1 en 2.
Bij doorlopend potentieel neerslagoverschot 1 is sprake van droogte, als er zich een negatieve waterbalans voordoet, die
– in de periode van 1 januari t/m 31 maart de grenswaarde van 200 mm bereikt heeft;
– in de periode 1 april t/m 30 september de grenswaarde van 200 mm bereikt heeft;
– in de periode 1 oktober t/m 31 december de grenswaarde van 200 mm bereikt heeft.
Het doorlopend potentieel neerslagoverschot berekend op basis van de klimatologische waterbalans moet voor de relevante periode ook ontstaan zijn op het perceel.
Bij doorlopend potentieel neerslagoverschot 2 is sprake van droogte, als er zich een negatieve waterbalans voordoet, die
– in de periode van 1 januari t/m 31 maart de grenswaarde van 250 mm bereikt heeft;
– in de periode 1 april t/m 30 september de grenswaarde van 250 mm bereikt heeft;
– in de periode 1 oktober t/m 31 december de grenswaarde van 250 mm bereikt heeft.
Het doorlopend potentieel neerslagoverschot berekend op basis van de klimatologische waterbalans moet voor de relevante periode ook ontstaan zijn op het perceel.
8. brand: een vuur dat gepaard gaat met vlammen, dat is ontstaan zonder een beoogde brandhaard en dat zich op eigen kracht kan uitbreiden. Dit vuur moet uitsluitend zijn ontstaan door de directe overgang van een met het weer verband houdende bliksem (blikseminslag) naar de verzekerde landbouwproducten/gewassen.
III. Wat wordt bedoeld met uitwintering en erosie?
In de zin van deze verzekeringsvoorwaarden is
1. uitwintering: de schadelijke gevolgen van met het weer verband houdende vorst (zie hierboven Art. 2 II nr. 3) of sneeuw (zie hierboven Art. 2 II nr. 5), met name van afwisselende vorst, inwerking van vorst zonder beschermende sneeuwbedekking en strenge vorst, alsmede van ijs- en sneeuwbedekking op overwinterende cultuurplanten die nog niet klaar zijn om te worden geoogst (zogenaamde wintergewassen) van Teeltsector A.
2. erosie: (bodemerosie) een met het weer verband houdende enorme abrasie en verplaatsing van oppervlaktemateriaal van akkerbouwgrond, door het wegspoelen of wegwaaien van grond waarop de verzekerde landbouwproducten worden geteeld, veroorzaakt door met het weer verband houdende neerslag in de vorm van zware regen (zie hierboven Art. 2 II nr. 4) of door met het weer verband houdende storm (zie
hierboven Art. 2 II nr. 2). Er is ook sprake van erosie indien er op percelen waarop verzekerde landbouwproducten worden geteeld, door met het weer verband houdende zware regen (zie hierboven Art. 2 II nr. 4) of met het weer verband houdende storm (zie hierboven Art. 2 II nr. 2), van dezelfde landbouwgrond grond of puin is aangespoeld of weggewaaid en zich daarop heeft afgezet.
IV. Hoe kunnen de gevarengroepen worden verzekerd?
De gevaren kunnen alleen samen worden verzekerd in het verzekeringsproduct ‘Secufarm 7 NL’. Het is niet mogelijk om gewassoorten te verzekeren tegen afzonderlijke gevaren. De gehele teelt van een gewasgroep (vgl. Art. 3 AHMGVV S7 NL en sectie A Art. 4 van de bijzondere verzekeringsvoorwaarden BHMGVV S7 NL) moet telkens binnen één verzekeringsovereenkomst worden verzekerd.
Art. 3. Gewasgroepen, gewassoorten
Gewasgroepen zijn de gewassoorten die zijn gegroepeerd onder één generieke benaming. De door ons vermelde gewasgroepen zijn te vinden in de bijzondere verzekeringsvoorwaarden (BHMGVV S7 NL). Gewasgroepen die daarin niet zijn opgenomen, vormen elk een afzonderlijke gewasgroep. De indeling van de individuele gewassoort bij een gewasgroep is te vinden in het gewassoortenoverzicht (gewassoortensleutellijst).
Art. 4 Verzekerde objecten, dekkingsgebied
I. Verzekerde objecten
De verzekering dekt voor een gewassoort waarop de verzekerings- overeenkomst van toepassing is de objecten die worden genoemd in de bijzondere verzekeringsvoorwaarden BHMGVV S7 NL (vgl. sectie A Art. 2 BHMGVV S7 NL) of in de verzekeringsovereenkomst.
II. Dekkingsgebied
In beginsel wordt het dekkingsgebied gevormd door alle bebouwde landbouwgrond van het bedrijf van de verzekeringnemer of de verzekerde waarop de verzekeringsovereenkomst van toepassing is. De verzekeringsdekking bestaat uitsluitend op het dekkingsgebied; het concrete dekkingsgebied wordt jaarlijks in het kader van de verzekeringsovereenkomst opnieuw bepaald aan de hand van de teeltlijst. Bij wisselende landbouwgrond is het dekkingsgebied uitsluitend het teelt- of landbouwperceel dat in de desbetreffende teeltlijst (zie Art. 9) is vermeld, dat in het kader van de verzekeringsovereenkomst voor de teelt van gewassen in de volle grond wordt gebruikt en dat voor de verzekering is aangemeld.
Art. 5 Schadevoorvallen en beschadigingen
I. Welke schadevoorvallen zijn verzekerd?
Gevolgen van het gevaar
1. Een in Art. 2 I nr. 1 van deze voorwaarden vermeld verzekerd natuurgevaar, of een in Art. 2 I nr. 2 vermeld verzekerd gevaar, of een van de in Art. 2 I nr. 3 vermelde met het weer verband houdende voorvallen moet telkens gevolgen hebben gehad voor de verzekerde gewassoort.
2. Bij het natuurgevaar vorst wordt een verzekerd schadevoorval alleen aangenomen indien binnen een nader in de bijzondere voorwaarden (BHMGVV S7 NL) omschreven periode binnen de aansprakelijkheidsperiode een bepaalde minimumvorstgraad aanwezig was en daardoor de in II nr. 4. nader omschreven beschadiging is veroorzaakt.
II. Welke beschadigingen zijn verzekerd?
1. Beschadigingen bij hagel
De verzekering dekt alleen schade die is veroorzaakt doordat planten of delen van planten zijn beschadigd of afgebroken, geknakt, gebroken, verpletterd of opengebarsten door hagel;
2. Beschadigingen bij storm
a) De verzekering dekt alleen schade die is veroorzaakt doordat planten of delen van planten direct door storm zijn ontworteld, verpletterd, geknakt, (af-)gebroken, af- of ingescheurd, verstoven, gekneusd of beschadigd.
b) De verzekering dekt alleen schade die is veroorzaakt doordat
aa) planten of delen van planten zijn afgeschuurd, blootgelegd, ontworteld of bedekt (ingewaaid) door bodemmateriaal van de landbouwgrond als gevolg van bodemerosie (verplaatsing van bodemmateriaal van het landbouwareaal) die door storm is veroorzaakt;
bb) het zaad door storm is losgewaaid, weggewaaid of bedekt (ingewaaid) door bodemmateriaal van het landbouwareaal;
c) Voorts dekt de verzekering schade die wordt veroorzaakt doordat graangewassen uitsluitend als gevolg van storm aan de stengelbasis afknakken wat leidt tot ‘legering van graan’.
3. Beschadigingen bij zware regen
a) De verzekering dekt alleen schade die is veroorzaakt doordat planten of delen van planten direct door zware regen zijn verpletterd, geknakt, (af-)gebroken, af- of ingescheurd of opengebarsten.
b) Ook dekt de verzekering schade die is ontstaan doordat
aa) zaden of planten of delen van planten zijn ontworteld en weggespoeld, uit- of vrijgespoeld of bedekt door bodemmateriaal van de landbouwgrond als gevolg van bodemerosie (afslijpen van het bodemmateriaal van de landbouwgrond) die door zware regen is veroorzaakt.
bb) planten die nog niet waren opgekomen (zaailingen) het verharde bodemoppervlak niet konden penetreren als gevolg van dichtslibbing van de bodem die uitsluitend en direct werd veroorzaakt door zware regen met de daaropvolgende korstvorming (schade bij opkomst).
cc) planten, na het uitlopen of na het aanplanten van de zaailingen, gedurende langere tijd geheel of gedeeltelijk in een zichtbare opeenhoping van water staan, uitsluitend en direct veroorzaakt door zware regen, en geheel of gedeeltelijk afsterven, verrotten of geel worden als gevolg van de daardoor veroorzaakte luchtafsluiting.
c) Voorts dekt de verzekering schade die is veroorzaakt doordat, uitsluitend als gevolg van zware regen bij
aa) sla een aanzienlijke hoeveelheid bodemdeeltjes van de landbouwgrond op het gehele bladoppervlak van de plant terecht is gekomen en zich daar duurzaam aan heeft vastgehecht; of
bb) kropsla een aanzienlijke hoeveelheid bodemdeeltjes van de landbouwgrond op een groot oppervlak tussen de slabladeren terecht is gekomen en daar door het sluiten van de krop zijn ingesloten, zodat de slaplanten als gevolg van de weersomstandigheden zo sterk zijn verontreinigd dat zij door de in nr. 3.c.aa of nr. 0.x.xx vermelde verontreinigingsbeschadigingen hun verkoopbaarheid verliezen.
d) Voorts dekt de verzekering schade die is veroorzaakt doordat graanplanten, uitsluitend als gevolg van zware regen, aan de stengelbasis knikken, wat leidt tot ‘legering van graan’.
4. Beschadigingen bij vorst
De verzekering dekt alleen schade die ontstaat doordat planten of delen van planten door vorst weefselschade hebben opgelopen in de vorm van bevriezing of barsten van de cellen, waarbij
a) bij gewassen van de gewasgroep ‘vrucht- en producerend hout’ de door de wintervorst veroorzaakte weefselschade (zie Art. 2
II. nr. 3) zo ernstig moet zijn dat vruchtbomen of vruchtstruiken of essentiële delen daarvan (takken, twijgen, roedes) afsterven of reeds afgestorven zijn, zodat op deze afgestorven delen geen knopontwikkeling meer plaatsvindt; zulke schade moet uiterlijk in het verzekeringsjaar volgend op het jaar van het wintervorstvoorval, zichtbaar zijn geworden;
b) bij gewassen van de gewasgroepen ‘boomkwekerijproducten’ en ‘snij- en trekheesters’ de door de wintervorst veroorzaakte weefselschade (zie Art. 2 II. nr. 3) zo ernstig moet zijn dat de verkoopbaarheid volledig verloren is gegaan of alleen door aanvullende teeltmaatregelen (bv. snijwerkzaamheden) kan worden hersteld, of er als gevolg van vorst aanzienlijke groeistoringen zijn opgetreden;
c) op gewassen van de gewasgroepen ‘hardfruit’, ‘steenfruit’, ‘bessen’ of ‘industrie- en sapfruit’ de door wintervorst of nachtvorst veroorzaakte weefselschade (zie Art. 2 II. nr. 3)
– zo ernstig moet zijn aan de bloemknoppen, bloesem en vruchtaanzet ( jonge vruchten) dat zij daardoor afsterven of zodanig beschadigd worden dat er geen vruchten meer uit voortkomen of dat er zich alleen nog vruchten ontwikkelen met typische vorstschade (misvormde vruchten, vruchten met vorstscheurtjes, afwijkingen aan de schil of vruchthuid) of
– aan het hout zo ernstig moet zijn dat de toevoer van voedingsstoffen en water naar de zich ontwikkelende bloemen door deze houtaantasting zo ernstig is verstoord dat er geen vruchtontwikkeling plaatsvindt.
d) voor de gewassoort wijndruiven (wijnstokken) en tafeldruiven, de weefselschade
– door wintervorst (zie Art. 2 II. nr. 3) op de winterknop van het draaghout, waaruit zich de scheuten ontwikkelen die tijdens de vegetatieperiode dienen voor de opbrengst van het oogstjaar, zo
ernstig moet zijn dat het uitlopen van de winterknop uitblijft;
of
– door nachtvorst (zie Art. 2 II. nr. 3) op de scheuten of op de bloemen van de wijnstok of bloesem die zich uit de winterogen hebben ontwikkeld, de schade zo ernstig moet zijn dat deze als gevolg daarvan afsterven of zodanig worden beschadigd dat er zich geen vruchten of alleen vruchten met typische vorstschade ontwikkelen.
5. Beschadigingen bij droogte
De verzekering dekt alleen schade die is veroorzaakt doordat planten of delen van planten als gevolg van droogte voortijdig zijn gestorven of verdroogd of het gewas vervroegd is gerijpt (noodrijping).
6. Beschadigingen bij brand veroorzaakt door blikseminslag
De verzekering dekt alleen schade die is veroorzaakt doordat planten of delen van planten zijn verbrand als gevolg van een door blikseminslag veroorzaakte brand.
7. Beschadigingen bij sneeuwdruk
De verzekering dekt alleen schade die is veroorzaakt doordat planten of delen van planten zijn geknakt, gebroken of in- of afgescheurd als gevolg van sneeuwdruk, dat wil zeggen het gewicht van met het weer verband houdende sneeuwmassa’s die erop drukken.
8. Beschadigingen bij ijzel
De verzekering dekt alleen schade die is veroorzaakt doordat planten of delen van planten zijn geknakt, (af-)gebroken of in- of afgescheurd als gevolg van ijzel, d.w.z. het gewicht van met het weer verband houdende ijsmassa’s die erop drukken.
9. Beschadigingen bij uitwintering
De verzekering dekt alleen schade die is veroorzaakt doordat planten of delen van planten als gevolg van uitwintering na vorst (zie Art. 2 II. nr. 3) bevroren, uitgedroogd, verstikt of uitgedroogd zijn.
Art. 6 Verzekerde schade en verzekerde kosten
I. Welke schade is verzekerd?
1. Kwantitatieve oogstopbrengstschade
Tenzij anders is overeengekomen en onder voorbehoud van Onderdeel III van deze algemene verzekeringsvoorwaarden (AHMGVV S7 NL) (zie hierna), betalen wij schadevergoeding uit voor de kwantitatieve oogstopbrengstschade aan de verzekerde gewassoort of de verzekerde variëteit, die aantoonbaar door één of meer verzekerde gevaren (Art. 2 I nr. 1 en nr. 2) of een verzekerd voorval (Art. 2 I nr. 3) is ontstaan.
2. Kwalitatieve oogstopbrengstschade
Voor zover de oogstopbrengstwaarde van het verzekerde gewas niet alleen van de hoeveelheid, maar ook van de kwaliteit afhangt, wordt er ook schadevergoeding uitbetaald voor de kwaliteitsvermindering die direct het gevolg is van een verzekerd gevaar (Art. 2 I nr. 1 en nr. 2) of een verzekerd voorval (Art. 2 I nr. 3). Welke soort kwaliteitsvermindering bij de verzekerde schade hoort, is te vinden in de bijzondere voorwaarden of de bij het sluiten van de overeenkomst gemaakte afspraken.
Voor bepaalde landbouwproducten/gewassen zijn er clausules (zie de bijzondere voorwaarden BHMGVV S7 NL) die de verzekerde kwaliteitsschade en/of de beoordeling van het kwaliteitsverlies als gevolg van een verzekerd gevaar of voorval specificeren.
3. Bijzondere marktbelangen
Bijzondere marktbelangen (bv. afspraken uit teelt- of leveringsovereenkomsten) zijn alleen verzekerd indien dat uitdrukkelijk separaat is afgesproken. Tenzij anders is overeengekomen, biedt de verzekering in dit verband geen dekking voor schade die de verzekeringnemer lijdt doordat hij de door een verzekerd gevaar of voorval in kwantiteit en/of kwaliteit beschadigde gewassen niet meer volgens plan kan verkopen of verder verwerken (bv. overschrijding van termijnen, afwijking van gegarandeerde eigenschappen).
Onder niet-verzekerd marktrisico/verkooprisico worden tevens financiële verliezen verstaan die de verzekeringnemer lijdt als gevolg van het verzekerde voorval door aankoop/vervanging van dekking, schadeclaims of contractuele boetes en dergelijke van derden.
4. Verband tussen de gevolgen van het gevaar en de beschadiging
a) Voor de dekking van de in Art. 2 II nr. 1 tot en met 4 vermelde gevaren is het vereist dat de beschadiging of de vernietiging van de verzekerde gewassen aantoonbaar het uitsluitende, directe en onvermijdelijke gevolg is van het desbetreffende gevaar, daarbij de in Art. 5 II nr. 1 tot en met 4 omschreven beschadiging heeft veroorzaakt en daardoor aantoonbaar tot oogstopbrengstverlies heeft geleid.
b) Voor de dekking van de in Art. 2 II nr. 5 tot en met 8 vermelde gevaren is het vereist dat de beschadiging of de vernietiging van de verzekerde gewassen aantoonbaar het uitsluitende, directe en
onvermijdelijke gevolg is van het desbetreffende gevaar, daarbij de in Art. 5 II nr. 5 tot en met 8 omschreven beschadiging heeft veroorzaakt en daardoor aantoonbaar tot oogstopbrengstverlies heeft geleid.
c) Voor de dekking van de in Art. 2 III vermelde met het weer verband houdende voorvallen is het vereist dat de beschadiging of de vernietiging van de verzekerde gewassen aantoonbaar het onvermijdelijke gevolg is van het desbetreffende met het weer verband houdende voorval, daarbij de in Art. 5 II nr. 2 b), 3 b) en 9 omschreven beschadiging heeft veroorzaakt en daardoor aantoonbaar tot oogstopbrengstverlies heeft geleid.
5. Bijzondere oogstopbrengstverliezen
a) In het geval van verzekering van energiegewassen voor de productie van biogas betalen wij schadevergoeding uit voor kwantitatieve schade aan plantmassa.
b) Bij de gewasgroep boomkwekerijproducten (productie in volle grond), snij- en trekheesters, hardfruit, steenfruit, bessen, industrie- en sapfruit, en vrucht- en productiehout is bij vorst alleen die schade verzekerd die is ontstaan als gevolg van extreem strenge vorst in de zin van Art. 2 II nr. 3, indien de betreffende vorstgraad zich voordoet binnen de aansprakelijkheidsperiode vermeld in sectie A Art. 3 nr. 2 van de bijzondere voorwaarden BHMGVV S7 NL.
c) Bij wintergroenten (Art. 1 II nr. 21), de gewasgroepen aardappelen, bieten en maïs en de gewassoorten prei – herfst, prei – winter, prei – industrie, prei met afnamegarantie, ongetopte spruitkool, getopte spruitkool, knolselderij, witlof, winterpeen en koolraap is bij vorst alleen die schade verzekerd die is ontstaan als gevolg van strenge vorst in de zin van Art. 2 II nr. 3, indien de betreffende vorstgraad zich voordoet binnen de aansprakelijkheidsperiode vermeld in sectie A Art. 3 nr. 2 van de bijzondere voorwaarden BHMGVV S7 NL.
d) Bij hardfruit - ook voor zover dit binnen de gewasgroep Industrie- en sapfruit is verzekerd - is bij vorst alleen schade verzekerd als gevolg van strenge vorst in de zin van Art. 2 II nr. 3; bij de gewassoorten van alle andere fruitgewasgroepen – behalve de gewasgroep hardfruit most van de gewasgroep industrie- en sapfruit -, waarbij de vruchten als opbrengst zijn verzekerd (bv. bessenfruit), is bij vorst alleen die schade verzekerd die is ontstaan als gevolg van matige vorst in de zin van Art. 2 II nr. 3, indien de betreffende vorstgraad zich voordoet binnen de aansprakelijkheidsperiode vermeld in de in sectie A Art. 3 nr. 2 van de bijzondere voorwaarden BHMGVV S7 NL vastgelegde aansprakelijkheidstermijn.
e) Bij de gewasgroep boomkwekerijproducten (productie in volle grond) en bij snij- en trekheesters zijn alleen gewassen met een stamhoogte van meer dan 1 m tegen schade verzekerd die is ontstaan als gevolg van sneeuwdruk in de zin van Art. 2 II nr. 5 en ijzel in de zin van Art. 2 II nr. 6 of extreem strenge vorst in de zin van Art. 2 II nr. 3.
f) Bij de gewasgroep potplanten en containerculturen zijn in geval van schade als gevolg van droogte alleen die opbrengstverliezen verzekerd die het gevolg zijn van een technische storing van het irrigatie- of beregeningssysteem.
g) Bij bloembollen is bij vorst alleen die schade verzekerd, die het gevolg is van strenge vorst in de zin van Art. 2 II nr.
3 indien de betreffende vorstgraad zich voordoet binnen de aansprakelijkheidsperiode vermeld in sectie A Art. 3 nr. 2 van de bijzondere voorwaarden BHMGVV S7 NL.
h) Bij de gewassoort wijndruiven is bij vorst alleen die schade verzekerd die als wintervorst is ontstaan als gevolg van zeer strenge vorst c.q. extreem strenge vorst in de zin van Art. 2 II nr. 3, indien de betreffende vorstgraad in de vastgelegde vorstduur zich voordoet binnen de aansprakelijkheidsperiode vermeld in sectie A Art. 3 nr. 2 van de bijzondere voorwaarden BHMGVV S7 NL; die als nachtvorst is ontstaan als gevolg van ten minste matige vorst in de zin van Art. 2 II nr. 3 indien die vorstgraad in de vastgelegde vorstduur zich voordoet binnen de aansprakelijkheidsperiode vermeld in sectie A Art. 3 nr. 2 van de bijzondere voorwaarden BHMGVV S7 NL.
i) Bij de gewassen in Teeltsector A en de gewasgroepen bloembollen, bolgewassen en wortel/knolgroenten (uitgezonderd venkel, radijs, rammenas en bleekselderij) is bij vorst alleen die schade verzekerd die als nachtvorst het gevolg is van ten minste matige vorst in de zin van Art. 2 II nr. 3 indien die vorstgraad zich voordoet binnen de aansprakelijkheidsperiode vermeld in sectie A Art. 3 nr. 2 van de bijzondere voorwaarden BHMGVV S7 NL.
j) Bij de gewasgroepen graan, zaden, vezelplanten, oliehoudende zaden, asperges/rabarber en peulvruchten consumptie zijn bij schades door het risico droogte alleen die opbrengstverliezen
verzekerd die door de inwerking van doorlopend potentieel neerslagoverschot 1 ontstaan.
k) Bij alle overige gewasgroepen zijn bij schades door het risico droogte alleen die opbrengstverliezen verzekerd die door de inwerking van doorlopend potentieel neerslagoverschot 2 ontstaan.
6. Cumulatieve schade
Indien het niet mogelijk is de verzekerde schade duidelijk in te delen bij een verzekerd gevaar of bij een in deze voorwaarden beschreven beschadiging, dan is de overheersende waarschijnlijkheid of het overheersende aandeel van de beschadiging bepalend voor de indeling bij een verzekerde schade in de zin van deze algemene verzekeringsvoorwaarden (AHMGVV S7 NL).
II. Welke kosten zijn meeverzekerd?
De aard en de omvang van de meeverzekerde kosten worden geregeld door de regelingen in de bijzondere voorwaarden (BHMGVV S7 NL).
III. Wanneer worden er forfaitaire schadevergoedingen uitgekeerd?
1. Forfaitaire schadevergoeding bij omploegen
a) Bij alle opbrengstschade door het verzekerde voorval uitwintering aan wintergewassen in Teeltsector A (zgn. uitwinteringsschade, zie Art. 2 III. Nr. 1) wordt het daardoor veroorzaakte oogstopbrengstverlies steeds uitsluitend door een forfaitaire schadevergoeding vergoed. Uitwinteringsschade aan wintergewassen die volgens onze vaststelling geen omploegen rechtvaardigt van het betroffen perceel, is voor uw eigen rekening.
b) Bij alle schade die is veroorzaakt door de verzekerde voorvallen hagel, storm, zware regen, nachtvorst en droogte die volgens onze vaststelling het omploegen rechtvaardigt van het betroffen perceel en waarvan het schadevoorval binnen een bepaald ontwikkelingsstadium valt, wordt er geen schadevergoeding uitgekeerd voor het kwantitatieve oogstopbrengstverlies, maar heeft verzekeringnemer recht op een ‘forfaitaire schadevergoeding’. De hoogte van de forfaitaire schadevergoeding is te vinden in de regeling ‘Forfaitaire schadevergoeding voor omploegen’ in Art. 14 BHMGVV.
c) Of er aan de vereisten voor zo een onder punt a. of b. genoemd omploegen is voldaan, besluiten wij in het kader van de schadebeoordeling (Art. 18).
d) Bij de door ons bepaalde noodzaak tot omploegen wordt de teeltpositie (perceel) uitgesloten van de verzekering, ook als u het omploegen niet uitvoert. Voor de verzekering van herinzaai c.q. herbeplanting zie Art. 9 II nr. 3.
e) Met de onder punt a. of b. bedoelde forfaitaire schadevergoeding zijn alle kosten vereffend van het ploegen, met name de kosten van het noodzakelijke omploegen, de kosten van de nieuwe zaaibedbereiding en de kosten van een vervangende of nieuwe aanplant met dezelfde of een andere gewassoort.
2. Forfaitaire schadevergoeding bij legering
In het geval van oogstopbrengstschade die door de legering van graan als gevolg van het afbreken van de graanplant aan de stengelbasis is ontstaan, wordt er geen schadevergoeding uitgekeerd voor het kwantitatieve opbrengstverlies, maar heeft verzekeringnemer uitsluitend recht op een forfaitaire schadevergoeding. Daarmee zijn ook alle andere door legering veroorzaakte opbrengstverliezen vereffend. Het bedrag van de forfaitaire schadevergoeding is te vinden in de regeling ‘Forfaitaire schadevergoeding voor de legering van graan’ in Art. 15 BHMGVV.
IV. Hoe wordt de schadevergoeding uitgekeerd?
De schadevergoeding wordt uitgekeerd in de vorm van een geldbedrag.
Art. 7 Onverzekerde schade en kosten, onverzekerde teelt van gewassen
I. Welke uitsluitingen van aansprakelijkheid bestaan er?
1. Algemene uitsluitingen van aansprakelijkheid
Wij zijn niet aansprakelijk - ongeacht bijdragende oorzaken - voor schade die
– het gevolg is van oorlog, oorlogsachtige voorvallen, burgeroorlog, revolutie, rebellie, opstand, burgerlijke onrust, of kernenergie, nucleaire straling of radioactieve stoffen; of
– het gevolg is van overstromingen. Van overstroming in deze zin is sprake indien een aanzienlijke hoeveelheid oppervlaktewater zich op de landbouwgrond bevindt, als gevolg van
– het doorbreken of overlopen van dijken, kaden, sluizen of andere waterbeschermingswerken, of
– het opzettelijk laten overstromen (onder water zetten) van de landbouwgronden als wateropvangvlakte of als noodoverloopgebied.
– het gevolg is van het negeren van door de staat of door officiële instanties opgelegde teeltbeperkingen of -verboden; of
– het gevolg is van overstroming of stormvloed. Van een overstroming in deze zin is sprake bij een niet te voorziene inundatie (onderwaterzetting) van de grond en bodem van de verzekerde landbouwgrond met aanzienlijke hoeveelheden oppervlaktewater als gevolg van het buiten de oevers treden van bovengronds stilstaande of stromende wateren (bv. rivieren, meren), ook als dat het gevolg is van met het weer verband houdende neerslag. Een stormvloed in deze zin is een uitzonderlijk hoge waterstand van de zee, veroorzaakt door een aanlandige storm.
2. Bijzondere uitsluitingen
Met betrekking tot wijndruiven (wijnstokken) hebben wij recht op een risicocontrole na indiening van de winterteeltlijst. Daarbij wordt beoordeeld of deze wijnstokken worden opgenomen in de verzekeringsdekking tegen schade als gevolg van wintervorst.
Indien wij vóór 15 december van het jaar dat aan het oogstjaar voorafgaat geen risicobeoordeling hebben uitgevoerd, dan kunt u ervan uitgaan dat alle wijnbouwgronden die door middel van de winterteeltlijst zijn opgegeven, in de verzekeringsdekking tegen schade door wintervorst zijn opgenomen.
Voor zover uit de beoordeling van de gewastoestand van de wijnstokken blijkt dat ze niet verzekerd kunnen worden, hebben wij het recht om afzonderlijke teeltposities om gegronde redenen van de verzekering uit te sluiten en aldus de verzekeringsdekking te beperken. Dergelijke wijnbouwgronden vallen buiten de ‘wintervorstverzekering’ op het moment dat wij van de uitsluiting in kennis worden gesteld. De verzekering tegen schade door hagel blijft ongewijzigd.
3. Opzettelijke en nalatige veroorzaking van het verzekerde voorval door verzekeringnemer
Wij zijn niet verplicht uit te betalen indien de schade opzettelijk, en voor zover rechtens mogelijk, door enige schuld van verzekeringnemer is veroorzaakt.
4. Frauduleuze bedrog na het optreden van het verzekeringsgeval
De verzekeraar is vrijgesteld van de verplichting tot schadevergoeding als de verzekeringnemer de verzekeraar op frauduleuze wijze bedriegt over feiten die van belang zijn voor de reden of de hoogte van de vergoeding of als de verzekeringnemer de verzekeraar daarover probeert te misleiden. Indien het bedrog of de poging tot bedrog bij onherroepelijk vonnis op grond van fraude of poging tot fraude wordt vastgesteld, worden de voorwaarden conform zin 1 geacht te zijn bewezen.
II. Welke schade is niet verzekerd?
1. Onverzekerde schade
Wij zijn niet aansprakelijk - tenzij anders is overeengekomen - voor schade die
a) reeds bij het begin van de verzekering aanwezig is als gevolg van verzekerde gevaren en voorvallen (eerdere schade);
b) zich voordoet doordat de beginselen van goede beroepspraktijk (vgl. sectie A van de bijzondere voorwaarden Art. 7 BHMGVV S7 NL) zijn geschonden of maatregelen van goede teeltmethode niet zijn uitgevoerd (bv. onjuiste of niet uitgevoerde toediening van meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen, onjuiste niet uitgevoerde beregening c.q. irrigatie, ondeugdelijke bodembewerking, grove teelt- of gewasrotatiefouten, niet-naleving van agrotechnische termijnen en procedures, ondeugdelijke productie- of oogstprocedures); tot de goede beroepspraktijken behoort met name de preventieve - voor zover mogelijke - aanleg van afwateringssloten na het planten of zaaien.
c) het gevolg is van de legering van graan, tenzij dit uitsluitend het gevolg is van het afbreken van de graanplant aan de stengelbasis door storm of zware regen;
d) ontstaat doordat het gewas in verband met het weer niet kan worden geoogst;
e) optreedt als ijzelschade doordat beregenen als bescherming tegen vorst is ingezet;
f) optreedt als droogteschade doordat
– bij gewassen waarvoor het beschikbaar zijn van een operationeel en functionerend irrigatie- of beregeningssysteem dwingend noodzakelijk is voor
de teelt van de verzekerde landbouwproducten (zie sectie A Art. 7c) van de bijzondere voorwaarden (BHMGVV S7 NL),
– in het geval van alle andere gewassen waarvoor kunstmatige irrigatie of beregening volgens goede beroepspraktijk vereist is voor de teelt, de noodzakelijke kunstmatige irrigatie of beregening in het geheel niet beschikbaar is of niet operationeel of niet in goede staat is op de teeltpositie, c.q. de ter plaatse gebruikelijke
of bij het bedrijf gebruikte kunstmatige irrigatie of beregening niet in gebruik is genomen, is onderbroken of stopgezet door de verzekeringnemer of verzekerde of zijn vertegenwoordiger, tenzij een van deze maatregelen van overheidswege is bevolen of de watertoevoer voor de kunstmatige irrigatie of beregening absoluut onmogelijk is wegens acuut watertekort als gevolg van droogte;
g) als erosie- of ‘opkomschade’ ontstaat doordat de landbouwgrond waarop de verzekerde landbouwproducten/gewassen worden geteeld, is bedekt met bodemmateriaal dat afkomstig is van naburige gronden, of de planten zijn ontworteld en weggespoeld of uit- of vrijgespoeld door watermassa's van naburige gronden, tenzij de naburige gronden ook door een verzekering van de teelt van gewassen zijn gedekt tegen opbrengstschade als gevolg van ongunstige weersomstandigheden;
h) zich voordoet in de periode waarin boomkwekerijproducten zich in huur bevinden;
i) zich voordoet op boomkwekerijproducten wanneer zij minder dan één verzekeringsjaar in de grond zitten;
j) aan gewassen van de gewasgroep bloembollen (bv. bloembollen en -knollen) die door ‘zwartrand’ of ‘geelziek’ bij hyacinten is veroorzaakt, ongeacht bijdragende oorzaken en ongeacht of dit een gevolg is van het optreden van een verzekerd voorval;
k) is ontstaan aan aardappelen als gevolg van slijmziekte of bacteriële ringrot, ongeacht bijdragende oorzaken en ongeacht of dit al dan niet een gevolg is van het optreden van een verzekerd voorval;
l) is ontstaan in verband met neerslag of luchtverplaatsing in het kader van een verzekerd gevaar of verzekerd voorval als gevolg van de inwerking van lucht-, bodem- of waterverontreinigende stoffen op het landbouwproduct of gewas en het in Art. 5 vermelde overeenkomstige beschadiging veroorzaakt.
m) is ontstaan door wintervorst op jonge wijnstokken (wijnstokken in het jaar van aanplant en het daaropvolgende tweede standjaar).
2. Onverzekerde teelt van gewassen
Tenzij anders is overeengekomen, zijn alleen die landbouwproducten
c.q. gewassen verzekerd die bestemd zijn om te worden geteeld c.q. gecultiveerd in de open lucht (in de volle grond) . Bodemproducten of gewassen die tijdens de vegetatieperiode tijdelijk worden afgedekt met afdekkingen (bv. folie, vlies) of netten (bv. hagelnetten of regenkappen) of schaduwinstallaties, zijn eveneens verzekerd.
3. Onverzekerbare landbouwarealen
Wij kunnen individuele landbouwgronden of teeltpercelen van de verzekering uitsluiten indien zij niet of slechts in beperkte mate geschikt zijn voor de teelt van landbouwproducten of de teelt van gewassen, met name indien zij in een bijzondere gevarenzone liggen. De verzekering dekt niet het kweken van planten op percelen die daarvoor vanwege de grondsoort of de ligging niet geschikt zijn.
De planten op deze percelen moeten door u op de teeltlijst worden vermeld.
4. Onverzekerde eerdere schade
Wij zijn niet aansprakelijk voor schade die bij aanvang van de verzekering reeds bestond (eerdere schade). Eerdere schade in deze zin is alle schade die van invloed is op de oogstopbrengst die zich reeds vóór het sluiten van de verzekeringsovereenkomst heeft voorgedaan en die nog aanwezig was toen de overeenkomst werd gesloten. Dit zijn met name beschadigingen die zijn veroorzaakt door een te verzekeren gevaar of een daarmee verband houdend schadevoorval.
III. Welke kosten zijn niet verzekerd?
a) Tenzij anders is overeengekomen en onder voorbehoud van Art. 6 III, dekt de verzekering niet de kosten die voor u ontstaan:
– door het ruimen of vernietigen van beschadigde of vernielde landbouwproducten na het plaatsvinden van het verzekerde voorval;
of
– door het omploegen of herstellen van de landbouwgrond of het teeltperceel na bodemerosie, een nieuwe zaaibedbereiding of een vervanging of opvolging van de door het verzekerde voorval getroffen landbouwgrond met hetzelfde of een ander soort gewas.
Voor zover de kosten die voor u ontstaan door het plaatsvinden van het verzekerde voorval dienen te worden meeverzekerd, dient dit afzonderlijk te worden overeengekomen - voor zover dit niet uitdrukkelijk te vinden is in Art. 6 of in clausules (zie de bijzondere voorwaarden BHMGVV S7 NL).
2) Normale voorzorgsmaatregelen c.q. preventieve maatregelen die voortvloeien uit de algemene verplichting van de verzekerde om schade te voorkomen, zoals het beregenen of irrigeren van gewassen, zijn niet verzekerd. De kosten hiervoor worden niet vergoed.
Art. 8 Verzekeringsovereenkomst
I. Hoe wordt de verzekeringsovereenkomst gesloten?
a) De verzekering moet schriftelijk worden aangevraagd, tenzij anders is overeengekomen. U bent 14 dagen gebonden aan uw verzekeringsaanvraag.
b) De partijen bij de verzekeringsovereenkomst zijn wij als verzekeraar en u als verzekeringnemer (natuurlijke persoon of rechtspersoon). Indien de verzekering voor eigen rekening wordt gesloten, dan bent u tevens de verzekerde; indien de verzekering ten behoeve van een derde wordt gesloten, dan is die derde de verzekerde (begunstigde).
II. Welke gegevens moet de verzekeringsaanvraag bevatten?
1. Basisgegevens
a) In de verzekeringsaanvraag moet u als natuurlijke persoon uw naam, voorna(a)m(en) en woonplaats opgeven, en als rechtspersoon de naam, de gevolmachtigde en de statutaire zetel van het bedrijf; indien het bedrijf op een ander kantooradres is gevestigd, moet ook dit adres worden vermeld. In de verzekeringsaanvraag moeten tevens de houder en het nummer van het bedrijf (kvk nummer) worden vermeld.
Voor een bedrijf met verscheidene productie-eenheden (bedrijfsruimtes) moet worden vermeld voor welke bedrijfsinrichtingen de verzekering moet gelden.
b) Indien de verzekering ten gunste van een derde (verzekerde of begunstigde) moet worden afgesloten, moeten alle onder punt
1.a vermelde gegevens voor de verzekerde worden opgegeven.
2. Overeenkomstgegevens
a) De aanvraag moet de jaarlijks te verzekeren gewasgroepen bevatten. Gewasgroepen in deze zin zijn de gewassoorten samengevat in de bijzondere voorwaarden (BHMGVV S7 NL) en in de verzekeringsovereenkomst onder een generieke benaming. Voor elke gewasgroep wordt een juridisch zelfstandige verzekeringsovereenkomst gesloten.
b) Verder moet u in de aanvraag het dekkingsgebied bepalen door het lanbouwgebied of de landbouwgronden aan te geven waarop de verzekering betrekking moet hebben. Het in dit verband vastleggen van het door de verzekering gedekte aanbouwgebied moet plaatsvinden door vermelding van het bedrijf op wiens landbouwgronden de landbouwproducten tijdens de looptijd van de overeenkomst worden geteeld.
3. Gegevens over het voorlopige verzekerde bedrag
U bent verplicht op te geven welke opbrengst per hectare u voor de betreffende gewassoort in de eerste verzekeringsperiode verwacht, zodat wij het voorlopig verzekerde bedrag (art. 11 nr. 1) op basis van deze hectarewaarde kunnen berekenen. Dit geldt ook als er geen te verzekeren gewassen zijn op het moment dat de verzekeringsaanvraag wordt ingediend. Indien het niet mogelijk is voor een gewastype een waarde per hectare te specificeren, wordt ten minste de gemiddelde verwachte oogstwaarde van de overeenkomstige gewasgroep gespecificeerd.
4. Vaststelling van eerdere schade
Wij hebben het recht om bij schadevoorvallen die zich vóór het sluiten van de verzekeringsovereenkomst hebben voorgedaan, met name schadevoorvallen die reeds bestonden toen de verzekeringsaanvraag werd ingediend, een schadebeoordeling uit te voeren om een onderscheid te maken tussen dergelijke onverzekerde schadevoorvallen en schadevoorvallen waarvoor krachtens de gesloten verzekeringsovereenkomst verzekeringsdekking bestaat. In dat geval moet u dezelfde verplichtingen nakomen als die waaraan u zou moeten voldoen wanneer het verzekerde voorval zich volgens Art. 16 I zou hebben voorgedaan (bv. ten aanzien van informatieverstrekking). Indien u een dergelijke beoordeling van eerdere schade weigert of indien u een dergelijke beoordeling om andere redenen onmogelijk maakt of indien u de in Art. 16 I vermelde (informatie-)verplichtingen schendt, of indien u het resultaat van de schadebeoordeling met betrekking tot het bedrag van de onverzekerde schade niet erkent, dan kunnen wij, zolang de aanvraag nog niet is aanvaard, de verzekeringsaanvraag afwijzen; indien de aanvraag reeds is aanvaard, zijn de rechtsgevolgen van Art. 16 II. nr. 3 overeenkomstig van toepassing.
III. Welke informatieverplichtingen bestaan er tot aan de sluiting van de overeenkomst?
1. Informatieplicht
a) U bent verplicht uiterlijk bij de indiening van uw offerteaanvraag ons in kennis te stellen van alle feiten waarvan u weet of behoort te weten dat zij van belang zijn voor onze beslissing om de
verzekeringsovereenkomst met de overeengekomen inhoud te sluiten.
Als wij in dit verband bepaalde vragen stellen, dient u die in schriftelijke vorm te beantwoorden.
b) U dient ons met name mede te delen of en in hoeverre er reeds sprake is van opbrengstverminderende beschadiging of vernieling aan de te verzekeren landbouwproducten. U moet in het bijzonder eerdere schade aangeven die al is veroorzaakt door verzekerbare gevaren krachtens Art. 2 I. nr. 1 en 2 of verzekerde voorvallen krachtens Art. 2 I. nr. 3.
c) Indien de belangen van een bij het aangaan van de verzekering bekende derde worden gedekt, omvat de onder a) en b) genoemde verplichting mede de door hem betreffende feiten die deze derde kent of behoort te kennen, en waarvan naar deze weet of behoort te begrijpen dat zij van belang zijn voor onze beslissing om de vezekeringsovereenkomst met de overeengekomen inhoud te sluiten.
2. Gevolgen van niet-naleving van de informatieplicht
De rechtsgevolgen van niet-nakoming van de informatieplicht worden geregeld door de wettelijke bepalingen.
3. Uitkering in geval van niet-nakoming van de informatieplicht
De verzekeringsuitkering bij niet-nakoming van de mededelingsplicht wordt geregeld op basis van de wettelijke bepalingen.
4. Sluiting van de verzekeringsovereenkomst door een agent
Indien u de overeenkomst laat sluiten door een agent, dan moet zowel met uw kennis als met de kennis van de agent rekening worden gehouden. U kunt zich er alleen op beroepen dat u de informatieplicht niet hebt geschonden indien noch u noch uw agent schuld treft.
IV. Hoe komt de verzekeringsovereenkomst tot stand en wanneer gaat de verzekering in?
1. Totstandkoming van de verzekeringsovereenkomst
a) Wij kunnen de aanvraag binnen een termijn van 14 dagen na ontvangst afwijzen. Indien de aanvraag niet binnen deze termijn wordt afgewezen, dan is de verzekeringsovereenkomst tot stand gekomen.
b) Verzekeringsbewijs (polis)
De gesloten verzekeringsovereenkomst wordt gedocumenteerd door een verzekeringsbewijs (polis).
2. Aanvang van de verzekering
Indien de verzekeringsovereenkomst tot stand is gekomen, vangt de verzekering aan op de dag na ontvangst van de aanvraag om 00.00 uur of op een later tijdstip dat in het verzekeringsbewijs staat vermeld.
V. In hoeverre is de verzekeringsdekking afhankelijk van de tijdige beta- ling van de aanvangspremie?
1. Aanvang van de verzekeringsdekking, en de aanvangspremie
a) Verzekeringsdekking
De dekking vangt aan zodra de aanvangspremie (vgl. nr. 2) is betaald.
Ze wordt met terugwerkende kracht tot het tijdstip van ‘Aanvang van de verzekering’ verleend krachtens nr. 2 hierboven, indien u de aanvangspremie op tijd betaalt na ons verzoek tot betaling.
b) Aansprakelijkheid
Tenzij anders is overeengekomen, wordt
de aansprakelijkheid in het kader van de gesloten verzekeringsovereenkomst geregeld krachtens Art. 12. Voor het intreden van de aansprakelijkheid is in beginsel een verklaring krachtens Art. 9 vereist. De specifieke aansprakelijkheidsperioden voor het betreffende verzekerde gevaar of het met het weer verband houdende verzekerde voorval en het door de verzekeringsovereenkomst gedekte gewas, alsmede het verzekeringsobject, zijn te vinden in de ‘Regelingen bij aanvang en einde van de aansprakelijkheid’ krachtens Art. 3 van de bijzondere voorwaarden (BHMGVV S7 NL).
2. Aanvangspremie
Een aanvangspremie is de eerste verzekeringspremie die voor een verzekeringsovereenkomst, op tijd, moet worden betaald. In de regel is dit de eerste verzekeringspremie die door u moet worden betaald na het sluiten van de verzekeringsovereenkomst, zelfs als deze is uitgesteld. Indien betaling van de premie voor het eerste verzekeringsjaar in termijnen is overeengekomen, wordt de eerste termijn geacht de aanvangspremie te zijn; indien voor het eerste verzekeringsjaar een gedeelte van de premie (aanbetaling) wordt verlangd, wordt deze aanbetaling gezien als de aanvangspremie.
3. Verschuldigdheid van de aanvangspremie
De aanvangspremie is onmiddellijk nadat de verzekeringsovereenkomst is gesloten, verschuldigd.
De aanvangspremie moet onmiddellijk na ontvangst van het desbetreffende verzoek tot betaling worden betaald; deze kan ook te vinden zijn in de verzekeringsaanvraag of het verzekeringsbewijs (polis).
4. Betalingsverzuim bij de aanvangspremie
a) Vrijstelling van uitkering
Indien u niet betaalt voor of op de in het betalingsverzoek vermelde betaaldatum, schort dit onze verplichtingen op en gaat de verzekeringsdekking pas in nadat u de aanvangspremie volledig heeft betaald. In dat geval zijn wij niet verplicht uitkeringen te doen voor een verzekerd voorval dat zich vóór de betaling van de aanvangspremie heeft voorgedaan, tenzij u niet verantwoordelijk was voor de niet-betaling.
b) Herroepingsrecht
Indien u de aanvangspremie niet op tijd betaalt nadat wij u daarom hebben verzocht, kunnen wij de overeenkomst herroepen zolang de betaling niet is geschied. In geval van herroeping hebben wij recht op een redelijke zakelijke vergoeding (compensatie).
VI. Wat is de duur van de verzekeringsovereenkomst?
1. Looptijd van de overeenkomst
U kunt de verzekeringsovereenkomst voor één jaar of voor verscheidene jaren sluiten; zij is gesloten voor de periode die in de verzekeringspolis staat vermeld.
De verzekeringsovereenkomst eindigt niet doordat u tijdelijk geen gewassoorten van de verzekerde gewasgroep verbouwt.
2. Verzekeringsjaar
Het verzekeringsjaar is het kalenderjaar.
3. Stilzwijgende verlenging
De verzekeringsovereenkomst wordt na het verstrijken van de overeengekomen overeenkomstduur stilzwijgend verlengd voor een volgend kalenderjaar en vervolgens van jaar tot jaar, indien u haar niet binnen de in VII nr. 1 vermelde termijn heeft opgezegd. Indien de overeenkomst aan het einde van een verlengingsperiode dient te eindigen, dan moet deze opzegging eveneens binnen de in VII nr. 1 vermelde termijn geschieden.
VII. Om welke redenen kan de bestaande verzekeringsovereenkomst worden beëindigd?
1. Opzegging
a) Opzegging van de overeenkomst
De verzekeringsovereenkomst kan aan het einde van de overeengekomen overeenkomstperiode worden beëindigd.
Indien de verzekeringsovereenkomst op deze datum eindigt, dan moet de opzegging door de andere partij bij de overeenkomst zijn ontvangen vóór 1 november van het jaar waarin de overeenkomst afloopt. U kunt de overeenkomst niet tussentijds opzeggen binnen de overeengekomen overeenkomstperiode; alleen aan het einde van de overeenkomst met inachtneming van de opzegtermijn. Opzeggingen die niet aan de voorwaarden voldoen, met name pro- forma-opzeggingen, worden niet aanvaard. Voorts is tussentijdse opzegging gedurende het jaar niet mogelijk.
b) Vorm van de opzegging
De opzegging dient schriftelijk te geschieden. De opzegging moet worden ondertekend door u of door een vertegenwoordiger/ gevolmachtigde met gelijktijdig bewijs van volmacht.
2. Beëindiging van de verzekeringsrelatie om bijzondere redenen
Als een derde door verkoop (bv. eigendomsovergang) van een vruchtgebruik, van een pachtovereenkomst of van een soortgelijke relatie (bv. overeenkomst over gebruiksrecht), het recht van vruchtgebruik op de verzekerde gewassoorten verkrijgt (zgn. wisseling van eigendom van de vruchtgebruikgerechtigde), dan eindigt de verzekeringsrelatie op het moment dat het recht van vruchtgebruik door u wordt beëindigd.
U bent verplicht ons onmiddellijk in kennis te stellen van de beëindiging van het recht van vruchtgebruik en ons daarbij mee te delen op welk perceel de wijziging van het vruchtgebruik betrekking heeft en op welk tijdstip ze heeft plaatsgevonden. Op ons verzoek moet de informatie worden bewezen door overlegging van documenten (bv. overeenkomsten en (notariële) akte(n)).
Behalve bij opzegging wegens opzet ons te misleiden, wordt bij (tussentijdse) opzegging de lopende premie naar billijkheid verminderd. Dit betekent dat wij slechts recht hebben op dat deel van de verzekeringspremie dat overeenkomt met de periode waarin de dekking bestond. Heeft u ons echter misleid dan zal geen enkele premie worden terugbetaald.
3. Wegvallen van het risico
Als u de in de verzekeringsovereenkomst vermelde gewasgroepen
definitief niet meer kunt bebouwen op de landbouwgond omdat deze landbouwgrond niet meer beschikbaar is voor de teelt van gewassen (bv. transformatie van landbouwgrond in bouwgrond) en het verzekerde risico daardoor ophoudt te bestaan, kunnen de contractanten de betreffende verzekeringsovereenkomst overeenkomstig de wettelijke bepalingen opzeggen, mits de overeenkomst een looptijd van verscheidene jaren heeft en er reeds één verzekeringsjaar is verstreken.
Het tijdelijk stilleggen van landbouwgrond of de tijdelijke onttrekking van een landbouwperceel aan de teelt van gewassen geeft geen recht tot opzegging. Indien bij een meerjarige verzekeringsovereenkomst in een verzekeringsperiode geen landbouwproducten worden geteeld, geeft dit geen recht tot opzegging; in dat geval wordt de verzekeringsovereenkomst geacht te zijn onderbroken, waarbij de verzekeringsdekking voor deze periode wordt geschorst.
Behalve bij opzegging wegens opzet ons te misleiden, wordt bij (tussentijdse) opzegging de lopende premie naar billijkheid verminderd. Dit betekent dat wij slechts recht hebben op dat deel van de verzekeringspremie dat overeenkomt met de periode waarin de dekking bestond. Heeft u ons echter misleid dan zal geen enkele premie worden terugbetaald.
VIII. Verscheidene verzekeringen
1. Samenloop van verzekeringen, meervoudige verzekering
a) Bodemproducten kunnen niet in samenloop van verzekeringen of meervoudig tegen dezelfde schade worden verzekerd. Bij ons kan dezelfde schade aan landbouwproducten niet meer dan één keer worden verzekerd.
b) Indien landbouwproducten van de verzekerde gewasgroep bij meer dan één verzekeraar tegen hetzelfde gevaar worden verzekerd, en de verzekerde bedragen bij elkaar de verzekerde waarde overtreffen, of indien om andere redenen de totale som van de uitkeringen die door elke verzekeraar zonder het bestaan van de andere verzekering betaald zouden moeten worden de totale schade overtreft, dan is er sprake van een samenloop van verzekeringen.
2. Kennisgeving van meervoudige verzekering
a) In geval van meervoudige verzekering bent u verplicht ons onmiddellijk op de hoogte te stellen van de andere verzekering. In de kennisgeving moeten de andere verzekeraar, de daar gesloten verzekering, en het verzekerde bedrag worden vermeld.
b) Indien het verzekerde voorval zich heeft voorgedaan en wij in dat verband kennis krijgen van de andere verzekering voor hetzelfde verzekerde object en hetzelfde verzekerde gevaar c.q. hetzelfde verzekerde voorval, dan hebben wij het recht u te verzoeken te voldoen aan uw informatieplicht krachtens nr. 2.a van deze algemene verzekeringsvoorwaarden (AHMGVV S7 NL).
c) Wij hebbenhet recht de betalingvaneen schadevergoedingsuitkering op te schorten totdat u aan uw informatieplicht heeft voldaan.
3. Beëindiging van de meervoudige verzekering
Indien u de overeenkomst waardoor de meervoudige verzekering is ontstaan, hebt gesloten zonder kennis van het ontstaan van de meervoudige verzekering, kunt u eisen dat de later gesloten overeenkomst teniet wordt gedaan, of dat voor zulk een overeenkomst de verzekerde som onder proportionele mindering van de verzekeringspremie wordt verlaagd tot het gedeeltelijke bedrag dat overeenkomt met het daadwerkelijke gedekte bedrag. Wij bieden geen verzekeringsdekking indien en voor zover de schade gedekt is door een andere verzekeringsovereenkomst van oudere datum.
Art. 9 Opgave, teeltlijst
I. Welke betekenis heeft de opgave?
Opgaveplicht
De opgaveplicht is een contractuele verplichting. U voldoet aan deze verplichting door voor elke verzekeringsperiode en voor elk verzekeringsovereenkomst de teeltlijst in te dienen. De opgave dient om het dekkingsgebied en de omvang van de verzekeringsdekking binnen de gesloten verzekeringsovereenkomst nauwkeurig te bepalen en om de verzekeringspremie te berekenen. De verzekeringsdekking wordt slechts verleend op voorwaarde dat de gedane opgave voldoet aan de vereisten van Art. 9.
II. Welke informatie moet de teeltlijst bevatten?
1. Inhoud van de teeltlijst
a) De teeltlijst bestaat uit een winterteeltlijst en een zomerteeltlijst. aa) In de winterteeltlijst moeten de wintergewassen (bv. wintergraan,
winterkoolzaad), wintergroenten (Art. 1 II nr. 21), de overige wintergewassen (gewassen die gewoonlijk in de winter in de volle grond worden geteeld) en de gewassoorten wijndruiven (wijnstokken) en tafeldruiven worden opgegeven,
bb) in de zomerteeltlijst moeten de zomergewassen worden opgegeven.
cc) U bent verplicht voor elke verzekeringsperiode en voor elke verzekeringsovereenkomst overeenkomstig de betreffende overeenkomst een winterteeltlijst en een zomerteeltlijst in te dienen. Tenzij anders is overeengekomen, dient de teeltlijst in schriftelijke vorm te worden ingediend.
b) In de desbetreffende teeltlijst moet elk perceel worden vermeld dat in de betrokken verzekeringsperiode met een gewassoort van de verzekerde gewasgroep is beteeld of zal worden beteeld in de loop van de verzekeringsperiode. Een perceel (perceel landbouwgrond) in de zin van deze voorwaarden is een aaneengesloten stuk grond waarop één enkel gewas, ras ( met onderscheid naar leeftijd) of teeltdoel wordt geteeld. Een perceel wordt begrensd door een ander gewas, ras of teeltdoel of hetzelfde ras van een andere leeftijd, of door een natuurlijke afscheiding zoals een sloot of een bomenrij of een andere soort afscheiding zoals een weg of een hekwerk. Een teeltperceel is tevens landbouwgrond waarop tijdelijk boomkwekerijproducten worden gekweekt en zulke buitenteeltpercelen waarop teeltcontainers (bv. potplanten en containerplanten) worden geplaatst.
c) De teeltlijst moet het volgende in detail bevatten:
– de locatie van het perceel door vermelding van de gemeente en - zo nodig - de geocoördinaten,
– de benaming van het perceel (naam van de landbouwgrond of de kadastrale aanduiding) en, voor zover de landbouwgond met tuinbouwculturen worden beplant, de exacte gegevens over de telkens beplante landbouwgrond (zgn. landbouwperceel) en een eventuele drainage of beregenings- of irrigatie-installatie,
– de gewassoort die op het perceel wordt geteeld en - zo nodig
- de variëteit; voor landbouwgonden met tuinbouwgewassen bovendien het aantal planten van een variëteit of plantengroep of het aantal met cultuurplanten beplante cultuurcontainers en – voor zover vereist - informatie over de leeftijd of kwaliteitsklasse van het gewas,
– voor fruit en wijndruiven de betreffende variëteit en locatie;
– de teelt- en vermarktingsmethode van de betrokken gewassoort (bv. meerjarige teelt, snijteelt, biologische teelt),
– de grootte van de landbouwgrond van de betrokken gewassoort en -variëteit door vermelding in hectare (ha) en are (a), en - zo nodig - de grootte van de verzekerde grond (bv. telkens het met tuinbouwgewassen beplante areaal).
d) Landbouwgronden die vanwege de grondsoort of de ligging niet of slechts in beperkte mate geschikt zijn voor de teelt van gewassen, moeten als zodanig in de teeltlijst worden vermeld (bv. uiterwaarden aangeduid met een verzekeringsbedrag van € 0).
e) Landbouwgronden met landbouwproducten die eerdere schade vertonen (zie Art. 7 II. nr. 4), moeten als zodanig in de teeltlijst worden vermeld.
Dit geldt ook voor gebieden waarvoor de verzekeringsdekking beperkt is.
f) In de betreffende teeltlijst moet de waarde per hectare voor elke teeltpositie worden bepaald krachtens Art. 10 I. nr. 2.
g) In de betreffende teeltlijst moet verder voor elk perceel de normaal te verwachten gemiddelde opbrengst in ton (t) per hectare (ha) worden vermeld. De gemiddelde opbrengst moet worden berekend uit de opbrengsten van de voorgaande drie jaren of de laatste vijf jaren minus het beste en het slechtste jaar.
h) Wij kunnen met betrekking tot daarvoor bepaalde gewassen informatie verzoeken over het aantal sneden of oogsten tijdens een verzekeringsjaar in het geval van gewassen die voor dit doel bestemd zijn. U bent ook verplicht om op ons verzoek informatie te verstrekken over de jaarlijkse opbrengst.
i) Wij hebben het recht om voor bepaalde gewassen en voor bijzondere teeltmethoden aanvullende informatie te vragen. Verder kunnen wij informatie vragen over natuurlijke of kunstmatige irrigatie- en afwateringssystemen (bv. drainagesystemen, irrigatie- of beregeningssystemen) met betrekking tot de beplante of met verzekerde landbouwproducten/gewassen beplante landbouwarealen.
j) Bij de opgave van wijndruiven moet krachtens VI. nr. 2 van deze sectie samen met de winterteeltlijst het EU-Wijnbouwkadaster worden overgelegd.
2. Teeltlijst voor groepen gewassen, gewassen op wisselende
landbouwpercelen, gewassen met verscheidene oogsten/sneden
a) Gewassen die meer dan eens op dezelfde landbouwgrond worden geteeld, moeten afzonderlijk worden vermeld. Voor gewassen die in de loop van een verzekeringsjaar meermaals na elkaar worden geteeld, moet elke oogst (elk groep gewassen) afzonderlijk in de teeltlijst worden vermeld. Bovendien moet – aanvullend op de gegevens krachtens Art. 9 II - voor elke reeks gewassen de teeltwijze van de landbouwgrond (directe inzaai of aanplant) en de desbetreffende kalenderweek van inzaai of aanplant worden vermeld.
Voor zover binnen de verzekeringsperiode na de indiening van de teeltlijst nog andere groepen gewassen worden aangeplant of ingezaaid, moet de teeltlijst onmiddellijk en voortdurend worden aangevuld met de gegevens over deze groep gewassen.
Indien een groep gewassen meer dan eens wordt geoogst, moet elke oogst/snede van de groep gewassen afzonderlijk worden vermeld; anders is alleen de eerste oogst c.q. snede van het groep gewassen verzekerd.
b) Voor gewassoorten die tijdens een verzekeringsjaar meermaals worden geoogst of voor gewassen waarbij verschillende sneden worden geoogst (bv. tuinbouwsnijgewassen), moet elke afzonderlijke snede of het totale aantal sneden in de teeltlijst worden vermeld. Verder moet worden vermeld hoeveel sneden/ oogsten er tijdens de verzekeringsperiode zijn gepland en in welke kalenderweken deze sneden/oogsten naar verwachting zullen plaatsvinden.
c) Voor gewassoorten die in de loop van een verzekeringsjaar meermaals van landbouwperceel wisselen, moet elk teeltperceel afzonderlijk in de teeltlijst worden vermeld; de teeltlijst moet onmiddellijk en voortdurend worden aangevuld met de gegevens over het betreffende teeltperceel. Bovendien moet – aanvullend op de gegevens krachtens Art. 9 II - elke wissel van landbouwperceel onmiddellijk worden gemeld met de nodige informatie.
Indien landbouwgronden in de loop van het jaar meermaals worden bezet door gewassen van dezelfde of van een andere gewassoort of -variëteit, dan moet elke opvolgende teelt afzonderlijk worden vermeld; dit geldt ook in het geval van een bezetting door verschillende kwaliteitsklassen of leeftijdsgroepen.
3. Aanvulling van de teeltlijst
a) Voor landbouwgronden waarvan u de bewerking na de indiening van een teeltlijst hebt overgenomen, moet een aanvullende teeltlijst worden ingediend.
b) Indien een perceel na indiening van een teeltlijst opnieuw wordt beteeld met een gewassoort van dezelfde gewasgroep (bv. opvolgende teelt na omploegen of ruiming), dan moet u bij ons voor dat perceel uiterlijk één week na het inzaaien of aanplanten van de zaailingen een nieuwe, aanvullende teeltlijst indienen.
c) Deze aanvullende teeltlijst moet de in II. 1. b) tot en met
II. 1. i) bedoelde gegevens bevatten. De aanvang van de verzekeringsdekking uit de aanvullende teeltlijst is te vinden in
IV. nr. 1.
III. Wat zijn de termijnen voor de indiening van de teeltlijst?
1. Termijnen
De betreffende teeltlijst moet zo vroeg mogelijk worden ingediend, maar uiterlijk binnen de termijnen bepaald in de bijzondere voorwaarden (vgl. sectie A Art. 8 BHMGVV S7 NL - Termijn voor indiening van teeltlijsten) of de termijnen overeengekomen in de verzekeringsovereenkomst.
2. Gevolgen van niet-naleving van de opgaveplicht
a) Indien u de opgaveplicht in een verzekeringsperiode opzettelijk niet nakomt, hoewel u landbouwproducten waarop de verzekeringsovereenkomst betrekking heeft, heeft geteeld en in staat bent een teeltlijst over te leggen en het verzekerde bedrag vast te stellen, hebben wij het recht om een passende compensatie (vergoeding) te eisen in plaats van de premie die specifiek op basis van de opgave moet worden berekend. Tenzij andere feiten bekend zijn, wordt deze vergoeding berekend op basis van de waarde per hectare (vlg. Art. 10 I. Nr. 2) en de grootte van de landbouwgrond (perceel) van de betreffende teeltlijst die het laatst voor de overeenkomst is ingediend (winterteeltlijst of zomerteeltlijst).
b) Indien voor het eerste verzekeringsjaar geen teeltlijst wordt ingediend, dan is het verzekerde bedrag, berekend uit de verzekeringsaanvraag, bepalend voor de vergoedingspremie. Een reeds betaalde aanvangspremie (vgl. Art. 8 V. nr. 3) wordt verrekend met de voor het eerste verzekeringsjaar verschuldigde verzekeringspremie.
c) Indien wij reeds een verzekeringsdekking op basis van een
voorlopige verzekerde som hebben verleend, dan moet de betreffende verzekeringspremie worden betaald in plaats van schadevergoeding.
3. Gevolgen van te late indiening van de opgave
Indien de betreffende teeltlijst met de herbepaling van de verzekerde som niet binnen de termijnen (vgl. sectie A Art. 8 van de bijzondere voorwaarden BHMGVV S7 NL) wordt ingediend, dan stellen wij u een uiterste termijn van 7 dagen na het verstrijken van de betreffende termijn voor de indiening van de teeltlijst (herinnering aan de teeltlijst). Als u binnen deze termijn opgave doet, wordt de verzekeringspremie berekend op basis van de te laat ingediende teeltlijst. Een uitkering wordt verrekend met de betaling van de premie voor het overeenkomstige verzekeringsjaar. Indien de opgave na het verstrijken van deze uiterste termijn wordt gedaan, dan vervalt te verrekening. In dat geval hebben wij het recht om in plaats van de premie die specifiek op basis van de opgave moet worden berekend een passende vergoeding te eisen. Die wordt berekend op basis van III.
2.a van deze algemene verzekeringsvoorwaarden (AHMGVV S7 NL). Voor de verzekeringsdekking in geval van te late opgave, wordt verwezen naar IV. 1 van deze algemene verzekeringsvoorwaarden (AHMGVV S7 NL).
IV. Wanneer begint de aansprakelijkheid op basis van de teeltlijst?
1. Constitutieve teeltlijst
a) Onze aansprakelijkheid overeenkomstig de betreffende teeltlijst ontstaat pas door indiening van de betreffende teeltlijst (constitutieve teeltlijst). Dit geldt ook voor een aanvullende teeltlijst (bv. in geval van groep gewassen of wisselende landbouwpercelen).
b) De teeltgegevens en het verzekerde bedrag per teeltpositie gelden
- voor zover in nr. 1.c niet anders is geregeld of overeengekomen
- steeds vanaf de tweede dag na de dag van ontvangst van de teeltlijst door ons, vanaf 12.00 uur.
c) Aansprakelijkheid voor schade door vorst is uitgesloten van de regeling in nr. 1.b. Indien wij de winterteeltlijst voor de gewassoorten wijndruiven (wijnstokken) en tafeldruiven krachtens Art. 9 II. nr. 1.a. van deze algemene verzekeringsvoorwaarden (AHMGVV S7 NL) pas na afloop van de indieningstermijn ontvangen, dus te laat, dan zijn wij op basis van de winterteeltlijst niet aansprakelijk voor schade die is veroorzaakt door wintervorst, maar alleen voor schade die is veroorzaakt door nachtvorst en voor de overige verzekerde gevaren.
2. Beginsel van het intreden van de aansprakelijkheid
De aansprakelijkheid vangt in beginsel pas aan - zelfs indien er een teeltlijst is overgelegd - met het begin van de aansprakelijkheid krachtens Art. 12.
V. Welke andere regelingen zijn van toepassing op de teeltlijst?
1. Vorm van de teeltlijst
Tenzij anders is overeengekomen, wordt de teeltlijst in schriftelijke vorm ingediend. De opgave moet bij voorkeur worden gedaan via de internettoepassing ‘WEB AV®’. Onze verzekeringstussenpersonen of uw assurantietussenpersoon zullen u helpen met deze online opgave.
2. Volledige opgave
a) In het kader van de gesloten verzekeringsovereenkomst bent u verplicht jaarlijks in de teeltlijst alle landbouwproducten/gewassen op te geven waarop de verzekeringsovereenkomst betrekking heeft; u kunt geen afzonderlijke gewassoorten of monocultuurpercelen/ teeltpercelen van de verzekering uitsluiten.
b) Indien tijdens de schadebeoordeling blijkt dat niet alle landbouw- producten/gewassen waarop de verzekeringsovereenkomst betrekking heeft, zijn opgegeven, dan wordt de verzekeringsdekking beperkt tot de landbouwproducten/gewassen die overeenkomstig de teeltlijst voor verzekering zijn aangemeld.
Indien het in geval van een onvolledige opgave niet mogelijk is om precies vast te stellen welke teelt voor de verzekering is opgegeven, dan hebben de experts het recht bij de schadebeoordeling naar eigen redelijk inzicht een indeling te maken.
3. Onvolledige en negatieve teeltlijst
a) Als de ingediende teeltlijst onvolledig of onjuist is, bent u verplicht deze fout onmiddellijk na de ontdekking ervan te corrigeren. Voor de aansprakelijkheid die voortvloeit uit de gecorrigeerde teeltlijst, wordt verwezen naar IV. nr. 1 van deze algemene verzekeringsvoorwaarden (AHMGVV S7 NL).
b) Indien in een verzekeringsjaar binnen een overeenkomst geen landbouwproducten van de verzekerde gewasgroep worden geteeld (bv. als gevolg van gewasrotatie), dan moet u dit bij de opgave vermelden (negatieve teeltlijst) en dat op ons verzoek aantonen.
c) Indien in de teeltlijst de totale landbouwgrond van het bedrijf
c.q. van het bedrijfsdeel, waarop de verzekeringsovereenkomsten betrekking hebben, ten opzichte van het jaar ervoor of het jaar van de laatste opgave meer dan 10% kleiner is, dan bent u verplicht op ons verzoek binnen een termijn van één week aan te tonen dat deze afwijking gerechtvaardigd is.
4. Teeltlijst als aanvraag
Als de teeltlijst landbouwproducten van een voorheen onverzekerde gewasgroep bevat, dan is dit een verzekeringsaanvraag voor deze nieuwe gewasgroep. Dit geldt ook wanneer een perceel na indiening van de teeltlijst nieuw wordt bebouwd met landbouwproducten van een andere gewasgroep dan de oorspronkelijke gewasgroep en de verzekering hiervoor dekking moet bieden. Een dergelijke aanvraag wordt geacht te zijn aanvaard indien zij niet binnen 14 dagen nadat zij door ons is ontvangen, door ons als verzekeraar is afgewezen. Als de verzekeringsovereenkomst tot stand is gekomen, is deze gewasgroep gelijk aan de oorspronkelijk verzekerde gewasgroep. De aanvang van de verzekering krachtens de overeenkomst voor de nieuwe gewasgroep wordt geregeld krachtens Art. 8 IV. nr. 2, de aanvang van de aansprakelijkheid krachtens Art. 12.
VI. Welke documenten moeten er naast de teeltlijst worden ingediend?
1. Aanvullende documenten bij de teeltlijst (Gecombineerde opgave / opgave gewaspercelen)
Naast de teeltlijst moet u de ‘Gecombineerde opgave / opgave gewaspercelen’ inclusief de kaarten overleggen. Op het overzicht van de gewaspercelen moeten de gewassen worden vermeld met de grootte en de ligging (inclusief plaatsnaam, gemeente en kadastrale aanduiding) van de gewaspercelen.
2. Aanvullende documenten bij de teeltlijst (EU-Wijnbouwkadaster)
Bij de opgave van de gewasgroep wijndruiven moet u op ons verzoek naast de teeltlijst ook het EU-Wijnbouwkadaster als kopie van het document of als bestand overleggen. In dit overzicht van de wijnbouwgronden moeten de druivenrassen met grootte en ligging van de afzonderlijke wijngaarden worden vermeld.
Art. 10 Waarde per hectare en verzekerd bedrag
I. Hoe worden de waarde per hectare en het verzekerde bedrag be- paald?
1. Verzekerd bedrag
a) Het verzekerde bedrag is het aansprakelijkheidsbedrag per teeltpositie binnen de gevarengroep (vgl. Art. 2 IV).
b) Tenzij anders is overeengekomen, wordt het verzekerde bedrag door u bepaald in het desbetreffende teeltoverzicht.
c) Verhogingen en verminderingen van het verzekerde bedrag gelden voor alle binnen de gevarengroep verzekerde gevaren van het perceel of het teeltperceel.
2. Waarde per hectare
a) Algemeen
Het verzekerde bedrag moet door u voor elk verzekeringsjaar opnieuw worden bepaald; dit moet telkens worden berekend op basis van de verwachte oogstwaarde per hectare. De oogstwaarde is gebaseerd op de verwachte oogstopbrengst per hectare, bepaald krachtens Art. 9 II. nr. 1.g en de marktprijs die er waarschijnlijk voor kan worden verkregen.
Indien een gewassoort door eerdere schade is aangetast (vgl. Art. 7
II. nr. 4), dan moet de oogstwaarde worden bepaald op basis van de opbrengst per hectare die voor de gewassoort nog te verwachten valt.
In de desbetreffende teeltlijst moet de oogstwaarde per hectare jaarlijks per volle € 100 per hectare worden vermeld voor elke teeltpositie die met een gewassoort of -variëteit is ingezaaid.
Het verzekerde bedrag voor de teeltpositie dat voortvloeit uit de oogstwaarde per hectare en de oppervlakteomvang van de landbouwgrond wordt naar boven afgerond naar een volle € 100.
b) Verzekerde waarde voor groepen gewassen en verscheidene oogsten of sneden
Voor gewassoorten die meerdere malen na elkaar worden bebouwd, moet voor elke groep gewassen een afzonderlijk verzekerd bedrag worden vermeld; zo niet, dan is alleen de eerste groep gewassen verzekerd.
Voor gewassoorten waarbij meerdere sneden of oogsten plaatsvinden, moet voor elke snede c.q. oogst een afzonderlijk verzekerd bedrag worden vermeld; zo niet, dan is alleen de eerste oogst c.q. de eerste snede van de groep gewassen verzekerd.
Indien een groep gewassen meer dan eens wordt geoogst, moet voor elke oogst/snede van de groep gewassen een afzonderlijk verzekerd bedrag worden vermeld; zo niet, dan wordt alleen de
eerste oogst c.q. snede van de groep gewassen verzekerd.
Voor details over de afzonderlijke verzekerde bedragen, wordt verwezen naar sectie A Art. 2 van de bijzondere voorwaarden (BHMGVV S7 NL).
c) Verzekerde waarde in het geval van verscheidene verzekerde objecten
Indien een gewassoort meerdere verzekerde objecten heeft, dan moet het verzekerde bedrag voor elk verzekerd object afzonderlijk worden vermeld. Voor details over de afzonderlijke verzekerde bedragen, wordt verwezen naar sectie A Art. 2 van de bijzondere voorwaarden (BHMGVV S7 NL).
d) Verzekeringswaarde voor de gewasgroepen boomkwekerijproducten (productie in volle grond), potplanten en containerculturen, en bloembollen
Het verzekerde bedrag moet door u voor elk verzekeringsjaar opnieuw worden bepaald; daarbij moet telkens worden uitgegaan van de verwachte opbrengstwaarde. Opbrengstwaarde zoals bedoeld in dit artikel is de groothandelswaarde per plantengroep en kwaliteitsniveau/leeftijdsgroep aan het einde van elke afzonderlijke vegetatieperiode of teeltperiode.
U moet zich daarbij oriënteren op de gemiddelde groothandelswaarde die in de afgelopen drie jaar voor het betrokken landbouwproduct, gewas of variëteit is gerealiseerd. Voor zover u de verzekerde waarde per landbouwproduct/ gewas niet nader specificeert in de vorm van een prijs per plant of plantengroep, onder vermelding van het aantal planten op een bepaalde grootte landbouwgrond voor een bepaalde productieperiode, dan wordt het verzekerde bedrag geacht het gewogen gemiddelde te zijn van de totale bruto jaaropbrengst van alle door u in een verzekeringsjaar geteelde producten/gewassen van één van de hier vermelde gewasgroepen (totaal verzekerd productiebedrag van de gewasgroep).
3. Minimum- en maximumwaarden per hectare
Rekening houdend met onder meer de gegevensbasis van Wageningen Economic Research LEI (Landbouw Economisch Instituut) en het CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek) voor de producthoeveelheid, alsmede op basis van KWIN (Kwantitatieve Informatie voor de Akkerbouw en Vollegrondsgroenteteelt) voor de productprijs, stellen wij jaarlijks minimum- en maximumwaarden per hectare vast voor de afzonderlijke gewassoorten. Als de door u opgegeven waarde per hectare in de teeltlijst per perceel/teeltperceel lager is dan de door ons bepaalde minimumwaarde, hebben wij het recht de waarde per hectare te verhogen tot de minimumwaarde per hectare. Als de door u opgegeven waarde per hectare in de teeltlist per perceel/teeltperceel hoger is dan de maximumwaarde per hectare, dan hebben wij het recht de waarde per hectare te verlagen tot de maximumwaarde per hectare, tenzij u aan de hand van uw eigen administratie over de laatste drie tot vijf jaar bewijst dat de afwijkende waarden gerechtvaardigd zijn. De verzekeringspremie wordt berekend op basis van het aangepaste verzekerde bedrag. Indien wij de overschrijding van de maximumwaarde per hectare aanvaarden, dan moet de overeengekomen premietoeslag worden betaald. Het bedrag van de premietoeslag is te vinden in de regeling ‘Overschrijding van de maximumwaarde per hectare’ in de bijzondere voorwaarden (BHMGVV S7 NL).
II. Kan het verzekerde bedrag worden aangepast?
1. Verhoging achteraf van het verzekerde bedrag
U kunt ook na indiening van de desbetreffende teeltlijst om verhoging van de verzekerde som verzoeken, voor zover na ontvangst van de teeltlijst door ons blijkt dat de verwachte oogstwaarde aanmerkelijk hoger is dan de eerder daarvoor in de teeltlijst vermelde verzekerde som. De verhoging van het verzekerde bedrag geldt alleen voor de periode na ontvangst van de melding van verhoging en niet met terugwerkende kracht. Zij is evenmin van toepassing op een verzekerd voorval dat zich reeds heeft voorgedaan. Het verhoogde verzekerde bedrag is van toepassing vanaf 12.00 uur op de tweede dag na ontvangst van uw kennisgeving van verhoging.
2. Verlaging achteraf van het verzekerde bedrag
U kunt ook om verlaging van het verzekerde bedrag verzoeken als na indiening van de teeltlijst blijkt dat de verwachte oogstwaarde per perceel/teeltperceel aanzienlijk lager is dan de in de teeltlijst vermelde waarde per hectare. Het verlaagde verzekerde bedrag is van toepassing vanaf de tweede dag na ontvangst door ons van uw verzoek tot verlaging, vanaf 12.00 uur. Twee derde van het premieverschil zal worden terugbetaald.
De termijnen waarbinnen een verlaging van het verzekerde bedrag is toegestaan, worden geregeld door de bijzondere voorwaarden
(BHMGVV S7 NL) of de afspraken in de verzekeringsovereenkomst. Voor de gewassoort wijndruiven is een verlaging van het verzekerde bedrag uitgesloten.
3. Uitputting van het verzekerde bedrag
In geval van meerdere schades gedurende één verzekeringsperiode, veroorzaakt door hetzelfde verzekerde gevaar of door verschillende verzekerde gevaren van één gevarengroep binnen de verzekeringsperiode, wordt het verzekerde bedrag verminderd met de reeds vastgestelde schade of de reeds betaalde schadevergoeding. Voor de beoordeling van de afzonderlijke schadelpercentages van het betreffende verzekerde voorval is het resterende bedrag van de verzekerde som na aftrek van de reeds bepaalde schade bepalend.
Art. 11 Voorschotdekking
Welk verzekerde bedrag is bepalend voor het indienen van de teeltlijst?
1. Voorlopig verzekerd bedrag / bestaan van een voorschotdekking
Wij verlenen - tenzij anders is overeengekomen - voor bepaalde gewassoorten in elke verzekeringsperiode een voorlopige verzekeringsdekking op basis van een voorlopig verzekerd bedrag.
Bij de verzekering van wijn wordt in beginsel geen verzekeringsdekking voor wintervorst op basis van een voorlopig verzekerd bedrag verleend.
2. Berekening van het voorlopige verzekerde bedrag
In het kader van de gesloten verzekeringsovereenkomst wordt het voorlopige verzekerde bedrag per perceel berekend op basis van de voorlopige waarde per hectare die voor de gewassoort bepalend is. Deze wordt in detail vastgesteld op basis van de regelingen van sectie B Art. 11 van de bijzondere voorwaarden (BHMGVV S7 NL) of de afspraken in de verzekeringsovereenkomst.
3. Periode van de verzekeringsdekking op basis van het voorlopige verzekerde bedrag
a) De verzekeringsdekking op basis van de voorlopige waarde per hectare vangt - voor zover deze voor het soort gewas wordt toegekend - aan met het begin van de aansprakelijkheidsperiode zoals bedoeld in Art. 12 van deze algemene verzekeringsvoorwaarden (AHMGVV S7 NL); zij vangt in detail aan op de in sectie A Art. 10 nr. 2 van de bijzondere voorwaarden (BHMGVV S7 NL) vermelde data.
b) De verzekeringsdekking op basis van de voorlopige waarde per hectare eindigt met het ingaan van de aansprakelijkheid op grond van de desbetreffende teeltlijst (vgl. Art. 9 IV. nr. 1). Dit geldt ook in gevallen waarin voor een verzekeringsovereenkomst slechts een onvolledige of onjuiste teeltlijst wordt ingediend. Anders eindigt de voorschotdekking uiterlijk op de tijdstippen vermeld in sectie A, Art. 10, nr. 2 van de bijzondere voorwaarden (BHMGVV S7 NL).
Er is geen verzekeringsdekking voor de periode tussen het einde van de aansprakelijkheid volgens de voorlopige verzekerde som (vgl. sectie A Art. 10 van de bijzondere voorwaarden BHMGVV S7 NL) en het begin van de aansprakelijkheid volgens de te laat ingediende teeltlijst met de definitieve verzekerde som.
Art. 12 Aansprakelijkheidsperiode
Wanneer begint en eindigt de aansprakelijkheid?
In het kader van het betreffende verzekerde gevaar of het verzekerde met het weer verband houdende voorval wordt de periode van aansprakelijkheid voor de afzonderlijke soorten gewassen en verzekerde objecten tijdens de verzekeringsperiode gedetailleerd vastgesteld op basis van de regelingen in de bijzondere voorwaarden BHMGVV S7 NL (vgl. sectie A Art. 3 BHMGVVS7 NL - Regelingen betreffende het begin en het einde van de aansprakelijkheid van de verzekeraar) of de afspraken bij de verzekeringsovereenkomst.
De aansprakelijkheid eindigt in ieder geval met het oogsten van de verzekerde objecten of het omploegen of ruimen van de betreffende landbouwgrond.
Art. 13 Verzekeringspremie (bijdrage)
I. Waarmee moet rekening worden gehouden bij de betaling van premies?
Premiebetaling
De verzekeringspremie is jaarlijks verschuldigd voor de duur van de verzekeringsovereenkomst. Wij hebben het recht de verzekeringspremie in termijnen te innen en vooruitbetalingen (bv. aanbetalingen) te verlangen; als uiterste betaaltermijn wordt 15 oktober vastgelegd.
Alle verzekeringspremies en bijkomende prestaties, alsmede de wettelijke heffingen, zijn verschuldigd binnen 14 dagen na ontvangst van het verzoek tot betaling (bv. premiefactuur).
De verschuldigdheid van de aanvangspremie of eenmalige premie is te vinden in Art. 8 V. nr. 3, de verschuldigdheid van de vervolgpremie in II. nr. 1.
II. Wat zijn de gevolgen van te late betaling van de vervolgpremie?
1. Verschuldigdheid van de vervolgpremie
Een vervolgpremie moet uiterlijk op de 30e dag na de vervaldatum worden betaald tenzij uit het verzoek tot betaling een andere betalingsdatum voortvloeit.
2. Vertragingsrente, schade door in gebreke blijven
Als u de premie niet op tijd betaalt binnen de op de factuur vermelde betalingstermijn, bent u zonder nadere ingebrekestelling in verzuim en bent u vanaf de vervaldatum van de factuur de wettelijke rente verschuldigd. De betalingstermijn van de factuur wordt beschouwd als een vervaltermijn/uitsluitingstermijn. Bovendien komen alle gerechtelijke en/of buitengerechtelijke kosten ten laste van u. Deze kosten omvatten alle daadwerkelijke kosten van juridische en procedurele bijstand vóór en tijdens de gerechtelijke procedure. De buitengerechtelijke kosten bedragen ten minste 300 euro.
3. Aanmaning voor de vervolgpremie (‘ingebrekestelling’)
Als u een vervolgpremie niet op tijd betaalt binnen de op de factuur vermelde betalingstermijn, zullen wij u een gekwalificeerde aanmaning in schriftelijke vorm sturen waarin alsnog betaling wordt geëist en waarin een uiterste betalingstermijn van 14 dagen aanvangende op de dag na de aanmaning wordt bepaald (‘ingebrekestelling’).
Wij zijn gerechtigd de ingebrekestelling achterwege te laten in het geval u aan ons heeft laten weten dat u de premie niet (tijdig) zal betalen althans wij hierop gerechtvaardigd hebben mogen vertrouwen. Onze rechten uit nr. 4 kunnen onmiddellijk worden uitgeoefend in een geval waarbij wij uit een mededeling van u hebben mogen afleiden dat u de premie niet (tijdig) zal betalen.
4. Vrijstelling van uitkering en beëindiging na stelling van een termijn
a) Schorsing van de verzekeringsdekking
Indien zich een verzekerd voorval voordoet na het verstrijken van de in de ‘ingebrekestelling’ gestelde betalingstermijn en u bent achterstallig met de betaling van de premie, rente of kosten in de aanmaning, dan zijn wij vrijgesteld van onze verplichting om uit te keren.
De verzekeringsdekking wordt opgeschort voor de duur van de betalingsachterstand na het vruchteloos verstrijken van de betalingstermijn. De dekking gaat pas weer één dag na ontvangst door ons van het in de aanmaning voor de vervolgpremie vermelde bedrag in.
b) Beëindiging van de verzekeringsovereenkomst
Wij kunnen de overeenkomst na het verstrijken van de in de ‘ingebrekestelling’ gestelde betalingstermijn zonder inachtneming van een opzegtermijn met onmiddellijke ingang beëindigen indien u nog steeds in gebreke bent met de betaling van de verschuldigde bedragen.
Art. 14 Betalingswijzen
I. Hoe kan de verzekeringspremie worden betaald?
1. Bankoverschrijving en automatische incasso
a) U dient de verzekeringspremie per bankoverschrijving of per automatische incasso te betalen.
b) Indien voor het innen van de premie automatische incasso is overeengekomen, dient u ervoor te zorgen dat er voldoende saldo op uw rekening staat op het moment dat onze vordering opeisbaar wordt.
c) Indien u verantwoordelijk bent voor het feit dat de premie niet kan worden geïnd, dan hebben wij het recht de automatische incassoprocedure buiten werking te stellen; u dient dan zelf de openstaande premie en toekomstige premies over te maken.
d) Wij kunnen bij u verwerkingskosten in rekening brengen die door banken (bij ons) in rekening worden gebracht voor mislukte incasso's.
II. Waarmee moet rekening worden gehouden bij betaling in termijnen?
1. De vordering die wij op u hebben (bv. bijdrage/verzekeringspremie) kan worden betaald door periodiek terugkerende betalingsdata (termijnen) af te spreken.
2. Indien betaling in termijnen is overeengekomen, worden de nog verschuldigde termijnen geacht te zijn uitgesteld tot de overeengekomen betalingsdata.
3. De openstaande termijnen van de lopende verzekeringsperiode worden onmiddellijk opeisbaar indien u geheel of gedeeltelijk in verzuim bent
met het voldoen van een termijn, of voor zover een schadevergoeding verschuldigd wordt waarmee wij kunnen verrekenen. Wij kunnen een opeisbare vordering ook verrekenen met een vordering uit hoofde van de verzekeringsovereenkomst als die vordering niet aan u maar aan een derde verschuldigd is.
Art. 15 Verplichtingen vóór het optreden van een verzekerd voorval
U moet alle contractuele verplichtingen vóór het verzekerd voorval nakomen. Als u opzettelijk of door grove nalatigheid een verplichting schendt die u vóór het optreden van het verzekerde voorval tegenover ons had moeten nakomen, dan kunnen wij de overeenkomst zonder opzeggingstermijn opzeggen binnen één maand nadat wij van de schending kennis hebben gekregen.
Ons recht op opzegging is uitgesloten indien u ons bewijst dat u de verplichtingen niet opzettelijk of door grove nalatigheid hebt geschonden. Als u opzettelijk een verplichting schendt die u tegenover ons had moeten nakomen voordat het verzekerde voorval zich voordoet, dan zijn wij vrijgesteld van de verplichting tot uitkering. In geval van grove nalatigheid bij het schenden van de verplichting hebben wij het recht onze uitkering te verminderen in verhouding tot de xxxxx xxx xx fout. De afwezigheid van grove nalatigheid moet u bewijzen. Behalve in geval van frauduleuze schending zijn wij echter verplicht uit te keren als u bewijst dat het plichtsverzuim noch de oorzaak is van het ontstaan of de vaststelling van het verzekerde voorval, noch van de vaststelling of de reikwijdte van onze uitkeringsplicht.
Art. 16 Verplichtingen in geval van een verzekerd voorval
I. Verplichtingen van de verzekeringnemer bij het optreden van het verzekerde voorval
1. Melding van het optreden van het verzekerde risico
a) De schade aan de verzekerde landbouwproducten (objecten) als gevolg van een verzekerd gevaar of een verzekerd met het weer verband houdend voorval, moet onmiddellijk op het tijdstip van het schadeveroorzakende voorval worden vastgesteld (vgl. Art. 5 I), aangezien de door het schadevoorval getroffen planten blootstaan aan talrijke onverzekerde invloeden, zoals ziekten en/of plagen, die verdere schade kunnen veroorzaken.
b) Xxxxx u kennis krijgt of zou moeten krijgen van het optreden van het verzekerde risico of het verzekerde voorval, bent u verplicht dit zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen 4 dagen in schriftelijke vorm (bv. brief, fax, e-mail) te melden.
aa) In geval van een schadevoorval door het verzekerde gevaar vorst in gewassen van de gewasgroepen hardfruit, steenfruit, aardbeien en bessen, moet dit, in afwijking van het voorgaande, uiterlijk binnen 24 uur na de voorval in schriftelijke vorm worden gemeld.
bb) Bij wintervorst op wijndruiven moet die melding onmiddellijk na het optreden van een herkenbaar beschadiging aan de wijnstokken worden gedaan, maar uiterlijk op 30 april van het oogstjaar.
c) Bij schadevoorvallen als gevolg van een verzekerd gevaar of een verzekerd met het weer verband houdend voorval onmiddellijk vóór de oogst of tijdens de lopende oogst van de door de schade getroffen gewassen, moet het verzekerde voorval onmiddellijk in schriftelijke vorm en bovendien telefonisch worden gemeld.
d) Voor zover wij u de mogelijkheid van een ‘digitale’ opgave via de internetapplicatie bieden, verzoeken wij u daarvan gebruik te maken.
2. Schadeclaim
a) U dient ons - voor zover dit niet reeds samen met de melding van het optreden van het verzekerde risico krachtens I. nr. 1 is gebeurd
- binnen een redelijke termijn, d.w.z. binnen 4 dagen, en in geval van oogstschade en schade onmiddellijk vóór de oogst (vgl. I. nr. 1.c) binnen 2 dagen, alle informatie en documenten te verstrekken die voor de beoordeling van onze uitkeringsplicht van belang zijn. In het bijzonder moet er informatie over het schadegeval worden verstrekt, zodat wij in staat zijn de schade kort na het schadegeval vast te stellen en te beoordelen.
b) U moet in de claim de volgende informatie verstrekken voor alle landbouwgronden (monocultuurpercelen) waarvoor u schadevergoeding claimt:
– het verzekerde gevaar dat het schadevoorval heeft veroorzaakt,
– de relevante feiten betreffende het verzekerde gevaar, met name, in geval van vorst, de waarden van de luchttemperatuur/
minimumtemperatuur en de duur ervan, en in geval van storm, de windkracht,
– de datum van het schadegeval (bv. de dag van de hagel),
– de gewassoort waarop de schade betrekking heeft, in het geval van fruit en wijndruiven tevens de variëteit en, in voorkomend geval, het object van de betrokken verzekering,
– de ligging van het door het schadegeval getroffen landbouwgrond met vermelding van de gemeente, kadastrale aanduiding en het akkerland,
– de naam van het perceel en de oppervlakte ervan in hectare (ha) en are (a);
– en de daarop geteelde gewassoort en -variëteit,
– en, voor zover nodig, de teelt- en vermarktingsmethode van de gewassoort.
In het geval van landbouwproducten van de gewasgroepen boomkwekerijproducten, potplanten of containergewassen moeten de gegevens ook betrekking hebben op de landbouwpercelen.
c) Indien landbouwproducten in groepen worden geteeld of indien landbouwproducten meermaals worden geoogst of gesneden, moet u in de claim voor de betreffende groep gewassen en/of voor de betreffende snede de betreffende informatie verstrekken over de aanplant- c.q. zaaidatum en over alle oogst- en snedetermijnen die hebben plaatsgevonden of gepland zijn.
d) U dient informatie te verstrekken over de irrigatie-/ beregeningsperiode en -omvang indien landbouwproducten tijdens het groeiseizoen kunstmatig worden geïrrigeerd (bv. kunstmatig worden beregend). Voor zover het irrigatie-/beregeningssysteem buiten werking was en dit tot droogteschade heeft geleid in de zin van Art. 5 II. nr. 5, moeten de redenen en de duur van de opschorting van de kunstmatige beregening worden vermeld. Hetzelfde geldt voor boomkwekerijproducten, potplanten of containerteelten die meestal kunstmatig worden geïrrigeerd.
e) Indien de teeltlijst voor de betreffende verzekeringsovereenkomst nog niet was ingediend toen het schadegeval zich voordeed, dan dient deze onverwijld bij uw melding van het verzekerde voorval te worden gevoegd (vgl. Art. 9). Deze teeltlijst moet de nodige gegevens over de teelt bevatten krachtens Art. 9 II, nr. 1 tot en met 2, alsmede de nodige gegevens over het verzekerde bedrag krachtens Art. 10 I nr. 1 tot en met 2.
f) Indien oogstrijpe gewassen door het schadegeval zijn getroffen en de oogst ervan binnen 14 dagen na verzending van de schademelding krachtens I. nr. 1 zal plaatsvinden, dan dient u ons naast uw melding van het verzekerde voorval ook van de naderende oogstdatum in kennis te stellen, zodat wij de schadebeoordelingsprocedure nog vóór het begin van de oogst kunnen uitvoeren.
g) Indien het schadegeval optreedt tijdens de lopende oogst van de verzekerde landbouwproducten of indien het ons, ondanks informatie over de naderende oogstdatum, niet mogelijk is de schade voor het begin van de oogst te beoordelen, dan dient u met name de regelingen inzake proefstukken krachtens I. nr. 0.x.xx in acht te nemen.
3. Informatie in verband met de schadebeoordeling, onderzoek
a) Naast de opgave van het optreden van het risico (vgl. I. nr. 1) en de schadeclaim (vgl. I. nr. 2) dient u binnen een redelijke termijn alle informatie te verstrekken die nodig is voor de schadebeoordeling en de reikwijdte van onze uitkeringsplicht, met name het tonen van de als beschadigd gemelde landbouwgronden of het opdragen van een gemachtigde persoon daartoe.
Indien wij documenten die zich in uw bezit bevinden, nodig hebben om de verzekerde waarde te beoordelen of om de gewassoorten of
-variëteiten vast te stellen waarop de verzekeringsovereenkomst betrekking heeft, (bijvoorbeeld teeltlijsten, inventarislijsten van planten), dan moet u die documenten in passende vorm op ons verzoek binnen een passende termijn ter beschikking stellen. Indien bijzondere marktbelangen (bv. het afzetrisico) verzekerd zijn, moet u - voor zover dit niet reeds voor het optreden van het verzekerde voorval is geschied - de teelt- en/ of leveringsovereenkomsten overleggen, waaruit de regelingen
m.b.t. het bijzondere marktbelang voortvloeien. Voor zover u met betrekking tot de betrokken verzekeringsovereenkomst over een lijst van landbouwgronden beschikt, moet deze ons ter beschikking worden gesteld.
Bij het verzekeren van wijndruiven moet het EU-Wijnbouwkadaster ter beschikking worden gesteld.
a) U dient ons in staat te stellen een onderzoek in te stellen naar de omvang en de oorzaak van de schade en naar de reikwijdte van de verplichting tot schadevergoeding. Het door ons gevraagde
bewijs moet worden geleverd indien redelijkerwijs van u kan worden verwacht dat u ze kunt verstrekken. Met de melding van het verzekerde voorval gaat u ermee akkoord dat wij tot het einde van de beoordeling van de uitkeringsplicht (in ieder geval tot het einde van de verzekeringsovereenkomst) het recht hebben om op elk moment de landbouwgronden waarvoor schade is gemeld en/ of geclaimd, te betreden en monsters te nemen van de bodem en de daarop geteelde landbouwproducten, in het bijzonder de als beschadigd gemelde landbouwproducten, en deze te onderzoeken. Met de melding van het verzekerde voorval stemt u ermee in dat wij, onze deskundigen of door ons ingeschakelde personen met onbemande luchtvaartuigen (UAV), zoals drones, copters of andere onbemande luchtvaartuigen alsmede bemande luchtvaartuigen over de landbouwgrond mogen vliegen en foto's van de landbouwgrond en de gewassen mogen maken en gerechtigd zijn deze te (laten) beoordelen.
4. Overige verplichtingen
a) Verbod op verandering
aa) Vóór de eerste visuele inspectie van de schade door onze deskundigen (experts) mag u alleen – zonder onze toestemming
– die wijzigingen aan de door het schadevoorval getroffen gewassen aanbrengen die volgens de regels van goed beheer en een goede beroepspraktijk niet kunnen worden uitgesteld. In het bijzonder mag u de door het schadegeval getroffen gewassen niet zonder onze toestemming oogsten of van de plaats van de schade verwijderen voordat de deskundigen een visuele inspectie hebben uitgevoerd om de verzekerde schade te ramen (oogstopbrengstverlies van de gewassen). Het bepaalde in dit artikel geldt niet voor werkzaamheden zoals beschreven in I. Nr. 4.c.
bb) Indien het schadegeval zich voordoet tijdens de lopende oogst of indien de oogst op handen is en niet kan worden uitgesteld, dan dient u de oogstwerkzaamheden tijdelijk te staken of voorlopig met de oogst te wachten, ons hiervan onverwijld in kennis te stellen en onze toestemming te verkrijgen om de oogst te (laten) plaatsvinden. Wij kunnen aan de toestemming voorwaarden verbinden (zoals het verplicht laten staan van proefstukken). Geven wij toestemming voor het (verder) oogsten onder voorwaarde dat er proefstukken worden bewaard, of zijn wij ondanks uw informatie over de naderende oogstdatum niet meer in staat de schade onmiddellijk vóór de oogst te beoordelen, dan dient u op de hoeken en in het midden van de betreffende landbouwgrond vierkante proefstukken van ten minste de in sectie B Art. 13 van de bijzondere voorwaarden (BHMGVV S7 NL) vermelde grootte te laten staan.
cc) In geval van schade aan fruit en wijndruiven moeten voorraden van de verschillende variëteiten en liggingen ongeplukt blijven totdat de schade is geëvalueerd, een en ander zoals bepaald in sectie B Art. 13 van de bijzondere voorwaarden (BHMGVV S7 NL).
dd) Indien het verzekerde voorval zich bij wijndruiven voordoet als gevolg van wintervorst, mogen de door vorst beschadigde wijnstokken niet vóór de beëindiging van de schadebeoordelingsprocedure worden gesnoeid of gerooid zonder onze toestemming. Alle wijzigingen in de wijngaard die de schadebeoordeling door wintervorst kunnen beïnvloeden of belemmeren, mogen alleen met onze goedkeuring worden aangebracht. Indien in de wijngaard direct gesnoeid moet worden en een dergelijke maatregel volgens de regels van goed beheer en goede beroepspraktijk niet kan worden uitgesteld, dan moet u op elke hoek en in het midden van elke teeltpositie (wijnbouwgrondl) proefstukken van de in de bijzondere voorwaarden (BHMGVV S7 NL) vermelde grootte (zie regeling ‘Proefstukken’ in sectie B Art. 13 van de bijzondere voorwaarden (BHMGVV S7 NL)) onveranderd in beschadigde toestand laten liggen.
ee) Indien landbouwproducten, met name die van de gewasgroep boomkwekerijproducten, potplanten of containergewassen uit het landbouwperceel moeten worden verwijderd, dan zijn de regelingen inzake ‘proefstukken’ krachtens Gedeelte bb van overeenkomstige toepassing.
b) Vrijgave
Voor monocultuurpercelen c.q. landbouwpercelen die voortijdig moeten worden omgeploegd of geruimd, moet samen met de schadeclaim de zogenaamde vrijgave worden aangevraagd. Wij zullen dan beslissen over de uitvoering ervan. Indien het ruimen of omploegen ondanks onze toestemming niet wordt uitgevoerd, dient u ons daarvan onmiddellijk in schriftelijke vorm in kennis te
stellen.
c) Voortzetting van het telen
U bent verplicht op eigen kosten alle werkzaamheden te verrichten en kosten te maken die noodzakelijk zijn voor het onderhoud en de verdere ontwikkeling van de beschadigde landbouwproducten overeenkomstig de regels van goede beroepspraktijk.
d) Aanvullende documenten bij de teeltlijst
U dient, voor zover dat redelijkerwijs van u verlangd kan worden en voor de schadebeoordeling noodzakelijk is, onverwijld de ‘Gecombineerde opgave / opgave gewaspercelen’ inclusief de kaarten op ons verzoek ter beschikking te stellen, of een gelijkwaardig kadastraal register.
Voor zover voor bepaalde landbouwproducten/gewassen het verzekerde bedrag het gewogen gemiddelde is van de totale bruto jaaropbrengst van alle door u in een verzekeringsjaar geteelde producten/gewassen van één van de hier vermelde gewasgroepen (verzekerd bedrag van de totale productie van de gewasgroep), dient u de betreffende handelsboeken of andere bedrijfsboeken aan ons ter beschikking te stellen.
e) Verplichtingen van een derde die recht heeft op uitkering Indien een derde recht heeft op schadevergoeding, dan dient ook die derde de verplichtingen na te komen, voor zover dit in de feitelijke en juridische omstandigheden mogelijk is.
II. Gevolgen in geval van niet-nakoming van verplichtingen
1. Algemeen beginsel
Indien u uw verplichtingen tot melding van verwezenlijking van het risico (vgl. I. nr. 1) en/of tot melding van de schade (vgl. I. nr. 2) niet, niet volledig of niet tijdig nakomt, dan zijn wij vrijgesteld van onze verplichting tot schadevergoeding, aangezien wij daardoor in elk geval in een rechtmatig belang worden geschaad.
In dat geval stellen wij u met opgave van redenen in kennis van het feit dat wij ons op die voorwaarde van verval beroepen en dat onze rechtmatige belangen zijn geschaad. U heeft het recht om binnen 2 werkdagen na ontvangst van de in de vorige zin bedoelde kennisgeving per e-mail, fax of schriftelijke kennisgeving bezwaar te maken en ons te vertellen waarom wij niet in onze rechtmatige belangen zijn geschaad. Bij gebreke daarvan vervalt het recht om bezwaar te maken tegen onze kennisgeving. Dan staat tussen u en ons vast dat wij in ons rechtmatige belang zijn geschaad en dat het recht op uitkering is vervallen. Deze termijn van 2 werkdagen is redelijk omdat, aangezien de vaststelling van de omvang en de oorzaak van de schade aan de gewassen naarmate de tijd verstrijkt steeds moeilijker en uiteindelijk onmogelijk wordt, snel duidelijk moet worden of de schadebeoordelingsprocedure (zie Art. 17) alsnog moet worden uitgevoerd.
2. Schade van de verzekeraar
Verder kunnen wij, indien de schademelding te laat plaatsvindt, van de verzekeringnemer of de verzekerde of zijn vertegenwoordiger vergoeding eisen voor de schade die wij daardoor lijden.
3. Schade aan de rechtmatige belangen van de verzekeraar
Indien u één van de verplichtingen onder I. nr. 3 of I. nr. 4 niet nakomt, vervalt uw recht op verzekeringsuitkering, tenzij u bewijst dat de schending van deze verplichtingen geen invloed heeft gehad op de vaststelling van de schade en dat onze rechtmatige belangen daardoor niet zijn geschaad.
Hetzelfde geldt wanneer u geen onderzoek toestaat naar de omvang en de oorzaak van de schade en naar de reikwijdte van de verplichting tot schadevergoeding.
III. Schadepreventie en -beperking
1. Schadepreventie in geval van een acuut dreigend verzekerd voorval Zodra u op de hoogte bent van het op handen zijn van het verzekerde voorval, bent u verplicht binnen uw mogelijkheden en binnen redelijke grenzen maatregelen te nemen om de schade te voorkomen (bv. schadepreventie uitvoeren (bv. vermindering van de waterophoping op de landbouwgrond na zware regenval). U bent verplicht, indien de omstandigheden dit toelaten en alvorens de schadepreventiemaatregelen uit te voeren, instructies bij ons in te winnen en deze op te volgen.
2. Schadebeperking na het optreden van het verzekerde voorval
Zodra u op de hoogte bent of had moeten zijn van het optreden van het verzekerde voorval, bent u verplicht om binnen de grenzen van uw mogelijkheden en binnen redelijke grenzen, maatregelen te nemen om de schade te beperken. Voor zover mogelijk dient u vóór het uitvoeren van de schadebeperkende maatregelen onverwijld instructies bij ons in te winnen en deze op te volgen.
3. Kosten voor schadepreventie en -beperkende maatregelen De verzekering biedt geen dekking voor:
a) genomen preventiemaatregelen, en
b) bereddingsmaatregelen die genomen zijn op grond van de verzekeringspolis of artikel 7:957 van het Burgerlijk Wetboek, maar waarbij geen verlies door een verzekeerd gevaar is opgetreden.
Tot de kosten in deze zin worden ook niet gerekend de kosten die u in het kader van een regelmatige vervolgteelt toch al moet maken voor de verzorging en verdere ontwikkeling van de beschadigde landbouwproducten volgens de regels van goede beroepspraktijk (vgl. sectie A Art. 7 van de bijzondere voorwaarden BHMGVV). Kosten worden niet afzonderlijk vergoed voor zover deze reeds als verzekerde kosten (vgl. Art. 6 II) binnen de verzekeringsuitkering worden vergoed.
Art. 17 Schadebeoordelingsprocedure
Wat is de procedure voor de vaststelling van de verzekerde schade?
1. Algemene regelingen inzake de schadevaststellingsprocedure
a) Schade wordt vastgesteld door middel van een deskundigenoordeel met betrekking tot de planten op de landbouwgrond die schade hebben geleden. De verzekerde schade wordt daarbij door de deskundige vastgesteld middels een taxatie. De hoogte van de schade wordt getaxeerd op nog niet geoogste gewassen. De hoogte van het oogstopbrengstverlies blijkt, tenzij anders overeengekomen of anders geregeld in Art. 6 III. van deze algemene verzekeringsvoorwaarden (AHMGVV S7 NL), uit een schadepercentage. De deskundige neemt de gedragscode van expertiseorganisaties van het Verbond van Verzekeraars of een daarmee gelijk te stellen gedragscode in acht.
b) Soorten procedures
De schadevaststellingsprocedure bestaat uit:
– de eenvoudige procedure;
– de formele procedure;
– de bindend advies-procedure.
c) Tijdstip
We leggen binnen de betreffende bovengenoemde procedure het tijdstip van de vaststelling van de schade vast.
De taxatie van de schade met het doel van vaststelling van het uiteindelijke oogstopbrengstverlies vindt uiterlijk kort voor begin van de oogst plaats.
d) Bindend karakter van de taxatie
Bij de formele procedure en de bindend advies-procedure hebben wij als verzekeraar noch u als verzekeringnemer een recht op bezwaar. De taxatie binnen deze procedure is voor beide partijen bindend, wanneer deze niet duidelijk aanzienlijk afwijkt van de feitelijke situatie.
e) Geen erkenning
De uitvoering van de schadevaststellingsprocedure en de vastlegging van een schadepercentage of een schade-omvang staan niet gelijk aan een erkenning van de schadeclaim of een toezegging van een verzekeringsuitkering.
Een 'onder voorbehoud' uitgevoerde schadevaststelling en een daarbij vastgestelde schadepercentage of -omvang vinden plaats onder het voorbehoud dat er überhaupt sprake is van een uitkeringsplichtig verzekerd voorval.
f) Voorinspectie
In de regel doen wij onze eerste vaststellingen met betrekking tot het verzekerde voorval in eerste instantie in het kader van een voorinspectie. Daarbij wordt er een eerste beoordeling gedaan van de teeltpositie (visuele inspectie van het landbouwareaal), die u hebt aangeduid als "getroffen door verzekerde schade", door onze deskundige.
De verdere schadevaststelling (deskundigenoordeel) vindt dan normaal gesproken plaats in de 'eenvoudige procedure', tenzij de 'formele procedure' wordt gewenst.
g) Terugtrekking
Indien u na melding van een verzekerd voorval afziet van een schadevaststellingsprocedure, kunt u tot het begin van de schadebeoordeling de melding geheel of voor afzonderlijke teeltposities terugtrekken. De teeltposities waarvoor de terugtrekking geldt, worden niet meegenomen in de schadevaststellingsprocedure.
h) Afzien van vergoeding
Wanneer de schadebeoordeling is afgesloten, kunt u op grond van het resultaat van de schadebeoordeling op ieder tijdstip binnen de betreffende proceduresoort afzien van een schadevergoeding.
Indien u wilt afzien van een verzekeringsuitkering dient u dit schriftelijk te verklaren; deze verklaring is onherroepelijk
i) Uitvoeringsverantwoordelijke
Wij kunnen bij ieder deskundigenoordeel in alle proceduresoorten
een gemachtigde benoemen, die verantwoordelijk is voor de technische uitvoering.
2. Eenvoudige procedure
a) Algemeen
aa) Voor de uitvoering van de 'eenvoudige procedure‘ machtigen wij een of meerdere deskundigen. De 'eenvoudige procedure‘ vindt alleen niet plaats wanneer direct de 'formele procedure' wordt gewenst; deze wens dient u samen met de melding van het verzekerde voorval te vermelden.
bb) Er wordt verwacht dat u binnen de 'eenvoudige procedure‘ aanwezig bent bij de taxatie; als dit niet mogelijk is, dient u een gemachtigde te benoemen. De gemachtigde dient zich te legitimeren met een akte van volmacht.
Wanneer u verzuimt een gemachtigde te benoemen of deze niet aanwezig is op het moment van schadevaststelling, wordt de 'eenvoudige procedure‘ zonder uw aanwezigheid en zonder de aanwezigheid van uw vertegenwoordiger uitgevoerd.
b) Uitvoering
Na uitvoering van de schadebeoordeling conform art. 18 zal de deskundige u voor iedere teeltpositie de vastgestelde schadepercentage of, wanneer deze niet wordt vastgesteld, de omvang van de schade mededelen. Als u het door de deskundige gemelde resultaat van de schadebeoordeling erkent, wordt de schadepercentage in onderling overleg vastgesteld of, wanneer deze niet wordt vastgesteld, de reden en de omvang van de schade in onderling overleg vastgesteld.
Hetzelfde geldt ook, voor zover noodzakelijk, voor de overige vaststellingen betreffende het schadegeval, zoals de vaststellingen inzake de noodzaak van omploegen of ruiming, inzake de economische voordelen, inzake de reden en omvang van overige kosten en inzake de bruikbaarheid van de door een verzekerd gevaar getroffen landbouwproducten. Wanneer u of uw gemachtigde niet aanwezig waren bij de taxatie, vindt het onderling overleg direct na onze mededeling van de vastgestelde schadeprecentage respectievelijk de omvang van de schade en eventuele verdere vaststellingen betreffende het schadegeval plaats, wanneer u het resultaat van de schadevaststelling erkent.
Wanneer er tussen u en ons geen overeenstemming wordt bereikt over de vastgestelde feiten betreffende het verzekerde voorval bij een teeltpositie, omdat u het resultaat van de 'eenvoudige procedure’ in dezen niet erkend hebt, vindt met betrekking tot de betwist gebleven teeltpositie nog een taxatie plaats binnen de ‘formele procedure’.
c) Revisie door de verzekeraar
Het taxatieresultaat van de 'eenvoudige procedure' kan door ons of door een door ons gemachtigde (bijvoorbeeld revisor) worden gecontroleerd. Indien nodig heffen wij of onze gemachtigde de 'eenvoudige procedure' op en wordt er een nieuwe 'eenvoudige procedure' uitgevoerd.
d) Ontbreken van overeenstemming, verzoek tot formele procedure Wanneer u het door de deskundige in de 'eenvoudige procedure' vastgestelde resultaat bij een teeltpositie niet correct acht en er daardoor geen overeenstemming is bereikt, hebt u binnen de bedenktijd van 24 uur, gerekend vanaf het moment waarop het resultaat van de 'eenvoudige procedure' aan u is medegedeeld, de mogelijkheid het resultaat van de 'eenvoudige procedure' toch nog te erkennen of voor de betwist gebleven teeltposities een aanvraag te doen tot uitvoering van de 'formele procedure'. Voor de naleving van de termijn is het noodzakelijk dit verzoek schriftelijk te versturen. Wanneer dit verzoek niet of niet tijdig wordt ingediend, wordt het resultaat van de 'eenvoudige procedure' als definitief beschouwd.
3. Formele procedure
a) Algemeen
De 'formele procedure' vindt, behalve in het bovenstaande onder nr. 2.a.aa zin 2 genoemde geval, alleen plaats wanneer de 'eenvoudige procedure' bij een teeltpositie niet heeft geleid tot overeenstemming en u tijdig een verzoek tot uitvoering van deze procedure hebt ingediend.
Binnen de 'formele procedure' vindt er een gezamenlijke schadevast- stelling plaats door de voor deze procedure aangewezen deskundige.
b) Aanwijzing van een deskundige
Binnen de 'formele procedure' benoemen wij onze deskundige en u onafhankelijk daarvan uw eigen deskundige voor deze procedure. U dient uw deskundige binnen 24 uur na ontvangst van onze aanmaningsbrief te benoemen; indien er sprake is van oogstrijpe landbouwproducten, dient dit binnen 12 uur te worden gedaan. Naam, adres en contactgegevens van uw deskundige dienen
onmiddellijk met ons te worden gedeeld.
Wanneer u geen deskundige benoemt, u dit niet tijdig doet of deze niet aanwezig is bij de taxatie binnen de 'formele procedure', gaat het benoemingsrecht over op ons. Het tijdstip van de uitvoering van de 'formele procedure' delen wij u mede. U dient ervoor te zorgen dat uw deskundige aanwezig is bij de schadevaststelling in de 'formele procedure'.
c) Aanwijzing van de bindend adviseur
Voor aanvang van de schadebeoordeling in het kader van de 'formele procedure' dienen beide deskundigen in de 'formele procedure' uit de lijst van de daarvoor aangewezen deskundigen een bindend adviseur te kiezen, die werkzaam moet worden wanneer de deskundigen geen overeenstemming kunnen bereiken over een schadepercentage dan wel de omvang van de schade, waardoor hun taxatie niet tot een overeenstemming heeft geleid. Wanneer de twee deskundigen geen overeenstemming kunnen bereiken over de keuze voor de derde deskundige (bindend adviseur), dient u als verzekeringsnemer de bindend adviseur aan te wijzen uit drie door ons gekozen deskundigen. Uw keuze dient binnen 24 uur, wanneer er sprake is van oogstrijpe landbouwproducten, binnen 12 uur na inzage in de lijst met bindend adviseurs plaats te vinden. Indien u ons de door u gemaakte keuze niet tijdig mededeelt, gaat het keuzerecht over op ons.
De beide deskundigen in de 'formele procedure' voeren de schadebeoordeling uit ongeacht de vraag of er een bindend adviseur is gekozen.
d) Uitvoering
Beide deskundigen dienen de schadebeoordeling uit te voeren conform de regelingen inzake de schadebeoordeling en binnen de 'formele procedure' overeenstemming te bereiken over de verzekerde schade en het resultaat gezamenlijk vast te stellen. Daarbij dienen de gezamenlijk gevonden schadepercentage dan wel de gezamenlijk gevonden omvang van de schade schriftelijk te worden vastgelegd in een verslag.
De schadebeoordeling wordt verricht in een gezamenlijke bijeenkomst waarbij, indien nodig, ook de noodzaak van omploegen of ruiming, de hoogte van de economische voordelen, de reden en de hoogte van overige kosten en de bruikbaarheid van de getroffen landbouwproducten worden vastgesteld.
e) Beëindiging van de formele procedure
Wanneer er een gezamenlijk resultaat van een schadepercentage dan wel de omvang van de schade voor een teeltpositie in het kader van de 'formele procedure' is vastgesteld, is deze procedure beëindigd en staat het resultaat in dezen onherroepelijk vast. Hetzelfde geldt ook voor de hier in direct verband mee staande overige vaststellingen in het kader van de schadebeoordelingsprocedure, zoals vaststellingen inzake omploegen of ruiming, economische voordelen, overige kosten en bruikbaarheid van de getroffen landbouwproducten.
Wanneer de beide deskundigen in de 'formele procedure' bij afzonderlijke teeltposities geen overeenstemming kunnen bereiken over een gezamenlijk resultaat voor een schadepercentage dan wel de omvang van de schade of overige schadevaststellingen (bijvoorbeeld vaststellingen over omploegen), blijven de betreffende teeltposities (monocultuurpercelen of perceeldelen respectievelijk wijnbouwgronden of delen daarvan) wat betreft de verzekerde schade open en worden deze doorverwezen naar de 'bindend advies-procedure'.
In dit geval dienen de beide deskundigen hun vaststellingen telkens vast te leggen in een gezamenlijk 'schadebeoordelingsverslag', dat de deskundigen in de 'formele procedure' ons onmiddellijk beschikbaar stellen ter doorverwijzing naar de bindend adviseur. U hebt het recht dit gezamenlijke 'schadebeoordelingsverslag' in te zien. Onafhankelijk daarvan kan uw deskundige u informeren over het resultaat van zijn schadevaststellingen.
4. Bindend advies-procedure
a) Algemeen
De 'bindend advies-procedure' vindt plaats wanneer de deskundigen in de 'formele procedure' geen overeenstemming konden bereiken over een schadepercentage of de omvang van de schade. Deze procedure vindt ook plaats wanneer in de 'formele procedure' voor een teeltpositie geen overeenstemming werd bereikt over de vaststellingen inzake omploegen of ontruiming, economische voordelen, overige kosten en bruikbaarheid van de getroffen landbouwproducten en dit van invloed is op de schadevergoeding.
b) Afsluiting van de schadevaststellingsprocedure
De bindend adviseur beslist binnen de 'bindend advies-procedure'
bij de betwist gebleven teeltposities over de schadepercentage dan wel de verzekerde schade. Indien nodig beslist hij ook over de verzekerde kosten en doet hij vaststellingen inzake economische voordelen, de noodzaak van omploegen of ruiming en de bruikbaarheid van de getroffen culturen.
De bindend adviseur beslist afsluitend en definitief over alle bovengenoemde betwiste punten. De bindend adviseur deelt ons het afsluitende resultaat van de schadebeoordeling mede; deze informatie sturen wij u door.
Art. 18 Schadebeoordeling
Hoe verloopt de schadeoordelingsprocedure?
1. Vaststelling van de schade
a) De deskundigen moeten onderzoeken of alle gewassoorten van de verzekerde gewasgroep waarvoor een schadevergoedingsclaim wordt ingediend, verzekerd zijn.
Voor elke teeltpositie die door een verzekerd gevaar wordt gemeld als beschadigd, moet aan de hand van een visuele inspectie van de landbouwgrond worden vastgesteld.
aa) welk schadevoorval in welk ontwikkelingsstadium van de verzekerde landbouwproducten c.q. gewassen dit verzekede landbouwproduct c.q. gewas heeft beschadigd of vernietigd, op welke wijze en in welke mate, en wat de beschadiging is (Art. 5);
bb) of de voor verzekering opgegeven landbouwgrond / het land- bouwperceel overeenkomt met de daadwerkelijk voorhanden landbouwgrond;
cc) welk deel van de landbouwgrond in hectare (ha) en are (a) door het schadevoorval is getroffen (Art. 5);
dd) welke oogstopbrengst van het verzekerde gewas op de betrokken landbouwgrond te verwachten zou zijn geweest zonder de gevolgen van het verzekerde gevaar,
ee) of en in welke mate er schade is als gevolg van onverzekerde schadeoorzaken;
ff) in hoeverre er sprake is van een verzekerde schade krachtens Art. 6 en hoe hoog de kwantitatieve oogstopbrengstschade is; en
gg) voor zover de opbrengstwaarde van de verzekerde producten niet alleen afhangt van de hoeveelheid, maar ook van de kwaliteit, en die waarde verzekerd is - hoe hoog de door een verzekerd gevaar veroorzaakte kwaliteitsvermindering en het daaruit voortvloeiende beschadiging aan de verzekerde landbouwproducten is in procenten van de overeenkomstig nr. 1.a.dd bepaalde opbrengst (schadepercentage), en dat onderverdeeld naar verzekerde objecten;
b) In geval van uitwintering of erosie hebben de vaststellingen betrekking op de omvang van dit verzekerde voorval en de daarmee samenhangende verzekerde schade (vgl. Art. 6 I.).
c) Indien er bovendien teelten met een bijzonder marktbelang zijn verzekerd, moeten de deskundigen ook op dit punt een raming van de schade maken.
d) De deskundigen zullen de schade voor elk perceel afzonderlijk beoordelen (vgl. Art. 9 II. nr. 1.b).
e) De deskundigen moeten ook vaststellen of er sprake is van oververzekering of onderverzekering. Daartoe moeten de deskundigen vaststellen of het door u opgegeven verzekerde bedrag voor de betrokken teeltpositie (vgl. Art. 10) overeenkomt met de werkelijke verzekerde waarde. In geval van oververzekering wordt de schadepercentage berekend op basis van het aangepaste verzekerde bedrag.
f) Indien u bij de gewasgroepen boomkwekerijproducten (productie in volle grond), potplanten en containerculturen, alsmede bloembollen niet de verzekerde waarde als opbrengstwaarde (zie Art. 10 I. nr. 2.d) met de eenheidsprijs per kwaliteitsklasse/ leeftijdsklasse en teeltperiode heeft opgegeven, dan zal het verzekerde bedrag van de totale productie van de gewasgroep van het verzekeringsjaar volgens de waardeverhoudingen worden verdeeld. Daarbij wordt de verzekerde waarde van het door de verzekerde schade getroffen deel van de gewassen onder meer beoordeeld aan de hand van de operationele plantinventarislijst en de verkoop- of handelsdocumenten met informatie over de kwaliteit van het artikel.
g) Indien het vegetatiestadium, het tijdstip van aanplanten of zaaien (bv. bij meervoudige groepen gewassen) of een bepaalde oogstdatum (bv. bij meervoudige teelten) een rol spelen voor de verzekerde schade, dan moeten de vaststellingen van de deskundigen ook daarop betrekking hebben.
h) Voor zover bij verontreinigde sla een besluit over de verkoopbaarheid moet worden genomen, wordt dat uitsluitend gebaseerd op de vaststellingen van de ingeschakelde deskundigen.
2. Voorinspectie
Wij kunnen voor het begin van de eenvoudige procedure of de formele procedure - ook in uw afwezigheid - een eerste inspectie van de schade verrichten om een voorlopig beeld te krijgen van de schadevoorvallen en beschadigingen. Daarbij kunnen de deskundigen al voorlopige vaststellingen doen met betrekking tot nr. 1.a.aa tot en met 0.x.xx.
3. Overige vaststellingen
a) De deskundigen moeten - ook zonder een daartoe strekkend verzoek - vaststellen of en in hoeverre de landbouwgrond c.q. het landbouwperceel vervroegd voor omploegen of ruiming wordt vrijgegeven en - indien aan de desbetreffende voorwaarden is voldaan - de betrokken oppervlakte voor omploegen of ruiming vrijgeven dan wel een dergelijk omploegen of ruimen gelasten. Indien de landbouwgrond c.q. het landbouwperceel vervroegd voor ruiming of omploegen wordt vrijgegeven of indien een dergelijke maatregel wordt gelast, zal met de economische voordelen die voor u uit deze vrijgave voortvloeien, rekening worden gehouden door middel van een passende aftrek op de vergoeding. Economische voordelen in deze zin zijn met name de bespaarde kosten voor verder onderhoud, oogst en verkoop. De omvang van de economische voordelen wordt door de deskundigen bepaald.
b) Hetzelfde geldt in alle andere gevallen waarin u als gevolg van het schadevoorval kosten bespaart. In dit verband geldt - ongeacht de daadwerkelijke besparing - de overeengekomen maximumvergoeding (vgl. Art. 20 II. nr. 2).
c) De deskundigen zullen - voor zover mogelijk - vaststellen welke extra maatregelen (plantenbeschermingskosten, plantenonderhoudskosten) noodzakelijkerwijs zijn getroffen als gevolg van het schadegeval. De kosten voor dergelijke door u uit te voeren maatregelen (bv. verder besproeien; extra mechanische onkruidbestrijding; extra teeltwerkzaamheden aan het landbouwproduct), die niet reeds als verzekerde kosten worden vergoed (vgl. Art. 6 II), kunnen door een percentage toe te voegen aan de schadepercentage worden verhaald.
4. Regelingen inzake bijzondere situaties
Het perceel houdt op verzekerd te zijn op de dag van ontvangst van onze bevestiging van de vrijgave van het door u gevraagde of door ons opgedragen omploegen of ruimen.
5. Verscheidene verzekerde voorvallen in één verzekeringsperiode
a) Indien hetzelfde gewas van een perceel of hetzelfde verzekerde object (bv. dezelfde groep gewassen) herhaaldelijk door verzekerde gevaren wordt getroffen en indien de schadebeoordelingsprocedure op dat tijdstip nog niet was afgesloten, wordt in beginsel de totale schade vastgesteld en wordt een totale schadelast gevormd.
b) Indien na de schadebeoordeling (vgl. nr. 1) zich op dit perceel bij dit gewas of hetzelfde verzekerde object het verzekerde voorval opnieuw voordoet, dan zijn wij voor deze nieuwe schade slechts aansprakelijk tot het bedrag van de resterende verzekerde som. Het verzekerde bedrag dat op de betreffende schade van toepassing is, wordt bepaald volgens de overeengekomen berekeningsprocedure. Tenzij anders is overeengekomen, is voor de krachtens bovenstaand onderdeel nr. 1.a.ff en gg c.q. nr. 1.c vast te stellen percentages vervolgens de verzekerde som maatgevend die overblijft na aftrek van de reeds vastgestelde schade.
6. Cumulatieve schade
Indien de verzekerde voorvallen zodanig vermengd zijn dat het niet mogelijk is te onderscheiden welk verzekerd gevaar de afzonderlijke schades heeft veroorzaakt, dan wordt ofwel een totale schade voor de betrokken gevaren bepaald, of de schade wordt ondergebracht bij de schade van het oorzakelijk overwegende gevaar.
Art. 19 Kosten van de schadebeoordeling
a) De kosten voor de schadebeoordeling in de eenvoudige procedure (vgl. Art. 17 nr. 2) komen ten laste van ons.
Wij kunnen terugbetaling van bijkomende kosten eisen indien de schademelding onrechtmatig blijkt te zijn.
b) U draagt de kosten die in het kader van de gevraagde ‘formele procedure’ (vgl. Art. 17 nr. 3) voor uw deskundige zijn gemaakt. Wij dragen de kosten van onze deskundige in de ‘formele procedure’. U moet de kosten van uw deskundige tevens dragen indien die deskundige werd aangewezen op basis van Art. 17 nr. 3. b. blz. 4.
c) U en wij dragen elk de helft van de kosten voor de schadebeoordeling in de bindend advies-procedure (vgl. Art. 17 nr. 4).
Art. 20 Betaling van de schadevergoeding
I. Wanneer is de verzekeringsuitkering verschuldigd?
1. Verschuldigdheidsvoorwaarden
De schadevergoeding is pas verschuldigd wanneer ons onderzoek en onze vaststellingen betreffende de reden en het bedrag van uw aanspraak volledig zijn afgerond. Noodzakelijke onderzoeken en vaststellingen in de zin van deze bepaling omvatten met name de raming van de schade, het onderzoek van de verplichting tot schadevergoeding en van het recht op schadevergoeding, alsmede de berekening van de totale schadevergoeding uit hoofde van de overeenkomst.
2. Uitkeringsmoment
a) Indien onze verplichting tot uitkering na voltooiing van de nodige onderzoeken voor wat betreft de reden en het bedrag vast is komen te staan, dan zal de betaling van de schadevergoeding geschieden op het vroegste tijdstip waarop de beschadigde gewassen zonder het optreden van de schade hadden kunnen worden gebruikt. Onze schadevergoeding wordt echter niet uitgekeerd vóór de betaling van de verzekeringspremie of vóór 1 november van het oogstjaar.
b) Wij hebben het recht de verzekeringsuitkering in termijnen te betalen.
II. Hoe wordt de schadevergoeding berekend?
1. Verbod op verrijking
a) De verzekering mag niet leiden tot verrijking.
b) Als u voor dezelfde schade een vergoeding ontvangt uit andere verzekeringsovereenkomsten of financiële uitkeringen uit nationale of Europese (overheids)fondsen of andere steun- of bijstandsuitkeringen of compensatie (bijvoorbeeld uit rampenfondsen), dan wordt de aanspraak uit deze verzekering zodanig verminderd dat de vergoeding uit alle verzekeringsovereenkomsten bij elkaar niet hoger is dan de geleden schade. Eventuele uitkeringen voor de schade buiten de verzekeringsovereenkomst om kunnen met de verzekeringsuitkering worden verrekend.
c) Het verzekerde bedrag is het hoogste schadevergoedingsbedrag dat kan worden uitgekeerd. Onafhankelijk daarvan zijn onze uitgaven voor de kosten van schadeonderzoek op basis van Art. 19 en de kosten van schadepreventie en -beperking overeenkomstig de wettelijke regelingen (vgl. Art. 16 III. nr. 3).
Wij betalen schadevergoeding tot ten hoogste het relevante verzekerde bedrag of de overeengekomen schadevergoedingslimiet (vgl. II. nr. 2). De schadevergoeding en/of de schadepercentages worden verminderd met het overeengekomen eigen risico c.q. eigen bijdrage (vgl. II. nr. 2) en/of beperkt tot een maximumvergoeding (vgl. II. nr. 2). Marktopbrengsten worden in mindering gebracht op de schadevergoeding.
2. Eigen risico (franchises), schadevergoedingslimieten Schadepercentages en/of schadevergoedingen kunnen worden verminderd op basis van de bijzondere voorwaarden (BHMGVV S7 NL) en/of door afspraken bij het sluiten van de overeenkomst door middel van eigen risico's (franchises) of beperkt door maximumschadevergoedingsregelingen.
De schadevergoeding wordt betaald in de vorm van een vast percentage (verzekering met vaste uitkering of forfaitaire schadevergoeding, vgl. bv. sectie B Art. 14 en 15 van de bijzondere voorwaarden BHMGVV S7 NL) indien aan bepaalde voorwaarden is voldaan (vgl. Art. 6 III.), met uitsluiting van het bewijs van een hogere schade.
3. Verrekening
Onze geldvorderingen op u kunnen worden verrekend met de schadevergoeding en andere uitkeringen (bv. vergoeding van kosten), zelfs indien u uitstel van betaling is verleend of er betaling in termijnen is overeengekomen.
Art. 21 Overige bepalingen
I. Wat is van toepassing in geval van een ( juridisch) geschil? Welk recht is van toepassing op de verzekeringsovereenkomst?
1. Klachten aan de verzekeraar
Wij zullen trachten alle problemen die zich in de loop van de verzekeringsovereenkomst voordoen tot uw volle tevredenheid op te lossen. Indien u geen bevredigende oplossing ontvangt, wordt u verzocht contact op te nemen met de vestiging in Nederland.
2. Klachteninstantie voor consumenten
Indien u de verzekeringsovereenkomst als consument hebt afgesloten, kunt u een eventuele klacht tevens indienen bij het Klachteninstituut
financiële dienstverlening (Kifid). Ga hiervoor naar de website www. xxxxx.xx of stuur uw schrijven naar het Kifid, postbus 93257, 2509 AG Den Haag.
3. Klachten bij een toezichthouder
Klachten kunnen verder nog aan de bevoegde Duitse verzekeringstoezichthouder worden gericht. Dit is de Bundesanstalt für Finanzdienstleistungsaufsicht (BaFin), Xxxxxxxxxxxxxxx Xxxxxx 000, 00000 Xxxx, Xxxxxxxxx.
4. Bevoegde rechter
Wanneer u een rechtszaak noodzakelijk acht, kunt u een vordering indienen bij de bevoegde rechter.
a) Rechtszaak tegen ons als verzekeraar of de verzekeringsagent
Voor vorderingen tegen ons op grond van de verzekeringsovereenkomst of de verzekeringsbemiddeling is de rechter binnen het arrondissement van onze statutaire verblijfplaats relatief bevoegd. Relatief bevoegd is ook de rechtbank in het arrondissement waarin op het moment van indiening van de vordering uw woonplaats of statutaire verblijfplaats gelegen is of, wanneer u geen woonplaats hebt, het arrondissement van uw gewone verblijfplaats.
b) Rechtszaken tegen u als verzekeringsnemer
Voor vorderingen tegen u op grond van de verzekeringsovereenkomst of de verzekeringsbemiddeling is uitsluitend de rechtbank relatief bevoegd in het arrondissement waarin op het moment van indiening van de eis uw woonplaats of statutaire verblijfplaats gelegen is of, wanneer u geen woonplaats hebt, het arrondissement van uw gewone verblijfplaats. Indien uw woonplaats of uw gewone verblijfsplaats op het moment van indiening van de vordering niet bekend is, is de rechter binnen het arrondissement van onze statutaire verblijfplaats relatief bevoegd.
5. Toepasselijk recht
Op de verzekeringsovereenkomst is uitsluitend Nederlands recht van toepassing.
II. Wat is van toepassing op kennisgevingen aan ons als verzekeraar (bv. mededelingen, kennisgevingen, intentieverklaringen, adreswijzigingen)?
1. Vorm
Tenzij de wet iets anders voorschrijft, en behoudens andersluidende bepalingen in deze algemene verzekeringsvoorwaarden (AHMGVV S7 NL) of in afspraken bij de verzekeringsovereenkomst (bv. schriftelijke vorm), moeten mededelingen, verklaringen en kennisgevingen die voor ons bestemd zijn en betrekking hebben op de verzekeringsrelatie, schriftelijk geschieden. Voor zover wij voor mededelingen en kennisgevingen een tekstformulier toestaan en hiervoor een internettoepassing (bv. opgave via WEB AV) aanbieden, dient u dit communicatiekanaal te gebruiken.
De ontvangst van mededelingen, verklaringen en kennisgevingen aan ons wordt geregeld op basis van de wettelijke bepalingen.
2. Kennisgevingen aan de verzekeringnemer
Onze kennisgevingen aan u zullen rechtsgeldig worden verzonden naar het laatst bekende adres van de verzekeringnemer of naar het adres van de verzekeringstussenpersoon die u van dienst is, op voorwaarde dat die tussenpersoon een overeenkomstige volmacht heeft.
3. Veranderingen m.b.t. de verzekeringnemer
U dient ons onmiddellijk op de hoogte te stellen als uw adres verandert, als de rechtsvorm verandert of als er wijzigingen zijn met betrekking tot de verzekerde persoon.
4. Correspondentie
U dient uw correspondentie direct aan ons te richten.
III. Wat is de reikwijdte van de volmacht van de verzekeringstussenper- soon?
1. Geen volmacht om overeenkomsten te sluiten
De assurantietussenpersoon is niet gemachtigd om verzekeringsovereenkomsten te sluiten, noch om in te stemmen met de wijziging of verlenging van dergelijke overeenkomsten of om beëindigingsverklaringen af te geven. Bovendien is de assurantietussenpersoon niet gemachtigd om dekkingsverbintenissen (bijvoorbeeld voorlopige verzekeringsdekking) af te geven.
2. Verklaringen van de verzekeringnemer
De assurantietussenpersoon is gemachtigd de door u opgestelde verklaringen in ontvangst te nemen en aan ons door te geven.
3. Verklaringen van de verzekeraar
De assurantietussenpersoon wordt geacht gemachtigd te zijn om u de door ons afgegeven verzekeringsbewijzen en eventuele aanvullingen daarop, alsmede verzoeken om betaling (facturen) of aanmaningen te doen toekomen.
4. Betalingen aan de verzekeringsagent
De assurantietussenpersoon is niet gemachtigd om betalingen te innen; betalingen (bv. verzekeringspremie) dienen direct aan ons te worden gedaan.
5. Verzekeringsuitkeringen
De assurantietussenpersoon is niet gemachtigd om verzekerde schade te erkennen of verklaringen af te leggen over de reden en het bedrag van de verzekeringsuitkeringen, en met name verzekeringsprestaties in het vooruitzicht te stellen.
IV. Wat is het effect van de kennis en het gedrag van uw vertegenwoor- digers?
De vertegenwoordiger is die derde die in het kader van de verzekeringsovereenkomst belast is met het risicobeheer of het overeenkomstbeheer en die derhalve gemachtigd is om namens u op te treden.
U moet de verantwoordelijkheid op u nemen voor de kennis en het gedrag van uw vertegenwoordigers.
V. Wat is er van toepassing op de verzekering voor rekening van derden?
1. Rechten uit hoofde van de overeenkomst
Als u in eigen naam een verzekeringsovereenkomst sluit ten gunste van een derde (verzekerde), kunt alleen u en niet de verzekerde de rechten uit deze overeenkomst uitoefenen. Dit geldt ook als de verzekerde het verzekeringsbewijs heeft.
Wij kunnen een bewijs eisen dat de verzekerde zijn of haar toestemming heeft gegeven, voordat wij de schadevergoeding aan u betalen. De verzekerde kan slechts met uw instemming betaling van de schadevergoeding verlangen.
2. Kennis en gedrag
Voor zover uw kennis en gedrag van juridische betekenis zijn, moeten bij de verzekering voor rekening van derden ook de kennis en het gedrag van de verzekerde in aanmerking worden genomen. Voor zover de overeenkomst uw belangen en die van de verzekerde dekt, hoeft u voor uw belang alleen rekening te houden met het gedrag en de kennis van de verzekerde indien de verzekerde uw vertegenwoordiger is. De kennis van de verzekerde is niet relevant indien de overeenkomst buiten zijn medeweten is gesloten of indien het voor de verzekerde niet mogelijk of redelijk was om u tijdig in kennis te stellen. De kennis van de verzekerde is echter wel van belang indien u de overeenkomst zonder opdracht van de verzekerde heeft gesloten en ons daarvan niet op de hoogte heeft gesteld.
VI. Welke andere regelingen zijn van toepassing op de verzekeringsrela- tie?
1. Onverminderd de overige contractuele bepalingen, bestaat verzekeringsdekking slechts voor zover en zolang zulks niet wordt tegengegaan door economische, commerciële of financiële sancties of embargo's van de Europese Unie of Nederland die direct op de partijen bij de overeenkomst van toepassing zijn. Dit geldt ook voor economische, commerciële of financiële sancties c.q. embargo's opgelegd door de Verenigde Staten van Amerika, voor zover ze niet in strijd zijn met Europese of Nederlandse wetgeving, bijvoorbeeld Sanctiewet 1977. Zo kan er bijvoorbeeld geen verzekeringsdekking worden verleend indien
– daardoor medewerking wordt verleend aan verboden transacties,
– daardoor directe of indirecte betalingen worden verricht aan personen, bedrijven, autoriteiten of andere organisaties die op een verbodslijst staan.
2. Voor zover in deze Algemene Voorwaarden wordt verwezen naar de bijzondere voorwaarden (XXXXXX S7 NL), wordt er verwezen naar de ‘Bijzondere hagel- en meergevarenverzekeringsvoorwaarden Secufarm 7 NL‘.
VII. Gegevensverwerking
Met betrekking tot de verwerking van gegevens uit de verzekeringsrelatie, met name persoonsgegevens, verwijzen wij naar het ‘Informatieblad over de gegevensverwerking’ dat in de klanteninformatie is opgenomen. U heeft ons in het aanvraagformulier ook uitdrukkelijk toestemming verleend om uw persoonsgegevens te verwerken ten behoeve van de controle op de naleving van de Regeling Europese EZK- en LNV-subsidies 2021.
Bijzondere hagel- en meergevarenverzekeringsvoorwaarden
(BHMGVV S7 NL 23)
Verzekering Secufarm® 7 NL Vereinigte Hagelversicherung VVaG – Vestiging Nederland – (VH Nederland)
Inhoud
A.Gemeenschappelijke bepalingen voor de teeltsectoren A en S
Art. 1 Teeltsectoren en gewassoorten Art. 2 Verzekerde objecten
Art. 3 Aanvang en einde van de aansprakelijkheid Art. 4 Gewasgroepen
I. Teeltsector akkerbouw (A)
II. Teeltsector speciale gewassen (S) Art. 5 Eigen-bijdrageregeling
I. Eigen bijdrage voor de overeenkomst
II. Eigen bijdrage voor de teeltsectoren
Art. 6 Overschrijding van de maximale waarde per hectare
Art. 7 Voorschriften voor landbouwgronden, goede beroepspraktijk Art. 8 Indieningstermijnen voor de teeltlijsten
Art. 9 Verlaging achteraf van het verzekerde bedrag Art. 10 Voorschotdekkingstermijnen
B. Bepalingen voor de schadeafwikkeling
Art. 11 Berekening van het voorlopige verzekerde bedrag Art. 12 Schadebeoordeling bij fruit met meervoudige oogst Art. 13 Proefstukken
Art. 14 Forfaitaire schadevergoeding voor omploegen (UP) Art. 15 Forfaitaire schadevergoeding voor legering van graan
C. Bepalingen met betrekking tot de teeltsectoren
Art. 16 Clausule met betrekking tot de verzekering van groenten (QVG) Art. 17 Clausule met betrekking tot de verzekering van uien (QVUS7)
Art. 18 Clausule met betrekking tot de verzekering van uien met afname- garantie (ZVZAS7)
Art. 19 Clausule met betrekking tot de verzekering van andere speciale gewassen (QVSoS7)
Art. 20 Clausule kwaliteitsschadeverzekering bij bloembollen en knollen (QVIS7)
Art. 21 Clausule met betrekking tot de verzekering van aardbeien (QVES7)
Art. 22 Clausule met betrekking tot de verzekering van bessen (QVBS7) Art. 23 Clausule met betrekking tot de verzekering van steenfruit (QVSS7)
Art. 24 Clausule met betrekking tot de verzekering van tafeldruiven (QVTS7)
Art. 25 Clausule met betrekking tot de verzekering van hardfruit (QVKS7) Art. 26 Clausule met betrekking tot de verzekering van asperges (QVTS7)
Art. 27 Clausule met betrekking tot de verzekering van wintergroente (KWG)
Art. 28 Clausule met betrekking tot groentezaailingen (KGS)
Art. 29 Clausule met betrekking tot de verzekering van industrie- en sapfruit (KMIS7)
Art. 30 Top60 hagelverzekering van speciale gewassen (ZVSTS7 NL)
Art. 31 Clausule met betrekking tot de verzekering van speciale gewassen met afnamegarantie (ZVSAS7)
Art. 32 Clausule met betrekking tot de verzekering van vruchten onder een beschermingssysteem tegen hagel (KOHS)
Art. 33 Clausule met betrekking tot de verzekering van vruchten onder een beschermingssysteem tegen regen (KORSS7)
D. Bijzondere bepalingen
I. Aanwijzingen Art. 34 Overig
Art. 35 Premie en de subsidie ervan
II. Wijziging van de verzekeringsvoorwaarden Art. 36 Aanpassing en bloc
E. Codeoverzicht gewassoortenlijst
Premiebepaling Secufarm® 7 (PB Secufarm S7 NL 23)
A. Jaarpremie
B. Premie
I. Algemeen deel
II. Premiesysteem Secufarm®
III. Aanpassing en bloc
A. Gemeenschappelijke bepalingen met betrekking tot de teeltsectoren A en S
Art. 1 Teeltsectoren en gewassoorten
De gewassoorten worden ingedeeld bij teeltsector A (akkerbouw) of S (speciale gewassen).
De indeling van de specifieke gewassoorten bij de betreffende gewasgroep
vindt plaats op basis van het “gewassoortenoverzicht (Codeoverzicht gewassoorten)”.
Art. 2 Verzekerde objecten
1. Overzicht van de verzekerde objecten
De verzekering omvat – tenzij anders bepaald – de hierna vermelde verzekerde objecten.
Overzicht van de verzekerde objecten Gewasgroep (KG)/Gewassoort (GS) Verzekerd object Teeltsector akkerbouwgewassen (A) | |
KG Vezelplanten | Vezelplanten |
KG Graan met uitzondering van GS Gehele graanplantwinning | Korrels Economisch gebruikte plantdelen |
KG Peulvruchten veevoeder | Zaden |
KG Aardappelen met uitzondering van industrieaardappelen | Knollen Knollen incl. zetmeelopbrengst |
KG Maïs | Economisch gebruikte plantdelen |
KG Oliehoudende zaden | Zaden |
KG Bieten met uitzondering van GS Suikerbieten GS Bietenblad KG Zaden KG Speciale energie-/voederplanten KG Hop | Bieten zonder loof Wortelen zonder loof incl. suikeropbrengst Bietenblad Zaden Economisch gebruikte plantdelen Hopbellen |
Overzicht van de verzekerde objecten Gewasgroep (KG)/Gewassoort (GS) Verzekerd object Teeltsector akkerbouwgewassen (A) | |
KG Stek van wijnranken | Economisch gebruikte plantdelen |
KG Tabak | Oogstbare bladeren |
KG Wijndruiven | Vrucht |
Teeltsector speciale gewassen (S) | |
Fruit | |
KG Aardbeien | Vrucht |
KG industriefruit/sapfruit | Vrucht |
KG Hardfruit | Vrucht |
KG Kastanjes/noten | Vrucht |
KG Steenfruit | Vrucht |
KG Bessen | Vrucht |
KG Tafeldruiven | Vrucht |
Groenten | |
KG Blad- en stengelgroenten | Economisch gebruikte plantdelen (bv. bladeren, kop) |
KG Vruchtgroenten | Vrucht |
KG Peulvruchten consumptie | Economisch gebruikte plantdelen (bv. zaad, peulen) |
KG Koolgroenten | Economisch gebruikte plantdelen (bv. kop, xxxx, gdtl. met loof) |
KG Asperges/rabarber GS Rabarber GS Asperges | Oogstbare stengels Oogstbare stang, in het 1e-3e standjaar aanvullend de gehele plant (zie Clausule met betrekking tot de verzekering van asperges) |
KG Wortel- en knolgroenten | Economisch gebruikte plantdelen (bv. wortel- en knolgroenten gedeeltelijk met loof) |
KG Ui-familie | Economisch gebruikte plantdelen (bv. uien, gedeeltelijk met loof) |
Overige gewassen | |
KG Geneeskrachtige planten en specerijplanten | Economisch gebruikte plantdelen (bv. kruid, bloesem) |
KG Vrucht- en productiehout | Volledige plant (bv. productiehout, wortels) |
KG Kweken van jonge aanplant | Economisch gebruikte plantdelen (bv. jonge aanplant, bol) |
KG Sierteeltgewassen | Economisch gebruikte plantdelen |
KG Zaadwinning van speciale gewassen | Zaden |
KG Snij- en trekheesters | Volledige plant |
KG Boomkwekerijgewassen in volle grond | Volledige plant |
KG Bloembollen | Bol |
2. Gewassen met afzonderlijk verzekerde objecten
a) Indien een verzekerde gewassoort buiten de gewasgroep "Speciale energie-/voederplanten" als energieplant wordt gebruikt, dan strekt het verzekerde object zich, in afwijking van het bovenstaande "Overzicht van verzekerde objecten", uit tot alle bruikbare (vegetatieve en generatieve) plantdelen. Energieplanten in de zin van deze voorwaarden zijn alleen die gewassen die worden geteeld voor energiewinning in biogasinstallaties.
b) Zelfstandige verzekerde objecten zijn slechts als zodanig verzekerd indien dit in de opgave is vermeld en er voor elk verzekerd object een apart verzekerd bedrag is vastgesteld.
aa) Met betrekking tot de gewassoort vezelplanten waarbij naast de vezels ook de korrels voor de winning van olie moeten worden verzekerd, en met betrekking tot de gewassoorten van de gewasgroep oliehoudende zaden waarbij naast de korrels ook de vezels moeten worden verzekerd, zijn de vezels en de korrels zelfstandige verzekerde objecten.
bb) Met betrekking tot gewassoorten van de gewasgroep bieten waarbij naast de biet zelf ook het bietenblad moet worden verzekerd, zijn de biet zelf en het bietenblad zelfstandige verzekerde objecten.
c) Meerjarige planten
Bij meerjarige planten zijn de verschillende leeftijden verschillende verzekerde objecten met een apart verzekerd bedrag.
d) Overige gewassen
Bij alle overige gewassen die geteeld worden voor de plant- en plantdeelwinning, zijn plant en plantdelen afzonderlijk verzekerde objecten met een apart verzekerd bedrag.
e) Bijzonderheden
Voor zover bij de bovengenoemde landbouwproducten/gewassen onder nr. 1 en 2 afzonderlijk verzekerde objecten met aparte verzekerde bedragen voorkomen, dient ieder verzekerd object afzonderlijk te worden verzekerd en daarvoor telkens een apart verzekerd bedrag te worden berekend.
Indien er bij meerjarige planten (zie nr. 2 c) geen apart verzekerd bedrag wordt afgesproken, dan wordt bij de schadevaststelling het verzekerde bedrag op alle leeftijdsklassen van het plantenbestand
in overeenstemming met de daadwerkelijke waardeverhoudingen verdeeld; indien er bij meerjarige teelten (bv. groene asperges of snijrozen) geen apart verzekerd bedrag wordt berekend, dan zijn de meerjarige plantdelen niet verzekerd, maar alleen de oogst van een verzekeringsjaar, waarbij het verzekerde bedrag dan voor de totale opbrengst van het verzekeringsjaar geldt; indien er bij snijteelt (zie nr. 3) niet voor elke afzonderlijke snede een apart verzekerd bedrag is berekend, dan geldt het verzekerde bedrag voor de totale opbrengst van het verzekeringsjaar.
3. Snijteelt
Bij alle gewassen waarbij meerdere sneden worden geoogst (zgn. snijteelt, bv. grassen voor voeder- en energiewinning, bieslook, snijbloemen, overige tuinbouwsnijgewassen), is alleen de eerste snede verzekerd. Iedere verdere snede is dan een afzonderlijk verzekerd object met een apart verzekerd bedrag.
4. Groepen gewassen
Bij alle gewassen die als groepen gewassen worden geteeld (bv. sla, spinazie, pot-/containerplanten of snijbloemen), is elke afzonderlijke groep gewassen een afzonderlijk verzekerd object met een apart verzekerd bedrag.
Art. 3 Aanvang en einde van de aansprakelijkheid
1. Beginselen
a) De aansprakelijkheid vangt aan - tenzij in dit gedeelte nr. 1 (zie bv. rubriek 1.c) of hierna in nr. 2 anders is bepaald of anders is overeengekomen - met het zaaien van het zaad of het planten van het plantgoed in het oogstjaar.
b) Voor meerjarige teelt die gedurende meerdere jaren wordt geteeld en meermaals wordt geoogst (de zogenaamde meerjarige planten, zoals bv. hop, graszaad), vangt de aansprakelijkheid, tenzij hierna in nr. 2 anders is bepaald of anders is overeengekomen, aan in het eerste jaar met het zaaien van het zaad of het planten van het plantgoed in het oogstjaar, en in het tweede standjaar op 1 januari van het oogstjaar. De bepalingen inzake het einde van de aansprakelijkheid krachtens nr. 1.d blijven ongewijzigd.
c) Indien de plant als zodanig is verzekerd (bv. asperges/rabarber, vrucht- en productiehout, stekken van wijnranken, meerjarige energieplanten), treedt de desbetreffende verzekeringsperiode in de plaats van het oogstjaar. De aansprakelijkheid vangt dan aan op 1 januari en eindigt op 31 december van de desbetreffende verzekeringsperiode.
d) De aansprakelijkheid eindigt - tenzij anders bepaald in nr. 1 (zie bv. onderdeel 1.c) of hierna onder nr. 2 of tenzij anders elders is
overeengekomen - met de voltooiing van de oogst, doch in ieder geval op 15 november van het oogstjaar.
2. Aanvang en einde van de aansprakelijkheid (afwijking van de beginselen)
Aanvang van de aansprakelijkheid: De aansprakelijkheid vangt aan om
0.00 uur op de dag vermeld in tabellen A1 - C2 hierna.
Einde van de aansprakelijkheid: De aansprakelijkheid eindigt om middernacht (24:00 uur) op de dag vermeld in tabellen A1 - C2 hierna.
A Teeltsector akkerbouwgewassen (A) met uitzondering van wijndruiven
A1 Aanvang en einde van de aansprakelijkheid bij hagel, storm, zware regen, sneeuwdruk/ijzel, droogte en brand veroorzaakt door blikseminslag
Gewasgroep (KG)/ Gewassoort (GS) | Hagel (H) Storm (S) Zware regen (W) | Sneeuwdruk/IJzel | Droogte | Brand |
Alle gewassen in afwijking daarvan geldt voor | Aanvang van de aansprakelijkheid bij het zaaien van het zaad of het planten van de zaailingen of het gewas in het oogstjaar De aansprakelijkheid eindigt met de voltooiing van de oogst, doch uiterlijk op 15 november van het oogstjaar | De aansprakelijk- heid vangt aan met het zaaien van het zaad of het planten van de landbouw- producten/ gewassen, maar niet eerder dan op 15 november van het zaaijaar of plantjaar De aansprakelijk- heid eindigt uiterlijk op 1 mei van het oogstjaar | De aansprakelijk- heid vangt aan met het zaaien of het planten van de landbouwproduc- ten/gewassen De aansprakelijk- heid eindigt met de voltooiing van de oogst, uiterlijk aan het einde van het oogstjaar | De aansprakelijk- heid vangt aan op 1 januari van het verzekeringsjaar De aansprakelijk- heid eindigt op 31 december van het verzekeringsjaar |
Wintergewassen (met uitzondering van penen en bieten voor zaad) | Aanvang van de aansprakelijkheid bij het zaaien van het zaad of het planten van de zaailingen of het gewas in het jaar voorafgaand aan de oogst | |||
Penen en bieten voor zaad | Aanvang van de aansprakelijkheid bij het zaaien van het zaad of het planten van de zaailingen of het gewas in het jaar voorafgaand aan de oogst | |||
Meerjarige gewassen en meerjarige teelt | Zie nr. 1.b en 1.c |
A2 Aanvang en einde van de aansprakelijkheid bij vorst en uitwintering
Gewasgroep (KG)/ Gewassoort (GS) | Wintervorst (V) Aanvang | Wintervorst (V) Einde | Nachtvorst (aanvang) tenzij anders bepaald: lichte vorst -0,1°C | Nachtvorst (einde) tenzij anders bepaald: lichte vorst -0,1°C | Uitwintering Aanvang einde |
Alle gewassen, in afwijking daarvan geldt voor | Tegen winter- vorstschade zijn alleen de hierna vermelde gewassen verzekerbaar. | Einde van de oogst, uiterlijk op 30 september van het oogstjaar. | 1-4. 1-4 - 30-4: -5,1°C graden vorst | 30 september | Niet eerder dan op 15 november van het zaai- of plantjaar, en eindigt A met het begin van het tweede knoppenstadium c.q. van het tweede zichtbaar gestrekte internodium (BBCH 32), uiterlijk op 31 maart van het oogstjaar . |
Wintergewassen (met uitzondering van penen en bieten voor zaad) | – | – | Vanaf het tweede knoppenstadium c.q. het tweede zichtbare gestrekte internodium (BBCH 32), uiterlijk op 1 april van het oogstjaar Vorst 1-4 / 30-4. Vorstgraad -5,1°C | 30 september | Niet eerder dan op 15 november van het zaai- of plantjaar, en eindigt A met het begin van het tweede knoppenstadium c.q. van het tweede gestrekte internodium (BBCH 32), uiterlijk op 31 maart van het oogstjaar. |
Voederwortelen en bieten voor zaad | – | – | In het eerste standjaar op 1 april, in het tweede standjaar vanaf het begin van de strekking van het hoofdproces (BBCH 51), uiterlijk op 1 april van het oogstjaar | 30 september | Niet eerder dan op 15 november van het zaai- of plantjaar, en eindigt A met het begin van het tweede knoppenstadium c.q. van het tweede zichtbaar gestrekte internodium (BBCH 32), uiterlijk op 31 maart van het oogstjaar. |
Bieten | Niet eerder dan op 1 september Wintervorst - 10,1°C | Eindigt op 30 november | Vanaf 1 april temperaturen vanaf -0,1°C | Tot 31 augustus | – |
Aardappelen, maïs | Niet eerder dan op 1 september Wintervorst - 10,1°C | Eindigt op 31 oktober | Vanaf 1 april temperaturen vanaf -0,1°C | Tot 31 augustus | – |
B Teeltsector landbouwgewassen (A) wijndruiven
B1 Aanvang en einde van de aansprakelijkheid bij hagel, storm, zware regen, sneeuwdruk/ijzel, droogte en brand door blikseminslag
Gewasgroep (KG)/ Gewassoort (GS) | Hagel (H) Storm (S) Zware regen (W) | Sneeuwdruk/IJzel | Droogte | Brand |
Wijndruiven | Aanvang van de aansprakelijkheid bij aanvang van het uitlopen, niet eerder dan op 1 januari van het oogstjaar De aansprakelijkheid eindigt met de voltooiing van de oogst, uiterlijk op 15 november van het oogstjaar | De aansprakelijkheid vangt aan met het zaaien van het zaad of het planten van de landbouwproducten/ gewassen, maar niet eerder dan op 15 november van het zaaijaar of plantjaar. De aansprakelijkheid eindigt uiterlijk op 1 mei van het oogstjaar | De aansprakelijkheid vangt aan met het zaai- en of het planten van de landbouwproducten/ gewassen De aansprakelijheid ein- digt met de voltooiing van de oogst, uiterlijk aan het einde van het oogstjaar | De aansprakelijk- heid vangt aan op 1 januari van het verzekeringsjaar. De aansprakelijk- heid eindigt op 31 december van het verzekeringsjaar |
B2 Aanvang en einde van de aansprakelijkheid bij vorst
Gewasgroep (KG)/ Gewassoort (GS) | Nachtvorst (V) Aanvang | Nachtvorst (V) Einde | Nachtvorst (aanvang) tenzij anders bepaald: lichte vorst -0,1°C | Nachtvorst (einde) tenzij anders bepaald: lichte vorst -0,1°C |
Wijndruiven | Niet eerder dan op 1 december Nachtvorst -20,1°C | Bij aanvang van het „wolstadium“ (BBCH 05), uiterlijk op 31 maart | Op 1 april, niet eerder dan bij aanvang van het „wolstadium“ (BBCH 05) vorst vanaf -5,1°C | Bij aanvang van de bloei (BBCH 60), uiterlijk op 30 juni |
C Teeltsector speciale gewassen (S)
C1 Aanvang en einde van de aansprakelijkheid bij hagel, storm, zware regen, sneeuwdruk/ijzel, droogte en brand door blikseminslag
Gewasgroep (KG)/ Gewassoort (GS) | Hagel (H) Storm (S) Zware regen (W) | Sneeuwdruk/IJzel | Droogte | Brand |
Aardbeien | Aanvang van de aansprakelijkheid bij aanvang van de bloei De aansprakelijkheid eindigt met de voltooiing van de oogst uiterlijk op 15 november van het oogstjaar | De aansprakelijkheid vangt aan met het zaaien van het zaad of het planten van de landbouwproducten/ gewassen, maar niet eerder dan op 15 november van het zaaijaar of plantjaar De aansprakelijkheid ein- digt uiterlijk op 1 mei van het oogstjaar De aansprakelijkheid begint op 15 november voorafgaand aan het desbe- treffende verzekeringsjaar De aansprakelijkheid eindigt op 31 december van het verzekeringsjaar De aansprakelijkheid vangt aan met het zaaien of planten van de land- bouwproducten/gewassen, maar niet eerder dan op 15 november van het zaaijaar of plantjaar De aansprakelijkheid ein- digt uiterlijk op 1 mei van het oogstjaar | De aansprakelijkheid vangt aan met het zaai- en of het planten van de landbouwproducten/ gewassen De aansprakelijk- heid eindigt met de voltooiing van de oogst, uiterlijk aan het einde van het oogstjaar | De aansprakelijk- heid vangt aan op 1 januari van het verzekeringsjaar. De aansprakelijk- heid eindigt op 31 december van het verzekeringsjaar |
Steenfruit (ook in KG industrie- fruit/sapfruit) Hardfruit (ook in KG industrie- fruit/sapfruit) Kastanjes/noten Bessen (ook in KG indust- riefruit/sapfruit | Aanvang van de aansprakelijkheid met de voltooiing van de bloei De aansprakelijkheid eindigt met de voltooiing van de oogst uiterlijk op 15 november van het oogstjaar | |||
in afwijking daarvan geldt voor | ||||
Bramen, blauwe bessen, frambozen (ook in KG indust- riefruit/sapfruit) | Aanvang van de aansprakelijkheid met aan- vang van de bloei De aansprakelijkheid eindigt met de voltooiing van de oogst uiterlijk op 15 november van het oogstjaar | |||
Zwarte aalbessen (ook in KG indust- riefruit/sapfruit) | Aanvang van de aansprakelijkheid met het einde van de bloei De aansprakelijkheid eindigt met de voltooiing van de oogst uiterlijk op 15 november van het oogstjaar | |||
Boomkwekerij- gewassen evenals snijbloemen en vaste planten, die in de volle grond worden geteeld | Aanvang van de aansprakelijkheid met het zaaien of planten in de volle grond De aansprakelijkheid eindigt met de voltooiing van de oogst uiterlijk op 15 november van het oogstjaar Snijbloemen en vaste planten op 30 september van het oogstjaar | |||
Pot- en contai- nergewassen, snijbloemen, vaste planten, evenals bij alle andere tuinbouwgewassen- met het opstellen van de teeltpotten met planten op de desbetreffende teeltarealen in de teeltlijst | Aanvang van de aansprakelijkheid met het opstellen van de teeltpotten met planten op de desbetreffende teeltgronden in de teeltlijst, maar niet eerder dan op 1 januari van het des- betreffende verzekeringsjaar De aansprakelijkheid eindigt op 31 december van het verzekeringsjaar |
Gewasgroep (KG)/ Gewassoort (GS) | Hagel (H) Storm (S) Zware regen (W) | Sneeuwdruk/IJzel | Droogte | Brand |
Vrucht- en productiehout | De aansprakelijkheid begint op 1 januari en eindigt op 31 december | |||
Tafeldruiven Bloembollen planten in voorjaar Bloembollen planten in herfst Wintergroenten Groenten Spruitkool, ongetopt Spruitkool, getopt | Aanvang van de aansprakelijkheid met het begin van het uitlopen, maar niet eerder dan op 1 januari van het oogstjaar De aansprakelijkheid eindigt met de voltooiing van de oogst uiterlijk op 15 november van het oogstjaar Aanvang van de aansprakelijkheid met het uitzaaien van het zaad of het planten van de planten of het gewas in het oogstjaar. De aansprakelijkheid eindigt met de voltooiing van de oogst uiterlijk op 15 november van het oogstjaar | De aansprakelijkheid vangt aan met het zaaien of planten van de land- bouwproducten/gewassen, maar niet eerder dan op 15 november van het zaaijaar of plantjaar De aansprakelijkheid eindigt uiterlijk op 1 mei van het oogstjaar | De aansprakelijkheid vangt aan met het zaai- en of het planten van de landbouwproducten/ gewassen De aansprakelijk- heid eindigt met de voltooiing van de oogst, uiterlijk aan het einde van het oogstjaar | De aansprakelijk- heid vangt aan op 1 januari van het verzekeringsjaar. De aansprakelijk- heid eindigt op 31 december van het verzekeringsjaar |
Aanvang van de aansprakelijkheid met het zaaien c.q. met het planten in het jaar vooraf- gaand aan de oogst De aansprakelijkheid eindigt voor winteruien uiterlijk op 15 juni; voor overige wintergroenten op 30 april van het oogstjaar Aanvang van de aansprakelijkheid met het uitzaaien van het zaad of het planten van de planten of het gewas in het oogstjaar. De aansprakelijkheid eindigt met de voltooiing van de oogst uiterlijk op 15 november van het oogstjaar Aanvang van de aansprakelijkheid met het zaaien van het zaad of het planten van de plan- ten of het gewas in het oogstjaar. De aansprakelijkheid eindigt met de voltooiing van de oogst uiterlijk op 28 februari van het oogstjaar Aanvang van de aansprakelijkheid met het aai- en van het zaad of het planten van de planten of het gewas in het oogstjaar De aansprakelijkheid eindigt met de voltooiing van de oogst uiterlijk op 15 december van het verzekeringsjaar |
C2 Aanvang en einde van de aansprakelijkheid bij vorst
Gewasgroep (KG)/ Wintervorst (V) Wintervorst (V) Nachtvorst (aanvang) Nachtvorst (einde) Gewassoort (GS) Aanvang Einde tenzij anders bepaald: tenzij anders bepaald: lichte vorst -0,1°C lichte vorst -0,1°C | ||||
Aardbeien | – | – | vanaf de bloei vorst -5°C | tot 1 september |
Steenfruit (ook in KG industrie- fruit/sapfruit) | Niet eerder dan op 2 september Wintervorst -20,1°C | eindigt op 28 februari | vanaf 1 maart vorst -5,1°C | tot 1 september |
Hardfruit (ook in KG indu- striefruit/sapfruit) | Niet eerder dan op 2 september Wintervorst -20,1°C | eindigt op 28 februari | vanaf 1 maart vorst -10,1°C | tot 1 september |
Kastanjes/noten | – | – | vanaf 15 mei vorst -0,1°C | tot 30 september |
Bessen (ook in KG industrie- fruit/sapfruit) in afwijking daarvan geldt voor | Niet eerder dan op 2 september Wintervorst -20,1°C | eindigt op 28 februari | vanaf 1 maart vorst -5,1°C | tot 1 september |
Bramen, blauwe bessen, frambozen (ook in KG industrie- fruit/sapfruit) | Niet eerder dan op 2 september Wintervorst -20,1°C | eindigt op 28 februari | vanaf 1 maart vorst -5,1°C | tot 1 september |
Zwarte aalbessen (ook in KG industrie- fruit/sapfruit) | Niet eerder dan op 2 september Wintervorst -20,1°C | eindigt op 28 februari | vanaf 1 maart vorst -5,1°C | tot 1 september |
Boomkwekerij- gewassen in volle grond evenals snij- en trekheesters | niet eerder dan op 1 oktober van het zaai- of plantjaar c.q. 1 oktober voor het verzekerings- of oogstjaar Wintervorst -10,1°C begint op 1 oktober Wintervorst -20,1°C begint op 15 november | Wintervorst -10,1°C ein- digt op 14 november Wintervorst -20,1°C eindigt op 28 februari | Nachtvorst -10,1°C begint op 1 maart Nachtvorst -0,1°C begint op 15 mei | Nachtvorst -10,1°C eindigt op 14 mei Nachtvorst -0,1°C eindigt op 30 september |
Gewasgroep (KG)/ Wintervorst (V) Wintervorst (V) Nachtvorst (aanvang) Nachtvorst (einde) Gewassoort (GS) Aanvang Einde tenzij anders bepaald: tenzij anders bepaald: lichte vorst -0,1°C lichte vorst -0,1°C | ||||
Pot- en container- gewassen, snijbloemen, vaste planten, evenals bij alle andere tuinbouwgewassen met het opstellen van de teeltpotten met planten op de desbetreffende teeltarealen in de teeltlijst | – | – | vanaf 15 mei vorst -0,1°C | tot 30 september |
Vrucht- en productiehout | niet eerder dan op 1 oktober Wintervorst -20,1°C | eindigt op 14 mei | vanaf 15 mei vorst -0,1°C | tot 30 september |
Tafeldruiven | – | – | vanaf 15 mei vorst -0,1°C | tot 30 september |
Bloembollen planten in voorjaar | – | – | vanaf 1 april vorst -0,1°C vanaf 1 oktober vorst -10,1°C | tot 30 september tot 31 december |
Bloembollen planten in herfst | niet eerder dan op 1 oktober Wintervorst -10,1°C | eindigt op 31 maart | vanaf 1 april vorst -0,1°C | tot 30 september |
Aspergeplanten, wintergroenten | niet eerder dan op 1 oktober Wintervorst -10,1°C | eindigt op 14 mei | vanaf 15 mei vorst -0,1°C | tot 30 september |
Groenten | – | – | vanaf 15 mei vorst -0,1°C | tot 30 september |
in afwijking daarvan geldt voor | ||||
Xxxx | niet eerder dan op 1 oktober Wintervorst -10,1°C | eindigt op 31 maart | vanaf 1 april vorst -0,1°C | tot 30 september |
Knolselderij, Witlof- pennen, Winterpeen, Koolraap | niet eerder dan op 1 oktober Wintervorst -10,1°C | eindigt op 30 november | vanaf 1 april vorst -0,1°C | tot 31 augustus |
Spruitkool | niet eerder dan op 1 oktober Wintervorst -10,1°C | eindigt op 28 februari | vanaf 15 mei vorst -0,1°C | tot 30 september |
Winterspruitkool | niet eerder dan op 1 oktober Wintervorst -10,1°C | eindigt op 15 december | vanaf 15 mei vorst -0,1°C | tot 30 september |
Vruchtgroenten | – | – | vanaf 15 mei vorst -0,1°C | tot 1 september |
Vruchtgroenten: artisjokken, maïs (mini), maïs (zoete, suiker) | – | – | vanaf 15 mei vorst -0,1°C | tot 30 september |
3. Algemeen einde van de aansprakelijkheid
De aansprakelijkheid eindigt voor alle verzekerde gevaren en gebeurtenissen (Art. 2) ook bij de vaststelling door de verzekeraar dat omploegen of voortijdige ruiming van de verzekerde landbouwproducten/gewassen noodzakelijk is, onafhankelijk van het feit of u het omploegen c.q. het ruimen werkelijk uitvoert. Indien niet de gehele teeltpositie maar slechts een deel ervan voor omploegen wordt vrijgegeven, dan volgt er een opdeling van de landbouwgrond, waarbij voortaan ieder perceeldeel als een afzonderlijk perceel (afzonderlijke teeltpositie) wordt behandeld, en het einde van de aansprakelijkheid alleen betrekking heeft op dat om te ploegen perceeldeel.
4. Einde van de aansprakelijkheid door oogst
Voor zover de aansprakelijkheid eindigt door de voltooiing van de oogst, is deze oogstvoltooiing een feit
– voor vezelplanten met het verwijderen ervan van het veld, waarbij de aansprakelijkheidsperiode tijdens het drogen op het veld en het dauwroten is beperkt tot 14 dagen na het afsnijden,
– voor uien wanneer de uien worden binnengebracht, waarbij de aansprakelijkheidsperiode tijdens het drogen in het zwad (drogen op het veld) is beperkt tot 14 dagen na het rooien.
Indien gewassen worden geoogst door middel van zwaddorsen of zwadmaaien, dan is voltooiing van de oogst het moment waarop het gewas door maaien wordt gescheiden; het op zwad gelegde maaigoed valt dan niet meer binnen de aansprakelijkheidsperiode.
5. Bijzondere aanvang en einde van de aansprakelijkheid
a) Bijzondere aanvang van de aansprakelijkheid bij het uitzaaien van bomen
In afwijking van nr. 1 en nr. 2 vangt de aansprakelijkheid bij het zaaien van bomen – tenzij anders is overeengekomen - op 15 juni van het zaaijaar.
b) Bijzonder einde van de aansprakelijkheid bij energieplanten Voor de gewasgroep energieplanten eindigt de aansprakelijkheid bij hagelschade (nr. 2 tabel A1), bij vorstschade (nr. 2 tabel A2), bij stormschade (nr. 2 tabel A1) en bij schade door zware regen (nr. 2 tabel A1) niet bij voltooiing van de oogst, maar in afwijking daarvan voor de afzonderlijke gewassoorten energieplanten al op de volgende tijdstippen:
Voor
– graan aan het einde van het ontwikkelingsstadium “deegrijpheid“ (macrostadium 85 volgens BBCH),
– peulvruchten aan het einde van het ontwikkelingsstadium “groenrijpheid“ (macrostadium 79 volgens BBCH),
– grassen aan het einde van het ontwikkelingsstadium “vegetatieve groei beëindigd“ (analoog macrostadium 49 voor graan volgens BBCH),
– oliehoudende zaden (met uitzondering van zonnebloemen) aan het einde van het ontwikkelingsstadium “einde van de vruchtvorming“ (macrostadium 79 volgens BBCH),
– zonnebloemen aan het einde van het ontwikkelingsstadium “citroenrijpheid“ (macrostadium 83 volgens BBCH),
– maïs aan het einde van het ontwikkelingsstadium “deegrijpheid“ (macrostadium 85 volgens BBCH).
c) Bijzonder einde van de aansprakelijkheid bij oogstonderbreking Voor zover op grond van het voorgaande de aansprakelijkheid eindigt bij voltooiing van de oogst, geldt als “voltooiing van de oogst” uiterlijk het moment waarop de oogst zou zijn geoogst bij vakkundig beheer zoals ter plaatse en in de branche gebruikelijk.
6. Verlenging van de aansprakelijkheidsperiode
Via een bijzondere overeenkomst is verlenging van de aansprakelijk- heidsperiode mogelijk tegen betaling van de overeengekomen premietoeslag.
Art. 4 Gewasgroepen
Gewasgroepen in de zin van Art. 3 AHMGVV S7 NL zijn:
I. Teeltsector akkerbouw (A)
1. Speciale energie-/voederplanten
2. Graan
3. Vezelplanten
4. Hop
5. Peulvruchten veevoeder
6. Aardappelen
7. Maïs
8. Oliehoudende zaden
9. Stek van wijnranken
10. Bieten
11. Zaden
12. Tabak
13. Wijndruiven
II. Teeltsector speciale gewassen (S)
1. Geneeskrachtige planten en specerijplanten
2. Blad- en stengelgroenten
3. Aardbeien
4. Vrucht- en productiehout
5. Vruchtgroenten
6. Groente zeer kleine oppervlakten*
7. Peulvruchten consumptie
8. Industrie- en sapfruit
9. Plantgoed
10. Hardfruit
11. Koolgroenten
12. Kastanjes/noten
13. Sierteeltgewassen
14. Snij- en trekheesters
15. Zaadwinning van speciale gewassen
16. Asperges/rabarber
17. Steenfruit
18. Bessen
19. Tafeldruiven
20. Potplanten en containergewassen
21. Wortel- en knolgroenten
22. Ui-familie
23. Boomkwekerijproducten (productie in volle grond)
24. Bloembollen
Hier niet genoemde gewasgroepen gelden als zelfstandige gewasgroep.
*Groente zeer kleine oppervlakten in de zin van deze bijzondere voorwaarden zijn landbouwgronden onder de 1 ha, beteeld met minimaal 5 groentegewassen, waarbij ieder van deze groentegewassen maximaal een oppervlakte van 10 are in beslag mag nemen.
Art. 5 Eigenbijdrageregeling
I. Eigen bijdrage krachtens de overeenkomst
1. Overzicht
a) ‘Aftrekbare franchise (vrijstelling)’ / aftrekbare premievrije voet aa) Algemene ‘aftrekbare franchise’ (ER)
bb) Bijzondere ‘aftrekbare franchise’ (A-ER);
b) Maximale schadevergoeding (Max);
c) ‘Integrale franchise (vrijstelling)’ (F);
d) Eigen risico kleine oppervlakten (KOER)
2. Algemene bepalingen
a) Een in de overeenkomst overeengekomen franchise (vrijstelling), alsmede het percentage van de maximale schadevergoeding,
gelden voor de gehele overeenkomstduur.
b) De franchise (vrijstelling) in de vorm van een ‘aftrekbare franchise’ en een maximale schadevergoeding, evenals een ‘integrale franchise’ hebben betrekking op het schadepercentage, voor zover in het kader van de schadebeoordelingsprocedure opbrengstverlies wordt vastgesteld. Deze franchise/eigen bijdrage bepalingen zijn niet van toepassing op verzekerde schade waarvoor een forfaitaire schadevergoeding wordt uitgekeerd (bv. een forfaitair bedrag bij omploegen).
c) Het in deze bepaling bedoelde schadepercentage wordt voor elke afzonderlijke teeltpositie (perceel of wijngaard) berekend.
d) Indien binnen een teeltpositie een verzekerde gewassoort of variëteit verscheidene verzekerde objecten omvat, dan heeft deze bepaling betrekking op het schadepercentage voor het desbetreffende verzekerde object.
e) Indien een teeltpositie op één of meer schadedagen door een verzekerd gevaar wordt beschadigd, dan zijn de desbetreffende franchise/eigen bijdrage bepalingen slechts eenmaal van toepassing - ongeacht of een afzonderlijk schadepercentage (individueel schadepercentage) wordt berekend voor elk verzekerd voorval dan wel een totaal schadepercentage wordt berekend in het geval van meerdere schadevoorvallen.
f) Indien een teeltpositie op één of meer schadedagen door verschillende verzekerde gevaren wordt beschadigd, dan zijn de desbetreffende franchise/eigen bijdrage bepalingen afzonderlijk van toepassing op elk van de verzekerde gevaren die zich hebben voorgedaan. Daartoe worden de franchise/eigen bijdrage bepalingen gerelateerd aan het desbetreffende aandeel van het voorgevallen gevaar in het totale schadepercentage. Daarbij wordt maximaal de hoogste ‘aftrekbare franchise’ in mindering gebracht op alle gevaren die zich hebben voorgedaan en wordt de schadevergoeding begrensd op maximaal de hoogst overeengekomen maximale schadevergoeding over alle gevaren die zich hebben voorgedaan.
g) Indien een franchise/eigen bijdrage als ‘aftrekbare franchise’ is bepaald en een maximale schadevergoeding, dan wordt eerst de franchise/ eigen bijdrage gebruikt van de ‘aftrekbare franchise’ en vervolgens het percentage van de maximale schadevergoeding.
3. Wat wordt er bedoeld met eigen bijdrage krachtens de overeen- komst?
a) ‘Aftrekbare franchise’
aa) Algemene ‘aftrekbare franchise (ER)
In geval van een schadevoorval draagt u zelf het telkens overeengekomen %-puntenbedrag van elke schadepercentage (‘aftrekbare franchise’). Het percentage van het schadepercentage wordt daarbij verminderd met het desbetreffende %-puntenbedrag. Indien een teeltpositie op een of meer schadedagen door een of meer verzekerde gevaren of voorvallen wordt beschadigd, dan zijn de bepalingen onder Art. 5 I. nr. 2 e en nr. 2 f van toepassing. De bepalingen inzake de integrale franchise blijven ongewijzigd.
Zie voor het bedrag van de overeengekomen algemene ‘aftrekbare franchise’ (ER) voor overeenkomsten met gedeeltelijke subsidie nr. 4 hierna, en voor overeenkomsten met volledige subsidie nr. 5 hierna.
bb) Bijzondere ‘aftrekbare franchise’ (A-SB) voor overeenkomsten met volledige subsidie voor de gewassen hardfruit en hardfruit onder hagelnetten. Indien de "Clausule met betrekking tot de verzekering van hardfruit (QVKS7)" is overeengekomen voor de gewasgroepen hardfruit en/of hardfruit onder hagelnetten voor overeenkomsten met volledige subsidie, dan is de daarin onder nr. 4 overeengekomen afnemende eigen bijdrage (A- SB) van toepassing op het gevaar hagel. Voor alle overige gevaren en voorvallen is de algemene ‘aftrekbare franchise’ van toepassing dat onder nr. 5 hierna is overeengekomen.
Indien een teeltpositie op een of meer schadedagen wordt beschadigd door een of meer verzekerde gevaren of voorvallen, dan zijn de bepalingen onder Art. 5 I. nr. 2 e en nr. 2 f van toepassing. De bepalingen inzake de ‘integrale franchise’ blijven ongewijzigd.
b) Maximale schadevergoeding (Max)
Een schade wordt telkens vergoed tot het percentage van het verzekerde bedrag dat als maximale schadevergoeding is overeengekomen; een schadepercentage daarboven wordt tot dit percentage verminderd. Het verzekerde bedrag is het verzekerde bedrag dat beschikbaar is op de dag waarop c.q. in de periode waarin het verzekerde gevaar of het verzekerde voorval zich voordoet. Voor het bedrag van de maximale schadevergoeding, zie nr. 6 hieronder.
c) ‘Integrale franchise (F)
De schade die het overeengekomen percentage van een schade- percentage niet haalt, draagt u zelf. Dit wordt de integrale franchise genoemd. Tenzij anders overeengekomen, bedraagt dit percentage 8% voor alle verzekerde gevaren en voorvallen (Art. 2 AHMGVV). Indien clausules met betrekking tot de verzekering van speciale gewassen met een afnamegarantie zijn overeengekomen (ZVZAS7, ZVSAS7), dan geldt voor het verzekerde gevaar hagel altijd een ‘integrale franchise’ van 8%.
Voor de gewassoorten van de gewasgroepen aardbeien, steenfruit, bessen, ui-familie, blad- en stengelgroenten en koolgroenten is dit percentage 10% voor het risico hagel. Voor de gewassoorten van de gewasgroep bloembollen bedraagt dit percentage 5% voor het gevaar hagel.
Bij schade veroorzaakt door het gevaar zware regen en het voorval erosie door zware regen, bedraagt dit percentage 21% voor alle gewassen in teeltsector A en de gewasgroepen geneeskrachtige planten en specerijplanten, blad- en stengelgroenten, vruchtgroenten, groenten zeer kleine oppervlakten, peulvruchten voor consumptie, koolgroenten, kastanjes/noten, zaadwinning van speciale gewassen, wortel- en knolgroenten en ui-familie.
Voor een overzicht van de afspraken aangaande de ‘integrale franchise’ voor de desbetreffende gewasgroepen en risico's zie nummer 4 en 5 hieronder.
Voorbeelden van de toepassing van de tabel hierna:
d) Eigen bijdrage kleine oppervlakten (KOER)
aa) Indien slechts gedeelten van een teeltpositie (perceel) door verzekerde gevaren of voorvallen zijn getroffen en deze gedeelten tezamen minder dan 8% van de totale oppervlakte van de teeltplaats bedragen en in het totaal minder dan 5 hectare van de teeltpositie beslaan, dan draagt u deze schade zelf voor zover deze is veroorzaakt door de verzekerde gevaren storm, zware regen of strenge vorst.
bb) Indien de door één of meer verzekerde gevaren getroffen deelpercelen tezamen ten minste 8% van de totale oppervlakte van de teeltplaats bedragen, dan wordt schadevergoeding verleend met inachtneming van de overeengekomen eigen- bijdrage bepalingen.
4. Franchise bij overeenkomsten met gedeeltelijke subsidie
Op overeenkomsten met gedeeltelijke subsidie zijn de in de onderstaande tabel vermelde waarden voor de desbetreffende gewasgroep en voor het desbetreffende risico van toepassing - tenzij anders overeengekomen. De waarden na de aanduiding komen bij “F” overeen met de overeengekomen percentages voor "F" en bij “ER” met de overeengekomen schade-%-punten.
ER = Algemene ‘aftrekbare franchise’, F = ‘Integrale franchise’
Deze beide franchises gelden naast elkaar, er is geen keuze mogelijk tussen een integrale franchise en een aftrekbare franchise (ER).
a) Er is hagelschade aan graan met een schadepercentage van 30%, zoals vastgesteld door de deskundigen. Aangezien de integrale franchise van 8%, wordt overschreden en er geen aftrekbare franchise (ER) van toepassing is, wordt de schadepercentage van 30% volledig uitgekeerd.
b) Er is hagelschade aan bloembollen met een schadepercentage van 30%, zoals vastgesteld door de deskundigen. Aangezien de integrale franchise, van 5%, wordt overschreden, en een aftrekbare franchise van 5 procentpunten (ER5) is overeengekomen, is deze aftrekbare franchise nu van toepassing. Dit resulteert in de volgende uit te keren schadepercentage: 30% (taxateurspercentage) minus de aftrekbare franchise van 5 %-punten, resulteert in een uit te keren schadepercentage van 25% (nettopercentage).
Teeltsector A | Risico’s | |||||||||||||
Gewasgroep | Hagel | Storm | Zware regen | Vorst | Droogte | Brand | Sneeuw- druk/ IJzel | |||||||
F | ER | F | ER | F | ER | F | ER | F | ER | F | ER | F | ER | |
Vezelplanten | F8 | – | F8 | – | F21 | – | F8 | ER10* | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 |
Graan | F8 | – | F8 | – | F21 | – | F8 | ER10* | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 |
Peulvruchten veevoeder | F8 | – | F8 | – | F21 | – | F8 | ER10* | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 |
Aardappelen | F8 | – | F8 | – | F21 | – | F8 | ER10* | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 |
Maïs | F8 | – | F8 | – | F21 | – | F8 | ER10* | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 |
Oliehoudende zaden | F8 | – | F8 | – | F21 | – | F8 | ER10* | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 |
Bieten | F8 | – | F8 | – | F21 | – | F8 | ER10* | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 |
Zaad | F8 | – | F8 | – | F21 | – | F8 | ER10* | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 |
Speciale energie-/voederplanten | F8 | – | F8 | – | F21 | – | F8 | ER10* | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 |
Wijndruiven | F8 | – | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 |
Teeltsector S | ||||||||||||||
Gewasgroep | Hagel | Storm | Zware regen | Vorst | Droogte | Brand | Sneeuwdruk/ IJzel | |||||||
F | ER | F | ER | F | ER | F | ER | F | ER | F | ER | F | ER | |
Geneeskrachtige planten en specerijplanten | F8 | ER10* | F8 | ER30 | F21 | – | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 |
Blad- en stengelgroenten | F10 | ER10* | F8 | ER30 | F21 | – | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 |
Bloembollen | F5 | ER5 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 |
Aardbeien | F10 | ER10* | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 |
Vruchtgroenten | F8 | ER10* | F8 | ER30 | F21 | – | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 |
Groente zeer kleine oppervlakten | F8 | ER10* | F8 | ER30 | F21 | – | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 |
Peulvruchten consumptie | F8 | – | F8 | ER30 | F21 | – | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 |
Industriefruit/sapfruit | F8 | ER10* | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 |
Plantgoed | F8 | ER10* | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 |
Koolgroenten | F10 | ER10* | F8 | ER30 | F21 | – | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 |
Kastanjes/noten | F8 | ER10* | F8 | ER30 | F21 | – | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 |
Fruit onder bescherming tegen regen | F8 | ER10* | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 |
Zaadwinning | F8 | ER10* | F8 | ER30 | F21 | – | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 |
Asperges/rabarber | F8 | ER10* | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 |
Steenfruit | F10 | ER10* | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 |
Steenfruit onder hagelnet | F10 | ER10* | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 |
Bessen | F10 | ER10* | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 |
Tafeldruiven | F8 | ER10* | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 |
Wortel- en knolgroenten | F8 | – | F8 | – | F21 | – | F8 | ER10 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 |
Ui-familie | F10 | ER10* | F8 | – | F21 | – | F8 | ER10 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 |
* voor schade na 30-09 en tot en met 31-03 van het desbetreffende jaar is ER20 van toepassing
5. Franchise bij overeenkomsten met volledige subsidie
Op overeenkomsten met volledige subsidie zijn de in de onderstaande tabel vermelde eigen bijdragen voor de desbetreffende gewasgroep en voor het desbetreffende risico van toepassing - tenzij anders overeen- gekomen*. De waarden na de aanduiding komen bij “F” overeen met
de overeengekomen percentages voor "F" en bij “ER” met de overeen- gekomen schade-%-punten.
ER = Algemene ‘aftrekbare franchise‘, F = ‘Integrale franchise‘
Deze beide franchises gelden naast elkaar, er is geen keuze mogelijk tussen een integrale franchise en een aftrekbare franchise (ER).
Voorbeeld van de toepassing van de tabel hierna:
a) Er is waterschade aan aardappelen met een schadepercentage van 30%, zoals vastgesteld door de deskundigen. Aangezien de integrale franchise van 21%, wordt overschreden en er geen aftrekbare franchise (ER) van toepassing is, wordt de schadepercentage van 30% volledig uitgekeerd.
b) Er is hagelschade aan graan met een schadepercentage van 30%, zoals vastgesteld door de deskundigen. Aangezien de integrale franchise, van 8%, wordt overschreden en een aftrekbare franchise van 20 procentpunten (ER20) is overeengekomen, is deze aftrekbare franchise nu van toepassing. Dit resulteert in de volgende uit te keren schadepercentage: 30% (taxateurspercentage) minus de aftrekbare franchise van 20 %-punten, resulteert in een uit te keren schadepercentage van 10% (nettopercentage).
Teeltsector A | Risico’s | |||||||||||||
Gewasgroep | Hagel | Storm | Zware regen | Vorst | Droogte | Brand | Sneeuw- druk/ IJzel | |||||||
F | ER | F | ER | F | ER | F | ER | F | ER | F | ER | F | ER | |
Vezelplanten | F8 | ER20 | F8 | ER20 | F21 | – | F8 | ER20 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 |
Graan | F8 | ER20 | F8 | ER20 | F21 | – | F8 | ER20 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 |
Peulvruchten veevoeder | F8 | ER20 | F8 | ER20 | F21 | – | F8 | ER20 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 |
Aardappelen | F8 | ER20 | F8 | ER20 | F21 | – | F8 | ER20 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 |
Mais | F8 | ER20 | F8 | ER20 | F21 | – | F8 | ER20 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 |
Oliehoudende zaden | F8 | ER20 | F8 | ER20 | F21 | – | F8 | ER20 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 |
Bieten | F8 | ER20 | F8 | ER20 | F21 | – | F8 | ER20 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 |
Zaad | F8 | ER20 | F8 | ER20 | F21 | – | F8 | ER20 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 |
Speciale energie-/voederplanten | F8 | ER20 | F8 | ER20 | F21 | – | F8 | ER20 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 |
Wijndruiven | F8 | ER20 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 |
Stek van wijnranken | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 |
Teeltsector S | Risico‘s | |||||||||||||
Gewasgroep | Hagel | Storm | Zware regen | Vorst | Droogte | Brand | Sneeuw- druk/ IJzel | |||||||
F | ER | F | ER | F | ER | F | ER | F | ER | F | ER | F | ER | |
geneeskrachtige planten en specerijplanten | F8 | ER20 | F8 | ER30 | F21 | – | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 |
Boomkwekererijgewassen in volle grond | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 |
Blad- en stengelgroenten | F10 | ER20 | F8 | ER30 | F21 | – | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 |
Bloembollen | F5 | ER20 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 |
Aardbeien | F10 | ER20 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 |
Vrucht- en productiehout | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 |
Vruchtgroenten | F8 | ER20 | F8 | ER30 | F21 | – | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 |
Groenten zeer kleine oppervlakten | F8 | ER20 | F8 | ER30 | F21 | – | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 |
Peulvruchten consumptie | F8 | ER20 | F8 | ER30 | F21 | – | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 |
Industriefruit/sapfruit | F8 | ER20 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 |
Plantgoed | F8 | ER20 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 |
Hardfruit | F8 | A-ER** | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 |
Hardfruit onder hagelnet | F8 | A-ER** | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 |
Koolgroenten | F10 | ER20 | F8 | ER30 | F21 | – | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 |
Kastanjes/noten | F8 | ER20 | F8 | ER30 | F21 | – | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 |
Fruit onder bescherming tegen regen | F8 | ER20 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 |
Sierteeltgewassen | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 |
Zaadwinning | F8 | ER20 | F8 | ER30 | F21 | – | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 |
Asperges/rabarber | F8 | ER20 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 |
Steenfruit | F10 | ER20 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 |
Steenfruit onder hagelnet | F10 | ER20 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 |
Bessen | F10 | ER20 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 |
Tafeldruiven | F8 | ER20 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 |
Potplanten en containergewassen | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 |
Snij- en trekheesters | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 |
Wortel- en knolgroenten | F8 | ER20 | F21 | – | F21 | – | F8 | ER20 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 |
Ui-familie | F10 | ER20 | F21 | – | F21 | – | F8 | ER20 | F8 | ER30 | F8 | ER30 | F8 | ER30 |
* De ER kan niet minder dan ER20 bedragen.
** Op “A-ER” zijn de waarden van de overeengekomen "Clausule inzake de verzekering van hardfruit (QVKS7 NL 15)" van toepassing. De minimale aftrekbare franchise is 20 %-punten
6. Maximale schadevergoedingen (Max)
Teeltsector A
Risico’s
Tenzij anders overeengekomen, worden de waarden in de tabel hierna (uitgedrukt in percentage van het verzekerde bedrag) geacht te zijn overeengekomen voor de desbetreffende gewasgroep en het desbe- treffende risico.
Gewasgroep Vezelplanten | Hagel 70 | Storm 25 | Zware regen 50 | Vorst 70 | Droogte 70 | Brand 70 | Sneeuw- druk/ IJzel 70 |
Graan | 70 | 70 | 70 | 70 | 70 | 70 | 70 |
Peulvruchten veevoeder | 70 | 70 | 70 | 70 | 70 | 70 | 70 |
Aardappelen | 70 | 70 | 70 | 70 | 70 | 70 | 70 |
Maïs | 70 | 70 | 70 | 70 | 70 | 70 | 70 |
Oliehoudende zaden | 70 | 70 | 70 | 70 | 70 | 70 | 70 |
Bieten | 70 | 70 | 70 | 70 | 70 | 70 | 70 |
Zaad | 70 | 70 | 70 | 70 | 70 | 70 | 70 |
Speciale energie-/ voederplanten | 70 | 70 | 70 | 70 | 70 | 70 | 70 |
Wijndruiven | 70 | 50 | 50 | 25 | 25 | 50 | 50 |
Stek van wijnranken | 50 | 50 | 50 | 25 | 50 | 50 | 50 |
Teeltsector S | Risico’s | ||||||
Gewasgroep | Hagel | Storm | Zware regen | Vorst | Droogte | Brand | Sneeuw- druk/ IJzel |
Geneeskrachtige planten en specerijplanten | 70 | 50 | 50 | 25 | 50 | 50 | 50 |
Boomkwekererij- gewassen in volle grond | 50 | 50 | 50 | 25 | 50 | 50 | 50 |
Blad- en stengelgroenten | 70 | 50 | 50 | 25 | 50 | 50 | 50 |
Bloembollen | 70 | 50 | 50 | 25 | 50 | 50 | 50 |
Aardbeien | 70 | 50 | 50 | 25 | 50 | 50 | 50 |
Vrucht- en productiehout | 50 | 50 | 50 | 25 | 50 | 50 | 50 |
Vruchtgroenten | 70 | 50 | 50 | 25 | 50 | 50 | 50 |
Groente zeer kleine oppervlakten | 70 | 50 | 50 | 25 | 50 | 50 | 50 |
Peulvruchten consumptie | 70 | 50 | 50 | 25 | 50 | 50 | 50 |
Industriefruit/ sapfruit | 70 | 50 | 50 | 25 | 50 | 50 | 50 |
Plantgoed | 70 | 50 | 50 | 25 | 50 | 50 | 50 |
Hardfruit | 80 | 25 | 25 | 25 | 25 | 25 | 25 |
Hardfruit onder hagelnet | 80 | 25 | 25 | 25 | 25 | 25 | 25 |
Koolgroenten | 70 | 50 | 50 | 25 | 50 | 50 | 50 |
Kastanjes/noten | 70 | 50 | 50 | 25 | 50 | 50 | 50 |
Fruit onder bescherming tegen regen | 70 | 50 | 50 | 25 | 25 | 50 | 50 |
Sierteeltgewassen | 50 | 50 | 50 | 25 | 50 | 50 | 50 |
Zaadwinning | 70 | 50 | 50 | 25 | 50 | 50 | 50 |
Asperges/rabarber | 70 | 50 | 50 | 25 | 50 | 50 | 50 |
Steenfruit | 70 | 50 | 50 | 25 | 50 | 50 | 50 |
Steenfruit onder hagelnet | 70 | 50 | 50 | 25 | 50 | 50 | 50 |
Bessen | 70 | 50 | 50 | 25 | 50 | 50 | 50 |
Tafeldruiven | 70 | 50 | 50 | 25 | 50 | 50 | 50 |
Potplanten en containergewassen | 50 | 50 | 50 | 25 | 50 | 50 | 50 |
Snij- en trekheesters | 50 | 50 | 50 | 25 | 50 | 50 | 50 |
Wortel- en knolgroenten | 70 | 70 | 70 | 70 | 70 | 70 | 70 |
Ui-familie | 70 | 70 Prei 50 | 70 Prei 50 | 70 Prei 25 | 70 Prei 50 | 70 Prei 50 | 70 Prei 50 |
7. Eigen-bijdrage bepalingen voor afzonderlijk verzekerde gevaren
(De desbetreffende optie is alleen van toepassing indien zij is overeen- gekomen)
a) Optie F8 Zware regen
Deze optie kan alleen worden gecombineerd met verzekerings- overeenkomsten met gedeeltelijke subsidie voor teeltsector A en de gewasgroepen wortel- en knolgroenten en ui-familie; zij geldt voor het gevaar zware regen. Binnen deze optie bedraagt voor voornoemde teeltsector en voornoemde gewasgroepen de‘integrale franchise’ in afwijking van nr. 4 8% in geval van schade door zware regen. Voor de optie "F8 Zware regen" moet de overeengekomen eigen toeslag betaald.
b) Optie ER90 Droogte
Deze optie kan worden gecombineerd met de verzekerings- overeenkomsten van alle gewasgroepen - met uitzondering van vrucht- en productiehout, aardbeien, industriefruit/sapfruit, hardfruit, fruit onder hagelnet, fruit onder bescherming tegen regen, steenfruit, bessen en tafeldruiven -; zij is van toepassing op het gevaar droogte. Binnen deze aanvullende verzekering bedraagt de ‘aftrekbare franchise, in afwijking van nr. 4 en nr. 5, 90 %-punten in geval van schade door droogte. In afwijking van nr. 6 bedraagt de maximale schadevergoeding 10% van het verzekerde bedrag. Voor de optie "ER90 Droogte" wordt de overeengekomen korting toegekend.
c) Optie Vorst max50
Deze optie kan alleen worden gecombineerd met verzekerings- overeenkomsten van teeltgroep S (met uitzondering van de gewasgroep wortel- en knolgroenten en de gewasgroepen consumptie-uien en knoflook) en de gewasgroepen wijndruiven en stekken van wijnranken; zij geldt voor het gevaar wintervorst en nachtvorst. Binnen deze optie bedraagt voor voornoemde gewasgroepen de maximale schadevergoeding in afwijking van nr. 6 in geval van schade door winter- of nachtvorst 50% van het verzekerde bedrag. Voor de optie "Vorst max50" moet de overeengekomen toeslag worden betaald.
d) Optie Hagel max60
Deze optie kan alleen worden gecombineerd met verzekerings- overeenkomsten van de teeltsector boomkwekerijproducten (productie in volle grond), vrucht- en productiehout, sierteelt- gewassen, potplanten en containergewassen, snij- en trekheesters en stekken van wijnranken; zij geldt voor het gevaar hagel. Binnen deze optie bedraagt voor de genoemde gewasgroepen de maximale schadevergoeding in afwijking van nr. 6 in geval van schade door hagel 60% van het verzekerde bedrag. Voor de optie "Hagel max60" moet de overeengekomen toeslag worden betaald.
e) Optie Hagel max80
Deze optie kan alleen worden gecombineerd met verzekerings- overeenkomsten voor de gewasgroepen aardbeien, asperges/ rabarber, steenfruit, bessen, tafeldruiven en wijndruiven; zij is van toepassing op het gevaar hagel. Binnen deze optie bedraagt de maximale schadevergoeding voor de genoemde gewasgroepen, in afwijking van nr. 6, 80% van het verzekerde bedrag in geval van schade door xxxxx. Voor de optie "Hagel max80" moet de overeengekomen toeslag worden betaald.
f) Optie Hagel max100
Deze optie kan alleen worden gecombineerd met verzekerings- overeenkomsten van de gewasgroepen hardfruit en hardfruit onder hagelnet; zij geldt voor het risico hagel. Binnen deze optie bedraagt voor voornoemde gewasgroepen de maximale schadevergoeding, in afwijking van nr. 6, 100% van het verzekerde bedrag in geval van schade door xxxxx. Voor de optie "Hagel max100" moet de overeengekomen toeslag worden betaald.
g) Optie Storm max50
Deze optie kan alleen worden gecombineerd met verzekerings- overeenkomsten van de gewasgroep vezelplanten; zij geldt voor het gevaar storm. Binnen deze optie bedraagt voor de voornoemde gewasgroep de maximale schadevergoeding in afwijking van nr. 6 in geval van schade door storm 50% van het verzekerde bedrag. Voor de optie "Storm max50" moet de overeengekomen toeslag worden betaald.
II. Eigen bijdrage voor de teeltsectoren
1. Eigen bijdrage bij schade aan akkerbouwgewassen Secufarm® (PNSA S7)
(Voor zover dit aanvullende product is overeengekomen)
U ontvangt de procentuele premiekorting (PN) op de in de onderstaande tabel vermelde premiestelling indien u binnen één verzekeringsperiode
de in de onderstaande tabel vermelde procentuele eigen bijdrage (EA) van het totale verzekerde bedrag als eigen bijdrage draagt voor alle schadevoorvallen van alle overeenkomsten van teeltsector A. Eventuele eigen bijdragen voor de overeenkomst, die betrekking heb- ben op het schadepercentage per verzekerd voorval, blijven daardoor onaangetast.
Eigen bijdrage EA | Premiekorting PN |
1% | 10% |
3% | 25% |
5% | 35% |
10% | 55% |
2. Eigen bijdrage bij schade aan wijndruiven (PNSW)
(Voor zover dit aanvullende product is overeengekomen)
U ontvangt de procentuele premiekorting (PN) op het in onderstaande tabel vermelde premietarief indien u binnen één verzekeringsperiode de in onderstaande tabel vermelde procentuele eigen bijdrage (EA) van het totale verzekerde bedrag als eigen bijdrage draagt voor alle schadevoorvallen van alle overeenkomsten van de gewasgroepen wijndruiven en stek van wijnranken.
Eventuele eigen bijdragen voor de overeenkomst, die betrekking heb- ben op het schadepercentage per verzekerd voorval, blijven daardoor onaangetast.
Eigen bijdrage | Premiekorting PN |
1% | 5% |
3% | 15% |
5% | 25% |
10% | 40% |
Art. 6 Overschrijding van de maximale waarde per hectare
Bij overschrijding van de maximale waarde per hectare, is voor de desbe- treffende teeltpositie een premietoeslag verschuldigd. Deze wordt geheven voor het verschil tussen de door ons vastgestelde maximale waarde per hectare en de in de teeltlijst vermelde waarde per hectare. Het bedrag van de procentuele toeslag wordt bepaald door de desbetreffende overeenkomst; de toeslag op de desbetreffende voorschotpremie bedraagt ten minste 50%. De door ons vastgestelde maximale waarden per hectare worden op verzoek schriftelijk meegedeeld.
Art. 7 Voorschriften voor landbouwgronden, goede beroepsuitoefening
a) U bent verplicht de landbouwgronden met de daarop geteelde ver- zekerde bodemproducten waarop de verzekering betrekking heeft (dekkingsgebied) te beheren volgens de beginselen van een goede beroepsuitoefening.
b) Bestaande irrigatie- en afwateringssystemen moeten altijd in goede en functionele staat worden gehouden.
c) Voor de volgende gewassoorten wordt de aanwezigheid van een operationeel en functionerend beregenings- of irrigatiesysteem als verplicht gezien, zodat het ontbreken van een dergelijke mogelijkheid tot kunstmatige irrigatie of beregening leidt tot uitsluiting van de verzekering tegen opbrengstschade als gevolg van droogte:
Gewasgroep hardfruit | |
GS-code | Gewassoort |
801 | Appelen |
802 | Overige peren |
804 | Conference |
Gewasgroep hardfruit onder hagelnet | |
891 | Appels onder hagelnetten |
892 | Peren onder hagelnetten |
Gewasgroep blad- en stengelgroenten | |
601 | Sla zacht (bv. krop/botersla) |
602 | Sla hard (bv. andijvie) |
603 | Veldsla |
605 | Spinazie |
607 | Winterspinazie |
608 | Rucola |
613 | Babyleaf, pluksla |
614 | Sla zacht met afnamegarantie |
615 | Sla hard met afnamegarantie |
616 | Rucola met afnamegarantie |
617 | Babyleaf, pluksla met afnamegarantie |
618 | IJsbergsla |
Gewasgroep blad- en stengelgroenten | |
619 | IJsbergsla met afnamegarantie |
790 | Spinazie met afname-garantie |
Gewasgroep vruchtgroenten | |
620 | Komkommers |
623 | Paprika |
624 | Tomaten |
625 | Courgette |
626 | Aubergine |
627 | Schilkomkommers |
Gewasgroep koolgroenten | |
640 | Bloemkool |
641 | Broccoli |
642 | Chinese kool |
646 | Koolrabi industrie |
647 | Koolrabi veiling |
656 | Broccoli met afnamegarantie |
781 | Bloemkool met afnamegarantie |
Gewasgroep wortel- en knolgroenten | |
672 | Radijs |
673 | Rammenas zonder loof |
674 | Rammenas met loof |
676 | Bleekselderij |
Gewasgroep vrucht- en productiehout | |
972 | Vruchthout (zonder frambozen) |
Gewasgroep ui-familie | |
692 | Bosuien, zomer |
693 | Bosuien, winter |
Gewasgroep potplanten- en containergewassen | |
208 | Perkplanten |
209 | Potanjers |
210 | Primula buiten/binnen |
211 | Chrysant (pot en bol) |
212 | Overige sierteeltgewassen in container |
213 | Cactus |
214 | Hortensia |
215 | Potrozen |
217 | Aucuba, Cotoneaster |
218 | Euonymus |
220 | Buddlei, Ceanothus |
221 | Potentilla, Salix |
222 | Spiraea |
223 | Klimplanten o.a. |
224 | Hedera |
225 | Clematis |
226 | Kamperfoelie |
227 | Rododendron |
228 | Laan- en sierbomen |
240 | Rozen |
241 | Rots- en alpineplanten |
242 | Siergrassen, bamboe |
243 | Vaste planten |
958 | Conifeerachtigen in container |
959 | Fruitbomen in container |
960 | Heesters in container |
982 | Azalea |
987 | Skimmia |
283 | Ov. boomkw.gew. pot./c. |
284 | O. sier.gewas.cont b. in bl. |
Gewasgroep boomkwekerijproducten (productie in volle grond) | |
246 | Onderstammen voor hardfruit |
247 | Veredeling voor hardfruit |
248 | Hardfruit (veredeld) 1-2 jarig |
249 | Verstapeld hardfruit |
250 | Wild en moeren voor hardfruit |
251 | Onderstammen voor steenfruit |
252 | Steenfruit (veredeld) 1-2-jarig |
253 | Verstapeld steenfruit |
254 | Zaailingen voor steenfruit |
964 | Fruitbomen- en struiken volle grond |
Bovendien kan van de bovengenoemde gewassoorten slechts worden gezegd dat zij naar behoren worden beheerd, volgens de beginselen van goede beroepspraktijk, indien de irrigatie en/of beregening ervan in overeenstemming met deze beginselen plaatsvindt.
d) Bestaande afwateringsinstallaties of afwateringssystemen moeten altijd in goede en functionele staat worden gehouden. Op teeltposities met verlagingen moeten onmiddellijk na het zaaien of planten afwateringssloten van voldoende afmetingen worden aangelegd; deze moeten tijdens de vegetatiefase van de landbouwproducten in stand worden gehouden.
e) Ook het beheer/de teelt van de verzekerde landbouwproducten c.q. gewassen moet volgens de beginselen van goede beroepspraktijk worden uitgevoerd; alle gewas specifieke maatregelen moeten worden uitgevoerd (bv. geen bodembewerking bij gemelde vorst; bij vorst beregening op het plant specifieke tijdstip inschakelen; de gebruikelijke beschermingsmaatregelen voor de desbetreffende gewassen toepassen; één- en tweejarige containergewassen moeten tegen vorst worden afgedekt).
f) Perenbomen die verzekerd zijn in de gewasgroep "vrucht- en productiehout" moeten tot voorbij het oculatiepunt worden afgedekt met de in de fruitteelt gebruikelijke materialen (bv. ophopen met compost) om schade door wintervorst aan de onderstam te voorkomen.
Art. 8 Indieningstermijnen voor de teeltlijsten
a) De desbetreffende teeltlijst dient elk jaar zo vroeg mogelijk te worden ingediend;
– de winterteeltlijst dient uiterlijk op 15 november van het teeltjaar te worden ingediend, en die voor wijndruiven uiterlijk op 15 november van het jaar voorafgaand aan het oogstjaar;
– de zomerteeltlijst dient uiterlijk op 30 april van het oogstjaar c.q. het verzekeringsjaar te worden ingediend.
b) In afwijking daarvan dient de winterteeltlijst
– voor wintergroenten (Art. 27 BHMGVV) uiterlijk op 20 september van het jaar van zaaien c.q. planten te worden ingediend, en
– voor in de herfst geplante bloembollen uiterlijk op 1 maart van het oogstjaar te worden ingediend.
Art. 9 Verlaging achteraf van het verzekerde bedrag
1. De verlaging van het verzekerde bedrag door daling van de waarde per hectare per landbouwgrond of landbouwperceel na indiening van de desbetreffende teeltlijst is mogelijk binnen de volgende termijnen:
– voor wintergroenten, wintergewassen en meerjarige gewassen tot 15 maart,
– voor bessen en aardbeien, evenals voor groenten - met uitzondering van wintergroenten, wintergewassen en meerjarige gewassen tot 20 mei,
– voor steen- en hardfruit tot en met 30 april,
– voor alle andere gewassoorten tot 31 mei van het oogstjaar c.q. het verzekeringsjaar.
2. Voor steen- en hardfruit kan het verzekerde bedrag in de periode van 1 mei tot 30 juni alleen worden gewijzigd binnen een overeenkomst tussen de variëteiten zolang er geen schade is opgetreden; daarna is een dergelijke verschuiving van het verzekerde bedrag niet meer mogelijk.
3. De verlaging is niet mogelijk voor de gewassoort wijndruiven en gewassen die vroegtijdig onder afdekking of op soortgelijke wijze worden geteeld, en evenmin voor groentegewassen die in groepen worden geteeld.
4. U kunt slechts verlaging van het verzekerde bedrag verlangen voor zover na indiening van de desbetreffende teeltlijst blijkt dat de verwachte oogstwaarde meer dan 50% lager is dan het verzekerde bedrag. Wij hebben het recht dit te controleren. Twee derde van het premieverschil wordt terugbetaald.
Art. 10 Voorschotdekkingstermijnen
1. Algemeen
a) Wij verlenen binnen een overeenkomst voor bepaalde gewassoorten in elke verzekeringsperiode een tijdelijke verzekeringsdekking op basis van een voorlopig verzekerd bedrag. Voor wijndruiven voor het gevaar vorst als wintervorst wordt geen verzekeringsdekking verleend op basis van een voorlopig verzekerd bedrag.
b) Indien in het voorgaande jaar geen teelten zijn verzekerd waarop de verzekeringsovereenkomst betrekking heeft, dan is er in het lopende verzekeringsjaar geen verzekeringsdekking op basis van een voorlopig verzekerd bedrag.
c) Indien binnen een verzekerde gewasgroep wintergewassen
en zomergewassen worden verbouwd (bv. winterkoolzaad en zomerkoolzaad), dan worden het voorlopige verzekerde bedrag en de periode van aansprakelijkheid afzonderlijk bepaald op basis van het voorlopige verzekerde bedrag voor de wintergewassen en de zomergewassen.
2. Periode
a) De verzekeringsdekking op basis van een voorlopig verzekerd bedrag begint – tenzij anders is overeengekomen – met de desbetreffende aanvang van de aansprakelijkheid van de verzekeraar zoals bepaald in Art. 3 nr. 2.
b) Deze verzekeringsdekking op basis van een voorlopig verzekerd bedrag eindigt voor iedere verzekeringsovereenkomst met de aanvang van de aansprakelijkheid op grond van de desbetreffende teeltlijst Art.(zie: Art. 9 IV van de algemene verzekeringsvoorwaarden AHMGVV).
c) De verzekeringsdekking op basis van een voorlopig verzekerd bedrag eindigt anders – tenzij anders overeengekomen –
– voor alle gewassen – behalve wintergroenten en bloembollen die in de herfst plant worden – uiterlijk op 30 april van het oogstjaar;
– voor wintergroente (Art. 27) uiterlijk op 20 september van het inzaai- of plantjaar.
– voor wintergewassen uiterlijk op 15 november van het inzaai- of plantjaar.
– voor bloembollen die in de herfst geplant worden, uiterlijk op 1 maart van het oogstjaar.
B. Bepalingen voor de schadeafwikkeling
Art. 11 Berekening van het voorlopige verzekerde bedrag
1. Voorlopige waarde per hectare
Het voorlopige verzekerde bedrag wordt bij iedere verzekerings- overeenkomst als volgt berekend:
Indien het totale verzekerde bedrag in de overeenkomst uit het voorgaande jaar hoger is dan het totale verzekerde bedrag in de overeenkomst dat in het huidige teeltjaar uit de teeltlijst voortvloeit of als beide totale verzekerde bedragen identiek zijn, dan richt het voorlopige verzekerde bedrag voor het desbetreffende gewas naar de in de actuele teeltlijst aangegeven waarde per hectare bij het perceel voor het desbetreffende gewas; als uit de vergelijking van beide totale verzekerde bedragen blijkt dat het verzekerde bedrag van vorig jaar in de overeenkomst kleiner is dan dat van het huidige jaar, dan wordt de voorlopige waarde per hectare voor ieder perceel met het desbetreffende gewas volgens onderstaande formule berekend:
Het totale verzekerde bedrag in de overeenkomst uit het voorgaande jaar wordt door het totale verzekerde bedrag in de overeenkomst van het huidige jaar gedeeld, en de waarde van het quotiënt wordt met het verzekerde bedrag vermenigvuldigd dat voor het afzonderlijke perceel in de teeltlijst van het huidige jaar voor het desbetreffende gewas is aangegeven.
2. Voorlopig verzekerd bedrag in het eerste verzekeringsjaar
In het eerste verzekeringsjaar wordt, in afwijking van nr. 1, in plaats van het verzekerde bedrag van het voorgaande jaar het verzekerde bedrag dat in de aanvraag voor de desbetreffende overeenkomst is aangegeven, aangemerkt.
3. Bijzondere aanvragen
Indien wintergewassen pas voor de oogst in het tweede verzekeringsjaar geteeld worden, dan wordt een aansprakelijkheid op basis van een voorlopig verzekerd bedrag voor wintergewassen alleen verleend op basis van een bijzondere aanvraag van u.
Indien in de verzekeringsaanvraag met betrekking tot een af te sluiten overeenkomst geen voorlopige waarde per hectare afzonderlijk voor wintergewassen of zomergewassen is bepaald en dientengevolge ook geen totaal verzekerd bedrag voor de wintergewassen of de zomergewassen uit de verzekeringsaanvraag berekend kan worden, dan dient u een bijzondere aanvraag tot aansprakelijkheid volgens de voorlopige verzekeringswaarde in te dienen; hierin dient voor de wintergewassen en de zomergewassen het desbetreffende totale verzekerde bedrag en de desbetreffende totale oppervlakte aangegeven te worden.
Art. 12 Schadebeoordeling bij fruit met meervoudige oogst
Bij gewassen van de teeltsector speciale gewassen (S) waarbij de vruchten selectief geoogst worden afhankelijk van de door de gewassoort bepaalde
noodzakelijke rijpheidsgraad, wordt de voor de dag dat schade wordt geleden maatgevende opbrengst volgens de op dat moment vastgestelde aanwezige verzekerde vruchten berekend. Daarbij wordt met al geoogste vruchten rekening gehouden.
Uit het op deze manier vastgestelde opbrengstpercentage in verhouding tot de totale opbrengst wordt met inachtneming van het schadepercentage een waarde berekend die het zogenoemde definitieve schadepercentage met betrekking tot de totale opbrengst weergeeft.
Art. 13 Proefstukken
Als aan de voorwaarden is voldaan waaronder u proefstukken kunt laten staan voor de raming van de schade krachtens Art. 16 I. nr. 2. g) van de algemene verzekeringsvoorwaarden AHMGVV, dan dient u op de hoeken en in het midden van elk daardoor getroffen perceel proefstukken te laten staan. Deze proefstukken moeten een beeld geven van de situatie dat representatief is voor de teelt en het schadebeeld. Elk van deze 5 proefstukken van de teeltpositie moet een grootte hebben van ten minste 0,01 ha. Voor monocultuurpercelen die groter zijn dan 10 ha, wordt een groter aantal proefstukken met een aanzienlijk grotere minimumomvang genomen. Als de landbouwgrond kleiner is dan 0,5 ha, dan worden de proefstukken in de overeenkomstige verhouding gemeten.
In geval van schade aan fruit en wijndruiven moet u, voor zover is voldaan aan de voorwaarden krachtens Art. 16 I. nr. 2. g) van de algemene verzekeringsvoorwaarden AHMGVV, ten minste 10% van de bestanden van de verschillende variëteiten en locaties ongeoogst laten staan tot de raming.
Art. 14 Forfaitaire schadevergoeding voor omploegen (UP)
a) Indien in het kader van de schadebeoordelingsprocedure door de aangestelde deskundigen de noodzaak van voortijdig omploegen
c.q. voortijdige ruiming wordt vastgesteld (Art. 1 II. pt. 24 van de algemene verzekeringsvoorwaarden AHMGVV), dan wordt een forfaitaire schadevergoeding (forfaitair omploegbedrag) uitgekeerd overeenkomstig het overeengekomen percentage van het verzekerde bedrag (UP). Het overeengekomen percentage van het forfaitaire omploegbedrag heeft betrekking op het verzekerde bedrag van de teeltpositie.
b) Een forfaitaire schadevergoeding (forfaitair omploegbedrag) is verplicht
– voor alle gewassoorten van teeltsector A die worden getroffen door het verzekerde voorval uitwintering, evenals
– voor alle wintergewassen die tot en met het ontwikkelingsstadium "einde ontwikkeling zijscheuten c.q. einde van de aarvorming (BBCH 29)" en
– voor alle zomergewassen die tot en met het ontwikkelingsstadium "einde uitlopen (BBCH 09)” getroffen zijn door de verzekerde gevaren hagel, storm, zware regen, nachtvorst of droogte ".
c) Een forfaitaire schadevergoeding is voor het overige van toepassing voor zover zij is overeengekomen.
d) Voor bepaalde gewassoorten binnen een teeltgroep kan een forfaitair omploegbedrag uitgesloten zijn.
e) Eigen-bijdragebepalingen (Art. 5 BHMGVV) zijn, met uitzondering van de bepalingen voor ‘eigen risico zonder eigen bijdrage’, eigen bijdrage voor kleine oppervlakten en eigen bijdrage voor de teeltsector, niet van toepassing.
f) De forfaitaire schadevergoeding bedraagt
– 15% van het verzekerde bedrag voor gewassoorten van teeltsector A, behalve aardappelen;
– 30% van het verzekerde bedrag voor aardappelen en groente- gewassoorten van teeltsector S;
– 10% van het verzekerde bedrag voor alle gewassoorten waarvoor de optie SB90 droogte is overeengekomen.
Art. 15 Forfaitaire schadevergoeding voor legering van graan
Voor schadevoorvallen vanaf het ontwikkelingsstadium "begin van de bloei" (BBCH 60) tot en met het ontwikkelingsstadium "einde van de deegrijpheid" (BBCH 85) wordt een forfaitaire schadevergoeding uitgekeerd van 15% van het verzekerde bedrag van het perceel.
De eigen-bijdragebepalingen (Art. 5 BHMGVV) zijn, met uitzondering van de bepalingen voor ‘eigen risico zonder eigen bijdrage’, eigen bijdrage voor kleine oppervlakten en eigen bijdrage voor de teeltsector, niet van toepassing.
C. Bepalingen met betrekking tot de teeltsectoren
Art. 16 Clausule met betrekking tot de verzekering van groenten (QVG)
(altijd van toepassing, tenzij anders overeengekomen)
1. Verzekerde schade
Wij vergoeden het kwantiteits- en kwaliteitsverlies aan de verzekerde groente die aantoonbaar is ontstaan door de gevolgen van verzekerde gevaren en voorvallen met het daarvoor vastgelegde schadebeeld.
2. Schadebeoordeling
De beoordeling van het totale schadepercentage uit kwantiteits- en kwaliteitsverlies is uitsluitend gebaseerd op de volgende criteria:
a) Kwantitatief opbrengstverlies:
– Planten die volledig verloren zijn gegaan als gevolg van verzekerde gevaren en voorvallen;
– Kwantiteitsverlies door loofverlies als gevolg van verzekerde gevaren en voorvallen;
b) Kwaliteitsverlies:
Als gevolg van schade als gevolg van verzekerde gevaren en voorvallen voldoen de vruchten of te oogsten gedeeltes van groentegewassen niet meer aan de handelsnorm die van toepassing is op het betreffende groentegewas zoals hieronder nader omschreven.
– Groentegewassen waarvoor een speciale EU-handelsnorm bestaat (bv. gebaseerd op bijlage I. Deel B van de DVO (EU) nr. 543/2011) komen niet meer overeen met klasse Extra of I.
– Groentegewassen waarvoor een algemene handelsnorm bestaat en tegelijk een UNECE-norm (bv. gebaseerd op bijlage I. Deel A van de DVO (EU) nr. 543/2011) komen niet meer overeen met klasse I van de UNECE-norm.
– Groentegewassen waarvoor een algemene handelsnorm bestaat (bv. gebaseerd op bijlage I. Deel A van de DVO (EU) nr. 543/2011) voldoen niet meer aan deze minimumeisen.
– Groentegewassen vertonen ondanks gewasbeschermings- maatregelen (bv. behandeling met fungiciden) secundaire schade (bv. schimmel- of bacterierot), waardoor de kwaliteit ervan aanzienlijk is verminderd.
Door verzekerde gevaren en voorvallen beschadigde of te oogsten vruchten die nog op een andere manier in de handel worden gebracht (bv. klasse II van de desbetreffende handelsnorm, industriële verwerking), worden met een passend percentage kwaliteitsverlies beoordeeld.
Vruchten of te oogsten gedeeltes die reeds vóór het schadevoorval niet voldeden aan de minimumeisen van de algemene handelsnorm c.q. klasse I van de gewas specifieke UNECE-norm of - indien beschikbaar voor de desbetreffende groente - klasse I van de gewas specifieke bijzondere EU-handelsnorm, worden als niet beschadigd beoordeeld.
Art. 17 Clausule met betrekking tot de verzekering van uien (QVUS7 NL)
1. Verzekerde schade
a) Wij vergoeden het oogstopbrengstverlies dat aantoonbaar ontstaat door een van de verzekerde gevaren voor wat betreft de kwantiteit en kwaliteit van de verzekerde uien; voor het kwantiteits- en het kwaliteitsverlies wordt een totale schadepercentage berekend.
b) De beoordeling van het totale schadepercentage (kwantiteits- en kwaliteitsverlies) vindt uitsluitend plaats op basis van de onder aa) tot en met cc) genoemde criteria.
aa) Schadepercentage van het kwantiteitsverlies:
– opbrengstverlies in hoeveelheid (= gewicht) ten gevolge van planten die door hagel volledig zijn afgeslagen of door een van de verzekerde gevaren volledig zijn vernietigd;
– opbrengstverlies in hoeveelheid (= gewicht) ten gevolge van verlies aan loof door een van de verzekerde gevaren;
bb) Schadepercentage van het kwaliteitsverlies:
– Secundaire schade die uitsluitend veroorzaakt is door één van de verzekerde gevaren (bijvoorbeeld schimmel- en bacteriële koprot);
– Verslechtering van de afzetkwaliteit, namelijk doordat, als gevolg van hagel, indeling in afzetklasse I niet meer mogelijk is omdat verscheidene rokken van de ui zijn beschadigd (hageltarra);
cc) De definitieve schadebeoordeling vindt regelmatig plaats op het moment van de oogst.
Consumptie-uien die door de verzekerde gevaren zijn beschadigd en die vóór het plaatsvinden van het verzekerde voorval niet
overeenkwamen met de bovengenoemde afzetklassen, worden gewaardeerd met 0% kwaliteitsverlies.
2. Afzetklassen
Voor zover er in deze clausule wordt verwezen naar "afzetklassen", zijn de relevante EU-kwaliteitsnormen voor groenten, met name de normen voor uien, die gelden op het ogenblik van het verzekerde voorval, van toepassing.
Art. 18 Clausule met betrekking tot de verzekering van uien met afname- garantie (ZVZAS7)
(altijd van toepassing, tenzij anders overeengekomen)
1. Verzekerde schade
a) Wij vergoeden het oogstopbrengstverlies dat aantoonbaar ontstaat door hagel voor wat betreft de kwantiteit en kwaliteit van de verzekerde uien; voor het kwantiteits- en het kwaliteitsverlies wordt een totale schadepercentage berekend.
b) Schadebeoordeling van het totale schadepercentage
De beoordeling van het totale schadepercentage (kwantiteits- en kwaliteitsverlies) vindt plaats op basis van Art. 17, nr. 1b), van deze voorwaarden.
c) Wij vergoeden ook de schade met betrekking tot afnamegarantie.
2. Afnamegarantie
De afnamegarantie moet verband houden met de in Art. 17 nr. 0.x.xx van deze voorwaarden genoemde kwaliteitscriteria (secundaire schade of vermindering van de afzetkwaliteit) en is van toepassing vanaf het 5- tot 6-bladige ontwikkelingsstadium (BBCH-code 41). Indien het schadepercentage van het kwaliteitsverlies zoals beschreven in Art. 17 nr. 0.x.xx ten minste 16% bedraagt en het schadepercentage van het kwaliteitsverlies van de teeltpositie ook door sortering niet beneden de 16% kan worden gebracht en de partij van deze teeltpositie derhalve door de koper niet voor de beoogde afzet wordt aanvaard, dan is er sprake van total loss situatie met een schadevergoeding van 60% van het verzekerde bedrag.
3. Premie
Voor de aanvullende verzekering "Afnamegarantie" is de overeen- gekomen toeslag op de basis-voorschotpremiestelling verschuldigd.
Art. 19 Clausule met betrekking tot de verzekering van overige speciale gewassen (QVSoS7)
(altijd van toepassing, tenzij anders overeengekomen)
1. Verzekerde gewassen
Overige speciale gewassen in deze zin zijn uitsluitend de bodemproducten van de gewasgroepen geneeskrachtige kruiden en specerijgewassen, boomkwekerijproducten (productie in volle grond), plantgoed, sierplanten, snij- en trekheesters, zaadwinning van speciale gewassen en potplanten en containergewassen.
2. Verzekerde schade
Wij vergoeden schade die aantoonbaar ontstaat door verzekerde gevaren en voorvallen met het daarvoor vastgelegde schadebeeld, voor wat betreft de kwantiteit en kwaliteit van onder nr. 1 van deze clausule vermelde overige speciale gewassen.
3. Schadebeoordeling
De beoordeling van het totale schadepercentage door kwantiteits- en kwaliteitsverlies wordt uitsluitend gebaseerd op de volgende criteria:
a) Kwantitatief opbrengstverlies:
– te oogsten producten die volledig verloren zijn gegaan als gevolg van verzekerde gevaren en voorvallen;
– kwantiteitsverlies door loofverlies als gevolg van verzekerde gevaren en voorvallen;
b) Kwaliteitsverlies:
– Te oogsten producten die, als gevolg van één of meer beschadigingen veroorzaakt door verzekerde gevaren en voorvallen, niet meer voldoen aan de gebruikelijke afzeteisen voor het desbetreffende gewas,
– te oogsten producten die, als gevolg van verzekerde gevaren en voorvallen, niet de voor de afzet vereiste minimumgrootte bereiken.
– Te oogsten producten die, ondanks maatregelen ter bescherming van de planten (bv. behandeling met fungicide), secundaire schade vertonen als gevolg van een verzekerd gevaar (bv. schimmel- en bacterierot).
– Te oogsten producten die als gevolg van verzekerde gevaren en voorvallen alleen nog maar op een andere manier op de markt worden gebruikt (bv. als inferieure kwaliteit), worden gewaardeerd met een passend kwaliteitsverliespercentage.
– Planten van de gewasgroepen boomkwekerijproducten en potplanten en containergewassen die als gevolg van verzekerde gevaren en voorvallen alleen nog maar als goederen van verminderde kwaliteit op de markt kunnen worden gebracht, worden gewaardeerd met een passend kwaliteitsverliespercentage.
Te oogsten producten c.q. planten die vóór het schadevoorval al niet meer voldeden aan de gebruikelijke afzeteisen, worden gewaardeerd als onbeschadigd.
Art. 20 Clausule met betrekking tot de verzekering van bloembollen en
-knollen (QVIS7 NL)
1. Verzekerde schade
Wij vergoeden het kwantiteits- en kwaliteitsverlies aan de verzekerde bloembollen en knollen waarvan bewezen kan worden dat het door een van de verzekerde gevaren is veroorzaakt.
Wij vergoeden het kwantiteits- en kwaliteitsverlies van de verzekerde bloembollen dat aantoonbaar ontstaat door een van de verzekerde gevaren.
Voor zover kwaliteitsvermindering is verzekerd in het geval van bloembollen en -knollen, dekt deze verzekering uitsluitend de afzetbaarheid van de verzekerde objecten na schade veroorzaakt door een verzekerd gevaar of een verzekerd voorval. Afzetbaarheid in deze zin is een aanzienlijke afwijking in de kwaliteitsklasse als gevolg van beschadiging.
2. Schadebeoordeling
De als productiedoel gewenste kwaliteitsklasse, zijnde de kwaliteitsklasse die zonder verzekerde schade kan worden gerealiseerd en de kwaliteitsklasse die na het optreden van de verzekerde gebeurtenis nog bestaat, worden door de Bloembollenkeuringsdienst (BKD) op de landbouwgrond vastgesteld in aanvulling op de schadebeoordelingsprocedure krachtens Art. 18 van de algemene verzekeringsvoorwaarden AHMGVB S7. Indien de BKD de afwijking van de kwaliteitsklasse, die van invloed is op de afzetbaarheid, op het door de schade getroffen landbouwgrond niet kan beoordelen, dan wordt het door de deskundigen vastgestelde schadepercentage - ongeacht de werkelijke schade - met 10 %-punten verhoogd.
Art. 21 Clausule met betrekking tot de verzekering van aardbeien (QVE)
(altijd van toepassing, tenzij anders overeengekomen)
1. Verzekerde schade
Wij vergoeden kwantiteits- en kwaliteitsschade aan de verzekerde aardbeien die aantoonbaar het gevolg is van verzekerde gevaren en voorvallen met het daarvoor vastgestelde schadebeeld.
2. Schadebeoordeling
De beoordeling van het totale schadepercentage door kwantiteits- en kwaliteitsverlies wordt uitsluitend gebaseerd op de volgende criteria:
a) Kwantiteitsverlies:
Vruchten die volledig verloren zijn gegaan uitsluitend als gevolg van de verzekerde gevaren en voorvallen op bloemknoppen, bloesems of vruchten.
b) Kwaliteitsverlies:
Schadeklasse 1: Vruchten zonder beschadiging als gevolg van verzekerde gevaren en voorvallen; vruchten voldoen aan de eisen van klasse Extra of I van de speciale EU-handelsnorm voor aardbeien.
Beoordeling van het kwaliteitsverlies met 0% Schadeklasse 2:
– Vruchten die voldoen aan klasse Extra of l van de speciale EU- handelsnorm voor aardbeien en die niet meer kunnen worden ingedeeld in klasse Extra of l, maar nog wel in klasse ll, uitsluitend als gevolg van schade als gevolg van verzekerde gevaren en voorvallen.
– Vruchten die voldoen aan klasse ll van de speciale EU-handelsnorm voor aardbeien en die niet meer in klasse ll kunnen worden ingedeeld, uitsluitend als gevolg van schade door verzekerde gevaren en voorvallen.
– Vruchten die misvormd zijn als gevolg van verzekerde gevaren en voorvallen op de bloemknop, de bloesems of de jonge vrucht, maar die nog wel kunnen worden ingedeeld in klasse ll.
Beoordeling van het kwaliteitsverlies met 50% Schadeklasse 3:
– Vruchten die voldoen aan klasse Extra of l van de speciale EU- handelsnorm voor aardbeien en die, uitsluitend als gevolg van
schade door verzekerde gevaren en voorvallen, niet meer kunnen worden ingedeeld in klasse Extra of l, en ook niet meer in klasse ll van de EU-handelsnorm voor aardbeien.
– Vruchten die als gevolg verzekerde gevaren en voorvallen op de bloemknop, de bloesems of de jonge vrucht zo ernstig zijn misvormd dat zij niet meer kunnen worden ingedeeld in klasse ll van de speciale EU-handelsnorm voor aardbeien.
Beoordeling van het kwaliteitsverlies met 100%
Door een verzekerd gevaar beschadigd fruit dat vóór het schadevoorval al niet behoorde tot klasse I of II van de speciale EU- handelsnorm voor aardbeien, wordt beoordeeld als onbeschadigd en wordt ingedeeld in schadeklasse 1.
3. Handelsnorm
Voor zover in deze clausule wordt verwezen naar de speciale EU- handelsnorm voor aardbeien, is DVO (EU) nr. 543/2011, bijlage I, deel B - deel 7, handelsnorm voor aardbeien van toepassing.
Art. 22 Clausule met betrekking tot de verzekering van bessen (QVBS7)
(altijd van toepassing, tenzij anders overeengekomen)
1. Verzekerde schade
Wij vergoeden kwantiteits- en kwaliteitsschade aan de verzekerde bessen die aantoonbaar het gevolg is van verzekerde gevaren en voorvallen met het daarvoor vastgestelde schadebeeld.
2. Schadebeoordeling
De beoordeling van het totale schadepercentage door kwantiteits- en kwaliteitsverlies wordt uitsluitend gebaseerd op de volgende criteria:
a) Kwantiteitsverlies:
– Alleen vruchten die volledig verloren zijn gegaan als gevolg van verzekerde gevaren en voorvallen worden meegerekend.
– Voor de gewassoorten bramen, blauwe bessen en frambozen wordt ook rekening gehouden met de bloesems die volledig verloren zijn gegaan als gevolg van verzekerde gevaren en voorvallen.
– Voor alle gewassoorten in de gewasgroep bessen wordt ook het totale verlies aan vruchten door vorst op de knop of de bloesems meegerekend.
b) Kwaliteitsverlies: Schadeklasse 1:
Vruchten zonder beschadiging als gevolg van verzekerde gevaren en voorvallen; vruchten voldoen aan de eisen van klasse Extra of I van de UNECE-handelsnorm voor zacht fruit.
Beoordeling van het kwaliteitsverlies met 0% Schadeklasse 2:
Vruchten die voldoen aan klasse Extra of l van de speciale UNECE- handelsnorm voor zacht fruit en die, uitsluitend als gevolg van verzekerde gevaren en voorvallen, niet meer kunnen worden ingedeeld in klasse Extra of l, maar nog wel in klasse ll.
– Vruchten die voldoen aan klasse ll van de speciale UNECE- handelsnorm voor zacht fruit en die, uitsluitend als gevolg van schade door verzekerde gevaren en voorvallen, niet meer in klasse ll kunnen worden ingedeeld.
– Bij frambozen, bramen en blauwe bessen worden ook vruchten die ernstig zijn misvormd als gevolg van verzekerde gevaren en voorvallen op de bloesem, maar die nog wel overeenkomen met klasse ll van de UNECE-handelsnorm voor zacht fruit, in deze schadeklasse ingedeeld.
– Bij aalbessen (tafelbessen) worden ook onvolledige trossen die duidelijk het gevolg zijn van verzekerde gevaren en voorvallen, maar die nog wel overeenkomen met klasse ll van de UNECE- handelsnorm voor zacht fruit, in deze schadeklasse ingedeeld.
– Voor alle gewassoorten van de groep bessen worden vruchten met kwaliteitsvermindering in de aansprakelijkheidsperiode als gevolg het gevaar vorst op bloesems en bloemknoppen overeenkomstig het gespecificeerde schadebeeld (Art. 5 II. nr. 4 c AHMGV), die nog wel overeenkomen met klasse ll van de UNECE- handelsnorm voor zacht fruit, ingedeeld in deze schadeklasse.
Beoordeling van het kwaliteitsverlies met 50% Schadeklasse 3:
– Vruchten die voldoen aan klasse Extra of l van de UNECE- handelsnorm voor zacht fruit en die, uitsluitend als gevolg van verzekerde gevaren en voorvallen, niet meer kunnen worden ingedeeld in klasse Extra of l en ook niet meer in klasse ll van de UNECE-handelsnorm.
– Bij frambozen, bramen en blauwe bessen worden ook vruchten die als gevolg van verzekerde gevaren en voorvallen op de bloesems zo ernstig zijn misvormd dat zij niet meer verkoopbaar
zijn, in deze schadeklasse ingedeeld.
– In het geval van aalbessen (tafelbessen) worden ook onvolledige trossen die duidelijk het gevolg zijn van verzekerde gevaren en voorvallen en niet meer verkoopbaar zijn, in deze schadeklasse ingedeeld.
– Voor alle gewassoorten in de gewasgroep bessen worden vruchten met kwaliteitsvermindering in de aansprakelijkheidsperiode, die niet meer verkoopbaar zijn als gevolg van het gevaar vorst op bloesems en bloemknoppen, in deze schadeklasse ingedeeld.
Beoordeling van het kwaliteitsverlies met 100%
Vruchten die zijn beschadigd als gevolg van verzekerde gevaren en voorvallen en die vóór het schadevoorval al niet voldeden aan klasse I of II van de UNECE-handelsnorm voor zacht fruit, worden beoordeeld als onbeschadigd en worden ingedeeld in schade- klasse 1.
3. Handelsnorm
Voor zover in deze clausule wordt verwezen naar de UNECE- handelsnorm voor zacht fruit, is de "UNECE Standard concerning the marketing and commercial quality control of Berry Fruits" van toepassing, zoals die geldt op de datum van het schadevoorval.
Art. 23 Clausule met betrekking tot de verzekering van steenfruit (QVSS7)
(altijd van toepassing, tenzij anders overeengekomen)
1. Verzekerde schade
Wij vergoeden kwantiteits- en kwaliteitsschade aan het verzekerde steenfruit die aantoonbaar het gevolg is van verzekerde gevaren en voorvallen met het daarvoor vastgestelde schadebeeld.
2. Schadebeoordeling
De beoordeling van het totale schadepercentage door kwantiteits- en kwaliteitsverlies wordt uitsluitend gebaseerd op de volgende criteria:
a) Kwantiteitsverlies:
Alleen vruchten die als gevolg van verzekerde gevaren en voorvallen volledig verloren zijn gegaan, worden meegerekend indien zij de totaal haalbare opbrengst verminderen. Knoppen en bloesems die als gevolg van vorst volledig verloren zijn gegaan, worden ook alleen vergoed voor zover zij de totaal haalbare opbrengst verminderen.
b) Kwaliteitsverlies: Schadeklasse 1:
Vruchten zonder beschadiging als gevolg van verzekerde gevaren en voorvallen; vruchten die voldoen aan de eisen van klasse Extra of I van de UNECE-handelsnorm voor het desbetreffende steenfruit
c.q. de speciale EU-handelsnorm voor perziken en nectarines. Beoordeling van het kwaliteitsverlies met 0%
Schadeklasse 2:
– Vruchten die voldoen aan klasse Extra of l van de UNECE- handelsnorm voor het desbetreffende steenfruit, van speciale EU-handelsnorm voor perziken en nectarines en die niet meer kunnen worden ingedeeld in klasse Extra of l maar nog wel in klasse ll van deze handelsnormen, uitsluitend als gevolg van verzekerde gevaren en voorvallen op de vrucht of als gevolg van het gevaar vorst op bloesems en bloemknoppen.
– Vruchten die voldoen aan klasse ll van de UNECE-handelsnorm voor het desbetreffende steenfruit c.q. aan de speciale EU- handelsnorm voor perziken en nectarines en die niet meer kunnen worden ingedeeld in klasse ll van deze handelsnormen, uitsluitend als gevolg van verzekerde gevaren en voorvallen op de vrucht of als gevolg van het gevaar vorst op bloesems en bloemknoppen.
Beoordeling van het kwaliteitsverlies met 50% Schadeklasse 3:
Vruchten die voldoen aan klasse Extra of l van de UNECE- handelsnorm voor het desbetreffende steenfruit of de speciale EU-handelsnorm voor perziken en nectarines en die niet meer kunnen worden ingedeeld in klasse Extra of l en ook niet meer in klasse ll van deze handelsnormen, uitsluitend als gevolg van verzekerde gevaren en voorvallen op de vruchten of als gevolg van het gevaar vorst op bloesems en bloemknoppen.
Beoordeling van het kwaliteitsverlies met 100%
Vruchten die zijn beschadigd door verzekerde gevaren en voorvallen en die vóór het schadevoorval al niet voldeden aan klasse I of II van de UNECE-handelsnorm voor het desbetreffende steenfruit c.q. de bijzondere EU-handelsnorm voor perziken en nectarines, worden als onbeschadigd beoordeeld en ingedeeld in schadeklasse 1.
3. Handelsnorm
Voor zover in deze clausule wordt verwezen naar een UNECE-handels-
norm voor steenfruit, is de desbetreffende UNECE-norm voor de afzet en de kwaliteitscontrole van het desbetreffende steenfruit (bv. de UNECE-norm voor kersen) van toepassing in de versie die geldt op de dag waarop het schadevoorval plaatsvindt; in het geval van de speciale EU-handelsnorm voor perziken en nectarines is DVO (EU) nr. 543/2011, bijlage I, deel B - deel 5 handelsnorm voor perziken en nectarines van toepassing.
Art. 24 Clausule met betrekking tot de verzekering van tafeldruiven (QVTS7)
(altijd van toepassing, tenzij anders overeengekomen)
1. Verzekerde schade
Wij vergoeden kwantiteits- en kwaliteitsschade aan de verzekerde tafeldruiven die aantoonbaar het gevolg is van verzekerde gevaren en voorvallen met het daarvoor vastgestelde schadebeeld.
2. Schadebeoordeling
De vaststelling van het totale schadepercentage door kwantiteits- en kwaliteitsverlies wordt uitsluitend gebaseerd op de volgende criteria:
a) Kwantiteitsverlies :
– Vruchten die uitsluitend als gevolg van verzekerde gevaren en voorvallen in de desbetreffende aansprakelijkheidsperiode volledig verloren zijn gegaan, worden meegerekend indien zij de bereikbare totale opbrengst verminderen.
– Winterknoppen die zijn bevroren als gevolg van wintervorst in de aansprakelijkheidsperiode (zie overzicht "Aanvang en einde van de aansprakelijkheid in de BHMGVV") en scheuten, individuele bloesems of bloemen van de wijnstok die volledig verloren zijn gegaan als gevolg van nachtvorst in de aansprakelijkheidsperiode (zie overzicht "Aanvang en einde van de aansprakelijkheid in de BHMGVV") worden ook in aanmerking genomen als deze de haalbare totale opbrengst verminderen.
b) Verlies aan kwaliteit: Schadeklasse 1:
– Druiven zonder schade als gevolg van verzekerde gevaren en voorvallen;
– Xxxxxxx die voldoen aan de eisen van klasse Extra of I van de speciale EU-handelsnorm voor tafeldruiven.
Beoordeling van het kwaliteitsverlies met 0% Schadeklasse 2:
– Druiven die voldoen aan klasse Extra of l van de speciale EU- handelsnorm voor tafeldruiven en die niet meer kunnen worden ingedeeld in klasse Extra of l, maar nog wel in klasse ll, uitsluitend als gevolg van schade als gevolg van verzekerde gevaren en voorvallen.
– Druiven die voldoen aan klasse ll van de speciale EU-handelsnorm voor tafeldruiven en die niet meer kunnen worden ingedeeld in klasse ll uitsluitend als gevolg van verzekerde gevaren en voorvallen.
Beoordeling van het kwaliteitsverlies met 50% Schadeklasse 3:
Druiven die voldoen aan klasse Extra of l van de speciale EU- handelsnorm voor tafeldruiven en niet meer kunnen worden ingedeeld in klasse Extra of l, en ook niet meer in klasse ll, uitsluitend als gevolg van verzekerde gevaren en voorvallen.
Waardering van het kwaliteitsverlies met 100%
Door verzekerde gevaren en voorvallen beschadigde druiven die vóór de beschadiging niet voldeden aan klasse I en II van de speciale EU-handelsnorm voor tafeldruiven, worden beoordeeld als onbeschadigd en worden ingedeeld in schadeklasse 1.
3. Handelsnorm
Wanneer in deze clausule wordt verwezen naar de speciale EU-handels- norm voor tafeldruiven, is DVO (EU) nr. 543/2011, bijlage I, deel B - deel 9, handelsnorm voor tafeldruiven van toepassing.
Art. 25 Clausule met betrekking tot de verzekering van hardfruit (QVKS7)
1. Verzekerde schade
Wij vergoeden kwantiteits- en kwaliteitsschade aan het verzekerde hardfruit die aantoonbaar het gevolg is van verzekerde gevaren en voorvallen met het daarvoor vastgestelde schadebeeld.
2. Schadebeoordeling
De beoordeling van het totale schadepercentage door kwantiteits- en kwaliteitsverlies wordt uitsluitend gebaseerd op de volgende criteria:
a) Kwantiteitsverlies
Alleen vruchten die als gevolg van verzekerde gevaren en voorvallen
volledig verloren zijn gegaan, worden meegerekend indien zij de totaal haalbare opbrengst verminderen. Knoppen en bloesems die als gevolg van vorst volledig verloren zijn gegaan, worden ook alleen vergoed voor zover zij de totaal haalbare opbrengst verminderen.
b) Kwaliteitsverlies
Uitsluitend kwaliteitsvermindering als gevolg van verzekerde gevaren en voorvallen op de vruchten in de aansprakelijkheidsperiode worden volgens onderstaand schema beoordeeld. Vermindering van de kwaliteit van de vruchten in de aansprakelijkheidsperiode als gevolg van het gevaar vorst op de bloesems en bloemknoppen overeenkomstig het vastgelegde schadebeeld (Art. 5 II. nr. 4 c) XXXXXX) wordt eveneens volgens onderstaand schema beoordeeld.
Beschrijving van de kwaliteitsvermindering Schadeklasse 1a Fruit zonder schade veroorzaakt door een verzekerd ge-
vaar. De vruchten voldoen aan de eisen van klasse Extra of I van de speciale EU-handelsnorm voor desbetreffende appels c.q. peren.
Schadeklasse 1b Vruchten met één of meer minimale geheelde letsels aan de vruchthuid, lichte afwijkingen aan de schil, tekenen van golving of zeer lichte vervorming als gevolg van een verzekerd gevaar.
De vruchten voldoen nog aan de eisen van klasse I van de speciale EU-handelsnorm voor appelen c.q. peren.
Schadeklasse 2 Vruchten met door een verzekerd gevaar veroorzaakte schilafwijkingen of lichte misvormingen; oppervlakkige beschadigingen zijn goed geheeld; de houdbaarheid is niet aangetast; langwerpige, door een verzekerd gevaar veroorzaakte schilafwijkingen tot 4 cm lengte of door een verzekerd gevaar veroorzaakte schilafwijkingen tot in totaal 2,5 cm2 zijn toegestaan, op voorwaarde dat de vruchten nog steeds voldoen aan de eisen van klasse II van de bijzondere EU-handelsnorm voor appels c.q. peren.
Schadeklasse 3 Vruchten die als gevolg van een verzekerd gevaar niet meer in schadeklasse 1b en 2 vallen, maar dat objectief gezien nog als industriefruit/sapfruit kan worden ge- bruikt.
Schadeklasse 4 Vruchten die, als gevolg van een verzekerd gevaar, duidelijk niet geheeld letsel vertonen met zichtbare rotte plekken; de bruikbaarheid (bv. mostificatie) van de vruchten is verloren.
Door een verzekerd natuurgevaar beschadigd fruit dat vóór het scha- devoorval al niet voldeed aan de eisen van klasse I of II van de speciale EU-handelsnorm voor appelen c.q. peren, wordt als onbeschadigd beoordeeld en ingedeeld in schadeklasse 1a.
3. Beoordeling van kwaliteitsverlies
De beoordeling van kwaliteitsverlies volgens 2.b) wordt gedaan in procenten volgens de volgende tabel:
Hardfruit type G (altijd van toepassing, tenzij anders overeen- gekomen) | Hardfruit type G Top (alleen van toepassing indien overeen- gekomen) | Hardfruit type S (alleen van toepassing indien overeen- gekomen) | ||||
Schade- klasse | Appel | Peer | Appel | Peer | Appel | Peer |
1a | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
1b | 10 | 10 | 10 | 10 | 5 | 5 |
2 | 60 | 50 | 85 | 85 | 30 | 30 |
3 | 80 | 90 | 85 | 85 | 70 | 90 |
4 | 100 | 100 | 100 | 100 | 100 | 100 |
4. Eigen bijdrage
a) A-SB 20-80
(altijd van toepassing, tenzij anders overeengekomen)
Krachtens Art. 5 I. Nr. 3a) bb) BHMGVV draagt u bij hagelschade van elke totale schadepercentage (zie nr. 2.) tot 30% de eerste 20%-punten zelf. De eigen bijdrage voor hagelschade daalt voortdurend van een schadepercentage van 31% naar 0% volgens onderstaande tabel. Voor alle andere verzekerde gevaren en voorvallen geldt altijd een eigen risico van 30 %-punten. Dit laat onverlet de afspraken over maximale schadevergoedingen, ‘integrale franchise, eigen bijdrage bij kleine oppervlakten en eigen bijdrage voor de teeltsector (Art. 5 BHMGVV).
% Schade | %-Pt. eigen bijdrage | % Schade | %-Pt. eigen bijdrage | % Schade | %-Pt. eigen bijdrage |
1 tot 30 | 20 | 42 en 43 | 13 | 55 en 56 | 6 |
31 en 32 | 19 | 44 en 45 | 12 | 57 | 5 |
33 en 34 | 18 | 46 en 47 | 11 | 58 en 59 | 4 |
35 en 36 | 17 | 48 | 10 | 60 en 61 | 3 |
37 en 38 | 16 | 49 en 50 | 9 | 62 en 63 | 2 |
39 | 15 | 51 en 52 | 8 | 64 en 65 | 1 |
40 en 41 | 14 53 en 54 | 7 vanaf 66 | 0 |
7. Keuze van optionele verzekeringsdekking
Indien wordt gekozen voor de optionele verzekeringsdekking "hardfruit van het type G Top" of "hardfruit van het type S", geldt deze vanaf het moment van de overeenkomst voor de gehele looptijd van de overeen- komst. Binnen één overeenkomst is alleen de standaardverzekering (type G) of de optionele verzekeringsdekking (type G Top of type S) mogelijk.
b) A-SB 30-80
(alleen van toepassing indien overeengekomen)
Voor zover deze mogelijkheid van eigen risico is overeengekomen, draagt u overeenkomstig Art. 5 I. Nr. 3. a) bb) BHMGVV bij hagelschade van elke totale schadepercentage (zie nr. 2.) tot 30% van alle schade zelf. Het eigen risico voor hagelschade daalt voortdurend van een schadepercentage van 31% tot 0% volgens onderstaande tabel. Voor alle andere verzekerde risico's en voorvallen geldt altijd een eigen risico van 30 %-punten. Dit laat onverlet de afspraken over maximale schadevergoedingen, ‘integrale franchise’, eigen bijdrage bij kleine oppervlakten en eigen bijdrage voor de teeltsector (Art. 5 BHMGVV).
% Schade | %-Pt. eigen bijdrage | % Schade | %-Pt. eigen bijdrage | % Schade | %-Pt. eigen bijdrage |
1 tot 30 | 30 | 48 en 49 | 19 | 66 en 67 | 8 |
31 en 32 | 29 | 50 | 18 | 68 en 69 | 7 |
33 en 34 | 28 | 51 en 52 | 17 | 70 | 6 |
35 | 27 | 53 en 54 | 16 | 71 en 72 | 5 |
36 en 37 | 26 | 55 | 15 | 73 en 74 | 4 |
38 en 39 | 25 | 56 en 57 | 14 | 75 | 3 |
40 | 24 | 58 en 59 | 13 | 76 en 77 | 2 |
41 en 42 | 23 | 60 | 12 | 78 en 79 | 1 |
43 en 44 | 22 | 61 en 62 | 11 | 80 | 0 |
45 | 21 | 63 en 64 | 10 | ||
46 en 47 | 20 65 | 9 |
c) A-SB 40-80
(alleen van toepassing indien overeengekomen)
Voor zover deze optie van eigen bijdrage is overeengekomen, draagt u overeenkomstig Art. 5 I. nr. 3. a) bb) BHMGVV bij hagelschade van elke totale schadepercentage (zie nr. 2.) tot 40% alle schade zelf. De eigen bijdrage voor hagelschade daalt voortdurend van een schadepercentage van 41% naar 0% volgens onderstaande tabel. Voor alle andere verzekerde gevaren en voorvallen geldt een eigen bijdrage van 30%-punten. Dit laat onverlet de afspraken over maximale schadevergoedingen, ‘integrale franchise’, eigen bijdrage bij kleine oppervlakten en eigen bijdrage voor de teeltsector (Art. 5 BHMGVV).
% Schade | %-Pt. eigen bijdrage | % Schade | %-Pt. eigen bijdrage | % Schade | %-Pt. eigen bijdrage |
1 tot 40 | 40 | 54 | 26 | 68 | 12 |
41 | 39 | 55 | 25 | 69 | 11 |
42 | 38 | 56 | 24 | 70 | 10 |
43 | 37 | 57 | 23 | 71 | 9 |
44 | 36 | 58 | 22 | 72 | 8 |
45 | 35 | 59 | 21 | 73 | 7 |
46 | 34 | 60 | 20 | 74 | 6 |
47 | 33 | 61 | 19 | 75 | 5 |
48 | 32 | 62 | 18 | 76 | 4 |
49 | 31 | 63 | 17 | 77 | 3 |
50 | 30 | 64 | 16 | 78 | 2 |
51 | 29 | 65 | 15 | 79 | 1 |
52 | 28 | 66 | 14 | 80 | 0 |
53 | 27 | 67 | 13 |
5. Aanvullende bepalingen
Met de extra sorteerkosten is reeds rekening gehouden bij de beoor- deling van het kwaliteitsverlies in de schadeklassen en zij worden niet afzonderlijk vergoed.
6. Handelsnorm
Voor zover in deze clausule wordt verwezen naar de speciale EU-han- delsnorm voor appels c.q. peren, is DVO (EU) nr. 543/2011, bijlage I, deel B - deel 1, handelsnorm voor appels c.q. bijlage I, deel B - deel 6, handelsnorm voor peren van toepassing.
Art. 26 Clausule met betrekking tot de verzekering van asperges (KSP) (tenzij anders overeengekomen, altijd van toepassing op de verzekering van asperges in plaats van de clausule met betrekking tot de verzekering van groenten (QVG))
1. Verzekerde schade en kosten voor jonge aanplant
Jonge aanplant in de zin van deze clausule zijn aspergeplanten van het eerste tot en met het derde standjaar.
a) Jonge aanplant in het jaar van aanplant (1e standjaar).
Indien de loofschade als gevolg van verzekerde gevaren en voorvallen in het eerste standjaar minder dan 50% bedraagt of indien wij bij loofschade van 50% of meer met u zijn overeengekomen dat de jonge aspergeaanplant desondanks niet geruimd of opnieuw ingezaaid zal worden, dan vergoeden wij u het in het daaropvolgende jaar optredende kwantitatieve opbrengstverlies, doch ten hoogste 30% van het verzekerde bedrag. Verdere opbrengstverliezen in de daaropvolgende jaren of andere gevolgschade worden niet vergoed.
Indien het loofverlies als gevolg van verzekerde gevaren en voorvallen in het eerste standjaar ten minste 50% bedraagt en indien wij het om die reden noodzakelijk achten de plant te ruimen of opnieuw in te zaaien, vergoeden wij de kosten voor de daadwerkelijk door u uitgevoerde ruimingsmaatregelen (kosten voor het ruimen of opnieuw zaaien van de jonge aanplant, de kosten voor het vervangende plantmateriaal alsmede de kosten voor de vervangende beplanting) - in totaal echter niet meer dan 70% van het verzekerde bedrag.
b) Jonge aanplant in het 2e en 3e standjaar
Indien loofschade als gevolg van verzekerde gevaren en voorvallen in het tweede of derde standjaar van de jonge aspergeaanplant minder dan 65% bedraagt of indien wij bij een loofschade van 65% of meer met u zijn overeengekomen dat het desondanks niet raadzaam is de jonge aspergeaanplant te ruimen of opnieuw in te zaaien, dan vergoeden wij het kwantitatieve opbrengstverlies dat in het daaropvolgende jaar optreedt, doch ten hoogste 70% van het verzekerde bedrag. Verder opbrengstverlies in de daaropvolgende jaren of overige gevolgschade wordt daarnaast niet vergoed.
Indien het loofverlies als gevolg van verzekerde gevaren en voorvallen in het tweede of derde standjaar ten minste 65% bedraagt en indien wij ruiming of opnieuw inzaaien om deze reden noodzakelijk achten, dan vergoeden wij de kosten van de daadwerkelijk door u uitgevoerde inzaaimaatregelen (kosten van ruiming of inzaaien van de jonge aanplant alsmede de kosten van de vervangende beplanting (inclusief de daarvoor benodigde materialen) - in totaal echter niet meer dan 70% van het verzekerde bedrag.
c) Termijn voor de melding van de ruiming
In het geval van jonge aanplant zullen wij de vaststellingen betreffende de omvang van de schade aan het aspergeloof en die betreffende de ruiming verrichten in het kader van onze schadebeoordeling. Na onze kennisgeving van het loofverlies dient u ons uiterlijk op 30 september van het schadejaar mee te delen of u van plan bent de jonge aanplant te ruimen of opnieuw in te zaaien. U bent gebonden aan deze beslissing. Indien wij instemmen met omploegen, dan wordt de jonge aanplant uitgesloten van de verzekering met de bekendmaking van deze beslissing. Indien wij het omploegen van de jonge aanplant afwijzen, dan vergoeden wij het kwantitatieve opbrengstverlies dat zich in het daaropvolgende jaar voordoet, beperkt tot 30% van het verzekerde bedrag voor de jonge aanplant in het eerste standjaar en beperkt tot 70% van het verzekerde bedrag voor de jonge aanplant in het tweede en derde standjaar.
2. Verzekerde schade en kosten voor aanplant met volle opbrengst Aspergeaanplant vanaf het vierde standjaar geldt in die zin als aanplant met volle opbrengst. Als een aspergeaanplant met volle opbrengst door een verzekerd voorval wordt beschadigd, dan vergoeden wij het daaruit voortvloeiende kwantitatieve opbrengstverlies in het jaar na het schadevoorval. Overige opbrengstverliezen in de daaropvolgende jaren of andere gevolgschade worden niet vergoed.
3. Verplichtingen
U dient ons op de hoogte te stellen van de kosten voor het ruimen c.q. het omploegen alsmede de kosten van de vervangende beplanting (inclusief de daarvoor benodigde materialen) zodra de betreffende kosten zijn ontstaan. Op ons verzoek moeten deze kosten met passende documenten worden bewezen.
4. Schadevergoeding
a) De uitkering van schadevergoeding voor het opbrengstverlies in het volgende jaar wordt, in afwijking van Art. 20 I. nr. 2 AHMGVV, al uitgekeerd in het verzekeringsjaar waarin de aspergeplanten door een van de verzekerde gevaren zijn beschadigd.
b) In afwijking van Art. 18 nr. 3 AHMGVV vindt geen aftrek plaats van economische voordelen die het gevolg zijn van het ruimen of opnieuw zaaien.
5. ‘Eigen risico met eigen bijdrage’, maximale-vergoedingsgrens
Tenzij anders overeengekomen, zijn de bepalingen van Art. 5 I. nr. 3 BHMGVV van toepassing.
Art. 27 Clausule met betrekking tot de verzekering van wintergroenten (KWG)
1. Verlenging van de aansprakelijkheidsperiode
a) De aansprakelijkheidsperiode kan op uw aanvraag tegen een premietoeslag van 10% worden verlengd tot na 15 juni voor winteruien en tot na 30 april van het oogstjaar voor andere wintergroenten. De aanvraag moet uiterlijk 5 dagen voor het desbetreffende einde van de aansprakelijkheid worden ingediend.
b) Indien voor groente in de volle grond die in het jaar van zaaien of planten reeds – ten minste gedeeltelijk - zijn geoogst, de verzekeringsdekking moet worden voortgezet voor het ongeoogste deel dat na 15 november van het oogstjaar (regulier einde van de aansprakelijkheid) nog op het veld staat, dient een aanvraag tot verlenging van de verzekeringsdekking worden ingediend. Voornoemde aanvraag dient uiterlijk op 1 november van het jaar van zaaien/planten door ons te zijn ontvangen. Wij behouden ons het recht voor om voor deze verlenging van de aansprakelijkheidsperiode een premietoeslag te berekenen.
2. Voortzetting aan het einde van de overeenkomst
Indien de verzekeringsovereenkomst aan het einde van een verze- keringsjaar eindigt, dan wordt de verzekering ten aanzien van de wintergroenten beschouwd als te zijn voortgezet tot de oogst ervan, doch niet langer dan tot 15 juni van het oogstjaar.
Art. 28 Clausule met betrekking tot groentezaailingen (KGS)
In geval van schade door hagel, storm of zware regenval aan groente- zaailingen in de periode tussen het ter beschikking stellen voor aanplant en het planten op de verzekerde landbouwgrond, wordt de desbetreffende schade aan de zaailingen in dit verband vergoed indien de direct plantklare planten als gevolg van het verzekerde gevaar niet meer geschikt zijn om aan te planten. De aansprakelijkheid vangt aan met het ter beschikking stellen van de zaailingen voor het planten, voor zover de zaailingen zich ten tijde van het schadevoorval op de verzekerde landbouwgrond of in de onmiddellijke nabijheid van deze landbouwgrond bevinden; echter op zijn vroegst op 1 januari van het oogstjaar. De schadevergoeding wordt bere- kend op basis van de aangetoonde kosten voor vervangende zaailingen. Indien de verzekerde landbouwgrond om agrotechnische redenen niet langer met groenten als opvolgend gewas kan worden beteeld of indien vervanging van de zaailingen onmogelijk is omdat zij niet beschikbaar zijn, dan worden ook de kosten voor vervangende zaailingen elders vergoed. De uitkering is beperkt tot maximaal 10% van het verzekerde bedrag van de landbouwgrond (het perceel waarop de zaailingen zouden worden geplant).
Art. 29 Clausule met betrekking tot de verzekering van industriefruit/ sapfruit (KMIS7)
(alleen van toepassing indien overeengekomen)
Wij vergoeden alleen de schade die aantoonbaar optreedt als kwantitatief opbrengstverlies van de verzekerde vruchten als gevolg van één van de verzekerde gevaren en voorvallen.
Art. 30 Top60 Hagelverzekering van speciale gewassen (ZVSTS7 NL)
(alleen van toepassing indien dit aanvullende product is overeengekomen) De Top60 Hagelverzekering kan binnen de teeltsector speciale gewassen
alleen worden afgesloten voor de gewasgroepen aardbeien, steenfruit, bessen, ui-familie, groenten, blad- en stengelgroenten, koolsoorten, wor- tel- en knolgroenten en voor peulvruchten consumptie. De aanvullende verzekering heeft alleen betrekking op het verzekerde gevaar hagel.
1. Schadebeoordeling
Tenzij hieronder anders bepaald zijn alle volgende bepalingen van toepassing
– de "Clausule met betrekking tot de verzekering van aardbeien (QVES7)" voor aardbeien;
– de "Clausule met betrekking tot de verzekering van steenfruit (QVSS7) voor steenfruit;
– de "Clausule met betrekking tot de verzekering van uien (QVUS7) voor uien en
– de "Clausule met betrekking tot de verzekering van groenten (QVG)" voor blad- en stengelgroenten, koolsoorten, wortel- en knolgroenten en voor peulvruchten consumptie.
2. Verzekerde kosten (toeslag "Top60 Hagelverzekering")
a) Naast de schadevergoeding van de kwantitatieve en kwalitatieve schade aan de desbetreffende verzekerde gewassen, betalen wij schadevergoeding voor de verhoogde sorteerkosten en andere door hagel veroorzaakte extra kosten, in de vorm van een forfaitaire procentuele toeslag voor deze door de deskundigen vastgestelde schadepercentage. Afgezien daarvan worden geen andere kosten en schade vergoed. Voor uien geldt het forfaitaire toeslagpercentage vanaf het ontwikkelingsstadium, het 5- tot 6-bladstadium (BBCH-code 41), voor erwten en bonen vanaf de vruchtontwikkeling (BBCH-code 71) en voor de overige verzekerbare groentegewassen vanaf het begin van de ontwikkeling van de vegetatieve plantdelen c.q. van het gewas (BBCH-code 41).
b) De toeslag bedraagt 60% en wordt forfaitair toegekend over het schadepercentage die door de deskundigen is vastgesteld overeenkomstig de onder 1. vermelde kwaliteitsclausule. Het schadepercentage na de toeslag is het "bruto schadepercentage ".
3. ‘Aftrekbare franchise, maximale schadevergoeding
a) ZVST10 S7 (altijd van toepassing binnen dit aanvullende product) In afwijking van Art. 5 I. nr. 2 - 3 BHMGVV, wordt het overeenkomstig nr. 2.b hierboven berekende bruto schadepercentage verminderd met in elk afzonderlijk geval overeengekomen ‘aftrekbare franchise’. Van 01-04 tot en met 30-09 bedraagt het aantal %-punten van de aftrek 10. Indien het schadepercentage per schadevoorval gedurende deze periode 50% of meer bedraagt, dan ontvangt u een maximale schadevergoeding van 70% van het verzekerde bedrag. Van 01-10 tot en met 31-03 bedraagt het aantal %-punten van de aftrek 20. Indien het schadepercentage per schadevoorval gedurende deze periode 56% of meer bedraagt, dan ontvangt u een maximale schadevergoeding van 70% van het verzekerde bedrag.
b) ZVST20S7 (alleen van toepassing indien overeengekomen)
In afwijking van Art. 5 I. nr. 2-3 BHMGVV, het bruto schadepercentage die is berekend krachtens nr. 2.b hierboven, worden verminderd met de ‘aftrekbare franchise’ dat telkens is overeengekomen. Het aantal %-punten van de ‘aftrekbare franchise’ bedraagt 20.
Als het schadepercentage per schadevoorval 63% of hoger is, dan krijgt u maximaal de maximale schadevergoeding van 70% van het verzekerde bedrag uitgekeerd.
4. Premietoeslag
Voor de aanvullende verzekering "Top60 Hagel" moet de overeenge- komen toeslag op de basis-voorschotpremiestelling worden betaald.
5. Aanvullende bepalingen
De aanvullende verzekering Top60 Hagelverzekering voor speciale gewassen is vanaf het moment dat zij is afgesloten van toepassing voor de gehele looptijd van de overeenkomst; zij kan niet afzonderlijk worden opgezegd. Wijzigingen zijn alleen mogelijk op schriftelijke aanvraag en alleen met onze toestemming. De aanvullende verzekering dekt de gehele teelt binnen de bestaande overeenkomst, ook op later toegevoegde percelen. Zij kan niet worden afgesloten voor afzonderlijke landbouwgronden.
6. Bijzondere bepaling eigen risico
Bij een bruto-schadepercentage krachtens nr. 2b van deze paragraaf is, in afwijking van Art. 5 I. 3. c) BMGVV, een ‘integrale franchise’ van toepassing van 10% voor schade veroorzaakt door het verzekerde gevaar hagel voor de gewassen van de gewasgroepen peulvruchten consumptie en wortel- en knolgroenten.
Art. 31 Clausule met betrekking tot de verzekering van speciale gewassen met een afnamegarantie (ZVSAS7)
(alleen van toepassing indien overeengekomen)
De verzekering van speciale gewassen met een afnamegarantie kan slechts
worden afgesloten voor de volgende gewassoorten binnen de teeltsector speciale gewassen: spinazie, sla zacht, sla hard, ijsbergsla, rucola, baby leaf, pluksla, bloemkool, broccoli, spruitkool ongetopt, spruitkool getopt, rode kool, witte kool, winterpeen, waspeen, cichorei, consumptiebonen, bruine bonen, consumptie-erwten, doperwten, kapucijners, tuinbonen, prei, dille, bieslook, overige specerijkruiden, overige geneeskrachtige planten en overige geneeskrachtige en kruiden voor zaad. De aanvullende verzekering heeft alleen betrekking op het verzekerde gevaar hagel.
1. Verzekerde schade
a) Wij betalen schadevergoeding voor het aan de verzekerde gewassen aantoonbaar door hagel veroorzaakte kwantitatieve en kwalitatieve opbrengstverlies; voor kwantiteits- en kwaliteitsverlies wordt een totale schadepercentage vastgesteld.
b) Wij betalen ook voor schade met betrekking tot een afnamegarantie.
2. Afnamegarantie
De afnamegarantie moet verband houden met de kwaliteitsschade. Het is van toepassing vanaf het begin van de ontwikkeling van de vegeta- tieve delen van de plant of van het gewas (BBCH 41), voor erwten en bonen vanaf het begin van de vruchtontwikkeling (BBCH 71). Indien het schadepercentage voor het kwaliteitsverlies ten minste 16% bedraagt en het schadepercentage voor het kwaliteitsverlies van de teeltpositie (b.v. door sortering) niet onder de 16% kan worden gebracht, en de partij van deze teeltpositie derhalve door de koper niet voor de beoogde afzet wordt aanvaard, dan is er sprake van total loss-situatie met een schadevergoeding van 60% van het verzekerde bedrag.
3. Premie
Voor de aanvullende verzekering "Afnamegarantie" is de overeenge- komen toeslag op de basis-voorschotpremiestelling verschuldigd.
Art. 32 Clausule met betrekking tot de verzekering van fruit onder een beschermingssysteem tegen hagel (KOHS)
(altijd van toepassing, tenzij anders overeengekomen)
1. Algemene bepalingen
Op de verzekering van fruit onder een beschermingssysteem tegen ha- gel zijn de Algemene voorwaarden hagel- en meergevarenverzekering (AHMGVV) en de Bijzondere voorwaarden hagel- en meergevarenver- zekering (BHMGVV) van toepassing, alsmede de Premiebepaling (PB), tenzij uit deze "Clausule met betrekking tot de verzekering van fruit onder een beschermingssysteem tegen hagel" andere bepalingen voortvloeien.
2. Gewasgroep, gewassoorten
Fruit onder een beschermingssysteem tegen hagel wordt ingedeeld in de gewasgroep "hardfruit onder een hagelnet" of in de gewasgroep "steenfruit en tafeldruiven onder een hagelnet". Welke soorten fruitge- wassen tot deze gewasgroep behoren, is te vinden in het Codeoverzicht gewassoorten (zie deel E).
3. Verzekerd gebied
Alleen de fruitgewassen appels, peren, steenfruit en tafeldruiven die afgedekt zijn door middel van een beschermingssysteem zijn tegen hagel verzekerd. Daarbij zijn de buitenste plantrijen van het gesloten beschermingssysteem tegen hagel (randzones van het beschermings- systeem tegen hagel) uitgesloten van verzekeringsdekking tegen hagel, tenzij een volledige afdekking door het beschermingssysteem tegen hagel is gegarandeerd.
4. Aansprakelijkheidsperiode
a) Normale aansprakelijkheidsperiode
De aansprakelijkheidsperiode voor alle verzekerde gevaren en voorvallen, met uitzondering van hagel, wordt vastgesteld krachtens Art. 3 BHMGVV.
b) Bijzondere aansprakelijkheidsperiode
In afwijking van Art. 3 BHMGVV, wordt voor hagel een bijzondere aansprakelijkheidsperiode vastgesteld:
aa) Onze aansprakelijkheid vangt aan na het sluiten van de hagelnetten boven het desbetreffende verzekerde fruitgewas en eindigt - mits het hagelnet gesloten is - met de voltooiing van de oogst van het fruitgewas, uiterlijk op 15 november van het oogstjaar.
bb) De aansprakelijkheid eindigt - binnen voornoemde periode - telkens op het moment waarop het hagelnet zich niet meer boven het verzekerde fruitgewas bevindt.
cc) Speciale aansprakelijkheidsperiode voor appels en peren: Wij zijn - in afwijking van nr. 0.x.xx - wel aansprakelijk voor hagel gerelateerd oogstverlies, dat zich voordoet tijdens de periode van een tijdelijk geopend hagelnet als de hagel zich voordoet in de periode tussen 15 september van het oogstjaar en de voltooiing van de oogst.
c) De aansprakelijkheid eindigt in ieder geval op het moment dat het beschermingssysteem tegen hagel zijn functie niet meer vervult, met name wanneer het door bv. xxxxx of storm zodanig is beschadigd dat de beoogde beschermende functie niet meer bestaat of aanzienlijk is verminderd. De aansprakelijkheid wordt pas weer van kracht wanneer de werking van het beschermingssysteem tegen hagel is hersteld.
5. Verzekerde schadevoorvallen
In afwijking van Art. 5 II. nr. 1 AHMGVV ("Schade bij hagel"), betalen wij bij hagel de kwantiteits- en kwaliteitsschade aan de verzekerde fruitgewassen als gevolg van directe beschadiging of vernietiging van verzekerde vruchten door xxxxx, namelijk
– binnen de aansprakelijkheidsperiode ondanks een gesloten bescher- mingssysteem tegen hagel of
– binnen de in nr. 3 genoemde bijzondere aansprakelijkheidsperiode voor appels en peren bij een niet gesloten beschermingssysteem tegen hagel.
Het kwantiteits- en kwaliteitsverlies wordt beoordeeld voor alle ver- zekerde schadevoorvallen bij verzekerd steenfruit onder een hagelnet zoals beschreven in Art. 23 "Clausule met betrekking tot de verzekering van steenfruit" en bij verzekerd hardfruit onder een hagelnet zoals beschreven in Art. 25 "Clausule met betrekking tot de verzekering van hardfruit".
6. Niet verzekerde schade en kosten
De verzekering biedt geen dekking voor schade aan gewassen veroor- zaakt door het beschermingssysteem tegen hagel, bijvoorbeeld als:
– het hagelnet losraakt en tegen de fruitgewassen slaat;
– het beschermingssysteem tegen hagel door hagel of storm geheel of gedeeltelijk wordt vernield en op de fruitgewassen valt of deze omtrekt;
– het beschermingssysteem tegen hagel in brand vliegt en de gewassen eronder daardoor schade oplopen.
Kosten voor het opruimen of verwijderen van het beschadigde xxxxxxx- xxxxxxxxxxxx tegen xxxxx zijn niet verzekerd.
7. Bijzondere verplichtingen
U dient ervoor te zorgen dat de geldende installatieaanbevelingen van de leverancier/fabrikant voor het desbetreffende beschermingssysteem tegen hagel in acht zijn genomen en zorgvuldig zijn toegepast. Het systeem moet volgens de laatste stand van de techniek en de goede beroepspraktijk zijn opgebouwd en jaarlijks op goede werking, met name stabiliteit en draagkracht, worden gecontroleerd.
Indien aan een van de bovengenoemde vereisten niet is voldaan, zijn wij ontslagen van onze verplichting uitkeringen te betalen krachtens Art. 16 AHMGVV.
8. Verplichtingen in geval van een verzekerd voorval
In geval van een verzekerd voorval moeten beschadigde onderdelen van het beschermingssysteem tegen hagel worden bewaard tot de eerste inspectie in het kader van de schadebeoordelingsprocedure en moeten zij aan de deskundigen worden getoond.
9. Einde van de verzekeringsdekking
Ongeacht de functionele doeltreffendheid van het beschermingssys- teem tegen hagel:
– witte, kristalkleurige of doorzichtige netten na het 8e gebruiksjaar, grijze netten na het 10e gebruiksjaar en zwarte netten na het 12e gebruiksjaar;
– constructies met houten kolommen na het 12e gebruiksjaar en constructies met voorgespannen betonnen kolommen of gegalva- niseerde stalen kolommen na het 20e gebruiksjaar.
Wij behouden ons het recht voor een jaarlijkse controle van het be- schermingssysteem tegen hagel uit te voeren.
Art. 33 Clausule met betrekking tot de verzekering van fruit onder een beschermingssysteem tegen regen (KORS)
(altijd van toepassing, tenzij anders overeengekomen)
1. Algemene voorschriften
Op de verzekering van fruit onder een beschermingssysteem tegen re- gen zijn de Algemene voorwaarden hagel- en meergevarenverzekering (AHMGVV) en de Bijzondere voorwaarden hagel- en meergevarenver- zekering (BHMGVV) van toepassing, alsmede de Premiebepaling (PB), tenzij uit deze "Clausule met betrekking tot de verzekering van fruit onder een beschermingssysteem tegen regen" andere bepalingen voortvloeien.
2. Gewasgroep, gewassoorten
Fruit onder een beschermingssysteem tegen regen wordt ingedeeld in de gewasgroep "Fruit onder een beschermingssysteem tegen regen". Welke soorten fruitgewassoorten tot deze gewasgroep behoren, is te vinden in de Codeoverzicht gewassoorten (zie deel E).
3. Verzekerd gevaar, speciaal verzekerd gevaar
De definities van de verzekerde gevaren en voorvallen staan in Art. 2 AHMGVV. Het bijzondere verzekerde voorval binnen deze verzekering van "Fruit onder een beschermingssysteem tegen regen" is neerslag (regen) als gevolg van het weer.
4. Aansprakelijkheidsperiodes, aansprakelijkheidsvoorwaarden
a) Gewone aansprakelijkheidsperiode
De aansprakelijkheidsperiode voor de verzekerde gevaren en voorvallen is voor wat betreft het begin gebaseerd op Art. 3 BHMGVV.
b) Bijzondere aansprakelijkheidsperiode
De bijzondere aansprakelijkheidsperiode vangt aan met het sluiten van het beschermingssysteem tegen regen over de verzekerde gewassen. Het bedekken met het beschermingssystemen tegen regen moet ten minste 3 weken voor het begin van de oogst plaatsvinden. Deze bijzondere aansprakelijkheidsperiode eindigt met de voltooiing van de oogst, uiterlijk op 15 november van het oogstjaar.
aa) De normale aansprakelijkheidsperiode voor de verzekerde gevaren hagel, storm en zware regen wordt beëindigd door het begin van de bijzondere aansprakelijkheidsperiode. Binnen de bijzondere aansprakelijkheidsperiode zijn de verzekerde gevaren hagel, storm en zware regen alleen verzekerd indien het beschermingssysteem tegen regen boven de vruchten gesloten was.
bb) Het bijzondere gevaar neerslag als gevolg van het weer is alleen verzekerd binnen de bijzondere aansprakelijkheidsperiode.
5. Verzekerde schadevoorvallen en schadebeelden
In aanvulling op Art. 5 II. AHMGVV ("Schadevoorvallen en schadebeel- den") is ook schade verzekerd die ontstaat doordat een opgetrokken beschermingssysteem tegen regen of delen daarvan door hagel, storm of vuur zijn beschadigd of vernield en als gevolg van het daardoor ontstane gebrek aan afdekking door de inwerking van een met het weer verband houdende regen) de zoete kersen openbarsten of de frambozen aan de oppervlakte worden vernield of op plekken zacht worden.
6. Verzekerde schade
Wij vergoeden kwantiteits- en kwaliteitsverlies van de onder een be- schermingssysteem tegen regen verzekerde vruchten in de bijzondere aansprakelijkheidsperiode, dat aantoonbaar is veroorzaakt door het bijzondere verzekerde gevaar.
De beoordeling van het kwantiteits- en kwaliteitsverlies bij verze- kerde zoete kersen vindt plaats zoals beschreven in Art. 23 BHMGVV ("Clausule met betrekking tot de verzekering van steenfruit") en bij verzekerde frambozen zoals beschreven in Art. 22 XXXXXX ("Clausule met betrekking tot de verzekering van bessen").
7. Onverzekerde schade
De verzekering biedt geen dekking voor schade aan gewassen veroor- zaakt door het beschermingssysteem tegen regen, bijvoorbeeld als:
– de beschermingsafdekking tegen regen losraakt en tegen de fruit- gewassen slaat;
– het beschermingssysteem tegen regen door xxxxx of storm wordt vernield en op de fruitgewassen valt c.q. deze omtrekt;
– het beschermingssysteem tegen regen in brand vliegt en de gewassen eronder daardoor schade oplopen.
8. Verplichtingen
U dient ervoor te zorgen dat de geldende installatieaanbevelingen van de leverancier/fabrikant voor het desbetreffende beschermingssysteem tegen regen in acht zijn genomen en zorgvuldig zijn toegepast. Het systeem moet volgens de laatste stand van de techniek en de goede beroepspraktijk zijn opgebouwd en jaarlijks op goede werking, met name stabiliteit en draagkracht, worden gecontroleerd. Indien aan een van de bovengenoemde vereisten niet is voldaan, zijn wij ontslagen van onze verplichting uitkeringen te betalen krachtens Art. 16 AHMGVV.
9. Verplichtingen in geval van een verzekerd voorval
Het optreden van een verzekerd voorval onder deze aanvullende ver- zekering moet worden gemeld binnen 2 dagen nadat de neerslag de verzekerde vruchten heeft aangetast als gevolg van de ontbrekende beschermingsafdekking tegen regen. De vernielde c.q. beschadigde onderdelen van het beschermingssysteem tegen regen moeten worden bewaard tot de eerste inspectie in het kader van de schadebeoorde- lingsprocedure en moeten aan de deskundigen worden getoond.
D. Bijzondere bepalingen
I. Opmerkingen Art. 34 Overig
Voor zover in deze Bijzondere Voorwaarden wordt verwezen naar de
"AHMGVV", worden daarmee de Algemene voorwaarden hagel- en meer- gevarenverzekering bedoeld.
Art. 35 Premie en de subsidie ervan
Onder bepaalde voorwaarden kan de verzekeringspremie worden gesubsi- dieerd of kunnen reeds betaalde verzekeringspremies worden terugbetaald door het "Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit", overeen- komstig hun bepalingen.
De toekenning van een bepaald subsidiepercentage (volledige subsidie of gedeeltelijke subsidie) is afhankelijk van welke componenten (bv. verschil- lende eigen bijdragen) bij het verzekeringsproduct "Secufarm7®" worden gekozen. De keuze voor een volledig in aanmerking komend of een gedeel- telijk in aanmerking komend verzekeringsproduct maakt u bij de aanvraag. Kiest u voor een verlaging van de aftrekbare franchise volgens Art. 5 I. nr. 1a e n/of integrale franchise volgens Art. 5 I. nr. 1c tot een waarde van 20 % of m inder van de verzekerde som (bruto jaaropbrengst), dan wordt het daarvoor vereiste premieaandeel afzonderlijk vermeld op de polis of de factuur en komt dat premiedeel niet in aanmerking voor subsidie.
II. Wijziging van de verzekeringsvoorwaarden Art. 36 Aanpassing en bloc
Wij hebben het recht de verzekeringsvoorwaarden en bloc te wijzigen voor wat betreft de bepalingen inzake een gewassoort of een gewasgroep, als- mede de bepalingen inzake de verzekeringsbijdrage (verzekeringspremie), en deze te vervangen door een aangepaste bepaling.
Wij zullen u schriftelijk (al dan niet elektronisch) via aangepaste verzeke- ringsvoorwaarden in kennis stellen van de wijziging en de datum vermelden waarop de aanpassing van kracht wordt.
U heeft het recht om de nieuwe versie uiterlijk 30 dagen voor de inwerking- treding van de aanpassing schriftelijk af te wijzen indien en voor zover de wijziging ten nadele van u als verzekeringnemer is.
Indien u correct en tijdig van dit opzeggingsrecht gebruik maakt, eindigt de desbetreffende verzekeringsovereenkomst na ontvangst door ons van de afwijzende verklaring; alleen de overeenkomst waarop de aanpassing betrekking heeft, kan worden opgezegd.
Een dergelijke opzeggingsmogelijkheid wordt niet gegeven indien de aanpassing
– plaatsvindt op basis van een wetswijziging of een nieuwe wettelijke regeling of op basis van nieuwe of wijzigende overige bepalingen (bv. EU-regelgeving) met gevolgen voor de verzekeringsovereenkomst;
– niet ten nadele van u als verzekeringnemer is.
Gewasgroep Zaden | |
370 | Voederwortelen voor zaad |
371 | Bieten voor zaad |
372 | Graszaad |
373 | Voederkruiden voor zaad |
Gewasgroep Stek van wijnranken | |
532 | Enten |
Gewasgroep Hop | |
570 | Hop |
Gewasgroep Wijndruiven | |
501 | Wijndruiven |
Gewasgroep Tabak |
E. Codeoverzicht gewassoorten
I. Teeltsector akkerbouwgewassen (A)
Gewasgroep Graan | |
GS-code | Gewassoort |
101 | Winterrogge |
102 | Wintertarwe |
103 | Wintergerst |
104 | Wintertriticale |
105 | Winterhaver |
111 | Zomerrogge |
112 | Zomertarwe |
113 | Zomergerst |
114 | Zomertriticale |
121 | Zomerhaver |
123 | Durum tarwe |
124 | Spelt |
131 | Winter-halmvruchten-mengsel |
130 | Zomer-halmvruchten-mengsel |
145 | Gehele graanplantwinning |
320 | Boekweit |
321 | Gierst |
Gewasgroep Peulvruchten veevoeder | |
170 | Erwten veevoeder |
171 | Consumptiebonen droog |
172 | Veldbonen |
173 | Sojabonen |
174 | Tuinbonen droog |
175 | Linzen |
176 | Wikkezaad |
178 | Lupine (bitter) |
179 | Lupine (zoet) |
190 | Veldbonen-halmvruchten-mengsel |
191 | Doperwten-halmvruchten-mengsel |
192 | Peulvruchten-halmvruchten-mengsel |
193 | Lupine-halmvruchten-mengsel |
Gewasgroep Maïs | |
281 | Snijmaïs |
282 | Korrelmais |
203 | Maïs voor zaad |
Gewasgroep Bieten | |
401 | Suikerbieten |
402 | Voederbieten |
402 | Voederwortelen |
403 | Koolraap |
404 | Bietenblad |
930 | Cichorei |
Gewasgroep Aardappelen | |
450 | Pootaardappelen (NAK gekeurd) |
451 | Consumptieaardappelen |
452 | Primeuraardappelen |
453 | Industrieaardappelen |
454 | Zetmeelaardappelen met zetmeelopbrengstverlies |
455 | Pootaardappelen (TBM) |
151 | Aardpeer |
Gewasgroep Oliehoudende zaden | |
301 | Winterkoolzaad |
302 | Zomerkoolzaad |
303 | Raapzaad |
304 | Boterzaad |
305 | Lijnzaad |
306 | Blauwmaanzaad |
307 308 310 | Zonnebloemen Mosterdzaad Siletta |
311 | Overige oliehoudende zaden (bv. karwij) |
Gewasgroep Vezelplanten | |
330 | Vlas-vezel |
331 | Vezelhennep |
332 | Overige vezelplanten |
Gewasgroep Speciale Energie-/Voederplanten |
590 Tabak
140 Gras/kruiden
II. Teeltsector speciale gewassen (S)
1. Fruit
Gewasgroep Hardfruit | |
GS-code | Gewassoort |
801 | Appelen |
802 | Overige Peren |
804 | Peren (Conference) |
803 | Kweeperen |
Gewasgroep Steenfruit | |
834 | Abrikozen |
830 | Kersen, zuur |
831 | Kersen, zoet |
832 | Nectarine |
832 | Perzik |
833 | Pruimen |
833 | Reine-Xxxxxx |
833 | Kwetsen |
Gewasgroep Aardbeien | |
810 | Aardbeien normale teelt |
820 | Aardbeien doordragers |
821 | Aardbeien, gekoeld (los van de grond) |
Gewasgroep Bessen | |
812 | Blauwe bessen |
813 | Bramen |
811 | Frambozen |
814 | Vlierbessen |
815 | Aalbessen |
818 | Veenbessen |
816 | Kruisbessen |
817 | Wilde- en blauwe bessen |
Gewasgroep Tafeldruiven | |
845 | Tafeldruiven |
Gewasgroep Kastanjes/noten | |
841 | Noten |
840 | Kastanjes |
Gewasgroep Industriefruit/sapfruit | |
864 | Bessenfruit voor sap, uitgezonderd vlier en zwarte aalbessen |
862 | Vlierbessen voor sap |
863 | Zwarte Aalbessen voor sap |
860 | Hardfruit voor sap |
861 | Steenfruit voor sap |
Gewasgroep Hardfruit onder hagelnet | |
891 | Appels onder hagelnetten |
892 | Peren onder hagelnetten |
Gewasgroep Steenfruit onder hagelnet | |
893 | Steenfruit onder hagelnetten |
Fruit onder bescherming tegen regen | |
889 | Frambozen o. regenbeschutting |
890 | Kersen (zoet) o. regenbeschutting |
Gewasgroep Gewasgroep Asperges/Rabarber | |
609 | Asperge 1e jaar (geen productie) |
612 | Rabarber |
611 | Asperge, groen per jaar |
610 | Asperge, wit per jaar |
2. Groenten
150
Voederkool
Gewasgroep Wortel- en Knolgroenten | |
677 | Witlofpennen |
688 | Xxxxxx met afnamegarantie |
741 | Knolvenkel |
671 | Bospeen |
670 | Parijse-/was-/breekpeen |
686 | Winterpeen |
687 | Winterpeen met afnamegarantie |
678 | Mierikswortel |
679 | Pastinaken |
680 | Peterseliewortel |
672 | Radijs |
674 | Rammenas met loof |
673 681 682 | Rammenas zonder loof Rode biet Schorseneren |
676 | Bleekselderij |
675 | Knolselderij |
684 | Koolraap |
681 | Witte biet |
683 | Cichorei |
780 | Wortels zonder loof met afnamegarantie |
Gewasgroep Peulvruchten consumptie | |
630 | Consumptiebonen, bruine bonen |
782 | Consumptiebonen, bruine bonen met afnamegarantie |
631 | Tuinbonen |
788 | Tuinbonen met afnamegarantie |
632 | Consumptie-erwten, doperwten, kapucijners |
784 | Erwten met afnamegarantie |
Gewasgroep Groente zeer kleine oppervlakten | |
759 | Groente, zeer kleine oppervlakten (max 1,00 ha.) |
3. Overige speciale gewassen
Gewasgroep Plantgoed | |
970 737 739 | Aardbeienplantmateriaal, opkweek Afharding groenteplanten Preiplanten |
740 | Koolplanten / plantmateriaal opkweek / selderijplanten |
710 | Aspergeplanten |
Gewasgroep Bloembollen | |
264 | Anemonen, Sneeuwklokjes, Krokussen |
265 | Hyacinten |
266 | Irissen |
267 | Botanische tulpen |
268 | Keizerskroon |
269 | Dahlia’s, ranonkels |
270 271 272 | Freesia‘s Leliebollen (geen zaad en schubben) Zantedeschia’s |
273 | Leliezaad en -schubben |
274 | Knolbegonia’s incl. wachtbedden |
275 | Pioenrozen x.xx. de wortel |
977 | Overige bloembollen |
978 | Tulpen |
Gewasgroep Sierteeltgewassen | |
983 | Droogbloemen |
931 | Asters |
912 | Chrysanthemum (geplozen) |
913 | Chrysanthemum (tros) |
914 | Dianthus (trosanjers, duizendschoon) |
915 | Gypsophila (gipskruid) |
916 | Helianthus (zonnebloem) |
917 | Brassica (sierkool) |
918 | Lelie, snijbloemen |
919 | Tulp, snijbloemen |
980 | Overige snijbloemen |
Gewasgroep Vrucht- en productiehout | |
972 | Vruchthout (zonder frambozen) |
973 | Frambozenstruiken |
277 278 | Bramenstruiken Bessenstruiken |
Gewasgroep Blad- en Stengelgroenten | |
613 | Babyleaf, Pluksla |
617 | Babyleaf, Pluksla met afnamegarantie |
618 | IJsbergsla |
619 | IJsbergsla met afnamegarantie |
603 | Veldsla |
604 | Warmoes |
608 | Rucola |
616 | Rucola met afnamegarantie |
602 | Sla hard (bv. andijvie) |
601 | Sla zacht (bv. krop/botersla) |
615 | Sla hard met afnamegarantie |
614 | Sla zacht met afnamegarantie |
605 | Spinazie |
606 | Raapstelen |
607 | Winterspinazie |
790 | Spinazie met afnamegarantie |
Gewasgroep Ui-familie | |
694 | Knoflook |
691 | Prei - zomer |
662 | Prei - herfst |
663 | Prei - winter |
664 | Prei - industrie |
690 | Gele zaaiuien, sjalotten, zilveruien |
787 | Zaaiuien met afnamegarantie |
692 | Bosuien, zomer |
696 | Plantuien 2e jr. |
779 | Plantuien met afnamegarantie |
665 | Plantuien 1e jr. |
667 | Plantuien 1e jr. afnamegarantie |
697 | Rode zaaiuien |
771 | Rode zaaiuien met afnamegarantie |
691 | Winteruien |
693 | Bosuien, winter |
786 | Prei met afnamegarantie |
791 | Uien met afnamegarantie |
895 | Sjalotten |
896 | Sjalotten met afnamegarantie |
Gewasgroep Vruchtgroenten | |
742 | Artisjokken |
626 | Aubergine |
620 | Komkommers |
621 | Pompoenen |
622 | Meloen |
743 | Mini-maïs |
623 | Paprika |
627 | Schilkomkommers |
624 | Tomaten |
625 | Courgette |
744 | Suikermaïs |
628 | Sierpompoenen |
Gewasgroep Koolgroenten | |
640 | Bloemkool |
781 | Bloemkool met afnamegarantie |
641 | Broccoli |
656 | Broccoli met afnamegarantie |
659 | Chinese kool veiling |
660 | Chinese kool bewaar |
643 | Boerenkool |
689 | Boerenkool |
644 | Kool - m.u.v. rode/witte kool |
647 | Koolrabi veiling |
646 | Koolrabi industrie |
648 | Spruitkool ongetopt |
654 | Spruitkool ongetopt met afnamegarantie |
649 | Rode kool bewaring/versmarkt |
657 | Rode kool bewaring/versmarkt met afnamegarantie |
651 | Spitskool |
645 | Witte kool bewaring/versmarkt |
658 | Witte kool bewaring/versmarkt met afnamegarantie |
796 | Witte kool industrie |
798 | Rode kool industrie |
652 653 655 | Savooiekool Spruitkool getopt Spruitkool getopt met afnamegarantie |
Gewasgroep Potplanten en containergewassen | |
242 | Siergrassen/bamboe in container |
283 | Ov. boomkw.gew. pot/c. |
Ov. sier.gewas. cont. tot i bl. | |
212 | Overige sierteeltgewassen in potten/container tot af- levering buiten |
Gewasgroep Boomkwekerijproducten (productie in volle grond) | |
962 244 | Bos- en haagplantsoen volle grond Bos- en haagplantsoen zaailingen (1e-jaars) |
963 | Conifeerachtigen volle grond |
245 | Abies, picea en pinus (volle grond) |
246 | Onderstammen voor hardfruit |
247 | Veredeling voor hardfruit |
248 | Hardfruit (veredeld) 1-2 jarig |
249 | Verstapeld hardfruit |
250 | Wild en moeren voor hardfruit |
251 | Onderstammen voor steenfruit |
252 | Steenfruit (veredeld) 1-2 jarig |
253 | Verstapeld steenfruit |
254 | Zaailingen voor steenfruit |
964 | Fruitbomen- en struiken volle grond |
965 | Heesters in volle grond |
255 | Amelanchier, cornus |
256 | Ribes, corylus, deutzia |
257 258 259 | Buxus, berberis Hulst, laurierkers Viburnum (heester) |
260 | Rhododendron in volle grond |
966 | Laanbomen |
Gewasgroep Snij- en trekheesters | |
933 | Cornus (kornoelje) |
934 | Corylus (hazelaar) |
935 | Continus (pruikenboom) |
936 | Forsythia |
937 | Hydrangea (hortensia) |
938 | Hypericum (hertshooi) |
939 | Ilex besdragend (hulst) |
945 | Ilex zonder bes (hulst) |
946 | Leycesteria |
947 | Ligustrum (liguster) |
948 | Malus (sierfruit) |
949 | Photinia |
969 | Prunus |
984 | Rosa (bottel) |
985 | Salix (wilg) |
986 | Seringen/ syringa trekbaar (2e jaar) |
219 | Skimmia (met bloem) |
988 | Seringen trekbaar (1e jaar) |
989 | Snijheesters overige |
204 | Symphoricarpos (sneeuwbes) |
205 | Trekheesters overige |
206 | Viburnum (snijheester) |
207 | Weigela |
Premiebepaling Secufarm® 7 (PB Secufarm S7 NL 23)
A. Jaarpremie
a) Rechtsgrondslagen
De regelingen voor een Versicherungsverein auf Gegenseitigkeit (VVaG) , met name die betreffende de te betalen premies, zijn te vinden in de Duitse wet inzake het toezicht op verzekeringen (Versicherungsaufsichtsgesetz (VAG)) onder het kopje ‘Versicherungsvereine auf Gegenseitigkeit’.
Aanvullende regelingen inzake de jaarpremie zijn te vinden in de statuten.
b) Samenstelling
De jaarpremie bestaat uit de voorschotpremie, die eventueel met een nodig wordende naheffing wordt verhoogd en eventueel met de statutaire premieterugbetaling wordt verminderd.
c) Verzekering voor niet-leden
Er hoeft geen naheffing te worden voldaan bij betaling van een aanvullend bedrag op de voorschotpremie, waarvan de hoogte ofwel ieder jaar opnieuw wordt vastgesteld of hetzelfde blijft gedurende de duur van de verzekeringsovereenkomst. Het aanvullende bedrag bedraagt gedurende de duur van de
Gewasgroep Geneeskrachtige planten en specerijplanten | |
920 | Vingerhoed (digitalis) |
921 | Johanneskruid |
922 | Kamille |
925 | Mariadistel (zaad) |
926 | Pepermunt |
927 | Zonnehoed (Echinacea) |
929 | Overige geneeskrachtige planten |
901 | Bonenkruid |
908 | Bladselderij |
902 | Dille |
903 | Dragon |
923 | Koriander (blad) |
924 | Tuinkers |
905 | Marjolein |
906 | Peterselie |
907 | Bieslook |
909 | Overige specerijkruiden |
928 | Citroenmelisse |
940 | Dille met afnamegarantie |
941 | Bieslook met afnamegarantie |
943 | Overige kruiden met afnamegarantie |
944 | Overige geneeskrachtige planten met afnamegarantie |
Gewasgroep Zaadwinning van speciale gewassen | |
956 | Amaranth voor zaad |
704 | Bonen voor zaad |
950 | Dille voor zaad |
705 | Erwten voor zaad |
951 | Venkel voor zaad |
706 | Komkommers voor zaad |
703 | Kool/peen/pompoen voor zaad |
715 | Korianderzaad |
952 | Tuinkers voor zaad |
904 | Karwijzaad |
955 | Blauwmaan voor zaad |
953 | Peterselie voor zaad |
910 | Bloemzaden, plant 50 cm en lager |
911 | Bloemzaden, plant hoger dan 50 cm |
707 | Prei voor zaad |
708 | Radijs voor zaad |
709 | Rettich voor zaad |
702 | Sla voor zaad |
954 | Bieslook voor zaad |
957 | Overige geneeskrachtige planten voor zaad |
956 | Overige specerijkruiden voor zaad |
711 | Spinazie voor zaad |
701 | Uien voor zaad |
942 | Geneeskrachtige planten en kruiden voor zaad met afnamegarantie |
Gewasgroep Potplanten en containergewassen | |
208 | Perkplanten in potten/container |
209 | Potanjers in potten/container |
210 | Primula buiten/ binnen |
211 | Chrysant (pot en bol) |
982 | Azalea |
213 | Cactus in potten/container |
214 | Hydrangea (hortensia) in potten/container |
215 | Potroos in potten/container |
217 | Aucuba/Cotoneaster |
218 | Euonymus |
958 | Conifeerachtigen in pot/containers |
959 | Fruitbomen in pot/containers |
960 | Heesters in containers |
987 | Skimmia |
220 | Buddlei, ceanothus in container |
000 | Xxxxxxxxxx, xxxxx, xx container |
222 | Spirea in container |
223 | Klimplanten o.a. in container |
224 | Hedera in container |
225 | Clematis in container |
226 | Kamperfoelie in container |
227 | Rodondendron in container |
228 240 243 241 | Laan- en sierbomen in container Rozen in container Vaste planten in container Rots- en alpineplanten in container |
overeenkomst 15% van de voorschotpremie en de zekerheidstoeslag is gebaseerd op de in het eerste verzekeringsjaar vastgestelde hoogte.
d) Premieterugbetaling
Jaarlijkse overschotten worden conform de statuten uitgekeerd als premieterugbetaling. De premieterugbetaling wordt berekend in honderdsten van de voorschotpremie.
B. Premie
I. Algemeen deel
1. Voorschotpremie
a) Samenstelling
De voorschotpremie bestaat per verzekeringsovereenkomst uit premiestelling en zekerheidstoeslag.
De zekerheidstoeslag wordt ieder jaar opnieuw vastgesteld. Deze wordt berekend in honderdsten van de premiestelling.
De voorschotpremie wordt voor € 100,- van het verzekerde bedrag berekend.
b) Minimale voorschotpremie
De minimale voorschotpremie is de minimaal te betalen voorschot- premie per verzekeringsovereenkomst, wanneer na berekening van de verzekeringspremie een bepaald minimumbedrag niet wordt bereikt.
De minimale voorschotpremie bedraagt per verzekerings- overeenkomst in teeltsector A € 25,-, bij bodemproducten in teeltsector S € 50,-.
2. Premiestelling
a) Samenstelling
De premiestelling wordt bepaald op basis van het plaatselijke gevaar (tarief) en op basis van de gevoeligheid van de afzonderlijke gewassoorten voor de verzekerde gevaren (gevarenklasse). Het per verzekeringsovereenkomst geldende tarief is te vinden in de tariefindeling, de per gewassoort geldende gevarenklasse in de gevarenklasse-indeling.
b) Tariefindeling
Vanwege de grote omvang van deze tabel wordt er afgezien van een afdruk van de tariefindeling. Op verzoek wordt het tarief medegedeeld voor de verzekeringslocatie waarop de verzekeringsovereenkomst van toepassing is.
c) Gevarenklassenindeling
De betreffende gewassoort is, afhankelijk van het verzekerde gevaar, ingedeeld in een gevarenklasse. Conform de betreffende gevarenklasse wordt er een factor op het tarief toegepast om de premiestelling te bepalen. Vanwege de grote omvang van deze tabel wordt er afgezien van een afdruk van de gevarenklassen. Op verzoek wordt de gevarenklasse en de factor medegedeeld voor de gewassen waarop de verzekeringsovereenkomst van toepassing is.
3. Premietoeslagen
Toeslagen worden in overeenstemming met de betreffende overeenkomst geheven.
4. Buitengewone premieaanpassing
Wij hebben het recht de voorschotpremie van de door het verzekerde voorval getroffen overeenkomst te verhogen bij wijze van een buitengewone premieaanpassing. Als een buitengewone premieaanpassing noodzakelijk blijkt, wordt deze u in de verzekeringsperiode per welke de aanpassing van toepassing is, vóór 1 april medegedeeld.
U kunt de verzekering met onmiddellijke ingang opzeggen binnen een maand na ontvangst van het bericht van verhoging. De verzekering vervalt dan bij ontvangst van de opzegging.
5. Bepaling meerjarenkorting
a) Voorwaarden
Bij meerderjarige verzekeringsovereenkomsten wordt er een meerjarenkorting toegekend conform onderstaand punt nr. 5.b. De meerjarenkorting vervalt wanneer de overeenkomst na afloop van de duur van de meerjarenovereenkomst alleen nog telkens met een jaar wordt verlengd.
b) Hoogte
De meerjarenkorting bedraagt bij minstens 5-jarige verzekerings- overeenkomsten voor deze overeengekomen overeenkomstduur 10% van de voorschotpremiestelling.
c) Terugvordering
Wanneer een meerjarige overeenkomst met een minimale looptijd van 5 jaar voordat het vijfde overeenkomstjaar afloopt, wordt beëindigd, kan de voor deze overeenkomstduur toegekende meerjarenkorting (zie I. nr. 5.b) worden teruggevorderd.
6. Toeslag voor teeltlijst
Er dient, tenzij anders overeengekomen of anders geregeld in deze bijzondere verzekeringsvoorwaarden (BHMGVV S7 NL 23), een toeslag te worden betaald voor het opstellen van de bij iedere verzekeringsovereenkomst in te dienen teeltlijst. De te betalen toeslag wordt voldaan door middel van een forfaitaire vergoeding, die per teeltlijst € 7,50 bedraagt. Dit bedrag wordt verlaagd tot € 5 per teeltlijst wanneer u de opgave zonder hulp van een verzekeringsagent online indient door middel van de internetteeltlijst (WEB AV®).
7. Assurantiebelasting, heffingen.
De assurantiebelasting ofoverige heffingen worden in overeenstemming met de wettelijke (overheids-)voorschriften geheven.
II. Premiesysteem Secufarm® Preambule
Deze voorwaarden gelden voor verzekeringsovereenkomsten die worden
afgerekend volgens het premiesysteem Secufarm®.
1. No-claimklassen Secufarm®
a) No-claimklassepercentage
Iedere verzekeringsovereenkomst wordt in een no-claimklasse (SF- klasse) ingedeeld. Uit de no-claimklasse blijkt de procentwaarde van de te betalen voorschot-premiestelling (no-claimklassepercentage). No-claimklassen M geven het malus-gebied aan, no-claimklassen B het bonusgebied. De afzonderlijke no-claimklassen met de bijbehorende no-claimklassen stellingen blijken uit de betreffende bonus/malus-ladder.
b) Bonus/malus-ladder
Voor teeltsector A geldt bonus/malus-ladder (SFKTA), voor teeltsector S bonus/malus-ladder (SFKTS).
c) Wijziging no-claimklasse
De no-claimklasse wijzigt afhankelijk van de schadebelasting van de overeenkomst.
Na ieder schadevrije jaar stijgt bij een indeling in het bonusgebied de no-claimklasse op basis van de betreffende bonus/malus- ladder in het daaropvolgende jaar met één no-claimklasse; bij een indeling in het malusgebied daalt de no-claimklasse op basis van de betreffende bonus-/malusladder in het daaropvolgende jaar met één no-claimklasse.
De stijging van de no-claimklasse in het bonusgebied respectievelijk de daling in het malusgebied wordt onderbroken indien bij de overeenkomst in het desbetreffende verzekeringsjaar geen bodemproducten worden verbouwd.
2. Terugzetten no-claimklasse na uitkering van schadevergoeding
a) Na betaling van een schadevergoeding wordt de overeenkomst afhankelijk van de schadevoet ingedeeld in de schadecategorieën S1, S2 of S3. De schadevoet wordt per jaar berekend uit de verhouding van de totale netto schadevergoedingsuitkering op grond van de overeenkomst tot het totale verzekerd bedrag van de overeenkomst. Dit zo berekende percentage wordt vervolgens naar in de branche bekend gebruik op hele getallen afgerond.
b) Bodemproducten van de teeltsector A (akkerbouw) worden bij een schadevoet t/m 5% in de categorie S1 ingeschaald, bij een schadevoet van 6% t/m 25% vindt een inschaling in de categorie S2 plaats en bij een schadevoet vanaf 26% een inschaling in de categorie S3.
c) Bodemproducten van de teeltsector S worden bij een schadevoet t/m 15% in de categorie S1 ingeschaald, bij een schadevoet van 16% t/m 35% vindt een inschaling in de categorie S2 plaats en bij een schadevoet vanaf 36% een inschaling in de categorie S3.
d) Na betaling van een schadevergoeding wordt de overeenkomst in het daarop volgende jaar in de no-claimklasse binnen de teeltsector A in overeenstemming met bonus/malus-ladder „SFKTA“ en binnen de teeltsector S volgens bonus/malus-ladder „SFKTS“ in een bepaalde lagere no-claimklasse ingedeeld.
e) Deze wijziging van de no-claimklasse geeft u geen recht tot opzegging.
Bonus-malusladder Teeltsector A (SFKTA) | Schadevoetafdeling | |||
S 1 | S 2 | S 3 | ||
No-claim- klasse | Voorschot- premie- stelling | tot 5% | 6% tot 25% | vanaf 26% |
M 10 | 150% | M 10 | M 10 | M 10 |
M 09 | 145% | M 10 | M 10 | M 10 |
M 08 | 140% | M 10 | M 10 | M 10 |
Bonus-malusladder Teeltsector A (SFKTA) | Schadevoetafdeling | |||
S 1 | S 2 | S 3 | ||
M 07 | 135% | M 10 | M 10 | M 10 |
M 06 | 130% | M 09 | M 10 | M 10 |
M 05 | 125% | M 08 | M 09 | M 10 |
M 04 | 120% | M 07 | M 08 | M 10 |
M 03 | 115% | M 06 | M 07 | M 09 |
M 02 | 110% | M 05 | M 06 | M 08 |
M 01 | 105% | M 04 | M 05 | M 07 |
B 00 | 100% | M 03 | M 04 | M 06 |
B 01 | 100% | M 03 | M 04 | M 06 |
B 02 | 100% | M 03 | M 04 | M 06 |
B 03 | 100% | M 03 | M 04 | M 06 |
B 04 | 100% | M 03 | M 04 | M 06 |
B 05 | 100% | M 02 | M 03 | M 05 |
B 06 | 100% | M 02 | M 03 | M 05 |
B 07 | 100% | M 02 | M 03 | M 05 |
B 08 | 100% | M 02 | M 03 | M 05 |
B 09 | 100% | M 02 | M 03 | M 05 |
B 10 | 100% | B 00 | M 02 | M 04 |
B 11 | 100% | B 00 | M 02 | M 04 |
B 12 | 100% | B 00 | M 02 | M 04 |
B 13 | 100% | B 00 | M 02 | M 04 |
B 14 | 100% | B 00 | M 02 | M 04 |
B 15 | 100% | B 00 | M 02 | M 04 |
B 16 | 100% | B 00 | M 02 | M 04 |
B 17 | 100% | B 00 | M 02 | M 04 |
B 18 | 100% | B 00 | M 02 | M 04 |
B 19 | 100% | B 00 | M 02 | M 04 |
B 20 | 100% | B 00 | M 01 | M 03 |
Bonus-malusladder Teeltsector S (SFKTS) | Schadevoetafdeling | |||
S 1 | S 2 | S 3 | ||
No-claim- klasse | Voorschot- premie- stelling | tot 15% | 16% tot 35% | vanaf 36% |
M 10 | 130% | M 10 | M 10 | M 10 |
M 09 | 127% | M 10 | M 10 | M 10 |
M 08 | 124% | M 10 | M 10 | M 10 |
M 07 | 121% | M 10 | M 10 | M 10 |
M 06 | 118% | M 09 | M 10 | M 10 |
M 05 | 115% | M 08 | M 09 | M 10 |
M 04 | 112% | M 07 | M 08 | M 10 |
M 03 | 109% | M 06 | M 07 | M 09 |
M 02 | 106% | M 05 | M 06 | M 08 |
M 01 | 103% | M 04 | M 05 | M 07 |
B 00 | 100% | M 03 | M 04 | M 06 |
B 01 | 100% | M 03 | M 04 | M 06 |
B 02 | 100% | M 03 | M 04 | M 06 |
B 03 | 100% | M 03 | M 04 | M 06 |
B 04 | 100% | M 03 | M 04 | M 06 |
B 05 | 100% | M 02 | M 03 | M 05 |
B 06 | 100% | M 02 | M 03 | M 05 |
B 07 | 100% | M 02 | M 03 | M 05 |
B 08 | 100% | M 02 | M 03 | M 05 |
B 09 | 100% | M 02 | M 03 | M 05 |
B 10 | 100% | B 00 | M 02 | M 04 |
B 11 | 100% | B 00 | M 02 | M 04 |
B 12 | 100% | B 00 | M 02 | M 04 |
B 13 | 100% | B 00 | M 02 | M 04 |
B 14 | 100% | B 00 | M 02 | M 04 |
B 15 | 100% | B 00 | M 01 | M 03 |
III. Aanpassing en bloc
Wij hebben het recht de premiebepalingen Secufarm® die betrekking heb- ben op de bepalingen in de afzonderlijke gedeeltes (I. Nr. 1 t/m 6 en II. Nr. 1 en 2) of bonus/malus-ladder en bloc te wijzigen en door een aangepaste bepaling te vervangen.
Wij zullen u schriftelijk (al dan niet elektronisch) via aangepaste verzeke- ringsvoorwaarden in kennis stellen van de wijziging en de datum vermelden waarop de aanpassing van kracht wordt.
U heeft het recht om de nieuwe versie uiterlijk 30 dagen voor de inwerking- treding van de aanpassing schriftelijk af te wijzen indien en voor zover de wijziging ten nadele van u als verzekeringnemer is.
Indien u correct en tijdig van dit opzeggingsrecht gebruik maakt, eindigt
de desbetreffende verzekeringsovereenkomst na ontvangst door ons van de afwijzende verklaring; alleen de overeenkomst waarop de aanpassing betrekking heeft, kan worden opgezegd.
Een dergelijke opzeggingsmogelijkheid wordt niet gegeven indien de aanpassing
– plaatsvindt op basis van een wetswijziging of een nieuwe wettelijke regeling of op basis van nieuwe of wijzigende overige bepalingen (bv. EU-regelgeving) met gevolgen voor de verzekeringsovereenkomst;
– niet ten nadele van u als verzekeringnemer is.
Informatieblad gegevensverwerking
Met dit informatieblad wensen we u uitvoerig te informeren over de ver- werking van persoonsgegevens van belangstellenden (potentiële verzeke- ringsnemers), verzekeringsnemers, verzekerden en andere begunstigden van een verzekeringsovereenkomst door de Vereinigte Hagelversicherung Nederland en door de algemene directie van de Vereinigte Hagelversiche- rung VVaG, en over de rechten waarover u overeenkomstig de gegevensbe- schermingswetgeving beschikt.
De verantwoordelijke voor de gegevensverwerking is de VEREINIGTE HAGEL met zetel te Gießen (Duitsland):
Vereinigte Hagelversicherung VVaG Wilhelmstr. 25, D-35392 Gießen Tel.: x00 000 0000-0
Fax: x00 000 0000-000
xxxx@xxxxxxxxxx-xxxxx.xx Internet: xxx.xxxxxxxxxx-xxxxx.xx
Contactgegevens van onze functionaris voor gegevensbescherming Indien u vragen heeft over gegevensbescherming kunt u contact opnemen met de functionaris voor gegevensbescherming van de Vereinigte Hagelversi- cherung VVaG:
Per post:
VEREINIGTE HAGEL
- Datenschutzbeauftragter - Xxxxxxxxxxxxx 00, X-00000 Xxxxxx
Per e-mail: xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx@xxxxxxxxxx-xxxxx.xx
Opmerking
We verwerken uw persoonsgegevens met inachtneming van de Verorde- ning (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene ver- ordening gegevensbescherming), hierna “AVG” genoemd, de wet tot be- scherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens van 8 december 1992, evenals de overige relevante bepalingen inzake gegevensbescherming die in de toonaangevende nati- onale wetgeving zijn opgenomen. Wij leven ook de wet- en regelgeving inzake gegevensbescherming na, in het bijzonder de Gedragscode voor de verwerking van persoonsgegevens door verzekeraars.
Rechtsgronden en doeleinden van de gegevensverwerking
De definitie van persoonsgegevens blijkt uit art. 4 nr. 2 AVG, alsook uit art. 1 § 1 van de wet van 8 december 1992. Rechtsgrond voor deze verwerkingen van persoonsgegevens voor precontractuele en contractuele doeleinden is art. 6 lid 1 b) AVG en art 4 e.v. van de wet van 8 december 1992. De gege- vensverwerking om onze gerechtvaardigde belangen en die van derden te vrijwaren, gebeurt op basis van art. 6 lid 1 f) AVG. De gegevensverwerking ter nakoming van wettelijke verplichtingen gebeurt op basis van art. 6 lid 1 c) AVG. De gegevensverwerking is volgens art. 6 lid 1 a) AVG rechtmatig indien u uw toestemming heeft gegeven voor de verwerking van uw per- soonsgegevens voor een of meer specifieke doeleinden.
Nakoming van contractuele verplichtingen (art. 6 lid 1 b) AVG/ art. 5b van de wet van 8 december 1992)
We verwerken de persoonsgegevens bij een aanvraag tot het afsluiten van een verzekering (aanvraag voor een verzekeringsproduct en de prijs ervan voor indiening van de aanvraag). Wanneer een aanvraag tot verzekerings- dekking wordt ingediend en u een verzekeringsovereenkomst met ons wenst af te sluiten, hebben we de door u hierbij verstrekte gegevens no- dig om de overeenkomst af te sluiten en het door ons te dragen risico in te schatten. Als de verzekeringsovereenkomst tot stand komt, verwerken we deze gegevens voor de uitvoering van de contractuele relatie, bv. om de ver- zekeringspolis op te stellen, voor het dagelijks beheer van de overeenkomst, waaronder teeltregister, briefwisseling of facturatie. Voor zover een over- heidsorgaan of instantie subsidies voor de verzekeringspremie toekent, worden de noodzakelijke gegevens voor de berekening van deze subsidies op basis van uw uitdrukkelijke toestemming of op basis van artikel 6 lid 1b) AVG verwerkt en de gegevens worden tussen ons en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) (onderdeel van het Ministerie van Econo- mische Zaken en Klimaat) gewisseld. De precieze gegevens betreffende de landbouwgrond (bv. gegevens over grootte en ligging van de percelen met de daarop geteelde gewassen inclusief geografische gegevens voor zover aanwezig) hebben we nodig ter uitvoering van de verzekeringsovereen-
komst. Gegevens over de schade hebben we nodig om te kunnen bepalen of er sprake is van een schadegeval en hoe groot de schade is. Uw bankge- gevens zijn eveneens nodig om het betalingsverkeer te verrichten en in het bijzonder om uw schadevergoeding te kunnen uitkeren.
De gegevens van andere partijen die bij de verzekeringsrelatie betrokken zijn, zoals verzekerden of andere begunstigden of handelaars van produc- ten uit de verzekerde gewassenproductie (bv. bij contractteelt) worden eveneens ter nakoming van contractuele verplichtingen verwerkt.
Opmerking: het afsluiten of uitvoeren van de verzekeringsovereenkomst is niet mogelijk zonder de verwerking van uw persoonsgegevens. Indien er een contractuele of wettelijke verplichting tot mededeling van de ge- gevens bestaat en u weigert deze informatie te bezorgen, kan daaruit volgen dat we de overeenkomst niet kunnen afsluiten, een bestaande overeenkomst niet verder kunnen uitvoeren en moeten beëindigen of dat we niet tot uitkering gehouden zijn. In dat geval komt geen geautoma- tiseerde besluitvorming in de zin van art. 22 van de AVG tot stand, maar heeft u het recht de beslissing van de Vereinigte Hagelversicherung VVaG met een persoonlijke adviseur te bespreken.
Bovendien hebben we uw persoonsgegevens nodig voor het opstellen van verzekeringsspecifieke statistieken, bv. voor de ontwikkeling van nieuwe verzekeringsproducten of om te voldoen aan de wettelijke vereisten inzake toezicht op het verzekeringswezen. De gegevens van alle bestaande overeen- komsten gebruiken we voor een algemene beoordeling van de klantrelatie, bijvoorbeeld voor advies over een aanpassing of aanvulling van een overeen- komst, voor een coulancebeslissing of voor het geven van inlichtingen.
Op grond van wettelijke vereisten (art. 6 lid 1 c) AVG/art. 5 §2 c van de wet van 8 december 1992)
We verwerken uw persoonsgegevens ook ter nakoming van onze wet- telijke verplichtingen. Deze volgen uit reglementaire voorschriften, wet- telijke vereisten inzake toezicht op het verzekeringswezen, wettelijke meldingsplichten aan overheidsinstanties, commerciële en fiscale bewa- ringsplichten of onze informatie-, advies- en documentatieplicht.
In het kader van de belangenafweging (art. 6 lid 1 f) AVG/art. 5 §2 f van de wet van 8 december 1992)
In enkele gevallen verwerken we de gegevens bovenop de eigenlijke uit- voering van de overeenkomst ook voor doeleinden die niet rechtstreeks met uw verzekeringsovereenkomst samenhangen, en dit ter behartiging van onze gerechtvaardigde belangen of belangen van derden op grond van de algemene belangenafweging.
Voorbeelden:
- het instellen en handhaven van gerechtelijke vorderingen;
- procesvoering en verdediging bij rechtsgeschillen;
- vrijwaring van de IT-werking en de IT-veiligheid;
- controle en optimalisatie van procedures voor elektronische gegevens- verwerking;
- samenstelling en evaluatie van bedrijfsinterne gegevens, ook voor inter- ne controlling;
- het opstellen van statistieken;
- het maken van tarief- en bijdrageberekeningen.
Wanneer we omwille van een procesoptimalisatie gegevens aan gespeci- aliseerde dienstverleners overmaken en deze op eigen verantwoordelijk- heid werken, sluiten we met dergelijke dienstverleners overeenkomsten af; met deze overeenkomsten wordt gegarandeerd dat de dienstverleners een passend gegevensbeschermingsniveau bieden.
Mochten we uw persoonsgegevens willen verwerken voor een doel dat hierboven niet vermeld wordt, dan zullen we u hiervan in het kader van de wettelijke bepalingen vooraf op de hoogte brengen.
Verder verwerken we uw gegevens binnen het wettelijk toegelaten kader voor de reclame voor eigen verzekeringsproducten. Tegen een dergelijk gebruik kunt u te allen tijde zonder verdere formaliteiten en kosteloos, zonder opgave van reden en met werking voor de toekomst bezwaar maken. Bezwaren tegen het gebruik van uw gegevens voor reclamedoel- einden kunt u bv. per e-mail naar xxxx@xxxxxxxxxx-xxxxx.xx sturen. In en- kele gevallen verwerken we uw gegevens voor reclamedoeleinden enkel indien u hiertoe uitdrukkelijk uw toestemming heeft gegeven; deze toe- stemming vragen we u dan afzonderlijk.
Gegevensbronnen
In principe worden persoonsgegevens rechtstreeks bij u als betrokkene verza- meld; dit gebeurt in de eerste plaats door de verkooporganisatie. We verwer- ken de persoonsgegevens die we verzameld hebben of met naleving van de wettelijke gegevensbeschermingsvoorschriften wettelijk verkregen hebben, evenals de door u ter beschikking gestelde, respectievelijk van u ontvangen persoonsgegevens. Daartoe behoren ook gegevens (bv. gegevens over grond-
stukken, percelen, informatie van het kadaster en geografische informatie) die u ons uit andere bronnen (bv. overzicht percelen – Ingevulde gegevens Gecombineerde opgave: Grondgebonden Regelingen) rechtstreeks ter be- schikking heeft gesteld of die ons door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) in uw opdracht werden overgemaakt.
Anderzijds verwerken we persoonsgegevens die we uit voor het publiek toegankelijke bronnen verkregen hebben en mogen verwerken (bv. xxx- xxxxxxxxxxxxxx/lijst van schuldenaars, grondboeken/kadasterregisters, berichten in de media).
In bepaalde gevallen kunnen we persoonsgegevens via derden ontvangen. Voorbeelden:
- Gegevens kunnen we van zekerheidsstellers, kredietverleners of houders van vorderingen (bv. coöperatieve vennootschappen of banken naar aan- leiding van de overdracht van verzekeringsclaims of kredieten) verkrijgen, in het bijzonder de contactgegevens en informatie over de desbetreffende overeenkomst.
- Persoonsgegevens kunnen we van organisaties verkrijgen waarbij u als betrokkene aangesloten bent en waarmee we een zakelijke relatie on- derhouden.
- Gegevens over een betrokkene kunnen we in bepaalde gevallen van andere verzekeringsmaatschappijen verkrijgen, bv. bij meervoudige of dubbele verzekeringen.
- Voor zover u aan derden (bv. Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) Ministerie van Economische Zaken en Klimaat) de toestemming heeft gegeven om bepaalde persoonsgegevens naar ons door te sturen, verwerken we in het bijzonder de contactgegevens en de informatie over de desbetreffende overeenkomst; dit betreft voornamelijk de teeltgege- vens van de gecombineerde opgave (bv. alle gegevens over de percelen inclusief geografische gegevens).
- Gegevens over verzekerden of begunstigden verkrijgen we via onze verze- keringsnemer indien we de gegevens niet rechtstreeks bij deze personen kunnen verkrijgen. We verzamelen bv. de naam, adres en geboortedatum, persoonlijk identificatienummer, ondernemingsnummer van de betrokke- ne zodat we in geval van uitkering naar behoren kunnen handelen.
- Het is ook denkbaar dat uw gegevens door een tipgever aan ons overge- maakt worden.
Gegevensontvangers
Binnen de VEREINIGTE HAGEL hebben de diensten toegang tot uw gege- vens voor zover ze die ter nakoming van onze contractuele en wettelijke verplichtingen nodig hebben. Ook door ons ingezette verwerkers overeen- komstig art. 28 AVG kunnen voor deze doeleinden gegevens verkrijgen. In het kader van de overeenkomst kunnen gegevens aan derden worden overgemaakt. We onderscheiden de volgende categorieën ontvangers van persoonsgegevens:
a) Herverzekeraars
We verzekeren de door ons gedragen risico’s bij gespecialiseerde verzeke- ringsmaatschappijen (herverzekeraars). Het kan hiervoor nodig zijn dat we uw overeenkomst- en schadegegevens aan herverzekeraars doorgeven, zo- dat ze zich een eigen beeld kunnen vormen van het risico of het schadegeval. We geven uw gegevens niet systematisch aan herverzekeraars door, maar enkel voor zover dit nodig is voor de uitvoering van de met u bestaande ver- zekeringsovereenkomst, respectievelijk in de mate dat dit nodig is om onze gerechtvaardigde belangen te behartigen. De gegevensdoorgifte aan herver- zekeraars gebeurt in het kader van de algemene belangenafweging.
b) Verzekeringstussenpersonen, makelaars
Voor zover u voor uw verzekeringsovereenkomsten een beroep doet op een tussenpersoon of makelaar of aangestelde buitendienst medewer- kers, verwerken deze personen de adres- en contactgegevens, de aan- vraag-, overeenkomst- en schadegegevens die nodig zijn voor het af- sluiten en uitvoeren van de overeenkomst. We geven ook gegevens door aan bevoegde personen uit de verzekeringsdistributie voor zover ze de informatie nodig hebben om u in uw verzekeringsaangelegenheden bij te staan en te adviseren. De gegevens worden in dit verband ook overge- maakt aan administratiekantoren voor tussenpersonen.
Indien u na het afsluiten van de overeenkomst niet langer de bijstand van de oorspronkelijke tussenpersoon wenst, kunt u gebruik maken van uw recht van herroeping. Dit recht bestaat ook wanneer de bijstandspersoon om andere redenen door iemand anders opgevolgd wordt, bv. wanneer hij zijn activiteiten stopzet. We stellen u dan een nieuwe tussenpersoon voor, aan wie de nodige gegevens overgemaakt worden, zodat deze zijn taken naar behoren kan vervullen. We maken gegevens in principe aan verzekeringsdistributeurs (bv. tussenpersonen) over in het kader van een algemene belangenafweging of op wettelijke basis.
c) Schade-experts (taxateurs)
aa) Betrokkenen bij de schadebepaling
In het kader van de schadebepaling is het nodig persoonsgegevens en verdere gegevens van de verzekeringsovereenkomst m.b.t. de gewassen- verzekering, in het bijzonder alle gegevens betreffende de verzekerde teelt, de aard en omvang van de verzekeringsdekking en de schade, over te maken aan de schade-experts (taxateurs) die met de schadebepaling belast zijn, evenals aan andere bij de schadevaststelling betrokken perso- nen, zodat deze de nodige vaststellingen over de aard en omvang van de verzekerde schade kunnen doen.
bb) Betrokkenen bij het risico-onderzoek
Bij het afsluiten van een verzekeringsovereenkomst of een wijziging er- van volgt een risico-onderzoek in het verzekeringsproces, in bepaalde ge- vallen een onderzoek naar speciale risico’s, alsook een monitoring van de verzekerde teelten tijdens de duur van de verzekeringsovereenkomst. cc) Voor zover de gegevensdoorgifte niet ter nakoming van onze contrac- tuele verplichtingen gedaan wordt, gebeurt dit in het kader van de alge- mene belangenafweging.
d) Incassobedrijven, advocaten, curatoren, betrokkenen uit justitie, ge- dwongen tenuitvoerlegging
In bepaalde gevallen en indien daar aanleiding toe is, geven we persoons- gegevens door aan incassobedrijven, gerechtsdeurwaarders of advocaten- kantoren in het kader van buitengerechtelijk vorderingsmanagement, en om onze vordering tot verzekeringsbijdrage in het kader van een gerechtelijke procedure (bv. insolventieprocedure) veilig te stellen en te handhaven. Voor zover nodig informeren we eveneens de instanties (advocaten, rechtbanken, gerechtsdeurwaarders, enz.) die bevoegd zijn voor gerechtelijke (formele) of buitengerechtelijke (informele) vorderingen (bv. aanmaningsprocedures) en voor het doorzetten van onze vorderingen via gedwongen tenuitvoerlegging. Wanneer u het onderwerp bent van een faillissementsprocedure kan het no- dig zijn uw gegevens aan de curator door te geven.
e) Andere verzekeraars
In bepaalde gevallen, bv. bij meervoudige of dubbele verzekeringen, moe- ten de verzekeraars de persoonsgegevens onderling uitwisselen. Daarbij worden gegevens van de betrokkene doorgegeven, zoals naam en adres, aard en omvang van de verzekeringsdekking, het risico en de verzeke- ringswaarde, of informatie over de schade, zoals schadedatum, schade- omvang en het bedrag van een schadevergoeding.
De gegevensdoorgifte aan andere verzekeraars gebeurt in principe in het kader van de algemene belangenafweging en in enkele gevallen op basis van een toestemming, die we u dan afzonderlijk vragen.
f) Externe opdrachtnemers en dienstverleners, accountants
Voor de nakoming van onze contractuele en wettelijke verplichtingen doen we deels een beroep op andere ondernemingen. Opdrachtnemers zijn bijvoorbeeld IT-dienstverleners, druk- en verzenddienstverleners.
Accountants kunnen inzage in uw persoonsgegevens krijgen in het kader van door hen uit te voeren controles.
g) Overheden en andere instanties met publiekrechtelijke taken
Aan overheden en andere instanties met publiekrechtelijke taken maken we uw persoonsgegevens over wanneer we daar wettelijk of contractueel toe gerechtigd of verplicht zijn. Een dergelijke gegevensdoorgifte kan op aanvraag van een overheid gebeuren. Daarnaast worden uw persoonsge- gevens aan de belastingadviseur doorgegeven.
h) Overheden en instellingen tot uitvoering van steunprogramma’s
Voor zover u erin toegestemd heeft dat uw persoonsgegevens uitge- wisseld worden voor de uitvoering en afwikkeling van een Europees of nationaal steunprogramma (procedure tot het bekomen van financiële ondersteuning/tegemoetkomingen (subsidies) – de zogenaamde pre- miesubsidies), maken we aan de bevoegde en betrokken overheden en instellingen (bv. Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO)) de voor de procedure noodzakelijke gegevens over en verwerken de door u of door de overheid met uw toestemming ter beschikking gestelde gegevens. Dit geldt eveneens wanneer in samenhang met een steunprogramma gege- vens uitgewisseld worden met een tussenkomende instelling (bv. audit op de Regeling Brede weersverzekering door auditdienst van de Europese Commissie, NVWA, RVO en Ministerie LVN).
i) Verzekerden, begunstigden, derden als begunstigden, andere
Voor zover een verzekeringsuitkering niet of niet uitsluitend aan de ver- zekeringsnemer, maar volledig of gedeeltelijk aan een verzekerde, een begunstigde of een andere derde toekomt, worden aan deze betrokkenen persoonsgegevens doorgegeven. Voor zover deze gegevensdoorgifte niet ter nakoming van onze contractuele verplichtingen gedaan wordt, ge- beurt dit in het kader van de algemene belangenafweging.
Verdere gegevensontvangers kunnen instanties zijn waarvoor u ons uw toe-
stemming heeft gegeven om gegevens te verwerken en over te maken (bv. personen, diensten en instellingen die een verzekeringsbewijs benodigen).
Duur van de gegevensopslag
We verwerken uw persoonsgegevens voor de duur van de zakelijke relatie; dit omvat eveneens de periode van voorbereiding en afwikkeling van een verzekeringsovereenkomst. We wissen uw persoonsgegevens zodra ze niet meer nodig zijn voor de hierboven genoemde doeleinden. Daarbij kan het gebeuren dat persoonsgegevens worden bewaard voor de periode waarin vorderingen tegen ons ingesteld kunnen worden (de verjaringstermijn tegen een verzekeraar tot het doen van een uitkering verjaart door verloop van drie jaren). Voor zover een overheid of instelling met gegevens (met name teelt- gegevens, geografische gegevens) deel uitmaakt van de verzekeringsrelatie worden de gegevens bewaard zolang dit nodig is voor de controle van de daaruit voortvloeiende vorderingen. Verder slaan we uw persoonsgegevens op voor zover we daartoe wettelijk verplicht zijn. Dergelijke bewijs- en be- waarverplichtingen worden o.a. geregeld in de burgerlijke- en handelswet- geving en in de Nederlandse en Duitse belastingwetgeving. De verplichte bewaartermijnen bedragen in die gevallen maximaal tien jaar.
Beveiliging persoonsgegevens
Wij nemen passende technische en organisatorische maatregelen om de vertrouwelijkheid, integriteit en beschikbaarheid van persoonsgegevens te beschermen overeenkomstig de toepasselijke wet- en regelgeving, met inbegrip van de bescherming van persoonsgegevens tegen verlies, onge- oorloofde openbaarmaking of toegang, of tegen enige andere vorm van onwettige verwerking. De systemen en programma’s binnen VH zijn af- doende beveiligd. Werknemers die toegang hebben tot uw persoonlijke gegevens zijn in dit verband gebonden aan strikte vertrouwelijkheid.
Rechten
a) Recht om klacht in te dienen
U heeft het recht om klacht in te dienen bij een toezichthoudende autori- teit voor gegevensbescherming overeenkomstig artikel 77 AVG. De voor de verwerkingsverantwoordelijke rechtstreeks bevoegde toezichthoudende au- toriteit voor gegevensbescherming overeenkomstig art. 4 nr. 16 AVG en art. 56 AVG is: Hessischer Landesschutzbeauftragter, Xxxxxx-Xxxxxxxxxx-Xxxx 0, X-00000 Xxxxxxxxx (e-mail: xxxxxxxxxx@xxxxxxxxxxx-xxxxxx.xx).
U kunt eveneens een klacht richten aan de nationale toezichthouder, de Autoriteit Persoonsgegevens, (xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx)
b) Rechten van de betrokkenen
Als betrokkene kunt u via de bovenvermelde adressen (bv. van de functio- naris voor gegevensbescherming) informatie opvragen over de persoons- gegevens die we over u hebben opgeslagen (art. 15 AVG). Bovendien kunt u overeenkomstig art. 16 AVG de rectificatie van uw gegevens en overeen- komstig art. 17 AVG de wissing van uw gegevens vragen. Overeenkomstig art. 18 AVG heeft u eveneens een recht op beperking van de verwerking van uw gegevens onder de daarin bepaalde voorwaarden. Tenslotte beschikt u overeenkomstig art. 20 AVG over het recht om uw persoonsgegevens in een gestructureerde, gangbare en machineleesbare vorm te verkrijgen (recht op overdraagbaarheid van gegevens).
Recht van herroeping
Voor zover u voor de verwerking van uw persoonsgegevens uw toestem- ming heeft gegeven, kunt u deze toestemming te allen tijde herroepen. Een dergelijke herroeping maakt echter niet de wettigheid van de ver- werking met terugwerkende kracht ongedaan.
Recht van bezwaar
Wanneer we uw gegevens verwerken om gerechtvaardigde belangen te behartigen, kunt u tegen die verwerking bezwaar maken omwille van met uw specifieke situatie verband houdende redenen. We verwerken uw persoonsgegevens dan niet meer, tenzij we dwingende gerechtvaar- digde gronden voor de verwerking kunnen aanvoeren die zwaarder we- gen dan uw belangen, rechten en vrijheden of die verband houden met de instelling, uitoefening of onderbouwing van rechtsvorderingen.
U heeft het recht te allen tijde kosteloos en zonder opgave van redenen bezwaar te maken tegen de verwerking van uw persoonsgegevens voor direct marketingdoeleinden. Indien u als betrokkene bezwaar zou aan- tekenen tegen de verwerking voor direct marketingdoeleinden worden de persoonsgegevens dan niet meer voor deze doeleinden door ons ver- werkt.