Contract
36 (1994) Nr. 5
TRAC T A TENBLAD
VAN HET
K O N I N K R I J K D E R N E D E R L A N D E N
JAARGANG 2000 Nr. 19
A. TITEL
B. TEKST
Internationale Koffıeovereenkomst, 1994;
Londen, 30 maart 1994
De Engelse en de Franse tekst van de Overeenkomst zijn geplaatst in
Trb. 1994, 196. Zie voor de ondertekening Trb. 1994, 196 en Trb. 1995,
112.
C. VERTALING
Zie Trb. 1995, 112.
D. PARLEMENT
Zie Trb. 1995, 248.
E. BEKRACHTIGING
Zie Trb. 1995, 112, Trb. 1995, 248 en Trb. 1999, 199.
F. TOETREDING
Zie Trb. 1995, 112, Trb. 1995, 248 en Trb. 1999, 199.
G. INWERKINGTREDING
Zie Trb. 1995, 112, Trb. 1995, 248 en Trb. 1999, 199.
I. OPZEGGING
Zie Trb. 1999, 199.
J. GEGEVENS
Zie Trb. 1994, 196, Trb. 1995, 112, Trb. 1995, 248 en Trb. 1999, 199.
19 2
Resolutie nummer 384 van 21 juli 1999 (Engelse tekst afgedrukt in Trb. 1999, 199, blz. 3 e.v.)
De vertaling1) van de resolutie luidt als volgt:
Resolutie nummer 384
(Goedgekeurd tijdens de tweede plenaire vergadering, 21 juli 1999)
Verlenging van de Internationale Koffieovereenkomst van 1994
Aangezien:
De Internationale Koffieovereenkomst van 1994 zal eindigen op 30 september 1999;
Ter versterking van de structuren van de Internationale Koffie- organisatie, om deze beter te laten aansluiten bij de huidige behoeften van de wereldkoffie-economie, hebben de leden de noodzaak van een grotere deelname van de private sector in de werkzaamheden van de Organisatie onderkend. Hiertoe achten zij het nuttig een internationale koffieconferentie en een adviescollege van de private sector in het leven te roepen. Voorts achten zij het van belang passende instrumenten te creëren om een impuls te geven aan de bevordering van het koffie- verbruik en om het stelsel van statistieken van de Organisatie te verbe- teren;
Erkend wordt dat maatregelen nodig zijn teneinde deze zaken ter hand te nemen; en
Gemeend wordt dat de Internationale Koffieovereenkomst moet wor- den verlengd teneinde de Internationale Koffieorganisatie als forum voor internationale samenwerking op het gebied van koffieaangelegenheden te behouden en tijd te geven voor het onderhandelen over een nieuwe Overeenkomst waarin de bovengenoemde maatregelen worden opgeno- men, onverminderd de voorlopige invoering hiervan door middel van Resoluties van de Internationale Koffieraad,
Besluit de Internationale Koffieraad:
1. Dat de Internationale Koffieovereenkomst van 1994 wordt ver- lengd voor een periode van twee jaren: van 1 oktober 1999 tot en met 30 september 2001.
2. Dat de Raad ernaar streeft zo snel mogelijk, doch in elk geval uiterlijk 30 september 1999, maatregelen te nemen voor het instellen van een internationale koffieconferentie, en zorg draagt voor deelname van de private sector aan de werkzaamheden van de Organisatie alsmede voor de bevordering van het koffieverbruik. De Raad streeft er eveneens
1) De vertaling staat niet in Trb. 1999, 199 zoals daar abusievelijk vermeld.
3 19
naar om zo snel mogelijk maatregelen te nemen ter verbetering van het stelsel van statistieken.
3. Dat een voor alle leden openstaande Onderhandelingsgroep wordt opgericht, teneinde het ontwerp van een nieuwe Internationale Koffie- overeenkomst uiterlijk 30 september 2000 te finaliseren, zodat de ondertekenende Regeringen in staat zijn de procedure voor bekrachti- ging, goedkeuring of aanvaarding van de nieuwe Overeenkomst voor 30 september 2001 te voltooien. De Onderhandelingsgroep brengt regel- matig verslag uit aan de Raad en houdt zijn eerste vergadering zo spoe- dig mogelijk in het koffiejaar 1999/2000.
4. Dat de Internationale Koffieovereenkomst van 1994, zoals ver- lengd, in overeenstemming met de bepalingen van de eerste paragraaf van deze Resolutie, vanaf 1 oktober 1999 van kracht blijft tussen die Overeenkomstsluitende Partijen die, in overeenstemming met hun wet- en regelgeving, uiterlijk op 30 september 1999 van hun aanvaarding van deze verlenging hebben kennisgegeven aan de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties, indien deze Overeenkomstsluitende Partijen op die datum ten minste twintig exporterende leden vertegenwoordigen die een meerderheid van de stemmen van de exporterende leden bezitten, en ten minste tien importerende leden die een meerderheid van de stemmen van de importerende leden bezitten. Voor dit doel worden de stemmen bere- kend als op 31 juli 1999. De kennisgevingen worden ondertekend door het Staatshoofd of de Regeringsleider, of door de minister van Buiten- landse Zaken, of worden gedaan krachtens een door een der voornoemde personen ondertekende volmacht. In het geval van een internationale organisatie wordt de kennisgeving ondertekend door een in overeen- stemming met de regels van de Organisatie naar behoren gevolmach- tigde vertegenwoordiger, of gedaan krachtens een door deze vertegen- woordiger ondertekende volmacht.
5. Dat een kennisgeving door een Overeenkomstsluitende Partij waarin deze zich ertoe verplicht de verlengde Overeenkomst, in over- eenstemming met haar wet- en regelgeving, voorlopig toe te passen, welke uiterlijk 30 september 1999 door de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties wordt ontvangen, geacht wordt dezelfde werking te hebben als een kennisgeving van aanvaarding van de verlenging van de Internationale Koffieovereenkomst van 1994. Deze Overeenkomst- sluitende Partij geniet alle rechten en aanvaardt alle verplichtingen van een Lid. Indien evenwel de formele kennisgeving van aanvaarding van de tweejarige verlenging van de Internationale Koffieovereenkomst van 1994 niet op 31 maart 2000, of op een door de Raad vast te stellen latere datum, door de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties is ontvan- gen, neemt deze Overeenkomstsluitende Partij vanaf die datum niet lan- ger deel aan de Overeenkomst.
6. Dat elke Overeenkomstsluitende Partij bij de Internationale Koffie- overeenkomst van 1994, zoals verlengd, die de in de vierde en vijfde
19 4
paragraaf van deze Resolutie bedoelde kennisgeving niet heeft gedaan, voor 30 juni 2000, of op een door de Raad vast te stellen latere datum, tot de Overeenkomst kan toetreden, mits deze Overeenkomstsluitende Partij zich er bij de neerlegging van haar akte van toetreding toe ver- plicht al haar voorgaande verplichtingen uit hoofde van de Overeen- komst vanaf 1 oktober 1999 met terugwerkende kracht te zullen vervul- len.
7. Dat, indien niet aan de vereisten voor het van kracht blijven van de verlengde Internationale Koffieovereenkomst van 1994 is voldaan in overeenstemming met de bepalingen van het vierde en vijfde punt van deze Resolutie, de Regeringen die kennisgeving hebben gedaan van de aanvaarding of voorlopige toepassing van deze verlenging, bijeenkomen teneinde te beslissen:
a. of de Overeenkomst tussen hen van kracht blijft, en, zo ja, de voorwaarden vast te stellen voor de voortzetting van de activiteiten van de Organisatie; dan wel
b. of regelingen moeten worden getroffen voor het opheffen van de Organisatie in overeenstemming met de bepalingen van artikel 47, vierde lid, van de Overeenkomst.
8. De Uitvoerend Directeur te verzoeken deze Resolutie toe te zen- den aan de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties.
Behalve de in Trb. 1999, 199 genoemde hebben nog de volgende sta- ten hun aanvaarding van de verlenging van de Overeenkomst ter kennis van de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties gebracht:
Japan 20 december 1999
het Koninkrijk der Nederlanden 14 februari 2000
(voor Nederland)
Uitgegeven de negende maart 2000.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
J. J. XXX XXXXXXX
TRB2371
ISSN 0920 - 2218
Sdu Uitgevers
’s-Gravenhage 2000