Contract
1 Bijlage bij Aansluitingscontract Elektriciteit – Hoogspanning (1 kV < Un ≤ 36 kV)
2
3
4 Algemene voorwaarden
5 betreffende de Aansluitingen op het Elektriciteitsdistributienet Hoogspanning
6
7
8
9 Artikel 1 Toepassingsgebied en inhoud
3
3
11 2.1. Terminologie uit relevante wetgeving en voorschriften 3
12 2.2. Aanvullende terminologie 3
13 Artikel 3 Contractuele relatie DNB-DNG: doorwerking ten aanzien van derden
6
14 Artikel 4 Eigendomsbepaling van de Aansluiting
6
15 Artikel 5 Beheer van de Aansluiting
6
16 5.1. Beheer van de Aansluiting, en gebruik van functionele delen, door de DNB 6
17 5.2. Verplichtingen van de DNG 7
18 5.2.1. Voldoen aan toepasselijke voorschriften 7
19 5.2.2. Voorkomen van schade 7
20 5.2.3. Verlenen van toegang aan de DNB 7
21 5.2.4. Onderhoud en vervanging van componenten van de Aansluiting die eigendom zijn van de DNG 8
22 5.2.5. Geen beïnvloeding van communicatie-apparatuur 8
23 5.2.6. Aanwezigheid van een toegangshouder 8
24 5.3. Wegname van een ongebruikte aansluiting 9
25 Artikel 6 Wijzigingen aan de aansluiting met impact op het distributienet
9
26 Artikel 7 Bepalingen met betrekking tot de kwaliteit van de spanning
10
27 7.1. Voorzorgsmaatregelen en voorschriften door de DNG na te leven 10
29 7.1.2. Naleven van emissielimieten 11
30 7.1.3. Voorkomen van stroompieken 11
31 7.1.4. Voorkomen van beïnvloeding van de communicatiesignalen van de DNB (CAB – Centrale
33 7.2. Meting door de DNB ter controle van de spanningskwaliteit 12
34 7.2.1. Op initiatief van de DNB 12
35 7.2.2. Op vraag van de DNG 13
36 Artikel 8 Onvoorziene omstandigheden
13
37 Artikel 9 Algemene regeling inzake aansprakelijkheid van de DNB
14
38 9.1. De gevallen van aansprakelijkheid van de DNB en hun modaliteiten 14
40 9.1.2. Onderbrekingen en variaties van de spanning 14
41 9.1.2.1 Foutaansprakelijkheid 14
42 9.1.2.2 De gevallen van schade en de aansprakelijkheid van de DNB daarvoor 14
1 a) Lichamelijke schade en overlijden 14
2 b) Rechtstreekse materiële schade – forfaitaire berekening 15
3 c) Andere schade - exoneratie 15
4 d) Plafond Schadevergoeding 15
5 9.1.3. Werkzaamheden aan de Aansluiting 16
6 9.1.4. Laattijdige aansluiting en heraansluiting 16
7 9.2. Kennisgeving van aanspraak op schadevergoeding 17
9 9.4. Overmacht en noodsituatie 17
11 9.4.2. Gevallen van noodsituatie 17
12 Artikel 10 Overdracht en faillissement
18
15 Artikel 11 Betalingsmodaliteiten
18
16 11.1. Niet-periodieke Tarieven 18
17 11.2. Periodieke Tarieven 19
18 11.3. Geldend voor alle Tarieven 19
19 11.4. Vergoedingen en belastingen 19
22 11.7. Laattijdige betaling en buitendienststelling van de Aansluiting 20
23 11.8. Verbetering van facturen 21
24 11.9. Onrechtmatige afname van energie 21
25 11.10. Kosten buiten- en herindienststelling 21
21
27 Artikel 13 Geschillen en bevoegdheid
22
22
29 14.1. Interpretatie van de gebruikte termen 22
30 14.2. Wijzigingen en inwerkingtreding van het Aansluitingscontract en zijn Bijlagen 23
31
32
33
Artikel 1 Toepassingsgebied en inhoud
1
2 Het Aansluitingscontract bepaalt de rechten en verplichtingen tussen de Partijen inzake de
3 Aansluiting op het Hoogspanningsdistributienet (1 kV < Un ≤ 36 kV) voor Afname en / of Injectie van
4 elektriciteit. 5
6 Onderhavige bijlage omvat de algemene voorwaarden van het Aansluitingscontract. Deze zijn
7 integraal van toepassing met betrekking tot de in het Aansluitingscontract genoemde Aansluiting,
8 behoudens bijzondere afwijkingen en onverminderd de eventuele bijkomende afspraken, zoals
9 opgenomen in het door de Partijen ondertekende contract of in enige andere bijlage daarbij. 10
11 Het Aansluitingscontract wordt afgesloten ingevolge de bepalingen van het TRDE. 12
13 Deze algemene voorwaarden zijn niet van toepassing ten aanzien van consumenten (waarbij
14 “consument” gedefinieerd is in het Wetboek van economisch recht). In het geval dat een consument
15 over een Aansluiting op het Hoogspanningsdistributienet zou beschikken wordt een specifiek
16 Aansluitingscontract afgesloten. 17
18
20 2.1. Terminologie uit relevante wetgeving en voorschriften
21 Tenzij anders bepaald in de aanvullende terminologie hebben de in het Aansluitingscontract gebruikte
22 termen en begrippen, aangeduid met een hoofdletter, de betekenis zoals gedefinieerd in: 23
24 • het Vlaams decreet van 8 mei 2009 houdende algemene bepalingen betreffende het
25 energiebeleid inclusief alle latere wijzigingen (Energiedecreet); 26
27 • het Besluit van de Vlaamse Regering van 19 november 2010 houdende algemene bepalingen
28 over het energiebeleid inclusief alle latere wijzigingen (Energiebesluit); 29
30 • bijlage 1 van het Technisch Reglement Distributie Elektriciteit (TRDE) zoals vastgesteld en
31 gepubliceerd door de Vlaamse regulator voor de Elektriciteits- en Gasmarkt, de “VREG”; 32
33 • het AREI (Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties) en uit de bijhorende
34 uitvoeringsbesluiten; 35
36 • de Synergrid Voorschriften (de federatie van Elektriciteits- en Gasnetbeheerders in België)
37 gepubliceerd op de website van Synergrid (xxx.xxxxxxxxx.xx); 38
39 in de versie die geldig was op de datum van ondertekening van het Aansluitingscontract. 40
41
42 2.2. Aanvullende terminologie
43 Verder wordt onder de termen en begrippen opgenomen in het Aansluitingscontract en haar bijlagen
44 verstaan:
45
46 Antennenet: Een structuur van het distributienet, plaatselijk vervoernet van elektriciteit en
47 transmissienet, waarbij slechts één elektrische voedingsweg bestaat tussen de aangesloten
48 netgebruiker(s) en het stroomopwaarts gelegen deel van het Distributienet, Transmissienet of
49 Plaatselijk vervoernet van elektriciteit. 50
1
2 DNB: Distributienetbeheerder, conform de definitie opgenomen in het Energiedecreet. 3
4
5 DNG: Distributienetgebruiker, voor elektriciteit is dit dan de Elektriciteitsdistributienetgebruiker
6 conform de definitie opgenomen in het TRDE (technisch reglement distributie elektriciteit). 7
8
9 Eigenaar: Xxxx persoon die beschikt over een recht van eigendom, opstal of elk ander zakelijk recht
10 op een Vastgoed dat over een Aansluiting beschikt of de installatie waarop de Aansluiting betrekking
11 heeft. 12
13
14 ENTSO-E netwerk codes: De door de Europese Commissie goedgekeurde en gepubliceerde
15 netwerkcodes die zijn opgesteld in uitvoering van artikel 6 van de Verordening nr. 714/2009 van het
16 Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende de voorwaarden voor toegang tot het
17 net voor grensoverschrijdende handel in elektriciteit en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 18 1228/2003.
19
20
21 HS: Hoogspanning, conform de definitie opgenomen in het TRDE (technisch reglement distributie
22 elektriciteit). 23
24
25 Hoogspanningsdistributienet (HS-net): Het Elektriciteitsdistributienet op een spanning van 1 kV < 26 Un <= 36 KV.
27
28
29 Inplantingsplan van de Aansluiting: Grondplan met aanduiding van de afmeting van de cabine of
30 hoogspanningslokaal, en de afstanden van de cabine tot aan de rooilijn en de perceelgrenzen. 31
32
33 Klantencabine: Cabine waar het net van de DNB wordt verbonden met de installaties van de DNG. 34
35
36 LS: laagspanning, conform de definitie opgenomen in het TRDE (technisch reglement distributie
37 elektriciteit). 38
39
40 Laagspanningsdistributienet (LS-net): Het Elektriciteitsdistributienet op een spanning van Un < 1
41 kV. 42
43
44 Normale netuitbatingsomstandigheden of “N” of “N-toestand”: De netuitbatingssituatie waarbij er
45 geen enkele onbeschikbaarheid is van:
46
47 • een element van het distributienet van de DNB, en van
48 • een element van het gekoppeld hoger liggend net, en van
49 • een installatie bij een netgebruiker die functioneel deel uitmaakt van het Distributienet 50
51 dat zich bevindt op de elektrische voedingsweg tussen de netgebruiker en het hoger liggende
52 vermaasde net;
53 en waarbij er verder geen toestand van noodsituatie of overmacht van toepassing is. 54
Opmerking [A1]: Zie nota commentaar
55
56 “N-1” of “N-1 toestand”: Elke toestand van het Distributienet of gekoppeld net waarbij één element
57 van één van deze netten (zie verdere toelichting hieronder) onbeschikbaar is, en waarbij de DNB of
58 de beheerder van het gekoppeld net de nodige maatregelen heeft genomen om de netgebruikers
1 opnieuw te voorzien van spanning en tevens de operationele veiligheid van het net te handhaven.
2 Deze maatregelen betreffen meestal een verschakeling waardoor de netconfiguratie tijdelijk wordt
3 aangepast totdat het onbeschikbaar element terug beschikbaar is. 4
5 Deze onbeschikbaarheid kan het gevolg zijn van een gepland werk aan het elektriciteitsnet, of van
6 een incident. 7
8 Tot de elementen van het distributienet of gekoppeld net, waarvan de onbeschikbaarheid kan leiden
9 tot een N-1 toestand, behoren:
10 • een distributienetkabel of aansluitingskabel, of een kabelverbinding;
11 • een transformator HS/LS of HS/HS;
12 • een element uit het telecommunicatienetwerk waarvan de DNB gebruik maakt;
13 • de uitrustingen voor telebediening, telemeting of telesignalisatie;
14 • een beveiligingsapparaat. 15
16 dat zich bevindt op een mogelijke elektrische voedingsweg tussen de DNG en het hoger liggende
17 vermaasde transmissienet. 18
19
20 Opgegeven Voedingsspanning Uc: De Opgegeven Voedingsspanning Uc is, conform de definitie in
21 de norm EN 50160, over het algemeen gelijk aan de Nominale spanning Un van het distributienet.
22 Indien er een akkoord bestaat tussen de DNB en de DNG, waardoor op het contractueel
23 Toegangspunt een Voedingsspanning wordt geleverd die afwijkt van de Nominale spanning, dan
24 komt die geleverde spanning overeen met de Opgegeven Voedingsspanning Uc. 25
26
27 Partij: Distributienetgebruiker of Distributienetbeheerder 28
29
30 Partijen: Distributienetgebruiker en Distributienetbeheerder 31
32
33 Redundante netconfiguratie: Een structuur van het Hoogspanningsdistributienet en het gekoppelde
34 Distributienet, Transmissienet of Plaatselijk vervoernet, waarbij er kan geschakeld worden tussen
35 minstens twee mogelijke en volledig verschillende elektrische voedingswegen die de aangesloten
36 Klantencabines of distributiecabines met het stroomopwaarts gelegen vermaasde transmissienet
37 verbinden. 38
39
40 Synergrid Voorschriften: Technische voorschriften met betrekking tot elektriciteit, zoals
41 raadpleegbaar op de website van Synergrid (xxx.xxxxxxxxx.xx). 42
43
44 Tarief: De door de DNB gepubliceerde en door de bevoegde regulator goedgekeurde tarieven
45 conform de tariefstructuur vastgelegd door de bevoegde regulator. Bij het ontbreken van een of
46 meerdere van voorgaande eisen, betreft dit het voorlopig Tarief zoals vastgesteld door de DNB. 47
48
49 Vastgoed: Onroerend goed dat zowel het perceel zelf als enige constructie of installatie op het
50 perceel waarop een elektriciteitsinstallatie is gelegen omvat, waaronder, maar niet uitsluitend beperkt
51 tot, gebouwen of delen van het gebouw. 52
53
54 Voedingsspanning: De effectieve waarde van de spanning op een Toegangspunt, gemeten over
55 een gegeven tijdsinterval. 56
57
58
Artikel 3 Contractuele relatie DNB-DNG: doorwerking ten aanzien van derden
1
2
3 De DNG heeft als enige een contractuele relatie met de DNB voor wat de Aansluiting betreft. 4
5 De DNG verbindt er zich toe om de bepalingen van de onderhavige overeenkomst te laten
6 doorwerken in zijn verhoudingen met de hierna vermelde derden:
7
8 • alle netgebruikers die gebruik maken van de Aansluiting (zoals geïdentificeerd in het artikel
9 “identificatie van de Aansluiting” terug te vinden in het eigenlijke contract waarvan deze algemene
10 voorwaarden een bijlage zijn) of van elektrische installaties die, in voorkomend geval en mits
11 voldaan aan de specifieke wettelijke en procedurele bepalingen, via privékabels verbonden zijn
12 met de Aansluiting; 13
14 • alle Eigenaars die beschikken over een recht van eigendom, opstal of elk ander zakelijk recht op
15 een Vastgoed dat beschikt over de Aansluiting; 16
17 voor zover deze personen verschillen van de DNG zelf. 18
19 De DNG maakt zich sterk dat deze derden de eventuele noodzakelijke toestemmingen gegeven
20 hebben met het oog op het uitvoeren en naleven van de verplichtingen die op de DNG rusten op
21 grond van dit Aansluitingscontract. 22
23 Het onderhavige schept op geen enkele wijze een beding ten behoeve van één van de hoger
24 vermelde derden. 25
26 De Partijen leggen als enige verantwoording af ten aanzien van elkaar voor de naleving van alle
27 contractuele en wettelijke rechten en plichten voor alle personen die gebruik maken van de
28 Aansluiting. 29
30
31 Artikel 4 Eigendomsbepaling van de Aansluiting
32 Het Synergrid Voorschrift C1/117 geeft de verdeling weer tussen DNB en DNG met betrekking tot de
33 eigendom, onderhoud en exploitatie van de verschillende componenten van de Aansluiting. Indien
34 nodig kunnen specifieke nadere bepalingen in het Aansluitingscontract worden gespecifieerd. 35
36 Ook voor Aansluitingen die dateren van voor de inwerkingtreding van de C1/117, geldt de C1/117 als
37 referentie tenzij er al een andersluidende overeenkomst bestaat tussen DNB en DNG. 38
39 Het verstrijken van dit contract wijzigt in geen enkel opzicht de eigendomsrechten van de Aansluiting,
40 noch de bijhorende rechten en verplichtingen. 41
42
Opmerking [A2]: Heel vreemde toevoeging. DNG zal toch nooit met zichzelf contract sluiten, zich tov zz moeten sterkmaken, enz?
Dit kan toch geschrapt worden?
Opmerking [A3]: Het nut hiervan is eigenlijk onduidelijk.
Het relativiteitsbeginsel in contractenrecht: derden staan buiten contractuele relatie.
Artikel 1165 BW bepaalt dat overeenkomsten alleen gevolgen teweeg brengen tussen de contracterende partijen en dat overeenkomsten derden noch tot nadeel, noch tot voordeel kunnen strekken.
Het enige wat DNG als contractspartij opgelegd kan worden is zijn verantwoordelijkheid voor alles wat Aansluiting betreft: ook wat daarachter gebeurt. Dat volstaat op zich.
DNG verplichten clausules te doen doorwerken: tot daaraan toe: dat is oké, dat maakt de verantwoordelijkheid van DNG duidelijk.
Maar deze sterkmaking daar nog eens bovenop is toch echt niet nodig? Dat is toch gevat met bovenstaande?
Opmerking [A4]: Dat is de evidentie zelf. = relativiteitsbeginsel contractenrecht. Kan evt. na eerste zin ingevoegd worden, hoort meer daarbij.
43 Artikel 5 Beheer van de Aansluiting
44 5.1. Beheer van de Aansluiting, en gebruik van functionele delen, door de DNB
45 De DNB staat in voor de exploitatie, het onderhoud en de ontwikkeling van het distributienet, inclusief
46 de Aansluiting conform de Vlaamse energiewetgeving, zijnde het Vlaams Energiedecreet van 8 mei
47 2009, haar uitvoeringsbesluiten en in het bijzonder het TRDE. 48
1 Indien de Aansluiting ingelust is op het Hoogspanningsdistributienet van de DNB, maken de in- en
2 uitcellen van de Aansluiting functioneel deel uit van het Distributienet. De DNB heeft het recht deze
3 installaties kosteloos te gebruiken voor de doorvoer van stroom binnen het Distributienet. De
4 Klantencabine met daarin de componenten die eigendom zijn van de DNB of door de DNB
5 geëxploiteerd of onderhouden worden conform het van toepassing zijnde typeschema van de
6 Aansluiting zoals bedoeld in het Synergrid Voorschrift C1/117, maakt in elk geval een functioneel deel
7 uit van het Distributienet. De DNB kan de manier van uitbating of het gebruik van de componenten die
8 functioneel deel uitmaken van het Distributienet wijzigen of uitbreiden, in het kader van wijzigende
9 omstandigheden in het Distributienet (bijvoorbeeld naar aanleiding van een uitbreiding van het
10 Distributienet, waarbij de DNB een nieuwe distributienetkabel aanlegt die vertrekt vanaf een
11 vertrekcel in de Klantencabine). 12
13
14 5.2. Verplichtingen van de DNG
15 Deze verplichtingen in hoofde van de DNG strekken ertoe de DNB in staat te stellen de Aansluiting
16 goed te beheren. 17
18 5.2.1. Voldoen aan toepasselijke voorschriften
19 De DNG zorgt ervoor dat de installatie, de gebruikte materialen en beveiligingen van de Aansluiting,
20 die eigendom zijn van de DNG of door de DNG onderhouden worden, blijven voldoen aan de
21 relevante bepalingen uit de toepasselijke wetgeving, en uit volgende voorschriften:
22 • de Synergrid Voorschriften C2/112 tot en met C2/120, en
23 • de andere voorschriften die in deze Synergrid Voorschriften verder vermeld worden, en
24 • de “Aanvullende voorschriften aan het lastenboek Xxxxxxxxx X0/000” van de DNB die te
25 raadplegen zijn op de website van de DNB. 26
27
28 5.2.2. Voorkomen van schade
29 De DNG ziet toe op de goede werking en de goede staat van zijn installaties (inclusief het deel van de
30 Aansluiting dat zijn eigendom is, of waarover hij de effectieve controle of het gebruik heeft). 31
32 De DNG moet de nodige voorzorgen nemen om schade aan de Aansluiting te voorkomen. 33
34 De installaties van de DNG mogen bij de DNB of bij derden geen risico’s of schade van welke aard
35 dan ook veroorzaken, en in geval van het veroorzaken van storingen moeten deze binnen de in het
36 TRDE en / of de Synergrid-voorschriften vastgelegde marges vallen. 37
38 Iedere schade die het gevolg is van beschadigingen, afwijkingen of niet-conformiteiten op wettelijke,
39 technische, contractuele of reglementaire voorschriften van de Aansluiting, die door de DNG niet of
40 slechts laattijdig ter kennis gebracht werden aan de DNB volgens de verplichtingen van de DNG zoals
41 opgenomen in het TRDE, kan niet ten laste gelegd worden aan de DNB. De DNB is in dergelijk geval
42 niet aansprakelijk. De kennisgeving wordt geacht laattijdig te zijn wanneer deze niet gebeurde binnen
43 de termijnen die door de DNB worden bepaald in de documenten betreffende de Aansluiting en, bij
44 gebreke daaraan, indien deze niet gebeurde binnen een redelijke termijn nadat de DNG zelf kennis
45 genomen heeft van deze beschadiging, afwijking of niet-conformiteit. 46
47
48 5.2.3. Verlenen van toegang aan de DNB
49 De DNG garandeert op ieder ogenblik de toegankelijkheid tot installaties, conform de verplichtingen
50 die daartoe op de DNG rusten ingevolge het TRDE.
1
2 De DNB is niet aansprakelijk voor iedere beschadiging van de Aansluiting die veroorzaakt is op een
3 ogenblik waarop hij geen toegang had of kon hebben tot de Aansluiting of wanneer de DNG de
4 verplichtingen inzake toegankelijkheid van zijn installaties en de Aansluiting (inclusief de
5 Meetinrichting), zoals opgenomen in het TRDE, niet naleeft. 6
7 Indien de veiligheidsvoorschriften van de DNG bijkomende investeringskosten met oog op de
8 toegankelijkheid van diens Installaties en de Aansluiting (inclusief de Meetinrichting) veroorzaken,
9 worden deze gedragen door de DNG. 10
11
12 5.2.4. Onderhoud en vervanging van componenten van de Aansluiting die
13 eigendom zijn van de DNG
14 Als beheerder van de Aansluiting kan de DNB de DNG gelasten met het onderhoud, herstel of
15 vervanging van defecte of niet goed functionerende componenten van de Aansluiting waarvan de
16 DNG Eigenaar is of waarvoor het onderhoud is toegewezen aan de DNG conform C1/117. Dit is
17 onder meer het geval voor de stroommeettransformatoren en spanningsmeettransformatoren die deel
18 uitmaken van de Meetinrichting en, conform C1/117, eigendom zijn van de DNG. In afwijking van het
19 voorgaande kan, voor meetinrichtingen in open of metaalomsloten uitrustingen, die dateren van voor
20 1 juni 2006, de DNB op aanvraag zelf het onderhoud, herstelling en vervanging van de stroom- en
21 spanningsmeettransformatoren uitvoeren. 22
23 De DNB en DNG maken vooraf de nodige afspraken om de werken veilig en gecoördineerd te kunnen
24 uitvoeren. 25
26
27 5.2.5. Geen beïnvloeding van communicatie-apparatuur
28 De DNG zal op geen enkele wijze de communicatie met en van de Meetinrichting nadelig
29 beïnvloeden of onderbreken. De DNG waakt erover dat zijn installatie geen verstoring veroorzaakt
30 van de goede werking van de signalen die de DNB gebruikt voor zijn communicatie (zie verdere
31 bepalingen hierover in Artikel 7.1.4, specifiek voor CAB). 32
33 De DNG, draagt er zorg voor dat de communicatieopstelling door zijn toedoen niet beschadigd of
34 onklaar geraakt. 35
36 De DNG erkent het recht van de DNB om het voor de DNB meest optimale communicatiemedium,
37 nodig om de data voor het uitvoeren van zijn taak als Netbeheerder te verwerven (uit te wisselen), te
38 installeren en uit te baten bij de DNG. 39
40 De bijkomende kosten verbonden aan de keuze van alternatieve communicatiekanalen op voorstel
41 van de DNG of naar aanleiding van technische omstandigheden bij de DNG die het gebruik van het
42 door de DNB voorgestelde communicatiekanaal onmogelijk maken, zijn ten laste van de DNG. 43
44
45 5.2.6. Aanwezigheid van een toegangshouder
46 Naast de verplichtingen met betrekking tot de fysische Aansluiting is er conform het TRDE ook een
47 administratieve verplichting die moet worden ingevuld alvorens tot de effectieve indienstname
48 overgegaan kan worden of om de toegang tot het net te behouden. Wat de administratieve
49 verplichting betreft moet de DNG, voor elk Toegangspunt horende bij de Aansluiting, beschikken over
50 de nodige contracten met de Toegangshouders. Deze Toegangshouders staan op hun beurt in voor
51 het verkrijgen van toegang tot het Distributienet via het toegangscontract met de DNB. 52
1 Voor elke contractuele relatie (afname, injectie) tussen DNG en Toegangshouder, moet de
2 Toegangshouder beschikken over de nodige contracten met de DNB enerzijds en de
3 evenwichtsverantwoordelijke anderzijds, om de toegang tot, en het evenwicht op het net te vrijwaren. 4
5 De Toegangshouder xxxxx zich hiervoor aan bij de DNB voor het Toegangspunt in kwestie. Indien op
6 een Toegangspunt op het Distributienet geen Toegangshouder geregistreerd is in het
7 Toegangsregister heeft de DNB het recht de Aansluiting buiten dienst te stellen, na voorafgaande
8 schriftelijke verwittiging en motivatie van de DNG en rekening houdend met de geldende wettelijke
9 bepalingen, en ongeacht het feit of er nog andere Toegangspunten horen bij de Aansluiting. 10
11 De DNB is gerechtigd het verbruik en alle kosten en schade die verband houden met het gebruik van
12 het Toegangspunt zonder te beschikken over de benodigde geldige contracten, aan te rekenen aan
13 de DNG. 14
15
16 5.3. Wegname van een ongebruikte aansluiting
17 Conform het TRDE heeft de DNB het recht om een Aansluiting weg te nemen of af te koppelen indien
18 hij vaststelt dat deze meer dan een jaar ongebruikt is, en na overleg met de DNG. De DNB kan ook
19 vroeger tot deze wegname overgaan indien hij motiveert dat de ongebruikte Aansluiting een risico
20 vormt voor de veiligheid of voor de goede werking van het Distributienet. 21
22 Indien de DNG deze wegname wil vermijden, moet hij in het voorafgaand overleg met de DNB
23 motiveren dat hij in de toekomst de Aansluiting opnieuw zal gebruiken, en inmiddels zijn
24 verplichtingen tegenover de DNB zal blijven naleven. Dit betreft zowel de financiële verplichtingen als
25 de andere verplichtingen met betrekking tot het beheer van de Aansluiting zoals hierboven
26 beschreven. 27
aan de aansluiting met impact op het distributienet
Wijzigingen
Opmerking [A5]: Zie nota commentaar
28 De kosten voor de wegname van de Aansluiting worden aangerekend aan de DNG. 29
Artikel 6
30
31 A) Wijziging van aansluiting of de installaties
32 De DNG doet een aanvraag bij de DNB indien hij wijzigingen wenst uit te voeren aan de Aansluiting
33 of aan zijn installaties, die een niet-verwaarloosbare invloed kunnen hebben op de Aansluiting of het
34 distributienet, namelijk:
35
36 • het plaatsen of aanpassen van lokale productie-installaties of systemen voor energieopslag
37 (conform het Synergrid Voorschrift C10/11 volstaat het dat een productie-installatie < 10kVA
38 gemeld wordt in plaats van aangevraagd);
39 • het plaatsen of aanpassen van transformatoren en speciale toepassingen (aanloop zware
40 motoren, gelijkrichters, frequentiesturingen, lastoepassingen);
41 • het plaatsen of aanpassen van noodgroepen, onafhankelijk of deze kortstondig netgekoppeld
42 of in eilandbedrijf werken;
43 • de aanleg van leidingen of kabels die de eigen site overschrijden of de openbare weg
44 betreden, zoals bijvoorbeeld directe lijnen. 45
46 B) Wijziging van afname- of injectiekarakteristieken
47 De DNG doet eveneens een aanvraag bij de DNB indien hij een wijziging van afname- of
48 injectiekarakteristieken wenst uit te voeren. Dit betekent meer bepaald: 49
50 • indien de DNG een wijziging van het Aansluitingsvermogen voor afname of injectie wenst
51 • indien de DNG zijn ogenblikkelijk afname- of injectiegedrag laat aansturen door externe
52 signalen (activatie- of dynamische prijssignalen) die als doel hebben flexibiliteit te
53 veroorzaken en dit in het kader van een commerciële overeenkomst met zijn
aansluitingsvermogen
Toegangshouder of met een andere partij door contractering van het regelbaar vermogen waarbij dit regelbaar vermogen groter is dan 20% van het ..
Opmerking [A6]: Mits de aanpassing van “dynamisch ook ok”
1
2
3
4 De DNG kan deze aanvraag aan de DNB uitbesteden aan een andere partij, indien deze door de
5 DNG gemandateerd is. 6
7 De DNB zal de ontvangst van deze aanvraag bevestigen aan de DNG of zijn gemandateerde, en
8 meedelen of de aangevraagde wijziging al dan niet aanleiding geeft tot: 9
10 • een bijkomende netstudie om de impact op het distributienet te kunnen bepalen, waarna de
11 DNB eventuele extra modaliteiten kan vastleggen indien hij kan motiveren dat deze nodig zijn
12 voor de handhaving van de operationele veiligheid; en/of 13
14 • het opleggen, conform het TRDE, van een wijziging van het Aansluitingscontract., Conform
15 het TRDE is dit in elk geval van toepassing bij de plaatsing van lokale productie-installaties of
16 wijziging van het Aansluitingsvermogen. 17
18
19 In elk geval kan de DNG pas overgaan tot de uitvoering van de aangevraagde wijzigingen na
20 toelating van de DNB. 21
22 De DNB kan deze toelating weigeren:
23 • indien de aangevraagde wijziging de algemene veiligheid, de operationele veiligheid of het
24 efficiënt gebruik van de beschikbare infrastructuur in het gedrang zou brengen, of een meer
25 dan inherente impact op de nettarieven heeft; of
26 • indien de DNG in gebreke blijft bij de naleving van de wettelijke, reglementaire of contractuele
27 verplichtingen ten aanzien van de Aansluiting; of
Opmerking [A7]: Technisch- economisch?
28 • indien de aangevraagde wijziging een uitbouw van het Elektriciteitsdistributienet vereist die
29 economisch niet verantwoord is. 30
31 Indien de aangevraagde wijziging bovendien ook de toelating door derden vereist, staat de DNG zelf
32 in voor het bekomen van de nodige toelatingen, tenzij de DNB en de DNG specifieke andersluidende
33 afspraken hebben. 34
35 Artikel 7 Bepalingen met betrekking tot de kwaliteit van de spanning
36 7.1. Voorzorgsmaatregelen en voorschriften door de DNG na te leven
38 Conform de decretale taken van een DNB, en het TRDE, staat de DNB in voor de kwaliteit van de
39 spanning op het Distributienet. Conform het TRDE levert de DNB een spanningskwaliteit die voldoet
40 aan de norm NBN EN 50160. Deze spanningskwaliteit wordt geleverd ter hoogte van het
41 Aansluitingspunt, dit is het punt waar de Aansluiting is verbonden met het Elektriciteitsdistributienet. 42
43 De DNG staat er zelf voor in dat het spanningsverloop op de leidingen tussen het Aansluitingspunt
44 enerzijds en zijn verbruikstoestellen anderzijds binnen de limieten valt die nodig zijn om een voor de
45 DNG aanvaardbare spanningskwaliteit ter hoogte van de verbruikstoestellen te handhaven. 46
47 Om de DNB in staat te stellen de kwaliteit van de spanning op het distributienet te handhaven, en om
48 te vermijden dat de installaties van de DNG een nadelige invloed hebben op de spanningskwaliteit
49 van het Distributienet, zorgt de DNG er verder voor dat zijn installaties ten allen tijde voldoen aan het
50 Synergrid Voorschrift C10/17. 51
1 Verder leeft de DNG onderstaande bepalingen na, die een aanvulling zijn op de modaliteiten van 2 C10/17.
3
4 7.1.2. Naleven van emissielimieten
5 Het Synergrid Voorschrift C10/17 beschrijft de van toepassing zijnde emissielimieten (voor flicker,
6 harmonischen en fasenonevenwicht). 7
8 Deze limieten zijn afhankelijk van het vermogen zoals vastgelegd in C10/17, en worden
9 gecategoriseerd in stadium 1 -, stadium 2 - en stadium 3 - limieten. Als referentie voor het vermogen,
10 voor de toepassing van de tabellen in C10/17, geldt het maximum van het opgesteld vermogen, en
11 het contractueel Aansluitingsvermogen voor afname en injectie. 12
13 Standaard zijn de stadium 1 - limieten van toepassing. De DNG zal steeds alle redelijke technische
14 middelen aanwenden om te kunnen voldoen aan deze criteria. 15
16 Indien uit de netstudie, of na indienstname, blijkt dat deze stadium 1 – limieten (mogelijk)
17 overschreden worden moet (in overleg met de DNB) een Power Quality - studie of - meting uitgevoerd
18 worden, voor rekening van de DNG. Naar aanleiding van deze studie of meting, en afhankelijk van de
19 lokale nettoestand, kan de DNB toestaan dat de stadium 2 - limieten voor een deel of het geheel van
20 de criteria gehanteerd worden binnen de voorwaarden die desgevallend specifiek tussen DNB en
21 DNG worden vastgelegd. 22
23 De toepassing van stadium 3 - limieten wordt hoogst uitzonderlijk toegestaan in het kader van een
24 overgangsperiode, namelijk in afwachting van de uitvoering van afgesproken acties om de
25 emissielimieten terug te brengen naar stadium 1 of (uitzonderlijk) stadium 2. 26
27
28 7.1.3. Voorkomen van stroompieken
29 Bij inschakeling van een installatie moet worden voorkomen dat deze installatie grote
30 inschakelstromen trekt of andere transiënte fenomenen veroorzaakt die spanningsdips, flicker of het
31 aanspreken van netbeveiligingen als gevolg kunnen hebben.
32 Inschakelstromen moeten daarom worden beheerst, zowel in het geval waar de DNG door een eigen
33 actie een installatie aanzet, als in het geval dat de installaties na een spanningsonderbreking op het
34 distributienet opnieuw onder spanning komen te staan. 35
36 Daarom neemt de DNG volgende maatregelen:
37
38 • De individuele transformatoren met een vermogen > 630 kVA (1.250kVA bij een netspanning
39 >15,6kV) moeten worden uitgerust met een vertraagde (3sec) minimumspanningspoel of een
40 gelijkaardig toestel, om te voorkomen dat verschillende transformatoren gelijktijdig een
41 inschakelstroom trekken. 42
43 Wanneer de DNG over meerdere transformatoren beschikt is een sequentie vereist bij het
44 opschakelen van elke transformator: ze moeten 1 per 1 opgeschakeld worden. 45
46 In geval van bv een lokale productie-installatie, waarbij de totale productie-installatie via
47 verschillende koppelpunten op eenzelfde net zijn aangesloten (bv een windpark met meerdere
48 Aansluitingen) moet er tussen de verschillende transformatoren (zowel achter één Aansluiting als
49 binnen het totale park) ook minstens 5 seconden wachttijd worden voorzien bij herinschakeling op
50 het net. 51
52 • Voor transformatoren vanaf 2.600kVA is de uitdrukkelijke toestemming nodig van de DNB om
53 deze rechtstreeks aan te sluiten, op het HS-distributienet, waarbij de DNB na netstudie bijzondere
1 maatregelen kan opleggen (bijvoorbeeld het gerbuik van voorschakelweerstanden om de
2 inschakelstroom te beperken); 3
4 • In ieder geval dient de inschakelstroom van een transformator aangesloten op een ingeluste
5 cabine aan volgende limieten te voldoen:
6 o Ipiek ≤ 1.500A (halve cyclus)
7 o IRMS ≤ 400A (10 cycli)
8
9
10 7.1.4. Voorkomen van beïnvloeding van de communicatiesignalen van de DNB
11 (CAB – Centrale Afstandsbediening)
12 Conform het Synergrid Voorschrift C10/17 zal de installatie van de DNG op geen enkele wijze de
13 signalen, die de DNB gebruikt voor de centrale afstandsbediening (CAB), nadelig beïnvloeden. 14
15 In het bijzonder zal er over gewaakt worden dat de installatie geen abnormale afzuiging of opslorping
16 van deze signalen veroorzaakt. 17
18 Meer bepaald moet de impedantie van de installatie op de frequentie van het CAB-signaal zodanig
19 zijn dat de sperfactor Kn < 2.5 is, waarbij 20
21 • Kn = Z50/Zcab
22 • Z50 en Zcab de impedantie van de installatie is bij respectievelijk 50Hz en de frequentie van
23 de CAB signalen. 24
25 De DNG neemt volgende maatregelen om aan te tonen dat zijn installaties hieraan voldoen: 26
27 • ofwel voorziet de DNG zijn installatie van een actieve filter die de afzuiging van de CAB
28 signalen reduceert tot een aanvaardbare waarde. 29
30 • ofwel legt de DNG aan de DNB een berekening voor van de impedantie van zijn installatie op
31 CAB frequentie. Indien de DNB op basis van deze berekening vaststelt dat de sperfactor
32 voldoende laag is, zijn geen verdere technische voorzieningen nodig. De DNB kan ter plaatse
33 de juistheid van de berekeningen en de gebruikte parameters verifiëren. 34
35
36 De DNG kan zich bij de DNB informeren over de waarde van de CAB frequentie die de DNB gebruikt
37 in een specifiek regio, en over de werkwijze voor de berekening van de sperfactor. 38
39 In geval van storing (Kn>=2.5) zal de DNG op eenvoudig schriftelijk verzoek van de DNB alle
40 noodzakelijke schikkingen treffen teneinde zijn installaties te regulariseren, dit binnen de periode van
41 6 maand na kennisgeving. In afwachting van regularisatie heeft de DNB het recht om een aangepast
42 bedrijfsregime op te leggen aan de DNG. 43
44 De DNG zal op zijn kosten de nodige maatregelen nemen om zijn installatie met deze bepalingen
45 conform te houden of conform te stellen, zoniet kan dit, na ingebrekestelling door de DNB, aanleiding
46 geven tot het buiten dienst stellen van de Aansluiting. 47
48
49 7.2. Meting door de DNB ter controle van de spanningskwaliteit
50 7.2.1. Op initiatief van de DNB
51 De DNB kan op een door hem gekozen tijdstip en periode een monitoring doen bij de DNG, om te
52 controleren of de spanningskwaliteit niet nadelig wordt beïnvloed door de installaties (inclusief de
53 wijze waarop ze worden uitgebaat) die eigendom zijn van de DNG of op zijn site staan opgesteld.
1
2 Hiervoor zal de DNB een kwaliteitsmonitoringtoestel, datalogger en communicatieapparatuur plaatsen
3 ter hoogte van de Aansluiting. Deze bijkomende apparatuur blijft eigendom van de DNB. 4
5 Indien uit de monitoring blijkt dat de installaties van de DNG niet voldoen aan de voorschriften,
6 worden de kosten van deze monitoring aangerekend aan de DNG op basis van de op het tijdstip van
7 de monitoring geldige tarieven. Verder zal de DNB de DNG hiervan op de hoogte stellen, en hem
8 meedelen welke acties hij binnen welke termijn moet uitvoeren om dit te verhelpen. 9
10 7.2.2. Op vraag van de DNG
11 Indien de DNG een vermoeden heeft dat de spanningskwaliteit ter hoogte van de Aansluiting
12 onvoldoende is (dit betekent: niet beantwoordt aan de spanningskwaliteitsnorm EN 50160), kan hij bij
13 de DNB verzoeken om een spanningskwaliteitsmeting te doen, conform de bepalingen in het TRDE. 14
15 De DNB maakt dan een prijsofferte over aan de DNG, voor de uitvoering van de
16 spanningskwaliteitsmeting. Conform het TRDE zal de DNG deze na uitvoering van de meting enkel
17 moeten betalen indien er in de meting geen inbreuken op de spanningskwaliteitsnorm EN50160 zijn
18 vastgesteld. 19
20 Na akkoord op de offerte plaatst de DNB ter hoogte van de Aansluiting van de DNB een monitoring
21 toestel dat geschikt is voor een spanningskwaliteitsmeting conform de norm EN 50160. De DNG en
22 de DNB maken hiervoor de nodige afspraken met betrekking tot de datum van plaatsing, de duur van
23 de meting en andere praktische modaliteiten. 24
25 Indien er geen meting kan gebeuren ter hoogte van het Aansluitingspunt (bijvoorbeeld omdat de
26 Aansluiting onbereikbaar is), wordt de meting zo dicht mogelijk bij het Aansluitingspunt gedaan en
27 kan er achteraf een correctie op de meetwaarden gebeuren die rekening houdt met de
28 spanningsvariatie tussen het Aansluitingspunt en het Meetpunt. 29
30 Als referentiewaarde voor de spanning, ten opzichte waarvan de kwaliteit van de gemeten spanning
31 geëvalueerd wordt, geldt de Opgegeven Voedingsspanning Uc die vermeld wordt in het
32 Aansluitingscontract. 33
34 Aangezien de norm EN50160 zelf stelt dat de bepalingen van de norm niet van toepassing zijn in
35 uitzonderlijke uitbatingsomstandigheden (waaronder: situaties met een tijdelijke configuratie van het
36 net ten gevolge van een incident, onderhoud of investeringswerk), kunnen de resultaten van een
37 monitoring in deze uitzonderlijke uitbatingsomstandigheden, bijvoorbeeld een N-1 toestand, niet
38 gebruikt worden voor een algemene uitspraak over de spanningskwaliteit ter hoogte van de
39 Aansluiting. 40
41
42 Artikel 8 Onvoorziene omstandigheden
43 In omstandigheden die niet door dit contract voorzien zijn of in situaties van xxxxxxxxxxxxxxxx
00 (xxxxxxxxx exploitatieverrichtingen of andere aansturingen ten gevolge van onvoorziene uitzonderlijke
45 netuitbatingsomstandigheden nodig voor de handhaving van de operationele veiligheid van het net),
46 beslist de DNB over de te volgen gedragslijn en onderneemt hij desnoods de nodige stappen om
47 deze omstandigheden en situaties te verhelpen. Deze beslissingen verbinden de DNG. 48
49
Artikel 9 Algemene regeling inzake aansprakelijkheid van de DNB
1
2 9.1. De gevallen van aansprakelijkheid van de DNB en hun modaliteiten
4 Onverminderd de andere bepalingen inzake aansprakelijkheid die elders in deze algemene
5 voorwaarden en het Aansluitingscontract in zijn geheel zijn opgenomen, worden onder dit artikel de
6 aansprakelijkheidsregels met betrekking tot onderbrekingen en variaties van de spanning,
procedure met betrekking tot het indienen van een aanvraag tot schadevergoeding.
Opmerking [A8]: Zoals in AC Gas, art. 10.1.1.
7 werkzaamheden aan de Aansluiting en laattijdige aansluiting en heraansluiting bepaald, alsook de 8
9
10 9.1.2. Onderbrekingen en variaties van de spanning
11 9.1.2.1 Foutaansprakelijkheid
12
13 Met inachtneming van de hierna genoemde regels is de DNB uitsluitend aansprakelijk voor de hierna
14 vermelde gevallen van schade van de DNG die het gevolg is van onderbrekingen of variaties in de
15 spanning, wanneer is aangetoond dat deze schade het rechtstreekse gevolg is van een aan de DNB
16 toerekenbare fout.
17 Normale exploitatiehandelingen ten behoeve van het behoud van de kwaliteit, de veiligheid, de
18 beschikbaarheid en de continuïteit van het Distributienet kunnen nooit als fout of nalatigheid vanwege
19 de DNB aanzien worden. 20
21 Bijgevolg is de DNB onder meer niet aansprakelijk voor schade als gevolg van een gebrek in de zaak
22 tenzij wordt aangetoond dat het gebrek te wijten is aan een fout van de DNB. 23
24 In afwijking van het eerste lid:
25
26 • is de DNB niet aansprakelijk voor schade die het gevolg is van een onderbreking van de
27 spanning met een duur van minder dan één uur, zelfs wanneer deze onderbreking te wijten is
28 aan een fout van de DNB; 29
30 • zal de DNB voor een onderbreking van de spanning geen vergoeding uitbetalen in het kader
31 van de decretale vergoedingsregelingen, noch enige andere vergoedingen, aan een DNG die
32 is aangesloten op een Antennenet; voor zover
33 o een onderbreking met eenzelfde duur zich niet zou hebben voorgedaan indien de
34 DNG niet zou zijn aangesloten op een Antennenet maar op een Distributienet met
35 een Redundante netconfiguratie; en
36 o de DNB de mogelijkheid om een offerte aan te vragen voor Aansluiting op een
37 Distributienet met Redundante netconfiguratie aangeboden heeft, waar de betrokken
38 DNG evenwel niet op is ingegaan.
Opmerking [A9]: Consequent blijven: “Aansluiting op een Distributienet met Redundante netconfiguratie”
Is mondvol, maar er is gekozen om het begrip “redundante netconfiguratie” te definiëren, en niet het begrip “redundante aansluiting”.
39 o de DNG een offerte ontvangen heeft van de DNB voor een redundante aansluiting,
40 maar niet op is ingegaan 41
42 In afwijking van de hoger vermelde bepalingen is de DNB steeds volledig aansprakelijk voor schade
43 die het gevolg is van bedrog of opzet van de DNB. 44
45 9.1.2.2 De gevallen van schade en de aansprakelijkheid van de DNB daarvoor
46
47 Onverminderd artikel 9.1.2.1 is de DNB als volgt aansprakelijk voor de hierna vermelde gevallen van
48 schade die het gevolg is van onderbrekingen of variaties in de spanning op het Distributienet. 49
50 a) Lichamelijke schade en overlijden
51
1 Ingeval van lichamelijke schade en/of overlijden is de DNB volledig aansprakelijk. 2
3 b) Rechtstreekse materiële schade – forfaitaire berekening
4
5 In alle andere gevallen van schade is de DNB slechts aansprakelijk voor de door de DNG en andere
6 netgebruikers geleden rechtstreekse, materiële schade. Onder rechtstreekse, materiële schade wordt
7 begrepen: de schade die als rechtstreeks en onmiddellijk resultaat van de schadeverwekkende
8 gebeurtenis, wordt toegebracht aan een tastbare zaak van de DNG of een andere netgebruiker met
9 uitsluiting van indirecte schade, zoals schade die voortvloeit uit bijzondere verbintenissen opgenomen
10 door de aanvrager jegens derden (schadebedingen, forfaitaire boetes, “take or pay” clausules, …),
11 buitencontractuele (schade)vorderingen van derden, gederfde winst, verlies van omzet, verlies van
12 gegevens, verlies van een kans, reputatieschade, morele schade, ... 13
14 Deze aansprakelijkheid van de DNB is forfaitair geregeld zoals nader bepaald in Bijlage 1 “Bepaling
15 van de forfaitaire schadevergoeding in het kader van het Aansluitingscontract elektriciteit
16 Hoogspanning (1 kV < Un <= 36kV)” (zie onder) en dit bij alle gevallen behalve ingeval van een
17 stroomonderbreking, onder aftrek van een vrijstelling van 250 euro. 18
19 In geval van een spanningsonderbreking, van zodra deze 1 uur bedraagt, wordt, mits aangetoond
20 wordt dat de schade het rechtstreekse gevolg is van een aan de DNB toerekenbare fout, een forfait
21 toegekend conform de forfaitaire regeling bepaald in Bijlage 1 “Bepaling van de forfaitaire
22 schadevergoeding in het kader van het Aansluitingscontract elektriciteit Hoogspanning (1 kV < Un <=
23 36kV)” (zie onder) zonder de vrijstelling van 250 euro per benadeelde DNG. Indien de DNG daarbij
24 ook nog recht heeft op een forfaitaire vergoeding conform de bepalingen in het Energiedecreet (bij
25 een onaangekondigde onderbreking van tenminste 4 uur) wordt de forfaitaire berekening uit Bijlage 1
26 verminderd met het bedrag dat al wordt uitbetaald conform de decretale bepalingen. 27
28 c) Andere schade - exoneratie
29
30 Onverminderd de bepalingen in Artikel 7, kunnen variaties in spanning en frequentie niet worden
31 voorkomen, evenmin als onvermijdelijke fenomenen zoals micro-onderbrekingen en spanningsdips,
32 gegeven de structuur van het elektriciteitsnet, de stand van de techniek en wat men redelijkerwijze
33 van de DNB mag verwachten met verwijzing naar de norm NBN EN 50160
34 (spanningskarakteristieken van de openbare elektriciteitsnetten), zoals voorzien in het TRDE. 35
36 De DNB kan dan ook niet instaan voor schade als gevolg van dergelijke verschijnselen, wanneer
37 deze zich voordoen zonder overschrijding van de norm NBN EN 50160, en dit ongeacht de oorzaak
38 ervan. 39
40 Wanneer bij variaties in spanning en frequentie en/of storingen de norm NBN EN 50160 zou worden
41 overschreden, heeft de DNG slechts recht op een schadevergoeding als deze het rechtstreekse
42 gevolg zijn van een fout van de DNB, en dit overeenkomstig de hierboven opgenomen bepalingen. 43
44 De DNG die gebruik maakt van installaties en/of toestellen die gevoelig zijn voor storingen en
45 variaties in spanning en frequentie, die binnen de norm vallen, zoals hierboven bepaald, zorgt ervoor
46 dat zijn installaties hiertegen beveiligd worden. 47
48 Teneinde zijn recht op schadevergoeding te vrijwaren, zal de DNG uitsluitend installaties en/of
49 toestellen gebruiken overeenkomstig de geldende Europese normering. 50
51 d) Plafond Schadevergoeding
52
53 Onverminderd de bepalingen van artikel 9.1.2.1 en artikel 9.1.2.2 van deze algemene voorwaarden,
54 kan de totale vergoeding voor de ongemakken en de schade die het gevolg is van een incident, zowel
1 deze van de netgebruikers aangesloten op LS, als deze van de netgebruikers aangesloten op HS, in
2 geen enkel geval hoger zijn dan €2 miljoen (de ‘maximale totale vergoeding’). 3
4 Deze maximale totale vergoeding dekt alle bedragen waartoe de DNB ingevolge dat incident
5 gehouden is ten aanzien van alle netgebruikers, op basis van:
6
7 1) de toepasselijke vergoedingsregelingen aan LS-distributienetgebruikers, ingevolge de
8 decretale vergoedingsregelingen; 9
10 2) de decretale vergoedingsregelingen aan MS HS-distributienetnetgebruikers; 11
12 3) de forfaitaire vergoeding die wordt uitbetaald aan DNG’s aangesloten op HS bij fout van
13 de DNB, conform paragraaf 9.1.2.2 b) uit deze algemene voorwaarden of conform de
14 gelijkaardige bepalingen bij DNG’s voor wie nog een aansluitingsovereenkomst van
15 toepassing is die dateert van voor de inwerkingtreding van de onderhavige algemene
16 voorwaarden. 17
18 Bovendien is het totaal van alle bedragen die bedoeld worden onder punten 2) en 3) van deze
19 opsomming, dat kan worden uitbetaald aan het geheel van alle getroffen DNG’s aangesloten op HS
20 die hiervoor in aanmerking komen tengevolge van een zelfde incident, beperkt tot een maximum van 21 €625.000.
22
23 Indien het plafond van €625.000 bereikt of overschreven wordt zullen de vorderingen van de DNG en
24 de andere betrokken netgebruikers aangesloten op HS naar evenredigheid worden voldaan waarbij in
25 eerste instantie de forfaitaire uitkeringen op grond van het Energiedecreet van de betrokken
26 netgebruikers, aangesloten op HS wordt voldaan. 27
28 Indien het plafond van de maximale totale vergoeding bereikt of overschreden wordt zullen de
29 vorderingen van de DNG en alle andere betrokken netgebruikers aangesloten op HS of LS naar
30 evenredigheid worden voldaan waarbij in eerste instantie de uitkeringen op grond van het
31 Energiedecreet van alle betrokken netgebruikers (LS en HS) wordt voldaan, alvorens de andere
32 vergoedingen voor netgebruikers, aangesloten op HS worden voldaan. 33
34
35 9.1.3. Werkzaamheden aan de Aansluiting
36 Aangezien de DNB zich dient te gedragen als zorgvuldige exploitant bij het uitvoeren van
37 werkzaamheden, is de DNB ten opzichte van de DNG van het betrokken Vastgoed aansprakelijk voor
38 de rechtstreekse materiële en/of lichamelijke schade veroorzaakt door zijn fout ter gelegenheid van
39 werken aan de Aansluiting, en dit ongeacht de overige bepalingen van dit Artikel 9.
40 De DNG zal de DNB vrijwaren voor schade die de Eigenaar lijdt ten gevolge van werkzaamheden aan
41 de Aansluiting, voor zover deze schade de rechtstreekse materiële en/of lichamelijke schade
42 veroorzaakt door een fout van de DNB ter gelegenheid van werken aan de Aansluiting, overstijgt. 43
44
45 9.1.4. Laattijdige aansluiting en heraansluiting
46 In het geval de DNG bij een laattijdige Aansluiting recht heeft op een forfaitaire schadevergoeding, in
47 het kader van de vergoedingsregeling opgenomen in het Energiedecreet, zal deze steeds beperkt zijn
48 tot de kost van de Aansluiting met een maximum van 25.000 euro. 49
50 Voor zoveel als nodig, bevestigen Partijen dat een uitbetaling van een bedrag in het kader van de
51 decretale vergoedingsregeling, onder geen enkel beding een erkenning inhoudt van fout of
52 aansprakelijkheid van de DNB voor enige eventuele schade van de betrokken DNG of van andere
53 netgebruikers. 54
1
2 9.2. Kennisgeving van aanspraak op schadevergoeding
3 Indien een Partij een vordering tot schadevergoeding wil indienen tegen de andere Partij, is deze
4 gehouden de schade en de motivatie ervan bij middel van een aangetekende brief ter kennis te
5 brengen aan de andere Partij, binnen de 90 kalenderdagen vanaf kennisname door de
6 eerstgenoemde Partij van de schade en de identiteit van de daarvoor aansprakelijke persoon. 7
8 De DNB maakt een objectief verslag op van de feiten. Op eenvoudig verzoek wordt dit verslag
9 toegestuurd aan de DNG. Indien de DNB op basis hiervan vaststelt dat de aansprakelijkheid van de
10 DNB in het gedrang komt, verzoekt hij de DNG om een bewijs van geleden schade en een
11 kostenraming te leveren. Op basis hiervan en rekening houdend met het bedrag van de eventuele
12 schadevergoeding zal de DNB het dossier al dan niet overmaken aan zijn verzekeraar. De DNB of
13 zijn verzekeraar informeert de DNG. 14
15 Indien de DNB vaststelt dat de schade van de DNG werd veroorzaakt door een Marktpartij
16 (bijvoorbeeld de Toegangshouder/Leverancier, Evenwichtsverantwoordelijke, Aggregator,…) of door
17 een andere netbeheerder, dan zal de DNB de DNG in het eerste geval doorverwijzen naar de
18 Marktpartij, en in het laatste geval de zaak zelf afhandelen met de DNG. 19
21 De DNG verbindt zich ertoe de aansprakelijkheidsbeperkingen ter kennis te geven aan zijn
22 verzekeraar, en voor al zijn risico’s in de nodige verzekeringen te voorzien. Bijgevolg zal (zullen) de
23 verzekering(en) afgesloten door de DNG uitdrukkelijk vermelden dat de verzekeraar afziet van alle
24 aanspraken of vorderingen tot vergoeding van schade tegenover de DNB die de in dit hoofdstuk
25 voorziene aansprakelijkheidsregeling overschrijden. 26
27 9.4. Overmacht en noodsituatie
29 In gevallen van overmacht zoals omschreven in het TRDE en in onderhavige algemene voorwaarden
30 zal de DNB ingrijpen zoals voorzien in het TRDE. De opschorting van verplichtingen geschiedt
31 conform het TRDE. 32
33 9.4.2. Gevallen van noodsituatie
34 Om invulling te geven aan het begrip noodsituatie uit het TRDE wordt ondermeer als geval van
35 noodsituatie beschouwd:
36
37 • een al dan niet verklaarde staat van oorlog, een oorlogsdreiging, een invasie, een gewapend
38 conflict, een blokkade;
39 • een revolutie, een opstand, een oproer;
40 • een radioactieve of chemische besmetting of ioniserende stralingen en de gevolgen ervan;
41 • wind, droogte en regens van ongewone intensiteit of duur, de ophoping van sneeuw of ijs;
42 • stakingen, lock-outs, walk-outs of elk ander arbeidsconflict dat de dienstverlening van de DNB
43 in het gedrang brengt;
44 • onvoorzienbare onbeschikbaarheden van de uitrustingen of installaties die eigendom zijn of
45 onder het beheer staan van één van de betrokken Partijen voor zover deze gebeurtenissen
46 niet konden vermeden worden door toepassing van de regels van de kunst;
47 • ernstige ongevallen van personen;
48 • activatie van de reddingscode het afschakelplan bij energieschaarste of bij plotse fenomenen. 49
Opmerking [A10]: Dit kwam erin na consultatie: input Xxxx. Er kunnen natuurlijk vragen rijzen over het begrip “plotse fenomenen”. Het blijkt een gedefinieerd begrip te zijn (federaal technisch reglement. Voor duidelijkheid verwijzing maken naar deze federale regelgeving (art. 1, 62° FTR), gezien die niet in het aansluitingscontract vermeld staat (in algemene voorwaarden)
1 Niettegenstaande wat voorafgaat, 2
3 • brengt, zodra dit redelijkerwijze mogelijk is, de in gebreke blijvende betrokken Partij de
4 andere betrokken Partijen op de hoogte over de redenen voor de niet-uitvoering van haar
5 verplichting en de verwachte duur van de overmacht of noodsituatie;
6 • levert de in gebreke blijvende betrokken Partij alle redelijke inspanningen om zo snel mogelijk
7 een einde te maken aan de onmogelijkheid om haar verplichtingen uit te voeren;
8 • wordt desgevallend gehandeld overeenkomstig de bepalingen van Artikel 7 – onvoorziene
9 omstandigheden. 10
11
Artikel 10 Overdracht en faillissement
12
14 De DNB kan het Aansluitingscontract overdragen aan een verbonden onderneming die door de
15 VREG is aangewezen als distributienetbeheerder in het werkingsgebied waar zich de Aansluiting
16 bevindt. 17
18 Overdracht van het Aansluitingscontract door de DNG aan een derde – andere dan een verbonden
19 onderneming – is enkel mogelijk na goedkeuring door de DNB en op voorwaarde dat deze derde zich
20 ertoe verbindt de verbintenissen van dit contract te zullen naleven. Bij overdracht aan een derde zal
21 bij voorkeur een nieuw aansluitingscontract worden opgesteld tussen DNB en DNG, of wordt een
22 bijvoegsel aan het overgedragen contract opgemaakt. 23
24 Indien de DNG zijn installaties op één of andere wijze, tijdelijk of definitief, geheel of gedeeltelijk,
25 overdraagt, verhuurt of ter beschikking stelt aan een derde, zal hij het nodige doen om dit
26 Aansluitingscontract door deze derde te doen eerbiedigen conform Artikel 3 van deze algemene
27 voorwaarden. 28
29 Indien deze derde partij zelf een Aansluitingscontract met de DNB ondertekent kan dit aanleiding
30 geven tot een wijziging of beëindiging van het oorspronkelijke Aansluitingscontract met de DNB. 31
32 Indien geen overdracht plaatsvindt zal de DNB indien nodig alle nodige stappen ondernemen om de
33 overdracht afdwingbaar te maken ten opzichte van de oude en de nieuwe DNG. 34
36 Faillissement van één der Partijen stelt van rechtswege een einde aan het Aansluitingscontract. De
37 op dat ogenblik door de gefailleerde Partij verschuldigde bedragen worden onmiddellijk opeisbaar. 38
39 Op diens eenvoudig verzoek zal de betrokken curator vermeld worden als DNG in het
40 toegangsregister van de DNB. 41
42
43 Artikel 11 Betalingsmodaliteiten
44 11.1. Niet-periodieke Tarieven
45 Een niet-periodiek Tarief wordt eenmalig aangerekend en is van toepassing op prestaties met
46 eenmalig karakter. Dit Tarief wordt rechtstreeks (niet via de Toegangshouder via de energiefactuur)
47 aan de DNG aangerekend.
1
2 Prestaties met eenmalig karakter zijn onderhevig aan een niet-periodiek Tarief. Afhankelijk van de
3 soort prestaties kunnen volgende niet-periodieke Tarieven van toepassing zijn:
4 • studiekosten;
5 • vermogensrecht distributienet;
6 • aansluiting;
7 • meetmodule;
8 • diversen. 9
10 Deze tarieven kunnen van toepassing zijn voor het plaatsen, activeren, uitbreiden, wijzigen,
11 vervangen, verplaatsen, deactiveren en wegnemen van een Aansluiting.
12 De DNB behoudt zich het recht voor een gehele of gedeeltelijke betaling te eisen alvorens over te
13 gaan tot de daadwerkelijke uitvoering van de werken. 14
16 Periodieke Tarieven worden periodiek aangerekend aan de DNG door de Toegangshouder via de
17 energiefactuur.
18 Volgende Tariefcomponenten maken onderdeel uit van het periodiek Tarief:
19 • het Tarief voor het gebruik van het net;
20 • het Tarief voor de ondersteunende diensten;
21 • het Tarief voor Openbare dienstverplichtingen;
22 • de Toeslagen; 23
24 11.3. Geldend voor alle Tarieven
25 De Tarieven zijn van toepassing na de goedkeuring van de bevoegde regulator en zijn consulteerbaar
26 via de website van de DNB. 27
28 De belasting op de toegevoegde waarde (btw) is niet inbegrepen in de tarieven. Deze belasting komt
29 bovenop het Tarief en is volledig ten laste van de DNG. 30
31 De DNB kan een bepaald Tarief of klantensegmentatie stopzetten. In voorkomend geval zullen
32 nieuwe, door de regulator goedgekeurde, tarieven van toepassing zijn. De DNG zal hierover via de
33 website van de DNB en/of via aanvullende kanalen geïnformeerd worden. In geval de DNG een
34 keuze krijgt tussen verschillende nieuwe tariefopties zal het uitblijven van een bepaalde keuze, of het
35 vaststellen dat een bepaalde keuze voordeliger zou geweest zijn, geen aanleiding geven tot
36 retroactieve aanpassing van de tariefkeuze. 37
38 Enkel de DNB heeft het recht de Meetinrichting aan te passen bij veranderende tariefmodaliteiten.
39 Kosten die gemaakt worden naar aanleiding van een aanpassing van de Meetinrichting op vraag van
40 de DNG of zijn gemandateerde Toegangshouder zijn ten laste van de DNG. 41
42 De DNB behoudt zich het recht voor, na overleg met de betrokken Toegangshouders die de DNG
43 vertegenwoordigen, de stuurapparatuur, nodig voor de sturing van meetinrichtingen en
44 voedingscircuits, aan te passen met het oog op toepassing van verschillende tariefperiodes. De DNB
45 draagt de kosten van de stuurapparatuur bij een aanpassing op zijn initiatief doch is niet
46 verantwoordelijk voor de mogelijke aanpassingskosten op de binnen-installatie van de DNG. 47
48 11.4. Vergoedingen en belastingen
49 De DNB behoudt zich het recht voor om de DNG rechtstreeks of via een door hem gemandateerde
50 derde een vergoeding aan te rekenen voor het ter beschikking stellen van Meetgegevens onder een
51 vorm of met een frequentie die afwijkt van de beschrijvingen in de Meetcode van het TRDE. 52
1 Als er interventies en/of schakelingen gebeuren op vraag van de DNG, of hun oorzaak vinden in de
2 installaties van de DNG’s, zijn de kosten van deze interventies en/of schakelingen ten laste van de
3 DNG.
4 De bedragen van de vergoedingen kunnen op eenvoudige vraag bij de DNB verkregen worden of
5 geconsulteerd worden op de website van de DNB. 6
7 Nieuwe belastingen of heffingen van welke aard ook, verhogingen van bestaande belastingen en
8 retributies die opgelegd worden door de bevoegde publieke instantie en die betrekking hebben op de
9 Aansluiting op het distributienet zijn steeds ten laste van de DNG. 10
11
13 De DNG of zijn gemandateerde verbindt zich ertoe het volledig bedrag van de éénmalige
14 aansluitingstarieven aan de DNB te betalen binnen de 30 dagen te rekenen vanaf de verzenddatum
15 van de factuur. Ingeval voorafbetaling gevraagd wordt door de DNB zal het in dienst nemen of in
16 dienst houden van de Aansluiting enkel plaatsvinden na correcte afhandeling van de betalingen. 17
18 Indien het een werk betreft waarvoor een offerte wordt opgemaakt, gelden de prijzen en
19 betalingsmodaliteiten die vermeld zijn in de offerte. 20
21 De post- of bankrekening van de DNB moet binnen deze termijn gecrediteerd worden en dit in de
22 munt van rekening, onafhankelijk van de munt waarin de betalingsopdracht werd gegeven. 23
25 De DNB heeft het recht om vanaf de uiterste betalingsdatum de betaling van interesten te vorderen,
26 tegen de wettelijke rentevoet. Het aanrekenen van verwijlinteresten gebeurt zonder verdere
27 verwittiging of ingebrekestelling en eenvoudig op grond van niet-betaling. De verwijlintresten zijn van
28 rechtswege opeisbaar in geval van niet-betaling binnen de uiterste betalingsdatum. 29
30 De eerste betalingen verricht door de DNG na verzending van xxxxxxxxx’x door de DNB voor het
31 aanrekenen van verwijlinteresten zullen steeds eerst geboekt worden ter vereffening van die
32 debetnota’s. 33
34
35 11.7. Laattijdige betaling en buitendienststelling van de Aansluiting
36 Bij laattijdige betaling van hetzij de hoofdsom, de interesten of eventuele andere, van in dit contract
37 bepaalde kosten, heeft de DNB het recht om na verwittiging van de DNG en vervolgens een
38 ingebrekestelling per aangetekende brief, de Aansluiting buiten dienst te stellen, 14 dagen na
39 postdatum van deze brief (poststempel geldt als bewijs). 40
41 De Aansluiting worden opnieuw in dienst gesteld na betaling door de DNG van alle nog verschuldigde
42 sommen (hoofdsom, intresten en andere kosten). 43
44 De DNB is niet aansprakelijk t.o.v. de DNG voor enige schade, noch voor winstderving veroorzaakt
45 door de buitendienststelling van de Aansluiting uitgevoerd omwille van het in gebreke blijven van de
46 betaling. 47
48 De kosten voor de buitendienststelling en de wederindienststelling, alsmede alle overige kosten ten
49 gevolge van het gebrek aan betaling, vallen in dat geval ten laste van de DNG. 50
51
1 11.8. Verbetering van facturen
2 Indien de DNG van mening is dat er door een vergissing één of meerdere verbeteringen aan de
3 factuur aangebracht moeten worden, dient zij de DNB te contacteren vóór de uiterste betaaldatum
4 van de factuur, waarna beide Partijen tot een vergelijk zullen komen. 5
6 Indien een vergissing in de facturatie wordt ontdekt na de betaling van de factuur, zullen de Partijen
7 overleg plegen om tot een vergelijk te komen. 8
9
10 11.9. Onrechtmatige afname van energie
11 Onrechtmatig afgenomen energie is energieafname via een Toegangspunt op een moment en
12 gedurende een periode waarin op dit Toegangspunt geen Toegangshouder geregistreerd is in het
13 Toegangsregister van de DNB voor zover dat deze niet-registratie geen gevolg is van een fout of
14 nalatigheid van de DNB. 15
16 Er is sprake van onrechtmatige (al dan niet tijdelijke) onmogelijkheid om een Aansluiting buiten dienst
17 te stellen wanneer de DNB zich aangeboden heeft voor buitendienststelling van de Aansluiting via
18 dewelke onrechtmatige energie afgenomen wordt, na voorafgaandelijke verwittiging van aanbieding,
19 zonder de mogelijkheid te hebben gekregen om toegang te krijgen tot het betrokken Vastgoed met
20 het oog op effectieve afsluiting. 21
22 Ingeval van energiefraude, bedrog, onrechtmatig afgenomen of geïnjecteerde energie en
23 onrechtmatige onmogelijkheid van buitendienststelling zal de DNB aan de DNG de volgende kosten
24 en schadeposten aanrekenen, voor zover deze kosten en schade effectief tot stand zijn gekomen:
25 • de kosten van schorsingswerken, afsluitingswerken en heraansluitingskosten;
26 • de kosten voor de herstelling van de beschadiging van de installaties van de DNB;
27 • de kosten van energieverbruiken;
28 • de distributienetvergoedingen en transportnetvergoedingen en alle toeslagen;
29 • de verplaatsingskosten;
30 • de juridische en administratieve kosten, met inbegrip van inningskosten. 31
32 De wederindienststelling zal slechts geschieden indien aan alle voorwaarden voldaan is, zoals
33 ondermeer het bestaan van een geldig leveringscontract, betaling van alle kosten,
34 schadevergoedingen, intresten,…. 35
36 11.10. Kosten buiten- en herindienststelling
37 De kosten voor een buitendienststelling of herindienststelling van een Aansluiting vallen ten laste van
38 de DNG behoudens in geval de aansluiting door een fout van de DNB ten onrechte buiten dienst werd
39 gesteld. 40
41
43 Zonder afbreuk te doen aan eventuele specifieke sanctieregelingen in dit Aansluitingscontract, geldt
44 volgende regeling inzake inbreuken van de DNG op en tekortkomingen van de DNG aan
45 verplichtingen opgenomen in het Aansluitingscontract. 46
47 Indien de DNB een tekortkoming van de DNG vaststelt ten aanzien van de verplichtingen opgenomen
48 in het Aansluitingscontract, is de DNG verplicht deze te remediëren binnen: 49
50
1 • 30 dagen nadat de DNG hiertoe werd opgeroepen en indien de inbreuk in gevolge haar aard
2 binnen deze termijn kan worden geremedieerd; 3
4 • 60 dagen nadat de DNG hiertoe werd opgeroepen, indien deze onmiddellijk na de ontvangst
5 van de ingebrekestelling aangeeft dat de inbreuk in gevolge haar aard niet redelijkerwijs
6 binnen een termijn van 30 dagen kan worden geremedieerd. In dergelijk geval moet de DNG
7 binnen 10 dagen na de ingebrekestelling een volledig plan van aanpak voorleggen en dit te
8 goeder trouw uitvoeren. 9
10
11 Indien de DNG de tekortkoming niet geremedieerd heeft binnen deze termijnen of nagelaten heeft, in
12 het tweede hierboven vermelde geval, om een plan voor te leggen of dit plan niet correct uitvoert, kan
13 de DNB een of meerdere van de volgende maatregelen treffen:
14
15 • de aanrekening van een vergoeding voor de door de inbreuk veroorzaakte kosten en te
16 leveren prestaties van de DNB (o.a. uitgevoerd onderzoek, gemaakte kosten, nutteloze
17 verplaatsing...) 18
19 • het opleggen van een wijziging van de Aansluiting en/of Aansluitingscontract, al dan niet
20 voorafgegaan door een nieuwe aansluitingsstudie op kosten van de DNG; 21
22 • het beëindigen van het Aansluitingscontract zonder voorafgaande tussenkomst van de
23 rechtbank ingeval de DNG de hiervoor vermelde wijziging van de Aansluiting en/of het
24 Aansluitingscontract weigert, al naargelang het geval gevolgd door de buitendienststelling van
25 de Aansluiting. 26
27
Artikel 13 Geschillen en bevoegdheid
28
29 De DNG kan klacht indienen bij de klachtendienst van de DNB via de website, via het callcenter of het
30 opstarten van een dossier via één van de klantenkantoren van de DNB. 31
32 Indien er niet tot een vergelijk gekomen kan worden kan de DNG een geschil schriftelijk ter
33 bemiddeling en beslechting voorleggen aan de VREG. 34
35 Het Belgisch recht is van toepassing op het Aansluitingscontract. 36
37 Voor geschillen die hun oorsprong vinden in dit Aansluitingscontract, zijnde rechtbanken van het
38 arrondissement waar de DNB zijn zetel heeft, bevoegd. 39
40
41 Artikel 14 Slotbepalingen
42 14.1. Interpretatie van de gebruikte termen
43 Tenzij uitdrukkelijk anders vermeld houdt elke verwijzing naar een wet of naar een ander document
44 ook een verwijzing in naar de wijzigingen van of bijlagen bij deze tekst of dit document. 45
46 Indien een bepaling van deze overeenkomst als ongeldig wordt beschouwd door de wetgeving,
47 regelgeving of door een rechterlijke uitspraak, zal die ongeldigheid de uitvoerbaarheid van enige
48 andere bepaling van deze overeenkomst niet aantasten. De Partijen zullen de ongeldige bepaling
49 vervangen door een geldige bepaling die het dichtst het doel en de strekking van de nietige c.q.
50 vernietigde bepaling ligt, en de intenties der Partijen benadert.
1
2
3 14.2. Wijzigingen en inwerkingtreding van het Aansluitingscontract en zijn Bijlagen
4
5 Het Aansluitingscontract en elke Bijlage zal aangepast worden op initiatief van de DNB, o.m.
6 ingevolge tussenkomst van de VREG, ingevolge aanpassingen aan het Technisch Reglement,
7 ingevolge wijzigingen in de marktomstandigheden of ingevolge wijzigingen aan het wettelijk of
8 reglementair algemeen kader. 9
10 De aangepaste algemene voorwaarden worden, na goedkeuring door VREG, schriftelijk ter kennis
11 gebracht aan de DNG alsook via de website van de Distributienetbeheerder. 12
13 Het staat de DNG vrij om, binnen een termijn van 30 dagen na kennisgeving, het contract per
14 aangetekende brief op te zeggen zonder kosten in geval van wijzigingen aangebracht door de DNB,
15 zonder dat de DNG hierbij enige aanspraak kan maken op schadevergoeding vanwege de DNB.
16 Indien de DNG binnen deze termijn het contract niet heeft opgezegd, wordt hij geacht ermee te
17 hebben ingestemd 18
19 Deze bijlage aan het Aansluitingscontract werd goedgekeurd door de VREG op DD MM JJJJ en zal
20 door de DNB toegepast worden vanaf DD MM JJJJ. 21
22
23
1 Bijlage 1: Bepaling van de forfaitaire schadevergoeding in het kader van het
2 Aansluitingscontract elektriciteit Hoogspanning (1 kV < Un <= 36kV)
3
4
5 a. ingeval er zich bij de fout een stroomonderbreking voordoet bedraagt het berekende forfait: 6
7 V = a1 x P x t 8
9 waarbij: V = vergoeding, in € (Vmax = € 625.000,00)
10 a1 = vergoedingscoëfficiënt = 0,40 €/kWh
11 P = onderschreven vermogen, in kW
12 t = aantal uren onderbreking, in h (t ≥ 1 uur)
13
14 b. ingeval er zich bij de fout geen stroomonderbreking voordoet: 15
16 | V = a2 x P | ||
17 | |||
18 | waarbij: | V | = vergoeding, in € (Vmin = € 250,00 en Vmax = € 625.000,00) |
19 | a2 | = vergoedingscoëfficiënt = 0,80 €/kW | |
20 | P | = onderschreven vermogen, in kW | |
21 | |||
22 | |||
23 | |||
24 | |||
25 | |||
26 |