ALGEMENE VOORWAARDEN AUTOMOBIELVERZEKERING
Verzekeringen vrachtwagen
Algemene voorwaarden - AUTO/03/02 - 040302 - 2.550N - 04.2008 P01.2016
ALGEMENE VOORWAARDEN AUTOMOBIELVERZEKERING
De titels I (burgerrechtelijke aansprakelijk- heid), II (rechtsbijstand) en III (verzekering van de schade aan het voertuig) vormen afzonderlijke waarborgen.
Indien één van de partijen gebruik maakt van zijn recht om op te zeggen, kan dit slaan op het geheel of op een gedeelte van het contract.
In het laatstgenoemde geval, heeft de andere partij het recht om het contract in zijn geheel op te zeggen
TITEL 1 - VERPLICHTE BURGERRECHTELIJKE AANSPRAKE- LIJKHEIDSVERZEKERING
DEFINITIES
Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt verstaan onder:
MAATSCHAPPIJ P&V Verzekeringen CVBA, verzekeringsonderneming toegelaten door de NBB onder code 0058.
VERZEKERINGNEMER
De persoon die de overeenkomst met de maatschappij sluit.
VERZEKERDE
Iedere persoon van wie de aansprakelijk- heid door de overeenkomst gedekt is.
BENADEELDEN
De personen die schade hebben geleden welke aanleiding geeft tot toepassing van de overeenkomst alsook hun rechtverkrijgenden.
OMSCHREVEN RIJTUIG
• Het motorrijtuig dat in de bijzondere voorwaarden omschreven is; al wat eraan gekoppeld is, wordt beschouwd als een deel ervan.
• De niet-gekoppelde aanhangwagen die in de bijzondere voorwaarden omschreven is.
SCHADEGEVAL
Ieder feit dat schade veroorzaakt heeft en aanleiding kan geven tot de toepassing van de overeenkomst.
VERZEKERINGSBEWIJS
Het document zoals bedoeld in artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 13 februari 1991 houdende inwerking- treding en uitvoering van de wet van 21
november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen.
VERZEKERINGSVOORSTEL
Het formulier dat uitgaat van de maatschappij en in te vullen door de verzekeringnemer met het doel de
maatschappij in te lichten over de aard van de verrichting en over de feiten
en de omstandigheden die voor de maatschappij gegevens zijn voor de beoordeling van het risico.
HOOfDSTUK 1
VOORWERP EN OMVANG VAN DE VERZEKERING
Art. 1
Met deze overeenkomst dekt de maatschappij overeenkomstig de wet van 21 november 1989 en onder de hiernavolgende voorwaarden, de burgerrechtelijke aansprakelijkheid van de verzekerden als gevolg van een door het omschreven rijtuig in België veroorzaakt schadegeval. De dekking wordt ook verleend voor een schadegeval
dat zich heeft voorgedaan in elk land van de Europese Unie, in de vorstendommen Andorra en Monaco, in Vaticaanstad, in Bulgarije, in IJsland, in Liechtenstein, in Noorwegen, in Roemenië, in San-Xxxxxx, in Zwitserland, in Marokko, in Tunesië, in Turkije, alsook in elk land dat door de
Koning bepaald wordt krachtens artikel 3,§1, van de wet van 21 november 1989.
Wanneer het schadegeval zich heeft voorgedaan buiten het Belgisch grondgebied, is de door de maatschappij verleende dekking die waarin is voorzien door de wetgeving
op de verplichte motorrijtuigverzekering van de Staat op het grondgebied waarvan het schadegeval zich heeft voorgedaan. De toepassing van die buitenlandse wet mag de verzekerde evenwel niet de ruimere dekking
ontnemen die de Belgische wet hem verleent.
In het geval het schadegeval zich heeft voorgedaan op het grondgebied van een land dat niet tot de Europese Gemeenschap behoort, en voor het gedeelte van de dekking dat de door de wet op de verplichte
verzekering van het land waar het schadegeval zich heeft voorgedaan, opgelegde waarborg overschrijdt, zijn de excepties, de nietigheden en het verval die aan de verzekerden kunnen tegengeworpen worden ook tegenwerpbaar aan de benadeelde personen die geen onderdaan zijn van een lidstaat van de Europese Gemeenschap indien die excepties, nietigheden en verval hun oorzaak vinden
in een feit dat het schadegeval voorafgaat. Dezelfde excepties, dezelfde nietigheden en hetzelfde verval kunnen, onder dezelfde
voorwaarden, tegengeworpen worden voor de gehele dekking wanneer de wet van het land op het grondgebied waarvan het schadegeval zich heeft voorgedaan, niet in de niet- tegenwerpbaarheid voorziet.
De dekking wordt verleend voor de schade- gevallen die zich hebben voorgedaan op de openbare weg of op de privéterreinen.
Art. 2
Eist een buitenlandse overheid, naar
aanleiding van een schadegeval dat zich heeft voorgedaan in één van de landen vermeld in artikel 1, met uitzondering van België, dat ter beveiliging van de rechten van de benadeelden, een bedrag wordt gedeponeerd voor de opheffing van een
op het omschreven rijtuig gelegd beslag of voor de invrijheidstelling onder borg van de verzekerde, dan schiet de maatschappij de geëiste borgsom voor of stelt zij zich persoonlijk borg tot ten hoogste
61.973,38 EUR voor het omschreven rijtuig en voor alle verzekerden samen, verhoogd met de kosten van de samenstelling en terugvordering van de borgsom, die ten laste zijn van de maatschappij.
Werd de borgsom door de verzekerde betaald, dan stelt de maatschappij haar persoonlijke borg in de plaats of betaalt zij, indien de
xxxx niet aanvaard wordt, het bedrag van de borgsom aan de verzekerde terug.
Zodra de bevoegde overheid aanvaardt de betaalde borgsom vrij te geven of de borgstelling door de maatschappij op te
heffen, moet de verzekerde op vraag van de maatschappij alle formaliteiten vervullen die van hem gevergd worden voor de vrijgave of de opheffing.
Wanneer de bevoegde overheid de borgsom gestort door de maatschappij geheel of gedeeltelijk verbeurd verklaart of aanwendt tot betaling van een geldboete, een strafrechtelijke dading of gerechtskosten in strafzaken, dan is de verzekerde gehouden de maatschappij, op haar verzoek, terug te betalen.
Art. 3
1. Gedekt wordt de burgerrechtelijke aansprakelijkheid:
• van de verzekeringnemer;
• van de eigenaar, van iedere houder, van iedere bestuurder van het omschreven rijtuig en van iedere persoon erdoor vervoerd;
• van de werkgever van de voornoemde personen wanneer zij van alle aanspra- kelijkheid zijn ontheven krachtens artikel 18 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.
De aansprakelijkheid van hen die zich door diefstal, geweldpleging of heling de macht over het omschreven rijtuig hebben verschaft, is echter niet gedekt.
2. Wanneer het omschreven rijtuig toevallig om het even welk
motorrijtuig met pech sleept, wordt de dekking uitgebreid tot de burgerrechtelijke aansprakelijkheid van diegene die in dat geval de ketting, de tros, het touw, de stang of enige andere benodigdheid voor het slepen heeft geleverd.
In afwijking van artikel 8.1. wordt de dekking eveneens uitgebreid tot de schade aan het gesleepte rijtuig.
Art. 4
1. Uitbreiding van de dekking
De dekking van de overeenkomst strekt zich uit, zonder dat hiervoor een mededeling vereist is, tot de burgerrechtelijke aansprakelijkheid van de eigenaar van het omschreven voertuig, van de verzekering- nemer en van alle personen die gebruikelijk bij hem inwonen, in hun hoedanigheid
van bestuurder, voor zover zij de wettelijke leeftijd om een motorrijtuig te besturen bereikt hebben, houder of passagier, of van burgerrechtelijke aansprakelijke voor de bestuurder, houder of passagiers:
a. van een tijdelijk vervangingsvoertuig.
Onder “tijdelijk vervangingsvoertuig” wordt verstaan, een motorrijtuig dat aan een derde toebehoort en dat tot hetzelfde gebruik bestemd is als het omschreven voertuig en dat als vervangwagen
dient voor dat voertuig, dat om welke reden dan ook, definitief of tijdelijk onbruikbaar is geworden, onder meer wegens onderhoud, aanpassingen, herstellingen of technische keuring.
De dekking treedt in werking op het ogenblik dat het omschreven voertuig niet meer kan worden gebruikt en eindigt wanneer het tijdelijk vervangingsvoertuig aan de eigenaar of aan een door deze aangewezen persoon wordt terugbezorgd. Het voertuig moet worden terugbezorgd binnen een redelijke termijn na ontvangst van het bericht dat het omschreven voertuig ter beschikking is. De dekking mag in elk geval niet meer dan 30 kalenderdagen bestrijken.
Wanneer de verzekeringnemer een rechtspersoon is, is de dekking verworven voor de gemachtigde bestuurder van
het omschreven voertuig, alsook voor alle personen die bij hem inwonen, in hun hoedanigheid van bestuurder,
voor zover zij de wettelijke leeftijd om een motorrijtuig te besturen bereikt hebben, houder of passagier, of van burgerrechtelijke aansprakelijkheid voor de bestuurder, houder of passagiers.
De dekking is niet van toepassing wanneer het omschreven voertuig onbruikbaar wordt wegens overdracht van eigendom of overdracht van de rechten van de verzekeringnemer op het omschreven voertuig die hij ontvangen heeft in uitvoering van een huurcontract of een ander analoog contract, onder meer een leasingovereenkomst;
b. van een toevallig gebruikt voertuig.
Onder “toevallig gebruikt voertuig” wordt verstaan, een motorrijtuig dat aan een derde toebehoort en dat de hierboven vermelde personen toevallig besturen, houden of waarin zij toevallig passagiers zijn, zelfs terwijl het omschreven rijtuig in gebruik is.
Wanneer de verzekeringnemer een rechtspersoon is, is de dekking verworven voor de bestuurder van het omschreven voertuig waarvan de identiteit vermeld
is in de bijzondere voorwaarden of bij ontstentenis in het verzekeringsvoorstel of in een latere kennisgeving aan de maatschappij, alsook voor de personen die gebruikelijk bij hem inwonen, in hun hoedanigheid van bestuurder, voor zover zij de wettelijke leeftijd om een motorrijtuig te besturen bereikt hebben, of van burgerrechtelijke aansprakelijke voor de bestuurder.
De dekking is niet van toepassing wanneer het omschreven voertuig bestemd is voor het vervoer van personen tegen betaling of wanneer het hoofdzakelijk voor het vervoer van goederen is uitgerust of wanneer de
verzekeringnemer of de eigenaar van het omschreven voertuig een bedrijf is dat tot doel heeft de constructie, de handel, de verhuring, de herstelling of de stalling van motorrijtuigen.
Wanneer het omschreven voertuig het voorwerp is van een huur-, leasing-
of gelijkaardig contract, blijft de dekking van toepassing wanneer de verzekeringnemer of de gebruikelijke bestuurder van het omschreven voertuig niet zelf de hierboven vermelde activiteiten uitoefent.
Onder derden in de betekenis van dit artikel wordt verstaan, elke andere persoon dan:
• de verzekeringnemer of, wanneer de verzekeringnemer een rechtspersoon is, de bestuurder van het omschreven voertuig waarvan de identiteit vermeld is in de bijzondere voorwaarden of bij ontstentenis in het verzekeringsvoorstel of in een latere kennisgeving aan de maat- schappij, alsook de personen die bij hem inwonen;
• de eigenaar of de gebruikelijke
houder van het omschreven voertuig.
2. Beperkingen van de dekking
a. Wanneer het omschreven voertuig een twee- of een driewieler is, kan de dekking in geen geval slaan op een rijtuig op vier of meer wielen.
b. In zover de benadeelden vergoeding
hebben verkregen voor hun schade: ofwel krachtens een verzekerings- overeenkomst die de burgerrechtelijke aansprakelijkheid dekt waartoe het gebruikte voertuig aanleiding geeft;
ofwel krachtens een door de bestuurder gesloten
verzekeringsovereenkomst die zijn burgerrechtelijke aansprakelijkheid dekt;
is de dekking van toepassing:
- wanneer de verzekeraar die een van de voornoemde overeenkomsten gesloten heeft, verhaal uitoefent op de verzekerde in de gevallen bepaald in artikel 25.3.c. en 25.4. van deze overeenkomst of in de hierin niet bepaalde gevallen tenzij de verzekerde vooraf van de mogelijkheid van verhaal in kennis werd gesteld;
- wanneer de verzekeringnemer van een van de voornoemde
overeenkomsten aan de verzekerde een verzoek tot terugbetaling richt voor het bedrag van het verhaal uitgeoefend in een van de hierboven opgesomde gevallen.
3. De dekking strekt zich eveneens uit tot de burgerrechtelijke
aansprakelijkheid van de verzekeringnemer alsook tot de personen die bij hem inwonen, voor de schade veroorzaakt door het gestolen of verduisterde voertuig dat vervangen werd door het omschreven voertuig, wanneer:
• de diefstal of de verduistering bij de maatschappij aangegeven werd binnen de 72 uur te rekenen vanaf de dag dat de verzekeringnemer kennis kreeg van de diefstal of de verduistering;
• het gestolen of verduisterde voertuig bij
de maatschappij verzekerd was.
Art. 5
Voor wat betreft de schade voortvloeiend uit de lichamelijke letsels is de
dekking onbeperkt. Evenwel, vanaf de inwerkingtreding van het Koninklijk Besluit bedoeld in artikel 3 § 2 alinea 2 van de
wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen gewijzigd door de wet van 12 januari 2007 (Belgisch Staatsblad van 7 maart 2007), zal de waarborg beperkt worden tot het bedrag vermeld in dat Koninklijk Besluit.
Voor wat betreft de stoffelijke schade is de waarborg beperkt tot het bedrag van
100 miljoen EUR per schadegeval. Evenwel, voor de persoonlijke kleding en goederen is de waarborg beperkt tot 2.478,94 EUR per vervoerde persoon.
Art. 6
In afwijking van artikel 8,1. vergoedt de maatschappij de kosten die de verzekerde werkelijk gemaakt heeft voor de reiniging en herstelling van de binnenkleding van het omschreven rijtuig wanneer die kosten voortvloeien uit het kosteloos vervoer van
door een verkeersongeval gewonde personen.
Art. 7
Zijn van het recht op schadevergoeding uitgesloten:
a. • de voor de schade aansprakelijke persoon, behalve indien het de aansprakelijkheid voor andermans daad betreft;
• de persoon die van alle aansprakelijkheid ontheven is op grond van artikel 18 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.
Het recht op schadevergoeding blijft evenwel verworven ten voordele van de gedeeltelijk aansprakelijke persoon tot beloop van het deel van zijn schade toe te schrijven aan een verzekerde;
b. de bestuurder van het verzekerde rijtuig voor zijn stoffelijke schade, wanneer hij geen lichamelijke letsels heeft opgelopen.
De bestuurder van het verzekerde rijtuig kan evenwel aanspraak maken op
de vergoeding van zijn stoffelijke schade, zelfs indien hij geen lichamelijke letsels heeft opgelopen, wanneer de aansprake- lijkheidsvordering gesteund is op een gebrek van het verzekerd rijtuig.
Art. 8
Zijn van de verzekering uitgesloten:
1. de schade aan het verzekerd rijtuig, behoudens wat bij artikel 3.2, 2de lid bepaald is;
2. de schade aan de door het verzekerd rijtuig vervoerde goederen, behoudens wat bij artikel 5.a. bepaald is;
3. de schade die niet veroorzaakt wordt door het gebruik van het rijtuig, maar die enkel te wijten is aan de vervoerde goederen of aan de handelingen die vereist zijn voor dit vervoer;
4. de schade die voortvloeit uit het deelnemen van het verzekerd rijtuig aan snelheids-, regelmatigheids- of behendigheidsritten of -wedstrijden
waartoe van overheidswege toestemming is verleend;
5. de schade die vergoed wordt overeen- komstig de wetgeving betreffende de
burgerrechtelijke aansprakelijkheid inzake de kernenergie.
HOOfDSTUK 2
BESCHRIJVING EN WIJZIGING VAN HET RISICO • MEDEDELINGEN VAN DE VERZEKERINGNEMER
Art. 9
1. De verzekeringnemer is verplicht bij het sluiten van de overeenkomst
alle hem bekende omstandigheden nauwkeurig mee te delen die hij redelijkerwijs moet beschouwen als gegevens die van invloed kunnen zijn op de beoordeling van het risico door de maatschappij. Indien
op sommige schriftelijke vragen van de maatschappij niet wordt geantwoord, bij voorbeeld op de vragen in het verzekeringsvoorstel, en de maatschappij
toch de overeenkomst heeft gesloten, kan zij zich, behalve in geval van bedrog, later niet meer op dat verzuim beroepen. Dit is
eveneens het geval indien de maatschappij de overeenkomst zonder een behoorlijk ingevuld verzekeringsvoorstel heeft gesloten.
2. Wanneer het opzettelijk verzwijgen of het opzettelijk onjuist meedelen
van gegevens over het risico de maatschappij misleidt bij de beoordeling van dat risico,
is de overeenkomst nietig. De premies die vervallen zijn tot op het ogenblik waarop de maatschappij kennis heeft gekregen van het opzettelijk verzwijgen of het opzettelijk onjuist meedelen van gegevens, komen haar toe.
3. Wanneer het verzwijgen of het onjuist meedelen van gegevens niet
opzettelijk geschiedt, stelt de maatschappij voor, binnen de termijn van een maand
te rekenen van de dag waarop zij van het verzwijgen of van het onjuist meedelen van gegevens kennis heeft gekregen, de
overeenkomst te wijzigen met uitwerking op de dag waarop zij kennis heeft gekregen van het verzwijgen of het onjuist meedelen.
Indien het voorstel tot wijziging van de overeenkomst door de verzekeringnemer wordt geweigerd of indien, na het verstrijken van de termijn van een maand te rekenen vanaf de ontvangst van dit voorstel, dit laatste niet aanvaard wordt, kan de maatschappij de overeenkomst opzeggen binnen 15 dagen.
Niettemin kan de maatschappij, indien zij het bewijs levert dat zij het risico nooit zou hebben verzekerd, de overeenkomst opzeggen binnen de termijn van een maand te rekenen van de dag waarop zij van het verzwijgen of van het onjuist meedelen van gegevens kennis heeft gekregen.
Art. 10
In de loop van de overeenkomst heeft de verzekeringnemer de verplichting, om onder de voorwaarden van artikel 9.1., de nieuwe
omstandigheden of de wijzigingen van de omstandigheden aan te geven die van aard zijn om een aanmerkelijke en blijvende verzwaring van het risico dat het verzekerde voorval zich voordoet, te bewerkstelligen.
1. Wanneer het risico dat het verzekerde voorval zich voordoet, zo verzwaard is dat de maatschappij, indien die verzwaring bij het sluiten van de overeenkomst had bestaan, onder andere voorwaarden zou hebben verzekerd, moet zij binnen een termijn van een maand, te rekenen vanaf de dag waarop zij van de verzwaring kennis heeft gekregen, de wijziging
van de overeenkomst voorstellen met terugwerkende kracht tot de dag van de verzwaring. Indien het voorstel tot wijziging van de overeenkomst door de verzekeringnemer wordt geweigerd of indien, bij het verstrijken van een
termijn van een maand te rekenen vanaf de ontvangst van dit voorstel, dit laatste niet wordt aanvaard, kan de maatschappij de overeenkomst opzeggen binnen 15 dagen.
Indien de maatschappij het bewijs levert dat zij het verzwaarde risico in geen geval zou hebben verzekerd, kan zij de overeenkomst opzeggen binnen een termijn van één maand te rekenen vanaf de dag waarop zij kennis heeft gekregen van de verzwaring.
2. Wanneer, in de loop van de overeen- komst, het risico dat het verzekerde voorval zich voordoet, aanzienlijk en blijvend verminderd is en wel zo dat de maatschappij, indien die vermindering bij het sluiten van de overeenkomst had bestaan, onder andere voorwaarden zou hebben verzekerd, staat zij een overeen- komstige vermindering van de premie toe vanaf de dag waarop zij van de vermindering van het risico kennis heeft gekregen. Indien de contractanten het over de nieuwe premie niet eens worden binnen een maand na de aanvraag tot vermindering door de verzekeringnemer, kan deze laatste de overeenkomst opzeggen.
HOOfDSTUK 3
BETALING VAN DE PREMIES •
VERZEKERINGSBEWIJS
Art. 11
Zodra de dekking van de overeenkomst aan de verzekeringnemer verleend wordt, geeft de maatschappij hem een verzekeringsbewijs waaruit het bestaan van de overeenkomst blijkt.
In alle gevallen waarin de dekking ophoudt te bestaan, moet de verzekeringnemer onmiddellijk het verzekeringsbewijs aan de maatschappij terugsturen.
Art. 12
De premie, verhoogd met de taksen en bijdragen, moet op de vervaldagen
vooruit betaald worden op verzoek van de maatschappij of van elke met dat doel in de bijzondere voorwaarden aangewezen persoon.
Art. 13
De maatschappij kan bij niet-betaling van de premie op de vervaldag de dekking van de overeenkomst schorsen of de overeenkomst opzeggen indien de verzekeringnemer in gebreke is gesteld bij deurwaardersexploot of bij een ter post aangetekende brief.
De schorsing van de dekking of de opzegging gaan in na het verstrijken van een termijn van 15 dagen, te rekenen vanaf de dag volgend
op de betekening of de afgifte ter post van de aangetekende brief.
Als de dekking geschorst is, maakt de betaling door de verzekeringnemer van de achterstallige premies, in voorkomend geval vermeerderd met de intresten, zoals bepaald in de laatste aanmaning of gerechtelijke uitspraak, een einde aan die schorsing.
Wanneer de maatschappij haar verplichting tot het verlenen van dekking geschorst heeft, kan zij de overeenkomst nog opzeggen indien zij zich dit recht voorbehouden heeft in de ingebrekestelling, bedoeld in het 1ste lid. In dat geval wordt de opzegging, ten vroegste 15 dagen te rekenen vanaf de eerste dag van de schorsing, van kracht. Indien de maatschappij zich die mogelijkheid niet heeft voorbehouden, geschiedt de opzegging mits een nieuwe aanmaning overeenkomstig het 1ste en 2de lid.
De schorsing van de dekking doet geen afbreuk aan het recht van de maatschappij de later nog te vervallen premies te eisen op voorwaarde dat de verzekeringnemer in gebreke werd gesteld overeenkomstig het 1ste lid. Het recht van de maatschappij
wordt evenwel beperkt tot de premies voor 2 opeenvolgende jaren.
HOOfDSTUK 4 MEDEDELINGEN EN KENNISGEVINGEN
Art. 14
De voor de maatschappij bestemde mededelingen en kennisgevingen moeten gedaan worden aan één van haar zetels
in België of aan elke met dat doel in de bijzondere voorwaarden aangewezen persoon. De voor de verzekeringnemer bestemde mededelingen en kennisgevingen moeten worden gedaan aan het laatste door de maatschappij gekende adres.
HOOfDSTUK 5 WIJZIGINGEN VAN DE
VERZEKERINGSVOORWAARDEN EN VAN HET TARIEf
Art. 15
Als de maatschappij haar tarief voor één of meer waarborgen wijzigt, past ze dit contract aan op de premievervaldag, die komt vanaf de eerste dag van de vierde
maand die op de toepassing van die wijziging volgt. De maatschappij maakt dat aan de verzekeringnemer bekend die binnen een termijn van 30 dagen te rekenen vanaf
de verzending van het bericht door de maatschappij, de polis bij aangetekende brief voor de eerstvolgende premievervaldag mag opzeggen. Na de termijn van dertig
dagen wordt het aangepast contract als onder partijen goedgekeurd beschouwd.
De in hogervermelde alinea bepaalde opzeggingsmogelijkheid bestaat niet wanneer de wijziging van het tarief of van de verzekeringsvoorwaarden voortvloeit uit een algemene aanpassing die door de bevoegde overheid wordt opgelegd en die, bij toepassing ervan, gelijk is voor alle maatschappijen.
Indien de kennisgeving van de tarief- wijziging gebeurt minder dan drie maanden voor de jaarlijkse vervaldag kan de verzekeringnemer de verzekering opzeggen binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de dag van deze kennisgeving. In dat geval wordt de opzegging van kracht één maand na de dag van de betekening van de opzegging.
HOOfDSTUK 6 SCHADEGEVALLEN EN RECHTSVORDERINGEN
Art. 16
Ieder schadegeval moet onmiddellijk en ten laatste binnen 8 dagen nadat het is
voorgevallen, schriftelijk worden aangegeven aan de maatschappij of aan elke met dat doel in de bijzondere voorwaarden aangewezen persoon. Deze verplichting rust op alle verzekerden, waarvan de aansprakelijkheid betrokken kan zijn.
De schadeaangifte moet in de mate van het mogelijke de oorzaken, de omstandigheden en de vermoedelijke gevolgen van het schadegeval, de naam, de voornaam en
de woonplaats van de getuigen en de benadeelden vermelden.
De verzekeringnemer en de overige verzekerden verschaffen de maatschappij of elke met dat doel in de bijzondere voorwaarden aangewezen persoon zonder verwijl alle door haar gevraagde nuttige inlichtingen en documenten.
Voor zover mogelijk wordt de schadeaangifte gedaan op het formulier dat de maatschappij
ter beschikking stelt van de verzekering- nemer.
Art. 17
Alle dagvaardingen en in het algemeen alle gerechtelijke en buitengerechtelijke
documenten moeten door de verzekerde aan de maatschappij of elke met dat doel in de bijzondere voorwaarden aangewezen persoon bezorgd worden binnen 48 uur nadat zij aan de verzekerde werden afgegeven of betekend.
Art. 18
Vanaf het ogenblik dat de maatschappij tot het geven van de dekking is gehouden en voor zover deze wordt ingeroepen, is zij
verplicht zich achter de verzekerde te stellen binnen de grenzen van de dekking.
Ten aanzien van de burgerrechtelijke belangen en in zover de belangen van de maatschappij en van de verzekerde samenvallen, heeft de maatschappij het
recht om, in de plaats van de verzekerde, de vordering van de benadeelde te bestrijden. De maatschappij kan deze laatste vergoeden indien daartoe reden bestaat.
Die tussenkomsten van de maatschappij houden geen enkele erkenning in van de aansprakelijkheid vanwege de verzekerde en zij mogen hem geen nadeel berokkenen.
De definitieve schadevergoeding of de weigering om te vergoeden worden zo spoedig mogelijk aan de verzekeringnemer meegedeeld.
De maatschappij die schadevergoeding betaald heeft, treedt in de rechten en de vorderingen die de verzekerde kunnen toebehoren.
Art. 19
Elke erkenning van aansprakelijkheid, elke dading, elke vaststelling van schade, elke belofte van schadevergoeding of elke door de verzekerde gedane betaling, zonder schriftelijke toestemming van de
maatschappij, is haar niet tegenwerpbaar.
Het erkennen van feiten of het verstrekken van eerste geldelijke of medische hulp door de verzekerde kunnen voor de maatschappij geen reden opleveren om haar dekking te weigeren.
Art. 20
De maatschappij betaalt de in hoofdsom verschuldigde schadevergoeding ten belope van de dekking. De maatschappij betaalt, zelfs boven de dekkingsgrenzen, de intrest op de in hoofdsom verschuldigde schadevergoeding, de kosten betreffende
burgerrechtelijke rechtsvorderingen, alsook de erelonen en de kosten van de advocaten en de deskundigen, maar alleen in zover die kosten door haar of met haar toestemming zijn gemaakt of, in geval van belangenconflict dat niet te wijten is aan de verzekerde, voor zover die kosten niet onredelijk zijn gemaakt.
Art. 21
Indien een schadegeval aanleiding geeft tot strafrechtelijke vervolgingen tegen de verzekerde, zelfs indien over de burger- rechtelijke belangen nog geen regeling is getroffen, kan de verzekerde vrij, op eigen kosten, zijn verdedigingsmiddelen kiezen. De maatschappij moet zich beperken tot het bepalen van de verdedigingsmiddelen met betrekking tot de omvang van de aansprakelijkheid van de verzekerde en de hoogte van de door de benadeelde partij geëiste bedragen, onverminderd artikel 18 wat de burgerrechtelijke belangen betreft.
De verzekerde is verplicht persoonlijk te verschijnen wanneer de procedure dit vergt.
Art. 22
Wanneer de verzekerde strafrechtelijk wordt veroordeeld, mag de maatschappij er zich noch tegen verzetten dat hij op eigen kosten gebruik maakt van elk mogelijk rechts- middel, noch mag zij tussenkomen in de keuze van de rechtsmiddelen in strafzaken. Zij heeft het recht schadevergoedingen te betalen wanneer zij dit aangewezen acht.
Wanneer de maatschappij vrijwillig is tussengekomen, moet zij de verzekerde te gepasten tijde op de hoogte brengen van elk rechtsmiddel dat zij tegen de gerechtelijke beslissing met betrekking tot de omvang van de aansprakelijkheid van de verzekerde instelt. De verzekerde beslist op eigen risico of hij al dan niet het door de maatschappij ingestelde rechtsmiddel volgt.
Art. 23
De sommen die onmiddellijk geïnd worden bij de vaststelling van overtredingen van
het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer, de minnelijke schikkingen met het Openbaar Ministerie, de boeten en opdeciemen en de gerechtskosten
in strafzaken zijn niet ten laste van de maatschappij.
HOOfDSTUK 7
VERHAAL VAN DE MAATSCHAPPIJ
Art. 24
Wanneer de maatschappij gehouden is ten aanzien van de benadeelden, heeft zij,
behoudens iedere andere mogelijke vordering waarover zij beschikt, een recht van verhaal in de gevallen en op de personen vermeld
in artikel 25. Het verhaal heeft betrekking op de schadevergoedingen in hoofdsom, alsook op de gerechtskosten en intresten die de maatschappij dient te betalen. Het bedrag van het verhaal is integraal indien voornoemde bedragen niet hoger zijn dan 10.411,53 EUR.
Het verhaal wordt echter maar uitgeoefend tot beloop van de helft van de voornoemde bedragen wanneer die hoger zijn dan 10.411,53 EUR met een minimum van 10.411,53 EUR en een maximum van
30.986,69 EUR.
Art. 25
1. De maatschappij heeft een recht van verhaal op de verzekeringnemer:
a. in geval de dekking van de overeen- komst geschorst is wegens niet-betaling van de premie;
b. in geval van opzettelijk verzwijgen of opzettelijk onjuist meedelen van gegevens betreffende het risico bij het sluiten of in de loop van de overeenkomst. Dit verhaal wordt integraal uitgeoefend en is niet onderworpen aan de beperking bepaald in artikel 24;
c. in geval van onopzettelijk verzwijgen of onopzettelijk onjuist meedelen van gegevens betreffende het risico zowel bij het sluiten als in de loop van de overeenkomst, die aan de verzekering- nemer kunnen verweten worden; het bedrag van het verhaal is beperkt tot 247,89 EUR (niet geïndexeerd).
Er kan geen verhaal uitgeoefend worden ingeval de overeenkomst gewijzigd werd overeenkomstig de artikelen 9 en 10.
2. De maatschappij heeft een recht van verhaal op de verzekerde, dader van
het schadegeval:
a. die het schadegeval opzettelijk heeft veroorzaakt. Dit verhaal wordt integraal uitgeoefend en is niet onderworpen aan de beperking bepaald in artikel 24;
b. die het schadegeval veroorzaakt heeft door een van de volgende gevallen van grove schuld: rijden in staat van dronkenschap of in een gelijkaardige
toestand die het gevolg is van het gebruik van producten andere dan alcoholische dranken;
c. indien het rijtuig gebruikt werd ingevolge een misbruik van vertrouwen, een oplichting of een verduistering;
dit verhaal wordt slechts uitgeoefend tegen de dader van het misdrijf of zijn medeplichtige.
3. De maatschappij heeft een recht van verhaal op de verzekeringnemer
en, indien daartoe reden bestaat, op de verzekerde die niet de verzekeringnemer is:
a. wanneer het schadegeval zich voordoet tijdens de deelname aan een snelheids-, regelmatigheids-, of behendigheidsrit of
-wedstrijd, waartoe van overheidswege geen toestemming is verleend;
b. wanneer, op het ogenblik van het schadegeval, het rijtuig bestuurd wordt door een persoon die niet voldoet aan de voorwaarden die de Belgische wet
en reglementen voorschrijven om dat rijtuig te besturen, bijvoorbeeld door een persoon die de vereiste minimumleeftijd niet bereikt heeft, door een persoon die geen rijbewijs heeft of van een persoon die van het recht tot sturen vervallen verklaard is. Het recht van verhaal wordt evenwel niet toegepast wanneer de persoon die het rijtuig bestuurt in het buitenland aan de voorwaarden voldoet voorgeschreven door de plaatselijke wet en reglementen om het rijtuig te besturen en niet onderhevig is aan een in België lopend rijverbod, in welk geval het recht van verhaal behouden blijft;
c. wanneer het omschreven rijtuig dat onderworpen is aan de Belgische reglementering op de technische controle, op het ogenblik van het schadegeval niet of niet meer voorzien is van een geldig keuringsbewijs, behalve als het schadegeval zich voordoet tijdens het normale traject naar de keuring of wanneer men in geval van afgifte van een bewijs met de vermelding “verboden tot het verkeer” zich van het keurings- station naar zijn woonplaats en/of naar de hersteller begeeft en na de herstelling naar het keuringsstation rijdt.
Het recht van verhaal wordt echter niet uitgeoefend indien de verzekerde
aantoont dat er geen oorzakelijk verband bestaat tussen de staat van het rijtuig en het schadegeval;
d. wanneer het schadegeval zich voordoet, terwijl het reglementair of contractueel toegelaten aantal vervoerde personen overschreden is of wanneer het
vervoer van personen in strijd is met reglementaire of contractuele bepalingen.
Indien het reglementair of contractueel maximum toegelaten aantal vervoerde personen overschreden is, is het
bedrag van het verhaal evenredig aan de verhouding van het overtallig aantal vervoerde personen tot het aantal werkelijk vervoerde personen,
onverminderd de toepassing van artikel 24.
Voor het berekenen van het aantal vervoerde personen komen kinderen beneden de 4 jaar niet in aanmerking; kinderen van 4 tot volle 15 jaar worden geacht twee derde plaats in te nemen. De uitkomst van de berekening wordt afgerond naar de hogere eenheid.
In het geval van personenvervoer buiten de reglementaire of contractuele voorwaarden, wordt het verhaal voor het totaal van de aan deze vervoerde personen betaalde schadevergoedingen
uitgeoefend, onverminderd de toepassing van artikel 24.
Niettemin kan de maatschappij geen verhaal nemen op een verzekerde indien deze aantoont dat de tekortkomingen of de feiten waarop het verhaal gesteund is, te wijten zijn aan een andere verzekerde en dat ze zich hebben voorgedaan in strijd met zijn onderrichtingen of buiten zijn medeweten.
4. De maatschappij heeft een recht van verhaal op de dader van het
schadegeval of de burgerrechtelijk aansprakelijke in de gevallen bedoeld in artikel 33 wanneer de dekking enkel geldt ten gunste van de benadeelde personen.
5. De maatschappij heeft een recht van verhaal op de verzekerde die de in
artikel 19 vermelde verplichtingen niet heeft nageleefd. In ieder geval is er maar verhaal indien en in de mate waarin de maatschappij schade heeft geleden, onverminderd de toepassing van artikel 24.
6. De maatschappij heeft een recht van verhaal op de verzekerde die
een bepaalde handeling niet verricht heeft binnen een door de overeenkomst vastgestelde termijn. Dit verhaalrecht kan
niet uitgeoefend worden indien de verzekerde bewijst dat hij die handeling zo spoedig
als redelijkerwijze mogelijk, verricht heeft. In ieder geval kan slechts verhaal worden uitgeoefend indien en in de mate waarin de maatschappij door het verzuim schade heeft geleden, onverminderd de toepassing van artikel 24.
HOOfDSTUK 8
DUUR • VERNIEUWING • SCHORSING
• EINDE VAN DE OVEREENKOMST
Art. 26
De duur van de overeenkomst is één jaar. Op het einde van de verzekeringsperiode wordt de overeenkomst stilzwijgend van jaar tot jaar vernieuwd, tenzij zij door één van de partijen ten minste drie maanden voor het verstrijken van de lopende periode werd opgezegd.
Art. 27
De maatschappij kan de overeenkomst opzeggen:
1. tegen het einde van elke verzekerings- periode, overeenkomstig artikel 26;
2. in geval van opzettelijke verzwijging of opzettelijke onjuiste mededeling van gegevens betreffende het risico in de loop van de overeenkomst;
3. in geval van onopzettelijke verzwijging of onopzettelijke onjuiste mededeling van gegevens betreffende de omschrijving van het risico, bij het sluiten van de overeenkomst zoals bepaald in artikel 9 en in geval van verzwaring van het risico zoals bepaald in artikel 10;
4. in geval van niet-betaling van de premie, overeenkomstig artikel 13;
5. wanneer het aan de technische controle onderworpen rijtuig niet of niet meer voorzien is van een geldig keuringsbewijs of wanneer het rijtuig niet beantwoordt aan de «algemene reglementen op de technische eisen van de motorrijtuigen»;
6. na iedere aangifte van een schadegeval, maar uiterlijk één maand na de uitbetaling of de weigering tot uitbetaling van de schadevergoeding. De verzekeraar kan slechts de overeenkomst opzeggen na een schadegeval, als hij
de schadeloosstellingen ten gunste van de benadeelden heeft betaald of zal moeten betalen, met uitzondering van de betalingen die werden verricht met toepassing van artikel 29bis van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen;
7. in geval van publicatie van nieuwe wettelijke bepalingen die een invloed hebben op de burgerrechtelijke aansprakelijkheid van de verzekerden of op de verzekering van deze aansprake- lijkheid, maar ten laatste 6 maanden na de inwerkingtreding van deze bepalingen;
8. in geval van schorsing van de overeen- komst, zoals bepaald in artikel 30;
9. in geval van faillissement, kennelijk onvermogen of overlijden van de verzekeringnemer, overeenkomstig artikels 31 en 32.
Art. 28
De verzekeringnemer kan de overeenkomst opzeggen:
1. tegen het einde van elke verzekerings- periode, overeenkomstig artikel 26;
2. na iedere aangifte van een schadegeval, maar uiterlijk één maand na de kennisgeving door de maatschappij van de uitbetaling of de weigering tot uitbetaling van de schadevergoeding;
3. in geval van wijziging van de verzekeringsvoorwaarden en van het tarief of alleen van het tarief, overeenkomstig artikel 15;
4. in geval van faillissement, gerechtelijk akkoord of intrekking van de toelating van de maatschappij;
5. in geval van vermindering van het risico, zoals bepaald in artikel 10;
6. wanneer tussen datum van het sluiten en de aanvangsdatum een termijn van meer dan een jaar verloopt. Deze opzegging dient betekend uiterlijk 3 maand vóór de
aanvangsdatum van de overeenkomst;
7. in geval van schorsing van de overeen- komst, zoals bepaald in artikel 30.
Art. 29
De opzegging geschiedt bij deurwaarders- exploot, per aangetekende brief of door afgifte van de opzeggingsbrief tegen ontvangstbewijs.
Behoudens in de gevallen bedoeld in artikels 13, 15 en 26, gaat de opzegging in na het verstrijken van een termijn van één maand, te rekenen vanaf de dag volgend op de betekening of de datum van het ontvangstbewijs of, in het geval van een
aangetekende brief, te rekenen van de dag die volgt op de afgifte ter post.
De opzegging van de overeenkomst door de maatschappij na aangifte van een schade- geval wordt van kracht ten vroegste drie maanden na de dag van de betekening.
Evenwel kan zij van kracht worden één maand na de dag van de betekening ervan, indien de verzekeringnemer, de verzekerde of de begunstigde één van zijn verplichtingen, ontstaan door het schadegeval, niet is nagekomen met de bedoeling de verzekeraar te misleiden, op voorwaarde dat deze bij een onderzoeksrechter een klacht met burgerlijke partijstelling heeft ingediend tegen één van deze personen of hem voor het vonnisgerecht heeft gedagvaard, op basis van de artikelen 193, 196, 197, 496 of 510 tot 520 van het Strafwetboek.
De verzekeraar moet de schade als gevolg van die opzegging vergoeden indien hij afstand doet van zijn vordering of indien de strafvordering uitmondt in een buiten- vervolgingstelling of een vrijspraak.
Het premiegedeelte dat betrekking heeft op de periode na de datum van het van kracht worden van de opzegging, wordt door de maatschappij terugbetaald.
Art. 30
Wanneer het omschreven rijtuig in eigendom of in huur wordt opgevorderd, wordt de overeenkomst geschorst door het enkel feit dat de opvorderende overheid het rijtuig in bezit neemt.
Art. 31
In geval van faillissement van de verzekeringnemer blijft de overeenkomst bestaan ten voordele van de massa van de schuldeisers die de maatschappij het bedrag verschuldigd is van de premies vervallen vanaf de faillietverklaring.
De maatschappij en de curator van het faillissement hebben evenwel het recht om de overeenkomst op te zeggen. De maatschappij kan de overeenkomst echter
maar opzeggen ten vroegste drie maand na de faillietverklaring. De curator kan
de overeenkomst slechts opzeggen binnen de drie maand na de failliet- verklaring.
Art. 32
In geval van overlijden van de verzekering- nemer blijft de overeenkomst voortbestaan ten voordele van de erfgenamen, die verplicht zijn de premies te betalen, onverminderd
het recht van de maatschappij om de overeenkomst op te zeggen, binnen de drie maand te rekenen vanaf de dag waarop zij kennis kreeg van het overlijden, op één van de wijzen bepaald in artikel 29, 1ste lid.
De erfgenamen kunnen de overeenkomst opzeggen, op één van de wijzen bepaald in artikel 29, 1ste lid, binnen drie maanden en veertig dagen na het overlijden.
Indien het omschreven rijtuig de volle eigendom wordt van één van de erfgenamen of van een legataris van de verzekeringnemer, blijft de overeenkomst voortbestaan in zijn voordeel. Deze erfgenaam of legataris kan evenwel de overeenkomst opzeggen binnen de maand te rekenen vanaf de dag dat het rijtuig hem werd toebedeeld.
Art. 33
In geval van overdracht van eigendom van het omschreven rijtuig zijn volgende bepalingen van toepassing.
1. Betreffende het nieuwe rijtuig
De dekking blijft aan de verzekerde verworven:
• gedurende 16 dagen vanaf de overdracht van de eigendom van het omschreven rijtuig en dit zonder enige formaliteit, indien het nieuwe rijtuig zelfs op ongeoorloofde wijze aan het verkeer deelneemt onder de kentekenplaat van het overgedragen rijtuig;
• na het verstrijken van voornoemde termijn van 16 dagen voor zover echter de maatschappij binnen deze termijn in kennis gesteld werd van de vervanging. In dit geval blijft de overeenkomst bestaan volgens de
verzekeringsvoorwaarden en het tarief van toepassing bij de maatschappij op de laatste premievervaldag onder voorbehoud van de bepalingen van artikel 37 betreffende de premie- indexatie.
Indien na het verstrijken van voornoemde termijn van 16 dagen het overgedragen rijtuig niet werd vervangen of indien deze vervanging niet ter kennis werd gebracht van de maatschappij is
de overeenkomst geschorst en wordt artikel 34 toegepast. Deze schorsing van de overeenkomst is tegenwerpbaar aan de benadeelde persoon. De vervallen premie blijft aan de maatschappij prorata
temporis verworven tot op het ogenblik dat de overdracht van eigendom haar ter kennis wordt gebracht.
2. Betreffende het overgedragen rijtuig ander dan een bromfiets
Gedurende 16 dagen vanaf de overdracht van de eigendom, voor zover geen enkel andere verzekering het zelfde risico dekt:
• blijft de dekking verworven aan de verzekeringnemer, zijn echtgenoot en kinderen die bij hem inwonen en de wettelijke leeftijd tot sturen hebben bereikt, indien het overgedragen rijtuig zelfs op ongeoorloofde wijze aan het verkeer deelneemt onder
de kentekenplaat die het vóór de overdracht droeg;
• heeft de dekking uitwerking, doch enkel ten opzichte van de benadeelde persoon wanneer de schade berokkend wordt door een
andere verzekerde dan degenen die hiervoor vermeld zijn; en dit indien het overgedragen rijtuig zelfs op ongeoorloofde wijze aan het verkeer deelneemt onder de kentekenplaat die het vóór de overdracht droeg.
Na het verstrijken van voornoemde termijn van 16 dagen, vervalt deze dekking tenzij de overeenkomst, mits schriftelijke instemming van de maatschappij, overgedragen werd ten gunste van de nieuwe eigenaar. De beëindiging van deze dekking is tegenwerpbaar aan de benadeelde persoon.
3. Betreffende de bromfietsen Aanvullend bij 1., blijft de dekking
verworven, doch enkel ten voordele van
de benadeelde persoon en op voorwaarde dat geen enkel andere verzekering hetzelfde risico dekt, voor de schade veroorzaakt door elke bromfiets voorzien, met toelating van de titularis, van de provinciale plaat afgeleverd op grond
van het door de maatschappij afgegeven attest, voor zover het schadeberokkenend feit zich heeft voorgedaan vóór het einde van het op de plaat vermelde jaar.
Behoudens schriftelijk akkoord van de maatschappij wordt de overeenkomst niet overgedragen ten voordele van de nieuwe eigenaar van de overgedragen bromfiets.
4. In geval van een huurovereenkomst betreffende het omschreven rijtuig
De onder 1., 2. en 3. omschreven bepalingen zijn eveneens van toepassing in geval van beëindiging van de rechten van de verzekeringnemer op het omschreven rijtuig dat hij verkregen heeft ter uitvoering van een huurovereenkomst
of een gelijkaardige overeenkomst, onder meer een leasingovereenkomst.
Art. 34
In geval van schorsing van de overeenkomst moet de verzekeringnemer die het omschreven of enig ander rijtuig in het verkeer brengt, daarvan mededeling doen aan de maatschappij.
De overeenkomst wordt opnieuw in werking gesteld volgens de verzekeringsvoorwaarden en het tarief van toepassing op de laatste jaarlijkse premievervaldag, onder voorbehoud van de bepalingen van artikel 37 betreffende de premie-indexatie.
Indien de overeenkomst niet opnieuw in werking wordt gesteld, neemt zij een einde op de eerstvolgende jaarlijkse premievervaldag. Indien de schorsing echter gebeurt binnen de drie maand voor de eerstvolgende jaarlijkse premievervaldag neemt de overeenkomst een einde op de volgende jaarlijkse vervaldag.
Het niet-verbruikte premiegedeelte wordt op het einde van de overeenkomst terugbetaald. Neemt de overeenkomst een einde alvorens de waarborg een volledig jaar heeft gelopen, dan wordt de terugbetaling verminderd
met het verschil tussen de jaarpremie en de premie berekend aan het tarief voor overeenkomsten van minder dan één jaar. De verzekeringnemer kan altijd schriftelijk vragen om geen einde aan de overeenkomst te stellen.
Art. 35
Indien het risico verdwijnt wegens enige andere reden dan die welke hierboven zijn opgesomd, moet de verzekeringnemer de maatschappij hiervan onmiddellijk op de hoogte brengen; doet hij dit niet, dan blijft de vervallen premie prorata temporis aan de maatschappij verworven of verschuldigd tot op het ogenblik dat die mededeling werkelijk wordt gedaan.
HOOfDSTUK 9 INDEXATIE
Art. 36
De bedragen vermeld in artikels 2, 5 en 24 worden van rechtswege gewijzigd telkens de Koning gebruik maakt van het recht van de jaarlijkse aanpassing volgens de ontwikkeling van het indexcijfer der consumptieprijzen van het Rijk met als basis het indexcijfer van 1 januari 1983 (art. 3, §4 van de wet van 21
november 1989).
Art. 37
De handelspremie schommelt op de jaarlijkse vervaldag volgens de verhouding die bestaat tussen:
a. het indexcijfer van de consumptieprijzen
vastgesteld door de Minister van Economische Zaken (of elke andere index die laatstgenoemde ervoor in de plaats mocht stellen) dat op dat ogenblik van toepassing is en
b. het indexcijfer dat in de bijzondere voorwaarden van de overeenkomst, op het laatste bijvoegsel of op de laatste jaarlijkse premiekwitantie is toegepast en opgegeven.
Voor de gevallen bepaald in artikels 10, 33 en 34 zal de premie evenwel schommelen al naargelang het geval, op de datum van de aanpassing van de overeenkomst of op de datum van de vervanging van het rijtuig of op de
dag van wederinwerkingstelling van de overeenkomst, rekening houdende met de modaliteiten inzake het indexcijfer van de consumptieprijzen zoals hierboven bepaald.
Onder indexcijfer van de consumptie- prijzen van toepassing op de jaarlijkse vervaldag, de datum van aanpassing, van vervanging of van wederinwerking- stelling verstaat men die van de eerste maand van het voorgaande trimester.
HOOfDSTUK 10 A POSTERIORI
PERSONALISATIESTELSEL
Art. 38
1. Toepassingsgebied
De volgende bepalingen zijn van toepassing op de premies voor motorrijtuigen voor toerisme en zaken of voor gemengd gebruik en motorrijtuigen bestemd voor vervoer van zaken waarvan de MTM 3,5 T niet overschrijdt, met uitzondering van de motorrijtuigen die krachtens het K.B. van 3 februari 1992 tot vaststelling van de tariefnormen die van toepassing zijn op de verplichte aansprakelijkheidsverzekering
inzake motorrijtuigen niet onderworpen zijn aan het a posteriori personalisatiestelsel.
2. De gradenschaal en de ermee overeenstemmende premies
Graden | Premieniveau ten opzichte van het basisniveau 100 |
22 | 200 |
21 | 160 |
20 | 140 |
19 | 130 |
18 | 123 |
17 | 117 |
16 | 111 |
15 | 105 |
14 | 100 |
13 | 95 |
12 | 90 |
11 | 85 |
10 | 81 |
9 | 77 |
8 73
7 69
6 66
5 63
4 54
3 54
2 54
1 54
0 54
-1 54
-2 54
3. Toetredingsmechanisme tot het stelsel
De toetreding tot het stelsel gebeurt in graad 14 van de schaal, behalve bij beperkt gebruik van een rijtuig voor toerisme en zaken of voor gemengd gebruik, waar de toetreding gebeurt in graad 11.
Deze afwijking is evenwel slechts van toepassing wanneer het rijtuig wordt gebruikt:
a. voor privé-doeleinden en op de weg van en naar het werk (verplaatsingen tussen twee arbeidsplaatsen worden als beroepsgebruik beschouwd), met
uitsluiting van elk ander beroepsgebruik dan de hierna bedoelde;
b. voor beroepsdoeleinden maar uitsluitend:
1. door personen die voltijds een loon- of weddetrekkend beroep
uitoefenen en die geen deel uitmaken van de buitendiensten van de onderneming of van de instelling
die hen tewerkstelt (worden aanzien als deel uitmakend van de buiten- diensten, de personen waarvan
de beroepsactiviteit systematisch opdrachten in buitendienst inhoudt);
2. door zelfstandigen die voltijds een sedentair beroep uitoefenen;
3. door de bedienaars van een door de wet erkende eredienst;
4. door landbouwers en groenten- kwekers die regelmatig deelnemen aan de handenarbeid van de onderneming.
4. Verplaatsingsmechanisme op de gradenschaal
De premie wijzigt op elke jaarlijkse premievervaldag volgens de hierboven vermelde gradenschaal in functie van het aantal schadegevallen en overeenkomstig de hierna omschreven regels.
Om de personalisatiegraad te doen veranderen, worden alleen de schadegevallen in aanmerking genomen waarvoor de maatschappij die het risico dekte op
het tijdstip van het schadegeval, aan de benadeelde een schadevergoeding betaald
heeft of zal moeten uitbetalen.
De geobserveerde verzekeringsperiode wordt elk jaar afgesloten uiterlijk op de 15de van de maand die aan de maand van de jaarlijkse premievervaldag voorafgaat. Indien zij, om welke reden ook, korter is dan negen maand en half, zal zij bij de volgende observatie- periode gevoegd worden.
5. Werkingswijze van het mechanisme
De verplaatsingen geschieden volgens het volgend mechanisme:
a. per geobserveerde verzekeringsperiode: onvoorwaardelijke daling met 1 graad;
b. per geobserveerde verzekeringsperiode met één of meer schadegevallen: stijging met 5 graden per schadegeval.
6. Beperkingen aan het mechanisme
• Ongeacht het aantal jaren zonder schadegeval of het aantal schadegevallen zullen de graden -2 of 22 nooit overschreden worden;
• de verzekerde die tijdens vier opeenvolgende geobserveerde verzekeringsperiodes geen schadegeval gehad heeft en niettemin nog steeds op een hogere graad dan 14 staat, wordt automatisch op de basisgraad 14 teruggebracht.
7. Verbetering van de graad
Indien blijkt dat de personalisatiegraad van een verzekeringnemer verkeerdelijk bepaald of gewijzigd werd, wordt de graad verbeterd en worden de premieverschillen
die er uit voortvloeien, respectievelijk aan de verzekeringnemer terugbetaald of door de maatschappij opgeëist.
Het door de maatschappij terugbetaalde bedrag wordt verhoogd met de wettelijke intrest indien de verbetering meer dan één jaar na de toekenning van de verkeerde graad gebeurd is. Deze intrest loopt vanaf het ogenblik dat de verkeerde graad werd toegepast.
8. Verandering van rijtuig
De verandering van rijtuig heeft geen enkele invloed op de personalisatiegraad.
9. Opnieuw van kracht worden
Indien een geschorste overeenkomst opnieuw van kracht wordt, blijft de op het ogenblik van de schorsing bereikte personalisatiegraad van toepassing.
10. Verandering van maatschappij
Indien de verzekeringnemer, vóór het sluiten van de overeenkomst, door een andere maat- schappij werd verzekerd met toepassing van
het a posteriori personalisatiestelsel, is hij verplicht aan de maatschappij de schade- gevallen aan te geven die voorgekomen zijn sinds de datum van het door de andere maatschappij afgeleverde attest tot op de aanvangsdatum van de overeenkomst.
11. Attest in geval van opzegging van de overeenkomst
Binnen de 15 dagen na de opzegging van de overeenkomst deelt de maatschappij aan de verzekeringnemer de inlichtingen mee die nodig zijn voor de juiste vaststelling van de graad.
12. Voordien in een ander land van de Europese Gemeenschap onderschreven overeenkomst
Indien de overeenkomst onderschreven wordt door een persoon die in de loop van de laatste vijf jaar reeds een overeenkomst onderschreven had overeenkomstig de wetgeving van een andere lidstaat van de Europese Gemeenschap, dan wordt de gepersonaliseerde premie bepaald op een graad waarbij rekening gehouden wordt, voor de laatste 5 verzekeringsjaren voorafgaand
aan de datum van de inwerkingtreding van de overeenkomst, met het aantal schadegevallen per verzekeringsjaar waarvoor de buitenlandse verzekeraar schadevergoedingen ten voordele van de benadeelden heeft betaald of zal moeten betalen.
De verzekeringnemer dient de nodige bewijsstukken voor te leggen.
HOOfDSTUK 11 VERGOEDING VAN BEPAALDE SLACHTOffERS VAN VERKEERSONGEVALLEN
Art. 39
1. Bij een verkeersongeval waarbij het verzekerde motorrijtuig betrokken
is, wordt met uitzondering van de stoffelijke schade, alle schade veroorzaakt aan elk verkeersslachtoffer of aan zijn rechthebbenden en voortvloeiend uit lichamelijke letsels of het overlijden vergoed
door de maatschappij overeenkomstig art. 29 bis van de wet 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen.
Schade aan functionele prothesen wordt beschouwd als lichamelijke schade.
Slachtoffers die een onverschoonbare fout hebben begaan die de enige oorzaak was van het ongeval, kunnen zich niet beroepen op de bepalingen van het eerste lid.
Enkel de opzettelijke fout van uitzonderlijke ernst, waardoor diegene die ze begaan heeft zonder geldige reden wordt blootgesteld
aan een gevaar waarvan hij zich bewust had moeten zijn, is onverschoonbaar.
Het bewijs van onverschoonbare fout is niet
toegelaten ten aanzien van slachtoffers, jonger dan 14 jaar.
Deze vergoedingsplicht wordt uitgevoerd overeenkomstig de wettelijke bepalingen betreffende de aansprakelijkheidsverzekering in het algemeen en de aansprakelijkheids- verzekering inzake motorrijtuigen in
het bijzonder, voor zover daarvan in dit hoofdstuk niet wordt afgeweken.
2. De bestuurder van een motorrijtuig en zijn rechthebbenden kunnen
zich niet beroepen op de bepalingen van dit hoofdstuk.
3. Voor de toepassing van dit hoofdstuk moet onder motorrijtuig
worden verstaan, ieder motorrijtuig met uitzondering van rolstoelen met een eigen aandrijving die door gehandicapten in het verkeer kunnen worden gebracht.
4. Alle hoofdstukken van titel I van de overeenkomst zijn van toepassing
behalve de artikels 1 tot 3 en 5 tot 8 van hoofdstuk 1 (voorwerp en omvang van de verzekering).
Wat hoofdstuk 7 (verhaal van de maatschappij) betreft, heeft de maatschappij een recht van verhaal voor de gevallen die
in artikel 25.1 a., 25.3.b. en, wat de aan de vervoerde personen uitgekeerde vergoedingen betreft, in artikel 25.3 d. bedoeld zijn. Zij beschikt eveneens over een recht van verhaal in alle andere in artikel 25 bedoelde gevallen, maar alleen wanneer zij op basis van de burgerrechtelijke aansprakelijkheidsregels
, de aansprakelijkheid van een verzekerde aantoont, en dit in de mate dat de verzekerde aansprakelijk is.
Voor de toepassing van de bepalingen van hoofdstuk 10 (a posteriori
personalisatiestelsel) wordt de betaling die in uitvoering van artikel 39.1. is gedaan, niet beschouwd als een schadegeval dat aanleiding geeft tot een stijging op de gradenschaal indien, op grond van de regels van de burgerrechtelijke aansprakelijkheid, geen enkele verzekerde aansprakelijk is. De maatschappij moet de aansprakelijkheid van de verzekerde bewijzen.
5. Voor de toepassing van dit hoofdstuk en in afwijking van artikel
16, alinea 1 van titel I, berust de verplichting tot schadeaangifte bij de verzekeringnemer, ook al zou hij niet aansprakelijk kunnen worden gesteld, voor zover hij van het voorgevallen schadegeval kennis had.
HOOfDSTUK 12
BESTUURDER JONGER DAN 23 JAAR •
VRIJSTELLING
Art. 40
Ingeval het omschreven voertuig een wagen voor toerisme en zaken of voor gemengd
gebruik is, een voertuig voor vervoer van zaken, waarvan de MTM geen 3,5 T overschrijdt, of een tweewieler, verbindt de verzekeringnemer zich ertoe de uitgaven van de maatschappij in hoofdsom en kosten te vergoeden tot beloop van maximum
148,74 EUR niet geïndexeerd,
bij een ongeval dat zich voordoet wanneer dit rijtuig bestuurd wordt door een persoon van minder dan 23 jaar. Deze bijdrage wordt gecumuleerd met elke andere vrijstelling die in het contract voorzien is.
De verzekeringnemer beschikt, vanaf het verzoek van de maatschappij, over een termijn van 30 dagen om zijn bijdrage aan de maatschappij terug te storten. Een
schaderegeling die evenwel uitgevoerd wordt zonder toestemming van de verzekeringnemer is aan deze laatste slechts tegenstelbaar als
zijn bijdrage minder bedraagt dan die van de maatschappij.
Indien de bijdrage niet teruggestort wordt binnen de in de voorgaande alinea voorziene termijn en binnen de 14 dagen na een ingebrekestelling via aangetekende brief, wordt het contract van rechtswege
geschorst tot de dag die volgt op die waarop de verzekeringnemer zijn bijdrage en de eventuele vorderingskosten teruggestort heeft.
Vanaf de ingebrekestelling en tot de volledige inning van de verschuldigde sommen heeft de maatschappij eveneens het recht om het contract op te zeggen.
HOOfDSTUK 13
BEPALING EIGEN AAN WAGENS VOOR TOERISME EN ZAKEN Of VOOR GEMENGD GEBRUIK
Art. 41
Worden voor de toepassing van de artikelen 9 en 10 inzonderheid als omstandigheden beschouwd die voor de maatschappij elementen vormen ter beoordeling van het risico (en die dus tot de vaststelling van de premie geleid hebben), de woonplaats van de verzekeringnemer en zijn hoedanigheid van natuurlijke of rechtspersoon, evenals de leeftijd van de gewoonlijke bestuurder.
Een wijziging in één van die elementen in de loop van het contract kan eventueel een wijziging van de premie tot gevolg hebben.
HOOfDSTUK 14
DOMICILIëRING • KLACHTEN
Art. 42
1. Het contract is aan de Belgische wetgeving onderworpen. De
maatschappij heeft, voor al wat dit contract betreft, haar enige woonplaats ter zetel van haar Directie te Brussel.
Iedere kennisgeving aan de verzekering- nemer zal geldig geschieden op zijn laatste adres in België dat officieel gekend is door de
maatschappij.
2. Elke klacht met betrekking tot het verzekeringscontract kan gericht
worden aan de:
- dienst Klachtenmanagement van VIVIUM, Koningsstraat 151,
1210 Brussel,
- Ombudsman van de Verzekeringen, de Meeûsplantsoen 35 te 0000 Xxxxxxx.
Het neerleggen van de klacht doet geen afbreuk aan het recht van de
verzekeringnemer om juridische stappen te ondernemen.
TITEL 2.1 - RECHTSBIJSTAND - BASISFORMULE
De verzekering onder deze titel is alleen verworven indien dit in de bijzondere voorwaarden van deze overeenkomst is vermeld.
HOOfDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN
Art. 1 - BEGRIPSOMSCHRIJVING
De begrippen ‘de verzekeringnemer’ en ‘het verzekeringsbewijs’ zoals gedefiniëerd in de begripsomschrijvingen van titel 1 (verplichte burgerrechtelijke aansprakelijkheids- verzekering) zijn ook geldig voor titel 2 (verzekering van de rechtsbijstand).
Voor de toepassing van de verzekering onder deze titel wordt verstaan onder:
VERZEKERDE
a. De verzekeringnemer of, indien de verzekeringnemer een rechtspersoon is, de in de bijzondere voorwaarden aangeduide bestuurder, en elke bij hen inwonende persoon;
b. elke andere persoon dan deze vermeld onder 1.a. hiervoor als eigenaar, houder, gemachtigde bestuurder of toegelaten gratis vervoerde passagier van het beschreven motorrijtuig.
DERDEN
Elke andere persoon dan deze vermeld onder artikel 1.1. van deze titel.
VERZEKERD VOERTUIG
a. Het motorrijtuig en de aanhangwagen omschreven in de bijzondere voorwaarden;
b. de aanhangwagen waarvan de maximum toegelaten massa geen 750 kg overschrijdt en die samen met
het omschreven motorrijtuig in het verkeer wordt gebracht;
c. het motorrijtuig dat aan een derde toebehoort en tot hetzelfde gebruik bestemd is als het omschreven motorrijtuig, wanneer het gedurende een periode die niet langer is dan één kalendermaand het omschreven
motorrijtuig dat tijdelijk onbruikbaar is, vervangt;
d. het motorrijtuig dat aan een derde toebehoort en dat toevallig door een verzekerde vermeld onder artikel 1.a. van deze titel bestuurd wordt.
ARCES
Belgische naamloze verzekerings- vennootschap voor rechtsbijstand, erkend onder het codenummer 1400 (KB van 11.04.1996) voor het beoefenen van ver- zekeringsverrichtingen Rechtsbijstand
(tak 17), waarvan de maatschappelijke zetel zich Xxxxx xxx Xxxxxx 0 X xx X
– 0000 Xxxxx bevindt.
De schadeaangifte, alsmede alle andere mededelingen betreffende een schadegeval, moeten naar ARCES, naar het voorvermelde adres worden gezonden.
SCHADEGEVAL
Een behoefte aan rechtsbijstand die voortvloeit uit een gebeurtenis of omstandigheid waarvan de verzekerde redelijkerwijze moet weten dat zij betwistbaar is.
Schadegevallen die voortspruiten uit hetzij één en dezelfde gebeurtenis hetzij verschillende gebeurtenissen die aan eenzelfde oorzaak te wijten zijn worden als één enkel schadegeval beschouwd. In dat geval wordt elk van de schadegevallen geacht zich te hebben voorgedaan op
het ogenblik waarop het eerste van al die schadegevallen zich heeft voorgedaan.
Art. 2 - WAT IS HET DOEL VAN DEZE RECHTSBIJSTANDSVERZEKERING ?
Deze verzekering heeft tot doel, bij gedekt schadegeval, de juridische belangen van de verzekerde te vrijwaren en hem in staat te stellen zijn rechten te laten gelden, als eiser of verweerder.
De omvang van de dekking en de dekkingslimieten zijn hierna en in de bijzondere voorwaarden omschreven.
Art. 3 - WANNEER MOET EEN SCHADEGEVAL ZICH VOORDOEN OPDAT DEZE VERZEKERING TOEPASSELIJK IS ?
1. Het schadegeval dient zich voor te doen terwijl deze verzekering
van kracht is.
Ze is nochtans niet toepasselijk:
a. in strafzaken, wanneer inbreuk gepleegd werd voor de aanvang van deze verzekering;
b. in burgerlijke zaken, wanneer de gebeurtenis of de omstandigheid die aan de oorsprong ligt van het schadegeval, zich voordeed voor de aanvang van deze verzekering of wanneer de verzekerde het schadegeval kon verwachten
of redelijkerwijze voorzien bij de onderschrijving van deze verzekering.
2. Deze verzekering is eveneens toepasselijk op schadegevallen
die ontstaan ten laatste 6 maanden na de beëindiging van deze overeenkomst voor zover de gebeurtenis of de omstandigheid die aan de oorsprong ligt van het schadegeval zich voordeed terwijl de waarborgen nog van kracht waren.
HOOfDSTUK 2
OMVANG VAN DE DEKKING
Art. 4 - WELKE MATERIES ZIJN GEDEKT ?
Deze verzekering omvat:
1. het burgerlijk verhaal
a. XXXXX verleent rechtsbijstand voor vorderingen tot schadeloosstelling gegrond op een burgerrechtelijke aansprakelijkheid buiten overeenkomst wanneer de verzekerde schade lijdt die het gevolg is van:
- de beschadiging, de vernieling of het verlies van het verzekerd voertuig;
- de beschadiging, de vernieling of het verlies ingevolge een verkeersongeval van zijn persoonlijke zaken die
zich in het verzekerd motorrijtuig bevinden;
- lichamelijke letsels door een verzekerde geleden of het overlijden van een verzekerde, als bestuurder of passagier van het verzekerd voertuig. Wanneer een verzekerde hierboven vermeld onder artikel 1.a. van deze titel overlijdt, wordt deze dekking uitgebreid naar de erfgenamen.
b. Inzake lichamelijke schade, is de waarborg eveneens verworven voor vorderingen tot herstel op basis van:
- de wet inzake arbeidsongevallen;
- artikel 29 bis van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverze- kering inzake motorrijtuigen.
c. De waarborg “burgerrechtelijk verhaal” wordt niet verleend aan de personen vermeld onder artikel 1.b. van deze titel wanneer de aansprakelijkheid van een verzekerde betrokken is.
2. de strafrechtelijke verdediging
ARCES verleent rechtsbijstand wanneer de verzekerde, ingevolge het gebruik van het verzekerd voertuig, vervolgd wordt wegens een overtreding van de wet betreffende
de politie over het wegverkeer of het wegverkeersreglement, met uitsluiting onder meer van de wetten of reglementen houdende voorschriften van technische of sociale aard.
Deze waarborg is eveneens verworven wanneer de verzekerde, ingevolge het gebruik van het verzekerd voertuig, vervolgd wordt wegens onopzettelijke verwondingen of doodslag.
3. de rechtsbijstand “contracten”
ARCES verleent rechtsbijstand voor schadegevallen die verband houden met de herstelling in België door een professioneel hersteller van het verzekerd voertuig vermeld onder artikel 1.3.a. en b. van deze titel,
wanneer die herstelling gebeurde ingevolge een gebeurtenis waarvoor de verzekerde genoten heeft van de waarborg “burgerlijk verhaal” van deze verzekering.
4. de administratieve bijstand
ARCES verleent administratieve bijstand bij het vervullen van de formaliteiten die nodig zijn om een vergoeding te bekomen van het fonds tot Hulp aan de slachtoffers van opzettelijke gewelddaden, wanneer de
verzekerde uit hoofde van deze gewelddaden genoten heeft van de waarborg “burgerlijk verhaal” van deze verzekering.
5. het onvermogen van derden
Wanneer de verzekerde genoten heeft van de waarborg “burgerlijk verhaal” van deze verzekering ingevolge een niet opzettelijke daad, de aansprakelijke derde onvermogend is en zijn onvermogen werd vastgesteld door het mislukken van een procedure van gedwongen tenuitvoerlegging, waarborgt
ARCES aan de verzekerde de betaling van het bedrag dat hem in hoofdsom als vergoeding voor zijn schade werd toegekend door een Belgische rechtbank.
Deze waarborg wordt dus ondermeer niet toegestaan in geval van opzettelijke gewelddaden op personen of goederen,
diefstal of poging tot diefstal, vandalisme en andere opzettelijke feiten, noch wanneer de aansprakelijkheid rust op de bestuurder van het verzekerd voertuig.
Art. 5 - WELKE KOSTEN WORDEN TEN LASTE GENOMEN ?
De bedragen, vrijstellingen en tussenkomstdrempels waarvan sprake is in deze verzekering zijn niet geïndexeerd.
1. De volgende kosten worden ten laste genomen:
a. de kosten en erelonen van de advocaat van de verzekerde, die overeenkomstig de voorwaarden van deze verzekering is aangesteld;
b. de gerechtskosten, met uitsluiting van de gerechtskosten in strafzaken, en de kosten van één procedure van tenuitvoerlegging;
c. de kosten van gerechtelijke of buitengerechtelijke expertise, noodzakelijk voor de verdediging van de belangen van de verzekerde;
d. de verplaatsings- en verblijfkosten wanneer de persoonlijke verschijning van de verzekerde voor een buitenlands Hof of rechtbank wettelijk vereist is of bevolen wordt, in de mate dat zij op een redelijke wijze werden uitgegeven.
De terugbetaling van de verplaatsings- kosten mag niet meer bedragen dan het
laagste bedrag dat zou vereist zijn voor de verplaatsing per spoor of per schip in eerste klasse, of de verplaatsing per vliegtuig in economische of gelijkwaardige klasse. De terugbetaling van de verblijfkosten is beperkt tot de prijs van overnachting inclusief ontbijt.
In de mate van het mogelijke worden deze kosten rechtstreeks betaald zonder dat de verzekerde ze dient voor te schieten. Indien deze echter BTW-plichtig is, wordt deze belasting slechts ten laste genomen in de mate dat ze niet terugvorderbaar is.
2. Worden niet ten laste genomen:
a. de kosten en erelonen die het gevolg zijn van opdrachten die gegeven werden voor de aangifte van het schadegeval of zonder overleg met ARCES, tenzij blijkt dat zij ten aanzien van de aangiftedatum dringend noodzakelijk waren of betrekking hadden op dringende bewarende maatregelen;
b. de boetes, opdeciemen, transacties met het openbaar ministerie en de bedragen in hoofdsom en bijkomende bedragen waartoe de verzekerde zou veroordeeld worden, waarmee onder meer gelijk- gesteld worden de bijdragen tot de speciaal bij wet opgerichte fondsen;
c. de kosten vermeld onder artikel 5.1. van deze titel, wanneer het litigieus bedrag in hoofdsom niet meer bedraagt dan 200 EUR;
d. de kosten en erelonen verbonden aan een procedure van tenuitvoerlegging wanneer een termijn van 5 jaar na het betekenen van de uitvoerbare titel is verstreken;
e. de kosten en erelonen van het advies van een advocaat bij het Hof van Cassatie of van een procedure voor dit Hof, wanneer het bedrag in hoofdsom niet meer bedraagt dan 1.250 EUR;
f. de kosten en erelonen voor procedures voor internationale of supranationale gerechtshoven.
3. Subrogatie
Tot het bedrag van onze tegemoetkoming worden we in de plaats gesteld in de rechten die u tegenover derden kunt doen gelden. De indeplaatsstelling omvat onder meer de vergoedingen van rechtspleging en, in de
mate van hun terugvorderbaarheid, de kosten en erelonen van advocaten en experts.
4. Recuperatie van kosten en honoraria
In geval van fraude door de verzekering- nemer (bij de onderschrijving van het contract of naar aanleiding van een ongeval) of een verzekerde (in geval van ongeval) heeft de maatschappij het recht om van de veroorzaker van de fraude de
verschillende kosten verbonden aan deze fraude (opening van dossier, briefwisseling, enquêtes, expertises) te recupereren, alsook de honoraria en advocaatkosten die ze heeft veroorzaakt en die noodzakelijk zijn voor de recuperatie van de vergoedingen die betaald werden, evenals de kosten veroorzaakt om zich te verdedigen ten opzichte van de eiser- fraudeur.
Art. 6 - TOT WELK BEDRAG IS ER TUSSENKOMST ?
1. Verzekerde bedragen
a. De kosten vermeld onder artikel 5.1. van deze titel zijn verzekerd tot maximaal
12.500 EUR. Voor de rechtsbijstand “contracten” zijn de kosten vermeld onder artikel 5.1. verzekerd tot maximaal
6.250 EUR.
b. De kosten van buitengerechtelijke expertise auto worden ten laste genomen tot maximaal 350 EUR. Dit bedrag is begrepen in het verzekerd bedrag vermeld onder artikel 6.1.a.
c. De vergoeding bij onvermogen van derden bedraagt maximaal 6.250 EUR.
2. De verzekerde bedragen vermeld onder artikel 6.1. gelden per
schadegeval en ongeacht het aantal betrokken verzekerden in dit schadegeval.
Indien meerdere verzekerden betrokken zijn in eenzelfde schadegeval dient de verzeke- ringnemer te bepalen welke voorrang er bij de uitputting van het verzekerd bedrag door ARCES moet verleend worden aan elk van de verzekerden.
Art. 7 - WAAR GELDT DE DEKKING ?
Voor zover niet anders is bepaald geldt de dekking voor alle landen vermeld en
gevalideerd op het verzekeringsbewijs van het verzekerd voertuig.
Art. 8 - WAT ZIJN DE UITSLUITINGEN ?
1. De waarborg wordt niet verleend aan verzekerde personen, andere
dan de verzekeringnemer, wanneer zij rechten kunnen laten gelden ofwel tegen elkaar, ofwel tegen de verzekeringnemer. In afwijking wordt de waarborg “burgerlijk verhaal” evenwel verleend aan de personen vermeld onder artikel 1.a. van deze titel
wanneer de schade ten laste genomen wordt door een verzekeraar burgerrechtelijke aansprakelijkheid, behalve indien een andere in artikel 1.a. van deze titel vermelde persoon, wiens aansprakelijkheid in het gedrang komt, zich ertegen verzet omdat verhaalsrecht zou kunnen uitgeoefend
worden door de verzekeraar burgerrechtelijke aansprakelijkheid.
2. De waarborg is niet toepasselijk:
a. op schadegevallen die betrekking hebben op schade veroorzaakt door:
- oorlog of gelijkaardige feiten en door burgeroorlog;
- oproer, stakingen, lock-out of collectieve (politieke of ideologische) gewelddaden, behalve indien de verzekerde bewijst dat hij er zelf niet actief aan deelnam;
- wapens of tuigen die bestemd zijn om te ontploffen door
structuurwijziging van de atoomkern;
- een nucleaire brandstof, een radioactief product, radio-actief afval of een bron van ioniserende stralingen;
b. op schadegevallen die het gevolg zijn van een opzettelijk feit gepleegd door een verzekerde of van één van de volgende gevallen van grove schuld: rijden in staat van dronkenschap of in een gelijkaardige toestand die het gevolg is van het gebruik van producten andere dan alcoholische dranken;
c. op schadegevallen die het gevolg zijn van twisten, vechtpartijen, weddenschappen of uitdagingen, behalve wanneer de verzekerde bewijst dat hij er niet actief aan heeft deelgenomen en dat hij er noch een uitdager, noch een aanstoker van was;
d. op geschillen in verband met deze verzekering;
e. op de verdediging van belangen van derden of van belangen aan de verzekerde overgedragen door afstand van betwiste rechten of conventionele subrogatie;
f. op schadegevallen die het gevolg zijn van deelname aan een snelheids-, regelmatigheids- of behendigheidsritten of -wedstrijden of de training daartoe;
g. wanneer het verzekerd voertuig opgeëist is.
3. De waarborg is bovendien niet toepasselijk in de onderstaande
omstandigheden tenzij de verzekerde kan bewijzen dat er geen oorzakelijk verband bestaat tussen deze omstandigheden en het schadegeval:
a. wanneer het voertuig bestuurd wordt door een persoon die niet voldoet aan de wettelijk vereiste voorwaarden om te mogen sturen;
b. wanneer het voertuig niet geldig is verzekerd of niet voldoet aan de vereisten van de technische controle.
HOOfDSTUK 3 SCHADEGEVALLEN
Art. 9 - WAT DIENT DE VERZEKERDE TE DOEN BIJ SCHADEGEVAL ?
1. Het schadegeval aangeven De verzekerde dient het schadegeval
schriftelijk aan ARCES aan te geven binnen
de kortst mogelijke termijn nadat hij er kennis van kreeg. De aangifte dient plaats, datum, oorzaak, omstandigheden en gevolgen van het schadegeval te vermelden, alsook de naam van de maatschappij en het nummer van deze verzekeringsovereenkomst.
2. Actief meewerken aan een vlotte schaderegeling
a. De verzekerde dient ARCES binnen de kortst mogelijke tijd alle documenten (gerechtelijke of buitengerechtelijke akten, briefwisseling en contracten) in verband met het schadegeval en alle bewijsstukken in verband met zijn eis over te maken.
b. De verzekerde dient ARCES zonder verwijl alle nuttige inlichtingen
te verschaffen en op alle vragen te antwoorden die hem worden gesteld.
c. De verzekerde zal ARCES alle mede- werking verlenen om het beheer van zijn schadedossier te vergemakkelijken, de gevolgen van het schadegeval te voorkomen of te beperken en noch
maatregelen noch schikkingen te treffen, zonder vooraf met ARCES te overleggen.
3. Wat gebeurt er indien de verzekerde deze verplichtingen niet naleeft?
a. Ingeval de verzekerde één van voormelde verplichtingen niet naleeft, draagt hij zelf de gevolgen hiervan en de hieruit voortvloeiende bijkomende kosten en erelonen.
b. Ingeval van valse aangifte, bedrieglijke verzwijging of wanneer de verzekerde opzettelijk de bij schadegeval opgelegde verplichtingen niet nakomt, is hij vervallen van alle recht op waarborg
en gehouden tot terugbetaling van de gemaakte kosten.
Art. 10 - HOE WORDT HET SCHADEGEVAL GEREGELD ?
1. Beheer van het dossier
XXXXX onderzoekt samen met de verzekerde de aan te wenden middelen om tot een oplossing te komen. ARCES licht hem in over de omvang van zijn rechten en de wijze waarop hij die kan laten gelden. ARCES streeft een minnelijke regeling na en zal, indien nodig, een gerechtelijke procedure inspannen.
2. Vrije keuze van advocaat of expert
a. Wanneer moet worden overgegaan tot een gerechtelijke of administratieve procedure of telkens als er zich een belangenconflict tussen de verzekerde en ARCES voordoet, mag de verzekerde een advocaat of ieder ander persoon die de vereiste kwalificaties heeft krachtens de op de procedure toepasselijke wet,
kiezen om zijn belangen te verdedigen, te vertegenwoordigen of te behartigen.
Wanneer hij een advocaat kiest die niet ingeschreven is aan de balie van het rechtsgebied van het Hof van Beroep waar de zaak moet gepleit worden, draagt hijzelf de daaruit voortvloeiende bijkomende kosten en erelonen.
Indien hij beslist van advocaat te veranderen, worden slechts de kosten en erelonen ten laste genomen die zouden voortvloeien uit de tussenkomst van één enkele advocaat.
b. Wanneer het nodig is een expert aan te stellen, heeft de verzekerde de mogelijkheid deze vrij te kiezen.
Indien hij een expert kiest, werkzaam in een andere provincie (of in een ander buitenlands administratief gebied overeenkomend met een provincie) dan deze waar de opdracht moet worden uitgevoerd, draagt hijzelf de daaruit voortvloeiende bijkomende kosten en erelonen.
Indien hij beslist van expert te veranderen, worden slechts de kosten en erelonen ten laste genomen die zouden voortvloeien uit de tussenkomst van één enkele expert.
c. Indien ARCES meent dat de kosten en erelonen van de door de verzekerde gekozen advocaat, deurwaarder en/of expert overdreven hoog zijn, verbindt
de verzekerde er zich toe op verzoek van XXXXX, de tuchtrechtelijke overheid waarvan die personen afhangen of
de bevoegde rechtbank te vragen, de bedragen vast te stellen.
3. Objectiviteitsclausule
ARCES kan de dekking weigeren voor rechtsvorderingen of het aanwenden van rechtsmiddelen wanneer zij meent dat het standpunt van de verzekerde niet te
verdedigen is of niet voldoende kansen op welslagen heeft of wanneer een voorgestelde minnelijke schikking redelijk is.
In geval van verschil van mening hierover en na bekendmaking door ARCES van haar standpunt of van haar weigering om de stelling van de verzekerde te volgen, mag deze laatstgenoemde de advocaat die zich
reeds bezighoudt met de zaak, of bij gebreke hiervan, een advocaat van zijn keuze, raad- plegen.
Indien deze advocaat het standpunt van ARCES bevestigt, wordt aan de verzekerde de helft terugbetaald van de kosten en erelonen van deze raadpleging. Indien de verzekerde tegen het advies van deze advocaat op zijn kosten een procedure begint of voortzet
en een beter resultaat bekomt dan indien hij het standpunt van ARCES zou hebben gevolgd, is ARCES gehouden waarborg te verlenen en de kosten en erelonen van de
raadpleging terug te betalen die ten laste van de verzekerde zouden zijn gebleven.
In alle gevallen verbindt de verzekerde zich er toe, ARCES op de hoogte te houden van de evolutie van het dossier.
Indien de geraadpleegde advocaat de stelling van de verzekerde bevestigt, is ARCES, ongeacht de afloop van de procedure, ertoe gehouden de waarborg te verlenen met inbegrip van de kosten en erelonen van de raadpleging.
4. Klachten
Met klachten die betrekking hebben op ons kunt u zich schriftelijk tot ons richten via uw gebruikelijke tussenpersonen. Indien
u geen bevredigend antwoord krijgt, kunt u zich richten tot de Ombudsman van de Verzekeringen, de Meeûsplantsoen 35 te 0000 Xxxxxxx.
HOOfDSTUK 4 ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN
I.V.M. DEZE VERZEKERING
Art. 11 - WAT ZIJN DE ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN VAN DEZE VERZEKERING ?
De waarborg is slechts verworven na betaling van de eerste premie.
De hiernavolgende artikels van de algemene voorwaarden van titel 1 “verplichte burger- rechtelijke aansprakelijkheidsverzekering” van het verzekerd voertuig zijn van toepassing op de verzekering rechtsbijstand (titel 2), in de mate waarin ze niet onverenigbaar zijn met de hiervoor beschreven bepalingen die eigen zijn aan deze titel:
a. artikels 9 en 10 van hoofdstuk 2 (beschrijving en wijziging van het risico
- mededeling van de verzekeringnemer);
b. artikels 12 en 13 van hoofdstuk 3 (betaling van de premie);
c. artikel 14 van hoofdstuk 4 (mededelingen en kennisgevingen);
d. artikel 15 van hoofdstuk 5 (wijziging van de verzekeringsvoorwaarden en het tarief );
e. artikels 26, 27, 28, 29, 30, 31, 32,
33, 34 en 35 van hoofdstuk 8 (duur
- vernieuwing - schorsing - einde van de overeenkomst);
f. artikel 42 van hoofdstuk 14 (domiciliëring en klachten).
Als één van de partijen de waarborg van deze titel opzegt, kan de andere partij het contract in zijn geheel opzeggen.
Art. 12 - MANDAAT
ARCES N.V., verstrekt aan VIVIUM een algemene volmacht om de
rechtsbijstandcontracten te onderschrijven en uit te geven, de premies te innen
en desgevallend de opzegging van deze contracten op zich te nemen.
TITEL 2.2 - RECHTSBIJSTAND - STANDAARDFORMULE
HOOfDSTUK 1 GEMEENSCHAPPELIJKE BEPALINGEN
De verzekering onder deze titel is alleen verworven indien dit in de bijzondere voorwaarden van de polis is vermeld.
Art. 1 - BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN
De begrippen “de verzekeringnemer” en “het verzekeringsbewijs” zoals gedefiniëerd in de begripsomschrijvingen van titel I (verplichte burgerrechtelijke aansprakelijkheids- verzekering) zijn ook geldig voor titel II (verzekering van de rechtsbijstand).
Voor de toepassing van deze verzekering wordt verstaan onder:
VERZEKERDE
a. De verzekeringnemer of, indien de verzekeringnemer een rechtspersoon is, de in de bijzondere voorwaarden aangeduide bestuurder en elke bij hen inwonende persoon;
b. elke andere persoon dan deze vermeld onder 1.a als eigenaar, houder, gemachtigde bestuurder of toegelaten gratis vervoerde passagier van het beschreven motorrijtuig.
DERDE
Elke andere persoon dan deze vermeld onder artikel 1. van deze titel.
VERZEKERD VOERTUIG
a. Het motorrijtuig en de aanhangwagen beschreven in de bijzondere voorwaarden;
b. de aanhangwagen waarvan de maximum toegelaten massa geen 750 kg overschrijdt en die samen met
het beschreven motorrijtuig in het verkeer wordt gebracht;
c. het motorrijtuig dat aan een derde toebehoort en tot hetzelfde gebruik bestemd is als het beschreven motorrijtuig, wanneer het gedurende een periode die niet langer is dan één kalendermaand het beschreven
motorrijtuig dat tijdelijk onbruikbaar is, vervangt;
d. het motorrijtuig dat aan een derde toebehoort en dat toevallig door een persoon vermeld onder 1.a. van deze titel bestuurd wordt.
ARCES
Belgische naamloze verzekerings- vennootschap voor rechtsbijstand, erkend onder het codenummer 1400 (KB van 11.04.1996) voor het beoefenen van ver- zekeringsverrichtingen Rechtsbijstand (tak 17), waarvan de maatschappelijke zetel zich Route des Canons 2 B te B
– 5000 Namen bevindt.
De schadeaangifte, alsmede alle andere mededelingen betreffende een
schadegeval, moeten naar ARCES, op het voorvermelde adres worden gezonden.
SCHADEGEVAL
Een behoefte aan rechtsbijstand die voortvloeit uit een gebeurtenis of omstandigheid waarvan de verzekerde redelijkerwijze moet weten dat zij litigieus is.
Schadegevallen die voortspruiten uit, hetzij één en dezelfde gebeurtenis, hetzij verschillende gebeurtenissen die aan eenzelfde oorzaak te wijten zijn, worden als één enkel schadegeval aangezien. In dat geval wordt elk van de schadegevallen geacht zich te hebben voorgedaan op
het ogenblik waarop het eerste van al die schadegevallen zich heeft voorgedaan.
Art. 2 - WAT IS HET DOEL VAN DEZE VERZEKERING ?
Deze verzekering heeft tot doel, bij gedekt schadegeval, de juridische belangen van de verzekerde te vrijwaren en hem in staat te stellen zijn rechten te laten gelden, als eiser of verweerder.
De omvang van de dekking en de dekkingslimieten zijn hierna en in de bijzondere voorwaarden omschreven.
Art. 3 - WANNEER MOET EEN SCHADEGEVAL ZICH VOORDOEN OPDAT DEZE VERZEKERING TOEPASSELIJK IS ?
1. Het schadegeval moet zich voordoen terwijl deze verzekering van kracht is.
Ze is nochtans niet toepasselijk:
- in strafzaken, wanneer inbreuk gepleegd werd voor de aanvang van deze verzekering;
- in burgerlijke zaken, wanneer de gebeurtenis of de omstandigheid die aan de oorsprong ligt van het schadegeval zich voordeed voor de aanvang van
deze verzekering en de verzekerde het schadegeval kon verwachten of redelijkerwijze voorzien bij de
onderschrijving van deze verzekering.
2. Deze verzekering is eveneens toepasselijk op schadegevallen
die ontstaan ten laatste 6 maanden na de beëindiging van deze overeenkomst, voor zover de gebeurtenis of de omstandigheid die aan de oorsprong ligt van het schadegeval zich voordeed terwijl de waarborgen nog van kracht waren.
HOOfDSTUK 2
OMVANG VAN DE DEKKING
Art. 4 - WELKE MATERIES ZIJN GEDEKT ?
Deze verzekering omvat:
1. het burgerlijk verhaal
a. XXXXX verleent rechtsbijstand voor vorderingen tot schadeloosstelling gegrond op een burgerrechtelijke aansprakelijkheid buiten overeenkomst wanneer de verzekerde schade lijdt die het gevolg is van:
- de beschadiging, de vernieling of het verlies van het verzekerd voertuig;
- de beschadiging, de vernieling of het verlies ingevolge een verkeers- ongeval van zijn persoonlijke zaken
die zich in het verzekerd motorrijtuig bevinden;
- lichamelijke letsels door een verzekerde geleden of het overlijden van een verzekerde, als bestuurder of passagier van het verzekerd voertuig. Wanneer een verzekerde persoon hierboven vermeld onder artikel
1.a. van deze titel overlijdt, wordt deze dekking uitgebreid naar de erfgenamen.
b. Inzake lichamelijke schade waarvan sprake in punt 1.a., derde streep hierboven is de waarborg eveneens verworven voor vorderingen tot herstel op basis van:
- de wet inzake arbeidsongevallen;
- artikel 29bis van de wet van
21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverze- kering inzake motorrijtuigen.
c. De waarborg “burgerlijk verhaal” wordt niet verleend aan de personen vermeld onder artikel 1.1.b. van deze titel, wanneer de aansprakelijkheid van een verzekerde betrokken is.
2. de strafrechtelijke verdediging
ARCES verleent rechtsbijstand wanneer de verzekerde, ingevolge het gebruik van het verzekerd voertuig, vervolgd wordt wegens een overtreding van de wet betreffende
de politie over het wegverkeer of het wegverkeersreglement, met uitsluiting o.m. van de wetten of reglementen houdende voorschriften van technische of sociale aard. De waarborg is eveneens verworven wanneer de verzekerde, ingevolge het gebruik van het verzekerde voertuig, vervolgd wordt wegens onopzettelijke verwondingen of doodslag.
3. de burgerlijke verdediging
a. ARCES verdedigt de verzekerde tegen vorderingen tot schadeloosstelling gegrond op zijn burgerrechtelijke aansprakelijkheid wanneer de verzekeraar burgerrechtelijke aansprakelijkheid
een verhaalsvordering tegen hem kan uitoefenen.
b. Deze waarborg wordt niet verleend aan de personen vermeld onder artikel 1.b. van deze titel.
4. de rechtsbijstand “contracten”
a. XXXXX verleent rechtsbijstand voor schadegevallen die verband houden:
- met rechten ontstaan uitverzeke- ringscontracten in verband met het verzekerd voertuig afgesloten bij een door de Commissie voor
Bank, financie- en Assurantiewezen erkende verzekeringsmaatschappij;
- met een contract van onderhoud of herstelling van het verzekerd voertuig gesloten met een professioneel hersteller;
- met de verkoopswaarborgen toegestaan door de constructeur, de concessiehouder of professionele
verkoper van het verzekerd voertuig;
- met één van de volgende contracten van dienstverlening in verband
met het verzekerd voertuig: brandstofbevoorrading, parking, carwash en stalling door een garagist- hersteller en het slepen, takelen of het vervoer door een professionele transportdienst;
- met de verhaalsvordering tegen de verzekerde, van de verzekeraar
burgerrechtelijke aansprakelijkheid van het verzekerd voertuig.
Voor de toepassing van de waarborgen hierboven beschreven onder a., streepje één tot en met vier, worden het vervangingsmotorrijtuig en het toevallig bestuurd motorrijtuig niet gelijkgesteld met het verzekerd voertuig.
b. Deze waarborg wordt niet verleend aan de personen vermeld onder artikel 1.b. van deze titel.
5. de administratieve bijstand
ARCES verleent administratieve bijstand bij het vervullen van de formaliteiten die nodig zijn om een vergoeding te bekomen van het fonds tot Hulp aan de slachtoffers van opzettelijke gewelddaden, wanneer de
verzekerde uit hoofde van deze gewelddaden genoten heeft van de waarborg “burgerlijk verhaal” van deze verzekering.
6. het onvermogen van derden
Wanneer de verzekerde genoten heeft van de dekking “burgerlijk verhaal” van deze verzekering ingevolge een niet
opzettelijke daad, en de aansprakelijke derde onvermogend is en zijn onvermogen werd
vastgesteld door het mislukken van een procedure van gedwongen tenuitvoerlegging, waarborgt ARCES aan de verzekerde de betaling van het bedrag dat hem in hoofdsom als vergoeding voor zijn schade door een rechtbank van een lidstaat van de Europese Unie of door een Zwitserse of Noorse rechtbank werd toegekend.
Deze waarborg wordt dus ondermeer niet toegestaan ingeval van opzettelijke gewelddaden op personen of goederen,
diefstal of poging tot diefstal, vandalisme en andere opzettelijke feiten, noch wanneer de aansprakelijkheid rust op de bestuurder van het verzekerd voertuig.
Art. 5 - WELKE KOSTEN WORDEN TEN LASTE GENOMEN ?
De bedragen, vrijstellingen en tussenkomstdrempels waarvan sprake is in deze verzekering zijn niet geïndexeerd.
1. De volgende kosten worden ten laste genomen:
a. de kosten en erelonen van de advocaat van de verzekerde, die overeenkomstig de voorwaarden van deze verzekering is aangesteld;
b. de gerechtskosten, inbegrepen de gerechtskosten in strafzaken, en de kosten van één procedure van tenuit- voerlegging;
c. de kosten van gerechtelijke of buiten- gerechtelijke expertise, noodzakelijk voor de verdediging van de belangen van de verzekerde;
d. de verplaatsings- en verblijfkosten wanneer de persoonlijke verschijning van de verzekerde voor een buitenlands Hof of rechtbank wettelijk vereist is of bevolen wordt, in de mate dat zij op een redelijke wijze werden uitgegeven.
De terugbetaling van de verplaatsingskosten mag niet meer bedragen dan het laagste bedrag dat zou vereist zijn voor de verplaatsing per spoor of per schip in eerste klasse, of de verplaatsing per vliegtuig in economische of gelijkwaardige klasse. De terugbetaling van de verblijfkosten is beperkt tot de prijs van overnachting inclusief ontbijt.
In de mate van het mogelijke worden deze kosten rechtstreeks betaald zonder dat de verzekerde ze dient voor te schieten. Indien deze echter BTW-plichtig is, wordt deze belasting slechts ten laste genomen in de mate dat ze niet terugvorderbaar is.
2. Worden niet ten laste genomen:
a. de kosten en erelonen die het gevolg zijn van opdrachten die gegeven werden voor de aangifte van het schadegeval of zonder overleg met ARCES, tenzij blijkt dat zij
dringend noodzakelijk waren t.a.v. de aangiftedatum of betrekking hadden op dringende bewarende maatregelen;
b. de boetes, opdeciemen, transacties met het openbaar ministerie en de bedragen in hoofdsom en bijkomende bedragen waartoe de verzekerde zou veroordeeld worden, waarmee o.m. gelijkgesteld worden de bijdragen tot de speciaal bij wet opgerichte fondsen;
c. de kosten vermeld onder artikel 5.1. van deze titel wanneer het litigieus bedrag in hoofdsom niet meer bedraagt dan
200 EUR;
d. de kosten en erelonen verbonden aan een procedure van tenuitvoerlegging wanneer een termijn van 5 jaar na het betekenen van de uitvoerbare titel is verstreken;
e. de kosten en erelonen van het advies van een advocaat bij het Hof van Cassatie of van een procedure voor dit Hof, wanneer het bedrag in hoofdsom niet meer bedraagt dan 1.250 EUR;
f. de kosten en erelonen in verband met procedures voor internationale of supranationale gerechtshoven.
3. Subrogatie
Tot het bedrag van onze tegemoetkoming worden we in de plaats gesteld in de rechten die u tegenover derden kunt doen gelden. De indeplaatsstelling omvat onder meer de vergoedingen van rechtspleging en, in de
mate van hun terugvorderbaarheid, de kosten en erelonen van advocaten en experts.
Art. 6 - TOT WELK BEDRAG IS ER TUSSENKOMST ?
1. Verzekerde bedragen:
a. de kosten vermeld onder artikel 5.1. van deze titel zijn verzekerd tot maximaal
37.200 EUR. Voor de rechtsbijstand “contracten” zijn de kosten vermeld onder artikel 5.1. verzekerd tot maximaal
6.250 EUR;
b. de kosten van buitengerechtelijke expertise auto worden ten laste genomen tot maximaal 350 EUR.
Dit bedrag is begrepen in het verzekerd bedrag vermeld onder artikel 6.1.a.;
c. de vergoeding bij onvermogen van derden waarvan sprake in artikel 4.6 bedraagt maximaal 6.250 EUR.
2. De verzekerde bedragen vermeld onder artikel 6.1. gelden per
schadegeval en ongeacht het aantal betrokken verzekerden in het schadegeval.
Indien meerdere verzekerden betrokken zijn in eenzelfde schadegeval dient de verzeke-
ringnemer te bepalen welke voorrang er bij de uitputting van de verzekerde bedragen door ARCES moet verleend worden aan elk van de verzekerden.
Art. 7 - WAAR GELDT DE DEKKING ?
Voor zover niet anders is bepaald geldt de dekking voor alle landen vermeld en
gevalideerd op het verzekeringsbewijs van het verzekerd voertuig.
Voor de rechtsbijstand “contracten” geldt de dekking in de Europese Unie, Zwitserland en Noorwegen.
Art. 8 - WAT ZIJN DE UITSLUITINGEN ?
1. De waarborg wordt niet verleend aan verzekerde personen, andere dan
de verzekeringnemer, wanneer zij rechten kunnen laten gelden ofwel tegen elkaar, ofwel tegen de verzekeringnemer. In afwijking wordt de waarborg “burgerlijk verhaal” evenwel verleend aan de personen vermeld onder artikel 1.a., wanneer de schade ten laste genomen wordt door een verzekeraar burgerrechtelijke aansprakelijkheid, behalve indien een andere in artikel 1.a. vermelde persoon, wiens aansprakelijkheid in het gedrang komt, zich ertegen verzet omdat verhaalsrecht zou kunnen uitgeoefend worden door de verzekeraar burgerrechtelijke aansprakelijkheid.
2. De waarborg is niet toepasselijk:
a. op schadegevallen die betrekking hebben op schade veroorzaakt door:
- oorlog of gelijkaardige feiten en door burgeroorlog;
- oproer, stakingen, lock-out of collectieve (politieke of ideologische) gewelddaden, behalve indien de verzekerde bewijst dat hij er zelf niet actief aan deelnam;
- wapens of tuigen die bestemd zijn om te ontploffen door structuur- wijziging van de atoomkern;
- een nucleaire brandstof, een radioactief product, radioactief afval of een bron van ioniserende stralingen;
b. op schadegevallen die het gevolg zijn van een door de verzekerde gepleegd opzettelijk feit;
c. op schadegevallen die het gevolg zijn van twisten, vechtpartijen, weddenschappen of uitdagingen, behalve wanneer de verzekerde bewijst dat hij er niet actief aan deelnam en dat hij er noch een uitdager, noch een aanstoker van was;
d. op schadegevallen die het gevolg zijn van inbreuken op de wetten,
besluiten, decreten, verordeningen en/of reglementen, houdende voorschriften van technische of sociale aard inzake het goederentransport of het bezoldigd personenvervoer;
e. op geschillen in verband met deze verzekering;
f. op de verdediging van belangen van derden of van belangen aan de verzekerde overgedragen door afstand van betwiste rechten of conventionele subrogatie;
g. op schadegevallen die het gevolg zijn van deelname aan snelheids-, regelmatig- heids- of behendigheidsritten of
-wedstrijden of de training daartoe.
3. De waarborg is bovendien niet toepasselijk in de onderstaande
omstandigheden tenzij u kan bewijzen dat er geen oorzakelijk verband bestaat tussen deze omstandigheden en het schadegeval of dat u niet op de hoogte was of redelijkerwijze niet op de hoogte kon zijn van deze omstandig- heden:
a. wanneer het voertuig bestuurd wordt door een persoon die niet voldoet aan de wettelijke voorwaarden om te mogen sturen;
b. wanneer het voertuig niet geldig verzekerd is of niet voldoet aan de vereisten van de technische controle.
HOOfDSTUK 3 SCHADEGEVALLEN
Art. 9 - WAT DIENT DE VERZEKERDE TE DOEN BIJ SCHADEGEVAL ?
1. Het schadegeval aangeven De verzekerde dient het schadegeval
schriftelijk aan ARCES aan te geven binnen
de kortst mogelijke tijd nadat hij er kennis van kreeg. De aangifte dient plaats, datum, oorzaak, omstandigheden en gevolgen van het schadegeval te vermelden, alsook de naam van de maatschappij en het nummer van deze verzekeringsovereenkomst.
2. Actief meewerken aan een vlotte schaderegeling
a. De verzekerde dient ARCES binnen de kortst mogelijke tijd alle documenten in verband met het schadegeval (gerechtelijke of buitengerechtelijke akten, briefwisseling en contracten) en
alle bewijsstukken in verband met zijn eis over te maken.
b. De verzekerde dient ARCES zonder verwijl alle nuttige inlichtingen
te verstrekken en alle vragen te beantwoorden die hem worden gesteld.
c. De verzekerde zal ARCES alle mede-
werking verlenen om het beheer van zijn schadedossier te vergemakkelijken, de gevolgen van het schadegeval voorkomen of beperken en noch maatregelen noch schikkingen treffen, zonder vooraf met ARCES te overleggen.
3. Wat gebeurt er indien de verzekerde deze verplichtingen niet naleeft?
a. In geval de verzekerde één van voormelde verplichtingen niet naleeft, draagt hij
zelf de gevolgen hiervan en de hieruit voortvloeiende bijkomende kosten en erelonen.
b. In geval van valse aangifte, bedrieglijke verzwijging of wanneer de verzekerde opzettelijk de bij schadegeval opgelegde verplichtingen niet nakomt, is hij vervallen van alle recht op waarborg
en gehouden tot terugbetaling van de gemaakte kosten.
Art. 10 - HOE WORDT HET SCHADEGEVAL GEREGELD ?
1. Beheer van het dossier
XXXXX onderzoekt samen met de verzekerde de aan te wenden middelen om tot een oplossing te komen. ARCES licht hem in over de omvang van zijn rechten en de wijze waarop hij die kan laten gelden. ARCES streeft een minnelijke regeling na en zal, indien nodig, een gerechtelijke procedure inspannen.
2. Vrije keuze van advocaat of expert
a. Wanneer moet worden overgegaan tot een gerechtelijke of administratieve procedure of telkens als er zich een belangenconflict tussen de verzekerde en ARCES voordoet, mag de verzekerde een advocaat of ieder ander persoon die de vereiste kwalificaties heeft krachtens de op de procedure toepasselijke wet,
kiezen om zijn belangen te verdedigen, te vertegenwoordigen of te behartigen.
Indien hij een advocaat kiest die niet ingeschreven is aan de Balie van het rechtsgebied van het Hof van Beroep waar de zaak moet gepleit worden, draagt hij zelf de daaruit voortvloeiende bijkomende kosten en erelonen.
Indien hij beslist van advocaat te veranderen, worden slechts de kosten en erelonen ten laste genomen die zouden voortvloeien uit de tussenkomst van één enkele advocaat.
b. Wanneer het nodig is een expert aan te stellen, heeft de verzekerde de mogelijk- heid deze vrij te kiezen.
Indien hij een expert kiest, werkzaam in een andere provincie (of in een ander buitenlands administratief gebied
overeenkomend met een provincie) dan deze waar de opdracht moet worden uitgevoerd, draagt hij zelf de daaruit voortvloeiende bijkomende kosten en erelonen.
Indien hij beslist van expert te veranderen, worden slechts de kosten en erelonen ten laste genomen die zouden voortvloeien uit de tussenkomst van één enkele expert.
c. Indien ARCES meent dat de kosten en erelonen van de door de verzekerde gekozen advocaat, deurwaarder en/of expert overdreven hoog zijn, verbindt
de verzekerde er zich toe op verzoek van XXXXX, de tuchtrechtelijke overheid waarvan die personen afhangen of de bevoegde rechtbank te vragen, deze bedragen vast te stellen.
3. Objectiviteitclausule
ARCES kan de dekking weigeren voor rechtsvorderingen of het aanwenden van rechtsmiddelen wanneer zij meent dat het standpunt van de verzekerde niet te
verdedigen is of niet voldoende kansen op welslagen heeft of wanneer een voorgestelde minnelijke schikking redelijk is.
In geval van verschil van mening hierover en na bekendmaking door ARCES van haar standpunt of haar weigering om de stelling van de verzekerde te volgen, mag laatstgenoemde de advocaat die zich reeds bezighoudt met de zaak, of bij gebreke hiervan, een advocaat van zijn keuze, raadplegen.
Indien deze advocaat het standpunt van ARCES bevestigt, wordt aan de verzekerde de helft terugbetaald van de kosten en erelonen van deze raadpleging. Indien de verzekerde tegen het advies van deze advocaat op zijn kosten een procedure begint of voortzet
en een beter resultaat bekomt dan indien hij het standpunt van ARCES zou hebben gevolgd, is ARCES gehouden waarborg te verlenen en de kosten en erelonen van de
raadpleging terug te betalen die ten laste van de verzekerde zouden zijn gebleven.
In alle gevallen verbindt de verzekerde er zich toe, ARCES op de hoogte te houden van de evolutie van het dossier.
Indien de geraadpleegde advocaat de stelling van de verzekerde bevestigt, is ARCES, ongeacht de afloop van de procedure, ertoe gehouden de waarborg te verlenen met inbegrip van de kosten en erelonen van de raadpleging.
4. Klachten
Met klachten die betrekking hebben op ons kunt u zich schriftelijk tot ons richten via uw gebruikelijke tussenpersonen. Indien
u geen bevredigend antwoord krijgt, kunt
u zich richten tot de Ombudsman van de Verzekeringen, de Meeûsplantsoen 35 te 0000 Xxxxxxx.
HOOfDSTUK 4 ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN
I.V.M. DEZE VERZEKERING
Art. 11 - WELKE ZIJN DE
ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN VAN DE VERZEKERING ?
De waarborg is slechts verworven na betaling van de eerste premie.
De hiernavolgende artikels van de algemene voorwaarden van titel I “verplichte burgerrechtelijke aansprakelijkheids- verzekering” van het verzekerd voertuig
zijn van toepassing op de verzekering rechtsbijstand (titel II), in de mate waarin ze niet onverenigbaar zijn met de hiervoor
beschreven bepalingen die eigen zijn aan deze titel:
a. artikels 9 en 10 van hoofdstuk II (beschrijving en wijziging van het risico
– mededeling van de verzekeringnemer);
b. artikels 12 en 13 van hoofdstuk III (betaling van de premie);
c. artikel 14 van hoofdstuk IV (mededelingen en kennisgevingen);
d. artikel 15 van hoofdstuk V (wijziging van de verzekeringsvoorwaarden en het tarief );
e. artikels 26, 27, 28, 29, 30, 31, 32, 33,
34 en 35 van hoofdstuk VIII (duur – vernieuwing – schorsing – einde van de overeenkomst);
f. artikel 42 van hoofdstuk XIV (domiciliëring en klachten).
Als één van de partijen de verzekering onder deze titel opzegt, kan de andere partij het contract in zijn geheel opzeggen.
Art. 12 - MANDAAT
ARCES N.V., verstrekt aan VIVIUM een algemene volmacht om de
rechtsbijstandcontracten te onderschrijven en uit te geven, de premies te innen
en desgevallend de opzegging van deze contracten op zich te nemen.
TITEL 2.3 - RECHTSBIJSTAND VOERTUIG “ALL IN”
HOOfDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN
Art. 1 - BEGRIPSOMSCHRIJVING
Voor de toepassing van deze verzekering wordt verstaan onder:
VERZEKERINGNEMER
De persoon die deze verzekering onderschrijft.
U
De verzekerde personen d.w.z.
a. de verzekeringnemer of, indien de verzekeringnemer een rechtspersoon is, de in de bijzondere voorwaarden aangeduide bestuurder en elke bij hen inwonende persoon;
b. elke andere persoon dan deze vermeld onder “u”.a. als eigenaar, gemachtigde bestuurder of gratis vervoerde passagier van het beschreven motorrijtuig.
Voor de bepalingen vervat in de artikelen 11 tot en met 14 verstaat men onder “u” enkel de verzekeringnemer.
DERDE
Elke andere persoon dan deze vermeld onder artikel 1. “u” hierboven.
VERZEKERD VOERTUIG
a. Het motorrijtuig en elke aanhangwagen beschreven in de bijzondere voorwaarden;
b. de aanhangwagen waarvan de maximum toegelaten massa geen 750 kg overschrijdt en die samen met
het beschreven motorrijtuig in het verkeer wordt gebracht;
c. het motorrijtuig dat aan een derde toebehoort en tot het zelfde gebruik bestemd is als het beschreven motorrijtuig, wanneer het gedurende een periode die niet langer is dan één kalendermaand het beschreven
motorrijtuig dat tijdelijk onbruikbaar is, vervangt;
d. het motorrijtuig dat aan een derde toebehoort en dat toevallig door een persoon vermeld onder “u”.a. bestuurd wordt.
WIJ
ARCES, Belgische naamloze verzekeringsvennootschap voor rechtsbijstand, erkend onder het codenummer 1400 (KB van 11.04.1996) voor het beoefenen van verzekeringsver- richtingen Rechtsbijstand (tak 17), waarvan de maatschappelijke zetel zich
Route des Canons 2 B te B – 5000 Namen bevindt.
De schadeaangifte, alsmede alle andere meedelingen betreffende een
schadegeval, moeten naar ARCES, op het voorvermelde adres worden gezonden.
SCHADEGEVAL
Een behoefte aan rechtsbijstand die voortvloeit uit een gebeurtenis of omstandigheid waarvan u redelijkerwijze moet weten dat zij litigieus is.
Schadegevallen die voortspruiten uit hetzij één en dezelfde gebeurtenis hetzij verschillende gebeurtenissen die aan eenzelfde oorzaak te wijten zijn, worden als één enkel schadegeval aangezien. In dat geval wordt elk van de schadegevallen geacht zich te hebben voorgedaan op
het ogenblik waarop het eerste van al die schadegevallen zich heeft voorgedaan.
Art. 2 - WAT IS HET DOEL VAN DEZE RECHTSBIJSTANDSVERZEKERING ?
Deze verzekering heeft tot doel, bij gedekt schadegeval, uw juridische belangen te vrijwaren en u in staat te stellen uw rechten te laten gelden, als eiser of verweerder.
De omvang van de dekking en de dekkingslimieten zijn hierna en in de bijzondere voorwaarden omschreven.
Art. 3 - WANNEER MOET EEN SCHADEGEVAL ZICH VOORDOEN OPDAT DEZE VERZEKERING TOEPASSELIJK IS ?
1. Het schadegeval moet zich voordoen terwijl deze verzekering van kracht is.
Ze is nochtans niet toepasselijk:
- in strafzaken, wanneer inbreuk gepleegd werd voor de aanvang van deze verzekering;
- in burgerlijke zaken, wanneer de gebeurtenis of de omstandigheid die aan de oorsprong ligt van het schadegeval zich voordeed voor de aanvang van deze verzekering en u het schadegeval kon verwachten of redelijkerwijze voorzien bij de onderschrijving van deze verzekering.
2. Deze verzekering is eveneens toepasselijk op schadegevallen
die ontstaan ten laatste 6 maanden na de beëindiging van deze overeenkomst voor zover de gebeurtenis of de omstandigheid die aan de oorsprong ligt van het schadegeval zich voordeed terwijl de waarborgen nog van kracht waren.
HOOfDSTUK 2
OMVANG VAN DE DEKKING
Art. 4 - BIJZONDERHEDEN IN VERBAND MET DE DEKKING
A. Wat is het toepassingsgebied van deze verzekering?
1. Deze verzekering is toepasselijk op schadegevallen waarbij het verzekerd voertuig is betrokken of die te wijten zijn aan het gebruik van het verzekerd voertuig, of waarbij een persoon vermeld onder artikel 1.”u”.a. betrokken is als voetganger of als passagier van een aan een derde toebehorend voertuig, met inbegrip van een gemeenschappelijk vervoermiddel te land, te water of in de lucht.
2. Deze verzekering is eveneens toepasselijk op schadegevallen die verband houden met de beschadiging, de vernieling of
het verlies ingevolge een verkeersongeval, van uw persoonlijke zaken die zich in het verzekerd motorrijtuig bevinden.
B. Op welk principe steunt deze verzekering?
1. Het principe is dat u verzekerd bent in alle rechtstakken, voor zover een uitsluiting of een beperking dit niet uitdrukkelijk belet.
2. Voor de personen vermeld onder artikel 1.”u”.b. beperkt de dekking zich echter tot:
a. het burgerlijk verhaal, waarmee wij bedoelen de vorderingen tot schadeloosstelling gegrond op een burgerrechtelijke aansprakelijkheid buiten overeenkomst, de vorderingen op basis van de wet inzake arbeidsongevallen en de vorderingen op basis van artikel 29 bis van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte
aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen of gelijkaardige bepalingen van buitenlands recht. Deze waarborg wordt evenwel niet verleend wanneer de aansprakelijk- heid van een andere verzekerde betrokken is;
b. de strafrechtelijke verdediging;
c. het onvermogen van derden.
C. Wat zijn de beperkingen betreffende bepaalde materies?
1. burgerlijke verdediging
Wij verdedigen u enkel tegen vorderingen tot schadeloosstelling gegrond op uw burgerrechtelijke aansprakelijkheid, wanneer de verzekeraar burgerrechtelijke aansprakelijkheid een verhaalsvordering tegen u kan uitoefenen.
2. contracten
a. Wij verlenen enkel rechtsbijstand voor schadegevallen die betrekking hebben op contracten in verband met het verzekerd voertuig vermeld
onder artikel 1.”verzekerd voertuig”.
a. en b.
Deze waarborg wordt evenwel niet verleend voor schadegevallen die verband houden met de verhuring van dit voertuig.
b. Deze waarborg is eveneens toepasselijk op schadegevallen die voortvloeien uit:
- de overdracht aan een derde van het verzekerd voertuig, voor
zover de overdracht gebeurde ten laatste 30 dagen na de definitieve vervanging van dit voertuig en het schadegeval zich voordeed binnen de 6 maanden na de overdracht;
- de aanschaf van het voertuig bestemd om definitief het verzekerd voertuig te vervangen en dit tot de definitieve ingebruikneming;
- het huurcontract van het hier- boven onder artikel 1.”verzekerd voertuig”.c. gedefinieerde vervangingsmotorrijtuig;
- het huurcontract van maximum 1 maand gesloten met een gespecialiseerde firma van een door u bij gelegenheid in huur genomen motorrijtuig.
c. Inzake het verhaal van de verzekeraar burgerrechtelijke aansprakelijkheid
is de waarborg verworven voor elk verzekerd voertuig.
D. Wat zijn de bijkomende waarborgen?
1. het onvermogen van derden Wanneer u genoten heeft van onze
dekking “burgerlijk verhaal” ingevolge een niet opzettelijke daad en de aansprakelijke derde onvermogend is en zijn onvermogen werd vastgesteld door het mislukken van een procedure van gedwongen tenuitvoerlegging, waarborgen wij u de betaling van het
bedrag dat u in hoofdsom als vergoeding voor uw schade door een rechtbank van een lidstaat van de Europese Unie of door een Zwitserse of Noorse rechtbank werd toegekend.
Deze waarborg wordt dus ondermeer niet toegestaan ingeval van opzettelijke gewelddaden op personen of goederen, diefstal of poging tot diefstal, vandalisme en andere opzettelijke feiten, noch wanneer de aansprakelijkheid rust op de bestuurder van het verzekerd voertuig.
2. het geldvoorschot
Wanneer u geniet van onze dekking “burgerlijk verhaal” ingevolge een niet opzettelijke daad veroorzaakt door een behoorlijk geïdentificeerde derde van wie de volledige aansprakelijkheid onbetwistbaar vaststaat, betalen wij u, indien u het vraagt, het niet betwiste bedrag vooruit waarop u recht heeft als vergoeding uit hoofde van de beschadiging of de vernieling van het verzekerd voertuig of van de medische kosten die u heeft gedragen, voor
zover de terugvordering van dit bedrag daadwerkelijk kan gebeuren op de verzekeraar van die derde.
Deze vergoeding wordt voorgeschoten nadat u ons schriftelijk uw akkoord heeft gegeven om uw vordering, tot beloop van onze vergoeding, aan ons af te staan of om ons de vergoeding terug te betalen zodra u ze ontvangt.
Dit voorschot zal betaald worden na aftrek van een vrijstelling van 200 EUR.
Deze waarborg wordt dus ondermeer niet toegestaan ingeval van opzettelijke gewelddaden op personen of goederen, diefstal of poging tot diefstal, vandalisme en andere opzettelijke feiten, noch wanneer de aansprakelijkheid rust op de bestuurder van het verzekerd voertuig.
Art. 5 - WELKE KOSTEN WORDEN TEN LASTE GENOMEN ?
1. Wij nemen de volgende kosten ten laste:
a. de kosten en erelonen van uw advocaat, die overeenkomstig de voorwaarden van deze verzekering is aangesteld;
b. de gerechtskosten, inbegrepen de gerechtskosten in strafzaken, en de kosten van één procedure van tenuitvoerlegging;
c. de kosten van gerechtelijke of buitengerechtelijke expertise, noodzakelijk voor de verdediging van uw belangen;
d. de verplaatsings- en verblijfkosten wanneer uw persoonlijke verschijning voor een buitenlands Hof of Rechtbank wettelijk vereist is of bevolen wordt, in de mate dat zij op een redelijke wijze werden uitgegeven.
De terugbetaling van de verplaatsings- kosten mag niet meer bedragen dan het laagste bedrag dat zou vereist zijn voor de verplaatsing per spoor of per schip in eerste klasse, of de verplaatsing per vliegtuig in economische of gelijkwaardige klasse. De terugbetaling van de verblijfkosten is beperkt
tot de prijs van overnachting inclusief ontbijt.
In de mate van het mogelijke worden deze kosten rechtstreeks betaald zonder dat u
ze dient voor te schieten. Indien u echter BTW-plichtig bent, wordt deze belasting slechts ten laste genomen in de mate dat ze niet terugvorderbaar is.
2. Wij nemen niet ten laste :
a. de kosten en erelonen die het gevolg zijn van opdrachten die gegeven werden voor de aangifte van het schadegeval of zonder overleg met ons, tenzij blijkt dat zij dringend noodzakelijk waren t.a.v. de aangiftedatum of betrekking hadden op dringende bewarende maatregelen;
b. de boetes, opdeciemen, transacties met het openbaar ministerie en de bedragen in hoofdsom en bijkomende bedragen waartoe u zou veroordeeld worden, waarmee o.m. gelijkgesteld worden
de bijdragen tot de speciaal bij Wet opgerichte fondsen;
c. de kosten vermeld onder artikel 5.1. wanneer het litigieus bedrag in hoofdsom niet meer bedraagt dan 200 EUR;
d. de kosten en erelonen verbonden aan een procedure van tenuitvoerlegging wanneer een termijn van 5 jaar na het betekenen van de uitvoerbare titel is verstreken;
e. de kosten en erelonen van het advies van een advocaat bij het Hof van Cassatie of van een procedure voor dit Hof, wanneer het bedrag in hoofdsom niet meer bedraagt dan 1.250 EUR;
f. de kosten en erelonen in verband met procedures voor internationale of supranationale gerechtshoven.
3. Subrogatie
Tot het bedrag van onze tegemoetkoming worden we in de plaats gesteld in de rechten die u tegenover derden kunt doen gelden. De indeplaatsstelling omvat onder meer de vergoedingen van rechtspleging en, in de
mate van hun terugvorderbaarheid, de kosten en erelonen van advocaten en experts.
Art. 6 - TOT WELK BEDRAG KOMEN WIJ TUSSEN ?
1. Verzekerde bedragen
a. De kosten vermeld onder artikel 5.1. zijn verzekerd tot maximaal 50.000 EUR;
b. de vergoeding bij onvermogen van derden en het geldvoorschot bedragen telkens maximaal 7.500 EUR.
2. De verzekerde bedragen vermeld onder 1. gelden per schadegeval
en ongeacht uw aantal betrokken in het schadegeval. Indien u met meerdere verzekerde personen betrokken bent
in eenzelfde schadegeval dient de verzekeringnemer te bepalen welke voorrang
er bij de uitputting van de verzekerde bedragen door ons moet verleend worden aan elk van u.
Art. 7 - WAAR GELDT ONZE DEKKING ?
Voor zover niet anders is bepaald geldt de dekking voor alle landen vermeld en
gevalideerd op het verzekeringsbewijs van het verzekerd voertuig.
Voor de rechtsbijstand “contracten” geldt onze dekking in de Europese Unie, Zwitserland en Noorwegen.
Art. 8 - WAT ZIJN DE UITSLUITINGEN ?
1. De waarborg wordt niet verleend aan verzekerde personen, andere dan
de verzekeringnemer, wanneer zij rechten kunnen laten gelden ofwel tegen elkaar, ofwel tegen de verzekeringnemer. In afwijking wordt de waarborg “burgerlijk verhaal” evenwel verleend aan de personen vermeld onder artikel 1.”u”.a. wanneer de schade ten laste genomen wordt door een verzekeraar burgerrechtelijke aansprakelijkheid, behalve indien een andere in artikel 1.”u”.a. vermelde persoon, wiens aansprakelijkheid in het gedrang komt, zich ertegen verzet omdat verhaalsrecht zou kunnen uitgeoefend worden door de verzekeraar burgerrechtelijke aansprakelijkheid.
2. De waarborg is niet toepasselijk:
a. op schadegevallen die betrekking hebben op schade veroorzaakt door:
- oorlog of gelijkaardige feiten en door burgeroorlog;
- oproer, stakingen, lock-out of collectieve (politieke of ideologische) gewelddaden, behalve indien u bewijst dat u er zelf niet actief aan deelnam;
- wapens of tuigen die bestemd zijn om te ontploffen door
structuurwijziging van de atoomkern;
- een nucleaire brandstof, een radioactief product, radioactief afval of een bron van ioniserende stralingen.
b. op schadegevallen die het gevolg zijn van een door u gepleegd opzettelijk feit;
c. op schadegevallen die het gevolg zijn van twisten, vechtpartijen, weddenschappen of uitdagingen, behalve wanneer u bewijst dat u er niet actief aan deelnam en dat u er noch een uitdager, noch een aanstoker van was;
d. op schadegevallen die het gevolg zijn van inbreuken op de wetten,
besluiten, decreten, verordeningen en/of reglementen, houdende voorschriften van technische of sociale aard inzake
het goederentransport of het bezoldigd personenvervoer;
e. op geschillen in verband met deze verzekering;
f. op de verdediging van belangen van derden of van belangen aan u
overgedragen door afstand van betwiste rechten of conventionele subrogatie;
g. op schadegevallen waarin u betrokken bent tegenover de administratie van de rechtstreekse inkomstenbelastingen, van de douane en accijnzen en van de BTW;
h. op schadegevallen die te maken hebben met vervoersvergunningen.
3. De waarborg is bovendien niet toepasselijk in de onderstaande
omstandigheden tenzij u kan bewijzen dat er geen oorzakelijk verband bestaat tussen deze omstandigheden en het schadegeval of dat
u niet op de hoogte was of redelijkerwijze niet op de hoogte kon zijn van deze omstandigheden:
a. wanneer het voertuig bestuurd wordt door een persoon die niet voldoet aan de wettelijke voorwaarden om te mogen sturen;
b. wanneer het voertuig niet geldig verzekerd is of niet voldoet aan de vereisten van de technische controle.
HOOfDSTUK 3 SCHADEGEVALLEN
Art. 9 - WAT MOET U DOEN BIJ SCHADEGEVAL ?
1. Het schadegeval aangeven
U moet ons het schadegeval schriftelijk aangeven binnen de kortst mogelijke tijd nadat u er kennis van kreeg.
De aangifte dient plaats, datum, oorzaak, omstandigheden en gevolgen van het schadegeval te vermelden, alsook de naam van de maatschappij en het nummer van deze polis.
2. Actief meewerken aan een vlotte schaderegeling
a. U moet ons binnen de kortst mogelijke tijd alle documenten in verband met het schadegeval (gerechtelijke of buitengerechtelijke akten, briefwisseling en contracten) en alle bewijsstukken in verband met uw eis overmaken.
b. U moet ons zonder verwijl alle nuttige inlichtingen verstrekken en alle vragen beantwoorden die u worden gesteld.
c. U zal ons alle medewerking verlenen om het beheer van uw schadedossier te vergemakkelijken, de gevolgen van het
schadegeval voorkomen of beperken en noch maatregelen noch schikkingen treffen, zonder met ons vooraf te overleggen.
3. Wat gebeurt er indien u deze verplichtingen niet naleeft?
a. Ingeval u één van voormelde verplichtingen niet naleeft, draagt u zelf de gevolgen hiervan en de hieruit voortvloeiende bijkomende kosten en erelonen.
b. Ingeval van valse aangifte, bedrieglijke verzwijging of wanneer u opzettelijk de bij schadegeval opgelegde verplichtingen niet nakomt, bent u vervallen van alle recht op waarborg en gehouden tot terugbetaling van de gemaakte kosten.
Art. 10 - HOE WORDT UW SCHADEGEVAL GEREGELD ?
1. Beheer van het dossier
Wij onderzoeken samen met u de aan te wenden middelen om tot een oplossing te komen. Wij lichten u in over de omvang van uw rechten en de wijze waarop u die kan laten gelden. Wij streven een minnelijke regeling na en zullen, indien nodig, een gerechtelijke procedure inspannen.
2. Vrije keuze van advocaat of expert
a. Wanneer moet worden overgegaan tot een gerechtelijke of administratieve procedure of telkens als er zich een belangenconflict tussen u en ons voordoet, mag u een advocaat of ieder ander persoon die de vereiste kwalificaties heeft krachtens de op de procedure toepasselijke wet, kiezen om uw belangen te verdedigen, te vertegenwoordigen of te behartigen.
Indien u een advocaat kiest die niet ingeschreven is aan de balie van het rechtsgebied van het Hof van Beroep waar de zaak moet gepleit worden, draagt u zelf de daaruit voortvloeiende bijkomende kosten en erelonen.
Indien u beslist van advocaat te veranderen, nemen wij slechts de kosten en erelonen ten laste die zouden voortvloeien uit de tussenkomst van één enkele advocaat.
b. Wanneer het nodig is een expert aan te stellen, heeft u de mogelijkheid deze vrij te kiezen.
Indien u een expert kiest, werkzaam in een andere provincie (of in een ander buitenlands administratief gebied overeenkomend met een provincie) dan deze waar de opdracht moet worden uitgevoerd, draagt u zelf de daaruit voortvloeiende bijkomende kosten en
erelonen.
Indien u beslist van expert te veranderen, nemen wij slechts de kosten en erelonen ten laste die zouden voortvloeien uit de tussenkomst van één enkele expert.
c. Indien wij menen dat de kosten en erelonen van de door u gekozen advocaat, deurwaarder en/of expert overdreven hoog zijn, verbindt u zich ertoe op ons verzoek, de tuchtrechtelijke overheid waarvan die personen afhangen of
de bevoegde rechtbank te vragen, de bedragen ervan vast te stellen.
3. Objectiviteitclausule
Wij kunnen onze dekking weigeren voor rechtsvorderingen of het aanwenden van rechtsmiddelen wanneer wij menen dat uw standpunt niet te verdedigen is of niet voldoende kansen op welslagen heeft of wanneer een voorgestelde minnelijke schikking redelijk is.
Xxxxxxx van verschil van mening hierover en na bekendmaking van ons standpunt of van onze weigering uw stelling te volgen, mag u de advocaat die zich reeds bezighoudt met de zaak, of bij gebreke hiervan, een advocaat van uw keuze, raadplegen.
Indien deze advocaat ons standpunt bevestigt, betalen wij u de helft van de kosten en erelonen van deze raadpleging. Indien
u tegen het advies van uw advocaat op uw kosten een procedure begint of voortzet en een beter resultaat bekomt dan indien u ons standpunt zou hebben gevolgd, zijn wij
gehouden waarborg te verlenen en de kosten en erelonen van de raadpleging terug te betalen die u ten laste zouden zijn gebleven.
In alle gevallen verbindt u zich ertoe ons op de hoogte te houden van de evolutie van het dossier.
Indien uw advocaat uw stelling bevestigt, zijn wij, ongeacht de afloop van de procedure, ertoe gehouden de waarborg te verlenen met inbegrip van de kosten en erelonen van de raadpleging.
4. Klachten
Met klachten die betrekking hebben op ons kunt u zich schriftelijk tot ons richten via uw gebruikelijke tussenpersonen. Indien
u geen bevredigend antwoord krijgt, kunt u zich richten tot de Ombudsman van de Verzekeringen, de Meeûsplantsoen 35 te 0000 Xxxxxxx.
HOOfDSTUK 4 ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN
I.V.M. DEZE VERZEKERING
Art. 11 - WANNEER XXXXXX DEZE VERZEKERING IN WERKING EN WAT IS DE DUUR ERVAN ?
1. Deze verzekering treedt in werking op de datum vermeld in de
bijzondere voorwaarden op voorwaarde dat de eerste premie betaald is en wordt onderschreven voor de duur van één jaar.
2. Behoudens indien deze verzekering door u of door ons is opgezegd ten
minste drie maanden voor de vervaldag overeenkomstig de in artikel 12.4.a. voorgeschreven wijzen, wordt zij vernieuwd voor opéénvolgende periodes van één jaar.
Art. 12 - WANNEER EN HOE EINDIGT DEZE VERKLARING ?
1. Deze verzekering eindigt bij het verstrijken van de lopende duur
indien ze werd opgezegd zoals voorzien in artikel 11.2.
2. Wij kunnen de verzekering opzeggen:
a. als u de premie op de vervaldag niet heeft betaald volgens de voorwaarden en op de wijzen beschreven in artikel 13.2;
b. na iedere schadeaangifte, maar ten laatste één maand na de definitieve regeling
van het schadegeval of de weigering het schadegeval ten laste te nemen;
c. ingeval van verplaatsing van uw hoofdverblijf buiten België.
3. U kan de verzekering opzeggen:
a. overeenkomstig de bepalingen van artikel 14, wanneer wij u een tariefwijziging betekenen;
b. na iedere schadeaangifte maar ten laatste één maand na de definitieve regeling van het schadegeval of de weigering het schadegeval ten laste te nemen.
4.
a. De opzegging geschiedt bij deurwaardersexploot, bij een ter post aangetekende brief of door afgifte van de opzeggingsbrief tegen ontvangstbewijs.
Xxxxxxx, ingeval van niet-betaling van de premie op de vervaldag, geschiedt de opzegging bij de akte van
ingebrekestelling bedoeld in artikel 13.2.
b. In de gevallen bedoeld in de artikelen
12.2.b. en 12.3.b. heeft de opzegging eerst uitwerking na het verstrijken van een termijn van drie maanden te rekenen van de dag volgend op de betekening
of de datum van het ontvangstbewijs of, ingeval van een aangetekende brief, te rekenen van de dag die volgt op zijn afgifte ter post.
De opzegging kan van kracht worden één maand na de dag van de betekening ervan, indien u uw verplichtingen, ontstaan door het schadegeval, niet bent nagekomen
met de bedoeling de maatschappij te misleiden, op voorwaarde dat deze bij een onderzoeksrechter een klacht met burgerlijke partijstelling heeft ingediend tegen u of u voor het vonnisgerecht heeft gedagvaard, op basis van de artikelen 193, 196, 197, 496 of 510 van het Strafwetboek.
Wij moeten de schade als gevolg van die opzegging vergoeden indien wij afstand doen van onze vordering of
indien de strafvordering uitmondt in een buitenvervolgingstelling of een vrijspraak.
c. In de overige gevallen en behoudens andersluidende bepaling, gaat de opzegging in na verstrijking van een termijn van een maand te rekenen vanaf de dag na de betekening of van de datum van het ontvangstbewijs of, ingeval van een aangetekende brief, te rekenen vanaf de dag na de afgifte bij de post.
Art. 13 - WANNEER EN HOE DE PREMIE BETALEN ?
1. De premie vermeerderd met de belastingen en bijdragen voorzien
door de wetten en reglementen, is jaarlijks betaalbaar op de in de bijzondere voorwaarden vastgestelde vervaldag.
Bij iedere vervaldag zenden wij u een betalingsbericht of laten wij u een kwijtschrift voorleggen.
2. Bij niet-betaling van de premie op de vervaldag kunnen wij de dekking
van de verzekering schorsen of de verzekering opzeggen indien u in gebreke is gesteld hetzij bij deurwaardersexploot hetzij bij een ter post aangetekende brief.
De schorsing van de dekking of de opzegging hebben uitwerking na het verstrijken van een termijn van vijftien dagen te rekenen vanaf de dag volgend op de betekening of de afgifte ter post van de aangetekende brief.
Als de dekking geschorst is, wordt als gevolg van de betaling van de achterstallige premies, in voorkomend geval vermeerderd met
de interesten, een einde gemaakt aan die schorsing.
Wanneer wij verplichting tot het verlenen van dekking geschorst hebben, kunnen wij de verzekering opzeggen indien wij ons
dit recht in de ingebrekestelling hebben voorbehouden.
In dat geval wordt de opzegging van kracht na het verstrijken van een termijn van vijftien dagen te rekenen van de eerste dag van de schorsing.
Art. 14 - WAT GEBEURT ER BIJ TARIEFWIJZIGING ?
Wij stellen u in kennis van een tarief- wijziging minstens vier maanden voor de jaarlijkse vervaldag van uw verzekering. U hebt echter het recht de verzekering op te zeggen binnen de maand volgend op de kennisgeving, overeenkomstig de in artikel 12.4.a. voorgeschreven wijzen. De
opzegging heeft uitwerking op de jaarlijkse vervaldag volgend op de betekening van de tariefwijziging.
Indien de kennisgeving van de tarief- wijziging gebeurt minder dan vier maanden voor de jaarlijkse vervaldag kan u uw verzekering opzeggen binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de dag van deze kennisgeving. In dat geval wordt de opzegging van kracht één maand na de dag van de betekening van uw opzegging.
Art. 15 - WAT GEBEURT ER INGEVAL VAN OVERDRACHT OF DEFINITIEVE BUITENGEBRUIKSTELLING VAN HET VERZEKERD VOERTUIG ?
1. Wanneer het verzekerd voertuig overgedragen wordt of definitief
buiten gebruik gesteld, en binnen de 30 dagen vervangen wordt door een ander voertuig van dezelfde categorie, voorzien van dezelfde inschrijvingsplaat, blijft
de verzekering rechtsbijstand zonder onderbreking van kracht.
2. Wanneer het verzekerd voertuig overgedragen wordt of definitief
buiten gebruik gesteld, en binnen de 30 dagen vervangen wordt door een voertuig van een andere categorie of door een ander voertuig van dezelfde categorie, voorzien van een andere inschrijvingsplaat, dient de verzekeringnemer ons hiervan te verwittigen binnen de 16 dagen volgend op de
vervanging, en de verzekering rechtsbijstand blijft zonder onderbreking van kracht, na eventuele aanpassing van de premie.
3. Wanneer het verzekerd voertuig overgedragen wordt of definitief
buiten gebruik gesteld, en niet vervangen wordt binnen de 30 dagen, houdt de verzekering rechtsbijstand op door het feit zelf van de overdracht of de definitieve buitengebruikstelling.
Art. 16 - WAT GEBEURT ER BIJ OVERLIJDEN VAN EEN VERZEKERDE ?
Wanneer een verzekerde persoon vermeld onder artikel 1.”u”.a., die geniet van onze waarborg overlijdt, wordt onze waarborg toegekend aan zijn echtgenoot, zijn ascendenten en descendenten voor iedere
vordering tegen een voor dit overlijden mogelijk aansprakelijke derde.
Art. 17 - ZIJN ER NOG BIJZONDERHEDEN ?
1. De mededelingen moeten gericht worden aan ons.
2. Onze mededelingen worden gedaan aan het adres dat u vermeld heeft in
de bijzondere voorwaarden of aan het adres dat u ons later schriftelijk medegedeeld heeft.
3. Deze verzekering is, voor al wat niet in de algemene of bijzondere
voorwaarden is voorzien, onderworpen aan de wet op de landverzekeringsovereenkomst en haar uitvoeringsbesluiten.
4. U heeft kennis genomen van de bepalingen voorzien in de Wet
van 08.12.1992 ter bescherming van de persoonlijke levensfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens.
5. ARCES N.V., verstrekt aan
VIVIUM een algemene volmacht om de rechtsbijstandcontracten te onderschrijven en uit te geven, de premies te innen
en desgevallend de opzegging van deze contracten op zich te nemen.
TITEL 3 - VIVIUM TRANSPORT SOLUTIONS - VERZEKERING VAN SCHADE AAN HET RIJTUIG (CASCO)
BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN
Voor de toepassing van dit contract wordt het volgende verstaan:
MAATSCHAPPIJ
P&V Verzekeringen CVBA, verzekeringsonderneming toegelaten door de NBB onder code 0058.
VERZEKERINGNEMER
De natuurlijke of rechtspersoon, of de feitelijke vereniging die het verzekeringscontract onderschrijft.
VERZEKERD VOERTUIG - VERZEKERD OBJECT
Het in de bijzondere voorwaarden omschreven motorvoertuig of de oplegger of object, met inbegrip van de erbij horende origineel meegeleverde uitrusting en/of opties of deze die ter kennis van de maatschappij gesteld werden en die door haar aanvaard werden.
Onder uitrusting wordt onder meer verstaan de kraan, pompinstallatie, enz. De uitrustingen zijn gedekt voor zover ze in de bijzondere voorwaarden zijn vermeld.
De anonieme opleggers, eender welke aard, evenals de anonieme
containerlichamen (d.w.z. deze die aan een derde toebehoren en die niet door hun onderstelnummer in de bijzondere voorwaarden geïdentificeerd zijn), zijn slechts gedekt wanneer ze aan een in de bijzondere voorwaarden gespecifieerde trekker zijn gekoppeld.
VRIJSTELLING
Het in de bijzondere voorwaarden vermelde bedrag dat steeds ten laste van de verzekeringnemer blijft.
De vrijstelling is van toepassing per schadegeval, per waarborg en per voertuig en/of object. De vrijstelling wordt verdubbeld in geval van schade ten gevolge van kipmanoeuvers en dit tot zolang de laad- en/of losoperaties
bezig zijn en de kipbak, kipbulk-oplegger of kipcitern-oplegger en dergelijke niet terug in hun vaste positie staan.
TOTAAL VERLIES
Het voertuig en/of object wordt als totaal verlies beschouwd als de
herstellingskosten die voortvloeien uit het schadegeval hoger zijn dan de werkelijke waarde van het voertuig of object net vóór het schadegeval, verminderd met de waarde van datzelfde voertuig of object na het schadegeval.
VERZEKERDE WAARDE PER VOERTUIG EN/OF OBJECT
Het bedrag dat door de verzekeringnemer
wordt verzekerd en als dusdanig in de
bijzondere voorwaarden wordt vermeld.
WERKELIJKE WAARDE
Xxxxxx van het voertuig of object geschat door de expert onmiddellijk voor het schadegeval.
EVENREDIGHEIDSREGEL
Indien op de dag van het schadegeval, het verzekerde bedrag lager is dan het bedrag dat verzekerd had moeten zijn, is de maatschappij slechts gehouden tot het betalen van een schadevergoeding
ten belope van de verhouding die bestaat tussen het werkelijk verzekerde bedrag en het bedrag dat verzekerd had moeten zijn.
XXXxXXXXX 0 - XXXXXXXXXX
Art. 1 - OMVANG VAN DE VERZEKERING
- BESCHRIJVING
Het voertuig, de aanhangwagen of het object omschreven in de bijzondere voorwaarden, zijn verzekerd tegen de volgende risico’s.
1. Brand, ontploffing, zelfontbranding, blikseminslag, kortsluiting.
2. Diefstal, inclusief joy-riding, poging tot diefstal alsmede beschadiging die ingevolge de diefstal of de poging tot diefstal
is ontstaan.
3. Natuurkrachten zoals overstroming, aardbeving, vulkaanuitbarsting,
vloedgolf, neerstorten van rotsen, stormwind (onder storm wordt een wind verstaan waarvan de snelheid 80 km/u. of meer bedraagt).
4. Schade aan voor-, zij- en achter- ruiten, met uitsluiting van de schade
die toegebracht wordt door scherven.
5. Botsing met dieren.
6. Materiële schade.
a. Schade veroorzaakt aan het motor- voertuig en/of het object door een aan het voertuig en/of object externe
gebeurtenis andere dan deze vermeld in de bovenstaande punten 1-2-3-4-5.
b. Is eveneens gedekt de schade veroor- zaakt door de vervoerde zaken en door bewegingen van kantelbare laadbakken.
c. Is eveneens gedekt de schade veroorzaakt door het neerstorten van luchtvaar- tuigen, van delen van luchtvaartuigen
of van voorwerpen die door een lucht- vaartuig vervoerd worden.
De hierbovenvermelde gebeurtenissen zijn gedekt volgens de in de bijzondere voor- waarden aangeduide verzekeringsformule.
Waarborguitbreidingen
1. Redding, depannage en repatriëring De redding, depannage en
repatriëring van het voertuig en/of het object ingevolge een gewaarborgd schadegeval, mits het bedrag van de geleden schade hoger is dan de contractuele vrijstelling.
De depannage dient naar de garage te gebeuren die het dichtst gelegen is bij de plaats van het schadegeval.
De depannagekosten worden ten laste genomen conform de barema’s zoals deze van toepassing voor de met de maatschappij geconventionneerde depanneurs, behalve
in geval van depannage door de overheid opgelegd.
Deze uitbreiding treedt slechts in werking indien het voertuig ingevolge het schadegeval niet meer rijvaardig is.
Het bedrag zoals bepaald in de bijzondere voorwaarden zal de maximale tussenkomst van de maatschappij uitmaken per gebeurtenis.
2. Averij grosse
In het kader van een stapeltransport neemt de maatschappij de verplichting op zich elke verplichte bijdrage in de averij grosse of gemene averij dewelke berekend en verdeeld wordt overeenkomstig de wetten en gebruiken van de plaats van de bestemming of van die waar de reis geldig eindigt, hoe gering ze ook zij, te vergoeden.
Indien de vervoersovereenkomst bepaalt dat de regeling der gemene averij volgens de York-Antwerp Rules moet geschieden, is de maatschappij hieraan gebonden.
De maatschappij moet optreden in de plaats van de verzekerde, zo hij dit vordert, bij
het stellen van zekerheden en borgtochten en bij de betaling van onkosten die met te hunnen laste komende verliezen en averijen verbonden zijn.
De maatschappij verleent slechts haar tussenkomst als de averij grosse het gevolg is van een gedekt schadegeval.
Het bedrag zoals bepaald in de bijzondere voorwaarden zal de maximale tussenkomst van de maatschappij uitmaken per gebeurtenis.
De waarborguitbreidingen worden auto- matisch in elke verzekeringsformule gedekt.
Art. 2 - VERZEKERDE WAARDE
a. Eerste risico
De waarde zoals bepaald door de verzekeringnemer en in de bijzondere voorwaarden vermeld.
De taksen blijven uitgesloten, behalve indien uitdrukkelijk vermeld in de bijzondere voorwaarden.
Zij vertegenwoordigt de maximale tussen- komst van de maatschappij.
De evenredigheidsregel is niet van toepassing bij schadegeval.
b. Aankoopwaarde
De te verzekeren waarde omvat:
- de aankoopwaarde of de catalogus- waarde van het voertuig of het object wanneer het voor het eerst in het verkeer wordt gebracht;
- de aankoopwaarde van de verzekerde uitrusting en/of opties die niet in
de aankoopwaarde van het voertuig begrepen zijn.
De evenredigheidsregel blijft van toepassing.
De taksen blijven uitgesloten, behalve indien uitdrukkelijk vermeld in de bijzondere voorwaarden.
Art. 3 - VERGOEDINGSWIJZEN
1. In geval van herstel
Onder voorbehoud van toepassing van de evenredigheidsregel vergoedt de maatschappij op basis van het bedrag vastgesteld in het expertiseverslag, en na aftrek van de contractuele vrijstelling.
De niet-recupereerbare en verzekerde BTW wordt vergoed op voorlegging van de herstellingsfactuur.
2. In geval van totaal verlies
De maatschappij vergoedt als volgt:
- voor de verzekering in eerste risico: de werkelijke waarde van het voertuig
met als maximum het bedrag dat door de verzekeringnemer bepaald werd en dat in de bijzondere voorwaarden vermeld is;
- in alle andere gevallen:
de werkelijke waarde, met toepassing van de evenredigheidsregel.
De contractuele vrijstelling evenals de waarde van het voertuig na schadegeval moeten steeds van het schadebedrag worden afgetrokken.
Art. 4 - UITSLUITINGEN
1. De schade aan banden die niet ge- paard gaat met enige andere schade
aan het voertuig dat onder de dekking van het contract valt.
2. De schade aan het voertuig terwijl het voor smokkelhandel, verboden
handel of sluikhandel gebruikt wordt of om illegalen te vervoeren of over de grens te brengen.
3. Xxxxxx aan het voertuig ingevolge het in overtreding zijn met:
- de Belgische, buitenlandse of Europese
reglementen inzake vervoer van goederen;
- de bepalingen van het ADR-verdrag (Europees akkoord betreffende het internationaal wegtransport van gevaarlijke goederen);
- de bepalingen van de ATP-overeenkomst (Europees akkoord betreffende interna- tionaal transport van bederfelijke goederen en de speciale toestellen die voor deze transporten dienen te worden gebruikt).
4. Diefstal, poging daartoe door de verzekerde zelf, door een familielid
in de eerste graad of een gezinslid of door een toegelaten houder of een lid van zijn familie van het voertuig of het verzekerde voorwerp.
Steeds uitgesloten is de ontvreemding d.w.z. het niet afleveren van het voertuig en/of het object ingevolge misbruik van vertrouwen.
5. Schade die opzettelijk door de verzekeringnemer of door een
gezins- en/of familielid (tot de eerste graad) veroorzaakt wordt.
6. Schade die zich voordoet terwijl het verzekerd voertuig of het
verzekerd voorwerp ter beschikking gesteld wordt van een derde. De waarborg blijft evenwel verworven voor de transporten uitgevoerd door onderaannemers in opdracht van de verzekeringnemer.
7. Schade die zich voordoet aan het verzekerd voertuig of voorwerp,
wanneer het wordt aangewend voor andere doeleinden dan noodzakelijk voor de uitoefening van de beroepsactiviteiten van de verzekerde.
8. Schade veroorzaakt door, of ter gelegenheid van of ingevolge een
kernreactie ongeacht de oorzaak ervan.
9. Schade veroorzaakt door of ter gelegenheid van een staking, een
gewapend conflict, een burgeroorlog, oproer, interne onlusten, opstand of muiterij binnen de verzekerde onderneming of terrorisme.
10. Schade die veroorzaakt wordt
terwijl de bestuurder niet in het bezit was van een geldig rijbewijs om het voertuig te besturen of terwijl hij uit zijn recht op sturen ontzet was.
11. Schade die zich voordoet tijdens de deelneming aan of de training
voor wedstrijden, ongeacht de aard ervan, of proeven die al dan niet officieel georganiseerd worden.
12. Xxxxxx die zich voordoet terwijl de bestuurder zich in staat van
dronkenschap of van alcoholintoxicatie bevindt zoals in de wetgeving bepaald wordt of in een gelijkaardige toestand door gebruik
van verdovende of hallucinogene middelen.
Deze uitsluiting is niet van toepassing, indien bewezen wordt dat er geen oorzakelijk verband is tussen het feit dat ten laste gelegd wordt en het schadegeval.
13. Schade aan de interne bestanddelen van het voertuig en/of het voorwerp
door de exclusieve werking xxx xxxxxxxx.
14. De schade veroorzaakt door:
a. overbelading,
b. slijtage,
c. niet-naleving van de periodieke onderhouds- en controlebeurten (met inbegrip van de technische schouwing),
d. gebrekkig onderhoud uitgevoerd in eigen regie en/of het nalaten noodzakelijke herstellingen uit te voeren wanneer het onderhoud wordt uitgevoerd in eigen regie,
e. corrosie.
De zuiver mechanische schade die niet het gevolg is van een aanrijding, een schokstoot, een daad van vandalisme of kwaadwilligheid van derden.
15. De schade die zich aan het verzekerde voertuig en/of voorwerp voordoet dat onderworpen is aan de reglementering van de technische controle en waarvoor het bezochte
keuringsorganisme een schouwingsbewijs “verboden tot het verkeer” heeft afgeleverd en/of er slechts een tijdelijke toelating tot gebruik van het verzekerd motorvoertuig en/of voorwerp werd verleend en het voertuig in gebruik werd gehouden zonder dat de vereiste herstellingswerk-
zaamheden binnen de gestelde termijn werden uitgevoerd. Behalve tijdens de normaal af te leggen afstand om naar de schouwing te rijden of om bij aflevering van een schouwingsbewijs “verboden tot het verkeer” naar de hersteller te rijden en zich vervolgens na herstelling terug bij
het schouwingsorganisme ter controle aan te bieden, tenzij wordt bewezen dat het schadegeval geen verband houdt met de voormelde feitelijkheden.
16. Schadeloosstelling voor schade ingevolge diefstal of poging daartoe
die zich voordoet aan het voertuig dat zonder vergrendeling achtergelaten wordt en zonder dat de door de maatschappij vereiste antidiefstalbeveiliging werd ingeschakeld.
17. De schade aan een container die niet op een onderstel op wielen
geplaatst is.
18. De kosten voor stalling en/of gebruiksderving ingevolge de
onbruikbaarheid van het voertuig of voorwerp, evenals de minderwaarde ervan.
De uitsluitingen die beoogd worden onder de punten 10 en 12 zijn niet van toepassing als
de verzekeringnemer bewijst dat:
- hij niet op de hoogte was van de omstandigheden die erin beschreven worden;
- de feiten zich tegen zijn uitdrukkelijke wil hebben voorgedaan;
- hij alle maatregelen genomen heeft om aan deze toestand te verhelpen;
- de bestuurder, in eender welke hoe- danigheid, van rechtswege of feitelijk, noch patroon, noch zaakvoerder, noch vennoot van de onderneming is.
De maatschappij beschikt voor het bedrag van haar uitgaven over een verhaalsrecht tegen degene die aansprakelijk is voor deze feiten.
HOOfDSTUK 2 - TERRITORIALE UITGESTREKTHEID
Art. 5
De dekkingen die in dit contract voorzien zijn, zijn verworven indien het schadegeval zich in één van de volgende landen voordoet:
1. de landen die begrepen zijn in artikel 1 van het modelcontract
B.A. Auto;
2. Bosnië-Herzegovina, f.Y.R.O.M. (Macedonië), Servië (met uitsluiting
van Kosovo).
HOOfDSTUK 3 - SCHADEGEVALLEN EN RECHTSVORDERINGEN
Art. 6 - VERPLICHTINGEN VAN DE VERZEKERINGNEMER BIJ SCHADEGEVAL
De verzekeringnemer moet uiterlijk 8 dagen na het voorval, een schriftelijke en onder- tekende verklaring aan de maatschappij zenden waarin hij de omstandigheden en de oorzaken van het schadegeval uiteenzet, de naam en het adres van de tegenpartijen, van de getuigen en de identiteit van de overheid vermeldt die proces verbaal heeft opgemaakt en het nummer van dit laatste.
De verzekeringnemer moet de maatschappij in staat stellen de feiten vast te stellen en tot de raming van de schade over te gaan die door het voertuig werd geleden.
Hij moet de maatschappij eveneens alle inlichtingen en documenten betreffende het schadegeval verstrekken.
In geval van diefstal of poging tot diefstal moet hij, uiterlijk 24 u. na het schadegeval, klacht indienen bij de gerechtelijke of politieoverheid.
Als er een dringende reden tot herstelling of tot vervanging van stukken bestaat, mag
de verzekeringnemer daartoe laten overgaan zonder de maatschappij vooraf te raadplegen, voor zover de uitgave niet hoger ligt dan 750,00 EUR en ze door een gedetailleerde factuur gestaafd wordt.
Indien de verzekeringnemer één van de hierboven bepaalde verplichtingen niet nakomt en er daardoor een nadeel ontstaat voor de maatschappij, kan deze aanspraak maken op een vermindering van haar prestatie tot beloop van het door haar geleden nadeel.
Indien de verzekeringnemer de bedoelde verplichtingen met bedrieglijk opzet niet nakomt, kan de maatschappij haar dekking weigeren.
Art. 7
Alle dagvaardingen en in het algemeen alle gerechtelijke en buitengerechtelijke
documenten moeten door de verzekerde aan de maatschappij of elke met dat doel in de bijzondere voorwaarden aangewezen persoon bezorgd worden binnen de 48 uur nadat
zij aan de verzekerde werden afgegeven of betekend.
Art. 8 - VERBINTENISSEN VAN DE MAATSCHAPPIJ
1. Herstelling
Als de schade herstelbaar is, betaalt de maatschappij de herstellingskosten zonder dat deze de waarde van het voertuig mogen overschrijden. Indien de BTW verzekerd is, betaalt de maatschappij bovendien, binnen de limiet van het in de bijzondere voorwaarden vermelde percentage, en na voorlegging van de herstellingsfactuur of van de aankoopfactuur van een nieuw voertuig binnen de 6 maanden vanaf het
schadegeval, de BTW met betrekking tot die kosten, voorzover ze verschuldigd is en niet teruggevorderd kan worden.
2. Vaststelling van het bedrag van de vergoeding
De kosten van de herstellingen, de waarde van het voertuig onmiddellijk voor het schadegeval, de waarde van het voertuig in de staat waarin het zich na het schadegeval bevindt, worden in onderling overleg met de door de maatschappij aangewezen expert vastgesteld.
In geval van onenigheid over die kosten en waarden, wordt het geschil op tegenspraak beslecht door twee experts, waarvan de ene door de verzekeringnemer aangesteld en behoorlijk belast wordt en de andere door de maatschappij.
Als zij het niet eens worden, doen de twee experts een beroep op een derde expert die de geschillen zal beslechten. Indien één van de twee partijen (verzekeringnemer of
maatschappij) geen expert aanstelt of indien de twee experts het niet eens geraken over de keuze van de derde, wordt hij op vraag van de meest gerede partij automatisch aangesteld door de Voorzitter van de Rechtbank van Eerste Aanleg van de woonplaats van de verzekeringnemer.
Elke partij staat in voor de kosten en het ereloon van haar eigen expert. De kosten en het ereloon van de derde expert worden, ieder voor de helft, gedragen door de verzekeringnemer en de maatschappij.
Art. 9 - BETALING VAN DE VERGOEDING - SUBROGATIE
Door het bestaan van de overeenkomst alleen al en tot beloop van de door haar uitgekeerde vergoedingen, is de maat- schappij gesubrogeerd in alle rechten van de verzekeringnemer ten aanzien van eender welke aansprakelijke. De verzekeringnemer blijft prioritair verhaalsrecht bezitten voor de sommen die hij niet zou ontvangen hebben (vrijstelling, onderverzekering).
HOOfDSTUK 4 - SCHADEGEVALLEN EN RECHTSVORDERINGEN
Art. 10 - SANCTIES - OVERMACHT
Elke inbreuk op niet-naleving van de in deze algemene voorwaarden uitgevaardigde regels berooft de verzekeringnemer van
een deel of van al zijn rechten, voor zover de maatschappij er een nadeel door
ondervonden heeft en zij dat kan bewijzen. Deze bepaling geldt niet als de verzekeringnemer aantoont dat hij volledig, maar wettelijk in de onmogelijkheid verkeerde om zich aan de bepalingen van het contract te houden en hij, zodra hij wel in die mogelijkheid verkeerde, alles gedaan heeft om de bepalingen na te leven.
HOOfDSTUK 4 - DIVERSEN
Art. 11 - GESCHILLEN
Alle geschillen die uit dit verzekerings- contract zouden kunnen voortvloeien, worden aan de bevoegdheid van de rechtbanken van de woonplaats van de verzekeringnemer onderworpen.
Art. 12
De artikels 9 tot 15, 19, 26 tot 32 en 42 van Titel 1 (Burgerrechtelijke Aansprakelijkheid) zijn van toepassing voor Titel 3.
VIVIUM
is een merk van
P&V Verzekeringen CVBA
Xxxxxxxxxxxxx 000 - 0000 Xxxxxxx
TEL. x00(0)0 000 00 00 - FAX x00(0)0 000 00 00
BTW BE 0402 236 531 - RPR Brussel
Onderneming toegelaten onder code 0058
ARCES N.V.
Xxxxx xxx Xxxxxx 0X - 0000 Xxxxx
BANK 000-0000000-00 - IBAN XX00 0000 0000 0000 - BIC XXXXXXXX
RP 0455.696.397
Onderneming toegelaten onder code 1400 voor het beoefenen van verzekeringsverrichtingen Rechtsbijstand (tak 17) (KB van 11 april 1996).
AUTO/03/02 - 040302 - 2.550N - 04.2008 P01.2016