TOELICHTING ALGEMENE VOORWAARDEN VOOR KREDIETVERLENING (ZAKELIJK)
Deutsche Bank xxxxxxx.xx.xxx/xxxxxxxxxxx
Toelichting Algemene Voorwaarden voor Kredietverlening (zakelijk)
TOELICHTING ALGEMENE VOORWAARDEN VOOR KREDIETVERLENING (ZAKELIJK)
ANNEX 1 – INFORMATIEBLAD BIJ ALGEMENE VOORWAARDEN VOOR KREDIETVERLENING (ZAKELIJK) VAN DEUTSCHE BANK.
Dit informatieblad heeft tot doel een aantal artikelen uit de Algemene Voorwaarden Kredietverlening (zakelijk) van Deutsche Bank (AVK) te verduidelijken. Mocht
u vragen hebben over deze toelichtingen of over artikelen uit de AVK, dan kunt u contact opnemen met uw contactpersoon van Deutsche Bank.
4. ZEKERHEDEN EN VERKLARINGEN
4.1 Indien door een Schuldenaar zekerheden of verklaringen worden of zijn verstrekt, zullen deze strekken tot zekerheid voor alle bestaande en toekomstige betalingsverplichtingen van die Schuldenaar jegens Deutsche Bank uit welke hoofde ook (daaronder mede begrepen uit hoofde van derivatentransacties) en al of niet in het gewone bankverkeer
Toelichting:
We verlenen aan u een krediet en daardoor ontstaat voor u een schuld.
We vragen om zekerheden voor de terugbetaling van het krediet om het risico en de kosten te verlagen. De zekerheden gelden voor de terugbetaling van alle schulden die u op enig moment bij ons heeft. Dit noemen we ’bankzekerheid’. Het kan gaan om schulden die bestaan op het moment van vestiging van het zekerheidsrecht of om schulden die daarna ontstaan uit nieuwe leningen of uit andere producten en diensten die u bij ons afneemt. Dit betekent dat we schulden die op het moment van vestiging van het zekerheidsrecht nog niet bestaan, met voorrang kunnen verhalen op uw bezittingen waarop het zekerheidsrecht is gevestigd. Voor die toekomstige schulden hoeft dus niet telkens opnieuw een zekerheidsrecht te worden gevestigd. Dit vermindert administratieve lasten en bijbehorende kosten
Derdenzekerheid
Zekerheid voor andermans schulden
De zekerheid die u ons geeft, geldt ook voor de verplichtingen van derden. Op grond van de Kredietovereenkomst en de zekerheidsakten van Deutsche Bank dienen de zekerheden die u vestigt namelijk ook te gelden voor de schulden aan Deutsche Bank van andere Schuldenaren. Dit vult artikel 4.1 aan. Dat bepaalt immers dat zekerheden alleen gelden voor eigen verplichtingen.
Welke derden?
De derden waarvoor dit geldt, worden gedefinieerd als ‘Schuldenaren’. Een Schuldenaar is per definitie een Kredietnemer of een Medeschuldenaar. Zowel een Kredietnemer als een Medeschuldenaar is hoofdelijk aansprakelijk voor het Krediet. Een Kredietnemer mag echter ook gebruikmaken van het Krediet.
Ook toekomstige derden
Het is mogelijk dat op het moment dat u de zekerheid vestigt nog geen andere Schuldenaar bestaat en dat u de enige partij bent bij de Kredietovereenkomst. De zekerheid geldt echter ook voor Schuldenaren die in de toekomst toetreden tot de Kredietovereenkomst of een Financieringsdocument. Onze zekerheidsak- ten anticiperen daarop door te bepalen dat de zekerheid ook geldt voor de schulden van elke toekomstige Schuldenaar, dat wil zeggen een Schuldenaar die na vestiging van de zekerheid toetreedt tot een Financieringsdocument.
U (direct of vertegenwoordigd) bepaalt welke derden
Toetreding kan alleen plaatsvinden met uw toestemming. U verleent een volmacht aan de Hoofdkredietnemer om namens u toestemming te verlenen.
Zekerheid geldt voor alle schulden van derden, niet alleen uit krediet
De zekerheid geldt voor alle schulden van Schuldenaren aan ons, dus niet alleen voor schulden uit de Kredietovereenkomst. Het gaat ook om schulden uit andere overeenkomsten tussen ons en die andere Schuldenaar.
Dit biedt flexibiliteit bij groepsvorming of mutaties in de structuur van uw groep (concernfinanciering). Het beperkt het risico dat dan een extra zekerheidsakte nodig is.
4.5 Onverminderd de rechten van Deutsche Bank uit hoofde van artikel 26 van de Algemene Bankvoorwaarden zal een Schuldenaar op eerste verzoek van Deutsche Bank ten genoegen van Deutsche Bank (aanvullende) zekerheid stellen voor alle bestaande en alle toekomstige vorderingen van Deutsche Bank op die Schuldenaar, uit welke hoofde ook (daaronder mede begrepen uit hoofde van derivatentransacties) en al of niet in het gewone bankverkeer. Deze (aanvullende) zekerheid dient steeds zodanig te zijn, en daartoe zo nodig door de betreffende Schuldenaar ten genoegen van Deutsche Bank te worden vervangen en/of aangevuld, dat Deutsche Bank gelet op het risicoprofiel van die Schuldenaar, de dekkingswaarde van de zekerheden en eventuele andere voor Deutsche Bank relevante factoren, doorlopend voldoende zekerheid heeft en zal hebben. Deutsche Bank zal op verzoek van de betreffende Schuldenaar de reden van die zekerheidstelling, of de vervanging of aanvulling daarvan, meedelen.
Toelichting:
Artikel 26 van de Algemene Bankvoorwaarden geeft ons het recht om (extra) zekerheid te vragen voor uw schulden. Die afspraak wordt in dit artikel herhaald.
Dit artikel heeft als doel om onze positie te beschermen. Het is namelijk mogelijk dat het verstrekken van zekerheid niet is geregeld bij het aangaan van de relatie of dat de zekerheid bij het aangaan van de relatie voldoende was, maar onvoldoende wordt of dreigt te worden. Dit kan het geval zijn als uw kredietwaardigheid verslechtert of als de waarde van gestelde zekerheden daalt. We mogen u in die gevallen vragen om aanvullende zekerheden te stellen.
6. MEERDERE SCHULDENAREN - AFZONDERLIJKE VERPLICHTINGEN; HOOFDELIJKHEID
6.1 Indien meerdere (rechts)personen en personenvennootschappen als Schuldenaar partij zijn bij een Financieringsdocument, zijn de verplichtingen die de Schuldenaar uit hoofde van een Financieringsdocument of de AVK jegens Deutsche Bank heeft of zal hebben de verplichtingen van iedere (rechts) persoon en personenvennootschap als Schuldenaar afzonderlijk.
6.2 Iedere Schuldenaar aanvaardt als eigen zelfstandige verplichting aansprakelijk te zijn jegens Deutsche Bank voor alle bestaande en toekomstige verplichtingen van iedere andere Schuldenaar jegens Deutsche Bank uit welke hoofde ook (daaronder mede begrepen uit hoofde van derivatentransacties en elke parallelle schuld uit hoofde van artikel 35.2 of enig ander Financieringsdocument) en al of niet in het gewone bankverkeer. Iedere Schuldenaar verbindt zich enig bedrag dat aldus verschuldigd is op eerste verzoek van Deutsche Bank aan Deutsche Bank te voldoen. Een Schuldenaar die niet terstond aan dit verzoek voldoet is zonder ingebrekestelling in verzuim.
Toelichting:
Als er meerdere Schuldenaren betrokken zijn bij een krediet, is elk van hen hoofdelijk aansprakelijk. We kunnen u als Schuldenaar dus ook afzonderlijk aanspreken tot betaling van alle schulden van alle andere Schuldenaren.
Het gaat hierbij niet alleen om schulden als gevolg van krediet dat is verstrekt aan een andere Schuldenaar, maar ook om schulden uit andere overeenkomsten tussen ons en die andere Schuldenaar.
Iedere Schuldenaar heeft een betalingsverplichting voor de totale schuld van alle Schuldenaren. Hieronder vallen ook Schuldenaren die dat in de toekomst worden door toetreding tot de Kredietovereenkomst of en ander Financieringsdocument. Op grond van de Kredietovereenkomst en de zekerheidsakten van Deutsche Bank dienen de zekerheden die u vestigt ook te gelden voor alle schulden van die andere Schuldenaren. We kiezen zelf welke Schuldenaar we aanspreken om een schuld te betalen. Dit beperkt het risico dat we op een Schuldenaar lopen. Als een Schuldenaar niet kan betalen, kunnen we betaling vragen van iedere andere Schuldenaar. Als een Schuldenaar niet onmiddellijk betaalt, mogen we zonder eerst een ingebrekestelling te sturen rechtsmaatregelen treffen.
6.3 Iedere Schuldenaar doet jegens Deutsche Bank afstand van alle aan een hoofdelijk verbonden schuldenaar toekomende verweermiddelen en rechten. Voor zover de aanvaarding van hoofdelijke aansprakelijkheid door een Schuldenaar in afwijking van de bedoeling van de partijen als een borgstelling wordt gekwalificeerd, doet die Schuldenaar afstand van alle aan borgen toekomende verweermiddelen en rechten, waaronder de bevoegdheid tot verrekening.
Toelichting:
De wet verbindt een aantal gevolgen aan hoofdelijke aansprakelijkheid van Schuldenaren. Sommige wettelijke bepalingen bieden de hoofdelijk aansprakelijke Schuldenaar bescherming in de vorm van verweermiddelen en rechten tegen ons als schuldeiser. Dit artikel bepaalt dat de Schuldenaren afstand doen van deze verweermiddelen en rechten.
Borgen krijgen op grond van de wet een nog verdergaande bescherming.
Als achteraf onverhoopt mocht blijken dat, in tegenstelling tot de bedoeling van partijen, sprake is van een borgstelling, willen we niet dat een borg zich erop beroept dat hij niet verplicht is te betalen. Daarom doen de Schuldenaren in dit artikel ook afstand van hun verweermiddelen en rechten die de wet biedt ter bescherming van borgen.
6.4 Een tot een Schuldenaar gericht aanbod tot uitstel van betaling, ontslag uit de hoofdelijke verbondenheid of afstand betreft alleen die Schuldenaar.
Toelichting:
We kunnen met een Schuldenaar overeenkomen dat deze pas op een later moment hoeft te betalen of niet meer hoofdelijk aansprakelijk is. Ook kunnen we afstand doen van ons recht om betaling te vragen van een Schuldenaar. Dit geldt dan alleen voor die Schuldenaar en niet voor de andere hoofdelijk aansprakelijke Schuldenaren.
6.5 Op eerste verzoek van Deutsche Bank zullen de Schuldenaren vaststellen in welke mate de schuld iedere Schuldenaar in de onderlinge verhouding aangaat. Iedere Schuldenaar verleent aan de Hoofdkredietnemer onherroepelijke volmacht om met een of meer overige Schuldenaren vast te stellen in welke mate de schuld de Schuldenaren in de onderlinge verhoudingen aangaat of op welke wijze de onderlinge bijdrageplicht wordt berekend.
6.6 Iedere Schuldenaar aanvaardt in geen geval wettelijke rechten uit hoofde van regres te zullen krijgen jegens een andere Schuldenaar.
6.7 Iedere Schuldenaar aanvaardt in geen geval door subrogatie te zullen treden in de vorderingen van Deutsche Bank jegens een andere Schuldenaar en de daaraan verbonden (zekerheids)rechten.
Toelichting:
Art. 6.6 en art. 6.7 regelen dat de Schuldenaar die ons heeft betaald (de ‘Aangesproken Schuldenaar’) geen wettelijk regresrecht krijgt (art. 6.6) en dat onze vorderingen op andere Schuldenaren niet overgaan op de Aangesproken Schuldenaar nadat deze heeft betaald (art. 6.7). De Aangesproken Schuldenaar heeft alleen het Vergoedingsrecht dat in de volgende bepalingen is geregeld. Dit contractuele Vergoedingsrecht vervangt het wettelijke regresrecht. Zie hierna in de toelichting onder art. 6.12 voor meer informatie over het Vergoedingsrecht.
6.8 Iedere Schuldenaar aanvaardt de verplichting jegens iedere andere Schuldenaar een vergoeding te betalen in de mate waarin de schuld jegens Deutsche Bank hem in de onderlinge verhouding aangaat (het “Vergoedings- recht”).Het Vergoedingsrecht ontstaat onmiddellijk ten tijde van het aanvaarden van de hoofdelijke aansprakelijkheid uit hoofde van dit artikel 6 als een reeds bestaande verplichting, welke opeisbaar wordt indien en wanneer de schuld aan Deutsche Bank wordt betaald en voor zover een Schuldenaar niet reeds heeft betaald aan Deutsche Bank of een andere Schuldenaar in de mate dat de schuld hem in de onderlinge verhouding aangaat.
6.9 Iedere Schuldenaar verplicht zich het Vergoedingsrecht aan Deutsche Bank te verpanden tot zekerheid voor alle bestaande en toekomstige verplichtingen van die Schuldenaar jegens Deutsche Bank uit welke hoofde ook (daaronder mede begrepen uit hoofde van derivatentransacties) en al of niet in het gewone bankverkeer.
6.10 Ter uitvoering van de hiervoor vermelde verplichting geeft iedere Schuldenaar hierbij, voor zover niet reeds eerder aan Deutsche Bank verpand, zijn Vergoedingsrecht in pand tot zekerheid als voormeld. Kennisneming van de Kredietovereenkomst respectievelijk ondertekening van de Kredietovereen- komst door iedere Schuldenaar geldt als mededeling (bij voorbaat) van voormeld pandrecht aan iedere Schuldenaar als debiteur van het Vergoedings- recht. Deutsche Bank is bevoegd afstand te doen van de vorderingen waarop de voormelde pandrechten van Deutsche Bank rusten.
6.11 Voor zover niet belast met een pandrecht als hiervoor bedoeld, is het Vergoedingsrecht achtergesteld bij alle vorderingen die Deutsche Bank op die andere Schuldenaar heeft of zal krijgen.
6.12 Voor zover niet belast met een pandrecht als hiervoor bedoeld en onder de opschortende voorwaarde dat een Schuldenaar in het kader van een ontvlechting van de groep van die Schuldenaar wordt overgedragen aan een derde, doet iedere andere Schuldenaar afstand van het Vergoedingsrecht jegens de Schuldenaar die wordt overgedragen in die zin dat dan geen Vergoedingsrecht op die Schuldenaar zal bestaan of ontstaan.
Toelichting:
De wet voorziet in de bescherming van de hoofdelijk aansprakelijke Schuldenaren in hun onderlinge relatie. De Aangesproken Schuldenaar kan in sommige gevallen de andere hoofdelijk aansprakelijke Schuldenaren aanspreken tot betaling van (een deel van) het door de Aangesproken Schuldenaar betaalde bedrag. Zo wordt voorkomen dat de Aangesproken Schuldenaar zonder meer alle financieringslasten draagt. Of en tot welk bedrag de Aangesproken Schuldenaar de andere hoofdelijk aansprakelijke Schuldenaren kan aanspreken, ook wel draagplicht genoemd, hangt af van wat er onderling is afgesproken en van andere omstandigheden, zoals de vraag welke Schuldenaren voordeel hebben gehad van het krediet. De Aangesproken Schuldenaar die aan ons meer betaalt dan zijn draagplicht, krijgt op grond van de wet een vordering op een of meerdere hoofdelijk aansprakelijke Schuldenaren. Dit wordt een regresvordering genoemd. We kunnen de Schuldenaren vragen de draagplicht vast te stellen. De Hoofdkredietnemer, zoals omschreven in de AVK, kan dit ook voor de Schuldenaren doen (art. 6.5).
We willen voorkomen dat de regresvorderingen van negatieve invloed zijn op ons kredietrisico. Dit doen wij door verpanding en achterstelling. Ten behoeve van de verpanding en achterstelling, wordt het wettelijk regresrecht eerst vervangen door het Vergoedingsrecht. Deze vervanging bestaat uit een combinatie van twee afspraken. Ten eerste dat u het regresrecht niet zult krijgen (art. 6.6). Ten tweede dat u, in plaats van het wettelijk regresrecht, het Vergoedingsrecht krijgt (art. 6.8). Het verschil tussen het wettelijke regresrecht en het contractuele Vergoedingsrecht is dat partijen het contractuele Vergoedingsrecht zelf vormgeven. Zij spreken af dat het onmiddellijk bestaat, maar nog niet opeisbaar is. Doordat het bestaat, kan het verpand worden.
Verder heeft het dezelfde inhoud als het wettelijke regresrecht.
Het Vergoedingsrecht moet u aan ons verpanden en hiervan melding maken bij de debiteuren van de vordering, dat wil zeggen bij iedere andere hoofdelijk aansprakelijke Schuldenaar. U geeft ons een volmacht om de verpanding van het Vergoedingsrecht te regelen.
Als er geen pandrecht op het Vergoedingsrecht tot stand komt, stelt u het Vergoedingsrecht met betrekking tot iedere andere Schuldenaar achter bij onze vorderingen op die Schuldenaren. Dit wordt achterstelling genoemd.
Achterstelling houdt in dat de andere hoofdelijk aansprakelijke Schuldenaren eerst ons moeten betalen. Pas daarna mag u door de andere hoofdelijk aansprakelijke Schuldenaren worden betaald.
Als er geen pandrecht op het Vergoedingsrecht tot stand komt en een Schuldenaar wordt verkocht aan een andere partij, spreken de partijen – naast achterstelling – ook af dat de Aangesproken Schuldenaar afstand doet van zijn Vergoedingsrecht. U kunt zich dan niet langer beroepen op dat Vergoedingsrecht.
10. VERGOEDINGSRECHT BIJ DERDENZEKERHEID, BORGTOCHT EN GARANTIE
10.1 Iedere Schuldenaar aanvaardt hierbij, als een beding ten behoeve van een derde als bedoeld in artikel 6:253 Burgerlijk Wetboek, de verplichting om aan een borg, een garant danwel een derde die een zekerheidsrecht heeft gevestigd of zal vestigen ten behoeve van Deutsche Bank voor de verplichtingen van de betreffende Schuldenaar (ieder: de “Derdenzekerheidsgever”) een vergoeding te betalen ter grootte van het bedrag waarvoor de vordering tot zekerheid waarvoor het zekerheidsrecht is gevestigd de Schuldenaar aangaat tot een maximum van hetgeen waarvoor de Derdenzekerheidsgever met succes is aangesproken. Het vergoedingsrecht van de borg, garant danwel de Derdenzekerheidsgever op de Schuldenaar ontstaat onmiddellijk ten tijde van het aangaan van de borgtocht, garantie of de vestiging van de derdenzekerheid als een reeds bestaande verplichting van iedere Schuldenaar jegens de Derdenzekerheidsgever, welke opeisbaar wordt indien en wanneer de borgtocht, de garantie danwel verstrekte derdenzekerheidsrecht wordt uitgewonnen.
10.2 Voor zover Deutsche Bank een pandrecht verkrijgt op een vergoedingsrecht een Derdenzekerheidsgever zoals hiervoor uiteengezet, doet Deutsche Bank hierbij bij voorbaat mededeling van dat pandrecht aan elke Schuldenaar als debiteur van het vergoedingsrecht van de Derdenzekerheidsgever.
Toelichting
Net als met u als mogelijk Aangesproken Schuldenaar (zie hiervoor art. 6.6 en art. 6.8) spreekt Deutsche Bank met Derdenzekerheidsgevers af dat zij geen wettelijk regresrecht zullen krijgen indien zij worden aangesproken. Een Derdenzekerheidsgever kan zijn een borg, een garant of degenene die een derdenpand-/-hypotheek vestigt, zoals een Schuldenaar dient te doen indien deze pand of hypotheek vestigt. Ook Derdenzekerheidsgevers krijgen in plaats van het wettelijk regresrecht een contractueel Vergoedingsrecht (art. 10.1).
De afspraak dat zij het wettelijk regresrecht niet krijgen, maakt Deutsche Bank met de Derdenzekerheidsgevers buiten deze algemene voorwaarden voor kredietverlening (in de akte van borgtocht of garantie bijvoorbeeld) omdat zij niet altijd partij bij zijn bij deze voorwaarden.
11. VERREKENING
11.1 Deutsche Bank is te allen tijde bevoegd de vorderingen van een Schuldenaar op Deutsche Bank uit welke hoofde ook zonder voorafgaande verrekeningsverklaring te verrekenen met haar vorderingen op die Schuldenaar en iedere andere Schuldenaar, uit welke hoofde ook, met inbegrip van voorwaardelijke vorderingen van Deutsche Bank (waaronder vorderingen uit hoofde van een krediet in de vorm van een obligokrediet) ongeacht of de te verrekenen vorderingen opeisbaar of betaalbaar zijn en ongeacht de valuta waarin deze vorderingen luiden.
11.2 Te verrekenen vorderingen in vreemde valuta worden verrekend tegen de koers van de dag van verrekening.
11.3 Deutsche Bank zal de betreffende Schuldenaar informeren over de toegepaste verrekening, waarbij verzending van een afschrift van de rekening waarin de verrekening administratief is verwerkt, geldt als een door Deutsche Bank uitgebrachte verrekeningsverklaring.
Toelichting:
Verrekening is het ‘tegen elkaar wegstrepen’ van uw schuld en uw vordering. Bij het verrekenen gebruiken we het tegoed op de ene rekening om het tekort op de andere rekening af te lossen. De wet stelt eisen waaraan moet worden voldaan voordat kan worden verrekend. Dit artikel wijkt af van die eisen en verruimt onze verrekeningsbevoegdheid. Vaak houdt een Schuldenaar meerdere rekeningen aan. Het is ook mogelijk dat er meerdere Schuldenaren zijn met een of meerdere rekeningen. We hebben het recht om de saldi van die rekeningen met elkaar te verrekenen.
12. NEGATIEVE VERKLARING
Zolang uit welke hoofde ook (daaronder mede begrepen uit hoofde van derivaten- transacties) en al of niet in het gewone bankverkeer verplichtingen van een Schuldenaar jegens Deutsche Bank bestaan of kunnen ontstaan, zal een Schuldenaar zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Deutsche Bank zich in geen geval borg stellen of hoofdelijke aansprakelijkheid aanvaarden ten behoeve van een ander dan Deutsche Bank en zal een Schuldenaar zijn goederen niet geheel of gedeeltelijk vervreemden of ten behoeve van een derde belasten of bezwaren of zich daartoe jegens een derde verbinden. Een Schuldenaar is wel bevoegd tot vervreemding van goederen indien en voor zover een goed wordt vervreemd binnen zijn normale bedrijfsuitoefening tegen betaling (anders dan door verrekening) van een marktconforme koopsom, onder marktconforme voorwaarden en overeenkom- stig de aard en de bestemming van dat goed.
Toelichting:
Met de ‘negatieve verklaring’ verklaart u dat u bepaalde handelingen niet zal verrichten zonder onze toestemming, zoals uzelf borg of hoofdelijk aansprakelijk stellen, nieuwe zekerheden geven of uw bezittingen verkopen aan derden.
We hebben u krediet verstrekt onder meer op basis van uw financiële positie.
Die positie kan worden aangetast als u zekerheden geeft voor nieuwe kredieten bij een andere financier of aansprakelijkheid aanvaardt voor verplichtingen van anderen. Dat geldt ook als u bezittingen als zekerheid aan derden geeft of verkoopt.
Transacties, zoals het verkopen van bezittingen, die binnen de normale bedrijfsuitoefening passen en tegen normale (marktconforme) voorwaarden plaatsvinden, kunt u gewoon blijven uitvoeren.
14. OVERDRACHT EN VERPANDING
14.1 Deutsche Bank is bevoegd al haar rechten uit een of meer Financierings- documenten te verpanden en al haar rechten en verplichtingen uit een of meer Financieringsdocumenten geheel of gedeeltelijk door cessie, contractsoverneming, schuldoverneming, een combinatie daarvan of op een andere wijze op een derde te doen overgaan. Deutsche Bank is ook bevoegd haar economische risico in verband met een of meerdere Financieringsdocumenten geheel of gedeeltelijk aan een derde over te dragen bij wijze van een subparticipatieovereenkomst of op een andere wijze. In het geval van overdracht van het economische risico blijft Deutsche Bank de contractuele wederpartij van de Schuldenaar in overeen- stemming met de bepalingen van de relevante Financieringsdocumenten.
14.2 Iedere Schuldenaar stemt bij voorbaat in met een dergelijke verpanding, cessie, contracts- of schuldoverneming, een combinatie daarvan respectievelijk een andere wijze van overdracht op een derde en verbindt zich tevens medewerking te verlenen en alle (rechts)handelingen te verrichten die benodigd zijn voor de bezwaring van rechten of een gehele of gedeeltelijke overgang van rechten en verplichtingen uit de Financieringsdocumenten.
Toelichting:
U geeft ons toestemming om onze positie als leninggever op een ander over te laten gaan.
15. VERZEKERINGEN
15.1 Iedere Schuldenaar zal er voor zorgen voortdurend ten genoegen van Deutsche Bank in voldoende mate en op de in zijn branche gebruikelijke wijze verzekerd te zijn tegen de voor zijn branche en zijn bedrijf bestaande algemene en specifieke bedrijfsrisico’s, alsmede de daarvoor verschuldigde premies en andere lasten tijdig te voldoen en tijdig alle door de verzekeraar gewenste informatie en mededelingen te verstrekken. Op eerste verzoek van Deutsche Bank verstrekt een Schuldenaar een kopie van de polis van elke desbetreffende verzekering aan Deutsche Bank. Voorts zal iedere Schuldenaar op eerste verzoek van Deutsche Bank ten genoegen van Deutsche Bank aantonen dat bedoelde premies en lasten zijn voldaan.
15.2 Indien en voor zover een Schuldenaar tekortschiet in de nakoming van enige in artikel 15.1 bedoelde verplichting, is Deutsche Bank bevoegd de in artikel 15.1 genoemde bedrijfsrisico’s zelf, indien zij dit wenst op haar eigen naam, voor rekening van de Schuldenaar (bij) te verzekeren en voor rekening van de Schuldenaar de verschuldigde premies en andere lasten te voldoen.
15.3 De Hoofdkredietnemer staat in voor de tijdige en behoorlijke nakoming door iedere andere Schuldenaar van zijn verplichtingen uit hoofde van dit artikel 15.
Toelichting:
Om het voortbestaan van uw bedrijf zo goed mogelijk te waarborgen, vinden we het belangrijk dat u zich beschermt tegen mogelijke risico’s, zoals brandschade, waterschade en explosiegevaar. U bent daarom verplicht zich te verzekeren tegen zulke risico’s. Mocht u een, naar onze mening, belangrijke verzekering niet hebben afgesloten, dan hebben we op basis van dit artikel het recht om de desbetreffende verzekering alsnog af te sluiten op uw kosten.
17. TAXATIE
Deutsche Bank is bevoegd om zo vaak als zij dat wenselijk acht voor de waardering van haar verhaalsmogelijkheden een taxateur aan te wijzen die op een door haar te bepalen wijze een taxatie maakt van de waarde van de aan Deutsche Bank tot zekerheid of anderszins tot verhaal strekkende goederen (al dan niet uit hoofde van een zekerheidsrecht). De kosten van de taxatie komen voor rekening van de Kredietnemer en/of de Schuldenaar, die voor deze kosten ieder voor het geheel aansprakelijk zijn. De Schuldenaar zal onverwijld en onvoorwaardelijk aan de door Deutsche Bank aangewezen taxateur toegang tot al die goederen en alle voor de taxatie van die goederen benodigde gegevens en documenten (doen) verschaffen.
Toelichting:
Het is voor ons van belang een zo nauwkeurig mogelijke inschatting te maken van de actuele waarde van de zekerheden die we hebben gekregen. Een nieuwe taxatie van de goederen waarop we ons kunnen verhalen, kan daarom nodig zijn. We hoeven hiervoor geen toestemming te krijgen en de kosten mogen we bij u in rekening brengen. Een gedateerde taxatie kan reden zijn voor een nieuwe taxatie. Ook als we goede redenen hebben te denken dat de waarde van het goed afwijkt van de laatst bekende taxatie kunnen we een nieuwe taxatie aanvragen. Dit artikel schrijft tot slot voor dat u belooft de taxateur toegang te geven tot de goederen en hem alle benodigde informatie te verschaffen.
18. KOSTEN EN TARIEFVERHOGING
18.1 Alle kosten verbonden aan het opmaken en de uitvoering van de Financieringsdo- cumenten komen voor rekening van de Kredietnemer en zullen op eerste verzoek van Deutsche Bank door de Kredietnemer worden voldaan. Onder deze kosten worden mede begrepen alle gemaakte kosten die voor Deutsche Bank voortvloeien uit het feit dat een Schuldenaar, of een derde die zekerheid verschaft, enige verplichting uit hoofde van de Financieringsdocumenten of uit welke hoofde ook niet, niet tijdig of niet behoorlijk nakomt, daaronder mede begrepen de kosten van incasso, van uitwinning, van juridische bijstand en van deskundigen, alsmede kosten van procedures tegen derden of die Schuldenaar zelf en alle belastingen (anders dan naar de winst waaraan Deutsche Bank is of zal worden onderworpen) die terzake van het Krediet of enig Financieringsdocument verschuldigd zijn of in de toekomst geheven mochten worden.
18.2 Onverminderd hetgeen elders in deze AVK (daaronder mede begrepen de artikelen 39, 45, 46, 56 en 71.4) omtrent herziening van een rentepercentage is bepaald, is Deutsche Bank te allen tijde gerechtigd een overeengekomen rentepercentage, waaronder mede begrepen (indien van toepassing) de individuele opslag en toeslagen te verhogen. Dit recht heeft Deutsche Bank onder andere indien naar het oordeel van Deutsche Bank:
a. het risicoprofiel van een Schuldenaar wijzigt, bijvoorbeeld doordat de markt, solvabiliteit, liquiditeit of rentabiliteit verslechtert of een verslechtering wordt verwacht;
b. Deutsche Bank het risicoprofiel van een Schuldenaar niet kan beoordelen door gebrek aan informatie;
c. de dekkingswaarde van de aan Deutsche Bank verstrekte zekerheden afneemt;
d. zich wijzigingen voordoen in de geld- en kapitaalmarkt waardoor de financieringskosten van Deutsche Bank toenemen (markttoeslag);
e. het ter beschikking (blijven) stellen van het Krediet meer kosten voor Deutsche Bank meebrengt en deze stijging van de kosten direct of indirect het gevolg is van kredietbeperkende maatregelen, solvabiliteitsrichtlijnen of andere kostenverhogende voorschriften of bepalingen (daaronder begrepen gedragslijnen waarvan de naleving is verzocht) die afkomstig zijn van De Nederlandsche Bank N.V., de Europese Centrale Bank, de Bundesanstalt für Finanzdienstleistungsaufsicht of van een andere autoriteit die toezicht uitoefent op Deutsche Bank (kapitaaltoeslag).
Een dergelijke herziening kan met zich brengen dat een opslag of toeslag wordt toegepast die eerder nog niet van toepassing was of voor een lager percentage in het rentetarief was inbegrepen. Deutsche Bank kan een rentepercentage ook te allen tijde verlagen.
18.3 Deutsche Bank is te allen tijde gerechtigd een kostenvergoeding voor kredietmonitoring in rekening te brengen indien een Kredietnemer onder de WRM afdeling (Workout & Recovery Management, bijzonder beheer) van Deutsche Bank valt. Deutsche Bank is bevoegd om de verschuldigde kosten ten laste te brengen van een rekening-courant die een Kredietnemer bij Deutsche Bank aanhoudt of in rekening te brengen door middel van boeking van het verschuldigde bedrag in een interne rekening van een Kredietnemer in haar boeken.
Toelichting:
Het is voor ons van belang dat wij kunnen reageren op gewijzigde omstandig- heden gedurende de looptijd van het krediet. Op basis van dit artikel mogen wij tarieven wijzigen of een opslag introduceren indien het (blijven) aanbieden van het krediet duurder voor ons wordt. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren indien de wetgever of een toezichthouder nieuwe regels opstelt waardoor het aanbieden van het krediet meer kosten met zich brengt. Of indien wij u onderbrengen bij onze afdeling bijzonder beheer en we u intensiever gaan begeleiden waardoor onze kosten toenemen. Ook mogen wij de tarieven aanpassen indien het risicoprofiel van uw bedrijf verslechtert, of indien wij uw risicoprofiel niet kunnen bepalen vanwege een tekort aan informatie. Dit onderdeel doet niet af aan ons recht om tarieven aan te passen op basis van andere artikelen van deze AVK. Ook bij toepassing van deze bepaling zullen wij ingevolge artikel 2 van de Algemene Bankvoorwaarden onze zorgplicht in acht nemen en zo goed mogelijk rekening houden met uw belangen.
20. INFORMATIEVERSTREKKING
20.1 Iedere Schuldenaar zal telkens onmiddellijk na het gereedkomen daarvan, doch uiterlijk zes (6) maanden na afloop van zijn boekjaar, de op dat boekjaar betrekking hebbende balans en winst- en verliesrekening met de bijbehorende toelichting toezenden aan Deutsche Bank alsmede, indien een Schuldenaar tot een groep behoort, de geconsolideerde balans en winst- en verliesrekening met bijbehorende toelichting voor de holdingvennootschap.
Deutsche Bank kan aan de inrichting van de hiervoor genoemde stukken en aan de samensteller daarvan eisen stellen.
20.2 Iedere Schuldenaar die geen rechtspersoon is, zal aan Deutsche Bank op haar eerste verzoek zijn meest recente aangifte inkomstenbelasting toezenden.
20.3 Iedere Schuldenaar zal Deutsche Bank tijdig schriftelijk in kennis stellen van elke voorgenomen wijziging in de vennootschappelijke structuur of rechtsvorm van die Schuldenaar of van een vennootschap in de groep waartoe de Schuldenaar behoort, van elke wijziging in het bestuur van de Schuldenaar, of in de zeggenschap over de Schuldenaar zelf of over de groep waartoe de Schuldenaar behoort, en van elke voorgenomen wijziging van zijn statuten.
20.4 Iedere Schuldenaar zal aan Deutsche Bank op haar eerste verzoek alle informatie verschaffen en verklaringen afleggen die Deutsche Bank van belang acht in verband met de kredietrelatie met die Schuldenaar of in verband met de nakoming van de verplichtingen van Deutsche Bank en haar groepsmaatschap- pijen uit hoofde van toezichtwetgeving.
20.5 Iedere Schuldenaar zal Deutsche Bank of een door Deutsche Bank aangewezen derde op haar eerste verzoek inzage geven in zijn boeken en bescheiden en daaruit de gegevens laten putten die Deutsche Bank nodig acht voor de uitoefening van haar rechten.
20.6 Iedere Schuldenaar zal Deutsche Bank op haar eerste verzoek of ongevraagd onmiddellijk informeren over alle feiten en omstandigheden (daaronder mede begrepen feiten en omstandigheden betreffende zijn financiële positie, de financiële positie van de groep waartoe die Schuldenaar behoort en ontwikkelingen in de bedrijfsvoering die daarop een belangrijke invloed kunnen hebben alsmede betreffende enige lopende of dreigende procedure tegen die Schuldenaar of een andere tot de groep van die Schuldenaar behorende vennootschap) waarvan hij kennis draagt en die geleid hebben tot een verzuim uit hoofde van de Financieringsdocumenten of uit welke hoofde ook of waarvan redelijkerwijs voorzienbaar is dat die kunnen leiden tot een dergelijk verzuim, met inbegrip van de in artikel 24 genoemde omstandigheden.
20.7 De Hoofdkredietnemer staat in voor de tijdige en behoorlijke nakoming door iedere andere Schuldenaar van zijn verplichtingen uit hoofde van dit artikel 20.
Toelichting:
De omstandigheden die van belang zijn voor onze beoordeling van het kredietrisico wijzigen voortdurend. U bent verplicht om ons uit eigen beweging tijdig alle relevante informatie te geven, zoals jaarcijfers en informatie over veranderingen in de structuur van uw onderneming. We mogen u ook om aanvullende informatie vragen waarmee we beter inzicht krijgen in de (financiële) situatie van uw onderneming. Dat kan ons helpen om het kredietrisico beter te beoordelen en onze kredietrelatie met u te optimaliseren.
24. TUSSENTIJDSE BEËINDIGING
24.1 Deutsche Bank heeft het recht om in de navolgende omstandigheden de Kredietovereenkomst te beëindigen ten opzichte van één of meerdere Schuldenaren:
(a) indien Deutsche Bank is overgegaan tot opzegging van Krediet dat tot wederopzegging ter beschikking wordt gesteld onder een Financierings- document;
(b) indien enige Schuldenaar enige verplichting jegens Deutsche Bank uit welke hoofde ook, niet, niet tijdig of niet behoorlijk nakomt, of indien naar het oordeel van Deutsche Bank een aanzienlijke kans bestaat dat enige Schuldenaar enige verplichting jegens Deutsche Bank niet, niet tijdig of niet behoorlijk zal kunnen nakomen;
(c) indien enige Schuldenaar enigerlei verplichting jegens een derde uit hoofde van of in verband met enige andere geldlenings-, krediet- of andersoortige financieringsovereenkomst met derden, dan wel uit hoofde van enige garantie jegens derden, niet, niet tijdig of niet behoorlijk nakomt;
(d) (i) indien enige Schuldenaar besluit tot beëindiging van zijn beroep of bedrijf, tot gehele of gedeeltelijke staking, verkoop, verhuur of vervreemding van zijn onderneming of praktijk of tot verkoop of vervreemding van een substantieel deel van zijn goederen, (ii) indien enige Schuldenaar wordt geschorst in de uitoefening van zijn beroep, ambt of functie of daaruit wordt ontzet of ontslagen of dreigt daaruit te worden ontzet of ontslagen, (iii) indien een voor de uitoefening van het beroep of bedrijf van enige Schuldenaar noodzakelijke bevoegdheid, vergunning of inschrijving vervalt of aan enige Schuldenaar wordt ontzegd of ontnomen of dreigt te vervallen of te worden ontzegd of ontnomen, (iv) indien de aard van het door enige Schuldenaar uitgeoefende beroep of bedrijf naar het oordeel van Deutsche Bank ingrijpend wordt gewijzigd, (v) indien enige Schuldenaar besluit tot verplaatsing van zijn onderneming, praktijk of bedrijf naar een ander land,
(vi) indien enige Schuldenaar handelt in strijd met enig op de uitoefening van zijn beroep of bedrijf betrekking hebbend wettelijk voorschrift (met inbegrip van wettelijke voorschriften ter bescherming van het milieu en van toezicht- en sanctiewetgeving), of (vii) indien enige Schuldenaar een vennootschap is die ophoudt te handelen in overeenstemming met haar statutaire doel of haar rechtspersoonlijkheid verliest;
(e) bij ontbinding of, naar het oordeel van Deutsche Bank, ingrijpende wijziging van het maatschaps- of vennootschapscontract, toe- of uittreding van één of meer maten of vennoten, ontbinding, liquidatie dan wel besluit of kennelijk voornemen tot ontbinding of liquidatie;
(f) indien enige Schuldenaar overlijdt of vermoed wordt te zijn overleden of vermist onder curatele wordt gesteld of op andere wijze handelingsonbe- kwaam wordt, zich in een ander land vestigt, zijn huwelijksgoederenregime wijzigt of enige gemeenschap van goederen waarin enige Schuldenaar mocht zijn gehuwd wordt ontbonden of indien een of meer goederen van enige Schuldenaar onder bewind worden gesteld;
(g) indien enige Schuldenaar of één van zijn vennoten ophoudt zijn schulden te betalen of de betaling van zijn schulden opschort, surseance van betaling aanvraagt, surseance van betaling wordt verleend, een verzoek tot faillietverklaring doet, in staat van faillissement wordt verklaard, een akkoord buiten faillissement aanbiedt, boedelafstand doet of een schuldsaneringsregeling aanvraagt, of indien een derde een verzoek tot faillietverklaring van enige Schuldenaar doet;
(h) indien enige Schuldenaar niet in staat is tot betaling van een van de in artikel 36 van de Invorderingswet 1990 genoemde belastingen en daarvan mededeling aan de ontvanger wordt gedaan;
(i) indien op het geheel of op een, naar het oordeel van Deutsche Bank, belangrijk gedeelte van de goederen van enige Schuldenaar executoriaal beslag wordt gelegd of indien een daarop gelegd conservatoir beslag niet is vernietigd of opgeheven binnen dertig (30) dagen na de dag van beslaglegging, of indien op het geheel of op een, naar het oordeel van Deutsche Bank, belangrijk gedeelte van de goederen van enige Schuldenaar anderszins door een derde verhaal wordt gezocht, dan wel indien een of meer goederen van enige Schuldenaar geheel of voor een,
naar het oordeel van Deutsche Bank, belangrijk gedeelte worden onteigend of geconfisqueerd, zijn tenietgegaan of beschadigd;
( j) indien de vennootschappelijke structuur of rechtsvorm van enige Schuldenaar of van de groep waartoe enige Schuldenaar behoort, naar het oordeel van Deutsche Bank ingrijpend wordt gewijzigd door fusie, splitsing, liquidatie, omzetting, overname dan wel anderszins of indien zich een, naar het oordeel van Deutsche Bank, ingrijpende wijziging voordoet in de zeggenschap over en/of het bestuur van enige Schuldenaar of over de activiteiten van de onderneming of praktijk van enige Schuldenaar, of indien er sprake is van het voornemen tot dergelijke wijzigingen, dan wel indien is besloten tot een, naar het oordeel van Deutsche Bank, ingrijpende wijziging in de statuten of reglementen van enige Schuldenaar, een en ander zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Deutsche Bank;
(k) indien enige Schuldenaar zijn aandeelhouders ontheft van een verplichting tot storting op niet-volgestorte aandelen, overgaat tot inkoop van eigen aandelen, terugbetaling op aandelen of tot een uitkering ten laste van zijn reserves, dan wel een besluit daartoe neemt of het kennelijke voornemen daartoe heeft, een en ander zonder voorafgaande schriftelijke toestem- ming van Deutsche Bank;
(l) indien enige Schuldenaar ten aanzien van zijn rechten die met zijn lidmaatschap van een coöperatie samenhangen stemt voor overdracht of opzegging van zijn lidmaatschapsrechten, ontzetting uit de coöperatie of verlaging van enige reserve of ledenrekening van de coöperatie, ontbinding van de coöperatie of goedkeuring van beëindiging van het door de coöperatie gevoerde bedrijf dan wel de vervreemding van alle of een materieel deel van de goederen van de coöperatie, of een fusie of splitsing waarbij de coöperatie is betrokken, een en ander zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Deutsche Bank;
(m) indien er zich een omstandigheid voordoet van politieke, militaire, economische of financiële aard of indien de financiële positie van enige Schuldenaar aanmerkelijk is verslechterd, of dat voorzienbaar is dat een dergelijke omstandigheid of verslechtering zich zal kunnen voordoen, zodanig dat de mogelijkheid van enige Schuldenaar om zijn verplichtingen jegens Deutsche Bank stipt na te komen naar het oordeel van Deutsche Bank nadelig kan worden beïnvloed;
(n) indien Deutsche Bank door haar relatie met enige Schuldenaar op een voor Deutsche Bank schadelijke wijze in de publiciteit komt of dit binnen afzienbare tijd valt te verwachten, of indien enige Schuldenaar of daarmee verbonden persoon onderwerp is van of betrokken is bij een strafrechtelijk onderzoek (waaronder begrepen een onderzoek naar belastingfraude) of dit onderzoek binnen afzienbare tijd valt te verwachten, of indien de goede naam en faam van Deutsche Bank door haar relatie met enige Schuldenaar wordt aangetast of zou kunnen worden aangetast of indien deze aantasting binnen afzienbare tijd valt te verwachten, een en ander naar het oordeel van Deutsche Bank;
(o) indien één der onder (c) tot en met (n) genoemde omstandigheden zich voordoet ten aanzien van een borg, garant, hoofdelijk medeschuldenaar of een derde die terzake van het Krediet in enige vorm zekerheid aan Deutsche Bank heeft gegeven, alsmede indien een jegens Deutsche Bank ten behoeve van enige Schuldenaar gestelde borgtocht, garantie of hoofdelijkheid door de borg, garant of hoofdelijk medeschuldenaar wordt opgezegd of ingetrokken, of indien een borg, garant, hoofdelijk medeschuldenaar of een derde die terzake van het Krediet zekerheid aan Deutsche Bank heeft gegeven of toegezegd, in gebreke blijft met de nakoming van enige verplichting uit hoofde daarvan;
(p) indien één der onder (c) tot en met (n) genoemde omstandigheden zich voordoet ten aanzien van één of meer groepsvennootschappen van enige Schuldenaar of ten aanzien van één of meer personen of vennootschappen die een controlerend belang in enige Schuldenaar hebben of indien zodanige persoon of vennootschap in gebreke blijft met de nakoming van enige verplichting jegens Deutsche Bank uit hoofde van enige met Deutsche Bank gesloten geldlenings-, krediet- of andersoortige financieringsovereenkomst;
(q) indien hypotheek aan Deutsche Bank is verleend op enig registergoed anders dan een schip: bij beslaglegging, aanwijzing tot onteigening, onbewoonbaarverklaring, plaatsing op een monumentenlijst, opneming in ruilverkaveling, sloping, tenietgaan of beschadiging van het verbondene of een deel daarvan, bij het geheel of gedeeltelijk tenietgaan, eindigen of vervallen van het erfpachtsrecht, het opstalrecht of het gebruiksrecht van het appartement, bij wijziging van de erfpachts- of opstalvoorwaarden, bij opheffing van de splitsing in appartementsrechten dan wel wijziging van de akte van splitsing of het reglement zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Deutsche Bank, bij niet-nakoming of overtreding door de erfpachter of opstaller van enige verplichting uit hoofde van de erfpachts- of opstalvoorwaarden alsmede bij niet-nakoming of overtreding door de eigenaar of gebruiker van het appartement van enige op het appartements- recht betrekking hebbende wetsbepaling of van enige bepaling in de akte van splitsing of het reglement;
(r) indien aan Deutsche Bank hypotheek is verleend op een schip:
— bij beslaglegging, plaatsing in een lagere klasse, verlies of wijziging van de nationaliteit, rekwisitie, abandonnement, tijdingloosheid, oplegging, sloping of aanmelding daartoe, vergaan of beschadiging van het verbondene of een deel daarvan;
— indien de hypotheekgever of de beheerder zich terzake van het schip niet houdt aan de voorschriften van de International Safety Manage- ment Code, Resolution A741 of de voorschriften die daarvoor in de plaats komen, dan wel nalaat aan Deutsche Bank kopieën te verstrekken van het “Document of Compliance” en de “Safety Management Certificate” als omschreven in de bedoelde voorschriften of indien de hypotheekgever of de beheerder zijn lidmaatschap beëindigt van de International Tanker Owners Pollution Federation (ITOPF), zo lang deze organisatie bestaat, dan wel iedere andere organisatie of samenwerkings- verband die ITOPF voortzet of daarvoor in de plaats treedt;
— indien de hypotheekgever of de beheerder zich terzake van het schip niet houdt aan de voorschriften van de International Ship and Port Facility Security Code of de voorschriften die daarvoor in de plaats komen, dan wel nalaat aan Deutsche Bank kopieën te verstrekken van het “International Ship Security Certificate” als bedoeld in deze voorschriften;
(s) bij (dreiging van) verlies, vernietiging, beschadiging, tenietgaan of vervallen door welke oorzaak ook van het geheel of een gedeelte van de aan Deutsche Bank tot zekerheid voor het Krediet strekkende goederen (andere dan registergoederen);
(t) indien door welke oorzaak dan ook de aan Deutsche Bank verstrekte zekerheden non-existent blijken te zijn of de vestigingshandelingen ten aanzien van de zekerheden nietig of vernietigbaar blijken te zijn;
(u) indien naar het oordeel van Deutsche Bank gegronde vrees bestaat voor onverhaalbaarheid van hetgeen een Schuldenaar uit hoofde van enig Financieringsdocument is verschuldigd;
(v) indien enige Schuldenaar aan Deutsche Bank onjuiste gegevens heeft verstrekt of haar gegevens heeft onthouden welke voor Deutsche Bank naar haar oordeel van wezenlijk belang zijn;
(w) indien Krediet niet wordt aangewend voor het doel waarvoor het is verstrekt of indien naar het oordeel van Deutsche Bank vaststaat dat het doel waarvoor het Krediet is verstrekt niet volledig is of zal worden gerealiseerd;
(x) indien wetgeving of de interpretatie daarvan is gewijzigd, dan wel indien een overheidsmaatregel is genomen die betrekking of invloed heeft of kan hebben op de rechtsgeldigheid en/of afdwingbaarheid van (i) enige overeenkomst tussen enige Schuldenaar en Deutsche Bank in verband met het Krediet en/of (ii) de aan Deutsche Bank verstrekte zekerheden en/of de waarde daarvan, en enige Schuldenaar en Deutsche Bank binnen een door Deutsche Bank te stellen termijn geen schriftelijke overeenstemming hebben bereikt over de aanpassing van de desbetreffende overeenkomst en/of zekerheden, waarbij als uitgangspunt dient dat de positie van Deutsche Bank niet in een naar het oordeel van Deutsche Bank negatieve zin verandert;
(y) indien de pandgever, hypotheekgever of enige gebruiker van de aan Deutsche Bank tot zekerheid of anderszins tot verhaal strekkende goederen mocht weigeren toegang te verlenen voor taxatie als hiervoor in artikel 17 bedoeld; of
(z) indien zich buiten Nederland ten aanzien van een (i) Schuldenaar, (ii) groepsvennootschap of persoon of vennootschap die een controlerend belang in enige Schuldenaar heeft, (iii) borg, (iv) garant, (v) hoofdelijk medeschuldenaar of (vi) derde die terzake van het Krediet in enige vorm zekerheid aan Deutsche Bank heeft gegeven, vergelijkbare omstandig- he- den voordoen als de hiervoor onder (a) tot en met (x) genoemde omstandigheden.
24.2 Iedere Schuldenaar verbindt zich Deutsche Bank terstond schriftelijk op de hoogte te brengen indien zich één of meer van de omstandigheden, hiervoor genoemd in artikel 24.1 voordoen.
24.3 In geval van beëindiging van de Kredietovereenkomst als hiervoor bedoeld in artikel 24.1 zal al hetgeen een Kredietnemer uit hoofde van het Krediet verschul- digd is terstond opeisbaar zijn zonder enige sommatie of ingebrekestelling. Dan heeft Deutsche Bank het recht om al hetgeen een Kredietnemer uit hoofde van het Krediet verschuldigd is terstond geheel of gedeeltelijk op te eisen. Bij beëindiging van de Kredietovereenkomst op grond van artikel 24.1 vervalt automatisch iedere Limiet. In het geval opeising niet betrekking heeft op alle vormen waarin het Krediet ter beschikking is gesteld, vervalt de relevante Limiet voor zover deze verband houdt met het bedrag dat wordt opgeëist.
24.4 In geval van beëindiging van de Kredietovereenkomst op grond van artikel 24.1 of door tijdsverloop zullen Deutsche Bank en de Kredietnemer(s) zo spoedig mogelijk overgaan tot afwikkeling van de wederzijdse rechten en verplichtingen daaruit. Iedere Kredietnemer zal aan deze afwikkeling alle medewerking verlenen die naar de mening van Deutsche Bank nuttig is. De Kredietovereen- komst blijft gelden tot het moment dat naar de mening van Deutsche Bank alle rechten en verplichtingen zijn afgewikkeld.
24.5 In geval van opeising van het Krediet als hiervoor bedoeld in artikel 24.3 zal, onverminderd enige andere bepaling in deze AVK of een ander Financierings- document betreffende de hoogte van de verschuldigde (vertragings) rente ten aanzien van enige tot het Krediet behorende kredietfaciliteit, vanaf het moment van opeising ten aanzien van het opgeëiste deel van het Krediet een rente verschuldigd zijn gelijk aan de som van twee procent (2 %) op jaarbasis te vermeerderen met (i) voor zover enig contractueel rentepercentage van toepassing is, het contractuele rentepercentage (inclusief een van toepassing zijnde individuele opslag) dan wel, in geval van meerdere kredietfaciliteiten, het hoogste contractuele rentepercentage (inclusief een van toepassing zijnde individuele opslag) of (ii) in de overige gevallen, het €STR tarief of het RFR tarief voor de relevante valuta (te vermeerderen met de hiervoor onder (i) bedoelde individuele opslag), te bepalen op iedere dag dat betaling van het opgeëiste bedrag uitblijft. Deze rente zal op maandbasis worden berekend, waarbij een maand wordt berekend op basis van het werkelijk aantal verstreken dagen en een jaar op basis van driehonderd zestig (360) dagen. Het percentage van deze rente treedt, wat een opgeëist en niet betaald bedrag terzake de hoofdsom betreft, met ingang van de dag van opeising van die hoofdsom in de plaats van het contractuele rentepercentage (respectievelijk, voor zover van toepassing, de op dat moment verschuldigde vertragingsrente) dat onmiddellijk voorafgaand aan opeising van die hoofdsom van kracht is.
Toelichting:
Het is voor ons belangrijk dat we de kredietovereenkomst kunnen beëindigen en meteen betaling kunnen vragen van onze vorderingen. Zeker in situaties waarin het risico bestaat dat u niet meer in staat bent betalingsverplichtingen na te komen. Informeert u ons niet tijdig, schriftelijk, over een dergelijke situatie, dan levert dat een beëindigingsgrond op.
Een beëindigingsgrond betekent dat wij het recht hebben om te beëindigen, maar ook om een minder ingrijpende maatregel te nemen, zoals het niet toestaan van nieuwe trekkingen onder het krediet, of een limiet te verlagen.
Wanneer we beëindigen, hebben wij het recht meteen betaling te vragen van onze vorderingen en vervalt automatisch de geldende kredietlimiet. Het afgesproken maximumbedrag voor het krediet wordt dan verlaagd. Het bedrag waarmee de limiet wordt verlaagd, is gelijk aan het bedrag dat we u vragen te betalen. In beginsel vervallen automatisch alle kredietlimieten die zijn afgesproken. Behalve wanneer we alleen betaling vragen van vorderingen met betrekking tot een specifiek krediet. Over het opgeëiste deel wordt een rente gerekend die twee procent hoger is dan het geldende rentepercentage.
Indien dat nodig is, kunnen wij na beëindiging ook de verstrekte zekerheden te gelde maken en met de opbrengst uw schuld aan ons vereffenen.
26. VOLMACHT
26.1 Iedere Schuldenaar verleent volmacht aan Deutsche Bank voor het verrichten van alle rechtshandelingen strekkende tot nakoming van elke verplichting die uit de Financieringsdocumenten en de AVK voortvloeit, waaronder begrepen het stellen van (aanvullende) zekerheid voor alle bestaande en alle toekomstige vorderingen van Deutsche Bank op een Schuldenaar, zonder dat Deutsche Bank verplicht zal zijn van die volmacht gebruik te maken en onverminderd de gehoudenheid van die Schuldenaar om de betreffende verplichting zelf na te komen. Indien een Schuldenaar een vennootschap onder firma, een maatschap of een commanditaire vennootschap is, verleent iedere (beherend en/of besturend) vennoot respectievelijk maat de in de voorgaande zin bedoelde volmacht, zonder dat Deutsche Bank verplicht zal zijn van die volmacht gebruik te maken en onverminderd de gehoudenheid van de (beherend en/of besturend) vennoot respectievelijk maat om de betreffende verplichting zelf na te komen. De volmacht wordt in het belang van Deutsche Bank zelf en haar groepsmaat- schappijen verleend.
26.2 Deutsche Bank is bevoegd zo vaak als zij zulks wenselijk acht van de verleende volmacht gebruik te maken.
26.3 Elke volmacht en last die in de Financieringsdocumenten en de AVK aan Deutsche Bank is of dient te worden verleend, is onherroepelijk en onvoorwaar- delijk en met recht van substitutie. Deutsche Bank is als gevolmachtigde steeds bevoegd om bij het verrichten van enige rechtshandeling op grond van de volmacht als wederpartij van de volmachtgever op te treden.
Toelichting:
Met een volmacht geeft de volmachtgever de gevolmachtigde de mogelijkheid om bepaalde rechtshandelingen te verrichten namens de volmachtgever. U bent in dit artikel de volmachtgever en wij zijn de gevolmachtigde. U geeft ons volmacht om namens u rechtshandelingen te verrichten waarmee wij uw verplichtingen nakomen die voorvloeien uit met ons gesloten overeenkomsten en de AVK. We kiezen zelf wanneer en hoe vaak we gebruikmaken van de volmacht, bijvoorbeeld voor het vestigen van zekerheidsrechten.
De volmacht is onherroepelijk en onvoorwaardelijk. We hoeven niet aan bijzondere voorwaarden te voldoen wanneer we de volmacht gebruiken.
Een volmacht met recht van substitutie betekent dat wij als gevolmachtigde uw volmacht aan een ander door mogen geven.
De wet bepaalt dat een gevolmachtigde niet zomaar als wederpartij van de volmachtgever mag optreden. In dit artikel is de wettelijke beperking buiten toepassing verklaard. We mogen dus optreden als uw wederpartij. Deze bepaling is bijvoorbeeld van belang voor het vestigen van zekerheidsrechten. We treden daarbij op als pandnemer én als gevolmachtigde van u als pandgever.
35. PARALLELLE SCHULD VOOR VERBINTENISSEN JEGENS DEUTSCHE BANK LUXEMBOURG S.A.
35.1 Voor de toepassing van dit artikel 35 wordt onder “Corresponderende Verbintenis” van een Schuldenaar verstaan: iedere bestaande of toekomstige betalingsverplichting van die Schuldenaar jegens Deutsche Bank Luxembourg
S.A. uit welke hoofde ook (daaronder mede begrepen in verband met derivatentransacties) en al of niet in het gewone bankverkeer.
35.2 Iedere Schuldenaar verbindt zich onherroepelijk en onvoorwaardelijk om ter grootte van iedere Corresponderende Verbintenis van die Schuldenaar zoals deze op enig moment kan bestaan, een bedrag te voldoen aan Deutsche Bank (een “Parallelle Schuld”). Iedere betalingsverplichting van een Schuldenaar uit hoofde van een Parallelle Schuld is opeisbaar op het moment dat de betreffende Corresponderende Verbintenis van die Schuldenaar opeisbaar is. De uit de vorige zin voortvloeiende vorderingen van Deutsche Bank zijn eigen, onafhankelijke en zelfstandige vorderingen van Deutsche Bank.
35.3 Een bedrag dat door een Schuldenaar aan Deutsche Bank is voldaan uit hoofde van een Parallelle Schuld, ontslaat die Schuldenaar voor eenzelfde bedrag van de daaraan gerelateerde Corresponderende Verbintenis jegens Deutsche Bank Luxembourg S.A. Een bedrag dat door een Schuldenaar aan Deutsche Bank Luxembourg S.A. is voldaan uit hoofde van een Corresponderende Verbintenis, ontslaat die Schuldenaar voor eenzelfde bedrag van zijn verplichtingen uit hoofde van de daaraan gerelateerde Parallelle Schuld jegens Deutsche Bank. Het totale uitstaande bedrag onder een Parallelle Schuld van een Schuldenaar zal in geen geval meer bedragen dan het totale uitstaande bedrag onder de daaraan gerelateerde Corresponderende Verbintenis van die Schuldenaar.
Toelichting:
U bent verplicht ons alle bedragen te betalen die u moet betalen aan Deutsche Bank Luxembourg S.A. Uw schuld (‘Parallelle Schuld’) ‘spiegelt’ uw schuld aan Deutsche Bank Luxembourg S.A. Als u aan ons de Parallelle Schuld betaalt dan hoeft u de schuld aan Deutsche Bank Luxembourg S.A. niet meer te betalen.
Omgekeerd geldt hetzelfde. De zekerheidsrechten die u aan ons heeft verstrekt, dekken indirect ook de vorderingen van Deutsche Bank Luxembourg S.A. We kunnen de opbrengsten van die zekerheidsrechten namelijk gebruiken om een Parallelle Schuld af te lossen. In dat geval vervalt er een vordering van Deutsche Bank Luxembourg S.A.
40. OPZEGBAARHEID; VERLAGING LIMIET
Zowel een Kredietnemer als Deutsche Bank kan het Krediet in de vorm van krediet in rekening-courant op ieder gewenst moment opzeggen dan wel de Limiet verlagen, onverminderd de provisies en andere vergoedingen die Deutsche Bank voor het Krediet in rekening brengt. In geval van opzegging van het Krediet is het in artikel
24.3 en 24.5 bepaalde van overeenkomstige toepassing. Met onmiddellijke ingang van het moment van opzegging kan geen gebruik meer worden gemaakt van het krediet in rekening-courant. In geval van verlaging van de Limiet is het in artikel 24.3 en 24.5 bepaalde van overeenkomstige toepassing voor het bedrag
waarmee de som van het debetsaldo de verlaagde Limiet overschrijdt.
Toelichting:
Zowel u als wij kunnen het krediet in rekening-courant dagelijks opzeggen of verlagen. Bij opzegging van het krediet kunt u geen nieuwe opnames meer doen. Daarnaast moet u het aan ons verschuldigde bedrag direct terugbetalen. De regeling voor opzegging is ook van toepassing op het bedrag waarmee de limiet voor het rekening-courant krediet wordt verlaagd. Bij een verlaging van de limiet moet u een overstand boven de verlaagde kredietlimiet direct aanzuiveren, zodat u weer binnen de kredietlimiet bankiert.
45. RENTEHERZIENING BIJ VARIABELE RENTE
45.1 Een variabel rentepercentage als bedoeld in artikel 43.1 onder (a) kan steeds door Deutsche Bank worden gewijzigd. In het geval Deutsche Bank daartoe wenst over te gaan, zal zij een zodanige wijziging tijdig vóór de Renteherzienings- datum schriftelijk aan de Kredietnemer meedelen. Indien de Kredietnemer niet instemt met het gewijzigde rentepercentage, zal de Kredietnemer dit uiterlijk
vijf (5) Werkdagen vóór de Renteherzieningsdatum aan Deutsche Bank schriftelijk meedelen. Indien een Kredietnemer niet uiterlijk vijf (5) Werkdagen vóór de Renteherzieningsdatum schriftelijk op de schriftelijke mededeling van Deutsche Bank heeft gereageerd, wordt hij geacht met het meegedeelde gewijzigde rentepercentage te hebben ingestemd. Indien een Kredietnemer uiterlijk vijf (5) Werkdagen vóór een Renteherzieningsdatum daarom verzoekt, zal Deutsche Bank de lening per de eerste dag van de eerstvolgende Renteperiode omzetten in een lening met een door de Kredietnemer gekozen rentevaste periode tegen het dan daarvoor bij Deutsche Bank geldende vaste rentepercentage. Voor zover de gekozen rentevastperiode verstrijkt vóór het einde van de looptijd van de lening, is met betrekking tot wijziging van de rente aan het einde van die rentevastperiode het bepaalde in artikel 46 van toepassing.
45.2 Indien Deutsche Bank en een Kredietnemer geen overeen- stemming (geacht kunnen worden te) hebben bereikt over het variabel rentepercentage dat vanaf de Renteherzieningsdatum zal gelden, is die Kredietnemer verplicht al hetgeen hij uit hoofde van de betreffende lening aan Deutsche Bank verschuldigd is, op die Renteherzieningsdatum te voldoen. Ter zake van deze vervroegde aflossing is een Kredietnemer geen vergoeding voor geleden verlies en gederfde winst verschuldigd als hierna bedoeld in artikel 48.
Toelichting:
De renteherzieningsdatum die we hanteren bij een variabele rente is de eerste dag van het nieuwe kwartaal. Het rentepercentage van een lening met variabele rente kan echter altijd door ons worden gewijzigd. We zullen u hierover altijd tijdig, maar uiterlijk vier weken van tevoren, schriftelijk informeren. Gaat u niet akkoord met de rentewijziging dan moet u ons dit uiterlijk vijf werkdagen voor de ingangsdatum van het nieuwe rentepercentage schriftelijk laten weten anders nemen we aan dat u akkoord gaat met het gewijzigde rentepercentage. Als we geen overeenstemming bereiken over het voorgestelde rentetarief, dan bent u verplicht de lening op de datum van de renteherziening volledig aan ons terug te betalen. U bent ons dan geen vergoeding verschuldigd. Bij een lening met variabele rente heeft u de mogelijkheid om de lening om te zetten in een lening met vaste rente. De vaste rente kan gedurende de afgesproken periode niet worden gewijzigd. Na afloop van de rentevastperiode ontvangt u van ons een nieuw rentepercentage voor de volgende rentevastperiode, zoals omschreven in artikel 46.
46. RENTEHERZIENING BIJ VASTE RENTE
46.1 Indien op een lening een vaste rente gedurende een deel van de looptijd van de lening als bedoeld in artikel 43.1 onder (c) van toepassing is, zal Deutsche Bank tijdig vóór de Renteherzieningsdatum aan de Kredietnemer schriftelijk meedelen welk rentepercentage zij voorstelt voor de opvolgende Renteperiode, onverminderd het hierna bepaalde in artikel 46.4. Uiterlijk vijf (5) Werkdagen vóór de Renteherzieningsdatum dient hierover overeenstemming te zijn bereikt.
46.2 Indien een Kredietnemer niet uiterlijk vijf (5) Werkdagen vóór de Renteherzie- ningsdatum op deze mededeling van Deutsche Bank schriftelijk heeft gereageerd, wordt die Kredietnemer geacht gekozen te hebben voor het rentepercentage behorende bij de kortstlopende Renteperiode die in de mededeling van Deutsche Bank is vermeld.
46.3 Indien de lening niet luidt in euro, zal de Kredietnemer vóór tien (10.00) uur (Nederlandse tijd) op de tweede Werkdag vóór de Renteherzieningsdatum telefonisch contact opnemen met Deutsche Bank. Tijdens of onmiddellijk na dit telefoongesprek zal Deutsche Bank de Kredietnemer meedelen welk rente- percen- tage zij voorstelt voor de opvolgende Renteperiode. Indien Deutsche Bank en die Kredietnemer dan tot overeenstemming komen zal Deutsche Bank die Kredietnemer hiervan een schriftelijke bevestiging sturen. Indien een Kredietnemer op het hierboven genoemde tijdstip geen contact heeft opgenomen met Deutsche Bank, zal Deutsche Bank het recht hebben het rentepercentage vast te stellen op basis van een Renteperiode van drie (3) maanden.
46.4 Indien Deutsche Bank en een Kredietnemer geen overeenstemming (geacht kunnen worden te) hebben bereikt over het rentepercentage dat vanaf de Renteherzieningsdatum zal gelden en de daaraan verbonden duur, is die Kredietnemer verplicht al hetgeen hij uit hoofde van de betreffende lening aan Deutsche Bank verschuldigd is, op die Renteherzieningsdatum te voldoen. Ter zake van deze vervroegde aflossing is een Kredietnemer geen vergoeding voor geleden verlies en gederfde winst verschuldigd als hierna bedoeld in artikel 48.
Toelichting:
Als u een lening heeft met een vaste rente, dan zullen we u voor het einde van de met u afgesproken renteperiode tijdig, maar uiterlijk vier weken van tevoren, schriftelijk informeren over het nieuwe rentepercentage voor de volgende rente- periode. Vijf dagen voor de ingangsdatum van de nieuwe renteperiode dienen we met u tot overeenstemming te komen over het nieuwe door ons voorgestelde rentetarief. Als u niet uiterlijk vijf werkdagen voor de renteherzieningsdatum schriftelijk reageert op het door ons voorgestelde nieuwe rentepercentage, dan nemen we aan dat u heeft gekozen voor het rentepercentage dat hoort bij de kortstlopende renteperiode vermeld in ons voorstel. Als u een lening heeft in een andere valuta dan euro, dan moet u zelf telefonisch contact met ons opnemen. Doe dat uiterlijk de tweede werkdag voor de renteherzieningsdatum voor 10.00 uur ‘s ochtends. We zullen u dan een nieuw rentepercentage voorstellen voor de volgende renteperiode. Als we geen overeenstemming bereiken, dan bent u verplicht de lening op de datum van de renteherziening volledig aan ons terug te betalen. U bent ons dan geen vergoeding verschul- digd. Als u een lening heeft in een andere valuta dan euro en u neemt geen contact met ons op, dan hebben we het recht om het nieuwe rentepercentage vast te stellen op basis van een renteperiode van drie maanden.
48. VERVROEGDE AFLOSSING
48.1 Het is een Kredietnemer toegestaan de lening gedeeltelijk of in zijn geheel vervroegd af te lossen. De vervroegde aflossing dient ten minste vijf procent (5%) van de oorspronkelijke hoofdsom te bedragen. De Kredietnemer dient van een voorgenomen vervroegde aflossing mededeling te doen aan Deutsche Bank uiterlijk dertig (30) dagen vóór de datum waarop de voorgenomen vervroegde aflossing zal plaatsvinden. In geval van vervroegde aflossing is een Kredietne- mer aan Deutsche Bank over het vervroegd af te lossen bedrag en tegelijk met de betaling daarvan een vergoeding voor geleden verlies en gederfde winst verschuldigd. De hoogte van deze vergoeding wordt door Deutsche Bank bepaald op de wijze als hierna in artikel 48.2 vermeld.
48.2 De hiervoor in artikel 48.1 bedoelde vergoeding bedraagt:
(a) indien op de betreffende lening een rentepercentage als hiervoor bedoeld in artikel 43.1 onder (a) of (b) van toepassing is, het verschil tussen:
(i) de som van de contant gemaakte rentebedragen vanaf de datum van vervroegde aflossing tot de eerste Werkdag van de volgende Renteperiode (“Periode 1”) vermeerderd met de som van de contant gemaakte liquiditeitsopslag vanaf die eerste Werkdag tot de laatste aflossingsdatum (“Periode 2”), die Deutsche Bank over het vervroegd af te lossen bedrag zou hebben ontvangen, doch door de vervroegde aflossing niet ontvangt, en
(ii) de som van de contant gemaakte rentebedragen die Deutsche Bank zou kunnen ontvangen over deposito’s die qua grootte vergelijkbaar zijn met het vervroegd af te lossen bedrag en qua looptijd vergelijkbaar zijn met Periode 1, vermeerderd met de som van de contant gemaakte waarde van de liquiditeitsopslag die Deutsche Bank zou kunnen ontvangen over deposito’s die qua grootte vergelijkbaar zijn met het vervroegd af te lossen bedrag, en qua looptijd vergelijkbaar zijn met Periode 2; een en ander op de interbancaire markt bij een tegenpartij met een kredietwaardigheid welke tenminste gelijk is aan die van Deutsche Bank.
(b) indien op de betreffende lening een rentepercentage als hiervoor bedoeld in artikel 43.1 onder (c) van toepassing is, het verschil tussen:
(i) de som van de contant gemaakte rentebedragen die Deutsche Bank vanaf de datum van vervroegde aflossing tot de laatste aflossingsdatum, dan wel tot de eerstvolgende Renteherzieningsdatum indien deze hieraan voorafgaat, over het vervroegd af te lossen bedrag zou hebben ontvangen, doch door de vervroegde aflossing niet ontvangt, en
(ii) de som van de contant gemaakte rentebedragen die Deutsche Bank op de interbancaire markt van een tegenpartij met een kredietwaardigheid welke tenminste gelijk is aan die van Deutsche Bank zou kunnen ontvan- gen over deposito’s die qua grootte vergelijkbaar zijn met het vervroegd af te lossen bedrag en qua looptijd vergelijkbaar zijn met de hiervoor onder (b)(i) bedoelde periode;
48.3 Het contant maken zal geschieden tegen de ten tijde van de vervroegde aflossing op de interbancaire markt geldende rente. Deutsche Bank zal het bedrag van de vergoeding aan een Kredietnemer meedelen.
48.4 Indien de op basis van artikel 48.2 berekende contante waarde minder bedraagt dan één procent (1%) van het vervroegd af te lossen bedrag, bedraagt de in artikel 48.1 bedoelde vergoeding
Toelichting:
Als u een lening bij ons heeft, dan mag u deze lening geheel of gedeeltelijk vervroegd aflossen, mits het af te lossen bedrag minimaal vijf procent van de oorspronkelijke hoofdsom bedraagt. Als u vervroegd wilt aflossen, moet u dat uiterlijk dertig dagen van tevoren aan ons melden. Over de vervroegde aflossing bent u een vergoeding verschuldigd. De vergoeding is de rente die wordt berekend wanneer een lening eerder wordt afgelost dan contractueel is overeengekomen. De berekening van de vergoeding die u betaalt bij vervroegde aflossing op een lening met een variabele rente of een variabele rente gebaseerd op Euribor verschilt van de berekening van de vergoeding van vervroegde aflossing op een lening met een vaste rente. In beide gevallen is de vergoeding het verschil tussen:
— het bedrag dat we niet ontvangen aan rente over het vervroegd afgeloste bedrag; en
— de rente die we zouden ontvangen als we het vervroegd afgeloste bedrag op de interbancaire markt zouden uitlenen.
Bij het berekenen van de vergoeding maken we de misgelopen rente contant (de zogenaamde contante waarde). De contante waarde van een bedrag is de actuele waarde van een geldbedrag dat pas in de toekomst beschikbaar is. Bij het contant maken tegen op de interbancaire markt geldende rente telt de hoogte van de rente die banken elkaar vergoeden op het moment van terugbetaling van de lening. In ieder geval bedraagt de vergoeding altijd minimaal één procent van het vervroegd af te lossen bedrag.
De op de beschreven wijze bepaalde vergoeding betaalt u ons tegelijk met het bedrag van de vervroegde aflossing.
49. VERGOEDING BIJ VERVROEGDE OPEISING
Indien Deutsche Bank tot gehele of gedeeltelijke opeising van een lening overgaat ingevolge het in artikel 24 bepaalde of ingevolge een opeisingsgrond opgenomen in de Kredietovereenkomst, zal de betreffende Kredietnemer bij wijze van vergoeding van door Deutsche Bank geleden verlies en gederfde winst aan Deutsche Bank een direct opeisbare vergoeding ineens betalen. Deze vergoeding is verschuldigd ter zake van het volledige opgeëiste bedrag van de lening en wordt vastgesteld met overeenkomstige toepassing van het hiervoor in artikel 48.2 bepaalde. Deze vergoeding is niet verschuldigd indien de opeising het gevolg is van het overlijden van enige Schuldenaar.
Toelichting:
We kunnen overgaan tot opeising van de lening als zich een omstandigheid heeft voorgedaan zoals omschreven in artikel 24. U moet ons dan een vergoeding betalen voor door ons te maken kosten. Ook lopen we opbrengsten mis door de vervroegde opeising, zoals niet ontvangen rente. Er wordt namelijk afgeweken van de tijdslijn van aflossing die we met u zijn overeengekomen. De hoogte van deze vergoeding is gelijk aan de vergoeding bij vervroegde aflossing, zoals toegelicht bij artikel 48.
55. VERVANGENDE RENTE
55.1 Als zich een Benchmark Gebeurtenis voordoet, is Deutsche Bank bevoegd naar eigen redelijk inzicht te bepalen dat elke verwijzing naar Euribor of een RFR in de Kredietovereenkomst of enig ander Financieringsdocument vanaf de dag (inclusief) waarop de referentierente waarnaar wordt verwezen niet langer wordt gepubliceerd, niet langer representatief is of het gebruik ervan is verboden of anderszins door Deutsche Bank niet langer als een geschikte referentierente wordt beschouwd (al naargelang het geval), als een verwijzing naar de Vervangende Benchmark dient te worden beschouwd.
55.2 Deutsche Bank is in verband met de vaststelling van de Vervangende Benchmark als bedoeld in artikel 55.1 bevoegd de voorwaarden van de Kredietovereenkomst of enig ander Financieringsdocument wijzigen zoals zij redelijkerwijs noodzakelijk of gepast acht om de goede werking van de Vervangende Benchmark te garanderen en te waarborgen dat deze artikelen
55.1 - 55.4 eveneens van toepassing zullen zijn op de Vervangende Benchmark.
55.3 Indien het niet mogelijk is om redelijkerwijs het toepasselijke Euribor of RFR tarief vast te stellen in een andere situatie dan een Benchmark Gebeurtenis, zal Deutsche Bank redelijkerwijs een vervangende referentierente aanwijzen die tijdens een dergelijke situatie van toepassing zal zijn, welke het Euribor of RFR tarief kan zijn zoals het laatst door Deutsche Bank vastgesteld in verband met de Kredietovereenkomst of enig ander Financieringsdocument.
55.4 Indien de Vervangende Benchmark als bedoeld in artikel 55.1, de vervangende referentierente als bedoeld in artikel 55.3 of enige andere gelijkwaardige vervangende referentierente samen met enig toepasselijk rente aanpassings- percentage (credit adjustment spread) lager is dan nul, wordt dit tarief geacht nul te zijn.
Toelichting:
Door onverwachtse ontwikkelingen op de financiële markten zou EURIBOR of een RFR op enig moment in de toekomst niet langer geschikt kunnen zijn als referentierente voor de vaststelling van de variabele rente die van toepassing is op uw lening. Dit is bijvoorbeeld het geval indien de betreffende referentierente niet langer wordt gepubliceerd, niet meer representatief is of niet meer gebruikt mag worden. In zo’n geval hebben wij het recht om een alternatieve referentierente aan te wijzen en eventuele aanpassingen te maken in o.a. de kredietovereenkomst om de alternatieve referentierente op een goede manier te kunnen toepassen. Dit zullen wij doen binnen de in artikel 48 en uw kredietovereenkomst beschreven kaders, waarbij we onder meer rekening zullen houden met aanbevelingen of selecties vanuit relevante autoriteiten. Dit terugvalmechanisme wordt een fallback clause genoemd. Toezichthouders verwachten van deelnemers aan de financiële markten dat zij derge- lijke mechanismen in hun contracten of daarop van toepassing zijnde algemene voorwaarden opnemen.
55.5 Indien een Vervangende Benchmark of andere vervangende referentierente wordt toegepast als bedoeld in artikel 55 en de Kredietnemer daar niet mee instemt, zal de Kredietnemer bevoegd zijn de lening op de laatste dag van de Renteperiode in overeenstemming met artikel 48 in haar geheel vervroegd af te lossen, mits hij binnen tien (10) Werkdagen na de vaststelling van de rente door Deutsche Bank schriftelijk zijn voornemen daartoe aan Deutsche Bank heeft medegedeeld.. De genoemde mededeling is onherroepelijk.
Toelichting:
Mochten wij een beroep doen op deze fallback clause, dan geldt dat u ook in deze situaties de mogelijkheid heeft om uw lening vervroegd af te lossen, zoals verder is omschreven in artikel 48.
61. OPZEGBAARHEID; VERLAGING LIMIET
Tenzij de Kredietovereenkomst uitdrukkelijk anders bepaalt, kan zowel een Kredietnemer als Deutsche Bank een obligokrediet op ieder gewenst moment opzeggen dan wel de Limiet verlagen, onverminderd de provisies en andere vergoedingen die Deutsche Bank voor het Krediet in rekening brengt. In geval van opzegging zal een Kredietnemer op eerste verzoek van Deutsche Bank latente verplichtingen uit hoofde van niet-contante obligo’s doen beëindigen dan wel hiervoor naar het oordeel van Deutsche Bank voldoende zekerheid verstrekken. In geval van verlaging van de Limiet is het hiervoor bepaalde van overeenkomstige toepassing voor het bedrag waarmee de latente verplichtingen uit hoofde van niet-contante obligo’s de verlaagde Limiet overschrijdt. Met onmiddellijke ingang van het moment van opzegging kan geen gebruik meer worden gemaakt van het krediet in de vorm van obligokrediet.
Toelichting:
Zowel u als wij kunnen het krediet in de vorm van obligokrediet dagelijks opzeggen of verlagen. Bij opzegging van het krediet kunt u geen nieuwe niet-contante obligo’s aangaan (zoals bijvoorbeeld bankgaranties). Daarnaast moet u ofwel zorgen dat wij uit onze verplichtingen jegens derde partijen worden ontslagen ofwel ons hiervoor voldoende zekerheid verschaffen. De regeling voor opzegging is ook van toepassing op het bedrag waarmee de limiet voor het krediet in vorm van obligokrediet wordt verlaagd. Bij een verlaging van de limiet moet u ervoor zorgen dat wij ontslagen worden uit onze verplichtingen ofwel voldoende zekerheid verschaffen, zodat u weer binnen de kredietlimiet bankiert.
64. VESTIGING VAN PANDRECHT DOOR VERPANDINGSFORMULIEREN
64.1 Op eerste verzoek van Deutsche Bank zal de Kredietnemer Pandrechten vestigen op door Deutsche Bank aangegeven Goederen door registratie van een Verpandingsformulier. De Kredietnemer zal ter zake van de vestiging van het Pandrecht de aanwijzingen van Deutsche Bank opvolgen. 64.2 De inontvangst- neming van het Verpandingsformulier danwel enig ander voor Deutsche Bank acceptabel document strekkende tot verpanding, geldt als blijk van aanvaarding door Deutsche Bank van de verpanding.
Toelichting:
Het vestigen van een pandrecht op debiteuren vindt plaats door middel van de bij aanvang van de overeenkomst eenmalig te ondertekenen combi pandakte. In de combi pandakte is een verklaring opgenomen waarin de pandgever(s) volmacht geeft/geven aan Deutsche Bank om namens haar/hen met een door ons te bepalen frequentie de nieuw te ontstane vorderingen te verpanden en die verpanding vervolgens te registreren. Vestiging van pandrecht op voorraden vindt eenmalig plaats door ondertekening en registratie van de bovengenoemde combi pandakte. De Kredietnemer dient ervoor zorg te dragen dat het juiste bankrekeningnummer op de facturen vermeld wordt zodat de debiteur op de juiste rekening de vordering kan voldoen. Ook is de Kredietnemer ervoor verantwoordelijk dat de debiteur in de juiste valuta betaalt.
65.2 In het geval de verpande Vorderingen moeten worden voldaan op een bankrekening op naam van Deutsche Bank die ten behoeve van de Krediet- ne- mer is aangehouden, zal Deutsche Bank de Kredietnemer informeren over ontvangen betalingen.
Toelichting:
De ontvangsten van debiteuren worden door ons in de rekening courant (de interne rekening) met de Kredietnemer geboekt. Door middel van ABF Manager heeft de Kredietnemer inzage in de betreffende rekening-courant.
66.1 Tenzij in de Kredietovereenkomst anders is bepaald, zal de voorzijde van iedere factuur van een Kredietnemer en van alle duplicaten daarvan tenminste de navolgende informatie dienen te bevatten:
(a) de vermelding van de verpanding van de in de factuur opgenomen Vordering(en) aan Deutsche Bank;
Toelichting:
Wij zullen aan de Kredietnemer de tekst ter beschikking stellen die op de factuur moet worden opgenomen. Deze luidt op de datum van deze toelichting:
Onze vordering op u is verpand aan Deutsche Bank AG, Xxxxxxx 0000, 0000 XX xx Xxxxxxxxx, Xxxxxxxxx, tel.: x00 00 000 0000. Rechtsgeldige betaling kan uitsluitend plaatsvinden op onderstaande bankrekening ten name van Deutsche Bank AG, onder vermelding van het op de betaling betrekking hebbende factuurnummer.
IBAN: BIC: XXXXXX0X
Deze tekst kan door ons worden gewijzigd. In dat geval informeren wij u daarover. De tekst is eveneens beschikbaar in het Duits en Engels.
66.4 De Kredietnemer zal op eerste verzoek van Deutsche Bank de facturen met betrekking tot de Vorderingen verschaffen en alle informatie en documentatie die de factuur en het bedrag daarvan onderbouwen. (…)
66.6 De Kredietnemer verschaft aan Deutsche Bank op eerste verzoek op de in de Financieringsdocumenten voorgeschreven wijzen de door Deutsche Bank verzochte informatie met betrekking tot de Vorderingen, waaronder de NAW gegevens en/of Kamer van Koophandel gegevens van iedere Debiteur. Deutsche Bank is te allen tijde bevoegd nadere instructies te geven voor de aanlevering van informatie met betrekking tot de Vorderingen of wijzigingen aan te brengen in de daartoe bestemde formulieren en handleidingen.
Toelichting:
Het is voor ons van belang dat wij een goede inschatting kunnen maken van het kredietrisico. Hiervoor hebben wij gegevens nodig over de onderliggende vordering en de debiteur. Op basis van deze bepalingen hebben wij het recht alle informatie bij u op te vragen die wij daarvoor nodig hebben. Bijvoorbeeld de opdrachtbevestiging, een vervoersdocument, een afleverbewijs of een ander document waaruit blijkt dat u de goederen of diensten heeft geleverd.
68.2 Onverminderd het recht van Deutsche Bank om te allen tijde het Pandrecht op een Vordering op te zeggen, is Deutsche Bank ingeval van een Dispuut op schriftelijk verzoek van de Kredietnemer verplicht, ter keuze van Deutsche Bank:
(a) in een rechterlijke of arbitrale procedure veroordeling van de Debiteur te vorderen tot betaling van die Vordering op een door Deutsche Bank aangewezen rekening; of
(b) de Kredietnemer volmacht te verlenen in diens eigen naam in een rechterlijke casu quo arbitrale procedure veroordeling van de Debiteur te vorderen tot betaling van de Vordering aan de Kredietnemer als gevolmachtigde van Deutsche Bank.
Toelichting:
Op grond van deze bepaling kunt u ons verplichten tot medewerking aan incassomaatregelen. Dit geldt alleen met betrekking tot aan ons verpande vorderingen. In plaats van medewerking te verlenen, kunnen wij ervoor kiezen ons pandrecht op de vordering op te zeggen. U kunt dan zelf overgaan tot inning van de vordering. We financieren de vordering dan niet meer.
70. VALUTARISICO’S
70.1 Vorderingen van Deutsche Bank op de Kredietnemer in een valuta anders dan euro dienen te allen tijde door de Kredietnemer afgedekt te zijn, hetzij door daar tegenover staande ontvangsten in de desbetreffende valuta, danwel door middel van een met de vordering van Deutsche Bank corresponderende valutatermijn- transactie of een daarmee vergelijkbare transactie. Op eerste verzoek van Deutsche Bank zal de Kredietnemer ten aanzien van het saldo in een valuta anders dan euro op een interne rekening het valutarisico afdekken door middel van een valutatermijntransactie of een daarmee vergelijkbare transactie.
70.2 Deutsche Bank is steeds bevoegd (i) een positief saldo in een valuta anders dan euro op een interne rekening te sluiten en over te boeken op een interne rekening in euro en (ii) een positief saldo in euro op een interne rekening te sluiten en over te boeken op een interne rekening in een valuta anders dan euro. In het geval onder (i) geschiedt de omrekening van het saldo in een valuta anders dan euro naar keuze van Deutsche Bank tegen de verkoopkoers van de euro voor de betrokken valuta of tegen enige andere door een derde of door Deutsche Bank zelf te bepalen verkoopkoers. In het geval onder (ii) geschiedt de omrekening van het saldo in euro naar keuze van Deutsche Bank tegen de verkoopkoers van de betrokken valuta voor de euro of tegen enige andere door een derde of door Deutsche Bank zelf te bepalen verkoopkoers. Steeds wordt aangesloten bij de verkoopkoers op de Amsterdamse valutamarkt zoals deze geldt op de dag waarop de interne rekening wordt gesloten en het saldo wordt overgeboekt naar de interne rekening in euro respectievelijk valuta anders dan euro.
Toelichting:
Wij kunnen u krediet verstrekken in verschillende valuta. Het uitgangspunt daarbij is dat het krediet in dezelfde valuta zal zijn als de te financieren vorderingen. Wij gaan met u in overleg over eventuele gewenste andere structuren, waarbij aan de orde komt: de verwerking van betalingen en de eventuele afdekking van de met de bijzondere structuur samenhangende valutarisico’s.
Als de Kredietnemer het voornemen heeft om in andere valuta te factureren dan is overeengekomen, dient de Kredietnemer daarover voorafgaand contact met de ons op te nemen. Dan kunnen afspraken worden gemaakt over de wijze van de upload van deze facturen in de systemen, de verwerking van de betalingen en de eventuele afdekking van de met de transacties samenhangende koersrisico’s.
76.1 De Kredietovereenkomst wordt aangegaan voor de daarin genoemde periode, gerekend vanaf de ingangsdatum. De ingangsdatum is de dag dat aan de Kredietnemer voor het eerst Krediet onder de Kredietovereenkomst beschikbaar wordt gesteld.
Toelichting:
Met beschikbaar stellen wordt bedoeld de eerste voorschotbetaling die door ons wordt uitgevoerd ten gunste van de Kredietnemer naar de door de Kredietnemer aangegeven rekening.
76.3 De Kredietnemer is bevoegd de Kredietovereenkomst tussentijds te beëindigen, in welk geval Deutsche Bank gerechtigd is tot vergoeding van door haar geleden verlies en gederfde winst. Deze vergoeding zal tenminste bestaan uit de over de in de resterende contractsperiode verwachte commissie (met inachtneming van de overeengekomen minimum commissie) alsmede de individuele opslag debetrente over het verwachte kredietgebruik in die periode en de kredietprovisie over die periode. Hetgeen in artikel 24.3, 24.4 en 24.5 is bepaald over beëindiging is van overeenkomstige toepassing.
Toelichting:
Indien u de overeenkomst beëindigt voordat de overeengekomen duur is volgemaakt, bent u een vergoeding verschuldigd. Bij de berekening hiervan wordt onder andere uitgegaan van de commissie, kredietprovisie en de gemiddelde maandrente over de afgelopen twaalf maanden vermenigvuldigd met het resterend aantal maanden van de oorspronkelijke looptijd van de overeenkomst. Wij zullen een berekening van de vergoeding beschikbaar stellen aan de Kredietnemer. De vergoeding zal door ons worden geboekt op de interne rekening en als zodanig deel uitmaken van het totaal door de Kredietnemer verschuldigde bedrag bij algehele aflossing.
76.8 In het geval dat door Deutsche Bank gelden worden ontvangen op een bankrekening op naam van Deutsche Bank die ten behoeve van de Kredietne- mer is aangehouden geldt voor de periodes (i) vanaf de datum van de Kredietovereenkomst tot de ingangsdatum en (ii) na de beëindigingsdatum, het volgende. Deutsche Bank is tot nader order bereid die gelden zonder nadere aanwijzing van de verschuldigdheid daarvan ter beschikking van de Kredietnemer te stellen. De akkoordverklaring van de Kredietnemer met de Kredietovereenkomst houdt tevens een onvoorwaardelijke en onherroepelijke vrijwaring van de Kredietnemer in voor alle aanspraken van derden welke eventueel voortvloeien voor Deutsche Bank uit eventuele doorbetalingen aan de Kredietnemer. Tevens verklaart de Kredietnemer met zijn akkoordverklaring nu voor alsdan op eerste verzoek van Deutsche Bank voor terugbetaling aan Deutsche Bank zorg te dragen.
Toelichting:
Voor de ingangsdatum van de overeenkomst en na het beëindigen daarvan, financieren wij uw vorderingen niet. Wij zullen de bedragen die wij van uw debiteuren ontvangen daarom naar u overmaken. Wij maken afspraken met u over de termijn waarin wij gelden naar u doorbetalen. U vrijwaart ons voor eventuele kosten en aanspraken van derden die het gevolg zijn van deze doorbetaling. Ook betaalt u ons de doorgestorte bedragen terug op eerste verzoek. Dit is voor ons van belang indien u ons nog iets verschuldigd bent na de beëindigingsdatum, bijvoorbeeld omdat een doorbetaald bedrag door de debiteur gestorneerd wordt.
79.2 Deutsche Bank administreert de debiteurenfinanciering, inkoopfinanciering en voorraadfinanciering op afzonderlijke interne rekeningen. Indien een Kredietnemer de debiteurenfinanciering, inkoopfinanciering of voorraad- finan- ciering in een andere valuta dan euro ontvangt, dan wordt deze financiering door Deutsche Bank op een afzonderlijke interne rekening in die betreffende valuta geadministreerd.
Toelichting:
Wij houden in onze interne administratie bij welk krediet wij aan u verstrekt heb- ben en in welke vorm. Wij openen een afzonderlijke interne rekening voor elke valuta.
80.3 Deutsche Bank is bevoegd het bedrag van de Borrowing Base of de Beschikkingsruimte te verlagen indien er redelijke gronden zijn om aan te nemen dat de aangeleverde informatie met betrekking tot de Goederen niet een juiste berekening van de werkelijke Borrowing Base of Beschikkingsruimte oplevert. Deutsche Bank zal de verlaging ongedaan maken indien de Kredietnemer door middel van een reconciliatieformulier of een andere door Deutsche Bank toegelaten wijze een adequate verklaring geeft voor de geconstateerde verschillen.
Toelichting:
Bij het aangaan van de overeenkomst vindt een (operationeel) gesprek plaats tussen de Kredietnemer en ons waarin wij toelichten welke informatie wanneer door de Kredietnemer aangeleverd moet worden om tot een correcte berekening van de Borrowing Base te komen. Ook wordt in dit gesprek toegelicht welke vorderingen wel en welke niet voor financiering in aanmerking zullen komen. Daarnaast wordt ook de methodiek van de berekening en de frequentie hiervan verder toegelicht.
81. RUIMTE TOT LIMIET
81.1 De ruimte die een Kredietnemer op enig moment tot de Limiet van de ABF Faciliteit heeft, wordt door Deutsche Bank bepaald door het bedrag ter grootte van de Limiet van de ABF Faciliteit te verminderen met:
(a) het totaalbedrag van het kredietgebruik op enig moment voortvloeiend uit het gebruik van de ABF Faciliteit;
(b) het totaalbedrag van de geopende Accreditieven op enig moment;
(c) het bedrag van de Limiet van de ABF Garantie Faciliteit (ongeacht of er door Deutsche Bank enige Garantie is gesteld);
(d) het totaalbedrag van de gestelde SBLC’s op enig moment onder de ABF SBLC Faciliteit; en
(e) het totaalbedrag van het kredietgebruik op enig moment voortvloeiend uit het gebruik van de ABF Franchise Faciliteit.
Toelichting:
Deze bepaling regelt hoe wij de kredietruimte bepalen. Het krediet kan in verschillende vormen worden opgenomen, afhankelijk van wat u in de Kredietovereenkomst met ons heeft afgesproken. Bijvoorbeeld door gebruik van de debiteuren- of voorraadfaciliteit, het laten stellen of openen van accreditieven, (bank)garanties of stand-by letters of credit, of het opnemen van krediet onder een franchise. Al dit gebruik wordt in mindering gebracht op de totale limiet van de ABF faciliteit om de resterende kredietruimte te bepalen. Hierbij geldt dat bij garanties de sublimiet voor garanties, ongeacht of er daadwerkelijk garanties zijn gesteld, in mindering wordt gebracht op de totale limiet van de ABF faciliteit. Bij een standby letter of credit of een daarmee een daarmee vergelijkbaar instrument daarentegen geldt dat slechts het daadwerkelijk gebruik op enig moment in mindering wordt gebracht.
81.2 De ruimte die een Kredietnemer op enig moment tot de Limiet van de ABF Faciliteit in de vorm van inkoopfinanciering heeft, wordt door Deutsche Bank bepaald door het bedrag ter grootte van de betreffende Limiet van de ABF Faciliteit in de vorm van inkoopfinanciering te verminderen met het totaalbedrag van de geopende Accreditieven op enig moment en na betaling onder Accreditieven, het kredietgebruik op enig moment voortvloeiend uit het gebruik van de inkoopfinanciering. Op het moment dat Deutsche Bank het bedrag van een Accreditief heeft geadministreerd als kredietgebruik onder de debiteurenfi- nanciering of de voorraadfinanciering, wordt het bedrag van de betreffende Limiet van de ABF Faciliteit in de vorm van inkoopfinanciering niet langer verminderd met het bedrag van die Accreditief.
Toelichting:
Indien er sprake is van inkoopfinanciering wordt hier een separate (sub)limiet voor overeengekomen. Die is onderdeel van de totale ABF Facility Limit. De ruimte tot deze (sub)limiet bepaalt hoeveel inkoopfinanciering u nog kunt gebruiken. Deze ruimte stellen wij vast door van het bedrag van deze (sub)limiet het gebruikte bedrag af te trekken. Het gebruik bestaat uit openstaande accreditieven plus hetgeen uit hoofde van een accreditief door ons aan een crediteur is uitbetaald.
83. OPZEGBAARHEID; VERLAGING LIMIET
Zowel een Kredietnemer als Deutsche Bank kan het Krediet in de vorm van de ABF Faciliteit op ieder gewenst moment opzeggen dan wel de Limiet verlagen, onverminderd de commissies, provisies en andere vergoedingen die Deutsche Bank voor het Krediet in de vorm van de ABF Faciliteit in rekening brengt. In geval van opzegging van het Krediet is het in artikel 24.3 en 24.5 bepaalde van overeenkom- stige toepassing. Met onmiddellijke ingang van het moment van opzegging kan geen gebruik meer worden gemaakt van de ABF Faciliteit. In geval van verlaging van de Limiet is het in artikel 24.3 en 24.5 bepaalde van overeenkomstige toepassing voor het bedrag waarmee het kredietgebruik de verlaagde Limiet overschrijdt. In geval van opzegging zal een Kredietnemer op eerste verzoek van Deutsche Bank latente verplichtingen uit hoofde van niet-contante obligo’s voortvloeiend uit Accreditieven doen beëindigen dan wel hiervoor naar het oordeel van Deutsche Bank voldoende zekerheid verstrekken. In geval van verlaging van de Limiet is het hiervoor bepaalde van overeenkomstige toepassing voor het bedrag waarmee de latente verplichtingen uit hoofde van niet-contante obligo’s voortvloeiend uit Accreditieven de verlaagde Limiet overschrijdt.
Toelichting:
U kunt het krediet in zijn geheel opzeggen of gedeeltelijk en wij kunnen dit ook. Gedeeltelijke opzegging noemen we verlaging van de limiet. Door opzegging eindigt de Kredietovereenkomst niet. Daarom lopen commissies, provisies en andere vergoedingen door.
Als u dit artikel gebruikt, bent u aan ons een vergoeding verschuldigd voor geleden verlies en gederfde winst. Dit bedingen we van u in de Kredietovereenkomst. Dat doen wij omdat we de prijs van onze dienstverlening en onze producten baseren op het door ons verwachte kredietgebruik. Een opzegging of limietverlaging doet hieraan afbreuk. Bij de berekening gaan wij onder andere uit van de kredietprovisie en de gemiddelde maandrente over de afgelopen twaalf maanden vermenigvuldigd met het resterend aantal maanden van de oorspronkelijke looptijd van de overeenkomst. We zullen een berekening aan u beschikbaar stellen.
Als u het krediet opzegt of de limiet verlaagt, is het voor zowel u als ons van belang om meteen de betaling te kunnen opeisen om weer binnen de afgesproken nieuwe limiet te komen. Zie hiervoor ook de toelichting gegeven bij artikel 24, waarin dit nader toegelicht wordt.
Alle lopende verplichtingen inzake Accreditieven moeten voldoende afgedekt worden door, in geval van beëindiging, additionele zekerheden te verstrekken aan ons in een voor ons acceptabele vorm (veelal creditgeld). In geval van verlaging van de Limiet dienen de verplichtingen uit hoofde van deze Accreditieven binnen de nieuw overeengekomen Limiet te passen.
85. BEPERKINGEN IN FINANCIERING
85.1 Ten aanzien van elke Vordering behoudt Deutsche Bank zich het recht voor om te allen tijde financiering op deze Vordering te beperken of uit te sluiten, op welke grond dan ook.
85.2 Ten aanzien van een Debiteur, waarbij Deutsche Bank het risico van
non-betaling of een Dispuut hoger beoordeelt dan gebruikelijk voor de branche, behoudt Deutsche Bank zich het recht voor om financiering op Vorderingen op die Debiteur te beperken of uit te sluiten.
85.3 In geval van verschuivingen in de verhoudingen van de debiteurenportefeuille
- zulks beoordeeld naar deze verhoudingen op het moment van het aangaan van de Kredietovereenkomst - behoudt Deutsche Bank zich het recht voor om het financieringspercentage voor debiteurenfinanciering aan te passen, zulks in overeenstemming met de naar haar oordeel geldende landen- en/of debiteurenrisico’s.
Toelichting:
Als er gedurende de looptijd van het contract wijzigingen in de samenstelling van de debiteurenportefeuille plaatsvinden (denk hierbij bijvoorbeeld aan het veranderen van de landenverhoudingen binnen de debiteurenportefeuille, veranderingen in de sector of in het bedrijf van een debiteur of in het op een vordering toepasselijke recht) dan kan hierdoor het risicoprofiel van de debiteurenportefeuille veranderen. De bank houdt zich dan het recht voor om het voorschotpercentage op de aan haar verpande vorderingen aan te passen conform het gewijzigde risicoprofiel.
101. OPZEGBAARHEID; VERLAGING LIMIET
Tenzij de Kredietovereenkomst uitdrukkelijk anders bepaalt, kan zowel een Kredietnemer als Deutsche Bank de ABF Garantie Faciliteit of de ABF SBLC Faciliteit op ieder gewenst moment opzeggen dan wel de Limiet van de ABF Garantie Faciliteit of de ABF SBLC Faciliteit verlagen, onverminderd de provisies en andere vergoedingen die Deutsche Bank voor de ABF Garantie Faciliteit of de ABF SBLC Faciliteit in rekening brengt. In geval van opzegging zal een Kredietnemer op eerste verzoek van Deutsche Bank latente verplichtingen uit hoofde van niet-contante obligo’s voortvloeiend uit Garanties of SBLC’s doen beëindigen dan wel hiervoor naar het oordeel van Deutsche Bank voldoende zekerheid verstrekken. In geval van verlaging van de Limiet is het hiervoor bepaalde van overeenkomstige toepassing voor het bedrag waarmee de latente verplichtingen uit hoofde van niet-contante obligo’s de verlaagde Limiet overschrijdt. Met onmiddellijke ingang van het moment van opzegging kan geen gebruik meer worden gemaakt van de ABF Garantie Faciliteit of de ABF SBLC Faciliteit.
106. OPZEGBAARHEID; VERLAGING LIMIET
Zowel een Kredietnemer als Deutsche Bank kan het Krediet in de vorm van de ABF Franchise Faciliteit op ieder gewenst moment opzeggen dan wel de Limiet verlagen, onverminderd de provisies en andere vergoedingen die Deutsche Bank voor het Krediet in de vorm van de ABF Franchise Faciliteit in rekening brengt. In geval van opzegging van het Krediet is het in artikel 24.3 en 24.5 bepaalde van overeenkom- stige toepassing. Met onmiddellijke ingang van het moment van opzegging kan geen gebruik meer worden gemaakt van de ABF Franchise Faciliteit. In geval van verlaging van de Limiet is het in artikel 24.3 en 24.5 bepaalde van overeenkomstige toepassing voor het bedrag waarmee het kredietgebruik de verlaagde Limiet overschrijdt.
Toelichting:
Als u artikel 101 of 106 gebruikt, bent u aan ons een vergoeding verschuldigd voor geleden verlies en gederfde winst. Dit bedingen we van u in de Kredietovereenkomst. Dat doen wij omdat we de prijs van onze dienstverlening en onze producten baseren op het door ons verwachte kredietgebruik. Een opzegging of limietverlaging doet hieraan afbreuk. Bij de berekening gaan wij onder andere uit van de kredietprovisie en de gemiddelde maandrente over de afgelopen twaalf maanden vermenigvuldigd met het resterend aantal maanden van de oorspronkelijke looptijd van de overeenkomst. We zullen een berekening aan u beschikbaar stellen.