INVESTERINGSAFTREK
Identiteit:
Ondernemingsnr.
of nationaal nr.: ………………………..………………………
……………………….……….……………… | |
……………………………………………….. | |
……………….………………………….…… |
INVESTERINGSAFTREK
VOOR NATUURLIJKE PERSONEN
AANSLAGJAAR 2017
A. Eenmalige aftrek | ||||
Omschrijving 1 | Percen- tage 2 | Afschrijfbare aanschaffings- of beleggingswaarde 3 | Eenmalige aftrek (kolom 3 x kolom 2) 4 | |
1. Octrooien ............................................................................. | 13,5 % | ........................................... | ........................................... | |
2. Investeringen voor onderzoek en ontwikkeling ..................... | 13,5 % | ........................................... | ........................................... | |
3. Energiebesparende investeringen ........................................ | 13,5 % | ........................................... | ........................................... | |
4. Rookafzuig- of verluchtingssystemen in horeca-inrichtingen | 13,5 % | ........................................... | ........................................... | |
5. Digitale investeringen........................................................... | 13,5 % | ........................................... | ........................................... | |
6. Investeringen in beveiliging .................................................. | 20,5 % | ........................................... | ........................................... | |
7. Andere investeringen: | ||||
- gedaan tot 31.12.2015 ....................................................... | 3,5 % | ........................................... | ........................................... | |
- gedaan vanaf 01.01.2016 .................................................. | 8 % | ........................................... | ........................................... | |
8. TOTAAL (nrs. 1 tot 7) (A) | ........................................... | |||
B. Gespreide aftrek | ||||
Omschrijving 1 | Percen- tage 2 | Afschrijfbare aanschaffings- of beleggingswaarde 3 | Aanneembare afschrijvingen 4 | Gespreide aftrek (kolom 4 x kolom2) 5 |
1. Investeringen voor onderzoek en ontwikkeling ........................................ 2. Investeringen voor productiemiddelen voor hoogtechnologische producten (1) 3. Andere investeringen gedaan door belastingplichtigen die minder dan 20 werknemers tewerkstellen................... | ||||
20,5 % | .......................................... | ........................................... | ........................................... | |
20,5 % | ............................................... | ................................................ | ............................................... | |
10,5 % | .......................................... | ........................................... | ........................................... | |
4. TOTAAL (nrs. 1 tot 3) (B) | ........................................... | |||
C. Totaal A + B (C) | ........................................... | |||
D. Gespreide aftrekken voor investeringen van vorige belastbare tijdperken (D) | ........................................... | |||
E. Gecumuleerd bedrag van vroegere investeringsaftrekken die nog niet zijn afgetrokken (E) | ........................................... | |||
F. Totaal C + D + E (F) | ........................................... | |||
G. Aftrekbaar voor het belastbaar tijdperk (G) | ........................................... | |||
H. Over te dragen naar volgende belastbare tijdperken (F - G) (H) | ........................................... | |||
VOOR ECHT VERKLAARD, ………………………………………………..(datum) ………………………………………………..(handtekening) |
(1) Zie de belangrijke opmerking in de toelichting van het vak.
276 U – 2017 Federale Overheidsdienst FINANCIEN – Algemene Administratie van de Fiscaliteit
II. Gespreide aftrekken voor investeringen van vorige belastbare tijdperken
TOELICHTING
Wie moet deze opgave invullen?
Deze opgave moet worden ingevuld door natuurlijke personen die aan de personenbelasting of aan de belasting van niet-inwoners zijn onderworpen, die winst of baten verkrijgen en die aanspraak maken op een investeringsaftrek.
Gebruikte afkortingen
aj.: aanslagjaar
art.: artikel
WIB 92: (van het) Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992
KB/WIB 92: (van het) koninklijk besluit tot uitvoering van het WIB 92
B. ALGEMEEN
1. De eenmalige investeringsaftrek is gelijk aan een percentage van de aanschaffings- of beleggingswaarde van de materiële vaste activa die in nieuwe staat zijn v erkregen of tot stand gebr acht en van de nieuwe immateriële vaste activa, als die vaste activa in België voor het uitoefenen van de beroepswerkzaamheid worden gebruikt.
2. De eenmalige investeringsaftrek wordt afgetrokken van de winst of de baten van het belastbaar tijdperk waarin de vaste activa zijn verkregen of tot stand gebracht.
3. In bepaalde gevallen kan worden gekozen voor een gespreide investeringsaftrek; in dat geval is de investeringsaftrek gelijk aan een bepaald percentage van de afschrijvingen op die activa die voor elk belastbaar tijdperk van de afschrijvingsperiode worden aangenomen (zie uitleg bij vak I, B).
4. Het percentage van de investeringsaftrek i s afhankelijk van de evolutie van de indexcijfers van de consumptieprijzen (zie vak I, A en B).
5. Als de aftrek meer bedraagt dan de winst of de baten van het belastbaar tijdperk, wordt het (eventueel beperkte - zie uitleg bij vak I, E ), verschil overgedragen naar de volgende belastbare tijdperken.
6. Als bij de overdracht of buitengebruikstelling van een vast activum het totaal van de al verkregen gespreide aftrekken lager is dan de eenmalige aftrek die toegepast had kunnen worden, wordt een aanvullende aftrek verleend die gelijk is aan dat verschil.
7. De investeringsaftrek wordt niet verleend als de winst of de baten worden bepaald volgens forfaitaire grondslagen van aanslag waarin de afschrijvingen forfaitair zijn opgenomen, behalve als het gaat om energiebesparende investeringen waarvoor de overheid geen financiële steun tot aanmoediging van energiebesparing heeft verleend.
8. De investeringsaftrek komt niet in aanmerking voor het bepalen van de latere meer- of minderwaarden op de vaste activa waarvoor hij is verleend.
C. UITGESLOTEN INVESTERINGEN
De investeringsaftrek is niet van toepassing op:
1. vaste ac tiva die niet uitsluitend voor het uitoefenen van de beroepswerkzaamheid worden gebruikt;
2. vaste activa die zijn verkregen of tot stand gebracht met het doel het recht van gebruik ervan bij leasingcontract of bij overeenkomst van erfpacht of opstal, of een gelijkaardig onroerend recht, aan een derde over te dragen, als die vaste activa kunnen worden afgeschreven door de onderneming die het recht heeft verkregen;
3. vaste activa waarvan het recht van gebruik op een andere dan de onder 2 v ermelde wijze is overgedragen aan een andere belastingplichtige, tenzij die overdracht gebeurt aan een natuurlijke persoon of een vennootschap, die zelf aan de voorwaarden, criteria en grenzen voor de toepassing van de investeringsaftrek t egen eenz elfde of een hoger percentage
voldoet, die de vaste activa in België gebruikt voor het verkrijgen van winst of baten en die het recht v an gebruik ervan noch geheel, noch gedeeltelijk aan een derde overdraagt;
deze uitsluiting is niet van toepassing op bepaalde audiovisuele werken waarvan de distributierechten, met uitsluiting van alle andere rechten, tijdelijk worden overgedragen aan derden voor het uitzenden van die werken in het buitenland;
4. vaste activa die niet afschrijfbaar zijn;
5. vaste activa waarvan de afschrijving over minder dan 3 belastbare tijdperken is gespreid;
6. personenauto’s en aut o’s voor dubbel gebruik zoals z e z ijn omschreven in de reglementering van de inschrijving van motorvoertuigen, met inbegrip van lichte vrachtauto’s bedoeld in ar t. 4, § 3 , v an het Wetboek van de met de inkomsten- belastingen gelijkgestelde belastingen, behalve al s het gaat om:
- voertuigen die uitsluitend worden gebruikt voor een taxidienst of voor verhuring met bestuurder en op grond daarvan van de verkeersbelasting op de aut ovoertuigen zijn vrijgesteld;
- voertuigen die uitsluitend worden gebruikt voor praktisch onderricht in erkende autorijscholen en daartoe speciaal zijn uitgerust;
7. bij de aankoopprijs komende kosten en onrechtstreekse productiekosten wanneer die kosten niet samen met de vaste activa waarop zij betrekking hebben, worden afgeschreven.
Vak I. Berekening van de investeringsaftrek
Vak I, A dient voor het berekenen van de eenmalige investeringsaftrek op vaste activa die zijn verkregen of tot stand gebracht tijdens het belastbaar tijdperk verbonden aan aj. 2017.
De volgende bedragen moeten in vak I, A worden vermeld:
▪ in kolom 3: de afschrijfbare aanschaffings- of beleggings- waarde van de in aanmerking komende investeringen;
▪ in kolom 4: de investeringsaftrek, die gelijk is aan het product van voormelde aan schaffings- of beleggingswaarde en het percentage vermeld in kolom 2.
Voor aj. 2017 gelden de volgende percentages:
2. investeringen voor onderzoek en ontwikkeling, d .w.z. v aste activa die worden gebruikt ter bevordering van het onderzoek en de ontwikkeling van nieuwe producten en toekomst- gerichte technologieën die geen effect hebben op het leefmilieu of die het negatieve effect op het leefmilieu zoveel mogelijk proberen te beperken: 13,5 %;
3. energiebesparende investeringen, d.w.z. vaste activa die dienen voor een rationeler energieverbruik, voor de verbetering van de industriële processen uit energetische overwegingen en, in het bijzonder, voor de terugwinning van energie in de industrie: 13,5 %;
4. rookafzuig- of verluchtingssystemen geïnstalleerd in rook- kamers van horeca-inrichtingen, zijnde alle voor het publiek toegankelijke plaatsen of lokalen, ongeacht de toegangs- voorwaarden, waar de belangrijkste en permanente activiteit bestaat uit het voorbereiden en/of aanbieden van maaltijden en/of dranken voor consumptie, al dan niet ter plaatse, en dit zelfs kosteloos: 13,5 %;
5. digitale investeringen, d.w.z. investeringen gedaan door natuurlijke personen die voor het aanslagjaar verbonden aan het belastbaar tijdperk waarin de vaste activa zijn verkregen of tot stand gebracht, op overeenkomstige wijze beant - woorden aan de criteria van artikel 15, §§ 1 tot 6 , van het Wetboek van vennootschappen, in digitale vaste activa die dienen voor de integratie en exploitatie van digitale betalings- en factureringssystemen en in systemen die dienen voor de beveiliging van informatie- en communicatietechnologie: 13,5 %;
6. investeringen in beveiliging, d.w.z. materiële vaste activa die dienen voor de beveiliging van de beroepslokalen en hun inhoud en van de in art. 44bis, § 1, derde lid, WIB 92 bedoelde bedrijfs- voertuigen: 20,5 %;
7. andere investeringen (dan die beoogd onder 1 t ot 6 hiervoor) in nieuwe vaste activa:
- gedaan tot 31.12.2015: 3,5 %
- gedaan vanaf 01.01.2016:8 %.
Vak I, B dient voor het berekenen van de gespreide investe- ringsaftrek voor vaste activa die zijn verkregen of tot stand gebracht tijdens het belastbaar tijdperk verbonden aan aj. 2017.
Belastingplichtigen die op de eerste dag van dat belastbaar tijdperk minder dan 20 werknemers tewerkstelden, kunnen de investeringsaftrek over de afschrijvingsperiode van die activa spreiden; in dat geval w ordt de af trek voor de in he t vorige lid bedoel de activa eenvormig bepaald op 10,5 % van de afschrijvingen die voor elk belastbaar tijdperk van die periode worden aangenomen ( zie vak I, B, 3).
- investeringen in onderzoek en ontwikkeling, d.w.z. vaste activa die worden gebruikt ter bevordering van het onderzoek en de ontwikkeling van nieuwe producten en toekomstgerichte technologieën die geen effect hebben op het leefmilieu of die beogen het negatieve effect op het leefmilieu zoveel mogelijk te beperken (zie vak I, B, 1);
- investeringen in productiemiddelen van hoogtechnologische producten op voorwaarden dat het gaat om producten waarvan de productie nieuw is en dat deze producten rechtstreeks of onrechtstreeks verhoogde uitgaven in onderzoek en ontwikkeling toevoegen op het moment van de eerste serieproductie (zie vak I, B, 2).
Belangrijke opmerking
De investeringsaftrek bedoeld in vak I, B, 2, is van toepassing op investeringen die verkregen zijn of tot stand gebracht vanaf 01.01.2016 op voorwaarde dat uit een beslissing van de Europese Commissie blijkt dat deze maatregel geen onverenigbare staatssteun vormt. De vervulling van deze voorwaarde zal door de minister van Financiën worden bekendgemaakt via een bericht in het Belgisch Staatsblad.
De volgende bedragen moeten in vak I, B worden vermeld:
▪ in kolom 3: de afschrijfbare aanschaffings- of beleggingswaarde van de in aanmerking komende investeringen;
▪ in kolom 4: de afschrijvingen die voor het belastbaar tijdperk op die investeringen aanneembaar zijn;
▪ in kolom 5: de investeringsaftrek, die gelijk is aan het product van voormelde afschrijvingen (kolom 4) en het percentage vermeld in kolom 2.
Vak I, D dient voor het vermelden van het totale bedrag van de gespreide aftrekken waarop de belastingplichtige aanspraak kan maken voor investeringen van vorige belastbare tijdperken.
Indien bij de overdracht of buitengebruikstelling van een actiefbestanddeel het totaal van de reeds verkregen gespreide aftrekken lager is dan de eenmalige af trek die toegepast had kunnen worden, wordt een aanvullende aftrek verleend die gelijk is aan dat verschil. Het te vermelden bedrag omvat ook die aanvullende aftrek.
Het totale bedrag moet worden berekend in vak II of op een afzonderlijke bijlage.
In vak I, E moet het totale bedrag worden vermeld van het in principe voor aj. 2017 aftrekbare gedeelte van de investeringsaftrekken waarop de belastingplichtige tijdens vorige belastbare tijdperken aanspraak kon maken, maar die niet konden worden verleend bij gebrek aan voldoende winst of baten, of door de ter zake geldende aftrekbeperking (zie volgend lid).
De aftrek van het tijdens vorige belastbare tijdperken niet verrekende gedeelte van de investeringsaftrekken op de winst of de baten van het belastbare tijdperk verbonden aan aj. 2017, mag in geen geval meer bedragen dan 952.070 euro of, als het totale bedrag van de overgedragen investeringsaftrekken op het einde van het vorige belastbare tijdperk 3.808.290 euro overtrof, 25 % van dat totale bedrag.
In vak I, G moet het bedrag worden vermeld dat effectief kan worden afgetrokken, rekening ho udend met de winst of de baten van het belastbaar tijdperk en met voormelde aftrekbeperking.
In vak I, H moet het totale bedrag worden vermeld dat, gelet op de toepassing van het vorige lid, naar latere belastbare tijdperken wordt overgedragen.
Vak II. Gespreide aftrekken voor investeringen van vorige belastbare tijdperken
Xxx XX dient voor het berekenen van het in vak I, D te vermelden bedrag van de gespreide aftrekken voor investeringen van vorige belastbare tijdperken.
Als dit vak onvoldoende plaats biedt, moet die berekening worden gemaakt op een afzonderlijke bijlage en moet in vak II alleen het totale bedrag worden vermeld met verwijzing naar die bijlage.
E. TER BESCHIKKING VAN DE ADMINISTRATIE T E HOUDEN STUKKEN
De hiernavolgende documenten moeten niet bij de aangifte in de inkomstenbelastingen worden gevoegd, maar moeten wel ter beschikking worden gehouden van de administratie.
▪ Voor alle belastingplichtigen die aanspraak maken op de investeringsaftrek, een opgave, per categorie van de in rubriek D hiervoor bedoelde vaste activa, waarop v an elk actiefbestanddeel de volgende gegevens worden vermeld:
1. de datum van aanschaffing of totstandkoming;
2. de juiste benaming;
3. de aanschaffings- of beleggingswaarde;
4. de normale gebruiksduur en de afschrijvingsduur.
Voor belastingplichtigen die voor de gespreide aftrek opteren is het met het oog op de berekening van de jaarlijkse aftrek aan te bevelen om de activa in elk van die opgaven per afschrijvingsduur te groeperen.
▪ Voor belastingplichtigen die aanspraak maken op de aftrek voor de aanschaffing van een octrooi of een recht tot exploitatie ervan, de documenten vermeld in art. 47bi s, KB/WIB 92 (namelijk een af schrift van het contract waardoor de onderneming het octrooi of het recht tot exploitatie ervan heeft aangeschaft en het bewijs dat dat octrooi of recht tot exploitatie nooit door een onderneming voor het uitoefenen van haar beroepswerkzaamheid in België is gebruikt).
▪ Voor belastingplichtigen die aanspraak maken op de aftrek voor investeringen voor onderzoek en ontwikkeling, de documenten vermeld in art. 48, § 4, K B/WIB 92 (namelijk de in het 1 ° tot 4 ° van die § 4 bedoelde verantwoordingen en een door het bevoegde Gewest uitgereikt attest waaruit blijkt dat de nieuwe producten en toekomst- gerichte technologieën die resulteren uit het onderzoek en de ontwikkeling waarvoor de activa worden gebr uikt, geen effect hebben op het leefmilieu of het negatieve effect op het leefmilieu zoveel mogelijk proberen te beperken).
▪ Voor belastingplichtigen die aanspraak maken op de aftrek voor energiebesparende investeringen, een attest van het Gewest waar de investering plaatsvindt (zie art. 49, KB/WIB 92).
▪ Voor belastingplichtigen die aanspraak maken op de aftrek voor digitale investeringen, de facturen van de investeringen in de vaste activa bedoeld in art. 49/1, § 1, KB/WIB 92.
▪ Voor belastingplichtigen die aanspraak maken op de aftrek voor investeringen in beveiliging, de documenten vermeld in art. 49 1, § 4, KB/WIB 92 (namelijk de facturen van de investeringen in de materiële vaste activa bedoeld in § 1 van dat artikel en het betalingsbewijs van de bedragen die op die facturen voorkomen, evenals, wat de alarm- systemen en de daaraan verbonden componenten bedoeld in § 1, 4°, a van dat artikel en de na-diefstalsystemen bedoeld in § 1, 4°, c van dat artikel betreft, het bewijs van schriftelijke overeenkomst met een vergunde alarmcentrale, en, wat de camerasystemen bedoeld in § 1, 4°, b van dat ar tikel betreft, het or igineel of een kopie van het attest dat bewijst dat het systeem is aangegeven bij de commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer).