INHOUDSOPGAVE
Prepensioenspaarreglement
Stichting Pensioenfonds DSM Nederland
Uitgave 1 januari 2020
INHOUDSOPGAVE
Overgangsbepaling: premiegarantie 7
JAARLIJKS OVERZICHT PPS-SALDO 7
OVERLIJDEN VÓÓR DE PPS-DATUM 12
Beëindiging dienstverband vóór de PPS-datum 13
VOORWAARDELIJKE TOESLAGVERLENING PPS-UITKERING 14
VERMINDEREN VAN PPS-UITKERINGEN 15
UITRUIL EN WAARDEOVERDRACHT 17
TOEKENNING EN UITBETALING PPS-UITKERING 18
HOOFDSTUK 3 – OVERIGE BEPALINGEN 19
HOOFDSTUK 4 - XXXXXXXXXXXXXXXXXXX 0000 00
XXXXXXXXXXXXXXXXXXX XXX XXXXXXX B.V 21
OVERGANGSBEPALINGEN DSM GIST SERVICES B.V 21
OVERGANGSBEPALINGEN DSM RESINS B.V 21
OVERGANGSBEPALINGEN DSM ENGINEERING PLASTICS EMMEN B.V 22
OVERGANGSBEPALINGEN DSM PHARMA CHEMICALS VENLO B.V 22
OVERGANGSBEPALINGEN DSM SPECIAL PRODUCTS ROTTERDAM B.V 22
OVERGANGSBEPALINGEN DSM COATING RESINS B.V 22
Prepensioenspaarreglement Pensioenfonds DSM Nederland | uitgave 1 januari 2020 |Kemerk 000294 2
HOOFDSTUK 1 - ALGEMEEN
In dit reglement wordt verstaan onder:
AOW-leeftijd | de leeftijd als bedoeld in artikel 7a van de Algemene Ouderdomswet. |
Beleidsdekkingsgraad | de beleidsdekkingsgraad zoals bedoeld in artikel 133a Pensioenwet. |
Bestuur | het Bestuur van het Fonds. |
Deelnemer | de Werknemer die krachtens het bepaalde in artikel 2 van dit reglement deelneemt aan de PPS-regeling. |
Fonds | de te Heerlen gevestigde "Stichting Pensioenfonds DSM Nederland". |
Gewezen Deelnemer | degene van wie het deelnemerschap met inachtneming van artikel 2.4, anders dan door overlijden of pensionering, is beëindigd en die aanspraken aan het pensioenreglement kan ontlenen, maar door wie geen prepensioen meer wordt verworven. |
Pensioengerechtigde | degene aan wie een PPS-uitkering wordt uitgekeerd. |
Pensioenreglement | “Pensioenreglement Stichting Pensioenfonds DSM Nederland”. |
PPS-combinatie | de door de Deelnemer vast te stellen combinatie van PPS- datum en uitkeringshoogte van de PPS-uitkering. |
PPS-datum | de datum gelegen drie jaar voor de datum waarop de (Gewezen) Deelnemer de AOW-leeftijd bereikt. |
PPS-regeling | de Prepensioenspaarregeling als neergelegd in dit reglement. |
PPS-rendement | Het totaalrendement behaald over de som van de beleggingen welke zijn gerelateerd aan het gezamenlijke bedrag van de PPS-saldi van alle (Gewezen) Deelnemers, na aftrek van de vermogensbeheer- en de transactiekosten zoals deze gelden voor de PPS-regeling. Het PPS-rendement wordt vastgesteld door het bestuur als percentage op één decimaal nauwkeurig. |
PPS-saldo | het ten behoeve van de Deelnemer door het Fonds bijgehouden bedrag, bestaande uit de door de Deelnemer krachtens dit reglement betaalde bijdragen, vermeerderd met het daarover door het Fonds bijschreven rendement. |
Vakorganisaties | de vakorganisaties zoals bedoeld in artikel 20 lid 1 van de statuten van het Fonds. |
Prepensioenspaarreglement Pensioenfonds DSM Nederland | uitgave 1 januari 2020 |Kemerk 000294 3
Werkgever | DSM Nederland B.V., gevestigd te Heerlen en de daaraan gelieerde ondernemingen zoals genoemd in Bijlage 1 bij dit reglement. |
Werknemer | degene die krachtens een arbeidsovereenkomst in dienstbetrekking staat tot de Werkgever. |
Prepensioenspaarreglement Pensioenfonds DSM Nederland | uitgave 1 januari 2020 |Kemerk 000294 4
Deelnemers
Alle werknemers zijn Deelnemer aan de PPS-regeling, behoudens het bepaalde in artikel 2.2. Voor werknemers geboren op of na 1 januari 1950 geldt dat zij vanaf 1 januari 2006 uitgesloten zijn van deelname aan de PPS-regeling.
Afstandsverklaring
Van werknemers die op 31 december 1993 reeds in dienst waren bij de Werkgever, dient de afstandsverklaring uiterlijk op 1 juli 1994 door het Fonds te zijn ontvangen.
Van werknemers die na de inwerkingtreding van de PPS-regeling in dienst komen van de Werkgever dient de afstandsverklaring binnen 2 maanden na aanvang van de arbeidsovereenkomst door het Fonds te zijn ontvangen.
De afstandsverklaring kan slechts worden gedaan op een hiertoe door het Fonds vastgesteld en uitgereikt formulier.
Aanvang en einde deelnemerschap
Het deelnemerschap vangt aan op de eerste dag van de maand waarin het dienstverband met de Werkgever is aangevangen, maar niet eerder dan 1 januari 1994.
a) op de (vervroegde) PPS-datum;
b) bij beëindiging van het dienstverband met de Werkgever, tenzij het Bestuur in verband met bijzondere omstandigheden op voorstel van de Werkgever voortzetting van het deelnemerschap toestaat;
d) op de datum van overlijden van de Deelnemer;
e) voor de Deelnemer die is geboren op of na 1 januari 1950, op 31 december 2005.
Prepensioenspaarreglement Pensioenfonds DSM Nederland | uitgave 1 januari 2020 |Kemerk 000294 5
HOOFDSTUK 2 – PREPENSIOEN
De PPS-regeling voorziet in de opbouw ten behoeve van de Deelnemer van een PPS-saldo waarmee de Deelnemer een PPS-uitkering kan financieren die met inachtneming van het bepaalde in artikel 11 ingaat op de PPS-datum.
Hiertoe wordt door het Fonds voor iedere Deelnemer een individueel PPS-saldo aangehouden, dat wordt gevoed door bijdragen van de Deelnemer en door het daarover behaalde rendement. Een en ander zoals beschreven in de overige artikelen van de PPS-regeling.
Hierbij is sprake van een premieovereenkomst als bedoeld in artikel 10 Pensioenwet.
Prepensioenspaarreglement Pensioenfonds DSM Nederland | uitgave 1 januari 2020 |Kemerk 000294 6
De PPS-regeling is ondergebracht bij het Fonds.
[Vervallen per 1 september 2015]
[Vervallen per 1 september 2015]
OVERGANGSBEPALING: PREMIEGARANTIE
[Vervallen per 1 september 2015]
Het PPS-saldo van iedere (Gewezen) Deelnemer, wordt maandelijks aangepast met het PPS- rendement.
[Vervallen per 1 september 2015]
[Vervallen per 1 september 2015]
Prepensioenspaarreglement Pensioenfonds DSM Nederland | uitgave 1 januari 2020 |Kemerk 000294 7
Berekening
Op de PPS-datum wordt het PPS-saldo van de (Gewezen) Deelnemer aangewend voor een direct ingaande PPS-uitkering op basis van aanwendingsfactoren die gebaseerd zijn op de fondsgrondslagen zoals opgenomen in Bijlage 2. De aanwendingsfactoren worden periodiek geactualiseerd.
De PPS-uitkering gaat in:
De PPS-uitkering eindigt:
a) op de laatste dag van de maand waarin de Gewezen Deelnemer eerder dan de AOW- leeftijd overlijdt; of
b) uiterlijk op de dag waarop de (Gewezen) Deelnemer de AOW-leeftijd bereikt.
Vervroeging
Voor zover de PPS-uitkering (gedeeltelijk) in gaat vóór het bereiken van de leeftijd die vijf jaar lager is dan de voor de betreffende (Gewezen) Deelnemer geldende AOW-leeftijd, is vervroeging zoals bedoeld in artikel 11.4 uitsluitend mogelijk als de (Gewezen) Deelnemer aan het Fonds een schriftelijke verklaring overlegt waaruit blijkt dat de (Gewezen) Deelnemer met ingang van de dag waarop de PPS-uitkering ingaat geen (of evenredig minder) betaalde werkzaamheden meer verricht.
Een verzoek om vervroeging wordt uitsluitend in behandeling genomen indien het verzoek is ingediend bij het Bestuur ten minste drie maanden, maar niet eerder dan zes maanden vóór de gewenste datum waarop de vervroegde PPS-uitkering dient in te gaan.
Uitstel
a) de ingangsdatum van het ouderdomspensioen zoals neergelegd in het Pensioenreglement indien het ouderdomspensioen eerder ingaat dan de dag vóór het bereiken van de fiscaal maximaal toelaatbare prepensioenleeftijd (thans de 65-jarige leeftijd); of
b) de dag vóór het bereiken van de fiscaal maximaal toelaatbare prepensioenleeftijd (thans de 65-jarige leeftijd);
Prepensioenspaarreglement Pensioenfonds DSM Nederland | uitgave 1 januari 2020 |Kemerk 000294 8
waarbij geldt dat de PPS-uitkering bij uitstel wordt vastgesteld op basis van aanwendingsfactoren die gebaseerd zijn op de fondsgrondslagen zoals opgenomen in Bijlage
2. De aanwendingsfactoren worden periodiek geactualiseerd.
Prepensioenspaarreglement Pensioenfonds DSM Nederland | uitgave 1 januari 2020 |Kemerk 000294 9
De (Gewezen) Deelnemer moet, indien hij gebruik maakt van de mogelijkheid tot uitstel zoals bedoeld in artikel 11.7, aan het Fonds een schriftelijke verklaring overleggen waaruit blijkt dat hij na de dag waarop hij de PPS-datum bereikt nog steeds in dezelfde mate inkomen uit tegenwoordige arbeid geniet.
Op het moment dat gedurende de uitstelperiode de (Gewezen) Deelnemer geen of minder inkomen uit tegenwoordige arbeid geniet, moet het PPS-saldo naar rato van de vermindering van het inkomen uit tegenwoordige arbeid aangewend worden voor een PPS-uitkering. De (Gewezen) Deelnemer moet het pensioenfonds onverwijld informeren indien hij geen of minder inkomen uit tegenwoordige arbeid geniet.
Indien een (Gewezen) Deelnemer kiest voor uitstel als bedoeld in artikel 11.7 en de aanwending van het PPS-saldo wordt uitgesteld tot de ingangsdatum van het ouderdomspensioen als bedoeld in het Pensioenreglement of tot de dag vóór het bereiken van de fiscaal maximaal toelaatbare prepensioenleeftijd (thans de 65-jarige leeftijd), dan wordt het PPS-saldo bij het bereiken van de dag vóór het bereiken van de fiscaal maximaal toelaatbare prepensioenleeftijd (thans de 65-jarige leeftijd) of zoveel eerder als het ouderdomspensioen als bedoeld in het Pensioenreglement ingaat, aangewend voor een verhoging van de pensioenaanspraken conform het Pensioenreglement op basis van aanwendingsfactoren die gebaseerd zijn op de fondsgrondslagen zoals opgenomen in Bijlage 2. De aanwendingsfactoren worden periodiek geactualiseerd.
In afwijking van het bepaalde in artikel 11.10 is uitstel tot de dag vóór het bereiken van de fiscaal maximaal toelaatbare prepensioenleeftijd (thans de 65-jarige leeftijd) niet mogelijk, voor zover de (Gewezen) Deelnemer geen pensioenaanspraken meer heeft overeenkomstig het Pensioenreglement als gevolg van waardeoverdracht of afkoop. In dat geval wordt de aanwending van het PPS-saldo uitgesteld tot het moment waarop de uitgestelde PPS-uitkering 100% van het pensioengevend loon bedraagt als bedoeld in artikel 38a lid 3 Wet op de Loonbelasting 1964 (tekst 2004).
Een verzoek om uitstel wordt uitsluitend in behandeling genomen indien het verzoek is ingediend bij het Bestuur ten minste drie maanden, maar niet eerder dan zes maanden vóór de PPS-datum.
Deeltijdpensioen
De (Gewezen) Deelnemer heeft het recht om met deeltijdpensioen te gaan, indien de normale werktijd gelijktijdig evenredig wordt verminderd. Hiervoor wordt een evenredig deel van het PPS-saldo aangewend.
De keuze van de (Gewezen) Deelnemer om met deeltijdpensioen te gaan is eenmalig en kan niet door de Deelnemer of de Werkgever worden herroepen. Het deeltijdpensioen kan niet eerder ingaan dan op de 60-jarige leeftijd van de Deelnemer. Een verzoek om deeltijdpensioen wordt uitsluitend in behandeling genomen indien het verzoek ten minste drie maanden, maar niet eerder dan zes maanden voorafgaand aan de gewenste ingang van het deeltijdpensioen is ingediend bij het Fonds.
Prepensioenspaarreglement Pensioenfonds DSM Nederland | uitgave 1 januari 2020 |Kemerk 000294 10
Bij beëindiging van het dienstverband tussen een (Gewezen) Deelnemer en de Werkgever omdat de (Gewezen) Deelnemer geheel of gedeeltelijk arbeidsongeschikt is in de zin van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA), kan de (Gewezen) Deelnemer bij einde dienstverband kiezen één van de volgende twee bepalingen van toepassing te laten zijn:
a) De arbeidsongeschikte Gewezen Deelnemer behoudt aanspraak op het PPS-saldo dat op de datum van aanvang van de WIA-uitkering reeds door de Deelnemer was gespaard. De artikelen 8, 11 en 13 blijven op dat PPS-saldo van toepassing.
b) Het PPS-saldo dat de arbeidsongeschikte Gewezen Deelnemer op de datum van beëindiging van het dienstverband reeds heeft gespaard, wordt aangewend voor een direct ingaand arbeidsongeschiktheidspensioen. De aanwending van het PPS-saldo vindt plaats op basis van aanwendingsfactoren die gebaseerd zijn op de fondsgrondslagen zoals opgenomen in Bijlage 2. De aanwendingsfactoren worden periodiek geactualiseerd. Het arbeidsongeschiktheidspensioen eindigt op de eerste van de volgende data:
i. op de laatste dag van de maand waarin geen recht meer bestaat op een uitkering ingevolge de WIA;
ii. op de laatste dag van de maand waarin de betrokkene vóór het bereiken van de AOW-leeftijd overlijdt;
iii. op de dag dat het ouderdomspensioen, zoals bedoeld in Pensioenreglement van het Fonds, tot uitkering komt, voor zover het ouderdomspensioen eerder dan de AOW-leeftijd tot uitkering komt; of
iv. uiterlijk op de dag dat de betrokkene de AOW-leeftijd bereikt.
Indien ingevolge het bepaalde in artikel 2.4.c) het deelnemerschap gedeeltelijk eindigt als gevolg van gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid, is terzake het hiervoor onder punt a bepaalde van overeenkomstige toepassing.
Prepensioenspaarreglement Pensioenfonds DSM Nederland | uitgave 1 januari 2020 |Kemerk 000294 11
Bij overlijden van een (Gewezen) Deelnemer vóórdat de PPS-uitkering zoals bedoeld in artikel
11 is ingegaan, wordt het PPS-saldo aangewend ten behoeve van een toeslag op het partnerpensioen ingevolge het Pensioenreglement van het Fonds, indien en voor zover dit naar fiscale maatstaven, dit ter uitsluitende beoordeling van het Fonds, is toegestaan. De aanwending van het PPS-saldo vindt plaats op basis van aanwendingsfactoren gebaseerd op de fondsgrondslagen zoals opgenomen in Bijlage 2. De aanwendingsfactoren worden periodiek geactualiseerd.
Het gedeelte van het PPS-saldo dat niet conform het artikel 13.1 kan worden aangewend ten behoeve van een toeslag op partnerpensioen, valt vrij in de middelen van het Fonds.
Prepensioenspaarreglement Pensioenfonds DSM Nederland | uitgave 1 januari 2020 |Kemerk 000294 12
BEËINDIGING DIENSTVERBAND VÓÓR DE PPS-DATUM
Behoud PPS-saldo
Rendement
De artikelen 8, 11 en 13 blijven op het in artikel 14.1 bedoelde PPS-saldo van toepassing.
Informatieverstrekking bij beëindiging dienstverband
De Gewezen Deelnemer ontvangt een bewijs van het bij beëindiging van het dienstverband opgebouwde PPS-saldo. Het bepaalde in artikel 39 van de Pensioenwet zal bij verzoeken om een opgave van het opgebouwde PPS-saldo van de Gewezen Deelnemer in acht worden genomen.
Prepensioenspaarreglement Pensioenfonds DSM Nederland | uitgave 1 januari 2020 |Kemerk 000294 13
VOORWAARDELIJKE TOESLAGVERLENING PPS-UITKERING
Toeslagambitie
Op de ingegane PPS-uitkering en het arbeidsongeschiktheidspensioen zoals bedoeld in artikel
12 kan jaarlijks een toeslag worden verleend van maximaal de stijging van de consumentenprijsindex (CPI-Alle Bestedingen-afgeleid), zoals vastgesteld door het CBS. Bij de vaststelling van deze toeslag gaat het Bestuur uit van het percentage waarmee de consumentenprijsindex in de laatst verstreken maand oktober is gestegen ten opzichte van het percentage in de maand oktober in het voorafgaande jaar. Het Bestuur beslist evenwel jaarlijks in hoeverre ingegane PPS-uitkering worden aangepast.
Financiering
Voor deze voorwaardelijke toeslagverlening is geen reserve gevormd en wordt geen premie betaald. De toeslagverlening wordt uit het beleggingsrendement gefinancierd.
Toekennen toeslagverlening
Het Bestuur besluit alleen dan tot het verlenen van een toeslag indien en voor zover de financiële middelen dat naar het oordeel van het Bestuur toelaten. Toeslagverlening vindt jaarlijks op en met ingang van 1 januari plaats op basis van het volgende beleid:
In de situatie dat:
a) de Beleidsdekkingsgraad van het Fonds lager is dan 110%, verleent het Bestuur geen toeslag;
b) de Beleidsdekkingsgraad van het Fonds hoger is dan 110% kan het Fonds een toeslag zoals bedoeld in artikel 15.1 verlenen in de mate dat dit is toegestaan met inachtneming van het bepaalde in artikel 15 van het Besluit Financieel toetsingskader pensioenfondsen.
Bepalend is de Beleidsdekkingsgraad per 31 december direct voorafgaande aan de eerste januari waarop de toeslagverlening plaatsvindt.
Wijzigen toeslagbeleid
Het Bestuur behoudt zich het recht voor om het toeslagbeleid of onderdelen van het toeslagbeleid als vastgelegd in de bepalingen van dit artikel aan te passen, in overeenstemming met de in de statuten omschreven formele vereisten terzake van reglementswijzigingen. Toekomstige wijzigingen in dit artikel zijn bindend voor alle Deelnemers, Gewezen Deelnemers en Pensioengerechtigden van het Fonds.
Prepensioenspaarreglement Pensioenfonds DSM Nederland | uitgave 1 januari 2020 |Kemerk 000294 14
VERMINDEREN VAN PPS-UITKERINGEN
Het Fonds kan besluiten de PPS-uitkeringen te verminderen indien:
• het Fonds vijf achtereenvolgende jaren niet voldoet aan de bij of krachtens artikel 131 Pensioenwet gestelde eisen ten aanzien van het minimaal vereist eigen vermogen dan wel binnen zeven jaar niet in staat is te voldoen aan de bij of krachtens artikel 132 Pensioenwet gestelde eisen ten aanzien van het vereist eigenvermogen zonder dat de belangen van de (Gewezen) Deelnemers, Pensioengerechtigden, andere aanspraakgerechtigden of de werkgever onevenredig worden geschaad; en
• alle overige beschikbare sturingsmiddelen, met uitzondering van het beleggingsbeleid, zijn ingezet in het Herstelplan
De in het artikel 16.1 bedoelde vermindering van PPS-uitkeringen zal plaatsvinden in de vorm van een gelijke procentuele korting voor iedere Pensioengerechtigde.
Indien de Beleidsdekkingsgraad van het Fonds vijf achtereenvolgende jaren ligt onder het niveau zoals bedoeld in artikel 131 Pensioenwet, zal het Fonds de PPS-uitkeringen verminderen om te voldoen aan het minimaal vereist eigen vermogen zoals bedoeld in artikel 131 Pensioenwet. De hierbij benodigde vermindering zal uitgespreid worden over een periode van maximaal vijf jaar waarbij een vermindering ten minste 1% per jaar bedraagt en het fonds streeft naar een vermindering van minimaal 1% en maximaal 3% per jaar.
Indien de Beleidsdekkingsgraad van het Fonds onder het niveau zoals bedoeld in artikel 132 Pensioenwet ligt en het Fonds kan op basis van het Herstelplan niet binnen zeven jaar aan artikel 132 Pensioenwet voldoen, zal het Fonds de PPS-uitkeringen tijdsevenredig verminderen met de conform het Herstelplan benodigde vermindering.
Ingeval het Fonds besluit tot een vermindering zoals bedoeld in de artikelen 16.3 en 16.4 van de PPS-uitkeringen informeert het Fonds Pensioengerechtigden, Vakorganisaties en de Werkgever schriftelijk over het besluit tot de vermindering van de PPS-uitkeringen.
De vermindering zoals bedoeld in dit artikel kan op zijn vroegst worden gerealiseerd drie maanden nadat de Pensioengerechtigden, Vakorganisaties, de Werkgever en toezichthouder hierover geïnformeerd zijn.
Prepensioenspaarreglement Pensioenfonds DSM Nederland | uitgave 1 januari 2020 |Kemerk 000294 15
Het Bestuur kan inhaaltoeslagen verlenen om in het verleden niet toegekende toeslagen zoals bedoeld in artikel 15 of een in het verleden doorgevoerde vermindering van pensioenaanspraken en pensioenrechten zoals bedoeld in artikel 16 te compenseren, indien:
• dit geen gevolgen heeft voor de toeslagverlening in de toekomst zoals bedoeld in artikel 15; en
• de Beleidsdekkingsgraad ten minste het niveau van het vereist eigen vermogen zoals bedoeld in artikel 132 Pensioenwet behoudt.
Voor inhaaltoeslagverlening wordt ten hoogste een vijfde van het vermogen dat voor inhaaltoeslagverlening beschikbaar is gebruikt.
Inhaaltoeslag zoals bedoeld in artikel 17.1 wordt alleen verleend aan een Pensioengerechtigde voor zover aan de Pensioengerechtigde in het verleden geen of minder toeslag zoals bedoeld in artikel 15 is verleend dan wel dat zijn PPS-uitkering daadwerkelijk is verminderd zoals bedoeld in artikel 16.
De aan een Pensioengerechtigde te verlenen inhaaltoeslag zoals bedoeld in artikel 17.1wordt uitgedrukt in een percentage van de in het verleden niet toegekende toeslagen en de doorgevoerde verminderingen. Het percentage zoals bedoeld in de vorige volzin wordt vastgesteld door op de datum van toekenning van de inhaaltoeslag het voor inhaaltoeslagverlening beschikbare vermogen zoals bedoeld in artikel 17.1 te delen door de waarde van de in het verleden niet-verleende toeslagen en de waarde van de doorgevoerde verminderingen. Het percentage als bedoeld in de vorige volzin bedraagt nooit meer dan 100%.
Inhaaltoeslagen hebben effect op pensioenrechten per de datum waarop inhaaltoeslag verleend wordt. Inhaaltoeslagen worden niet met terugwerkende kracht nabetaald.
Het Bestuur behoudt zich het recht voor om het inhaaltoeslagbeleid of onderdelen van het inhaaltoeslagbeleid als vastgelegd in dit artikel aan te passen, in overeenstemming met de in de statuten omschreven formele vereisten terzake van reglementswijzigingen. Toekomstige wijzigingen in dit artikel zijn bindend voor alle Deelnemers, Gewezen Deelnemers en Pensioengerechtigden van het Fonds.
Prepensioenspaarreglement Pensioenfonds DSM Nederland | uitgave 1 januari 2020 |Kemerk 000294 16
Uitruil
Het Bestuur is bevoegd, op verzoek van de (Gewezen) Deelnemer, (een deel van) het PPS- saldo van de (Gewezen) Deelnemer op de PPS-datum, de datum waarop een uitgestelde PPS- uitkering overeenkomstig artikel 11.7 ingaat of op een door het Fonds aangegeven eerder gelegen datum aan te wenden voor een verhoging van de pensioenaanspraken krachtens het Pensioenreglement van het Fonds. Uitruil van het PPS-saldo als bedoeld in dit artikel is alleen mogelijk voor zover de Gewezen Deelnemer, (gewezen) deelnemer is aan de pensioenregeling van het fonds zoals neergelegd in het Pensioenreglement. De (gedeeltelijke) uitruil van het PPS-saldo vindt plaats op basis van aanwendingsfactoren gebaseerd op de fondsgrondslagen zoals opgenomen in Bijlage 2. De aanwendingsfactoren worden periodiek geactualiseerd. Uitruil is slechts mogelijk voor zover wordt voldaan aan de bij of krachtens de Pensioenwet gestelde eisen.
Op verzoek van het Fonds moet de (Gewezen) Deelnemer, indien hij gebruik maakt van de mogelijkheid tot uitruil zoals bedoeld in artikel 18.1, een schriftelijke verklaring overleggen waaruit blijkt dat hij na de dag waarop hij de PPS-datum bereikt nog steeds in dezelfde mate inkomen uit tegenwoordige arbeid geniet.
Waardeoverdracht
Het bij beëindiging van het dienstverband behouden PPS-saldo kan op verzoek van de Gewezen Deelnemer in het kader van een waardeoverdracht worden overgedragen naar een andere pensioenuitvoerder, indien wordt voldaan aan de hiertoe bij of krachtens de Pensioenwet gestelde eisen.
Prepensioenspaarreglement Pensioenfonds DSM Nederland | uitgave 1 januari 2020 |Kemerk 000294 17
TOEKENNING EN UITBETALING PPS-UITKERING
Toekenning van de PPS-uitkering geschiedt op schriftelijke aanvraag bij het Fonds. Degene aan wie een PPS-uitkering wordt toegekend, ontvangt hiervan een opgave.
Degene die een uitkering ontvangt, dient jaarlijks, vóór een door het Bestuur vast te stellen datum, een 'verklaring van in-leven-zijn' in te zenden. Bij nalatigheid wordt de uitkering opgeschort. In de gevallen waarin het Bestuur zich op andere wijze heeft overtuigd van het feit dat betrokkene nog in leven is, kan inzending achterwege blijven.
De uitbetaling van de PPS-uitkering geschiedt giraal in euro’s. De aan de betaling verbonden overmakingskosten kunnen op de uitkering in mindering worden gebracht. De betaling van de PPS-uitkeringen geschiedt in gelijke maandelijkse termijnen met betaalbaarstelling per ultimo maand.
Ten onrechte genoten uitkeringen moeten direct worden terugbetaald.
Prepensioenspaarreglement Pensioenfonds DSM Nederland | uitgave 1 januari 2020 |Kemerk 000294 18
HOOFDSTUK 3 – OVERIGE BEPALINGEN
Iedere Deelnemer ontvangt een exemplaar van de statuten van het Fonds en van dit reglement, alsmede van alle wijzigingen daarin. Voor overige belanghebbenden liggen de statuten en het PPS-reglement ter inzage bij het secretariaat van het Fonds.
Alle geschillen welke bij de uitvoering van dit PPS-reglement mochten ontstaan tussen het Fonds en degene die ingevolge dit reglement aanspraak heeft op een PPS-uitkering of daarop aanspraak meent te hebben, kunnen schriftelijk ter beslissing worden voorgelegd aan het Bestuur.
De uit deze regeling voortvloeiende aanspraken van een Deelnemer of Gewezen Deelnemer kunnen zonder toestemming van diens echtgenoot niet bij overeenkomst tussen die Deelnemer of Gewezen Deelnemer en het Fonds of de Werkgever worden verminderd anders dan bij afkoop zoals voorzien bij of krachtens de Pensioenwet, tenzij de echtgenoten het recht op pensioenverevening ingevolge de wet verevening pensioenrechten bij scheiding hebben uitgesloten. Elk beding strijdig met het bepaalde in dit lid is nietig.
De pensioenaanspraken ingevolge dit reglement kunnen niet worden afgekocht, vervreemd of prijsgegeven, dan wel formeel of feitelijk voorwerp van zekerheid worden, anders dan in de gevallen voorzien bij of krachtens de Pensioenwet.
In deze pensioenregeling kunnen niet méér pensioenaanspraken worden opgebouwd dan binnen het wettelijk kader van de Wet op de loonbelasting 1964 mogelijk is.
Indien komt vast te staan dat de pensioenregeling niet voldoet aan het bepaalde in de Wet op de loonbelasting 1964 zal de regeling onverwijld en met terugwerkende kracht conform artikel 19c Wet op de loonbelasting 1964 worden aangepast naar een krachtens deze wet aanvaardbaar niveau.
Prepensioenspaarreglement Pensioenfonds DSM Nederland | uitgave 1 januari 2020 |Kemerk 000294 19
Dit reglement is in werking getreden op 1 januari 1994. Dit reglement is laatstelijk gewijzigd op 18 decmeber 2019. Het gewijzigde reglement treedt in werking op 1 januari 2020. Dit reglement vervangt het reglement d.d. 1 januari 2019.
Prepensioenspaarreglement Pensioenfonds DSM Nederland | uitgave 1 januari 2020 |Kemerk 000294 20
XXXXXXXXX 0 - XXXXXXXXXXXXXXXXXXX 0000
XXXXXXXXXXXXXXXXXXX XXX XXXXXXX B.V.
[Vervallen per 1 september 2015]
Voor de deelnemer geboren op of na 1 januari 1950 van wie ingevolge het bepaalde in artikel
2.4.e) op 31 december 2005 het deelnemerschap eindigt, wordt, in afwijking van het bepaalde in artikel 14, lid 2, eerste volzin, op 31 december 2005, ook indien de deelnemer op die datum de leeftijd van 50 jaar niet heeft bereikt, het premievrije PPS-saldo bepaald door aan het door de deelnemer op 31 december 2005 opgebouwd PPS-saldo een eventuele aanvulling toe te voegen. Deze aanvulling houdt verband met de werkgeversgarantie als bedoeld in artikel 6, lid 6 [oud] resp. artikel 7, lid 1 [oud]. Deze aanvulling wordt vastgesteld door de contante waarde van deze werkgeversgarantie – op basis van de per 31 december 2005 geldende gegevens – te verminderen met de contante waarde van de verschuldigde PPS-premie. Dit betreft de PPS- premie die over het tijdvak van 1 januari 2006 tot het bereiken van de 62-jarige leeftijd door betrokkene betaald zou zijn op basis van de daarvoor opgestelde PPS-premietabel voor de PPS-combinatie van 75% van de PPS-inkomensgrondslag en een PPS-datum van 62 jaar. Voor degene op wie het bepaalde in artikel 7 [oud] van toepassing is, geldt hierbij een maximum van 4%.
De eventuele aanvulling van de werkgever – welke is vastgesteld op basis van het voorgaande
– wordt toegekend indien en voorzover de deelnemer gedurende het gehele deelnemerschap tot 31 december 2005 maandelijks de, volgens de daarvoor opgestelde PPS-premietabel voor de PPS-combinatie van 75% van de PPS-inkomensgrondslag en een PPS-datum van 62 jaar, verschuldigde PPS-premie volledig heeft afgedragen. Indien en voorzover de deelnemer van de in artikel 6, lid 7 [oud] geboden mogelijkheid gebruik heeft gemaakt is het vorenstaande van overeenkomstige toepassing indien en in de mate dat hij zijn PPS-saldo op 31 december 2005 heeft aangevuld.
OVERGANGSBEPALINGEN DSM GIST SERVICES B.V.
Het aan de deelnemers geboren op of na 1 januari 1950 die op 31 december 2005 deelnemer waren van Stichting Pensioenfonds Gist-Brocades op 1 januari 2007 op grond van het bepaalde in artikel 37 lid 5 onder b van het Pensioenreglement van het fonds toegekende PPS-saldo wordt geacht te zijn vastgesteld naar analogie van artikel 20 lid 2.
OVERGANGSBEPALINGEN DSM RESINS B.V.
Voor deelnemers geboren op of na 1 januari 1950 treedt dit reglement op 31 december 2005 in de plaats van het reglement vervroegde individuele pensioenregeling DSM Resins B.V. zoals dat laatstelijk voor die datum voor hen gold. Daarbij is artikel 20, lid 2 analoog van toepassing, met dien verstande dat bij de vaststelling van de aanvulling als daar bedoeld zal worden gehandeld alsof het reglement vervroegde individuele pensioenregeling DSM Resins B.V. zou hebben voorzien in een uitkering van 75% en alsof de daarbij behorende premiegarantie 4% zou hebben bedragen en
Prepensioenspaarreglement Pensioenfonds DSM Nederland | uitgave 1 januari 2020 |Kemerk 000294 21
voor het bepaalde in de beide laatste volzinnen van artikel 20, lid 2 moet worden uitgegaan van de mate waarin de Deelnemer de in het kader van het reglement vervroegde individuele pensioenregeling DSM Resins B.V. verschuldigde premie op 31 december 2005 heeft voldaan.
OVERGANGSBEPALINGEN DSM ENGINEERING PLASTICS EMMEN B.V.
Voor deelnemers geboren op of na 1 januari 1950 treedt dit reglement op 31 december 2005 in de plaats van het reglement prepensioenspaarregeling DSM Engineering Plastics Emmen B.V. zoals dat laatstelijk voor die datum voor hen gold. Daarbij is artikel 20, lid 2 analoog van toepassing.
OVERGANGSBEPALINGEN DSM PHARMA CHEMICALS VENLO B.V.
Voor deelnemers geboren op of na 1 januari 1950 treedt dit reglement op 31 december 2005 in de plaats van het reglement flexibele pensioneringsregeling DSM Pharma Chemicals Venlo
B.V. zoals dat laatstelijk voor die datum voor hen gold. Daarbij is artikel 20, lid 2 analoog van toepassing
OVERGANGSBEPALINGEN DSM SPECIAL PRODUCTS ROTTERDAM B.V.
Voor deelnemers geboren op of na 1 januari 1950 treedt dit reglement op 31 december 2005 in de plaats van het reglement Pre-pensioenspaarregeling DSM Special Products Rotterdam B.V. zoals dat laatstelijk voor die datum voor hen gold. Daarbij is artikel 20, lid 2 analoog van toepassing.
OVERGANGSBEPALINGEN DSM COATING RESINS B.V.
Het aan de deelnemers geboren op of na 1 januari 1950 die op 31 december 2006 Deelnemer waren van Stichting Pensioenfonds Avecia Nederland op 1 januari 2007 op grond van het bepaalde in artikel 43 lid 4 van het Pensioenreglement van het Fonds toegekende PPS-saldo wordt geacht te zijn vastgesteld naar analogie van artikel 20 lid 2.
Het Bestuur is bevoegd met betrekking tot het bepaalde in de artikelen 20 tot en met 26 nadere regelen te stellen.
Prepensioenspaarreglement Pensioenfonds DSM Nederland | uitgave 1 januari 2020 |Kemerk 000294 22
Prepensioenspaarreglement Pensioenfonds DSM Nederland | uitgave 1 januari 2020 |Kemerk 000294 23
XXXXXXX 0 Xxxxx xxx xxx XXX Xxxxxxxxx B.V. gelieerde ondernemingen
De aan DSM Nederland B.V. gelieerde ondernemingen zoals bedoeld in artikel 1 sub c van dit reglement zijn:
• Koninklijke DSM N.V., gevestigd te Heerlen
• DSM Executives Services B.V., gevestigd te Heerlen
• DSM NL Services B.V., gevestigd te Geleen*
• DSM Sinochem Pharmaceuticals Netherlands B.V., gevestigd te Delft
• Sitech Services B.V., gevestigd te Geleen
• Bioprocess Pilot Facility B.V., gevestigd te Delft
• Chemelot Campus B.V., gevestigd te Geleen
• Chemelot Ventures Management B.V., gevestigd te Geleen
• Patheon Biologics B.V., gevestigd te Groningen
• Fibrant B.V., gevestigd te Sittard
• Aliancys Nederland B.V., gevestigd te Sittard
• AnQore B.V., gevestigd te Zandpol
• Euroresins Benelux B.V., gevestigd te Budel
• Synres B.V., gevestigd te Xxxx xxx Xxxxxxx
• Xxxxxx Xxxx B.V., gevestigd te Geleen
• InnoSyn B.V., gevestigd te Geleen
* Met ingang van 1 april 2014 zijn de werknemers van de onderstaande ondernemingen formeel in dienst getreden bij DSM NL Services B.V.:
• DSM Gist Services B.V., gevestigd te Delft
• DSM Resins B.V., gevestigd te Zwolle
• DSM Engineering Plastics Emmen B.V., gevestigd te Sittard
• DSM Coating Resins B.V., gevestigd te Waalwijk
Prepensioenspaarreglement Pensioenfonds DSM Nederland | uitgave 1 januari 2020 |Kemerk 000294 24
BIJLAGE 2 Fondsgrondslagen aanwendingsfactoren
De grondslagen die worden gehanteerd voor het bepalen van de aanwendingstarieven zoals bedoeld in de artikelen en 11, 12, 13 en 18 zijn opgenomen in onderstaande tabel.
Grondslagsoort | Omschrijving |
Sterfte | Prognosetafel AG 2018 met PDN ervaring 2018 |
Gehuwdheid | Gehuwdheidsfrequenties 1985-1990 zoals gepubliceerd door het Actuarieel Genootschap; 100% gehuwdheid op pensioenleeftijd; na pensioendatum op basis van bepaalde partnersysteem |
Leeftijdsverschil | De vrouwelijke partner/verzekerde wordt verondersteld drie jaar jonger te zijn dan de mannelijke verzekerde/partner |
Sekseneutraliteit | Gebaseerd op de verhouding van de voorziening man / vrouw voor niet pensioengerechtigden in de basispensioenregeling |
Excassokosten | 2,0% |
Rente | DNB rentetermijnstructuur per kwartaaleinde voorafgaand aan de aanwending |
Solvabiliteitsopslag | Opslag volgens beleidsdekkingsgraad per kwartaaleinde voorafgaand aan de aanwending met een minimum van0% en een maximum van het vereist eigen vermogen van het fonds. |
De grondslagen kunnen middels een bestuursbesluit op ieder moment worden aangepast.
Prepensioenspaarreglement Pensioenfonds DSM Nederland | uitgave 1 januari 2020 |Kemerk 000294 25
Contact
Bij vragen over je pensioen kun je terecht op de website: xxx.xxxxxxxxxxx.xx
of bij onze Pension Desk: tel. 045 - 0000000
Prepensioenspaarreglement Pensioenfonds DSM Nederland | uitgave 1 januari 2020 |Kemerk 000294 26