Planschadeovereenkomst
Planschadeovereenkomst
Gemeente Hoogeveen en WVG Ontwikkeling B.V.
De ondergetekenden:
1. Gemeente Hoogeveen, kantoorhoudende te Xxxxxxxxx, 0000 XX, Xxxxxxxxxxxxx 0, ingevolge het bepaalde in artikel 171 lid 2 Gemeentewet en mede gelet op het Besluit mandaat, volmacht en machtiging 2018, vertegenwoordigd door de her X. Xxxxxxx, in zijn hoedanigheid van beleidsmedewerker ruimtelijke ontwikkeling, hierna te noemen "de gemeente",
2. WVG Ontwikkeling B.V., kantoorhoudend Blankenstein 120, 7943 PE te Meppel, hierna te noemen initiatiefnemer.
In aanmerking nemende:
- dat initiatiefnemer een aanvraag heeft ingediend voor een wijziging van het bestemmingsplan (ten behoeve van het bouwen van 12 grondgebonden woningen), zoals bedoeld in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening. De aanvraag heeft betrekking op de percelen
kadastraal bekend gemeente Hoogeveen, secties C3497 en C3588. Om aan de aanvraag te voldoen moet een bestemmingsplan procedure worden doorlopen.
- dat de gemeente in principe bereid is het plan planologisch mogelijk te maken;
- dat ten behoeve van het planologisch mogelijk maken van het plan een bestemmingsplanprocedure als bedoeld in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening doorlopen moet worden.
- Dat op 19-09-2007 hiervoor een realisatieovereenkomst is gesloten die onverkort van toepassing is;
- dat de gemeente de kans aanwezig acht dat er sprake is van schade als bedoeld in artikel 6.1 e.v. Wro ten gevolge van de planologische maatregel ten behoeve van het plan;
- dat de gemeente bereid is de planologische maatregel verder in procedure te brengen, mits initiatiefnemer zich bereid verklaart om de planschade als bedoeld in artikel 6.1 e.v. Wro ten gevolge van de planologische maatregel ten behoeve van de bouwmogelijkheden voor zijn rekening te nemen.
- dat de gemeente op grond van artikel 6.4a Wro hiertoe een overeenkomst kan sluiten.
- dat de Procedureverordening voor advisering tegemoetkoming in planschade van toepassing is.
Zijn het volgende overeengekomen:
1. De gemeente brengt de planologische maatregel zoals deze door initiatiefnemer is gevraagd en nader door de gemeente is uitgewerkt en vormgegeven verder in procedure door het ontwerp bestemmingsplan Krakeel, deelplan Zuiderkruis, 2019 voor het perceel ten westen van Zuiderkruis 40 (C3497 en C3588) Hoogeveen ten behoeve van inspraak te publiceren.
2. De gemeente behoudt haar bevoegdheid om bij nadere overweging, bijvoorbeeld als gevolg van indiening van schriftelijke zienswijzen, wijzigingen aan te brengen in de planologische maatregel of alsnog te weigeren deze maatregel te treffen.
3. De gemeente informeert initiatiefnemer over verzoeken om schadevergoeding als bedoeld in artikel 6.1 e.v. Wro die worden ingediend na het onherroepelijk van kracht worden van de planologische maatregel.
4. De initiatiefnemer en zijn rechtsopvolger onder algemene titel nemen voor hun rekening de als gevolg van de planologische maatregel door het college toe te kennen schadevergoeding als bedoeld in artikel 6.1 en 6.5 Wro, met dien verstande dat de beslissing van het college voor initiatiefnemer bindend zal zijn zodra deze onherroepelijk is geworden met inachtneming van een eventuele beslissing van de Rechtbank en Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State.
5. De initiatiefnemer stort de verschuldigde kosten van schade als bedoeld in artikel 4, op eerste vordering van de gemeente binnen zes weken op bankrekeningnummer XX00XXXX0000000000 ten name van de gemeente Hoogeveen onder vermelding van ‘planschadekosten bestemmingsplan Krakeel, deelplan Zuiderkruis, 2019’.
6a. Voor elke toerekenbare tekortkoming in de nakoming van enige verplichting, voortvloeiende uit deze overeenkomst, is initiatiefnemer, na ingebrekestelling en bij uitblijven van de nakoming door initiatiefnemer binnen de in die ingebrekestelling bepaalde termijn, ten behoeve van de gemeente een direct opeisbare boete
verschuldigd van € 10.000, - voor elke dag dat initiatiefnemer in gebreke blijft.
6b. Naast het gestelde in lid a van dit artikel behoudt de gemeente het recht schadevergoeding, welke de boete te boven gaat, te vorderen en de bevoegdheid om bij niet-nakoming van enige uit deze overeenkomst voortvloeiende verplichting in rechte nakoming te vorderen.
Aldus opgemaakt te Hoogeveen en getekend op d.d. ………….:
Gemeente, Initiatiefnemer,
……….. ……….