V&G Beïnvloeding bouwproces
V&G Beïnvloeding bouwproces
De wet, een toelichting voor de bouwsector 3
Doel van bouwprocesbepalingen, verantwoordelijkheden en taken op hoofdlijnen 3
Coördinator rol en verantwoording 4
Overgang van ontwerp naar uitvoering 5
Overdracht van ontwerp naar uitvoering 13
Schematische weergave van acties en actoren 19
Wets wijzigingen per 01-01-2017 22
Relevante artikelen Arbeidsomstandighedenwet, Arbeidsomstandighedenbesluit, Bouwbesluit 26
Xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx 00
Adri C.P. Frijters, A3-Arbeidsveiligheidsadvisering 00316 12104304 xxxx@x0-x.xx xxx.x0-x.xx |
Verbinden en Samenwerken
Xxxxxxxx 00, 0000XX, Xxxxxxx | KvK 66634628 | Bank XX00 XXXX 0000 0000 00 | BTW NL073193975B01 | Algemene voorwaarden
De wet, een toelichting voor de bouwsector
In de Arbowet en het Arbobesluit wordt een heldere structuur neergelegd waarmee verantwoordelijkheden en bevoegdheden kunnen worden weggelegd.
Dat er vaak onduidelijkheid is over de verantwoordelijkheden en bevoegdheden zou kunnen worden veroorzaakt omdat in de wet uitgegaan wordt van rollen in het proces. Rollen kunnen door meerdere functionarissen worden vervuld. Dat is in de praktijk, waar functionarissen worden getoetst op het volbrengen In de praktijk worden taken toegeschreven aan organisaties waardoor een schimmig spel ontstaat.
Doel van bouwprocesbepalingen, verantwoordelijkheden en taken op hoofdlijnen
Arbobesluit art. 1.1.2
Arbobesluit afdeling 5 Bouwproces art 2.23 e.v.
Het doel van de bouwprocesbepalingen is partijen verantwoordelijkheid te geven voor de interventiemogelijkheden. Die verantwoordelijkheid overstijgt daarmee de fase van directe betrokkenheid in het proces. De verantwoording heeft betrekking op het uitoefenen van invloed op veiligheid en gezondheid tijdens de realisatie, het gebruik, het onderhoud en de sloop. Is er een mogelijkheid om V&G te beïnvloeden dan dient deze invloed gebruikt te worden. Het niet (bewust of onbewust) gebruiken van de invloed is een keus en geeft verantwoordelijkheid voor de consequenties van die keus.
In het proces zijn rollen te definiëren. Meerdere rollen kunnen door één partij worden vervuld. Bij het lezen en beschouwen van de wet en de bouwprocesbepalingen dient dit voortdurende voorop te staan. De rollen die in dit document besproken worden zijn onder andere die van opdrachtgever, ontwerper, coördinator ontwerpfase, coördinator uitvoeringsfase, de uitvoerende partij, de aannemer (bouwer, realisator), de gebruiker.
Het arbobesluit geldt voor iedereen en de bouwprocesbepalingen in het arbobesluit gelden voor elk bouwkundig werk, van initiatief tot sloop. De wettelijk verplichte activiteiten zijn afhankelijk van de omvang van het werk in mandagen, de mate waarin er gevaren aanwezig kunnen en, of er meer dan één werkgever betrokken is bij de realisatie.
Het ontwerpen, met als doel zo min mogelijk gevaren veroorzaken bij de realisatie, het gebruik, het onderhoud en de sloop is altijd verplicht.
Om te kunnen bepalen welke overige activiteiten verplicht zijn is het noodzakelijk een RI&E van het werk te maken te weten wat de verwachte totale mandagen van de realisatie zijn en een beoordeling te maken van het aantal werkgevers betrokken bij de realisatie. Dit geldt ook voor onderhoudswerkzaamheden.
Voorbeeld: een opdrachtgever is verantwoordelijk voor het inschakelen van een kundig ontwerpteam en daarmee voor de kwaliteit van het werk van het ontwerpteam.
Voorbeeld: Als in de gebruiksfase blijkt dat verkeerde keuzes gemaakt zijn waardoor een ongezond leefklimaat in een gebouw ontstaat is hem dat aan te rekenen en niet alleen de werkgever dien zijn medewerkers in het pand laat werken.
Arbowet art 1
De arbowet en het arbobesluit regelen de arbeidsomstandigheden tussen werkgever en werknemer. Beiden hebben een taak, de werkgever neemt initiatieven, de werknemer volgt en geeft gevraagd en ongevraagd adviezen. De overheid is niet maatgevend bij het stellen van prestatie-eisen. Prestatie-eisen volgen uit ‘de stand der wetenschap’ en de
afspraken tussen werkgevers en werknemers (vastgelegd in de arbocatalogi).
De arbowet en het arbobesluit hebben het doel om een inspanningsverplichting vast te leggen. Dit moet leiden tot een niet aflatende inspanning om het werk veiliger en gezonder te laten plaats vinden. Dit maakt handhaving op prestaties nagenoeg onmogelijk. Het is om die reden dat resultaten van analyses en verbeteringen moeten worden vastgelegd. Hiermee wordt de inspanningsverplichting tastbaar en toetsbaar gemaakt. De wet is gebaseerd op vertrouwen en het geven van verantwoording achteraf indien er twijfels zijn over het niet realiseren van de inspanningsverplichting.
Arbobesluit art. 1.1.2
De opdrachtgever is een rol (de partij) die behoefte heeft aan een stedelijke ontwikkeling, een object of infrastructuur. Onder zijn verantwoording wordt een proces gestart. Hij hoeft niet direct de financier of gebruiker te zijn. Uiteraard is ook de rechtspersoon die direct een project financiert en laat uitvoeren een opdrachtgever. Een realiserende partij, die werkzaamheden uitbesteedt of op ander wijze door anderen laat uitvoeren wordt hier niet bedoeld.
Ingeval de opdrachtgever niet vanuit de hoofde van bedrijfsvoering een behoefte heeft aan een bouwkundig object of ‘construct’ gaan zijn wettelijke verantwoordelijkheden en taken over naar de ontwerpende partij.
Voorbeeld is een ontwikkelaar die een pand laat ontwikkelen, dat huurt van het ontwerpend en bouwend consortium en doorverhuurt aan één of meerdere gebruikers. Voorbeeld is een ontwikkelend aannemer die woningen laat ontwerpen, bouwt en voor of tijdens de bouw verkoopt aan gebruikers.
Coördinator rol en verantwoording
Art 2.29, 2.30
Het doel van de coördinator is de betrokken partijen actief te laten analyseren wat de consequenties van hun inbreng is op V&G in de realisatie-, de gebruiks-, de onderhouds-, en de sloopfase. Dit geldt gedurende het ontwerpproces voor de coördinator en ook gedurende het uitvoeringsproces voor de coördinator. Deze verschillende analyses moeten onder zijn verantwoordelijkheid worden samengevoegd en de interactie tussen de verschillende analyses moet worden beoordeeld op V&G. De coördinator dient de partijen aan te zetten tot het wegnemen van de gevaren en, als dat niet mogelijk is, tot het reduceren van het risico. Hij is verantwoordelijk voor het toetsen van het resultaat en het bijsturen indien het resultaat de acceptatiegrenzen overschrijdt.
De coördinator zal regelmatig de verschillende partijen tijdens een coördinatieoverleg ‘dwingen’ om gevaren weg te nemen, risico’s te reduceren en om de analyses te bespreken met de overige partners.
Een voorbeeld van het acteren van de coördinator is het bezoeken van de ontwerpende partijen tijdens het ontwerpproces en het bevragen op de V&G aspecten of en op welke wijze die meegewogen zijn bij het maken van beslissingen leidend tot ontwerpkeuzen. Bijvoorbeeld de aan- of afwezigheid van dakrandbeveiliging of zeembalkons.
Art. 2.28
Het V&G plan is niet meer dan een vastlegging en overdacht document. Het moet het ontwerp- en uitvoeringsproces ondersteunen. Het V&G Plan wordt voortdurend bijgewerkt aan de jongste ontwikkelingen, analyses en inzichten. Het bevat onder andere de gevaren met de bijbehorende maatregelen en de partijen die de maatregelen moeten nemen, onderhouden en controleren. Het V&G Plan is dus geen eindproduct maar een management ondersteunend werkdocument. Het moet aanwezig zijn indien een melding verplicht is. Om te kunnen bepalen of een melding verplicht is dient eerst een analyse van gevaren en risico’s en maatregelen te zijn gemaakt. Dit is te zien als de kern van een V&G Plan.
Het V&G Plan wordt onder directe verantwoording van de coördinator opgesteld en is in feite het tastbare (tussen)resultaat van zijn inspanningen. Een V&G plan met slechts enkele gevaren is het bewijs dat het ontwerpteam onder begeleiding van de coördinator geslaagd is in zijn opdracht.
Art. 2.30.c, 2.31.e
Het dossier is te vergelijken met de handleiding van een gebruiksproduct. Hierin wordt het voorzienbaar onderhoud beschreven met de gevaren en benodigde maatregelen. Ook de toegepaste materialen en V&G voorzieningen ten behoeven van gebruik, onderhoud en sloop worden opgenomen.
Ontwerpfase
Wet 2.23
De ontwerpfase is, samen met de initiatief fase de periode in de levenscyclus waar de opdrachtgever de volle verantwoordelijkheid voor draagt. De ontwerpfase is de periode waarin bestudeerd wordt of de behoefte realiseerbaar is, op welke wijze de realisatie plaats kan vinden. Deze ontwerpfase eindigt zodra het bouwwerk materieel tot stand wordt gebracht. Dit impliceert dat strikt genomen ook de werkvoorbereiding onderdeel is van het ontwerpproces en onder verantwoording van de opdrachtgever plaats vindt. Voor zover dit de techniek en uitwerking van het ontwerp betreft is dit een realistische opdeling.
Bijvoorbeeld het uitwerken van de prefabbeton elementen tot productietekeningen met hijsvoorzieningen valt onder het uitwerken van het ontwerp en onder de verantwoording van de opdrachtgever.
Het voorbereiden van het productieproces en de tijdelijke voorzieningen ten behoeve van het productieproces kunnen om praktische reden en vanuit de inbreng van de realiserende partij niet onder de verantwoordelijkheid van de opdrachtgever worden gebracht. De opdrachtgever trekt hier verantwoordelijkheid naar zich toe indien hij de realiserende partij in enige vorm belet of stuurt in het plannen en uitvoeren van de, volgens de realiserende partij, meest veilige en gezonde uitvoering. (V=uitvoerende partij, ?=opdrachtgever)
Een voorbeeld is het niet beschikbaar stellen van de benodigde werkruimte voor het opstellen van onontkoombare hijsvoorzieningen zoals kranen. De opdrachtgever is verantwoordelijk voor de gevolgen indien de bouwer wordt belet in het plannen of opstellen hiervan.
Overgang van ontwerp naar uitvoering
Art 2.23.b & 2.23.c
In het ontwerp proces wordt van ‘grof’ naar ‘fijn’, van ‘abstract’ naar ‘exact’ gewerkt. Dit impliceert dat organisch en asynchroon wordt gewerkt. Prijsvorming vindt plaats zodra aan het ontwerp maat en getal kan worden toegekend. Op dat moment is het ontwerp beslist niet afgerond. De ontwerpfase is derhalve geen fase die op één moment (gelijktijdig in tijd) wordt afgesloten maar eerder een proces op zich waarin sprake is van het gelijkmatig naar rato van de uitwerking overdragen van informatie.
Bijvoorbeeld het uitwerken van plafonds zal niet gereed zijn indien de fundatie wordt gemaakt. De fundatie is uit de ontwerpfase terwijl het uitwerken van het plafond nog niet is aangevangen in de ontwerpfase zit.
Arbobesluit art 2.26
In de verschillende contractvormen worden de taken verdeeld. Dit doet niets af aan de verantwoording zoals deze door de wet aan de verschillende partijen is gegeven. Een opdrachtgever besteedt het ontwerpproces uit aan een ontwerper of aan een aannemer. Daarmee blijft hij verantwoordelijk voor dit ontwerpproces. Vanuit deze verantwoordelijkheid is er een aansprakelijkheid die hem noopt om zich te omringen met partijen die zijn verantwoordelijkheid zodanig invullen dat hij niet wordt aangesproken op de prestatie van deze partijen.
Dit heeft consequenties voor het maken van afspraken en contracten bij Design and Build (D&B), Publiek-Private Samenwerking (PPS) en Design, Build, Finance & Mainain (DBFM) constructies. In deze constructies blijft de opdrachtgever verantwoordelijk voor het ontwerpproces en haar resultaat.
Arbowet art. 1 & 2
Werkgeversverantwoording
Arbowet art 3
Het is de verantwoordelijkheid van de werkgever om te zorgen dat zijn werknemers niets overkomt tijdens het verrichten van taken onder zijn gezag. Ook bijkomende werkzaamheden die noodzakelijk zijn om de bedoelde taak uit te voeren vallen onder zijn verantwoordelijkheid. Ook het gebruikte materieel (arbeidsmiddelen) dat gebruikt wordt bij het uitoefenen van de taak valt onder de verantwoording van de werkgever.
Het bouwbesluit
Het bouwbesluit stelt in de artikelen 6.52 en 6.53 dat een bouwwerk geen vergunning mag krijgen indien de aanvrager niet kan aantonen dat het object veilig onderhoudbaar is. Bij het kiezen van de veiligheidsmaatregelen moet de arbeidshygiënische strategie gevolgd worden.
In de uitleg van het bouwbesluit wordt de arbeidshygiënische strategie uitgelegd en wordt verwezen naar een handleiding die op deze site beschikbaar is onder de titel “Handleiding veilig onderhoudbare gebouwen maken”. in de toelichting wordt ook verwezen naar een checklist. Deze Checklist ofwel het toetsingskader is bedoeld om aan te tonen dat aan de artikelen 6.52 en 6.53 is voldaan. De checklist is voorzien van een toelichting.
In de toelichting bij de checklist wordt verwezen naar de website xxx.xxxxxxxxxxxxxxxx.xx en naar de “Handleiding veilig onderhoudbare gebouwen
maken”. Dit document is in een niet geactualiseerde versie is te vinden op het arboportaal van SZW.
In de toelichting bij de checklist (het toetsingskader) is vastgelegd dat de, in de checklist genoemde werkmethode, een handreiking is. Echter, er mag bij de keus van de methode, alleen afgeweken worden van de volgorde op de checklist indien het veiligheidsniveau tijdens het onderhoud niet verminderd. Indien een methode wordt gekozen die niet in de checklist staat moet worden aangetoond dat de bescherming het gelijke niveau heeft van de eerste-keus maatregel.
Daaraan is toegevoegd dat de werkgever van het onderhoudspersoneel in staat moet worden gesteld bij de keus van de maatregelen de arbeidshygiënische strategie te volgen.
Ten overvloede wordt gesteld dat ankerpunten (lijnsystemen) alleen zijn toegestaan indien permanente dakrandbeveiliging technisch niet mogelijk is en de werkzaamheden niet op andere veiligere wijze zijn uit te voeren.
Verder is er de eis dat de werkplek veilig moet kunnen worden bereikt. In de handleiding vanaf pagina 35 wordt in de eerste twee regels aangeven bij welke voorzieningen veilige bereikbaarheid extra aandacht vereist.
De wijze waarop de veilige bereikbaarheid in het bouwwerk moet zijn voorzien is, behoudens in brancheregels en de arbocatalogi, (nog) niet vastgelegd.
Een voorbeeld; platte daken.
Dit impliceert dat bijvoorbeeld bij C.3 in de checklist, een plat dak, alleen afgeweken mag worden van de hier beschreven volgorde indien de maatregel technisch niet realiseerbaar is. Een permanente dakrandbeveiliging mag dus alleen vervangen worden door een tijdelijke indien een permanente om technische reden niet gemaakt kan worden.
Dat in het bestemmingsplan een bouwhoogte is aangeven wordt veel gebruikt als argument. Hierdoor zou een verhoging van de dakrand of het plaatsen van een hek niet mogelijk zijn. Dit is echter geen technische belemmering, hij mag niet gebruikt worden. Het dak behoeft immers niet dezelfde hoogte te hebben als de dakrand. Het is een economisch motief om te steven naar een maximaal bouwvolume. Economische motieven zijn geen geldige reden om valgevaar niet volgens de arbeidshygiënische strategie te beperken.
De werkgever van het onderhoudspersoneel moet in staat worden gesteld de arbeidshygiënische strategie te volgen bij het realiseren van veiligheid. Dit betekent dat, indien er onverhoopt een lijnsysteem op het dak aanwezig is, dit tijdens onderhoud niet mag worden gebruikt indien het technisch mogelijk is om hekken te plaatsen.
Dit is geheel overeenkomstig de Arbeidsomstandighedenwet en het Arbeidsomstandighedenbesluit waar de arbeidshygiënische strategie is voorgeschreven. Het dak moet veilig bereikbaar zijn. In de BiKu-branche zijn hierover afspraken gemaakt. Dit betekent dat er een dakluik moet zijn met daaronder een ladder die in de juiste schuinte kan worden opgesteld. Het dakluik moet minimaal 4 meter uit de dakrand zitten. Tevens moeten de bomen van de ladder doorlopen tot 1 meter boven het betreedbaar oppervlak. Uiteraard kan dit ook worden gerealiseerd door het luik verticaal vast te zetten en te voorzien van een handreling. Vanaf de ladder moet het dak zijdelings kunnen worden betreden. Met hekjes moet worden voorkomen dat men niet ongewild in het luik kan stappen of vallen.
In dit deel worden de activiteiten opgesomd die genomen zouden moeten worden zodat V&G in de realisatie optimaal tot zijn recht kan komen.
De activiteiten zijn ingedeeld in de fasen die in het proces worden doorlopen. Per fase zijn de belangrijkste activiteiten beschreven en is aangegeven welke functionarissen hierbij betrokken zijn. De opsomming is niet limitatief.
‘V’ geeft verantwoordelijke aan, ‘A’ is de in de wet genoemde actor, ‘a’ is de natuurlijke actor gezien vanuit het proces, ‘?’ is de partij die informeert naar de kwaliteit en voortgang. Xxxxxxx van opdrachtgever consument is de ontwerper de partij die verantwoordelijk is voor de acties van de opdrachtgever. In de teksten zijn de belangrijkste artikelen genoemd. De taken, artikelen en betrokkenen zijn indicatief. |
Beschrijving van activiteit | Coördinator ontwerp | Ontwerper | Opdrachtnemer | Werkgever | Coördinator uitvoering | |
Initiatieffase | ||||||
a) In deze fase ontstaat behoefte aan een 3-zijdig afgesloten ruimte, onderhoud, verandering van de woonomgeving, infrastructuur, bodem reliëf of wijziging in grondhuishouding. Bijvoorbeeld een gebouw of weg. Maar ook het herstellen van een weg of het aanpassen van een gebouw kent deze fase. In deze fase groeit deze behoeft van idee tot schetsontwerp. (besluit, art. 1.1.2) | V | - | - | - | - | |
b) Het inschakelen coördinator dient tijdig te gebeuren in elke geval voor het inschakelen van de adviseurs en voor de start van de ontwerpfase. (besluit art. 2.29 en 2.30) | V | A | ? | - | - | |
c) De Analyse van het type ontwerp werkzaamheden dient snel plaats te vinden. Hier wordt nagegaan welke werkzaamheden nodig zijn om tot een afgerond ontwerp te komen. Denk hierbij aan complexe klimaatinstallaties of een energiedoelstelling, dat vereist een planmatige aanpak. Dit geldt ook voor lastige vormen of het realiseren van bouwvolume of infrastructuur ingepast in bestaande structuren. (besluit art 2.32, 2.34) | V | A | a | ? | - | - |
Beschrijving van activiteit | Opdrachtgever | Coördinator ontwerp | Ontwerper | Opdrachtnemer | Werkgever | Coördinator uitvoering |
d) Selecteer adviseurs voor de ontwerpfase op basis van prestatie eisen, kwalificaties eisen, ‘past performance eisen’. Bepaal welke partij de werkzaamheden in de ontwerpfase kan realiseren. De opdrachtgever is verantwoordelijk voor het resultaat van de inspanningen van de adviseurs. Advies; selecteer de adviseurs op hun prestaties, kennis en vaardigheden op het terrein van V&G in het ontwerp. | V | a | - | - | - | - |
e) Een analyse omgevingsfactoren wordt gemaakt om te bepalen in welke omgeving het project wordt gepland. Nagegaan moet worden of er vanuit de omgeving consequenties zijn voor veilig en gezond kunnen realiseren, gebruiken, onderhouden of slopen. Denk hierbij aan de fysieke omgeving, de bereikbaarheid, de beschikbare hoogte en diepte. Vergeet bij gebruikmaking van een bestaande bebouwing niet een asbestanalyse en denk bij de bodem niet alleen aan sonderen maar ook aan explosieven (explosieven niet met name in de wet genoemd) en verontreiniging. Ook bij werkzaamheden in bestaande omgevingen of aan bestaande objecten zijn er beperkingen die mogelijk gevaar opleveren zoals valgevaar of het niet veilig kunnen bereiken van de werkplek. De opdrachtgever is verantwoordelijk voor hetgeen hij beschikbaar stelt, de omgeving en de werkplek. Dit laatste volgt uit de in de wet genoemde bodemsanering en asbest verklaring. | V | A | a | - | - | - |
f) Analyse sociale context, dat wil zeggen in welke sociale omgeving moet iets gerealiseerd worden. Is er medewerking of tegenwerking van de omgeving? De V&G aspecten die te relateren zijn aan de sociale context zijn een direct gevolg van de keuzes die de opdrachtgever maakt en dus vallen deze onder zijn verantwoording. Een voorbeeld kan zijn het opknappen van gevels met balkons. De veilige bereikbaarheid van de balkons waar werkzaamheden moeten worden uitgevoerd moet door de opdrachtgever worden meegenomen bij de voorbereiding van het project. Het beklimmen van de | V | A | a |
Beschrijving van activiteit | Opdrachtgever | Coördinator ontwerp | Ontwerper | Opdrachtnemer | Werkgever | Coördinator uitvoering |
balkons vanuit hangbruginstallaties is geen veilige toegang. | ||||||
g) Analyse van het uiterlijk; de uitstraling van een object is bepalend voor het materiaalgebruik en dit is op haar beurt relevant voor de frequentie van onderhoud (reinigen) en de wijze waarop dit moet plaatsvinden. Een hoge onderhoudsfrequentie geeft meer V&G problemen dan een lage frequentie. Ook de plek waar het onderhoud moet plaatsvinden is hierbij in het geding. Gedacht kan worden aan bijvoorbeeld de belijning op de wegen. Thermoplast heeft een langere levensduur. Het belijnen is een risicovolle activiteit, het verlagen van de onderhoudsfrequentie heeft daarom veel invloed op veiligheid en gezondheid. Transparante daken geven veel licht. Het aanbrengen, vervangen en reinigen is vaak niet zonder gevaar. Dat moet aandacht krijgen in de ontwerpfase. | V | A | a | |||
h) Procesvorm, tijdens ontwerp, realisatie, gebruik en onderhoud is relevant voor de wijze waarop met verantwoording voor V&G wordt omgegaan en hoe dit wordt vastgelegd. Denk aan de samenwerkingsvorm zoals Design and Build (D&B), Publiek-Private Samenwerking (PPS) en Design, Build, Finance & Maintain (DBFM) constructies. In deze constructies blijft de opdrachtgever verantwoordelijk voor het ontwerpproces en het resultaat. Elke samenwerkingsvorm brengt andere complicaties en afspraken. Dat moet in deze fase worden voorbereid. Denk ook aan meer concrete technische zaken die in eerste instantie alleen een onderwerp lijken dat vooral voor de uitvoerende partij. Er zijn processen die gekoppeld zijn aan materiaalkeuzen, nagegaan moet worden of de gevaren die daarbij horen acceptabel zijn. Op basis hiervan gaat instructie naar het ontwerpproces. Denk hier bijvoorbeeld aan het asfalteren in een tunnel of het slopen in een afgesloten ruimte, dit geeft beperkingen ten aanzien van het proces. Dit zijn beperkingen die consequenties geven voor veiligheid en gezondheid. | V | A | ||||
i) Het vastleggen van de doelstellingen voor V&G is noodzakelijk om tijdens de ontwerpfase wegingen te | V | A |
Beschrijving van activiteit | Coördinator ontwerp | Ontwerper | Opdrachtnemer | Werkgever | Coördinator uitvoering | |
kunnen maken die in lijn zijn met de acceptatiegrenzen van de opdrachtgever. Moet altijd prioriteit gegeven worden aan vorm en uiterlijk of telt de kans op een ongeval mee? En zo ja in welke mate zijn ongevallen acceptabel bij een keus voor het weglaten van dakrandbeveiliging. | ||||||
j) Het vastleggen van de overwegingen ten aanzien van V&G is een zaak waarop de opdrachtgever wordt getoetst. Is het aantoonbaar dat in de initiatieffase en in de ontwerpfase weloverwogen beslissingen zijn genomen waarbij V&G een volwaardig rol speelt dan wordt de verantwoording ingevuld. Dit vastleggen is voor de diverse partners in het ontwerpteam tevens een referentie bij toekomstige projecten. | V | A | a | |||
k) Afdwingen bij participanten van een proactieve opstelling en medewerking aan het V&G ontwerpproces en de nodige coördinatie door de opdrachtgever is een relevante contractafspraak tussen de opdrachtgever en zijn ontwerpers. | V | A | ||||
l) De start van het V&G ontwerpproces en de coördinatie van V&G dient plaats te vinden in de initiatief fase. Zo is het handig om de in dit tekstdeel genoemde zaken vast te leggen in relatie tot het specifieke project. | V | A | a | |||
m) Wees zo project specifiek als mogelijk is. Een generieke benadering levert onvoldoende resultaat op projectniveau. De inspanningen moeten resulteren in veilig en gezond kunnen bouwen, gebruiken, onderhouden en slopen. | V | A | a | |||
n) Opstellen programma van eisen mede op basis van de bovengenoemde items is de start voor de ontwerpfase. | V | A | a | |||
1.1. | ||||||
Ontwerpfase | ||||||
a) Dit is het uitwerken van het programma van eisen naar gewenst volume, massa, situering, uitstraling, materiaalkeuzen. Deze items zijn direct te relateren aan V&G bij de realisatie, het gebruiken, het onderhouden en het slopen. De analyses in de ontwerpfase moeten worden vastgelegd en leiden tot keuzes die recht doen aan de eisen van de opdrachtgever en zijn verantwoordelijkheid. Gevaren | V | A | a | ? |
Beschrijving van activiteit | Opdrachtgever | Coördinator ontwerp | Ontwerper | Opdrachtnemer | Werkgever | Coördinator uitvoering |
die om technische reden niet kunnen worden vermeden worden voorzien van maatregelen die onderdeel zijn van het ontwerp. Deze gevaren en maatregelen worden opgenomen in het ‘Dossier’. Denk bij beheersmaatregelen aan gevelonderhoudsinstallaties, hoogwerkers die meegeleverd worden en gestald worden in het object, verplaatsbare loopbruggen onder en boven horizontale glazen delen. Xxxxxxx adviseurs in met kennis van zaken als deze kennis in het team afwezig is. | ||||||
b) Coördineer het ontwerpproces, de gevaarbeoordeling van complete deelontwerpen en de gevaarbeoordeling tussen producten. Door een RI&E te maken van een bouwdeel in verschillende varianten kan bepaald worden welke variant gekozen moet worden met het oog op veiligheid en gezondheid. | V | A | a | |||
c) Ga na of veilig en gezond onderhoud aan het object mogelijk is. Pas zonodig het ontwerp aan op de maatregelen die worden aangereikt in de publicaties. Zorg dat de arbeidshygiënische strategie wordt gevolgd bij het implementeren van maatregelen in het ontwerp. (bouwbesluit 6.52, 6.53) | V | A | a | ? | ||
d) Xxxx keuzes voor minst gevaarvolle systemen en integreer V&G in ontwerpproces. Maak een vergelijk van verschillende uitvoeringen van een bouwdeel gemaakt en leg vast waarom de keus gemaakt wordt. | V | A | a | ? | ? | |
e) Xxxx tijdens het ontwerpen (V&G geïntegreerde ontwerpproces) V&G doelstelling mee in gelijkwaardigheid met de economische doelstellingen en de doelstelling op het vlak van kwantiteit en kwaliteit. (art 2.26) | V | A | a | |||
f) Inventariseer het voorzienbaar onderhoud , maak een RIE van voorzienbaar onderhoud, pas ontwerp aan, aan zo veilig mogelijk kunnen uitvoeren van voorzienbaar onderhoud. Denk hierbij om de bereikbaarheid maar ook om de veiligheid op de werkplek. | V | A | a | |||
g) Maak een RI&E van beoogd gebruik (integratie RI&E in ontwerp & integratie van maatregelen in ontwerp) kan veel onnodige kosten na ingebruikname | V | a |
Beschrijving van activiteit | Coördinator ontwerp | Ontwerper | Opdrachtnemer | Werkgever | Coördinator uitvoering | |
voorkomen. Sommige voorzieningen en gebruiksvormen stellen eisen aan de constructie of inrichting. | ||||||
h) Voorzie gelijktijdigheid tijdens de realisatie en voorkom gevaren ten gevolge van gelijktijdig realiseren van verschillende processen. | V | A | a | |||
i) Leg de ontwerpkeuzen & consequenties met verantwoording V&G vast in het V&G Plan en Dossier. | V | A | a | |||
j) Maak een inventarisatie van de bodem en leg verontreinigingen en vervuiling vast alsmede asbest (projectielen en munitie). Historisch onderzoek is nodig en meestal voldoende, de resultaten daarvan hebben invloed op het ontwerp en worden vastgelegd in het dossier en het V&G Plan. | V | A | a | |||
k) Xxx restgevaren die niet via ontwerpkeuzen zijn geëlimineerd of beheersbaar zijn gemaakt vast in V&G Plan. | V | A | a | ? | ||
l) Leg voorzienbaar onderhoud met gevaren en processen vast in het Dossier. | V | A | a | |||
m) Check totale ontwerp op V&G consequenties (volume, vorm, massa, situering op perceel, materialen, veilig en gezond kunnen uitvoeren). Weeg consequenties en pas het ontwerp aan. Leg finale check en resultaat vast (traceerbare inspanning/verantwoording voor volgen van wet). | V | A | a | ? | ||
n) Invullen toets criteria omgevingsvergunning, opzetten verantwoording V&G onderhoud & aanvullen Dossier | V | A | a | ? | ||
o) Aanvragen omgevingsvergunning etc | V | a | ? | |||
p) Xxxxx (deel)ontwerp met informatie over voor realisatie, leg overdracht vast. | V | A | a | |||
1.2. | ||||||
Overdracht van ontwerp naar uitvoering | ||||||
a) Selecteer uitvoerende partij(en), dit is een van de laatste directe beïnvloedingsmogelijkheden van de V&G tijdens de realisatie. Overweeg welke eisen gesteld moeten worden, pas de eisen aan, aan de gevaren van het werk, wees specifiek en situationeel. | V | a | a |
Beschrijving van activiteit | Opdrachtgever | Coördinator ontwerp | Ontwerper | Opdrachtnemer | Werkgever | Coördinator uitvoering |
b) Selecteer de coördinerende partij, dit is relevant omdat de coördinatie extra inspanningen en extra competenties met mandaten vraagt. Vul de eisen in uit art. 2.32. Verlang hier ook competenties en ervaring passend bij het project en zijn complexiteit. Zorg dat kennis op het domein V&G direct beschikbaar is. Verlang een continue aanwezigheid van en aanspreekbaar persoon die namens de coördinator bevoegd is te handelen. Dit ongeacht de omvang van het project. | V | A | ? | ? | ||
c) Toelevering/beschikbaar stellen materialen geeft verantwoordelijkheid voor veiligheid en gezondheid tijdens het verwerken. Zorg voor correcte verwerkingsvoorschriften en specificaties. | V | A | a | ? | ? | ? |
d) Beschikbaar stellen van locaties en werkplekken die geschikt zijn om veilig en gezond te werken. In het besluit worden Asbest en verontreinigingen genoemd. Niet genoemd maar eveneens beïnvloedbaar door de opdrachtgever zijn veilige daken, verkeersvrije ruimten etc. | V | A | ? | ? | ? | |
e) Het aantal partijen en nevenaannemers vergroot de noodzaak tot afstemmen maar ook de faalkansen bij het afstemmen. Maak werk specifieke afspraken. | V | A | ? | ? | ||
f) Leg vast op welke wijze de coördinatie tussen coördinerend aannemer en nevenaannemers is georganiseerd. Voorzie in het voorkomen/oplossen van conflicten. | V | A | ? | ? | ||
g) Benoemen het aanstellen coördinerend opdrachtnemer, leg dit vast met zijn rol en mandaat. | V | a | ? | |||
h) Onderaanneming en her-uitbesteden van werkzaamheden is niet te vermijden maar het is legitiem om afspraken te maken over het aantal en de competenties van de onderaannemers en het aantal malen dat een activiteit mag worden her- uitbesteed. | V | A | ? | ? | ||
i) Beperk het aantal partijen die gelijktijdig aan het werk zijn, dit beperkt schade door onvoldoende coördinatie. | ? | ? | A | a | a | |
j) Actief reactie vragen aan de realiserende partijen op V&G aspecten in ontwerp, V&G Plan en Dossier is nodig om de initiatieffase en ontwerpfase te verbeteren. | V | a | A | a | a |
Beschrijving van activiteit | Coördinator ontwerp | Ontwerper | Opdrachtnemer | Werkgever | Coördinator uitvoering | |
k) Actief bevragen van opdrachtgever over ontwerpkeuzes die de veiligheid in het proces kunnen beïnvloeden. | ? | ? | A | a | a | |
l) Afspraken over toezicht, terugkoppeling ontwerpkeuzes zijn noodzakelijk om de verantwoording die de opdrachtgever heeft te realiseren. Maatwerk en project specifiek zijn is noodzakelijk. Voor hoogbouw gelden andere afspraken dan voor een infrastructureel werk. | V | A | a | |||
m) Meld het werk voor uitvoering bij I-SZW (art 2.27) | V | a | a | |||
1.3. | ||||||
Uitvoeringsfase | ||||||
a) Aanstellen coördinator uitvoering. (art. 2.31, 2.32, 2.29) | ? | V | a | |||
b) Uitvoering taken door de Coördinator (art. 2.28, 2.31). Verzorg en borg dat de coördinator over zowel organisatorische en bouwkundige kennis beschikt alsook over kennis van V&G in de uitvoerende bouw kan beschikken. | ? | a | a | V | ||
c) Leg de mandaten, taken en bevoegdheden van de coördinator vast en laat dit onderdeel zijn van alle contracten. (art. 2.31) | ? | a | a | a | ||
d) Maak de melding aan I-SZW bekend (zichtbaar ophangen op de bouwplaats) (art. 2.27) | ? | V | A | |||
e) Zet het V&G management (syteem) op de bouwplaats op en informeer allen. (art 2.28, 2.31, 2.32, 2.33, 2.34 en 2.35) | ? | V | A | |||
f) Borging omgevingsveiligheid (welke in gevaar kan worden gebracht door het gekozen uitvoeringsproces) is noodzakelijk. Dit niet alleen voor de directe omgeving maar ook voor de transportroutes. (artikel 2.4, onder x. xxx xx Xxxxxxxx omgevingsrecht) (veiligheidsplan art. 8.7 Bouwbesluit) | ? | V | a | A | ||
g) Coördinatie tussen nevenaannemers geschiedt door de uitvoerende partij die een coördinator aanstelt (coördinerend aannemer). De keus voor de nevenaannemers is door de opdrachtgever gemaakt die daardoor verantwoordelijk is voor de arbo- prestaties die door hen geleverd kunnen worden en | a | V | a | A |
Beschrijving van activiteit | Opdrachtgever | Coördinator ontwerp | Ontwerper | Opdrachtnemer | Werkgever | Coördinator uitvoering |
de wijze waarop aan de coördinatie wordt meegewerkt. | ||||||
h) Bij de uitbesteding aan gespecialiseerde aannemers wordt ook het maken van een complete en specifieke project RI&E, horend bij de uitbestede werkzaamheden, bij deze gespecialiseerde aannemer neergelegd. | ? | V | a | A | ||
i) De werkgever maakt en overlegt van alle activiteiten die zullen worden uitgevoerd een schriftelijke inventarisatie van gevaren en maatregelen die de arbeid met zich mee brengt. (art. 5 Arbowet) (TRA). De inventarisatie regelmatig, zo vaak als nodig, aangepast en wordt overgedragen aan de coördinator. | ? | A | A | ? | ||
j) Het V&G plan wordt samengesteld op basis van alle, complete Project Risico Inventarisaties (TRA’s). Dit geschiedt door in het coördinatie overleg de relevante PRI&E per aannemer door te spreken en consequenties per partij vast te leggen. Het V&G plan met maatregelen is voor alle werknemers inzichtelijk (art. 5.6 Arbowet) | ? | V | a | A | ||
k) De werkgever zorgt voor doeltreffende voorlichting en instructie over de gevaren en maatregelen (V&I, Toolbox). Doeltreffend betekent dat de voorlichting effectief is (art. 8, Arbowet). De V&I (toolbox) is gebaseerd op het V&G plan. | A | A | ? | |||
l) De coördinator ziet toe op het realiseren van de V&I. | ? | a | A | A | ||
m) Het invullen van de afspraken en maatregelen en het houden van toezicht op maatregelen en afspraken vindt plaats. | V | a | A | |||
n) Houden van toezicht op uitvoering van afspraken/maatregelen. (art .4, 8.4 Arbowet) | V | a | A | |||
o) Effectueren toezicht op afspraken met betrekking tot her-uitbesteding, toezicht, ontwerpkeuzes betekent dat er actief toezicht moet worden gehouden. De coördinator en de OG dienen niet in de rol en verantwoordelijkheden van een uitvoerende partij te treden. | ? | V | a | A | ||
p) Terugkoppeling naar ontwerpteam van zowel de problemen als de positieve effecten van gemaakte ontwerpkeuzen zijn nodig om in de toekomst effectiever te werken aan een hoger veiligheids en gezondheidsniveau tijdens de realisatie. | ? | ? | ? | V | a | A |
Beschrijving van activiteit | Coördinator ontwerp | Ontwerper | Opdrachtnemer | Werkgever | Coördinator uitvoering | |
q) Xxxxxxx van ontwerpkeuzes is nodig indien er niet voorziene gevaren zijn die niet tot een acceptabel niveau kunnen worden teruggebracht door maatregelen te treffen. | ? | ? | a | V | a | A |
r) Xxxxxx van het werken met- en aanvullen van het V&G Plan is noodzakelijk om de gegeven verantwoording in te kunnen vullen. | ? | ? | V | A | A | |
s) Toezien op aanvullen dossier is noodzakelijk omdat het dossier tijdens het gebruik van het object moet voorzien in het veilig kunnen gebruiken en onderhouden. | A | V | A | |||
t) Volgen van proces toont betrokkenheid en levert inzicht in de kwaliteiten van alle betrokkenen uit alle fasen. | V | V | A | A | ||
u) Ingrijpen indien noodzakelijk (burgerplicht) dat wil zeggen indien personen direct gevaar lopen. Bij de afwezigheid van direct gevaar beperkt het ingrijpen zich tot signaleren en melden. | V | V | V | V | V | V |
1.4. | ||||||
Gebruiksfase | ||||||
a) Bijwerken en Beheer van V&G Dossier | V | a | a | a | a | a |
b) Instrueer gebruikers op basis van het dossier zodat schade voor V&G en aan het object wordt voorkomen. | V | |||||
c) Plan onderhoud (reinigen, klein onderhoud, groot onderhoud, vernieuwbouw) zodanig dat de V&G van uitvoerenden optimaal is. Bijvoorbeeld inspectie aan daken in de zomer in plaats van in de winter. | V | A | ||||
d) Selecteer onderhoudspartijen op basis van hun RIE & TRA waarbij het dossier en de specifieke projecteigenschappen maatgevend zijn. | V | a | a | |||
e) Stel dossier beschikbaar aan onderhoudspartijen en vraag actief naar bemerkingen en of verbeteringen ten gunste van V&G tijdens het plegen van onderhoud. | ||||||
f) Xxxxx onderhoudspartijen actief naar werkplek problemen door hen voor aanvang aan te laten geven welke probleem verwacht worden. | V | a | a | |||
g) Regel onderhoud met zo min mogelijk V&G gevaren door na de inventarisatie door de uitvoerenden maatregelen af te stemmen en uit te (laten) voeren. | V | A | a | a |
Beschrijving van activiteit | Opdrachtgever | Coördinator ontwerp | Ontwerper | Opdrachtnemer | Werkgever | Coördinator uitvoering |
h) Leg onderhoudsproces vast op basis van RIE & TRA en vul dit indien nodig aan in het dossier. | V | a | a | |||
i) Voer het werk veilig en gezond uit. | ? | V | a | |||
j) Geef V&I aan medewerkers, nodig medewerkers uit inbreng te leveren. | ? | V | a | |||
k) Zie ook tijdens gebruik en onderhoud toe op effectuering van afspraken (neem niet de werkgeversverantwoording over). | V | A | a | |||
Schematische weergave van acties en actoren.
Opdrachtgever
Coordinator Ontwerpfase
Ontwerpende Partners
het basis ontwerp
contracteren CO
goedkeuren
het basis ontwerp
plan van aapak V&G-
coordinatie
V&G-coordinatie
V&G-coordinatie
inventarisatie van V&G gevaren
inventarisatie van
V&G gevaren
opstellen
kennisgeving
opstellen kennisgeving
opstellen en
bijstellen van V&G Plan
opstellen en bijstellen van V&G Plan
ja weging van
gevaren
nee
maatregelen
opstellen V&G
Dossier
opstellen V&G Dossier
goedkeuren
het ontwerp
het ontwerp
kennisgeving V&G Plan Dossier Bestek tekeningen
Voor uitvoering.
xxxxxxx(s)
E PRIE (n)
derde
PRI PRI
Wet
Art. 5
Art 8
Afd 5 bouwproces
PRIE's, basis voor V&G Plan
het combineren
V&G plan ontwerper, PRIE
Onderaannemer(s), PRIE
nevena
en PRIE
E
PRIE
art 8
Coordinatie overleg
Instructie, voorlichting en werkoverleg
(Bouw)bedrijf
Bouwplaats
Evaluatie
uitvoeringsproces
< uitval
PvA
Evaluatie
RI&E
Invulling Wet
V&G Plan
PRIE
TRA
SPIC
Veiligheidsladder
VCA
Arbeidsomstandighedenwet Arbowet
Arbeidsomstandighedenbesluit Arbobesluit
Arboregeling
Arbocatalogi
Stand van zaken
V&G management op de bouwplaats, meerdere partijen.
TRA
Coordinatie
Werkplek Inspectie
Werkoverleg
V&G Plan
RIE
LMRA
Toolbox
Minimale wettelijke vereisten.
Meer werkgevers | ⮚ 500 mandagen | Bijzonder risico | Xxxxxx |
Kennisgeving | X | ||
V&G coordinatoren | X | X | X |
V&G plan | X | X | |
Dossier | X | X | X |
Één werkgever | ⮚ 500 mandagen | Bijzonder risico | Xxxxxx |
Kennisgeving | X | ||
V&G coordinatoren | X | X | |
V&G plan | |||
Dossier |
Wets wijzigingen per 01-01-2017
CONVERSIETABEL ARTIKELGEWIJZE WIJZIGINGEN BOUWPROCESBEPALINGEN
Artikel 1.1 tweede lid, onderdeel c, onder 1°
OMSCHRIJVING: Definitie opdrachtgever |
NORMADRESSANT: Opdrachtgever |
VORIGE TEKST: degene voor wiens rekening een bouwwerk tot stand wordt gebracht |
HUIDIGE TEKST: i degene voor wiens rekening een bouwwerk tot stand wordt gebracht, dan wel; ii op wiens initiatief een bouwwerk tot stand wordt gebracht, dan wel; iii de onder i en ii bedoelden tezamen. |
TOELICHTING: De vorige definitie bleek door het voorkomen van constructies in contracten over de totstandkoming van bouwwerken, niet langer afdoende om de partij aan te wijzen die daadwerkelijk kan beïnvloeden dat in de ontwerpfase rekening wordt gehouden met de verplichtingen op het terrein van gezond en veilig werken in de uitvoeringsfase. De definitie is daartoe aangepast. Hierdoor kan voortaan niet alleen gekeken wordt naar degene voor wiens rekening een bouwwerk tot stand wordt gebracht, maar zo nodig ook naar degene op wiens initiatief een bouwwerk tot stand wordt gebracht dan wel beiden. Dit initiatief moet blijken uit alle feiten en omstandigheden van het geval. Het gaat om degene die door concrete daden aanzet geeft tot het (laten) ontstaan van het specifieke bouwwerk, zoals door het laten ontwerpen van het bouwwerk, het aanbesteden ervan of door het geven van de opdracht tot het bouwen daarvan, en die de eisen formuleert waaraan het op te leveren bouwwerk moet voldoen. Zonder de aanzet door de initiatiefnemer was het bouwwerk er niet gekomen. Toepassing van deze elementen – voor wiens rekening wordt gebouwd of wie heeft het initiatief genomen – moet ertoe leiden dat vastgesteld kan worden welke partij(en) in de ontwerpfase als opdrachtgever daadwerkelijk invloed heeft op het gezond en veilig werken in de uitvoeringsfase. |
Artikel 2.26
OMSCHRIJVING: Algemene uitgangspunten inzake veiligheid en gezondheid bij het ontwerpen van een bouwwerk |
NORMADRESSANT: Opdrachtgever |
VORIGE TEKST: de opdrachtgever zorgt ervoor dat in de ontwerpfase rekening wordt gehouden met de verplichtingen voor de arbeidsomstandigheden die gelden in de uitvoeringsfase, in het bijzonder de verplichtingen, bedoeld in de artikelen 3, 5, eerste en derde lid en 8 van de wet. |
HUIDIGE TEKST: de opdrachtgever is verplicht in de ontwerpfase zich ervan te vergewissen dat de betrokken werkgevers en zelfstandigen in staat zijn de verplichtingen voor de arbeidsomstandigheden die gelden in de uitvoeringsfase na te komen, in het bijzonder de verplichtingen, bedoeld in de artikelen 3, 5, eerst en derde lid, en 8 van de wet en hoofdstuk 4, afdeling 5. |
TOELICHTING: De opdrachtgever dient ervoor te zorgen dat in de ontwerpfase wordt veilig gesteld dat bij de uitvoering van de opdracht die hij gaat verstrekken de werkgevers en zelfstandigen die op de bouwplaats werkzaam zullen zijn, in staat zullen zijn hun verplichtingen op grond van de arbeidsomstandighedenwetgeving na te leven. Dit kan onder meer blijken uit het V&G-plan dat bij deze opdracht hoort en uit het bestek en het afgesloten contract. De vorige tekst was op dit punt niet duidelijk genoeg. Om na te gaan of een opdrachtgever heeft voldaan aan het gestelde in dit artikel, zal worden gekeken naar de inspanningen die hij heeft verricht om werkgevers en zelfstandigen in staat te stellen hun verplichtingen op grond van de arbeidsomstandighedenwetgeving na te leven. Zich ervan vergewissen kan bijvoorbeeld door het (laten) inventariseren van gevaren en risico’s die verbonden zijn aan het bouwwerk, het maken van bouwkundige, technische en organisatorische keuzen in de ontwerpfasen waarmee gevaren en risico’s kunnen worden voorkomen, het zoveel mogelijk beperken van resterende risico’s en door het bieden van randvoorwaarden die veilig en gezond werken mogelijk maken (zoals een goede planning, coördinatie, voldoende tijd en geld). Ook is het mogelijk bij de aanbesteding te kijken naar past performance en de inzet om gezond en veilig werken te hanteren als selectiecriterium. Het gaat bij zich vergewissen dus om de omgang met gevaren en risico’s die vooraf voorzien- en |
beïnvloedbaar zijn en niet om uitvoeringsrisico’s die op de werkvloer kunnen ontstaan, bijvoorbeeld als gevolg van een samenloop van niet voorzienbare omstandigheden. Artikel 2.26 vormt tevens de basis voor handhaving op het terrein van grond-, weg- en waterbouw. Als er risico’s bij werkzaamheden in of op de grond zijn waaraan werknemers of zelfstandigen blootgesteld kunnen worden, zoals verontreinigde grond, de aanwezigheid van kabels, leidingen of conventionele explosieven in de grond, of een beperkte draagkracht van de grond moet de werkgever deze risico’s benoemen in de risicoinventarisatie en –evaluatie (RIE). Als deze risico’s spelen op een specifieke bouwplaats, moet de werkgever daarover worden geïnformeerd, zodat hij maatregelen kan nemen om deze risico´s te vermijden of te beperken. In verband met het voorkomen van gevaar voor derden (artikel 10 Arbowet) moeten ook zelfstandigen en andere derden op gevaren worden gewezen. Nieuw in artikel 2.26 is daarnaast de verwijzing naar hoofdstuk 4, afdeling 5, van het Arbobesluit; de afdeling die gaat over asbest. Handhaving ten aanzien van asbest was al mogelijk. De aanpassing die in het besluit is gedaan, betreft een verduidelijking. |
Artikel 2.28, tweede lid, onderdeel b en f
OMSCHRIJVING: Algemene uitgangspunten inzake veiligheid en gezondheid bij het ontwerpen van een bouwwerk |
NORMADRESSANT: Opdrachtgever |
VORIGE TEKST: Afhankelijk van de voortgang in het bouwproces, worden in het veiligheids- en gezondheidsplan ten minste vermeld: b. een inventarisatie en evaluatie van de specifieke gevaren die het gevolg zijn van de gelijktijdige en achtereenvolgende uitvoering van de bouwwerkzaamheden en in voorkomend geval van de wisselwerking met doorgaande exploitatiewerkzaamheden; f. de bouwkundige, technische en organisatorische keuzen die in verband met de veiligheid en gezondheid van de werknemers in de ontwerpfase worden gemaakt; |
HUIDIGE TEKST: Afhankelijk van de voortgang in het bouwproces, worden in het veiligheids- en gezondheidsplan ten minste vermeld en opgenomen: b. een inventarisatie en evaluatie van de specifieke gevaren voor het betreffende bouwwerk, waaronder de eventuele aanwezigheid van asbest of asbesthoudende producten als bedoeld in artikel 4.37, verontreinigde grond, verontreinigd water of grondwater of verontreinigde waterbodems, en specifieke gevaren, die het gevolg zijn van de gelijktijdige en achtereenvolgende uitvoering van de bouwwerkzaamheden en in voorkomend geval van de wisselwerking met doorgaande exploitatiewerkzaamheden; f. de bouwkundige, technische en organisatorische keuzen die in verband met de veiligheid en gezondheid van de werknemers en zelfstandigen worden gemaakt alsmede de onderzoeken en rapporten die de onderbouwing van deze keuzen ondersteunen. |
TOELICHTING: In de praktijk blijkt dat het Veiligheids- en Gezondheidsplan (V&G-plan) te veel een product is dat als administratieve verplichting wordt gezien die eenmalig moet worden nagekomen, in plaats van dat het als uitgangspunt dient voor maatregelen in de uitvoeringsfase ter bescherming van de werkenden op de bouwplaats. In het besluit is daarom duidelijker aangegeven dat het gaat om risico’s en maatregelen, die verbonden zijn aan het specifieke bouwwerk en bouwproces. Het gaat om de specifieke gevaren die kunnen voorkomen in dat bouwwerk en de maatregelen om deze gevaren te bestrijden en als dat niet mogelijk is de risico’s te beheersen. Verder sluit de redactie van de bepalingen nu beter aan bij het feit dat het V&G-plan regelmatig moet worden bijgesteld, afhankelijk van de voortgang van het bouwproces en het voortschrijdend inzicht in de gevaren daarvan. Met deze wijziging wordt bovendien aandacht besteed aan de verantwoordelijkheid van opdrachtgevers voor risico’s bij het werken in eventuele aanwezigheid van asbest of asbesthoudende producten, en werkzaamheden in of op de grond. Als deze risico’s spelen dienen deze te worden geïnventariseerd en geëvalueerd opdat zo nodig maatregelen kunnen worden getroffen. Daarnaast is met de wijziging van onderdeel f naast de werknemer nu ook de zelfstandige opgenomen en is de verwijzing naar de ontwerpfase verwijderd zodat het niet alleen om de ontwerpfase gaat maar ook om de uitvoeringsfase. Doordat nu alle relevante informatie, onderzoeken en rapporten integraal, bijvoorbeeld als bijlage, opgenomen moeten worden in het V&G-plan wordt tevens bereikt dat alle informatie die van belang is voor gezond en veilig werken in de uitvoeringsfase in één document is opgenomen. |
Artikel 2.30, onderdeel a en c
OMSCHRIJVING: Taken coördinator voor de ontwerpfase |
NORMADRESSANT: Coördinator namens de opdrachtgever voor de ontwerpfase |
VORIGE TEKST: De coördinator voor de ontwerpfase heeft tot taak om: a. de uitvoering van artikel 2.26 te coördineren; c. een dossier samen te stellen dat is bestemd voor degene die beslist over de uitvoering van latere werkzaamheden aan het bouwwerk. In dit dossier staan de bouwkundige en technische kenmerken die van belang zijn voor de veiligheid en gezondheid van werknemers die latere werkzaamheden verrichten. |
HUIDIGE TEKST: De coördinator voor de ontwerpfase heeft tot taak om namens de opdrachtgever: a. te bewerkstelligen dat artikel 2.26 wordt uitgevoerd; c. een veiligheids- en gezondheidsdossier samen te stellen dat bestemd is voor degene die beslist over de uitvoering van latere werkzaamheden aan het bouwwerk in de gebruiks- of sloopfase. In dit dossier wordt de bouwkundige en technische informatie over het specifieke bouwwerk opgenomen die van belang is voor de veiligheid en gezondheid van werknemers en zelfstandigen die werkzaamheden verrichten in de gebruiks- of sloopfase. |
TOELICHTING: Met de wijziging in de aanhef van artikel 2.30 is verduidelijkt dat de coördinator de taken genoemd in het eerste lid, onderdeel a, b, c, uitvoert namens de opdrachtgever. De coördinator zorgt voor de uitvoering van deze taken, maar de opdrachtgever heeft – op grond van artikel 2.32, eerste lid, onderdelen a en b – de verantwoordelijkheid om te zorgen voor zodanige maatregelen dat de coördinator deze taken naar behoren kan vervullen en deze taken uitoefent. Ook is ervoor gekozen om de bewoording in onderdeel a aan te passen zodat de taak en functiebenaming niet langer overeenkomen. Omdat in de praktijk veel onduidelijkheid bleek te zijn over de bedoeling van het dossier, is onderdeel c aangepast en gekozen voor de nieuwe benaming V&G-dossier. Het V&G-dossier is van belang voor de situatie dat na oplevering van het bouwwerk opnieuw bouwwerkzaamheden worden gestart. In dat geval moet alle informatie bekend zijn, die van belang is voor het gezond en veilig werken in de gebruiks- en sloopfase. Het gaat hierbij om bouwkundige en technische informatie, zoals locaties waar gevaarlijke stoffen of leidingen kunnen worden aangetroffen, relevante hulpmiddelen ten behoeve van gezond en veilig werken of informatie op het terrein van constructieve veiligheid, sterkte en stabiliteit. Het V&G-dossier is bestemd voor de eigenaar of beheerder van het bouwwerk, ten behoeve van latere bouwwerkzaamheden. |
Artikel 2.31, onderdeel a, b, c, f
OMSCHRIJVING: Taken coördinator voor de uitvoeringsfase |
NORMADRESSANT: Coördinator namens de uitvoerende partij voor de uitvoeringsfase |
VORIGE TEKST: De coördinator voor de uitvoeringsfase heeft tot taak om: a. coördinerend op te treden, zodat de maatregelen die werkgevers en zelfstandigen nemen ter bescherming van de veiligheid en gezondheid van werknemers op doeltreffende wijze worden toegepast; b. de samenwerking met het oog op de bescherming van de werknemers te organiseren tussen gelijktijdig of achtereenvolgend aanwezige werkgevers en zelfstandigen op de bouwplaats; c. de voorlichting van werknemers op de bouwplaats te coördineren; f. aanwijzingen te geven indien werkgevers of zelfstandigen naar zijn oordeel niet of in onvoldoende mate of op onjuiste wijze uitvoering geven aan een samenhangende toepassing van hun verplichtingen als bedoeld onder a en b. |
HUIDIGE TEKST: De coördinator voor de uitvoeringsfase heeft tot taak om namens de uitvoerende partij: a. te bewerkstelligen dat de maatregelen die werkgevers en zelfstandigen nemen op de bouwplaats ter bescherming van de veiligheid en gezondheid van werknemers en zelfstandigen op doeltreffende wijze worden toegepast; b. met het oog op de bescherming van de werknemers en zelfstandigen zeker te stellen dat gelijktijdig of achtereenvolgend aanwezige werkgevers en zelfstandigen op de bouwplaats de werkzaamheden goed op elkaar afstemmen; c. de voorlichting van werknemers op de bouwplaats te bewerkstelligen; f. doeltreffende maatregelen te nemen indien werkgevers of zelfstandigen naar zijn oordeel niet of in onvoldoende mate of op onjuiste wijze uitvoering geven aan een samenhangende toepassing van hun verplichtingen als bedoeld onder a en b. |
TOELICHTING: In het gewijzigde artikel 2.31 wordt een duidelijker taakomschrijving gegeven van de taken van de coördinator namens de uitvoerende partij. De verhouding tussen de taken en verantwoordelijkheden van deze coördinator en die van de uitvoerende partij is vergelijkbaar met die tussen de coördinator voor de ontwerpfase en de opdrachtgever. In onderdeel a is ‘coördinerend’ vervangen door ‘bewerkstelligen’, waardoor duidelijker wordt wat |
de taak van de coördinator is. De coördinator is daarbij niet degene die alles zelf uitvoert, maar wel degene die regelt dat de in het artikel genoemde werkzaamheden worden uitgevoerd. In onderdeel b is ‘op de bouwplaats’ toegevoegd om duidelijk te maken dat het om de concrete situatie op de betreffende bouwplaats gaat. De aanpassing van onderdeel b is een verduidelijking, waarmee tevens meer nadruk wordt gelegd op de noodzaak het genoemde resultaat te bereiken: partijen die achtereenvolgend of gelijktijdig werkzaam zijn op de bouwplaats moeten hun werkzaamheden zodanig op elkaar afstemmen, dat de werkzaamheden van de één niet leiden tot risico’s voor de ander (samenloopgevaar). De coördinator voor de ontwerpfase ziet toe op het, tijdens het ontwerpproces, beoordelen van de risico’s die het gevolg zijn van de keuzen die in het ontwerpproces worden gemaakt. De coördinator voor de uitvoeringsfase ziet toe op de toepassing van maatregelen, inclusief bouwmethode en organisatie van het proces, stelt zeker dat werkzaamheden goed op elkaar worden afgestemd, bewerkstelligt dat er voorlichting is en neemt zo nodig doeltreffende maatregelen als werkgevers of zelfstandigen naar zijn oordeel niet correct uitvoering geven aan hun verplichtingen ter zake. In onderdeel c is ‘coördineren’ vervangen door ‘bewerkstelligen’ waardoor verhelderd wordt dat de coördinator bewerkstelligt dat de voorlichting van werknemers op de bouwplaats daadwerkelijk plaatsvindt. Ook hier geldt dat de coördinator niet alles zelf regelt, maar wel degene is die regelt dat de genoemde werkzaamheden worden uitgevoerd. In onderdeel f is het zinsdeel ‘aanwijzingen te geven’ vervangen door ‘doeltreffende maatregelen nemen’. Hiermee wordt meer tot uiting gebracht dat de maatregelen tegen werkgevers of zelfstandigen die zich onvoldoende inzetten voor gezond en veilig werken op de bouwplaats, voldoende effect moeten sorteren, ter bescherming van de werkenden en derden op of naast de bouwplaats. Deze taak ligt bij de coördinator voor de uitvoeringsfase, namens de uitvoerende partij. |
Artikel 2.32, eerste lid, onderdeel d
OMSCHRIJVING: Aanvullende verplichtingen opdrachtgever |
NORMADRESSANT: Opdrachtgever |
VORIGE TEKST: n.v.t. |
HUIDIGE TEKST: aan artikel 2.32, eerste lid, is een onderdeel d. toegevoegd: voorafgaand aan het geheel of gedeeltelijk uit elkaar nemen van een bouwwerk of object, wordt het inventarisatierapport als bedoeld in artikel 4.54a, derde lid, ter beschikking wordt gesteld aan de uitvoerende partij. |
TOELICHTING: Met de toevoeging van onderdeel d aan artikel 2.32 worden verplichtingen geregeld op het terrein van asbestverwijdering. Het gaat hierbij niet zozeer om nieuwe verplichtingen, maar om verplichtingen die als zodanig al voortvloeien uit de bestaande regelgeving. Er is expliciet opgenomen dat de opdrachtgever het asbestinventarisatierapport voorafgaand aan de werkzaamheden moet overhandigen aan de uitvoerende partij. Hierbij wordt aangesloten bij artikel 4.54a, eerste lid, van het Arbobesluit waarin is geregeld wanneer de aanwezigheid van asbest of asbesthoudende producten volledig moet worden geïnventariseerd en bij het vijfde lid van hetzelfde artikel, dat aangeeft dat een afschrift van het asbestinventarisatierapport wordt verstrekt aan het bedrijf dat asbest verwijdert. Daarnaast maakt deze nieuwe bepaling duidelijk dat de opdrachtgever de verstrekkende partij is. Hierbij wordt aangesloten bij artikel 3 van het Asbestverwijderingsbesluit waarin is geregeld dat de opdrachtgever over een (volledig) asbestinventarisatierapport moet beschikken. |
Relevante artikelen Arbeidsomstandighedenwet, Arbeidsomstandighedenbesluit, Bouwbesluit
Artikel 1
1. In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
a. werkgever:
1°. degene jegens wie een ander krachtens arbeidsovereenkomst of publiekrechtelijke aanstelling gehouden is tot het verrichten van arbeid, behalve indien die ander aan een derde ter beschikking wordt gesteld voor het verrichten van arbeid, welke die derde gewoonlijk doet verrichten;
2°. degene aan wie een ander ter beschikking wordt gesteld voor het verrichten van arbeid als bedoeld onder 1°.;
b. werknemer: de ander, bedoeld onder a.
2. In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt mede verstaan onder:
a. werkgever:
1°. degene die zonder werkgever of werknemer in de zin van het eerste lid te zijn, een ander onder zijn gezag arbeid doet verrichten;
2°. degene die zonder werkgever of werknemer in de zin van het eerste lid te zijn, een ander niet onder zijn gezag arbeid in een woning doet verrichten, in bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen gevallen;
b. werknemer: de ander, bedoeld onder a, met uitzondering van degene die als vrijwilliger arbeid verricht.
Hoofdstuk 2. Arbeidsomstandighedenbeleid Arbobeleid
Artikel 3
1. De werkgever zorgt voor de veiligheid en de gezondheid van de werknemers inzake alle met de arbeid verbonden aspecten en voert daartoe een beleid dat is gericht op zo goed mogelijke arbeidsomstandigheden, waarbij hij, gelet op de stand van de wetenschap en professionele dienstverlening, het volgende in acht neemt:
a. tenzij dit redelijkerwijs niet kan worden gevergd organiseert de werkgever de arbeid zodanig dat daarvan geen nadelige invloed uitgaat op de veiligheid en de gezondheid van de werknemer;
b. tenzij dit redelijkerwijs niet kan worden gevergd worden de gevaren en risico's voor de veiligheid of de gezondheid van de werknemer zoveel mogelijk in eerste aanleg bij de bron daarvan voorkomen of beperkt; naar de mate waarin dergelijke gevaren en risico's niet bij de bron kunnen worden voorkomen of beperkt, worden daartoe andere doeltreffende maatregelen getroffen waarbij maatregelen gericht op collectieve bescherming voorrang hebben boven maatregelen gericht op individuele bescherming; slechts indien redelijkerwijs niet kan worden gevergd dat maatregelen worden getroffen die zijn gericht op individuele bescherming, worden doeltreffende en passende persoonlijke beschermingsmiddelen aan de werknemer ter beschikking gesteld;
c. de inrichting van de arbeidsplaatsen, de werkmethoden en de bij de arbeid gebruikte arbeidsmiddelen alsmede de arbeidsinhoud worden zoveel als redelijkerwijs kan worden gevergd aan de persoonlijke eigenschappen van werknemers aangepast;
d. monotone en tempogebonden arbeid wordt, zoveel als redelijkerwijs kan worden gevergd, vermeden dan wel, indien dat niet mogelijk is, beperkt;
e. doeltreffende maatregelen worden getroffen op het gebied van de eerste hulp bij ongevallen, de brandbestrijding en de evacuatie van werknemers en andere aanwezige personen, en doeltreffende verbindingen worden onderhouden met de desbetreffende externe hulpverleningsorganisaties;
f. elke werknemer moet bij ernstig en onmiddellijk gevaar voor zijn eigen veiligheid of die van anderen, rekening houdend met zijn technische kennis en middelen, de nodige passende maatregelen kunnen nemen om de gevolgen van een dergelijk gevaar te voorkomen, waarbij artikel 29, eerste lid, derde zin, van overeenkomstige toepassing is.
2. De werkgever voert, binnen het algemeen arbeidsomstandighedenbeleid, een beleid gericht op voorkoming en indien dat niet mogelijk is beperking van psychosociale arbeidsbelasting.
3. Ter uitvoering van het eerste lid draagt de werkgever zorg voor een goede verdeling van bevoegdheden en verantwoordelijkheden tussen de bij de werkgever werkzame personen, waarbij hij rekening houdt met de bekwaamheden van de werknemers.
4. De werkgever toetst het arbeidsomstandighedenbeleid regelmatig aan de ervaringen die daarmee zijn opgedaan en past de maatregelen aan zo dikwijls als de daarmee opgedane ervaring daartoe aanleiding geeft.
Aspecten van arbobeleid
Artikel 4. Aanpassing arbeidsplaats werknemer met structurele functionele beperking
1. In aanvulling op artikel 3, eerste lid, aanhef en onder c, past de werkgever, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel a, onder 1° uit hoofde van de uitoefening van zijn taak, bedoeld in artikel 7:658a van het Burgerlijk Wetboek en artikel 76e van de Ziektewet,
a. de inrichting van de arbeidsplaats, de werkmethoden en de bij de arbeid gebruikte arbeidsmiddelen, alsmede de arbeidsinhoud aan zijn werknemer, die in verband met ongeschiktheid ten gevolge van ziekte verhinderd is de bedongen arbeid te verrichten aan, en
b. de inrichting van het bedrijf aan die werknemer aan, voorzover de behoefte daaraan wordt opgeroepen door de deelneming van die werknemer aan de werkzaamheden of het daarmee samenhangende verblijf in het bedrijf.
2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op de eigenrisicodrager, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel h, van de Ziektewet en de persoon, bedoeld in artikel 29, tweede lid, onderdelen a, b en c, van die wet, die laatstelijk tot de eigenrisicodrager in dienstbetrekking stond, gedurende de periode dat de eigenrisicodrager aan die persoon ziekengeld moet betalen.
Inventarisatie en evaluatie van risico's Artikel 5
1. Bij het voeren van het arbeidsomstandighedenbeleid legt de werkgever in een inventarisatie en evaluatie schriftelijk vast welke risico's de arbeid voor de werknemers met zich brengt. Deze risico- inventarisatie en -evaluatie bevat tevens een beschrijving van de gevaren en de risico-beperkende maatregelen en de risico's voor bijzondere categorieën van werknemers.
2. In de risico-inventarisatie en -evaluatie wordt aandacht besteed aan de toegang van werknemers tot een deskundige werknemer of persoon, bedoeld in de artikelen 13 en 14, of de arbodienst.
3. Een plan van aanpak, waarin is aangegeven welke maatregelen zullen worden genomen in verband met de bedoelde risico's en de samenhang daartussen, een en ander overeenkomstig artikel 3, maakt deel uit van de risico-inventarisatie en -evaluatie. In het plan van aanpak wordt tevens aangegeven binnen welke termijn deze maatregelen zullen worden genomen.
4. De risico-inventarisatie en -evaluatie wordt aangepast zo dikwijls als de daarmee opgedane ervaring, gewijzigde werkmethoden of werkomstandigheden of de stand van de wetenschap en professionele dienstverlening daartoe aanleiding geven.
5. Indien de werkgever arbeid doet verrichten door een werknemer die hem ter beschikking wordt gesteld, verstrekt hij tijdig voor de aanvang van de werkzaamheden aan degene, die de werknemer ter beschikking stelt, de beschrijving uit de risico-inventarisatie en -evaluatie van de gevaren en risicobeperkende maatregelen en van de risico's voor de werknemer op de in te nemen arbeidsplaats, opdat diegene deze beschrijving verstrekt aan de betrokken werknemer.
6. De werkgever zorgt ervoor dat iedere werknemer kennis kan nemen van de risico-inventarisatie en
-evaluatie.
Voorlichting en onderricht Artikel 8
1. De werkgever zorgt ervoor dat de werknemers doeltreffend worden ingelicht over de te verrichten werkzaamheden en de daaraan verbonden risico's, alsmede over de maatregelen die erop gericht zijn deze risico's te voorkomen of te beperken.
Tevens zorgt de werkgever ervoor dat de werknemers doeltreffend worden ingelicht over de wijze
waarop de deskundige bijstand, bedoeld in de artikelen 13, 14, 14a en 15, in zijn bedrijf of inrichting is georganiseerd.
2. De werkgever zorgt ervoor dat aan de werknemers doeltreffend en aan hun onderscheiden taken aangepast onderricht wordt verstrekt met betrekking tot de arbeidsomstandigheden.
3. Indien persoonlijke beschermingsmiddelen ter beschikking van de werknemers worden gesteld en indien op arbeidsmiddelen of anderszins beveiligingen zijn aangebracht, zorgt de werkgever ervoor dat de werknemers op de hoogte zijn van hun doel en werking en de wijze waarop zij deze dienen te gebruiken.
4. De werkgever ziet toe op de naleving van de instructies en voorschriften gericht op het voorkomen of beperken van de in het eerste lid genoemde risico's alsmede op het juiste gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen.
5. Indien binnen de onderneming werknemers jonger dan 18 jaar werkzaam zijn, houdt de werkgever bij de uitvoering van de in de voorgaande leden genoemde verplichtingen in het bijzonder rekening met de aan de jeugdige leeftijd inherente beperkte werkervaring en onvoltooide lichamelijke en geestelijke ontwikkeling van deze werknemers.
Voorkomen van gevaar voor derden Artikel 10
Indien bij of in rechtstreeks verband met de arbeid die de werkgever door zijn werknemers doet verrichten in een bedrijf of een inrichting of in de onmiddellijke omgeving daarvan gevaar kan ontstaan voor de veiligheid of de gezondheid van andere personen dan die werknemers, neemt de werkgever doeltreffende maatregelen ter voorkoming van dat gevaar.
Artikel 1.1. Definities algemeen
1. In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder wet: Arbeidsomstandighedenwet.
2. In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
a. bouwplaats: elke tijdelijke of mobiele arbeidsplaats waar civieltechnische werken of bouwwerken tot stand worden gebracht, waarvan een niet-uitputtende lijst is opgenomen in bijlage I bij de richtlijn, bedoeld in artikel 2.23, onder a;
b. bouwwerk: een civieltechnisch werk of bouwwerk als bedoeld onder a;
c. opdrachtgever:
1°. voor de toepassing van hoofdstuk 2, afdeling 5, en artikel 9:6:
i. degene voor wiens rekening een bouwwerk tot stand wordt gebracht, dan wel;
ii. op wiens initiatief een bouwwerk tot stand wordt gebracht, dan wel;
iii. de onder i en ii bedoelden tezamen;.
2°. voor de toepassing van artikel 9.5: degene voor wiens rekening een zelfstandige of werkgever als bedoeld in artikel 16, zevende lid, onderdeel b, van de wet, arbeid verricht;
d. opdrachtgever-consument: de natuurlijke persoon die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf, voor wiens rekening een bouwwerk tot stand wordt gebracht;
e. ontwerpende partij: degene die zich jegens de opdrachtgever, bedoeld in onderdeel c, sub 1° of de opdrachtgever-consument verbonden heeft om in het bouwproces de ontwerpende functie te vervullen;
f. uitvoerende partij: degene die zich jegens de opdrachtgever, bedoeld in onderdeel c, sub 1° of de opdrachtgever-consument verbonden heeft om in het bouwproces de uitvoerende functie te vervullen.
Afdeling 5. Bouwproces
Artikel 2.23. Definities
In deze afdeling wordt verstaan onder:
a. richtlijn: Richtlijn nr. 92/57/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 24 juni 1992 betreffende de minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid voor tijdelijke en mobiele bouwplaatsen (PbEG L 245);
b. ontwerpfase: de studie-, ontwerp- en uitwerkingsfase van het ontwerp van een bouwwerk;
c. uitvoeringsfase: de fase waarin het bouwwerk materieel tot stand wordt gebracht.
Artikel 2.24. Aanwijzing
Voor de toepassing van artikel 16, achtste lid, van de wet worden aangewezen de opdrachtgever, de ontwerpende en de uitvoerende partij.
Artikel 2.25. Toepasselijkheid
Deze afdeling is niet van toepassing op arbeid verricht in de winningsindustrie in dagbouw, ondergronds of met behulp van boringen als bedoeld in de afdelingen 6 en 6a van hoofdstuk 2 van dit besluit.
Artikel 2.26. Algemene uitgangspunten inzake veiligheid en gezondheid bij het ontwerpen van een bouwwerk
De opdrachtgever is verplicht in de ontwerpfase zich ervan te vergewissen dat de betrokken werkgevers en zelfstandigen in staat zijn de verplichtingen voor de arbeidsomstandigheden die gelden in de uitvoeringsfase na te komen, in het bijzonder de verplichtingen, bedoeld in de artikelen 3, 5, eerste en derde lid, en 8 van de wet en hoofdstuk 4, afdeling 5.
Artikel 2.27. Melding
1. De opdrachtgever, bedoeld in artikel 1.1, tweede lid, onderdeel c, sub 1°, meldt de toezichthouder voor de aanvang van de werkzaamheden op de bouwplaats de voorgenomen totstandbrenging van een bouwwerk, indien:
a. de geraamde duur van de totstandbrenging van het bouwwerk meer dan 30 werkdagen beslaat en op die bouwplaats meer dan 20 werknemers tegelijkertijd arbeid zullen gaan verrichten, of
b. met de totstandbrenging van het bouwwerk meer dan 500 mensdagen zullen zijn gemoeid.
2. Een afschrift van de melding wordt zichtbaar op de bouwplaats aangebracht. Indien met betrekking tot de in de melding opgenomen gegevens een verandering optreedt, wordt deze dienovereenkomstig gewijzigd.
Artikel 2.28. Veiligheids- en gezondheidsplan
1. De opdrachtgever zorgt ervoor dat ten aanzien van bouwwerken die voor de veiligheid en gezondheid van werknemers bijzondere gevaren met zich meebrengen als bedoeld in bijlage II bij de richtlijn of een bouwwerk ten aanzien waarvan een melding verplicht is, een veiligheids- en gezondheidsplan wordt opgesteld.
2. Afhankelijk van de voortgang in het bouwproces, worden in het veiligheids- en gezondheidsplan ten minste vermeld en opgenomen:
a. een beschrijving van het tot stand te brengen bouwwerk, een overzicht van de betrokken ondernemingen op de bouwplaats, de naam van de coördinator voor de ontwerp- en uitvoeringsfase;
b. inventarisatie en evaluatie van de specifieke gevaren voor het betreffende bouwwerk, waaronder de eventuele aanwezigheid van asbest of asbesthoudende producten als bedoeld in artikel 4.37, of verontreinigde grond, verontreinigd water of grondwater of verontreinigde waterbodems, en specifieke gevaren die het gevolg zijn van de gelijktijdige en achtereenvolgende uitvoering van de bouwwerkzaamheden en in voorkomend geval van de wisselwerking met doorgaande exploitatiewerkzaamheden;
c. de maatregelen die volgen uit de risico-inventarisatie en -evaluatie, bedoeld onder b;
d. de afspraken met betrekking tot de uitvoering van de maatregelen, bedoeld onder c;
e. de wijze waarop toezicht op de maatregelen wordt uitgeoefend;
f. de bouwkundige, technische en organisatorische keuzen die in verband met de veiligheid en gezondheid van de werknemers en zelfstandigen worden gemaakt alsmede de onderzoeken en rapporten die de onderbouwing van deze keuzen ondersteunen.
g. de wijze waarop voorlichting en instructie aan de werknemers op de bouwplaats wordt gegeven.
Artikel 2.29. Aanstelling coördinatoren
Indien in de uitvoeringsfase werkzaamheden worden verricht door:
a. twee of meer werkgevers;
b. één werkgever en één of meer zelfstandigen of
c. twee of meer zelfstandigen,
stelt de opdrachtgever één of meer coördinatoren voor de ontwerpfase aan en stelt de uitvoerende partij één of meer coördinatoren voor de uitvoeringsfase aan.
Artikel 2.30. Taken coördinator voor de ontwerpfase
De coördinator voor de ontwerpfase heeft tot taak namens de opdrachtgever :
a. te bewerkstelligen dat artikel 2.26 wordt uitgevoerd ;
b. een veiligheids- en gezondheidsplan als bedoeld in artikel 2.28 op te stellen of te laten opstellen;
c. een veiligheids- en gezondheidsdossier samen te stellen dat bestemd is voor degene die beslist over de uitvoering van latere werkzaamheden aan het bouwwerk in de gebruiks- of sloopfase. In dit dossier wordt de bouwkundige en technische informatie over het specifieke bouwwerk opgenomen die van belang is voor de veiligheid en gezondheid van werknemers en zelfstandigen die werkzaamheden verrichten in de gebruiks- of sloopfase .
Artikel 2.31. Taken coördinator voor de uitvoeringsfase
De coördinator voor de uitvoeringsfase heeft tot taak om namens de uitvoerende partij :
a. te bewerkstelligen dat de maatregelen die werkgevers en zelfstandigen nemen op de bouwplaats ter bescherming van de veiligheid en gezondheid van werknemers en zelfstandigen op doeltreffende wijze worden toegepast ;
b. met het oog op de bescherming van de werknemers en zelfstandigen zeker te stellen dat gelijktijdig of achtereenvolgend aanwezige werkgevers en zelfstandigen op de bouwplaats de werkzaamheden goed op elkaar afstemmen ;
c. de voorlichting van werknemers op de bouwplaats te bewerkstelligen ;
d. de nodige maatregelen te nemen opdat alleen bevoegde personen de bouwplaats kunnen betreden;
e. ervoor te zorgen dat het veiligheids- en gezondheidsplan, bedoeld in artikel 2.28, en het dossier, bedoeld in artikel 2.30, onder c, worden aangepast indien de voortgang van het bouwwerk of de onderdelen daarvan daartoe aanleiding geven;
f. doeltreffende maatregelen nemen indien werkgevers of zelfstandigen naar zijn oordeel niet of in onvoldoende mate of op onjuiste wijze uitvoering geven aan een samenhangende toepassing van hun verplichtingen als bedoeld onder a en b.
Artikel 2.32. Aanvullende verplichtingen opdrachtgever
1. De opdrachtgever neemt zodanige maatregelen dat:
a. de coördinator de taken, bedoeld in artikel 2.30, naar behoren kan vervullen;
b. de coördinator de taken, bedoeld in artikel 2.30, naar behoren uitoefent;
c. het veiligheids- en gezondheidsplan, bedoeld in artikel 2.28, deel uitmaakt van het bestek betreffende het bouwwerk en vóór aanvang van de werkzaamheden op de bouwplaats beschikbaar is;
d. voorafgaand aan het geheel of gedeeltelijk uit elkaar nemen van een bouwwerk of object, wordt het inventarisatierapport als bedoeld in artikel 4.54a, derde lid, ter beschikking gesteld aan de uitvoerende partij.
2. De opdrachtgever zorgt ervoor dat de verplichtingen voor de uitvoerende partij, bedoeld in de artikelen 2.29 en 2.33, zijn vastgelegd in een schriftelijke overeenkomst met de uitvoerende partij.
Artikel 2.33. Aanvullende verplichtingen uitvoerende partij
De uitvoerende partij neemt zodanige maatregelen dat:
a. de coördinator de taken, bedoeld in artikel 2.31, naar behoren kan vervullen;
b. de coördinator de taken, bedoeld in artikel 2.31, naar behoren uitoefent.
Artikel 2.34. Verplichtingen ontwerpende partij
In het geval van een opdrachtgever-consument zorgt de ontwerpende partij of, indien er sprake is van meer ontwerpende partijen, zorgen de ontwerpende partijen ervoor dat aan alle verplichtingen van de opdrachtgever wordt voldaan.
Artikel 2.35. Verplichtingen werkgever
1. Bij de uitvoering van zijn verplichtingen op grond van de artikelen 3, 5, 8 en 19, eerste lid, van de wet neemt de werkgever, die bij de totstandbrenging van een bouwwerk arbeid doet verrichten, doeltreffende maatregelen ter bescherming van de veiligheid en de gezondheid van zijn werknemers. Deze maatregelen hebben met name betrekking op:
a. het in goede orde en met voldoende bescherming van de veiligheid en gezondheid van de werknemers in stand houden van de bouwplaats;
b. de veilige plaatsing van de verschillende werkplekken op de bouwplaats, rekening houdend met de toegangsmogelijkheden tot die bouwplaats en de verbindingswegen daarop;
c. het interne transport van de verschillende materialen op de bouwplaats;
d. het onderhoud, de controle vóór inbedrijfstelling en de periodieke controle van installaties en toestellen, teneinde gebreken te voorkomen die de veiligheid en gezondheid van werknemers in gevaar kunnen brengen;
e. de afbakening en inrichting van zones voor definitieve en tussenopslag van verschillende materialen, met name in geval van gevaarlijke materialen of stoffen;
f. de voorzieningen voor de verwijdering van gebruikte gevaarlijke materialen;
g. de opslag en de verwijdering of de afvoer van afval en puin;
h. de aanpassing van de daadwerkelijke duur van de uit te voeren werkzaamheden of de fasen waarin die werkzaamheden worden uitgevoerd, afhankelijk van de voortgang van het bouwwerk;
i. de samenwerking met andere werkgevers en zelfstandigen op de bouwplaats;
j. de wisselwerking met exploitatiewerkzaamheden op of in de nabijheid van de bouwplaats.
2. De mede op grond van het eerste lid te nemen maatregelen voldoen in ieder geval aan de afdelingen 1 en 2 van hoofdstuk 3 van dit besluit.
3. De werkgever is verplicht tot naleving van en medewerking aan het veiligheids- en gezondheidsplan, bedoeld in artikel 2.28, voor zover en op de wijze als daarin ten aanzien van de door hem te doen verrichten werkzaamheden is bepaald en daarbij rekening te houden met de aanwijzingen van de coördinator voor de uitvoeringsfase.
Artikel 2.36. Verplichtingen ontwerpende partij
[Vervallen per 01-01-2007]
Artikel 2.37. Verplichtingen uitvoerende partij
[Vervallen per 01-01-2007]
Artikel 2.38. Verplichtingen werkgever
[Vervallen per 01-01-2007]
Artikel 2.39. Verplichtingen zelfstandig werkende
[Vervallen per 01-01-2007]
Afdeling 6.12. Veilig onderhoud gebouwen, nieuwbouw
Artikel 6.52. Aansturingsartikel
1) Een te bouwen gebouw is zodanig dat onderhoud aan het gebouw veilig kan worden uitgevoerd.
2) Aan de in het eerste lid gestelde eis wordt voldaan door toepassing van de voorschriften in deze afdeling en de krachtens die bepalingen gegeven voorschriften.
Artikel 6.53. Veiligheidsvoorzieningen voor onderhoud
1) Indien onderhoud niet veilig kan worden uitgevoerd zonder gebouwgebonden veiligheidsvoorzieningen, heeft een te bouwen gebouw daarvoor voldoende gebouwgebonden veiligheidsvoorzieningen.
2) Bij ministeriële regeling kunnen voorschriften worden gegeven over het in het eerste lid bepaalde.