TOELICHTING OP JE SAMENLEVINGSOVEREENKOMST
TOELICHTING OP JE SAMENLEVINGSOVEREENKOMST
Deze toelichting is een vrije weergave van de hoofdlijnen van het aan jou toegezonden ontwerp van de samenlevingsovereenkomst. In geval van een geschil is de tekst van de getekende samenlevingsovereenkomst beslissend.
Gemeenschappelijke huishouding
In de samenlevingsovereenkomst staat vermeld dat je de kosten van de gemeenschappelijke huishouding samen betaalt naar evenredigheid van je inkomen. Degene die meer inkomen heeft draagt een groter gedeelte van de huishoudkosten dan de ander. Heeft één van jullie beiden geen inkomen, dan komen de kosten van de huishouding geheel voor rekening van het inkomen van de ander.
Mocht achteraf blijken dat je niet ieder naar evenredigheid aan de kosten van de gemeenschappelijke huishouding hebt meebetaald, dan kun je telkens na afloop van een kalenderjaar aan elkaar verrekening vragen. Je hebt daarvoor één jaar de tijd. Is binnen dat jaar niet verrekend, dan is het recht om alsnog verrekening te vragen vervallen. Als je relatie eindigt, kan slechts over het lopende jaar en het kalenderjaar daarvoor verrekening van ieders bijdrage aan de kosten van de huishouding worden verlangd.
Het maandelijkse bedrag dat jullie betalen voor de hypotheek (dus aflossing en rente) valt ook onder de huishoudkosten en betalen jullie samen, naar rato van je inkomen.
Doen jullie grote (incidentele) aflossingen, dan valt dit niet onder de huishoudkosten. Dit is dan een investering in de woning, daarvoor geldt hetgeen hierna is geschreven onder ‘gezamenlijke woning’.
Premies en koopsommen van een levensverzekering vallen niet onder de kosten van de huishouding. Deze bepaling hangt samen met de mogelijkheid om bij je overlijden erfbelasting over een polisuitkering te besparen.
Eventueel:
Partnerpensioen
In de samenlevingsovereenkomst wijs je elkaar aan als gerechtigde voor een eventueel partnerpensioen (nabestaandenpensioen bij overlijden).
Wij adviseren je bij je pensioenfonds te informeren of je pensioenfonds een partnerpensioen kent en - zo ja - aan welke eisen je moet voldoen om je partner daarvoor in aanmerking te laten komen. Deze voorwaarden kunnen per pensioenfonds verschillen. Vaak is een samenlevingsovereenkomst vereist, maar ook een bepaalde periode van samenwoning.
Bij een aantal pensioenfondsen blijft nadat je samenwoning is verbroken een recht op nabestaandenpensioen bestaan. Het dan opgebouwde nabestaandenpensioen behoort toe aan de ex-partner. Een eventuele nieuwe partner van de deelnemer wordt met dat nabestaandenpensioen gekort. Een ex-partner kan afstand doen van het opgebouwde nabestaandenpensioen. Meestal moet dat binnen 2 jaar na het einde van de samenwoning gebeuren.
Bij andere pensioenfondsen is sprake van een risicoverzekering waarbij geen waarde wordt opgebouwd. De partner krijgt dan bij verbreking van de samenleving geen aanspraak op opgebouwd partnerpensioen.
Nadere informatie hierover kun je opvragen bij je pensioenfonds.
Gezamenlijke woning
Omdat je ieder voor de helft eigenaar bent van de woning, moet het eigen geld dat je in de woning investeert/hebt geïnvesteerd (bijvoorbeeld bij de aankoop of bij een verbouwing), door jullie beiden worden betaald, ieder de helft. Gebeurt dat niet, dan ontstaat voor degene die teveel heeft betaald een renteloze vordering op de ander. Het gaat hier om investeringen in het huis en niet om huishoudkosten, zodat de vervaltermijn van één jaar waarover hiervoor werd gesproken hier niet van toepassing is. Het is belangrijk om van investeringen in het huis een goede administratie bij te houden.
Einde samenwoning tijdens leven
Mocht je relatie eindigen, dan zal bekeken moeten worden wat er met de gezamenlijke woning moet gebeuren. Je kunt de woning samen aan een ander verkopen (en beiden verhuizen) of één van jullie beiden neemt de woning met de hypothecaire lening over en de ander verhuist.
Of dit laatste haalbaar is hangt af van de vraag of de bank de vertrekkende partij uit de hoofdelijke aansprakelijkheid voor de lening wil ontslaan. Het inkomen van de achterblijvende partij zal daarvoor voldoende hoog moeten zijn.
Als het huis in waarde is gestegen zal de achterblijvende partij de ander moeten uitkopen. Als dat bedrag niet uit eigen geld kan worden betaald, zal daarvoor een aanvullende hypotheek moeten worden afgesloten.
Als het huis in waarde is gedaald, komt de waardedaling voor gezamenlijke rekening.
Mocht één van jullie beiden de woning overnemen, dan zal bij de verdeling de onbewoonde waarde worden gehanteerd.
De gemeenschappelijke roerende zaken (inboedel) zullen tussen jullie beiden worden verdeeld. Ieder krijgt de zaken terug die hij (bij het begin van de samenwoning) heeft aangebracht. Het is mogelijk om (een aantal van) die zaken op een lijst te vermelden en die lijst aan de samenlevingsovereenkomst te hechten. Dit kan onenigheid in de toekomst voorkomen. Als je een dergelijke lijst wilt opstellen ontvang ik die graag per e-mail van je.
Einde samenwoning door overlijden
Indien één van jullie beiden overlijdt worden alle gemeenschappelijke bezittingen eigendom van de langstlevende (verblijvingsbeding, zie artikel 9 van de samenlevingsovereenkomst.). Daaronder valt ook de gemeenschappelijke woning. De langstlevende is verplicht (het restant van) de hypothecaire lening voor zijn of haar rekening te nemen.
Het verblijvingsbeding heeft alleen betrekking op gemeenschappelijke bezittingen. Je privé- bezittingen vallen daarbuiten. Indien je wilt dat ook je privé-bezittingen bij je overlijden eigendom worden van je partner, dien je een testament te maken. Je kunt elkaar daarin tot enig erfgenaam benoemen of een andere regeling treffen.
Zolang je geen testamenten hebt opgesteld vererven je privé-bezittingen naar je wettelijke erfgenamen. Dit zijn op dit moment je ouders, broers en zussen samen. Zijn er broers en
zussen vóór je overleden, dan komen hun afstammelingen in hun plaats.
Als je een testament wilt opstellen neem dan contact met mij op, zodat ik je hierover uitleg kan geven en een kostenopgave kan zenden.
Indien je kort na elkaar overlijdt (elkaar minder dan zestig dagen overleeft) werkt het verblijvingsbeding niet. Ieders aandeel in het gemeenschappelijke vermogen wordt dan eigendom van ieders erfgenamen. Als je vlak na elkaar zou overlijden dan wordt op deze manier voorkomen dat al je gezamenlijke vermogen terecht komt bij de familie van degene die als laatste is overleden.
Slot
Zoals gezegd is deze toelichting een vrije weergave van de hoofdlijnen van het aan jou toegezonden ontwerp van de samenlevingsovereenkomst. In geval van een geschil is de tekst van de getekende samenlevingsovereenkomst beslissend.