Pensioenreglement DC
Pensioenreglement DC
Stichting Autoriteit Financiële Markten
Stichting De Nationale Algemeen Pensioenfonds
Versie: 1 november 2022
Inhoud
2. Deelnemerschap en informatieverstrekking 3
4. Aanwenden kapitaal en Keuzemogelijkheden 6
1. Definities
Naast de definities van artikel 1 van de statuten en de definities van artikel 1 van Pensioenreglement CDC Stichting Autoriteit Financiële Markten, die ook gelden voor dit pensioenreglement, wordt verstaan onder:
1.1 Collectiviteitkring DC
Het door het Pensioenfonds beheerde afgescheiden vermogen waar de uitvoering van de premieovereenkomst van de Werkgever is ondergebracht.
1.2 Deelnemer
De persoon die op 31 december 2017 beschikt over een kapitaal dat is opgebouwd in de Regeling Prepensioenkapitaal van Pensioenfonds AFM en ingestemd heeft met het behoud hiervan én overdracht van dit kapitaal naar Collectiviteitkring DC van het Pensioenfonds.
1.3 Pensioenrichtdatum
De dag waarop de Deelnemer 60 jaar wordt.
2. Deelnemerschap en informatieverstrekking
2.1 Besloten pensioenregeling
Er vindt geen toetreding meer plaats tot deze pensioenregeling en het storten van premiebijdragen is niet meer mogelijk.
2.2 Informatieverstrekking
Het artikel 2.2 van Pensioenreglement CDC Stichting Autoriteit Financiële Markten inzake de informatieverstrekking is van overeenkomstige toepassing met dien verstande dat de informatie betrekking heeft op Collectiviteitkring DC in plaats van Collectiviteitkring AFM.
3. Beleggen en kosten
3.1 Algemeen
Deze pensioenregeling heeft het karakter van een premieovereenkomst in de zin van de Pensioenwet. Dat betekent dat de hoogte van de premie vaststaat, maar de hoogte van de pensioenuitkering nog niet. De uit de waardeoverdracht ingebrachte kapitalen zijn belegd. Er vindt geen nieuwe inleg meer in deze regeling plaats. Tenzij de Deelnemer gebruikt maakt van de mogelijkheid van artikel 4.1, lid 6, koopt het Pensioenfonds met de opgebouwde waarde van de beleggingen op de Pensioenrichtdatum van de Deelnemer bij Collectiviteitkring AFM waar de Werkgever het Pensioenreglement CDC
Stichting Autoriteit Financiële Markten heeft ondergebracht een tijdelijk ouderdomspensioen aan voor de Deelnemer dat ingaat op 60 jaar en eindigt op 62 jaar.
3.2 LifeCycle Beleggen
1. Het overgedragen kapitaal van de Deelnemer wordt, rekening houdend met het in artikel 3,5 bepaalde, door het Pensioenfonds standaard belegd door middel van het beleggingsconcept ‘LifeCycle Beleggen’. Met LifeCycle Beleggen wordt het kapitaal in een breed gespreide
fondsenportefeuille belegd. Naarmate de pensioenrichtdatum dichterbij komt, wordt steeds minder risicovol belegd om de kans op waardevermindering te verkleinen.
2. LifeCycle beleggen kent in deze pensioenregeling één variant, LifeCycle Beleggen Neutraal, waarin de pensioenpremie wordt belegd.
3.3 Beleggingskosten
1. Met het kapitaal van de Deelnemer dat bij aanvang van de deelneming wordt overgedragen, koopt het Pensioenfonds ten behoeve van die Deelnemer participaties in een of meer beleggingsfondsen. Hiervoor worden door het Pensioenfonds geen kosten in rekening gebracht bij de Deelnemer anders dan de instapvergoedingen, zoals bepaald in lid 4.
2. Het Pensioenfonds verkoopt participaties in een beleggingsfonds als de Deelnemer:
- tijdelijk ouderdomspensioen aankoopt of als de Deelnemer de waarde overdraagt naar een andere pensioenregeling;
- kiest voor een variabele pensioenuitkering op de Pensioenrichtdatum-
- kosten dient te betalen als genoemd in artikel 3.3, lid 4, artikel 3.4 en voor de financiering van het minimaal vereist eigen vermogen en het weerstandsvermogen als genoemd in artikel 3.5.
Hiervoor worden door het Pensioenfonds geen kosten in rekening gebracht bij de Deelnemer anders dan de uitstapvergoedingen, zoals bepaald in lid 4.
3. Om aan te sluiten bij de beleggingsmix, die van toepassing is bij de leeftijd van de Deelnemer kunnen participaties worden aangekocht of verkocht.
Hiervoor worden door het Pensioenfonds geen kosten in rekening gebracht bij de Deelnemer anders dan de in- en uitstapvergoedingen, zoals bepaald in lid 4.
4. Bij de Deelnemer wordt mogelijk door de fondsaanbieder een instap- en uitstapvergoeding in rekening gebracht. De hoogte van de kosten is afhankelijk van het saldo aan- of verkopen op de betreffende dag. Informatie over de in- en uitstapvergoeding is beschikbaar via de deelnemersportal.
5. Het Pensioenfonds administreert en beheert de beleggingen van de Deelnemer en communiceert hierover. Hiervoor wordt een jaarlijkse servicefee van 0,2% van de waarde van de beleggingen in rekening gebracht. De jaarlijkse servicefee wordt in vier termijnen na afloop van ieder kwartaal in rekening gebracht. Hiervoor worden beleggingen van de Deelnemer verkocht.
6. Bij de Deelnemer worden kosten van de beheerder van de beleggingsfondsen in rekening gebracht binnen de beleggingsfondsen. Dit zijn de zogenaamde ‘lopende kosten’, welke zijn opgenomen in de volgende tabel.
LifeCycle Beleggingen
Fonds | ISIN code | Lopende kosten1 |
NN Duration Matching Range (M) | NL0010290540 | 0,15% |
NN Duration Matching Range (L) | NL0010290557 | 0,15% |
NN Duration Matching Range (XL) | NL0010290565 | 0,15% |
Aberdeen Standard SICAV II-Euro Corporate Bond Sustainable Bond Fund K Acc | LU1820674742 | 0,23% |
NN Corporate Green Bond | LU2102358178 | 0,33% |
Northern Trust World Natural Capital Paris Aligned Equity Index Fund | IE0008IMZZJ4 | 0,09% |
Northern Trust Emerging Markets Custom ESG Equity Index Fund | NL0014040313 | 0,12% |
NORDEA-1 EMD BOND FUND HBI CAP EUR (D- shareclass) | LU0772928023 | 0,50% |
Robeco Global High Yield Bonds (EUR hedged) | LU0227757233 | 0,67% |
3.4 Administratiekosten
Voor het uitvoeren van deze pensioenregeling worden jaarlijks administratiekosten in rekening gebracht bij de Werkgever. De Werkgever neemt deze voor zijn rekening gedurende de duur van de uitvoeringsovereenkomst, op grond waarvan het Pensioenfonds deze pensioenregeling uitvoert, en de nadien overeengekomen verlengingen. Bij beëindiging van de uitvoeringsovereenkomst, worden vanaf dat moment de administratiekosten ten laste gebracht van het rendement op de beleggingen van de Deelnemer.
3.5 Minimaal vereist eigen vermogen en weerstandsvermogen
1. Het Pensioenfonds is voor de onderbrenging van deze pensioenregeling in Collectiviteitkring DC verplicht 25% van de administratiekosten als bedoeld in artikel 3.4 in het afgelopen boekjaar aan te houden als minimaal vereist eigen vermogen. Bij aanvang deelname wordt 25% van de administratiekosten ingehouden op het kapitaal van de Deelnemer. Bij een verhoging van de administratiekosten wordt de verhoging van het minimaal vereist eigen vermogen (25% van de verhoging van de administratiekosten) ten laste van het kapitaal van de Deelnemer gebracht.
1 De berekening van het cijfer voor de 'lopende kosten' is wettelijk voorgeschreven. De daadwerkelijke lopende kosten zijn onder andere gebaseerd op de looptijd en de hoogte van het kapitaal en kunnen dus afwijken. De in dit overzicht opgenomen lopende kosten zijn de percentages van ultimo 2021 en kunnen wijzigen.
2. Het Pensioenfonds dient te beschikken over een weerstandsvermogen. Het weerstandsvermogen is bedoeld om bedrijfsrisico’s van het Pensioenfonds te dekken en zo de continuïteit van het Pensioenfonds te waarborgen. Voor de bijdrage aan het weerstandsvermogen wordt bij de Deelnemer een jaarlijkse fee van 0,04% van het kapitaal van de Deelnemer in rekening gebracht. Per 1 januari 2023 vindt voor het brengen van het weerstandsvermogen op het wettelijk vereiste niveau jaarlijks een verrekening plaats van 0,2% over de mutatie(s) in het kapitaal van de (Gewezen) Deelnemer.
3. Bij aanwending als bedoeld in artikel 4.1 en bij overdracht naar een andere pensioenuitvoerder in het kader van een verzoek om waardeoverdracht zijn de door de Deelnemer gedane bijdragen aan het weerstandsvermogen niet meer nodig. In voornoemde situaties wordt 0,2% van het tot dan opgebouwde kapitaal van de Deelnemer toegevoegd aan het kapitaal van de Deelnemer voor aanwending of waardeoverdracht.
4. Aanwenden kapitaal en Keuzemogelijkheden
4.1 Aanwenden kapitaal
1. De Deelnemer wendt het opgebouwde kapitaal aan voor een tijdelijk ouderdomspensioen in de CDC-regeling van de Werkgever dat ingaat op 60 jaar en eindigt op 62 jaar.
2. De hoogte van het aan te kopen tijdelijk ouderdomspensioen wordt bepaald door:
a. de ingangsdatum van het tijdelijk ouderdomspensioen;
b. de waarde van de beleggingen op het moment van ingang van het tijdelijk ouderdomspensioen, met inbegrip van het bepaalde in artikel 3.5 lid 3. In geval de ingang van het pensioen in het verleden ligt, wordt waarde van beleggingen bepaald op het moment van aankoop van het pensioen;
c. de op het moment van aankoop geldende actuariële grondslagen en tarieven van het Pensioenreglement CDC Stichting Autoriteit Financiële Markten;
d. de hoogte van de dekkingsgraad in de Collectiviteitkring AFM.
3. Onverminderd lid 1 en 2, wordt de hoogte van het aan te kopen pensioen mede bepaald door de fiscale voorschriften met betrekking tot de maximaal toelaatbare pensioenen.
4. De aankoop van pensioen vindt plaats op de pensioenrichtdatum. Indien gekozen is voor vervroeging, vindt de aankoop plaats op de eerdere ingangsdatum.
5. In geval van overlijden van een Deelnemer met Partner, wordt diens waarde van de beleggingen gebruikt om een partnerpensioen en wezenpensioen in te kopen in de CDC-regeling van de Werkgever. In geval van overlijden van een Deelnemer zonder partner, wordt diens waarde van de beleggingen verdeeld onder alle (Gewezen) Deelnemers van Collectiviteitkring DC door voor hen extra beleggingen te kopen.
6. Het Pensioenfonds biedt niet de mogelijkheid om de waarde van de beleggingen aan te wenden voor een variabele pensioenuitkering als bedoeld in de Wet verbeterde premieregeling waarbij doorbelegd wordt na pensioeningang. Op verzoek van de Deelnemer draagt het pensioenfonds op de pensioenrichtdatum de waarde van de beleggingen over aan een pensioenuitvoerder die een variabele pensioenuitkering aanbiedt. Indien de ontvangende pensioenuitvoerder een pensioenfonds is, geldt de aanvullende voorwaarde dat de Deelnemer reeds pensioenaanspraken heeft jegens dat pensioenfonds. De overdracht kan alleen plaatsvinden met instemming van een eventuele Partner van de Deelnemer.
7. Bij een verzoek om het kapitaal aan te wenden voor aankoop van Xxxxxxxx bij een andere pensioenuitvoerder zal het Pensioenfonds na ontvangst van dit verzoek en na goedkeuring door de Deelnemer van de in verband met de aankoop opgestelde offerte tot overdracht van het kapitaal overgaan. Het verzoek tot inkoop van Xxxxxxxx bij een andere pensioenuitvoerder dient uiterlijk twee maanden voor de Pensioenrichtdatum door de Deelnemer te zijn neergelegd bij het Pensioenfonds.
8. Indien de Xxxxxxxxx geen verzoek heeft ingediend om elders een variabele pensioenuitkering in te kopen of diens Partner met een overdracht naar een andere pensioenuitvoerder niet heeft ingestemd, wordt voor de Deelnemer een tijdelijk ouderdomspensioen aangekocht bij het Pensioenfonds zoals bepaald in lid 1 en 2 van dit artikel.
4.2 Keuzemogelijkheden
De Deelnemer kan gebruik maken van de keuzemogelijkheden zoals opgenomen in artikel 10.6, lid 9 van het Pensioenreglement CDC Stichting Autoriteit Financiële Markten. De keuze die de Deelnemer heeft gemaakt is onherroepelijk.
4.3 Algemene bepalingen over keuzemogelijkheden
1. De vaststelling van het Pensioen op basis van één of meer van de genoemde keuzemogelijkheden vindt plaats conform door het Bestuur vastgestelde rekenregels welke zijn vastgelegd in het Tabellenboek Pensioenreglement CDC Stichting Autoriteit Financiële Markten. Uitgangspunt voor de rekenregels is de collectieve actuariële gelijkwaardigheid. Het Bestuur houdt zich het recht voor de rekenregels periodiek te herzien.
2. De pensioenkeuzes moeten ten minste binnen de in artikel 10.6, lid 9 van het Pensioenreglement CDC Stichting Autoriteit Financiële Markten genoemde termijnen bekend worden gemaakt aan het Pensioenfonds. Eenmaal gemaakte keuzes kunnen vanaf de Pensioenrichtdatum niet meer ongedaan worden gemaakt.
5. Overige bepalingen
5.1 Algemene informatieplicht
De Deelnemer is verplicht aan de uitvoering van dit pensioenreglement mee te werken. Daartoe verstrekt hij desgevraagd alle inlichtingen aan het Pensioenfonds die voor een juiste uitvoering van dit pensioenreglement nodig of gewenst zijn.
5.2 Fiscale maximering
1. Het Pensioen, inclusief de toeslagverlening, gaat zowel per jaar als in totaal niet uit boven een maximaal middelloonpensioen binnen de kaders van hoofdstuk IIB van de Wet op de loonbelasting 1964.
2. Restuitkeringen, in welke vorm dan ook, zijn niet mogelijk. Als na het vaststellen van het fiscaal maximale Pensioen, inclusief de toeslagverlening, nog kapitaal overblijft, vervalt dit aan de Collectiviteitkring DC. De waarde van de dit kapitaal wordt verdeeld onder alle Deelnemers van Collectiviteitkring DC door voor hen extra beleggingen te kopen.
5.3 Vervreemden van Pensioenaanspraken en Pensioenrechten
De Deelnemer kan zijn recht op het kapitaal niet afkopen, vervreemden of prijsgeven, dan wel formeel of feitelijk voorwerp van zekerheid stellen, anders dan in de gevallen voorzien bij of krachtens de Pensioenwet.
5.4 Uitgesloten risico’s
1. Indien de Deelnemer of Pensioengerechtigde overlijdt ten gevolge van de opzet of grove schuld van een (Gewezen) Partner of Kind, dan:
a. vervalt het gehele wezenpensioen dat ten behoeve van dat Kind door het Pensioenfonds is verzekerd;
b. vervalt het uit hoofde van dit Pensioenreglement ten behoeve van die (Gewezen) Partner verzekerde (bijzonder) partnerpensioen.
2. Het Bestuur zal zich bij haar oordeelvorming baseren op een strafrechtelijk vonnis.
3. Op het in lid 1 onder b bedoelde te verwerven (bijzonder) partnerpensioen zijn, voor zover zij niet afwijken van dit artikel, de bepalingen uit dit Pensioenreglement, met name maar niet beperkt tot de bepalingen inzake (bijzonder) partnerpensioen, van toepassing.
4. De ingevolge lid 1 onder b benodigde rekenregels worden bij toekenning van het (bijzonder) partnerpensioen door het Bestuur vastgesteld op basis van de fondsgrondslagen.
5.5 Onvoorziene gevallen
In gevallen waarin dit pensioenreglement niet voorziet, beslist het bestuur.
5.6 Overgangsbepaling
Per 11 januari 2022 heeft een waardeoverdracht plaatsgevonden van BeFrank naar Collectiviteitkring DC van het Pensioenfonds. Vanaf 11 januari 2022 worden de kapitalen belegd volgens het bepaalde in het vanaf voornoemde datum geldende pensioenreglement en de nadien hierin doorgevoerde wijzigingen.
5.7 Inwerkingtreding
Dit pensioenreglement is in werking getreden op 1 januari 2021 en laatstelijk aangepast per 1 november 2022.