STATUTEN Inhoud:
STATUTEN
Inhoud:
Deze statuten zijn als volgt onderverdeeld:
1. Naam, zetel, duur, boekjaar
2. Doel, middelen, kenmerken, eigen risico
3. Lidmaatschap: definitie van leden, kennismakingsleden, gezinsleden, buitengewone leden en begunstigers
4. Lidmaatschap: toetreding en einde
5. Caravangebruik
6. Algemene ledenvergadering: algemeen
7. Algemene ledenvergadering: bijeenroeping
8. Algemene ledenvergadering: toegang en stemrecht
9. Algemene ledenvergadering: besluitvorming
10. Algemene ledenvergadering: voorzitterschap, notulen
11. Hoofdbestuur: benoeming leden, samenstelling, beëindiging lidmaatschap
12. Hoofdbestuur: taken, verantwoordelijkheden, vertegenwoordiging
13. Hoofdbestuur: vergaderingen, besluitvorming
14. Dagelijks bestuur
15. Clubraad
16. Afdelingen
17. Secties
18. Financiële commissie
19. Geldmiddelen
20. Statutenwijziging
21. Ontbinding, liquidatie
22. Reglementen
23. Slotbepaling
1. Naam, zetel, duur, boekjaar
Artikel 1.1.
De vereniging draagt de naam:
Nederlandse Toeristen Kampeer Club (bij verkorting genaamd NTKC) en is gevestigd te Leusden.
Artikel 1.2.
De vereniging werd opgericht op vijf mei negentienhonderd twaalf. Sindsdien is de vereniging telkens aangegaan voor bepaalde tijd, overeenkomstig de op dat moment geldende wettelijke bepalingen. Vanaf de inwerkingtreding van deze statuten is de vereniging aangegaan voor onbepaalde tijd.
Artikel 1.3.
Het verenigingsjaar, tevens boekjaar loopt van een oktober tot en met dertig september.
2. Doel, middelen, kenmerken, eigen risico
Artikel 2.1.
De vereniging heeft als doel:
a. de leden de gelegenheid te bieden toeristisch te kamperen in een natuurlijke omgeving;
b. het bevorderen van het toeristische kamperen.
c. het bevorderen van het behoud en het herstel van natuur en landschap van de in artikel 2.2 bedoelde kampeerterreinen.
Onder toeristisch kamperen wordt verstaan het beoefenen van lichtgewicht kamperen met een mobiel karakter in sportieve stijl, met gebruik van doelmatige en qua aard en omvang bescheiden middelen. Bij het toeristisch kamperen in een natuurlijke omgeving geniet de kampeerder van de waarden die in die natuurlijke omgeving aanwezig zijn, zoals stilte en de zuiverheid van water, bodem en lucht. Het genieten van deze waarden maakt de kampeerder verantwoordelijk voor de instandhouding daarvan,
nu en in de toekomst.
Tot het doel van de vereniging behoort niet het maken van winst.
Artikel 2.2.
De vereniging tracht dit doel te bereiken door:
a. het verwerven van eigen kampeerterreinen in Nederland, hierna te noemen clubterreinen;
b. het onderhouden van deze clubterreinen;
c. het organiseren van kampen, tochten, vergaderingen en andere bijeenkomsten van leden;
d. het uitgeven van een cluborgaan en het onderhouden van een website;
e. geven van technische en toeristische informatie over deze vorm van kamperen aan de leden;
f. het streven naar zo ruim mogelijke faciliteiten voor deze vorm van kamperen bij lokale, provinciale en landelijke overheden en andere instanties;
g. het geven van voorlichting over de vereniging en het bevorderen van naamsbekendheid, het aanwenden van andere wettige middelen.
Artikel 2.3.
De vereniging heeft de navolgende kenmerken:
a. de leden kamperen in een grondgebonden tent die voldoet aan de eisen die daaraan zijn gesteld in het reglement voor de clubcode;
b. de leden kamperen uitsluitend in een caravan als zij daartoe de toestemming hebben gekregen van het hoofdbestuur en de caravan voldoet aan de eisen die daaraan zijn gesteld in het reglement voor de clubcode;
c. het kamperen in andere kampeermiddelen dan een grondgebonden tent en een caravan is niet toegestaan;
d. De vereniging wordt in stand gehouden door de zelfwerkzaamheid van haar leden. De zelfwerkzaamheid geldt met name voor het functioneren van het verenigingsapparaat en het inrichten en onderhouden van de clubterreinen;
e. De voorzieningen op de clubterreinen zijn eenvoudig;
f. De vereniging kent een clubcode, die bij reglement wordt vastgesteld. Deze clubcode bevat ten minste regels met betrekking tot de kampeeruitrusting, het kampeergedrag en de zelfwerkzaamheid van de leden en kennismakingsleden. In dit reglement is ook een procedure opgenomen betreffende het handelen indien de clubcode niet gerespecteerd wordt.
Artikel 2.4.
Het kamperen op de clubterreinen en het deelnemen aan door de vereniging georganiseerde activiteiten geschieden voor eigen rekening en risico.
3. Lidmaatschap: definitie van leden, kennismakingsleden, gezinsleden, buitengewone leden en begunstigers
Artikel 3.1.
De leden van de vereniging worden onderscheiden in gewone leden en ereleden. Daarnaast kent zij kennismakingsleden, gezinsleden, buitengewone leden en begunstigers.
Artikel 3.2.
Gewoon lid van de vereniging is degene, die
a. de zestienjarige leeftijd heeft bereikt, en
b. als lid is toegelaten overeenkomstig het bepaalde in artikel 4.2 en 4.3.
Artikel 3.3
Ereleden zijn leden, die op grond van hun verdiensten voor de vereniging door de algemene ledenvergadering als zodanig zijn benoemd.
Artikel 3.4.
Kennismakingsleden zijn zij, die de leeftijd van tenminste veertien jaar hebben bereikt en overeenkomstig artikel 4.1 als zodanig zijn ingeschreven, doch nog niet als lid, met in achtneming van artikel 3.2.b, zijn toegetreden. Zij zijn geen leden van de vereniging in de zin van de wet. Zij
hebben dezelfde rechten en plichten als de leden van de vereniging, tenzij in de statuten of reglementen anders is bepaald.
Kennismakingsleden kunnen geen bestuurder zijn van enig orgaan van de vereniging en kunnen in geen enkel orgaan van de vereniging stemrecht uitoefenen.
Artikel 3.5.
Gezinsleden zijn zij, die de leeftijd van zestien jaar nog niet hebben bereikt en door een lid of kennismakingslid als lid van het gezin zijn aangemeld. Het lidmaatschap van gezinsleden begint op de datum van inschrijving als gezinslid. Zij zijn geen leden van de vereniging in de zin van de wet, tenzij in de statuten of reglementen anders is bepaald.
Gezinsleden kunnen geen bestuurder zijn van enig orgaan van de vereniging en kunnen in geen enkel orgaan van de vereniging stemrecht uitoefenen.
Artikel 3.6.
Voor de bepaling van de in artikelen 3.2, 3.4 en 3.5 genoemde leeftijden geldt als peildatum eenendertig december van het desbetreffende verenigingsjaar.
Artikel 3.7.
Buitengewone leden zijn natuurlijke personen, die geen lid, kennismakingslid of gezinslid zijn en die op grond van hun verdiensten voor de vereniging door de algemene ledenvergadering als zodanig zijn benoemd.
Artikel 3.8.
Begunstigers zijn natuurlijke of rechtspersonen die de vereniging financieel steunen op de wijze zoals vermeld in artikel 19.1.
Artikel 3.9.
Het bestuur houdt een register, waarin de toetredingsdata, namen, geboortedata en adressen van alle leden, gezinsleden, kennismakingsleden, buitengewone leden en begunstigers zijn opgenomen.
Als een lid heeft ingestemd met de oproeping tot een algemene vergadering door middel van communicatie langs elektronische weg, wordt het adres dat door het lid voor dit doel is bekend gemaakt, in het register opgenomen.
4. Lidmaatschap: toetreding en einde
Artikel 4.1.
Een ieder die lid wil en volgens artikel 3.2 kan worden, kan zich aanmelden als kennismakingslid op een bij reglement bepaalde wijze, mits:
a. de doelstelling van de vereniging en de clubcode worden onderschreven, en
b. een eerder lidmaatschap van de vereniging niet is geëindigd door ontzetting door het Hoofdbestuur. De kennismakingsprocedure is bepaald bij reglement.
Artikel 4.2.
Gezinsleden, behorende tot het gezin van een lid, worden met inachtneming van artikel 3.2 op hun verzoek gewoon lid als zij de zestienjarige leeftijd hebben bereikt.
Gezinsleden, behorende bij het gezin van een kennismakingslid, worden met inachtneming van artikel
3.4 op hun verzoek zelfstandig kennismakingslid als zij de zestienjarige leeftijd hebben bereikt.
Artikel 4.3.
Kennismakingsleden worden met inachtneming van artikel 3.2 als gewoon lid toegelaten, indien
a. zij, naar het oordeel van bestuur aan de bij reglement bepaalde verplichtingen tijdens de kennismakingsperiode hebben voldaan; en
b. hun kampeermiddelen voldoen aan het gestelde in de clubcode.
Artikel 4.4. Het lidmaatschap eindigt:
a. door het overlijden van het lid;
b. door schriftelijke opzegging door het lid;
c. door opzegging door het hoofdbestuur, wanneer een lid heeft opgehouden aan de vereisten door de statuten gesteld te voldoen, alsook wanneer redelijkerwijze van de vereniging niet kan worden gevergd het lidmaatschap te laten voortduren;
d. door ontzetting door het hoofdbestuur, wanneer een lid in strijd met de statuten, reglementen of besluiten van de vereniging handelt, of de vereniging op onredelijke wijze benadeelt.
Artikel 4.5.
Degene die een besluit tot ontzetting uit het lidmaatschap heeft ontvangen kan tot een maand na de ontvangst van de kennisgeving van het besluit beroep aantekenen bij de algemene ledenvergadering.
Hij wordt daartoe ten spoedigste schriftelijk van het besluit, met opgave van redenen, in kennis gesteld.
Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het lid geschorst, waarbij het lid tijdelijk van de aan het lidmaatschap verbonden rechten, met uitzondering van het beroepsrecht, is uitgesloten.
Artikel 4.6.
Wanneer het lidmaatschap in de loop van een verenigingsjaar eindigt, respectievelijk opzegging door het lid niet tenminste een maand voor het begin van het volgende verenigingsjaar plaatsvindt, blijft de jaarlijkse contributie voor dat gehele verenigingsjaar respectievelijk dat volgende verenigingsjaar verschuldigd.
5. Caravangebruik
Artikel 5.1.
Aan ten hoogste een vijfde gedeelte van het totaal aantal leden en kennismakingsleden kan door het hoofdbestuur toestemming worden verleend op de clubterreinen te kamperen in een caravan als bedoeld in artikel 2.3.sub b, mits het desbetreffende lid:
a. vanaf de inschrijving als (kennismakings)lid tenminste zeven aaneengesloten jaren in verenigingsverband heeft gekampeerd en
b. de leeftijd van vijftig jaar heeft bereikt.
Artikel 5.2.
Het hoofdbestuur is bevoegd toe te staan dat in de periode van 1 oktober tot en met de daarop volgende Pasen leden zonder de toestemming als bedoeld in artikel 5.1 op clubterreinen mogen kamperen in een caravan als bedoeld in artikel 2.3 sub b.
Het besluit daartoe wordt per clubterrein genomen door het hoofdbestuur en geldt voor alle leden met uitzondering van de kennismakingsleden. Het besluit geldt voor onbepaalde tijd maar kan te allen tijde door het hoofdbestuur worden ingetrokken.
Artikel 5.3.
Het hoofdbestuur is bevoegd in uitzonderingsgevallen van de vereisten in artikel 5.1 af te wijken. Het hoofdbestuur doet hiervan melding in het jaarverslag.
6. Algemene ledenvergadering: algemeen
Artikel 6.1.
Aan de algemene ledenvergadering komen in de vereniging alle bevoegdheden toe, welke niet door de wet of de statuten aan het hoofdbestuur of aan andere organen zijn opgedragen.
Artikel 6.2.
Jaarlijks, uiterlijk zes maanden na afloop van het verenigingsjaar, wordt een algemene ledenvergadering gehouden. In deze vergadering komen onder meer aan de orde:
a. het jaarverslag en de rekening en verantwoording, zoals bedoeld in artikel 12.6;
b. het verslag van de financiële commissie, zoals bedoeld in artikel 18.3;
c. de benoeming van de financiële commissie voor het volgende verenigingsjaar;
x. xx xxxxxxxxx, inclusief de vaststelling van de kampgelden en contributies;
e. de benoeming van leden van het hoofdbestuur;
f. de voorstellen, voorbereid door de clubraad, zoals bedoeld in artikel 15.1;
g. de voorstellen van het hoofdbestuur;
h. het bekend maken van de personen die tijdelijk met het bestuur zijn belast ingeval het gehele hoofdbestuur ontstent of belet is zoals bedoeld in artikel 11.8, tweede alinea.
Artikel 6.3.
Andere algemene ledenvergaderingen worden gehouden zo dikwijls het hoofdbestuur dit wenst.
Artikel 6.4.
Het hoofdbestuur is verplicht een algemene ledenvergadering bijeen te roepen, als tenminste vijftig leden dat schriftelijk hebben verzocht. Indien het hoofdbestuur niet binnen veertien dagen gevolg geeft aan het verzoek tot bijeenroepen, zijn de verzoekers gerechtigd zelf een algemene ledenvergadering bijeen te roepen op de wijze waarop het hoofdbestuur een algemene ledenvergadering bijeenroept.
7. Algemene ledenvergadering: bijeenroeping
Artikel 7.1.
De algemene ledenvergaderingen worden bijeengeroepen door het hoofdbestuur, tenzij het bepaalde bij artikel 6.4 tweede zin van toepassing is. De oproeping van de leden, kennismakingsleden en hun gezinsleden geschiedt via het cluborgaan en de websiteaan de hand van het register, bedoeld in artikel 3.9. Een lid kan ook worden opgeroepen via een elektronisch communicatiemiddel, mits het lid daarmee heeft ingestemd en het middel voldoet aan de eisen die door de wet daaraan zijn gesteld.
Artikel 7.2.
De termijn voor de oproeping bedraagt tenminste tien (10) weken. In spoedeisende gevallen kan het hoofdbestuur evenwel een algemene ledenvergadering op kortere termijn, doch minimaal op zes weken convoceren.
De termijn van bijeenroepen van de vergadering, bedoeld in artikel 6.4 bedraagt maximaal vier weken.
Artikel 7.3.
De wijze van agendering en andere regels dan vermeld in de statuten met betrekking tot de algemene ledenvergadering worden bepaald bij reglement.
8. Algemene ledenvergadering: toegang enstemrecht
Artikel 8.1.
Toegang tot de algemene ledenvergadering hebben alle leden van de vereniging alsmede de kennismakingsleden, de buitengewone leden en de gezinsleden die aan de eisen van hun lidmaatschap hebben voldaan.
Geen toegang hebben geschorste leden, behalve indien ter vergadering een besluit moet worden genomen over opheffing van de schorsing of de ontzetting uit het lidmaatschap.
In dit geval heeft het geschorste lid het recht tijdens de behandeling daarvan zodanig aanwezig te zijn als naar het oordeel van de voorzitter van de vergadering nodig is om zich ter vergadering te verdedigen.
Artikel 8.2.
Over toelating van andere dan de in artikel 8.1 bedoelde personen beslist de voorzitter.
Artikel 8.3.
De leden, voor zover niet geschorst, hebben ieder één stem. Het stemmen bij volmacht is niet toegestaan.
9. Algemene ledenvergadering: besluitvorming
Artikel 9.1.
De algemene ledenvergadering kan alleen besluiten nemen over onderwerpen, die geagendeerd zijn.
Het oordeel van de voorzitter over de uitslag van een stemming en de inhoud van het besluit is beslissend. Wordt onmiddellijk na het uitspreken van het oordeel van de voorzitter de juistheid daarvan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats, indien de meerderheid van de vergadering dit verlangt.
Door de nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.
Artikel 9.2.
Voor zover de statuten of de wet niet anders bepalen worden alle besluiten van de algemene ledenvergadering genomen met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen, ongeacht het aantal ter vergadering aanwezige stemgerechtigden.
Blanco stemmen worden geacht als niet te zijn uitgebracht.
Indien de stemmen staken over een voorstel, dat niet betrekking heeft op de verkiezing van personen, is het voorstel verworpen.
Artikel 9.3.
De algemene ledenvergadering kan voorstellen van de clubraad over wijziging van statuten en reglementen zoals bedoeld in artikel 15.4 bekrachtigen, afwijzen of terugverwijzen naar de clubraad.
Artikel 9.4.
Afdelingen, zoals vermeld in artikel 16.1 en secties zoals vermeld in artikel 17.1 zijn bevoegd voorstellen in te dienen voor zover deze geen betrekking hebben op het wijzigen van statuten of reglementen en het ontbinden van de vereniging.
Artikel 9.5.
Afdelingen, zoals vermeld in artikel 16.1 en secties zoals vermeld in artikel 17.1 zijn bevoegd amendementen op de in de agenda vermelde voorstellen in te dienen, voor zover deze voorstellen niet zijn voorbereid door de clubraad en geen betrekking hebben op het wijzigen van statuten of reglementen en het ontbinden van de vereniging.
Artikel 9.6.
Xxxxxxxxxx over personen geschieden schriftelijk, over zaken mondeling. Schriftelijke stemming geschiedt bij ongetekende, gesloten briefjes. In bijzondere gevallen kan door de algemene vergadering worden besloten ook over zaken schriftelijk te stemmen.
Artikel 9.7.
Indien bij een verkiezing van personen niemand de volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen heeft verkregen, dan vindt een tweede stemming plaats over de twee personen waarop bij de eerste stemming het grootste aantal stemmen is uitgebracht. Indien bij deze tweede stemming opnieuw niemand de volstrekte meerderheid behaalt, dan beslist het lot wie van beiden gekozen is.
Artikel 9.8.
Besluitvorming bij acclamatie is mogelijk, tenzij een lid besluitvorming door stemming verlangt.
10. Algemene ledenvergadering: voorzitterschap, notulen
Artikel 10.1.
De algemene ledenvergadering wordt geleid door de voorzitter van de vereniging of zijn plaatsvervanger.
Artikel 10.2.
Ontbreken de voorzitter en zijn plaatsvervanger, dan treedt een van de andere leden van het hoofdbestuur, door het hoofdbestuur aan te wijzen, als voorzitter op.
Xxxxx ook op deze wijze niet in het voorzitterschap voorzien, dan voorziet de vergadering daarin zelf.
Artikel 10.3.
Van het verhandelde in elke vergadering worden door de secretaris, of een ander door de voorzitter daartoe aangewezen persoon, notulen opgemaakt, die, na goedkeuring door het hoofdbestuur, door de algemene ledenvergadering worden vastgesteld.
De notulen zijn zo spoedig mogelijk beschikbaar voor de leden.
11. Hoofdbestuur: benoeming leden, samenstelling, beëindiging lidmaatschap
Artikel 11.1.
De vereniging wordt bestuurd door een hoofdbestuur, bestaande uit een oneven aantal van tenminste zeven en ten hoogste elf leden. Waar in deze statuten en in reglementen wordt gesproken over hoofdbestuur wordt daarmede bedoeld het bestuur in de zin van de wet.
Artikel 11.2.
De leden van het hoofdbestuur worden door de algemene ledenvergadering uit de leden benoemd.
De voorzitter, secretaris en de penningmeester worden in functie benoemd. Voor ieder van hen wordt door en uit het hoofdbestuur een plaatsvervanger gekozen.
Artikel 11.3.
a. De benoeming van de leden van het hoofdbestuur geschiedt uit een of meer bindende voordrachten, behoudens het bepaalde in lid c en d van dit artikel.
b. Zowel het hoofdbestuur als elk van de in artikel 16.1 bedoelde afdelingen en van de in artikel
17.1 bedoelde secties is bevoegd een voordracht te doen voor een lid of de leden van het hoofdbestuur. De voordracht van het hoofdbestuur wordt bij de oproeping voor de algemene ledenvergadering medegedeeld.
Een voordracht door een afdeling of sectie moet binnen een bij reglement te stellen termijn schriftelijk bij het hoofdbestuur worden ingediend.
c. Aan elke voordracht kan het bindend karakter worden ontnomen door een met tenminste twee derde van de geldig uitgebrachte stemmen genomen besluit van de algemene ledenvergadering.
d. Als er geen voordracht is opgemaakt of de algemene vergadering heeft het bindend karakter aan de voordracht ontnomen, is zij vrij in de benoeming.
e. Indien de voordracht één kandidaat voor een te vervullen plaats bevat, heeft een besluit over de voordracht tot gevolg dat de kandidaat is benoemd, tenzij het bindende karakter aan de voordracht wordt ontnomen.
Artikel 11.4.
Indien het aantal leden van het hoofdbestuur beneden zeven is gedaald blijft het hoofdbestuur bevoegd.
Het is echter verplicht zo spoedig mogelijk een algemene ledenvergadering te beleggen, waarin de voorziening in de open plaats of de open plaatsen aan de orde komt.
Artikel 11.5.
Een hoofdbestuurslid kan op ieder moment door de algemene vergadering worden ontslagen of geschorst. Een schorsing, die niet binnen drie maanden wordt gevolgd door een besluit tot ontslag, eindigt door het verloop van die termijn.
Artikel 11.6.
Een hoofdbestuurslid treedt uiterlijk drie jaar na zijn benoeming af Volgens een door het hoofdbestuur op te stellen rooster van aftreden. De aftredende is terstond herkiesbaar. De
toegestane totale duur van een aaneengesloten bestuurslidmaatschap en het aftreden bij de benoeming in tussentijdse vacatures worden bij reglement nader bepaald.
Artikel 11.7.
Het lidmaatschap van het hoofdbestuur eindigt voorts:
a. door het eindigen van het lidmaatschap van de vereniging;
b. door xxxxxxxx als hoofdbestuurslid.
Artikel 11.8.
Bij ontstentenis of belet van een of meer bestuurders zijn de overige bestuurders, of is de enige overgebleven bestuurder, tijdelijk met het bestuur belast.
Het hoofdbestuur voorziet in de situatie van ontstentenis of belet van alle bestuurders en wijst daartoe jaarlijks ten minste drie (3) personen aan die tijdelijk met het bestuur zijn belast.
12. Hoofdbestuur: taken, verantwoordelijkheden, vertegenwoordiging Artikel 12.1.
Het hoofdbestuur is belast met het besturen van de vereniging. Het heeft, behoudens hetgeen
elders bij of krachtens deze statuten is opgedragen aan andere organen van de vereniging, alle daaruit voortvloeiende en daarmee samenhangende bevoegdheden. Daaronder zijn met name begrepen:
a. het voorbereiden van maatregelen met betrekking tot het algemeen beleid;
b. het uitvoeren van de besluiten van de algemene ledenvergadering;
c. het zorgdragen voor de naleving van de statuten en reglementen van de vereniging. Het hoofdbestuur kan zich op kosten van de vereniging door een deskundige laten bijstaan.
Artikel 12.2.
Het hoofdbestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de vereniging zodanige aantekeningen te houden, dat daaruit op ieder moment haar rechten en verplichtingen kunnen worden gekend.
Artikel 12.3.
Het hoofdbestuur is bevoegd onder zijn verantwoordelijkheid bepaalde onderdelen van zijn taak te laten uitvoeren door het dagelijks bestuur, de afdelingsbesturen en de sectiebesturen en door het hoofdbestuur in te stellen commissies of te benoemen personen.
Artikel 12.4.
Het hoofdbestuur is, gehoord de financiële commissie genoemd in artikel 18.1 en met goedkeuring van de algemene ledenvergadering, bevoegd tot het sluiten van overeenkomsten tot het verkrijgen, vervreemden of bezwaren van registergoederen, en tot het sluiten van overeenkomsten waarbij de vereniging zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidsstelling van een schuld van een derde verbindt.
Voorstellen tot vervreemding of bezwaring van registergoederen dienen specifiek te omschrijven om welk(e) registergoed(eren) het gaat en moeten voorafgaand aan de betreffende algemene ledenvergadering worden behandeld in de clubraad.
Op het ontbreken van de hiervoor bedoelde goedkeuring van de algemene ledenvergadering kan door en tegen derden beroep worden gedaan.
Artikel 12.5.
Het hoofdbestuur behoeft eveneens goedkeuring van de algemene ledenvergadering voor:
a. het sluiten van overeenkomsten tot het huren, verhuren en op andere wijze in gebruik of genot verkrijgen en geven van registergoederen en het ontbinden van deze overeenkomsten;
b. het sluiten van overeenkomsten, waarbij aan de vereniging een bankkrediet wordt verleend;
c. het ter leen verstrekken van gelden;
d. het ter leen opnemen van gelden, waaronder niet is begrepen het gebruik maken van een aan de vereniging verleend bankkrediet;
e. het aangaan van dadingen;
f. het optreden in rechte, waaronder begrepen het voeren van arbitrale procedures, met uitzondering van het nemen van conservatoire maatregelen en van het nemen van die rechtsmaatregelen, die geen uitstel kunnen lijden;
g. het sluiten en wijzigen van arbeidsovereenkomsten.
Op het ontbreken van deze goedkeuring kan door en tegen derden geen beroep worden gedaan.
Artikel 12.6.
Het hoofdbestuur brengt op een algemene ledenvergadering binnen zes maanden na afloop van het verenigingsjaar, behoudens verlenging van deze termijn door de algemene ledenvergadering, zijn jaarverslag uit en doet onder overlegging van een balans en een staat van baten en lasten rekening en verantwoording over zijn in het afgelopen jaar gevoerde bestuur. Na verloop van de termijn kan ieder lid rekening en verantwoording van het bestuur in rechte vorderen.
Artikel 12.7.
Het hoofdbestuur is verplicht de bescheiden, bedoeld in de artikelen 12.2. en 12.6. gedurende zeven jaren te bewaren.
Artikel 12.8.
Het hoofdbestuur, zomede het dagelijks bestuur, handelende ter uitvoering van een besluit van het hoofdbestuur, vertegenwoordigt de vereniging in en buiten rechte.
Een lid van het dagelijks bestuur, zoals vermeld in artikel 14.1, kan de vereniging slechts in en buiten rechte vertegenwoordigen tezamen met tenminste een ander lid van het dagelijks bestuur.
13. Hoofdbestuur: vergaderingen, besluitvorming
Artikel 13.1.
a. Het hoofdbestuur vergadert zo dikwijls het dagelijks bestuur of drie bestuursleden dit nodig vinden, echter tenminste zes maal per jaar.
b. Vergaderingen van het hoofdbestuur moeten tenminste acht dagen tevoren geconvoceerd zijn, tenzij alle bestuurders daarvan schriftelijk hebben afgezien. Onder een schriftelijke verklaring wordt ook begrepen een langs elektronische weg gezonden leesbaar en reproduceerbaar bericht, aan het adres dat het bestuur voor dit doel heeft vastgesteld en aan alle bestuurders bekend heeft gemaakt.
De bestuurder die voor dit doel een adres aan de vereniging bekend heeft gemaakt, kan tot de vergaderingen van het hoofdbestuur worden opgeroepen door een langs elektronische weg aan dat adres gezonden leesbaar en reproduceerbaar bericht.
c. Een bestuurder kan aan een andere bestuurder schriftelijk volmacht verlenen om zich in de vergadering te laten vertegenwoordigen. Een elektronisch vastgelegde volmacht geldt als een schriftelijke volmacht.
Artikel 13.2.
a. In elke vergadering kan rechtsgeldig worden besloten met een volstrekte meerderheid van stemmen, mits tenminste de volstrekte meerderheid van de leden van het hoofdbestuur aanwezig is. Het oordeel van de voorzitter over de uitslag van een stemming en de inhoud van het besluit is beslissend. Wordt onmiddellijk na het uitspreken van het oordeel van de voorzitter de juistheid daarvan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats, indien de meerderheid van de vergadering dit verlangt. Door de nieuwe stemming vervallen de rechts- gevolgen van de oorspronkelijke stemming.
b. Het bestuur kan ook op andere wijze dan in een vergadering besluiten nemen als alle bestuurders hiermee hebben ingestemd.
Artikel 13.3.
De secretaris draagt zorg dat van het behandelde in elke bestuursvergadering tenminste de genomen besluiten en een korte motivering daarvan worden vastgelegd. Dit verslag wordt, na goedkeuring door de leden van het hoofdbestuur, door de voorzitter en de secretaris ondertekend.
Artikel 13.4.
Een bestuurder neemt niet deel aan de beraadslaging en besluitvorming als hij daarbij een direct of indirect persoonlijk belang heeft dat tegenstrijdig is met het belang van de vereniging en de met haar verbonden organisatie. Als hierdoor geen bestuursbesluit kan worden genomen, dan wordt het besluit genomen door de algemene vergadering.
14. Dagelijks bestuur
Artikel 14.1.
Voorzitter, secretaris en penningmeester, of bij ontstentenis hun plaatsvervanger, vormen tezamen het dagelijks bestuur.
Artikel 14.2.
Het dagelijks bestuur zorgt voor de uitvoering van alle in statuten en reglementen aan hem opgedragen taken en door het hoofdbestuur genomen besluiten, voor zover niet opgedragen aan een van de overige bestuursleden.
Artikel 14.3.
Het dagelijks bestuur vergadert zo dikwijls een van de leden dit nodig vindt.
Artikel 14.4.
Het dagelijks bestuur kan besluiten nemen wanneer tenminste twee van de leden aanwezig zijn.
Artikel 14.5.
Het hoofdbestuur kan een besluit van het dagelijks bestuur opschorten of vernietigen.
15. Clubraad
Artikel 15.1.
De vereniging kent een clubraad die tot doel heeft het draagvlak voor en de doelmatigheid van de in de algemene ledenvergadering te nemen besluiten te vergroten. Daartoe heeft hij de volgende taken:
a. het voorbereiden van voorstellen tot vervreemding of bezwaring van registergoederen zoals bedoeld in artikel 12.4;
b. het voorbereiden van voorstellen tot wijziging van statuten respectievelijk reglementen aan de algemene ledenvergadering zoals bedoeld in artikel 20.1 respectievelijk
artikel 22.1;
c. het voorbereiden van een voorstel aan de algemene ledenvergadering tot ontbinding van de vereniging zoals bedoeld in artikel 21.1;
d. het bespreken van andere zaken die voor de vereniging van belang zijn met het hoofdbestuur.
Artikel 15.2.
De clubraad bestaat uit clubraadsleden en clubraadsdeelnemers.
Clubraadsleden zijn de in artikel 16.4 genoemde vertegenwoordigers van de afdelingen. Zij hebben stemrecht.
Clubraadsdeelnemers zijn de leden van het hoofdbestuur, vertegenwoordigers van de secties, de leden van de financiële commissie en door het hoofdbestuur uit te nodigen leden van andere commissies en benoemde personen zoals bedoeld in artikel 12.3. Zij hebben in de clubraad geen stemrecht.
Artikel 15.3.
Het hoofdbestuur alsmede afdelingen en secties kunnen voorstellen indienen ter behandeling in de clubraad.
Artikel 15.4.
Besluiten over voorstellen aan de algemene ledenvergadering zoals bedoeld in artikel 15.1 lid a, b
en c worden genomen met tenminste twee derde meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen
a. nadat dit voorstel is gepubliceerd op de website, en
b. nadat de afdelingen hierover hebben vergaderd met hun leden, en
c. indien tenminste twee derde deel van de clubraadsleden ter vergadering aanwezig is. Besluiten over zaken, genoemd onder artikel 15.1 lid d worden genomen met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen, ongeacht het aantal ter vergadering aanwezige stemgerechtigden.
Artikel 15.5. De leden van de clubraad nemen besluiten zonder last en ruggenspraak.
Artikel 15.6. De clubraadsvergadering wordt geleid door de voorzitter van de vereniging of zijn plaatsvervanger.
Ontbreken de voorzitter en zijn plaatsvervanger, dan treedt een van de andere leden van het hoofdbestuur, door het hoofdbestuur aan te wijzen, als voorzitter op. Xxxxx ook op deze wijze niet in het voorzitterschap voorzien dan voorziet de vergadering daarin zelf.
Artikel 15.7. De wijze van benoeming van clubraadsleden en de werkwijze van de clubraad worden nader geregeld bij reglement.
16. Afdelingen
Artikel 16.1.
De vereniging kent afdelingen. Elke afdeling wordt geleid door een afdelingsbestuur.
De afdelingen omvatten gezamenlijk het gehele grondgebied van Nederland. Het hoofdbestuur bepaalt de grenzen van de afdelingen.
Artikel 16.2. De afdelingen hebben tot taak, in overeenstemming met het algemene beleid van de vereniging:
a. het clubleven in hun regio te stimuleren en te behartigen;
b. een of meer clubterreinen te beheren;
c. de leden, via de ledenvergadering van hun afdeling en via de vertegenwoordigers van hun afdeling in de clubraad, te vertegenwoordigen en te betrekken bij de voorbereiding van voorstellen, die voorgelegd worden aan de algemene ledenvergadering.
Artikel 16.3.
Ieder lid van de vereniging behoort tot de afdeling, waaronder zijn woonplaats ressorteert. Voor leden die in het buitenland wonen treft het hoofdbestuur afzonderlijke regels. Op verzoek van een lid kan het hoofdbestuur besluiten dat het lid tot een andere afdeling behoort dan op grond van de eerste zin van dit artikel, mits met voorafgaande instemming van die andere afdeling.
Een lid kan slechts tot één afdeling behoren.
Artikel 16.4.
Bij reglement worden de verkiezing van afdelingsbesturen en van vertegenwoordigers in de clubraad, alsmede de taken en bevoegdheden van de afdelingen nader geregeld.
Artikel 16.5.
Leden van een afdelingsbestuur mogen geen deel uitmaken van enig ander bestuur binnen de vereniging.
17. Secties
Artikel 17.1.
De vereniging kent secties. Een sectie is een groepering van leden die zich ten doel stelt het behartigen van de specifieke belangen van de deelnemers binnen het algemene beleid van de vereniging. Elke sectie wordt geleid door een sectiebestuur.
Artikel 17.2.
Een groep van ten minste twintig leden kan het hoofdbestuur schriftelijk toestemming vragen voor de oprichting van een sectie, onder overlegging van het voor die sectie te stellen sectiereglement en vermelding van de leden, die in de oprichtingsperiode als bestuur zullen optreden.
Artikel 17.3.
Het sectiereglement moet ten minste aangeven doel en werkwijze van de sectie, de wijze van toe- en uittreding van deelnemers, de regeling van de sectiedeelnemersvergadering, de regeling van bestuurssamenstelling en -verkiezing alsmede de regeling van de financiën.
Ter zake van het jaarverslag, de rekening en verantwoording van de geldmiddelen, de controle op de bedoelde rekening en verantwoording en de begroting is dat wat bij reglement voor de afdelingen is bepaald van overeenkomstige toepassing.
Het sectiereglement is onderworpen aan de goedkeuring van het hoofdbestuur, na welke goedkeuring de sectie tot stand is gekomen. Wijziging van het sectiereglement is onderworpen aan de goedkeuring van het hoofdbestuur.
Artikel 17.4.
Leden van een sectiebestuur mogen geen deel uitmaken van enig ander bestuur binnen de vereniging.
Artikel 17.5.
De secties worden opgeheven bij besluit van de sectiedeelnemersvergadering. Indien de omstandigheden daartoe aanleiding geven kan opheffing eveneens geschieden bij besluit van het hoofdbestuur.
Artikel 17.6.
De deelnemers aan de secties zijn via hun sectievergadering en via de vertegenwoordigers van hun sectie in de clubraad betrokken bij de voorbereiding van voorstellen, die voorgelegd worden aan de algemene ledenvergadering.
18. Financiële commissie
Artikel 18.1.
a. De vereniging kent een financiële commissie.
b. De algemene ledenvergadering benoemt uit de leden deze commissie van tenminste twee personen, die geen deel mogen uitmaken van enig bestuur binnen de vereniging. Tenminste een van de leden van de financiële commissie dient deskundig te zijn op het gebied van de administratieve controle.
c. Een lid van de financiële commissie treedt uiterlijk drie jaar na zijn benoeming af volgens een door de commissie op te stellen rooster van aftreden. De aftredende is terstond herkiesbaar. De toegestane totale duur van een aaneengesloten lidmaatschap is negen jaar.
Artikel 18.2.
a. De benoeming van de leden van de financiële commissie geschiedt uit een of meer bindende voordrachten, behoudens het bepaalde in lid c en d van dit artikel.
b. Zowel de zittende financiële commissie als elk van de afdelingen is bevoegd een voordracht te doen.
De voordracht van de financiële commissie wordt bij de oproeping voor de algemene ledenvergadering medegedeeld.
Een voordracht door een afdeling moet binnen een bij reglement te stellen termijn schriftelijk bij het hoofdbestuur worden ingediend.
c. Aan elke voordracht kan het bindend karakter worden ontnomen door een met tenminste twee derde van de geldig uitgebrachte stemmen genomen besluit van de algemene ledenvergadering.
d. Als er geen voordracht is opgemaakt of de algemene vergadering heeft het bindend karakter aan de voordracht ontnomen, is zij vrij in de benoeming.
e. Indien de voordracht één kandidaat voor een te vervullen plaats bevat, heeft een besluit over de voordracht tot gevolg dat de kandidaat is benoemd, tenzij het bindende karakter aan de voordracht wordt ontnomen.
Artikel 18.3.
De financiële commissie heeft tot taak:
a. de algemene ledenvergadering, het hoofdbestuur en de penningmeester gevraagd en ongevraagd advies uit te brengen over het financiële beleid;
b. het onderzoeken van de begroting, de rekening en verantwoording van het hoofdbestuur, mede aan de hand van het rapport van de in artikel 19.4 bedoelde onafhankelijke accountant, en het verslag uitbrengen aan de algemene ledenvergadering van haar bevindingen.
Vereist het onderzoek van de rekening en verantwoording bijzondere kennis, dan kan de financiële commissie zich op kosten van de vereniging door een deskundige laten bijstaan. Het bestuur is verplicht aan de financiële commissie alle door haar gewenste inlichtingen te verschaffen, haar desgewenst de kas en de waarden te tonen en inzage
van de boeken en bescheiden van de vereniging te geven.
Artikel 18.4.
De last van de financiële commissie kan op ieder moment door de algemene ledenvergadering worden herroepen, doch slechts door de benoeming van een andere commissie.
19. Geldmiddelen
Artikel 19.1.
Leden en kennismakingsleden zijn verplicht voor zichzelf en hun gezinsleden, overeenkomstig de regels vast te stellen bij reglement, contributie en kampgelden te betalen. De bijdrage van begunstigers wordt bepaald bij reglement.
Artikel 19.2.
Erfstellingen kunnen slechts onder het voorrecht van boedel-
beschrijving worden aanvaard. Legaten kunnen slechts worden aanvaard voor zover er geen lasten aan verbonden zijn, die de waarde van het legaat te boven gaan.
Artikel 19.3.
De penningmeester van het hoofdbestuur is verantwoordelijk voor het beheer van de geldmiddelen en overige vermogensbestanddelen. Onder zijn leiding wordt de financiële administratie gevoerd.
Artikel 19.4.
Het hoofdbestuur is verplicht de jaarrekening te laten controleren door een onafhankelijk accountant en deze daarover rapport te laten uitbrengen.
Artikel 19.5.
De goedkeuring van het verslag van de penningmeester door de algemene ledenvergadering strekt tot décharge van de penningmeester voor zijn financieel beheer en tot décharge van het hoofdbestuur voor zijn financieel beleid.
Artikel 19.6.
De penningmeester stelt in overleg met het hoofdbestuur jaarlijks een begroting op, die in de algemene ledenvergadering wordt behandeld. In de periode van een oktober tot aan de algemene ledenvergadering wordt voorlopig naar bevind van zaken de begroting van het nieuwe verenigingsjaar aangehouden.
Artikel 19.7.
De geldmiddelen van afdelingen en secties maken deel uit van de geldmiddelen van de vereniging.
Statutenwijziging
Artikel 20.1.
Onverminderd het bepaalde in artikel 20.2. kan een besluit tot wijziging van de statuten alleen
worden genomen met een meerderheid van tenminste twee derde van de in de algemene ledenvergadering geldig uitgebrachte stemmen. Voorstellen aan de algemene ledenvergadering tot het wijzigen van de statuten worden behandeld zoals bedoeld in artikel 15.4. en behoeven de goedkeuring van de clubraad.
Artikel 20.2.
Een besluit tot wijziging van artikel 20.1 en van dit artikel kan alleen worden genomen door een algemene ledenvergadering met een meerderheid van tenminste drievierde van de geldig uitgebrachte stemmen.
Artikel 20.3.
Een besluit tot wijziging van de statuten treedt niet in werking dan nadat hiervan een notariële akte is opgemaakt.
21 Ontbinding, liquidatie
Artikel 21.1.
Een besluit tot ontbinding van de vereniging kan alleen worden genomen door de algemene ledenvergadering met een meerderheid van tenminste drievierde van de geldig uitgebrachte stemmen. Het voorstel aan de ledenvergadering tot een dergelijk besluit wordt behandeld zoals bedoeld in artikel 15.4 en behoeft de goedkeuring van de clubraad.
Artikel 21.2.
Een besluit tot ontbinding van de vereniging wordt geacht tevens een besluit tot liquidatie te zijn. Liquidatie geschiedt door het hoofdbestuur.
Artikel 21.3.
Een eventueel batig saldo na vereffening valt niet toe aan degenen die op het moment van het besluit tot ontbinding lid waren van de vereniging. Het saldo zal ter beschikking worden gesteld aan een of meer rechtspersonen, die door de algemene ledenvergadering worden aangewezen. Het doel van deze rechtspersonen dient zoveel mogelijk overeen te komen met dat van de vereniging.
22. Reglementen
Artikel 22.1.
Ter nadere uitwerking van de statuten worden door de algemene ledenvergadering reglementen vastgesteld, tenzij de statuten de vaststelling aan andere organen toewijst. Voorstellen aan de algemene ledenvergadering tot het wijzigen van deze reglementen worden behandeld zoals bedoeld in artikel 15.4 en behoeven de goedkeuring van de clubraad.
Artikel 22.2.
De reglementen mogen niet in strijd zijn met de wet, noch met de statuten.
Artikel 22.3.
Voor een besluit over de vastlegging in reglementen van de aard en het gebruik van de kampeermiddelen is een meerderheid van tenminste twee derde van de in de algemene ledenvergadering geldig uitgebrachte stemmen vereist.
23. Slotbepaling
Artikel 23.1.
In alle gevallen waarin de statuten niet voorzien, beslist het hoofdbestuur.
Deze statuten zijn vastgesteld op de algemene ledenvergadering van 25 maart 1995 en de buitengewone algemene ledenvergadering van 30 september 1995, beide gehouden te Austerlitz en vervolgens opgenomen in de notariële akte, die op 23 november 1995 is verleden ten overstaan van notaris mr. C.L. Xxxxx te Amsterdam.
Deze statuten zijn gewijzigd:
- bij notariële akte op 16 januari 2006 verleden ten overstaan van xx. X. Xxxxxxx, notaris te Leiden, op grond van een besluit van de algemene ledenvergadering van 27 maart 2004
- bij notariële akte op 1 oktober 2015 verleden ten overstaan van mr. S.B.J. xxx Xxxxxx, notaris te Katwijk, op grond van een besluit van de algemene ledenvergadering van 31 maart 2012 en 28 maart 2015
- bij notariële akte op 25 juni 2019 verleden ten overstaan van een waarnemer van mr. S.B.J. xxx Xxxxxx, notaris te Katwijk, op grond van een besluit van de algemene ledenvergadering van 25 maart 2017 en 30 maart 2019.
- bij notariële akte op 20 juli 2023 verleden ten overstaan van xx. X. Xxxxxxx, notaris te Katwijk, op grond van een besluit van de algemene ledenvergadering van 25 maart 2023.
A. REGLEMENT VOOR DE CLUBCODE Vastgesteld op de ALV van 30 september 1995 te Austerlitz Art. A.1.3.g en A.1.3.h zijn vastgesteld op de ALV van 28 maart 2009
Art. A.1.1.a is vastgesteld door de ALV van 31 maart 2012
Art. A.1.1; A.1.2; A.1.3.c; A.4.1 zijn gewijzigd en/of vastgesteld op de ALV van 30 maart 2019
Art. A.1.1.; A.1.2.; A.1.4.; A.4 zijn gewijzigd en/of vastgesteld op de ALV van 25 maart 2023
Inhoud:
A.1 Clubcode: inhoud
A.2 Clubcodecommissie
A.3 Klachtenregeling
A.4 Caravangebruik
A.5 Slotbepaling
A.1. Clubcode: Inhoud (artikel 2.3 van de statuten)
De NTKC heeft een clubcode om het karakter van de vereniging in de praktijk in stand te houden. De vijf hoofdpunten van de code zijn:
Ieder clublid:
A.1.1. leeft de doelstelling van de vereniging na: toeristisch kamperen met beperkte uitrusting;
A.1.2. houdt zich aan de regels, vastgelegd in statuten en reglementen;
A.1.3. ontziet natuur en terrein;
A.1.4. bezorgt medekampeerders geen last;
A.1.5. verricht naar vermogen clubwerkzaamheden.
Onder clubleden worden in dit reglement verstaan leden, kennismakingsleden en gezinsleden. Nadere uitwerking van de hoofdpunten:
Art. A.1.1. Toeristisch kamperen met beperkte uitrusting
1. Clubleden:
a. kamperen in grondgebonden tenten met een grondoppervlakte van maximaal 17 m2. Indien aan of bij de tent gebruik wordt gemaakt van een luifel, tarp, wing of iets daarmee vergelijkbaars, dan wordt het oppervlak van dit kampeermiddel en het oppervlak tussen de tent en dit kampeermiddel geacht onderdeel uit te maken van het grondoppervlak van de tent;
b. kamperen, na schriftelijke toestemming van het hoofdbestuur als bedoeld in artikel 5.1 van de statuten, in een caravan die voldoet aan hetgeen hierna is bepaald in artikel A.1.1.2;
c. gebruiken op de clubterreinen geen kampeermiddelen met het doel een afscheiding te maken tussen de op de clubterreinen geplaatste tenten en caravans, zoals windschermen, terwijl bovendien caravanluifels aan de voorzijde over de volledige breedte en volledige hoogte open dienen te zijn en maximaal 250 centimeter diep mogen zijn, met dien verstande dat in plaats van een caravanluifel is het gebruik van een zogenoemd klompenhok van maximaal 3,5 m2 grondoppervlakte in de periode als bedoeld in artikel 5.2 van de statuten is toegestaan.
2. De caravan als bedoeld in artikel A.1.1.1.b. is:
a. ofwel een tot de openbare weg toegelaten één-assige caravan zonder eigen kentekenplaat (witte kentekenplaat) en voldoet aan alle hierna onder b.(i), (ii) en (iii) omschreven voorwaarden;
b. ofwel een tot de openbare weg toegelaten één-assige caravan met eigen kentekenplaat (gele kentekenplaat) en voldoet aan alle navolgende voorwaarden:
(i) de breedte is maximaal 2,30 meter;
(ii) de lengte is maximaal 6,15 meter;
(iii) de hoogte is maximaal 2,70 meter, gemeten vanaf de grond,
en is voorzien van een door het hoofdbestuur vastgestelde en door het clubbureau verstrekte sticker.
3. Voor de bepaling van de hiervoor in artikel A.1.1.2.b.(i) bedoelde breedte, geldt de “breedte” zoals door de RDW wordt geregistreerd bij het kenteken van de caravan.
Voor de bepaling van de hiervoor in artikel A.1.1.2.b.(ii) bedoelde lengte als. wordt bedoeld, geldt de “afstand hart koppeling tot achterzijde voertuig” zoals door de RDW wordt geregistreerd bij het kenteken van de caravan.
4. Voor de toepassing van het bepaalde in dit artikel geldt voorts nog het navolgende:
a. een bivakzak, een tarp, een wing of een hangmat met maximaal twee bevestigingspunten worden geacht een grondgebonden tent te zijn als hiervoor bedoeld in artikel A.1.1.1.a. en de aldaar aan de grondgebonden tent gestelde beperkingen zijn van overeenkomstige toepassing;
b. een klapcaravan of vouwcaravan zonder eigen kentekenplaat wordt geacht een caravan te zijn als hiervoor bedoeld in artikel A.1.1.1.b.;
c. een kampeermiddel dat gedurende het kamperen verbonden is aan of onderdeel uit maakt van een tweewielig niet gemotoriseerd voertuig dat op de openbare weg zelfstandig of door een (al dan niet gemotoriseerd) tweewielig voertuig wordt voortbewogen, zonder eigen kentekenplaat (zoals een fietscaravan), wordt geacht een caravan te zijn als hiervoor bedoeld in lid 2 sub a., mits dit kampeermiddel niet breder, langer of hoger is dan de hiervoor in lid 2.b. onder (i), (ii) en (iii) vermelde maten, met dien verstande dat voor het gebruik daarvan geen toestemming van het hoofdbestuur nodig is, deze niet hoeft te worden voorzien van de hiervoor lid 2 bedoelde sticker en het bepaalde in lid 1.c. is op dit kampeermiddel onverkort van toepassing is.
5. Voor het gebruik van hiervan afwijkende kampeermiddelen kan het hoofdbestuur ontheffing verlenen, met dien verstande dat het hoofdbestuur geen ontheffing mag verlenen aan een kampeermiddel dat gedurende het kamperen is verbonden aan of onderdeel uitmaakt van een gemotoriseerd voertuig, zoals campers, daktenten, enzovoorts.
6. Het kamperen op de tot het clubterrein behorende parkeerplaatsen is in geen enkel kampeermiddel toegestaan.
Art. A.1.2. Zich houden aan de clubregels
Clubleden:
a. xxxxxx zich bij aankomst op een clubterrein bij de kampmeester, tonen hun bewijs van lidmaatschap en volgen eventuele aanwijzingen op;
b. zorgen bij de eerste gelegenheid zich in te schrijven in het kampregister;
c. nemen indien nodig het kampmeesterschap op zich;
d. lezen de mededelingen op het clubterrein om kennis te nemen van aanvullende kampregels en houden zich daaraan;
e. laten 's nachts geen onbewoonde tent of caravan achter;
f. kunnen op clubterreinen geen plaats reserveren, tenzij artikel B.2.7 van kracht is.
Art. A.1.3. Natuur en terrein ontzien
Clubleden:
a. verplaatsen na een verblijf van (telkens) vier nachten tent of caravan om de bodem te beschermen tegen kaal-kamperen;
b. rijden uitsluitend met de auto op het clubterrein om een caravan naar een kampeerplek te brengen of daarvan weg te halen;
c. parkeren auto, aanhanger (niet zijnde een aanhanger bedoeld voor achter de fiets), motor,
bromfiets of scooter op het parkeerterrein;
d. maken bij voorkeur gebruik van de fietsenstalling, indien aanwezig;
e. plaatsen anders fiets, fietskar, surfplank en dergelijke uit het zicht, zonder beplanting en andermans kampeeruitrusting te beschadigen;
f. lopen (en fietsen niet) over bestaande paden om begroeiing niet te beschadigen en om te voorkomen dat nieuwe of te brede paden ontstaan;
g. ledigen toiletemmer met chemische middelen in een daarvoor bestemde en aangegeven voorziening; anders worden deze chemische middelen niet geloosd;
h. zorgen voor een goede opvang van het afvalwater en het deponeren van het afvalwater op de aangegeven plaats bij het toiletgebouw;
i. stoken uitsluitend kampvuren en kookvuurtjes als dat volgens plaatselijke bepalingen en door de kampmeester is toegestaan en uitsluitend op daarvoor bestemde plaatsen;
j. zorgen ervoor dat - als mag worden gebarbecued - de bodem bij tent of caravan niet wordt beschadigd;
k. zetten geen hete pannen en andere hete voorwerpen op het gras zonder isolerende onderlaag te gebruiken;
i. leven, in het bijzonders winters, nauwkeurig terreinvoorschriften na over gebruik waterleiding en toiletten.
Art. A.1.4. Medekampeerders geen last bezorgen
Clubleden:
a. respecteren ieders persoonlijke levenssfeer en bijbehorende grenzen;
b. plaatsen tent of caravan zo mogelijk op ruime afstand van anderen en ontnemen medekampeerders het uitzicht niet;
c. gebruiken audio-, video- en telecommunicatieapparatuur zodanig dat anderen daar geen hinder van hebben;
c. houden rekening met de (nacht)rust van medekampeerders;
d. hangen was- en beddengoed zoveel mogelijk uit zicht van anderen;
e. letten bij barbecuen op dat anderen geen last van rook hebben;
f. houden er rekening mee dat op een enkel clubterrein het verblijf van huisdieren is verboden; op de andere clubterreinen houden ze huisdieren aan de lijn en laten deze buiten het terrein uit;
g. richten zich tot de kampmeester als zij bepaalde problemen niet zelf kunnen oplossen.
Art. A.1.5. Werkzaamheden voor de club
Clubleden:
a. maken vrijwillig toiletten en wasgelegenheden schoon;
b. doen in overleg met de kampmeester eventueel andere klusjes;
c. dragen naar vermogen bij aan het onderhoud van clubterreinen op werkdagen en werkweekends;
d. dragen naar vermogen bij aan het goed functioneren van de club.
A.2. Clubcodecommissie (artikel 12.3 van de statuten)
Art. A.2.1. Er is een clubcodecommissie die als
taken heeft:
a. het bewaken van de juiste toepassing van de onder A.3 genoemde klachtenprocedure alsmede het adviseren van het hoofdbestuur over mogelijke verbeteringen van deze regeling;
b. het adviseren van het hoofdbestuur over de afdoening van ernstige overtredingen van de regels, gehoord hebbende het afdelingsbestuur van de afdeling waartoe betrokkene behoort en het afdelingsbestuur dat de klacht aanmeldde;
c. het adviseren van het afdelingsbestuur over de afhandeling van klachten;
d. het adviseren van het hoofdbestuur over
- de behandeling van het beroep dat een kennismakingslid bij de algemene ledenvergadering heeft ingediend bij niet toelating als lid,
- respectievelijk het beroep dat een lid aldaar heeft ingediend bij ontzetting uit het
lidmaatschap;
- het gevraagd en ongevraagd adviseren van het hoofdbestuur in alle zaken die verband houden met de clubcode, het toetredingsbeleid en de klachtenregeling;
e. het registreren van klachten in verband met het schenden van de clubcode, gemeld door een afdelingsbestuur of clubleden;
f. het desgevraagd adviseren van kennismakingsleden in zaken die verband houden met hun toelating als lid.
Art. A.2.2. De clubcodecommissie bestaat uit tenminste drie en ten hoogste vijf leden.
De leden worden door het hoofdbestuur benoemd uit de stemgerechtigde leden voor een periode van maximaal drie clubjaren. De voordracht komt van het dagelijks bestuur dan wel van de clubcodecommissie. Jaarlijks treedt een deel van de commissie af volgens een vooraf opgesteld rooster. De aftredende leden zijn terstond herkiesbaar voor maximaal nog één periode van drie jaar.
Art. A.2.3. Leden van de clubcodecommissie mogen geen deel uitmaken van enig bestuur binnen de vereniging.
Art. A.2.4. Voor het uitbrengen van een advies is de clubcodecommissie bevoegd bij een ieder binnen de vereniging inlichtingen in te winnen, rekening houdend met overwegingen van privacy.
A.3. Klachtenprocedure (artikel 2.3, 4.4 en 4.5 van de statuten)
Art. A.3.1. De kampmeester die, of het clublid dat een klacht heeft over het schenden van de clubcode door een ander clublid zal eerst trachten deze klacht met dat lid te bespreken, opdat de oorzaak van de klacht wordt weggenomen dan wel op een andere wijze de kwestie bevredigend wordt opgelost.
Art. A.3,2. Indien een clublid een klacht heeft over een ander clublid en de in artikel
A.3.1 vermelde actie niet leidt tot een bevredigend resultaat dan meldt dat clublid zijn klacht bij de kampmeester, die opnieuw zal trachten de kwestie bevredigend op te lossen.
Art. A.3.3. Indien de kampmeester er niet in slaagt de kwestie tot een oplossing te brengen, legt hij de gegevens betrekking hebbend op de klacht vast in een rapport bestemd voor het afdelingsbestuur dat het clubterrein beheert. De kampmeester handelt verder naar bevind van zaken, rekening houdend met zijn rechten en plichten zoals beschreven in het reglement voor de clubterreinen.
Art. A.3.4. Het in artikel A.3.3 genoemde afdelingsbestuur is verantwoordelijk voor de verdere behandeling van een klacht die niet door de kampmeester is opgelost. Het is in ieder geval verantwoordelijk voor het verzamelen van gegevens over de feiten en de omstandigheden die voor een goed inzicht in de kwestie van belang zijn.
Art. A.3.5. Komt ook dit bestuur niet tot een oplossing of overstijgt het probleem de bevoegdheden van een afdelingsbestuur dan draagt dit bestuur de behandeling van de kwestie over aan het dagelijks bestuur onder overlegging van de hierop betrekking hebbende stukken.
Art. A.3.6. Het dagelijks bestuur vraagt advies aan de clubcodecommissie.
Art. A.3.7. De clubcodecommissie raadpleegt de stukken, hoort desgewenst de partijen met betrekking tot de klacht en brengt het dagelijks bestuur schriftelijk advies uit over haar bevindingen en over de te nemen maatregelen.
Art. A.3.8. Het dagelijks bestuur neemt daarna een besluit over de te nemen maatregelen en licht de clubcodecommissie, het afdelingsbestuur en de partijen daarover in, rekening houdend met overwegingen van privacy.
Indien het besluit leidt tot opzegging van het lidmaatschap of tot ontzetting uit het lidmaatschap van een clublid dat de clubcode heeft geschonden, dan dient dit besluit te worden genomen en uitgevoerd door het hoofdbestuur met inachtneming van de statuten.
Indien het dagelijks bestuur een andere maatregel neemt tegen een lid dat de clubcode heeft geschonden, kan dat clublid hiertegen bezwaar aantekenen bij het hoofdbestuur.
A.4. Caravangebruik (artikel 5 van de statuten)
Art. A.4.1. Het hoofdbestuur verleent aan clubleden van veertig jaar en ouder maar jonger dan vijftig jaar op hun schriftelijk verzoek alleen toestemming op de clubterreinen met een caravan als bedoeld in artikel A.1.1. te kamperen als daarvoor een bijzondere persoonlijke reden is, dit ter beoordeling van het hoofdbestuur.
Art. A.4.2. Het hoofdbestuur verleent aan clubleden jonger dan veertig jaar in het algemeen geen toestemming voor het gebruik van een caravan op de clubterreinen.
Art. A.4.3. Indien van twee duurzaam samenwonende partners een van hen aan de criteria tot caravangebruik op de clubterreinen voldoet, dan verleent het hoofdbestuur alleen aan die ene partner toestemming, waarbij mede-kamperen van de andere partner is toegestaan. Voldoet de andere partner echter aan het criterium van zeven jaren lidmaatschap, dan verleent het hoofdbestuur ook deze desgevraagd toestemming.
Art. A.4.4. De toestemming van het hoofdbestuur tot het kamperen met een caravan op de clubterreinen is persoonlijk en niet overdraagbaar en geldt, tenzij het hoofdbestuur in bijzondere gevallen een tijdelijke toestemming verleent, voor onbepaalde tijd.
Art. A.4.5. Daar waar in dit artikel wordt besproken over een caravan wordt daaronder ook verstaan het kampeermiddel als bedoeld in artikel A.1.1.4.b.
A.5. Slotbepaling
Art. A.5.1. In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist het hoofdbestuur.
B. REGLEMENT VOOR DE CLUBTERREINEN NA ALV 25 MAART 2023
Vastgesteld op de ALV van 30 september 1995 te Austerlitz
Art. B.1.2; B.1.5; B.3.2; B4.1 zijn gewijzigd en/of vastgesteld op de ALV van 30 maart 2019 Art. B.2.7; B.3.3 zijn gewijzigd en/of vastgesteld op de ALV van 25 maart 2023
Inhoud:
B.1 Beheer
B.2 Toegang
B.3 Kampregels
B.4 Kampmeester
B.5 Slotbepaling
B.1. Beheer (artikel 12.3 en 16.2 van de statuten)
Art. B.1.1. De clubterreinen worden namens het hoofdbestuur beheerd door een afdeling. Art. B.1.2. Het afdelingsbestuur zorgt er voor dat er voor elk terrein dat onder zijn beheer valt een sleuteladres is. Het sleuteladres is de plaats waar de toegangssleutel van het terrein zich bevindt wanneer deze niet wordt beheerd door de kampmeester. Het sleuteladres dient zo dicht mogelijk bij het terrein te zijn gelegen en dient zonder tussenkomst van personen toegankelijk te zijn voor de leden.
Art. B.1.3. Het hoofdbestuur bepaalt het beleid met betrekking tot het beheer van de clubterreinen en stelt daartoe regels op ten aanzien van inrichting, financieel beheer, investeringen, planning onderhoud en dergelijke.
Art. B.1.4. Op grond van het in artikel B.1.3 bedoelde beleid wordt voor elk terrein door het afdelingsbestuur, desgewenst onder gebruikmaking van advies van deskundigen, een meerjarenplan opgesteld, respectievelijk periodiek bijgesteld. Dit meerjarenplan behoeft de goedkeuring van het hoofdbestuur.
Het meerjarenplan vormt de basis voor de inrichting en het onderhoud van het clubterrein. Art. B.1.5. Het afdelingsbestuur benoemt een of meer van zijn leden tot terreincommissaris. De terreincommissaris, al dan niet gesteund door een terreincommissie, draagt zorg voor het sleuteladres, organiseert het onderhoud van de terreinen en is in algemene zin verantwoordelijk voor het beheer van gebouwen en beplantingen.
Art. B.1.6. Indien een afdeling meer clubterreinen beheert kan binnen het bestuur per terrein een terreincommissaris worden benoemd, of een terreincommissaris voor de terreinen tezamen die dan per terrein gesteund wordt door een terreincommissie.
Art. B.1.7. Het financiële beheer met betrekking tot een clubterrein is ondergebracht bij de afdelingspenningmeester.
B.2. Toegang (artikel 2.1 van de statuten)
Art. B.2.1. Toegang tot de clubterreinen hebben leden, kennismakingsleden en hun gezinsleden indien zij in het bezit zijn van een geldig bewijs van lidmaatschap.
Art. B.2.2. Voorts hebben toegang:
a. introducés;
b. leden van de zusterorganisaties Camping Club de France en The Camping and Caravanning Club Ltd, kamperend met een tent en mits zij zich houden aan de clubcode. Indien zij niet met een tent kamperen hebben zij uitsluitend toegang op uitnodiging;
c. passanten, zoals lange-afstandwandelaars en individuele leden van Scouting Nederland, mits zij zich houden aan de clubcode. Zij kunnen worden geïntroduceerd door de kampmeester of door een ander lid van de vereniging;
d. niet-leden die in noodgevallen s avonds laat binnenkomen. Hun wordt die nacht, ongeacht hun kampeermiddel behoudens kampeer- auto, indien mogelijk gastvrijheid geboden, dit ter beoordeling van de kampmeester.
Art. B.2.3. Gezinsleden jonger dan 14 jaar mogen alleen van de clubterreinen gebruik maken onder geleide van een lid van i6 jaar of ouder, behoudens dispensatie door het
dagelijks bestuur.
Art. B.2.4. Bezoekers betalen kampgeld indien hun bezoek langer dan twee uur duurt. Bezoek van niet-leden is incidenteel toegestaan en mag nimmer het aanzien van dagrecreatie krijgen, dit ter beoordeling van de kampmeester.
Art. B.2.5. Voor het overige hebben toegang tot de clubterreinen al diegenen die daartoe schriftelijk toestemming van het dagelijks bestuur of het afdelingsbestuur hebben verkregen. Art. B.2.6. Het op de clubterreinen bedrijven van commerciële activiteiten in de ruimste zin van het woord is niet toegestaan, tenzij met uitdrukkelijke toestemming van het dagelijks bestuur.
Art. B.2.7. Het hoofdbestuur is bevoegd te besluiten om voor steeds voor periodes van maximaal een clubjaar aan de toegang tot de clubterreinen de voorwaarde te verbinden dat voorafgaand aan de toegang gebruik wordt gemaakt van een door het hoofdbestuur voorgeschreven (digitaal) reserveringssysteem. Tenzij het gebruik van een reserveringssysteem van overheidswege is voorgeschreven, behoeft het hoofdbestuur voor dit besluit de voorafgaande goedkeuring van de clubraad.
B.3. Kampregels (artikel 2.3 van de statuten)
Art. B.3.1. De voor het kamperen op de clubterreinen algemeen geldende regels zijn opgenomen in het reglement voor de clubcode.
Art. B.3.2. Afdelingen mogen voor onder hun beheer vallende clubterreinen aanvullende kampregels vaststellen. Deze mogen niet in strijd zijn met de statuten en reglementen. Voor deze aanvullende bepalingen is de goedkeuring van het hoofdbestuur vereist.
Zij worden van kracht na publikatie op de website en dienen duidelijk zichtbaar op het clubterrein aanwezig te zijn. De voor een clubterrein geldende aanvullende kampregels dienen tenminste eens per vijf jaar te worden heroverwogen.
Art. B.3.3. Het hoofdbestuur is bevoegd te besluiten om voor steeds voor periodes van maximaal een clubjaar aanvullende kampregels vast te stellen. Tenzij deze aanvullende kampregels van overheidswege is voorgeschreven, behoeft het hoofdbestuur voor dit besluit de voorafgaande goedkeuring van de clubraad.
B.4. Kampmeester (artikel 16.4 van de statuten)
Art. B.4.1. De leiding op een clubterrein berust bij een kampmeester. De kampmeester beheert de toegangssleutel van het terrein zolang hij kampmeester is.
Art. B.4.2. Kampmeesters worden aangezocht door het afdelingsbestuur waaronder het terrein ressorteert.
Art. B.4.3. Op een terrein waar geen door het afdelingsbestuur aangezochte kampmeester aanwezig is fungeert het eerst aanwezige meerderjarige lid als kampmeester.
Art. B.4.4. Kampmeesters, zowel zij die deze taak bij afwezigheid van een aangezochte kampmeester op eigen initiatief verrichten, als zij die daartoe door een afdelingsbestuur zijn aangezocht, zijn gedurende de uitoefening van hun taak functionaris van het afdelingsbestuur dat het terrein beheert. Art. B.4.5. Degene die een tocht uitschrijft wijst een leider aan.
Indien in het kader van een tocht gekampeerd wordt op een terrein van de NTKC wordt vooraf door het afdelingsbestuur, op verzoek van en in overleg met degene onder wiens verantwoordelijkheid de tocht plaats vindt, vastgesteld hoe de kampmeesterstaken worden verdeeld en welk lid als kampmeester de eindverantwoordelijkheid draagt. Bij deze berust de leiding van het gehele kamp. Art. B.4.6. De kampmeester richt zich bij de uitoefening van zijn functie naar de bepalingen van de statuten, de reglementen en eventuele aanvullende kampregels.
Art. B.4.7. Ter herkenning plaatst de kampmeester een kampmeestersvlag (geel met een Zwarte K) bij zijn tent of caravan.
Art. B.4.8. De kampmeester kan zich voor de uitoefening van zijn taak, onder zijn verantwoordelijkheid, doen bijstaan door een of meer
assistenten.
Art. B.4.9. Voor de kampmeester kan een plaats worden aangewezen. Zijn kampeermiddel dient bij voorkeur op een voor de uitoefening van zijn taak passende plaats te staan.
Art. B.4.10. De kampmeester heeft het recht kampeerders en bezoekers de toegang tot het terrein te ontzeggen c.q. deze van het terrein te verwijderen indien hij dit nodig acht ter handhaving van de orde of rust.
Art. B.4.11. Bij ernstige problemen in verband met het niet naleven van de clubcode of in het geval van ordeverstoring kan de kampmeester zich doen bijstaan door een kampraad van drie personen, bestaande uit door hem aan te wijzen, in het kamp aanwezige meerderjarige leden, waarbij aanwezige bestuursleden de voorkeur hebben.
Art. B.4.12. De kampmeester brengt bijzondere gebeurtenissen en eventueel wangedrag van deelnemers aan een kamp in eerste instantie schriftelijk ter kennis van het afdelingsbestuur dat het betrokken terrein in beheer heeft. Dit bestuur handelt de klacht af zoals bepaald is in het reglement voor de clubcode.
Art. B.4.13. Het hoofdbestuur geeft een handleiding voor kampmeesters uit, die relevante artikelen uit statuten en reglementen samenvat.
B.5. Slotbepaling
Art. B.5.1. In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist het hoofdbestuur.
3
C. REGLEMENT VOOR DE CLUBSTRUCTUUR
Vastgesteld op de ALV van 30 september 1995 te Austerlitz
Art. C.1.1; C.2.11; C.4.13 zijn gewijzigd en/of vastgesteld op de ALV van 30 maart 2019 Art. C.1.2 is gewijzigd en/of vastgesteld op de ALV van 25 maart 2023
Inhoud:
C.1 Algemene ledenvergadering
C.2 Hoofdbestuur
C.3 Clubraad
C.4 Afdelingen
C.5 Slotbepaling
C.1. Algemene Ledenvergadering (artikel 6.1 tot en met 10.3 en artikel 18 van de statuten) Art. C.1.1. De jaarlijkse algemene ledenvergadering wordt in maart gehouden.
Zij wordt bijeengeroepen binnen de termijn zoals aangegeven in artikel 7.2 van de statuten en onder vermelding van plaats en tijdstip.
Art. C.1.2. Het hoofdbestuur stuurt uiterlijk zeven weken voor de datum van de algemene ledenvergadering aan de leden, kennismakingsleden, buitengewone leden en hun gezinsleden en aan de donateurs:
- de agenda met de opgave van de te behandelen onderwerpen;
- een toelichting op de agendapunten.
Art. C.1.3. Voorstellen van afdelingen en secties zoals bedoeld in artikel 9.4 van de statuten moeten uiterlijk 1 december in het bezit zijn van de secretaris van het hoofdbestuur.
Art. C.1.4. Amendementen van afdelingen en secties zoals bedoeld in artikel 9. van de statuten moeten uiterlijk vierweken voor de algemene ledenvergadering in het bezit zijn van de secretaris van het hoofdbestuur. De secretaris brengt deze amendementen uiterlijk twee weken voor de vergadering ter kennis van de in artikel C.1.2 genoemde personen.
Art. C.1.5. De kandidaatstelling door een afdeling voor leden van de financiële commissie dient uiterlijk vier weken voor de algemene ledenvergadering in het bezit te zijn van de secretaris, vergezeld van een toe- stemmende verklaring van de kandidaat.
De secretaris brengt deze kandidaten uiterlijk twee weken voor de vergadering ter kennis van de in artikel C.1.2 genoemde personen.
C.2. Hoofdbestuur (artikel 11.1 tot en met 14.5 van de statuten) Kandidaatstelling, benoeming en aftreden bestuursleden
Art. C.2.1. De leden van het hoofdbestuur mogen geen lid zijn van een afdelings- of sectiebestuur of uit hoofde van hun beroep of bedrijf belang hebben bij het kamperen. Art. C.2.2. De door het hoofdbestuur voorgedragen bestuurskandidaten moeten uiterlijk zeven weken voor de algemene ledenvergadering bekend worden gemaakt.
Kandidaatstellingen voor leden van het hoofdbestuur dienen vier weken voor de algemene ledenvergadering in het bezit te zijn van de secretaris, vergezeld van een toestemmende verklaring van de kandidaat. De secretaris brengt deze kandidaten uiterlijk twee weken voor de vergadering ter kennis van de in artikel C.1.2 genoemde personen.
Art. C.2.3. Trekt een gestelde kandidaat zich terug, dan kunnen staande de algemene ledenvergadering andere leden kandidaat gesteld worden, mits deze kandidatuur gesteund wordt door tenminste tien stemgerechtigde leden.
Art. C.2.4. De totale aaneengesloten duur van het bestuurslidmaatschap mag de negen jaren niet overschrijden.
Art. C.2.5. In de vacature, die ontstaat door het tussentijdse aftreden van een lid, voorziet het hoofdbestuur tot aan de eerstvolgende algemene ledenvergadering. In het rooster van aftreding komt een tussentijds benoemd lid in de plaats van het afgetreden lid.
Taakverdeling tussen de leden van het hoofdbestuur
Art. C.2.6. De voorzitter leidt de vergadering van het dagelijks bestuur en hoofdbestuur alsmede de vergadering van de clubraad en de algemene ledenvergadering. Bij zijn ontstentenis wordt gehandeld volgens de statuten.
Art. C.2.7. De secretaris heeft tot taken:
a. het verzorgen van de convocaties voor de in artikel C.2.6 genoemde vergaderingen;
b. het opstellen van de notulen van deze vergaderingen, die na goedkeuring door de desbetreffende vergadering door voorzitter en secretaris worden ondertekend;
c. tenzij de notulen van een algemene ledenvergadering kort na de vergaderdatum gepubliceerd worden, het spoedig publiceren van een lijst van de besluiten, die ter vergadering genomen werden;
d. het bewaren van alle belangrijke documenten gedurende de wettelijke termijn of voor onbepaalde tijd, indien dit voor de kennis van de historie van de vereniging van belang is;
e. het opstellen van het jaarlijkse verslag aan de algemene ledenvergadering over de verrichtingen van de vereniging;
f. het verzorgen van de inkomende en uitgaande correspondentie van het hoofdbestuur en het dagelijks bestuur.
Art. C.2.8. De penningmeester heeft tot taken:
a. het beheer van de geldmiddelen en alle overige vermogensbestanddelen van de vereniging en het voeren van de daarvoor noodzakelijke administratie;
b. het jaarlijks rekening en verantwoording geven aan de financiële commissie en aan de algemene ledenvergadering;
c. het jaarlijks, in overleg met het hoofdbestuur, opstellen van een begroting, die in de algemene ledenvergadering wordt behandeld.
Art. C.2.9. De goedkeuring van het verslag van de penningmeester door de algemene ledenvergadering strekt tot décharge van de penningmeester voor zijn financieel beheer en tot décharge van het hoofdbestuurvoor zijn financieel beleid. Art. C.2.10. Tegenover dagelijks bestuur, hoofdbestuur en financiële commissie is de penningmeester te allen tijde tot opening van de boeken gehouden.
Art. C.2.11. De werkzaamheden van de overige leden van het hoofdbestuur worden in onderling overleg geregeld. In elk geval dienen de volgende taken te worden toegewezen aan een of meer bestuursleden:
het beleid met betrekking tot het beheer van de clubterreinen, het coördineren en stimuleren van clubactiviteiten, het beleid met betrekking tot de externe promotie, de clubadministratie en de eindredactie van het cluborgaan en de website.
Art. C.2.12. Voor het aangaan van financiële verplichtingen met een waarde kleiner dan vijfentwintigduizend euro kan één lid van het dagelijks bestuur de vereniging vertegenwoordigen.
C.3. Clubraad (artikel 9.3, 15.1 tot en met 15.7, 20.1, 21.1 en 22.1 van de statuten)
Art. C.3.1. De clubraad komt per verenigingsjaar tenminste eenmaal bijeen, in de maand november.
Art. C.3.2. De clubraad bestaat uit:
a. Clubraadsleden, omvattende drie vertegenwoordigers van elke afdeling. Zij zijn de stemgerechtigde leden van de clubraad.
Twee leden van de afvaardiging zijn de voorzitter en de secretaris van het afdelingsbestuur. Zij worden bij verhindering vervangen door andere door het afdelingsbestuur uit zijn midden aan te wijzen bestuursleden.
Een lid van de afvaardiging is een afdelingslid, geen lid van het afdelingsbestuur zijnde, die op de afdelingsvergadering van oktober door de leden van de afdeling voor het lopende verenigingsjaar wordt gekozen. Dit lid wordt bij verhindering vervangen door een eveneens op deze vergadering door de leden voor het lopende verenigingsjaar gekozen reservelid.
De afdeling kan geen andere dan de hierboven genoemde leden respectievelijk reserveleden afvaardigen.
b. Clubraadsdeelnemers, omvattende de niet-stemgerechtigde functionarissen, zoals aangeduid in artikel 15.2 van de statuten. De vertegenwoordiging van de secties is op dezelfde wijze samengesteld als de in dit artikel onder a. genoemde vertegenwoordiging van de afdelingen.
Art. C.3.3. Het secretariaat wordt gevoerd door de secretaris van de vereniging.
Art. C.3.4. De termijn van oproeping voor de clubraadsvergadering bedraagt tenminste zestig dagen. De voorstellen van het hoofdbestuur alsmede van de afdelingen en secties zoals genoemd in artikel
15.3 van de statuten moeten uiterlijk eenentwintig dagen voor de vergadering in
het bezit zijn van de secretaris van het hoofdbestuur. De agenda, met zo mogelijk een toelichting op de te behandelen onderwerpen, dient uiterlijk veertien dagen voor de vergadering in het bezit van de deelnemers te zijn. Art. C.3.5. Voorstellen, die de clubraad ter besluitvorming aan de algemene ledenvergadering zal voorleggen, worden door de secretaris op de agenda van deze ledenvergadering geplaatst.
Art. C.3.6. Een voorstel dat in verband met artikel 9.3 van de statuten is terugverwezen naar de clubraad wordt op de agenda geplaatst van de volgende algemene ledenvergadering in al dan niet gewijzigde vorm, dan wel in de vorm van een beargumenteerd advies het voorstel te laten vervallen, waarna de algemene ledenvergadering het voorstel bekrachtigt of afwijst, dan wel het advies overneemt.
C.4. Afdelingen (artikel 9.4, 9.5, 12.3 en 16.1 tot en met 16.5 van de statuten)
Bestuur van de afdeling
Art. C.4.1. Leden van het afdelingsbestuur worden door de afdelingsledenvergadering benoemd. Alleen leden behorende tot een afdeling kunnen bestuurslid in die afdeling worden, tenzij het hoofdbestuur daarvan tijdelijke ontheffing verleent.
Afdelingsbestuursleden die tijdens hun zittingsperiode naar een andere afdeling verhuizen kunnen tot het einde van die periode aanblijven als bestuurslid in de oude afdeling. Zij worden daarna ingedeeld bij de andere afdeling.
Art. C.4.2. Het afdelingsbestuur bestaat tenminste uit voorzitter, penningmeester, secretaris en terreincommissaris. Met goedkeuring van de afdelingsledenvergadering kunnen meer leden benoemd worden.
De voorzitter wordt in functie gekozen.
Art. C.4.3. De benoeming van de leden van het afdelingsbestuur geschiedt uit een of meer bindende voordrachten. Zowel het afdelingsbestuur als tien leden van de afdeling tezamen kunnen iemand kandidaat stellen.
Een voordracht van een groep van tien leden dient vijftien dagen voor de afdelingsvergadering schriftelijk aangemeld te worden bij de secretaris, vergezeld van een verklaring van toestemming van de gestelde kandidaten.
Voorts zijn bij de benoeming van afdelingsbestuursleden de bepalingen van kracht die in artikel 11.3 tot en met artikel 11.7 van de statuten voor de benoeming van leden van het hoofdbestuur zijn vermeld.
Art. C.4.4. Jaarlijks treedt een derde van het aantal leden van het afdelingsbestuur af volgens vooraf opgesteld rooster; zij zijn terstond herkiesbaar. De totale aaneengesloten duur van een bestuurslidmaatschap mag de negen jaren niet overschrijden.
Art. C.4.5. Een afdelingsbestuur vergadert zo dikwijls de voorzitter of twee van de overige bestuursleden dit nodig vinden. Er kunnen besluiten genomen worden indien tenminste de helft van het aantal bestuursleden ter vergadering aanwezig is.
Art. C.4.6. Het afdelingsbestuur dient jaarlijks voor 1 november de rekening en verantwoording van de penningmeester over het per 30 september beëindigde verenigingsjaar in bij de penningmeester van het hoofdbestuur.
Art. C.4.7. De door de penningmeester ingediende rekening en verantwoording wordt gecontroleerd door een kascontrolecommissie van tenminste twee meerderjarige stemgerechtigde leden, benoemd door de afdelingsledenvergadering; zij treden jaarlijks af, waarbij één hunner niet terstond herkiesbaar is.
De afdelingssecretaris deelt bovenbedoelde benoeming schriftelijk mee aan de financiële commissie, onder vermelding van de namen en adressen van de leden. De kascontrolecommissie brengt schriftelijk verslag uit van haar bevindingen aan de afdelingsledenvergadering. Een getekend exemplaar van het verslag zendt zij aan de financiële commissie. Deze heeft de bevoegdheid de kascontrolecommissie van de afdeling aanwijzingen te geven voor het vervullen van haar taak.
Art. C.4.8. Tegenover afdelingsbestuur en kascontrolecommissie, alsmede tegenover de penningmeester van het hoofdbestuur en de financiële commissie, is de afdelingspenningmeester te allen tijde tot opening van boeken gehouden.
Art. C.4.9. De afdelingssecretaris zendt jaarlijks voor i november een afschrift van de jaarverslagen zoals bedoeld in artikel C.4.11 sub a aan de secretaris van het hoofdbestuur. Verder deelt hij eveneens voor genoemde datum de namen van afgetreden bestuursleden en de namen en adressen van benoemde bestuursleden mede en doet
tevens opgave van de verkozen afvaardiging voor de clubraad.
Art. C.4.10. De afdelingsbesturen zijn voor de vervulling van hun taak verantwoording verschuldigd tegenover hun afdelingsledenvergadering en het hoofdbestuur.
Afdelingsledenvergadering
Art. C.4.11. De afdeling houdt jaarlijks in oktober een gewone ledenvergadering. Plaats, tijdstip en agenda worden vastgesteld door het afdelingsbestuur. Deze vergadering behandelt in ieder geval:
a. jaarverslag van de secretaris, terreincommissaris en toersecretaris;
b. rekening en verantwoording van de penningmeester, de afdelings- en terreinbegroting, het verslag van de kascontrolecommissie;
c. de verkiezing van de leden van het afdelingsbestuur;
d. de verkiezing van de afvaardiging naar de clubraad en van de kascontrolecommissie.
Daarnaast behandelt de afdelingsledenvergadering onderwerpen op verzoek van de clubraad.
Verder wordt jaarlijks een afdelingsledenvergadering gehouden uiterlijk zes weken voor de algemene ledenvergadering, waarin in ieder geval de agenda van laatstgenoemde vergadering behandeld moet worden.
Art. C.4.12. Leden hebben uitsluitend stemrecht in de eigen afdelingsvergaderingen. Art. C.4.13. Afdelingsledenvergaderingen worden tenminste dertig dagen voor de datum van de vergadering aangekondigd met vermelding van agendapunten van de afdeling en de door het afdelingsbestuur gestelde kandidaten voor het afdelingsbestuur. Een algemene voor alle afdelingsledenvergaderingen geldende agenda wordt gepubliceerd op het voor de leden toegankelijke gedeelte van de website.
Art. C.4.14. Tien leden kunnen tezamen voorstellen indienen ter behandeling in de afdelingsledenvergadering.
Art. C.4.15. Trekt een kandidaat voor een bestuursfunctie zich terug, dan kunnen staande de vergadering andere leden kandidaat gesteld worden en desgevraagd de vacature tijdelijk waarnemen. Deze kunnen in de eerstvolgende afdelingsledenvergadering worden gekozen.
Art. C.4.16. Extra ledenvergaderingen van de afdeling worden gehouden, wanneer het hoofdbestuur dan wel het afdelingsbestuur dit noodzakelijk acht of tenminste tien stemgerechtigde leden daartoe, onder vermelding van de te behandelen onderwerpen, een schriftelijk verzoek bij de secretaris van de afdeling indienen. Heeft de voorzitter een maand na een verzoek de vergadering nog niet uitgeschreven, dan kunnen de verzoekers zelf tot een bijeenroeping overgaan.
Financiën van de afdeling
Art. C.4.17. Teneinde de afdelingen de gelegenheid te bieden hun taak zoals genoemd in de statuten uit te voeren worden door de penningmeester van het hoofdbestuur de benodigde middelen ter beschikking gesteld. Dit geschiedt op basis van de door het hoofdbestuur goedgekeurde afdelingsbegroting en rekening houdend met het in de afdelingskas aan het begin van het desbetreffende clubjaar beschikbare afdelingskassaldo.
Art. C.4.18. De voor het beheer van terreinen benodigde middelen worden op basis van de terreinbegroting, na overleg tussen het afdelingsbestuur en vertegenwoordigers van het hoofdbestuur, uiteindelijk door het hoofdbestuur vastgesteld.
Art. C.4.19. De afdeling int namens het hoofdbestuur de kampgelden op de door haar beheerde clubterreinen en draagt deze af aan de penningmeester van het hoofdbestuur.
C.5. Slotbepaling
Art. C.5. In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist het hoofdbestuur.
D. REGLEMENT VOOR HET CLUBLIDMAATSCHAP
Vastgesteld op de ALV van 30 september 1995 te Austerlitz
Art. D.3.1, D.3.2 en D.3.4 zijn vastgesteld door de ALV van 28 maart 2009
Art. D.7.1, D.7.3, D.7.4 en D.7.5 zijn vastgesteld door de ALV op 31 maart 2012
Art. D.1.2; D.2.4; D.2.7; D.2.8; D.2.9; D.7.6 zijn vastgesteld en/of gewijzigd door de ALV op 30 maart 2019 Art. D.1.2; D.1.4.; D.5; D.6.2 zijn gewijzigd en/of vastgesteld op de ALV van 25 maart 2023
Inhoud:
D.1 Introductie van niet-leden
D.2 Kennismakingslidmaatschap
D.3 Clubvoorlichting
D.4 Contributie
D.5 Bewijs van lidmaatschap
D.6 Kampgelden
D.7 Cluborgaan
D.8 Begunstigers
D.9 Slotbepaling
D.1. Introductie van niet-leden (artikel 2.1 en 2.2 van de statuten)
Art. D.1.1. De introductie heeft ten doel geïnteresseerden kennis te laten maken met de vereniging. Art. D.1.2. Leden (per Iidmaatschapsnummer), met uitzondering van kennismakingsleden, hebben het recht om tegelijkertijd een duurzaam samenwonende eenheid of maximaal twee niet duurzaam samenwonende personen te introduceren. Degene die introduceert is voor de introducé verantwoordelijk en dient derhalve kamperend aanwezig te zijn.
Art. D.1.3. Introductie van eenzelfde persoon is slechts mogelijk gedurende maximaal twee perioden van vier, dan wel een aaneengesloten periode van eenentwintig nachten.
Per clubterrein is de maximale verblijftijd vier nachten.
Art. D.1.4. Niet toegestaan is de introductie van:
a. personen, van wie het lidmaatschap van de vereniging door ontzetting is geëindigd;
b. personen, die met een ander kampeermiddel komen kamperen dan een grondgebonden tent als bedoeld in artikel A.1.1.1.a van het regelement voor de clubcode.
Art. D.1.5. Het hoofdbestuur, een afdelingsbestuur of sectiebestuur kan personen introduceren. Het is daarbij niet gebonden aan artikel D.1.2. Van deze introductie wordt betrokkene en het afdelingsbestuur dat het desbetreffende clubterrein beheert, schriftelijk mededeling gedaan.
Art. D.1.6. Bij het inschrijven als kampeerder op een clubterrein vullen introducerend lid en introducé een introductiekaart in. Deze is verkrijgbaar bij de kampmeester.
Art. D.1.7. Het dagelijks bestuur heeft de bevoegdheid een lid, dat verscheidene malen niet in de vereniging passende personen heeft geïntroduceerd, het recht personen te introduceren voor een periode van maximaal twaalf maanden te ontnemen.
Art. D.1.8. Het dagelijks bestuur kan introductie op bepaalde terreinen en/of gedurende bepaalde perioden verbieden.
Ook kan het de in artikel D.1.3 genoemde maxima in bijzondere gevallen verlengen.
Art. D.1.9. lntroducés die kamperen op de clubterreinen of deelnemen aan door de vereniging georganiseerde activiteiten doen dit, overeenkomstig artikel 2.4 van de statuten, voor eigen rekening en risico.
D.2. Kennismakingslidmaatschap (artikel 3.4, 3.9, 4.1, 4.2 en 4.3 van de statuten) Het toetreden als kennismakingslid
Art. D.2.1. Zij die kennismakingslid willen worden, dienen zich aan te melden via de website.
Art. D.2.2. (Vervallen bij besluit van de ALV van 27 maart 2004). Art. D.2.3. (Vervallen bij besluit van de ALV van 27 maart 2004). Art. D.2.4. Bij de aanmelding als kennismakingslid:
a. betaalt het kennismakingslid de contributie voor het lopende clubjaar, en
b. onderschrijft het kennismakingslid de doelstelling van de vereniging en de clubcode.
Het clubbureau verzorgt de verdere afwerking van de aanmeldingsprocedure waaronder het toezenden van het lidmaatschapsbewijs.
Art. D.2.5. Leden en kennismakingsleden zijn tot aanmelding als kennismakingslid van hun niet lid zijnde partner verplicht, indien deze gebruik maakt van een clubterrein dan wel indien deze deelneemt aan clubactiviteiten.
De kennismakingsperiode
Art. D.2.6. Alvorens men lid kan worden van de vereniging is men kennismakingslid gedurende een kennismakingsperiode.
Deze duurt twee jaar, gerekend van het einde van het clubjaar waarin aanmelding plaats vond. Art. D.2.7. Stemgerechtigde leden kunnen gedurende de kennismakingsperiode tegen aanneming van een kennismakingslid een schriftelijk en met redenen omkleed bezwaar inbrengen bij de clubcodecommissie. Deze commissie brengt dit bezwaar terstond ter kennis van het afdelingsbestuur en van het dagelijks bestuur.
Art. D.2.8. Vervallen bij besluit van de ALV 30 maart 2019.
Art. D.2.9. Vervallen bij besluit van de ALV 30 maart 2019.
Art. D.2.10. Vervallen bij besluit van de ALV van 27 maart 2004.
Art. D.2.11. Vervallen bij besluit van de ALV van 27 maart 2004.
Art. D.2.12. Bij gegronde bezwaren conform artikel D.2.7 of bij wangedrag gedurende de kennismakingsperiode, kan het dagelijks bestuur een lidmaatschap weigeren. Het kennismakingslid kan tegen deze weigering bezwaar aantekenen bij het hoofdbestuur en als dit bezwaar afgewezen wordt, in beroep gaan bij de algemene ledenvergadering.
Art. D.2.13. Bij aanmelding als kennismakingslid binnen twee jaar nadat betrokkene zich als lid van de vereniging heeft doen uitschrijven, moet de volledige contributie over de tussenliggende periode worden voldaan alvorens hij weer als kennismakingslid wordt ingeschreven.
D.3. Clubvoorlichting (artikel 2.2, 4.1 en 4.3 van de statuten)
Art. D.3.1. De voorlichting over de vereniging aan belangstellende niet-leden en aan kennismakingsleden vindt plaats door leden, hoofd- , afdeling- en sectiebesturen; Art. D.3.2. Vervallen
Art. D.3.3. Het hoofdbestuur coördineert de totaaluitvoering op landelijk niveau en ondersteunt op afdelingsniveau, een en ander in overleg met de afdelingsbesturen.
Art. D.3.4. Vervallen
D.4. Contributie (artikel 4.4, 4.6 en 19.1 van de statuten)
Art. D.4.1. Gewone leden en kennismakingsleden zijn gehouden een door de algemene ledenvergadering vastgestelde contributie te voldoen.
Ereleden, buitengewone leden en hun partners en gezinsleden zijn vrijgesteld van contributie.
Art. D.4.2. De betaling van de contributie dient te geschieden voor 1 december van het verenigingsjaar. Na die datum worden bij de contributie-inning de kosten van incasso en administratie in rekening gebracht.
Bij in gebreke blijven van een lid is het dagelijks bestuur bevoegd diens lidmaatschap op te zeggen. Art. D.4.3. Het dagelijks bestuur kan in bijzondere gevallen van jaar tot jaar gehele of gedeeltelijke vrijstelling van het betalen van contributie verlenen.
Aanvragen hiertoe dienen telkenmale een maand voor het begin van elk verenigingsjaar schriftelijk bij het hoofdbestuur te zijn ontvangen.
Art. D.4.4. Wijzigingen in de gezinssamenstelling die een verandering van het (gezamenlijk) contributiebedrag als gevolg zouden hebben, worden slechts voor het komende verenigingsjaar in behandeling genomen, indien de wijziging uiterlijk een maand voor het begin van dat verenigingsjaar schriftelijk bij het hoofdbestuur is aangemeld.
D.5. Bewijs van lidmaatschap (artikel 3.1 tot en met 4. van de statuten)
Art. D.5. Alle Leden en kennismakingsleden ontvangen, nadat de verschuldigde contributie is voldaan, een bewijs van lidmaatschap. Dit bewijs van lidmaatschap kan ook op digitale wijze verstrekt worden.
Zij hebben het recht van de clubterreinen gebruik te maken en deel te nemen aan verenigingsactiviteiten als zij een geldig bewijs van lidmaatschap kunnen overleggen.
Dit recht bestaat mede voor het tijdvak van i oktober tot en met 31 december na afloop van een
verenigingsjaar, tenzij het lidmaatschap met ingang van i oktober is opgezegd.
D.6. Kampgelden (artikel 19.1 van de statuten)
Art. D.6.1. De voor gebruik van de clubterreinen te betalen kampgelden worden vastgesteld door de algemene ledenvergadering.
Art. D.6.2. De verschuldigde kampgelden worden aan de kampmeester, tegelijk met de inschrijving in het kampregister, op elektronische wijze voldaan, tenzij op een terrein een andere regeling is aangegeven.
D.7. Cluborgaan (artikel 2.2 van de statuten)
Art. D.7.1. De vereniging geeft een cluborgaan uit, genaamd Buitenspoor, dat een door het
hoofdbestuur te bepalen aantal malen per jaar verschijnt. Daarnaast onderhoudt de vereniging een website.
Art. D.7.2. Leden, kennismakingsleden, buitengewone leden en begunstigers ontvangen het cluborgaan op hun postadres. Tot het gezin behorende leden vanaf 16 jaar ontvangen het cluborgaan alleen, indien zij daartoe de wens schriftelijk kenbaar maken en nadat de verschuldigde contributie is voldaan.
Art. D.7.3. De website en het cluborgaan staan ten dienste van de interne communicatie in de vereniging. Deze worden tevens gebruikt voor de presentatie van de vereniging naar buiten.
Art. D.7.4. Hoofdbestuur, afdeling- en sectiebesturen zijn gehouden zoveel als mogelijk is hun mededelingen op de website of in dit orgaan te publiceren.
Art. D.7.5. De redacties van de website en het cluborgaan worden benoemd door het hoofdbestuur en zijn
voor de inhoud ervan tegenover het hoofdbestuur verantwoordelijk. De vertegenwoordiging van het hoofdbestuur in de redactie wordt geregeld in het reglement voor de clubstructuur.