PUNT I OPENBARE ZITTING PUNT 01 – AANVAARDEN VAN DE SCHENKING VAN EEN SCHILDERIJ
Provincie OOST-VLAANDEREN Gemeente Zelzate |
LIJST GEMEENTERAADSBESLISSINGEN D.D. 30 DECEMBER 2019 |
PUNT I OPENBARE ZITTING
PUNT 01 – AANVAARDEN VAN DE SCHENKING VAN EEN SCHILDERIJ
Artikel 1: - De schenking van het schilderij “nog altijd” van xxxxxxx Xxxxxxxxx Xxx Xxxxx wordt aanvaard.
Artikel 2: - Xxxxxxx Xxxxxxxxx Xxx Xxxx wordt uitgenodigd om het schilderij daadwerkelijk te overhandigen en hiertoe het geschreven bewijs van handgift te ondertekenen.
PUNT 02 – OVERZICHT ANCIËNNITEITSPREMIES EN PREMIES NAAR AANLEIDING VAN PENSIONERING 2019
Volgende personeelsleden worden een premie toegekend
− naar aanleiding van 25 jaar dienstanciënniteit: Xxxx Xx Xxxxxx
− wegens pensionering: Xxxxx Xx Xxxxxxxxx
De huldiging gebeurd tijdens de nieuwjaarsreceptie van het personeel op
10 januari 2020.
PUNT 03 – GOEDKEUREN VAN DE NOTULEN VAN DE OPENBARE ZITTING VAN 25 NOVEMBER 2019
Enig artikel: - Er worden geen opmerkingen gemaakt over de notulen van de openbare zitting van 25 november 2019 waardoor deze als goedgekeurd worden beschouwd.
PUNT 04 – GOEDKEUREN VAN DE BUDGETWIJZIGING 2019/2 GEMEENTE
Enig artikel: - De budgetwijziging 2019/2 GEMEENTE wordt goedgekeurd.
PUNT 05 – HERNIEUWEN VAN DIVERSE BELASTINGSREGLEMENTEN
De looptijd van volgende belastingen verstrijkt op 31 december 2019 waardoor deze hernieuwd dienen te worden:
1. Aanrekening kosten betalingsherinneringen
2. Xxxxxxxxx op banken- en financieringsinstellingen
3. Belasting op de eerste aanleg van voetpaden en opritten
4. Belasting op de verspreiding van niet-geadresseerde reclamedrukwerken en van gelijkgestelde producten
5. Xxxxxxxxx op drankinrichtingen en dansgelegenheden die open blijven na het sluitingsuur
6. Belasting op drijfkracht
7. Belasting op het gebruik van het gemeentelijk openbaar domein tot uitoefening van een commerciële activiteit
8. Belasting op het oneigenlijk gebruik van het openbaar domein
9. Belasting op inventarisatie leegstaande gebouwen, woningen, kamers en overige woongelegenheden
10. Belasting op mobiele tuigen voor publiciteitsdoeleinden
11. Belasting op nachtwinkels
12. Xxxxxxxxx op ongeschikte en onbewoonbare woningen
13. Xxxxxxxxx op tweede verblijven
14. Belasting op vaste reclameborden zichtbaar vanaf de openbare weg
15. Belasting op verwaarloosde gebouwen en woningen
16. Belasting op bedrijven
17. Belasting op ontbrekende parkeerplaatsen en fietsstelplaatsen bij meergezinswoningen en kamerwoningen
18. Contante belasting op het gebruik van het openbaar domein naar aanleiding van markten/rommelmarkten/kermissen,…
19. Contante belasting op de tijdelijke inname van het openbaar domein door verhuisliften, containers, werfwagens, kranen, stapelplaatsen voor bouwmaterialen, enz.
20. Contante belasting op de afgifte van getuigschriften of andere stukken
21. Huisvuilgerelateerde belastingen
22. Milieubelasting
23. Opcentiemen door Vlaams gewest geheven belasting ter bestrijding van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten
24. Opcentiemen op de onroerende voorheffing
25. Personenbelasting
26. Retributie afgifte P+MD-zakken
27. Retributie op het ambtelijk weghalen door of in opdracht van de gemeente van afvalstoffen gestort of achtergelaten op niet- reglementaire plaatsen of tijdstippen of in niet-reglementaire recipiënten
28. Retributie voor grafconcessies op de gemeentelijke begraafplaats
29. Retributiereglement op werken aan nutsvoorzieningen op gemeentelijk openbaar domein
30. Toelagereglement diftar
31. Vervoer van personen met een politievoertuig – combitaks
PUNT 05.01 – ALGEMEEN REGLEMENT VOOR DE AANREKENING VAN KOSTEN INGEVOLGE BETALINGSHERINNERINGEN, TOEPASSELIJK NIET-BETAALDE FACTUREN INGEVOLGE RETRIBUTIES-, BELASTING- OF ANDERE REGLEMENTEN, VOOR ZOVER NIET BEPAALD IN SPECIFIEK REGLEMENT - HERNIEUWING
Artikel 1: - Voor de aanslagjaren 2020 t.e.m. 2025 worden de kosten voor het verzenden van betalingsherinneringen en aangetekende zendingen verhaald aan diegene die laattijdig de door hun verschuldigde facturen ingevolge contante belastingen, retributies of andere niet betalen, en voor zover een specifiek reglement geen andere regeling voorziet.
De kosten worden vastgesteld als volgt:
− Eerste aanmaning: gratis, bij gewone brief
− Tweede (en laatste) aanmaning: aangetekend en aanrekenen werkelijke kost aangetekende zending.
Artikel 2: - Bij gebreke aan betaling in der minne, zullen deze kosten eveneens via deurwaardersexploot worden ingevorderd, zoals voorzien in artikel 177 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen.
PUNT 05.02 - BELASTING OP DE BANK- EN FINANCIERINGSINSTELLINGEN - HERNIEUWING
Artikel 1: - Er wordt voor de aanslagjaren 2020 t.e.m. 2025 een jaarlijkse gemeentebelasting gevestigd op de bank- en financieringsinstellingen.
Wordt voor de toepassing van deze belasting als dusdanig aanzien, elke bank-, financierings-, kredietinstelling, factoringbedrijf, spaarbank of wisselkantoor en alle andere inrichtingen die zich met dergelijke bank- of financieringsactiviteiten inlaten, hun agentschappen, bijkantoren, de eenmanszaken, de automaten bestemd voor bankverrichtingen en nachtkluizen, die gevestigd of geïnstalleerd zijn op het grondgebied van de gemeente en voor het publiek toegankelijk zijn.
Met eenmanszaak wordt bedoeld de inrichting die spaar-, leen-, wissel- en/of hypotheekverrichtingen aanbiedt en door één persoon in hoofd- of nevenberoep wordt geëxploiteerd onder eigen naam en/of als waarnemer van een agentschap of bijkantoor van een instelling, opgesomd in het vorig lid van dit artikel.
Onder nevenberoep wordt in het raam van deze verordening verstaan het aanbieden van voornoemde diensten door een loon- of weddetrekkende onderworpen aan het stelsel van de Rijksmaatschappelijke zekerheid. In ieder ander geval wordt dergelijke dienstverlening als de uitoefening van een hoofdberoep beschouwd.
Onder automaten bestemd voor bankverrichtingen wordt verstaan, de toestellen die volautomatisch werken en het cliënteel in de mogelijkheid stellen geldopnemingen en/of spaar- of betaalverrichtingen te doen.
Een inrichting wordt door deze belasting als publiek op enigerlei wijze toegankelijk beschouwd wanneer het cliënteel er terecht kan voor bank- en/of financieringsverrichtingen, ongeacht of het grootste deel van bedoelde verrichtingen al dan niet ter plaatse wordt afgehandeld.
Artikel 2: - De belasting is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersonen onder wiens handelsnaam, logo of embleem, de vorenbedoelde instellingen, agentschappen of bijkantoren, eenmanszaken, automaten bestemd voor bankverrichtingen en nachtkluizen worden geëxploiteerd.
Artikel 3: - Het bedrag van de belasting wordt vastgesteld volgens onderstaande tabel:
AJ 0000 | XX 0000 | XX 2022 | AJ 0000 | XX 0000 | XX 2025 | |
Per instelling als bedoeld in art. 1 | 681,50 EUR | 693,00 EUR | 704,75 EUR | 716,75 EUR | 729,00 EUR | 741,25 EUR |
Vermeerdering voor ieder beschikbaar loket vanaf het vierde | 50,25 EUR | 51,25 EUR | 52,00 EUR | 53,00 EUR | 53,75 EUR | 54,75 EUR |
Eénmanszaken (max. 2 loketten) | 170,25 EUR | 173,25 EUR | 176,25 EUR | 179,25 EUR | 182,25 EUR | 185,25 EUR |
Worden eveneens als loket beschouwd:
− een automaat bestemd voor bankverrichtingen;
− een nachtkluis;
− een bedieningsruimte aan een balie van 1,5 strekkende meter;
− een bedieningspunt ingericht om een klant te ontvangen als zulks niet aan een loket of balie gebeurt;
Artikel 4: - De belasting is ondeelbaar en voor het hele jaar verschuldigd vanaf 01 januari van het aanslagjaar voor de op dat ogenblik reeds bestaande instellingen.
Artikel 5: - De belastingplichtige ontvangt vanwege het gemeentebestuur een aangifteformulier dat door hem, behoorlijk ingevuld en ondertekend, vóór de erin vermelde vervaldatum moet worden teruggestuurd.
De belastingplichtige die geen aangifteformulier heeft ontvangen, is gehouden, uiterlijk op 30 mei van het aanslagjaar, aan het gemeentebestuur de voor de aanslag noodzakelijke gegevens ter beschikking te stellen.
Van de verandering van houder of van de definitieve stopzetting van bedrijvigheid dient binnen de maand aangifte te worden gedaan bij het gemeentebestuur.
Artikel 6: - Bij gebrek aan aangifte binnen de in artikel 5 vastgestelde termijn of bij onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte wordt de belastingplichtige ambtshalve belast volgens de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep.
Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het College van Burgemeester en Schepenen aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting.
De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig kalenderdagen te rekenen van de derde werkdag die volgt op de verzending van de kennisgeving om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen.
Artikel 7: - De overeenkomstig artikel 6 ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met het bedrag van de verschuldigde belasting.
Het bedrag van deze verhoging wordt ingekohierd.
Artikel 8: - De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het College van Burgemeester en Schepenen.
Artikel 9: - De belasting moet worden betaald binnen de twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.
Artikel 10: - De belastingschuldige die meent onrechtmatig te zijn belast, kan bezwaar indienen bij het College van Burgemeester en Schepenen, Xxxxx Xxxxx 0 xx 0000 Xxxxxxx.
Het bezwaar moet schriftelijk gebeuren, met redenen omkleed zijn, gedagtekend en ondertekend door de belastingschuldige of diens vertegenwoordiger. Het moet overhandigd of per post verzonden worden. De bezwaartermijn bedraagt drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.
Indien de belastingschuldige wenst gehoord te worden, dient hij daar uitdrukkelijk om te vragen in zijn bezwaarschrift. Een ontvangstbewijs wordt afgeleverd.
Artikel 11: - Door het college van burgemeester en schepenen worden personeelsleden van de gemeente aangesteld die bevoegd zijn om een controle of onderzoek in te stellen en vaststellingen te verrichten in verband met de toepassing van dit belastingreglement. De door hen opgestelde processen- verbaal hebben bewijskracht tot bewijs van het tegendeel.
PUNT 05.03 - BELASTING OP DE EERSTE AANLEG VAN TROTTOIRS EN OPRITTEN BEHORENDE TOT DE OPENBARE WEG - HERNIEUWING
Artikel 1: - Er wordt voor de aanslagjaren 2020 t.e.m. 2025 een jaarlijkse gemeentebelasting gevestigd op de eerste aanleg van trottoirs en opritten behorende tot de openbare weg.
Artikel 2: - De belasting wordt bepaald op:
a) ingeval van uitvoering door derden: 75 % van de eenheidsprijzen van de in het jaar van uitvoering geldende eenheidsprijzen voor de opdracht tot onderhoud van de wegenis;
b) ingeval van uitvoering door eigen diensten: 75% van de door de gemeente gedane kosten (personeel en materiaalkosten)
De belasting is verschuldigd door de eigenaar van het aanpalend perceel op de dag dat de beëindiging der werken vastgesteld wordt via het proces-verbaal van voorlopige oplevering der werken of bij gemis van een dergelijk proces- verbaal, bij besluit van het College van Burgemeester en Schepenen. Indien het belastbaar goed in onverdeeldheid toebehoort aan verscheidene personen
wordt de belasting op naam van de onverdeeldheid gevestigd. De leden van de onverdeeldheid zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de volledige belasting. Voor de percelen bezwaard met vruchtgebruik of een ander zakelijk recht zijn zowel de eigenaar als de houder van het zakelijk recht solidair en ondeelbaar gehouden tot het betalen van de volledig belasting.
Artikel 3: - De belasting wordt berekend op basis van eenheidsprijzen en van de uitgevoerde hoeveelheden voor elk perceel afzonderlijk. De maximumbreedte van het trottoir dat in aanmerking genomen wordt voor de vaststelling van het bedrag van de belasting kan slechts berekend worden op een trottoirbreedte van 2 meter voor straten van minder dan 10 m. breedte, 2,5 m. voor straten van 10 tot min. dan 15 m., 3 m. voor straten van 15 tot min. dan 25 m. breedte en op 5 m. voor straten van minstens 25 m. breedte. De meerdere breedte der voetpaden blijft ten laste van het gemeentebestuur.
Bij de berekening van de belastbare oppervlakte van de opritten wordt altijd de werkelijke breedte tussen greppel en rooilijn genomen. Voor de hoekpercelen, deze zullen langs de weg waar de werken het laatst geschieden, niet aangeslagen worden voor een lengte van het hoekpunt gerekend van: 10 m. als de rooilijnen een hoek vormen van 0° tot 45°; 7,5 m. als de rooilijnen een hoek vormen van meer dan 45° tot 90°; 5 m. als de rooilijnen een hoek vormen van meer dan 90° tot 135°.
Als de werken in deze twee wegen tegelijkertijd geschieden zal de voornoemde vrijstelling toegepast worden voor de lengte die aanleiding geeft tot de laagste taks. In geen geval zal er voor de twee wegen een vrijstelling toegestaan worden.
De verkaveling of vormverandering van een eigendom zal generlei verandering van de in dit artikel voorziene vrijstellingen tengevolge hebben; ze zullen blijven zoals zij in de door het College van Burgemeester en Schepenen afgesloten belastingkohier bepaald zijn.
Artikel 4: - De belasting wordt gekweten hetzij door een éénmalige betaling, hetzij door middel van jaarlijkse schijven.
De belastingplichtige moet de door hem gekozen betalingswijze kenbaar maken aan het gemeentebestuur binnen een termijn van één maand volgend op het hem toegestuurd bericht waarbij hem het beëindigen der werken en de verschuldigde belasting worden bekendgemaakt.
Wanneer de belastingplichtige binnen de hierboven gestelde termijn van één maand zijn keuze aan het gemeentebestuur niet heeft medegedeeld, wordt hij geacht de betaling in jaarlijkse schijven te aanvaarden.
Na één of meerdere jaarlijkse schijven betaald te hebben kan de belasting ook gekweten worden door het saldo van het kapitaal te betalen. In dit geval moet de belastingplichtige daartoe een schriftelijke aanvraag richten tot het College van Burgemeester en Schepenen vóór 1 januari van het aanslagjaar waarin hij de vervroegde betaling van de nog resterende jaarlijkse schijven zou willen bekomen.
Ingeval van eigendomsoverdracht onder levenden is het saldo van de nog verschuldigd belasting ineens eisbaar in hoofde van de eigendomoverdrager. Van iedere eigendomsoverdracht dient de eigendomsoverdrager het gemeentebestuur in kennis te stellen binnen de maand na het verlijden van de akte.
Artikel 5: - De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het College van Burgemeester en Schepenen.
Artikel 6: - De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de zending van het aanslagbiljet.
Artikel 7: - De belastingschuldige die meent onrechtmatig te zijn belast, kan bezwaar indienen bij het College van Burgemeester en Schepenen, Xxxxx Xxxxx 0 xx 0000 Xxxxxxx.
Het bezwaar moet schriftelijk gebeuren, met redenen omkleed zijn, gedagtekend en ondertekend door de belastingschuldige of diens vertegenwoordiger. Het moet overhandigd of per post verzonden worden. De bezwaartermijn bedraagt drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.
Indien de belastingschuldige wenst gehoord te worden, dient hij daar uitdrukkelijk om te vragen in zijn bezwaarschrift. Een ontvangstbewijs wordt afgeleverd.
Artikel 8: - Verwijl- en moratoriumintresten zijn op deze belasting toepasselijk zoals inzake rijksbelastingen op de inkomsten.
Artikel 9: - Vrijstelling van belasting geldt in de volgende gevallen:
- wanneer de huidige belastingplichtige vrijgesteld is ingevolge wetten en besluiten;
- voor de terreinen waarop het ingevolge een beslissing van de overheid niet toegestaan of niet mogelijk is te bouwen;
- voor de vaste staatseigendommen of gedeelten van staatseigendommen die aangewend worden voor een kosteloze of niet-kosteloze dienst tot nut van algemeen;
- voor de provincies, de gemeenten, de OCMW's, de kerkfabrieken, evenals voor alle andere openbare instellingen, en dit voor hun goederen aangewend voor een kosteloze of niet-kosteloze dienst tot algemeen nut;
- de vrijstelling geldt enkel voor trottoirs aangezien deze een openbaar en algemeen gebruik kennen en niet voor de opritten.
Aanpalende terreinen, die aan eenzelfde eigenaar toebehoren, worden als een geheel beschouwd.
Wanneer de toestand om reden waarvan de belasting uitgesteld werd, geheel of gedeeltelijk een einde neemt voor het verstrijken van een periode van 20 jaar te rekenen vanaf het eerste belastingjaar, is de jaarlijkse belasting volledig verschuldigd vanaf 1 januari hieropvolgend. Indien, bij het verstrijken der 20 jaren deze toestand nog geen einde heeft genomen, wordt het goed definitief vrijgesteld.
Artikel 10: - De bepalingen van de vroeger van kracht zijnde reglementen op de in voorgaande artikelen vermelde belastingen blijven van toepassing op de toestanden die tijdens hun heffingstermijn ontstonden.
Artikel 11: - De gemeente verbindt zich ertoe aan de belastingplichtigen die de belasting in kapitaal hebben gekweten, de bedragen terug te betalen die moeten worden beschouwd als ten onrechte betaald ten gevolge van de intrekking of de niet-hernieuwing van de verordening of ten gevolgen van de verlaging van de aanslagvoeten.
Artikel 12: - Door het college van burgemeester en schepenen worden personeelsleden van de gemeente aangesteld die bevoegd zijn om een controle of onderzoek in te stellen en vaststellingen te verrichten in verband met de toepassing van dit belastingreglement. De door hen opgestelde processen- verbaal hebben bewijskracht tot bewijs van het tegendeel.
PUNT 05.04 - BELASTING OP DE VERSPREIDING VAN NIET-GEADRESSEERDE RECLAMEDRUKWERKEN EN VAN GELIJKGESTELDE PRODUCTEN - HERNIEUWING
Artikel 1: - Er wordt voor de aanslagjaren 2020 t.e.m. 2025 een jaarlijkse gemeentebelasting gevestigd op de verspreiding van niet-geadresseerde reclamedrukwerken en van gelijkgestelde producten, ongeacht ze in brievenbussen worden gedeponeerd of op de openbare weg worden verspreid.
Onder gelijkgestelde producten wordt onder meer verstaan: alle stalen en reclamedragers, door de adverteerder aangeboden, die diensten, producten of transacties doen gebruiken, verbruiken of aankopen. De opsomming is niet limitatief.
De belasting wordt gevestigd op elk afzonderlijk te onderscheiden entiteit, ook al zijn de publicaties gebundeld en/of verpakt.
Artikel 2: - De belasting is verschuldigd door de fysieke persoon of rechtspersoon die de opdracht gaf aan de drukker om te drukken, of die opdracht gaf om het gelijkgestelde product te produceren.
Wanneer deze persoon geen aangifte heeft gedaan overeenkomstig artikel 5 of niet gekend is, wordt de belasting gevestigd lastens de persoon die op het drukwerk als verantwoordelijke uitgever wordt vermeld.
Indien ook de verantwoordelijke uitgever niet gekend is, dan is respectievelijk de fysieke of rechtspersoon onder wiens naam, handelsnaam, logo of embleem het drukwerk of product wordt verspreid en de drukker hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting.
Artikel 3: - De belasting wordt vastgesteld als volgt:
a. voor de niet-geadresseerde reclamedrukwerken:
Een forfaitair bedrag: | AJ 0000 | XX 0000 | XX 2022 | AJ 0000 | XX 0000 | XX 2025 |
per schijf van 100 bedeelde exemplaren voor een reclamedrukwerk van max. 2 A4- pagina’s/blz. | 1,06 EUR | 1,08 EUR | 1,09 EUR | 1,11 EUR | 1,13 EUR | 1,15 EUR |
per schijf van 100 bedeelde exemplaren voor een reclamedrukwerk van max. 4 A4- pagina’s/blz. | 2,12 EUR | 2,15 EUR | 2,19 EUR | 2,23 EUR | 2,26 EUR | 2,30 EUR |
per schijf van 100 bedeelde exemplaren voor een reclamedrukwerk van meer dan 4 A4- pagina’s/blz. | 3,18 EUR | 3,24 EUR | 3,29 EUR | 3,35 EUR | 3,41 EUR | 3,46 EUR |
b. voor de gelijkgestelde producten:
Een forfaitair bedrag: | AJ 0000 | XX 0000 | XX 2022 | AJ 0000 | XX 0000 | XX 2025 |
per schijf van 100 bedeelde exemplaren | 1,06 EUR | 1,08 EUR | 1,09 EUR | 1,11 EUR | 1,13 EUR | 1,15 EUR |
Behoudens andersluidende aangifte bestaat een bedeling over het ganse Zelzaatse grondgebied uit 6663 exemplaren.
Artikel 4: - Van de belasting zijn vrijgesteld:
− de publiekrechtelijke personen;
− de vormings- en onderwijsinstellingen;
− de verenigingen zonder winstoogmerk voor zover zij sociale en/of culturele doeleinden nastreven en het drukwerk met het oog op deze doeleinden wordt verspreid;
− de door het gemeentebestuur van Zelzate erkende adviesraden;
− de politieke partijen;
− de kandidaten bij de gemeentelijke, provinciale, gewestelijke, federale of Europese verkiezingen;
− de overlijdensberichten.
Artikel 5: - De belastingplichtige moet binnen de veertien dagen na de verspreiding aangifte doen bij het gemeentebestuur met het door de gemeente Zelzate ter beschikking gestelde aangifteformulier en alle voor de aanslag noodzakelijke gegevens verstrekken.
De aangifte bevat minstens de datum van xxxxxxxx, een bondige beschrijving van het exemplaar en bij drukwerken, het aantal pagina’s/blz.
Ingeval van periodieke verspreidingen kan een aangifte binnen de veertien dagen na de eerste verspreiding, ook gelden voor de daaropvolgende verspreidingen tijdens hetzelfde aanslagjaar.
Artikel 6: - Bij gebrek aan aangifte binnen de hiervoor vastgestelde termijn of bij onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte wordt de belastingplichtige ambtshalve belast overeenkomstig artikel 3, onverminderd het recht van bezwaar en beroep.
Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het college van burgemeester en schepenen aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting.
De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig kalenderdagen te rekenen van de derde werkdag die volgt op de verzending van de kennisgeving om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen.
Artikel 7: - De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.
Artikel 8: - De belasting moet worden betaald binnen de twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.
Artikel 9: - De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen de belasting bij het college van burgemeester en schepenen.
Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van de contante inning.
Indien de belastingschuldige wenst gehoord te worden, dient hij daar uitdrukkelijk om te vragen in zijn bezwaarschrift. Een ontvangstbewijs wordt afgeleverd.
Artikel 10: - Door het college van burgemeester en schepenen worden personeelsleden van de gemeente aangesteld die bevoegd zijn om een controle of onderzoek in te stellen en vaststellingen te verrichten in verband met de toepassing van dit belastingreglement. De door hen opgestelde processen- verbaal hebben bewijskracht tot bewijs van het tegendeel.
PUNT 05.05 - BELASTING OP DE DRANKINRICHTINGEN EN DANSGELEGENHEDEN DIE OPEN BLIJVEN NA HET SLUITINGSUUR - HERNIEUWING
Artikel 1: - Er wordt voor de aanslagjaren 2020 t.e.m. 2025 een jaarlijkse gemeentebelasting gevestigd op de drankinrichtingen en dansgelegenheden die open blijven na het sluitingsuur dat door het politiereglement is bepaald (d.i. 01:00 uur).
Het bedrag der belasting wordt als volgt vastgesteld:
1. Voor een vergunning enkel geldig voor het openblijven gedurende één nacht:
AJ 0000 | XX 0000 | XX 0000 | XX 0000 | XX 2024 | AJ 2025 | |
a. om open te blijven tot één uur na het sluitingsuur | 24,60 EUR | 25,00 EUR | 25,50 EUR | 25,90 EUR | 26,30 EUR | 26,80 EUR |
b. om open te blijven tot twee uur na het sluitingsuur | 37,50 EUR | 38,00 EUR | 38,80 EUR | 39,50 EUR | 40,10 EUR | 40,80 EUR |
c. om open te blijven meer dan twee uur na het sluitingsuur | 63,20 EUR | 64,20 EUR | 65,30 EUR | 66,40 EUR | 67,60 EUR | 68,70 EUR |
2. Voor de bestendige vergunning, geldig gedurende één semester:
AJ 0000 | XX 0000 | XX 0000 | XX 0000 | XX 2024 | AJ 2025 | |
a. om open te blijven tot één uur na het sluitingsuur | 124,00 EUR | 126,00 EUR | 128,50 EUR | 130,50 EUR | 132,50 EUR | 135,00 EUR |
b. om open te blijven tot twee uur na het sluitingsuur | 232,50 EUR | 236,50 EUR | 240,50 EUR | 244,50 EUR | 248,50 EUR | 253,00 EUR |
c. om open te blijven meer dan twee uur na het sluitingsuur | 625,00 EUR | 635,50 EUR | 646,50 EUR | 657,50 EUR | 668,50 EUR | 680,00 EUR |
De belasting wordt geheven per semester. Beginnende handelszaken genieten een vermindering pro rata temporis voor de reeds verstreken periode.
Artikel 2: - De taks is verschuldigd door de uitbater van de inrichting. Artikel 3: - Vrijstelling van belasting wordt verleend:
1. Voor het open blijven na het gewoon sluitingsuur tijdens de officiële ge- meentekermissen en erkende wijkkermissen, onder de volgende voorwaarden :
a. de vrijstelling gedurende de gemeentekermissen (paasfoor en augustus- foor) geldt voor het ganse grondgebied der gemeente;
b. de vrijstelling gedurende de erkende wijkkermissen is enkel van toepassing voor de inrichtingen in de betrokken wijk gelegen;
c. de periode van vrijstelling wordt als volgt bepaald :
- voor de gemeentekermissen: vanaf de vrijdag van/vóór de opening tot en met de sluitingsmaandag;
- voor de wijkkermissen: de vrijdag van/vóór de opening, de zaterdag, de zondag, de maandag en de dinsdag der wijkkermis.
2. Voor het openblijven na het gewoon sluitingsuur tijdens de nacht van zaterdag, zondag en maandag van de Carnavalsfeesten, tijdens de Kerstnacht en de Oudejaarsnacht.
3. Voor het openblijven na het gewoon sluitingsuur bij fuiven door jeugdverenigingen.
Deze vrijstelling ontslaat de uitbater niet van het aanvragen van vergunning voor verlenging van het sluitingsuur of van de mededeling voor het houden van danspartijen.
Artikel 4: - Iedere belastingplichtige doet aangifte, waarbij hij vermeldt gedurende welke periode en tot welk tijdstip hij zijn handelszaak na het sluitingsuur wenst open te houden.
Deze aangifte dient vooraf aan het gemeentebestuur te worden bezorgd.
De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier, dat door het College van Burgemeester en Schepenen wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard.
Bij gebreke van aangifte vóór het openblijven na het sluitingsuur, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte, wordt de belasting ambtshalve ingekohierd. De ambtshalve ingekohierde belastingen worden verhoogd met het dubbel van de verschuldigde belasting. Het bedrag van deze verhoging wordt ook ingekohierd.
Artikel 5: - De belasting is betaalbaar binnen de 2 maanden na de verzending van het aanslagbiljet.
Artikel 6: - De belastingschuldige die meent onrechtmatig te zijn belast, kan bezwaar indienen bij het College van Burgemeester en Schepenen, Xxxxx Xxxxx 0 xx 0000 Xxxxxxx.
Het bezwaar moet schriftelijk gebeuren, met redenen omkleed zijn, gedagtekend en ondertekend door de belastingschuldige of diens vertegenwoordiger. Het moet overhandigd of per post verzonden worden. De bezwaartermijn bedraagt drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.
Indien de belastingschuldige wenst gehoord te worden, dient hij daar uitdrukkelijk om te vragen in zijn bezwaarschrift. Een ontvangstbewijs wordt afgeleverd.
Artikel 7: - Door het college van burgemeester en schepenen worden personeelsleden van de gemeente aangesteld die bevoegd zijn om een controle of onderzoek in te stellen en vaststellingen te verrichten in verband met de
toepassing van dit belastingreglement. De door hen opgestelde processen- verbaal hebben bewijskracht tot bewijs van het tegendeel.
PUNT 05.06 - BELASTING OP DRIJFKRACHT - HERNIEUWING
Artikel 1: - Er wordt voor de aanslagjaren 2020 t.e.m. 2025 een gemeentebelasting van 31,25 EUR per eenheid en per breuk van kilowatt gevestigd op de motoren waarover men beschikt voor de uitbating van een nijverheids-, landbouw- en handelsbedrijf evenals op de motoren waarover een uitoefenaar van een vrij beroep in de uitoefening van zijn beroep beschikt, ongeacht de krachtbron welke deze motoren in beweging brengt.
De belasting slaat dienvolgens o.m. op de elektromotoren, de stoommachines, de verbrandingsmotoren, enz….
De belasting is eveneens verschuldigd voor de motoren waarover de belastingplichtige beschikt voor de uitbating van bijgebouwen van zijn bedrijf.
Dienen als bijgebouw van een inrichting beschouwd te worden, iedere instel- ling of onderneming, iedere werf van om het even welke aard, die gedurende een ononderbroken tijdvak van minstens een maand op het grondgebied van de gemeente gevestigd is.
Artikel 2: - De belasting wordt gevestigd op grond van de belastbare motorenkracht tijdens het aanslagjaar.
Ze wordt berekend per kalendermaand en elk gedeelte ervan wordt voor een volledige maand geteld.
Het definitief uit het bedrijf afvoeren van een motor geeft aanleiding tot een belastingvermindering in verhouding tot het aantal maanden dat het toestel gedurende het aanslagjaar definitief is afgevoerd. Van deze belas- tingvermindering kan slechts worden genoten mits een aangifte aan het gemeentebestuur binnen de 30 dagen na de definitieve afvoering. Deze aangifte is van substantiële aard.
Artikel 3: - Iedere belastingplichtige (elke natuurlijke- of rechtspersoon die motoren gebruikt voor zijn exploitatie), houder van in of buiten werking zijnde motoren, waarvan hij al dan niet eigenaar is, ontvangt vanwege het gemeentebestuur een aangifteformulier dat door hem, behoorlijk ingevuld en ondertekend, vóór de erin vermelde vervaldatum moet worden teruggestuurd.
De belastingplichtige die geen aangifteformulier heeft ontvangen, is gehouden, uiterlijk op 30 mei van het aanslagjaar, aan het gemeentebestuur de voor de aanslag noodzakelijke gegevens ter beschikking te stellen. Ook de kracht van de volgens artikel 4 van belasting vrijgestelde motoren dient te worden aangegeven.
Bij gebrek aan aangifte binnen de voormelde termijn, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte, wordt de belasting ambtshalve ingekohierd conform de bepalingen van art. 7 van het decreet van
30 mei 2008 betreffende de vestiging, invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen. De ambtshalve ingekohierde belastingen worden verhoogd met het dubbel van de verschuldigde belasting.
Artikel 4: - De belasting is niet verschuldigd voor:
1) de eerste 40 kilowatt
2) de motoren van vaartuigen dienende voor het transport van goederen alsmede deze aan boord van bedoelde vaartuigen;
3) de motoren tijdelijk gebruikt op het grondgebied van een andere gemeente voor een onafgebroken periode van 3 maanden en voor zover dit gebruik in deze andere gemeente wordt belast, mits het doen van een aangifte uiterlijk 8 dagen na de aanvang van de verplaatsing van de motor naar die andere gemeente en voor zover de betaling van de belasting in deze andere gemeente(n) wordt bewezen. Zowel de hiervoor bedoelde aangifte als het leveren van het bewijs van betaling zijn van substantiële aard;
4) de motoren die heel het jaar stilliggen. De begin- en einddatum van de perioden van stilliggen moet ook schriftelijk worden meegedeeld aan het gemeentebestuur;
5) de motor van een elektrische generator voor het gedeelte van zijn vermogen dat bestemd is voor het drijven van de generator;
6) de reservemotor, die alleen maar in uitzonderingsgevallen wordt gebruikt;
7) de persluchtmotor;
8) de motor uitsluitend gebruikt voor watermaling, verwarming en verluchting;
9) de motoren van voertuigen die onder de verkeersbelasting vallen of speciaal van deze belasting zijn vrijgesteld.
Artikel 5: - De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier, dat door het college van burgemeester en schepenen vastgesteld en uitvoerbaar wordt verklaard.
Artikel 6: - De belasting is betaalbaar binnen de twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.
Artikel 7: - De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen, Xxxxx Xxxxx 0 xx 0000 Xxxxxxx.
Het bezwaar moet schriftelijk gebeuren, met redenen omkleed zijn, gedagtekend en ondertekend door de belastingschuldige of diens vertegenwoordiger. Het moet overhandigd of per post verzonden worden. De bezwaartermijn bedraagt drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.
Indien de belastingschuldige wenst gehoord te worden, dient hij daar uitdrukkelijk om te vragen in zijn bezwaarschrift. Een ontvangstbewijs wordt afgeleverd.
Artikel 8: - Door het college van burgemeester en schepenen worden personeelsleden van de gemeente aangesteld die bevoegd zijn om een controle of onderzoek in te stellen en vaststellingen te verrichten in verband met de toepassing van dit belastingreglement. De door hen opgestelde processen- verbaal hebben bewijskracht tot bewijs van het tegendeel.
PUNT 05.07 - BELASTING OP HET GEBRUIK VAN HET GEMEENTELIJK OPENBAAR DOMEIN TOT UITOEFENING VAN EEN COMMERCIELE ACTIVITEIT - HERNIEUWING
Artikel 1: - Er wordt voor de aanslagjaren 2020 t.e.m. 2025 een jaarlijkse gemeentebelasting gevestigd op het gebruik van het gemeentelijk openbaar domein tot uitoefening van een commerciële activiteit.
Artikel 2: - Het gebruik van het gemeentelijk openbaar domein tot uitoefening van een commerciële activiteit dient voorafgaandelijk aan het gebruik en tijdig te worden aangevraagd aan het College van Burgemeester en Schepenen.
Artikel 3: - Het College van Burgemeester en Schepenen kan, na onderzoek van de plaatselijke toestand, een vergunning verlenen tot gebruik van het gemeentelijk openbaar domein, weliswaar in plaats beperkt tot maximum 130 m².
Artikel 4: - De belasting wordt vastgesteld als volgt:
AJ 0000 | XX 0000 | XX 2022 | AJ 0000 | XX 0000 | XX 2025 | |
a)Voor gesloten terrassen (per m² per jaar) | 63,20 EUR | 64,20 EUR | 65,30 EUR | 66,40 EUR | 67,60 EUR | 68,70 EUR |
b)Voor overbouwde en open terrassen voor locaties op de Grote Markt en/of het Pierets- De Colvenaerplein (per m² per jaar) | 18,20 EUR | 18,50 EUR | 18,80 EUR | 19,10 EUR | 19,50 EUR | 19,80 EUR |
c)Voor overbouwde en open terrassen voor andere locaties in Zelzate (per m² per jaar) | 9,70 EUR | 9,80 EUR | 10,00 EUR | 10,20 EUR | 10,30 EUR | 10,50 EUR |
d)Voor automaten (per stuk per jaar) | 63,20 EUR | 64,20 EUR | 65,30 EUR | 66,40 EUR | 67,60 EUR | 68,70 EUR |
d)Voor het plaatsen van containers dienstig voor het verder uitbaten van een handelszaak op de openbare weg gedurende bouw- en/of verbouwingswerken (per dag) | 16,50 EUR | 16,80 EUR | 17,00 EUR | 17,30 EUR | 17,60 EUR | 17,90 EUR |
f)Voor het uitstallen van koopwaar of standen vóór en door handelszaken (per m² per dag) | 1,87 EUR (Min. 34,30 EUR per vergunning) | 1,90 EUR (Min. 34,90 EUR per vergunning | 1,94 EUR (Min. 35,40 EUR per vergunning | 1,97 EUR (Min. 36,00 EUR per vergunning | 2,00 EUR (Min. 36,70 EUR per vergunning | 2,04 EUR (Min. 37,30 EUR per vergunning |
g)Voor het uitstallen van koopwaar of standen vóór en door handelszaken (per m² per jaar) | 25,90 EUR (Min. 34,30 EUR per vergunning) | 26,40 EUR (Min. 34,90 EUR per vergunning | 26,80 EUR (Min. 35,40 EUR per vergunning | 27,30 EUR (Min. 36,00 EUR per vergunning | 27,70 EUR (Min. 36,70 EUR per vergunning | 28,20 EUR (Min. 37,30 EUR per vergunning |
De inneming van het openbaar domein voor het plaatsen van terrassen en automaten wordt geacht te geschieden binnen de periode gaande van 01 januari tot en met 31 december van het aanslagjaar; er gebeurt geen verrekening pro rata temporis.
Voor de berekening van de belasting, is de oppervlakte, welke dient in aanmerking te worden genomen, die van de rechthoek welke fictief rond het voorwerp of de groep voorwerpen die het openbaar domein bezetten, kan worden getrokken. Elk gedeelte van een vierkante meter wordt als een volle vierkante meter beschouwd.
Een gesloten terras is ieder terras, dat door bouwmaterialen tot één constructief geheel is samengevoegd, bedoeld om te blijven staan en dat, zo geconstrueerd is dat het cliënteel afgesloten en beschermd is in alle weersomstandigheden. Een overbouwd terras is ieder terras, waarvan de overdekking om redenen van stabiliteit, ondersteund is door één of méér rechtstreeks of onrechtstreeks op de grond steunende bouwelementen. Een open terras omvat in principe enkel losse tafels en stoelen.
Alle andere gewenste uitrustingen (vloeren, windschermen, zonneschermen, parasols, plantenbakken en eventuele uitstalinrichtingen met koopwaar uit de eigen horecazaak) moeten expliciet in de aanvraag worden vermeld en als dusdanig worden vergund. Automaten die, ondanks het feit dat ze de grond niet raken, over het openbaar domein hangen en op die manier het gebruik van het openbaar domein onmogelijk maken, zijn eveneens onderworpen aan de belasting.
Artikel 5: - Specifiek voor de Grote Markt geldt dat de uitsprong van een open terras maximaal tot aan de fysieke scheidingslijn tussen de voetgangerszone en de zone voor laden en lossen mag worden geplaatst; een uitbreiding op de zone laden en lossen, ook buiten de voor de laden en lossen voorziene periode is niet toegelaten.
Tijdens de voor het laden en lossen voorziene periode mogen geen open terrassen staan opgesteld; de stoelen en tafels dienen telkens te worden opgeruimd zodat de voetgangers gegarandeerd steeds over een vrije ruimte van minimum 1,5 meter beschikken op het voetpadgedeelte.
Artikel 6: - De belasting is verschuldigd ten laste van de natuurlijke of rechtspersonen die op de voormelde manier gebruik maken van het gemeentelijk openbaar domein.
Artikel 7: - Het onder artikel 4 punt b en c voorziene gebruik van het openbaar domein is vrijgesteld van belasting tijdens de kermisperiode en tijdens eventuele ééndaagse ambulante activiteiten (braderie, koopzondag, rommelmarkt, kerstmarkt, …) in de straat of op het plein waar het terras is gelegen. De kermisperiode loopt vanaf de vrijdag vóór de opening van de kermis tot en met de dinsdag van het sluitingsweekeinde. Op de Grote Markt is er ook vrijstelling tijdens de wekelijkse maandagmarkt.
Het onder artikel 4 punt f voorziene gebruik van het openbaar domein is vrijgesteld van belasting tijdens de soldenperiode zoals voorzien in artikel
25, titel 2, hoofdstuk 6, afdeling 3 binnen het Wetboek van Economisch Recht van 28 februari 2013, alsook tijdens eventuele ééndaagse ambulante activiteiten (braderie, koopzondag, rommelmarkt, kerstmarkt, …) in de straat of op het plein waar de koopwaar wordt uitgestald. Op de Grote Markt is er ook vrijstelling tijdens de wekelijkse maandagmarkt.
Artikel 8: - De belastingplichtige ontvangt bij zijn vergunning vanwege het gemeentebestuur een aangifteformulier dat door hem, behoorlijk ingevuld en ondertekend, vóór de ingebruikname moet worden teruggestuurd. Van de definitieve stopzetting van het gebruik dient uiterlijk de eerste werkdag volgend op de stopzetting aangifte te worden gedaan bij het gemeentebestuur.
Artikel 9: - Bij gebrek aan aangifte of bij onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte wordt de belastingplichtige ambtshalve belast volgens de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep.
Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het College van Burgemeester en Schepenen aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig kalenderdagen te rekenen van de derde werkdag die volgt op de verzending van die kennisgeving om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen.
Artikel 10: - De overeenkomstig artikel 9 ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met het bedrag van de verschuldigde belasting. Het bedrag van deze verhoging wordt ingekohierd.
Artikel 11: - De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het College van Burgemeester en Schepenen.
Artikel 12: - De belasting moet worden betaald binnen de twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.
Artikel 13: - De belastingschuldige die meent onrechtmatig te zijn belast, kan bezwaar indienen bij het College van Burgemeester en Schepenen, Xxxxx Xxxxx 0 xx 0000 Xxxxxxx.
Het bezwaar moet schriftelijk gebeuren, met redenen omkleed zijn, gedagtekend en ondertekend door de belastingschuldige of diens vertegenwoordiger. Het moet overhandigd of per post verzonden worden. De bezwaartermijn bedraagt drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.
Indien de belastingschuldige wenst gehoord te worden, dient hij daar uitdrukkelijk om te vragen in zijn bezwaarschrift. Een ontvangstbewijs wordt afgeleverd.
Artikel 14: - Door het college van burgemeester en schepenen worden personeelsleden van de gemeente aangesteld die bevoegd zijn om een controle of onderzoek in te stellen en vaststellingen te verrichten in verband met de toepassing van dit belastingreglement. De door hen opgestelde processen- verbaal hebben bewijskracht tot bewijs van het tegendeel.
Artikel 15: - Verwijl- en moratoriumintresten zijn op deze belasting toepasselijk zoals inzake Rijksbelastingen op inkomsten.
PUNT 05.08 - BELASTING OP HET (ONEIGENLIJK) GEBRUIK VAN HET OPENBAAR DOMEIN - HERNIEUWING
Artikel 1: - Er wordt voor de aanslagjaren 2020 t.e.m. 2025 een jaarlijkse gemeentebelasting ingevoerd op het (oneigenlijk) gebruik van het openbaar domein, waarbij wordt uitgegaan van volgende principes:
§1 Het gebruik van het openbaar domein conform de door het College van Burgemeester en Schepenen opgelegde voorwaarden is gratis behalve voor navermeld gebruik:
1) het gebruik van het openbaar domein voor het plaatsen van constructies groter dan 2m² bestemd of aangewend voor het dragen van reclame;
2) het gebruik van het openbaar domein voor het plaatsen van/rijden met mobiele tuigen voor publiciteitsdoeleinden, al dan niet voorzien van luidsprekers;
3) het gebruik van het openbaar domein ter gelegenheid van de wekelijkse markt en de kermissen alsook voor de plaatsing van gebakkramen;
4) het gebruik van het openbaar domein voor het plaatsen van terrassen en/of tafels en stoelen, het plaatsen van automaten en het gebruik van het openbaar domein voor elke andere commerciële activiteit;
5) het gebruik van het openbaar domein om er te parkeren binnen welbepaalde zones
voor welk gebruik afzonderlijke belastingreglementen zijn gestemd.
§2 Bij ander gebruik van het openbaar domein dan dit vermeld onder §1 en zonder vergunning van het College van Burgemeester en Schepenen of niet conform de voorwaarden gesteld in de vergunning afgegeven door het College van Burgemeester en Schepenen wordt een forfaitaire belasting per dag aangerekend:
AJ 0000 | XX 0000 | XX 2022 | AJ 0000 | XX 0000 | XX 2025 |
169,00 EUR/dag | 172,00 EUR/dag | 175,00 EUR/dag | 178,00 EUR/dag | 181,00 EUR/dag | 184,00 EUR/dag |
Artikel 2: - Onverminderd de verplichting opgelegd door de wetten en politiereglementen, is ieder persoon die van het openbaar domein gebruik wenst te maken verplicht voorafgaandelijk en tijdig daarvoor een schriftelijke aanvraag te richten aan het College van Burgemeester en Schepenen. Op basis van deze aanvraag wordt door het College al dan niet goedkeuring verleend.
Artikel 3: - De belasting bij oneigenlijk gebruik zoals vermeld onder artikel 1§2 is verschuldigd door de gebruiker van het openbaar domein. De belasting wordt bij vaststelling van belastbaarheid contant betaald tegen afgifte van een kwitantie; bij gebreke aan contante betaling wordt de belasting een kohierbelasting.
Artikel 4: - Degenen die menen, in toepassing van artikel 1§2, onrechtmatig te zijn belast, kunnen een bezwaarschrift indienen bij het College van Burgemeester en Schepenen, Xxxxx Xxxxx 0 xx 0000 Xxxxxxx.
Het bezwaar moet schriftelijk gebeuren, met redenen omkleed zijn, gedagtekend en ondertekend door de belastingschuldige of diens vertegenwoordiger. Het moet overhandigd of per post verzonden worden. De bezwaartermijn bedraagt drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van de contante inning.
Indien de belastingschuldige wenst gehoord te worden, dient hij daar uitdrukkelijk om te vragen in zijn bezwaarschrift. Een ontvangstbewijs wordt afgeleverd.
Artikel 5: - Door het college van burgemeester en schepenen worden personeelsleden van de gemeente aangesteld die bevoegd zijn om een controle of onderzoek in te stellen en vaststellingen te verrichten in verband met de toepassing van dit belastingreglement. De door hen opgestelde processen- verbaal hebben bewijskracht tot bewijs van het tegendeel.
Artikel 6: - Verwijl- en moratoriumintresten zijn op deze belasting toepasselijk zoals inzake Rijksbelastingen op inkomsten.
PUNT 05.09 - BELASTING OP INVENTARISATIE VAN LEEGSTAANDE GEBOUWEN, WONINGEN, KAMERS EN OVERIGE WOONGELEGENHEDEN
Artikel 1: - Het gemeenteraadsbesluit van 30 december 2019, betreffende de belasting op leegstaande gebouwen, woningen, kamers en overige woongelegenheden wordt goedgekeurd.
Artikel 2: - De bekendmaking wordt geregeld in de artikels 285, 286 en 287 van het Decreet Lokaal Bestuur.
Reglement op de belasting van leegstaande gebouwen, woningen, kamers en overige woongelegenheden
Artikel 1: - Definities
Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:
1. Aanslagjaar: het aanslagjaar is het jaar waarin de belasting verschuldigd is;
2. Administratie: de gemeentelijke administratieve eenheid of intergemeentelijke administratieve eenheid die door het gemeentebestuur wordt belast met de opmaak, de opbouw, het beheer en actualisering van het leegstandsregister.
Conform art 2.2.6, §1, tweede lid, van het Grond- en Pandendecreet draagt de gemeente de opmaak, de opbouw, het beheer en de actualisering van het leegstandsregister over aan SOM vzw, Woonwijzer Meetjesland. SOM vzw, Woonwijzer Meetjesland fungeert als intergemeentelijke administratieve eenheid. Het beslissingsorgaan van SOM vzw, Woonwijzer Meetjesland duidt de personeelsleden aan die onderzoeks-, controle– en vaststellingsbevoegdheden hebben. De intergemeentelijke administratieve eenheid voert alle taken uit voor de opmaak, de opbouw, het beheer en de actualisering van het leegstandsregister;
3. Beveiligde zending: één van de hiernavolgende betekeningswijze:
a) Een aangetekend schrijven;
b) Een afgifte tegen ontvangstbewijs;
4. Gebouw: elk bebouwd onroerend goed, dat zowel het hoofdgebouw als de bijgebouwen omvat, met uitsluiting van de bedrijfsruimten, vermeld in artikel 2,1°, van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten;
5. Kamer: woning waarin een toilet, een bad of douche of een kookgelegenheid ontbreken en waarvan de bewoners voor een of meer van die voorzieningen aangewezen zijn op de gemeenschappelijke ruimten in of aansluitend bij het gebouw waarvan de woning deel uitmaakt;
6. Leegstaand gebouw: gebouw waarvan meer dan de helft van de totale vloeroppervlakte niet overeenkomstig de functie van het gebouw wordt aangewend gedurende een periode van ten minste twaalf opeenvolgende maanden. Hierbij wordt geen rekening gehouden met woningen die deel uitmaken van het gebouw.
De functie van het gebouw is deze die overeenkomt met, een voor het gebouw of voor gedeelten, vergunde of vergund geachte toestand.
Bij een gebouw waarvoor geen vergunning of melding voorhanden is, of waarvan de functie niet duidelijk uit een vergunning of melding blijkt, wordt deze functie afgeleid uit het gewoonlijk gebruik van het gebouw voorafgaand aan het vermoeden van leegstand, zoals dat blijkt uit aangiften, akten of bescheiden.
Een gebouw dat in hoofdzaak gediend heeft voor een economische activiteit, vermeld in artikel 2, 2°, van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten, wordt niet beschouwd als leegstaand zolang de oorspronkelijke beoefenaar van deze activiteit een gedeelte van het gebouw bewoont en dat gedeelte niet afsplitsbaar is. Een gedeelte is eerst afsplitsbaar indien het na sloping van de overige gedeelten kan worden beschouwd als een afzonderlijke woning die voldoet aan de bouwfysische vereisten.
7. Leegstaande woning: een woning die gedurende een termijn van ten minste
12 opeenvolgende maanden niet aangewend wordt in overeenstemming met de
woonfunctie of elke andere omschreven functie die een effectief en niet- occasioneel gebruik van de woning met zich mee brengt.
8. Leegstandsregister: register van leegstaande gebouwen en woningen, zoals vermeld in artikel 2.2.6 van het decreet grond- en pandenbeleid
9. Leegstand bij nieuwbouw: een nieuw gebouw of een nieuwe woning wordt als een leegstaand gebouw of een leegstaande woning beschouwd indien dat gebouw of die woning binnen zeven jaar na de afgifte van een vergunning in laatste administratieve aanleg niet aangewend wordt overeenkomstig zijn functie
10. Opnamedatum: de datum waarop het gebouw en/of woning voor de eerste maal in de inventaris of in het leegstandsregister wordt opgenomen
11. Overige woongelegenheden: elke woongelegenheid welke niet te definiëren valt onder een woning en/of gebouw, en/of kamer.
12. Ramp: een gebeurtenis die zich voordoet buiten de wil van de houder van het zakelijk recht en waardoor de schade dermate is dat het gebruik onmogelijk is, bv. brand, gasontploffing, blikseminslag, …
13. Renovatienota: een gedetailleerde, gedateerde en ondertekende nota, die door de administratie wordt goedgekeurd en waarin minstens is opgenomen:
− een overzicht en een beschrijving van de voorgenomen werken;
− een gedetailleerd tijdsschema waaruit blijkt dat binnen een periode van maximaal 1 jaar een woning bewoonbaar wordt gemaakt;
− een plan van het pand met een aanduiding van de geplande werken;
− bestekken en/of facturen met betrekking tot de voorgenomen werken(= raming van de kosten);
− een fotoreportage met weergave van de bestaande toestand van de te renoveren onderdelen;
− indien van toepassing een akkoord van de mede-eigenaar(s)
14. Restauratie: het geheel van maatregelen, werkzaamheden en handelingen die erop gericht zijn de erfgoedwaarden van een onroerend goed in stand te houden of te herstellen;
15. Vergunning: bouwvergunning, stedenbouwkundige vergunning, omgevingsvergunning met stedenbouwkundige aspecten;
16. Verjaardag: het ogenblik van het verstrijken van elke nieuwe periode van twaalf maanden vanaf de opnamedatum, zolang het gebouw of de woning niet uit het leegstandsregister is geschrapt;
17. Woning: een goed, vermeld in artikel 2; § 1, eerste lid, 31°, van de Vlaamse Wooncode (elk onroerend goed of het deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande);
18. Zakelijke gerechtigde: de houder van één van volgende zakelijke rechten:
a) De volle eigendom (volgens de beschikbare informatie voor de gemeente)
b) Het recht van opstal of van erfpacht;
c) Het vruchtgebruik Artikel 2: - Algemene bepalingen
§1 Er wordt voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2022 een jaarlijkse gemeentebelasting gevestigd op de woningen en gebouwen, kamers en overige woongelegenheden die gedurende minstens twaalf opeenvolgende maanden zijn opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister.
§2 De belasting voor een leegstaand gebouw, woning, kamer en/of overige woongelegenheid is voor het eerst verschuldigd vanaf het ogenblik dat de woning, kamer, gebouw en/of overige woongelegenheid gedurende twaalf opeenvolgende maanden is opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister.
Zolang het gebouw, woning, kamer en/of overige woongelegenheid niet uit het leegstandsregister is geschrapt, blijft de belasting verschuldigd op het ogenblik dat een nieuwe termijn van twaalf maanden verstrijkt.
Artikel 3: - Belastingplichtige
§1 De belasting is verschuldigd door de zakelijk gerechtigde van het leegstaande gebouw, woning, kamer en/of overige woongelegenheid op de verjaardag van de opnamedatum.
§2 Ingeval van mede-eigendom zijn de mede-eigenaars hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld. Ingeval er meerdere andere houders zijn van het zakelijk recht, zijn deze eveneens hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld.
§3 Ingeval er een recht van opstal, erfpacht of vruchtgebruik bestaat is de belasting verschuldigd door de houder van dat zakelijk recht van opstal, van erfpacht of van vruchtgebruik op het ogenblik dat de belasting van het aanslagjaar verschuldigd wordt.
§4 Ingeval van overdracht van het zakelijk recht stelt de instrumenterende ambtenaar de nieuwe zakelijk gerechtigde er voorafgaandelijk van in kennis dat het goed is opgenomen in het leegstandsregister.
De instrumenterende ambtenaar of één van de partijen stelt de administratie binnen de twee maanden na de overdacht van het zakelijk recht in kennis van de overdracht met nauwkeurige aanduiding van de overgedragen woning of het gebouw, de datum ervan, en de nieuwe zakelijk gerechtigden via beveiligde zending.
Bij ontstentenis van de kennisgeving betreffende de overdracht van het zakelijke recht door de instrumenterende ambtenaar of één van de partijen wordt de overdrager van een zakelijk recht, als belastingplichtige beschouwd voor de eerstvolgende belasting die na de overdracht van het zakelijk recht wordt gevestigd. Indien de administratie niet door de instrumenterende ambtenaar in kennis gesteld wordt met de overdracht van het zakelijk recht, maar op een andere manier worden de gegevens van de nieuwe zakelijke gerechtigde gebruikt.
Bij de overdracht van het zakelijk recht van een gebouw of een woning geldt de datum van de authentieke overdrachtsakte als aanvangspunt voor het berekenen van de termijnen van 12 maanden.
Artikel 4: - Tarief van de belasting
§1. Het basisbedrag van de belasting bedraagt (AJ: aanslagjaar):
AJ 0000 | XX 0000 | XX 2022 | |
Voor een volledig gebouw of woonhuis | 1.094,00 EUR | 1.118,00 EUR | 1.143,00 EUR |
Voor een kamer | 365,00 EUR | 373,00 EUR | 381,00 EUR |
Voor elke overige woongelegenheid | 729,00 EUR | 745,00 EUR | 762,00 EUR |
§ 2. De belasting wordt vermenigvuldigd met factor 1,5 per bijkomende termijn van twaalf maanden dat het gebouw of de woning in het leegstandsregister staat;
§ 3. De termijn die in acht genomen wordt voor de heffing, wordt berekend bij overdracht van het zakelijk recht betreffende het gebouw of de woning.
Het aantal termijnen dat een woning reeds op het leegstandregister staat, wordt behouden bij ingang van dit nieuwe reglement.
§ 4. De maximale aanslag per woning of gebouw bedraagt:
AJ 0000 | XX 0000 | XX 2022 |
5.538,00 EUR | 5.660,00 EUR | 5.785,00 EUR |
Artikel 5: - Vrijstelling bij belasting
5.1. Aanvraag vrijstelling
De houder van het zakelijk recht die gebruik wenst te maken van een vrijstelling van de belasting dient zelf hiervoor via beveiligde zending schriftelijk de nodige bewijsstukken in te dienen bij de administratie.
5.2. Vrijstelling van betaling van belasting wordt toegestaan voor:
1° de belastingplichtige die in een erkende ouderenvoorziening verblijft. Het bewijs van het verblijf wordt geleverd door de erkende ouderenvoorziening waar de belastingschuldige verblijft, met dien verstande dat deze vrijstelling geldt voor een periode van drie jaar volgend op de datum van opname in een erkende ouderenvoorziening en slechts geldt voor de woning die laatst bewoond werd door de belastingplichtige voor de opname in een erkende ouderenvoorziening.
2° de belastingplichtige die voor een langdurig verblijf werd opgenomen in een psychiatrische instelling of andere erkende zorginstelling;
Het bewijs van het langdurig verblijf wordt geleverd door de psychiatrische instelling of andere erkende zorginstelling waar de belastingschuldige verblijft. De vrijstelling geldt voor een periode van drie jaar volgend op de datum van opname en slechts geldt voor de woning die laatst bewoond werd door de belastingplichtige voor de opname in een psychiatrische instelling of andere erkende zorginstelling.
3° de belastingplichtige waarvan de handelingsbekwaamheid beperkt werd ingevolge een gerechtelijke beslissing;
Het bewijs wordt geleverd door het voorleggen van de gerechtelijke beslissing met dien verstande dat deze vrijstelling geldt voor een periode van drie jaar volgend op de datum van beslissing en slechts geldt voor de woning die laatst bewoond werd door de belastingplichtige.
4° de nieuwe zakelijk gerechtigde gedurende twee opeenvolgende aanslagjaren na het verkrijgen van het zakelijk recht. Deze vrijstelling geldt niet voor overdrachten:
o aan vennootschappen die door de overdrager rechtstreeks of onrechtstreeks in rechten of in feiten gecontroleerd worden;
o indien de overdracht het gevolg is van een fusie, splitsing of een andere overgang ten algemene titel.
5° zover het een woning betreft die voorwerp uitmaakt van een door het college goedgekeurd project met het oog op het realiseren van een meer kwalitatieve woonomgeving. De werken dienen effectief te starten binnen de
2 jaar na registratie van de woning.
5.3. Vrijstelling van betaling van belasting wordt toegestaan wanneer:
1. de woning of het gebouw gelegen is binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan en waarin de woning of het gebouw aangeduid is als te onteigenen goed;
2. de woning of het gebouw geen voorwerp meer kan uitmaken van een vergunning omdat een voorlopig of definitief onteigeningsplan is vastgesteld;
3. de woning of het gebouw vernield of beschadigd werd ten gevolge van een plotse ramp. Deze vrijstelling kan maximaal drie keer verleend worden in de drie jaar volgend op de datum van de vernieling of beschadiging;
4. de woning of het gebouw wegens overmacht geïnventariseerd blijft om redenen die onafhankelijk zijn van de wil van de houder van het zakelijk recht van wie redelijkerwijze niet kan verwacht worden dat hij een einde stelt aan de leegstand.
De vrijstelling wordt toegekend voor 1 jaar, maar kan verlengd worden zolang de overmacht aanhoudt. De vrijstelling moet elk jaar opnieuw aangevraagd en gemotiveerd worden met de nodige bewijsstukken;
5. Een woning wordt gerenoveerd als een gedetailleerd renovatienota voorgelegd wordt waaruit blijkt dat hij de nodige renovatiewerken gaat uitvoeren, voor zover zij betrekking hebben op de woonfunctie van de woning. De vrijstelling vangt aan bij de aanvraag van de renovatienota en geldt voor een termijn van één jaar en kan éénmalig voor eenzelfde periode worden verlengd.
Opmerkingen :
- Een renovatienota wordt enkel aanvaard als voor de renovatiewerken geen omgevingsvergunning vereist is.
- De vrijstelling wordt ongedaan gemaakt als de werken binnen het jaar niet beëindigd.
- Een woning die gerestaureerd wordt, kan de vrijstelling meerdere keren aanvragen. De termijn loopt telkens voor één jaar.
6. Voor het jaar 2020 wordt een vrijstelling van de belasting verleend voor een woning gelegen in de woonwijk Klein-Rusland.
7. de woning of het gebouw onmogelijk daadwerkelijk gebruikt kan worden omwille van een verzegeling of betredingsverbod in het kader van een strafrechtelijk onderzoek of omwille van een expertise in het kader van een gerechtelijke procedure, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt tot één jaar na het aflopen van de verzegeling of het betredingsverbod.
5.4. De vrijstellingen genoemd in 5.2 en 5.3 vervallen vanaf het ogenblik dat de aanwezigheid van reclame aan of voor de woning van het gebouw wordt vastgelegd.
De vrijstelling moet jaarlijks opnieuw aangevraagd worden en zal dan ook volgens dit reglement beoordeeld worden.
Artikel 6 – Inkohiering
§1 De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.
§2 De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.
Artikel 7: - Bezwaarprocedure bij belasting
§1 De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaarschrift wordt behandeld in overeenstemming met het Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.
§2 Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van de contante inning.
Indien de belastingschuldige wenst gehoord te worden, dient hij daar uitdrukkelijk om te vragen in zijn bezwaarschrift.
§3 Door het college van burgemeester en schepenen worden personeelsleden van de gemeente aangesteld die bevoegd zijn om een controle of onderzoek in te stellen en vaststellingen te verrichten in verband met de toepassing van dit belastingreglement. De door hen opgestelde processen-verbaal hebben bewijskracht tot bewijs van het tegendeel.
PUNT 05.10 - BELASTING OP MOBIELE TUIGEN VOOR PUBLICITEITSDOELEINDEN - HERNIEUWING
Artikel 1: - Er wordt voor de aanslagjaren 2020 t.e.m. 2025 een jaarlijkse gemeentebelasting ingevoerd op mobiele tuigen voor publiciteitsdoeleinden, al dan niet voorzien van luidsprekers, gebruikt op of zichtbaar van op de openbare weg.
Artikel 2: - De belasting wordt vastgesteld op:
AJ 0000 | XX 0000 | XX 2022 | AJ 0000 | XX 0000 | XX 2025 | |
Per dag en per gebruikt mobiel tuig | 16,00 EUR | 16,25 EUR | 16,50 EUR | 17,00 EUR | 17,25 EUR | 17,50 EUR |
Per aanslagjaar per gebruikt mobiel tuig | 169,75 EUR | 172,75 EUR | 175,75 EUR | 178,75 EUR | 181,75 EUR | 184,75 EUR |
Artikel 3: - De belasting is verschuldigd door de eigenaar van het mobiel tuig.
Artikel 4: - De belasting is contant te betalen tegen afgifte van een kwitantie. Bij gebreke aan contante betaling wordt de belasting een kohierbelasting.
Artikel 5: - Van de belasting zijn vrijgesteld:
− de mobiele tuigen bestemd voor het aanbrengen van aanplakbrieven onderworpen aan de reglementaire aanplakkingrechten ten voordele van de concessionaris van de openbare aanplakdienst;
− de mobiele tuigen waarop mededelingen van menslievende, artistieke, politieke, letterkundige of wetenschappelijke aard of van openbaar nut zijn aangebracht.
Artikel 6: - Onverminderd de verplichting opgelegd door de wetten en politiereglementen, is ieder persoon die publiciteit wenst te doen op of zichtbaar vanop de openbare weg bij middel van mobiele tuigen, verplicht voorafgaandelijk en tijdig daarvoor een schriftelijke aanvraag te richten aan het College van Burgemeester en Schepenen. In zijn aanvraag beschrijft de persoon het mobiele tuig (uitzicht, soort, lengte, breedte, hoogte en andere significante kenmerken), de plaats(-en) waar hij het mobiel tuig wenst op te gebruiken en de data (specifieke dagen of forfaitair voor een aanslagjaar) waarop het aldaar gebruikt zal zijn. Op basis van deze aanvraag wordt door het College al dan niet goedkeuring verleend.
Het verkrijgen van voormelde goedkeuring, samen met de contante betaling van de belasting zijn nodige vereisten om de betrokken tuigen volgens de goedgekeurde voorwaarden te gebruiken.
De goedkeuring, samen met het bewijs van betaling van de belasting, dient hij te vertonen op elk verzoek van de politie of van de ambtenaren die aangesteld zijn voor de controle op de naleving van de gemeentebelastingen.
Artikel 7: - Degenen die menen onrechtmatig te zijn belast, kunnen een bezwaarschrift indienen bij het College van Burgemeester en Schepenen, Xxxxx Xxxxx 0 xx 0000 Xxxxxxx.
Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van de contante inning.
Indien de belastingschuldige wenst gehoord te worden, dient hij daar uitdrukkelijk om te vragen in zijn bezwaarschrift. Een ontvangstbewijs wordt afgeleverd.
Artikel 8: - Door het college van burgemeester en schepenen worden personeelsleden van de gemeente aangesteld die bevoegd zijn om een controle of onderzoek in te stellen en vaststellingen te verrichten in verband met de toepassing van dit belastingreglement. De door hen opgestelde processen- verbaal hebben bewijskracht tot bewijs van het tegendeel.
Artikel 9: - Verwijl- en moratoriumintresten zijn op deze belasting toepasselijk zoals inzake Rijksbelastingen op inkomsten.
PUNT 05.11- BELASTING OP NACHTWINKELS – HERNIEUWING
Artikel 1: - Er wordt voor de aanslagjaren 2020 t.e.m. 2025 zowel een
openingsbelasting als een jaarlijkse belasting geheven op nachtwinkels gelegen op het grondgebied van Zelzate.
Artikel 2: - Onder nachtwinkels wordt verstaan, elke vestigingsplaats die in algemene voedingswaren en huishoudartikelen handelt en maximaal tussen 18u00 en 7u00 open is, zoals bedoeld in de artikel 2.9° en artikel 6 van de wet van
10 november 2006 tot instelling van een verplichte avondsluiting in handel, ambacht en dienstverlening en ongeacht of alle verplichtingen en beperkingen voortvloeiend uit die wet door de nachtwinkel gerespecteerd zijn, en waarvan de netto verkoopsoppervlakte niet groter is dan 150 m² en die op duidelijke en permanente manier de vermelding "nachtwinkel" draagt.
Artikel 3: - De openingsbelasting is een eenmalige belasting vastgesteld op
AJ 0000 | XX 0000 | XX 2022 | AJ 0000 | XX 0000 | XX 2025 |
6.617,50 EUR | 6.730,00 EUR | 6.844,50 EUR | 6.960,75 EUR | 7.079,00 EUR | 7.199,50 EUR |
en verschuldigd bij elke opening van een nieuwe handelsactiviteit van een nachtwinkel zoals gedefinieerd in artikel 2 van huidig reglement.
Elke wijziging van uitbating, zowel de wijziging van uitbater als de wijziging van de locatie van de uitbating is gelijkgesteld met een nieuwe handelsactiviteit.
De aanslagvoet van de jaarlijkse belasting is per nachtwinkel vastgesteld op
AJ 0000 | XX 0000 | XX 2022 | AJ 0000 | XX 0000 | XX 2025 |
1.653,75 EUR | 1.682,00 EUR | 1.710,50 EUR | 1.739,75 EUR | 1.769,25 EUR | 1.799,25 EUR |
De openingsbelasting en de jaarlijkse belasting zijn ondeelbaar. Zij zijn verschuldigd voor het ganse jaar, welke ook de aanvangs- of de stopzettingsdatum van de economische activiteit of de wijziging van uitbating in het jaar is.
De jaarlijkse belasting gaat in vanaf het jaar dat volgt op het aanslagjaar waarvoor de openingsbelasting verschuldigd is, of bij gebreke hiervan vanaf de inwerkingtreding van huidig belastingreglement.
Er wordt geen enkele korting of teruggave van de belasting gedaan om welke reden dan ook.
Artikel 4: - De belasting is verschuldigd door de uitbater van de handelszaak. De eigenaar van de handelszaak en de eigenaar van het pand zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting.
Artikel 5: - De belastingplichtige moet jaarlijks aangifte doen van de belastbare handelsactiviteit met het aangifteformulier dat het gemeentebestuur ter beschikking stelt, uiterlijk op de door het gemeentebestuur vermelde datum. Het aangifteformulier moet behoorlijk ingevuld en ondertekend teruggestuurd worden. Indien de belastingplichtige geen aangifteformulier heeft ontvangen moet hij op eigen initiatief aangifte doen vóór 1 november van het aanslagjaar. De eigenaar en de uitbater van de handelszaak zijn verplicht alle nodige documenten en vergunningen voor te leggen op verzoek van het gemeentebestuur.
Artikel 6: - Xxxx xxxxxxxxx of stopzetting van economische activiteit dient onder verantwoordelijkheid van de belastingplichtigen onmiddellijk en per aangetekend schrijven te worden meegedeeld aan het gemeentebestuur.
In geval van tijdelijke of definitieve administratieve sluiting van de zaak omwille van en sanctie opgelegd door daartoe bevoegde overheden, kunnen de belastingplichtigen op geen enkele belastingvermindering aanspraak maken.
Artikel 7: - De belasting wordt ingevorderd bij wijze van kohieren welke worden vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het College van Burgemeester en Schepenen.
Bij gebrek aan aangifte, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige, wordt de belasting
ambtshalve ingekohierd op basis van de gegevens waarover het gemeentebestuur kan beschikken.
De ambtshalve inkohiering gebeurt met een verhoging van l00%, waarbij het bedrag van de verhoging ook wordt ingekohierd.
Artikel 8: - De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen, Xxxxx Xxxxx 0 xx 0000 Xxxxxxx.
Het bezwaar moet schriftelijk gebeuren, met redenen omkleed zijn, gedagtekend en ondertekend door de belastingschuldige of diens vertegenwoordiger. Het moet overhandigd of per post verzonden worden. De bezwaartermijn bedraagt drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.
Indien de belastingschuldige wenst gehoord te worden, dient hij daar uitdrukkelijk om te vragen in zijn bezwaarschrift. Een ontvangstbewijs wordt afgeleverd.
Artikel 9: - Door het college van burgemeester en schepenen worden personeelsleden van de gemeente aangesteld die bevoegd zijn om een controle of onderzoek in te stellen en vaststellingen te verrichten in verband met de toepassing van dit belastingreglement. De door hen opgestelde processen- verbaal hebben bewijskracht tot bewijs van het tegendeel.
PUNT 05.12 - AANPASSING REGLEMENT BELASTING OP ONGESCHIKTE EN ONBEWOONBARE WONINGEN – HERNIEUWING
Artikel 1: - Er wordt voor de aanslagjaren 2020 t.e.m. 2022 een jaarlijkse gemeentebelasting gevestigd op ongeschikte en onbewoonbare woningen.
Artikel 2: - De gemeenteraad belast het College van Burgemeester en Schepenen met het vaststellen van de secundaire modaliteiten en de verdere praktische uitwerking.
Artikel 3: - Onderhavig reglement wordt naar de provinciale afdeling van het Agentschap Binnenlands Bestuur, de financieel directeur en de dienst vergunningen gezonden voor kennisneming.
Reglement op de belasting op ongeschikte en onbewoonbare woningen
Artikel 1: - Definities
Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:
1. Aanslagjaar: het aanslagjaar is het jaar waarin de belasting verschuldigd is;
2. Administratie: de gemeentelijke administratieve eenheid die door het gemeentebestuur wordt belast met de beoordeling van de vrijstelling in kader van de belasting op ongeschikte en onbewoonbare woningen.
Conform art 2.2.6, §1, tweede lid, van het Grond- en Pandendecreet draagt de gemeente de opmaak, de opbouw, het beheer en de actualisering van het leegstandsregister over aan SOM vzw, Woonwijzer Meetjesland. SOM vzw, Woonwijzer Meetjesland fungeert als intergemeentelijke administratieve eenheid. Het beslissingsorgaan van SOM vzw, Woonwijzer Meetjesland duidt de personeelsleden aan die onderzoeks-, controle– en vaststellingsbevoegdheden hebben. De intergemeentelijke administratieve eenheid voert alle taken uit voor de opmaak, de opbouw, het beheer en de actualisering van het leegstandsregister;
3. Beveiligde zending: één van de hiernavolgende betekeningswijze:
a) Een aangetekend schrijven;
b) Een afgifte tegen ontvangstbewijs.
4. College: college van burgemeester en schepenen van de gemeente Zelzate.
5. Gewestelijke Inventaris van ongeschikte en onbewoonbare woningen: de inventaris vermeld in artikel 26 van het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996;
6. Opnamedatum: de datum waarop een woning in de gewestelijke inventaris van ongeschikte en onbewoonbare woningen is opgenomen
7. Kamer: woning waarin een toilet, een bad of douche of een kookgelegenheid ontbreken en waarvan de bewoners voor een of meer van die voorzieningen aangewezen zijn op de gemeenschappelijke ruimten in of aansluitend bij het gebouw waarvan de woning deel uitmaakt;
8. Overige woongelegenheid: elke woongelegenheid welke niet te definiëren valt onder een woning en/of kamer
9. Renovatienota: een gedetailleerde, gedateerde en ondertekende nota, die door de administratie wordt goedgekeurd en waarin minstens is opgenomen:
− een overzicht en beschrijving van de voorgenomen werken;
− een gedetailleerd tijdsschema waaruit blijkt dat binnen een periode van maximaal 1 jaar een woning bewoonbaar wordt gemaakt
− een plan van het pand met een aanduiding van de geplande werken;
− bestekken en/of facturen met betrekking tot de voorgenomen werken(= raming van de kosten);
− fotoreportage met weergave van de bestaande toestand van de te renoveren onderdelen
− indien van toepassing een akkoord van de mede-eigenaars
10. Restauratie: het geheel van maatregelen, werkzaamheden en handelingen die erop gericht zijn de erfgoedwaarden van een onroerend goed in stand te houden of te herstellen
11. Verjaardag: het ogenblik van het verstrijken van elke nieuwe periode van twaalf maanden vanaf de opnamedatum, zolang de woning niet uit het register van ongeschikte en onbewoonbare woningen is geschrapt;
12. Woning: het goed vermeld in artikel 2, §1, eerste lid, 31° van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode;
13. Zakelijke gerechtigde: de houder van één van volgende zakelijke rechten:
a) De volle eigendom (volgens de beschikbare informatie voor de gemeente)
b) Het recht van opstal of van erfpacht;
c) Het vruchtgebruik Artikel 2: - Algemene bepalingen
§1. Er wordt voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2022 een jaarlijkse gemeentebelasting gevestigd op de woningen die opgenomen zijn in de gewestelijke inventaris van ongeschikte en onbewoonbare woningen.
§2. De belasting voor ongeschikte en onbewoonbare woningen is voor het eerst verschuldigd vanaf het ogenblik dat de woning gedurende twaalf opeenvolgende maanden opgenomen is in deze inventaris, of, voor woningen die bij de inwerkingtreding van dit reglement reeds op de inventaris waren opgenomen, bij de eerstvolgende verjaardag van de inventarisatiedatum.
Zolang de woning niet is geschrapt uit deze inventaris, blijft de belasting verschuldigd bij het verstrijken van elke opeenvolgende periode van twaalf maanden.
Artikel 3: - Belastingplichtige
§1. De belasting is verschuldigd door de zakelijk gerechtigde van de ongeschikte of onbewoonbare woning op de verjaardag van de opnamedatum.
§2 Ingeval van mede-eigendom zijn de mede-eigenaars hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld. Ingeval er meerdere andere houders zijn van het zakelijk recht, zijn deze eveneens hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld.
§3 Ingeval er een recht van opstal, erfpacht of vruchtgebruik bestaat is de belasting verschuldigd door de houder van dat zakelijk recht van opstal, van erfpacht of van vruchtgebruik op het ogenblik dat de belasting van het aanslagjaar verschuldigd wordt.
§4 Ingeval van overdracht van het zakelijk recht stelt de instrumenterende ambtenaar de nieuwe zakelijk gerechtigde er voorafgaandelijk van in kennis dat het goed is opgenomen in inventaris van ongeschikte en onbewoonbare woningen.
De instrumenterende ambtenaar of één van de partijen stelt de administratie binnen de zeven kalenderdagen na de overdacht van het zakelijk recht in kennis van de overdracht met nauwkeurige aanduiding van de overgedragen woning of het gebouw, de datum ervan, en de nieuwe zakelijk gerechtigden via beveiligde zending.
Bij ontstentenis van de kennisgeving betreffende de overdracht van het zakelijke recht door de instrumenterende ambtenaar of één van de partijen wordt de overdrager van een zakelijk recht, als belastingplichtige beschouwd voor de eerstvolgende belasting die na de overdracht van het zakelijk recht wordt gevestigd. Indien de administratie niet door de instrumenterende ambtenaar in kennis gesteld wordt met de overdracht van het zakelijk recht, maar op een andere manier worden de gegevens van de nieuwe zakelijke gerechtigde gebruikt.
Bij de overdracht van het zakelijk recht van een woning geldt de datum van de authentieke overdrachtsakte als aanvangspunt voor het berekenen van de termijnen van 12 maanden.
Artikel 4: - Tarief van de belasting
§1. Het basisbedrag van de belasting bedraagt:
AJ 0000 | XX 0000 | XX 2022 | |
Voor een volledig gebouw of woonhuis | 1.094,00 EUR | 1.118,00 EUR | 1.143,00 EUR |
Voor een kamer | 365,00 EUR | 373,00 EUR | 381,00 EUR |
Voor elke overige woongelegenheid | 729,00 EUR | 745,00 EUR | 762,00 EUR |
§ 2. De belasting wordt vermenigvuldigd met factor 1,5 per bijkomende termijn van twaalf maanden dat het gebouw of de woning in het register van ongeschikte en onbewoonbare woningen staat;
§ 3. De termijn die in acht genomen wordt voor de heffing, wordt berekend bij overdracht van het zakelijk recht betreffende het gebouw of de woning.
Het aantal termijnen dat een woning reeds op het register van ongeschikte en onbewoonbare woningen staat, wordt behouden bij ingang van dit nieuwe reglement.
§ 4. De maximale aanslag per woning of gebouw bedraagt:
AJ 0000 | XX 0000 | XX 2022 |
5.538,00 EUR | 5.660,00 EUR | 5.785,00 EUR |
Artikel 5: - Vrijstelling bij belasting
- Vrijstellingen
§1. Een vrijstelling van de belasting kan aangevraagd worden via beveiligde zending bij het de gemeente. De houder van het zakelijk recht die gebruik wenst te maken van een vrijstelling als vermeld in §3 of §4, dient zelf hiervoor de nodige bewijsstukken voor te leggen.
§2. Een beroep tegen de beslissing over een aanvraag tot vrijstelling kan ingediend worden bij de het college van burgemeester en schepenen overeenkomstig de procedure, vermeld in artikel 7.
§3. Van de belasting zijn vrijgesteld:
1° de belastingplichtige die in een erkende ouderenvoorziening verblijft. Het bewijs van het verblijf wordt geleverd door de erkende ouderenvoorziening waar de belastingschuldige verblijft, met dien verstande dat deze vrijstelling geldt voor een periode van drie jaar volgend op de datum van opname in een erkende ouderenvoorziening en slechts geldt voor de woning die laatst bewoond werd door de belastingplichtige voor de opname in een erkende ouderenvoorziening.
2° de belastingplichtige die voor een langdurig verblijf werd opgenomen in een andere erkende zorginstelling; Het bewijs van het langdurig verblijf wordt geleverd door de instelling of ziekenhuis waar de belastingschuldige verblijft. De vrijstelling geldt voor een periode van drie jaar volgend op de datum van opname en slechts geldt voor de woning die laatst bewoond werd door de belastingplichtige voor de opname de erkende zorginstelling.
3° de belastingplichtige waarvan de handelingsbekwaamheid beperkt werd ingevolge een gerechtelijke beslissing;
Het bewijs wordt geleverd door het voorleggen van de gerechtelijke beslissing met dien verstande dat deze vrijstelling geldt voor een periode van drie jaar volgend op de datum van beslissing en slechts geldt voor de woning die laatst bewoond werd door de belastingplichtige.
4° de nieuwe zakelijk gerechtigde gedurende twee opeenvolgende aanslagjaren na het verkrijgen van het zakelijk recht.
Deze vrijstelling geldt niet voor overdrachten:
- aan vennootschappen die door de overdrager rechtstreeks of onrechtstreeks in
• rechten of in feiten gecontroleerd worden;
- indien de overdracht het gevolg is van een fusie, splitsing of een andere overgang ten algemene titel.
5° zover het een woning betreft die voorwerp uitmaakt van een door het college goedgekeurd project met het oog op het realiseren van een meer kwalitatieve woonomgeving. De werken dienen effectief te starten binnen de 2 jaar na registratie van de woning.
§4. Vrijstelling van betaling van belasting wordt toegestaan wanneer:
1. de woning of het gebouw gelegen is binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan en waarin de woning of het gebouw aangeduid is als te onteigenen goed;
2. de woning of het gebouw geen voorwerp meer kan uitmaken van een bouwvergunning/stedenbouwkundige vergunning/omgevingsvergunning omdat een voorlopig of definitief onteigeningsplan is vastgesteld;
3. de woning of het gebouw vernield of beschadigd werd ten gevolge van een plotse ramp. Deze vrijstelling kan maximaal drie keer verleend worden in de drie jaar volgend op de datum van de vernieling of beschadiging;
4. de woning of het gebouw wegens overmacht geregistreerd blijft om redenen die onafhankelijk zijn van de wil van de houder van het zakelijk recht van wie redelijkerwijze niet kan verwacht worden dat hij een einde stelt aan de ongeschikt- of onbewoonbaarheid.
De vrijstelling wordt toegekend voor 1 jaar, maar kan verlengd worden zolang de overmacht aanhoudt. De vrijstelling moet elk jaar opnieuw aangevraagd en gemotiveerd worden met de nodige bewijsstukken;
5.Een woning wordt gerenoveerd als een gedetailleerd renovatienota voorgelegd wordt waaruit blijkt dat hij de nodige renovatiewerken gaat uitvoeren, voor zover zij betrekking hebben op de woonfunctie van de woning. De vrijstelling vangt aan bij de aanvraag van de renovatienota en geldt voor een termijn van één jaar en kan éénmalig voor eenzelfde periode worden verlengd.
Opmerkingen :
- Een renovatienota wordt enkel aanvaard als voor de renovatiewerken geen omgevingsvergunning vereist is..
- De vrijstelling wordt ongedaan gemaakt als de werken binnen het jaar niet beëindigd.
- Een woning die gerestaureerd wordt, kan de vrijstelling meerdere keren aanvragen. De termijn loopt telkens voor één jaar.
6. Voor het jaar 2020 wordt een vrijstelling van de belasting verleend voor een woning gelegen in de woonwijk Klein-Rusland.
7. de woning of het gebouw onmogelijk daadwerkelijk gebruikt kan worden omwille van een verzegeling of betredingsverbod in het kader van een strafrechtelijk onderzoek of omwille van een expertise in het kader van een gerechtelijke procedure, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt tot één jaar na het aflopen van de verzegeling of het betredingsverbod.
§5. De vrijstellingen genoemd in §2 en §3 vervallen vanaf het ogenblik dat de aanwezigheid van reclame aan of voor de woning van het gebouw wordt vastgelegd.
Artikel 6: - Inkohiering
§1 De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.
§2 De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.
Artikel 7: - Bezwaarprocedure bij belasting
§1 De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaarschrift wordt behandeld in overeenstemming met het Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.
§2 Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van de contante inning.
Indien de belastingschuldige wenst gehoord te worden, dient hij daar uitdrukkelijk om te vragen in zijn bezwaarschrift.
§3 Door het college van burgemeester en schepenen worden personeelsleden van de gemeente aangesteld die bevoegd zijn om een controle of onderzoek in te stellen en vaststellingen te verrichten in verband met de toepassing van dit belastingreglement. De door hen opgestelde processen-verbaal hebben bewijskracht tot bewijs van het tegendeel.
PUNT 05.13 - BELASTING OP TWEEDE VERBLIJVEN – HERNIEUWING
Artikel 1: - Er wordt voor de aanslagjaren 2020 t.e.m. 2025 een jaarlijkse gemeentebelasting gevestigd op de tweede verblijven al dan niet ingeschreven in de kadastrale legger.
Artikel 2: - Een tweede verblijf is elke private constructie met woon- of verblijfsgelegenheid hoe primitief ook waar men verblijft die niet tot hoofdverblijf dient of waarvoor niemand is ingeschreven in de bevolkingsregisters voor het hoofdverblijf.
Het betreft niet de lokalen welke uitsluitend bestemd zijn voor het uitoefenen van een beroepsactiviteit.
Het betreft evenmin garages, tenten, verplaatsbare caravans en woon aanhangwagens.
De belasting is in eerste orde verschuldigd door de huurder of gebruiker van het tweede verblijf op 1 januari en/of 1 juli van het aanslagjaar (zie artikel 3).
Wanneer de identiteit van de huurder of gebruiker niet kan worden achterhaald zal de belasting van de eigenaar worden gevorderd.
Ongeacht het feit dat de belastingplichtige huurder/gebruiker spontaan aangifte moet doen van de belastbare toestand:
- binnen de dertig (30) dagen na het afsluiten van het huurcontract (ingeval van huur);
- of binnen de dertig (30) dagen na het eerste gebruik (ingeval van een gebruik door een derde, andere dan de eigenaar, zonder huurcontract);
zal de eigenaar worden aangeschreven met verzoek aangifte te doen van naam en adres van huurder of gebruiker van een verblijf die aan de omschrijving tweede verblijf voldoet.
Deze aangifte dient te worden gedaan ter attentie van het College van Burgemeester en Schepenen en dit binnen een termijn van 30 kalenderdagen na het verzenden van het aangifteformulier.
Wanneer de eigenaar dit aangifteformulier niet terugzendt zal, bij gebrek aan de nodige gegevens i.v.m. huurder/gebruiker, de belasting op de eigenaar worden geheven.
Artikel 3: - De belasting wordt berekend per semester en is verschuldigd op
1 januari en op 1 juli van het aanslagjaar ongeacht:
- de duur van de eventuele verhuring;
- het feit of de eigenaar al dan niet in de bevolkingsregisters van de gemeente is ingeschreven;
- het feit dat het tweede verblijf tijdelijk niet wordt gebruikt, maar nog niet valt onder het reglement dat de belasting op leegstaande gebouwen, woningen, kamers en overige woongelegenheden regelt;
Artikel 4: - Het bedrag van de belasting wordt vastgesteld
AJ 0000 | XX 0000 | XX 2022 | AJ 0000 | XX 0000 | XX 2025 | |
per semester en per tweede verblijf | 508,50 EUR | 517,00 EUR | 526,00 EUR | 535,00 EUR | 544,00 EUR | 553,00 EUR |
Artikel 5: - De belastingplichtige moet aangifte doen van het belastbaar tweede verblijf, door middel van het formulier vastgesteld door het gemeentebestuur. In geval van eigendom verwerving in de loop van het jaar, dient de aangifte binnen de maand te geschieden.
Artikel 6: - Bij gebreke van bovenstaande aangifte zal het gemeentebestuur met alle mogelijke middelen het bestaan van een tweede verblijf trachten te achterhalen en aan de eigenaar een aangifteformulier toezenden.
Bij gebreke van de nodige gegevens wegens het niet verzenden door de eigenaar van de aangifte of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte, wordt de eigenaar ambtshalve ingekohierd volgens de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt. De ambtshalve ingekohierde belastingen worden verhoogd met het dubbel van de verschuldigde belasting.
Het bedrag van deze verhoging wordt ook ingekohierd. Artikel 7: - Vrijstellingen :
Artikel 8: - De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier, dat door het College van Burgemeester en Schepenen wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard.
Artikel 9: - De belasting moet betaald worden twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.
Artikel 10: - Diegene die meent onrechtmatig te zijn belast, kan bezwaar indienen bij het College van Burgemeester en Schepenen, Xxxxx Xxxxx 0 xx 0000 Xxxxxxx.
Het bezwaar moet schriftelijk gebeuren, met redenen omkleed zijn, gedagtekend en ondertekend door de belastingschuldige of diens vertegenwoordiger. Het moet overhandigd of per post verzonden worden. De bezwaartermijn bedraagt drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.
Indien de belastingschuldige wenst gehoord te worden, dient hij daar uitdrukkelijk om te vragen in zijn bezwaarschrift. Een ontvangstbewijs wordt afgeleverd.
Artikel 11: - Door het college van burgemeester en schepenen worden personeelsleden van de gemeente aangesteld die bevoegd zijn om een controle of onderzoek in te stellen en vaststellingen te verrichten in verband met de toepassing van dit belastingreglement. De door hen opgestelde processen- verbaal hebben bewijskracht tot bewijs van het tegendeel.
Artikel 12: - Verwijl- en moratoriumintresten zijn op deze belasting toepas- selijk zoals inzake rijksbelastingen op de inkomsten.
PUNT 05.14 - BELASTING OP VASTE RECLAMEBORDEN ZICHTBAAR VANAF DE OPENBARE WEG
– HERNIEUWING
Artikel 1: - Er wordt voor de aanslagjaren 2020 t.e.m. 2025 een jaarlijkse gemeentebelasting gevestigd op de constructies groter dan 2 m² bestemd of aangewend voor het dragen van reclame en zichtbaar vanaf een openbare weg.
Artikel 2: - De belasting is verschuldigd door de eigenaar van de constructie op 1 januari van het aanslagjaar.
Artikel 3: - De belasting wordt vastgesteld:
AJ 0000 | XX 0000 | XX 2022 | AJ 0000 | XX 0000 | XX 2025 | |
Voor constructies zonder verlichting (per m² nuttige oppervlakte) | 32,00 EUR | 32,50 EUR | 33,00 EUR | 34,00 EUR | 34,50 EUR | 35,00 EUR |
Voor constructies met rechtstreekse of onrechtstreekse verlichting (per m² per nuttige oppervlakte) | 53,50 EUR | 54,50 EUR | 55,50 EUR | 56,50 EUR | 57,00 EUR | 58,00 EUR |
Elk gedeelte van een vierkante meter wordt beschouwd als een volledige vierkante meter.
Artikel 4: - Van de belasting zijn vrijgesteld:
- de constructies bestemd voor het aanbrengen van aanplakbrieven onderworpen aan de reglementaire aanplakkingsrechten ten voordele van de concessionaris van de openbare aanplakdienst;
- de uithangborden (onder "uithangbord" wordt verstaan : opschriften, zelfs op papier, die op een bepaalde plaats aangebracht zijn, met het doel het publiek bekend te maken met de aldaar geëxploiteerde handel of industrie, het uitgeoefende beroep en over het algemeen de werkzaamheden, welke aldaar geschieden) met een maximum van 4 m².
- de constructies waarop mededelingen van menslievende, artistieke, politieke, letterkundige of wetenschappelijke aard of van openbaar nut zijn aangebracht.
Artikel 5: - De belastingplichtige ontvangt vanwege het gemeentebestuur een aangifteformulier dat door hem, behoorlijk ingevuld en ondertekend, vóór de erin vermelde vervaldatum moet worden teruggestuurd.
Artikel 6: - Bij gebrek aan aangifte binnen de in artikel 5 vastgestelde termijn of bij onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte wordt de belastingplichtige ambtshalve belast volgens de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep.
Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het College van Burgemeester en Schepenen aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting.
De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig kalenderdagen te rekenen van de derde werkdag die volgt op de verzending van die kennisgeving om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen.
Artikel 7: - De overeenkomstig artikel 6 ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met het bedrag van de verschuldigde belasting.
Het bedrag van deze verhoging wordt ingekohierd.
Artikel 8: - De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het College van Burgemeester en Schepenen.
Artikel 9: - De belasting moet worden betaald binnen de twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.
Artikel 10: - De belastingschuldige die meent onrechtmatig te zijn belast, kan bezwaar indienen bij het College van Burgemeester en Schepenen, Xxxxx Xxxxx 0 xx 0000 Xxxxxxx.
Het bezwaar moet schriftelijk gebeuren, met redenen omkleed zijn, gedagtekend en ondertekend door de belastingschuldige of diens vertegenwoordiger. Het moet overhandigd of per post verzonden worden. De bezwaartermijn bedraagt drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.
Indien de belastingschuldige wenst gehoord te worden, dient hij daar uitdrukkelijk om te vragen in zijn bezwaarschrift. Een ontvangstbewijs wordt afgeleverd.
Artikel 11: - Door het college van burgemeester en schepenen worden personeelsleden van de gemeente aangesteld die bevoegd zijn om een controle of onderzoek in te stellen en vaststellingen te verrichten in verband met de toepassing van dit belastingreglement. De door hen opgestelde processen- verbaal hebben bewijskracht tot bewijs van het tegendeel.
PUNT 05.15 – REGLEMENT BELASTING OP VERWAARLOOSDE GEBOUWEN EN WONINGEN
Artikel 1: - Er wordt voor de aanslagjaren 2020 t.e.m. 2022 een jaarlijkse gemeentebelasting gevestigd op verwaarloosde gebouwen en woningen.
Artikel 2: - De gemeenteraad belast het College van Burgemeester en Schepenen met het vaststellen van de secundaire modaliteiten en de verdere praktische uitwerking.
Artikel 3: - Onderhavig reglement wordt naar de provinciale afdeling van het Agentschap Binnenlands Bestuur, de financieel directeur en de dienst vergunningen gezonden voor kennisneming.
Reglement op de belasting op verwaarloosde gebouwen en woningen
Artikel 1: - Definities
Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:
1. Aanslagjaar: het aanslagjaar is het jaar waarin de belasting verschuldigd is;
2. Administratie: de gemeentelijke administratieve eenheid die door het gemeentebestuur wordt belast met de opmaak, de opbouw, het beheer en actualisering van het register van verwaarloosde gebouwen en woningen.
Conform art 2.2.6, §1, tweede lid, van het Grond- en Pandendecreet draagt de gemeente de opmaak, de opbouw, het beheer en de actualisering van het leegstandsregister over aan SOM vzw, Woonwijzer Meetjesland. SOM vzw, Woonwijzer Meetjesland fungeert als intergemeentelijke administratieve eenheid. Het beslissingsorgaan van SOM vzw, Woonwijzer Meetjesland duidt
de personeelsleden aan die onderzoeks-, controle– en vaststellingsbevoegdheden hebben. De intergemeentelijke administratieve eenheid voert alle taken uit voor de opmaak, de opbouw, het beheer en de actualisering van het leegstandsregister;
3. Beveiligde zending: één van de hiernavolgende betekeningswijze:
a) Een aangetekend schrijven;
b) Een afgifte tegen ontvangstbewijs.
4. Gebouw: het onroerend goed vermeld in artikel 24, 2° van het Heffingsdecreet;
5. Gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen: het register vermeld in artikel 2 van het reglement inventaris verwaarloosde woningen en gebouwen;
6. Gewestelijke inventarislijst van verwaarloosde gebouwen en/of woningen: de inventarislijst, tot 31 december 2016 vermeld in artikel 28, §1, eerste lid, 1° van het Heffingsdecreet;
7. Opnamedatum: de datum waarop een woning in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen is opgenomen
8. Renovatienota: een gedetailleerde, gedateerde en ondertekende nota, die door de administratie wordt goedgekeurd en waarin minstens is opgenomen:
− een overzicht en beschrijving van de voorgenomen werken;
− een gedetailleerd tijdsschema waaruit blijkt dat binnen een periode van maximaal 1 jaar een woning bewoonbaar wordt gemaakt
− een plan van het pand met een aanduiding van de geplande werken;
− bestekken en/of facturen met betrekking tot de voorgenomen werken(= raming van de kosten);
− fotoreportage met weergave van de bestaande toestand van de te renoveren onderdelen
− indien van toepassing een akkoord van de mede-eigenaars
9. Restauratie: het geheel van maatregelen, werkzaamheden en handelingen die erop gericht zijn de erfgoedwaarden van een onroerend goed in stand te houden of te herstellen
10. Verjaardag: het ogenblik van het verstrijken van elke nieuwe periode van twaalf maanden vanaf de opnamedatum, zolang het gebouw of de woning niet uit het register van verwaarloosde gebouwen en woningen is geschrapt;
11. Verwaarloosde woning: een gebouw, ongeacht of het dienst doet als woning, wordt beschouwd als verwaarloosd, wanneer het ernstige zichtbare en storende gebreken of tekenen van verval vertoont aan buitenmuren, voegwerk, schoorstenen, dakbedekking, dakgebinte, buitenschrijnwerk, kroonlijst of dakgoten. Bij sloop van het gebouw dient alle puin geruimd te zijn.
12. Woning: het onroerend goed vermeld in artikel 24, 5° van het Heffingsdecreet;
13. Zakelijke gerechtigde: de houder van één van volgende zakelijke rechten:
a) De volle eigendom (volgens de beschikbare informatie voor de gemeente)
b) Het recht van opstal of van erfpacht;
c) Het vruchtgebruik Artikel 2: - Algemene bepalingen
§1 Er wordt voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 een jaarlijkse gemeentebelasting gevestigd op de woningen en gebouwen die, gedurende
minstens twaalf opeenvolgende maanden opgenomen zijn in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen.
§2 De belasting voor een verwaarloosde woningen en gebouwen is voor het eerst verschuldigd vanaf het ogenblik dat de woning of het gebouw, gedurende twaalf opeenvolgende maanden is opgenomen in het gemeentelijk register verwaarloosde woningen en gebouwen.
Zolang de woning of het gebouw niet is geschrapt uit het register, blijft de belasting verschuldigd bij het verstrijken van elke opeenvolgende periode van twaalf maanden.
Artikel 3: - Belastingplichtige
§1. De belasting is verschuldigd door de zakelijk gerechtigde van de verwaarloosde woning of het verwaarloosd gebouw op de verjaardag van de opnamedatum.
§2 Ingeval van mede-eigendom zijn de mede-eigenaars hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld. Ingeval er meerdere andere houders zijn van het zakelijk recht, zijn deze eveneens hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld.
§3 Ingeval er een recht van opstal, erfpacht of vruchtgebruik bestaat is de belasting verschuldigd door de houder van dat zakelijk recht van opstal, van erfpacht of van vruchtgebruik op het ogenblik dat de belasting van het aanslagjaar verschuldigd wordt.
§4 Ingeval van overdracht van het zakelijk recht stelt de instrumenterende ambtenaar de nieuwe zakelijk gerechtigde er voorafgaandelijk van in kennis dat het goed is opgenomen in de inventaris van verwaarloosde woningen en gebouwen.
De instrumenterende ambtenaar of één van de partijen stelt de administratie binnen de zeven kalenderdagen na de overdacht van het zakelijk recht in kennis van de overdracht met nauwkeurige aanduiding van de overgedragen woning of het gebouw, de datum ervan, en de nieuwe zakelijk gerechtigden via beveiligde zending.
Bij ontstentenis van de kennisgeving betreffende de overdracht van het zakelijke recht door de instrumenterende ambtenaar of één van de partijen wordt de overdrager van een zakelijk recht, als belastingplichtige beschouwd voor de eerstvolgende belasting die na de overdracht van het zakelijk recht wordt gevestigd. Indien de administratie niet door de instrumenterende ambtenaar in kennis gesteld wordt met de overdracht van het zakelijk recht, maar op een andere manier worden de gegevens van de nieuwe zakelijke gerechtigde gebruikt.
Bij de overdracht van het zakelijk recht van een gebouw of een woning geldt de datum van de authentieke overdrachtsakte als aanvangspunt voor het berekenen van de termijnen van 12 maanden.
Artikel 4: - Tarief van de belasting
Het basisbedrag van de belasting bedraagt:
AJ 0000 | XX 0000 | XX 2022 | AJ 0000 | XX 0000 | XX 2025 | |
Voor een gebouw of woonhuis | 1.637,50 EUR | 1.665,00 EUR | 1.693,50 EUR | 1.722,50 EUR | 1.751,50 EUR | 1.781,50 EUR |
Artikel 5: - Vrijstelling bij belasting
5.1. Aanvraag vrijstelling
De zakelijk gerechtigde die gebruik wenst te maken van een vrijstelling van de belasting dient zelf hiervoor via beveiligde zending schriftelijk de nodige bewijsstukken in te dienen bij de administratie.
5.2. Vrijstelling van betaling van belasting wordt toegestaan voor:
1° de nieuwe zakelijk gerechtigde gedurende twee opeenvolgende aanslagjaren na het verkrijgen van het zakelijk recht. Deze vrijstelling geldt niet voor overdrachten:
- aan vennootschappen die door de overdrager rechtstreeks of onrechtstreeks in rechten of in feiten gecontroleerd worden;
- indien de overdracht het gevolg is van een fusie, splitsing of een andere overgang ten algemene titel.
5.3. Vrijstelling van betaling van belasting wordt toegestaan wanneer: 1° de woning of het gebouw wegens overmacht geïnventariseerd blijft om
redenen die onafhankelijk zijn van de wil van de houder van het zakelijk recht van wie redelijkerwijze niet kan verwacht worden dat hij een einde stelt aan de verwaarlozing.
De vrijstelling wordt toegekend voor 1 jaar, maar kan verlengd worden zolang de overmacht aanhoudt. De vrijstelling moet elk jaar opnieuw aangevraagd en gemotiveerd worden met de nodige bewijsstukken.
2° de woning als hoofdverblijfplaats van de eigenaar gebruikt wordt en er geen zakelijk recht is voor een andere woning (d.w.z. volle eigendom, vruchtgebruik, erfpacht of opstal).
3° Een woning wordt gerenoveerd als een gedetailleerd renovatienota voorgelegd
wordt waaruit blijkt dat hij de nodige renovatiewerken gaat uitvoeren, voor zover zij betrekking hebben op de woonfunctie van de woning. De vrijstelling vangt aan bij de aanvraag van de renovatienota en geldt voor een termijn van één jaar en kan éénmalig voor eenzelfde periode worden verlengd.
Opmerkingen :
- Een renovatienota wordt enkel aanvaard als voor de renovatiewerken geen omgevingsvergunning vereist is..
- De vrijstelling wordt ongedaan gemaakt als de werken binnen het jaar niet beëindigd.
- Een woning die gerestaureerd wordt, kan de vrijstelling meerdere keren aanvragen. De termijn loopt telkens voor één jaar.
5.4. Voor het jaar 2020 wordt een vrijstelling van de belasting verleend voor een woning gelegen in de woonwijk Klein-Rusland.
De vrijstelling moet jaarlijks opnieuw aangevraagd worden en zal dan ook volgens dit reglement beoordeeld worden.
Artikel 6: - Inkohiering
§1 De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.
§2 De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.
Artikel 7: - Bezwaarprocedure bij belasting
§1 De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaarschrift wordt behandeld in overeenstemming met het Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.
§2 Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van de contante inning.
Indien de belastingschuldige wenst gehoord te worden, dient hij daar uitdrukkelijk om te vragen in zijn bezwaarschrift.
§3 Door het college van burgemeester en schepenen worden personeelsleden van de gemeente aangesteld die bevoegd zijn om een controle of onderzoek in te stellen en vaststellingen te verrichten in verband met de toepassing van dit
belastingreglement. De door hen opgestelde processen-verbaal hebben bewijskracht tot bewijs van het tegendeel.
PUNT 05.16 - BELASTING OP BEDRIJVEN – HERNIEUWING
Belastbaar feit en belastingplichtige Artikel 1
Er wordt voor het aanslagjaar 2020 tot en met 2025, ten behoeve van de gemeente, een jaarlijkse gemeentebelasting geheven op de bedrijven die op 1 januari van het aanslagjaar op het grondgebied van de gemeente één of meerdere vestigingen gebruiken of tot gebruik voorbehouden.
Begripsomschrijving Artikel 2
Voor de toepassing van dit besluit wordt het volgende verstaan onder:
1. bedrijf: een zelfstandige of een vennootschap;
2. zelfstandige: elke natuurlijke persoon die hoofdzakelijk of aanvullend een nijverheids-, ambachts-, landbouw-, tuinbouw- en/of handelsonderneming exploiteert, een economische activiteit op zelfstandige basis verricht en/of een intellectueel, vrij of dienstverlenend beroep of een andere beroeps- of bedrijfsactiviteit zelfstandig uitoefent, inclusief elke zelfstandige helper;
de natuurlijke persoon die uit hoofde van zijn zelfstandige beroeps-of bedrijvenactiviteit uitsluitend optreedt als werkend vennoot of als bestuurder in een vennootschap wordt niet als belastingplichtige beschouwd in de zin van dit artikel 2, 2;
3. vennootschap: elke rechtspersoon die een nijverheids-, ambachts-, landbouw-, tuinbouw- en/of handelsonderneming exploiteert, een economische activiteit op zelfstandige basis verricht, een intellectueel, vrij of
dienstverlenend beroep zelfstandig uitoefent en/of zich met verrichtingen van winstgevende aard of het beheer van roerende en/of onroerende goederen bezighoudt, evenals elk van deze rechtspersonen in vereffening;
4. vestiging: elk (gedeelte van een) onroerend goed of meerdere onroerende goederen die samen een geheel, een entiteit of een complex vormen, dat/die voor beroeps- of bedrijfsdoeleinden is bestemd of in het kader van beroeps- of bedrijfsdoeleinden wordt gebruikt en/of elke activiteitskern, elk(e) lokaliteit of centrum van werkzaamheden of elk (geheel van) ruimte(n), onder gelijk welke vorm en van individuele of collectieve aard, die/dat voor beroeps- of bedrijfsdoeleinden is bestemd of in het kader van beroeps- of bedrijfsdoeleinden wordt gebruikt, evenals een maatschappelijke zetel of een administratieve zetel of lokaliteit, alsook elk (gedeelte van een) onroerend goed of lokaliteit dat/die bijdraagt tot de realisatie/uitvoering van de beroeps- of bedrijfsdoeleinden (met inbegrip van bestuur of beheer, in de ruimste zin);
5. agrarisch bedrijf: een zelfstandige of een vennootschap van wie de beroeps- of bedrijfsdoeleinden uitsluitend bestaan uit landbouw en/of tuinbouw;
6. landbouw: een bedrijfsmatige exploitatie gericht op akkerbouw en/of weidebouw en/of bosbouw en/of veeteelt en/of viskwekerij en/of aquacultuur;
7. akkerbouw: een bedrijfsmatige exploitatie gericht op het telen van granen, nijverheidsgewassen, voedergewassen, aardappelen, peulvruchten, pootgoed, landbouwzaden en/of aanverwante gewassen;
8. weidebouw: een bedrijfsmatige exploitatie gericht op het exploiteren van blijvend grasland als voedselbron voor dieren welke door het bedrijf voor gebruiks- of winstdoeleinden worden gehouden;
9. bosbouw: een bedrijfsmatige exploitatie gericht op het aanleggen en exploiteren van bossen, met inbegrip van de bosboomkwekerij;
10. veeteelt: een bedrijfsmatige exploitatie gericht op het kweken/fokken, vetmesten en/of houden van dieren voor de vlees-, melk- of eierproductie, voor de vacht of voor het bekomen van jongen;
11. tuinbouw: een bedrijfsmatige exploitatie gericht op groenteteelt, fruitteelt, boomkwekerij andere dan bosboomkwekerij, sierteelt, kweek van tuinbouwzaden, plantgoed en/of aanverwante teelten;
12. landbouw- en/of tuinbouwoppervlakte: oppervlakte die een bestemming kreeg voor landbouw en/of tuinbouw en als zodanig door een agrarisch bedrijf wordt gebruikt of tot gebruik wordt voorbehouden onder andere als teeltgrond, oppervlakte in serres, …;
13. serre: elke duurzame constructie die bestemd is of gebruikt wordt voor tuinbouw of die dienstig is voor een agrarisch bedrijf dat aan tuinbouw doet;
14. teeltgrond: grond waarvan de bodem bestemd is of gebruikt wordt als voedingsbodem voor de producten die erop worden geteeld in het kader van landbouw en/of tuinbouw;
15. openluchtrecreatief bedrijf: een zelfstandige of een vennootschap met uitsluitend openluchtrecreatieve beroeps- of bedrijfsdoeleinden, d.w.z. beroeps- of bedrijfsdoeleinden gericht op het uitbaten van kampeerterreinen, verblijfparken en andere accommodaties voor vakantie en recreatie in open lucht, infrastructuur/installaties voor recreatieve sportbeoefening in open lucht gedurende het jaar, infrastructuur en gronden voorbehouden voor onderhoud, herstellingen en winterberging van pleziervaartuigen, dieren- en botanische tuinen/parken/markten, openluchtmusea en natuur- en wildreservaten;
16. bedrijfsmatige exploitatie (van een agrarisch bedrijf): een exploitatie waarbij met een duurzame organisatie en inzet van arbeid en kapitaal aan het economische productieproces wordt deelgenomen, met de bedoeling de voortgebrachte producten gestadig te gelde te maken en daarmee bedrijfswinst te realiseren;
17. hernieuwbare energie : energie uit hernieuwbare niet-fossiele bronnen, namelijk: wind, zon, aerothermische, geothermische, hydrothermische energie en energie uit de oceanen, waterkracht, biomassa, stortgas, gas van rioolzuiveringsinstallaties en biogassen;
18. hernieuwbare energiesector: de sector van organisaties met een vestiging in Vlaanderen, die goederen, diensten en technologieën leveren die gebruikt worden bij de opwekking van hernieuwbare energie;
19. producenten van duurzame energie : bedrijven die een hoofdactiviteit hebben in de hernieuwbare energiesector;
20. oppervlakte voor hernieuwbare energie: de ruimte die wordt ingenomen door installaties voor de opwekking van hernieuwbare energie ten dienste van de bedrijfsuitvoering;
21. oppervlakte ingenomen door windmolens : het kwadraat van de straal (wieklengte vermeerderd met afstand tot aan middelpunt van de as), vermenigvuldigd met de constante Pi;
22. gebouwde oppervlakte : oppervlakte van bouwwerken, constructies en/of installaties die door hun aard op duurzame en gebruikelijke wijze ter plaatse blijven staan;
23. ongebouwde oppervlakte : oppervlakte die geen gebouwde oppervlakte is. Berekeningsgrondslag
Artikel 3
§ 1 Elke belastingplichtige is de belasting verschuldigd afzonderlijk per vestiging hoe ook genoemd, die door hem/haar wordt gebruikt of tot gebruik wordt voorbehouden en op het grondgebied van de gemeente is gelegen.
§ 2 De belasting wordt vastgesteld rekening houdend met de totale gebouwde en/of ongebouwde oppervlakte van het goed waarop de vestiging zich bevindt.
§ 3 Alle oppervlakten van het goed waarop de vestiging zich bevindt, die door de belastingplichtige worden gebruikt of tot gebruik worden voorbehouden, zijn belastbaar.
Oppervlakte die bestemd is voor of in aanmerking kan komen voor gebruik door de belastingplichtige, is een onderdeel van en wordt ook meegerekend tot de gebruikte of tot gebruik voorbehouden oppervlakte. Om belastbaar te zijn, volstaat het dat oppervlakte eventueel (nog) kan worden gebruikt, ook al wordt deze oppervlakte niet effectief gebruikt (bv. braakliggende of woeste gronden, improductieve oppervlakte, oppervlakte zonder economisch rendabel gebruik, …).
Onder "gebruik" moet elke vorm van gebruik worden verstaan, met inbegrip van het gebruik als (toegangs) weg, parking, plantsoen, grasstrook, groenzone, vijver, sportterrein, laad-, los- of stortplaats, opslag- of overslagruimte, bufferzone, weiland, onderbenutte grond, ... (niet-limitatieve opsomming).
§ 4 De gebouwde en ongebouwde gedeelten van het goed die gemeenschappelijk door meerdere belastingplichtigen worden gebruikt of tot gebruik worden voorbehouden, wordt in hoofde van iedere belastingplichtige belast pro rata van de door hem/haar exclusief gebruikte of tot gebruik voorbehouden gebouwde en ongebouwde oppervlakten..
§ 5 Onroerende goederen die van elkaar zijn gescheiden door een weg, een gracht, een waterloop, één of meerdere andere percelen, … en die belastbaar zijn in hoofde van dezelfde belastingplichtige, worden beschouwd als één goed waarop een vestiging van deze belastingplichtige zich bevindt. Desgevallend wordt voor de vaststelling van de belasting de som of het geheel van de belastbare oppervlakten in aanmerking genomen.
§ 6 Voor de vaststelling van de belastbare gebouwde oppervlakte wordt in voorkomend geval de som of het geheel van de gebruikte of tot gebruik voorbehouden oppervlakten van alle bovengrondse en ondergrondse bouwlagen in aanmerking genomen. Ook de oppervlakten van kelders, zolders en daken worden meegerekend tot de belastbare gebouwde oppervlakte indien ze worden gebruikt of tot gebruik worden voorbehouden.
Aangifteplicht Artikel 4
§ 1 Elke belastingplichtige moet uiterlijk op 30 mei van het aanslagjaar per vestiging afzonderlijk aangifte doen op een aangifteformulier dat het gemeentebestuur Zelzate ter beschikking stelt.
De correct ingevulde, gedag- en genaamtekende aangifte(n) moet(en) binnen de hiervoor gestelde termijn toekomen bij het gemeentebestuur van Zelzate – Xxxxx Xxxxx 0, 0000 Xxxxxxx.
§ 2 Indien op het voorstel van aangifte opgemaakt door het gemeentebestuur onjuistheden of onvolledigheden zijn vermeld of indien de voorgedrukte gegevens niet overeenstemmen met de belastbare toestand op 1 januari van het aanslagjaar, moet de belastingplichtige uiterlijk op 30 mei van het aanslagjaar het voorstel van aangifte gedag- en genaamtekend indienen bij het gemeentebestuur van Zelzate – Xxxxx Xxxxx 0, 0000 Xxxxxxx, met een duidelijke en volledige vermelding en opgave op het voorstel van aangifte van de correcte gegevens en/of alle verbeteringen of vervolledigingen. Het is de belastingplichtige die dient te bewijzen dat hij/zij het (verbeterd of vervolledigd) voorstel van aangifte tijdig indiende.
Indien het voorstel van aangifte evenwel geen onjuistheden of onvolledigheden bevat en alle voorgedrukte gegevens stroken met de belastbare toestand op 1 januari van het aanslagjaar, moet de belastingplichtige, in afwijking van het bepaalde in §2 eerste lid, het voorstel van aangifte niet indienen bij het gemeentebestuur van Zelzate.
Het voorstel van aangifte, dat zo nodig wordt verbeterd of vervolledigd binnen de in §2 eerste lid vermelde termijn, heeft dezelfde waarde als een tijdig ingediende aangifte.
§ 3 Indien de belastingplichtige evenwel de in §2 eerste lid voorziene verplichting niet tijdig naleeft en/of onjuiste en/of onvolledige gegevens vermeldt en/of foutieve verbeteringen aanbrengt op het voorstel van aangifte, wordt het voorstel van aangifte gelijkgesteld met een gebrek aan aangifte binnen de in §1 gestelde termijn en/of met een onjuiste aangifte en zijn de bepalingen van artikel 10 van toepassing.
§ 4 Voor elke vestiging waarvoor een belastingplichtige vanwege het gemeentebestuur geen aangifteformulier ontvangt, moet de belastingplichtige het aangifteformulier afhalen of aanvragen bij het gemeentebestuur van Zelzate – rekendienst - Xxxxx Xxxxx 0-0 te 9060 Zelzate.
§ 5 Elke zelfstandige en elke vennootschap die:
- voor het eerst de hoedanigheid van belastingplichtige aanneemt of die de hoedanigheid van belastingplichtige volledig en definitief stopzet;
- op het grondgebied van de gemeente Zelzate één of meerdere (nieuwe/bijkomende) vestigingen in gebruik neemt en/of één of meerdere vestigingen sluit;
- zijn/haar naam, rechtsvorm, briefwisselings- en/of vestigingsadres op het grondgebied van de gemeente Zelzate wijzigt;
moet binnen de maand, uit eigen beweging, het gemeentebestuur van Zelzate - rekendienst, Xxxxx Xxxxx 0-0 te 9060 Zelzate, hiervan schriftelijk in kennis stellen en de nodige bewijzen bijvoegen.
§ 6 Voor elke vestiging waarvoor een belastingplichtige geen aangifteformulier ontvangt, moet de belastingplichtige het aangifteformulier afhalen of aanvragen bij het gemeentebestuur van Zelzate - rekendienst, Xxxxx Xxxxx 0-0 xx 0000 Xxxxxxx.
Tarief Artikel 5:
De belasting wordt per vestiging als volgt vastgesteld:
§ 1 De belasting wordt per vestiging als volgt vastgesteld:
A. voor alle belastingplichtigen (uitgezonderd de agrarische bedrijven, openluchtrecreatieve bedrijven en producenten van hernieuwbare energie) met een totale belastbare gebouwde en/of ongebouwde oppervlakte:
- forfaitair tot en met 5000 m² oppervlakte:
AJ 0000 | XX 0000 | XX 2022 | AJ 0000 | XX 0000 | XX 2025 | |
Forfaitair bedrag | 59,00 EUR | 60,00 EUR | 61,00 EUR | 62,00 EUR | 63,00 EUR | 64,00 EUR |
- meer dan 5000 m² oppervlakte:
AJ 0000 | XX 0000 | XX 2022 | AJ 0000 | XX 0000 | XX 2025 | |
Forfaitair bedrag | 59,00 EUR | 60,00 EUR | 61,00 EUR | 62,00 EUR | 63,00 EUR | 64,00 EUR |
Dit forfaitair bedrag wordt vermeerderd met:
AJ 0000 | XX 0000 | XX 2022 | AJ 0000 | XX 0000 | XX 2025 | |
per bijkomende m² of gedeelte van m² boven de 5000 m² die wordt ingenomen door installaties voor hernieuwbare energie ten dienste van de bedrijfsuitvoering | 0,1625 EUR | 0,1653 EUR | 0,1681 EUR | 0,1709 EUR | 0,1738 EUR | 0,1768 XXX |
XX 0000 | XX 0000 | XX 0000 | XX 0000 | XX 0000 | XX 2025 | |
per bijkomende m² of gedeelte van m² voor alle andere belastbare gebouwde en/of onbebouwde oppervlakte boven de 5000 m² | 0,65 EUR | 0,6611 EUR | 0,6723 EUR | 0,6837 EUR | 0,6953 EUR | 0,7072 EUR |
B. voor agrarische bedrijven:
- forfaitair tot en met 20 ha landbouwoppervlakte en tot en met 5 ha tuinbouwoppervlakte in open lucht en tot en met 0,5 ha tuinbouwoppervlakte in serres:
AJ 0000 | XX 0000 | XX 2022 | AJ 0000 | XX 0000 | XX 2025 | |
Forfaitair bedrag | 59,00 EUR | 60,00 EUR | 61,00 EUR | 62,00 EUR | 63,00 EUR | 64,00 EUR |
- meer dan 20 ha landbouwoppervlakte en/of 5 ha tuinbouwoppervlakte in open lucht en/of 0,5 ha tuinbouwoppervlakte in serres:
AJ 0000 | XX 0000 | XX 2022 | AJ 0000 | XX 0000 | XX 2025 | |
Forfaitair bedrag | 59,00 EUR | 60,00 EUR | 61,00 EUR | 62,00 EUR | 63,00 EUR | 64,00 EUR |
Dit forfaitair bedrag wordt vermeerderd met:
AJ 0000 | XX 0000 | XX 2022 | AJ 0000 | XX 0000 | XX 2025 | |
per bijkomende ha of gedeelte van ha boven de 20 ha landbouwoppervlakte | 12,00 EUR | 12,00 EUR | 12,00 EUR | 13,00 EUR | 13,00 EUR | 13,00 XXX |
XX 0000 | XX 0000 | XX 0000 | XX 0000 | XX 0000 | XX 2025 | |
per bijkomende ha of gedeelte van ha boven de 5 ha tuinbouwoppervlakte in open lucht | 35,00 EUR | 36,00 EUR | 36,00 EUR | 37,00 EUR | 37,00 EUR | 38,00 XXX |
XX 0000 | XX 0000 | XX 0000 | XX 0000 | XX 0000 | XX 2025 | |
per bijkomende m² of gedeelte van m² boven de 0,5 ha tuinbouwoppervlakte in serres | 0,1625 EUR | 0,1653 EUR | 0,1681 EUR | 0,1709 EUR | 0,1738 EUR | 0,1768 EUR |
C. voor openluchtrecreatieve bedrijven :
- forfaitair tot en met 5000 m² oppervlakte:
AJ 0000 | XX 0000 | XX 2022 | AJ 0000 | XX 0000 | XX 2025 | |
Forfaitair bedrag | 59,00 EUR | 60,00 EUR | 61,00 EUR | 62,00 EUR | 63,00 EUR | 64,00 EUR |
- meer dan 5000 m² oppervlakte:
AJ 0000 | XX 0000 | XX 2022 | AJ 0000 | XX 0000 | XX 2025 | |
Forfaitair bedrag | 59,00 EUR | 60,00 EUR | 61,00 EUR | 62,00 EUR | 63,00 EUR | 64,00 EUR |
Dit forfaitair bedrag wordt vermeerderd met:
AJ 0000 | XX 0000 | XX 2022 | AJ 0000 | XX 0000 | XX 2025 | |
Per bijkomende m² of gedeelte van m² boven de 5000 m² | 0,1625 EUR | 0,1653 EUR | 0,1681 EUR | 0,1709 EUR | 0,1738 EUR | 0,1768 EUR |
D. voor producenten van hernieuwbare energie:
- forfaitair tot en met 5000 m² oppervlakte:
AJ 0000 | XX 0000 | XX 2022 | AJ 0000 | XX 0000 | XX 2025 | |
Forfaitair bedrag | 59,00 EUR | 60,00 EUR | 61,00 EUR | 62,00 EUR | 63,00 EUR | 64,00 EUR |
- meer dan 5000 m² oppervlakte:
AJ 0000 | XX 0000 | XX 2022 | AJ 0000 | XX 0000 | XX 2025 | |
Forfaitair bedrag | 59,00 EUR | 60,00 EUR | 61,00 EUR | 62,00 EUR | 63,00 EUR | 64,00 EUR |
Dit forfaitair bedrag wordt vermeerderd met:
AJ 0000 | XX 0000 | XX 2022 | AJ 0000 | XX 0000 | XX 2025 | |
Per bijkomende m² of gedeelte van m² boven de 5000 m² | 0,1625 EUR | 0,1653 EUR | 0,1681 EUR | 0,1709 EUR | 0,1738 EUR | 0,1768 EUR |
§ 2 In afwijking van § 1 wordt voor de belastingplichtigen die op 1 januari van het aanslagjaar 60 jaar of ouder zijn en een rust- en/of overlevingspensioen ontvangen, de belasting per vestiging vastgesteld op:
AJ 0000 | XX 0000 | XX 2022 | AJ 0000 | XX 0000 | XX 2025 |
29, 50 EUR | 30,00 EUR | 30,50 EUR | 31,00 EUR | 31,50 EUR | 32,00 EUR |
§ 3 Een fractie van één m² wordt als een eenheid beschouwd. Voor landbouwoppervlakte en/of tuinbouwoppervlakte in open lucht wordt een fractie van één hectare als een eenheid beschouwd.
§ 4 Gemengde bedrijven
Belastingplichtigen die door hun aard en voor de uitvoering van hun bedrijvigheid ook effectief teeltgronden en/of serres voor landbouw en/of tuinbouw gebruiken, worden - naast de gewone taxatie voor de andere belastbare gebouwde en/of ongebouwde oppervlakten - voor bedoeld areaal belast tegen het tarief voor agrarische bedrijven.
Belastingplichtigen die door hun aard en voor de uitvoering van hun bedrijvigheid ook effectief gebouwde en/of ongebouwde oppervlakten voor openluchtrecreatieve beroeps- of bedrijfsdoeleinden gebruiken, worden - naast de in §1 bedoelde taxatie voor de overige niet als openluchtrecreatief bedrijf belastbare oppervlakten - voor bedoeld areaal belast tegen het tarief voor openluchtrecreatieve bedrijven.
Artikel 6
§ 1 Elkeen die de hoedanigheid heeft van zelfstandige of vennootschap op het grondgebied van de gemeente, heeft minstens één belastbare vestiging - zoals bedoeld in artikel 2 - en behoort als zodanig tot de belastingplichtigen.
§ 2 Een zelfstandige of een vennootschap van wie de beroeps- of bedrijfsdoeleinden uitsluitend een ambulant karakter hebben, heeft een belastbare vestiging op het adres van zijn/haar in de gemeente gelegen verblijfplaats (waar in het kader van de beroeps- of bedrijfsdoeleinden de opslag van goederen of materiaal, de voorbereiding, de planning, de organisatie, de administratieve ondersteuning of het beheer in de ruimste zin gebeurt of kan plaatsvinden) of maatschappelijke zetel.
Artikel 7
§ 1 Natuurlijke personen die in de Kruispuntbank van Ondernemingen staan ingeschreven met de hoedanigheid van 'onderneming onderworpen aan btw', 'handelsonderneming', 'niet-handelsonderneming naar privaat recht' en/of 'ambachtsman' worden meegerekend tot de zelfstandigen bedoeld in artikel 2.
Zowel rechtspersonen die vallen onder het toepassingsgebied van de vennootschapsbelasting als rechtspersonen die een winstoogmerk hebben, maar niet onderworpen zijn aan de vennootschapsbelasting, worden meegerekend tot de vennootschappen bedoeld in artikel 2.
§ 2 Vestigingseenheden waarvoor een bedrijf een inschrijving heeft in de Kruispuntbank van Ondernemingen, worden meegerekend tot de vestigingen bedoeld in artikel 2.
Vrijstelling Artikel 8
Indien op hetzelfde goed zowel de woning van een gezin als de vestiging van een zelfstandige of een vennootschap is gelegen, worden de gebouwde en/of ongebouwde gedeelten van het goed waarvan kan worden aangetoond en ondubbelzinnig vaststaat dat ze door hun aard uitsluitend een functie inzake
privé-gebruik vervullen voor het gezin, voor de vaststelling van de belasting niet gerekend tot de belastbare oppervlakte die in aanmerking te nemen is voor de zelfstandige of de vennootschap.
Artikel 9
§ 1 De toestand op 1 januari van het aanslagjaar is bepalend voor de belastingplicht en de belasting is ondeelbaar verschuldigd voor het gehele jaar.
Het feit dat in de loop van het aanslagjaar een natuurlijke persoon zijn/haar hoedanigheid van zelfstandige beëindigt, een vennootschap ophoudt te bestaan, de werkzaamheden met een geringe frequentie worden uitgevoerd, de belastbare oppervlakte vermindert en/of een belastbare vestiging wordt gesloten, heeft geen invloed op de belastingplicht en geeft geen aanleiding tot enige belastingvermindering.
§ 2 Indien bewezen wordt dat een natuurlijke persoon zijn/haar hoedanigheid van zelfstandige uiterlijk op 1 januari van het aanslagjaar volledig en definitief beëindigde of indien bewezen wordt dat een vennootschap uiterlijk op 1 januari van het aanslagjaar volledig en definitief ophield te bestaan, gaat de hoedanigheid van belastingplichtige verloren. Bij een tijdelijke onderbreking van de werkzaamheden of bij een inactiviteit of zolang de vereffening van een vennootschap niet is afgesloten, blijft de hoedanigheid van belastingplichtige verder bestaan.
Ambtshalve belasting Artikel 10
Bij gebrek aan aangifte binnen de in artikel 4 gestelde termijn, of ingeval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige, kan de belasting ambtshalve worden gevestigd.
Vooraleer wordt overgegaan tot de ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag, betekent het college van burgemeester en schepenen aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting.
De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen te rekenen van de derde werkdag die volgt op de verzending van die betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen.
Belastingverhoging Artikel 11
§ 1 De ambtshalve ingekohierde belasting wordt vermeerderd met volgende belastingverhogingen:
- eerste overtreding: 50% verhoging van de ambtshalve ingekohierde belasting;
- vanaf de tweede overtreding: 100% verhoging van de ambtshalve ingekohierde belasting;
§ 2 Bij de bepaling van het toe te passen percent van de belastingverhogingen worden de vorige overtredingen inzake aangifte in de bedrijvenbelasting in aanmerking genomen die werden vastgesteld voor de laatste vier aanslagjaren die het aanslagjaar voorafgaan waarvoor de nieuwe overtreding werd vastgesteld.
§ 3 De belastingverhogingen bedragen in toepassing van §1 minimaal 29,50 EUR. ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 12
§ 1 De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar wordt verklaard door het college van burgemeester en schepenen.
De belasting moet worden betaald binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.
§ 2 De betaling moet gebeuren door storting of overschrijving op de financiële rekening van het gemeentebestuur, Xxxxx Xxxxx 0-0 xx 0000 Xxxxxxx.
Artikel 13
§ 1 Een bezwaar moet schriftelijk bij het college van burgemeester en schepenen worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn. De termijn om op straffe van verval een bezwaarschrift in te dienen, bedraagt drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.
§ 2 Als de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger het vraagt in het bezwaarschrift, wordt de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger.
PUNT 05.17 - BELASTING OP HET ONTBREKEN VAN PARKEERPLAATSEN EN FIETSSTELPLAATSEN BIJ MEERGEZINSWONINGEN EN KAMERWONINGEN – HERNIEUWING
Artikel 1: - Er wordt voor de aanslagjaren 2020 t.e.m. 2025 een gemeentebelasting gevestigd op ontbrekende parkeerplaatsen en fietsstelplaatsen bij meergezinswoningen en kamerwoningen.
Artikel 2: - De belasting is verschuldigd door de houder van de omgevingsvergunning:
− op het ogenblik van het afleveren van de omgevingsvergunning;
− op het ogenblik dat de bestemming van een aangelegde parkeerplaats en/of fietsstelplaats gewijzigd wordt;
− op het ogenblik dat vastgesteld wordt dat de in de omgevingsvergunning voorziene parkeerplaatsen en/of fietsstelplaatsen niet werden aangelegd en het gebouw reeds in gebruik genomen werd.
Als houder van de omgevingsvergunning wordt beschouwd degene die de omgevingsvergunning bekwam of degene die in zijn rechten en verplichtingen treedt om de werken, op basis van deze vergunning uit te voeren.
Artikel 3: - De belasting wordt als volgt vastgesteld :
AJ 0000 | XX 0000 | XX 2022 | AJ 0000 | XX 0000 | XX 2025 | |
Per ontbrekende of niet behouden of niet-conforme parkeerplaats | 11.334,00 EUR | 11.527,00 EUR | 11.723,00 EUR | 11.922,00 EUR | 12.125,00 EUR | 12.331,00 EUR |
Per ontbrekende of niet behouden of niet-conforme fietsstelplaats | 1.133,00 EUR | 1.152,00 EUR | 1.172,00 EUR | 1.192,00 EUR | 1.212,00 EUR | 1.232,00 EUR |
zoals vastgesteld in de omgevingsvergunning op basis van het aantal parkeerplaatsen en fietsstelplaatsen aangegeven bij de omgevingsvergunningsaanvraag.
Artikel 4: - De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.
Artikel 5: - Bij gebrek aan aangifte of bij onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte wordt de belastingplichtige ambtshalve belast volgens de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep.
Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het college aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting.
De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig kalenderdagen te rekenen van de derde werkdag die volgt op de verzending van die kennisgeving om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen.
Artikel 6: - De overeenkomstig artikel 5 ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met een bedrag gelijk aan de verschuldigde belasting.
Het bedrag van deze verhoging wordt ingekohierd.
De belasting moet worden betaald binnen 2 maanden na de verzending van het aanslagbiljet. De financieel beheerder is belast met de inning van de dwanginvordering van de belasting.
Artikel 7: - De belastingschuldige kan een bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen.
Het bezwaarschrift moet, op straffe van verval, schriftelijk worden ingediend, en worden gemotiveerd. De indiening kan gebeuren door verzending of door overhandiging.
Deze indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van de verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.
Het indienen van het bezwaar ontslaat de belastingschuldige niet van de verplichting de belasting binnen de gestelde termijn te betalen.
Indien de belastingschuldige wenst gehoord te worden, dient hij daar uitdrukkelijk om te vragen in zijn bezwaarschrift. Een ontvangstbewijs wordt afgeleverd.
Artikel 8: - Op verzoek van de belastingschuldige wordt de reeds betaalde belasting terugbetaald wanneer wordt afgezien van de uitvoering van de omgevingsvergunning waarop de belasting van toepassing is. Dit is ofwel na het bekomen van een nieuwe omgevingsvergunning op dezelfde locatie ofwel wanneer de omgevingsvergunning vervallen is of vernietigd wordt door de hogere overheid.
Er wordt slechts van een omgevingsvergunning afgezien als er op de locatie nog geen officiële inschrijving heeft plaats gevonden na het bekomen van de eerste omgevingsvergunning of er nog geen ingebruikname van het pand heeft plaats gevonden.
Artikel 9: - Door het college van burgemeester en schepenen worden personeelsleden van de gemeente aangesteld die bevoegd zijn om een controle of onderzoek in te stellen en vaststellingen te verrichten in verband met de toepassing van dit belastingreglement. De door hen opgestelde processen- verbaal hebben bewijskracht tot bewijs van het tegendeel.
PUNT 05.18 - CONTANTE BELASTING OP HET GEBRUIK VAN HET OPENBAAR DOMEIN NAAR AANLEIDING VAN MARKTEN / KERMISSEN / ROMMELMARKTEN / … - HERNIEUWING
Artikel 1: - Er wordt voor de aanslagjaren 2020 t.e.m. 2025 een plaatsrecht geheven voor de markten en de kermissen op het grondgebied van de gemeente.
A. Wekelijkse markt van koopwaren (Grote Markt / Pierets - De Colvenaerplein)
Artikel 2:
a)Voor het gebruik van het openbaar domein ter gelegenheid van de wekelijkse markt wordt het plaatsrecht vastgesteld als volgt:
- voor de marktkramers die in de periode van 12 maanden voorafgaand aan 1 januari meer dan 10 marktdagen zijn afwezig geweest;
AJ 0000 | XX 0000 | XX 2022 | AJ 0000 | XX 0000 | XX 2025 | |
Per lopende meter per 3 maand | 21,40 EUR | 21,70 EUR | 22,10 EUR | 22,50 EUR | 22,90 EUR | 23,20 EUR |
- voor de marktkramers die in de periode van 12 maanden voorafgaand aan 1 januari minder dan 10 marktdagen zijn afwezig geweest of in deze periode van
12 maanden een eerste standplaats zijn toegewezen.
AJ 0000 | XX 0000 | XX 2022 | AJ 0000 | XX 0000 | XX 2025 |
Per lopende meter per 3 maand | 12,20 EUR | 12,40 EUR | 12,60 EUR | 12,80 EUR | 13,10 EUR | 13,30 EUR |
- voor de risicoplaatsen :
AJ 0000 | XX 0000 | XX 2022 | AJ 0000 | XX 0000 | XX 2025 | |
Per lopende meter per dag | 3,50 EUR | 3,50 EUR | 3,50 EUR | 3,50 EUR | 3,50 EUR | 3,50 EUR |
Elk gedeelte van een lopende meter wordt als een volle lopende meter beschouwd.
De belasting is verschuldigd door de gebruiker.
Vanaf de dag dat de gemeente een brief ontvangt tot opzeg van het plaatsrecht gebeurt er een verrekening pro rata temporis.
Artikel 3: - De belasting voor een risicoplaats wordt vanaf het ogenblik van het plaatsen contant betaald tegen afgifte van een kwitantie.
De belasting voor een standplaats voor de vaste marktkramers wordt contant betaald op de financiële rekening van de gemeente Zelzate na ontvangst van het overschrijvingsformulier. Bij gebreke aan contante betaling wordt de belasting een kohierbelasting.
Artikel 4: - Voor koopwaren die, hetzij los op de grond of in recipiënten worden uitgestald, geldt hetzelfde tarief zoals bepaald in artikel 2.
Iedere verpakking wordt beschouwd als ten minste één lopende meter oppervlakte in te nemen.
Artikel 5: - Voor de verkoop of de uitstalling op kramen, voertuigen en soortgelijke, of op de voetpaden der straten binnen een afstand van 150 m. van de marktpleinen wordt volgend tarief gerekend :
AJ 0000 | XX 0000 | XX 2022 | AJ 0000 | XX 0000 | XX 2025 | |
Een plaatsrecht per lopende meter per dag | 3,50 EUR | 3,50 EUR | 3,50 EUR | 3,50 EUR | 3,50 EUR | 3,50 EUR |
Een plaatsrecht per lopende meter per 3 maanden | 18,20 EUR | 18,50 EUR | 18,80 EUR | 19,10 EUR | 19,50 EUR | 19,80 EUR |
Elk gedeelte van een lopende meter wordt als een volle lopende meter beschouwd.
Vanaf de dag dat de gemeente een brief ontvangt tot opzeg van het plaatsrecht gebeurt er een verrekening pro rata temporis.
Artikel 6: - De belasting voor een dagstandplaats wordt vanaf het ogenblik van het plaatsen contant betaald tegen afgifte van een kwitantie.
De belasting voor een 3-maandelijkse standplaats voor de vaste marktkramers wordt contant betaald op de financiële rekening van de gemeente Zelzate na ontvangst van het overschrijvingsformulier. Bij gebreke aan contante betaling wordt de belasting een kohierbelasting.
B. Gebakkramen die het ganse jaar plaatsnemen op het marktplein
Artikel 7: - Gebakkramen die het ganse jaar plaatsnemen op het marktplein betalen :
AJ 0000 | XX 0000 | XX 2022 | AJ 0000 | XX 0000 | XX 2025 | |
Per kwartaal indien er een consumptiezaal is aangehecht | 714,50 EUR | 726,50 EUR | 739,00 EUR | 751,50 EUR | 764,50 EUR | 777,50 EUR |
Per kwartaal indien er geen consumptiezaal is aangehecht | 173,50 EUR | 176,00 EUR | 179,00 EUR | 182,50 EUR | 185,50 EUR | 188,50 EUR |
Deze belasting wordt contant ingevorderd tegen afgifte van een kwitantie. Bij gebreke van contante betaling, wordt de belasting een kohierbelasting.
C. Eéndaags of meerdaags (aaneengesloten periode) gebruik van het openbaar domein voor organisatie van avond-, rommel-, kerstmarkten, braderieën, optredens
Artikel 8:
A. Voor het terbeschikking stellen van het openbaar domein aan derden om er een eendaagse of meerdaagse (aaneengesloten periode) avondmarkt, rommelmarkt, kerstmarkt, braderie of optreden te organiseren
§1: Tarieven:
AJ 0000 | XX 0000 | XX 0000 | XX 0000 | XX 0000 | XX 2025 | |
a)Grote Markt tussen R4 en Marktstraat (incl. forfaitaire elektriciteitsbijdrage) per dag | 585,50 EUR | 595,00 EUR | 605,00 EUR | 615,50 EUR | 626,00 EUR | 636,50 EUR |
b)Grote Markt tussen Marktstraat en Fr. Wittoucklaan (ev. incl. Pierets- De Colvenaerplein en incl. forfaitaire elektriciteitsbijdrage) per dag | 465,50 EUR | 473,00 EUR | 481,50 EUR | 489,50 EUR | 498,00 EUR | 506,50 EUR |
c)Grote Markt tussen R4 en Fr. Wittoucklaan (ev. incl Pierets- De Colvenaerplein en incl. forfaitaire elektriciteitsbijdrage) per dag | 882,50 EUR | 897,50 EUR | 913,00 EUR | 928,50 EUR | 944,00 EUR | 960,00 EUR |
d)Groenplein per dag | 357,50 EUR | 363,50 EUR | 369,50 EUR | 376,00 EUR | 382,00 EUR | 389,00 EUR |
Andere straten/pleinen per dag | 65,50 EUR | 66,50 EUR | 67,50 EUR | 68,50 EUR | 70,00 EUR | 71,00 EUR |
Voor meerdaags gebruik wordt het dagtarief voor de pleinen a) tot en met d) verminderd met 10% per dag vanaf de tweede gebruiksdag (= - 10% voor dag 2, - 20% voor dag 3, …).
§2: Avond-, rommel-, kerstmarkten, braderieën of optredens georganiseerd door de gemeente erkende raden en de verenigingen lid van deze raden, door de in de gemeenteraad vertegenwoordigde politieke partijen en hun aanverwante organisaties alsook door de gemeentelijke feestcommissie, lokale feestcomités of plaatselijke handelsverenigingen worden van de belasting vrijgesteld.
§3: Indien meerdere kandidaturen worden ontvangen voor de organisatie van een avond-, rommel-, kerstmarkt of een braderie wordt de terbeschikkingstelling van het openbaar domein toegewezen door het College van Burgemeester en Schepenen op basis van het advies van de gemeentelijke marktcommissie; data van de avondmarkten alsook de aanduiding van de beroepsvereniging die zal instaan voor de organisatie ervan zal het onderwerp uitmaken van een advies van de gemeentelijke marktcommissie.
B. Voor het innemen van het openbaar domein (standgeld) naar aanleiding van een rommelmarkt georganiseerd door het gemeentebestuur
§1: Grote Markt / Pierets – Xx Xxxxxxxxxxxxxx
XX 0000 | XX 0000 | XX 2022 | AJ 0000 | XX 0000 | XX 2025 | |
Voor de verkoop van tweedehands artikelen (per lopende meter) | 2,50 EUR | 2,50 EUR | 2,50 EUR | 2,50 EUR | 2,50 EUR | 2,50 EUR |
Voor de verkoop van nieuwe artikelen (per lopende meter per dag) | 3,00 EUR | 3,50 EUR | 3,50 EUR | 3,50 EUR | 3,50 EUR | 3,50 EUR |
§2: andere locaties in Xxxxxxx
XX 0000 | XX 0000 | XX 0000 | XX 0000 | XX 0000 | XX 2025 | |
Voor de verkoop van tweedehands artikelen (per lopende meter) | 1,00 EUR | 1,50 EUR | 1,50 EUR | 1,50 EUR | 1,50 EUR | 1,50 EUR |
Voor de verkoop van nieuwe artikelen (per lopende meter per dag) | 1,50 EUR | 1,50 EUR | 1,50 EUR | 1,50 EUR | 1,50 EUR | 2,00 EUR |
D. Kermissen
Artikel 9: - Voor het plaatsen van attracties of welkdanige foorinstellingen op de erkende kermissen zal een forfaitair plaatsrecht worden betaald:
Attractie of kraam | Paas- en augustuskermis | Xx Xxxxx, Groenplein, Xxxxxxxx |
Autoscooter | 356,00 EUR | 178,00 EUR |
Lunapark | 203,00 EUR | 71,00 EUR |
Spelen (visspel,…) | 56,00 EUR | 25,00 EUR |
Kindermolens | 102,00 EUR | 51,00 EUR |
Frituur | 36,00 EUR | 36,00 EUR |
Hamburger, hotdog | 36,00 EUR | 36,00 EUR |
Suikerspin | 36,00 EUR | 36,00 EUR |
Voor woonwagens, caravans of mobilhomes die op de Grote Markt geplaatst staan:
AJ 0000 | XX 0000 | XX 0000 | XX 0000 | XX 2024 | AJ 0000 | |
Xxxxxxxxxxx per kermis | 54,50 EUR | 55,50 EUR | 56,50 EUR | 57,50 EUR | 58,50 EUR | 59,50 EUR |
De belasting is verschuldigd door de exploitant van de kermisinstallatie.
De belastingplichtig is gehouden uiterlijk 24 uur voor het plaatsen, het gemeentebestuur daarover in te lichten en de ingenomen oppervlakte aan te geven.
Het is het Schepencollege toegelaten door haar te bepalen belangrijke kermisinstellingen bij aanbesteding of bij aanbod toe te laten.
De belasting moet vanaf het ogenblik van het plaatsen contant worden betaald, tegen afgifte van een kwitantie. Bij gebreke van contante betaling, wordt de belasting een kohierbelasting.
E. Diversen
Artikel 10: - Ambulante handelaars die een standplaats innemen op het openbaar domein buiten de onder A, B of C vermelde organisaties betalen :
AJ 0000 | XX 0000 | XX 0000 | XX 0000 | XX 2024 | AJ 0000 | |
Xxxxxxxxxxx per dag | 68,50 EUR | 69,60 EUR | 70,80 EUR | 72,00 EUR | 73,20 EUR | 74,50 EUR |
De belasting moet vanaf het ogenblik van het plaatsen contant worden betaald, tegen afgifte van een kwitantie. Bij gebreke van contante betaling, wordt de belasting een kohierbelasting.
Artikel 11: - Retributies omtrent het gebruik van de elektrische aansluitingskasten:
§1: Voor het gebruik van de elektrische aansluitingskasten op de Grote Markt en Pierets-De Colvenaerplein tijdens de wekelijkse markt gelden volgende retributies :
AJ 0000 | XX 0000 | XX 2022 | AJ 2023 | AJ2024 | AJ 2025 | |
Vaste marktkramers (enkel verlichting) per semester | 76,00 EUR | 77,00 EUR | 78,50 EUR | 80,00 EUR | 81,00 EUR | 82,50 EUR |
Vaste marktkramers (ook elektrische koel- en/of verwarmingsinstallatie) per semester | 152,00 EUR | 154,50 EUR | 157,00 EUR | 160,00 EUR | 162,50 EUR | 165,50 EUR |
Risicoplaatsen (enkel verlichting) per marktdag | 3,50 EUR | 3,50 EUR | 3,60 EUR | 3,70 EUR | 3,80 EUR | 3,90 EUR |
Risicoplaatsen (ook elektrische koel- en/of verwarmingsinstallatie) per marktdag | 7,00 EUR | 7,20 EUR | 7,50 EUR | 7,50 EUR | 7,50 EUR | 7,60 EUR |
§2: Voor het gebruik van de elektrische aansluitingskasten tijdens de erkende kermissen gelden volgende retributies :
AJ 0000 | XX 0000 | XX 2022 | AJ 0000 | XX 0000 | XX 2025 | |
32A-240V-monofasig (XXX- xxxxxxx/beveiligd met 25A) per dag | 16,00 EUR | 16,30 EUR | 16,60 EUR | 16,90 EUR | 17,20 EUR | 17,40 EUR |
63A-240V-driefasig (XXX- xxxxxxx/beveiligd met 50 A) per dag | 32,00 EUR | 32,60 EUR | 33,10 EUR | 33,70 EUR | 34,30 EUR | 34,90 EUR |
§3: Voor het elektriciteitsverbruik via de marktkasten voor ambulante handelaars buiten de onder A, B of C vermelde organisaties gelden volgende retributies :
AJ 0000 | XX 0000 | XX 2022 | AJ 0000 | XX 0000 | XX 2025 | |
Enkel verlichting (per dag) | 3,60 EUR | 3,60 EUR | 3,70 EUR | 3,70 EUR | 3,80 EUR | 3,90 EUR |
Verlichting/elektrische koel- en/of verwarmingsinstallatie (per dag) | 7,00 EUR | 7,10 EUR | 7,30 EUR | 7,40 EUR | 7,50 EUR | 7,60 EUR |
§4: De retributie moet betaald worden na ontvangst van de factuur en binnen de termijn die daarop vermeld is.
Deze retributie zal, indien nodig, worden ingevorderd door het uitvaardigen – door de financieel directeur – van een dwangbevel te betekenen bij gerechtsdeurwaardersexploot, voor zover voormelde niet-fiscale schuldvordering onbetwist en opeisbaar is (artikel 177 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017).
Bij een betwiste en opeisbare retributie zal beroep worden gedaan op de burgerrechtelijke invorderingsprocedure.
Artikel 12: - Er is geen teruggave of vermindering van belasting mogelijk indien door bepaalde omstandigheden de markt van koopwaren of de kermissen op andere plaatsen dan gebruikelijk worden gehouden.
Artikel 13: - De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen.
Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend en worden gemotiveerd.
De indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van de contante inning.
Indien de belastingschuldige wenst gehoord te worden, dient hij daar uitdrukkelijk om te vragen in zijn bezwaarschrift. Een ontvangstbewijs wordt afgeleverd.
PUNT 05.19 - CONTANTE BELASTING OP DE TIJDELIJKE INNAME VAN HET OPENBAAR DOMEIN DOOR VERHUISLIFTEN, CONTAINERS, WERFWAGENS, KRANEN, STAPELPLAATSEN VOOR BOUWMATERIALEN, ENZ. – HERNIEUWING
Artikel 1: - Er wordt voor de aanslagjaren 2020 t.e.m. 2025 een contante belasting gevestigd op de tijdelijke inname van het openbaar domein door verhuisliften, containers, werfwagens, kranen, stapelplaatsen voor bouwmaterialen, enz.
Artikel 2: - De belastingplichtige is de persoon die de vergunning aanvraagt. De vergunninghouder draagt alle aansprakelijkheid. De aanvrager kan de huiseigenaar zijn maar bijvoorbeeld ook de huurder, aannemer, verhuisfirma,…
Artikel 3: - Er wordt een belasting van 10,00 EUR aangerekend per begonnen dag te rekenen vanaf de 3de dag voor de inname van de berm, de stoep, het fietspad of in sommige gevallen over de rijbaan.
Artikel 4: - Van de belasting zijn vrijgesteld de innamen voor :
- de werken aan gebouwen in opdracht van de staat, de gemeenschappen, de gewesten, de provincies, de gemeenten, eredienstbesturen, scholen, erkende sociale huisvestingsmaatschappijen en openbare instellingen.
- de werken uitgevoerd in opdracht van de instellingen opgenomen in artikel
180 van het WIB.
- de werken die uitgevoerd worden door of in opdracht van het gemeentebestuur Zelzate en OCMW Zelzate.
Artikel 5: - De aanvraag tot inname van het openbaar domein dient gericht te worden aan het gemeentebestuur van Zelzate :
- Inname van maximaal 2 dagen : de aanvraag moet minstens 14 dagen op voorhand ingediend worden.
- Inname van meer dan 2 dagen : de aanvraag moet minimum 4 weken op voorhand ingediend worden
Een aanvraagformulier kan aangevraagd worden op xxxxxxxxxx_xxxxxx@xxxxxxx.xx of kan opgevraagd worden op de website xxx.xxxxxxx.xx.
Zij vermeldt alle elementen (o.a. naam en adres aanvrager, opdrachtgever, adres werken, aard werken, eigenaar van de weg, afmetingen van de inname, voorziene periode,…) die noodzakelijk zijn. Hetzelfde geldt voor iedere aanvraag tot wijziging van de machtiging. Het vermelden van deze elementen geldt bovendien als aangifte op basis waarvan de belasting wordt gevestigd.
Artikel 6: - De belasting is contant te betalen na ontvangst van het overschrijvingsformulier. Bij gebreke aan contante betaling wordt de belasting een kohierbelasting.
Artikel 7: - Degenen die menen onrechtmatig te zijn belast, kunnen een bezwaarschrift indienen bij het College van Burgemeester en Schepenen, Xxxxx Xxxxx 0 xx 0000 Xxxxxxx.
Het bezwaar moet schriftelijk gebeuren, met redenen omkleed zijn, gedagtekend en ondertekend door de belastingschuldige of diens vertegenwoordiger. Het moet overhandigd of per post verzonden worden. De bezwaartermijn bedraagt drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.
Indien de belastingschuldige wenst gehoord te worden, dient hij daar uitdrukkelijk om te vragen in zijn bezwaarschrift. Een ontvangstbewijs wordt afgeleverd.
Artikel 8: - Verwijl- of moratoriumintresten zijn op deze belasting toepasselijk zoals inzake rijksbelastingen op inkomsten.
PUNT 05.20 – BELASTING BETREFFENDE DE CONTANTE BELASTING OP DE AFGIFTE VAN GETUIGSCHRIFTEN OF ANDERE STUKKEN - HERNIEUWING
Artikel 1: - Er wordt voor de aanslagjaren 2020 t.e.m. 2025 een contante belasting geheven op de afgifte van getuigschriften of andere stukken. De belasting valt ten laste van natuurlijke of rechtspersonen of instellingen aan wie deze stukken door de gemeente op verzoek of ambtshalve worden uitgereikt.
Artikel 2: - Het bedrag van de belasting wordt als volgt bepaald:
a) op de afgifte, vernieuwing of vervanging (bij verlies/diefstal) van elektronische identiteitskaarten (afgekort eID):
- 5,00 EUR gemeentebelasting verhoogd met de kostprijs aangerekend door de FOD Binnenlandse Zaken;
- op een elektronische identiteitskaart waarvan blijkt dat deze niet functioneert ingevolge een technisch defect wordt bij vervanging geen gemeentebelasting aangerekend.
b) op de afgifte van nieuwe PIN/PUK code (bij verlies/diefstal van het document PUK code) van elektronische identiteitskaart (afgekort eID) :
- 5,00 EUR gemeentebelasting;
c) op de afgifte, vernieuwing, verlenging of vervanging van een elektronische vreemdelingenkaart (afgekort eVK) en voor de verblijfskaarten voor vreemdelingen:
- 5,00 EUR gemeentebelasting verhoogd met de kostprijs aangerekend door de FOD Binnenlandse Zaken;
- op een elektronische vreemdelingenkaart waarvan blijkt dat deze niet functioneert ingevolge een technisch defect wordt bij vervanging geen gemeentebelasting aangerekend.
d) op de afgifte van reispassen:
− minderjarigen jonger dan 12 jaar:
2,75 EUR taks voor legalisatie van de handtekening door de persoon die het ouderlijk gezag uitoefent, verhoogd met de aanmaakkosten ons medegedeeld en aangerekend door het Ministerie van Buitenlandse Zaken;
− minderjarigen van 12 tot 18 jaar:
5,50 EUR voor een reispas geldig gedurende vijf jaar + 2,75 EUR taks voor legalisatie van de handtekening door de persoon die het ouderlijk gezag uitoefent, verhoogd met de aanmaakkosten ons medegedeeld en aangerekend door het Ministerie van Buitenlandse Zaken;
− meerderjarigen vanaf 18 jaar:
8,25 EUR voor een reispas geldig gedurende vijf jaar, verhoogd met de aanmaakkosten ons medegedeeld en aangerekend door het Ministerie van Buitenlandse Zaken en met eventuele kanselarijrechten.
e) op de afgifte van huwelijksboekjes: 20,00 EUR per boekje.
deze belasting dekt tezelfdertijd de afgifte van het huwelijksattest dat in het boekje is opgenomen en de levering van het boekje zelf.
f) op de afgifte van huisnummers: een huisnummer wordt gratis terbeschikking gesteld;
indien een persoon zich niet of niet tijdig aanmeldt ter afhaling van het huisnummer wordt voor elke nieuwe oproeping een belasting van 1,50 euro aangerekend.
g) op de afgifte van een stedenbouwkundige vergunning waarvoor een openbaar onderzoek noodzakelijk was: aan werkelijke kostprijs;
h) op de afgifte van inlichtingen op vlak van stedenbouw en milieu:
− uittreksel uit het vergunningenregister: 25,00 EUR per stuk
− uittreksel uit het plannenregister: 25,00 EUR per stuk
− inlichtingenformulier: 70,00 EUR per stuk
− inlichtingenformulier + uittreksel uit het vergunningenregister + uittreksel uit het plannenregister: 80,00 EUR;
de belasting is verschuldigd per aanvraag en per kadastraal perceel waarover inlichtingen opgevraagd worden.
i) op de afgifte van een badge voor het recyclagepark: 25,00 euro
j) op de afgifte van of de procedure tot het bekomen, veranderen, overname van een (tijdelijke) milieuvergunning:
− 28,00 euro voor een melding klasse 3;
− 82,00 euro voor een milieuvergunning klasse 2 of wijzigen van de milieuvoorwaarden ervan;
− 400,00 euro voor een milieuvergunning klasse 1 of wijzigen van de milieuvoorwaarden ervan;
− 55,00 euro voor een aktename van mededeling kleine verandering indien de beslissing dient genomen te worden door het college van burgemeester en schepenen .
− op de organisatie van een openbaar onderzoek: frankeerkosten voor de aangetekende verzendingen en publicatiekosten worden gedragen door de aanvrager
− op de bekendmaking van een beslissing in een regionaal dag- of weekblad: publicatiekosten worden door de aanvrager gedragen
k) op de afgifte van een omgevingsvergunning of - weigering:
− de portkosten van de gewone of beveiligde zendingen naar aanleiding van de individuele kennisgeving van een aanvraag bij het houden van een openbaar onderzoek
− de publicatiekosten
− 400,00 euro voor een aanvraag - bijstelling tot een omgevingsvergunning met betrekking tot de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit welk een rubriek uit de eerste klasse omvat
l) op de afgifte van een rijbewijs in bankkaartmodel:
− 5,00 EUR gemeentebelasting verhoogd met de kostprijs aangerekend door de FOD Mobiliteit en Vervoer.
m) op de afgifte van een internationaal rijbewijs:
− 4,00 EUR gemeentebelasting verhoogd met de kostprijs aangerekend door de FOD Mobiliteit en Vervoer.
n) op de afgifte van een conformiteitsattest:
− 62,5 EUR per aangevraagd/afgeleverd conformiteitsattest verhoogd met 12,5 EUR per kamer vanaf de zesde kamer in een kamerwoning en met een maximum van 1.250,00 EUR.
o) op de afgifte van een visvergunning:
- dagvergunning aangekocht aan het loket of bij een door het college van burgemeester en schepenen aangeduide handelszaak: 5 euro;
- dagvergunning aangekocht n.a.v. een controlebezoek door politie of gemachtigde controleur: 12 euro;
- jaarvergunning voor inwoners: 15 euro;
- jaarvergunning voor niet-inwoners: 25 euro.
Artikel 3: - De belasting wordt contant betaald op het ogenblik van de afgifte van het belastbaar stuk of door voorafgaandelijke storting op de rekening IBAN XX00 0000 0000 0000, BIC XXXXXXXX) van de gemeente Zelzate.
De aan de belasting onderworpen personen of instellingen die een verzoek tot bekomen van een of ander stuk indienen, moeten op het ogenblik van hun aanvraag het bedrag van de belasting in bewaring geven indien dit document niet onmiddellijk bij de aanvraag afgegeven kan worden.
Bij gebreke aan contante betaling wordt de belasting een kohierbelasting. Artikel 4: - Zijn van de belasting vrijgesteld:
a) de stukken welke krachtens een wet, een Koninklijk Besluit of een andere overheidsverordening kosteloos door het gemeentebestuur dienen afgeleverd;
b) de machtiging met betrekking tot godsdienstige of politieke demonstraties;
c) de machtiging met betrekking tot activiteiten, die als dusdanig reeds het voorwerp zijn van de heffing van een belasting of retributie ten behoeve van de gemeente;
d) alle getuigschriften en uittreksels wanneer deze worden afgeleverd aan eenieder die verklaart dat voormelde stukken dienen te worden voorgelegd om een tewerkstelling te bekomen, te kunnen solliciteren of aan examens of proeven deel te nemen met het oog op een eventuele aanwerving;
e) alle identiteitsstukken die aan een kind jonger dan 12 jaar (met of zonder foto) afgegeven worden.
Artikel 5: - De belasting is niet toepasselijk op de afgifte van stukken welke krachtens een wet, een Koninklijk Besluit of een overheidsverordening reeds aan de betaling van een recht ten behoeve der gemeente onderworpen is.
De gerechtelijke overheden, de openbare besturen en de daarmede gelijk- gestelde instellingen van openbaar nut zijn eveneens van deze belasting vrijgesteld.
Artikel 6: - Wanneer het gemeentebestuur ertoe gehouden is de door particulieren of privé-instellingen gevraagde administratieve stukken op te sturen via de postdiensten, wordt een bijkomend recht geheven, gelijk aan de verzendingskosten waartoe deze stukken aanleiding hebben gegeven, ook als de afgifte ervan kosteloos is, te betalen door diegenen die erom verzoeken.
Artikel 7: - Degenen die menen ten onrechte te zijn belast kunnen een bezwaarschrift indienen bij het college van burgemeester en schepenen, Xxxxx Xxxxx 0 xx 0000 Xxxxxxx.
Het moet schriftelijk worden gedaan, met redenen omkleed zijn en overhandigd of per post verzonden worden binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van de verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van de contante inning.
Artikel 8: - Verwijl- en moratoriumintresten zijn op deze belasting toepasselijk zoals inzake rijksbelastingen op de inkomsten.
OPENBARE ZITTING – PUNT 05.21 - HUISVUILGERELATEERDE BELASTINGEN – HERNIEUWING
Artikel 1: - Voor de aanslagjaren 2020 t.e.m. 2025 worden volgende huisvuil gerelateerde belastingen geheven:
− Belasting op het inzamelen en verwerken van huishoudelijke afvalstoffen voor ophalingen aan huis;
− Belasting op het inzamelen en verwerken van huishoudelijke afvalstoffen voor de deponeringen in het recyclagepark.
Artikel 2: - Volgende definities zijn van toepassing Gezin:
Onder gezin wordt verstaan:
- hetzij een persoon die gewoonlijk alleen leeft;
- hetzij een vereniging van 2 of meer personen die, al dan niet door familiebanden gebonden, gewoonlijk eenzelfde woning of woongelegenheid betrekken en er samen leven.
De belasting is verschuldigd voor
- ieder gezin dat in de bevolkingsregisters van de gemeente is ingeschreven op 1 januari 2020 (voor AJ 2020), op 1 januari 2021 (voor AJ 2021), op 1 januari 2022 (voor AJ 2022), op 1 januari 2023 (voor AJ 2023), op 1 januari 2024 (voor AJ 2024) en op 1 januari 2025 (voor AJ 2025);
- ieder gezin dat op 1 januari 2020 (voor AJ 2020), op 1 januari 2021 (voor AJ 2021), op 1 januari 2022 (voor AJ 2022), op 1 januari 2023 (voor AJ 2023), op 1 januari 2024 (voor AJ 2024) en op 1 januari 2025 (voor AJ
2025) op het grondgebied van de gemeente om het even welke woning of woongelegenheid in gebruik heeft of zich het gebruik ervan voorbehoudt zonder nochtans ingeschreven te zijn in de bevolkingsregisters van de gemeente;
De belasting ten laste van een gezin wordt gevestigd ten laste van een gezinsverantwoordelijke, dit wil zeggen lastens één van de gezinsleden ouder dan 18 jaar, dat in het gezin zijn eigen belangen en desgevallend die van de medegezinsleden behartigt en zich als dusdanig tegenover derden kenbaar gemaakt heeft, als dusdanig optreedt of als dusdanig gekend is
Zelfstandige:
Onder zelfstandige wordt verstaan natuurlijke of rechtspersoon die in hoofd- of bijberoep een nijverheids-, ambachts-, landbouw-, tuinbouw- en/of handelsbedrijf exploiteert, een economische activiteit op zelfstandige basis verricht en/of een intellectueel, vrij of dienstverlenend beroep of een andere beroeps- of bedrijfsactiviteit zelfstandig uitoefent, inclusief elke zelfstandige helper.
De belasting is verschuldigd voor de zelfstandigen die op 1 januari 2020 (voor AJ 2020), op 1 januari 2021 (voor AJ 2021), op 1 januari 2022 (voor AJ
2022), op 1 januari 2023 (voor AJ 2023), op 1 januari 2024 (voor AJ 2024) en op 1 januari 2025 (voor AJ 2025) op het grondgebied van de gemeente Zelzate één of meerdere vestigingen gebruiken of tot gebruik voorbehouden, voor zover niet gevestigd op hetzelfde adres van een belastingplichtig gezin
De belasting ten laste van zelfstandige wordt gevestigd ten laste van de natuurlijke of rechtspersoon die de desbetreffende activiteit op het grondgebied van de gemeente uitoefent in hoofd- of bijberoep.
Vennootschap:
Onder vennootschap wordt verstaan elke rechtspersoon die een nijverheids-, ambachts-, landbouw-, tuinbouw- en/of handelsbedrijf exploiteert, een economische activiteit op zelfstandige basis verricht, een intellectueel, vrij of dienstverlenend beroep zelfstandig uitoefent en/of zich met verrichtingen van winstgevende aard of het beheer van roerende en/of onroerende goederen bezighoudt, evenals elk van deze rechtspersonen in vereffening.
De belasting is verschuldigd voor de vennootschappen die op 1 januari 2020 (voor AJ 2020), op 1 januari 2021 (voor AJ 2021), op 1 januari 2022 (voor AJ
2022), op 1 januari 2023 (voor AJ 2023), op 1 januari 2024 (voor AJ 2024) en op 1 januari 2025 (voor AJ 2025) op het grondgebied van de gemeente Zelzate één of meerdere vestigingen gebruiken of tot gebruik voorbehouden, voor zover niet gevestigd op hetzelfde adres van een belastingplichtig gezin.
De belasting ten laste van vennootschappen wordt gevestigd ten laste van de natuurlijke of rechtspersoon die de desbetreffende activiteit op het grondgebied van de gemeente uitoefent in hoofd- of bijberoep.
Vereniging:
Onder vereniging wordt verstaan een groep van mensen die aangesloten is bij één van de adviesraden van de gemeente Zelzate.
De belasting is verschuldigd voor de verenigingen die op 1 januari 2020 (voor AJ 2020), op 1 januari 2021 (voor AJ 2021), op 1 januari 2022 (voor AJ 2022),
op 1 januari 2023 (voor AJ 2023), op 1 januari 2024 (voor AJ 2024) en op 1 januari 2025 (voor AJ 2025) op het grondgebied van de gemeente Zelzate één of meerdere vestigingen gebruiken of tot gebruik voorbehouden, voor zover niet gevestigd op hetzelfde adres van een belastingplichtig gezin.
De belasting ten laste van verenigingen wordt gevestigd ten laste van de natuurlijke of rechtspersoon die de desbetreffende activiteit op het grondgebied van de gemeente uitoefent in hoofd- of bijberoep.
Belasting op het inzamelen en verwerken van huishoudelijke afvalstoffen voor ophalingen aan huis
Artikel 3: - Belastingsverplichtingen De belasting is verschuldigd door:
− ieder gezin;
− elke zelfstandige;
− elke vennootschap;
− elke vereniging.
Artikel 4: - Aanbieden van afval
− Iedere belastingplichtige (=aansluitpunt) krijgt naar keuze de beschikking over :
− - voor het huisvuil (restafval):
− ofwel 1 (grijze) container van 40 liter
− ofwel 1 (grijze) container van 120 liter
− ofwel 1 (grijze) container van 240 liter
− - voor het GFT:
− ofwel 1 (groene) container van 40 liter
− ofwel 1 (groene) container van 120 liter
− ofwel 2 (groene) containers van 120 liter
− De gemeente, het OCMW, de politie, de scholen (op voorwaarde ondertekenen charter afvalarme school), kunnen (zo zij dat wensen) beschikken over containers van 1100 liter.
− Voor privatieve collectieve wooneenheden kunnen 1100 liter containers ter beschikking gesteld worden.
− Voor private initiatieven kunnen ondergrondse containers toegestaan worden. Het type de inplanting, … van dergelijke ondergrondse inzamelsystemen dient gevraagd te worden aan IDM, zodat zij ook kunnen instaan voor de lediging. Er wordt gebruik gemaakt van toegangsbadges. De kosten (investering, ledigingskosten, belasting per aangeboden gewicht, onderhoud, administratie … ) worden gedragen door de aanvrager en niet door IDM of het gemeentebestuur. Er dient de toelating gegeven worden aan IDM om het privaat terrein te betreden voor de lediging.
− Een publiek orgaan kan de initiatiefnemer zijn voor ondergrondse containers. Overleg met IDM met betrekking tot het type, de inplanting, de kosten, … is noodzakelijk.
Artikel 5: - Aanslagvoeten
De belasting bestaat uit een differentieel getarifeerd deel voor de rest- en de GFT-fractie.
Voor wat de restfractie betreft bestaat de belasting uit 2 elementen, met name een belasting per lediging van de container en een belasting per kilogram aangeboden afval. Voor wat de GFT-fractie betreft is er enkel een belasting per kilogram aangeboden afval.
Deel per lediging:
Het forfaitair deel per lediging en het deel per aangeboden gewicht blijft verschuldigd zolang de afmelding van de container(s), bij verhuizing, niet is gebeurd bij de intercommunale maatschappij die voor de huisvuilophaling instaat.
Enkel voor de grijze (restafval)containers wordt een belasting per lediging aangerekend, zijnde :
0,12 euro per lediging van een 40-liter-container; 0,25 euro per lediging van een 120-liter-container; 0,50 euro per lediging van een 240-liter-container; 2,50 euro per lediging van een 1100-liter-container.
0,25 euro per lediging vermenigvuldigd met het aantal aangesloten wooneenheden voor een private initiatief van ondergrondse container.
De ledigingskosten en de belasting per aangeboden gewicht worden aangerekend aan de beheerder / syndicus van de collectieve woongelegenheid.
Deel per aangeboden gewicht:
AJ 0000 | XX 0000 | XX 2022 | AJ 0000 | XX 0000 | XX 0000 | |
Xxxxxxxx (xxxxxxxxx) per kg | 0,20 EUR | 0,21 EUR | 0,21 EUR | 0,21 EUR | 0,22 EUR | 0,22 EUR |
GFT per kg | 0,12 EUR | 0,12 EUR | 0,13 EUR | 0,13 EUR | 0,13 EUR | 0,13 EUR |
Grofvuil per kg | 0,11 EUR | 0,11 EUR | 0,11 EUR | 0,11 EUR | 0,11 EUR | 0,11 EUR |
Prijs per aanbieding: lediging en aangeboden gewicht per volume
Voor de lediging van ondergrondse containers volgens een schuifsysteem van zakken van 60 liter en met een individueel badgesysteem wordt een prijs per aanbieding aangerekend, zijnde de ledigingskost en per aangeboden vuilzak:
AJ 0000 | XX 0000 | XX 0000 | XX 0000 | XX 2024 | AJ 2025 | |
Ledigingskost | 0,18 EUR | 0,18 EUR | 0,18 EUR | 0,18 EUR | 0,18 EUR | 0,18 EUR |
Per aangeboden vuilzak | 1,53 EUR | 1,55 EUR | 1,58 EUR | 1,60 EUR | 1,63 EUR | 1,66 EUR |
Prijs per aanbieding | 1,71 EUR | 1,73 EUR | 1,76 EUR | 1,78 EUR | 1,81 EUR | 1,84 EUR |
Belasting op het inzamelen en verwerken van huishoudelijke afvalstoffen voor de deponeringen in het recyclagepark:
Artikel 6: - De belasting is verschuldigd door:
− ieder gezin;
− elke zelfstandige;
− elke vennootschap;
− elke vereniging.
categorie | tarieven | |
voor gezinnen ingeschreven in de bevolkingsregisters van de gemeente Zelzate of Wachtebeke | voor alle andere bezoekers (andere gezinnen, vennootschappen, verenigingen, e.d.) | |
xxxx xxxx (*) | 0,20 euro/kg | 0,20 euro/kg |
niet-recycleerbaar afval (*) | 0,10 euro/kg | 0,10 euro/kg |
recycleerbaar afval (*) | 0,05 euro/kg (**) | 0,05 euro/kg |
AEEA en KGA (*) | 0,00 euro/kg | 0,05 euro/kg |
die gebruik maakt van het gemeentelijk recyclagepark. Artikel 7: - Aanslagvoeten
*: als verschillende categorieën tezelfdertijd worden gedeponeerd (gezamenlijke weging), wordt het tarief van de gedeponeerde categorie dat het hoogst is, toegepast
**: de belasting is evenwel niet verschuldigd voor de eerste 500 kg afval (recycleerbaar en/of niet-recycleerbaar, AEEA en KGA) per aanslagjaar en per gezin, aangevoerd tijdens de periode dat het desbetreffende gezin tijdens het desbetreffende aanslagjaar ingeschreven is in de bevolkingsregisters van de gemeente Zelzate of Wachtebeke.
Artikel 8: - Kohier
Deze belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat wordt opgemaakt en uitvoerbaar verklaard door het College van Burgemeester en Schepenen.
Artikel 9: - Betaling
De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.
Artikel 10: - Bezwaar
De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen.
Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van de contante inning.
Indien de belastingschuldige wenst gehoord te worden, dient hij daar uitdrukkelijk om te vragen in zijn bezwaarschrift. Een ontvangstbewijs wordt afgeleverd.
Artikel 11: - Door het college van burgemeester en schepenen worden personeelsleden van de gemeente aangesteld die bevoegd zijn om een controle of onderzoek in te stellen en vaststellingen te verrichten in verband met de toepassing van dit belastingreglement. De door hen opgestelde processen- verbaal hebben bewijskracht tot bewijs van het tegendeel.
PUNT 05.22 - ALGEMENE MILIEUBELASTING - HERNIEUWING
Artikel 1: - Er wordt voor de aanslagjaren 2020 t.e.m. 2023 een algemene milieubelasting geheven.
Artikel 2: - Belastingsverplichtingen:
De belasting bedraagt:
AJ 0000 | XX 0000 | XX 2022 | AJ 2023 | |
Per jaar | 55,00 EUR | 55,00 EUR | 27,50 EUR | 27,50 EUR |
en is verschuldigd door:
- ieder gezin dat in de bevolkingsregisters van de gemeente is ingeschreven
1 januari 2020 (voor AJ 2020), op 1 januari 2021 (voor AJ 2021), op 1 januari 2022 (voor AJ 2022) en op 1 januari 2023 (voor AJ 2023);
− ieder gezin dat op 1 januari 2020 (voor AJ 2020), op 1 januari 2021 (voor
AJ 2021), op 1 januari 2022 (voor AJ 2022) en op 1 januari 2023 (voor AJ 2023) op het grondgebied van de gemeente om het even welke woning of woongelegenheid in gebruik heeft of zich het gebruik ervan voorbehoudt zonder nochtans ingeschreven te zijn in de bevolkingsregisters van de gemeente;
- de zelfstandigen en de vennootschappen die op 1 januari 2020 (voor AJ 2020), op 1 januari 2021 (voor AJ 2021), op 1 januari 2022 (voor AJ 2022) en op 1 januari 2023 (voor AJ 2023) op het grondgebied van de gemeente Zelzate één of meerdere vestigingen gebruiken of tot gebruik voorbehouden, voor zover niet gevestigd op hetzelfde adres van een belastingplichtig gezin.
Onder gezin wordt verstaan:
− hetzij een persoon die gewoonlijk alleen leeft;
− hetzij een vereniging van 2 of meer personen die, al dan niet door familiebanden gebonden, gewoonlijk eenzelfde woning of woongelegenheid betrekken en er samen leven.
Onder zelfstandige wordt verstaan:
- elke natuurlijke persoon die in hoofd- of bijberoep een nijverheids-, ambachts-, landbouw-, tuinbouw- en/of handelsbedrijf exploiteert, een economische activiteit op zelfstandige basis verricht en/of een intellectueel, vrij of dienstverlenend beroep of een andere beroeps- of bedrijfsactiviteit zelfstandig uitoefent, inclusief elke zelfstandige helper.
Onder vennootschap wordt verstaan:
- elke rechtspersoon die een nijverheids-, ambachts-, landbouw-, tuinbouw- en/of handelsbedrijf exploiteert, een economische activiteit op zelfstandige basis verricht, een intellectueel, vrij of dienstverlenend beroep zelfstandig uitoefent en/of zich met verrichtingen van winstgevende aard of het beheer van roerende en/of onroerende goederen bezighoudt, evenals elk van deze rechtspersonen in vereffening.
Artikel 3: - Betaling:
De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.
Artikel 4: - Bezwaar:
De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen.
Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van de contante inning.
Indien de belastingschuldige wenst gehoord te worden, dient hij daar uitdrukkelijk om te vragen in zijn bezwaarschrift. Een ontvangstbewijs wordt afgeleverd.
Artikel 5: - Door het college van burgemeester en schepenen worden personeelsleden van de gemeente aangesteld die bevoegd zijn om een controle of onderzoek in te stellen en vaststellingen te verrichten in verband met de toepassing van dit belastingreglement. De door hen opgestelde processen- verbaal hebben bewijskracht tot bewijs van het tegendeel.
PUNT 05.23 - OPCENTIEMEN OP DE DOOR HET VLAAMS GEWEST GEHEVEN BELASTING TER BESTRIJDING EN VOORKOMING VAN LEEGSTAND EN VERWAARLOZING VAN BEDRIJFSRUIMTEN
- HERNIEUWING
Artikel 1: - Er worden voor de aanslagjaren 2020 t.e.m. 2025 tweehonderd
(200) opcentiemen gevestigd op de door het Vlaamse Gewest geheven heffing op de leegstaande en verwaarloosde bedrijfsruimten.
Artikel 2: - De gemeente doet een beroep op de medewerking van het agentschap Vlaamse Belastingdienst voor de inning van deze opcentiemen.
Artikel 3: - Dit reglement wordt overgemaakt aan de provinciale afdeling van het Agentschap Binnenlands Bestuur, de Vlaamse Belastingdienst - Afdeling Taxatie - Dienst Taxatie Overige Belastingen, de financieel directeur en aan de dienst vergunningen.
OPENBARE ZITTING – PUNT 05.24 – OPCENTIEMEN OP DE ONROERENDE VOORHEFFING – HERNIEUWING
Artikel 1: - Voor de aanslagjaren 2020 t.e.m. 2025 worden ten bate van de gemeente 913,10 opcentiemen geheven op de onroerende voorheffing.
Artikel 2: - De vestiging en de inning van de gemeentebelasting gebeuren door toedoen van de Vlaamse Belastingdienst.
PUNT 05.25 - PERSONENBELASTING - HERNIEUWING
Artikel 1: - Voor de aanslagjaren 2020 t.e.m. 2025 wordt een aanvullende belasting gevestigd ten laste van de rijksinwoners die belastbaar zijn in de gemeente op 1 januari van het aanslagjaar.
Artikel 2: - De belasting wordt vastgesteld op 7,5 % van de overeenkomstig artikel 466 van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992 berekende grondslag voor hetzelfde aanslagjaar. Deze belasting wordt gevestigd op basis van het inkomen dat de belastingplichtige heeft verworven in het aan het aanslagjaar voorafgaande jaar.
Artikel 3: - De vestiging en de inning van de gemeentelijke belasting zullen door het toedoen van het bestuur der directe belastingen geschieden, zoals bepaald in artikel 469 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen.
PUNT 05.26 - RETRIBUTIE OP P+MD-AFVALZAKKEN - HERNIEUWING
Artikel 1: - Voor de aanslagjaren 2020 t.e.m. 2025 wordt de retributie bepaald op 0,15 euro per P+MD-zak.
Het bedrag dekt zowel de kostprijs van de aankoop der zakken als een gedeelte van de kosten van de dienstverlening voor het ophalen en verwerken van het afval.
Artikel 2: - De invordering van deze retributie geschiedt overeenkomstig de regelen van de burgerlijke rechtspleging.
Voor de invordering van het niet-betwiste gedeelte kan, naast de burgerlijke procedure, ook toepassing gemaakt worden van het dwangbevel, zoals geregeld in art. 177 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017. Voor de invordering van het betwiste gedeelte is enkel de burgerlijke rechtspleging mogelijk.
PUNT 05.27 - RETRIBUTIEREGLMENT OP HET AMBTELIJK WEGHALEN DOOR OF IN OPDRACHT VAN HET GEMEENTEBESTUUR VAN AFVALSTOFFEN GESTORT OF ACHTERGELATEN OP NIET- REGLEMENTAIRE PLAATSEN OF TIJDSTIPPEN OF IN NIET-REGLEMENTAIRE RECIPIËNTEN
Artikel 1: - De gemeenteraad beslist om vanaf 01 januari 2020 en voor een termijn eindigend op 31 december 2025 een retributie te heffen op het ambtshalve weghalen door of in opdracht van het gemeentebestuur van afvalstoffen gestort of achtergelaten op niet-reglementaire plaatsen of tijdstippen of in niet-reglementaire recipiënten.
Artikel 2: - De retributie is verschuldigd door de persoon die gestort of achtergelaten heeft en dit zowel op het openbaar als op privaat domein.
Zijn er meerdere personen dan zijn zij hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting.
Wanneer de dader van de storting niet kan worden geïdentificeerd is de retributie verschuldigd door de eigenaar van de afvalstoffen.
Artikel 3: - Het bedrag van de retributie wordt als volgt samengesteld :
a. bij het ambtshalve weghalen door de gemeente zelf:
AJ 0000 | XX 0000 | XX 2022 | AJ 0000 | XX 0000 | XX 2025 | |
Per uur gebruik van de vrachtwagen met hijskraan | 34,00 EUR | 35,00 EUR | 35,50 EUR | 36,00 EUR | 36,50 EUR | 37,00 EUR |
Per manuur | 22,50 EUR | 23,00 EUR | 23,50 EUR | 24,00 EUR | 24,50 EUR | 24,50 EUR |
Vervoerkosten (stortkosten inbegrepen) | 170,00 EUR | 173,00 EUR | 175,00 EUR | 178,00 EUR | 181,00 EUR | 185,00 EUR |
b. bij het ambtshalve weghalen i.o.v. de gemeente of de burgemeester door de afvalintercommunale of firma:
- wordt het totale factuurbedrag van de afvalintercommunale of firma voor de opruiming van het afval doorgerekend aan de sluikstorter.
Artikel 4: - De retributie moet betaald worden na ontvangst van de factuur en binnen de termijn die daarop vermeld is.
Deze retributie zal, indien nodig, worden ingevorderd door het uitvaardigen – door de financieel directeur – van een dwangbevel te betekenen bij gerechtsdeurwaardersexploot, voor zover voormelde niet-fiscale schuldvordering onbetwist en opeisbaar is (artikel 177 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017).
Bij een betwiste en opeisbare retributie zal beroep worden gedaan op de burgerrechtelijke invorderingsprocedure.
PUNT 05.28 - RETRIBUTIE VOOR GRAFCONCESSIES OP DE GEMEENTELIJKE BEGRAAFPLAATS
– HERNIEUWING
Artikel 1: - Het retributiereglement voor grafconcessies op de gemeentelijke begraafplaats zoals goedgekeurd door de gemeenteraad van 24 juni 2019 wordt met ingang van 01 januari 2020 opgeheven.
Artikel 2: - Voor de aanslagjaren van 2020 t.e.m. 2025 worden de vergoedingen bij het verlenen van concessies op de gemeentelijke begraafplaats vastgesteld als volgt met toepassing van de indexering:
A. Grondconcessies:
1. concessie in volle aarde voor een duur van 15 jaar:
AJ 0000 | XX 0000 | XX 2022 | AJ 0000 | XX 0000 | XX 2025 | |
voor 2 stoffelijke overschotten (kist en/of urne) | € 494,50 | € 502,50 | € 511,00 | € 520,00 | € 529,00 | € 538,00 |
voor een kindergraf (kist en/of urne) | € 0,00 | € 0,00 | € 0,00 | € 0,00 | € 0,00 | € 0,00 |
2. concessie in volle aarde voor een duur van 50 jaar:
AJ 0000 | XX 0000 | XX 2022 | AJ 0000 | XX 0000 | XX 2025 | |
voor 2 stoffelijke overschotten (kist en/of urne) | € 941,50 | € 958,00 | € 974,00 | € 990,50 | € 1007,50 | € 1024,50 |
voor een kindergraf (kist en/of urne) | € 0,00 | € 0,00 | € 0,00 | € 0,00 | € 0,00 | € 0,00 |
Na het verstrijken van de concessieovereenkomst kan de concessie worden verlengd:
AJ 0000 | XX 0000 | XX 2022 | AJ 0000 | XX 0000 | XX 2025 | |
voor eenzelfde duur volgens de huidige vergoedingen die van toepassing zijn of voor een periode van 5 jaar | € 170,50 | € 173,00 | € 176,00 | € 179,00 | € 182,00 | € 185,00 |
voor eenzelfde duur volgens de huidige vergoedingen die van toepassing zijn of voor een periode van 5 jaar (kindergraf) | € 0,00 | € 0,00 | € 0,00 | € 0,00 | € 0,00 | € 0,00 |
3. concessie voor een kelder voor een duur van 50 jaar:
AJ 0000 | XX 0000 | XX 2022 | AJ 0000 | XX 0000 | XX 2025 | |
voor 2 stoffelijke overschotten | € 806,00 | € 1837,00 | € 1868,00 | € 1900,00 | € 1932,00 | € 1965,00 |
Voor 3 stoffelijke overschotten of meerdere stoffelijke | € 903,00 | € 918,50 | € 934,00 | € 950,00 | € 966,00 | € 982,50 |
overschotten wordt de concessie telkens verhoogd met |
Na het verstrijken van de concessieovereenkomst kan de concessie worden verlengd:
AJ 0000 | XX 0000 | XX 2022 | AJ 0000 | XX 0000 | XX 2025 | |
voor eenzelfde duur volgens de huidige vergoedingen die van toepassing zijn of voor een periode van 5 jaar tegen de prijs van : | € 170,50 | € 173,00 | € 176,00 | € 179,00 | € 182,00 | € 185,00 |
In de kelders worden niet meer dan het maximum aantal toegelaten stoffelijke overschotten bijgezet; de term bijzetting omvat de plaatsing van een lijkkist of een asurn; het maximum aantal toegelaten stoffelijke overschotten (kist en/of urne) in een kelder bedraagt 6 stoffelijke overschotten (¹).
(¹) Maximum aantal toegelaten stoffelijke overschotten in een kelder
(6) is enkel van toepassing op nieuwe kelderconcessies en niet op de lopende grafconcessies.
B. Columbariumconcessies:
1. concessie voor een duur van 15 jaar:
AJ 0000 | XX 0000 | XX 0000 | XX 0000 | XX 2024 | AJ 2025 | |
Per nis (max. 2 urnen per nis) | € 272,00 | € 276,50 | € 281,50 | € 286,00 | € 291,00 | € 296,00 |
voor 3 urnen verhoogd met | € 136,50 | € 138,50 | € 141,00 | € 143,50 | € 146,00 | € 148,50 |
voor 4 urnen verhoogd met | € 272,00 | € 276,50 | € 281,50 | € 286,00 | € 291,00 | € 296,00 |
2. concessie voor een duur van 50 jaar:
AJ 0000 | XX 0000 | XX 0000 | XX 0000 | XX 2024 | AJ 2025 | |
Per nis (max. 2 urnen per nis) | € 722,50 | € 735,00 | € 747,50 | € 760,00 | € 773,00 | € 786,00 |
voor 3 urnen verhoogd met | € 361,50 | € 367,50 | € 373,50 | € 380,00 | € 386,50 | € 393,00 |
voor 4 urnen verhoogd met | € 722,50 | € 735,00 | € 747,50 | € 760,00 | € 773,00 | € 786,00 |
Na het verstrijken van de concessieovereenkomst kan de concessie worden verlengd:
AJ 0000 | XX 0000 | XX 2022 | AJ 0000 | XX 0000 | XX 2025 | |
voor eenzelfde duur volgens de huidige vergoedingen die van toepassing zijn of voor een periode van 5 jaar tegen de prijs van (voor 2 urnen per nis): | € 93,50 | € 95,00 | € 97,00 | € 98,50 | € 100,00 | € 101,50 |
voor 3 urnen per nis | € 140,50 | € 143,00 | € 145,00 | € 147,50 | € 150,00 | € 152,50 |
voor 4 urnen per nis | € 186,50 | € 190,00 | € 193,00 | € 196,50 | € 199,50 | € 203,00 |
C. Urnenveld:
1. urnenkelder: concessie voor een duur van 15 jaar:
AJ 0000 | XX 0000 | XX 2022 | AJ 0000 | XX 0000 | XX 2025 | |
Max. 2 urnen per kelder (incl. de urnenkelder en het plaatsen van de kelder) | € 396,00 | € 403,00 | € 409,50 | € 416,50 | € 423,00 | € 430,00 |
Na het verstrijken van de concessieovereenkomst kan de concessie worden verlengd voor | € 69,50 | € 70,00 | € 71,00 | € 72,00 | € 73,50 | € 74,50 |
eenzelfde duur volgens de huidige vergoeding die van toepassing is of voor een periode van 5 jaar tegen de prijs van : |
2. urnengraf: concessie voor een duur van 15 jaar :
AJ 0000 | XX 0000 | XX 0000 | XX 0000 | XX 2024 | AJ 2025 | |
voor het begraven van een urne in volle grond: (maxi. 2 urnen per urnengraf) | € 198,50 | € 201,50 | € 205,00 | € 208,50 | € 212,00 | € 215,50 |
Na het verstrijken van de concessieovereenkomst kan de concessie worden verlengd voor eenzelfde duur volgens de huidige vergoeding die van toepassing is of voor een periode van 5 jaar tegen de prijs van : | € 69,50 | € 70,00 | € 71,00 | € 72,00 | € 73,50 | € 74,50 |
D. Herdenkingsplaatje op de zuil van de verstrooiingsweide en op de gemeenschappelijke herdenkingssteen voorbehouden voor levenloos geboren kinderen:
De prijs voor dit herdenkingsplaatje wordt vastgesteld op:
AJ 0000 | XX 0000 | XX 0000 | XX 0000 | XX 2024 | AJ 2025 |
€ 27,00 | € 27,00 | € 28,00 | € 28,00 | € 29,00 | € 29,50 |
In deze prijs is begrepen:
* het aanbrengen van het plaatje;
* het plaatje zelf;
* het graveren van de naam en voornaam, geboorte- en/of overlijdensdatum. Artikel 3: - Ontgravingen:
Onder ontgravingen wordt verstaan: de ontgraving van stoffelijke resten uit een gewoon graf, uit een begraafplaatsconcessie in volle grond of een grafkelder, uit een urnengraf of de verwijdering van een urne uit een columbarium nis/urnenveld en dit met het oog op een andere bestemming van de stoffelijke resten, of van de urne en/of de as.
De te betalen retributie voor de ontgravingen bedraagt:
AJ 0000 | XX 0000 | XX 2022 | AJ 0000 | XX 0000 | XX 2025 | |
voor de ontgravingen uit volle grond van een niet-gecremeerd stoffelijk overschot | € 749,00 | € 762,00 | € 774,50 | € 788,00 | € 801,50 | € 815,00 |
voor het verwijderen van een asurne (uit een urnengraf, uit de columbariummuur, uit een grafkelder of uit volle grond) | € 214,00 | € 217,50 | € 221,50 | € 225,00 | € 229,00 | € 233,00 |
Twee jaar na het verwijderen van een asurn vervalt de concessie zonder dat deze verwijdering aanleiding kan geven tot een terugbetaling van de betaalde concessie.
De retributie is verschuldigd door de aanvrager van de dienstverlening en te betalen bij de aanvraag.
De retributie is niet verschuldigd voor ontgravingen bevolen door de gerechtelijke overheid, voor ontgravingen uitgevoerd ten gevolge van de verandering van bestemming van de begraafplaats of het columbarium.
Artikel 4: - Deze retributie zal, indien nodig, worden ingevorderd door het uitvaardigen - door de financieel directeur - van een dwangbevel te betekenen bij gerechtsdeurwaardersexploot, voor zover voormelde niet-fiscale
schuldvordering onbetwist en opeisbaar is (art. 177 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017).
PUNT 05.29 – RETRIBUTIEREGELEMENT OP WERKEN AAN NUTSVOORZIENINGEN OP GEMEENTELIJK OPENBAAR DOMEIN - HERNIEUWING
Artikel 1 - Algemeen
Er wordt aan de eigenaar van elke nutsvoorziening een retributie aangerekend op de gemeentelijke dienstverlening en het gebruik van het gemeentelijk openbaar domein naar aanleiding van werken aan permanente nutsvoorzieningen op het gemeentelijk openbaar domein, in uitvoering en met toepassing van de Code voor Infrastructuur- en Nutswerken langs gemeentewegen.
Permanente nutsvoorzieningen zijn :
- alle installaties (zoals kabels, leidingen, buizen,…), inclusief hun aanhorigheden (zoals kabel-, verdeel-, aansluit-, e.a. kasten , palen, masten, toezichts-, verbindings-, e.a. putten…) dienstig voor het transport van elektriciteit, gas, gasachtige producten, stoom, drink-, hemel- en afvalwater, warm water, brandstof,
- telecommunicatie,
- radiodistributie en kabeltelevisie,
- de transmissie van enigerlei data,
ongeacht of een privé-gebruiker al dan niet op die installaties kan aangesloten worden,
- alle trein- en tramsporen die zich bevinden op de openbare weg worden eveneens aanzien als nutsvoorzieningen.
De retributie is niet verschuldigd indien de werken worden uitgevoerd samen met of onmiddellijk voorafgaand aan wegen- of rioleringswerken uitgevoerd door de gemeente of indien het werken zijn die uitgevoerd worden op verzoek van de gemeente.
Onderhavig retributiereglement gaat in vanaf 1 januari 2020 voor een termijn eindigend op 31 december 2025.
Artikel 2 - Retributie naar aanleiding van sleufwerken
De retributie naar aanleiding van sleufwerken is verschuldigd per dag en per lopende meter openliggende sleuflengte voor alle sleufwerken. Zij bedraagt voor werken in rijwegen 2,17 euro, voor werken in voetpaden 1,63 euro en voor werken in aardewegen 0,98 euro.
Wanneer in dezelfde sleuf gelijktijdig werken uitgevoerd worden voor twee of meer nutsvoorzieningen bedraagt voormelde retributie voor de eigenaar van elke nutsvoorziening 60 % van hogervermeld(e) bedrag(en).
Een begonnen dag geldt voor een volledige dag.
Elk deel van een lopende meter wordt als een volledige lopende meter in rekening gebracht.
Artikel 3 - Retributie voor dringende werken, aansluitingswerken, herstellingen, kleine onderhoudswerken en ter compensatie van diverse heffingen en belastingen
Voor de hinder veroorzaakt door de dringende werken, aansluitingswerken, herstellingen en kleine onderhoudswerken met een sleufoppervlakte van maximum
3 m², wordt per kalenderjaar een retributie geheven van 1,09 euro per op het grondgebied van de gemeente aanwezig aansluitingspunt.
Ter compensatie van diverse heffingen en belastingen in hoofde van zowel de distributienetbeheerder als haar werkmaatschappij wordt een retributie voorzien van 0,54 euro per aanwezig aansluitingspunt op het grondgebied van de gemeente.
Deze retributies zijn verschuldigd vóór het einde van ieder jaar. In dit kader doet iedere nutsmaatschappij vóór 15 december van ieder jaar opgave van het aantal aansluitingspunten op het grondgebied van de gemeente.
Artikel 4 – Inning
De retributie dient te worden betaald binnen de 30 kalenderdagen na toezending van de facturen.
Artikel 5 – Definitief karakter
Dit retributiereglement vervangt vanaf 1 januari 2020 het retributiereglement op werken aan nutsvoorzieningen op gemeentelijk openbaar domein, goedgekeurd in de gemeenteraad van 25 februari 2019, voor de periode van 1 januari 2019 tot en met 31 december 2019.
PUNT 05.30 - TOELAGEREGLEMENT DIFTAR - HERNIEUWING
Artikel 1: - Er wordt voor de jaren 2020 t.e.m. 2025 een subsidie verleend aan:
a) personen die lijden aan chronische incontinentie;
b) gezinnen met kinderen die jonger zijn dan 3 jaar;
c) volgende categorieën personen:
1. de vroegere WIGW-categorieën (weduwnaars en weduwen, invaliden, gepensioneerden en (volle) wezen) (hoedanigheidscode 001);
2. gerechtigden op maatschappelijke integratie en personen die steun ontvangen van een OCMW die geheel of gedeeltelijk ten laste wordt genomen door de federale staat (hoedanigheidscode 002);
3. gerechtigden op het gewaarborgd inkomen voor bejaarden of het recht op rentebijslag behouden of inkomensgarantie voor ouderen (hoedanigheidscode 003);
4. gerechtigden aan wie een tegemoetkoming aan gehandicapten wordt verleend (hoedanigheidscode 004);
5. gerechtigden op het OMNIO-statuut (hoedanigheidscode 100);
d) STOMA-patiënten.
Artikel 2: - De personen die menen in aanmerking te komen voor deze subsidie dienen een aanvraag in te dienen bij de gemeentelijke sociale dienst vóór eind juni 2021 (toelage 2020), eind juni 2022 (toelage 2021), eind juni 2023
(toelage 2022), eind juni 2024 (toelage 2023), eind juni 2025 (toelage 2024) en eind juni 2026 (toelage 2025) en dit op hiertoe ter beschikking gestelde formulieren.
Artikel 3: - Voorwaarden / voor te leggen bewijsstukken tot het bekomen van een subsidie:
1. in Zelzate gehuisvest zijn;
2. voor de personen de lijden aan een chronische incontinentie en voor de STOMA-patiënten: niet in een ziekenhuis, rusthuis of verzorgingsinstelling opgenomen zijn en een medisch attest ter staving van de aandoening voorleggen;
3. voor de weduwnaars en weduwen, invaliden, gepensioneerden en (volle) wezen: een kleefetiket van het ziekenfonds;
4. voor gerechtigden op maatschappelijke integratie en personen die steun ontvangen van een OCMW die geheel of gedeeltelijk ten laste wordt genomen door de federale staat: een attest van het OCMW;
5. voor gerechtigden aan wie een tegemoetkoming aan gehandicapten wordt verleend: bewijs van uitbetaling van de tegemoetkoming;
6. voor gerechtigden op het gewaarborgd inkomen voor bejaarden of het recht op rentebijslag behouden of inkomensgarantie voor ouderen: attest van de uitbetalende pensioendienst (roze formulier Rijksdienst voor pensioenen (RVP));
7. voor gerechtigden op het OMNIO-statuut: een kleefetiket van het ziekenfonds.
De gezinnen die een subsidie voor kinderen ten laste jonger dan 3 jaar aan- vragen, dienen geen bewijsstukken voor te leggen (de gemeentelijke administratie controleert dit).
Artikel 4: - De toelage bedraagt maximum:
AJ 0000 | XX 0000 | XX 2022 | AJ 0000 | XX 0000 | XX 2025 | |
Kind jonger dan 3 jaar (toestand op 1 januari van het aanslagjaar) | 29,50 EUR | 30,00 EUR | 30,50 EUR | 31,00 EUR | 31,50 EUR | 32,00 EUR |
Personen vermeldt onder artikel 1c | 29,50 EUR | 30,00 EUR | 30,50 EUR | 31,00 EUR | 31,50 EUR | 32,00 EUR |
Personen vermeldt onder artikel 1a en 1d | 89,50 EUR | 91,00 EUR | 92,50 EUR | 94,00 EUR | 95,50 EUR | 97,50 EUR |
De voormelde bedragen zijn maximumbedragen en de uitbetaalde toelagen zullen worden beperkt tot de voor de aanslagjaren 2020, 2021, 2022, 2023, 2024 en 2025 betaalde belasting op het inzamelen en verwerken van huishoudelijke afvalstoffen vermeerderd met het bedrag van de milieubelasting indien deze geringer is dan het maximum toegekend toelagebedrag. Wat de belasting voor het ingezameld afval betreft wordt in acht genomen de belasting betaald door de aanvrager zelf of door de belastingplichtige waarmee hij onder één dak woont.”
Artikel 5: - Indien een aanvrager in aanmerking komt voor meerdere onder artikel 1 a, b en d vermelde subsidies wordt het gecumuleerde bedrag van de subsidies uitbetaald met inachtname van de in artikel 4 vermelde beperking.
Bij een cumulatie van de onder artikel 1 a, b en d voorziene subsidies met deze vermeld onder 1c, wordt het hoogste bedrag van het subsidiebedrag (niet het gecumuleerd bedrag) uitbetaald met inachtname van de in artikel 4 vermelde beperking.
Artikel 6: - De subsidie kan enkel worden uitbetaald aan personen / gezinnen die op 01 januari van het referentiejaar zijn ingeschreven in de bevolkingsregisters van de gemeente. Voor de subsidie voor kinderen jonger dan 3 jaar op 1 januari van het referentiejaar dient minstens 1 van de ouders per 1 januari van het referentiejaar in de bevolkingsregisters te zijn ingeschreven.
Artikel 7: - In toepassing van de voormelde overeenkomst met de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid (overeenkomst nr. 07/44) wordt een aanvraag ingediend ter verkrijging van de identiteit van de op 01 januari 2011 in het repertorium van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid beschikbaar zijnde rechthebbenden op een verhoogde tegemoetkoming van de verzekering voor geneeskundige verzorging voor de hoedanigheidcodes 001, 002, 003, 004 en 100.
PUNT 05.31 – BELASTING OP HET VERVOER VAN PERSONEN MET EEN POLITIEVOERTUIG (COMBITAKS)- HERNIEUWING
Artikel 1: - Voor de aanslagjaren 2020 t.e.m. 2025 wordt het vervoer in het kader van openbare dronkenschap alsook het vervoer in het kader van bestuurlijke aanhouding conform Art. 31 WPA weerhouden om over te gaan tot het innen van een combitaks bij een persoon:
- met een vastgestelde openbare dronkenschap of vermoedelijke alcoholintoxicatie ten gevolge van een positieve ademanalyse of weigering van een adamanalyse;
- die de openbare rust daadwerkelijk verstoort;
- ten aanzien van wie er op grond van zijn gedragingen, van materiële aanwijzingen of van de omstandigheden, redelijke gronden zijn om te denken dat hij voorbereidingen treft om een misdrijf te plegen dat de openbare rust of de openbare veiligheid ernstig in gevaar brengt, met
als doel om hem te beletten een dergelijk misdrijf te plegen;
- die een misdrijf pleegt dat de openbare rust of de openbare veiligheid ernstig in gevaar brengt, teneinde dit misdrijf te doen ophouden.
Artikel 2: - De belasting wordt vastgesteld op een forfaitair bedrag :
AJ 0000 | XX 0000 | XX 2022 | AJ 0000 | XX 0000 | XX 2025 | |
per rit per vervoerd persoon | 200,00 EUR | 203,50 EUR | 207,00 EUR | 210,50 EUR | 214,00 EUR | 217,60 EUR |
Artikel 3: - Als rit dient verstaan te worden: het traject dat wordt afgelegd vanaf het uitrukken van het politievoertuig tot op het ogenblik dat de betrokkene op zijn eindbestemming is gebracht.
De eindbestemming is de meest aangewezen eindbestemming naargelang het geval (politiecommissariaat, thuis, bij de meerderjarige die het ouderlijk gezag of feitelijk toezicht uitoefent, amigo, …).
Artikel 4: - De belasting valt ten laste van de vervoerde persoon of, in voorkomend geval, van de voor hem burgerlijk verantwoordelijke persoon. Zij is verschuldigd vanaf het ogenblik dat de vervoerde persoon zijn eindbestemming heeft bereikt.
Artikel 5: - De belasting is niet verschuldigd bij het vervoer van gerechtelijk aangehouden personen bedoeld in artikel 93, 4° van het algemeen reglement op de gerechtskosten in strafzaken.
De belasting is eveneens niet verschuldigd door de ouders/voogden van minderjarigen tussen 12 en 18 jaar op voorwaarde dat ze samen met de minderjarige deelnemen aan het Nero-Z-project en zich houden aan de hierbij gemaakte afspraken. Wanneer de Procureur des Konings zijn evocatierecht uitoefent en er hierdoor geen Nero-Z-project kan worden opgestart, is de belasting zonder meer verschuldigd.
Artikel 6: - De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen. De belasting is betaalbaar binnen de twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.
Artikel 7: - Belastingschuldigen die menen onrechtmatig te zijn belast, kunnen een bezwaarschrift indienen bij het college van burgemeester en schepenen, Xxxxx Xxxxx 0 xx 0000 Xxxxxxx. Het bezwaar moet schriftelijk gebeuren, met redenen omkleed zijn, gedagtekend en ondertekend door de belastingschuldige of diens vertegenwoordiger. Het moet overhandigd of per post verzonden worden. De bezwaartermijn bedraagt drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Indien de belastingschuldige wenst gehoord te worden, dient hij daar uitdrukkelijk om te vragen in zijn bezwaarschrift. Een ontvangstbewijs wordt afgeleverd.
Artikel 8: - Het college verleent ambtshalve ontheffingen van de overbelastingen die o.a. voortvloeien uit materiële vergissingen, op voorwaarde dat die door de administratie werden vastgesteld.
Artikel 9: - Door het college van burgemeester en schepenen worden personeelsleden van de gemeente aangesteld die bevoegd zijn om een controle of onderzoek in te stellen en vaststellingen te verrichten in verband met de toepassing van dit belastingreglement. De door hen opgestelde processen- verbaal hebben bewijskracht tot bewijs van het tegendeel.
Artikel 10: - Verwijl- en moratoriumintresten zijn op de belasting toepasselijk zoals inzake rijksbelastingen op de inkomsten.
PUNT 06 - WIJZIGING ORGANOGRAM EN PERSONEELSFORMATIE
Artikel 1: - De nieuwe personeelsformatie en het nieuwe organogram worden goedgekeurd.
Functie | Niveau | Personeelskader | |
Statutair | Contractueel | ||
Algemeen directeur | 1 | ||
Financieel directeur | 1 | ||
Diensthoofd ruimtelijke omgeving/huisvesting + milieu & klimaat | A1a-A3a | 1 | |
Diensthoofd welzijn (nieuw) | A1-A3 | 1 | |
Diensthoofd burgerzaken en onthaal (nieuw) | C4-C5 | 0.5 | |
Stafmedewerker | B1-B3 | 1 | 1 |
Medewerker bestuursorganen (1 in dienst + 1 nieuw) | B1-B3 | 2 | |
Communicatieambtenaar (nieuw) | X0-X0 | 0 | |
Xxxxxxxxxxxxxx | X0-X0 | 1 | |
Financieel verantwoordelijke | X0-X0 | 0 | |
Xxxxxxxxxx | X0-X0 | 0 | |
Xxxxxxxxxxxxxxxxxx milieu en klimaat | X0-X0 | 0 | |
Xxxxxxxxxx omgeving (nieuw) | X0-X0 | 0 | |
Xxxxxxxxx XXX (xxxxx) | X0-X0 | 0.50 | |
Administratief medewerker (+ 0.5 nieuw) | C1-C3 | 4 | 7.68 + 0.5 |
Administratief medewerker lokale economie (nieuw) | C1-C3 | 1 | |
Administratief assistent | D1-D3 | 1.6 | |
PERSONEELSFORMATIE ADMINISTRATIEF PERSONEEL
Functie | Niveau | Personeelskader | |
Statutair | Contractueel | ||
Diensthoofd technische dienst | C4-C5 | 1 | |
Mobiliteitsambtenaar/intern preventieadviseur | C4-C5 | 1 | |
Werkleider | C1-C3 | 1 | |
Ploegbaas | D4-D5 | 1 | |
Technisch medewerker | C1-C3 | 3 | |
Technisch assistent (5 nieuw) | D1-D3 | 4 | 9 + 5 |
Technisch beambte schoonmaak/logistiek (1 nieuw) | E1-E3 | 6,09 + 1 |
Functie | Personeelskader | ||
Statutair | Contractueel | ||
Bibliothecaris | B4-B5 | 1 | |
Assistent-dienstleider XXX | X0-X0 | 1.11 | |
Bibliotheekassistent | C1-C3 | 0.61 |
Administratief medewerker | C1-C3 | 1.24 |
SPORT
Beheerder sportcomplex | C4-C5 | 1 | |
Sportfunctionaris | B1-B3 | 1 | |
Administratief medewerker | C1-C3 | 0.74 | |
Redder | C1-C3 | 5.22 | |
Technisch beambte sportcomplex Eurohal | E1-E3 | 2 | |
Kassierster sportcomplex Eurohal | E1-E3 | 0.68 | 1 |
Functie | Personeelskader | ||
Statutair | Contractueel | ||
Ambtenaar lokale economie (1) | A1-A3 | 1 | |
Technisch beambte technische dienst (2) | E1-E3 | 2 | |
(1) Deze functie blokkeert de functie van administratief medewerker lokale economie C1-C3 en wordt naderhand contractueel begeven | |||
(2) De 2 functies van technisch beambte E1-E3 blokkeren 2 functies van technisch assistent D1-D3 |
OVERGANGSFORMATIE UITDOVENDE FUNCTIES
Artikel 2: - Afschrift van dit besluit wordt overgemaakt aan de personeelsdienst en de financiële dienst.
PUNT 07 – GOEDKEUREN VAN HET MEERJARENPLAN 2020-2025 VOOR HET DEEL GEMEENTE
Enig artikel: - De gemeenteraad keurt het deel van het meerjarenplan dat betrekking heeft op de gemeente goed.
PUNT 08 – GOEDKEUREN VAN HET MEERJARENPLAN 2020-2025 VOOR HET DEEL OCMW WAARDOOR HET MEERJARENPLAN IN ZIJN GEHEEL WORDT GEACHT DEFINITIEF VASTGESTELD TE ZIJN
Artikel 1: De gemeenteraad keurt het deel van het meerjarenplan zoals vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn goed. Door deze goedkeuring wordt het beleidsrapport in zijn geheel geacht definitief vastgesteld te zijn.
Artikel 2: - De gegevens over het vastgestelde meerjarenplan worden in digitale vorm aan de Vlaamse Regering bezorgt. Het vastgestelde meerjarenplan is pas uitvoerbaar als de digitale rapportering erover aan de Vlaamse Regering is bezorgd.
PUNT 09 – VASTSTELLEN VAN OVERHEIDSOPDRACHTEN DIE NOMINATIEF AAN HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN WORDEN TOEVERTROUWD
Enig artikel: - Volgende overheidsopdrachten worden nominatief aan het college van burgemeester en schepenen toevertrouwd.
Entiteit | Project | 2020 |
GEMEENTE Zelzate | Digitaliseren beleidsorganen | 10 000,00 € |
GEMEENTE Zelzate | Archief 2020-2025 | 10 000,00 € |
GEMEENTE Zelzate | Digitaal evenementen loket | 1 400,00 € |
GEMEENTE Zelzate | Digitaliseren boekhouding | 24 000,00 € |
GEMEENTE Zelzate | Investeringen ICT | 80 000,00 € |
GEMEENTE Zelzate | ICT materiaal | 106 344,00 € |
GEMEENTE Zelzate | Gebouwen gemeente | 350 000,00 € |
GEMEENTE Zelzate | Kantoren AD afwerken (plafond, verwarming, inrichting) | 20 000,00 € |
GEMEENTE Zelzate | Reorganisatie lokettenzaal & update infrastructuur | 10 000,00 € |
GEMEENTE Zelzate | Kantoorruimte opknappen | 5 000,00 € |
GEMEENTE Zelzate | Meubilair gemeentehuis | 39 000,00 € |
GEMEENTE Zelzate | Onthaal organiseren | 10 000,00 € |
GEMEENTE Zelzate | Fietsenstalling & oplaadpunt | 25 000,00 € |
GEMEENTE Zelzate | Fietsenstalling | 25 000,00 € |
GEMEENTE Zelzate | Stellingen en materiaal magazijn | 6 000,00 € |
GEMEENTE Zelzate | Signalisatie voor evenementen | 5 000,00 € |
GEMEENTE Zelzate | Vervangen van klein materieel (stroomgroep, bosmaaier) | 2 500,00 € |
GEMEENTE Zelzate | Aankoop elektrische wagen | 25 000,00 € |
GEMEENTE Zelzate | Vervanging bestelwagen TD | 35 000,00 € |
GEMEENTE Zelzate | Studiebureau mobiliteitsplan | 40 000,00 € |
GEMEENTE Zelzate | Studie onderzoek gemeentelijk energiebedrijf | 20 000,00 € |
GEMEENTE Zelzate | Opstellen van adaptatieplan | 38 100,00 € |
GEMEENTE Zelzate | Politie infrastructuur | 40 000,00 € |
GEMEENTE Zelzate | Omvorming groenzones | 60 000,00 € |
GEMEENTE Zelzate | Gezond wonen in Debbautshoek | 60 000,00 € |
GEMEENTE Zelzate | Graafmachine | 50 000,00 € |
GEMEENTE Zelzate | Zitmaaier, kleine grasmaaier, bosmaaier, bladblazer | 50 500,00 € |
GEMEENTE Zelzate | Aankoop heet water machine voor reiniging/onkruidverdelging | 60 000,00 € |
GEMEENTE Zelzate | Aankoop stronkenfrees Avant | 3 100,00 € |
GEMEENTE Zelzate | Aankoop bakfrees Avant kniklader | 4 300,00 € |
GEMEENTE Zelzate | Aankoop klepelmaaier Avant | 4 300,00 € |
GEMEENTE Zelzate | Aankoop aanhangwagen groendienst 750 kg dubbel as | 2 500,00 € |
GEMEENTE Zelzate | Aankoop bijkomende elektrische verdeelkasten | 3 000,00 € |
GEMEENTE Zelzate | Aankoop kunststof kisten feestmaterialen | 3 000,00 € |
GEMEENTE Zelzate | Plaatsing bijkomende elektrische voedingskasten | 15 000,00 € |
GEMEENTE Zelzate | Herbruikbare bekers | 10 000,00 € |
GEMEENTE Zelzate | Voorziening elektrische voeding kerstverlichting | 10 000,00 € |
GEMEENTE Zelzate | Aankoop kerstverlichting Markt, Xxxxxxxxxx, Xxxxxxxxxxxxxxxx | 00 000,00 € |
GEMEENTE Zelzate | Aankoop nieuwe podiumelementen | 12 000,00 € |
GEMEENTE Zelzate | Aankoop opvouwbare tenten uitleendienst | 4 000,00 € |
GEMEENTE Zelzate | Tafels en stoelen | 60 000,00 € |
GEMEENTE Zelzate | Aankoop aanhangwagen feestmaterialen 750 kg dubbel | 22 500,00 € |
GEMEENTE Zelzate | Aankoop tweedehands bestelwagen en ombouw | 40 000,00 € |
GEMEENTE Zelzate | Kiosk | 10 000,00 € |
GEMEENTE Zelzate | Pompen visvijver | 10 000,00 € |
GEMEENTE Zelzate | Onderhoud en herinrichten recreatiezones | 60 000,00 € |
GEMEENTE Zelzate | Uitgaven dummy project | 15 480,61 € |
GEMEENTE Zelzate | Poetsmachine | 15 000,00 € |
GEMEENTE Zelzate | Muur kerkhof en vervangen door groenscherm | 15 000,00 € |
PUNT 10 – GOEDKEURING GEWIJZIGDE DOTATIE VOOR HET DIENSTJAAR 2020 VOOR DE HULPVERLENINGSZONE CENTRUM
Artikel 1: - De gemeenteraad verleent goedkeuring aan de toelage voor het dienstjaar 2020 van € 608.507,95 voor exploitatie, € 3.316,01 voor pensioenen en € 67.433,54 voor investeringen (totaal: € 679.257,50) van de Hulpverleningszone Centrum.
Artikel 2: - Een afschrift van deze beslissing wordt overgemaakt aan de Hulpverleningszone Centrum en de toezichthoudende overheid.
PUNT 11 - KERKFABRIEK SINT-XXXXXXXXXX / XXXXXXXXXXXXX 0000-0000 - XXXXXXXXXXX
Artikel 1: - Het meerjarenplan 2020-2025 van de kerkfabriek Sint-Xxxxxxxxxx wordt goedgekeurd
Hierin zijn volgende gemeentelijke toelagen voorzien:
Overzicht gemeentelijke toelagen | ||||||
2020 | 2021 | 2022 | 0000 | 0000 | 0000 | |
Exploitatie-toelage | 14.468,38 | 22.597,11 | 23.387,94 | 24.204,47 | 25.047,79 | 25.918,97 |
Investerings-toelage | 15.480,61 | 2.000 | 32.000 | 2.000 | 2.000 | 2.000 |
Artikel 2: - Afschrift van dit besluit zal worden toegestuurd aan de provinciegouverneur, de kerkfabriek Sint-Xxxxxxxxxx en het bisdom Gent.
PUNT 12 - GOEDKEURING VOORONTWERP SAMENWERKINGSOVEREENKOMST TUSSEN ENERGIEHUIS VENECO EN GEMEENTE ZELZATE
Artikel 1: - De samenwerkingsovereenkomst Vlaams Energiehuis Veneco, lokaal bestuur Zelzate en SOM vzw en het addendum aan de samenwerkingsovereenkomst “plan van aanpak” worden goedgekeurd.
Artikel 2: - De duurzaamheidsambtenaar wordt aangeduid als contactpersoon om de uitvoering van het meerjarenplan van het energiehuis op te volgen. De duurzaamheidsambtenaar zal ook deelnemen aan de regelmatige regionale overleggen voor energie en wonen die door Veneco worden georganiseerd en via dewelke de informatieverspreiding over het Energiehuis zal gebeuren.
Artikel 3: - Dit besluit zal worden toegestuurd aan Veneco, Xxxxxxxxxxxxx 0, 0000 Xxxxxxxxxxxx.
PUNT 13 - GOEDKEURING VAN SAMENWERKINGSAFSPRAKEN TUSSEN DE GEMEENTELIJKE BASISSCHOOL DE KREKEL EN HET INTERSTEDELIJK CENTRUM VOOR LEERLINGENBEGELEIDING VAN DE STAD GENT
Artikel 1: - De gemeenteraad gaat akkoord met de verderzetting van de samenwerking tussen GBS De Krekel en het interstedelijk CLB van de stad Gent.
Artikel 2: - Hiertoe werden conform het nieuwe decreet leerlingenbegeleiding volgende samenwerkingsafspraken opgesteld die ingaan vanaf 1-9-2020:
Xxxxx xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx scholen – centrum voor leerlingenbegeleiding | Memorie van toelichting |
Hoofdstuk I – Inleidende bepalingen Art. 1 Voor de toepassing van deze samenwerkingsafspraken wordt met de volgende termen bedoeld: §1 Centrum: Interstedelijk Centrum voor Leerlingenbegeleiding, Xxxxxxxxxxxx 000, 0000 Xxxx, instellingsnummer 114231, vestigingsplaats Gent; §2 Centrumbestuur: de Stad Gent |
§3 Scholen: Gemeentelijke basisschool Xx Xxxxxx, Xxxxx Xxxxxxxxx 0, 0000 Xxxxxxx, instellingsnummer 21386 §4 Schoolbestuur: de gemeente Zelzate Art. 2 §1 De samenwerking tussen de school en het centrum loopt voor onbepaalde duur en start op 1-9-2020 §2 De school of het CLB kan de samenwerking stopzetten, uiterlijk op 31 december van het schooljaar. De samenwerking wordt dan stopgezet met ingang van het daaropvolgende schooljaar. §3 Als een school en een CLB niet tot afspraken over samenwerking komen, meldt de school dat aan de bevoegde diensten van de Vlaamse Regering. De Vlaamse Regering bepaalt de modaliteiten voor de bemiddeling en de samenstelling van de bemiddelingscommissie | |
Hoofdstuk II. - Samenwerking school – centrum voor leerlingenbegeleiding Afdeling 1. – Doelstellingen en werkwijze Art.3 en volgende | Dit wordt opgenomen in de concrete samenwerkingsafspraken die elke school en iCLB jaarlijks samen opmaken op initiatief van de school en waarin de concrete samenwerking wordt beschreven. (In het vroegere decreet op de centra voor leerlingenbegeleiding was dit de ‘afsprakennota’ of ‘bijzondere bepaling bij het beleidscontract of -plan.) |
Afdeling 2. – Specifieke doelgroepen Art. 0.Xx is een systematisch contact voorzien 1. in de eerste kleuterklas of bij de leeftijdscohorte driejarigen. 2. in het eerste leerjaar of leeftijdscohorte zesjarigen. 3. in het vierde leerjaar of de leeftijdscohorte negenjarigen 4. in het zesde leerjaar of de leeftijdscohorte elfjarigen 5. in het derde jaar van het secundair onderwijs of de leeftijdscohorte veertienjarigen | De concrete uitwerking wordt beschreven in samenwerkingsafspraken die elke school en iCLB jaarlijks samen opmaken op initiatief van de school |
Afdeling 3. – Informatieuitwisseling Art. 5 §1 Het schoolbestuur informeert ouders en leerlingen over de samenwerkingsafspraken met het centrum via (het schoolreglement). §2 School- en centrumbestuur brengen de personeelsleden van deze samenwerkingsafspraken op de hoogte via (dienstorder). §3 Het centrum deelt relevante informatie over de leerlingen in begeleiding met de school. Leerlingen of de ouders van niet-bekwame leerlingen moeten hun toestemming geven bij het doorgeven van die informatie. §4 Bij het doorgeven en het gebruik van deze informatie gelden de regels inzake het ambts- en beroepsgeheim, de deontologie en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. §5 De medewerkers van het centrum mogen alleen in het belang van de leerling gegevens uit het multidisciplinair dossier bezorgen aan personeelsleden van de school voor zover de gegevens nodig zijn om hun taak naar behoren te kunnen vervullen en na instemming van de bekwame leerling of de ouders van de niet-bekwame leerling. Het centrum houdt hierbij rekening met de bepalingen van het decreet van 12 juli 2013 betreffende de integrale jeugdhulp. §6 De arts van het centrum die via een leerling, een ouder, de school of een behandelende arts het vermoeden of het voorkomen van een infectieziekte verneemt (infectieziekte die voorkomt in het Draaiboek Infectieziekten CLB) op school bij een leerling of bij een personeelslid, bepaalt welke maatregelen moeten genomen worden en informeert de directeur van de school. | Art. 5, par. 5: cfr. art. 15 van het BVR Leerlingenbegeleiding |
§7 Het centrum heeft een signaalfunctie en meldt mogelijke problemen op school aan de school (bijvoorbeeld pestgedrag). De school kan dan de hulp inroepen van de pedagogische begeleidingsdienst. §8 Deze samenwerkingsafspraken worden op (de website, het elektronisch leerplatform, het schoolsecretariaat) bewaard en zijn daar vrij toegankelijk. | |
Hoofdstuk III. – Evaluatie en bijsturing Art. 6 Centrum en school evalueren de samenwerking jaarlijks. Op basis van deze evaluatie kunnen de samenwerkingsafspraken in onderling overleg worden bijgestuurd. | Artikel 6: Vertaling van artikel 14, par. 2 van het decreet leerlingenbegeleiding |
Hoofdstuk IV. – Slotbepalingen Art.7 Een exemplaar van dit besluit wordt ter beschikking gesteld aan de school en aan het betrokken CLB. |
PUNT 14 - GOEDKEURING CONVENANT INZAKE SAMENWERKING MET VZW UIT DE MARGE
Artikel 1: - De convenant tussen het gemeentebestuur van Zelzate en Uit de Marge vzw wordt goedgekeurd.
Artikel 2: - Afschrift van dit besluit zal worden overgemaakt aan de Uit de Marge vzw, de jeugdambtenaar en aan de financieel directeur.
PUNT 15 - SAMENWERKINGSOVEREENKOMST TUSSEN GEMEENTE ZELZATE EN SAMENLEVINGSOPBOUW OOST-VLAANDEREN VZW
Enig artikel : - De convenant tussen het gemeentebestuur van Zelzate en Samenlevingsopbouw vzw wordt goedgekeurd
PUNT 16 – AFSPRAKENNOTA BETREFFENDE DE SAMENWERKING IN DE WERKSTRUCTUUR VAN HET SRN GENTSE KANAALZONE
Artikel 1: - De afsprakennota betreffende de samenwerking en de werkstructuur van het SRN Gentse Kanaalzone voor de periode 2020-2025 wordt goedgekeurd.
Artikel 2: - Afschrift van dit besluit zal worden overgemaakt aan het Projectbureau Gentse Kanaalzone.
PUNT 17 – GOEDKEUREN OVEREENKOMST MET BPOST VOOR HET VERSTUREN VAN POSTPAKETTEN
Enig artikel: - Het contract “pakketten” met bpost, Muntcentrum, 0000 Xxxxxxx wordt goedgekeurd.
PUNT 18 – GOEDKEUREN ABONNEMENT OP BIEBLO VAN VZW CULTUURCONNECT
Enig Artikel: - De overeenkomst met vzw Cultuurconnect betreffende het abonnement op Bieblo voor de openbare bibliotheek wordt goedgekeurd.
PUNT 19 – GOEDKEUREN VAN HET REGLEMENT INZAKE TENTOONSTELLINGEN IN DE BIBLIOTHEEK
Enig artikel: - Het hierna vermelde reglement inzake tentoonstellingen in de openbare bibliotheek van Zelzate wordt goedgekeurd:
Reglement inzake tentoonstellingen in de openbare bibliotheek van Zelzate Vastgesteld in de gemeenteraad van 30 december 2019
Artikel 1: De openbare bibliotheek van Zelzate is een tentoonstellingsruimte die ter beschikking staat van lokale kunstenaars. Het publiek zijn de reguliere bezoekers en de tentoonstelling is te bezichtigen tijdens de openingsuren van de bibliotheek
Artikel 2: De periode van tentoonstellen is minstens 1 maand. De eindtermijn wordt afgesproken met de bibliothecaris.
Artikel 3: Een vernissage of finissage met receptie kan in samenspraak met de kunstenaar(s) georganiseerd worden. Deze receptie wordt door de kunstenaar bekostigd.
Artikel 4: In de ABA-polis van de gemeente is schade aan de kunstwerken niet verzekerd. Indien de kunstenaar zijn tentoongestelde werken wenst te verzekeren, dient hij hier zelf het nodige voor te doen.
Artikel 5: Het college kan na advies van de bibliothecaris/de beheerraad van de bibliotheek kunstenaars weigeren.
Artikel 6: De kunstenaar is verantwoordelijk voor de logistiek, het plaatsen of ophangen van de werken. De infrastructuur van de bibliotheek mag niet worden beschadigd. Is er toch schade, dan moet die worden hersteld op kosten van de kunstenaar.
Artikel 7: De tentoongestelde werken kunnen niet te koop worden aangeboden in de openbare bibliotheek. Er mogen bijgevolg geen prijzen op de tentoongestelde werken worden aangebracht of werken worden verkocht in de openbare bibliotheek.
Artikel 8: De kunstenaar voorziet de nodige info over de getoonde werken.
PUNT 20 – GOEDKEUREN ERFDIENSTBAARHEDEN VAN OVERHANG, OVERGANG EN BOUW- EN PLANTVERBOD TEN VOORDELE VAN EDF LUMINUS VOOR DE OVERDRAAI VAN DE WIEKEN VAN EEN VAN DE WINDTURBINES DIE ZE WENSEN TE BOUWEN EN EXPLOITEREN
Dit punt werd van de agenda gehaald.
PUNT 21 - GOEDKEUREN VAN DE VERLENGING VAN DE PROJECTVERENIGING COMEET VOOR DE BELEIDSPERIODE 2020-2025 EN GOEDKEUREN VAN DE AANGEPASTE STATUTEN VAN COMEET
Artikel 1: De gemeenteraad gaat akkoord met een verlenging van de projectvereniging COMEET (inclusief de werking van de Erfgoedcel Meetjesland) voor de termijn van 6 jaar (van 1 januari 2020 tem. 31 december 2025) en keurt het verlengingsdossier goed.
Artikel 2: - De gemeenteraad gaat akkoord met een instap in de decreten Bovenlokale Cultuurwerking en Cultureel Erfgoed via COMEET, ten einde aanspraak te kunnen maken op de hieraan verbonden Vlaamse subsidiëring.
Artikel 3: - De gemeenteraad gaat akkoord om hiertoe een jaarlijks bedrag a rato van 0,7 euro per inw. te voorzien op de meerjarenbegroting en dit vanaf 2020 (met jaarlijkse indexering).
Artikel 4: - De gemeenteraad hecht goedkeuring aan de aangepaste statuten zoals gevoegd in bijlage.
PUNT 22 – VERKIEZING VAN DE VERTEGENWOORDIGING VAN DE GEMEENTE ZELZATE IN DE RAAD VAN BESTUUR VAN CULTUUROVERLEG MEETJESLAND (COMEET)
Artikel 1: - Neemt kennis van het ontslag van de xxxx Xxxxxx Xxxx als raadgevend lid in de raad van bestuur van projectvereniging voor cultuuroverleg Meetjesland COMEET.
Artikel 2: - De xxxx Xxx Xxxxxxx gemeenteraadslid uit de oppositie, wordt aangeduid als raadgevend lid in de raad van bestuur van COMEET.
PUNT 23 - OVERNAME XXXXXXX TREKWEG (VERKAVELING BOSTOEN)
Artikel 1: - Er wordt ingestemd met de eigendomsoverdracht van voormelde wegenis in het gemeentelijk wegennet.
Artikel 2: - Deze overdracht geschiedt om reden van openbaar nut; de afstand geschiedt zonder beding van prijs wegens het voordeel dat de afstand aan de afstanddoende partij biedt.
Artikel 3: - De akte betreffende kostenloze overname wegenis Trekweg zoals opgemaakt door notariskantoor Xxxxx Xxxxxxxx – Xxxxx X’Xxxxxxx, geassocieerde notarissen, Onteigeningsstraat 3 te 0000 Xxxxxxx en gevoegd in bijlage bij dit besluit wordt goedgekeurd.
Artikel 4: - De gemeenteraad geeft opdracht aan de vertegenwoordigers, algemeen directeur Xxx Xxxxxxxx en de voorzitter van de gemeenteraad Xxxx Xxxxxxxx, om krachtens artikel 61 par. 1 van de programmawet van 6 juli 1989 de hierboven vermelde akte te ondertekenen bij notariskantoor Xxxxx Xxxxxxxx
– Xxxxx X’Xxxxxxx, geassocieerde notarissen, Onteigeningsstraat 3 te 0000 Xxxxxxx. Alle kosten verbonden aan deze akte zijn ten laste van de afstanddoende partij.
PUNT 24 – DEFINITIEVE BESLISSING INZAKE STRAATNAAM VOOR DE VERKAVELING TEN ZUIDEN VAN DE WONINGEN XXXXXXXXXXX 00 T.E.M. 65A, MET INBEGRIP VAN DE WONINGEN GROENSTRAAT 61 T.E.M. 65A.
Artikel 1: - De weg die wordt aangelegd bij het ontsluiten van de nieuwe verkaveling ten zuiden van de woningen Xxxxxxxxxxx 00 t.e.m. 65a, met inbegrip van de woningen Xxxxxxxxxxx 00 t.e.m. 65a. naar de Groenstraat krijgt de naam “SPOORWEGSTRAAT”.
Artikel 2: - Een afschrift van deze beslissing wordt bezorgd aan de bevoegde diensten (vb. BPost, AAPD, Kadaster), Brandweer, Politie, Rijksregister en nutsmaatschappijen.
PUNT 25 – GEVEN VAN GUNSTIG ADVIES VOOR HET GEBRUIK DOOR IDM VAN TIJDELIJKE ‘VERPLAATSBARE’ VASTE CAMERA’S OP EEN NIET-BESLOTEN PLAATS IN DE GEMEENTE INZAKE SLUIKSTORTEN EN ZWERFVUIL EN GOEDKEUREN REGLEMENT EN SAMENWERKINGSPROTOCOL
Artikel 1: - De gemeenteraad adviseert de plaatsing en het gebruik van tijdelijke ‘verplaatsbare’ vaste bewakingscamera’s op een niet-besloten plaats op het grondgebied van door de opdrachthoudende intergemeentelijke vereniging “Intercommunale voor Huisvuilverwerking en Milieuzorg DURME – MOERVAART” afgekort “IDM” positief.
De uitvoeringstijd voor de plaatsing en het gebruik van tijdelijke ‘verplaatsbare’ vaste wordt beperkt tot een totale duur van 3 jaar. Dit positief advies kan worden hernieuwd op gemotiveerd verzoek van IDM bij het verstrijken van deze geldigheidsduur.
Artikel 2: - Goedkeuring wordt gehecht aan het reglement en samenwerkingsprotocol over het gebruik van de tijdelijke ‘verplaatsbare’ vaste camera’s op een niet-besloten plaats.
Artikel 3: - IDM treedt inzake de camerabewaking op als verwerkingsverantwoordelijke. De opnames zullen retroactief bekeken worden teneinde vaststellingen te maken en bewijslast op te bouwen van inbreuken op het algemeen politiereglement met betrekking tot sluikstorten en zwerfvuil van toepassing op het grondgebied van de gemeente. Uitsluitend bij vaststelling van een inbreuk op een bepaling zoals omschreven binnen het toepasselijke algemeen politiereglement, vastgelegd door een camera en in geval van bruikbaar beeldmateriaal, kan verdere actie ondernomen worden.
In geval op beelden aanwijzingen zijn van misdrijven, andere dan inbreuken op de relevante bepalingen van het algemeen politiereglement, worden de beelden onverwijld en zonder meer overgemaakt aan de politie voor verdere opvolging door de politiediensten.
Artikel 4: Een afschrift van deze beslissing wordt opgestuurd naar de politiezone Puyenbroeck, Dekenijstraat 3 te 9080 Lochristi en Intercommunale Durme-Moervaart (IDM), Xxxxxxxx 00, 0000 Xxxxxxx.
XXXX 00 - XXXXXXXXXXXXXX/XXXXXXXXXXXX
Volgende stukken worden ter kennisgeving aan de gemeenteraad voorgelegd:
− Overlijdensbericht
− Brief van IDM dd. 30 oktober 2019 betreffende raamovereenkomst voor het opruimen van asbest op openbaar domein in het werkingsgebied van IDM
− Brief van de federale dienst gouverneur dd. 6 november 2019 betreffende goedkeuring aan het gemeenteraadsbesluit van 21 oktober 2019 houdende de goedkeuring aan de dotatie voor de hulpverleningszone Centrum
− Brief van de federale overheidsdienst financiën dd. 11 december 2019 betreffende de impact uitgaande van de Taks shift voor de periode 2016- 2021
− FINEG - halfjaarrapport van 2018 en 1ste semester 2019
− Xxxxxxx XX – verslag van de buitengewone algemene vergadering van 10 december 2019
− IDM – verslag van de raad van bestuur van 25 september 2019
− IDM – verslag van de buitengewone algemene vergadering van 23 oktober 2019
− IDM – verslag van de raad van bestuur van 23 oktober 2019
− IDM – verslag van de raad van bestuur van 27 november 2019
− IGS Westlede – verslag van de algemene vergadering van 3 december 2019
− Veneco – verslag en beknopt overzicht beslissingen van 24 oktober 2019
PUNT II GEHEIME ZITTING
PUNT 01 – GOEDKEUREN VAN DE NOTULEN VAN DE GEHEIME ZITTING VAN 25 NOVEMBER 2019
PUNT 02 – BENOEMING VAN DE LEDEN VAN DE GEMEENTELIJKE COMMISSIE RUIMTELIJKE ORDENING (GECORO)
Hoogachtend
De algemeen directeur, De voorzitter,
Xxx Xxxxxxxx Xxxx Xxxxxxxx