Betrokken partijen
B-76
Green Deal Verduurzaming Nuttige Toepassing AEC-bodemassen
Betrokken partijen
- Ministerie van Infrastructuur en Milieu
- Afvalenergiecentrales
Beschrijving initiatief
Xxxxxxxxxx zijn het residu bij de verbranding van afval in een afvalenergiecentrale (AEC). Daar zitten nog verontreinigende stoffen in, zoals zware metalen en zouten. Deze bodemassen mogen alleen worden toegepast als secundair bouwmateriaal wanneer het risico op uitloging naar bodem en grondwater wordt voorkomen. Dit is voor het milieu onwenselijk. Bovendien is de markt voor dit soort bouwmateriaal aan het ‘opdrogen’, met name omdat Rijkswaterstaat heeft besloten een beperking op te leggen aan het gebruik ervan. Het antwoord van de afvalenergiecentrales is om de bodemassen te bewerken of op te werken tot een bouwstof die als primair materiaal kan worden toegepast. Hierdoor zijn aanvullende voorzieningen niet meer nodig en is het een prima alternatief voor primaire bouwstoffen, zoals zand.
Het doel van de Green Deal is verontreinigd herbruikbaar materiaal op te werken, zodat het als vrij toepasbare bouwstof kan worden ingezet.
De Green Deal bestaat uit de volgende trajecten:
- Verontreinigende bouwstoffen worden geleidelijk aan definitief afgeschaft. Dit draagt bij aan een verminderd gebruik van natuurlijke primaire hulpbronnen.
- Metalen uit bodemassen worden teruggewonnen. Dit is van belang vanwege de toenemende schaarste van grondstoffen.
- Producenten van bodemassen (de AEC’s) nemen meer verantwoordelijkheid bij het toepassen van hun producten (producentenverantwoordelijkheid in de keten en niet alleen ‘garantie tot de deur’).
Thema: grondstoffen
Resultaten
- In 2017 is de helft van alle jaarlijks geproduceerde bodemassen bewerkt of opgewerkt en in 2020 100%, indien technisch mogelijk.
- In 2017 wordt 75% van de aanwezige non-ferrometalen teruggewonnen uit bodemassen (fractie > 6 mm).
- In 2012 ligt er een concrete uitwerking van de producentenverantwoordelijkheid voor toepassing van nog verontreinigde bodemassen bij infrastructuurprojecten.
- Vanaf 2013 eist Rijkswaterstaat dat AEC’s deze verantwoordelijkheid in de praktijk toepassen.
Inzet en acties partijen
Afvalenergiecentrales verplichten zich om:
- in 5 jaar minimaal 50% van de bodemassen te bewerken tot vrij toepasbare bouwstof
- bij minstens 75% van de bodemassen de non-ferrometalen die erin zitten terug te winnen
Inzet en acties Rijksoverheid
- Het Rijk geeft voorrang aan onderzoek dat nagaat of twee uitlogingsnormen kunnen worden aangepast.
- Rijkswaterstaat blijft meedenken over het gebruik van bodemassen in infrastructuurprojecten.
- Het Rijk houdt tot 2018/2020 de mogelijkheid open om onbewerkte bodemassen toe te passen.
Voor meer informatie
xxx.xxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxx
B-77
Green Deal Verduurzaming Zwembaden
Betrokken partijen
- Ministerie van Infrastructuur en Milieu
- Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie
- Vereniging Sport en Gemeenten (VSG)
- Exploitanten (zoals Optisport)
- KNZB
Beschrijving initiatief
Zwembaden zijn grootverbruikers van elektriciteit, aardgas, drinkwater en in mindere mate chemicaliën. Met verschillende initiatieven wordt al geprobeerd het gebruik van energie en grondstoffen te verminderen.
Ook het kabinet heeft deze wens tot mindering. In de begeleidende brief bij de Duurzaamheidsagenda schrijft het kabinet dat in zwembaden door innovatie op het gebied van energiebesparing en gebruik van chemicaliën de exploitatiekosten omlaag kunnen.
De Green Deal moet uiterlijk 31 december 2012 een aanpak opleveren voor de reductie van het gebruik van fossiele brandstoffen en grondstoffen binnen de zwembadsector in de komende 10 jaar. Deze aanpak bevat nadere afspraken en concrete toepassingen die gericht zijn op 2 oplossingsrichtingen:
- een betere samenwerking tussen de exploitant van een zwembad en de eigenaar (gemeente), en specifieke aandacht voor duurzaamheid van beide partijen
- bundeling en uitwisseling van kennis van en ervaringen met een groot aantal initiatieven in Nederland
De Rijksoverheid gebruikt haar positie ten opzichte van de zwembadsector om partijen met elkaar in dialoog te laten treden en spant zich in om wetgeving voor de hygiëne en veiligheid in zwembaden aan te passen, zodat maatwerk mogelijk wordt, wat innovatie in zwembaden ten goede kan komen.
Thema: water
Resultaten
- Reductie van het gebruik van fossiele brandstoffen en grondstoffen binnen de zwembadsector in de komende 10 jaar (in vergelijking met het huidige gebruik).
- Bewustwording rond duurzame mogelijkheden en alternatieven binnen de zwembadsector.
- Lagere exploitatiekosten, met als gevolg een lagere bijdrage van maatschappelijke middelen aan de exploitatie van een zwembad.
Einddatum: 31 december 2012
Inzet en acties partijen
- De betrokken partijen nemen hun verantwoordelijkheid en zetten zich in voor een constante en blijvende bewustwording rond duurzaamheid binnen de zwembadsector.
- De partijen komen voor 31 december 2012 een aanpak overeen.
- De partijen stellen zich als doel om binnen 10 jaar het gebruik van fossiele brandstoffen te reduceren.
Inzet en acties Rijksoverheid
- De Rijksoverheid brengt partijen met elkaar in dialoog.
- De Rijksoverheid spant zich in om wetgeving voor de hygiëne en veiligheid in zwembaden aan te passen. Zo wordt maatwerk mogelijk, wat innovatie in zwembaden ten goede kan komen.
Voor meer informatie
xxx.xxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxx
B-78
Green Deal Regionale Samenwerking
Betrokken partijen
- Ministerie van Infrastructuur en Milieu
- Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie
- Klimaatverbond Nederland
Beschrijving initiatief
Gemeenten en provincies hebben een cruciale rol bij de verduurzaming van de maatschappij. Regionale samenwerking tussen gemeenten is noodzakelijk om te werken aan een klimaatneutrale toekomst. Op 1 november 2011 hebben de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu en de gemeentelijke/provinciale klimaatambassadeurs de Lokale Klimaatagenda (LKA) ‘Werk maken van klimaat’ ondertekend. Deze agenda concretiseert de verduurzaming van de maatschappij op lokaal niveau in 5 thema’s en 10 speerpunten. De LKA is te zien als een lokale uitwerking van de Europese klimaatroutekaart 2050 en de nationale Klimaatbrief/Routekaart 2050. Inmiddels heeft een substantieel deel van de gemeenten de LKA ondertekend.
Vooral kleinere gemeenten hebben moeite om het klimaatbeleid vorm te (blijven) geven en concrete initiatieven te ontwikkelen. Deze Green Deal wil lokale samenwerking stimuleren om concrete klimaatprojecten op te zetten, tot uitvoering te brengen en op te schalen. De focus ligt op de samenwerking van kleinere gemeenten met grotere kernen in de regio om zo de krachten te bundelen en een concreet klimaatproject uit te voeren.
Er worden drie pilot-regio’s door Klimaatverbond Nederland geselecteerd aan de hand van de speerpunten uit de Lokale Klimaatagenda en mogelijk aan de hand van een regionale routekaart. Deze routekaart zal in lijn met de klimaatdoelstellingen uit de Europese Routekaart 2050 en de nationale Klimaatbrief/Routekaart 2050 worden opgesteld en gericht zijn op de uitvoering van een concreet klimaatproject (en de specifieke regio).
Thema: energie
Resultaten
In de 3 pilot-regio’s worden concrete kansrijke projecten uitgewerkt en tot mogelijke Green Deals omgevormd. De projecten zijn ‘best practice-voorbeelden’ en lenen zich voor opschaling en herhaling elders in het land.
Einddatum: 2015
Inzet en acties partijen
- Het Klimaatverbond (netwerk van gemeenten, provincies en waterschappen die samen een effectief lokaal klimaatbeleid willen verankeren) selecteert de 3 regio’s en begeleidt de regio’s bij de samenwerking, formulering van mogelijke regionale routekaarten en selectie van kansrijke klimaatprojecten.
- Het Klimaatverbond participeert in landelijke en regionale bijeenkomsten in het kader van de Lokale Klimaatagenda en ondersteunt de speerpunten uit deze agenda
- Het Klimaatverbond stelt een projectplan op, voorzien van een begroting.
Inzet en acties Rijksoverheid
- De Rijksoverheid stelt 50.000 euro ter beschikking voor het vormgeven van de ondersteuning aan de 3 pilot-regio’s en de ontwikkeling van regionale routekaarten.
- De Rijksoverheid biedt mogelijkheden aan voor kennisdeling en het delen van best practices via het themateam Klimaatneutrale Stad en Regio’s en de leergroepen (onderdeel van de LKA).
- De Rijksoverheid levert een bijdrage aan verkenning van de mogelijkheden van Europese fondsen en programma’s voor regionale ondersteuning van klimaatinitiatieven en lokale klimaatprojecten.
Voor meer informatie
xxx.xxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxx
B-79
Green Deal Aedes Zonnepanelen voor Asbestdaken
Betrokken partijen
- Aedes (vereniging van wooncorporaties)
- Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Beschrijving initiatief
Asbest is een stof die kan leiden tot grote gezondheidsschade bij mensen. Een belangrijke bron van blootstelling aan asbest in de buitenlucht zijn daken met asbestcement. Door erosie en calamiteiten kan het asbest in het milieu komen.
De Rijksoverheid streeft ernaar dat in 2024 alle asbestdaken in Nederland zijn gesaneerd. Dit is te combineren met de plaatsing van zonnepanelen om zonne-energie op te wekken. Toepassing van deze energievoorziening levert een bijdrage aan een duurzamer Nederland. Het stimuleren van zonne-energie bevordert bovendien de economische activiteit en innovatie.
Het huidige pakket aan fiscale regelingen en subsidies is echter niet voldoende voor woningcorporaties om asbestdaken te vervangen door zonnepanelen. Asbest laten verwijderen en zonnepanelen laten plaatsen is een ingewikkeld proces qua procedures, vergunningen en het aanvragen van fiscale stimulering.
Woningcorporaties hebben behoefte aan een korte handleiding waarin praktisch staat beschreven hoe dit proces doorlopen moet worden.
De Green Deal Aedes Zonnepanelen voor Asbestdaken heeft als doel een aanpassing van de Milieulijst die hoort bij de regelingen MIA (milieu-investeringsaftrek) en Vamil (willekeurige afschrijving milieu- investeringen), zodat voor asbestverwijdering in combinatie met het plaatsen van zonnepanelen een beroep kan worden gedaan op de Vamil. De Green Deal leidt verder tot het opstellen van een korte handleiding voor woningcorporaties die asbestdaken willen vervangen door daken met zonnepanelen. Thema: energie
Resultaten
Zo veel mogelijk asbestdaken worden vervangen door zonnepanelen.
Inzet en acties partijen
- Aedes neemt het initiatief om samen met de Rijksoverheid een korte handleiding op te stellen voor woningcorporaties die asbestdaken willen vervangen door daken met zonnepanelen.
- Aedes draagt zorg voor een goede communicatie met zijn leden over de inhoud van de Green Deal en stimuleert zijn leden om daadwerkelijk asbestdaken te vervangen door daken met zonnepanelen.
Inzet en acties Rijksoverheid
- De Rijksoverheid spant zich in om het plaatsen van zonnepanelen in combinatie met het verwijderen van asbestdaken toe te voegen aan de Milieulijst die hoort bij de regelingen MIA en Vamil.
- De Rijksoverheid werkt mee aan het opstellen van de korte handleiding voor woningcorporaties die asbestdaken willen vervangen door daken met zonnepanelen
Voor meer informatie
xxx.xxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxx
B-80
Green Deal LTO –Zonnepanelen voor Asbestdaken
Betrokken partijen
- LTO Nederland
- Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Beschrijving initiatief
Asbest is een stof die kan leiden tot grote gezondheidsschade bij mensen. Een belangrijke bron van blootstelling aan asbest in de buitenlucht zijn daken met asbestcement. Door erosie en calamiteiten kan het asbest in het milieu komen.
De Rijksoverheid streeft ernaar dat in 2024 alle asbestdaken in Nederland zijn gesaneerd. Dit is te combineren met de plaatsing van zonnepanelen om zonne-energie op te wekken. Toepassing van deze energievoorziening levert een bijdrage aan een duurzamer Nederland. Het stimuleren van zonne-energie bevordert bovendien de economische activiteit en innovatie.
Het huidige pakket aan fiscale regelingen en subsidies is voor agrariërs echter niet voldoende om asbestdaken te vervangen door zonnepanelen. Asbest laten verwijderen en zonnepanelen laten plaatsen is een ingewikkeld proces qua procedures, vergunningen en het aanvragen van fiscale stimulering. Agrariërs hebben behoefte aan een korte handleiding waarin praktisch staat beschreven hoe dit proces doorlopen moet worden.
De Green Deal LTO Zonnepanelen voor Asbestdaken heeft als doel een aanpassing van de Milieulijst die hoort bij de regelingen MIA (milieu-investeringsaftrek) en Vamil (willekeurige afschrijving milieu- investeringen), zodat voor asbestverwijdering in combinatie met het plaatsen van zonnepanelen een beroep kan worden gedaan op de Vamil. De Green Deal leidt verder tot het opstellen van een korte handleiding voor agrariërs die asbestdaken willen vervangen door daken met zonnepanelen.
Thema: energie
Resultaten
Zo veel mogelijk asbestdaken van agrarische gebouwen worden vervangen door zonnepanelen. Verwijdering van asbest in combinatie met zonne-energie sluit aan bij de ‘natuurlijke’ reconstructie die in de land- en tuinbouw gaande is.
Inzet en acties partijen
- LTO Noord neemt het initiatief om samen met de Rijksoverheid een korte handleiding op te stellen voor agrariërs die asbestdaken willen vervangen door daken met zonnepanelen.
- LTO Xxxxx zorgt voor een goede communicatie met haar leden over de inhoud van de Green Deal en stimuleert haar leden om daadwerkelijk asbestdaken te vervangen door daken met zonnepanelen.
- LTO benut haar contacten bij provincies en gemeenten om stimuleringsmaatregelen te ontwikkelen.
- Via LTO kunnen ondernemers collectief zonnepanelen inkopen. LTO gaat na of voor het storten van asbest eveneens collectieve afspraken te maken zijn.
Inzet en acties Rijksoverheid
- De Rijksoverheid spant zich in om het plaatsen van zonnepanelen in combinatie met het verwijderen van asbestdaken toe te voegen aan de Milieulijst die hoort bij de regelingen MIA (Milieu- investeringsaftrek) en Vamil (willekeurige afschrijving milieu-investeringen).
- De Rijksoverheid werkt mee aan het opstellen van de korte handleiding voor agrariërs die asbestdaken willen vervangen door daken met zonnepanelen.
Voor meer informatie
xxx.xxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxx
B-81
Green Deal Alternatieve Grondstoffen voor Papierproductie
Betrokken partijen
- Ministerie van Infrastructuur en Milieu
- Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie
- Koninklijke VNP, mede namens Eska Graphic Board, Papierfabriek Schut en Smurfit Kappa
Beschrijving initiatief
De papier- en kartonindustrie streeft ernaar een significant deel van haar houtgebaseerde grondstoffen te vervangen door alternatieve nieuwe grondstoffen, veelal geproduceerd uit reststromen van vaak lokale ketens. Zij doet dit omdat er verwacht wordt dat door sterke groei van de biobased economy de vraag naar houtgebaseerde grondstoffen heel sterk zal groeien, waardoor de leveringszekerheid in gevaar kan komen. De beoogde vervangingspercentages (gebaseerd op beschikbaar volume, prijs en technische eigenschappen) variëren van 5 tot 20%. Daarnaast vormt het inzetten van reststromen uit de eigen branche of andere industrieën een positieve bijdrage omdat dit het laagwaardig toepassen van (nog bruikbare) grondstoffen’ voorkomt.
Met deze nieuwe grondstoffen worden proeven en experimenten uitgevoerd. Dit zal moeten gebeuren binnen de huidige vergunningen of deze zullen moeten worden aangepast. Gezamenlijk, met vergunningverlenende instanties, zal gezocht worden naar het zo goed mogelijk benutten van de mogelijkheden. Zo nodig zullen die mogelijkheden zo efficiënt mogelijk worden gecreëerd. Ook moeten in de experimenten gegevens worden gegenereerd die bij grootschaliger omzetting kunnen worden gebruikt bij vergunningwijzigingen.
Doel van de Green Deal is om samen met de Rijksoverheid ruimte te creëren om proeven te doen op industriële schaal.
Thema: grondstoffen
Resultaten
Resultaat van de Green Deal is de realisatie van pilots met alternatieve grondstoffen op basis van experimenteerruimte binnen een vigerende milieuvergunning. Dit moet de ontwikkeling van innovatieve initiatieven ondersteunen.
Einddatum: 1 juli 2014
Inzet en acties partijen
De partners voeren proeven uit op basis van concrete cases bij de fabrieken van Eska Graphic Board, Papierfabriek Schut en Smurfit Kappa. Zij verlenen alle medewerking bij het aanleveren van data, formulieren en feiten om de knelpunten te verhelderen. Waar nodig en mogelijk gebeurt dit in samenwerking met de leveranciers van de alternatieve grondstoffen.
Inzet en acties Rijksoverheid
De Rijksoverheid zal zich inzetten om in samenwerking met de Koninklijke VNP en het bevoegd gezag passende randvoorwaarden te creëren om industriële experimenten met nieuwe grondstoffen (uit reststromen) toe te staan voor de duur van het beoogde experiment.
Voor meer informatie
xxx.xxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxx
B-82
Green Deal Fries Bestuursakkoord Waterketen
Betrokken partijen
- Ministerie van Infrastructuur en Milieu
- Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie
- Wetterskip Fryslân
- alle Friese gemeenten
- Vitens
- Provincie Fryslân
- Wetsus
- Water Alliance
- Center of Expertise Water Technology
Beschrijving initiatief
Het doel van dit initiatief is een grootschalige verduurzaming in de waterketen in Fryslân door bestaande en nieuwe watertechnologieën breed toe te passen. Het Fries Bestuursakkoord Waterketen bevordert samenwerking en innovatie in de waterketen. De partners, de 27 Friese gemeenten, Wetterskip Fryslân, Vitens en de provincie, willen optreden als ‘launching customer’ van technieken die in Noord-Nederland zijn ontwikkeld.
Thema: water
Resultaten
Toepassing van de technieken resulteert in:
- vermindering van water- en energiegebruik door de genoemde organisaties en burgers
- hergebruik van afvalwater (terugwinning van energie, grondstoffen en nutriënten)
- grootschalig gebruik van regenwater
- veiliger en schoner oppervlaktewater
De innovaties worden door brede toepassing op praktijkschaal zichtbaar. Dit genereert publiciteit die het vermarkten van de innovaties kan stimuleren. Watergerelateerde bedrijven in Noord-Nederland kunnen daarvan profiteren. Potentiële afnemers van de innovaties zijn: woningcorporaties, bouwbedrijven, overheden en ziekenhuizen.
Inzet en acties partijen
- De provincie Fryslân zet zich op de volgende manieren in:
- De provincie heeft voor de periode 2012-2015 een subsidiebedrag van 1 miljoen euro beschikbaar gesteld om een brede toepassing van kansrijke innovaties in de waterketen te stimuleren.
- De provincie gaat samen met de partners in de waterketen innovaties toepassen die kansrijk zijn, zo nodig met een eenmalige subsidie.
- De provincie wil met de partners in de waterketen optreden als aanjager in het proces tot uitvoering van concrete projecten. Zij willen bedrijven verbinden en stimuleren hun kansrijke innovatieve projecten in Friesland uit te rollen.
- De 27 Friese gemeenten passen de innovaties toe in het watersysteem en in de waterketen.
- Het Wetterskip Fryslân past de innovaties toe in het watersysteem en in de waterketen.
- Vitens past de innovaties toe in het watersysteem en in de waterketen.
Inzet en acties Rijksoverheid
De Rijksoverheid kan op verschillende manieren helpen bij de totstandkoming van Green Deals. Hierbij kan gedacht worden aan:
- De Rijksoverheid bevordert de verspreiding van de innovatieve producten en diensten vanuit Friesland naar andere regio’s in Nederland.
- De Rijksoverheid informeert de regionale partijen op hun verzoek over (toekomstige) Europese regelgeving voor wateremissies, mestwetgeving, terugwinning grondstoffen en energiegebruik in de waterketen.
- De Rijksoverheid onderzoekt – met inachtneming van bindende besluiten van de Raad van de Europese Unie, van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie gezamenlijk of van de Europese Commissie – de mogelijkheden voor experimenteerruimte voor het toepassen van reststoffen uit de waterketen in de landbouw en voor de verwijdering van fosfaat uit rioolwater.
- De Rijksoverheid verkent de kansen voor de ontwikkeling van duurzame watertechnologieën voor ontwikkelingslanden.
De tegenprestatie van de Rijksoverheid treedt in werking op de dag na ondertekening van de Green Deal door alle partijen en loopt tot en met 2015.
Voor meer informatie
xxx.xxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxx
B-83
Green Deal Nationale Federatie Stadsgerichte Landbouw i.o.
Betrokken partijen
- Van Bergen Kolpa Architecten
- Priva
- De Volharding Breda BV
- Landbouw-Economisch Instituut
- Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie
- Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Beschrijving initiatief
Deze Green Deal houdt de voorbereiding in van de oprichting van de Nationale Federatie Stadsgerichte Landbouw. Deze federatie heeft de aanjaagfunctie om meer en duurzame stadslandbouw te stimuleren. Ze zorgt voor opschaling en versnelling van lokale stadslandbouwinitiatieven door kennisdeling en professionalisering op nationaal niveau.
Aanpak:
Oprichten van een projectgroep voor:
1. Inventarisatie bestaande initiatieven, uitvoeren SWOT-analyse.
2. Inventariseren knelpunten.
3. Het uitwisselen van best practices.
4. Kiezen en uitwerken businesscases (verdienmodellen en/of innovatieve financieringsconstructies).
5. Strategie bepalen voor federatie i.o.
De coalitie (van betrokken bedrijven) voert de regie en zet zich in, samen met de overige projectgroepleden, voor het vinden van private financiering voor vier businesscases die beschrijven hoe de stadslandbouwinitiatieven rendabel kunnen draaien.
Op de dag van de Stadslandbouw van 25 april 2013 kunnen de resultaten van de projectgroep worden gepresenteerd.
De Rijksoverheid zal zich inspannen om bij te dragen aan de activiteiten van de projectgroep. Daartoe zal de Rijksoverheid regelmatig overleg voeren met de projectgroep en waar nodig haar bestaande beleidsinstrumentarium inzetten.
De Rijksoverheid zal onder de Lokale Klimaatagenda een leergroep Stadslandbouw oprichten waar kennisdeling en het inventariseren van knelpunten voor het stimuleren van duurzame stadslandbouw centraal zal staan. Een vertegenwoordiger van deze leergroep zal input leveren aan de projectgroep.
De Rijksoverheid spant verder in om stadslandbouw een goede verankering en een vervolg te geven in het topsectorenbeleid in 2013 en verder.
Stadsgerichte landbouw biedt een economisch perspectief voor boeren in de stad, in de stadsrand en het stedelijke buitengebied. Er ligt een kans voor Nederland om voorop te lopen in de ontwikkeling van innovatieve technologieën en nieuwe exportproducten voor stadslandbouw. Internationaal gezien maakt stadslandbouw (ook wel urban farming) veel energie in de samenleving los en creëert draagvlak voor vele duurzaamheidsthema’s, zoals: gezond en eerlijk voedsel, CO2-reductie door beperking van voedselkilometers, combinatie van voedselproductie met biodiversiteit, duurzame recreatie en groen in de stad. Stadslandbouw kan fungeren als drager voor vastgelopen gebiedsontwikkeling (zoals: braakliggende terreinen en leegstaande kantoren). Kennisdeling en vereniging op nationaal niveau kan de versnipperde stadsgerichte landbouwinitiatieven professionaliseren, rendabel maken en verduurzamen.
Resultaten
- Inzicht in de sterktes en zwaktes van de bestaande stadslandbouwinitiatieven.
- Uitgewerkte businesscases en inzicht in wat de projecten rendabel kan maken.
- Strategie voor een Nationale Federatie Stadslandbouw.
Inzet en acties partijen
De coalitie Van Bergen Kolpa Architecten, Landbouw- Economisch Instituut (LEI), Priva B.V. en De Volharding Breda B.V. maken deel uit van de projectgroep, voeren de regie en
zetten zich samen met de overige projectgroepleden, in voor het vinden van private financiering voor 4 businesscases die beschrijven hoe de initiatieven rendabel kunnen draaien.
Inzet en acties Rijksoverheid
De Rijksoverheid zet zich op de volgende punten in:
- inventariseren (en indien mogelijk oplossen) van knelpunten
- internationale positionering van stadslandbouw in Nederland
- afstemming met en aansluiting bij Europese en mondiale initiatieven
- bereidheid tot deelname aan de Nationale Federatie Stadsgerichte Landbouw (bijvoorbeeld vertegenwoordiging in de raad van advies)
- monitoren en evalueren van stadslandbouw
- actief meewerken aan het fenomeen stadslandbouw via interdepartementale afstemming en beleidsintegratie
Voor meer informatie
xxx.xxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxx
B-84
Green Deal Milieuprestatiemeting
Betrokken partijen
- Koninklijke Metaalunie
- BNA
- W/E adviseurs
- NVTB/MRPI
- FME-CWM
- Dutch Green Building Council
- Ministerie van Infrastructuur en Milieu
- Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Beschrijving initiatief
Het voornemen is dat vanaf 1 januari 2013 bij een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor een gebouw of kantoorgebouw ook een berekening van de milieuprestatie moet worden bijgevoegd. Dat staat in het Bouwbesluit 2012. Het berekeningsresultaat geeft aan hoe duurzaam het gebouw met de daarin gebruikte bouwmaterialen is en stimuleert een bewuste keuze in ontwerp en materiaaltoepassing in gebouwen.
Voor de berekeningen is een aantal rekenprogramma’s beschikbaar, zoals GPR Gebouw en GPR Bouwbesluit, MRPI / MPG software en Greencalc. Voordat de regeling op 1 januari 2013 ingaat, willen betrokken partijen ervaring op doen met deze rekenprogramma’s en het rekening houden met de milieuscores van bouwmaterialen.
Het Green Deal-traject bestaat uit drie fases:
1. De betrokken partijen stellen in overleg met de Rijksoverheid samen een projectplan op. Daarin leggen ze expliciet vast welke bouwprojecten of –objecten worden doorgerekend en welke rekenprogramma’s daarvoor worden gebruikt. Voor de start van de uitvoeringsperiode zullen de geschikte deelnemers aangetrokken worden om deel te nemen.
2. De kern van de Green Deal is fase 2: uitvoering van de (reken)projecten. Tijdens deze fase worden verspreid over 3 regio’s informatiedagen georganiseerd en deelnemers geworven. De opdrachtgevers, architecten en adviseurs onderwerpen het ontwerp van kantoorgebouwen en woningen aan de milieuprestatieberekening met behulp van de beschikbare rekenprogramma’s.
3. In december 2012 evalueert het projectteam het uitvoeringstraject. De meewerkende partijen gaan nog een keer om tafel om de ervaringen te delen, en een voorschot te nemen op komende tijd.
De resultaten bundelen ze in een rapport.
Thema: grondstoffen
Resultaten
- Een groot aantal partijen heeft na het project ervaring opgedaan met milieuprestatieberekening en de beschikbare rekenprogramma’s.
- Het project creëert draagvlak door het wennen aan milieuprestatieberekening en levert voorbeelden.
- Het project geeft inzicht in de werking van milieuprestatieberekening en geeft richting voor de toekomstige grenswaarden.
- Het project biedt een rapport waarin de ervaringen met en uitkomsten van het werken met milieuprestatieberekening worden verwerkt.
- De berekeningen die in het traject worden gemaakt, zijn tevens bruikbaar voor Duurzaam Inkopen van nieuwe kantoorgebouwen en certificering van gebouwen op duurzaamheid met BREEAM NL (MAT1).
Inzet en acties partijen
- De deelnemende instrumentleveranciers bieden de noodzakelijke individuele ondersteuning aan de deelnemende projectteams en ook hun helpdesks zijn bereikbaar.
- De deelnemende instrumentleveranciers zorgen samen met de BNA voor de aanmelding van voldoende nieuwbouwprojecten.
- De deelnemende partijen voeren prestatieberekening uit op nieuwbouwprojecten en zullen daarbij (grotendeels) zelfondersteunend in zijn.
- De Koninklijke Metaalunie coördineert het proces.
Inzet en acties Rijksoverheid
- De Rijksoverheid levert een actieve bijdrage aan de organisatie, coördinatie en het samenbrengen van partijen.
- De Rijksoverheid brengt kennis in over het rijksbeleid en de interpretatie van het Bouwbesluit.
- De Rijksoverheid levert een financiële bijdrage van 20.000 euro bij het opzetten van het project en de uitvoering van de analyse (evaluatie).
Voor meer informatie
xxx.xxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxx
B-85
Green Deal Verduurzamen Dierenbeschermingscentra
Betrokken partijen
- Ministerie van Infrastructuur en Milieu
- Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie
- Dierenbescherming NL
- De afdeling Utrecht Amersfoort van de Dierenbescherming
Beschrijving initiatief
De Dierenbescherming NL is van plan de komende jaren alle Dierenbeschermingscentra te vervangen. In de periode 2012-2015 zal de organisatie ten minste één nieuw Dierenbeschermingscentrum per jaar bouwen.
De nieuwe Dierenbeschermingscentra worden duurzaam gebouwd. Een van de verduurzamingsmaatregelen is het dubbel gebruiken van kattenbakvulling. De Dierenbescherming wil de energie die vrijkomt bij het verbranden van gebruikte kattenbakvulling, gebruiken voor de gebouwverwarming van haar centra.
Energie uit afval is een duurzame energievoorziening. Toepassing van deze energievoorziening levert een bijdrage aan een duurzamer Nederland. Door het stimuleren van energie uit afval worden economische activiteit en innovatie bevorderd.
Om kattenbakvulling met dierlijke uitwerpselen in het eerste nieuwe duurzame Dierenbeschermingscentrum in Amersfoort te mogen verstoken, is een nieuwe vergunning nodig volgens Besluit Verbranden Afvalstoffen (BVA). Er is behoefte aan kennis over de emissies bij verstoken van houtpellets met uitwerpselen van katten om deze vergunning aan te kunnen vragen.
Thema: duurzame energie
Resultaten
Indien de kennis over emissies van gebruikte kattenbakvulling ertoe leidt dat gebruikte kattenbakvulling vergund wordt voor verbranding in biomassaketel, kunnen dierencentra duurzame energie opwekken. Als deze gebruikte korrels verbrand worden, is er nog maar beperkt tot geen noodzaak houtpellets aan te schaffen voor de biomassaketel. Het gaat om een mogelijke besparing van 24.000 kg aan pellets per jaar, omgerekend een CO2-reductie van 8160 kg CO2 per centrum per jaar.
Als uit de pilot blijkt dat vervuilde duurzame kattenbakkorrels in een biomassaketel kunnen worden verbrand voor energieopwekking, dan wordt deze methode openbaar en bruikbaar voor iedereen.
Inzet en acties partijen
De Dierenbescherming NL zal, voor zover mogelijk, alle nieuw te bouwen Dierenbeschermingscentra duurzaam bouwen volgens de inkoopcriteria zoals ze gelden voor de overheid, te vinden op xxx.xxxxxx.xx.
De afdeling Amersfoort Utrecht van de Dierenbescherming vraagt de milieuvergunning aan. Indien het verbranden van gebruikte kattenbakvulling vergund wordt:
- levert de afdeling Amersfoort Utrecht van de Dierenbescherming een jaar na ingebruikname van de
eerste biomassaketel een evaluatierapport op waaruit de energiebesparing en CO2-reductie blijkt. Dit rapport zal gebaseerd zijn op energiemetingen en een HR-ketel als referentiesysteem.
- past de Dierenbescherming NL de verbranding van kattenbakkorrels toe in al haar nieuw te bouwen centra.
Inzet en acties Rijksoverheid
De Rijksoverheid levert de ontbrekende kennis over de emissies van gebruikte kattenbakkorrels in de biomassaketel, nodig voor het aanvragen van de milieuvergunning.
Voor meer informatie
xxx.xxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxx
B-86
Green Deal Waterhouderij
Betrokken partijen
- Ministerie van Infrastructuur en Milieu
- Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie
- Aequator Groen & Ruimte
- (Z)LTO
- Nederlandse Akkerbouw Vakbond
- Productschap Akkerbouw
- Enkele agrarische ondernemers
- SBB
- Waterschappen Regge & Xxxxxx, Brabantse Delta en Scheldestromen
Beschrijving initiatief
Zoet water wordt een schaars goed. De behoefte om op meerdere terreinen regionaal zelfvoorzienend te zijn groeit. Gebiedseigen, onafhankelijke zoetwatervoorziening van goede kwaliteit wordt in heel Nederland van levensbelang. De Waterhouderij kan het antwoord zijn. In een Waterhouderij zijn functies en economische dragers natuur, recreatie, voedselvoorziening, drinkwater, energie, wonen en industrie in één gebied met elkaar verbonden. De grondgebruikers bergen hemelwater en stellen dit beschikbaar aan hun omgeving voor verschillende functies. Deze gebiedsgerichte aanpak realiseert verschillende doelen en kan zorgen voor nieuwe economische dragers.
De Waterhouderij is een publiek-privaat samenwerkingsverband op gebiedsniveau waarbinnen vereffening en beheer van kosten en baten georganiseerd zijn. In 3 pilotgebieden, Walcheren, Noord-Brabant en Overijssel, gaan waterschappen, ondernemers, ZLTO en Staatsbosbeheer samen aan de slag. Door een gecoördineerde landelijke aanpak kunnen partijen kennis uitwisselen en samen knelpunten aanpakken, en is de Waterhouderij op termijn makkelijker op te schalen.
Het doel van de Waterhouderij is een ‘volledige’ en duurzame zelfvoorziening in water voor de deelnemende partijen en het gebied. Daarnaast versterkt de Waterhouderij de bedrijfseconomische basis van de deelnemers. Zelfvoorziening zorgt voor besparing en risicobeperkingen en kan op termijn extra inkomsten genereren doordat andere teelten mogelijk worden en door het leveren van water aan boeren, industrie, natuur of nieuwe agribusiness. De Waterhouderij draagt bovendien bij aan duurzaamheid door het neerslagoverschot beter te benutten, tijdelijk te bergen en te distribueren. Zo wordt de waterkringloop zo veel mogelijk gesloten.
Inzet van de Rijksoverheid is nodig, omdat het bedrijven niet lukt dit zelfstandig, zonder steun van het Rijk tot een vermarktbaar product te brengen. Initiatiefnemers lopen namelijk tegen de volgende knelpunten aan:
- belemmerende wet- en regelgeving
- ontbreken van experimenteerruimte
- gebrek aan financiële middelen om regionale samenwerkingsverbanden te steunen
- gebrek aan inbreng van specialistische kennis Thema: water
Resultaten
Uit 3 geselecteerde regio’s worden concrete kansrijke projecten uitgewerkt en tot mogelijke Green Deals omgevormd. De deelresultaten:
- inventarisatie van mogelijke maatregelen (en waar mogelijk het testen daarvan
- bepalen toekomstige samenwerkingsvorm(en)
- aanvragen noodzakelijke vergunningen
- aanleggen en monitoren
- verkennen van opschalingsmogelijkheden
- uitwisselen van kennis en ervaringen
Inzet en acties partijen
Aequator Groen & Ruimte is projectleider en samen met Kiemkracht de trekker van de Green Deal. Aequator is verantwoordelijk voor de uitvoering van het project en treedt op als procesbegeleider, adviseur en kennismakelaar. De trekkers brengen samen met lokale partijen de pilots tot een succesvol resultaat.
De verschillende partijen gaan met elkaar in gesprek, brengen specifieke kennis in, delen kennis met elkaar, toetsen concepten aan bestaande kaders, geven vergunningen af, realiseren maatregelen en zoeken naar cofinanciering. De partijen zijn bereid om te investeren in middelen, grond en tijd.
Inzet en acties Rijksoverheid
- De Rijksoverheid spant zich in om regionale overheden, zoals waterschappen, provincies en gemeenten en de Unie van Waterschappen en STOWA te betrekken bij de Waterhouderij.
- De Rijksoverheid zet zich in om te onderzoeken of er belemmeringen in wet- en regelgeving zijn, en zo ja, te bevorderen dat deze worden weggenomen, bijvoorbeeld via het creëren van experimenteerruimte.
- De Rijksoverheid levert een bijdrage aan het verkennen van de mogelijkheden om gebruik te kunnen maken van Europese fondsen en programma’s.
Voor meer informatie
xxx.xxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxx
B-87
Green Deal Duurzame Geleiderail
Betrokken partijen
- ARROSSO BV
- Elemetal BV
- Laura Metaal BV
- Menten Metaalhandel en Recycling BV
- Nyrstar BV
- Prins Dokkum BV
- Verzinkerij Van Aert BV / Van Aert Beheer BV
Beschrijving initiatief
Het toepassen van gerenoveerde geleiderail vindt nog slechts beperkt plaats. Hergebruik (na renovatie) bespaart kosten en energie. Deze Green Deal beoogt hieraan een duurzame impuls te geven.
Brede toepassing van het ontzinken van metalen leidt voor Nederland tot terugwinning van grote hoeveelheden zink, een aanzienlijke energiebesparing en reductie van CO2-uitstoot.
De geleiderail is een product dat uitermate geschikt is voor dit initiatief, vanwege de volgende redenen:
- Elk jaar wordt er zo’n circa 350 km (circa 12.000 ton ) geleiderail vervangen, afkomstig van Rijkswaterstaat, provincies en gemeenten. Daarvan is een groot deel geschikt voor hergebruik.
- De markt van vraag en aanbod bestaat slechts uit enkele partijen.
- Renovatie van geleiderail is technisch en economisch haalbaar.
- Rijkswaterstaat heeft in zijn beleid duurzaamheid hoog in het vaandel staan. Renovatie van geleiderail leidt tot een energiebesparing van 210 TJ op jaarbasis.
- Het zink opgelost in chemicaliën bij ontzinken wordt voor 99% teruggewonnen, hetgeen voor vervanging van geleiderail overeenkomt met circa 550 ton zink per jaar. Dit gebeurt vooralsnog in het buitenland, omdat in Nederland de mogelijkheden hiervoor ontbreken.
De partijen betrokken bij deze Green Deal onderschrijven dat het wenselijk zou zijn als de terugwinning van het zink in Nederland zou kunnen plaatsvinden, zodat er een controleerbaar gesloten keten ontstaat.
Deze Green Deal wordt gezien als een ondersteuning van het proces van renoveren, ontzinken en herverzinken van producten die daarmee minstens een tweede duurzame leven krijgen. Daarnaast zal deze Green Deal een aanjager zijn voor meer economische activiteit op dit vlak en nieuwe markten voor gerenoveerde producten stimuleren. Renovatie van geleiderail is een rendabele toepassing, simpelweg omdat het een kostenbesparing met zich meebrengt. Demontage van de oude geleiderail vergt wel meer tijd, maar als hier bij de planning van een project rekening mee wordt gehouden, hoeft dit geen belemmering te zijn. Met deze Green Deal bewerkstelligen de initiatiefnemers toenemende bewustwording bij alle marktpartijen over hun bijdrage aan een duurzame economie.
Het is nodig dat duurzaam wordt omgegaan met de natuurlijke hulpbronnen waaronder metalen als zink en ijzer. Er is een sterk toenemende vraag naar hulpbronnen als gevolg van de groeiende wereldbevolking en een hoger welvaartsniveau. Daarnaast kan de beschikbaarheid van grondstoffen om geopolitieke redenen onder druk komen te staan. Door een goede en hoogwaardige en controleerbare recycling in een gesloten keten van gebruikte grondstoffen kan voor een deel aan de toenemende vraag worden voldaan. Bovendien leidt renovatie en hergebruik tot aantoonbare en substantiële milieuwinst.
Thema’s: grondstoffen, mobiliteit en duurzame energie.
Resultaten
Brede toepassing van het ontzinken van metalen leidt voor Nederland tot terugwinning van grote hoeveelheden zink, een aanzienlijke energiebesparing en reductie van CO2-uitstoot. Het hergebruik bespaart kosten, dus deze Green Deal heeft tevens een positief economisch rendement.
Bovendien draagt deze Green Deal bij aan een sterkere competitieve positie van de industrie, een innovatieve bedrijvigheid en op duurzaamheid gerichte marktinvesteringen.
Einddatum: 31 december 2014
Inzet en acties partijen
- Arrosso BV laat de keuringen en renovatiewerkzaamheden uitvoeren. Diverse normen en specificaties zijn hiervoor de basis. Ook zal Arrosso de gegevens conform de daartoe geldende specificaties aanleveren voor het opnemen van duurzame geleiderail als onderdeel van Dubocalc, waarmee de CO2- winst zichtbaar wordt voor alle potentiële gebruikers.
- Elemetal BV neemt de begeleiding op zich van de uitgebreide proeven die Verzinkerij Xxx Xxxx en Nyrstar opzetten, om hiermee het ontzinken met het te kiezen medium tot een goed resultaat te brengen.
- Laura Metaal BV verzorgt de inzameling van de te renoveren geleiderail samen met diverse aannemers en stelt de rail ter beschikking aan Arrosso.
- Menten Metaalhandel en Recycling BV neemt het schoon schroot in en vernietigt dit op een zodanige manier dat een eventuele terugkeer van afgekeurde delen in de markt onmogelijk is. Het schone schroot wordt vervolgens geleverd aan de Nederlandse staalindustrie.
- Nyrstar BV verplicht zich tot het houden van proeven om 100% terugwinning in de Nederlandse keten mogelijk te maken. De inzet is daarbij gericht op 100% terugwinning van het secundaire zink.
- Prins Dokkum BV verzamelt samen met aannemers de te renoveren geleiderail en stelt deze ter beschikking aan Arrosso.
- Verzinkerij Van Aert BV zal het ontzinken en vervolgens opnieuw verzinken van de artikelen uitvoeren volgens de geldende normen en specificaties. De door Arrosso als niet meer bruikbaar aangevoerde delen zullen worden verwerkt tot schoon schroot.
Inzet en acties Rijksoverheid
- In het kader van het Duurzaam Inkoopbeleid zal het ministerie van Infrastructuur en Milieu hergebruik van geleiderails stimuleren door uit te dragen dat toepassen van herverzinkte geleiderail de voorkeur verdient boven geleiderail van primaire materialen, dit alles met in achtneming van de geldende voorschriften, zoals CE-markering.
- De Rijksoverheid zal, indien noodzakelijk en mogelijk, eventuele knelpunten in de regelgeving wegwerken. In de proeffase moet worden vastgesteld welke dat zijn.
- De Rijksoverheid zal het opnemen van duurzame geleiderail als onderdeel van Dubocalc faciliteren, waarmee de CO2-winst zichtbaar wordt voor alle potentiële gebruikers. Toepassing van gerenoveerde geleiderail levert daarmee ook een directe positieve bijdrage in relatie tot de gunningscriteria.
- De Rijksoverheid en marktpartijen zullen de resultaten gebruiken om het ontzinken en herverzinken in bredere zin te stimuleren ten behoeve van andere producten, waarbij ook aandacht zal worden besteed aan het tegengaan van afspoeling van zink tijdens het gebruik van verzinkte producten.
Voor meer informatie
xxx.xxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxx
B-88
Green Deal Haalbaarheidsstudie Nationaal Fonds Energiebesparing (NFEB)
Betrokken partijen
- Nuon
- Eneco
- Essent
- Delta
- Uneto-VNI
- Stichting Spaar het Klimaat
- FME-CWM
- Rabobank
- ABN Amro
- ING
- PwC
- Clifford Chance LLP
Beschrijving initiatief
In een breed samenwerkingsverband voeren relevante marktpartijen en stakeholders een haalbaarheidsstudie uit naar de opzet van een Nationaal Fonds Energiebesparing (NFEB). Met dit NFEB moeten partijen uit de energie-, de financiële, en de bouw- en installatiesector Nederlandse huishoudens een package deal kunnen bieden die bestaat uit een combinatie van aanbod (technische maatregelen) en een laagdrempelige, commercieel aantrekkelijke en betrouwbare financieringsconstructie via de energierekening.
Onder leiding van PwC brengen marktpartijen en stakeholders expertise in op de verschillende onderdelen van de haalbaarheidsstudie. Het gaat daarbij om een aanpak in twee fases:
1. Een marktstudie en een juridische studie gericht op vorming van een aantrekkelijke consumentenpropositie en een overzicht van relevante wet- en regelgeving en wijzigingen die daarin mogelijk nodig zijn.
2. Als partijen en de Rijksoverheid hiervoor voldoende perspectief zien: het opstellen van de financiële structuur en het uitvoeringsmodel van het fonds waarbij rekening wordt gehouden met de uitgangspunten voor een revolverende fondsconstructie uit het Xxxxxxxxxxxxxxxxx 0000.
Door in de vorm van een Green Deal steun te verlenen aan deze haalbaarheidsstudie, laat de Rijksoverheid zien dat het belangrijk is om een nationale aanpak van energiebesparing via een NFEB te verkennen. Zonder dit signaal zou de verkenning waarschijnlijk niet van de grond komen.
De deelnemende partijen verwachten dat de NFEB het mogelijk maakt om in 2020 voor 1 miljoen woningen een energielabelsprong van rood (energielabel D-G) naar groen (energielabel A-C) te realiseren. Dit betekent een energiebesparing van 15-20 procent per huishouden en een jaarlijkse CO2-reductie van 2,8 Mton in 2020, met jaarsprongen van circa 0,35 tot 0,4 Mton. Daarnaast creëert de NFEB nieuwe banen in de bouw- en installatiesector.
Knelpunten voor de NFEB zijn het stimuleren van vraag naar energiebesparende oplossingen en het interesseren van financiers, het koppelen van een lening aan een woning, het wegnemen van financiële beperkingen voor energieleveranciers en de aflossing van de financiering via de energierekening. Om de opzet van een NFEB mogelijk te maken, zijn kennisopbouw, de ontwikkeling van relevante netwerken en een breed gedeelde visie en aanpak tussen partijen nodig.
Resultaten
Het resultaat van de haalbaarheidsstudie is een verkenning van oplossingen voor knelpunten van de NFEB, kennisopbouw en ontwikkeling van een relevant netwerk en een breed gedeelde visie en aanpak voor de eventuele opzet van een NFEB. Uiteindelijk moet de NFEB het mogelijk maken om vergaande energiebesparing in de gebouwde omgeving te realiseren en daarmee de maatschappij verder te verduurzamen.
Einddatum: - eerste fase van de studie (markt- en juridische studie): 15 september 2012
- tweede fase (financiële structuur en uitvoeringsmodel): 1 november 2012
Inzet en acties partijen
- PwC begeleidt de uitvoering van de haalbaarheidsstudie en levert daarvoor financiële en projectmanagementdiensten.
- Clifford Chance LLP verleent juridisch advies bij de verkenning van wet- en regelgeving.
- Een aantal partijen draagt zowel financieel als met expertise bij. Het gaat om de volgende financiële bijdragen:
- Nuon: 33.000 euro
- Essent: 33.000 euro
- Eneco: 31.000 euro
- Delta: 3.000 euro
- Uneto-VNI: 55.000 euro
- Spaar het Klimaat: 5.000 euro
- FME-CMV (NVKL/VLA/FEDET): 5.000 euro
- ING, Rabobank en ABN Amro leveren een bijdrage in natura door mankracht ter beschikking te stellen voor het opstellen van het onderdeel van de haalbaarheidsstudie over de financiële structuur van het NFEB. Deze bijdrage heeft gekapitaliseerd een waarde van 85.000 euro. Daarnaast leveren de bankpartijen een projectcoördinatiebijdrage van elk 5.000 euro (in totaal 15.000 euro).
Inzet en acties Rijksoverheid
De Rijksoverheid stelt binnen de relevante wettelijke kaders en ter ondersteuning van de haalbaarheidsstudie Nationaal Fonds Energiebesparing een financiële bijdrage van maximaal 100.000 euro beschikbaar voor zover dit in overeenstemming is met de toepasselijke staatssteunregels. Hiervoor dient PwC mede namens de andere partijen voor 1 juli 2012 een subsidieaanvraag en een projectplan in bij het Directoraat-generaal Xxxxx, Bouwen en Integratie van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Voor meer informatie
xxx.xxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxx
B-89
Green Deal Duurzame Warmte Deventer Keizerslanden
Betrokken partijen
- Gemeente Deventer
- Woningcorporatie Ieder1
- Energiebedrijf Essent
Beschrijving initiatief
Het doel van deze Green Deal is voorwaarden te creëren die de realisatie van een duurzaam warmtenet voor de wijk Keizerslanden in Deventer (circa 1.000 woningen) mogelijk maken. Dit warmtenet levert een belangrijke bijdrage aan duurzame energie in de gebouwde omgeving. Duurzame Warmte Deventer Keizerslanden is een proefproject waarin wordt getest hoe de waardering van warmte in de Energie Prestatie Coëfficiënt (EPC) en het energielabel effect kan hebben op de verdeling van kosten en baten aan de deelnemers. Op deze manier wordt bij het bepalen van de energieprestatie van gebouwen ook rekening gehouden met de aansluiting op duurzame warmteprojecten. Projectontwikkelaars kunnen dan een evenwichtige afweging maken tussen de toepassing van gebouwgebonden energiemaatregelen en gebiedsgebonden energiemaatregelen. De steun van de Rijksoverheid maakt het mogelijk om opgedane ervaringen toe te passen. Deze ervaringen kunnen elders ook worden gebruikt bij de voorbereiding van de verduurzaming van warmtenetten. Deze Green Deal richt zich met name op kennisopbouw. Daarnaast zijn ervaringen te gebruiken in wet- en regelgeving.
Thema: duurzame energie
Resultaten
Het resultaat van deze Green Deal is voorwaarden te creëren die de realisatie van een duurzaam warmtenet plus mogelijk kunnen maken. Daarnaast kunnen de ervaringen worden gebruikt voor de verduurzaming van warmtenetten in andere plaatsen in Nederland.
Einddatum: 31 december 2014
Inzet en acties partijen
Deventer, Ieder1 en Essent maken voorstellen voor de verdeling van kosten en baten over de verschillende betrokken partijen. Als dit effecten heeft op de huurprijs, worden huurders hierbij betrokken.
Inzet en acties Rijksoverheid
De Rijksoverheid zorgt voor de relatie tussen de Green Deal en met Warmte-overleg dat het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voert met de vertegenwoordigers van energiebedrijven, gemeenten, woningcorporaties, projectontwikkelaars, huurders en woningeigenaren en met het College Gecontroleerde Gelijkwaardigheid.
Voor meer informatie
xxx.xxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxx
B-90
Green Deal Wingssprayer
Betrokken partijen
- Wingssprayer BV
- Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie
Beschrijving initiatief
Het doel van deze Green Deal is minimaliseren van de milieubelasting bij het toepassen van gewasbeschermingsmiddelen in de akkerbouw en vollegrondsgroenteteelt. De Wingssprayer is een nieuwe toepassingstechniek voor gewasbeschermingsmiddelen die door een ‘wing’ – gemonteerd bij de spuitdoppen – luchtwervelingen veroorzaakt die ervoor zorgen dat vrijwel al het middel op het gewas terechtkomt. Doordat het niet wegwaait (vrijwel geen drift), komt er veel minder in grond- en oppervlaktewater terecht.
De Rijksoverheid verkent of in het kader van het Activiteitenbesluit een nieuwe categorie met een hoger driftreductiepercentage (bijvoorbeeld 99%) kan worden opgenomen. Dit is essentieel voor implementatie van deze nieuwe toepassingstechniek. Verder wordt gekeken of met de bestaande onderzoeksresultaten van Wageningen UR de claim van 99% driftreductie kan worden onderbouwd. Als blijkt dat de Wingssprayer in die nieuwe categorie kan worden opgenomen, dan kan het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) deze techniek meenemen in de toelatingsbeoordeling van gewasbeschermingsmiddelen.
Thema: Water
Topsectoren: Agrofood, Tuinbouw & uitgangsmaterialen en Water
Resultaten
De Wingssprayer kan bijdragen aan de verduurzaming van de productie van akkerbouw- en vollegrondsgroentegewassen. In december 2012 is er – indien mogelijk – een nieuwe categorie in het kader van het Activiteitenbesluit voor technieken met een hoog driftreductiepercertage (>99%). In juni 2013 is de Wingssprayer een erkende driftreducerende techniek in het kader van het Activiteitenbesluit.
Einddatum: juni 2013
Inzet en acties partijen
Wingssprayer BV meldt de Wingssprayer aan voor de nieuwe categorie driftreducerende technieken.
Inzet en acties Rijksoverheid
- De Rijksoverheid spant zich in voor een nieuwe categorie driftreducerende technieken in het kader van het Activiteitenbesluit.
- De Rijksoverheid beziet of met de beschikbare onderzoeksresultaten van Wageningen UR de driftreducerende claim van de Wingssprayer kan worden onderbouwd.
Voor meer informatie
xxx.xxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxx
B-91
Green Deal Schoon Water Nederland
Betrokken partijen
- ZLTO
- Provincie Noord-Brabant
- Brabant Water
- De 4 Brabantse waterschappen
- Overlegplatform Duinboeren
Beschrijving initiatief
In deze Green Deal spant ZLTO zich in om met regionale ondernemers de waterkwaliteit te verbeteren. Daarnaast richt de Rijksoverheid een loket in waar de projectleiding terecht kan met knelpunten, vragen en suggesties voor het rijksbeleid.
Grond- en oppervlaktewater bevatten soms te hoge concentraties gewasbeschermingsmiddelen. Wet- en regelgeving rond gewasbescherming en waterkwaliteit blijkt voor de praktijk niet altijd voldoende integraal te zijn. De Green Deal draagt bij aan de oplossing van dit probleem. Doelen daarbij zijn het halen van waterkwaliteitsdoelstellingen (KRW) en bijdragen aan integrale, duurzame, weerbare teeltsystemen en een duurzame concurrerende landbouw.
De initiatiefnemers implementeren samen met de deelnemende bedrijven zoveel mogelijk integrale en duurzame gewasbeschermingsmaatregelen die al praktijkrijp zijn. Eerst in de provincie Brabant, daarna in de provincie Zeeland en een deel van de provincie Gelderland, en tot slot in de rest van Nederland. Het project draagt bij aan een goede waterkwaliteit en een duurzame concurrerende landbouw.
Thema: water
Topsectoren: tuinbouw & uitgangsmaterialen en agrofood. Beide topsectoren zetten in op integrale, duurzame en weerbare teeltsystemen.
Resultaten
- 50% van de loonwerkers en 25% van de zelfspuiters gaat werken volgens de beoogde aanpak.
- De aanpak wordt toegepast op 25% van het areaal.
- De milieubelasting neemt op dit areaal af met gemiddeld 50%.
Beoogde einddata:
- Noord-Brabant: eind 2015
- Zeeland en (deel) Gelderland: eind 2016
- Nederland: eind 2017
De Green Deal behaalt deze resultaten op economisch rendabele wijze. Dat leidt op termijn tot een sterkere competitieve positie van de landbouwsector, een innovatieve bedrijvigheid, en op duurzaamheid gerichte marktinvesteringen.
Inzet en acties partijen
XXXX heeft de rol van trekker en verbinder richting haar leden en andere betrokken partijen bij de uitrol in Noord-Brabant, Zeeland en (een deel van) Gelderland. Bij de uitrol over Nederland is de organisatie vooral wegbereider en ambassadeur.
Beoogde einddatums:
- Noord-Brabant: eind 2015
- Zeeland en (deel) Gelderland: eind 2016
- Nederland: eind 2017
Inzet en acties Rijksoverheid
De Rijksoverheid streeft ernaar om knelpunten in het beleid weg te nemen en zo vrij baan te maken voor integrale oplossingen. Voor de Green Deal richt de Rijksoverheid een loket in waar de projectleiding terecht kan met knelpunten, vragen en suggesties voor het rijksbeleid. De geldende wet- en regelgeving is het kader waarbinnen het loket werkt. Daarbij ligt het accent op de relatie tussen gewasbescherming en waterkwaliteit.
Voor meer informatie
xxx.xxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxx
B-92
Green Deal Insecten voor Feed, Food en Farma
Betrokken partijen
- Verenigde Nederlandse Insectenkwekers (Venik)=penvoerder
- Ketenpartners uit InsectCentre (Coppens Diervoeding, Sligro, M. Ruig en Zonen, ZLTO,
Regio Noordoost-Brabant, Stg. NulpuntNul, Jamo BV, Denkavit, VAR BV, HAS Den Bosch, Bodec, MIK-Meertens, Insectenkwekerij Van de Ven, Vivara en Kreca)
- Het Planeet
- Wageningen UR
Beschrijving initiatief
Deze Green Deal richt zich op de inspanning van Venik en ketenpartners om onnodige knelpunten in wet- en regelgeving specifiek te duiden en daar waar nodig en mogelijk input te leveren (voorstellen te doen) om deze aan te pakken.
Volgens Xxxxx is wet- en regelgeving de voornaamste belemmering om insecten grootschalig te kunnen kweken op reststromen, te verwerken en te vermarkten. Insecten zijn altijd gezien als ‘pest’ of ‘contaminant’; erkenning voor insecten als bulkgrondstof in feed en food vraagt volgens Xxxxx om aanpassingen of richtlijnen in het kader van de volgende wet- en regelgeving:
- erkenning insecten als ‘landbouwhuisdier’
- kweek van insecten op reststromen
- gezondheids- en welzijnswet dieren, nieuwe wet ‘dieren’
- regulering rond opslag, afdoding en verwerking
- toelating voor feed-toepassingen
- novelfood regulation
De aangesloten ketenpartners van Venik gaan eiwitten en energie uit laagwaardige organische reststromen met behulp van insecten op een moderne en winstgevende manier grootschalig in de voedselketen terugbrengen. Insectenkweek is volgens onderzoek van Wageningen UR duurzamer dan conventionele vleesproductie.
Deze Green Deal levert mogelijk de volgende voordelen voor de samenleving op:
- broeikasgasreductie – reductie van CO2, ammoniak en methaan
- afvalpreventie – kweek op reststromen
- duurzame teelt – hoge voedingsconversie, geringe mestproductie
- waterverbruik laag – insecten halen vocht uit voeding, waterverbruik alleen bij schoonmaak, weinig afvalwater en druk op grondwater
- behoud biodiversiteit – bijvoorbeeld als vervanging van vismeel
- ruimtewinst – gestapelde kweek
- eetbaar percentage biomassa is hoog
Topsectoren: agrofood, life science & health, energie en tuinbouw & uitgangsmaterialen
Resultaten
De Nederlandse industrie heeft zich in de Eiwitversnellingsagenda uitgesproken om de Nederlandse omzet in duurzame eiwitten binnen 3 jaar minimaal te verdubbelen van ca. 70 tot ca. 150 miljoen euro per jaar. De commissie-Xxx Xxxxx stelt in het rapport ‘Al het vlees duurzaam’ als doel om in 2020 minimaal 50% van het eiwitrijke diervoer uit Europa te halen. Het benutten van nieuwe eiwitbronnen zoals insecten kan hiertoe bijdragen. Daarnaast worden hoogwaardige eiwitbronnen voor de diervoedersector schaarser en stijgt de grondstofprijs van dierlijk eiwit. Met de grootschalige kweek van insecten is de verwachting dat de prijs zal dalen. Daarmee groeien kansen voor een nieuwe sector. Tijdens een recente FAO technische meeting is bevestigd dat grootschalige consumptie gestimuleerd zou moeten worden en dat Nederland wereldwijd een belangrijke voortrekkersrol vervult. De export van kennis, technologie en producten naar andere delen van de wereld is kansrijk. InsectCentre zet als enig initiatief het ontwikkelen van business centraal.
Het verwachte rendement is hoog. De marktpotentie is groot. De noodzaak van duurzame, alternatieve eiwitbronnen wordt wereldwijd zowel door overheden als bedrijfsleven onderschreven. Het eiwitvraagstuk, inclusief insecteneiwit, staat tevens op de agenda van het Interdepartementale Programma Duurzame Voedselsystemen.
De kosten gaan wel voor de baat uit. Investeringen zijn nodig om de benodigde doorbraken, succesvolle grootschalige kweekmethodes en markttoepassingen te realiseren. De drempel voor investeerders om te investeren in de insectenindustrie is volgens Xxxxx, vooral door de geldende marktbeperkingen als gevolg van onnodig belemmerende wet- en regelgeving, nog hoog.
Einddatum: 30 april 2015
Inzet en acties partijen
- Venik en ketenpartners zetten zich in voor het bevorderen van grootschalige insectenkweek op reststromen, extractie en purificatie van nutriënten door onder meer kennis toe te passen die is ontwikkeld door Wageningen UR.
- Venik inventariseert (mogelijke) onnodige belemmeringen in de benodigde wetgevingskaders (onder andere erkenning) voor het toepassen van insecten in feed, food en farma.
- Venik specificeert de benodigde experimenteer- en gedoogruimte.
- Venik en ketenpartners ontwikkelen New Product Development (NPD) en businessmodellen als proof of principle.
- Venik deelt en exporteert kennis.
Inzet en acties Rijksoverheid
De Rijksoverheid spant zich in, waar mogelijk, om onnodige belemmeringen in wet- en regelgeving, geïnventariseerd en aangedragen door Xxxxx, weg te nemen.
Voor meer informatie
xxx.xxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxx
B-93
Green Deal Driekwart Duurzame Koffie in Nederland in 2015
Betrokken partijen
- Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I)
- Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Koffie en Thee, (KNVKT)
- Leden van de Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Koffie en Thee
Beschrijving initiatief
De koffiesector wil in 2015 het aandeel in Nederland verkochte duurzame koffie naar 75% brengen. Concreet gaat het hierbij om:
- vermindering van energieverbruik en de milieudruk van verpakkingen (milieu)
- verbetering van de arbeidsomstandigheden van de koffieboeren (mens)
- het versterken van de (economische) positie van ieder in de keten (meerwaarde)
Nederland is thuisbasis van een aantal vooraanstaande (multinationale) (handels)ondernemingen. Als gevolg van een groeiende koffieconsumptie in producerende landen en opkomende markten en het effect van klimaatverandering op koffieproductie staat het aanbod (en daarmee de toevoer) van duurzaam gecertificeerde koffie onder druk.
Vrijwel alle grote Nederlandse koffiebranders zijn bij de branchevereniging aangesloten. Samen werken ze eraan om het gestelde doel te behalen.
Thema: Energiebesparing en grondstoffen efficiency Topsector: AgroFood
Mogelijke knelpunten:
- kennisgebrek over energiebesparingsmogelijkheden
- duurzaamheid in de teelt van de koffiebonen
Resultaten
In het Actieplan Duurzame koffie 2011-2015 zijn projecten en activiteiten opgenomen. Deze zijn ingedeeld volgens de diverse schakels in de koffieketen: oorsprong, transport, productie en consumptie.
Oorsprong:
- opschalen van duurzame teeltomstandigheden
- van 8% naar 25% duurzaam geproduceerde koffie in 2015 (mondiaal) en van een kwart naar driekwart duurzame koffie in Nederland (2015)
Transport:
- reductie sectoruitstoot van CO2 met 20% via ‘Slim transport’ (Lean and Green) Productie:
- energie-efficiënt koffie branden
- in de rest van de keten maatregelen nemen (bijvoorbeeld rond de benutting van organische reststromen, transport, en reductie verpakkingsafval)
- 30% energie-efficiencyverbetering in 2020 ten opzichte van 2005
Consumptie:
- reductie energieverbruik bij zetten en warmhouden van koffie (dit maakt nu 40% energieverbruik in de keten uit)
- vergroten van de verkoop van duurzaam geproduceerde koffie in Nederland in 2015 tot 75% van de verkochte koffie (van circa 40% in 2011)
Einddatum: 2015
Inzet en acties partijen
Oorsprong:
- KNVKT blijft founding partner van het IDH-koffieprogramma en is als lid van de stuurgroep betrokken bij de ontwikkeling en implementatie van het programma.
- KNVKT onderzoekt de mogelijkheid om koffieproducenten in oorsprongslanden te trainen.
- KNVKT identificeert waar nuttige inzet van Landbouwraden voor de verduurzaming van de koffieketen gewenst is.
- KNVKT agendeert de verduurzamingswensen van de koffieketen in Europees en internationaal verband binnen ECF en de ICO PSCB.
Transport:
- KNVKT ondersteunt lidbedrijven bij het behalen van haar transportambities richting ‘Lean and Green’.
- KNVKT agendeert duurzaam (zee)transport in Europees verband door deelname aan het ECF Logistics Committee.
Productie:
- KNVKT ondersteunt lidbedrijven bij het behalen van haar energie-efficiencydoelstellingen door overleg, kennisdeling en de uitvoering van specifieke brancheprojecten over het proces en de keten.
Consumptie:
- KNVKT voelt zich mede verantwoordelijk voor het verbeteren van de energie-efficiency in de hele keten, tot aan het koffiezetten toe en onderzoekt de mogelijkheden om ook met koffiezetapparatenbouwers afspraken te maken voor dit thema.
Monitoring en Evaluatie:
- KNVKT rapporteert jaarlijks over de voortgang ten aanzien van de doelstellingen die zijn opgenomen in het actieplan.
Inzet en acties Rijksoverheid
EL&I voert 2 beleidsprogramma’s uit die voor de koffiesector relevant zijn: de meerjarenafspraken energie en het initiatief duurzame handel. EL&I zal in nauw overleg met KNVKT en de koffiesector onderzoeken waar het verbinden van deze 2 programma’s tot meerwaarde kan leiden bij het realiseren van de ambities van de sector.
Oorsprong:
- EL&I verzorgt (deel)ondersteuning bij IDH voor het koffieprogramma (samen met andere partners).
- EL&I onderzoekt de mogelijkheden van gespecialiseerde onderwijsinstellingen (bijvoorbeeld bij PTC+) om binnen hun bestaande middelenstroom een voorstel te maken om koffieproducenten in oorsprongslanden te trainen.
- EL&I ondersteunt de verduurzamingswensen van de koffieketen in multilateraal verband, bijvoorbeeld middels haar landbouwraad bij de International Coffee Organization (ICO).
- EL&I zorgt ervoor dat Landbouwraden in relevante koffieproducerende landen, indien gewenst, inzet plegen ten behoeve van de verduurzaming van de koffieketen middels specifieke bedrijfsondersteuning of kennisbevordering.
Productie:
- EL&I ondersteunt KNVKT bij de uitvoering van het actieplan via (lopende) (keten)projecten in het kader van de Meerjarenafspraken Energie-efficiency 2001-2020 (MJA3). Relevant zijn:
- een focus op proces (efficiënt koffiebranden)
- organische reststromen;
- een vermindering van de milieudruk van verpakkingen
- faciliteert bij keteninnovatie ‘energiezuinig koffiezetten’
- EL&I zet zich in om kennis te ontsluiten (waaronder ook ervaring en best practices) vanuit andere sectoren, zoals de Voedings- en Genotsmiddelen Industrie, om de energie-efficiency van het branden van koffie te verbeteren.
- De sector analyseert, in samenwerking met de Rijksoverheid, welke onnodige knelpunten in relevante wet- en regelgeving (bijvoorbeeld duurzaamheid, afvalaspecten) er bestaan of kunnen ontstaan bij schaalvergroting in het verwerken van de reststroom koffiedik.
Voor meer informatie
xxx.xxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxx
B-94
Green Deal Duurzame Digestaatverwerking en Eiwitproductie voor de Veestapel
Betrokken partijen
- Franico
- Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie
Beschrijving initiatief
Het doel van deze Green Deal is het benutten van digestaat uit een vergister door algenteelt (eiwitproductie). De bestaande co-vergister levert al veel biogas en groene stroom. Maar de afzet van digestaat is een probleem dat de rentabiliteit van de co-vergister onder druk zet. Door op digestaat eendenkroos te telen, ontstaat een potentieel duurzame eiwitbron voor de diervoederketen. Mocht het vooralsnog niet mogelijk zijn om het eendenkroos te gebruiken voor de productie van hoogwaardig veevoer, dan zou het zeer geschikt zijn als co-product. Dit leidt tot een beter financieel rendement van de vergister.
Op dit moment mag eendenkroos – gekweekt op digestaat uit een co-vergister – niet de humane of veevoedingsketen in. Het staat niet op de positieflijst en mag daarom volgens de huidige wet- en regelgeving niet worden gebruikt als co-product of substraat. Op basis van een compleet dossier kan de Rijksoverheid beslissen om eendenkroos aan de positieflijst toe te voegen en te inventariseren of op digestaat geproduceerd eendenkroos gebruikt kan worden als eiwit of zetmeel in de humane of veevoedingsketen.
Topsectoren: Tuinbouw en uitgangsmaterialen, AgroFood en Energie.
Resultaten
Het resultaat van deze Green Deal is dat de kwekerij van eendenkroos halverwege 2013 goed van start kan gaan en daarmee extra biomassa kan opleveren. Deze biomassa zou benut kunnen worden in de diervoederketen of als co-vergsitingsmateriaal voor meer biogas. Beide varianten leveren een significante kostenbesparing op waardoor de co-vergister rendabeler wordt.
Einddatum: Half 2013
Inzet en acties partijen
Bij de productie van eendenkroos als vee- en visvoervervanger:
- investering in de eendenkroosbassins, oogst-, droog- en verpakkingsinstallatie
Bij de productie van eendenkroos voor de productie van extra biogas:
- investering in de eendenkroosbassins en oogstinstallatie
- verzwaring van het elektriciteitsnet en leiding voor de levering van de restwarmte aan lokale tuinders
- aanleveren van een compleet dossier voor eendenkroos als co-vergistingsmateriaal
- als alternatief de investering in een groen gas-installatie die het extra biogas opwerkt naar aardgaskwaliteit
Eventueel kan een verdere optimalisatie plaatsvinden door te investeren in een thermodrukhydrolyse-installatie.
Tot slot zijn de initiatiefnemers verantwoordelijk voor actieve kennisdeling over de resultaten van de Green Deal.
Inzet en acties Rijksoverheid
- Na aanlevering van een volledig dossier plaatst de Rijksoverheid eendenkroos op de positieve lijst van producten die gebruikt mogen worden voor co-vergisting.
- De Rijksoverheid onderzoekt of op digestaat geproduceerd eendenkroos benut kan worden als eiwit of zetmeel in de humane of veevoedingsketen.
Voor meer informatie
xxx.xxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxx
B-95
Green Deal Rietvergasser WKK Gerberakwekerij Zwarts
Betrokken partijen
- Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie
- Ministerie van Infrastructuur en Milieu
- Gerberakwekerij S.C. Zwarts
Beschrijving initiatief
Het doel van deze Green Deal is het realiseren van een vergassingsinstallatie die met een hoog energetisch rendement een brandbaar gas uit riet produceert dat door de bioWKK in groene warmte en elektriciteit wordt omgezet. De tuinder zet de vergasser-WKK neer en zorgt voor de juiste leveranciers en vergunning.
De beoogde vergasser-WKK-installatie maakt de verduurzaming van de energievoorziening, reductie van emissies en een nieuwe economische pijler voor rietlandbeheer mogelijk.
Op dit moment is er onduidelijkheid in de wet- en regelgeving over het gebruik van riet en de tuinder moet zich erg inspannen om een vergunning te kunnen krijgen. De Rijksoverheid kan hierin een bijdrage leveren door de status van riet en ander maaisel uit natuurgebieden te verhelderen, zodat duidelijk wordt of deze producten te benutten zijn voor WKK.
Thema: Duurzame energie
Topsector: Tuinbouw en uitgangsmaterialen en eventueel Energie
Resultaten
Met de toepassing van de biomassa vergasser-WKK wordt per jaar een fossiele-energiebesparing gerealiseerd van 640.000 m3 aardgas en 4.100.000 kWh elektriciteit, inclusief elektriciteit voor 1.000 gezinnen. Dit komt overeen met een CO2-reductie van 3.460 ton per jaar. Dit is nog exclusief de CO2-reductie van de ‘riet- eigenaren’, doordat zij het riet niet meer hoeven af te fakkelen of te composteren.
De biomassa van de riet-eigenaren kent op dit moment nog geen grootschalige duurzame toepassing en kent, buiten dakriet, slechts in enkele gevallen een positieve marktwaarde. Voor vele riet-eigenaren is het zelfs een grote kostenpost. Grootschalige duurzame toepassing van het riet zorgt voor vraag en geeft een positieve marktwaarde. Het riet verandert dan van een kostenpost in mogelijke baten.
Andere Europese landen en de rest van de wereld benutten de biomassavergassing en WKK-technologie op grote schaal. In Nederland is deze veelbelovende technologie nog niet toegepast.
Als naast riet ook maaisel gebruikt kan worden voor duurzame energieproductie, heeft dit een enorme marktpotentie, zowel aan de aanbod- als vraagkant. Riet en maaisel zijn er in Nederland in overvloed, veel meer dan houtachtige biomassa. Daarnaast speelt mee dat riet in potentie goedkoper is dan hout wanneer dit op industriële schaal geoogst en vermarkt kan worden.
De rentabiliteit van veel houtketels staat namelijk op dit moment onder druk, doordat de houtprijs de afgelopen 2 jaar met 50% is gestegen. Riet en ander laagwaardig maaisel (uit natuurgebied) zou dan ook een mooi alternatief zijn voor hout.
Einddatum: Medio 2013
Inzet en acties partijen
De initiatiefnemers investeren in een rietvergassings-WKK-installatie en maken deze operationeel.
Inzet en acties Rijksoverheid
1. De Rijksoverheid spant zich in om de status van riet en ander maaisel uit natuurgebieden op te helderen, zodat duidelijk wordt of en op welke wijze deze producten te benutten zijn in de WKK.
2. De Rijksoverheid onderzoekt de mogelijkheid om duurzame energie-installaties, zoals een aardgasketel en WKK, in het Activiteitenbesluit op te nemen.
Voor meer informatie
xxx.xxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxx
B-96
Green Deal De Winst van Paardenmest
Betrokken partijen
- Equfec
- Stichting iNSnet
- Staal Agritech
- Paard&Zo
Beschrijving initiatief
De initiatiefnemers van deze Green Deal willen bouwen aan een installatie die paardenmest en strooisel kan drogen en pelleteren.
Equfec heeft toegang tot een innovatieve verwerkingsmethode voor paardenmest. Dit is een gesloten systeem, waarbij de mest wordt afgevoerd, gerecycled, geherconditioneerd en weer teruggeleverd als stalstrooisel. Dat alles tegen een vast tarief. Het systeem dat Equfec ontwikkelt, levert een eindproduct dat bacterieel en pathogeen neutraal is en een hoog absorptievermogen heeft. Het product is meervoudig herbruikbaar als strooisel. Stalstrooisel dat niet wordt afgezet, wordt verwerkt tot biobrandstof (pellets) met een hoge energiewaarde. De pellets kunnen gebruikt worden om het eigen proces van energie te voorzien en ook als brandstof in pelletkachels en –ketels of als bijstook in kolen- en biomassacentrales.
Met dit project werken de betrokken partijen aan een biobased economy. Waarbij Paardenmest wordt opgewerkt tot een product van waarde. Uiteindelijk denken de initiatiefnemers dat ongeveer 60% van alle paardenmest op deze wijze duurzaam verwerkt kan worden. Daarvoor moeten ze wel eerst een aantal knelpunten uit de weg ruimen op het gebied van de meststoffenwet en de verordening dierlijke bijproducten.
Thema: duurzame energie en duurzaam gebruik van grondstoffen Topsector: Agrofood en Energie
Resultaten
In 2013-2014 bouwt het projectteam een pilotinstallatie. In Nederland is ruimte voor ongeveer 100 van dergelijke installaties. Hiermee zou circa 60% van alle paardenmest kunnen worden verwerkt.
Inzet en acties partijen
Xxxxxx heeft een werkwijze beschikbaar voor de verwerking van paardenmest, zodat deze kan worden hergebruikt als stalstrooisel. Equfec zal zich inzetten om dit procedé door te ontwikkelen en beschikbaar te maken voor de Nederlandse paardenhouderij.
Xxxxxx zal zich inspannen de komende jaren een pilotinstallatie te realiseren. Deze installatie moet het procedé inzichtelijk te maken en paardenhouders demonstreren hoe een dergelijke installatie werkt. Equfec zal het Nederlands Hippisch Kenniscentrum vragen om de kennis naar de paardensector verder te ontsluiten.
Equfec spant zich in langdurige mestleveringscontracten met ongeveer 30 paardenhouders aan te gaan, die hun stalmest leveren aan de Equfec-installatie en het eindproduct weer afnemen. Op deze wijze wordt een gesloten kringloop geborgd.
Equfec vraagt Energie Centrum Nederland een onderzoek te starten naar de emissies van het product bij het verstoken van de pellets. Dit onderzoek dient te leiden tot een rapportage in 2013
Voor de productie wordt opgeschaald levert Equfec in 2013 een risicoanalyse waarin de procesparameters en de veterinaire en volksgezondheidsrisico’s van eindproducten van de Equfec-pilotinstallatie als strooisel zijn beschreven.
Equfec registreert de pilotinstallatie bij NVWA in het kader van de verordening dierlijke bijproducten. De gebruikers van de pellets als brandstof hebben een erkenning nodig van NVWA in het kader van genoemde verordening.
Inzet en acties Rijksoverheid
De Rijksoverheid meent dat het hergebruik van paardenmest als strooisel of brandstof in de eigen biomassaketel past in de gedachte van een biobased economy.
De Rijksoverheid zal zich, rekening houdend met de toepasselijke wet- en regelgeving, inspannen een ontheffing van de verplichting van bemonstering van paardenmest van en naar de verwerkende installatie te bewerkstelligen. Onder de voorwaarde dat de paardenmest uit de eindproducten van Equfec niet als meststof worden gebruikt.
De Rijksoverheid spant zich in om de toepassing van eindproducten van de Equfecpilotinstallatie als strooisel aan te merken in de wet- en regelgeving. Mits de risicoanalyse uitwijst dat risico’s verwaarloosbaar zijn.
De Rijksoverheid zal zich in Europees verband inspannen om een leidraad op te stellen om dierlijke bijproducten als brandstof te gebruiken.
De Rijksoverheid draagt bovendien zorg voor informatievoorziening richting milieuvergunningverleners.
Voor meer informatie
xxx.xxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxx
B-97
Green Deal
Investeren in Duurzame Varkenshouderij
Betrokken partijen
- De Hoeve
- Ploos van Amstel
- Stichting Natuur en Milieu
Beschrijving initiatief
Het besparen en ontwikkelen van duurzame energie in de varkenshouderij staat volop in de belangstelling. De grootste winst valt te behalen in het begin van de keten, bijvoorbeeld bij de varkenshouders. Door de innovatieprojecten van Xx Xxxxx verbruiken de varkenshouders van Keten Duurzaam Varkensvlees inmiddels al 34% minder energie dan de gemiddelde Nederlandse varkenshouder. Dit komt per varkenshouder overeen met de jaarlijkse hoeveelheid energie van bijna 4 huishoudens.
Op deze manier vindt er sneller een transitie plaats naar een energieneutrale varkenshouderij.
De Hoeve wil deze ontwikkeling versterken en ziet daarbij een aantal kansen in de agrosector. Allereerst is de sector vaak coöperatief georganiseerd. Het samenwerken zit agrariërs in het bloed. Dit biedt kansen, omdat financiers het risico spreiden als ze gezamenlijk investeren in duurzame energie. Het verkrijgen van krediet is momenteel een van de belangrijkste knelpunten die investeringen in duurzame energie op het agrarische bedrijf tegengaan.
De Hoeve werkt samen met Xxxxx xxx Xxxxxx Milieu Consulting BV (Ploos) aan een Zero Budget Sustainability-instrument (ZBS-instrument).
Thema: duurzame energie Topsector: Agrofood en Energie Locatie: Diverse locaties in het land
Resultaten
Ontwikkeling van een financieel kader om investeringen in duurzame energie in de varkenshouderij te versnellen. Dit moet ertoe leiden dat de sector binnen 2 jaar 50% energie bespaart en eind 2016 alle deelnemende varkenshouders CO2-neutraal zijn.
Inzet en acties partijen
- De Hoeve spant zich in om een integraal duurzaamheidsconcept aan varkenshouders binnen de Keten Duurzame Veehouderij aan te bieden.
- De Hoeve streeft ernaar investeringen in duurzame energie collectief voor ondernemers in de Keten Duurzame Varkenshouderij aan te bieden.
- De Hoeve doet er alles aan om de administratieve handelingen voor de ondernemers in de Keten Duurzame Varkenshouderij zo veel mogelijk te minimaliseren.
Inzet en acties Rijksoverheid
- De Rijksoverheid ondersteunt bovengenoemde partijen bij hun een verdere verduurzaming van de varkenshouderij.
- De Rijksoverheid wil met partijen de mogelijkheid onderzoeken om binnen de bestaande regelgeving, de garantstelling landbouw in te zetten voor een collectief of samenwerkingsverband van ondernemers in de Keten Duurzame Varkenshouderij. Zo hoeft niet elke individuele ondernemer zelfstandig de garantstelling aan te vragen. Op korte termijn moet duidelijk zijn of deze mogelijkheid geboden kan worden, zodat implementatie snel gerealiseerd wordt.
Voor meer informatie
xxx.xxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxx
B-98
Green Deal Van Covergisting Naar Mestvergisting
Betrokken partijen
- Eclectic Energy
- Eclectic Construction
Beschrijving initiatief
De initiatiefnemers willen een bestaande covergistingsinstallatie in het Friese Achterkarspelen ombouwen naar een mestvergister. In de nieuwe situatie worden in plaats van snijmaïs als co-product, pluimveemest en varkensmest gebruikt. Hierdoor wordt beter gebruik gemaakt van beschikbare hulpbronnen. Tot op heden was dit niet mogelijk.
De innovatie zit in het afvangen van het overtollige stikstof, in de vorm van ammoniak. Dit is uniek in Nederland en geeft mogelijk een stimulans aan de biogasbranche in Nederland. Bij het ontwikkeling van de innovatie lopen de partijen aan tegen knelpunten op het gebied van milieuvergunningen voor de mestvergister en de Meststoffenwet. Daarom hebben ze de Rijksoverheid gevraagd de informatievoorziening naar lagere overheden te regelen en duidelijkheid te geven over de Meststoffenwet. De Green Deal ondersteunt het bedrijf.
Thema: duurzame energie en duurzaam gebruik van grondstoffen Topsector: Agrofood en Energie
Resultaten
De eerste installatie wordt medio 2013 opgeleverd.
Inzet en acties partijen
- Eclectic ontwikkelt een innovatieve duurzame vorm van mestvergisting met als grondstof rundvee- en pluimveemest.
- Eclectic realiseert de eerste installatie, waarin overtollig stikstof op een rendabele wijze wordt omgezet tot meststof.
- Eclectic levert meetresultaten en communiceert resultaten van het proces.
Inzet en acties Rijksoverheid
- De Rijksoverheid zorgt voor de informatievoorziening voor het bevoegde gezag op het gebied van milieuvergunningen voor dergelijke installaties.
- De Rijksoverheid bekijkt de mogelijkheden om ammoniak, die ontstaat tijdens het proces en met luchtwassing, uit het proces te verwijderen en als meststof te verhandelen binnen de daarvoor geldende kaders die beschreven zijn in Vo (EG) 2003/2003.
Voor meer informatie
xxx.xxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxx
B-99
Green Deal Bio-energiecentrale Horst aan de Maas
Betrokken partijen
Bio Energie Centrale Maashorst BV
Beschrijving initiatief
Bio Energiecentrale Maashorst (BEM) gaat met behulp van mesofiele covergisting biogas produceren uit varkens- en pluimveemest van veehouderijbedrijven uit het Landbouw Ontwikkelingsgebied (LOG) Witveldweg. Dit wordt aangevuld met andere regionale reststromen. Met een mestpijpleiding wordt de mest vanuit de landbouwbedrijven naar de covergistingsinstallaties getransporteerd.
De ontwikkeling van een bio-energiecentrale draagt bij aan de doelstelling van de Rijksoverheid van 14% duurzame energie in 2020.
Thema: duurzame energie en duurzaam gebruik van grondstoffen Topsector: Agrofood en Energie
Resultaten
Bio Energiecentrale Maashorst ontwikkelt een bio-energiecentrale voor decentrale energieopwekking in Horst aan de Maas met een verwachte productie van 14 miljoen m3 biogas per jaar.
Einddatum: Eind 2014
Prestaties initiatiefnemer
- BEM ontwikkelt een bio-energiecentrale voor decentrale energieopwekking in Horst aan de Maas met een verwachte productie van 14 miljoen m3 biogas per jaar.
- BEM produceert duurzame energie voor gebruik door derden in de regio.
- BEM biedt omliggende veehouderijbedrijven de mogelijkheid deel te nemen in de Bio Energiecentrale en hun dierlijke mest duurzaam te laten verwerken in de Bio Energiecentrale.
- BEM biedt bedrijven uit de regio de mogelijkheid hun organische reststromen duurzaam te laten verwerken in de Bio Energiecentrale.
- BEM beperkt het transport van dierlijke mest over de weg, enerzijds door het aanleggen van (een) ondergrondse mestleiding(en) naar de Bio Energiecentrale en anderzijds door het ter plaatse verwerken van het digestaat tot nuttige grondstoffen en schoon water. Van jaarlijks 120.000 ton inputstroom blijft 29.000 ton gedroogd digestaat en 76.000 m3 ter plaatse loosbaar water over.
- BEM spant zich in voor de realisatie van een centrale biogasinfrastructuur in Greenport Venlo.
Inzet en acties Rijksoverheid
- De Rijksoverheid spant zich in om in overleg met partijen tot een maatwerkoplossing te komen, zodat het gebruik van een ondergronds mestleidingsysteem in dit geval kan worden toegestaan.
- De Rijksoverheid spant zich in om een ontheffing te verlenen voor het één-op-ééntransport van vaste pluimveemest via een transportband van het naastgelegen pluimveebedrijf naar de BEM.
- De Rijksoverheid spant zich in om de informatievoorziening naar bevoegd gezag op orde te hebben en hiermee de periode van vergunningverlening waar mogelijk te bekorten.
- De Rijksoverheid zal zich in Europees verband inspannen om hoogwaardige producten uit dierlijke mest met de kwaliteit van kunstmest in de toekomst als zodanig erkend te krijgen. Deze erkenning kan gefaseerd zijn met betrekking tot de toepassing. Voordat tot erkenning wordt overgegaan, zal dit onderbouwd moeten zijn met een gedegen (meerjarig) onderzoek naar de werking van dit product.
- De Rijksoverheid spant zich in om wettelijke belemmeringen voor het hergebruik van reststromen uit de BEM op te heffen.
- De Rijksoverheid ondersteunt de wens voor realisatie van een biogasinfrastructuur in Greenport Venlo en spant zich in om de daarvoor benodigde procedures te bekorten en een centrale SDE+- subsidieaanvraag ook toe te staan als niet alle delen van de biogasinfrastructuur gelijk gereed zijn.
- Als er geen centrale biogasinfrastructuur in Greenport Venlo komt, spant de Rijksoverheid zich in om de verlening van de benodigde, aanvullende vergunningen voor de BEM voor opwerking van groen gas tot aardgas en autogas te bespoedigen.
Voor meer informatie
xxx.xxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxx
B-100
Green Deal Weet Welk Plantmateriaal Je (Ver)koopt!
Betrokken partijen
- LTO Nederland
- Raad voor Plantenrassen (RvP)
- Bosschap
- Naktuinbouw
- Algemene Vereniging Inlands Hout (AVIH)
- Handelsgroep Boom- en Heesterzaden (BoHeZa)
Beschrijving initiatief
Het doel van de Green Deal is dat alle partijen die betrokken zijn bij de keten van plantmateriaal van bos- en haagplantsoen vertrouwen hebben in en kennis hebben van de kwaliteit van het plantmateriaal dat ze kopen of verkopen. Het huidige kwaliteitssysteem wordt voor alle partijen in de keten geoptimaliseerd, dus effectiever en efficiënter gemaakt.
De initiatiefnemers doorlopen de diverse stappen in de keten, beschrijven en benoemen knelpunten, analyseren ze en dragen oplossingen aan om de knelpunten op te lossen. Daarnaast kijken ze naar mogelijkheden om processen te vereenvoudigen en waar mogelijk te versoepelen, waarbij transparantie van het proces in de keten vooropstaat.
Daarnaast zetten de initiatiefnemers, met ondersteuning van een door het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I) gefinancierd project, in op vergroting van de kennis over alle disciplines binnen de gehele keten en de uitwisseling ervan over betrokken actoren. Verder ontwikkelen ze lesmateriaal voor regulier en cursorisch onderwijs en maken ze een start met het aanbieden van cursussen over kwaliteitsaspecten van plantmateriaal.
Met de Green Deal wordt een jarenlang, complex probleem waarbij veel actoren betrokken zijn met brede instemming en ambitie resultaatgericht opgepakt. Het is tot nu toe niet mogelijk gebleken om de problemen anderszins naar tevredenheid in de volle breedte op te lossen. De resultaten van het aan de Green Deal gekoppelde kennis- en communicatieproject ‘Verbetering kwaliteitsketen groenvoorzieningen’ dat door EL&I wordt gefinancierd, is van groot belang voor het slagen van de Green Deal.
Voor de samenleving levert deze Green Deal duurzame functievervulling van groenvoorzieningen op, omdat er uiteindelijk bewuster gebruik wordt gemaakt van (specifieke) kwaliteiten en herkomsten van plantmateriaal. Bovendien leidt het project tot kostenbesparing door minder uitval van plantmateriaal en meer houtopbrengsten, dus een rendabeler bosbeheer.
Topsector: tuinbouw & uitgangsmaterialen
De uitdaging van deze Green Deal is verbetering van kennis en communicatie over kwaliteitsaspecten van plantmateriaal in de sector. En verbetering van vertrouwen onder actoren en transparantie in de sector door bestaande kwaliteitssystemen te optimaliseren.
Resultaten
De Green Deal draagt bij aan economisch rendement, duurzaamheid, een sterkere competitieve positie van de bedrijfstak (ook internationaal).
De partijen verplichten zich om ook na afloop van de Green Deal jaarlijks bijeen te komen om op basis van ervaringen en nieuwe inzichten kritisch naar de kwaliteitsketen te kijken en zo nodig aanpassingen door te voeren.
Einddatum: 31 december 2015
Inzet en acties partijen
De initiatiefnemer werken de bestaande kwaliteitssystemen uit tot een transparante en werkbare kwaliteitsketen, die door alle bij de Green Deal betrokken partijen wordt gesteund. Verder hebben zij op de einddatum van de Green Deal grote stappen gezet in de onderlinge communicatie en de verbetering van de kennis over kwaliteitsaspecten van plantmateriaal binnen de sector. De deelnemende partijen in de Green Deal zullen binnen 3 maanden na het ondertekenen van de intentieverklaring hun werkwijze en concrete einddoelen formuleren in een werkplan.
Inzet en acties Rijksoverheid
De Rijksoverheid draagt bij aan dit project door een communicatie- en kennisproject te financieren en de resultaten hiervan voor de Green Deal ter beschikking te stellen.
Voor meer informatie
xxx.xxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxx
B-101
Green Deal Biomassavergister Winterswijk
Betrokken partijen
J. W. Leemkuil Miste B.V. en ministerie van Economische Zaken, Landbouw & Innovatie (EL&I).
Initiatief
J.W. Leemkuil Miste B.V. wil in het buitengebied van Winterswijk een vergistingsinstallatie bouwen en beheren. Deze vergister gaat groene energie produceren en zal hoofdzakelijk gevoed worden met maaisel uit het landschap en natuurterrein dat niet bruikbaar is als veevoer – dit maaisel wordt nu door de terreinbeheerders vooral als last ervaren. Daarnaast is het plan de vergister te vullen met oud-Hollandse landbouwgewassen en natuurplanten. De groene energie zal grotendeels afgenomen worden door de Winterswijkse steengroeve Sibelco, voorheen Ankerpoort. Die wil daarmee haar energiebehoefte verregaand vergroenen. De overige groene energie zal aan het lokale energienet geleverd worden in de vorm van groene elektriciteit of groen gas opgewaardeerd tot aardgaskwaliteit. Biomassa Inkoop Coöperatie – of Stichting – Winterswijk sluit drie- tot vijfjarige inkoopcontracten met het merendeel van de natuur- en landschapbeheerders, zowel particuliere als traditionele natuurbeschermingsorganisaties. Ook sluit de coöperatie teeltcontracten met agrarische telers van natuurgewassen op historische bouwlanden. Knelpunten bij de realisatie van de vergister liggen in wet- en regelgeving, kennisopbouw, netwerken en draagvlak.
Resultaat
- 8.500.000 kWh aan CO2-neutrale elektriciteit bij een warmtekrachtkoppelinginstallatie (WKK): een vermindering van jaarlijks 4.811.000 kg CO2. Of 2.500.000 m3 groen gas: een vermindering van jaarlijks
4.450.000 kg CO2;
- Maximaliseren van de groene-energielevering aan steengroeve Sibelco;
- Levering van groene elektriciteit aan het lokale elektriciteitsnet;
- Biodiversiteit: door de jaarlijkse maai en afvoer neemt het gewasvolume geleidelijk af en de diversiteit aan planten toe;
- Toename wandel- en fietsrecreatie en toerisme door vergroting van de biodiversiteit van het Winterswijkse landschap;
- Economische activiteiten/stimulering voor het Winterswijkse gebied;
- Toename bezoekersaantal voorlichtingscentrum ‘Groene Energie uit Biomassa’;
- Fors minder beheerkosten voor terreinbeheerders door levering natuurgewasmaaisel, tegen aanzienlijk lagere kosten, aan de biomassavergister en benutting van methaan als brandstof;
- Verbetering van de waterkwaliteit door het maaien, afvoeren en benutten van het sloot- en slootkantenmaaisel voor de groene-energieproductie;
- Benutting van het na vergisting beschikbare digestaat als kunstmest- en drijfmestvervanger op akkers.
Dit digestaat draagt ook bij aan de agrarische bodemverbetering door het hoge humusgehalte, waardoor een gezonder bodemleven ontstaat en minder uitspoeling van meststoffen naar het grondwater.
Inzet en acties Rijksoverheid
Het ministerie van EL&I en Agentschap NL hebben expertise in biomassa, natuur en gebiedsprocessen. EL&I beschikt over goede bestuurlijke contacten met de provincie Gelderland en de plaats Winterswijk.
- Het ministerie van EL&I spant zich in om het noodzakelijke gebiedproces mee op gang te helpen, enige tijd te begeleiden en verder uit te bouwen: het regelen van aanbod van voldoende kwantiteit en kwaliteit via contracten met aanbieders.
- Het ministerie van EL&I spant zich in om samen met X.X. Leemkuil Miste BV een geschikte locatie te vinden voor de biomassavergister.
- Het ministerie van EL&I zal zo nodig bestuurlijk overleg hebben met de Provincie Gelderland en de gemeente Winterswijk.
Voor meer informatie
xxx.xxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxx
B-102
Green Deal Blauwzaam Lint
Betrokken partijen
Stichting Blauwzaam en de Nationale Bomenbank en ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I), directie Regio en Ruimtelijke Economie (RRE).
Initiatief
De betrokken partijen willen een groen en bloemrijk lint aanleggen van de gemeente Leerdam tot aan Alblasserdam. Zij willen dit doen door het beplanten of inzaaien van overhoeken, zones langs infrastructuur en water, braakliggende terreinen en vrijwillig in beheer gestelde gronden van particulieren of overheden. Centraal uitgangspunt is het verbinden van cultuurhistorisch waardevol landschap met (tijdelijke) natuur op (tijdelijk) braakliggende stukken. De initiatiefnemers organiseren hiervoor een breed draagvlak in het gebied. Samen met vele betrokken partijen werken ze de businesscase en het projectplan uit. De realisatie coördineren ze met tal van andere private en publieke partijen die hiervoor gezamenlijk een convenant ondertekenen. Met dit project kan stichting Blauwzaam aantonen dat private partijen heel goed ecologische verbindingen over grote afstand tot stand kunnen brengen, mits er support is van de overheden. Deze versterking van de samenwerking tussen vele organisaties en het verbinden van instanties is een kwaliteit van Blauwzaam. Gemeenten zijn vaak niet in staat of niet bereid om aanleg en beheer in het buitengebied van intergemeentelijke groene zones van deze aard en omvang te organiseren en voor eigen rekening te onderhouden. Knelpunten of leerpunten in dit project zijn kennisopbouw, wet- en regelgeving, netwerken, ontwikkeling van visie en draagvlak.
Resultaat
- Een grootschalig flexibel natuurproject dat zichzelf bekostigt;
- Een nieuwe kwaliteit en leefbaarheid van de regio: vergroting van de aantrekkelijkheid en multifunctionaliteit van het landschap en vergroting van de biodiversiteit;
- Op duurzaamheid gerichte marktinvesteringen en economische groei, in het bijzonder toerisme maar ook via biomassa, hakhout, bijeenteelt en aan het agrarisch bedrijfsleven gelieerde activiteiten;
- Versterking van het maatschappelijk ondernemerschap;
- Slimmer omgaan met het landschap en de natuur dankzij de ervaringen met het herinrichten van braakliggende gronden. Daarmee is het ontwikkelen en beheren van het groene lint een testcase voor het bottom-up beheren en ontwikkelen van natuur;
- Bijdrage aan het gezamenlijk construeren van nieuwe concepten voor ontwikkeling en beheer van biodiversiteit en verdergaande en nieuwe vormen van samenwerking, door (agrarisch) bedrijfsleven, natuurbeheerders, overheden en andere spelers bij elkaar te brengen;
- Duurzaam voortbestaan door een breed draagvlak;
- Aangepaste en creatieve aanpak in de geest van de beleidsambitie van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS).
Inzet en acties Rijksoverheid
Ondersteuning bij knellende regelgeving;
- Twee of drie Helpdeskvragen voor ontwikkeling van de benodigde kennis en om de uiteindelijke economische effecten in beeld te brengen via een vorm van maatschappelijke kosten -baten analyse;
- Inzet van Dienst Landelijk Gebied (DLG) om beschikbaarheid gronden in beeld te krijgen en de beschikbaarheid te realiseren;
- Bijdrage aan gebiedsmakelaar en kleinere proceskosten.
Voor meer informatie
xxx.xxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxx
B-103
Green Deal Land van Bezinning Noord-Holland
Betrokken partijen
Provincie Noord-Holland, International Wellness Resorts BV, SBB, STIRR en RECRON.
Initiatief
De betrokken partijen willen samen een of meer nieuwe wellnesslandgoederen realiseren. Daarbij willen ze natuur- en recreatiegebieden rond de economische kern duurzaam inrichten en in stand houden. Doel: het vergroten van de mogelijkheden voor recreatie, verbetering van natuur en landschap en het versterken van de lokale/regionale economie. Uitdaging hierbij is het doorlopen van alle procedures en het vinden van een geschikte locatie voor vestiging van het wellnessbedrijf en substantiële versterking van natuur en landschap, binnen de mogelijkheden van grondaanbod, ruimtelijke ordening en natuurregelgeving.
Resultaat
Bijdrage aan groei:
- Realisatie van een landschappelijk ingepast wellnessresort met een oppervlakte van circa 4 à 5 hectare, met gebouwen, tuin en parkeerplaatsen, als onderdeel van een landgoed van 20 à 25 hectare, met natuur en recreatie;
- Een directe werkgelegenheid van 150 fte op het landgoed en afgeleide werkgelegenheid bij toeleveranciers, bed and breakfast en hotels in de directe omgeving.
Bijdrage aan groen:
- Duurzaam in stand houden van omliggend natuur- en/of recreatiegebied van circa 15 à 20 hectare door het uitvoeren van beheer;
- Inrichting van oppervlakte natuur- en/of recreatiegebied, als dat nog niet is gebeurd;
- Omvorming van de oppervlakte natuur- en/of recreatiegebied, als de huidige inrichting niet voldoet aan de maatschappelijke behoefte van de regio;
- Ontsluiten en openbaar toegankelijk maken van de oppervlakte natuur- en/of recreatiegebied via wandel- en/of fietspaden.
Inzet en acties Rijksoverheid
- Stimuleren van dit icoonproject door relevante publieke en private partijen bijeen te brengen, met het oog op het maken en vastleggen van nadere, concrete afspraken;
- Contacten leggen met andere ministeries, directies en diensten binnen het Rijk op verzoek van de diverse bij dit icoonproject betrokken organisaties en overheden;
- Afhankelijk van de locatiekeuze, overleg binnen het Rijk over de beschikbaarheid en markconforme inzet van gronden voor dit project.
- Afhankelijk van de locatiekeuze, overleg met Staatsbosbeheer over de marktconforme inzet van gronden voor dit project.
Voor meer informatie
xxx.xxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxx
B-104
Green Deal Land van Bezinning Zuid-Holland
Betrokken partijen
Provincie Zuid-Holland, International Wellness Resorts BV, SBB, STIRR en RECRON.
Initiatief
De betrokken partijen willen samen een of meer nieuwe wellnesslandgoederen realiseren. Daarbij willen ze natuur- en recreatiegebieden rond de economische kern duurzaam inrichten en in stand houden. Doel: het vergroten van de mogelijkheden voor recreatie, verbetering van natuur en landschap en versterking van de lokale/regionale economie. Uitdaging hierbij is het doorlopen van alle procedures en het vinden van een geschikte locatie voor vestiging van het wellnessbedrijf en substantiële versterking van natuur en landschap, binnen de mogelijkheden van grondaanbod, ruimtelijke ordening en natuurregelgeving.
Resultaat
Bijdrage aan groei:
- Realisatie van een landschappelijk ingepast wellnessresort met een oppervlakte van circa 4 à 5 hectare, met gebouwen, tuin en parkeerplaatsen, als onderdeel van een landgoed van 20 à 25 hectare, met natuur en recreatie;
- Een directe werkgelegenheid van 150 fte op het landgoed en afgeleide werkgelegenheid bij toeleveranciers, bed and breakfast en hotels in de directe omgeving.
Bijdrage aan groen:
- Duurzaam in stand houden van een omliggende oppervlakte natuur- en/of recreatiegebied van circa 15 à 20 hectare door het uitvoeren van beheer;
- Inrichting van de oppervlakte natuur- en/of recreatiegebied, als dit nog is gebeurd;
- Omvorming van de oppervlakte natuur- en/of recreatiegebied, als de huidige inrichting niet voldoet aan de maatschappelijke behoefte van de regio;
- Ontsluiten en openbaar toegankelijk maken van de oppervlakte natuur- en/of het recreatiegebied via wandel- en/of fietspaden.
Inzet en acties Rijksoverheid
- Stimuleren van dit icoonproject door relevante publieke en private partijen bijeen te brengen, met het oog op het maken en vastleggen van nadere, concrete afspraken;
- Contacten leggen met andere ministeries, directies en diensten binnen het Rijk op verzoek van de diverse bij dit icoonproject betrokken organisaties en overheden;
- Afhankelijk van de locatiekeuze, overleg binnen het Rijk over de beschikbaarheid en markconforme inzet van gronden voor dit project;
- Afhankelijk van de locatiekeuze, overleg met Staatsbosbeheer over de marktconforme inzet van gronden voor dit project.
Voor meer informatie
xxx.xxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxx
B-105
Green Deal Uitbreiding Camping Zeeburg
Betrokken partijen
Camping Zeeburg, Provincie Noord-Holland, Gemeente Amsterdam, STIRR en RECRON.
Initiatief
De betrokken partijen willen de camping samen uitbreiden en bijdragen aan de inrichting en het beheer van de aan de camping grenzende provinciale ecologische verbindingszone. Doel: het vergroten van de mogelijkheden voor recreatie in de vorm van kampeermogelijkheden, verbetering van natuur en landschap en het versterken van de lokale/regionale economie. Uitdaging hierbij is het vinden van de ideale combinatie van uitbreiding van de camping en versterking van de natuurwaarden, binnen de bestaande regels van natuur, water en ruimtelijke ordening.
Resultaat
Bijdrage aan groei:
- Uitbreiding van het kampeereiland met circa 1,5 hectare waardoor mogelijkheden ontstaan voor 200 extra tentplaatsen en een aantal nader te bepalen camperplaatsen met verwachte directe werkgelegenheidsgroei van 4 fte.
Bijdrage aan groen
- Aanleg, inrichting en beheer van een kampeereiland aansluitend op de provinciale ecologische verbindingszone Bovendiep. De oever van het kampeereiland wordt op een natuurlijke wijze ingericht en beheerd;
- Duurzame instandhouding van het deel van de provinciale ecologische verbindingszone Bovendiep dat direct grenst aan Camping Zeeburg door het uitvoeren van beheer. Het beheer omvat het verwijderen van wilgengroei en zwerfafval;
- Afspraken met de provincie Noord-Holland over de inrichting en het beheer van het kampeereiland met als doel het beheer van het kampeereiland en de provinciale ecologische verbindingszone op elkaar af te stemmen.
Inzet en acties Rijksoverheid
- Stimuleren van dit icoonproject door relevante publieke en private partijen bijeen te brengen, met het oog op het maken en vastleggen van nadere, concrete afspraken;
- Contacten leggen met andere ministeries, directies en diensten binnen het Rijk op verzoek van de diverse bij dit icoonproject betrokken organisaties en overheden.
Voor meer informatie
xxx.xxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxx
B-106
Green Deal Icoonproject Recreatie in de Uiterwaarden Midden Nederland
Betrokken partijen
Recreatie Midden Nederland, STIRR en RECRON.
Initiatief
De betrokken partijen willen in een aantal nader te bepalen uiterwaarden de realisatie van enkele belangrijke economische dragers bespoedigen. Hiermee willen zij de mogelijkheden voor recreatie vergroten, natuur en landschap verbeteren en de lokale/regionale economie versterken. Uitdagingen zijn de uitbreiding van recreatieve activiteiten het jaar rond, met gebruikmaking van vaste bebouwing binnen bestaande ruimtelijke ordening en waterwetgeving, en verbetering van de kwaliteit van natuur en landschap.
Resultaat
Bijdrage aan groei:
- Versterken en uitbreiden van het recreatieve aanbod in enkele nader te bepalen uiterwaarden door enkele ondernemers.
Bijdrage aan groen:
- Inrichten van nieuwe natuur of kwalitatief verbeteren van bestaande natuur in of nabij de uiterwaarden;
- Ontsluiten en openbaar toegankelijk maken van deze natuur via wandel- en/of fietspaden;
- Duurzaam in stand houden van de gerealiseerde oppervlakte natuur inclusief de aangelegde wandel- en/of fietspaden door beheer en onderhoud.
Inzet en acties Rijksoverheid
- Samen met partijen zoeken naar een geschikte locatie in de directe nabijheid van gronden in de uiterwaarden, waar een bij Recreatie Midden-Nederland aangesloten recreatieschap permanente bebouwing kan plaatsen voor recreatieve voorzieningen;
- Afhankelijk van de locatiekeuze, overleg bij het Rijk over beschikbaarheid en marktconforme inzet van gronden voor dit project;
- Afhankelijk van de locatiekeuze, overleg met Staatsbosbeheer over de marktconforme inzet van gronden voor dit project;
- Stimuleren van dit icoonproject door relevante publieke en private partijen bijeen te brengen, met het oog op het maken en vastleggen van nadere, concrete afspraken;
- Contacten leggen met andere ministeries, directies en diensten binnen het Rijk op verzoek van de diverse bij dit icoonproject betrokken organisaties en overheden.
Voor meer informatie
xxx.xxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxx
B-107
Green Deal Icoonproject Recreatiegebieden en Natuur Veluwe
Betrokken partijen
RGV Holding BV, Provincie Gelderland, STIRR en RECRON.
Initiatief
De betrokken partijen willen de realisatie van enkele belangrijke economische dragers op de Veluwe bespoedigen door partijen samen te brengen en intenties vast te leggen. Hiermee willen ze de mogelijkheden voor recreatie vergroten, natuur en landschap verbeteren en de lokale/regionale economie versterken. Uitdagingen zijn het zoeken van ruimte binnen bestaande natuurwetgeving voor uitbreiding van recreatieve ontwikkelingen en verbetering van de kwaliteit van natuur en landschap.
Resultaat
Bijdrage aan groei:
- Op drie locaties op de Veluwe worden investeringen gedaan in recreatieve uitbreidingen met een te verwachten toename van de directe werkgelegenheid met 35 fte. Zoals een horecacentrum, activiteitencentrum, (ontbijt)hotel en vervangen van verouderde kiosken door moderne horecagelegenheid.
Bijdrage aan groen:
- Inrichting van 5 tot 15 hectare verworven nieuwe natuur in de ecologische hoofdstructuur (EHS) of verbetering van de kwaliteit van bestaande natuur;
- Ontsluiten en openbaar toegankelijk maken van de nieuwe of verbeterde natuur;
- Duurzaam in stand houden van de nieuwe of verbeterde natuur;
- Aanleg van 5.000 meter landschapsversterkende laanbeplanting in vijf recreatiegebieden;
- Aanleg en beheer van 7.500 m2 hakhout voor natuur, landschap en biomassa;
- Omzetting van 15 hectare monofunctioneel recreatiebos naar multifunctioneel bos;
- Realiseren
duurzame energieopwekking met CO2-reductie van 300 ton per jaar in de periode 2012 – 2015;
- Ontwikkelen van een platform voor afstemming van vraag en aanbod van biomassa;
- Verkenning van mogelijkheden voor beheer van natuurgebieden buiten de recreatiegebieden.
Inzet en acties Rijksoverheid
- Uitzondering van intensief gebruikte delen van dag- en verblijfsrecreatiegebieden bij de begrenzing van Natura 2000-gebieden, voor zover de Vogel- en Habitatrichtlijn dit toelaat;
- Stimuleren van dit icoonproject door relevante publieke en private partijen bijeen te brengen met het oog op het maken en vastleggen van nadere, concrete afspraken;
- Contacten leggen met andere ministeries, directies en diensten binnen het Rijk op verzoek van de diverse bij dit icoonproject betrokken organisaties en overheden;
- Waar nodig met de diverse betrokken organisaties en overheden in overleg treden om een oplossing te vinden voor belemmeringen (waaronder in het ‘level playing field’), die zich voordoen als gevolg van verschillen in de interpretatie van wet- en regelgeving bij het realiseren van deze Green Deal.
Voor meer informatie
xxx.xxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxx
B-108
Green Deal Duurzaamheid Doorgrond
Betrokken partijen
- Stichting Veldleeuwerik, waarin participeren:
- ruim 160 akkerbouwers
- een aantal toonaangevende bedrijven, zoals Suiker Unie, Heineken, Unilever en McCain
- adviesorganisaties: Agrifirm Plant, DLV Plant, CZAV
- Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie
Beschrijving initiatief
De 3 kernactiviteiten van de stichting zijn:
- verduurzaming van het akkerbouwbedrijf
- faciliteren bij het inrichten van duurzame productieketens
- herstel van de sociale context in de relatie van voedselproducent en consument
Veldleeuwerik richt zich op kennis zoeken en delen, door het gebruik van best practices, waarbij ondernemers elkaar onderling bevragen op keuzes en uitdagen op het gebied van duurzaamheid. Waar nodig ondersteunt Veldleeuwerik ondernemers bij het duurzamer maken van de bedrijfsvoering door geaccrediteerde adviseurs, procesbegeleiders en externe deskundigen. Veldleeuwerik werkt daarbij niet met vaste normen die voor iedereen gelden, maar met individuele plannen en acties, gebaseerd op het eigen ondernemerschap en dat van de andere deelnemers. Deze keuzeruimte is noodzakelijk omdat prioriteiten van bedrijf tot bedrijf verschillen en iedere deelnemer zo wordt geprikkeld om zijn eigen invulling te geven aan duurzame akkerbouw.
Samen met een geaccrediteerde adviseur worden een meerjarenvisie en een duurzaamheidsplan opgesteld. Hierin wordt de visie van de ondernemer op de toekomst van het bedrijf aangegeven. Vervolgens benoemt de ondernemer zijn actiepunten voor het komende teeltseizoen. Om te bepalen waar actie nodig is en prioriteiten te kunnen stellen is een aantal praktische instrumenten ontwikkeld.
De kern van de Veldleeuwerik-systematiek zijn de regiogroepen waarin 10 tot 12 akkerbouwers hun visie en ervaringen met elkaar delen. Iedere regiogroep organiseert zelf minimaal 8 bijeenkomsten per jaar. Een regiogroepbijeenkomst bestaat uit 2 onderdelen: de bespreking van het duurzaamheidsplan van een van de groepsleden en de behandeling van een actueel onderwerp dat de regiogroep zelf kiest.
10 internationaal geaccepteerde indicatoren en de samenhang daartussen vormen de basis van het verduurzamingsproces. Verduurzaming is een continu proces van verbeteren. De 10 indicatoren voor een duurzame akkerbouw zijn:
- productwaarde
- bodemvruchtbaarheid
- bodemverlies
- voedingsstoffen
- gewasbescherming
- water
- energie
- biodiversiteit
- menselijk kapitaal
- lokale economie
De aan Veldleeuwerik deelnemende akkerbouwer of teler neemt de beslissingen voor zijn bedrijf en stelt zijn eigen prioriteiten vast om tot een duurzame bedrijfsvoering te komen. Door de vragen van de akkerbouwers te adresseren aan het kennisloket, komt de kennis eerder beschikbaar en die is daardoor sneller te implementeren op het akkerbouwbedrijf.
Veldleeuwerik biedt een groot netwerk van akkerbouwers. Hierdoor stroomt de kennis en ervaring sneller door naar de praktijk. Dit is een extra impuls voor het versnellen van het proces van verduurzaming.
De aan Veldleeuwerik deelnemende afnemers, verwerkers, toeleveranciers en adviesorganisaties ondersteunen de teler in zijn zoektocht naar duurzaamheid door de inbreng van kennis en financiële middelen. Daarnaast krijgen telers ondersteuning van een geaccrediteerde adviseur bij het maken van hun duurzaamheidsplan. Speciaal voor deze adviseurs ontwikkelde de CAH Dronten samen met Veldleeuwerik een accreditatietraject om adviseurs het predicaat ‘adviseur duurzame akkerbouw’ te kunnen uitreiken. De CAH is daarin een onafhankelijk kennisinstelling die de accreditatie voor haar rekening neemt.
Veldleeuwerik wil de sociale context tussen de producent en consument herstellen. Veldleeuwerik wil hier op een zeer innovatieve en educatieve manier aan werken in de vorm van de allereerste 3D-soapserie voor iPads en smartphones ter wereld. Hierbij zal gebruikt worden gemaakt van augmented reality. Zo realistisch mogelijke virtuele beelden worden toegevoegd aan reële beelden, waardoor op interactieve wijze een verhaal verteld kan worden aan de consument.
Deze Green Deal heeft tot doel enkele belangrijke basisvoorwaarden – zoals certificering en nagaan of inpassing in het nieuwe gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) van de Europese Unie tot de mogelijkheden behoort – voor opschaling van de systematiek van Veldleeuwerik te bewerkstelligen. Met de Green Deal is het mogelijk om in een versneld tempo meer akkerbouwers en afnemers te laten aansluiten bij Veldleeuwerik om gezamenlijk te werken aan de verduurzaming van de akkerbouwbedrijven. Duurzaam is hier natuurlijk duurzaam op ecologisch, sociaal en economisch gebied. Er komt een nauwere band met de afnemers, waardoor een duurzaam product ook in de (internationale) markt tot meerwaarde gebracht kan worden.
Resultaten
Veldleeuwerik heeft de volgende opschaling voor ogen:
- Vanaf 2013 is Veldleeuwerik vanuit het noorden uitgerold naar de rest van Nederland.
- In 2013 is Veldleeuwerik opgeschaald naar 500 telers.
- In 2014 is Veldleeuwerik opgeschaald naar 1.000 telers.
- In 2013 zijn 100 aangesloten bedrijven actief in Veldleeuwerik.
- In 2014 is de meerderheid van de toonaangevende bedrijven aangesloten en actief in Veldleeuwerik.
- In 2014 zijn 60 adviseurs geaccrediteerd om telers te helpen bij verduurzaming.
- In 2015 is de Veldleeuwerik-systematiek toonaangevend voor duurzame landbouw in Nederland en werkt de meerderheid van de akkerbouwers met de Veldleeuwerik-systematiek.
Verduurzaming van een bedrijf is een continu proces en daarmee nooit ‘af ’. Na het meetbaar maken van de acties (inzichtelijk maken van de prestaties) worden ondernemers steeds weer geprikkeld om een stap verder te gaan. De Veldleeuwerik-bedrijven boeken hierbij als groep vooruitgang op alle genoemde 10 indicatoren. De bijdrage van de individuele ondernemer aan de progressie van de groep verschilt per indicator.
De acties die de Veldleeuwerik-telers uitvoeren, dragen bij aan:
- het op peil houden en indien mogelijk verhogen van de organische stof in de bodem
- bewuster omgaan met oppervlakte en grondwater voor beregening van de gewassen, waardoor minimaal 10% besparing wordt bereikt
- verhoging van de biodiversiteit en een bewustere omgang én afgewogen inzet van gewasbeschermingsmiddelen, waardoor nadelige milieueffecten van gewasbeschermingsmiddelen met minimaal 25% worden gereduceerd
- lagere input van kunstmeststoffen van 20%
Inzet en acties partijen
Veldleeuwerik is verantwoordelijk voor de organisatie en zij faciliteert de bedrijven en akkerbouwers. De regiogroepen worden door Veldleeuwerik begeleid, kennis wordt doorgegeven en ontwikkeld met partners (CLM, Xxxxx Xxxx, PPO en de deelnemende bedrijven et cetera). Tevens zorgt Xxxxxxxxxxxxx voor doorontwikkeling van de systematiek en de bijbehorende instrumenten en het enthousiasmeren van meer telers en bedrijven om zich aan te sluiten. Veldleeuwerik biedt een groot netwerk van akkerbouwers, waardoor deze kennis sneller doorstroomt naar de praktijk. Dit is een extra impuls voor het versnellen van het proces van verduurzaming.
Certificering van de systematiek is van groot belang voor opschaling van Veldleeuwerik. Veldleeuwerik zal een coördinerende rol hebben in het certificeringsproces. Welke instantie de systematiek zal controleren, is nog niet definitief afgesproken. Hierover worden nog gesprekken gevoerd. Aangesloten afnemers en verwerkende bedrijven dragen bij in de cofinanciering van het certificeringsproces van Veldleeuwerik.
Augmented reality zal worden opgepakt door een hierin gespecialiseerd bedrijf. Gesprekken hierover zijn gaande. Het herstel van de relatie tussen consument en producent zal via deze systematiek plaatsvinden.
Inzet en acties Rijksoverheid
- Nagaan of het nuttig en mogelijk is de registratiesystemen van Veldleeuwerik met registratiesystemen van Dienst Regelingen te koppelen.
- Veldleeuwerik betrekken bij de hervorming van het GLB door geregeld overleg te voeren. Hierbij wordt ook bezien of de systematiek van Veldleeuwerik in dat beleid ingepast kan worden.
- Nagaan hoe de beoogde vergroening voor akkerbouw uit het GLB optimaal kan worden ingevuld.
De Rijksoverheid stelt binnen de relevante wettelijke kaders een financiële bijdrage van maximaal 75.000 euro (inclusief btw) beschikbaar voor zover dit in overeenstemming is met de toepasselijke staatssteunregels en ter ondersteuning van de activiteiten van Veldleeuwerik voor de loketfunctie voor kennisoverdracht en –deling. Daartoe zal Veldleeuwerik een aanvraag indienen, vergezeld van een projectplan (inclusief begroting).
Daarnaast stelt de Rijksoverheid binnen de relevante wettelijke kaders een financiële bijdrage van maximaal
75.000 euro (inclusief btw) beschikbaar voor zover dit in overeenstemming is met de toepasselijke staatssteunregels en ter ondersteuning van:
- de certificering van de Veldleeuwerik-systematiek (totaal benodigd 150.000 euro)
- de ontwikkeling van een innovatieve en educatieve 3D-soapserie met augmented reality (totaal benodigd 200.000 euro)
Daartoe zal Veldleeuwerik een aanvraag indienen, vergezeld van een projectplan (inclusief begroting).
Voor meer informatie
xxx.xxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxx
B-109
Green Deal Duurzaamheidslabel voor de Buitenruimte
Betrokken partijen
- Stichting NL Label in oprichting
- DHV B.V.
- Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie
Beschrijving initiatief
Het doel van deze Green Deal is de ontwikkeling van een eerste versie van een gestandaardiseerde methode voor de integrale duurzaamheidsbeoordeling van producten en materialen in de buitenruimte – het zogenaamde NL Label. Het label is toe te passen op allerlei producten voor tuinen en parken, variërend van verhardings- en plantmaterialen tot straatmeubilair.
Op basis van expert judgement werken de initiatiefnemers met een zo breed mogelijke betrokkenheid van stakeholders aan een eerste versie van het duurzaamheidslabel. De gestandaardiseerde methodiek wordt ontwikkeld op basis van 7 duurzaamheidscriteria: herkomst, samenstelling, productiewijze, levensduur, onderhoud, energie en herbruikbaarheid in de eindfase.
De Rijksoverheid levert een beperkte bijdrage aan de bekendmaking van dit initiatief en een beperkte inzet. Dit is nodig om het initiatief in de vorm van een eerste versie van het NL Label van de grond te krijgen. De andere partijen investeren in de ontwikkeling van dit label, de weging aan de hand van duurzaamheidsindicatoren en in kennisopbouw en de opbouw van draagvlak.
De laatste jaren nemen duurzaamheidslabels en keurmerken een hoge vlucht. De consumentenvraag is hierop van invloed. De verwachting is dat de consument behoefte heeft aan duurzaam geproduceerde materialen voor de buitenruimte. Voor de maatschappij kan dit opleveren dat er minder grondstoffen worden geëxploiteerd. Met het NL Label ontstaat inzicht in het duurzaamheidsgehalte van producten. Hiermee kunnen consumenten en inkopende overheden en bedrijven bewuste keuzes maken.
De uitdaging van deze Green Deal is een eerste versie van een dergelijk duurzaamheidslabel te ontwikkelen zoals dit bestaat voor witgoed en bruingoed. Hierbij zullen kennisopbouw, marktondersteuning, netwerken en draagvlakvergroting belangrijk zijn.
Thema: grondstoffen, maar vanwege de integrale beoordeling komen ook andere thema’s in de beoordelingsmethodiek terug.
Resultaten
Het beoogde resultaat van deze Green Deal is om het NL Label in 2013 als commercieel rendabel initiatief in de markt te zetten. Van het NL Label wordt verwacht dat het bijdraagt aan een consumentenvraag naar duurzamere producten voor de buitenruimte en een duurzamer aanbod door consumenten. Het initiatief zal de (regionale) maakindustrie stimuleren om met duurzame antwoorden te komen op de vraag die ontstaat als consumenten en inkopers de waarde van het NL Label hebben leren kennen. Vaak zal innovatie nodig zijn om een zo hoog mogelijke score op het label te behalen. Zeker in die situaties waarin de oplossing al niet via de (internationale) handel beschikbaar is. Met het NL Label worden bedrijven gestimuleerd tot investeringen die bijdragen aan duurzame producten en verduurzaamde productie.
Inzet en acties partijen
- Inbreng van een eerste versie van een gestandaardiseerde methode voor een integrale duurzaamheidsbeoordeling van producten en materialen in de buitenruimte (NL Label), op basis van expert judgement.
- Bieden van een platform van producenten en leveranciers van toepassende en uitvoerende bedrijven.
- Uitwerken van een label op basis van de beoordeling op duurzaamheid (7 indicatoren).
- De inspanning om NL Label in 2013 als commercieel rendabel initiatief in de markt te zetten met een toegekend label dat 1 jaar geldig is.
Inzet en acties Rijksoverheid
De Rijksoverheid:
- besteedt op 2 momenten aandacht aan het belang van het NL Label
- biedt op de Floriade 2012 de mogelijkheid om dit initiatief onder de aandacht te brengen door bijvoorbeeld een deel van het Rijkspaviljoen ter beschikking te stellen voor een presentatie of workshop met inachtneming van de voorwaarden die daaraan worden gesteld
- levert een bijdrage aan een symposium op de Floriade
- brengt in kaart welke beleidsinstrumenten kunnen bijdragen aan de verdere ontwikkeling van de beoordelingssystematiek voor NL Label
- stelt binnen de relevante wettelijke kaders en ter ondersteuning van de ontwikkeling van het NL Label een financiële bijdrage van maximaal € 15.000 beschikbaar voor zover dit in overeenstemming is met de toepasselijke staatssteunregels op basis van een aanvraag en een projectplan van initiatiefnemer
Voor meer informatie
xxx.xxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxx
B-110
Green Dutch Grown Polymers
Betrokken partijen
- Consortium:
- Suiker Unie
- Purac
- Synbra
- Rijksoverheid
Beschrijving initiatief
Doel van het Green Deal-initiatief is om met een haalbaarheidsstudie te onderzoeken of in Nederland een productieketen van suikerbiet tot PLA-bioplastics (bioplastics van polylactic acid)kan worden gerealiseerd.
Nadat deze verkennende fase heeft plaatsgevonden, kan in een tweede fase worden gekeken naar de opbouw van de productieketen.
Momenteel wordt PLA gebruikt in allerlei toepassingen, zoals verpakkingen, drinkbekers en isolatiematerialen. In plaats van fossiele grondstoffen, zoals aardolie, worden groene grondstoffen ingezet voor de productie van duurzame groene kunststoffen. Hierdoor wordt de afhankelijkheid van aardolie verminderd. Dit heeft dus, indien duurzaam toegepast, een positief effect op de economie en het milieu: de CO2-uitstoot wordt sterk verminderd.
Het consortium beoogt de productie- en technologieontwikkeling te bewerkstellingen die nodig is om de tweede fase van het project te bereiken. Dit initiatief draagt bij aan de versterking van de concurrentiepositie van Nederland op het gebied van toepassingen van de biobased economy.
Als dit initiatief slaagt, zal dit ervoor zorgen dat de markt wordt opengebroken, waardoor er veel meer biobased producten en materialen op de markt kunnen komen, ook van andere producenten die PLA van biologische oorsprong willen gebruiken.
Deze Green Deal is een voorbeeldproject voor de biobased economy, dat ondersteuning nodig heeft op het gebied van netwerken, marktontwikkeling en wet- en regelgeving.
Thema: grondstoffen Topsector: chemie
Uitdaging: netwerken en afzetmarkt
Resultaten
Het resultaat van fase 1 van de studie is concreet inzicht in de economische haalbaarheid van de productieketen ‘van biet tot PLA’ in Nederland.
Het resultaat van fase 2 is een uitgewerkt plan voor de realisatie van zo’n productieketen in Nederland.
Inzet en acties partijen
De leden van het consortium zetten zich op de volgende manieren in:
- Suiker Unie levert de suiker aan, die de grondstof vormt voor de productie van PLA. Hiervoor wordt in de eerste fase non-food-suiker uit suikerbieten gebruikt, die op duurzame wijze in Nederland worden geteeld. Suiker Unie zoekt nog naar ‘tweede-generatie’-grondstof, waardoor de productie van PLA minder zal concurreren met voedsel.
- Purac brengt de kennis en ervaring in op het gebied van het omzetten van suiker naar lactide; lactide vormt de basis van PLA.
- Synbra zet lactide om in PLA en zal dit op de markt brengen in de vorm van bijvoorbeeld bouwmaterialen en verpakkingsmaterialen.
Inzet en acties Rijksoverheid
- De Rijksoverheid streeft ernaar om waar mogelijk gelijke marktomstandigheden te creëren voor biobased toepassingen (inclusief PLA uit biomassa), zoals beschreven in de strategie en het actieplan van de Europese Commissie: ‘Innovatie voor duurzame groei: een bio-economie voor Europa’ (februari 2012).
- De Rijksoverheid streeft ernaar gezamenlijk met de betrokken partijen in te spelen op de ontwikkelingen in de EU op dit terrein.
- De Rijksoverheid biedt het consortium de mogelijkheid zich als voorbeeld te profileren op de website xxx.xxxxxxxxxxxxxxx.xx.
- De Rijksoverheid verleent, indien nodig, (niet-financiële) ondersteuning bij het verkrijgen van vergunningen en, voor zover mogelijk, aanpassingen van knellende wet- en regelgeving.
Voor meer informatie
xxx.xxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxx
B-111
Green Deal Stichting Noordzeeboerderij
Betrokken partijen
- Stichting Noordzeeboerderij
- Rijksoverheid
Beschrijving initiatief
De Stichting Noordzeeboerderij is begin 2012 opgericht door Ecofys, Hortimare en ATO en heeft als doel een proefboerderij voor zeewierteelt op de Noordzee te realiseren.
Om economisch renderende zeewierboerderijen op termijn mogelijk te maken zijn kennisontwikkeling en ervaring nodig. In de komende jaren wil Stichting Noordzeeboerderij daarom in nauwe samenwerking met onderzoeksinstituten, overheid en het bedrijfsleven een proefboerderij van 1 km2 ontwikkelen op de Noordzee.
Dit is een voorbeeldproject voor de biobased economy, dat ondersteuning nodig heeft op het gebied van netwerken en wet- en regelgeving.
Algen en zeewieren zijn een belangrijke soort tweedegeneratiebiomassa. Ze concurreren niet met de voedselvoorziening. Als zeewierteelt geoptimaliseerd wordt, komt er veel meer biomassa beschikbaar voor biobased toepassingen en voor voeding, voeder, farma, cosmetica, chemie en energie.
Thema: grondstoffen
Topsectoren: agrofood, chemie, energie, water, tuinbouw & uitgangsmaterialen Uitdaging: hulpbronnen, wet- en regelgeving, kennisopbouw, netwerken
Resultaten
Deze proefboerderij dient als incubator voor startende initiatieven en zal worden ingezet voor het onderzoeken, ontwikkelen, testen en demonstreren van concepten voor:
- teelt van zeewier, in combinatie met kweek van vis en schelpdieren
- integratie van zeewierteelt met duurzame energieopwekking op zee
- innovatieve vormen van visserij binnen de zeeboerderij
De proefboerderij bouwt voort op kennis en ervaring die is opgedaan in 2 SBIR-projecten (Small Business Innovation Research Programma):
- een project waarin Ecofys samen met Eneco en andere partijen een modulair teeltsysteem voor zeewier ontwikkelt voor offshore- (wind)locaties
- een project waarin Hortimare met onder andere WUR, PRI en Imares de vermeerdering en veredeling van zeewier op open zee onderzoekt in geïntegreerde aquacultuur met zalm
Inzet en acties partijen
- De oprichters van de Stichting Noordzeeboerderij brengen unieke kennis en expertise in ter realisatie van de proefboerderij.
- De Stichting Noordzeeboerderij werkt hiervoor nauw samen met het NIOZ (seaweed science & technology center) als onafhankelijke toezichthouder op de proefboerderij.
- De proefboerderij functioneert als onderzoekscentrum en incubator.
- De proefboerderij wordt ingezet voor het ontwikkelen, testen en demonstreren van concepten voor de teelt van zeewierteelt, mede in combinatie met kweek van vis en schelpdieren, alsmede (innovatieve) visserij en windenergie.
- De Stichting Noordzeeboerderij ontwikkelt een businessplan om met commerciële partners (zonder additionele overheidssubsidies) rendabel te kunnen functioneren.
Inzet en acties Rijksoverheid
- De Rijksoverheid zal zorgen voor een aanspreekpunt voor de gewenste afstemming tussen de diverse betrokken rijksdiensten (zoals Rijkswaterstaat, Directie Noordzee, Kustwacht, het ministerie van EL&I en de Rijksvastgoeddienst).
- De Rijksoverheid verleent, indien nodig, (niet-financiële) ondersteuning door parallel aan deze innovatie ruimte voor ondernemerschap te realiseren.
- De Rijksoverheid verleent, indien nodig, (niet-financiële) ondersteuning bij het verkrijgen van vergunningen en, voor zover mogelijk, aanpassing van knellende wet- en regelgeving.
- De Rijksoverheid zal onderzoeken of het mogelijk is om een parapluvergunning te verlenen voor dit initiatief.
- De Rijksoverheid zal ondersteunen bij het leggen van verbindingen in het groeiende onderzoeks- en bedrijfslevennetwerk op het gebied van bioraffinage.
- De Rijksoverheid biedt het consortium de mogelijkheid zich als voorbeeld te profileren op de website xxx.xxxxxxxxxxxxxxx.xx.
Voor meer informatie
xxx.xxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxx
B-112
Green Deal Green Chemistry Campus
Betrokken partijen
- Green Chemistry Campus B.V.
- Rijksoverheid
Beschrijving initiatief
De Green Chemistry Campus wil zich op het snijvlak van agro en chemie focussen op performance materials, chemicals en coatings en faciliteiten bieden aan jonge ondernemers om onderzoek te doen. Op die manier wordt kennis over de biobased economy beter verspreid, wat leidt tot een versnelling in de transitie naar de biobased economy.
De Green Chemistry Campus biedt jonge ondernemers de mogelijkheid gebruik te maken van een aantal faciliteiten van petrochemisch bedrijf SABIC en analytisch onderzoek uit te voeren. Daarnaast kunnen ze doorgroeien via ruimtes voor demoplants en stellen de partners hun netwerken ter beschikking voor snellere doorgroei van ondernemerschap. Eind 2014 wil de Green Chemistry Campus ongeveer 14 bedrijven gevestigd hebben, zodat mede op basis van een businesscase, verantwoord geïnvesteerd kan worden in nieuwbouw (incubatieprogramma).
Deze Green Deal is een voorbeeldproject voor de biobased economy, dat ondersteuning nodig heeft op het gebied van netwerken en wet- en regelgeving.
Als onderdeel van het businessplan West-Brabant en de biobased agenda van Zuidwest-Nederland levert de Green Chemistry Campus een belangrijke bijdrage in de verdere ontwikkeling van een top 3-EU-regio.
De Green Chemistry Campus geeft met name mkb-ondernemers een mogelijkheid om een traditioneel lastige periode (door het ontbreken van eenvoudige toegang tot kapitaal en een daadwerkelijk product) te overbruggen en business te ontwikkelen. Dit leidt tot meer business, meer investeringen, meer producten, meer omzet, meer arbeidsplaatsen et cetera. Het proces van kennis, kunde en kassa wordt volledig gesteund door de Green Chemistry Campus.
Thema: grondstoffen Topsector: chemie
Uitdaging: netwerken en wet- en regelgeving
Resultaten
Eind 2014 wil de Green Chemistry Campus ongeveer 14 bedrijven gevestigd hebben, zodat mede op basis van een businesscase, verantwoord geïnvesteerd kan worden in nieuwbouw (incubatieprogramma). In 2020 moeten er 270 banen zijn en een toename van het bnp van 65 miljoen euro.
Inzet en acties partijen
De Green Chemistry Campus zorgt ervoor dat bedrijven in de product- en/of marktontwikkelingsfase toegang krijgen tot faciliteiten waarmee zij hun ontwikkeling, in een open innovatiesetting, kunnen versnellen. Zodat er in 2020 270 banen zijn en een toename van het bnp van 65 miljoen euro. Het proces van kennis, kunde en kassa wordt volledig gesteund door de Green Chemistry Campus.
Inzet en acties Rijksoverheid
- De Rijksoverheid verleent indien nodig (niet-financiële ondersteuning) bij het verkrijgen van vergunningen en voor zover mogelijk aanpassing van knellende wet- en regelgeving rondom biomassa (in afval, transport en verwerking in biobased producten).
- De Rijksoverheid zal het initiatief van de Green Chemistry Campus actief promoten (COCI- status).
Bijvoorbeeld door plaatsing als voorbeeldproject op de website xxx.xxxxxxxxxxxxxxx.xx en door bij evenementen de Green Chemistry Campus te betrekken.
- De Rijksoverheid verleent, indien gewenst en mogelijk, (niet-financiële) ondersteuning bij het verkrijgen van nationale en Europese subsidieprogramma’s (bijvoorbeeld door het afgeven van steunverklaringen).
Voor meer informatie
xxx.xxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxx
B-113
Green Deal Biobased Innovations
Betrokken partijen
- N.V. XXXXX Xxxx-Xxxxxxx
- Rijksoverheid
Beschrijving initiatief
Het doel van deze Green Deal is het opzetten van diverse vraaggestuurde R&D-werkprogramma’s, die aansluiten bij de bestaande toplocaties: Green Chemistry Campus, Nieuw Prinsenland en Moerdijk. De hiermee opgedane kennis en ervaringen worden benut bij de ontwikkeling van interdisciplinair onderwijs voor de transitie naar de biobased economy.
De R&D wordt interregionaal programmatisch en via een open innovatiemodel aangepakt, waarbij de 3 toplocaties een en ander zullen versterken om uiteindelijk te komen tot een EU-koploper binnen de biobased economy.
De Green Deal borgt hiermee de follow-up van het project Biobased Innovations (2009-2012).
Voor de ontwikkeling van een biobased economy is de ontwikkeling van onderwijs cruciaal. Omdat hiervoor multidisciplinair onderwijs nodig is en dit lastig te realiseren is in het huidige onderwijsklimaat, dienen dit soort initiatieven, waarbij een belangrijke rol voor de afnemer – het bedrijfsleven – is weggelegd, ondersteund te worden.
Doordat de onderwijs- en onderzoeksprogramma’s vraaggestuurd zijn, sluit dit project goed aan bij de vraag naar kennis vanuit bedrijven in de regio, waardoor dit initiatief zal resulteren in meer werkgelegenheid en economische groei in de regio.
Thema: grondstoffen Topsectoren: chemie, agrofood
Uitdaging: kennisopbouw, hulpbronnen
Resultaten
- Diverse business-R&D-werkprogramma’s voor de Green Chemistry Campus, Nieuw Prinsenland en Moerdijk.
- Deelname van relevante mkb-bedrijven uit de regio aan innovatieprojecten, vanuit fundamentele naar toegepaste en applicatiegerichte ontwikkelingen en projecten.
- Verdere intensivering van R&D-werk in Zuid-Holland, Zeeland en Vlaanderen.
Inzet en acties partijen
- Diverse vraaggestuurde R&D-werkprogramma’s opzetten voor de Green Chemistry Campus, Nieuw Prinsenland en Moerdijk.
- Actief het mkb erbij betrekken.
- Diverse hightech-spin-offs organiseren en begeleiden.
- Een goed werkende wetenschappelijke raad instellen.
- Initiatief voor een mogelijk verdere intensivering van R&D-werk in Zuid-Holland, Zeeland en Vlaanderen.
Inzet en acties Rijksoverheid
- De Rijksoverheid zal een single point of entry bij de overheid aanwijzen, waarin op vroegtijdige momenten bepaald kan worden wat de belemmeringen voor de ontwikkellijn zijn, welke wet- en regelgeving van belang is en hoe belemmeringen eventueel kunnen worden weggenomen.
- De Rijksoverheid streeft ernaar, waar mogelijk, gelijke marktomstandigheden te creëren voor biobased toepassingen, zoals beschreven in de strategie en het actieplan van de Europese Commissie: ‘Innovatie voor duurzame groei: een bio-economie voor Europa’ (februari 2012).
- De Rijksoverheid streeft ernaar gezamenlijk met de betrokken partijen in te spelen op de ontwikkelingen in de EU op dit terrein.
- De Rijksoverheid verleent, indien nodig, (niet-financiële) ondersteuning bij het verkrijgen van vergunningen en, voor zover mogelijk, aanpassingen van knellende wet- en regelgeving.
- De Rijksoverheid verleent, indien gewenst en mogelijk, (niet-financiële) ondersteuning bij het verkrijgen van nationale en Europese subsidieprogramma’s, bijvoorbeeld door steunverklaringen af te geven.
- De Rijksoverheid biedt XXXXX Xxxx-Xxxxxxx de mogelijkheid zich te profileren op de website www. xxxxxxxxxxxxxxx.xx.
Voor meer informatie
xxx.xxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxx
B-114
Green Deal Natural Plastics B.V.
Betrokken partijen
- Natural Plastics B.V.
- Rijksoverheid
Beschrijving initiatief
Het doel van deze Green Deal is boompalen ter ondersteuning van jonge bomen te vervangen door grondankers, gemaakt van biobased materialen. Dat leidt tot kostenreductie bij het planten van bomen en tot CO2-reductie.
Het in de markt zetten van dit systeem of vergelijkbare systemen gaat niet vanzelf. Hoewel producent Natural Plastics B.V. inmiddels veel ervaring heeft opgedaan, bijvoorbeeld op de Floriade, zijn veel bedrijven nog niet bekend met dit alternatief.
Deze Green Deal is een voorbeeldproject voor de biobased economy, dat ondersteuning nodig heeft op het gebied van netwerken en kennisverspreiding (groen onderwijs).
Dit initiatief draagt bij aan de biobased economy en aan duurzaamheid, omdat afval wordt hergebruikt en de materialen in de bodem worden afgebroken. Hiermee draagt het initiatief bij aan het sluiten van de materialenkringloop. Omdat er erg veel boompalen worden gebruikt, kan de overgang naar het systeem van Natural Plastics B.V. ook CO2-reductie opleveren.
Door boompjes te planten met dit systeem kan een kostenbesparing van 20% ten opzichte van de traditionele methode met houten boompalen worden bereikt, omdat er geen kosten voor de verwijdering van de boompalen worden gemaakt.
Knelpunten bij dit project zijn marktondersteuning (gebrek aan afzetmarkt) en netwerken (te weinig bekendheid van veel partijen met het systeem).
Thema: grondstoffen
Topsector: tuinbouw & uitgangsmaterialen en agrofood
Uitdaging: marktondersteuning (gebrek aan afzetmarkt) en netwerken (te weinig bekendheid van veel partijen met het systeem)
Resultaten
Het beoogde resultaat is dat meer bomen geplant gaan worden met behulp van het Keeper Systeem, dat een kostenbesparing in het planten en onderhouden van jonge bomen oplevert. Hiermee draagt deze deal bij aan op duurzaamheid gerichte marktinvesteringen. Het Keeper Systeem wordt nu al geproduceerd.
Inzet en acties partijen
- Keeper Systeem produceren
- netwerk uitbreiden
- mogelijkheden exploreren om afzetmarkt te vergroten
Inzet en acties Rijksoverheid
- De Rijksoverheid constateert dat dit (alternatieve) systeem bijdraagt aan duurzaamheid en de ontwikkeling van de biobased economy en zal bezien of dit systeem kan worden gebruikt door betrokken rijksdiensten, zoals Rijkswaterstaat.
- De Rijksoverheid plaatst dit project als voorbeeldproject op de website xxx.xxxxxxxxxxxxxxx.xx.
- De Rijksoverheid zal zich inspannen om mogelijkheden te zoeken om dit alternatieve systeem op te nemen in het groene onderwijs, zoals hoveniersopleiding(en).
Voor meer informatie
xxx.xxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxx
B-115
Green Deal Third Paradise
Betrokken partijen
- Third Paradise/Onze NSDM Energie
- Rijksoverheid
Beschrijving initiatief
Het doel van deze Green Deal is om met verbeelding en inspiratie een maatschappelijke dialoog over de biobased economy te creëren in een grote groep van de samenleving met kunst en cultuur. Het initiatief wordt voorbereid op de NDSM-werf in Amsterdam, die wordt voorzien van duurzame, lokale energie.
Deze Green Deal is een voorbeeldproject voor de biobased economy, met name vanwege de maatschappelijke dialoog die kunst- en cultuuruitingen in brede zin zullen genereren. Ondersteuning is nodig op het gebied van netwerken, het leggen van verbindingen met de topsectoren en eventueel wet- en regelgeving.
Thema: grondstoffen
Topsectoren: chemie, energie, creatieve industrie
Uitdaging: burgers en consumenten betrekken bij de transitie naar een biobased economy en duurzame ontwikkeling van het NSDM-terrein.
Resultaten
Het programma Third Paradise start in 2012. In de zomer van 2012 wordt een essay opgeleverd. Verder wordt een start gemaakt met fondsenwerving voor de financiering van de programmalijnen, zoals hiervoor beschreven.
Maart-mei 2012:
- een inventarisatie van energieverbruik op de werf, de ‘Energiekaart’
- opzetten van het energiebedrijf Vanaf juni 2012
- concrete aanbiedingen doen voor energielevering en netbeheeroptimalisatie
- contracten afsluiten, energie leveren Vanaf september 2012:
- start andere activiteiten
- blijvend informeren en werven van klanten
Inzet en acties partijen
a. Maatschappelijke inbedding biobased economy in kunst en cultuur
Third Paradise is een samenwerkingsproject tussen overheid, bedrijfsleven en de culturele sector, waarbij innovatie, wetenschap, utopisch denken, kunst, creativiteit, beleidsmakers en bedrijfsleven en economie hand in hand gaan.
Met kunst, nieuwe media, design, architectuur en educatie wordt stap voor stap getracht de toekomst van een post-fossiele samenleving te begrijpen, te verbeelden en vorm te geven. Third Paradise biedt een platform aan wetenschappelijke, culturele, overheids- en burgerinitiatieven die zich op dit onderwerp richten. Third Paradise zal zich manifesteren op verschillende plekken in Nederland.
b. Energie-onafhankelijke NSDM-werf
Third Paradise heeft zijn basis op de oude NSDM-werf. Daar is een nieuwe onderneming gestart: Onze NDSM Energie. Deze coöperatieve vereniging heeft als doel een duurzaam en lokaal energiebedrijf te zijn. Onze NDSM Energie gaat ervoor zorgen dat zijn klanten op de best mogelijk manier duurzame energie geleverd krijgen en kunnen gebruiken. De klanten van onze NDSM energie zijn mogelijk alle 400 bedrijven op de werf. De toekomst van energie is lokaal. Onze NDSM Energie is lokaal.
De mensen achter Onze NDSM Energie hebben de pioniers-spirit van de NDSM-werf. Zij worden ondersteund door de gemeente Amsterdam, Stichting NDSM-werf, zusterorganisatie en coöperatieve vereniging Onze Energie, energiebedrijf Trianel, en Greenchoice.
Inzet en acties Rijksoverheid
De Rijksoverheid zal zich inspannen om voor Third Paradise relevante partijen bij elkaar te brengen en verbindingen te leggen. Specifiek gaat het daarbij om:
- verbindingen leggen tussen dit initiatief en de topsector creatieve industrie en andere topsectoren die zich bezighouden met de transitie naar een biobased economy
- relevante industriële partijen en bedrijven die bezig zijn met de transitie naar een biobased economy verbinden met kunst en cultuur, zoals dit initiatief van Third Paradise
- (niet-financiële) ondersteuning bieden bij het zoeken naar financiering en fondsenwerving (bijvoorbeeld via de netwerkbijeenkomsten Biobased Economy en door de private sector op dit initiatief te attenderen
- indien nodig (niet-financiële) ondersteuning bieden bij het verkrijgen van vergunningen en voor zover mogelijk aanpassing van knellende wet- en regelgeving, voor het ontwikkelen van Onze NDSM Energie
- dit project als voorbeeldproject presenteren op de website xxx.xxxxxxxxxxxxxxx.xx
Voor meer informatie
xxx.xxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxx
B-116
Green Deal Nova Lignum
Betrokken partijen
- Nova Lignum B.V.
- Rijksoverheid
Beschrijving initiatief
Het doel van deze Green Deal is het (grootschalig) produceren van bouwmaterialen met een zeer lange levensduur (> 40 jaar) en hoge kwaliteitseigenschappen, die voor 90% van het volume bestaan uit ligno- cellulose-vezels van diverse oorsprong, gecombineerd met een geopolymeer. Deze vezels kunnen uit bronnen als naaldbomen, berm- en natuurgrassen, stengels van bloemen, glasgroenten en spoeletiketten komen.
Deze Green Deal is een voorbeeldproject voor de biobased economy, dat ondersteuning nodig heeft op het gebied van netwerken en wet- en regelgeving.
Ligno-cellulose is een belangrijke soort tweedegeneratiebiomassa. Als de productietechnieken geoptimaliseerd worden, komt er veel meer biomassa beschikbaar voor biobased toepassingen, die niet concurreren met de voedselvoorziening.
Thema: grondstoffen Topsector: chemie
Uitdaging: netwerken en wet- en regelgeving
Resultaten
Beoogde resultaten:
- rendabele businesscase
- lancering van hoogwaardig biobased materiaal, dat voldoet aan hoge eisen op het gebied van waterstabiliteit, levensduur, veiligheid, lage onderhoudsbehoefte, en dat recyclebaar is en geen negatieve invloed heeft op mens en milieu
- financiering door bank
- contracten met partijen in de bouwwereld
- betere benutting van plantenresten voor biogas
Inzet en acties partijen
- proeven met resterende sapfracties voor vergisting
- opvangen van NH3 aan het einde van het productieproces en omzetting naar een meststof van constante kwaliteit en samenstelling
- financiering realiseren
- marktinstrumenten inzetten, marktpartijen zoeken, bouwmaterialen certificeren
- proefprojecten realiseren
Inzet en acties Rijksoverheid
- De Rijksoverheid ondersteunt dit initiatief door verbindingen te leggen met relevante partners uit het netwerk van de biobased economy op het gebied van biobased bouwen, zoals universiteiten en de private sector op het terrein van biobased bouwen.
- De Rijksoverheid verleent, indien nodig en mogelijk, (niet-financiële) ondersteuning bij het aanpassen of wegnemen van knellende wet- en regelgeving.
- De Rijksoverheid streeft ernaar, waar mogelijk, gelijke marktomstandigheden te creëren voor biobased toepassingen, zoals beschreven in de strategie en het actieplan van de Europese Commissie: ‘Innovatie voor duurzame groei: een bio-economie voor Europa’ (februari 2012).
- De Rijksoverheid presenteert dit voorbeeldproject op de website xxx.xxxxxxxxxxxxxxx.xx.
Voor meer informatie
xxx.xxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxx
B-117
Green Deal van de Kamer van Koophandel, Noord-Nederland
Betrokken partijen
- Kamer van Koophandel, Noord-Nederland
- Rijksoverheid
Beschrijving initiatief
Het doel van deze Green Deal is het versterken van de mogelijkheden van technologische en economische ontwikkeling van de sector biobased economy in de regio Veenkoloniën-Eemsdelta. Hiervoor inventariseert en analyseert de Kamer van Koophandel (KvK), Noord-Nederland de belemmerende werking van bepaalde generieke en specifieke regelgeving op de bedrijfsvoering en bedrijfsontwikkeling in de sectoren agro- economie, chemie, energie en bouw. De initiatiefnemer werkt voorstellen uit om deze belemmeringen te verminderen of op te heffen door verbetering van informatie en communicatie over de uitvoering en handhaving van regels en door het ontwikkelen van voorstellen tot wijziging of opheffing van regels. Verder bevordert de initiatiefnemer dat uitgewerkte voorstellen voor een experimenteerzone geïmplementeerd worden door overheden en dat hiervoor draagvlak bestaat bij maatschappelijke groeperingen en het bedrijfsleven.
Geconstateerde belemmeringen voor deze Green Deal zijn:
- Biogas wordt niet altijd als duurzaam beschouwd en als zodanig gereguleerd.
- Organische reststromen (biomassa) vallen onder afvalregelgeving.
- Covergisting stuit op belemmeringen in regelgeving over ruimtelijke ordening.
- Er is vaak onduidelijkheid in bestemmingsplannen over biobased-economy-activiteiten.
- Er is vaak onduidelijkheid over of bio-wkk een industriële of agrarische activiteit is.
- Afvalstoffen- en meststoffenregelgeving conflicteren bij vergisten.
- De regeling voor benutting van digestaat is ongunstig door typering als dierlijke mest.
- De toepassing van ‘groene’ bouwmaterialen in relatie tot bouwvoorschriften.
Om de groei van de biobased economy in Noord-Nederland te versterken, moet de Rijksoverheid waar mogelijk geconstateerde belemmeringen vanuit de regelgeving opheffen. Hierdoor kunnen technologische en economische factoren leidend worden voor het realiseren van nieuwe producten en processen in de biobased economy. De overheid kan de belemmeringen verminderen of opheffen door afschaffing, aanpassing en vernieuwing van regelgeving in een regio, toegesneden op specifieke proces- en productontwikkelingen in de biobased economy. Vervolgens kan dit uitgebreid worden naar andere gebieden.
Thema: grondstoffen Topsector: chemie
Resultaten
Het project bestaat uit 3 fases:
- In de 1e fase wordt via een verkennend onderzoek de relevante regelgeving (lokaal, regionaal, landelijk) in de regio onderzocht. Hierbij wordt gekeken naar initiatieven en activiteiten van bedrijven in de biobased economy in de sectoren energie, agro-economie, chemie en/of bouw. Er wordt vastgesteld welke belemmeringen optreden en wat hiervan de economische effecten zijn. In dit onderzoek wordt in kaart gebracht welke bedrijven in de genoemde sectoren concrete belemmeringen ondervinden en welke economische voordelen kunnen ontstaan door opheffing van deze knelpunten. Dit onderzoek wordt uitgevoerd door de Rijksuniversiteit Groningen (faculteit Economie) en Hogeschool Xxx Xxxx Xxxxxxxxxx (Lectoraat Biobased Economy).
- Op basis van het onderzoek worden in de 2e fase analyses gemaakt van oplossingsmogelijkheden door afschaffing of aanpassing van regels. Hierbij zal het instrument right to challenge gebruikt worden om afschaffing van bepaalde regels voor te stellen en zullen wijzigingen van regels geformuleerd worden om deze in de experimenteerzone toe te passen, gericht op het opheffen van specifieke knelpunten.
- Deze onderzoeken bieden concreet implementeerbare regels, die aan de betreffende overheden worden voorgelegd. De 3e fase is gericht op bevordering van realisatie van deze voorstellen. Hiervoor zullen implementatietrajecten worden ontwikkeld. Hierdoor kunnen overheden waarvan de betreffende regelgeving afkomstig is knelpunten in de ontwikkeling van de biobased economy wegnemen.
Einddatum:
Fase 1: december 2012
Fase 2: voorjaar 2013
Fase 3: wordt op termijn bepaald
Inzet en acties partijen
- De Kamer van Koophandel, Noord-Nederland voert een onderzoek uit naar het wegnemen van belemmeringen in de regelgeving voor de ontwikkeling van de biobased economy in Noord-Nederland in de regio Eemsdelta-Veenkoloniën.
- Hierbij gebruikt de KvK het instrument experimenteerzone en ontwikkelt ze uitgewerkte voorstellen om tot aanpassing van relevante regelgeving te komen.
- De KvK zet in op bevordering van implementatie van de voorstellen door overheden.
Inzet en acties Rijksoverheid
- De Rijksoverheid is geïnteresseerd in de uitkomsten van de fases 1 en 2 en is bereid in fase 3 constructief en creatief mee te denken hoe, binnen de grenzen die het project ‘ruimte voor regels’ stelt, te zoeken naar oplossingen om eventuele belemmeringen in wet- en regelgeving in de experimenteerzone te verminderen.
- Op basis van het rapport voert de Rijksoverheid de wettelijk toegestane voorstellen op een constructieve en creatieve manier uit. Deze worden als voorbeeldproject op de website www. xxxxxxxxxxxxxxx.xx geplaatst.
Voor meer informatie
xxx.xxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxx
B-118
Green Deal NRK Groen Certificaten
Betrokken partijen
- Federatie NRK
- SABIC
- PlasticsEurope, afdeling Nederland
Beschrijving initiatief
Het doel van deze Green Deal is de ontwikkeling en invoering van Groen Certificaten voor (polymeer) chemische producten die bestaan uit hernieuwbare grondstoffen. Hierdoor wordt het gebruik van hernieuwbare grondstoffen gestimuleerd. De Groen Certificaten worden in samenwerking tussen bedrijven, kennisinstellingen en de overheid ontwikkeld en toegepast. Met de steun van de Rijksoverheid kan de publiek-private samenwerking worden opgezet. Daarnaast is het essentieel dat de certificaten door de overheid erkend en neutraal zijn.
De acceptatie van hernieuwbare grondstoffen door de chemische industrie vereist de ontwikkeling en invoering van betrouwbare en neutrale certificering, door middel van:
- hernieuwbare grondstoffen
- ontwikkeling Groen Certificaten
- acceptatie bij afnemers
- kennisuitwisseling onderling
- expertise certificeringssystemen
- betrouwbaar en neutraal certificaat Thema: grondstoffen
Topsectoren: chemie en biobased economy
Resultaten
Hernieuwbare grondstoffen bieden meer waarde en kunnen goedkoper worden dan fossiele grondstoffen. Als de drempel van het omschakelen naar hernieuwbare grondstoffen wordt weggenomen, kunnen alle bedrijven in de branche en in de ketens hiervan profiteren. Het vervangen van fossiele grondstoffen door duurzame alternatieven draagt bij aan de milieudoelen van de overheid. Als de industrie hierin vooroploopt, versterkt de concurrentiepositie nationaal en op exportgebied.
Einddatum: december 2014
Inzet en acties partijen
- NRK coördineert de publiek-private samenwerking.
- NRK stimuleert zijn leden om actief deel te nemen.
- SABIC deelt kennis over hernieuwbare grondstoffen.
- SABIC betrekt stakeholders in de ketens.
- SABIC stelt een systeem voor certificering beschikbaar om verder te ontwikkelen.
Inzet en acties Rijksoverheid
De Rijksoverheid:
- bevordert de ontwikkeling van een neutraal systeem voor certificering
- faciliteert publiek-private samenwerking tussen bedrijven en kennisinstellingen
- bevordert neutrale kennisverspreiding
- onderzoekt de mogelijkheden van duurzaam inkopen voor biobased producten
Voor meer informatie
xxx.xxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxx
B-119
Green Deal NRK Substitutie Gevaarlijke Stoffen
Betrokken partijen
Federatie NRK
Beschrijving initiatief
Het doel van deze Green Deal is de realisatie van een proefproject voor substitutie van gevaarlijke chemische stoffen door veilige biobased stoffen. Versnelde substitutie van gevaarlijke stoffen is wenselijk voor werknemers en burgers en dus ook voor afnemers in de marktketen die hun productie willen vergroenen. In dit project zullen gebruikersgroepen van bedrijven samenwerken met kennisinstellingen om kansen voor substitutie te ontwikkelen. De Rijksoverheid is wetgever voor gevaarlijke stoffen en bevordert substitutie. Het is belangrijk dat de overheid de kennis die voortkomt uit dit project meeneemt bij het beleid gericht op duurzaam inkopen.
Thema: grondstoffen
Topsectoren: chemie en biobased economy
Resultaten
Gevaarlijke stoffen moeten worden uitgefaseerd en worden vervangen door biobased alternatieven. Biobased stoffen hebben een lagere Gross Energy Requirement en kunnen op termijn energiebesparend en kostenbesparend zijn. Daarnaast hebben koplopers in substitutie een voorsprong op de markt, bij afnemers die ook hun beleid vergroenen.
Einddatum: december 2014
Inzet en acties partijen
- NRK coördineert de samenwerking tussen gebruiksgroepen en kennisinstellingen.
- NRK stimuleert bedrijfsgroepen om innovatieve biobased alternatieven te ontwikkelen voor gevaarlijke stoffen.
Inzet en acties Rijksoverheid
De Rijksoverheid:
- bevordert de samenwerking tussen de partijen en kennisinstellingen
- faciliteert kennisverspreiding over het onderwerp ook via bijvoorbeeld Agentschap NL
- onderzoekt de mogelijkheden van duurzaam inkopen voor biobased producten op basis van bevindingen in dit project
Voor meer informatie
xxx.xxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxx
B-120
Green Deal Stadsverwarming 2.0
Betrokken partijen
- Stadsverwarming Purmerend B.V.
- Staatsbosbeheer
- Gemeente Purmerend
- Provincie Noord-Holland
- Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie
Beschrijving initiatief
Stadsverwarming Purmerend B.V. (SVP) geeft een tweede leven aan een traditioneel warmtenet. SVP neemt een biowarmtecentrale in gebruik als duurzame warmtebron voor het stadsverwarmingsnet. Met dit stadsverwarmingsnet worden op termijn 60.000 bewoners en 1.000 bedrijven van Purmerend van duurzame warmte en warm water voorzien. Dit komt neer op 75% van Purmerend. Staatsbosbeheer zal de biowarmtecentrale van biomassa voorzien. Deze biomassa komt uit regulier onderhoud van bossen, landschap en andere natuurterreinen. Daarnaast wordt gewerkt aan innovatie van het distributienet en energiebesparing bij de eindgebruiker. Ook zal een onderzoek worden gedaan naar verduurzaming van de zogenaamde piekbehoefte. Zo zorgt deze Green Deal voor verbetering van het distributienet, onderzoek naar mogelijkheden om de piekvraag te verduurzamen en het energieverbruik bij afnemers te verlagen.
In deze Green Deal werken verschillende partijen nauw samen, waaronder Staatsbosbeheer. Het initiatief wordt ondersteund door de provincie Noord-Holland, de gemeente Purmerend en de Rijksoverheid. De leerervaringen worden gedeeld en actief uitgedragen door de diverse partijen.
Thema: Bio-energie
Resultaten
Het resultaat van deze Green Deal is verduurzaming van de warmteproductie voor het stadsverwarmingsnet van Purmerend door het gebruik van een biowarmtecentrale die wordt gevoed met biomassa afkomstig uit onderhoud van Staatsbosbeheer. Samen met Staatsbosbeheer let SVP op de duurzaamheid van de gehele biomassaketen. De biowarmtecentrale zorgt voor een productie van 936.000 GJ duurzame warmte per jaar, en draagt met een reductie van 28,9 miljoen m3 aardgas en 51.400 ton CO2-reductie vanaf het stookseizoen 2014-2015 bij aan duurzaamheidsdoelstellingen. Het project van SVP is innovatief, heeft herhalingspotentieel en kan als voorbeeld dienen voor andere traditionele warmtebedrijven in Nederland. Tot slot dient het ook als scholingstraject voor leerlingen.
Inzet en acties partijen
Stadsverwarming Purmerend B.V. streeft ernaar om de biowarmtecentrale medio 2014 in gebruik te nemen om het stadsverwarmingsnet van Purmerend te verduurzamen. Samen met Staatsbosbeheer wordt onderzocht wat de technische en financiële haalbaarheid is van mogelijkheden tot verdere verduurzaming van de piekvraag (20% van de totale warmtevraag van SVP). De gemeente Purmerend stimuleert scholen bij lessen en ervaringen voor educatieve doeleinden en bezoeken aan de biowarmtecentrale. Provincie
Noord-Holland betrekt SVP bij de provinciale duurzaamheidambitie.
Inzet en acties Rijksoverheid
De Rijksoverheid ondersteunt Stadsverwarming Purmerend B.V. met de kennis en inzet van relevante netwerken. Daarnaast stelt de Rijksoverheid binnen de relevante wettelijke kaders een financiële bijdrage van maximaal 50.000 euro beschikbaar, ter ondersteuning van de verduurzamingsstudie om de laatste 20% fossiele brandstoffen te verduurzamen. De Rijksoverheid zal SVP wegwijs maken in generieke regelingen, dereguleren waar nodig en mogelijk en partijen bij elkaar brengen. Tot slot draagt de overheid de voorbeeldfunctie van Stadsverwarming 2.0 uit en betrekt Stadsverwarming Purmerend bij de ontwikkeling van een nationale visie op duurzame warmte. De studie wordt nog in 2012 gestart en in 2013 afgerond.
Voor meer informatie
xxx.xxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxx
B-121
Green Deal Windplan Wieringermeer
Betrokken partijen
- Nuon Wind Development B.V
- Windcollectief Wieringermeer
- Energie Onderzoek Centrum Nederland (ECN)
- Gemeente Hollands Kroon
- Provincie Noord-Holland
- Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie
- Ministerie van Infrastructuur en Milieu
De partijen Nuon Wind Development B.V., Windcollectief Wieringermeer en het Energie Onderzoek Centrum Nederland werken samen onder de naam Windkracht Wieringermeer.
Beschrijving initiatief
In de Wieringermeer wordt met windturbines met in totaal 110 MW opgesteld vermogen ongeveer 300 miljoen kWh opgewekt. Deze Green Deal beoogt een uitbreiding naar 300-400 MW opgesteld vermogen. Dit levert 750 miljoen tot 1 miljard KwH op, wat voldoende is om 200.000-275.000 huishoudens jaarlijks van groene stroom te voorzien. Het Windplan Wieringermeer levert hiermee een substantiële bijdrage aan de overheidsdoelstelling om in 2020 14 procent van alle elektriciteit duurzaam op te wekken. Bovendien kunnen bewoners meeprofiteren van de opgewekte windenergie in hun gemeente.
Deze Green Deal laat zien dat de initiatiefnemers en de Rijksoverheid in goede samenwerking en in goede harmonie een Rijkscoördinatieregelingproject (RCR-project) tot stand kunnen laten komen, waarbij ze samen naar oplossingen en mogelijkheden zoeken.
Resultaten
Deze Green Deal zorgt dat losstaande windmolens in het landschap verdwijnen en dat lijnopstellingen ervoor in de plaats komen. Zo wekken we meer energie op uit de lijnopstellingen van Nuon. Daarnaast wordt het windturbinetestpark van ECN uitgebreid.
Einddatum: Deze Green Deal treedt in werking met ingang van de dag na ondertekening en loopt tot en met 2015. Partijen treden uiterlijk 1 september 2015 in overleg over voortzetting van deze Green Deal. Alle in deze Green Deal genoemde afspraken worden zo snel mogelijk ter hand genomen.
Inzet en acties partijen
De initiatiefnemers streven ernaar om in lijn met de structuurvisie Windplan Wieringermeer en de beleidsnotitie participatie Windplan Wieringermeer in de periode 2014-2020 een opgesteld vermogen van 300-400 MW windenergie op land te realiseren.
Inzet en acties Rijksoverheid
- De Rijksoverheid zal zich ervoor inspannen om knelpunten in de uitvoering van wet- en regelgeving en beleidsregels voor de realisatie van windprojecten, zoals het Windplan Wieringermeer zo veel mogelijk weg te nemen.
- De Rijksoverheid zorgt voor de interdepartementale afstemming hierover. Denk bijvoorbeeld aan het
- verplaatsen van het zweefvliegveld en de zonering rond gasleidingen.
- De Rijksoverheid, in het bijzonder de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I), neemt de melding voor de RCR-procedure (RCR-melding) van Windkracht Wieringermeer krachtens de Elektriciteitswet 1998 in behandeling indien de RCR-melding voldoet aan de eisen zoals gesteld in artikel 9b van de Elektriciteitswet 1998.
- De Rijksoverheid richt een projectorganisatie in met in ieder geval een stuurgroep en een werkgroep
- waarin partijen zitting hebben en waarbij alle partijen de beschikking hebben over een gezamenlijk
- opgestelde planning, een communicatieplan en een beschrijving van de rollen, taken,
- verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de partijen.
Voor meer informatie
xxx.xxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxx
B-122
Green Deal Energieconvenanten 1,2 en 3 op Weg naar een Energieneutrale Regio
Betrokken partijen
Stichting BlauwZaam, namens diverse publieke en private partijen in de regio Alblasserwaard/ Vijfheerenlanden.
Beschrijving initiatief
In de regio Alblasserwaard/Vijfheerenlanden wil de stichting BlauwZaam het draagvlak voor een duurzame energiehuishouding vergroten door het afsluiten van drie regionale energieconvenanten. De deelnemende organisaties zijn groot, middelgroot en klein en vormen samen met de decentrale overheid en onderwijs een doorsnede van de Nederlandse economie. Ze komen allen uit dezelfde regio en de wil om gezamenlijk resultaten te boeken is hoog. De deelnemende organisaties verschillen sterk in hun professie, zodat ze van elkaar kunnen leren, zowel in de concrete aanpak als in het proces. Samenwerking in de regio is de sleutel naar een duurzame regio. Het is belangrijk dat de opdrachtgevers en ketenpartners het belang inzien en vragen om energiebesparingsmaatregelen. Het energieconvenant kan daaraan bijdragen.
De Rijksoverheid ondersteunt dit regionale initiatief om verduurzaming te versnellen. In de beginfase bestaat behoefte aan kennis over monitoring en energieconvenanten. Vanuit de bestaande programma’s Meerjarenafspraak Energie-efficiëntie ETS-ondernemingen, de Meerjarenafspraak Energie-efficiëntie (MJA3), de lokale klimaatagenda en klimaatmonitor kan de Rijksoverheid haar expertise op deze terreinen inzetten.
Thema: Energiebesparing Topsector: Energie
Resultaten
Het beoogde resultaat van deze Green Deal is om in drie jaar – de looptijd van elk convenant – minimaal 10% energie te besparen ten opzichte van het referentiejaar (2010, 2011 of 2012, afhankelijk van de start van het convenant). Deze besparing heeft betrekking op gebouwen en installaties, maar ook op vervoer en materieel.
Einddatum: 1 januari 2015
Inzet en acties partijen
Er worden drie convenanten afgesloten. Aan elk convenant nemen 25 partijen deel, uit diverse branches, en van diverse grootte en lokaliteit. In de convenanten spreken de partijen een energiebesparing van 10% in drie jaar af.
De partijen delen hun kennis en kunde. Hiervoor geven ze bijvoorbeeld een presentatie van de behaalde resultaten en organiseren ze bijeenkomsten en een jaarlijks symposium. Daarnaast worden de behaalde resultaten en succesfactoren van een energieconvenant gepubliceerd op de website van Stichting BlauwZaam en in de lokale kranten.
Tot slot realiseren de partijen een functionerend monitoringsysteem voor het registeren van de energiebesparing.
Inzet en acties Rijksoverheid
De Rijksoverheid stelt haar expertise beschikbaar die ze heeft opgedaan vanuit de convenanten Meerjarenafspraak Energie-efficiëntie ETS-ondernemingen, de Meerjarenafspraak Energie-efficiëntie (MJA3), de lokale klimaatagenda en klimaatmonitor.
De Rijksoverheid stelt binnen de relevante wettelijke kaders eenmalig een financiële bijdrage van maximaal
80.000 euro beschikbaar voor ondersteuning van de eerste pilotfase (2012-2015). Dit bedrag is bestemd voor het monitoringproces van de convenanten, kennisdeling en professionalisering.
Voor meer informatie
xxx.xxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxx
B-123
Green Deal Businesscase Zonnig Laden
Betrokken partijen
- Essent New Energy B.V.
- Gemeente Groningen
- Provincie Groningen
- Enexis B.V.
Beschrijving initiatief
Een belangrijke randvoorwaarde voor de ontwikkeling van elektrisch rijden is de uitrol van een robuuste oplaadinfrastructuur. Maar de aanleg en exploitatie van deze infrastructuur is nog niet kostendekkend. Deze Green Deal omvat een praktisch onderzoek en – indien mogelijk – de realisatie van een eMobility oplaadinfrastructuur met een sluitende businesscase op bedrijventerreinen in de stadsregio Groningen-Assen. De initiatiefnemers richten zich op de geïntegreerde productie van zonne-energie en het gestuurd laden van elektrische auto’s, afgestemd op het elektriciteitsverbruik van het bedrijventerrein waarop dit plaatsvindt. In het sluitend maken van de businesscase gaat het om zowel waardevermeerdering als kostenreductie. In de haalbaarheidsstudie onderzoeken de initiatiefnemers de mogelijkheden voor één tot vier toegankelijke oplaadpunten op een nader te bepalen (privaat) bedrijventerrein in combinatie met zonnepanelen.
De achterliggende ambitie van deze Green Deal is het vergroten van de leefbaarheid in de steden en het terugdringen van de CO2-uitstoot op een manier die ook economisch voldoende meerwaarde oplevert om de kosten te verantwoorden.
Resultaten
Een model voor een sluitende businesscase voor decentrale energieproductie, gecombineerd met gestuurd opladen van elektrische auto’s dat wordt afgestemd met de energiebehoefte van de bedrijven op het bedrijventerrein.
Deze Green Deal bestaat uit vier fasen: haalbaarheid, contractering, validatie en opschaling. Aan het einde van elke fase wordt een ‘go/no go’-moment’ ingebouwd.
Einddatum: De eerste drie fasen hebben samen een doorlooptijd van twee jaar.
Inzet en acties partijen
Essent is de trekker van het project. Essent onderzoekt de kwantificering van de waarde-elementen, om ze op te kunnen nemen in een contract. Daarnaast zoekt Essent een geschikte locatie voor de pilot, en voert die vervolgens samen met Enexis, de gemeente, de provincie en bedrijven uit.
De initiatiefnemers verspreiden actief de kennis en informatie die ze opdoen, en wisselen die uit met andere projecten, zoals de IPIN-proeftuin EVANDER. Essent levert de kennis en coördinatie van partijen, evenals (een deel van) de technologie. De gemeente en provincie vervullen voornamelijk de rol van contactfunctie richting lokale bedrijven en kennisinstellingen. Enexis speelt als netbeheerder ter plaatse een rol in dit project en brengt kennis en technologie in ter optimalisatie van de netcapaciteit bij het laden van een elektrische auto.
Inzet en acties Rijksoverheid
De Rijksoverheid erkent de stadsregio Groningen-Assen in het kader van het project Elektrisch Rijden. Daarnaast levert het Rijk relevante kennis en informatie en zorgt voor de uitwisseling met relevante partijen en projecten. Waar nodig en indien mogelijk voert het Rijk aanpassingen in de Elektriciteitswet door en stelt experimenteerruimte beschikbaar. Tot slot vertaalt de Rijksoverheid de resultaten van het project door naar beleid.
Voor meer informatie
xxx.xxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxx
B-124
Green Deal LNG: Rijn en Wadden
Betrokken partijen
- Stichting LNG TR&D
- Deltalinqs
- Energy Valley
Beschrijving initiatief
De Green Deal LNG: Rijn en Wadden beoogt een impuls te geven aan de inzet van schone, zuinige en stille LNG (liquefied natural gas) voor zwaar transport (binnenvaart, zeevaart, visserij en trucks). Het doel is om voor 2020 als het gaat om de inzet van LNG een voldoende kritische massa te bereiken zodat het zich economisch rendabel verder kan ontwikkelen.
De Green Deal LNG bestaat uit 3 hoofdlijnen:
- verkennen en onderzoeken van generieke randvoorwaarden (investeringsklimaat en regelgeving) die zo zouden kunnen worden aangepast dat substitutie van oliegebaseerde brandstoffen door LNG en de verdere ontwikkeling van het LNG-potentieel erdoor worden bevorderd.
- investeringen, zowel aan aanbod- als vraagzijde, in twee gebieden: het Waddengebied en het gehele Rijnvaartgebied Rotterdam-Basel inclusief Amsterdam en Vlissingen. Hier worden demonstratieprojecten uitgevoerd bij meerdere scheepvaart- en wegtransportbedrijven. Op basis van die projecten wordt het project verder uitgerold. Op basis van het onderzoek naar en de eerste besprekingen van de randvoorwaarden kan een investeringsvolume en -tempo worden geraamd, waarover overheid en bedrijfsleven nadere afspraken kunnen maken.
- communicatie en strategisch omgevingsmanagement, om bij relevante spelers een gelijk beeld te krijgen van het economisch en duurzaamheidsbelang van LNG, en zo samenwerking op nationaal en regionaal niveau te bevorderen.
Resultaten
De resultaten van de Green Deal zijn dusdanige randvoorwaarden dat vanaf 2015, als de internationale emissie-eisen voor de scheepvaart (SECA-eisen) van kracht zijn, de toepassing van LNG als transportbrandstof is geaccepteerd en dat LNG breed beschikbaar is voor de scheepvaart en het zware wegtransport.
Bij de juiste randvoorwaarden en geslaagde samenwerking is potentieel een (Nederlandse) markt te ontsluiten voor 2-3 miljoen ton LNG in 2030. Die betekent een reductie in CO2-emissie-equivalenten van ruim 1 Mton per jaar en voor fijnstof een reductie van 400 tot 600 ton per jaar.
Inzet en acties partijen
De initiatiefnemers vanuit het bedrijfsleven zetten zich in voor de realisatie van de uitrolscenario’s. Het gaat hierbij om afstemming voor de realisatie van demonstratieprojecten en afstemming voor de verdere investeringen die moeten zorgen dat aanbod en infrastructuur enerzijds en vraag (scheepvaart, zware trucks) anderzijds in balans worden ontwikkeld. De omvang en het tempo van de investeringen hangen deels af van de randvoorwaarden. Voor demonstratie en uitrol ligt de focus op 2 uitrolgebieden:
- Rijnvaartgebied van de Rijnmond tot Basel inclusief Amsterdam en Vlissingen
- het Waddenzeegebied in ruime zin (Waddenzee, landzijde Noord-Nederland en aansluitende vaarroutes naar West-Nederland, Duitsland en Scandinavië)
Inzet en acties Rijksoverheid
De Rijksoverheid werkt mee aan de ontwikkeling van een robuust en toekomstgericht investeringsklimaat voor LNG, binnen de voor het Rijk geldende mogelijkheden en randvoorwaarden. Daarnaast zet de Rijksoverheid zich in voor coördinatie en harmonisatie met het relevante buitenland. In het bijzonder richt de Rijksoverheid zich op:
- Afstemming van regionale, nationale en internationale wet- en regelgeving om toepassing van LNG mogelijk te maken.
- Omgevingsmanagement, gericht op de communicatie rond LNG naar de plaatselijke overheden, ngo’s en burgers.
- Onderzoek naar een stabiel en stimulerend investeringsklimaat voor LNG. Een dergelijk regime kan een snelle introductie van LNG bevorderen, waarna verdere uitrol kosteneffectief op eigen kracht kan plaatsvinden.
Voor meer informatie
xxx.xxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxx
B-125
Green Deal ‘Tussen Fiets en Auto’
(naar Betaalbare en Duurzame Elektrisch Aangedreven Binnenstedelijke Transportmiddelen)
Betrokken partijen
- PON Bicylce Group
- Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie
- Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Beschrijving initiatief
De initiatiefnemers voeren samen een haalbaarheidsstudie uit naar het ontwikkelen van betaalbare en duurzame, elektrisch aangedreven binnenstedelijke transportmiddelen, gepositioneerd tussen fiets en auto, met als oogmerk assembleren binnen Nederland.
Resultaten
Een haalbaarheidsstudie rond twee te ontwikkelen binnenstedelijke vervoersconcepten: het ene vervangt autokilometers en het andere vult de auto aan op de laatste kilometers. Bij gebruik in de binnenstad als vervanging van auto of scooter, leveren dergelijke concepten een significante bijdrage aan de luchtkwaliteit. De betrokken partijen stellen binnen de Green Deal de precieze uitvoeringsvorm(en) van de voertuigen en de optimale wettelijke, toelatings- en belastingtechnische positionering vast. Als de ontwerpen voldoen aan de eisen qua vermarktbaarheid, productiekosten en wetgeving, wordt een besluit genomen rond de feitelijke productontwikkeling. Het doel is om minimaal een van beide concepten binnen Nederland te assembleren en dit in Nederland en in het buitenland te vermarkten. Deze productontwikkeling en verdere vermarkting vallen buiten deze Green Deal.
Einddatum: juni 2013
Inzet en acties partijen
De initiatiefnemers stellen ontwerpeisen vast, op basis van beschikbare en verder uit te diepen markt- en productinformatie. Verder beschrijven de initiatiefnemers de optimale wettelijke toelatings- en belastingtechnische positionering van het voertuig en zijn ze verantwoordelijk voor de besluitvorming rondom mogelijke feitelijke ontwikkeling en assemblage van de concepten. Tot slot stellen de initiatiefnemers de basisontwerpeisen, randvoorwaarden en wettelijke eisen beschikbaar voor derden.
Inzet en acties Rijksoverheid
De Rijksoverheid draagt bij aan de ontwikkeling van de ontwerpeisen aan het voertuig. Welk type voertuig past het beste bij de langetermijnbeleidslijnen? Het Rijk doet dit door de inbreng van kennis en expertise op relevante beleidsterreinen, waarvoor in het najaar van 2012 een werksessie wordt georganiseerd. Ook brengt het Rijk kennis en expertise in op het gebied van wettelijke eisen en toelatingseisen. Verder verzorgt de Rijksoverheid de communicatie met (lagere) medeoverheden over de facilitering van dergelijke voertuigen op terreinen waarover de medeoverheden beslissen, zoals parkeren. Zodra duidelijk is wat de eigenschappen van een concept zijn, brengt het ministerie van Financiën in kaart wat de fiscale behandeling is van dergelijke voertuigen. De initiatiefnemers kunnen meerdere concepten voor toetsing voorleggen. Tot slot maakt de Rijksoverheid de uitkomsten van de Green Deal beschikbaar in het publieke domein, zodat andere partijen binnen Nederland gebruik kunnen maken van de opgedane kennis en ervaringen.
Voor meer informatie
xxx.xxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxx
B-126
Green Deal Utrechtse Energie!
Betrokken partijen
- Gemeente Utrecht
- Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie
- Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Beschrijving initiatief
De Green Deal Utrechtse Energie! houdt het volgende in:
- Het wegnemen van belemmeringen en ondersteuning van initiatieven voor duurzaam ondernemerschap binnen de gemeente Utrecht.
- Het helpen uitwerken van nieuwe businesscases voor verduurzaming bij werkgevers.
- Opzet en operationalisering van een warmte-koude-opslag-loket (WKO-loket) voor een versnelde haalbaarheidsanalyse, vergunningsproces, goede afstemming met provincie en waterschap en risicoreductie met betrekking tot waterverontreiniging.
- Bevordering van zonnestroom in de gemeente door vergroting van afzetmogelijkheden bij zonnestroom op scholen. Zonnestroom is nog niet rendabel voor alle doelgroepen zoals bijvoorbeeld scholen. Door administratieve belemmeringen te overwinnen kunnen businesscases vergroot worden.
- Stimuleren van energiebesparing op scholen, zowel in de schil als bij het gebruik.
- Ontwikkeling van een aanpak die leidt tot minder en schonere mobiliteit van bij bedrijven.
Bedrijven krijgen inzicht in hun CO2-footprint en de mogelijkheden om deze door mobiliteitsmaatregelen te verkleinen en de luchtkwaliteit te verbeteren. De betrokken overheden zullen bedrijven voor hun inspanningen belonen door daarmee rekening te houden bij hun aanbestedings- en inkoopbeleid
Topsector: energie
Resultaten
- Er is sprake van een significante energiebesparing en CO2-reductie door een afsprakenkader met bedrijven en financiële uitwerking en ondersteuning van duurzame investeringen. Deze initiatieven leiden tot een daling van de CO2-uitstoot met gemiddeld 3% per jaar binnen de stad de komende
3 jaren.
- In 2014 zijn minimaal 5 grote businesscases uitgewerkt voor werkgevers.
- De vergunningsprocedures in Utrecht voor WKO zijn sneller en doelmatiger, met kennisoverdracht naar andere gemeenten en provincies. Dit vergroot het aandeel WKO in de stad Utrecht.
- In 2012 zijn minimaal 17 van de 86 schoolgebouwen in de stad energiezuinig, is het binnenklimaat verbeterd en is waar mogelijk sprake van opwekking van duurzame energie.
- In 2012 zijn er minimaal 10 uitgewerkte businesscases voor duurzame scholen.
Inzet en acties partijen
- De gemeente Utrecht zoekt samen met bedrijven uit welke maatregelen tot significante energiebesparing leiden. Hiervoor benadert de gemeente alle bedrijven met 5 werknemers of meer die in Utrecht actief, ofwel branchegericht of gebiedsgericht. Als resultaat komt er een afsprakenkader voor de komende 3 jaren, ondersteunende informatiebijeenkomsten en hulp bij uitvoering en monitoringstools. De gemeente faciliteert en ondersteunt bedrijven om energie en CO2 te besparen
door informatie te geven, te ondersteunen bij aanbestedingstrajecten en instrumenten aan te bieden
om energie en CO2-besparing te monitoren. De gemeente Utrecht zal waar nodig handhaven op wet- en regelgeving op basis van het activiteitenbesluit uit de Wet milieubeheer. In 2012 richt de gemeente Utrecht zich vooral op de grootste 300 bedrijven. In 2013 en 2014 worden de overige 4700 bedrijven met meer dan 5 werknemers betrokken bij de aanpak.
- De gemeente Utrecht zet voor haar werkgevers een investeringsfonds duurzame bedrijvigheid op met als doel investeringen voor energiebesparing te ondersteunen. Hiervoor is een testfase van essentieel belang. De gemeente Utrecht werkt samen met het Rijk een aantal cases uit om hier ervaringen mee op te doen. Deze ervaringen en pilots kunnen helpen om nieuwe vormen van financiering uit te werken en mogelijk ervaringen vanuit de bancaire sector te delen. De gemeente stelt kennis en middelen beschikbaar. Utrecht draagt met slimme financiering voor minimaal 2 miljoen euro bij aan het investeringsfonds over een periode van 3 jaar.
- De gemeente Utrecht faciliteert actief de markt voor energiebesparing door het samenbrengen en begeleiden van de vraag naar energiebesparing en het aanbod van ESCo’s (energiebesparingsbedrijven) en financiers. De gemeente vervult een voorbeeldrol ten aanzien van de eigen gebouwen en organisatie op het gebied van energiebesparing.
- De gemeente Utrecht zet verschillende projecten op op het gebied van zonnestroom. Deze hebben als doelgroep particulieren, VvE’s, bedrijven en scholen. In 2012 wordt voor iedere doelgroep een project geïnitieerd.
- De gemeente Utrecht zet een zon-privé-regeling op voor haar werknemers en brengt dit ook bij andere werkgevers onder de aandacht.
- De gemeente Utrecht zoekt mogelijkheden om de bodem effectiever in te zetten voor duurzame energie. Vooral in de historische binnenstad van Utrecht liggen kansen. Een ondersteunende rol voor de gemeente past hierbij. De gemeente Utrecht gaat samen met het Rijk een WKO-loket opzetten.
De gemeente draagt er zorg voor dat het WKO-loket in 2013 operationeel is en levert een bijdrage van
400.000 euro. Dit is de helft van de totale kosten van het WKO-loket over 3 jaar, van 2013 t/m 2015.
- De gemeente Utrecht zet voor bestaande scholen in 2013 een innovatieve en deels interne financieringsconstructie op basis van garantstelling op, die opgeschaald kan worden naar andere gemeenten.
- De gemeente Utrecht ondersteunt de schoolbesturen bij energiemanagement en gedragscampagnes op alle scholen voor primair onderwijs. In 2013 worden zo 40 scholen ondersteund.
- De gemeente Utrecht draagt bij aan de kosten voor ontwikkeling van de methode voor het opstellen van een CO2-footprint voor mobiliteit bij werkgevers.
- De gemeente Utrecht stelt kennis over schoon vervoer en duurzame mobiliteit beschikbaar aan
bedrijven (inzet 0,5 fte per jaar).
- De gemeente Utrecht stelt Beleidsregels op voor duurzaam aanbesteden en inkopen in aansluiting op de CO2-prestatieladder.
- De gemeente Utrecht organiseert voorlichtings- en netwerkbijeenkomsten over
mobiliteitsmanagement voor de kleinere bedrijven.
- De gemeente Utrecht stimuleert samen met de provincie Utrecht de regiogemeenten om deze aanpak voor kleinere bedrijven ook toe te passen en om beleidsregels vast te stellen voor duurzaam aanbesteden en inkopen in aansluiting op de CO2-prestatieladder.
- De gemeente Utrecht stimuleert de aanleg van oplaadinfrastructuur voor elektrisch vervoer in de eigen
gemeente en de regiogemeenten.
Inzet en acties Rijksoverheid
- De Rijksoverheid ondersteunt de gemeente Utrecht bij het opzetten van slimme financieringsconstructies, onder andere door businesscases van minimaal 5 icoonprojecten uit te werken. Het Rijk zal een financiële bijdrage van maximaal 250.000 euro voor minimaal
5 icoonprojecten samen beschikbaar stellen aan de gemeente Utrecht.
- De Rijksoverheid ondersteunt Utrecht met kennis om een zon-privé-regeling uit te werken waarmee werknemers de mogelijkheid krijgen om aantrekkelijk zonnepanelen aan te schaffen. Deze regeling moet een voorbeeld zijn voor andere werkgevers in de stad.
- De Rijksoverheid stelt voor het WKO-loket een financiële bijdrage van maximaal 400.000 euro beschikbaar.
- De Rijksoverheid zet zich in als verbinder en sparringpartner bij de ontwikkeling van prestatiecontracten in de gemeente Utrecht.
- De Rijksoverheid onderzoekt de mogelijkheid van een pilot waarbij scholen duurzame energie leveren aan een wijk via een gezamenlijk klein netwerk. Als de gemeente Utrecht knelpunten identificeert
- die gerelateerd zijn aan bepalingen bij of krachtens de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet, onderzoekt de Rijksoverheid op aangeven van Utrecht of het wenselijk en mogelijk is om hiervoor tot een oplossing te komen.
- De Rijksoverheid onderzoekt of de energieaansluiting voor scholen geclusterd mogelijk is, bijvoorbeeld op het niveau van een schoolbestuur.
- De Rijksoverheid draagt bij aan de kosten voor ontwikkeling van de methode voor het opstellen van een CO2-footprint. De Rijksoverheid zal een financiële bijdrage van maximaal 50.000 euro beschikbaar stellen.
- De Rijksoverheid stelt op verzoek expertise beschikbaar over duurzame mobiliteit en schoner vervoer, en stelt overheidsregelingen (fiscale regelingen, subsidies) beschikbaar aan bedrijven, binnen de focusgebiedenaanpak. De Rijksoverheid werkt ook mee aan voorlichtings- en netwerkbijeenkomsten voor de kleinere bedrijven.
- De Rijksoverheid stelt op verzoek kennis beschikbaar over mogelijkheden voor duurzaam aanbesteden en inkopen aan de gemeente Utrecht, de provincie Utrecht en regiogemeenten.
- De Rijksoverheid actualiseert jaarlijks de startgids voor bedrijven voor elektrisch vervoer.
Voor meer informatie
xxx.xxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxx
B-127
Green Deal Gelijkspanning Haarlemmermeer
Betrokken partijen
- Direct Current B.V.
- Siemens Nederland B.V.
- Joulz B.V.
Beschrijving initiatief
Het doel van het project DC=DeCent is de realisatie van een uniek en duurzaam elektriciteitsnetwerk op basis van gelijkspanning (DC) in de Haarlemmermeer. Een elektriciteitsnetwerk op basis van gelijkspanning vermindert zowel het aantal energieconversies als het energieverlies door conversies aanzienlijk. Daarnaast is het mogelijk om netten te balanceren. De energieopwekking vindt plaats met lokale warmtekrachtkoppeling, gestuurd door een managementsysteem voor het regelen van vraag en aanbod van elektrische energie. In het project lopen de initiatiefnemers tegen juridische en normtechnische barrières op, omdat de Nederlandse wet- en regelgeving niet is ingericht op het gebruik van gelijkspanning. Dit lokale DC-net zal een of meerdere WOZ-grenzen overschrijden. In het tweede stadium van het project wordt het eventueel aan een elektrisch vervoer (EV)-netwerk gekoppeld, waardoor het opladen van EV vanuit de glastuinbouw wordt gestuurd en gevoed.
Resultaten
Gelijkspanning is een economische en wetenschappelijke kans voor Nederland en maakt de ontwikkeling van een unieke innovatieve kennismarkt mogelijk. Het overgrote deel van alle apparaten in huizen en kantoren en elektrische voertuigen werkt intern al op gelijkspanning. Ook duurzame energiebronnen als zonnepanelen leveren gelijkspanning. Doordat we leven in een gelijkspanningswereld, maar het transport nog op wisselspanning plaatsvindt, is er nog steeds omzettingen nodig. Iedere omzetting gaat gepaard met energieverlies in de vorm van warmte. Bij gelijkspanning zijn deze omzettingen van gelijkspanning naar wisselspanning niet meer nodig, wat energie bespaart. In de gehele keten kunnen de besparingen oplopen tot 20%. Het project DC=DeCent draagt bij aan het verder opbouwen van kennis over deze technologie en biedt, dankzij concrete ervaringen, inzicht in de maatschappelijke haalbaarheid van de realisatie van gelijkspanningsnetten in Nederland en daarbuiten.
Einddatum: 31 december 2015
Inzet en acties partijen
- De initiatiefnemers zetten zich in om het gebruik van energiebesparende gelijkspanning gemeengoed te maken in de distributie en opwekking. Dit project is daar een van de eerste stappen van.
- De initiatiefnemers spannen zich in om standaarden en normeringen voor gelijkspanningstechnologie vast te stellen.
- De initiatiefnemers spannen zich in om gelijkspanning in het hoger technisch onderwijs een vast punt te maken en zullen dit vervolgens ondersteunen met (gast)colleges en lezingen.
- Direct Current spant zich in om haar gelijkspanningskennis te koppelen aan de ontwikkelingen binnen DC=DeCent. In het bijzonder gaat het hier om vermogenselektronica en kennis op het gebied van gelijkspanning.
- Joulz spant zich in om de energie-infrastructuur te ontwerpen, aan te leggen en te onderhouden.
Tevens staat Joulz dag en nacht paraat om storingen te verhelpen.
- Siemens spant zich in om oplossingen te vinden voor convertertechnologie voor de koppeling van AC- en DC-netten op middenspanningsniveau (MVDC/MVAC), de demand-side en capaciteitsmanagement. Indien nodig wendt Siemens ook haar kennis aan voor elektriciteitsopslag, automatiseringssystemen en oplossingen voor intelligente laadinfrastructuur.
Inzet en acties Rijksoverheid
- Op het gebied van het meten van de levering en het verbruik van gelijkspanning zal de Rijksoverheid zich inspannen om breed toe te passen resultaten van het project DC=DeCent een vervolg te laten krijgen. Hiervoor zal EL&I de gezamenlijke netbeheerders raadplegen en verzoeken om te onderzoeken of en op welke wijze in de technische codes regels zouden moeten worden opgenomen over het leveren en meten van gelijkspanning.
- de Rijksoverheid zal zich inspannen om – met hulp van de resultaten van het project DC=DeCent – private partijen ertoe te bewegen via het Nederlands Normerings Instituut een NEN-norm aan gelijkspanning toe te kennen.
- de Rijksoverheid zal zich inspannen om met behulp van de resultaten van het project DC=DeCent eventuele belemmeringen met betrekking tot het verkrijgen van een European Article Numbering (EAN)-code waar mogelijk weg te nemen, zodat zakelijke verrekening van uitgewisselde energie mogelijk wordt.
Voor meer informatie
xxx.xxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxx
B-128
Green Deal Landgoed De Logt
Betrokken partijen
- Eco-Energy Oirschot BV
- Biogas Plus BV
- Gemeente Oirschot
- Provincie Noord-Brabant
- Zuidelijke Land- en Tuinbouworganisaties
- Natuurmonumenten
- Scholt Energy Control BV
- Vakantiepark De Reebok Oisterwijk BV
- Samenwerkingsverband Regio Eindhoven
- Landgoed De Rozephoeve
Beschrijving initiatief
Partijen realiseren gezamenlijk het nieuw te ontwikkelen Landgoed De Logt. Onderdeel daarvan is de realisatie van een biogasinstallatie. Deze Green Deal helpt om de samenwerking te structureren. Het is een uitdaging om een optimale toepassing te vinden voor de geproduceerde duurzame energie. Daarom draagt de Green Deal ook bij aan het in beeld brengen van lokale toepassingen, zoals levering aan vakantiepark De Reebok.
Resultaten
Resultaat is een biovergistingsinstallatie op Landgoed De Logt, die duurzame energie produceert uit mest en organische reststoffen afkomstig van het landgoed, zoals bermgras en slootmaaisel. Hierdoor wordt lokaal waarde toegevoegd met lokale reststoffen, en vermindert het gebruik van fossiele brandstoffen.
Einddatum: Het uitgangspunt is dat de installatie in 2014 start met de productie van duurzame energie.
Inzet en acties partijen
Eco-Energy Oirschot realiseert de genoemde biogasinstallatie. De bedrijven Biogas Plus en Scholt Energy Control bieden daarbij ondersteuning. Vakantiepark De Reebok is een mogelijke gebruiker van de geproduceerde energie. De overige partijen zijn met name betrokken bij de realisatie van het landgoed.
Inzet en acties Rijksoverheid
De Rijksoverheid brengt de betrokken partijen bij elkaar en organiseert en structureert het overleg tussen de initiatiefnemers en het bevoegd gezag. Daarnaast stelt de Rijksoverheid waar mogelijk kennis over energienetten ter beschikking. Ook wordt bekeken of experimenteerruimte rond de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet mogelijkheden biedt aan dit project.
Voor meer informatie
xxx.xxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxx
B-129
Green Deal Solar Energy Application Centre
Betrokken partijen
- Solar Energy Application Centre (SEAC), coördinator van een van de drie pijlers in het innovatiecontract zonPV
- Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie
- Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Beschrijving initiatief
In het kader van het Topgebied Energie is een innovation contract solar energy gesloten. Een van de pijlers van dit contract is de ontwikkeling van toepassingen. Daarnaast is onder dit topgebied een innovatiecontract Gebouwde omgeving gesloten. Het SEAC opereert als pijler onder beide innovatiecontracten.
SEAC zet zich in voor de ontwikkeling van applicaties op het gebied van zonnepanelen en de gebouwde omgeving. Het gaat hierbij onder meer om dakontwerpen, geluidsschermen met zonnepanelen en systeemintegratie met (smart)grids. Bedrijven en kennisinstellingen kunnen systemen ontwikkelen en testen bij het SEAC. Het SEAC verzorgt vervolgens de doorontwikkeling en de deploymentfase. De Rijksoverheid ondersteunt bij kennisverspreiding en zorgt voor toegang tot (internationale) netwerken.
De Green Deal is bedoeld om de taken van SEAC op het gebied van kennisdisseminatie, kennisverwerving, handelsmissies en de human capital-agenda te ondersteunen. XXXX richt zich in eerste instantie op de kerntaken die zijn afgesproken in het innovatiecontract (R&D-projecten, productontwikkeling) en zal na verloop van tijd deze aanvullende taken zelfstandig moeten kunnen vervullen. Om in die nieuwe taken te groeien, is de in deze Green Deal beoogde ondersteuning gewenst.
Resultaten
Door deze Green Deal groeit de bekendheid van SEAC bij marktpartijen, krijgt het SEAC toegang tot kennis en netwerken en wordt naast concrete R&D-inspanningen ook de samenwerking tussen bedrijven en kennisinstellingen onderling versterkt.
Einddatum: Eind 2014
Inzet en acties partijen
De belangrijkste taak van het SEAC is het uitvoeren van de innovaties die in de pijler ‘applicaties’ van de innovatieagenda zonPV zijn opgenomen. In het kader van het topgebiedenbeleid is het ook van belang om aandacht te schenken aan kennisverspreiding, internationale oriëntatie, handelsmissies en de human capital-agenda. Het is de bedoeling dat SEAC deze aanvullende taken zelfstandig kan uitvoeren, maar in de eerste jaren ondersteunt de Rijksoverheid hierbij.
Inzet en acties Rijksoverheid
De Rijksoverheid zorgt voor toegang tot relevante wet- en regelgeving, zoals internationale bouwnormen en toegang tot internationale kennisnetwerken. Daarnaast is het Rijk betrokken bij handelsmissies, organiseert het kennisuitwisseling in de vorm van websites en seminars en zorgt het voor toegang tot normerende colleges en standaardisatiewerkverbanden. Na enkele jaren moet het SEAC een toonaangevend centrum zijn dat deze activiteiten zelf kan verrichten. Voor de ondersteuning stelt het Rijk in 2012, 2013 en 2014 circa 2 fte en maximaal 260.000 euro ter beschikking.
Voor meer informatie
xxx.xxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxx
B-130
Green Deal Nijmegen
Betrokken partijen
- Gemeente Nijmegen
- Alliander
- Afvalenergiecentrale ARN
- Nuon Warmte
- Provincie Gelderland
Beschrijving initiatief
Deze Green Deal richt zich op 3 initiatieven:
1. Windenergie op land
2. Verbetering energieprestatie particuliere woningen
3. Warmteleiding voor wijken Waalfront en Waalsprong
De initiatieven zorgen voor investeringen, bijvoorbeeld in woningen en in infrastructuur. Verder dragen alle 3 de initiatieven bij aan de opwekking van schone energie of aan energiebesparing.
Thema: Energie
Resultaten
- Realisatie van een windpark langs de A15
- 1.500 bestaande woningen energiezuiniger tot 2015, nog eens 5.000 tot 2020
- levering van duurzame warmte en restwarmte aan 14.000 woningequivalenten in Nijmegen Einddatum: 31 december 2015
Inzet en acties partijen
- Gemeente Nijmegen schept de ruimtelijke mogelijkheid voor de realisatie van windturbines op het bedrijventerrein langs de A15.
- Gemeente Nijmegen benadert particuliere woningeigenaren voor woningverbetering.
- Afvalenergiecentrale ARN stelt overtollige warmte ter beschikking voor nuttige toepassing.
- Gemeente Nijmegen en Alliander investeren in infrastructuur voor warmtetransport, met financiële ondersteuning van de provincie Gelderland. Bovendien zal de gemeente Nijmegen zich inzetten om dit innovatieve net te koppelen aan andere warmtenetten in de regio.
- Nuon Warmte investeert in infrastructuur voor warmtedistributie in de wijken.
- De totale investering voor het warmteproject bedraagt zo’n 100 miljoen euro. Het net is naar verwachting in 2015 operationeel.
Inzet en acties Rijksoverheid
- ondersteuning met kennis en kunde (tot 31-12-2013)
- waardering van warmte in energielabels oppakken in een breed Warmte-overleg, geïnitieerd door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- financiële bijdrage van 2,5 miljoen euro ter ondersteuning van het warmteproject
Voor meer informatie
xxx.xxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxx
B-131
Green Deal Turntoo
Betrokken partijen
- Turntoo B.V.
- Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie
- Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu
Beschrijving initiatief
Het doel van deze Green Deal is om via een inkoopexperiment binnen de Rijksoverheid, in samenwerking met Turntoo, te leren hoe performance based contracting werkt in de praktijk en wat daarbij wettelijke en bestuurlijke belemmeringen zijn. Voor de vormgeving van het inkoopexperiment wordt de kennis van Turntoo gebruikt.
Performance based contracting is een concretisering van het sluiten van grondstoffenkringlopen. Dit bespaart Nederland kosten en maakt Nederland als grondstoffenarm land minder afhankelijk van grondstoffen in het buitenland. Performance based contracting is een nadere uitwerking van de Grondstoffennotitie. Op dit moment is het Nederlandse bedrijfsleven nog niet erg bekend met dit potentieel kostenbesparende idee. Daarnaast liggen er nog uitdagingen op het gebied van wet- en regelgeving, die nog niet is aangepast op een circulaire economie. De gehanteerde constructies zoals Turntoo die voor ogen heeft, kennen verschillende wettelijke belemmeringen rond afval en eigendomsrechten. Alleen de Rijksoverheid kan deze belemmeringen wegnemen.
Thema: grondstoffen
Resultaten
Dit project levert mogelijke kostenbesparingen in de bedrijfsvoering op voor de Rijksoverheid zelf. Daarnaast worden belemmeringen geïdentificeerd en aangepast, zodat het Nederlandse bedrijfsleven de constructies snel kan oppakken. Dit leidt tot:
- kostenbesparing
- nieuwe verdienmodellen door verschuiving naar het leveren van diensten met een hogere toegevoegde waarde
- innovaties rond grondstoffenmanagement
- minder afhankelijkheid van prijsvolatiliteit en schaarse grondstoffen uit het buitenland Einddatum: 31 december 2014
Inzet en acties partijen
Turntoo B.V. draagt kennis over voor het vormgeven van het inkoopexperiment.
Inzet en acties Rijksoverheid
Allereerst start de Rijksoverheid het inkoopexperiment, waarbij ze kan leren welke belemmeringen er in wet- en regelgeving zijn. Daarnaast brengt de Rijksoverheid in kaart welke mogelijke belemmeringen en mogelijkheden er binnen het beleid voor duurzaam inkopen zijn om te werken met performance based contracting, zoals Turntoo dat voorstaat.
Voor meer informatie