Verpachting van jachtrechten in domeinen van het Agentschap Natuur en Bos
Verpachting van jachtrechten in domeinen van het Agentschap Natuur en Bos
Jagersborg Verpachtingsvoorwaarden
Nummer: ANB/TB/HKTV/2023/001
Hoofdstuk I: Algemene bepalingen
Artikel 1. Doel en voorwerp van de jachtverpachting
§1. Voor de toepassing van deze verpachtingsvoorwaarden wordt verstaan onder:
- Agentschap: het Agentschap Natuur en Bos (ANB), opgericht bij het Besluit van de Vlaamse Regering tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid van 23 december 2005;
- De regiobeheerder: de ambtenaar van het agentschap die verantwoordelijk is voor de beheerregio waarin de verpachte gronden gelegen zijn of een plaatsvervanger die door hem wordt aangeduid om een specifieke opdracht in kader van deze verpachting uit te voeren;
- De boswachter: de ambtenaar van het agentschap die verantwoordelijk is voor de boswachterij waarin de verpachte gronden gelegen zijn;
- ANB-domein: een terrein in eigendom van het agentschap.
- Natuurinvest: Eigen vermogen van het agentschap overeenkomstig artikel 30 van het Decreet van 19 mei 2006 houdende diverse bepalingen inzake leefmilieu en energie, ondernemingsnummer 0887.269.985, met zetel te 0000 Xxxxxxx, Xxxxxxxxx 00 bus 75;
- Ontvanger: personeelslid van Natuurinvest, belast met het ontvangen van de pachtgelden;
- Voorzitter: de ambtenaar van het agentschap die de verpachtingszitting voorzit en de voorlopige toewijzing doet van de jachtrechten;
- Instituut: het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek opgericht bij het besluit van de Vlaamse Regering tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek van 23 december 2005.
§2. Op deze aanbesteding (verder de ‘jachtverpachting’ genoemd) zijn, naast de in onderhavig document opgenomen bepalingen, van toepassing:
- Het Jachtdecreet van 24 juli 1991 en haar uitvoeringsbesluiten zoals tot op heden gewijzigd en de jachtwet van 28 februari 1882 voor zover nog van toepassing;
- Het Decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijke milieu en haar uitvoeringsbesluiten zoals tot op heden gewijzigd;
- Het Bosdecreet van 13 juni 1990 en haar uitvoeringsbesluiten zoals tot op heden gewijzigd en de boswet van 19 december 1854 voor zover nog van toepassing.
Indien wijziging van decreten en uitvoeringsbesluiten tijdens de duur van de jachtverpachting een versoepeling betekenen ten opzichte van deze verpachtingsvoorwaarden, kunnen die worden toegepast zolang ze niet in strijd zijn met de beheerdoelstellingen voor het gebied. De regiobeheerder zal hierover desgevallend beslissen.
§3. Het betrokken ANB-domein moet prioritair de functies vervullen die eraan zijn toegekend krachtens het Bosdecreet van 13 juni 1990 en het Decreet voor natuurbehoud van 21 oktober 1997, waarvoor de jachtbeoefening geen belemmering mag zijn.
Met uitzondering van beperkingen in verband met de veiligheid die opgelegd worden tijdens een drukjacht, mag de beoefening van de jacht onder geen beding het vrije verkeer belemmeren van bosexploitanten, wandelaars, fietsers of ruiters op de boswegen of in gedeelten van het bos waar hun aanwezigheid door het agentschap wordt geduld, welke ook de redenen daarvan zijn.
Het agentschap kan gedurende de periode van de jachtverpachting het beheer van de verpachte gronden vrij bepalen. Bosexploitatie, natuurinrichtingswerken of andere beheerwerken zijn mogelijk, zonder dat dit aanleiding kan geven tot schadeclaims vanwege de jachtrechthouder.
§4. Deze jachtverpachting heeft tot doel het beheer van wilde zwijnen te realiseren zoals afgesproken in het faunabeheerzone-overleg. De populatie moet beheerd worden zodat instandhoudingsdoelen voor andere soorten en habitats niet in het gedrang komen.
De jachtverpachting heeft ook tot doel om een gezonde populatie reeën te realiseren en in stand te houden in het ANB-domein en de ruimere omgeving ervan. De aanwezigheid van reeën draagt bij tot de ecologische waarde van het gebied. De populatie moet beheerd worden met het oog op het vermijden van de druk die natuurlijke bosverjonging zou verhinderen. De populatie moet beheerd worden zodat instandhoudingsdoelen voor andere soorten en habitats niet in het gedrang komen.
Deze jachtverpachting heeft ook tot doel de populaties van invasieve uitheemse soorten maximaal te beperken.
Deze jachtverpachting heeft ook tot doel schade aan de omliggende landbouwpercelen/ schade aan de woonomgeving/ het risico op verkeersongevallen binnen aanvaardbare perken te houden.
Voor het beheer van everzwijnen wordt de strategie gevolgd zoals bepaald in het Vlaamse plan van aanpak everzwijn, waarbij preventie en samenwerking belangrijk zijn en waarbij het beheer van de everzwijnpopulatie gericht is op aantalsreductie in de winter, en plaatselijke gerichte acties om schade te vermijden in de omgeving van schadegevoelige percelen in de lente, zomer en herfst.
De jachtrechthouder zorgt ervoor dat hijzelf en de personen die desgevallend met hem jagen de noodzakelijke kennis hebben over de beheerdoelstellingen en het gevoerde beheer. Hij is ervoor verantwoordelijk dat hijzelf en personen die desgevallend met hem jagen, als belangrijke gebruikers van het openbaar domein, in hun communicatie en handelen, correct, respectvol- en tactvol omgaan met andere gebruikers, het brede publiek. De jachtrechthouder en de personen die desgevallend met hem jagen, mogen niet communiceren met de media over de activiteiten verbonden met deze verpachting, behoudens na overleg met en schriftelijke goedkeuring van de regiobeheerder. De goedkeuring kan voorwaardelijk zijn en vermeldt steeds de modaliteiten van deze communicatie.
§5. Door zijn deelname bevestigt de kandidaat-jachtrechthouder akkoord te gaan met de voorwaarden vermeld in dit document.
Artikel 2. Xxxxxxxxx begrepen in de jachtverpachting
§1. De jachtverpachting heeft betrekking op Xxxxxx Xxxxxxxxxx in Maaseik, met een benaderde oppervlakte van 300 hectare.
Jagersborg bestaat uit rijke loofbossen van voornamelijk eik maar ook elzenbroek, met dikwijls onderbegroeiing van bramen. Doorheen het boscomplex loopt een systeem van afwateringsgrachten. Door de recente aanwezigheid van bever zijn voornamelijk aan de oostkant zeer natte zones ontstaan. Het boscomplex is bijgevolg zeer moeilijk toegankelijk, maar een goed onderhouden net van boswegen maakt de aanzitjacht zeker mogelijk. Aanwezigheid van eikenprocessierups is tevens zeker een aandachtspunt.
Er lopen beperkte recreatieve routes door het bos. Er is geen permanente rustzone aanwezig.
De ligging van het gebied wordt weergegeven op het plan in bijlage 1.
De grenzen van het gebied kunnen vóór de verpachting op vraag aangewezen worden door de boswachter.
§2. De terreinen zullen zonder waarborg van oppervlakte worden toegewezen. Noch de aanwezigheid van wild, noch het afschot wordt gegarandeerd.
§3. Met het oog op een evenwichtig samengaan van natuurbehoudsdoelstellingen, toegankelijkheid en faunabeheer, kunnen in het verpachte domein zogenaamde ‘rustzones’ aangeduid worden.
In de permanente rustzones wordt normalerwijze niet gejaagd. Jacht is in deze zones slechts uitzonderlijk en tijdelijk mogelijk na schriftelijke goedkeuring van de regiobeheerder. De goedkeuring kan voorwaardelijk zijn en vermeldt steeds de periode, de soorten en de mogelijkheid tot toegang met het geweer.
De permanente rustzones zijn indicatief afgebakend op plan in bijlage 1.
De regiobeheerder kan om natuurbehoudsredenen (bv. naar aanleiding van bijzondere broedgevallen) bijkomend tijdelijke rustzones afbakenen. De omvang en duur ervan wordt beperkt tot het strikt noodzakelijke.
§4. Rekening houdend met het gegeven dat het agentschap in de omgeving van de in deze jachtverpachting begrepen percelen, eventueel in de toekomst nog bijkomende percelen kan verwerven of in beheer kan nemen, wordt uitdrukkelijk voorzien dat het agentschap in de toekomst extra percelen onder de vorm van een bijakte in de jachtverpachting kan opnemen. De regiobeheerder beslist desgevallend aan welk lot ze worden toegevoegd op basis van de coherentie tussen het betrokken perceel en de percelen in de bestaande loten. De voorwaarde om de bijkomende percelen in een lot toe te voegen is dat de oppervlakte van toegevoegde percelen niet meer dan 10% van de oppervlakte van het verpachte lot bedraagt en dat de toegevoegde percelen gelegen zijn binnen een straal van 1 kilometer van een perceel in het verpachte lot.
In voorkomend geval wordt de pachtprijs evenredig verhoogd met de toename aan bejaagbare oppervlakte.
Artikel 3. Looptijd van de jachtverpachting
De jachtpacht zal lopen, voor een termijn van 01/01/24 tot en met 30/06/27.
Het agentschap heeft het recht om jaarlijks zonder daarvoor verder een reden te moeten opgeven, de jachtpacht te doen eindigen bij het einde van het jachtseizoen, mits de jachtpacht uiterlijk 6 maanden vooraf met een aangetekende zending op te zeggen. Aan deze opzeg zijn geen kosten of schadevergoedingen verbonden.
Op verzoek van de jachtrechthouder kan de jachtpacht verlengd worden. Uiterlijk 6 maanden voor de hierboven vermelde einddatum bezorgt de jachtrechthouder daarvoor zijn gemotiveerde aanvraag met een aangetekende zending aan de regiobeheerder.
De regiobeheerder heeft het recht om niet op dit verzoek tot verlenging in te gaan zonder daarvoor verder een reden te moeten opgeven.
De regiobeheerder kan de jachtpacht maximaal 3 maal voor 3 jachtseizoenen verlengen.
De verlenging is slechts mogelijk voor zover het beheerplan of een afwijking van artikel 35 van het Decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijke milieu het doden van dieren volgens deze verpachtingsvoorwaarden toelaat.
Stilzwijgende verlenging van de pacht is niet mogelijk.
Hoofdstuk II: Gunningsprocedure - betalingsvoorwaarden
Artikel 4. Gunningsprocedure - Verloop van de aanbesteding
§1. De jachtverpachting gebeurt in een openbare zitting die doorgaat op 16 november 2023 in de cafetaria van
“De Salamander”, Xxxxxx Xxxxxxxxxx 280 te Maasmechelen. De zitting wordt geopend om 19:00u.
Indien niet voor alle loten een geldig bod werd ontvangen zal automatisch worden overgegaan tot een tweede aanbesteding onder dezelfde aanbestedingsvoorwaarden. Deze tweede zitting gaat door op 29 november 2023 in het VAC te Hasselt, Xxxxxxxx Xxxxxxxxxx 00 xx 0000 Xxxxxxx. De zitting wordt geopend om 14:00u.
De aanbesteding zal plaatsvinden bij middel van schriftelijke bieding.
Schriftelijke biedingen dienen per aangetekende zending en ten laatste op 10 november om 12:00u toe te komen op volgend adres:
Vlaamse Overheid Agentschap Natuur en Bos Afdeling Xxxxxxxxxxxxx Xxxxxxxxx 00, xxx 00
0000 Xxxxxxx
Deze schriftelijke biedingen moeten bezorgd worden onder dubbele omslag, de binnenste gesloten, met het opschrift "Inschrijving verpachting jacht – ANB/TB/HKTV/2023/001.
Schriftelijke biedingen kunnen ook ter zitting aan de voorzitter worden afgegeven vóór de opening van de zitting. Alleen biedingen met een volledig ingevuld biedingsformulier (bijlage 2) worden aanvaard.
Het is niet mogelijk om op deze zitting nog een mondeling of schriftelijk bod uit te brengen. Op de zitting worden enkel de bekomen biedingen geopend en gebeurt de voorlopige toewijzing. Alhoewel de zitting openbaar is worden de kandidaten niet geacht aanwezig te zijn op de zitting.
§2. De biedingen moeten verplicht worden uitgedrukt in Euro en in het Nederlands. Bij schriftelijke biedingen wordt het geboden bedrag, op straffe van nietigheid, zowel in cijfers als in woorden uitgedrukt. Dit bedrag mag in geen geval vastgesteld worden onder de vorm van een verwijzing naar het bod van een andere gegadigde.
De bieding betreft het jaarlijks te betalen bedrag voor een bepaald lot en is vrij van BTW volgens art. 6 Wetboek van BTW.
De Bieding heeft betrekking op de periode 1/1/2024 – 30/06/2025 en nadien telkens voor één jachtseizoen.
De termijn waarvoor de bieder gebonden is door zijn bieding bedraagt 90 kalenderdagen, te rekenen vanaf de uiterste indieningsdatum van het bod.
§3. Het agentschap bepaalt voorafgaand aan de verpachting en in overleg met de regiobeheerder een voldoende bod per lot. De hoogte van het voldoende bod wordt niet bekendgemaakt.
Indien er voor een lot geen voldoende bod bekomen wordt, kan de voorzitter het lot inhouden. Dergelijke loten kunnen eventueel na de biedingen voor de andere loten, opnieuw opgeroepen worden.
§4. Het jachtrecht wordt tijdens de zitting voorlopig toegekend aan de hoogste bieder. Het recht van hoger bod kan uitgeoefend worden conform artikel 11, 2e lid van het Jachtdecreet van 24 juli 1991. Slechts na goedkeuring door het hoofd van het agentschap of diens gedelegeerde, zal het jachtrecht definitief toegekend worden.
§5. Alle geschillen tijdens de zitting zullen geregeld worden door de ambtenaar van het agentschap die de jachtverpachting voorzit.
§6. Het agentschap kan beslissen om de loten die in de zitting definitief ingehouden werden omwille van een onvoldoende bod, nadien via een onderhandelingsprocedure met één of meerdere van de bij de zitting geregistreerde kandidaten, toe te wijzen, onverminderd de toepassing van artikel 11, 2e lid van het jachtdecreet.
Het agentschap kan beslissen om de loten die in de zitting definitief ingehouden werden omwille van het ontbreken van een geldig bod, nadien via een onderhandelingsprocedure toe te wijzen.
Artikel 5. Toegang tot de gunningsprocedure - houders van het jachtrecht
§1. Het jachtrecht kan uitsluitend toegewezen worden aan natuurlijke personen of erkende wildbeheereenheden (WBE’s). De wildbeheereenheden wijzen het jachtrecht toe aan hun leden- jachtrechthouders.
De kandidaat-jachtrechthouders worden voor de zitting bepaald en de lijst van kandidaat-jachtrechthouders en hun jachtverlofnummers wordt opgenomen in het biedingsformulier of in het registratieformulier.
Het aantal jachtrechthouders per lot bedraagt 6.
§2. Bieden kan op één van volgende wijzen:
1. In eigen naam
a. De bieding wordt gedaan ten persoonlijke titel, de bieder is tevens de kandidaat- jachtrechthouder;
b. De kandidaat-jachtrechthouder is in bezit van een geldig jachtverlof.
2. Als zittend jager
a. De bieding wordt gedaan ten persoonlijke titel, de bieder is tevens de kandidaat- jachtrechthouder;
b. De kandidaat-jachtrechthouder is in bezit van het originele verpachtingsdocument dat zijn status als zittend jager aantoont;
c. De kandidaat-jachtrechthouder is in bezit van een geldig jachtverlof.
3. In naam van een erkende WBE
a. De bieding wordt gedaan in naam van de WBE en met toewijzing aan een reeds vooraf vermelde kandidaat-jachtrechthouder. De kandidaat-jachtrechthouder is tevens de bieder;
b. De kandidaat-jachtrechthouder is in bezit van een mandaat van de WBE. Het mandaat wordt gegeven wordt gegeven door middel van het biedingsformulier (bijlage 2);
c. De kandidaat-jachtrechthouder is in bezit van een geldig jachtverlof.
Het is toegestaan te bieden via volmacht. De volmacht wordt gegeven door middel van het biedingsformulier (bijlage 2).
Een kopie van de jachtverloven van de kandidaat-jachtrechthouders worden bij een schriftelijke bieding, op straf van nietigheid van het bod, in de gesloten omslag bij de bieding gevoegd of bij de registratie vóór de opening van de zitting aan de voorzitter overhandigd.
De bieder wordt als aanspreekpunt voor deze jachtverpachting beschouwd.
§3. Onderverhuring is niet toegestaan behoudens de mogelijkheid van de WBE vermeld in paragraaf 1.
§4. Alle jachtrechthouders moeten in het bezit zijn van een geldig jachtverlof.
Niet voldoen aan deze voorwaarde leidt, afhankelijk van het ogenblik van vaststelling, ofwel tot niet-gunning van de jachtverpachting of tot ontbinding van de lopende jachtpachtovereenkomst.
Het agentschap kan in elke fase van de gunning en tijdens de looptijd van de pacht, de nodige informatie over veroordelingen van de (kandidaat-) jachtrechthouders en desgevallend van zijn genodigden of andere deelnemers aan de jacht inwinnen of opvragen. De jachtrechthouder is verplicht om elke veroordeling inzake jacht en beschermde soorten van zichzelf of van zijn genodigden of andere deelnemers aan de jacht onverwijld aan de regiobeheerder te signaleren. De regiobeheerder kan deze personen desgevallend uitsluiten van deelname aan de jacht. Overtreding van deze bepaling leidt, afhankelijk van het ogenblik van vaststelling, ofwel tot niet-gunning van de jachtverpachting of tot ontbinding van de lopende jachtpachtovereenkomst.
§5. De jachtrechthouders zijn vervangbaar. De vervangende kandidaat-jachtrechthouders worden met een schriftelijke motivatie voorgedragen aan de regiobeheerder. De regiobeheerder is niet verplicht een vervanging te aanvaarden. De vervangende kandidaat-jachtrechthouders worden beschouwd als jachtrechthouder zodra zij een schriftelijke goedkeuring van de regiobeheerder hebben ontvangen. Vanaf dat moment worden de oorspronkelijke jachtrechthouders niet langer als jachtrechthouder beschouwd. De vervangende jachtrechthouders nemen alle rechten en plichten over van de oorspronkelijke jachtrechthouders.
Artikel 6. Betalingsvoorwaarden
§1. De pachtprijs wordt betaald aan Natuurinvest. De betaling dient te gebeuren binnen de dertig dagen na verzending van de respectievelijke schuldvordering.
Het eerste jaar int Natuurinvest bijkomend een bedrag van 10% van de jaarlijkse pachtprijs als waarborg. De betaling dient te gebeuren binnen de dertig dagen na verzending van de respectievelijke schuldvordering.
Het agentschap kan van ambtswege de sommen die haar toekomen van de waarborg afhouden.
Dit kan onder meer gebeuren ingeval van opzegging van het contract, bij toegebrachte schade of ingeval de jachtrechthouder niet of niet tijdig voldoet aan de vorderingen die ingesteld werden op basis van de verleende jachtpacht.
Na afloop van dit contract kan de jachtrechthouder de waarborg of in voorkomend geval het saldo ervan, bij Natuurinvest terugvorderen. Na verklaring van de regiobeheerder dat de jachtrechthouder al zijn verplichtingen nakwam, wordt de borg teruggestort.
§2. Het jachtrecht kan pas uitgeoefend worden na betaling van de pachtprijs en de waarborg.
§3. Indien de betalingen niet op de vastgestelde vervaldag gedaan worden, zullen de verschuldigde sommen van rechtswege en zonder aanmaning een intrest gelijk aan de wettelijke intrest opleveren vanaf de vervaldag. Voor het berekenen van de intrest zal elke maand voor dertig dagen geteld worden. De interest wordt per maand berekend. Met een gedeelte van een maand wordt geen rekening gehouden. De basissom zal afgerond worden tot de hogere euro en de slotsom tot de hogere euro.
Hoofdstuk III: Algemene bepalingen i.v.m. de uitoefening van het jachtrecht
Artikel 7. Bejaagbare soorten
Het jachtrecht is beperkt tot de volgende wildsoorten:
Grofwild:
o everzwijn: onbeperkt en volgens de aanwijzingen van de regiobeheerder
o ree: reebok, reegeit, reekits volgens goedgekeurd afschotplan en volgens de aanwijzingen van de regiobeheerder
Invasief uitheemse soorten: uitsluitend in opdracht van de regiobeheerder
Andere soorten: uitsluitend in opdracht van de regiobeheerder
Artikel 8: Jachtvormen
Binnen de perken van de door de wet toegestane jachtvormen voor de verschillende grofwildsoorten, worden in het kader van deze verpachting de volgende jachtvormen onderscheiden:
Individuele aanzitjacht
Een aanzitjacht waarbij de jachtrechthouder op alle toegelaten dagen vrij gebruik maakt van de jachtkansels die onder zijn jachtrecht vallen.
Gezamenlijke aanzitjacht
Een gezamenlijke aanzitjacht met alle jachtrechthouders.
Gezamenlijke aanzitjacht met genodigden
Een gezamenlijke aanzitjacht met alle jachtrechthouders waarbij elke jachtrechthouder, in afwijking van artikel 2, genodigden kan voorstellen. De regiobeheerder bepaalt het aantal genodigden per jachtrechthouder. Men dient van deze genodigden tenminste 24u voor de jachtactiviteit de naam, telefoonnummer en jachtverlofnummer door te geven aan de regiobeheerder.
Bersjacht
Een jacht waarbij de jachtrechthouder op alle toegelaten dagen het wild al wandelend binnen zijn terrein benadert.
Drukjacht:
Een drukjacht met alle jachtrechthouders. Drukjacht is een vorm van bewegingsjacht. Drijvers zetten de dieren in beweging. Jagers worden geposteerd op jachtkansels verspreid binnen het hele gebied. Drijvers lopen in het gebied tussen de jagers door. Algemeen is het de bedoeling bij drukjacht het wild niet ‘op te drijven’ in de richting van een rij van geweren, maar stil door het gebied te bewegen en zo het wild ertoe aan te zetten zich rustig te verplaatsen, in de verwachting dat het voorbij de posten met jagers komt en daar, traaglopend of stilstaand, aangesproken en geschoten kan worden. Hierdoor zijn er minder risico’s op een slecht geplaatst schot dan bij schoten op snel lopende, opgejaagde dieren. In geval van een drukjacht wordt verwacht van de deelnemende jagers dat ze zich bewust zijn van het principe van drukjacht en zich hier ook naar gedragen.
Xxxxxxxxx met genodigden:
Een drukjacht met alle jachtrechthouders waarbij elke jachtrechthouder, in afwijking van artikel 2, genodigden kan voorstellen. De regiobeheerder bepaalt het aantal genodigden per jachtrechthouder. Men dient van deze genodigden tenminste 24u voor de jachtactiviteit de naam, telefoonnummer en jachtverlofnummer door te geven aan de regiobeheerder.
Vangkooien:
De jacht door middel van een kooi waarbij de gevangen dieren vervolgens gedood worden.
Binnen de perken van de wet worden de beheervormen voor de invasief uitheemse soorten en andere soorten desgevallend door de regiobeheerder specifiek bepaald.
Artikel 9. Toegelaten periode voor de jacht
§1. De jachtverpachting is geldig voor individuele aanzitjacht, gemeenschappelijke aanzitjacht en voor het vangen met kooien.
Er wordt alleen gejaagd tussen
05/01 0u00 en 28-29/02 24u00
01/05 en 31/05 van 1 uur voor zonsopgang tot 1 uur na zonsondergang. 01/10 0u00 en 30/11 24u00
Jacht buiten deze periode is slechts mogelijk na schriftelijke opdracht van de regiobeheerder. De opdracht kan voorwaardelijk zijn en vermeldt steeds de periode, de plaats en om welke diersoorten het gaat.
Bepaalde dagen kunnen uitgesloten worden van de jacht omwille van specifieke activiteiten of situaties in het terrein. In dat geval meldt de regiobeheerder dit minstens een week op voorhand per mail aan de jachtrechthouder.
§2. Drukjachten kunnen georganiseerd worden op initiatief van de jachtrechthouder, mits schriftelijke goedkeuring door de regiobeheerder.
De jachtrechthouder treft zelf, in nauwe samenwerking met de boswachter, de nodige wettelijk bepaalde en praktische voorbereidingen (o.a. draaiboek) voor de drukjacht om te zorgen voor een efficiënt en veilig verloop.
De jachtrechthouder voorziet een voldoende aantal ‘stille drijvers’ voor de drukjacht. De regiobeheerder bepaalt het aantal. Men dient van deze ‘stille drijvers’ tenminste 24u voor de jachtactiviteit de naam en telefoonnummer door te geven aan de regiobeheerder.
Bersjacht kan op initiatief van de jachtrechthouder mits schriftelijke goedkeuring door de regiobeheerder. De goedkeuring kan voorwaardelijk zijn en vermeldt steeds de periode, de plaats en om welke diersoorten het gaat.
§3. De jachtrechthouder participeert actief aan jachtterreinoverschrijdende activiteiten.
§4. De regiobeheerder kan desgevallend de jachtrechthouder uitnodigen om in de loop van het jachtseizoen deel te nemen aan een bijkomende jachtactiviteit in een ander domein van het agentschap.
§5. Indien er nood is aan extra jachtdruk kan de regiobeheerder beslissen om bijkomend gemeenschappelijke aanzitjacht, gemeenschappelijke aanzit met genodigden, bersjacht, drukjacht, drukjacht met genodigden, of - voor everzwijnen- afvangst met vangkooien of bijzondere jacht ‘s nachts te organiseren.
De data van die bijkomende acties worden bepaald in nauw overleg met de jachtrechthouder.
Indien de regiobeheerder oordeelt dat bij gemeenschappelijke activiteiten bijkomende jagers noodzakelijk zijn, kan hij het initiatief nemen om die in te zetten.
De opdrachten van de regiobeheerder inzake vermijden van schade, in het bijzonder door everzwijn en ganzen, worden onmiddellijk uitgevoerd volgens de aanwijzingen van de regiobeheerder.
Daarbij wordt verwacht dat het minimumaantal jachtrechthouders, zoals bepaald in artikel 5, binnen de week inzetbaar is voor 2 opdrachten per week van maximaal 4 uur gedurende de dag of de nacht en dit met een maximum van 12 weken per jachtseizoen.
§6. Indien de jachtrechtouder op eigen initiatief vangkooien wil inzetten kan dit mits schriftelijke toestemming van de regiobeheerder.
De regiobeheerder kan het gebruik van vangkooien opleggen aan de jachtrechthouder. De vangkooien worden enkel gebruikt voor het vangen van everzwijnen.
Als vangkooien moeten gebruikt worden voor andere soorten in uitvoering van artikel 7 wordt dit vermeld in
de opdracht van de regiobeheerder. De toelating voor het gebruik van deze vangkooien kan voorwaardelijk zijn en vermeldt steeds de periode, de plaats en om welke diersoorten het gaat.
Indien het jachtrecht op everzwijnen uitgeoefend moet worden met vangkooien wordt de vangkooi aangeleverd door het agentschap.
De jachtrechthouder engageert zich dat de vangkooien tijdens de periode waarin ze op scherp staan dagelijks gecontroleerd worden. Dat mag gebeuren door middel van elektronisch toezicht. De periode waarin de vangkooien op scherp staan wordt opgelegd door het agentschap met een maximum van 150 dagen per jachtseizoen.
Op eigen initiatief kan de jachtrechthouder de periode waarin de kooi op scherp staat uitbreiden.
Het vangen van everzwijnen met kooien valt steeds onder verantwoordelijkheid van een medewerker van het agentschap. De regiobeheerder kan iemand aanduiden om het afschot uit te voeren. De jachtrechthouder kan zich hiervoor kandidaat stellen. De jachtrechthouder kan zich desgevallend laten bijstaan door maximaal twee helpers. Men dient van deze helpers tenminste 24u voor de jachtactiviteit de naam en telefoonnummer door te geven aan de regiobeheerder.
Xxxxxxxxxxx die worden gevangen in de kooi worden onder toezicht van de jachtrechthouder gedood.
§7. In specifieke omstandigheden kan de regiobeheerder voor een welomschreven faunabeheertaak zelf een uitvoerder aanduiden.
Een niet-limitatieve lijst van dergelijke faunabeheertaken: regulering van overzomerende ganzen, bestrijding van Rosse stekelstaart, het verwijderen van agressieve dieren, het verwijderen van losgebroken dieren.
Artikel 10. Jachtkansels
§1. De jacht op grofwild met het geweer zal, uit veiligheidsoverwegingen ten opzichte van de andere terreingebruikers en met het oog op een passend afschot, uitsluitend gebeuren vanop een door de regiobeheerder goedgekeurde jachtkansel, met uitzondering van de jachtvorm ‘bersjacht’ zoals vermeld onder artikel 8.
§2. De regiobeheerder kan de jachtrechthouder richtlijnen geven met betrekking tot de exacte (ver-)plaatsing van de jachtkansels of kan jachtkansels op bepaalde locaties weigeren. Het ontwerp (afmetingen, materialen) van de kansels wordt voorafgaandelijk aan de plaatsing door de jachtrechthouder ter goedkeuring voorgelegd aan de regiobeheerder. Deze jachtkansels worden door de jagers zelf geplaatst of verplaatst. Iedere jachtkansel dient een uniek nummer te dragen.
De jachtrechthouder bezorgt binnen één maand na goedkeuring aan de regiobeheerder een definitieve kaart waarop de locatie van de jachtkansels met nummer is aangegeven. De jachtactiviteit kan pas aanvangen na het goedkeuren van het plan met jachtkansels door de regiobeheerder. Elke wijziging aan het plan met jachtkansels wordt opnieuw schriftelijk ter goedkeuring voorgelegd.
§3. Desgevallend kan de regiobeheerder toelaten dat het beheer met het geweer van de invasief uitheemse soorten en andere soorten niet vanop een jachtkansel moet gebeuren. Een eventuele toelating kan voorwaardelijk zijn en vermeldt steeds de periode, de plaats en om welke diersoorten het gaat.
§4. Bij een drukjacht voorziet de jachtrechthouder jachtkansels geschikt voor drukjacht. Het aantal jachtkansels wordt bepaald door de regiobeheerder.
§5. De jachtrechthouder beschikt over een set van 6 snel verplaatsbare jachtkansels om te kunnen inspelen op specifieke noden.
Artikel 11. Wapens
§1. De jachtrechthouders en desgevallend hun genodigden staan in voor de goede staat van hun wapens.
§2. Voor de kogelwapens verzekeren de jachtrechthouders en desgevallend hun genodigden een correcte instelling van de richtkijker. Er wordt verwacht dat de jachtrechthouders en desgevallend hun genodigden zelf hun wapen met kijker zorgvuldig hebben ingeschoten op 100m.
§3. Voor deelname aan een drukjacht op everzwijnen leggen de jachtrechthouders en desgevallend hun genodigden een gedateerd en ondertekend bewijs van oefening in een schietcinema met bewegende beelden voor op het moment dat de regiobeheerder er om vraagt. Dit bewijs wordt per mail opgestuurd naar xxxxxxxxxxxxxxxx@xxxxxxxxxx.xx. Dit bewijs mag maximaal 6 maanden oud zijn. Indien dit niet kan worden voorgelegd, wordt de jager alsnog uitgesloten van de drukjacht en kan het agentschap een plaatsvervangend jager voorzien.
§4. Voor het beheer van grofwild zijn enkel jachtwapens toegelaten die wettelijk toegelaten zijn voor het bejagen van edelhert, damhert, wild zwijn en moeflon.
Er wordt niet toegestaan gebruik te maken van gladloopwapens voor het beheer van grofwild. Bij een drukjacht is het gebruik van een voorspanner niet toegestaan.
Bij een drukjacht is het gebruik van een richtkijker met minimum vergroting groter dan 4x niet toegestaan.
§5. Indien de jachtrechthouder en desgevallend zijn genodigde tijdens een drukjacht 3 maal geschoten heeft op een dier en geen dier ter plaatse ligt, wordt hij verondersteld niet meer op andere dieren te schieten, tenzij deze dieren zichtbaar gewond zijn. Dit verbod kan enkel opgeheven worden indien trakkers tijdens de jacht alsnog de door hem geschoten dieren vinden.
§6. In het geval van beheer van invasieve exoten is het gebruik toegelaten van wapens die voldoen aan de wettelijke bepalingen weergegeven in bijlage 3/1 van het soortenbesluit. De regiobeheerder kan deze toelating beperken. Een eventuele beperking kan voorwaardelijk zijn en vermeldt steeds de periode, de plaats en om welke diersoorten het gaat.
§7. In het geval van beheer van andere soorten dan grofwild en invasieve exoten is het gebruik toegelaten van wapens die voldoen aan de wettelijke bepalingen weergegeven in het Jachtvoorwaardenbesluit van 25 april 2014. De regiobeheerder kan deze toelating beperken. Een eventuele beperking kan voorwaardelijk zijn en vermeldt steeds de periode, de plaats en om welke diersoorten het gaat.
Artikel 12. Overige bepalingen
§1. Voor het begin van de eerste jachtactiviteit worden verdere instructies gegeven. Desgevallend worden bijkomende instructies gegeven voor aanvang van een nieuwe jachtactiviteit.
§2. Het gebruik van wildcamera’s/cameravallen is binnen de wettelijke normen toegelaten.
De jachtrechthouder houdt een lijst bij van gebruikte wildcamera’s en van de locaties en tijdstippen waarop ze worden ingezet. Deze lijst met bijhorende kaart en alle gemaakte opnames worden aan de regiobeheerder bezorgd wanneer hij er om vraagt en hij kan er vrij over beschikken.
Om een inzicht te krijgen op de populatiedynamische effecten van het grofwildbeheer kan aan de jachtrechthouder gevraagd worden om de opnames op te laden op een elektronisch platform. INBO bepaalt de wijze van inzameling.
De regiobeheerder kan bepaalde periodes en locaties voor wildcamera’s verbieden.
§3. De jachtrechthouder mag geen enkel bord of aanduiding betreffende het jachtrecht aanbrengen zonder de voorafgaande toestemming van de regiobeheerder, behalve voor de berichten die worden voorzien in de jachtwetgeving. Het aanbrengen van dergelijke borden of aanduidingen aan bomen, mag niet op een wijze gebeuren die schade toebrengt aan de boom. Het gebruik van nagels, vijzen of verf is dan ook uitgesloten.
Tijdelijke aanduidingen en alle andere sporen van jachtactiviteiten, zijn na de jachtactiviteit onmiddellijk te verwijderen.
§4. De jachtrechthouder staat in overleg met de regiobeheerder in voor het nemen van de preventieve handelingen bedoeld in het Ministerieel besluit van 12 mei 2014 (code van goede praktijk).
§5. De jacht moet worden uitgeoefend met respect voor dierenwelzijn en met het oog op voorkoming van dierenleed.
§5. In afwijking van de bepalingen van art. 25, §2, art. 39, §2 en art. 51 §2 van het Jachtvoorwaardenbesluit, is het gebruik van dode en kunstmatige lokdieren uitsluitend toegestaan mits schriftelijke goedkeuring van de regiobeheerder. De goedkeuring kan voorwaardelijk zijn en vermeldt steeds de periode en de plaats waar de lokdieren gebruikt mogen worden.
§6. Het is de jachtrechthouder niet toegelaten om maai-, kap- of andere beheerwerken uit te voeren in de omgeving van de jachtkansels of elders tenzij na schriftelijke goedkeuring van de regiobeheerder. De goedkeuring kan voorwaardelijk zijn en vermeldt steeds de periode en de plaats van deze beheerwerken.
§7. Het voederen en aanleggen van wildweides is verboden.
§8. Bijzondere veldwachters aangesteld door de jachtrechthouder hebben geen bevoegdheid op dit gebied.
§9. Aankorrelen is toegestaan mits schriftelijke goedkeuring van de regiobeheerder. De goedkeuring kan voorwaardelijk zijn en vermeldt steeds de periode en de plaats waar aangekorreld mag worden.
§10. Het gebruik van honden andere dan vermeld in artikel 13 is niet toegestaan behoudens een schriftelijke machtiging van de regiobeheerder.
§11. De in deze verpachting begrepen gronden mogen slechts gewapend betreden worden tijdens de periodes vermeld in artikel 9 en enkel om een effectieve beheeractiviteit uit te voeren. Observatie of telling van het wild gebeurt ongewapend. Buiten de periodes vermeld in artikel 9 zijn de geldende toegankelijkheidsregels van toepassing tenzij met schriftelijke machtiging van de regiobeheerder. De jachtrechthouder moet in het bezit zijn van de machtiging wanneer hij hier gebruik van maakt.
§12. Op het verpachte terrein is geen gemotoriseerd verkeer toegelaten, behoudens op de in de toegankelijkheidsregelingen aangeduide parkings en toegangswegen en eventuele buurtwegen die over de ANB-eigendommen lopen en effectief opengesteld zijn voor gemotoriseerd verkeer. De regiobeheerder kan een eventuele afwijking toegestaan op deze regel, gekoppeld aan een vooraf bepaald voertuig. De regiobeheerder verleent daarvoor een schriftelijke toestemming die zichtbaar voor de voorruit geplaatst wordt op naam van de jachtrechthouder en het respectievelijke voertuig.
Hoofdstuk IV: Meldingen, rapportage, wildbraad en staalnames
Artikel 13. Administratie
De kandidaat-jachtrechthouder geeft de volmacht aan het agentschap voor het uitoefenen van de volgende wettelijk vastgelegde administratieve verplichtingen die aan het uitoefenen van het jachtrecht verbonden zijn:
Indiening van het jachtplan
Aanvraag van het afschotplan
Indiening van het faunabeheerplan
Melding bijzondere jacht (indien van toepassing)
Indiening van een wildrapport
Artikel 14. Registratie van de jachtactiviteit, schotregistratie en nazoeken
§1. Er wordt een whatsapp groep opgericht door de boswachter of zijn plaatsvervanger waarin alle jachtrechthouders en desgevallend hun genodigden opgenomen zijn.
Het aanzitten of elke andere jachtactiviteit wordt telkens vooraf gemeld aan de boswachter of zijn plaatsvervanger door het sturen van een whatsappbericht met vermelding van de naam en desgevallend het nummer van de jachtkansel.
Elk schot dient onmiddellijk te worden gerapporteerd aan de boswachter of zijn plaatsvervanger door het sturen van een whatsappbericht met vermelding de naam, het nummer van de jachtkansel, de geschoten diersoort en “Niet getekend/Getekend /Ter plaatse”. Ingeval van een drukjacht wordt ook telkens het aantal schoten vermeld.
§2. Bij elk gemist schot en/of bij ieder vermoedelijk gekwetst dier zal worden nagezocht met behulp van een gekwalificeerde zweethond. De jachtrechthouder legt daarvoor een of meerdere door het agentschap erkende spannen van hond en geleider ter goedkeuring voor aan de boswachter of zijn plaatsvervanger. De jager neemt zelf deel aan het nazoekwerk. De boswachter of zijn plaatsvervanger wordt onmiddellijk na afloop van de nazoek op de hoogte gebracht van het resultaat van de nazoek.
§3. In het geval een nazoek plaats vindt in een aanpalend terrein waarbij het gekwetste dier het gepachte terrein betreden heeft, is de jachtrechthouder verplicht een door het agentschap erkend gespan van hond en geleider toe te laten op het door hem gepachte gebied. De jachtrechthouder en de boswachter brengen elkaar hiervan zo spoedig mogelijk op de hoogte.
§4. De geschoten dieren worden voorzien van een label, aangereikt door de boswachter of zijn plaatsvervanger.
§5. Om de jachtinspanningen en succes te monitoren dient elke jager het door het INBO aangeleverde jachtdagboekje met betrekking tot de jachtactiviteiten correct in te vullen wanneer INBO daarom vraagt.
De jachtrechthouder levert de jachtdagboekjes af aan de boswachter of zijn plaatsvervanger binnen de week nadat er om werd gevraagd.
§6. De afschotmelding wordt door de jachtrechthouder via het e-loket digitaal doorgegeven met de exacte plaatsbepaling waar het dier geschoten werd.
Artikel 15. Geschoten wild en staalname
§1. De geschoten dieren worden ontweid en gewogen door de jager of desgevallend door één van de deelnemers aan de jachtactiviteit die zich daarvoor engageren.
De regiobeheerder bepaalt de wijze van inzameling van de wettelijk verplichte stalen. De stalen worden genomen door degene die de dieren ontweidt.
§2. In kader van wetenschappelijk onderzoek (onder andere om een inzicht te krijgen op de populatiedynamische effecten van het grofwildbeheer) kan aan de jachtrechthouder gevraagd worden om bijkomende stalen in te zamelen. INBO bepaalt welke stalen van welke dieren moeten genomen worden en bepaalt de wijze van inzameling. De stalen worden genomen door degene die de dieren ontweidt. De jager kan hiervoor geen vergoeding eisen.
§3. Geschoten wild wordt kosteloos eigendom van de jager. Alle geschoten wild moet door de jager meegenomen worden.
§4. Indien het gestrekte dier een trofeedrager is blijft de trofee eigendom van de jager die het dier strekte.
Artikel 16. Verslag van de jachtactiviteiten en overleg
§1. De jachtrechthouder bezorgt jaarlijks een verslag aan de regiobeheerder. De regiobeheerder of boswachter kunnen ook een tussentijds verslag vragen. Het verslag bevat de elementen vermeld in art 12, §2, de inspanningen (datum, starttijd aanzit, einde aanzit), waarnemingen en het afschot. De manier van rapporteren wordt bepaald door de regiobeheerder.
Het rapporteringssjabloon is te vinden in bijlage 4.
§2. De regiobeheerder kan jaarlijks een overleg organiseren waaraan de jachtrechthouder, de regiobeheerder en/of de betrokken boswachter deelnemen. De jachtrechthouder bezorgt ten laatste 1 week voor dit overleg het verslag vermeld in §1. De regiobeheerder en de boswachter kunnen bijkomende informatie opvragen. In het overleg worden de jachtactiviteiten, de resultaten van het voorbije jaar en de strategie voor het komende jaar besproken.
§3. Specifieke waarnemingen van soorten bepaald door de boswachter worden per direct gerapporteerd aan de boswachter.
Hoofdstuk V: Naleven van de aanbestedingsvoorwaarden
Artikel 17. Verantwoordelijkheid, aansprakelijkheid
§1. Het agentschap is niet verantwoordelijk voor ongevallen die kunnen gebeuren ten gevolge van de toewijzing en uitoefening van de jacht. De jachtrechthouders jagen onder eigen verantwoordelijkheid en zien af van elke vorm van schadevergoeding door het agentschap voor schade die zou veroorzaakt worden door de jacht of het gebruik van de jachtinfrastructuur (o.m. jachtkansels). De jachtrechthouder is verantwoordelijk voor schade aan derden veroorzaakt door de uitoefening van zijn/haar jachtactiviteit.
§2. De jachtrechthouder is aansprakelijk als naar recht tegenover derden voor schade veroorzaakt door dieren waarvoor de regiobeheerder opdracht gaf tot jacht of bestrijding overeenkomstig artikel 7 in zoverre de dieren
afkomstig zijn uit het gebied vermeld in artikel 2 en in zoverre hij de mogelijkheden die aan de jachtverpachting verbonden zijn niet optimaal benut heeft.
§3. De jachtrecht houder is eveneens aansprakelijk als naar recht tegenover het Vlaamse Gewest voor de schade, veroorzaakt in haar domeinen door dieren waarvoor de regiobeheerder opdracht gaf tot jacht of bestrijding overeenkomstig artikel 7 in zoverre de dieren afkomstig zijn uit het gebied vermeld in artikel 2 en in zoverre hij de mogelijkheden die aan de jachtverpachting verbonden zijn niet optimaal benut heeft.
§4. Elke instructie (onder andere tijdens de veiligheidsbriefing) die wordt opgelegd door het agentschap wordt opgevolgd.
Artikel 18. Maatregelen bij niet-naleving van de aanbestedingsvoorwaarden
Het niet-naleven van de jacht- of natuurbehoudswetgeving, niet-naleven van één van de bepalingen van deze aanbestedingsvoorwaarden of onveilig/onaanvaardbaar gedrag, kan de onmiddellijke opzegging van de jachtpacht tot gevolg hebben zonder dat zal worden overgegaan tot welke terugbetaling dan ook door het agentschap. De uitsluiting gebeurt door het hoofd van het agentschap of diens gedelegeerde, op basis van een gemotiveerd advies van de regiobeheerder.
In het geval van een dergelijke opzeg, wordt de onder artikel 6 vermelde borg volledig ingehouden als vergoeding voor administratieve onkosten bij het agentschap.
Het niet-naleven van de jacht- of natuurbehoudswetgeving, niet-naleven van één van de bepalingen van deze aanbestedingsvoorwaarden of onveilig/onaanvaardbaar gedrag leidt er bovendien toe dat de personen uitgesloten worden voor volgende aanbestedingen van het jachtrecht door het agentschap in de daaropvolgende vijf jachtseizoenen. Deze personen kunnen voor dezelfde periode tevens niet meer deelnemen aan jachtactiviteiten op een eigendom van het agentschap, ook niet op uitnodiging van een derde.
De regiobeheerder zelf kan om dezelfde reden en onder de vorm van een met redenen omklede beslissing die betekend wordt aan de jachtrechthouder, genodigden tijdelijk of voor de rest van de lopende jachtperiode, uitsluiten van de jacht.
Artikel 19. Elke rechtsvordering van de jachtrechthouder wordt ingesteld bij een Nederlandstalige Belgische rechtbank te Brussel, behoudens ingeval van een vordering tot tussenkomst in een bestaand geding.
Bijlagen:
1. liggingsplan
2. biedingsformulier
3. perceellijst
4. rapporteringssjabloon
Xxxxx Xxxxxx Regiobeheerder
Getekend door:Xxxxx Xxxxxx (Signature) Getekend op:2023-10-05 06:43:26 +02:0
Reden:Ik keur dit document goed
Bijlage 1: Liggingsplan.
Bijlage 2 Biedingsformulier jachtverpachting
/////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////
ANB – Xxxxxxxxxxxxx
Xxxxxxxxx 00, xxx 00
0000 XXXXXXX
In te vullen door de behandelende afdeling
ontvangstdatum invoerdatum
Waarvoor dient dit formulier?
Met dit formulier kan u zich registreren en bieden voor een jachtverpachting van het Agentschap voor Natuur en Bos.
Gegevens van de bieder
1 Vul hier de persoonlijke gegevens van de bieder in. De bieder is tevens de eerste jachtrechthouder en aanspreekpunt.
De geboortedatum hoeft u alleen in te vullen als de bieder niet over een rijksregisternummer beschikt.
nationaliteit
rijksregisternummer - .
geboortedatum | dag | maand | jaar | ||||||||||
voornaam | achternaam | ||||||||||||
land | |||||||||||||
postnummer | gemeente | ||||||||||||
straat | huisnummer | bus | |||||||||||
telefoon of gsm | |||||||||||||
e-mailadres |
jachtverlofnummer
2 Kruis hieronder de hoedanigheid van de bieder aan.
Bieding ten persoonlijken titel
Bieding ten persoonlijken titel als zittend jager
Bieding in naam van een WBE. Vermeld hieronder het nummer en de naam van die WBE.
Laat het biedingsformulier hier ondertekenen door een persoon die de WBE kan vertegenwoordigen
2 | 0 |
datum
dag maand jaar
Functie Handtekening
voornaam achternaam
Het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) verwerkt uw persoonsgegevens en respecteert uw rechten in dat verband. Op xxx.xxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxxxxxxxxxx staat het beleid van het ANB op het vlak van gegevensverwerking. U vindt er ook een omschrijving van uw rechten en hoe u ze kunt uitoefenen. Als u vragen hebt over de manier waarop we uw gegevens verwerken, kunt u mailen naar xxx.xxx@xxxxxxxxxx.xx.
Het bod
Indien u zich enkel wil registreren voor een mondelinge bieding, hoeft u deze rubriek niet in te vullen.
3 Vul hieronder in welke bedrag u wil bieden voor deze verpachting.
Indien het bedrag in cijfers niet overeenkomt met het bedrag in letters, leidt dit tot nietigheid van het bod. Dit bedrag mag in geen geval vastgesteld worden onder de vorm van een verwijzing naar het bod van een andere gegadigde.
Volmacht
In cijfers In letters
, Euro
4 Vul hier de persoonlijke gegevens in van de persoon die in uw naam mag bieden.
U hoeft dit alleen in te vullen als u wil bieden via een volmachthouder.
De geboortedatum hoeft u alleen in te vullen als de volmachthouder niet over een rijksregisternummer beschikt.
nationaliteit
rijksregisternummer - .
geboortedatum | dag | maand | jaar | ||||||||||
voornaam | achternaam | ||||||||||||
land | |||||||||||||
postnummer | gemeente | ||||||||||||
straat | huisnummer | bus | |||||||||||
telefoon of gsm | |||||||||||||
e-mailadres |
Andere jachtrechthouders
5 Vul hieronder de gegevens in van de personen die samen met de bieder deze jachtverpachting aangaan. jachtrechthouder 2
voornaam achternaam
straat huisnummer bus
postnummer telefoon of gsm jachtverlofnummer
gemeente
jachtrechthouder 3
voornaam achternaam
straat huisnummer bus
postnummer telefoon of gsm jachtverlofnummer
gemeente
xxxxxxxxxxxxxxxx 4
voornaam achternaam
straat huisnummer bus
postnummer telefoon of gsm jachtverlofnummer
gemeente
jachtrechthouder 5
voornaam achternaam
straat huisnummer bus
postnummer telefoon of gsm jachtverlofnummer
gemeente
Ondertekening
6 Vul de onderstaande verklaring in.
Ik verklaar dat alle gegevens in dit formulier naar waarheid zijn ingevuld.
Ik ben ervan op de hoogte dat mijn bod geldig is tot 90 dagen na de uiterste biedingsdatum. Ik ben op de hoogte van de voorwaarden van de jachtverpachting.
2 | 0 |
datum
dag maand jaar
handtekening
voornaam achternaam
Aan wie bezorgt u dit formulier?
7 Stuur dit formulier naar de bevoegde dienst van het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB). U vindt het adres van de bevoegde dienst bovenaan op dit formulier.
Bijlage 3: lijst percelen
CapaKey | CapaKey |
72021A0281/00A000 | 72021A0313/00M000 |
72021A0282/00H000 | 72021A0313/00R000 |
72021A0282/00K000 | 72021A0313/00S000 |
72021A0282/00M000 | 72021A0313/00T000 |
72021A0282/00N000 | 72021A0313/00V000 |
72021A0282/00R000 | 72021A2026/00D000 |
72021A0283/00A002 | 72021A2026/00E000 |
72021A0283/00B002 | 72021A2026/02_000 |
72021A0283/00C002 | 72024A0001/00K002 |
72021A0283/00D002 | 72024A0001/00L002 |
72021A0283/00E002 | 72024A0001/00M002 |
72021A0283/00F002 | 72024A0001/00N002 |
72021A0283/00V000 | 72024A0001/00P002 |
72021A0283/00W000 | 72024A0001/00R002 |
72021A0283/00X000 | 72024A0001/00S002 |
72021A0283/00Y000 | 72024A0001/00T002 |
72021A0283/00Z000 | 72024A0001/00V002 |
72021A0284/00D000 | 72024A0002/00L005 |
72021A0284/00E000 | 72024A0003/00D005 |
72021A0284/00F000 | 72024A0003/00E005 |
72021A0285/00L000 | 72024A0003/00M009 |
72021A0285/00M000 | 72024A0003/00N009 |
72021A0285/00N000 | 72024A0003/00P009 |
72021A0285/00R000 | 72024A0003/00T003 |
72021A0285/00S000 | 72024A0003/00T008 |
72021A0285/00V000 | 72024A0003/00V008 |
72021A0285/00W000 | 72024A0003/00W003 |
72021A0285/00X000 | 72024A0003/00W008 |
72021A0285/00Y000 | 72024A0003/00W009 |
72021A0286/00L000 | 72024A0003/00X009 |
72021A0286/00M000 | 72024A0004/00A011 |
72021A0286/00N000 | 72024A0004/00B009 |
72021A0290/00G000 | 72024A0004/00C009 |
72021A0291/00B000 | 72024A0004/00F011 |
72021A0293/00A000 | 72024A0004/00G010 |
72021A0294/00B000 | 72024A0004/00G011 |
72021A0294/00C000 | 72024A0004/00H010 |
72021A0302/00A000 | 72024A0004/00K010 |
72021A0303/00C000 | 72024A0004/00L010 |
72021A0303/00D000 | 72024A0004/00M010 |
72021A0303/02_000 | 72024A0004/00M011 |
72021A0313/00K000 | 72024A0004/00R010 |
72021A0313/00L000 | 72024A0004/00T009 |
CapaKey | CapaKey |
72024A0004/00Z010 | 72024A0005/00Y014 |
72024A0005/00A014 | 72024A0005/00Z013 |
72024A0005/00B014 | 72024A0005/00Z016 |
72024A0005/00C014 | 72024A0039/00B004 |
72024A0005/00D014 | 72024A0039/00B004 |
72024A0005/00D015 | 72024A0039/00C000 |
72024A0005/00D016 | 72024A0039/00C005 |
72024A0005/00E014 | 72024A0039/00D005 |
72024A0005/00E015 | 72024A0039/00E004 |
72024A0005/00E016 | 72024A0039/00K004 |
72024A0005/00F014 | 72024A0039/00M004 |
72024A0005/00F015 | 72024A0039/00P003 |
72024A0005/00F016 | 72024A0039/00P004 |
72024A0005/00F017 | 72024A0039/00R003 |
72024A0005/00G014 | 72024A0039/00R004 |
72024A0005/00G016 | 72024A0039/00W004 |
72024A0005/00G016 | 72024A0039/00X004 |
72024A0005/00H014 | 72024A9998/99Z999 |
72024A0005/00H016 | 72024A9999/99Z999 |
72024A0005/00K014 | |
72024A0005/00K015 | |
72024A0005/00L014 | |
72024A0005/00L015 | |
72024A0005/00L015 | |
72024A0005/00M013 | |
72024A0005/00M014 | |
72024A0005/00N014 | |
72024A0005/00P013 | |
72024A0005/00P014 | |
72024A0005/00R014 | |
72024A0005/00S014 | |
72024A0005/00S016 | |
72024A0005/00T014 | |
72024A0005/00T016 | |
72024A0005/00V008 | |
72024A0005/00V013 | |
72024A0005/00V014 | |
72024A0005/00V016 | |
72024A0005/00V016 | |
72024A0005/00W008 | |
72024A0005/00W013 | |
72024A0005/00W016 | |
72024A0005/00X013 | |
72024A0005/00X016 | |
72024A0005/00Y013 |
Bijlage 4: rapporteringssjabloon