VOORWAARDEN ZUIDLAARDERMARKTKERMIS GEMEENTE TYNAARLO
VOORWAARDEN XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX XXXXXXXX XXXXXXXX
0000
ALGEMEEN
Artikel 1
1. Waar in deze verhuurvoorwaarden wordt gesproken over kermis wordt daaronder verstaan de Zuidlaardermarktkermis.
2. De kermis zal worden gehouden gedurende de periode vanaf de vrijdag voor de derde dinsdag in oktober tot en met de derde woensdag in oktober op en rond de Brink te Zuidlaren.
Artikel 2
1. De kermis vangt aan op de eerste dag tussen 17.00uur en 19.00 uur, op overige dagen niet vroeger dan 13.00 uur of zoveel vroeger of later als door of vanwege de burgemeester xxxxxxxxx wordt geacht.
2. Het sluitingsuur is om 01.00 uur of zoveel later als door of vanwege de burgemeester wordt toegestaan, met dien verstande dat het sluitingsuur voor de zondagen om 24.00 uur is en voor de dinsdag tot uiterlijk 22.00 uur en de woensdag tot uiterlijk 20.00 uur.
Artikel 3
De algemene warenmarkt zal gedurende de kermis op een andere, door de marktmeester aangewezen plek, plaatsvinden.
INSCHRIJVING
Artikel 4
1. De verhuur van de standplaatsen voor de kermis geschiedt bij inschrijving. De standplaatsen worden per inrichting verpacht zodanig, dat voor elke inrichting een afzonderlijke standplaats wordt toegewezen. Voor het doen van inschrijvingen moet - op straffe van ongeldigheid van de inschrijving - gebruik worden gemaakt van inschrijfformulieren die van gemeentewege kosteloos beschikbaar worden gesteld. Het inschrijfformulier moet volledig en duidelijk leesbaar worden ingevuld.
2. Inschrijvingen kunnen alleen worden gedaan door natuurlijke personen of rechtspersonen die een kermisinrichting exploiteren, zoals deze staan ingeschreven bij de Kamer van Koophandel of bij een vergelijkbare buitenlandse instantie, dan wel door hun gemachtigden. De bevoegdheid van de gemachtigde moet blijken uit een aan het inschrijfformulier aangehangen, door de exploitant ondertekende, volmacht. Niemand kan optreden als gemachtigde van meer dan één exploitant.
3. Op het inschrijfformulier moeten ten minste worden vermeld:
a. naam, voornaam, geboortedatum, woon- en correspondentieadres (vast en tijdelijk adres), e-mail adres, (06) telefoonnummer, bank- of girorekeningnummer;
b. de handtekening van de natuurlijke persoon/personen die de inrichting exploiteren, of naam, adres en vestigingsplaats van de rechtspersoon die de inrichting exploiteert en de handtekening van degene(n) die de rechtspersoon kunnen vertegenwoordigen, alsmede het inschrijfnummer bij de Kamer van Koophandel of de vergelijkbare buitenlandse instantie;
c. naam en omschrijving van de inrichting;
d. het bedrag zowel in cijfers als letters, dat geboden wordt;
e. de juiste afmetingen van de inrichting, de (front)breedte, de diepte, de hoogte en de doorsnede van de inrichting alsmede de maten van uitsteekzeilen, oploopvloeren en kassa, de maximale doorsnee en dergelijke wanneer deze uitsteken buiten de grondmaten van breedte, diepte of doorsnede, benevens voor-, zij- en achterschoren en voorts de exacte plaats van de eventuele voor-, zij- en achter- in/uitgangen. Indien de plaats van de kassa('s) niet wordt aangegeven op de tekening, kan/kunnen deze naar inzicht van de marktmeester worden geplaatst;
f. de verzekeringsmaatschappij, waar de exploitant een aansprakelijkheidsverzekering heeft.
4. Bij de inschrijving dienen te worden gevoegd:
a. een plattegrond, waarop de juiste afmetingen van de in- en buiten bedrijf zijnde inrichting staan aangegeven, de juiste positie van de kassa' s en de hoogte en de doorsnede van de inrichting;
b. een recente foto van de attractie;
c. voor zover van toepassing, de volmacht, als bedoeld in lid 2 van dit artikel;
5. Indien het inschrijvingsbedrag in letters afwijkt van het daarbij vermelde bedrag in cijfers, zal het bedrag in letters worden aangenomen als de geboden som.
6. Op een inschrijfformulier mag slechts voor één inrichting worden ingeschreven. Inschrijvin- gen met een combinatie van twee of meer inrichtingen alsmede gecombineerde inschrijvingen door twee of meer verschillende exploitanten zijn niet toegestaan. Burgemeester en wethouders kunnen inschrijvingen die in strijd met dit lid zijn gedaan terzijde leggen.
7. Gecombineerde verkoop van waren is niet toegestaan met uitzondering van de navolgende combinaties:
a. vis, zuur en paling en frisdranken;
b. patat, snacks, vleeswaren en frisdranken;
c. ijs en milkshakes;
d. popcorn en suikerspin.
8. Wanneer ten aanzien van een geboden huursom het voorbehoud "zonder concurrentie" wordt gemaakt, moet daarbij nauwkeurig worden aangegeven:
a. welke inrichtingen, met naam, de exploitant als van concurrerende aard beschouwt en indien tussen burgemeester en wethouders en de exploitant verschil van mening bestaat over de aard van een bepaalde inrichting in verband met de concurrentie, of wanneer burgemeester en wethouders van mening zijn dat het voorbehoud in andere zin onvoldoende duidelijk is, zijn burgemeester en wethouders bevoegd het voorbehoud als niet geschreven te beschouwen en de betrokken inschrijver aan zijn (hoogste) bod te houden.
9. Inschrijvingen die niet voldoen aan de vereisten genoemd in dit artikel, evenals onvolledige en onduidelijke inschrijvingen die voor meerdere uitleg vatbaar zijn, kunnen door burgemeester en wethouders terzijde worden gelegd.
De exploitant zal hiervan zo spoedig mogelijk in kennis worden gesteld.
10. Andere voorbehouden dan de in deze verhuurvoorwaarden genoemde kunnen niet door de inschrijver worden gemaakt. Burgemeester en wethouders kunnen inschrijvingen die in strijd met dit lid zijn gedaan terzijde leggen.
Inschrijfformulieren moeten in een door de gemeente beschikbaar gestelde, gesloten enveloppe, waarop vermeld "Inschrijving Gesloten Kermisverpachting", worden gestuurd naar (gemeente Tynaarlo, Xxxxxxxxxxxxxx 0, 0000XX Xxxxx)
1. De datum en het tijdstip waarop de formulieren uiterlijk moeten worden ingeleverd, worden bekend gemaakt in een advertentie, waarin de te houden kermis is aangekondigd en de inschrijving is opengesteld. Te laat ingeleverde formulieren worden niet in behandeling genomen. De opening van de enveloppen zal zo spoedig mogelijk na het tijdstip waarop de inschrijving is gesloten, plaatsvinden.
Artikel 6
1. De exploitant is gehouden zijn bod tot en met de datum van de gunning, althans uiterlijk totdat de gunning definitief is, gestand te doen.
2. Verhoging of verlaging van de geboden huursom kan uitsluitend geschieden door middel van een nieuw inschrijfformulier, waarop duidelijk is vermeld welk bod verhoogd of verlaagd wordt en dient tevens te geschieden voor de datum en het tijdstip als bedoeld in artikel 5.
GUNNING STANDPLAATSEN
Artikel 7
1. Uiterlijk op zes weken na de sluitingsdatum van de inschrijving als bedoeld in artikel 5 beslissen burgemeester en wethouders over de gunning van de standplaatsen. Zij hebben daarbij de bevoegdheid om uit de inschrijvingen een keuze te doen, om standplaatsen al dan niet aan de hoogste inschrijvers te gunnen. Gekeken wordt onder andere naar het onderscheidende vermogen en de diversiteit van de attracties, de plaatsingsmogelijkheden (o.a. ruimte) en overige factoren. Burgemeester en wethouders zijn niet verplicht enig reden voor hun besluit te geven. Na de in de eerste volzin van dit artikellid genoemde datum zijn de inschrijvers niet meer gehouden hun aanbiedingen gestand te doen.
2. Burgemeester en wethouders kunnen inschrijvingen van exploitanten, die op het moment van inschrijving niet aan een betalingsverplichting tegenover de gemeente hebben voldaan, ter zijde leggen.
3. Burgemeester en wethouders behouden zich het recht voor aan verschillende inschrijvers standplaatsen voor een zelfde soort inrichting te gunnen, behoudens hun verplichtingen in geval van gunning van een standplaats met concurrentiebeding.
4. Bij inrichtingen met krachtaandrijving zal de voorkeur worden gegeven aan die, welke worden aangedreven door elektromotoren boven die, welke door diesel- of benzine- installaties worden aangedreven.
5. Aan elke inschrijver zal binnen vier weken na de in het eerste lid genoemde datum van gunning bericht worden gezonden of de standplaats(en), waarvoor hij heeft ingeschreven, hem al dan niet is (zijn) gegund. De gemeente Tynaarlo zorgt voor de benodigde publiciteit en aankondigingen van de kermis.
1. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om standplaatsen te verhuren aan exploitanten die niet deelnemen aan de inschrijving als bedoeld in artikel 4. Zij kunnen van deze bevoegdheid gebruik maken zowel voor als na de inschrijving als bedoeld in artikel 4.
2. De bevoegdheid van burgemeester en wethouders om een standplaats onderhands te verhuren bestaat bijvoorbeeld in de volgende situaties:
a. teneinde een bijzondere inrichting naar Zuidlaren te halen;
b. bij niet voldoende bezetting, onvoldoende attractiviteit of diversiteit van de inrichtingen;
c. als de inrichting een toegevoegde waarde geeft aan de aantrekkelijkheid van de kermis;
d. op verzoek van een exploitant die een nieuwe, niet concurrerende, inrichting heeft, die nog niet eerder (in Zuidlaren) is vertoond.
3. Een onderhandse verhuur geldt voor de kermis waarvoor de afspraken zijn gemaakt voor een periode van maximaal twee jaar.
4. Burgemeester en wethouders zijn in geen geval verplicht om rekening en verantwoording af te leggen over een onderhandse verhuur.
5. In geval van onderhandse verhuur wordt een inschrijfformulier als bedoeld in artikel 4 lid 1 van deze voorschriften ingevuld. De inschrijving dient te voldoen aan het bepaalde in artikel 4.
BETALING
Artikel 9
1. De geboden huursom wordt in twee termijnen middels een factuur betaald: 15% van de huursom 10 weken voor aanvang van de kermis en het restant, inclusief promotiegelden en eventueel de kosten woonwagen(s) 4 weken voor aanvang van de kermis. Hiervoor ontvangt de exploitant twee facturen.
2. De geboden huursom wordt verhoogd met 5% promotiegeld met een minimum van € 25,00 en een maximum van € 250,00 per exploitant.
3. De geboden huursom wordt tevens verhoogd met stroom- en aansluitkosten, watervoorziening op het salonwagenterrein per toercaravan of douche/personeelswagen ( maximaal 6 x 2,5 meter) € 80,00, per grotere woonunit of per combinatie toercaravan/douchewagen € 160,=.
4. Indien 15% van de huursom niet binnen dertig dagen na dagtekening van de factuur is betaald, is de exploitant van de inrichting in gebreke door het enkele verloop van deze termijn, zonder dat daarvoor een ingebrekestelling nodig is en verliest hij het recht op de hem toegewezen plaats.
5. Indien het restant van de huursom, inclusief promotiegelden en eventueel de kosten woonwagen(s) niet 4 weken voor aanvang van de kermis is betaald, is de exploitant van de inrichting in gebreke door het enkele verloop van deze termijn, zonder dat daarvoor een ingebrekestelling nodig is en verliest hij het recht op de hem toegewezen plaats
6. De exploitant is niet gerechtigd om de huursom te verminderen met vorderingen die hij op de gemeente heeft.
7. De in lid 4 en 5 bedoelde nalatige exploitant blijft verplicht tot betaling van de volledige huursom. Alle door de gemeente te maken in en buitengerechtelijke kosten, teneinde
nakoming van de betalingsverplichting af te dwingen, zijn voor rekening van de nalatige exploitant.
8. Burgemeester en wethouders behouden zich het recht voor de opengevallen plaats aan een ander toe te wijzen en verplichten zich de door de nalatige exploitant alsdan betaalde huursom geheel of gedeeltelijk terug te betalen, dat naar rato van de door de nieuwe exploitant betaalde huursom, een en ander onder aftrek van een bedrag van € 68,-- administratiekosten.
9. Wanneer in afwijking van het vierde en vijfde lid van dit artikel - in het belang van de kermis - door burgemeester en wethouders toestemming verleend wordt om de standplaats in te nemen, dan laat dat onverlet de bevoegdheid van het college van burgemeester en wethouders om schadevergoeding te eisen en/of maatregelen als bedoeld in artikel 33 te treffen.
INNEMEN STANDPLAATS
Artikel 10
Het is verboden de standplaats te bezetten:
a. zonder - voorzover van toepassing- over een geldig certificaat ingevolge het “Warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen” te beschikken.
b. en het attractietoestel te gebruiken, die niet voldoet aan, of ten aanzien waarvan wordt gehandeld, in strijd met bij of krachtens het Warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen gestelde voorschriften
c. voordat deze van gemeentewege op het terrein is aangewezen;
d. voor een ander doel dan waarvoor de standplaats is uitgegeven;
e. voordat aan de ambtenaar, belast met de aanwijzing van de standplaatsen, is aangetoond dat de huursom volledig is betaald;
f. voordat is aangetoond dat de inrichting, waarvoor is ingeschreven, door de exploitant zelf of door een bij dezen in dienst zijnde bedrijfsleider wordt geëxploiteerd.
g. met een andere inrichting dan de inrichting die staat vermeld op het inschrijfformulier als bedoeld in artikel 4 lid 1.
Artikel 11
Indien daarom van gemeentewege wordt verzocht, dient de exploitant over te kunnen leggen:
a. een recente foto, waarop het uiterlijk aanzien van de inrichting kan worden beoordeeld;
b. de verzekeringspolis, voor inzicht in de betreffende verzekering.
c. een geldig certificaat ingevolge het “Warenwetbesluit Attractie- en speeltoestellen”
Artikel 12
1. De exploitant is verplicht de standplaats persoonlijk of door een bij hem in dienst zijn bedrijfsleider in te nemen.
2. Het is niet toegestaan om de inrichting buiten de openingstijden van de kermis open te houden en/of te exploiteren.
3. Gedurende de tijden dat de kermis voor het publiek is opengesteld, dient de exploitant zijn inrichting voor het publiek open te houden en te exploiteren. Dit geldt niet voor inrichtingen
die buiten enige twijfel uitsluitend gericht zijn op jonge kinderen. Deze inrichtingen dienen echter tot het sluitingsuur verlichting te blijven voeren.
Artikel 13
1. De exploitant is verplicht de aan hem verhuurde standplaats in te nemen. Hij mag de aan hem verhuurde standplaats alleen gebruiken voor de plaatsing en de exploitatie van de inrichting als waarvoor is ingeschreven. De exploitatie van de inrichting moet geheel in overeenstemming zijn met de daaraan in het desbetreffende door de exploitant ingezonden inschrijfformulier gegeven benaming of omschrijving.
2. Afstand of overdracht van de huur aan een derde en ruiling of verwisseling van een standplaats met een andere exploitant is niet toegestaan.
3. Wanneer in afwijking van de voorgaande leden - in het belang van de kermis - door burgemeester en wethouders toestemming verleend wordt om met een andere attractie te verschijnen, om de huur aan een derde af te staan of over te dragen en/of de standplaats te ruilen, dan laat dat onverlet de bevoegdheid van het college van burgemeester en wethouders om schadevergoeding te eisen en/of maatregelen als bedoeld in artikel 33 te treffen.
Artikel 14
1. De standplaats op de Zuidlaardermarktkermis, die aan de huurder nader vanwege burgemeester en wethouders zal worden aangewezen, kan worden ingenomen vanaf vier volle dagen voor de dag waarop de kermis aanvangt.
2. Vanaf 3 uur voor de aanvang van de kermis mag niet meer worden gebouwd, behoudens toestemming van burgemeester en wethouders.
3. Tot opening van de inrichting voor het publiek mag niet eerder worden overgegaan dan na goedkeuring door of namens burgemeester en wethouders en in geen geval voor het officiële aanvangstijdstip van de kermis op de eerste dag om 19.00 uur.
4. Met het oprijden van de pakwagens en het afbreken van de inrichting mag niet worden begonnen vóór het sluitingsuur van de laatste dag van de kermis, behoudens toestemming van burgemeester en wethouders.
5. Gedurende de opbouw en de afbraak van de kermis moet de exploitant ervoor zorgen dat verkeersrijbanen niet worden gestremd.
6. Behalve voor opbouw- en afbraakactiviteiten mogen gedurende de kermis op het kermister- rein geen salon-, vracht- en pakwagens, noch personenauto's staan, dat met uitzondering van een kassawoonwagen, indien dit voor de exploitatie noodzakelijk is.
Artikel 15
1. Een standplaats die 24 uur voor de aanvang van de kermis door de betreffende exploitant niet is ingenomen, vervalt aan burgemeester en wethouders en kan aan een ander worden toegewezen.
2. Toewijzing aan een ander laat de verplichting van degene, wiens recht vervallen is, tot betaling van de geboden huursom onverlet, met dien verstande dat burgemeester en wethouders een nieuw ontvangen huursom zullen verrekenen met de door de nalatige exploitant te betalen huursom, een en ander onder aftrek van een bedrag van € 68,-- administratiekosten.
Artikel 16
1. Indien bij het opbouwen van een inrichting blijkt, dat de afmetingen ervan groter zijn dan bij de inschrijving is opgegeven, verliest degene, aan wie de standplaats is toegewezen het recht op de plaats en de huursom die door hem/haar reeds is betaald.
2. De exploitant moet binnen 12 uur na constatering van de afwijking de standplaats ontruimd hebben, opdat burgemeester en wethouders deze standplaats zo mogelijk aan een ander kunnen gunnen.
3. Indien de standplaats nog aan een ander kan worden gegund, zullen burgemeester en wethouders de door de exploitant betaalde huursom geheel of gedeeltelijk terugbetalen, dat naar rato van de nieuw ontvangen huursom, onder aftrek van een bedrag van € 68,-- administratiekosten.
4. Wanneer burgemeester en wethouders in het belang van de kermis de inrichting toch toelaten, dan laat dat onverlet de bevoegdheid van burgemeester en wethouders om schadevergoeding te vorderen en/of maatregelen te treffen als bedoeld in artikel 33.
Artikel 17
1. Op het kermisterrein zal van gemeentewege worden gezorgd voor voldoende afvalcontainers, watertappunten en staat buiten de openingstijden van de kermis een vaste stroomaansluiting ten behoeve van koel/vries apparatuur ter beschikking. Op het terrein, waar de woonwagens worden geplaatst, voor voldoende afvalcontainers, watertappunten en stroomtoevoercontacten. Voor het gebruik van het terrein voor de woon- en pakwagens en bijbehorende voorzieningen worden servicekosten in rekening gebracht. De kosten van het verbruik van elektriciteit op het kermisterrein zijn voor rekening van de exploitant.
2. Het in bedrijf stellen van de stroomvoorziening op terreinen, waar de salon,- slaap- en pakwagens worden geplaatst, geschiedt 4 dagen voorafgaande aan het begin van de kermis. De dag na afloop van de kermis wordt de voorziening om 12.00 uur buiten bedrijf gesteld.
3. Het is verboden aggregaten op het kermisterrein op te stellen zonder uitdrukkelijke toestem- ming van burgemeester en wethouders.
Artikel 18
Diesel-, benzine- of andere motoren, welke dienen tot opwekking van energie voor verlichting en/of het in werking brengen of houden van de inrichting, worden niet toegelaten, tenzij daartoe voor het begin van de kermis toestemming aan burgemeester en wethouders is gevraagd en verkregen.
Artikel 19
Onder alle stoom- en elektrische machines, evenals onder alle toestellen, werktuigen en/of machinerieën, waarvan olie, benzine of dergelijke kan afdruipen, moet een adequate voorziening worden getroffen ter voorkoming van verontreiniging van de bodem.
Artikel 20
1. In de bestrating mogen geen pennen, wiggen of andere soortgelijke voorwerpen worden geslagen, gedreven of op welke wijze ook ingebracht, noch mogen gaten of kuilen worden gemaakt.
2. De exploitant en het bij hem in dienst zijnde personeel is verplicht bij het opbouwen en afbreken van de inrichtingen de aanwijzingen die in verband met de bestrating door de met het toezicht belaste ambtenaren worden gegeven, op te volgen.
Artikel 21
1. De exploitant verplicht zich ervoor zorg te dragen, dat de inrichting in zodanige staat is, alsmede dat zodanige maatregelen zijn getroffen, dat de veiligheid van het publiek dat zich in of nabij de inrichting bevindt, redelijkerwijs is gewaarborgd.
2. Bij de verkoop van eet- en drinkwaren dient de uiterste zindelijkheid te worden betracht en dient te worden voldaan aan alle wettelijke eisen daaromtrent. De door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit te geven aanwijzingen dienen stipt en onmiddellijk te worden opgevolgd.
3. In geen van de toegelaten inrichtingen mogen alcoholhoudende dranken worden verkocht of verstrekt, al of niet voor consumptie ter plaatse, tenzij door de burgemeester ontheffing op grond van artikel 35, van de Drank- en horecawet is verleend.
Artikel 22
Voor de inrichtingen geldt geen stelsel van maximale rit- deelname- en entreeprijzen.
Artikel 23
De exploitant is verplicht de voorschriften en bevelen op te volgen, door of vanwege het gemeentebestuur in het belang van de openbare orde, veiligheid of gezondheid te geven en op eigen kosten de daaruit voortvloeiende voorzieningen te treffen.
Artikel 24
Voor de inrichtingen gelden de volgende geluidsvoorschriften.
1. De te gebruiken geluid/muziekinstallaties en andere geruismakende instrumenten, zoals sirenes en hoorns, moeten afgesteld zijn op een maximaal geluidsniveau van 75 dB(A), gemeten op 1 meter afstand van de betreffende inrichting, een en ander ter beoordeling van de daartoe door de burgemeester van Tynaarlo aangewezen ambtenaren, die met de geluidmetingen zijn belast of de politie. De bassen van de geluidsapparatuur dienen uitgeschakeld dan wel op de laagste stand van de versterker worden ingesteld.
2. Piekniveaus (bij voorbeeld aankondigen, aanprijzen, toeters, bellen etc.) dat via de geluids- of muziekinstallatie wordt weergegeven, moet zijn afgesteld op een maximaal geluidsniveau van 85 dB(A), gemeten op 1 meter afstand van de betreffende inrichting, een en ander ter beoordeling van de daartoe door de burgemeester van Tynaarlo aangewezen ambtenaren, die met de geluidmetingen zijn belast of de politie.
3. De luidsprekers van de geluid-/muziekinstallatie moeten, waar zulks redelijkerwijs mogelijk is, naar beneden of naar het midden van de inrichting zijn gericht, een en ander ter beoordeling van de daartoe door de burgemeester van Tynaarlo aangewezen ambtenaren van, die met de geluidmetingen zijn belast of de politie. Alle genoemde geluidsniveaus hebben betrekking op de aflezing in de meterstand “fast” van de geluidmeter, bedrijfsduurcorrectie is niet van toepassing.
4. Aan de in de inrichting werkzame personen moeten met betrekking tot de door hen te verrichten werkzaamheden instructies zijn verstrekt, welke zijn afgestemd op het gestelde in deze voorschriften.
Artikel 25
Met betrekking tot de elektrische installatie gelden de volgende technische voorwaarde:
De generatorsets dienen te voldoen voldoet aan de Richtlijn Arbeidsmiddelen en aan de norm NEN 3140 + A3 2019 nl;
Artikel 26
De toegelaten inrichtingen dienen te voldoen aan de in het besluit “Warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen” voorgeschreven keuringsplicht.
Artikel 27
Kinderballonnen mogen alleen gevuld worden met onbrandbaar gas.
Artikel 28
De exploitant is verplicht te allen tijde de door burgemeester en wethouders c.q. de door de burgemeester met het toezicht belaste ambtenaren toe te laten in zijn inrichting.
NADERE REGELS GEBRUIK WOON-/SALONWAGENS E.D.
Artikel 29
1. Woon-, slaap- en keukenwagens moeten worden geplaatst op nader door of namens burgemeester en wethouders aan te wijzen plaatsen in volgorde van aankomst en/of grootte.
2. Woon-, slaap- en keukenwagens waarvan geen opgave is gedaan, worden niet toegelaten op de onder 1 genoemde parkeerplaatsen.
4. Bij het plaatsen van voertuigen naar en op de parkeerplaatsen moeten bevelen en/of aanwijzingen van politie en/of de bewakingsdienst worden opgevolgd.
5. Het is verboden in de doorrijroute en in de in- en uitritten van de parkeerplaatsen voorwerpen te plaatsen, te hebben of toe te laten, dan wel een personenauto daar te parkeren.
6. Voertuigen die in strijd met deze regeling of in strijd met enig wettelijk voorschrift worden geplaatst, worden op kosten van de eigenaar verwijderd.
OPLEVERING STANDPLAATSEN
Artikel 30
De standplaats moet, vrij van alle opstallen, in oorspronkelijke staat, uiterlijk op de tweede dag na afloop van de kermis om 10.00 uur, aan de gemeente worden opgeleverd.
AANSPRAKELIJKHEID
Artikel 31
1. De exploitant is verplicht het risico van aansprakelijkheid, waarin begrepen zowel wettelijke als contractuele aansprakelijkheid, voor schade aan personen en goederen (daaronder begrepen het gehuurde), alsmede de daaruit voortvloeiende schade, direct of indirect verband houdende met de exploitatie van de inrichting, te verzekeren.
De exploitant is op gelijke wijze als voor eigen handelen aansprakelijk voor schade die ontstaat door handelen van zijn personeel en van door hem bij de exploitatie ingeschakelde derden.
2. De exploitant is aansprakelijkheid voor alle schade, toegebracht aan de bestrating, aan andere gemeentelijke eigendommen en aan de eigendommen van derden, die aan hem te wijten is en welke is ontstaan door het plaatsen van en het rijden met kermisvoertuigen, het oprichten, onderhouden, wijzigen en afbreken van kermisinrichtingen, alsmede door het plaatsen, verplaatsen of verwijderen van machines en werktuigen, of door welke andere oorzaak ook. De schade aan gemeentelijke eigendommen zal van gemeentewege op zijn kosten worden hersteld. Overigens is de exploitant gehouden de op herstelling gevallen kosten, zoals die hem door of vanwege het college van burgemeester en wethouders zijn opgegeven, aan deze onverwijld na die opgave te voldoen.
Artikel 32
1. Indien één van beide partijen de verplichtingen op grond van deze verhuurvoorwaarden niet, niet tijdig of niet deugdelijk nakomt is deze partij, na schriftelijk in gebreke te zijn gesteld waarbij een redelijke termijn is gesteld om alsnog na te komen, tenzij zulks op grond van deze voorwaarden, het contract of de wet niet nodig is, en in het geval van termijnstelling, nakoming binnen die termijn uitblijft, aansprakelijk voor alle schade die hieruit voor de andere en/of derden voortvloeit en is de andere partij gerechtigd tot ontbinding van de overeenkomst over te gaan.
2. De gemeente Tynaarlo is jegens de exploitant echter uitsluitend aansprakelijk voor schade als deze schade is veroorzaakt door opzet of grove schuld van de gemeente en haar ondergeschikten.
De gemeente is niet aansprakelijk voor de gevolgen van wijzigingen in wetten of voorschrif- ten die van kracht worden na het aangaan van de huurovereenkomst met betrekking tot het kermisterrein. Door de gemeente in verband met deze overeenkomst eventueel in te schakelen derden kunnen eveneens een beroep doen op het in dit artikel bepaalde, als waren zij bij deze overeenkomst partij.
Overigens is de aansprakelijkheid van de gemeente beperkt tot het bedrag van de door de verzekering gedane uitkering, voorzover deze aansprakelijkheid door de verzekering van de gemeente wordt gedekt. Indien de verzekering in enig geval geen dekking biedt of niet
tot uitkering over gaat, is de aansprakelijkheid van de gemeente beperkt tot de hoogte van de door de exploitant geboden huursom. In dat geval komt schade voorzover bestaande in gederfde winst, verminderde opbrengst of vervolg- en gevolgschade, in geen geval voor vergoeding in aanmerking.
De gemeente is niet aansprakelijk voor fouten tengevolge van afwijkingen in opgaven, tekeningen, maten, gewichten e.d. die de exploitant heeft verstrekt.
3. De verplichting tot betaling van een schadevergoeding op grond van het eerste lid laat onverlet de verplichting tot betaling van de huursom door de exploitant dan wel het verval van de huursom aan de gemeente.
HANDHAVINGS- EN SANCTIEBEPALINGEN
Artikel 33
1. In geval van niet-naleving van de verhuurvoorwaarden door de exploitant zal deze van rechtswege in gebreke zijn, zonder dat enige ingebrekestelling in welke vorm ook vereist zal zijn.
2. In die situatie zal de verdere exploitatie van de inrichting terstond van gemeentewege kunnen worden belet en de ontruiming van de standplaats binnen 24 uur na aanzegging kunnen worden gevorderd, zonder dat de exploitant enige aanspraak zal kunnen maken op schadevergoeding of restitutie van de huursom.
3. De exploitant machtigt voorts de gemeente Tynaarlo in dit geval op zijn kosten alle werkzaamheden te doen verrichten, welke burgemeester en wethouders noodzakelijk achten tot herstel van hetgeen door de exploitant in strijd met de verhuurvoorwaarden is gedaan of nagelaten.
4. Voorwerpen of voertuigen die in strijd met enige in deze voorwaarden opgenomen bepaling zijn geplaatst door of namens de exploitant zullen door of vanwege de burgemeester op kosten van de exploitant worden verwijderd.
5. Onverminderd de gehoudenheid tot betaling van schadevergoeding verbeurt de exploitant bij niet of niet tijdige nakoming van enige verplichting voortvloeiende uit de artikelen 10, 11, 14, 17, 18, 19, 20, 25, 27 en 28 van deze verhuurvoorwaarden zonder nadere ingebrekestelling ten behoeve van de gemeente een onmiddellijke opeisbare boete van € 225,-- per overtreding met een maximum van € 2.250,--.
6. Onverminderd de gehoudenheid tot betaling van schadevergoeding verbeurt de exploitant bij niet of niet tijdige nakoming van enige verplichting voortvloeiende uit de artikelen 2, 13, 16, 22 en 30 van deze verhuurvoorwaarden zonder nadere ingebrekestelling ten behoeve van de gemeente een onmiddellijke opeisbare boete van € 2.250,-- per overtreding met een maximum van € 22.500,--.
7. Onverminderd de gehoudenheid tot betaling van schadevergoeding verbeurt de exploitant bij niet of niet tijdige nakoming van enige verplichting voortvloeiende uit de artikelen 9, 12, 21, 23, 24 en 26 van deze verhuurvoorwaarden zonder nadere ingebrekestelling ten behoeve van de gemeente een onmiddellijke opeisbare boete van 25% van de huursom per overtreding. Bij herhaling van enige overtreding van de in dit lid bedoelde artikelen kan de boete worden verhoogd tot 50% van de huursom. Bij een volgende herhaling van enige overtreding van de in dit lid bedoelde artikelen kan de boete worden verhoogd tot 100%
van de huursom. De maximaal te verbeuren boete volgens deze bepaling bedraagt € 22.500,--.
8. Tevens kunnen burgemeester en wethouders bij niet-nakomen van de bepalingen in deze verhuurvoorwaarden of van de door of namens burgemeester en wethouders, c.q. de burgemeester gegeven aanwijzingen en bevelen, dan wel bij geconstateerd wangedrag:
a) de inrichting voor één of meer dagen sluiten;
b) de inrichting van het kermisterrein (laten) verwijderen;
c) de overtreding(en) publiceren in kermisvakbladen en/of andere gemeenten en betrokken instanties in kennis stellen van de overtreding(en);
d) de natuurlijke of rechtspersoon met de betreffende inrichting voor één tot drie jaar uitsluiten van inschrijving voor de kermis in Zuidlaren;
e) de natuurlijke persoon/personen of rechtspersoon met alle door hem geëxploiteerde inrichtingen uitsluiten van inschrijving voor de Zuidlaardermarktkermis voor een periode van één tot drie jaar.
f) huurovereenkomsten die op grond van artikel 8 voor twee jaren zijn afgesloten, zonder ingebrekestelling ontbinden voorzover het betreft het tweede jaar.
GESCHILLENREGELING
Artikel 34
1. Bij verschil van mening over de uitleg van deze voorwaarden, alsmede in die gevallen waarin deze voorwaarden niet voorzien, beslissen burgemeester en wethouders,
2. Alle geschillen, die naar aanleiding van de verhuur van de standplaatsen mochten ontstaan, van welke aard en omvang ook, daar onder mede begrepen die, welke slechts door een van de partijen als zodanig worden beschouwd, zullen worden beslist door burgemeester en wethouders, aan wier uitspraak de exploitant zich, behoudens zijn verder recht, altijd in de eerste plaats zal onderwerpen.
3. In bijzondere gevallen, waarbij een kermisexploitant als een direct gevolg van de kermisopstelling aantoonbaar wordt benadeeld in de exploitatie van zijn attractie, en dat nadeel redelijkerwijs niet volledig voor zijn rekening dient te komen, kunnen burgemeester en wethouders, gehoord de nationale kermisbonden BOVAK en NKB, beslissen tot gedeeltelijke teruggaaf van de betaalde huursom. De betrokken exploitant dient binnen 4 dagen na aanvang van de kermis schriftelijk bij burgemeester en wethouders een beroep te doen op het bepaalde in dit lid. Verzoeken die niet voldoen aan het bepaalde in dit lid kunnen door burgemeester en wethouders terzijde worden gelegd.
4. In de uitzonderlijke situatie, waarbij de in het voorgaande lid genoemde compensatiemogelijkheid aantoonbaar onvoldoende recht doet aan de geleden schade en er geen nadelige effecten op de kwaliteit van de kermis verwacht worden, kunnen burgemeester en wethouders besluiten ter compensatie van het geleden nadeel een standplaats voor maximaal één jaar onderhands te verhuren.
SLOTBEPALINGEN
Artikel 35
1. Burgemeester en wethouders hebben het recht voor aanvang van of tijdens de kermis op de verhuur van een standplaats terug te komen, wanneer de betreffende plaats naar hun oordeel in verband met te verrichten werkzaamheden aan de bestrating of anderszins wegens bijzondere omstandigheden niet (meer) voor verhuur in aanmerking komt.
2. Indien, om welke reden dan ook, de kermis niet mocht doorgaan of moet worden geschorst nadat zij al een aanvang heeft genomen, vervalt van rechtswege de verhuur.
3. Wanneer in een geval als bedoeld in de leden 1 en 2 van dit artikel de inrichting al is geplaatst, moet oplevering van de standplaats vrij van alle opstallen zo spoedig mogelijk plaatsvinden, maar in alle gevallen binnen twee dagen na de dag waarop bekend is gemaakt dat de verhuur van betreffende standplaats vervalt en/of dat de kermis niet of niet verder doorgaat.
4. In de gevallen bedoeld in de leden 1 en 2 van dit artikel heeft teruggaaf plaats van zodanig gedeelte van de huursom, als burgemeester en wethouders, in verhouding tot het aantal dagen gedurende welke de standplaats is verhuurd c.q. de kermis is gehouden en in verband met andere omstandigheden, billijk zullen oordelen.
5. De exploitant heeft in de gevallen bedoeld in de leden 1 en 2 van dit artikel geen recht op vergoeding van de schade, welke hij mocht beweren te hebben geleden, noch op andere schadeloosstelling, hoe ook genaamd.
Artikel 36
De exploitant wordt geacht voor al wat op de verhuur van de standplaats voor de kermis betrekking heeft, domicilie te hebben gekozen in het gemeentehuis van de gemeente Tynaarlo.
Artikel 37
De exploitant vrijwaart de gemeente Tynaarlo tijdens het gebruik van de standplaats voor alle aansprakelijkheid voor schade, hoe ook genaamd, toegebracht aan derden.
Artikel 38
1. Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen afwijken van het gestelde in de verhuurvoorwaarden.
2. Derden kunnen geen rechten ontlenen aan een afwijking van de verhuurvoorwaarden.
3. In geval van afwijking hebben derden geen recht op vergoeding van schade, welke zij beweren te hebben geleden, noch op andere schadeloosstelling, hoe genaamd dan ook.
Artikel 39
Voor zover de gemeente Tynaarlo op basis van deze verhuurvoorwaarden een betalingsverplichting heeft jegens een exploitant is de gemeente steeds gerechtigd tot verrekening met vorderingen die zij op de exploitant heeft, uit welke hoofde dan ook.
Artikel 40
Indien enige bepaling uit deze verhuurvoorwaarden onafdwingbaar zou zijn of strijdig met een bepaling van dwingend recht, zal deze onafdwingbaarheid of ongeldigheid de geldigheid en
afdwingbaarheid van andere bepalingen uit deze verhuurvoorwaarden niet beïnvloeden en evenmin van dat deel van de betreffende bepaling dat niet strijdig is met dwingend recht.
Artikel 41
Deze verhuurvoorwaarden kunnen worden aangehaald als “Voorwaarden Zuidlaardermarktkermis gemeente Tynaarlo 2024”