REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST
REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST
ADVIES
(BRUGEL-ADVIES-20180322-259)
betreffende
het verzoek van SYNERGRID om opmerkingen in te dienen in verband met de modelovereenkomst FSP-DNB, om de gebruikers van het LS-net toe te laten hun flexibiliteit aan XXXX aan te bieden via een dienstverlener met flexibiliteit "FSP', in het kader van de producten primaire reserve (R1)
Opgesteld op basis van artikel 30bis, §2 van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en op basis van artikel 79 §3 van het technisch reglement voor het beheer van het elektriciteitsdistributienet in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en van de toegang ertoe.
22/03/2018
Xxxxxxxxx 00 avenue des Arts – X-0000 Xxxxxxxxx / Brussel T: 02/563.02.00 – F: 02/563.02.13
xxxx@xxxxxx.xxxxxxxx – xxx.xxxxxx.xxxxxxxx
Inhoudsopgave
2 Voorwerp en context van het verzoek van SYNERGRID 4
De ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voorziet, in artikel 30bis §2, ingelast door artikel 56 van de ordonnantie van 14 december 2006, dat:
“... Brugel is bekleed met een adviesopdracht ten aanzien van de overheid over de organisatie en de werking van de gewestelijke energiemarkt enerzijds, en met een algemene toezicht- en controleopdracht inzake de toepassing van de hiermee verband houdende ordonnanties en besluiten anderzijds.
XXXXXX is belast met volgende opdrachten:
1° het geven van adviezen, studies of gemotiveerde beslissingen, en het indienen van voorstellen in de gevallen die voorzien zijn door deze ordonnantie en door de bovenbedoelde ordonnantie van 1 april 2004 of haar uitvoeringsbesluiten
…
“8° het samenwerken met de gewestelijke, federale en Europese regulatoren van de elektriciteits- en de gasmarkt
… “
Het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 23 mei 2014 houdende goedkeuring van het technisch reglement voor het beheer van het elektriciteitsdistributienet in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en van de toegang ertoe voorziet in artikel 79§3:
“Art. 79§3. De distributienetbeheerder overlegt met Brugel vóór de goedkeuring door Synergrid van ofwel een voorschrift zoals beoogd in paragraaf 2, ofwel een norm. In het kader hiervan mag Brugel commentaren uitbrengen of suggesties formuleren. De distributienetbeheerder dient Xxxxxx in kennis te stellen van elke afwijking op de voorschriften waarover met Brugel overleg plaatsgevonden heeft. De in lid 1 beoogde voorschriften en normen treden in werking twee maanden na het overleg met Brugel.”
Dit advies beantwoordt aan het verzoek van SYNERGRID om opmerkingen in te dienen in verband met de modelovereenkomst voor de deelname van de gebruikers van het LS-net aan de dienst primaire reserve van XXXX. Het antwoord van BRUGEL werd opgesteld in overleg met de andere gewestelijke regulatoren.
2 Voorwerp en context van het verzoek van SYNERGRID
De primaire reserve (R1) of Frequency Containment Reserve (FCR) is een ondersteunende dienst, geleverd door de transmissienetbeheerder Xxxx om de frequentie van het elektriciteitsnet continu op 50 Hz te houden. De frequentie wordt gecontroleerd door automatische detectie van frequentieschommelingen door de eenheden die de ondersteunende dienst aan het net leveren. Deze eenheden, die eigendom zijn van de netgebruikers, bieden deze ondersteunende dienst aan door hun verbruik of productie aan te passen binnen een termijn van 0 tot 30 seconden, naargelang het frequentieverschil.
Voor de deelname van deze eenheden aan de ondersteunende dienst voor het transmissienet moet er een overeenkomst worden ondertekend tussen de flexibiliteitsdienstverleners1 en de distributienetbeheerders (DNB). Die overeenkomst moet de bepalingen naleven die door Synergrid werden voorgesteld en door de regulatoren werden goedgekeurd. Deze bepalingen worden voorgesteld in een modelovereenkomst en hebben tot doel de rollen en verantwoordelijkheden van de partijen (FSP en DNB) vast te leggen, meer gepaald de uitwisseling van gegevens betreffende de installaties van de gebruikers die aan de ondersteunende diensten voor het transmissienet deelnemen.
We herinneren eraan dat er een modelovereenkomst FSP-DNB bestaat voor de deelname aan de primaire reserve van de gebruikers van het MS- en HS-elektriciteitsdistributienet. Meerdere marktspelers hebben Synergrid gevraagd de deelname van de gebruikers van het laagspanningsdistributienet mogelijk te maken. In 2017 heeft de transmissienetbeheerder (ELIA) de specificaties voor de deelname aan de FCR herzien om ze toegankelijk te maken voor alle technologieën (ook de modulering van de vraag en de opslageenheden) en alle spanningsniveaus (ook LS).
Gezien deze evolutie heeft Synergrid een modelovereenkomst tussen de DNB en de FSP opgesteld voor de levering van FCR die afkomstig is van laagspanning. Deze modelovereenkomst werd aan een publieke consulatie onderworpen tussen 10 en 31 oktober 2017. Na deze consultatie heeft Synergrid op 1 december 2017 het advies van Xxxxxx en de andere gewestelijke regulatoren (VREG, CWaPE) gevraagd. Volgens het huidige wettelijk kader heeft Xxxxxx geen goedkeuringsbevoegdheid, maar kan ze wel adviezen geven betreffende de inhoud van de documenten van Synergrid.
Op de vergadering van het FORBEG van 19 december 2017 bleek dat de gewestelijke regulatoren bereid zijn en het belangrijk vinden om een gezamenlijk antwoord te formuleren op de modelovereenkomst in kwestie.
Het gezamenlijk antwoord op de overeenkomst FSP-DNB R1 LS bevindt zich in de bijlage bij dit advies.
1 Flexibility Service Provider of FSP, in dit geval, leverancier van de ondersteunende dienst FCR. De FSP kan een (onafhankelijke) aggregator, een netgebruiker of evenwichtsverantwoordelijke zijn.
De belangrijkste antwoorden van BRUGEL zijn opgenomen in het gezamenlijke antwoord van de gewestelijke regulatoren dat op 9 februari 2018 naar Synergrid werd gestuurd (zie bijlage).
* *
*
Reactie van de Regionale Regulatoren op het modelcontract DNB-FSP voor
het product “R1 Laagspanning”
van 9 februari 2018
1. Context
1.1. Modelovereenkomst voor R1 LS is een testcase
Primaire reserve (R1) of Frequency Containment Reserve (FCR) is een ondersteunende dienst van de transmissienetbeheerder Xxxx die ze inzetten om de frequentie van het elektriciteitsnet constant op 50 Hz te houden. De frequentiesturing gebeurt door de automatische detectie van frequentieschommelingen van de eenheden die de dienst leveren en de aanpassing aan hun verbruik of productie, die zij binnen de 0 tot 30 seconden uitvoeren in functie van de frequentieschommeling.
De DNB’s gebruiken voor hun contractuele relatie met de dienstverleners van flexibiliteit een modelcontract. Deze overeenkomst legt de modaliteiten en aansprakelijkheden vast rond de taak van de DNB voor het bewaken van de operationele veiligheid, alsook afspraken rond uitwisseling van meetgegevens en andere gegevens.
Er bestaat een modelovereenkomst tussen de DNB en de Dienstverlener van Flexibiliteit1 voor deelname aan primaire reserve voor distributienetgebruikers op het MS-/HS- elektriciteitsdistributienet. De regionale regulatoren gaven hier al meermaals commentaar op2.
Synergrid ontving de vraag van verschillende marktpartijen om het leveren van primaire reserve mogelijk te maken op het laagspanning-elektriciteitsdistributienet. Dit is omdat de TNB in 2017 de productspecificaties van FCR herzag om het open te stellen naar alle technologieën (ook vraagrespons en opslag-eenheden), alsook alle spanningsniveaus (inclusief LS). Hierna gaan de regionale regulatoren niet verder in op bemerkingen rond productspecificaties, maar leggen we de focus op de (contractuele) relatie tussen de DNB en de FSP en de mogelijke impact hiervan op de LS-distributienetgebruiker.
Flexibiliteit op het laagspanningsnet is momenteel nog zeer beperkt en het openstellen van de primaire reserve is een eerste, belangrijke testcase. Een aantal kwesties zoals het oplossen van de problematiek van de energieoverdracht en de noodzaak aan kwartiergemeten meetgegevens is voor FCR niet van toepassing.3 Bijgevolg zou dit een veel eenvoudigere implementatie mogelijk maken, ook al liet Synergrid per brief4 weten dat er nieuwe kwesties opduiken specifiek voor laagspanning zoals het toepassen van de regelgeving voor privacy, een impact op de operationele veiligheid vooral voor de spanningskwaliteit en op termijn de schaal van de gegevensbehandeling, indien er veel DNG zouden deelnemen aan dit product.
De regionale regulatoren zijn tevreden dat Synergrid een opening maakt, alsook zich constructief opstelt door oplossingen te zoeken voor de bovenvermelde issues. Synergrid stelt lessen te willen trekken voor de (potentiële) grootschalige deelname van DNG aan flexibiliteit op laagspanning, die de uitrol van digitale meter mogelijk zal maken. De regionale regulatoren wensen graag op de hoogte te blijven van deze “lessons learnt”.
1 Flexibility Service Provider of FSP, in dit geval leverancier van de ondersteunende dienst R1. De FSP kan zowel een (onafhankelijke) aggregator, een netgebruiker of een Evenwichtsverantwoordelijke zijn.
2 Zie ADV-2016-05 en ADV-2016-07
3 Hoofdzakelijk doordat er geen impact is op de Evenwichtsverantwoordelijke en omdat er specifiek technologie gebruikt wordt voor het meten van de frequentie op seconden-basis. Voor een uitgebreide bespreking verwijzen we naar §3 van ADV-2016-05.
4 Brief van Syngergrid op 09/10/2017 “Verwachtingen rond de toepassing van flexibiliteit op het laagspanningsnet”
1.2. Openbare raadpleging
Op 1 december 2017 ontvingen de regionale regulatoren per mail het voorstel van Synergrid voor een modelcontract ter commentaar.
Synergrid organiseerde een openbare raadpleging tussen 10 en 31 oktober 2017 van de draft van deze overeenkomst. De opmerkingen van 3 belanghebbenden (belangenorganisaties, 2 FSP’s) werden bijgevoegd in een Excelbestand, alsook de motivatie van Synergrid waarom er wel of niet werd rekening gehouden met deze opmerkingen. In totaal ontving Synergrid 13 opmerkingen van de belanghebbenden.
Op de FORBEG-meeting van 19 december 2017 werd beslist om een gemeenschappelijke reactie van alle regionale regulatoren op te stellen.
Zie Bijlage:
• het voorgestelde modelcontract
• Consultatierapport Synergrid
• Toelichtingsnota Synergrid per brief
2. Reglementair kader
2.1. In Vlaanderen
Art. IV.4.5.1 §6 van het TRDE bepaalt in de huidige versie (2015) dat de leverancier van ondersteunende diensten met DNG een contract moet afsluiten met de DNB. De VREG wil echter wijzen op MEDE-2017-035. In deze mededeling maakt de VREG op vraag van een marktpartij de interpretatie dat dit artikel niet van toepassing is op laagspanningsnetgebruikers. De VREG denkt wel dat het huidige kader moet verduidelijkt worden voor flexibiliteit op laagspanning en deed hiervoor ook een eerste voorstel in de consultatie voor de herziening van het TRDE in CONS-2017-026. De VREG verwerkt momenteel de reacties op deze consultatie en zal in Q2 2018, een nieuw voorstel ter consultatie voorleggen. Het is echter nu al duidelijk dat de nieuwe versie van het TRDE pas na het einde van de looptijd van het modelcontract van toepassing zal zijn. Bijgevolg moet men het volgende commentaar zien als een aanbeveling, maar is deze niet bindend. Voor een verdere, inhoudelijke bespreking van de noodzaak aan een modelcontract voor primaire reserve verwijzen we naar §3.1.
2.2. In Wallonië
De CWaPE herinnert eraan dat ze niet bevoegd is om de R1 laagspanningsovereenkomst goed te keuren. De onderstaande opmerkingen moeten dus als aanbevelingen worden begrepen en niet als het resultaat van een onderzoek van de overeenstemming van de FSP-DSO-overeenkomst met het wettelijk kader.
5 xxxx://xxx.xxxx.xx/xxxxx/xxxxxxx/xxxxx/xxxxxxxx/xxxx-0000-00.xxx
6 xxxx://xxx.xxxx.xx/xx/xxxxxxxx/xxxx-0000-00
2.3. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ontbreekt op het moment van deze reactie wetgeving betreffende de deelname van een Flexibiliteit Service Provider verbonden met het distributienet en het aanbieden van ondersteunende diensten aan de hoogspanningsnetbeheerder.
De wetgeving wordt echter herzien en voorziet een basis waarmee de mogelijkheid voor de activiteit van een FSP geboden wordt. In deze toekomstige wetgeving zal Brugel ook de competentie hebben bepaalde documenten van Synergrid zoals dit modelcontract goed te keuren.
De opmerkingen door Xxxxxx hierna vermeld zijn niet bindend.
3. Bespreking van het modelcontract
3.1. Algemeen: overeenkomst of meldingsplicht voor primaire reserve
In het algemeen zijn de VREG en CWaPE van mening dat de wenselijkheid van een FSP-DSO-contract zich scherper in vraag stelt voor het beheer van de toegang van de DNG tot R1 dan voor andere ondersteunende diensten. Synergrid geeft in §2.2 van de toelichtingsnota een uitgebreide motivatie waarom zij de hantering van een modelcontract DNB-FSP voor R1 op laagspanning wel noodzakelijk vinden.
Dit is deels een reactie op MEDE-2017-02 waarin de VREG antwoordt op de vraag van een marktpartij of een contract noodzakelijk is voor primaire reserve volgens de geldende regelgeving. De VREG ging in het consultatievoorstel van het nieuwe TRDE hierop verder door te stellen dat een modelcontract FSP-DNB niet noodzakelijk is voor primaire reserve en dat enkel een meldingsplicht kan volstaan.
Synergrid maakte simulaties die aantoonden dat er in extreme omstandigheden wel een impact kan zijn op de spanningskwaliteit bij R1 activaties. Bijgevolg begrijpt de VREG de nood om een procedure op te stellen om de operationele veiligheid te bewaken (in hoofdzaak de spanningskwaliteit-zie §3.4.2), maar we denken dat dit ook kan onder de vorm van een technisch voorschrift, bepalingen in het technisch reglement of andere. De basis hiervoor en de bijhorende aansprakelijkheden zouden we bijvoorbeeld kunnen voorzien in een herformulering van het al voorgestelde artikel uit het TRDE in combinatie met de meldingsplicht.
Synergrid verwijst ook naar verschillende artikels uit de Guideline on Electricity Balancing en het artikel 182 “Op het DSB-net aangesloten reserve leverende groepen of eenheden” uit de System Operation Guideline7 die de DNB het recht geven om beperkingen op te leggen bij de prekwalificatie of bij de activatie van Ondersteunende Diensten, indien de operationele veiligheid in het gedrang komt. Het artikel spreekt echter over “voorschriften met betrekking tot informatie-uitwisseling” of “toepasselijke procedures”. Nergens vermeldt men expliciet dat dit via een modelcontract moet gebeuren.
De VREG begrijpt dat Synergrid op korte termijn een modelcontract verkiest omdat het gewestelijk regelgevend kader voor flexibiliteit bij LS DNG nog niet geïmplementeerd is zowel in de hoogste
7 xxxx://xxx-xxx.xxxxxx.xx/xxxxx-xxxxxxx/XX/XXX/XXXX/?xxxxXXXXX:00000X0000&xxxxxXX
regelgeving, als in het technische reglement (zie §2.1). De VREG hoopt dat hierin verandering komt door de verschillende initiatieven (ontwerpdecreet flexibiliteit, herziening TRDE), maar dit zal in alle waarschijnlijkheid niet het geval zijn tijdens de looptijd van dit voorliggende contract. Daarom kan de VREG akkoord gaan het voorstel van Synergrid zolang er geen duidelijke regelgeving is in het hoger kader. Zoals reeds aangegeven, zal de VREG hiervoor zelf initiatief nemen voor een herziening van de betrokken artikels in het TRDE tijdens de publieke consultatie van Q2 2018.
3.2. Opmerkingen over privacy
Synergrid stelt in de toelichtingsnota bij het modelcontract terecht dat privacy een extra aandachtspunt is bij netgebruikers op laagspanning voor zover dit gaat over natuurlijke personen. Zo moet de FSP inderdaad beschikken over een expliciet mandaat van de DNG om flexibele toestellen te kunnen monitoren en aansturen.
De regionale regulatoren begrijpen dat het kader in evolutie is onder meer door het in voege gaan van de General Data Protection Regulation (GDPR) of Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) op 25 mei 2018. Er is daarom nog verder onderzoek nodig naar de volledige implementatie van het nieuwe kader, zoals Synergrid zelf ook aangeeft. De regionale regulatoren willen alvast wijzen op enkele aandachtspunten in het huidig contract:
• Onder “persoonsgegevens” verstaan we ‘iedere informatie betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon”. De EAN-code van een natuurlijk persoon is een unieke sleutel gelijkaardig aan het rijksregisternummer, IP-adres, productnummer, … en dus valt dat onder de definitie van persoonsgegeven. Die definitie is trouwens zeer breed. Voor elk van deze gegevens is de GDPR/privacywetgeving van toepassing. Synergrid geeft als antwoord op opmerking 4 van een belanghebbende in het consultatierapport, dat het geen gegevens over personen op een adres opvraagt, maar het EAN-nummer en het adres zelf die in de bijlage worden gevraagd, moet men dus ook beschouwen als persoonsgegevens.
• Artikel 7 vermeldt het volgende: “De FSP vrijwaart de DNB voor elke claim met betrekking tot de inbreuk op de confidentialiteit van de gegevens of privacy van de betrokken netgebruikers, tenzij de DNB de confidentialiteitsbepalingen uit Art 8 niet heeft nageleefd.”
Wanneer twee verwerkingsverantwoordelijken samen de doelstellingen en middelen van de gegevensverwerking bepalen (zgn. “joint controllers”), zijn zij verplicht een overeenkomst aan te gaan die hun respectieve plichten ten aanzien van overeenstemming met de GDPR bepaalt (zie artikel 26, lid 1 GDPR). In dat geval dragen zij nl. een gedeelde verantwoordelijkheid voor overeenstemming (“compliance”) met de verplichtingen die rusten op verwerkingsverantwoordelijken in de GDPR. Dergelijke overeenkomsten bevatten veelal bepalingen over hoe de betrokkenen hun rechten kunnen uitoefenen en de respectieve verplichtingen van elk van de gegevensverantwoordelijken om de noodzakelijke informatie aan betrokkene mee te delen. Zij zijn enkel ontheven van deze verplichting indien Europees recht of nationaal recht reeds bepaalde respectieve plichten vastlegt.
Het Belgisch recht bevat dergelijke dwingende bepalingen tot dusver niet, waardoor een overeenkomst tussen verwerkingsverantwoordelijken vereist is.
De Werkgroep Artikel 29 voor de bescherming van persoonsgegevens heeft in het verleden
(voor de GDPR) reeds een opinie uitgebracht waarin dit begrip “joint controllers” verder wordt
toegelicht en geïnterpreteerd. Algemeen genomen is het correct te stellen dat de overdracht van gegevens van de ene naar de andere verwerkingsverantwoordelijke van hen beiden “joint controllers” maakt.
Een niet onbelangrijke toevoeging uit de GDPR is dat elk van de “joint controllers” aansprakelijk is voor de volledige schade die gevorderd wordt door een betrokkene voor niet- overeenstemming met de GDPR en dit onafhankelijk van wat de overeenkomst tussen de twee verwerkingsverantwoordelijken hierover bepaalt (artikel 26, lid 3 GDPR). De overeenkomst tussen de gegevensverantwoordelijken biedt op dit vlak dus geen dekking. Als men de DNB ook als verwerkingsverantwoordelijke beschouwt, dan biedt de bepaling uit artikel 7 waarin de FSP de DNB vrijwaart, met andere woorden geen dekking voor de aansprakelijkheid over privacy van de betrokken netgebruikers.
De GDPR treedt weliswaar slechts in voege op 28 mei 2018 en het contract is slechts van toepassing tot 30 juni 2018. De regionale regulatoren denken daarom dat het belangrijk is om dit uit te klaren in de volgende versie van het modelcontract.
• In artikel 8 over confidentialiteit vermeldt men dat “De informatie die door de FSP wordt uitgewisseld met de DNB in het kader van deze overeenkomst dient beschouwd te worden als confidentiële informatie, met uitzondering van de informatie die reeds publiek bekend is. Als uitzondering op deze bepaling, mag de DNB de betrokken informatie doorgeven aan Xxxx of aan de bevoegde overheden”.
De regionale regulatoren willen erop wijzen dat volgens Art. 6 AVG er voorwaarden worden gesteld aan de rechtmatigheid van een verwerking:
o er is toestemming van de betrokkene;
o de verwerking is noodzakelijk op verzoek van overeenkomst;
o de verwerking is noodzakelijk om te voldoen aan een wettelijke verplichting;
o de verwerking is noodzakelijk om de vitale belangen van betrokkene of andere natuurlijke personen te beschermen;
o de verwerking is noodzakelijk ter vervulling van een taak van algemeen belang of openbaar gezag;
o de verwerking is noodzakelijk voor de behartiging van de gerechtvaardigde belangen van de verwerkingsverantwoordelijke of van een derde.
In de huidige interpretatie van de regionale regulatoren wil dit zeggen dat tenzij er een informatieverplichting(en) voortvloeit die uitdrukkelijk in de regelgeving is/zijn bepaald8 en toegestaan, men altijd moet beschikken over een mandaat van de netgebruiker ook voor de artikelen beschreven in artikel 8 naar de TNB toe.
8 In Vlaanderen kan dit bijvoorbeeld het Energiedecreet, de bijhorende uitvoeringsbesluiten met inbegrip van de technische reglementen zijn.
3.3. Opmerkingen over artikel 1
Voorwerp van de overeenkomst Art. 1 §2
De regionale regulatoren adviseren de zin “De contractbepalingen die de FSP binden aan de DNG’s dienen te voldoen aan de voorwaarden van de huidige overeenkomst. In geval van incompatibiliteit aanvaardt de FSP dat de voorwaarden van de huidige overeenkomst doorslaggevend zijn. “ te schrappen omdat ze juridisch niet correct is.
Art. 1165 uit het Burgerlijk Wetboek stelt dat overeenkomsten alleen gevolgen teweeg brengen tussen de contracterende partijen. De DNB moet dus geen rekening houden met wat in contract FSP-DNG staat. De FSP kan trouwens niet aanvaarden dat voorwaarden contract DNB-FSP hoger staan dan voorwaarden in zijn contract met de DNG. Het juridisch principe is dat elk contract evenwaardig is, bijgevolg moet de FSP de bepalingen in beide contracten naleven.
Deze paragraaf suggereert een hiërarchie tussen de overeenkomsten FSP-DNG en FSP-DNB terwijl ze juridisch gelijkwaardig zijn. Xxxxxx stelt voor de paragraaf als volgt te herformuleren:
“In de overeenkomst die hem bindt aan de DNG, mag de FSP geen bepalingen voorzien die in strijd
zijn met de bepalingen van de onderhavige overeenkomst”.
Art. 1. §4
De regionale regulatoren zien het nut niet in van de toevoeging van deze paragraaf en geven er de voorkeur aan dat hij uit de overeenkomst wordt verwijderd:
“Onderhavige overeenkomst doet geen afbreuk aan de rechten en plichten van de DNB in het kader van de allocatie, reconciliatie en settlement processen van de gereguleerde marktwerking, met inbegrip van de taken van de DNB voor het ter beschikking stellen van de gevalideerde meetgegevens aan de partijen die in de reglementering voorzien zijn.”
Definities
De regionale regulatoren stellen zich enkele vragen bij de definitie uit artikel 1.2: Definitie « Toegangspunt tot R1 flexibiliteit op het LS-distributienet »
• De notie “element” zou moeten verduidelijkt worden. Kunnen hieronder subgemeten installaties of afzonderlijke toestellen zoals een elektrisch voertuig onder vallen? Of catalogeert men dit eerder als “de afname” van het volledige toegangspunt?
• De formulering "het wordt geconcretiseerd door het toegangspunt (de afname EAN-code) van de netgebruiker op het distributienet […]" beantwoordt niet aan de doelstelling die werd aangekondigd in de mail van 17 januari 2018, waarin wordt gezegd "Per EAN kan maximum één FSP R1 diensten aanbieden aan XXXX". In deze context moeten de termen "toegangspunt" of "afname EAN-code" worden aangepast:
o De CWaPE voegt hier inderdaad aan toe dat een DNG in Wallonië over een toegangspunt van het type "injectie” kan beschikken voor een installatie met een vermogen van meer dan 10 kVA.
o De VREG en Brugel gaan akkoord dat het voor productie-installaties of opslageenheden ook mogelijk moet zijn om te kunnen deelnemen met injectiepunten, die waarschijnlijk eerder verbonden zijn met een EAN-code voor injectie.
• De VREG vraagt zich ook af of de notie “service delivery point/SDP” zoals gedefinieerd in MIG-
6 niet toepasselijker is om te verwerken in definitie dan de veel algemenere term “toegangspunt”, aangezien “het toegangspunt tot R1” een goed voorbeeld is van een SDP voor flexibiliteit.
Nood aan extra definitie
De regionale regulatoren zijn van mening dat de tekst duidelijker zou zijn als de term flexibel vermogen per R1 LS toegangspunt zou worden gedefinieerd, (zie artikel 3.2).
3.4. Opmerkingen over artikel 3: Voorwaarden
Artikel 3.1 Voorwaarden voor opname in de R1 LS Pool Voorwaarde b) algemeen
Synergrid stelt dat er slechts één FSP per toegangspunt kan deelnemen aan R1 in het antwoord op
vragen van de regionale regulatoren. Dit blijkt echter niet volledig uit de verwoordingen. Dit moet duidelijker geformuleerd worden.
De VREG gaat hier niet volledig mee akkoord, omdat in het kader van de MIG 6 implementatie de VREG van mening is dat er meer dan 1 FSP zou moeten kunnen deelnemen per hoofdpunt. Als een netgebruiker beslist om een apart contract af te sluiten voor zijn productie, of in de toekomst voor een aparte afname zoals bijvoorbeeld zijn elektrisch voertuig, afzonderlijk van de rest van zijn aansluiting, dan zou hij moeten kunnen deelnemen met R1 of ander vormen van flexibiliteit en kan hij hier een andere FSP op aanduiden9, indien hij dit zou wensen. Het is aan de FRP, in dit geval de TNB, om te definiëren of in het contract dat hij afsluit met de FSP voor het verlenen van de flexibiliteitsdienst, of hij deze combinatie op het aansluitingspunt aanvaardt of niet, maar het mag niet onmogelijk gemaakt worden door de DNB als standaardoptie.
De regionale regulatoren adviseren ook om de zin “Er is maximaal één R1 LS toegangspunt per netaansluiting (gekenmerkt door de EAN-code van het afnametoegangspunt horende bij deze aansluiting)” te wijzigen in de zin van de opmerking van §3.3.2.
Voorwaarde b) NL Versie
De VREG gaat niet akkoord met voorwaarde b) uit artikel 3.1 uit de NL-versie:
“Er is maximaal één R1 LS toegangspunt per netaansluiting (gekenmerkt door de EAN-code van het
afnametoegangspunt horende bij deze aansluiting).”
De Regionale Regulatoren stelden over deze voorwaarde enkele vragen aan Synergrid en uit het antwoord bleek dat het de bedoeling van Synergrid om slechts 1 FSP toe te laten per toegangspunt en
9 Net zoals de netgebruiker dit ook mag doen voor een leverancier (in de toekomst).
bijvoorbeeld niet een verschillende FSP voor het elektrisch voertuig en een andere FSP voor de batterij of warmtepomp. Volgens de VREG blijkt dit echter niet uit de Nederlandse vertaling. Men zou dit kunnen interpreteren alsof er maar 1 FSP per aansluitingspunt is toegelaten. Dit zou willen zeggen dat in de situatie van een appartementsgebouw alle appartementen dezelfde FSP moeten nemen en dit is volgens de VREG niet in lijn met de bedoeling van Synergrid. Waarschijnlijk ligt dit aan het vertalingseffect, aangezien dit niet zo uitgesproken is in de Franse versie van de voorwaarde.
De VREG begrijpt dat de verwarring zich niet voordoet in de Franse versie, maar wil voor de Nederlandse versie toch sterk aanraden om:
• “Per netaansluiting” te schrappen in de Nederlands versie en te vervangen naar “per toegangspunt”
• Een andere term te kiezen voor de definitie “R1 toegangspunt”, zoals bijvoorbeeld “R1 leveringspunt” of “R1 dienstpunt” (zie 3.3.2).
Voorwaarde e) Franse versie
De CWaPE stelt voor om in de Franse versie de zin "L’URD doit avoir un contrat de fourniture avec un fournisseur d’énergie ayant un contrat d’accès avec les GRD […]", te wijzigen in, bijvoorbeeld "L’URD doit avoir un fournisseur d’énergie ayant un contrat d’accès avec les GRD […]" om rekening te houden met de wettelijkheid van de situatie van de passieve klanten.
Artikel 3.2 Criteria voor de afbakening tussen aanmeldings- en aanvraagprocedure
De regionale regulatoren hebben kennis genomen van de motivatie in de toelichtingsnota bij het contract, waarbij Synergrid aangeeft berekeningen te hebben gedaan met een referentiemodel die aantonen dat er in extreme gevallen spanningsproblematieken kunnen ontstaan. De Regionale Regulatoren begrijpen dan ook dat Synergrid een procedure wil opzetten om de operationele veiligheid te bewaken en in dit geval de spanningskwaliteit. De VREG stelde echter verschillende vragen aan Synergrid over de studie, de gemaakte assumpties en het referentiemodel die de regel moeten motiveren. Tot op heden heeft de VREG geen antwoorden ontvangen op deze vragen en kan dan de voorgestelde regel dan ook enkel accepteren voor de voorlopige periode van het contract, d.i. 30/06/2018.
De regionale regulatoren steunen de intentie van Synergrid om een vereenvoudigde aanpak voor te stellen met als niet problematisch beoordeelde gevallen. Bij een dergelijke aanpak moet men echter gebruikmaken van drempels die gebaseerd zouden moeten zijn op regels die niet arbitrair kunnen worden genoemd, wat soms tot een praktische problemen kan leiden.
De regionale regulatoren begrijpen dan ook dat een referentiewaarde nodig is, maar bevelen aan om de waarde van 3 kW flexibel vermogen in de voorgestelde regel te wijzigen. Zowel elektrische voertuigen, als residentiële batterijsystemen hebben een gemiddeld vermogen dat hoger ligt dan 3 kW, terwijl andere technologieën dit niet hebben, omdat het simpelweg over kleinere toestellen gaat. Hierdoor zou een FSP die focust op R1 met elektrische voertuigen of residentiële batterijsystemen veel vaker een studie moeten laten uitvoeren dan een FSP die focust op flexibiliteit met kleinere toestellen ook al is het geaggregeerde, ingezette flexibele vermogen bij de eerste FSP lager dan bij de tweede. Het lijkt dan ook opportuun om een waarde te kiezen die hoger ligt en neutraler is tussen technologieën met een groter of kleiner flexibel vermogen.
De CWaPE benadrukt echter dat ze het niet eens is met de uitleg die in de toelichtende nota wordt gegeven, met name wanneer er wordt gezegd "Dit is momenteel de drempel tot wanneer de aansluiting PV-panelen in Walloniëkunnen worden aangesloten zonder netstudie".
De regionale regulatoren stellen hier 5 kVA als werkbasis voor, omdat deze waarde in C10/11 gebruikt wordt als maximaal vermogen dat een monofasig productie- of batterijsysteem mag hebben in geval van vereenvoudigde aansluitingsprocedure. Verder wordt de grens van 5 kVA gebruikt als maximaal onevenwicht tussen verschillende fases in geval van een driefasige productie- of batterijsysteem. Deze grenswaarde van 5 kVA is ook uniform over de drie gewesten. De regionale regulatoren staan ook open voor meer studiewerk of motivatie van Synergrid voor andere waarden naargelang de toestand van de markt en het aantal deelnemers.
Verder maakte een belanghebbende in de consultatie de opmerking dat een opsplitsing in een meldingsprocedure en een aanvraagprocedure mogelijks discriminerend is. De Regionale Regulatoren stellen vast dat de DNB’s het eens zijn met de belanghebbende dat het echte criterium van onderscheid tussen melding en aanvraagprocedure de potentiële impact op het net is. Teneinde dit criterium te ‘vertalen’ naar een objectief criterium (iets wat dus goed werkbaar is in de praktijk), werd gekozen voor een technisch onderscheid dat duidelijk vast te stellen is. De motivering hiervoor wordt in de toelichtende nota weergegeven (p. 5, 3 bullets). De regionale regulatoren stellen dat er maar sprake kan zijn van discriminatie als er een verschillende behandeling is van gelijke situaties. De situatie onder de technische drempels (max X kW, pax. 15 toegangspunten in straal van 100 m) is een andere situatie dan de situatie boven die drempels. Verschillende situaties wordt verschillend behandeld, en dit op basis van een objectief en gerechtvaardigd (cfr. nota) criterium. Dit is volgens de regionale regulatoren geen discriminatie, zolang er duidelijke regels gebaseerd op objectieve criteria vastliggen.
"De grondwettelijke regels van gelijkheid en non-discriminatie sluiten niet uit dat een verschillende behandeling tussen de categorieën van personen ingesteld wordt voor zover ze berust op een objectief criterium en ze op redelijke wijze gerechtvaardigd is. Dezelfde regels verzetten zich overigens tegen een identieke behandeling, zonder enige redelijke rechtvaardiging, van categorieën van personen die zich in situaties bevinden die betreffende de maatregel in kwestie essentieel verschillend zijn. Het bestaan van een dergelijke rechtvaardiging dient te worden beoordeeld rekening houdend met het doel en de effecten van de bekritiseerde maatregel alsook met de aard van de principes in kwestie; het gelijkheidsbeginsel wordt geschonden wanneer vastgesteld wordt dat er geen redelijke en evenredige verhouding bestaat tussen de aangewende middelen en het beoogde doel."
De regionale regulatoren raden Synergrid wel aan om meer in detail na te denken en te beschrijven over welke procedure ze zullen volgen indien een aanvraagprocedure zou uitwijzen dat er beperkingen nodig zijn. De wijze waarop deze beperkingen worden toegepast moet ook gebaseerd zijn op een objectief criterium en duidelijke regels om niet-discriminatoir te zijn.
Artikel 3.3 Voorwaarden voor activatie Artikel 3.2 §1
De regionale regulatoren stellen zich vragen over de haalbaarheid van de netstudie, meer bepaald wat betreft de meting van de lokale spanning. Zal de DNB Q-Wave-apparaten bij de klant plaatsen? De regionale regulatoren vragen zich verder af hoe de procedure in detail zal werken en of dit effectief slechts tijdelijke limieten zijn en hoe de DNB dit kan garanderen.
Artikel 3.2 §2
De regionale regulatoren vinden het nuttig om op deze plaats naar de EN50160-normen voor de kwaliteit van de spanning te verwijzen, om een kader te geven of om aanvaardbare afwijkingslimieten tijdens activaties op te geven. De regionale regulatoren vinden verder dat de procedure best meer gedetailleerd zou moeten worden bijvoorbeeld in een bijlage van het contract.
3.5. Opmerkingen over artikel 6: Activering & meting van de flexibiliteit
Artikel 6.2 Wederzijdse rapportering “Indien, na de R1 activaties, de DNB een meetcampagne onderneemt om de spanningskwaliteit of andere technische impacts op het net te onderzoeken, informeert hij de FSP over de resultaten voor zover de privacy van de netgebruikers hiermee niet geschonden wordt.“
De regulatoren stellen voor dat in dit geval ook studies over de cabines aan de FSP kunnen worden bezorgd, op voorwaarde dat hij de vertrouwelijkheid van de gegevens en informatie niet schendt.
3.6. Opmerkingen over artikel 7: Aansprakelijkheid
De regionale regulatoren adviseren de zin “De FSP kan geen aanspraak maken op een schadevergoeding van de DNB […] indien een ongeplande onderbreking de activering van de flexibiliteit bij een DNG verhindert" te vervangen door een zin van het type "De FSP kan geen aanspraak maken op een schadevergoeding van de DNB […] indien een ongeplande onderbreking de activering van de flexibiliteit bij een DNG verhindert, voor zover deze onderbreking niet als abnormaal lang wordt beschouwd volgens het regionaal kader en niet direct te wijten is aan een fout van de DNB."
3.7. Opmerkingen over artikel 8: Confidentialiteit
In het algemeen vinden de regionale regulatoren dat dit artikel ook referentie zou moeten maken naar geldende regelgeving over privacy gedurende de looptijd van het contract zoals o.a. de GDPR.
4. Detailopmerkingen
Nr. | Paragraaf /Regel | Regulator | Versie | Opmerking |
1 | Contract | Xxxxx | FR/ NL | De regulatoren vragen zich af of het zin heeft om de primaire reserve nog R1 te noemen (in plaats van FCR "Frequency Control Reserve") terwijl in de context van de tertiaire reserve de overeenkomst FSP-DSO werd aangepast om rekening te houden met de nieuwe Europese benaming, namelijk mFRR (in plaats van R3). |
2 | Aanhef 9 | Allen | FR/ NL | “dat onderhavige overeenkomst tot doel heeft om ook de levering van R1 vanop het laagspanningsdistributienet mogelijk te maken” De regionale regulatoren stellen voor "mogelijk te maken" te vervangen door "te omkaderen”. Het is niet deze overeenkomst die de levering van R1 vanop het laagspanningsdistributienet mogelijk maakt. Het doel van deze overeenkomst is deze activiteit te omkaderen. |
3 | Aanhef 10 | Allen | FR/ NL | • De regionale regulatoren stellen voor de zin "[…] Deze is op het hoogspanningsdistributienet minder relevant omdat de netgebruikers daar geen natuurlijke personen zijn" te vervangen door de zin "Deze is nog belangrijker in laagspanning omdat de netgebruikers daar voor het merendeel natuurlijke personen zijn"; • “dat de DNB het in eerste instantie aangewezen vindt om de modaliteiten voor de levering van het laagspanningsdistributienet in een aparte overeenkomst DNB-FSP te regelen, omwille van de volgende redenen" 🡺 De regionale regulatoren stellen voor om "aangewezen" te vervangen door "noodzakelijk" |
4 | Aanhef 11 | Allen | FR/ NL | • De regionale regulatoren merken op dat de Algemene verordening gegevensbescherming van toepassing zal zijn vanaf 25 mei 2018; • “[…] om de levering van R1 vanop het laagspanningsdistributienet te regelen, in afwachting van bijkomende inzichten en mogelijke evoluties in het regelgevende kader.[…] De DNB zijn echter van mening dat er een specifiek regelgevend kader nodig is vooraleer |
zij een formele verantwoordelijkheid kunnen opnemen op dit niveau. ⇨ De regionale regulatoren stellen voor "regelgevend kader" te vervangen door "reglementair kader" of "wettelijk kader" | ||||
5 | Artikel 3.2 | CWaPE | FR | Tikfout: "[…] sans que l’approbation de celui-ci […]" |
6 | Artikel 3.5 §1 | VREG | NL | Referentie naar bijlage werd vergeten. |
7 | Artikel 5 | Brugel | FR | « Si le GRD estime que le moment des essais de pré qualification est inopportun en raison de risques techniques de surcharge ou de qualité de tension sur le réseau de distribution et pour autant le FSP puisse lui-même influencer ce moment, le DNB se concertera avec le FSP et le GRT pour déterminer un autre moment pour ces essais. » Wij onderstrepen. ⇨ Vergeten te vertalen |
8 | Artikel 5 | Xxxxx | FR/NL | We stellen volgende herschrijving voor van de laatste zin van §1 voor de leesbaarheid: De DNB maakt deze vraag over aan de FSP, 3.2. |
1
2
3 Overeenkomst
4 tussen
5 de DNB en de Dienstverlener van Flexibiliteit
6 in het kader van
7 de levering van R1 aan Xxxx door het gebruik van
8 flexibiliteit bij distributienetgebruikers op het
9 laagspanningsdistributienet
10
11
12
13
14
Tussen: Naam FSP
Maatschappelijkse zetel:XXXXXXX Ondernemingsnummer: XXXXXXXXX BTW nummer:XXXXXXXXX Vertegenwoordigd door XXXXXXXXXX hierna “FSP” genoemd
Enerzijds
En XXXX
Maatschappelijke zetel: XXX Ondernemingsnummer XXX BTW- nr.: XXXX
Vertegenwoordigd door XXX en XXX , gevolmachtigden
en handelend in naam en voor rekening van de distributienetbeheerders: XXX, XXX
hierna “DNB” genoemd,
15
16 en beiden hierna eveneens, zonder onderscheid, afzonderlijk “Partij” of samen “Partijen” genaamd, 17
18
19 Overwegende 20
21
22 1) dat de DNB exploitant en/of eigenaar is van het distributienet tot en met een spanning van 23 36 kV;
24
25
26 2) dat de DNB bij beslissing van de [bevoegde regulator/overheid] werd aangewezen als
27 distributienetbeheerder in zijn werkingsgebied; 28
29
30 3) dat de Transportnetbeheerder (hierna ‘de TNB’ of ‘Elia’) op basis van federale wetgeving een
31 hoeveelheid primaire reserves (R1) dient aan te kopen; 32
33
34 4) dat de TNB deze primaire reserves verwerft op basis van verschillende “R1” – producten; 35
36
37 5) dat de TNB met betrekking tot de evoluties in de balancing- en reservemarkt, met inbegrip
38 van de producten R1, overleg heeft gevoerd met de marktspelers aan de hand van de
39 Working Group Balancing, als deelgroep van de Elia Users' Group, en dat de
40 ondersteunende documenten en verslagen publiek toegankelijk zijn op de website van de
41 TNB;
42
43
44 6) dat er ook een potentieel aanbod van R1 reserves aanwezig is bij gebruikers van het
45 distributienet, en dat dit potentieel door de FSP aan de TNB kan worden aangeboden door bij
46 deze distributienetgebruikers een automatische en ogenblikkelijke variatie van injectie of
47 afname te realiseren indien de netfrequentie groter of kleiner wordt dan een bepaalde
48 waarde, conform de productspecificaties van de TNB; 49
50
51 7) dat de productspecificaties van Xxxx als toelatingsvoorwaarde stellen dat de dienstverlener
52 van flexibiliteit pas primaire reserves kan aanleveren vanuit het distributienet – door gebruik
53 te maken van de flexibiliteit van distributienetgebruikers - indien de DNB hier zijn akkoord
54 voor geeft; en dat de ondertekening van onderhavige overeenkomst door beide partijen geldt
55 als bewijs van dit akkoord voor wat betreft de betrokken distributienetgebruikers; 56
57
58 8) dat er sinds juni 2016 een modelcontract van de DNB’s beschikbaar is, voor de levering van
59 R1 vanop het hoogspanningsdistributienet de DNB, in eerste instantie voor de zogenaamde
60 asymmetrische R1 producten, hetgeen daarna werd aangepast om ook deelname voor de
61 symmetrische R1 producten mogelijk te maken vanop het distributienet 62
63
64 9) dat onderhavige overeenkomst tot doel heeft om ook de levering van R1 vanop het
65 laagspanningsdistributienet mogelijk te maken; 66
67
68 10) dat de DNB het in eerste instantie aangewezen vindt om de modaliteiten voor de levering van
69 het laagspanningsdistributienet in een aparte overeenkomst DNB-FSP te regelen, omwille
70 van de volgende redenen:
71 • De karakteristieken van het laagspanningsdistributienet bevatten een aantal
72 belangrijke verschillen t.o.v. het hoogspanningsdistributienet. Gezien de
73 mogelijke concentratie van betrokken netgebruikers op een zelfde deel van een
74 laagspanningsnet (bijvoorbeeld in een zelfde appartementsgebouw) kan de DNB
75 voor deze gevallen niet uitsluiten dat een activatie van R1 een grote
76 gelijktijdigheid van afname- of injectiepiek zou veroorzaken bij verschillende
77 nabijgelegen netgebruikers, die nooit zou voorkomen bij niet aangestuurde
78 netgebruikers, en waarvoor de laagspanningsnetten niet zijn gedimensioneerd.
79 De DNB is dan ook van mening dat er een procedure moet worden voorzien om
80 het risico op overbelasting van het net, of verminderde spanningskwaliteit, te
81 beheersen.
82 • Gebruikers van het laagspanningsdistributienet beschikken niet over een
83 individueel aansluitingscontract, zodat de bestaande processen voor
84 flexibiliteitsdiensten die vanop het MS-distributienet worden aangeboden, waar
85 ondermeer verwezen wordt naar het aansluitingscontract, niet zomaar kunnen
86 worden gekopieerd.
87 • Een ander thema dat vooral belangrijk is op het laagspanningsdistributienet is de
88 bescherming van de privacy van de netgebruikers, bij de verschillende processen
89 die zich kunnen voordoen zoals bijvoorbeeld klantenverhuis. Deze is op het
90 hoogspanningsdistributienet minder relevant omdat de netgebruikers daar geen
91 natuurlijke personen zijn. 92
93
94 11) dat de DNB’s verwachten dat het gebruik van flexibiliteit op het laagspanningsdistributienet
95 nog veel evoluties zal kennen, die vandaag moeilijk in te schatten zijn; en dat de DNB’s
96 daarom met onderhavige overeenkomst een voorlopig kader willen scheppen voor de levering
97 van R1 vanop het laagspanningsdistributienet te regelen, in afwachting van bijkomende
98 inzichten en mogelijke evoluties in het regulatoir kader. In het bijzonder voor privacy-aspecten
99 zijn de DNB’s bereid tot overleg om na te denken hoe DNB en FSP kunnen samenwerken
100 opdat de FSP er zich van kan verzekeren steeds de privacy van de netgebruiker te
101 respecteren. De DNB’s zijn echter van mening dat hier verder regulatoir kader voor nodig is
102 alvorens dat zij hier een formele verantwoordelijkheid in kunnen opnemen. 103
104
105 12) dat onderhavige overeenkomst bijgevolg voor een beperkte duur wordt afgesloten, en dat
106 deze daarna vernieuwd kan worden conform het op dat moment voorliggend modelcontract; 107
108
109 13) dat deze overwegingen van de DNB inzake de kwalificatie van een toegangspunt niet afdoen
110 aan de voorwaarden die de TNB zelf kan stellen voor deelname aan de producten R1; 111
112
113 14) dat de DNB in het kader van dit contract geen rol opneemt inzake meetgegevens met een
114 granulariteit die fijner is dan een kwartier, die noodzakelijk zijn voor de controle op de goede
115 levering van de producten R1. 116
117
118 15) dat de FSP bij Xxxx zijn economische en financiële capaciteit aantoont aan de hand van de
119 nodige bewijsstukken. Dit is immers voor Xxxx een voorwaarde om te kunnen deelnemen aan
120 de aanbesteding van R1. De DNB gaat er bijgevolg van uit dat de FSP ook over de
121 economische en financiële capaciteit beschikt om te kunnen voldoen aan de bepalingen
122 opgenomen in dit contract, ondermeer de aansprakelijkheidsclausules, waarbij het de FSP vrij
123 staat om zich hiervoor te verzekeren 124
125
126 wordt overeengekomen hetgeen volgt:
Artikel 1 Voorwerp van de overeenkomst - Definities
127
128 1.1. Voorwerp van de overeenkomst
129 Onderhavige overeenkomst beschrijft de bijzondere wederzijdse rechten en plichten van de DNB en de
130 FSP, met betrekking tot de kwalificatie door de DNB en de activering van flexibiliteit van DNG’s
131 aangesloten op het laagspanningsdistributienet van de DNB door de FSP, specifiek in het kader van
132 de producten R1 van Elia, en de gevolgen voortvloeiend uit het gebruik van deze flexibiliteit. 133
134 De contractbepalingen die de FSP binden aan de DNG’s dienen te voldoen aan de voorwaarden van
135 de huidige overeenkomst. In geval van incompatibiliteit aanvaardt de FSP dat de voorwaarden van de
136 huidige overeenkomst doorslaggevend zijn. 137
138 De Partijen erkennen dat de onderhavige overeenkomst volledig wordt onderworpen aan het (de)
139 toepasselijke technisch reglement(en) alsook aan alle eventuele toekomstige wijzigingen aan deze
140 technische reglementen. 141
142 Onderhavige overeenkomst doet geen afbreuk aan de rechten en plichten van de DNB in het kader van
143 de allocatie, reconciliatie en settlement processen van de gereguleerde marktwerking, met inbegrip van
144 de taken van de DNB voor het ter beschikking stellen van de gevalideerde meetgegevens aan de
145 partijen die in de reglementering voorzien zijn. 146
147
148 1.2. Definities
149 In het kader van de huidige overeenkomst, zijn de volgende definities van toepassing: 150
151 • Een toegangspunt tot R1 flexibiliteit op het laagspanningsdistributienet (hierna: R1 LS
152 toegangspunt) is een element dat kan deelnemen aan de door onderhavige overeenkomst
153 geviseerde flexibiliteitsmarkt (de R1 producten van Elia). Het wordt geconcretiseerd door het
154 toegangspunt (de afname EAN-code) van de netgebruiker op het distributienet. 155
156 • Een R1 pool op het laagspanningsdistributienet (hierna: R1 LS pool) is samengesteld uit
157 de R1 LS toegangspunten die de FSP mag activeren in het kader van de producten R1
158 gedurende de periode van de validiteit van huidige overeenkomst. 159
160
Artikel 2 Specifieke gegevens
161
162 De specifieke gegevens met betrekking tot deze overeenkomst worden gedetailleerd in de bijlagen. 163
164 Alle bijlagen van deze overeenkomst maken integraal deel uit van de onderhavige overeenkomst.
R1 LS pool van de FSP | Bijlage 1 |
Contactpersonen | Bijlage 2 |
Formulier voor de aanmelding of aanvraag van een R1 LS toegangspunt in een R1 LS pool | Bijlage 3 |
165 Lijst van de bijlagen:
166 | ||
167 | ||
168 | Artikel 3 | Voorwaarden voor de opname van R1 LS toegangspunten in een R1 |
169 | LS pool, en hun activatie | |
170 | 3.1. | Voorwaarden voor opname van het toegangspunt in de R1 LS pool |
171 | Elk R1 LS toegangspunt moet voldoen aan de volgende voorwaarden: | |
172 | ||
173 | a) De DNG moet een leveringscontract hebben met een energieleverancier die een | |
174 | toegangscontract heeft met de DNB’s of, indien toegelaten door de toepasselijke |
175 wetgeving, moet zelf toegangshouder zijn op zijn toegangspunt en dus zelf een
176 toegangscontract met de DNB hebben; 177
178 b) Er is maximaal één R1 LS toegangspunt per netaansluiting (gekenmerkt door de EAN-
179 code van het afnametoegangspunt horende bij deze aansluiting). 180
181 c) Een R1 LS toegangspunt kan slechts opgenomen worden in de R1 LS pool van één
182 enkele FSP.
183
184 d) Het gevraagde flexibiliteitsvermogen mag het aansluitingsvermogen (het maximum van
185 het afname- of injectievermogen) van de netgebruiker niet overschrijden 186
187 e) Het toegangspunt moet correct worden aangemeld of aangevraagd bij de DNB,
188 afhankelijk van de criteria beschreven onder paragraaf 3.2. In het geval van een
189 aanvraagprocedure is de goedkeuring van de DNB vereist alvorens het toegangspunt in
190 de R1 LS pool kan worden opgenomen. 191
192 3.2. Criteria voor de afbakening tussen aanmeldings- en aanvraagprocedure
193 Indien de R1 LS toegangspunten voldoen aan elk van de volgende twee voorwaarden, meldt de FSP
194 de toegangspunten aan bij de DNB:
195
196 • Het flexibel vermogen is per R1 LS toegangspunt maximaal gelijk aan 3kW; 197
198 • Er zijn maximaal 15 R1 LS toegangspunten in de R1 LS pool van de FSP binnen elke cirkel
199 met een straal van 100m. 200
201
202 In alle andere gevallen dient de FSP een aanvraag tot netstudie in bij de DNB, en is de goedkeuring
203 van de DNB vereist alvorens de toegangspunten kunnen deelnemen aan R1 flexibiliteit. 204
205 3.3. Voorwaarden voor activatie van een R1 LS toegangspunt
206 In het geval de DNB naar aanleiding van een netstudie voor aanvraagprocedure een beperking voor
207 activatie oplegt, leeft de FSP deze beperking na. De DNB kan beslissen om deze beperking uit te
208 drukken als maximaal activeerbaar vermogen gedurende een afgebakend tijdsblok, en/of een verbod
209 op activatie wanneer de ogenblikkelijke lokale spanning sterk afwijkt van de nominale waarde. In dit
210 laatste geval overleggen FSP en DNB over de precieze implementatie en drempelwaarden van de
211 spanning (i.f.v het geactiveerde vermogen). 212
213 In het geval de DNB op de momenten van activatie alsnog een vermindering van de spanningskwaliteit
214 of een te hoge belasting op een netcomponent vaststelt, die mee veroorzaakt wordt door activatie van
215 R1 en niet kon worden voorspeld op basis van de netstudie, overleggen DNB en FSP over de te nemen
216 maatregelen door DNB en FSP, voor mitigatie van deze problemen binnen een redelijke termijn. 217
218 3.4. Motivatie van beperkingen
219 In het geval de DNB een beperking oplegt voor de activatie van een R1 LS toegangspunt, die volgt uit
220 een studie of uit een lokale spanningsmeting, motiveert de DNB dit bij de FSP op basis van een
221 technische analyse van de lokale situatie. De DNB zal de eventuele beperking zo goed mogelijk
222 afbakenen, bijvoorbeeld enkel toepassen in een specifiek tijdvenster. In het geval dat er omwille van
223 opgelegde beperkingen toch een geschil ontstaat tussen de FSP en de DNB, overleggen de Partijen
224 om tot een verzoening te komen. Indien dit niet lukt kan een van Partijen het geschil ter bemiddeling of
225 beslechting voorleggen bij de gewestelijke regulator. 226
227 3.5. Indienen van de melding / aanvraag
228 De FSP verstuurt de melding of aanvraag tot netstudie aan de DNB, gebruik makend van de
229 contactgegevens van bijlage en het formulier in bijlage . 230
231
232 Per toegangspunt maakt de FSP enkel volgende informatie over:
233 • De EAN-code van het toegangspunt
234 • Het adres van het toegangspunt
235 • Het flexibel aansluitingsvermogen
236 • Het R1 product waarvoor het toegangspunt wordt ingezet.
237 • De wijze waarop de flexibiliteitsdienst geleverd wordt : verhogen afname / verhogen injectie /
238 verminderen afname / verminderen injectie / combinatie 239
240
241 Voor elk toegangspunt verklaart de FSP over een mandaat van de betrokken DNG te beschikken, dat
242 de FSP mandateert om deze gegevens over te maken aan de DNB in het kader van de aanmelding of
243 aanvraag van een R1 LS toegangspunt. 244
245 In het geval van een aanvraag tot netstudie voert de DNB, voor FSP’s driemaandelijks een netstudie
246 uit, namelijk in de maanden maart, juni, september en december. Elke aanvraag ingediend bij de DNB
247 ten laatste op de eerste dag van de maanden maart, juni, september en december zal in aanmerking
248 genomen worden in het kader van de netstudie van de overeenkomstige maand. 249
250 Ten laatste op de 10de werkdag van de maand waarop de netstudie werd uitgevoerd (maart, juni,
251 september, december), levert de DNB aan de FSP het resultaat van de netstudie. Indien de DNB het
252 resultaat van de netstudie niet binnen deze termijn levert, kan de aanvrager ervan uitgaan dat zijn
253 aanvraag aanvaard is. 254
255 Het resultaat is van toepassing vanaf de 1ste dag van de volgende maand (april, juli, oktober, januari). 256
257
Artikel 4
Procedure voor de samenstelling en de wijziging van de R1 LS pool van de FSP
258
259
260 4.1. Etappe voorafgaand aan de toevoeging van R1 LS in de R1 LS pool van de FSP
261 Voor elk aansluitingspunt waarvoor de FSP een of meerdere R1 LS toegangspunten aan zijn R1 LS
262 pool wenst toe te voegen, volgt de FSP de meldings- of aanvraagprocedure beschreven in Artikel 3. 263
264 4.2. Samenstelling van de R1 LS pool en wijziging van deze laatste op vraag van de FSP
265 In het begin bevat een R1 LS pool geen enkel R1 LS toegangspunt. Het samenstellen van een pool
266 voor de eerste maal komt neer op het wijzigen van de samenstelling van deze pool door R1 LS
267 toegangspunten toe te voegen. 268
269 Een keer per maand kan de samenstelling van een R1 LS-pool gewijzigd worden, door één of meerdere
270 R1 LS toegangspunten toe te voegen of te verwijderen. Hiervoor communiceert de FSP aan de DNB,
271 uiterlijk 5 werkdagen voor het einde van de maand, de lijst van de R1 LS toegangspunten waarvan hij
272 de flexibiliteit wenst te kunnen activeren tijdens de volgende maand. Deze communicatie gebeurt via
273 email op het adres vermeld in bijlage 2 met het gebruik van het formulier in bijlage 3. 274
275 De DNB verbindt er zich toe om, binnen de 5 werkdagen volgend op de ontvangst van deze email, een
276 update van bijlage 2 van huidige overeenkomst aan de FSP te leveren. Deze update treedt in werking
277 op de eerste dag van de volgende maand. Tijdens deze periode zal de DNB voor elk R1 LS
278 toegangspunt die de FSP aan zijn R1 LS pool wil toevoegen, nagaan indien het voldoet aan de
279 voorwaarden zoals beschreven in artikels 3 en 4.1. van huidige overeenkomst. 280
281 Op elk moment kan een R1 LS toegangspunt zich slechts in één R1 LS pool van één FSP bevinden. 282
283 Indien niet aan elk van deze voorwaarden is voldaan, kan de DNB de aanvraag weigeren. 284
285 De FSP erkent uitdrukkelijk dat het feit om een R1 LS toegangspunt in een R1 LS pool op te nemen en
286 te behouden, de verplichting met zich meebrengt minstens:
287
288 • effectief een flexibiliteitsovereenkomst voor de levering van R1-flexibiliteitsdiensten met
289 de betrokken DNG onderschreven te hebben; in geval van verandering van de DNG op
290 de EAN-code opgenomen in de R1 LS-pool van de FSP, impliceert dit dat de FSP een
291 flexibiliteitsovereenkomst met de nieuwe betrokken DNG moet onderschrijven, of het R1
292 LS toegangspunt uit zijn R1 LS pool moet verwijderen. 293
294 • de DNG ervan op de hoogte te brengen dat hij via zijn facturatie de eventuele financiële
295 gevolgen van de activering van de flexibiliteit desgevallend zal dragen, op basis van de
296 (gereguleerde) tarieven voor de distributie van elektriciteit. 297
298 4.3. Wijziging van de pool op initiatief van de DNB
299 Indien de DNB twijfel heeft over de conformiteit van een installatie, kan hij de controles en testen
300 uitvoeren die hij nodig acht, conform het TRDE en in overleg met de betrokken DNG. 301
302 Bij vaststelling door de DNB van niet-conforme installaties van een DNG, zal de DNB het (de) betrokken
303 R1 LS toegangspunt(en) onmiddellijk en tijdelijk verwijderen uit de R1 LS pool van de FSP. De DNB
304 zal de FSP hiervan op de hoogte brengen en zijn beslissing motiveren. De DNB zal Xxxx eveneens op
305 de hoogte brengen.
306 Dit is onafhankelijk van de eventuele acties die de DNB zal ondernemen ten aanzien van de DNG
307 volgens de voorwaarden beschreven in het TRDE. 308
309 Bovendien, indien een DNG geen leveringscontract meer zou hebben met een energieleverancier die
310 een toegangscontract met de DNB’s heeft, zal de DNB automatisch en met onmiddellijke ingang het
311 (de) betrokken R1 LS toegangspunt(en) verwijderen uit de R1 LS pool van de FSP (tenzij de DNG zelf
312 toegangshouder is op het toegangspunt, indien toegelaten door de toepasselijke wetgeving). De DNB
313 zal de FSP hiervan samen met een motivatie daartoe op de hoogte brengen. De DNB zal eveneens
314 Xxxx hiervan op de hoogte brengen. 315
316
Artikel 5
Voorafgaande afstemming voor de prekwalificatietesten door de TNB
317
318
319 Voor zover de FSP zelf op de hoogte is van het tijdstip en de omstandigheden waar de TNB de
320 prekwalificatietesten doet om de conformiteit met zijn productvoorwaarden te kennen, informeert hij
321 daarover de DNB. Indien de DNB het moment van prekwalificatietesten ongeschikt acht, omwille van
322 technische risico’s op overbelasting of spanningskwaliteit op het distributienet, en voor zover de FSP
323 dit moment zelf kan beïnvloeden, overlegt de DNB met de FSP en de TNB om een ander tijdstip vast
324 te leggen voor deze tests. 325
Artikel 6 Activering en meting van de flexibiliteit
326
327 6.1. Algemeen
328 Een eerste activering van de flexibiliteit van de R1 LS toegangspunten opgenomen in bijlage 1 mag
329 enkel plaatsvinden na de ondertekening van de overeenkomst en de opname van het R1 LS
330 toegangspunt in de R1 LS pool van de FSP. 331
332 De laatste activering van de flexibiliteit van de R1 LS opgenomen in bijlage 1 moet eindigen ten laatste
333 op de einddatum van onderhavige overeenkomst, of eerder indien het R1 LS toegangspunt verwijderd
334 wordt uit de R1 LS pool van de FSP. 335
336
337 In het kader van de producten R1, is de DNB niet betrokken bij de metingen van de activaties die door
338 de DNG gerealiseerd worden, noch bij het overmaken van de meetgegevens, van de installaties van
339 de DNG aan de TNB, die dienen voor de controle op de levering van de dienst. 340
341 6.2. Wederzijdse rapportering
342 Op eenvoudig verzoek van de DNB, als deze een vermoeden heeft dat de operationele veiligheid of
343 spanningskwaliteit van het distributienet in het gedrang komt, en voor zover de DNB deze informatie
344 niet van de TNB kan verkrijgen, bezorgt de FSP aan de DNB een rapport van de voorbije activaties,
345 met opgave van de geactiveerde R1 LS toegangspunten, het tijdstip en duur van activatie, het
346 geactiveerd vermogen en de beschikbare meetwaarden tijdens deze activatie. De DNB en FSP
347 overleggen desgevallend over het formaat waarin dit rapport wordt overgemaakt. 348
349 Het doel van deze rapportering is om de DNB in staat te stellen om een eventuele impact van deze
350 activaties op de belasting en spanningshuishouding van het distributienet te onderzoeken, op eigen
351 initiatief of naar aanleiding van een vraag/klacht van een netgebruiker. 352
353 Indien, naar aanleiding R1 activaties, de DNB een meetcampagne onderneemt om de
354 spanningskwaliteit of andere technische impacten op het net te onderzoeken, informeert hij de FSP
355 over de resultaten voor zover de privacy van de netgebruikers hiermee niet geschonden wordt. 356
Artikel 7 Aansprakelijkheid
357
358 De Partijen zullen gedurende de looptijd van de onderhavige overeenkomst de nodige en redelijke
359 maatregelen nemen om eventuele schade van de ene Partij aan de andere te voorkomen en, in
360 voorkomend geval, te beperken. 361
362 Behoudens schade die het gevolg is van bedrog of opzet door de FSP, waarvoor de FSP steeds volledig
363 aansprakelijk is, is de FSP enkel aansprakelijk voor elke rechtstreekse materiële of lichamelijke schade,
364 ten gevolge van fout, veroorzaakt door elke actie die hij heeft ondernomen, gevraagd of nagelaten heeft
365 te ondernemen, en die in strijd zijn met de bepalingen van de onderhavige overeenkomst. 366
367 De FSP zal de DNB vrijwaren voor claims van derden, met betrekking tot de schade veroorzaakt door
368 zijn fout bedoeld in de vorige paragraaf, in het kader van de uitvoering van deze overeenkomst. 369
370 Behoudens schade die het gevolg is van bedrog of opzet door de DNB, waarvoor de DNB steeds
371 volledig aansprakelijk is, is de DNB enkel aansprakelijk voor elke rechtstreekse materiële of lichamelijke
372 schade, ten gevolge van fout, veroorzaakt door elke actie die hij heeft ondernomen, gevraagd of
373 nagelaten heeft te ondernemen, en die in strijd zijn met de bepalingen van de onderhavige
374 overeenkomst.
375
376 De DNB zal de FSP vrijwaren voor claims van derden, met betrekking tot de schade veroorzaakt door
377 zijn fout bedoeld in de vorige paragraaf, in het kader van de uitvoering van deze overeenkomst. 378
379 Deze aansprakelijkheid, zowel van de FSP als van de DNB, kan nooit leiden tot een hogere vergoeding
380 dan de integrale vergoeding van de werkelijk geleden schade. De aansprakelijkheid is beperkt tot
381 2.000.000 euro per incident. Dit maximumbedrag geldt niet voor schade aan personen. 382
383 In elk geval kan de FSP geen aanspraak maken op een schadevergoeding van de DNB : 384
385 • in geval van gegronde weigering om een R1 LS toegangspunt toe te voegen in de R1 LS
386 pool of bij wijziging van een R1 LS pool op aanvraag van de DNB volgens de procedure
387 beschreven in artikel 4 388
389 • indien een geplande onderbreking die werd gecommuniceerd aan de DNG binnen de
390 wettelijke termijnen, de activering van de flexibiliteit bij deze DNG verhindert. 391
392 • indien een ongeplande onderbreking de activering van de flexibiliteit bij een DNG
393 verhindert.
394
395 • indien een situatie van overmacht of noodsituatie – zoals gedefinieerd in het TRDE en
396 met inbegrip van de activatie door de TNB van het afschakelplan bij energieschaarste -
397 de activering van de flexibiliteit bij een DNG verhindert, zelfs al kon dit op voorhand
398 voorzien worden en is er geen rechtstreekse communicatie gebeurd tussen DNB en
399 DNG.
400
401 • Indien de DNB een toegangspunt uit de R1 LS pool verwijdert bij een van de aanleidingen
402 beschreven in art. 4.3 hierboven. 403
404 • Indien de activatie van flexibiliteit op het betrokken toegangspunt niet mogelijk is, omdat
405 de flexibele toepassing op dit toegangspunt systematisch slechts gedurende een deel van
406 de tijd onder spanning staat, doordat 407
408 o deze toepassing is aangesloten op het uitsluitend-nacht circuit van de
409 netgebruiker;
410 o er een schakellogica wordt toegepast die de voeding naar de flexibele toepassing
411 onderbreekt gedurende bepaalde tijdsblokken of tariefperiodes. 412
413
414 De FSP vrijwaart de DNB voor elke claim met betrekking tot de inbreuk op de confidentialiteit van de
415 gegevens of privacy van de betrokken netgebruikers, tenzij de DNB de confidentialiteitsbepalingen uit
416 Art 8 niet heeft nageleefd. 417
Artikel 8 Confidentialiteit
418
419 De bepalingen uit het (de) toepasselijke technische reglement(en) met betrekking tot vertrouwelijkheid
420 zijn van toepassing op alle gegevens en informatie uitgewisseld tussen de Partijen in het kader van
421 onderhavige overeenkomst. 422
423
424 De informatie die door de FSP wordt uitgewisseld met de DNB in het kader van deze overeenkomst
425 dient beschouwd te worden als confidentiële informatie, met uitzondering van de informatie die reeds
426 publiek bekend is. Als uitzondering op deze bepaling, mag de DNB de betrokken informatie doorgeven
427 aan Xxxx of aan de bevoegde overheden. 428
Artikel 9 Betalingsmodaliteiten
429
430 In het kader van onderhavige overeenkomst, zullen de kosten van de DNB voor de netstudies of de
431 wijziging van de pool(s) van de FSP niet worden gefactureerd, voor zover de toerekening van deze
432 kosten niet wordt voorzien in de distributienettarieven goedgekeurd door de bevoegde regulator. 433
434 Artikel 10 Slotbepalingen
435 Deze overeenkomst treedt in werking op X X X, en loopt tot en met 30 juni 2018. 436
437 Indien de FSP na 30 juni 2018 zijn dienstverlening in het kader van de producten R1 aan de TNB wenst
438 verder te zetten, kan hij voorafgaand aan die datum een nieuwe overeenkomst met de DNB afsluiten
439 volgens de op dat moment geldende modelcontracten in dit verband. 440
441 Het contract kan ook opgezegd worden door elk van de Partijen mits aangetekend schrijven drie
442 maanden voorafgaand. 443
444 Indien de DNB zich genoodzaakt ziet om, tengevolge van wijzigingen van het regulatoir kader, de
445 overeenkomst op te zeggen, zal hij een nieuwe overeenkomst ter ondertekening aanbieden die
446 beantwoordt aan de op dat moment geldende regelgeving. 447
448 De datum naast de handtekening van de Partij die als laatste tekent, doet dienst als datum voor de
449 onderhavige overeenkomst. 450
451
452
453
454 455
456 De Partijen gaan onherroepelijk akkoord met de clausules van de onderhavige overeenkomst waarvan
457 ze erkennen kennis te hebben genomen.
458 Opgemaakt in twee exemplaren. Elk van de Partijen verklaart een exemplaar ontvangen te hebben.
459 | |||
460 | Gedaan te , op | ||
461 | |||
462 | |||
463 | |||
464 | Voor [xxx/DNB], | Voor de FSP, | |
465 | |||
466 | |||
467 |
468
469
R1 LS pool van de FSP
Bijlage 1
470
471
472 De toegangspunten tot R1 flexibiliteit (en de bijbehorende flexibiliteitsmiddelen) opgenomen
473 in de hierna vermelde lijst maken deel uit van de R1--pool. Deze pool kan in overeenstemming
474 met artikel 4 van deze overeenkomst worden gewijzigd.
475 Annuleert en vervangt de vorige versies te beginnen vanaf
476 | ||
477 | ||
478 | ||
479 | ||
Bijlage 2 | Contactpersonen | |
480 | ||
481 |
Bijlage1_R1contract. xlsx
DNB/xxx | |||||
Naam | Telefoon | Fax | GSM | Toelichting | |
. | - | - | - | - | |
482
483
Dienstverlener van flexibiliteit (FSP) | |||||
Naam | Telefoon | Fax | GSM | Toelichting | |
484
485
486
Formulier voor de aanmelding of aanvraag van een R1 LS toegangspunt in een R1 LS pool
Bijlage 3
487
488
aanvraagformulier R1 LS.xlsx