Uitvoeringsovereenkomst tussen de Stichting BIZ Binnenstad Roermond en de gemeente Roermond
Uitvoeringsovereenkomst tussen de Stichting BIZ Binnenstad Roermond en de gemeente Roermond
Ondergetekenden,
De gemeente Roermond,vertegenwoordigd krachtens artikel 171 van de Gemeentewet rechtsgeldig vertegenwoordigd door haar burgemeester M.J.D. Donders – de Leest er uitvoering van het besluit van het college van 21 april 2015
hierna te noemen: de gemeente, en
de Stichting BIZ Binnenstad Roermond, ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door de xxxx X. Xxxxxx en de heer R. v. d. Hout
hierna te noemen “de Stichting”. hier gezamenlijk genoemd ‘Partijen’
nemen in overweging dat,
• de Stichting BIZ Binnenstad Roermond de intentie heeft om te komen een oprichting van een Bedrijven Investeringszone voor de binnenstad van Roermond (hierna: BIZ Binnenstad Roermond) en de gemeente heeft gevraagd om hieraan medewerking te verlenen;
• de Stichting het Plan van Aanpak BIZ Binnenstad Roermond heeft opgesteld, dat bij deze overeenkomst is gevoegd, waarin zij aangeeft hoe zij voornemens is de BIZ-subsidie te besteden.
• de Stichting voldoet aan de vereisten zoals gesteld in artikel 7 van de Wet op de bedrijveninvesteringszones;
• de Stichting de gelden voor de BI-zone naar eer en geweten zal beheren en ter bekostiging daarvan jaarlijks bij het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Roermond een subsidieaanvraag zal indienen;
• ondergetekenden, mede gelet op de inzet van publieke gelden, te allen tijde een transparante en een democratisch verantwoorde werkwijze zullen hanteren;
• de gemeente te kennen heeft gegeven zich daarom te zullen inspannen om te komen tot een oprichting van de BIZ Binnenstad Roermond;
• partijen thans een uitvoeringsovereenkomst als bedoeld in artikel 7 lid 3 van de Wet op de bedrijveninvesteringszones en artikel 4:36 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) wensen af te sluiten.
komen het volgende overeen:
Artikel 1. Begrippen
In deze overeenkomst wordt verstaan onder:
• Wet: de Wet op de bedrijveninvesteringszones;
• Verordening: Verordening BI-zone Binnenstad Roermond 2016-2020;
• Bijdrageplichtige: de gebruiker, zijnde degene die bij het begin van het kalenderjaar al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht een in de bedrijveninvesteringszone gelegen belastingobject gebruikt en op grond van de Verordening BI-zone Binnenstad Roermond 2016-2020 bijdrageplichtig is;
• Bedrijveninvestering zone (BIZ): het bij de Verordening vast te stellen gebied;
• BIZ-bijdrage: hetgeen daaronder in de Wet wordt verstaan;
• BIZ-subsidie: de op basis van de Verordening en de Wet te verlenen subsidie;
• College: het college van Burgemeester en Wethouders van Roermond.
Artikel 2. Doel overeenkomst
De overeenkomst strekt tot het vastleggen van de afspraken en verplichtingen tussen partijen om te komen tot uitvoering van de BIZ Binnenstad Roermond, de dienstverlening door de gemeente in deze BIZ alsmede de verlening van een BIZ-subsidie.
Artikel 3. Duur van de overeenkomst
De overeenkomst eindigt van rechtswege op 31 december 2020. Voorts eindigt deze overeenkomst op de dag dat het college vaststelt, dat blijkens de uitslag van de draagvlakmeting zoals genoemd in artikel 4 van de wet niet wordt voldaan aan het bepaalde in de Wet.
Artikel 4. Omschrijving gebied waarop deze overeenkomst betrekking heeft
Het gebied waarvoor de BIZ Binnenstad Roermond wordt ingesteld is exact afgebakend op de kaart die als bijlage bij de Verordening BI-zone Binnenstad Roermond 2016-2020 is toegevoegd.
Artikel 5 Verplichtingen Stichting
1. De Stichting bericht de gemeente onverwijld over voorgenomen wijzigingen in haar statuten en eventuele reglementen, dan wel in de uitvoering van het activiteitenplan (artikel 8 lid 2)
2. De Stichting verplicht zich de activiteiten bedoeld in artikel 8 van deze overeenkomst te verrichten waarvoor de subsidie wordt verstrekt.
Artikel 6 Verordening BI-zone Binnenstad Roermond 2016-2020
1. De gemeenteraad zal uiterlijk in december 2015 worden voorgesteld een Verordening BI-zone Binnenstad Roermond 2016-2020 vast te stellen, zoals bedoeld in artikel 1 van de Wet.
2. In deze verordening wordt bepaald, dat een BIZ-bijdrage zal worden geheven van alleen degenen die de in de BIZ gelegen onroerende zaken gebruiken.
3. De BIZ-bijdrage zal per bijdrageplichtige een percentage van de WOZ-waarde van het in artikel 3 van de Verordening op grond van lid 3 bedoelde belastingobject bedragen, waarvoor:
a. in de A-zone:
- in 2016 0,18%;
- in 2017 0,20%;
- in 2018 0,22%;
- in 2019 0,23%;
- in 2020 0,23%.
b. in de B-zone:
- in 2016 0,09%;
- in 2017 0,10%
- in 2018 0,11%;
- in 2019 0,115%;
- in 2020 0,115%.
4. Indien op grond van artikel 6 lid 3 van deze overeenkomst in een jaar de jaarlijkse BIZ-bijdrage voor een belastingobject:
a. lager is dan € 250,-, dan bedraagt de BIZ-bijdrage voor het betreffende object € 250,- in dat jaar;
b. hoger is dan € 5.000,-, dan bedraagt de BIZ-bijdrage voor het betreffende object € 5.000,- in dat jaar.
Artikel 7 Draagvlakmeting
1. De gemeente zal na het vaststellen van de gemeenteraad van de Verordening BI-zone Binnenstad Roermond een draagvlakmeting uitvoeren zoals bedoeld in artikel 4, lid 1 van de Wet om te onderzoeken of er voldoende steun bestaat voor de heffing van de BIZ-bijdrage onder de bijdrageplichtigen.
2. De Stichting zal zich inspannen om voldoende draagvlak voor de BIZ-bijdrage te creëren en de gemeente ter zijde staan bij deze meting.
Artikel 8 Aanvraag BIZ-subsidie
1. De Stichting dient jaarlijks, vóór 1 november van het kalenderjaar voorafgaand aan het betreffende subsidiejaar schriftelijk een subsidieverzoek in bij het college.
Voor het subsidiejaar 2016 dient de Stichting voor 1 december 2015 schriftelijk een subsidieverzoek in bij het college.
2. De subsidieaanvraag bevat tevens een begroting en een activiteitenplan. In dit activiteitenplan geeft de Stichting aan welke activiteiten zij voornemens is uit te voeren, die zijn gericht op het bevorderen van leefbaarheid, veiligheid, ruimtelijke kwaliteit of een ander mede publiek belang in de openbare ruimte van de BIZ. Daartoe kunnen ook activiteiten op het gebied van promotie behoren voor zover deze het publieke belang in de openbare ruimte dienen.
3. De in lid 2 genoemde begroting en het activiteitenplan dienen uiterlijk op 1 november in conceptvorm en in definitieve vorm uiterlijk op 1 december te zijn ingediend.
4. De Stichting stelt dit activiteitenplan op in overleg met de gemeente.
5. Onverminderd het bepaalde in artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht kan het niet tijdig en/of onvolledig indienen van een schriftelijk subsidieverzoek tot gevolg hebben dat de uitbetaling van het voorschot wordt opgeschort.
6. Het niet goedkeuren van de stukken door de gemeente heeft tot gevolg dat de uitbetaling van het voorschot van de subsidie wordt opgeschort. De gemeente zal vier weken nadat de stukken alsnog zijn goedgekeurd overgaan tot uitbetaling van het voorschot van de subsidie.
7. Deze overeenkomst laat onverlet, dat de Stichting ook andere subsidies kan ontvangen om haar doelstellingen te bereiken.
Artikel 9 Hoogte BIZ-subsidie
1. Het college verstrekt de Stichting jaarlijks een BIZ-subsidie. Deze subsidie bedraagt de daadwerkelijk in het kalenderjaar netto ontvangen BIZ-bijdragen.
2. De subsidie wordt overgemaakt op de bankrekening van de Stichting.
Artikel 10 Bevoorschotting BIZ-subsidie
De gemeente zorgt voor de uitbetaling van een voorschot van de subsidie in drie termijnen, namelijk:
• vóór 1 februari van het kalenderjaar 40 % van de begrote subsidie;
• vóór 1 juni van het kalenderjaar 30% van de begrote subsidie;
• vóór 1 oktober van het kalenderjaar 30 % van de begrote subsidie.
Artikel 11 Jaarverslag, verantwoording na afloop subsidiejaar
1. Uiterlijk 1 mei van het kalenderjaar na afloop van het subsidiejaar brengt de Stichting een financieel en inhoudelijk verslag uit van de door haar gerealiseerde activiteiten:
a. door het overleggen van een jaarrekening, alsmede van een verslag van de uitgevoerde activiteiten;
b. het financieel deel van het verslag omvat bij een subsidieverstrekking hoger dan € 50.000,- een controleverklaring van een daartoe bevoegde accountant.
c. het inhoudelijk deel van het jaarverslag bevat in ieder geval een verantwoording van de uitvoering van het activiteitenplannen en de in deze overeenkomst benoemde prestatieafspraken.
2. De Stichting geeft de gemeente desgevraagd alle inlichtingen die voor de beoordeling van de uitvoering van deze overeenkomst van belang kunnen zijn, en stelt de gemeente uit eigen beweging onverwijld op de hoogte van bijzondere ontwikkelingen en onvoorziene knelpunten, die relevant zijn voor de uitvoering van deze overeenkomst. De gemeente toetst de verantwoording
aan het BIZ-plan van de Stichting, aan de begroting, aan de Wet, aan het gemeentelijk beleid en aan deze overeenkomst.
3. De Stichting kan bij hoge uitzondering het college schriftelijk en met redenen omkleed uitstel van maximaal vier weken vragen voor het uitbrengen van de hiervoor genoemde verslagen. Dit verzoek moet uiterlijk vier weken voor het verstrijken van de hiervoor genoemde datum bij het college worden ingediend.
Uiterlijk zes weken na ontvangst van het verzoek om uitstel beslist het college of het verzoek wordt ingewilligd.
Artikel 12 Vaststelling BIZ-subsidie en eindafrekening
1. Binnen zes weken na ontvangst van het jaarverslag stelt het college de hoogte van BIZ-subsidie over het voorgaande subsidiejaar definitief vast.
2. Wanneer een deel van de BIZ-subsidie niet is besteed, wordt dit verschoven naar het volgende subsidiejaar.
3. Wanneer het vastgestelde bedrag hoger is dan het verstrekte voorschot, zal de gemeente het verschil binnen zes weken aan de Stichting uitbetalen.
4. Wanneer (bijvoorbeeld door oninbare posten of gehonoreerde bezwaar- en beroepschriften) het vastgestelde bedrag lager is dan het verstrekte voorschot, zal dit verschil worden verrekend met de uit te betalen subsidie van het dan lopende subsidiejaar, dan wel zal de Stichting het verschil binnen zes weken aan de gemeente betalen. De Stichting dient zich er bewust van te zijn dat zij het risico draagt van eventuele minderopbrengsten van de BIZ-bijdragen ten opzichte van de geraamde opbrengst.
5. Wanneer de Stichting kennelijk in gebreke blijft bij de uitvoering van het activiteitenplan, kan het college, al dan niet in overleg met de Stichting, besluiten het vast te stellen subsidiebedrag daarop aan te passen.
Artikel 13 Beëindiging van de BIZ
1. De Stichting kan de gemeente, indien zij voldoet aan de voorwaarden die worden genoemd in artikel 6 van de Wet, verzoeken de Verordening BI-zone Binnenstad Roermond 2016-2020 in te trekken.
2. Indien de gemeenteraad daartoe besluit:
a. stopt de subsidieverstrekking met ingang van de datum van het intrekken van de verordening;
b. zal de eindafrekening plaatsvinden naar deze datum met dien verstande, dat indien een batig saldo overblijft , dit door de Stichting conform haar statuten zal worden besteed, indien een tekort overblijft, dit voor rekening van de Stichting blijft.
c. wordt deze overeenkomst na de eindafrekening ontbonden.
Artikel 14 Beëindiging van de overeenkomst
De gemeente kan deze overeenkomst beëindigen, indien de Stichting:
• in surseance verkeert dan wel failliet is verklaard’
• niet meer voldoet aan de eisen die ter zake in artikel 7, lid 2 van de Wet worden gesteld;
• handelt in strijd met haar statuten;
• zich niet houdt aan haar verplichtingen die voortvloeien uit deze overeenkomst.
Artikel 15 Overleg
Partijen overleggen tenminste twee keer per jaar over de voortgang van de uitvoering van het activiteitenplan. Bij dit overleg is van de zijde van de Gemeente een vertegenwoordiger aanwezig van de afdeling Stedelijke Ontwikkeling van de Gemeente. De gemeente neemt het initiatief tot deze gesprekken.
Artikel 16 Geschillen
Partijen kunnen eventuele geschillen die voortvloeien uit deze overeenkomst voorleggen aan een door hen gezamenlijk te benoemen mediator. Indien van toepassing worden de kosten van deze mediation ieder voor de helft gedragen. Wanneer deze mediation niet tot een oplossing tussen Partijen leidt, zijn zij vrij het geschil aan de daartoe bevoegde rechter voor te dragen.
Artikel 17 Slotbepaling.
Bij het beoordelen van het tijdig indienen van de diverse stukken genoemd in deze overeenkomst is de Algemene termijnenwet van toepassing.