ALGEMENE VOORWAARDEN MOTORRIJTUIGENVERZEKERING
ALGEMENE VOORWAARDEN MOTORRIJTUIGENVERZEKERING
Inhoudstafel
Blz.
Titel 1 - Burgerlijke aansprakelijkheid 9
Titel 1.1. - Algemene bepalingen 9
Hoofdstuk 1 : Begripsomschrijvingen 9
Artikel 1 : Begripsomschrijvingen 9
Hoofdstuk 2 : De overeenkomst 10
Afdeling 1 - Door de verzekeringsnemer verplicht mee te delen gegevens bij het
sluiten van de overeenkomst 10
Artikel 2 : Mee te delen gegevens 10
Artikel 3 : Opzettelijk verzwijgen of opzettelijk onjuist meedelen 10
Artikel 4 : Onopzettelijk verzwijgen of onopzettelijk onjuist meedelen 10
Afdeling 2 - Door de verzekeringsnemer verplicht mee te delen gegevens in de
loop van de overeenkomst 11
Artikel 5 : Informatieverplichting van de verzekeringsnemer 11
Artikel 6 : Aanmerkelijke en blijvende verzwaring van het risico 11
Artikel 7 : Aanzienlijke en blijvende vermindering van het risico 12
Artikel 8 : Onbekende omstandigheden bij het sluiten van de overeenkomst 12
Artikel 9 : Verblijf in een andere lidstaat van de Europese economische ruimte 12
Afdeling 3 - Wijzigingen inzake het omschreven motorrijtuig 12
Artikel 10 : Overdracht van eigendom 12
Artikel 11 : Diefstal of verduistering 13
Artikel 12 : Andere situaties van verdwijning van risico 14
Artikel 13 : Xxxxxxxxxxxxxxxx 00
Artikel 14 : Opvordering door de overheid 15
Afdeling 4 - Duur - premie - wijzigingen van verzekeringsvoorwaarden en premie 15
Artikel 15 : Duur van de overeenkomst 15
Artikel 16 : De betaling van de premie 15
Artikel 17 : Het verzekeringsbewijs 15
Artikel 18 : Niet-betaling van de premie 15
Artikel 19 : Wijziging van de premie 16
Artikel 20 : Wijziging van de verzekeringsvoorwaarden 16
Artikel 21 : Faillissement van de verzekeringsnemer 17
Artikel 22 : Overlijden van de verzekeringsnemer 17
Afdeling 5 - Schorsing van de overeenkomst 17
Artikel 23 : Tegenstelbaarheid van de schorsing 17
Artikel 24 : Wederinverkeerstelling van het omschreven motorrijtuig 17
Artikel 25 : Inverkeerstelling van enig ander motorrijtuig 17
Afdeling 6 - Einde van de overeenkomst 18
Artikel 26 : Xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx 00
Artikel 27 : Opzeggingsmogelijkheden voor de verzekeringsnemer 18
Artikel 28 : Opzegging door de curator 19
Artikel 29 : Opzegging door de erfgenamen of legataris 19
Artikel 30 : Opzeggingsmogelijkheden voor de verzekeraar 19
Artikel 31 : Einde van de overeenkomst na schorsing 21
Hoofdstuk 3 : Schadegeval 22
Artikel 32 : Aangifte van een schadegeval 22
Artikel 33 : Erkenning van aansprakelijkheid door de verzekerde 22
Artikel 34 : Prestatie van de verzekeraar bij schade 22
Artikel 35 : Strafrechtelijke vervolging 23
Hoofdstuk 4 : Verklaring over de schadegevallen die zich hebben voorgedaan 23
Artikel 36 : Verplichting van de verzekeraar 23
Hoofdstuk 5 : Mededelingen 23
Artikel 37 : Bestemmeling van de mededelingen 23
Titel 1.2. - Bepalingen van toepassing op de waarborg wettelijke
burgerrechtelijke aansprakelijkheid 24
Hoofdstuk 1 : De waarborg 24
Artikel 38 : Voorwerp van de verzekering 24
Artikel 39 : Territoriale dekking 24
Artikel 40 : Schadegeval in het buitenland 24
Artikel 41 : Verzekerde personen 24
Artikel 42 : Uitgesloten personen 24
Artikel 43 : Van vergoeding uitgesloten schade 25
Hoofdstuk 2 : Het recht van verhaal van de verzekeraar 25
Artikel 44 : Bepaling van de bedragen die kunnen verhaald worden 25
Artikel 45 : Verhaal op de verzekeringsnemer 25
Artikel 46 : Verhaal op de verzekerde 26
Artikel 47 : Verhaal op de verzekeringsnemer en de verzekerde 26
Artikel 48 : Verhaal op de dader of de burgerrechtelijk aansprakelijke 27
Artikel 49 : Toepassing van een vrijstelling 27
Titel 1.3. - Bepalingen van toepassing op de vergoeding van
bepaalde slachtoffers van verkeersongevallen 28
Hoofdstuk 1 : De vergoedingsplicht 28
Afdeling 1 - Wettelijke basis 28
Artikel 50 : Vergoeding van zwakke weggebruikers 28
Artikel 51 : Vergoeding van onschuldige slachtoffers 28
Afdeling 2 - Territoriale afbakening van de vergoedingsplicht 28
Artikel 52 : Territoriale afbakening van de vergoedingsplicht van zwakke weggebruikers 28
Artikel 53 : Territoriale afbakening van de vergoedingsplicht van onschuldige slachtoffers 28
Artikel 54 : Van vergoeding uitgesloten schade 28
Hoofdstuk 2 : Het recht van verhaal van de verzekeraar 29
Artikel 55 : Verhaal op de verzekeringsnemer en de verzekerde 29
Titel 1.4. - Bepalingen van toepassing op de bijkomende waarborgen 30
Hoofdstuk 1 : De waarborgen 30
Artikel 56 : Tijdelijk vervangingsmotorrijtuig 30
Artikel 57 : Slepen van een motorrijtuig 30
Artikel 58 : Reinigen en herstellen van de binnenbekleding van het verzekerde motorrijtuig 31
Artikel 59 : Xxxxxxxxxxxx 00
Artikel 60 : Territoriale dekking 31
Artikel 61 : Schadegeval in het buitenland 31
Artikel 62 : Uitsluitingen 31
Hoofdstuk 2 : Het recht van verhaal van de verzekeraar 32
Artikel 63 : Verhaal en vrijstelling 32
Hoofdstuk 3 : Bepaling van toepassing op de vergoeding van bepaalde slachtoffers van verkeersongevallen 32
Artikel 64 : Tijdelijk vervangingsmotorrijtuig 32
Titel 1.5. - Aanvullende bepalingen inzake de waarborg burgerlijke aansprakelijkheid 33
Hoofdstuk 1 : A posteriori personalisatiestelsel 33
Artikel 65 : Premiebepaling a posteriori 33
Titel 2 - Verzekering van het motorrijtuig 35
Gemeenschappelijke algemene voorwaarden voor de verzekering van het motorrijtuig
tegen brand, diefstal, stoffelijke schade en afzonderlijke glasbraak 35
Artikel 1 : Begripsomschrijvingen 35
Artikel 2 : Omvang van de dekking 36
Artikel 3 : Schadeaangifte 36
Artikel 4 : Wat is niet verzekerd 36
Artikel 5 : Xxxxxxxxxxxxxxxxxx 00
Artikel 6 : Verplichting van de verzekeringsnemer 37
Artikel 7: Schatting van de schade 37
Artikel 8 : Ontoereikendheid van de verzekerde waarde 37
Artikel 9 : Diverse kosten 37
Artikel 10 : Verduidelijkingen 37
Artikel 11 : Dekking van het toebehoren 38
Artikel 12 : Btw 38
Artikel 13 : Belasting op de inverkeerstelling (hieronder BIV) 38
Artikel 14 : Verdeling van de schadelast in geval van meerdere verzekeringen 38
Speciale voorwaarden voor de verzekering tegen brand 39
Artikel 15 : Omvang van de dekking 39
Artikel 16 : Wat is niet verzekerd 39
Artikel 17 : Uitbreiding van de dekking 39
Speciale voorwaarden voor de verzekering tegen diefstal 39
Artikel 18 : Omvang van de dekking 39
Artikel 19 : Wat is niet verzekerd 39
Artikel 20 : Verplichting van de verzekerde 40
Artikel 21 : Schadeloosstelling 40
Speciale voorwaarden voor de verzekering tegen stoffelijke schade 41
Artikel 22 : Omvang van de dekking 41
Artikel 23 : Wat is niet verzekerd 41
Artikel 24 : Tijdelijk vervangingsmotorrijtuig 42
Speciale voorwaarden voor de verzekering tegen afzonderlijke glasbraak 42
Artikel 25 : Omvang van de dekking 42
Artikel 26 : Wat is niet verzekerd 42
Artikel 27 : Xxxxxxxxxxxxxxxxxx 00
Artikel 28 : Tijdelijk vervangingsmotorrijtuig 42
Speciale clausules 43
Titel 3 - Rechtsbijstand 47
Artikel 1 : Inleidende bepaling 47
Artikel 2 : Begripsomschrijvingen 47
Artikel 3 : Aard van de vergoeding 48
Artikel 4 : Voorwerp van de verzekering 48
Artikel 5 : Xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx 00
Artikel 6 : Wat is niet verzekerd 49
Artikel 7 : Schadegevallen 50
Artikel 8 : Procedure 50
Artikel 9 : Xxxxxxxxxx 00
Artikel 10 : Objectiviteit 50
Artikel 11 : Belangenconflict 51
Titel 4 - Rechtsbijstand Plus 52
Artikel 1 : Inleidende bepaling 52
Artikel 2 : Definities 52
Artikel 3 : Voorwerp van de verzekering 53
Artikel 4 : Aard van de vergoeding 53
Artikel 5 : Xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx 00
Artikel 6 : Wat is niet verzekerd 54
Artikel 7 : Schadegevallen 55
Artikel 8 : Procedure 55
Artikel 9 : Xxxxxxxxxx 00
Artikel 10 : Objectiviteit 56
Artikel 11 : Belangenconflict 56
Titel 5 - Verzekering van de bestuurder tweewielig –
vierwielig motorrijtuig 57
Artikel 1 : Inleidende bepaling 57
Artikel 2 : Definities 57
Artikel 3 : Voorwerp van de verzekering 57
Artikel 4 : Aard en omvang van de vergoeding 58
Artikel 5 : Wat is niet verzekerd 58
Artikel 6 : Bepaling van de vergoeding en voorschot op verhaal 59
Artikel 7 : Xxxxxxxxxx 00
Artikel 8 : Xxxxxxxxxxxxxx 00
Xxxxx 0 - Xxxxxxxx administratieve bepalingen 60
Artikel 1 : Toepasselijk recht en bevoegde rechtbanken 60
Artikel 2 : Controleautoriteiten en klachtenbeheer 60
Artikel 3 : Niet-betaling van premie 60
Artikel 4 : Rangorde van de voorwaarden 60
Titel 7 - Aanvullende informatie MiFID 61
Wijzen van communicatie en talen 61
Samenvatting van het beleid inzak belangenconflicten 61
Titel 1
Burgerlijke aansprakelijkheid
Titel 1.1
Algemene bepalingen
Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt verstaan onder:
1. de verzekeraar: de verzekeringsonderneming waarmee de overeenkomst gesloten wordt zijnde, Ethias nv, xxx xxx Xxxxxxxxx 00, 0000 Xxxx
Verzekeringsonderneming toegelaten onder het nr. 0196 voor de beoefening van alle verzekeringstakken Niet-Leven, de levensverzekeringen, de bruidsschats- en geboorteverzekeringen (KB van 4 en 13 juli 1979, BS van 14 juli 1979) alsook de kapitalisatieverrichtingen (Beslissing CBFA van 9 januari 2007,
BS van 16 januari 2007)
RPR Luik BTW BE 0404.484.654 Rekening Belfius Bank: XX00 0000 0000 0000 BIC: XXXXXXXX;
2. de verzekeringsnemer
de persoon die de overeenkomst met de verzekeraar sluit;
3. de verzekerde
iedere persoon van wie de aansprakelijkheid door de overeenkomst gedekt is;
4. de benadeelde
de persoon die schade heeft geleden welke aanleiding geeft tot toepassing van de overeenkomst alsook zijn rechthebbenden;
5. een motorrijtuig
rijtuig, bestemd om zich over de grond te bewegen en die door een mechanische kracht kan worden gedreven zonder aan spoorstaven te zijn gebonden, ongeacht het type van aandrijvingskracht of maximale snelheid;
6. de aanhangwagen
elk rijtuig dat uitgerust en bestemd is om door een ander rijtuig te worden voortbewogen;
7. het omschreven motorrijtuig
a) het motorrijtuig dat in de bijzondere voorwaarden omschreven is; al wat eraan gekoppeld is wordt beschouwd als een deel ervan;
b) de niet-gekoppelde aanhangwagen die in de overeenkomst omschreven is;
8. het verzekerd motorrijtuig
a) het omschreven motorrijtuig;
b) volgens de in de overeenkomst vermelde voorwaarden en beperkingen:
- het tijdelijke vervangingsmotorrijtuig, gebruikt conform artikel 56 van het KB betreffende de minimumvoorwaarden voor de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen (KB van 16 april 2018);
- het omschreven motorrijtuig dat in eigendom werd overgedragen en het motorrijtuig dat in vervanging komt van dit motorrijtuig.
Al wat aan voornoemde motorrijtuigen gekoppeld is, wordt beschouwd als een deel ervan;
9. het schadegeval
ieder feit dat schade veroorzaakt heeft en dat aanleiding kan geven tot de toepassing van de overeenkomst;
10. het verzekeringsbewijs
het document dat de verzekeraar, overeenkomstig de geldende wetgeving, aan de verzekeringsnemer geeft als bewijs van verzekering.
9
Hoofdstuk 2 De overeenkomst
Afdeling 1
Door de verzekeringsnemer verplicht mee te delen gegevens bij het sluiten van de overeenkomst
Artikel 2 Mee te delen gegevens
De verzekeringsnemer is verplicht bij het sluiten van de overeenkomst alle hem bekende omstandigheden nauwkeurig mee te delen die hij redelijkerwijs moet beschouwen als gegevens die van invloed kunnen zijn op de beoordeling van het risico door de verzekeraar. Hij moet de verzekeraar echter geen omstandigheden meedelen die deze laatste reeds kende of redelijkerwijs had moeten kennen. Indien op sommige schriftelijke vragen van de verzekeraar niet is geantwoord, en indien deze toch de overeenkomst heeft gesloten, kan de verzekeraar zich, behalve in geval van bedrog, later niet meer op dat nalatigheid beroepen.
Artikel 3 Opzettelijk verzwijgen of opzettelijk onjuist meedelen
§1. Nietigheid van de overeenkomst
Wanneer het opzettelijk verzwijgen of het opzettelijk onjuist meedelen van gegevens over het risico de verzekeraar misleidt bij de beoordeling van dat risico, kan de verzekeraar de nietigheid van de overeenkomst vragen.
Wanneer de nietigheid is uitgesproken, komen de premies, die vervallen zijn tot op het ogenblik waarop de verzekeraar kennis heeft gekregen van het opzettelijk verzwijgen of het opzettelijk onjuist meedelen van gegevens over het risico, hem toe.
§2. Verhaal van de verzekeraar
Wanneer het opzettelijk verzwijgen of het opzettelijk onjuist meedelen van gegevens over het risico de verzekeraar misleidt bij de beoordeling van dat risico, heeft de verzekeraar een recht van verhaal op de verzekeringsnemer overeenkomstig de artikelen 45, 2°, 55 en 63.
Artikel 4 Onopzettelijk verzwijgen of onopzettelijk onjuist meedelen
§1. Wijziging van de overeenkomst
Wanneer het verzwijgen of het onjuist meedelen van gegevens niet opzettelijk geschiedt, is de overeenkomst niet nietig.
De verzekeraar stelt voor, binnen de termijn van een maand, te rekenen van de dag waarop hij van het verzwijgen of van het onjuist meedelen van gegevens kennis heeft gekregen, de overeenkomst te wijzigen met uitwerking op de dag waarop hij kennis heeft gekregen van het verzwijgen of van het onjuist meedelen van gegevens.
§2. Opzegging van de overeenkomst
Indien het voorstel tot wijziging van de overeenkomst door de verzekeringsnemer wordt geweigerd of indien, na het verstrijken van de termijn van een maand te rekenen vanaf de ontvangst van dit voorstel, dit laatste niet aanvaard wordt, kan de verzekeraar de overeenkomst opzeggen binnen vijftien dagen, overeenkomstig de artikelen 26 en 30, § 5, eerste lid, 1°.
Indien de verzekeraar het bewijs levert dat hij het risico nooit zou hebben verzekerd, kan hij de overeenkomst opzeggen binnen de termijn van een maand, te rekenen van de dag waarop hij van het verzwijgen of van het onjuist meedelen van gegevens kennis heeft gekregen, overeenkomstig de artikelen 26 en 30, § 5, eerste
lid, 1°.
§3. Gebrek aan reactie van de verzekeraar
De verzekeraar die binnen de in de vorige paragrafen bepaalde termijnen de overeenkomst niet heeft opgezegd, noch een wijziging heeft voorgesteld, kan zich nadien niet meer beroepen op feiten die hem bekend waren.
§4. Verhaal van de verzekeraar
Wanneer het onopzettelijk verzwijgen of het onopzettelijk onjuist meedelen van gegevens over het risico aan de verzekeringsnemer kan verweten worden, heeft de verzekeraar een recht van verhaal op de verzekeringsnemer overeenkomstig de artikelen 45, 3° en 63.
10
Afdeling 2
Door de verzekeringsnemer verplicht mee te delen gegevens in de loop van de overeenkomst
Artikel 5 Informatieverplichting van de verzekeringsnemer
De verzekeringsnemer is verplicht aan de verzekeraar mede te delen:
1° de overdracht van eigendom onder levenden van het omschreven motorrijtuig;
2° de kenmerken van het motorrijtuig dat in vervanging komt van het omschreven motorrijtuig, behoudens deze van het tijdelijk vervangingsmotorrijtuig bedoeld in artikel 56;
3° de inschrijving van het omschreven motorrijtuig in een ander land;
4° het in het verkeer brengen van het omschreven of enig ander motorrijtuig tijdens de schorsing van de overeenkomst;
5° iedere wijziging van adres;
6° de gegevens bedoeld in de artikelen 6, 7 en 8.
Artikel 6 Aanmerkelijke en blijvende verzwaring van het risico
§1. Mee te delen gegevens
In de loop van de overeenkomst heeft de verzekeringsnemer de verplichting, om onder de voorwaarden van artikel 2 de nieuwe omstandigheden of de wijzigingen van de omstandigheden aan te geven die van aard zijn om een aanmerkelijke en blijvende verzwaring van het risico dat het verzekerde voorval zich voordoet,
te bewerkstelligen.
§2. Wijziging van de overeenkomst
Wanneer het risico dat het verzekerde voorval zich voordoet dermate verzwaard is dat de verzekeraar, indien die verzwaring bij het sluiten van de overeenkomst had bestaan, onder andere voorwaarden zou hebben verzekerd, moet hij binnen een termijn van een maand, te rekenen vanaf de dag waarop hij van de verzwaring kennis heeft gekregen, de wijziging van de overeenkomst voorstellen met terugwerkende kracht tot de dag van de verzwaring.
§3. Opzegging van de overeenkomst
Indien het voorstel tot wijziging van de overeenkomst door de verzekeringsnemer wordt geweigerd of indien, bij het verstrijken van een termijn van een maand te rekenen vanaf de ontvangst van dit voorstel, dit laatste niet wordt aanvaard, kan de verzekeraar de overeenkomst opzeggen binnen vijftien dagen, overeenkomstig de artikelen 26 en 30, § 5, eerste lid, 2°.
Indien de verzekeraar het bewijs levert dat hij het verzwaarde risico in geen geval zou hebben verzekerd, kan hij de overeenkomst opzeggen binnen de termijn van een maand, te rekenen vanaf de dag waarop hij van de verzwaring kennis heeft gekregen overeenkomstig de artikelen 26 en 30, § 5, eerste lid, 2°.
§4. Gebrek aan reactie van de verzekeraar
De verzekeraar die, binnen de in de vorige paragrafen bepaalde termijnen, de overeenkomst niet heeft opgezegd, noch een wijziging heeft voorgesteld, kan zich nadien niet meer beroepen op de verzwaring van het risico.
§5. Verhaal van de verzekeraar
Wanneer het opzettelijk verzwijgen of het opzettelijk onjuist meedelen van gegevens over het risico de verzekeraar misleidt bij de beoordeling van dat risico heeft hij een recht van verhaal op de verzekeringsnemer overeenkomstig de artikelen 45, 2° en 63.
Wanneer het onopzettelijk verzwijgen of het onopzettelijk onjuist meedelen van gegevens over het risico aan de verzekeringsnemer kan verweten worden, heeft de verzekeraar een recht van verhaal op de verzekeringsnemer overeenkomstig de artikelen 45, 3° en 63.
11
Artikel 7 Aanzienlijke en blijvende vermindering van het risico
§1. Wijziging van de overeenkomst
Wanneer in de loop van de overeenkomst, het risico dat het verzekerde voorval zich voordoet, aanzienlijk en blijvend verminderd is en wel zo dat de verzekeraar, indien die vermindering bij het sluiten van
de overeenkomst had bestaan, onder andere voorwaarden zou hebben verzekerd, staat hij een dienovereenkomstige vermindering van de premie toe vanaf de dag waarop hij van de vermindering van het risico kennis heeft gekregen.
§2. Opzegging van de overeenkomst
Indien beide partijen het over de nieuwe premie niet eens worden binnen een maand na de aanvraag tot vermindering door de verzekeringsnemer, kan deze laatste de overeenkomst opzeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 27, § 7.
Artikel 8 Onbekende omstandigheden bij het sluiten van de overeenkomst
Wanneer gedurende de loop van de verzekering een omstandigheid bekend wordt die beide partijen op het ogenblik van het sluiten van de overeenkomst onbekend was, worden de artikelen 6 en 7 toegepast, voor zover die omstandigheid een vermindering of een verzwaring van het verzekerde risico tot gevolg heeft.
Artikel 9 Verblijf in een andere lidstaat van de Europese economische ruimte
Geen enkel verblijf van het omschreven motorrijtuig in een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte gedurende de duur van de overeenkomst kan worden aanzien als een verzwaring of een vermindering van risico bedoeld in de artikelen 6 en 7 en geeft geen aanleiding tot wijziging van de overeenkomst.
Van zodra het omschreven motorrijtuig ingeschreven is in een andere staat dan België is de overeenkomst van rechtswege beëindigd.
Afdeling 3 Wijzigingen inzake het omschreven motorrijtuig
Artikel 10 Overdracht van eigendom
§1. Overdracht van de eigendom onder levenden zonder vervanging van het omschreven motorrijtuig
Indien bij overdracht van de eigendom onder levenden van het omschreven motorrijtuig dit motorrijtuig niet vervangen wordt binnen een termijn van zestien dagen vanaf de dag volgend op de overdracht of binnen die termijn de vervanging niet wordt gemeld, is de overeenkomst geschorst vanaf de dag volgend op het verstrijken van voornoemde termijn en worden de artikelen 23 tot en met 25 toegepast.
De premie blijft aan de verzekeraar verworven tot op het ogenblik dat de overdracht van eigendom aan hem ter kennis wordt gebracht.
Indien het overgedragen motorrijtuig aan het verkeer deelneemt onder de kentekenplaat die het vóór de overdracht droeg, zelfs op ongeoorloofde wijze, blijft de dekking voor dit motorrijtuig verworven gedurende voornoemde termijn van zestien dagen, voor zover geen enkele andere verzekering hetzelfde risico dekt.
De verzekeraar kan evenwel verhaal uitoefenen overeenkomstig artikelen 44 en 48 indien de schade berokkend wordt door een verzekerde andere dan:
1° de verzekeringsnemer;
2° alle personen die met de verzekeringsnemer onder hetzelfde dak wonen, met inbegrip van zij die om studieredenen buiten het hoofdverblijf van de verzekeringsnemer verblijven.
Indien het om een rechtspersoon gaat, is de verzekeringsnemer, bedoeld in vorig lid, de gemachtigde bestuurder.
12
§2. Overdracht van de eigendom onder levenden met vervanging van het omschreven motorrijtuig door een motorrijtuig dat geen eigendom is van de verzekeringsnemer of van de eigenaar van het overgedragen motorrijtuig
Bij vervanging van het overgedragen motorrijtuig door een motorrijtuig dat geen eigendom is van de verzekeringsnemer of van de eigenaar van het overgedragen motorrijtuig gelden voor het overgedragen motorrijtuig de bepalingen van paragraaf 1.
Voor het motorrijtuig dat in vervanging komt, biedt de overeenkomst geen dekking behoudens akkoord tussen de verzekeraar en de verzekeringsnemer.
§3. Overdracht van de eigendom onder levenden met vervanging van het omschreven motorrijtuig door een motorrijtuig dat eigendom is van de verzekeringsnemer of van de eigenaar van het overgedragen motorrijtuig
Indien bij overdracht van de eigendom onder levenden van het omschreven motorrijtuig dit motorrijtuig vóór schorsing van de overeenkomst vervangen wordt door een motorrijtuig dat eigendom is van de
verzekeringsnemer of van de eigenaar van het overgedragen motorrijtuig, blijft de dekking verworven voor het overgedragen motorrijtuig, overeenkomstig paragraaf 1 gedurende de termijn van zestien dagen vanaf de dag volgend op de overdracht van de eigendom van het omschreven motorrijtuig.
Dezelfde dekking van zestien dagen is eveneens aan alle verzekerden verworven voor het motorrijtuig dat in vervanging komt en dat deelneemt aan het verkeer onder de kentekenplaat van het overgedragen motorrijtuig, zelfs op ongeoorloofde wijze.
Deze dekkingen zijn verworven zonder enige mededeling.
Bij mededeling van de vervanging van het motorrijtuig binnen voornoemde termijn van zestien dagen blijft de overeenkomst bestaan overeenkomstig de verzekeringsvoorwaarden, met inbegrip van het tarief, van toepassing bij de verzekeraar op het ogenblik van de vervanging en in functie van het nieuwe risico.
Indien de verzekeringsnemer de verzekeringsvoorwaarden, met inbegrip van de premie, niet aanvaardt, dient hij de overeenkomst op te zeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 27, § 9.
Indien de verzekeraar het bewijs levert dat het nieuwe risico kenmerken vertoont die niet vallen binnen zijn aanvaardingscriteria die gelden op het moment van de vervanging van het motorrijtuig, kan hij de overeenkomst opzeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 30, § 11.
In geval van opzegging blijven de verzekeringsvoorwaarden, met inbegrip van de premie, die van toepassing waren vóór de vervanging van het motorrijtuig gelden tot op het ogenblik dat de opzegging ingaat.
§4. Overdracht van de eigendom van het omschreven motorrijtuig bij overlijden van de verzekeringsnemer
In geval van overdracht van de eigendom van het omschreven motorrijtuig bij overlijden van de verzekeringsnemer blijft de overeenkomst bestaan overeenkomstig artikel 22.
Artikel 11 Diefstal of verduistering
§1. Diefstal of verduistering van het omschreven motorrijtuig zonder vervanging
Indien het omschreven motorrijtuig gestolen of verduisterd is en niet vervangen wordt, kan de verzekeringsnemer vragen om de overeenkomst te schorsen. In dat geval gaat de schorsing in vanaf de datum van aanvraag maar ten vroegste na het verstrijken van een termijn van zestien dagen vanaf de dag volgend op de diefstal of verduistering en worden de artikelen 23 tot en met 25 toegepast.
De premie blijft aan de verzekeraar verworven tot op het ogenblik van de inwerkingtreding van de schorsing.
Indien de schorsing niet gevraagd wordt, blijft de dekking verworven ten aanzien van het gestolen of verduisterde motorrijtuig behalve voor de schade veroorzaakt door personen die zich door diefstal, geweldpleging of heling de macht over het verzekerde motorrijtuig hebben verschaft.
§2. Diefstal of verduistering van het omschreven motorrijtuig met vervanging door een motorrijtuig dat geen eigendom is van de verzekeringsnemer
Bij vervanging van het gestolen of verduisterde motorrijtuig door een motorrijtuig dat geen eigendom is van de verzekeringsnemer of van de eigenaar van het gestolen of verduisterde motorrijtuig geldt paragraaf 1.
Voor het motorrijtuig dat in vervanging komt biedt deze overeenkomst geen dekking behoudens akkoord tussen de verzekeraar en de verzekeringsnemer.
13
§3. Diefstal of verduistering van het omschreven motorrijtuig met vervanging door een motorrijtuig dat eigendom is van de verzekeringsnemer
Indien het omschreven motorrijtuig gestolen of verduisterd is en vóór schorsing van de overeenkomst vervangen wordt door een motorrijtuig dat eigendom is van de verzekeringsnemer of van de eigenaar van het gestolen of verduisterde motorrijtuig, blijft de dekking verworven voor het gestolen of verduisterde motorrijtuig, behalve voor de schade veroorzaakt door de personen die zich door diefstal, geweldpleging of heling de macht over het verzekerde motorrijtuig hebben verschaft. In geval van opzegging van de overeenkomst vervalt deze dekking op het ogenblik dat de opzegging van de overeenkomst ingaat.
Bij mededeling van de vervanging van het motorrijtuig blijft de overeenkomst bestaan voor het motorrijtuig dat in vervanging komt van het gestolen of verduisterde motorrijtuig, overeenkomstig de verzekeringsvoorwaarden, met inbegrip van het tarief, van toepassing bij de verzekeraar op het ogenblik van de vervanging en in functie van het nieuwe risico.
Indien de verzekeringsnemer de verzekeringsvoorwaarden, met inbegrip van de premie, niet aanvaardt, dient hij de overeenkomst op te zeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 27, § 9.
Indien de verzekeraar het bewijs levert dat het nieuwe risico kenmerken vertoont die niet vallen binnen zijn aanvaardingscriteria die gelden op het moment van de vervanging van het motorrijtuig, kan hij de overeenkomst opzeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 30, § 11.
In geval van opzegging blijven de verzekeringsvoorwaarden, met inbegrip van de premie, die van toepassing waren vóór de vervanging van het motorrijtuig gelden tot op het ogenblik dat de opzegging ingaat.
Artikel 12 Andere situaties van verdwijning van het risico
§1. Verdwijning van het risico zonder vervanging van het omschreven motorrijtuig
Indien het risico niet meer bestaat en het omschreven motorrijtuig niet vervangen wordt, kan de verzekeringsnemer vragen om de overeenkomst te schorsen. In dat geval gaat de schorsing in op datum van de mededeling en worden de artikelen 23 tot en met 25 toegepast, behoudens in de gevallen van overdracht van eigendom, diefstal of verduistering van het omschreven motorrijtuig bedoeld in de artikelen 10 en 11.
§2. Verdwijning van het risico met vervanging van het omschreven motorrijtuig door een motorrijtuig dat geen eigendom is van de verzekeringsnemer
Na mededeling van de vervanging van het omschreven motorrijtuig door een motorrijtuig dat geen eigendom is van de verzekeringsnemer of van de eigenaar van het omschreven motorrijtuig vóór de schorsing van de overeenkomst, biedt deze overeenkomst geen dekking behoudens akkoord tussen de verzekeraar en de verzekeringsnemer.
§3. Verdwijning van het risico met vervanging van het omschreven motorrijtuig door een motorrijtuig dat eigendom is van de verzekeringsnemer
Na mededeling van de vervanging van het omschreven motorrijtuig door een motorrijtuig dat eigendom is van de verzekeringsnemer of van de eigenaar van het omschreven motorrijtuig vóór de schorsing van de overeenkomst, gaat de dekking slechts over op het motorrijtuig dat in vervanging komt op het door de verzekeringsnemer gewenste ogenblik. Op hetzelfde ogenblik eindigt de dekking ten aanzien van het omschreven motorrijtuig.
Met betrekking tot het motorrijtuig dat in vervanging komt, blijft de overeenkomst bestaan overeenkomstig de verzekeringsvoorwaarden, met inbegrip van het tarief, van toepassing bij de verzekeraar op het ogenblik van de vervanging en in functie van dit nieuwe risico.
Indien de verzekeringsnemer de verzekeringsvoorwaarden, met inbegrip van de premie, niet aanvaardt, dient hij de overeenkomst op te zeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 27, § 9.
Indien de verzekeraar het bewijs levert dat het nieuwe risico kenmerken vertoont die niet vallen binnen zijn aanvaardingscriteria die gelden op het moment van de vervanging van het motorrijtuig, kan hij de overeenkomst opzeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 30, § 11.
In geval van opzegging blijven de verzekeringsvoorwaarden, met inbegrip van de premie, die van toepassing waren vóór de vervanging van het motorrijtuig gelden tot op het ogenblik dat de opzegging ingaat.
14
Artikel 13 Huurovereenkomst
De bepalingen van artikel 10 zijn eveneens van toepassing in geval van beëindiging van de rechten van de verzekeringsnemer op het omschreven motorrijtuig dat hij verkregen heeft ter uitvoering van een huurovereenkomst of een gelijkaardige overeenkomst.
Artikel 14 Opvordering door de overheid
Wanneer het omschreven motorrijtuig in eigendom of in huur wordt opgevorderd, wordt de overeenkomst geschorst door het enkel feit dat de opvorderende overheid het motorrijtuig in bezit neemt.
Beide partijen kunnen de overeenkomst opzeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 27, § 8 of 30, § 8.
Afdeling 4
Duur - premie - wijzigingen van verzekeringsvoorwaarden en premie
Artikel 15 Duur van de overeenkomst
§1. Maximumduur
De duur van de overeenkomst mag niet langer zijn dan één jaar.
§2. Stilzwijgende verlenging
Behalve wanneer één van de partijen zich er ten minste drie maanden vóór de vervaldag van de overeenkomst tegen verzet, overeenkomstig de artikelen 26, 27, § 2 en 30, § 2, wordt de overeenkomst stilzwijgend verlengd voor opeenvolgende periodes van één jaar.
§3. Korte termijn
Overeenkomsten waarvan de duur korter is dan één jaar, worden niet stilzwijgend verlengd tenzij anders is overeengekomen.
Artikel 16 De betaling van de premie
De premie, verhoogd met de taksen en bijdragen, moet ten laatste op de premievervaldag betaald worden op verzoek van de verzekeraar.
Wanneer de premie niet rechtstreeks aan de verzekeraar wordt betaald, is de premiebetaling aan een derde bevrijdend indien deze de betaling vordert en hij voor de inning van de premie klaarblijkelijk als gevolmachtigde van de verzekeraar optreedt.
Artikel 17 Het verzekeringsbewijs
Zodra de verzekeringsdekking aan de verzekeringsnemer verleend wordt, geeft de verzekeraar hem een verzekeringsbewijs waaruit het bestaan van de overeenkomst blijkt.
Het verzekeringsbewijs is niet geldig bij de nietigverklaring van de overeenkomst en houdt op geldig te zijn vanaf de beëindiging van de overeenkomst of vanaf het ogenblik van de opzegging of schorsing van de overeenkomst.
Artikel 18 Niet-betaling van de premie
§1. Ingebrekestelling
De verzekeraar kan bij niet-betaling van de premie op de vervaldag de dekking schorsen of de overeenkomst opzeggen indien de verzekeringsnemer in gebreke is gesteld bij deurwaardersexploot of bij een aangetekende zending.
§2. Schorsing van de dekking
De schorsing van de dekking gaat in na het verstrijken van de termijn vermeld in de ingebrekestelling maar die niet korter mag zijn dan vijftien dagen, te rekenen vanaf de dag volgend op de betekening of de dag volgend op de afgifte van de aangetekende zending.
Als de dekking geschorst werd, maakt de betaling door de verzekeringsnemer van de achterstallige premies, zoals nader bepaald in de laatste ingebrekestelling of gerechtelijke uitspraak, een einde aan die schorsing.
De schorsing van de dekking doet geen afbreuk aan het recht van de verzekeraar de later nog te vervallen premies te eisen op voorwaarde dat de verzekeringsnemer in gebreke werd gesteld overeenkomstig paragraaf 1 en de ingebrekestelling herinnert aan de schorsing van de dekking. Het recht van de verzekeraar wordt evenwel beperkt tot de premies voor twee opeenvolgende jaren.
15
§3. Verhaal van de verzekeraar
In geval van schorsing van de dekking wegens niet-betaling van de premie heeft de verzekeraar een recht van verhaal op de verzekeringsnemer, overeenkomstig de artikelen 44, 45, 1°, 55 en 63.
§4. Opzegging van de overeenkomst
In geval van niet-betaling van de premie kan de verzekeraar de overeenkomst opzeggen, overeenkomstig de artikelen 26 en 30, § 3.
Artikel 19 Wijziging van de premie
Indien de verzekeraar de premie verhoogt, kan de verzekeringsnemer de overeenkomst opzeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 27, § 3.
De mededeling van de premiewijziging gebeurt overeenkomstig de geldende wetgeving.
Indien de premie wijzigt ingevolge een duidelijk en nauwkeurig omschreven bepaling in de verzekeringsovereenkomst beschikt de verzekeringsnemer niet over een opzeggingsrecht. Deze bepaling doet geen afbreuk aan het opzeggingsrecht vermeld in artikel 27, §§ 7 en 9.
Artikel 20 Wijziging van de verzekeringsvoorwaarden
§1. Wijziging van de verzekeringsvoorwaarden ten gunste van de verzekeringsnemer, de verzekerde of elke derde die bij de uitvoering van de overeenkomst betrokken is
De verzekeraar kan de verzekeringsvoorwaarden volledig ten gunste van de verzekeringsnemer, de verzekerde of elke derde die bij de uitvoering van de overeenkomst betrokken is, wijzigen.
Wanneer de premie verhoogt, kan de verzekeringsnemer de overeenkomst opzeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 27, § 3.
§2. Wijziging van bepalingen die een invloed kunnen hebben op de premie of de vrijstelling
Indien de verzekeraar de verzekeringsvoorwaarden met betrekking tot de wijziging van de premie in functie van de schadegevallen die zich hebben voorgedaan, of tot de vrijstelling wijzigt en die wijziging niet volledig ten gunste van de verzekeringsnemer of de verzekerde is, kan de verzekeringsnemer de overeenkomst opzeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 27, § 3.
Indien de vrijstelling wijzigt ingevolge een duidelijk en nauwkeurig omschreven bepaling in de verzekeringsovereenkomst beschikt de verzekeringsnemer niet over een opzeggingsrecht.
§3. Wijziging ingevolge een wetgevende beslissing van een overheid
Indien de verzekeraar de verzekeringsvoorwaarden wijzigt ingevolge een wetgevende beslissing van een overheid, licht de verzekeraar de verzekeringsnemer hierover duidelijk in.
Wanneer de wijziging een premieverhoging tot gevolg heeft, of indien de wijziging niet uniform is voor alle verzekeraars, kan de verzekeringsnemer de overeenkomst opzeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 27, § 3.
Bij gebreke aan duidelijke informatie is de breedste uit de wetgeving voortvloeiende waarborg van toepassing en kan de verzekeringsnemer de overeenkomst opzeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 27, § 3.
De verzekeraar kan de overeenkomst opzeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 30, § 7 indien hij het
bewijs levert dat hij het risico, zoals dit uit het nieuwe wettelijke kader voortvloeit, in geen geval zou verzekerd hebben.
§4. Andere wijzigingen
Indien de verzekeraar andere wijzigingen voorstelt dan deze bedoeld in de §§ 1 tot 3, licht hij de verzekeringsnemer hierover op duidelijke wijze in.
De verzekeringsnemer kan de overeenkomst opzeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 27, § 3.
De verzekeringsnemer heeft eveneens een opzeggingsrecht indien hij van de verzekeraar geen duidelijke informatie ontvangen heeft over de wijziging.
§5. Wijze van meedelen
De mededeling van de wijziging van de verzekeringsvoorwaarden en van de premie gebeurt overeenkomstig de geldende wetgeving.
16
Artikel 21 Faillissement van de verzekeringsnemer
§1. Behoud van de overeenkomst
In geval van faillissement van de verzekeringsnemer blijft de overeenkomst bestaan ten voordele van de massa van de schuldeisers die de verzekeraar het bedrag verschuldigd is van de premies vervallen vanaf de faillietverklaring.
§2. Opzegging van de overeenkomst
De curator van het faillissement en de verzekeraar hebben het recht om de overeenkomst op te zeggen overeenkomstig de artikelen 26, 28 en 30, § 9.
Artikel 22 Overlijden van de verzekeringsnemer
§1. Behoud van de overeenkomst
In geval van overlijden van de verzekeringsnemer blijft de overeenkomst voortbestaan ten voordele van de erfgenamen die verplicht zijn de premies te betalen.
Indien het omschreven motorrijtuig de volle eigendom wordt van één van de erfgenamen of van een legataris van de verzekeringsnemer, blijft de overeenkomst voortbestaan in zijn voordeel.
§2. Opzegging van de overeenkomst
De erfgenamen kunnen de overeenkomst opzeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 29, eerste lid.
De erfgenaam of legataris, die het omschreven motorrijtuig in volle eigendom verkregen heeft, kan de overeenkomst opzeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 29, tweede lid.
De verzekeraar kan de overeenkomst opzeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 30, § 10.
Afdeling 5 Schorsing van de overeenkomst
Artikel 23 Tegenstelbaarheid van de schorsing
De schorsing van de overeenkomst is tegenstelbaar aan de benadeelde persoon.
Artikel 24 Wederinverkeersstelling van het omschreven motorrijtuig
Bij mededeling van de wederinverkeerstelling van het omschreven motorrijtuig wordt de overeenkomst opnieuw in werking gesteld met toepassing van de verzekeringsvoorwaarden, met inbegrip van het tarief, die op dat ogenblik gelden.
Bij de wederinwerkingstelling van de overeenkomst wordt het niet-verbruikte premiegedeelte met de nieuwe premie verrekend.
Indien de verzekeringsvoorwaarden gewijzigd zijn of de premie verhoogd is, kan de verzekeringsnemer de overeenkomst opzeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 27, § 3.
In geval van opzegging blijven de verzekeringsvoorwaarden, met inbegrip van de premie, die van toepassing waren vóór de schorsing van de overeenkomst gelden tot op het ogenblik dat de opzegging ingaat.
Artikel 25 Inverkeerstelling van enig ander motorrijtuig
Bij mededeling van het in het verkeer brengen van enig ander motorrijtuig dat eigendom is van de verzekeringsnemer of van de eigenaar van het vorig omschreven motorrijtuig, wordt de overeenkomst opnieuw in werking gesteld met toepassing van de verzekeringsvoorwaarden, met inbegrip van het tarief, die op dat ogenblik gelden en in functie van het nieuwe risico.
Bij de wederinwerkingstelling van de overeenkomst wordt het niet-verbruikte premiegedeelte met de nieuwe premie verrekend.
Indien de verzekeringsnemer de verzekeringsvoorwaarden, met inbegrip van de premie, niet aanvaardt, dient hij de overeenkomst op te zeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 27, § 9.
Indien de verzekeraar het bewijs levert dat het nieuwe risico kenmerken vertoont die niet vallen binnen zijn aanvaardingscriteria die gelden op het moment van de aanvraag van de wederinwerkingstelling van de overeenkomst, kan hij de overeenkomst opzeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 30, § 11.
In geval van opzegging blijven de verzekeringsvoorwaarden, met inbegrip van de premie, die van toepassing waren vóór de schorsing van de overeenkomst gelden tot op het ogenblik dat de opzegging ingaat.
17
Afdeling 6 Einde van de overeenkomst
Artikel 26 Opzeggingsmodaliteiten
§1. Opzeggingswijze
De opzegging geschiedt bij deurwaardersexploot, per aangetekende zending of door afgifte van de opzeggingsbrief tegen ontvangstbewijs.
De opzegging wegens niet-betaling van de premie kan niet gebeuren door middel van afgifte van de opzeggingsbrief tegen ontvangstbewijs.
§2. Inwerkingtreding van de opzegging
Tenzij anders vermeld in de artikelen 27 en 30, gaat de opzegging in na het verstrijken van een termijn van een maand, te rekenen vanaf de dag volgend op de betekening van het deurwaardersexploot, of in het geval van een aangetekende zending op zijn afgifte, of vanaf de dag volgend op de datum van het ontvangstbewijs.
§3. Premiekrediet
Het premiegedeelte dat betrekking heeft op de periode na de datum van de inwerkingtreding van de opzegging, wordt door de verzekeraar terugbetaald binnen een termijn van dertig dagen vanaf de inwerkingtreding van de opzegging.
Artikel 27 Opzeggingsmogelijkheden voor de verzekeringsnemer
§1. Voor de aanvang van de overeenkomst
De verzekeringsnemer kan de overeenkomst opzeggen wanneer tussen de datum van het sluiten en die van de inwerkingtreding ervan een termijn van meer dan een jaar verloopt. Van deze opzegging moet uiterlijk drie maanden vóór de aanvangsdatum van de overeenkomst kennis gegeven worden.
De opzegging gaat in op de aanvangsdatum van de overeenkomst.
§2. Op het einde van elke verzekeringsperiode
De verzekeringsnemer kan op het einde van elke verzekeringsperiode de overeenkomst opzeggen ten minste drie maanden vóór haar vervaldag.
De opzegging gaat in op die vervaldag.
§3. Wijziging van de verzekeringsvoorwaarden en van de premie
De verzekeringsnemer kan de overeenkomst opzeggen indien de premie, de verzekeringsvoorwaarden of de vrijstelling wijzigen, zoals bedoeld in de artikelen 19 en 20.
De verzekeringsnemer kan de overeenkomst eveneens opzeggen indien hij van de verzekeraar geen duidelijke informatie ontvangen heeft over de wijziging, zoals bedoeld in artikel 20.
§4. Na schadegeval
De verzekeringsnemer kan de overeenkomst opzeggen na een schadegeval waarbij schadeloosstellingen ten gunste van de benadeelden zijn betaald of zullen moeten worden betaald, met uitzondering van de betalingen overeenkomstig artikel 50.
De opzegging dient te gebeuren uiterlijk een maand na de uitbetaling van de schadevergoeding. De opzegging gaat in na het verstrijken van een termijn van drie maanden, te rekenen vanaf de dag volgend op de betekening van het deurwaardersexploot of de dag volgend op de datum van het ontvangstbewijs of, in het geval van een aangetekende zending te rekenen van de dag die volgt op zijn afgifte.
§5. Wijziging van verzekeraar
De verzekeringsnemer kan de overeenkomst opzeggen in geval van overdracht door de verzekeraar van de rechten en verplichtingen die voortvloeien uit de overeenkomst.
De opzegging dient te gebeuren binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de publicatie in het Belgisch Staatsblad van de beslissing van de Nationale Bank van België tot goedkeuring van de overdracht.
De opzegging gaat in na het verstrijken van een termijn van een maand, te rekenen vanaf de dag volgend op de betekening van het deurwaardersexploot of de dag volgend op de datum van het ontvangstbewijs of, in het geval van een aangetekende zending, te rekenen van de dag die volgt op de afgifte, of op de jaarlijkse premievervaldag indien deze vóór het verstrijken van de voornoemde termijn van een maand valt.
Deze opzegmogelijkheid is niet van toepassing op fusies en splitsingen van verzekeringsondernemingen, noch op overdrachten uitgevoerd in het kader van een inbreng van de algemeenheid van goederen of van een tak van werkzaamheid, noch op andere overdrachten tussen verzekeraars die deel uitmaken van eenzelfde geconsolideerd geheel.
18
§6. Stopzetting van de activiteiten van de verzekeraar
De verzekeringsnemer kan de overeenkomst opzeggen in geval van faillissement, gerechtelijke reorganisatie of intrekking van de toelating van de verzekeraar.
§7. Vermindering van risico
De verzekeringsnemer kan de overeenkomst opzeggen indien er bij vermindering van het risico geen akkoord is over het bedrag van de nieuwe premie binnen de maand na de aanvraag tot vermindering van de premie.
§8. Opvordering door de overheid
De verzekeringsnemer kan de overeenkomst opzeggen wanneer deze geschorst is omwille van een opvordering door de overheid in eigendom of in huur van het omschreven motorrijtuig.
§9. Vervanging van motorrijtuig of wederinwerkingstelling van de geschorste overeenkomst
Indien de verzekeringsnemer bij een vervanging van motorrijtuig of wederinwerkingstelling van de geschorste overeenkomst de verzekeringsvoorwaarden, met inbegrip van de premie, niet aanvaardt, dient hij de overeenkomst op te zeggen binnen een termijn van een maand te rekenen vanaf de ontvangst van de kennisgeving ervan.
§10. Combinatiepolis
Wanneer de verzekeraar één of meer waarborgen andere dan deze bedoeld in de artikelen 38, 50, 56 tot en met 59 opzegt, kan de verzekeringsnemer de gehele overeenkomst opzeggen.
Artikel 28 Opzegging door de curator
De curator kan de overeenkomst opzeggen binnen drie maanden die volgen op de faillietverklaring.
Artikel 29 Opzegging door de erfgenamen of legataris
De erfgenamen van de verzekeringsnemer kunnen de overeenkomst opzeggen binnen drie maanden en veertig dagen na het overlijden van de verzekeringsnemer.
De erfgenaam of legataris van de verzekeringsnemer, die het omschreven motorrijtuig in volle eigendom heeft verkregen, kan de overeenkomst opzeggen binnen de maand te rekenen vanaf de dag dat het motorrijtuig hem werd toebedeeld. Deze termijn van een maand doet geen afbreuk aan de termijn van drie maanden en veertig dagen.
Artikel 30 Opzeggingsmogelijkheden voor de verzekeraar
§1. Voor de aanvang van de overeenkomst
De verzekeraar kan de overeenkomst opzeggen wanneer tussen de datum van het sluiten en die van de inwerkingtreding ervan een termijn van meer dan een jaar verloopt. Van deze opzegging moet uiterlijk drie maanden vóór de aanvangsdatum van de overeenkomst kennis gegeven worden.
De opzegging gaat in op de aanvangsdatum van de overeenkomst.
§2. Op het einde van elke verzekeringsperiode
De verzekeraar kan op het einde van elke verzekeringsperiode de overeenkomst opzeggen ten minste drie maanden vóór haar vervaldag.
De opzegging gaat in op die vervaldag.
§3. In geval van niet-betaling van de premie
De verzekeraar kan de overeenkomst opzeggen in geval van niet-betaling van de premie, zelfs zonder voorafgaande schorsing van de dekking, indien de verzekeringsnemer in gebreke gesteld is.
De opzegging gaat in na het verstrijken van de termijn vermeld in de ingebrekestelling, maar ten vroegste vijftien dagen te rekenen vanaf de dag volgend op de betekening of de dag volgend op de afgifte van de aangetekende zending.
De verzekeraar kan zijn verplichting tot het verlenen van dekking schorsen en de overeenkomst opzeggen indien hij dit heeft bepaald in dezelfde ingebrekestelling.
In dat geval gaat de opzegging in na het verstrijken van de termijn door de verzekeraar bepaald, maar ten vroegste vijftien dagen te rekenen vanaf de eerste dag van de schorsing van de dekking.
Wanneer de verzekeraar zijn verplichting tot het verlenen van dekking geschorst heeft en de overeenkomst niet is opgezegd in dezelfde ingebrekestelling, kan de opzegging enkel geschieden mits een nieuwe ingebrekestelling.
19
In dat geval gaat de opzegging in na het verstrijken van de termijn vermeld in de ingebrekestelling, maar ten vroegste vijftien dagen te rekenen vanaf de dag volgend op de betekening of de dag volgend op de afgifte in het geval van een aangetekende zending.
§4. Na schadegeval
1. De verzekeraar kan de overeenkomst slechts opzeggen na een schadegeval waarbij schadeloosstellingen ten gunste van de benadeelden zijn betaald of zullen moeten worden betaald, met uitzondering van de betalingen ingevolge artikel 50.
De opzegging dient te gebeuren uiterlijk een maand na de uitbetaling van de schadevergoeding.
De opzegging gaat in na het verstrijken van een termijn van drie maanden, te rekenen vanaf de dag volgend op de betekening van het deurwaardersexploot of de dag volgend op de datum van het ontvangstbewijs of, in het geval van een aangetekende zending, te rekenen van de dag die volgt op zijn afgifte.
De opzegging na schadegeval van één of meer waarborgen andere dan deze bedoeld in de artikelen 38, 50, 56 tot en met 59, geeft de verzekeraar geen recht om deze waarborgen op te zeggen.
2. De verzekeraar kan, ten allen tijde, de overeenkomst opzeggen na een schadegeval, wanneer de verzekeringsnemer of de verzekerde één van zijn verplichtingen, ontstaan door het schadegeval, niet is nagekomen met de bedoeling de verzekeraar te misleiden, zodra de verzekeraar bij de onderzoeksrechter een klacht met burgerlijke partijstelling heeft ingediend tegen één van deze personen of hem voor
heeft gedagvaard, op basis van de artikelen 193, 196, 197, 496 of 510 tot 520 van het Strafwetboek. Indien de verzekeraar afstand doet van zijn vordering of indien de strafvordering uitmondt in een buitenvervolgingstelling of een vrijspraak, moet de verzekeraar de schade als gevolg van die opzegging vergoeden.
De opzegging gaat in ten vroegste een maand te rekenen van de dag volgend op de betekening, de dag volgend op de datum van het ontvangstbewijs of, ingeval van een aangetekende zending vanaf de dag die volgt op zijn afgifte.
§5. Verzwijging, onjuiste mededeling en verzwaring van het risico
De verzekeraar kan de overeenkomst opzeggen in geval van:
1° onopzettelijke verzwijging of onopzettelijke onjuiste mededeling van gegevens over het risico bij het sluiten van de overeenkomst bedoeld in artikel 4;
2° aanmerkelijke en blijvende verzwaring van het risico in de loop van de overeenkomst bedoeld in artikel 6.
§6. Technische eisen van het motorrijtuig
De verzekeraar kan de overeenkomst opzeggen wanneer:
1° het motorrijtuig niet beantwoordt aan de reglementering op de technische eisen van de motorrijtuigen; 2° het motorrijtuig, onderworpen aan de technische controle, niet of niet meer voorzien is van een geldig
keuringsbewijs.
§7. Nieuwe wettelijke bepalingen
De verzekeraar kan de overeenkomst opzeggen indien hij het bewijs levert dat hij het risico, zoals dit volgt uit de wijziging van de verzekeringsvoorwaarden door een beslissing van de overheid bedoeld in artikel 20, in geen geval zou verzekerd hebben.
§8. Opvordering door de overheid
De verzekeraar kan de overeenkomst opzeggen wanneer deze geschorst is omwille van een opvordering door de overheid in eigendom of in huur van het omschreven motorrijtuig.
§9. Faillissement van de verzekeringsnemer
De verzekeraar kan de overeenkomst opzeggen in geval van faillissement van de verzekeringsnemer ten vroegste drie maanden na de faillietverklaring.
§10. Overlijden van de verzekeringsnemer
De verzekeraar kan de overeenkomst opzeggen na het overlijden van de verzekeringsnemer binnen drie maanden te rekenen vanaf de dag waarop de verzekeraar kennis kreeg van het overlijden.
§11. Vervanging van motorrijtuig of wederinwerkingstelling van de geschorste overeenkomst
Indien de verzekeraar het bewijs levert dat het nieuwe risico kenmerken vertoont die niet vallen binnen zijn aanvaardingscriteria die gelden op het moment van de vervanging of wederinwerkingstelling, kan hij de overeenkomst opzeggen binnen een termijn van een maand te rekenen vanaf de dag waarop hij kennis heeft gekregen van de kenmerken van het nieuwe risico.
20
Artikel 31 Einde van de overeenkomst na schorsing
Indien de geschorste overeenkomst vóór haar vervaldag niet opnieuw in werking wordt gesteld, neemt zij een einde op die vervaldag.
Indien de overeenkomst geschorst wordt binnen de drie maanden vóór die vervaldag, neemt de overeenkomst een einde op de volgende vervaldag.
Het niet-verbruikte premiegedeelte wordt terugbetaald binnen een termijn van dertig dagen vanaf de eindvervaldag.
21
Hoofdstuk 3 Schadegeval
Artikel 32 Aangifte van een schadegeval
§1. Termijn van aangifte
Ieder schadegeval moet onmiddellijk en ten laatste binnen acht dagen nadat het is voorgevallen, schriftelijk worden aangegeven aan de verzekeraar of aan elke met dat doel in de overeenkomst aangewezen persoon. de verzekeraar kan er zich echter niet op beroepen dat deze termijn niet in acht is genomen, indien die mededeling zo spoedig als redelijkerwijze mogelijk is geschied.
Deze verplichting rust op alle verzekerden.
§2. Inhoud van de aangifte
De schadeaangifte moet in de mate van het mogelijke de oorzaken, de omstandigheden en de vermoedelijke gevolgen van het schadegeval vermelden, evenals de naam, de voornaam en de woonplaats van de getuigen en de benadeelden. Voor zover mogelijk wordt hiervoor gebruik gemaakt van het formulier dat de verzekeraar ter beschikking stelt van de verzekeringsnemer.
§3. Bijkomende meldingen
De verzekeringsnemer en de overige verzekerden verschaffen de verzekeraar, of elke met dat doel in de overeenkomst aangewezen persoon, zonder verwijl alle door hem gevraagde nuttige inlichtingen en
documenten. Alle dagvaardingen en in het algemeen alle gerechtelijke en buitengerechtelijke documenten moeten door de verzekerde aan de verzekeraar, of elke met dat doel in de overeenkomst aangewezen persoon overgemaakt worden binnen 48 uur nadat zij aan de verzekerde werden afgegeven of betekend.
Artikel 33 Erkenning van aansprakelijkheid door de verzekerde
Elke erkenning van aansprakelijkheid, elke dading, elke vaststelling van schade, elke belofte van schadevergoeding of elke door de verzekerde gedane betaling, zonder schriftelijke toestemming van de verzekeraar, is hem niet tegenwerpbaar.
Het erkennen van feiten of het verstrekken van eerste geldelijke of medische hulp door de verzekerde kunnen voor de verzekeraar geen grond opleveren om zijn dekking te weigeren.
Artikel 34 Prestatie van de verzekeraar bij schade
§1. Schadevergoeding
De verzekeraar betaalt de in hoofdsom verschuldigde schadevergoeding volgens de bepalingen van de overeenkomst.
De verzekeraar betaalt, zelfs boven de vergoedingsgrenzen de intrest op de in hoofdsom verschuldigde schadevergoeding, de kosten betreffende burgerrechtelijke rechtsvorderingen, met inbegrip van de rechtsplegingvergoeding in strafzaken, alsook de erelonen en de kosten van de advocaten en de deskundigen, maar alleen in zover die kosten door hem of met zijn toestemming zijn gemaakt of, in geval van belangenconflict dat niet te wijten is aan de verzekerde, voor zover die kosten niet onredelijk zijn gemaakt. De kosten gerecupereerd ten laste van derden en de rechtsplegingvergoeding moeten aan de verzekeraar worden terugbetaald.
§2. Vergoedingsgrenzen
Er is geen vergoedingsgrens voor schade voortvloeiend uit lichamelijke letsels.
De vergoedingsgrens voor stoffelijke schade bedraagt 100 miljoen euro per schadegeval. Dit bedrag wordt geïndexeerd overeenkomstig artikel 3 van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen.
§3. Leiding van het geschil
Vanaf het ogenblik dat de verzekeraar tot tussenkomst is gehouden en voor zover deze wordt ingeroepen, is hij verplicht zich achter de verzekerde te stellen volgens de bepalingen van de overeenkomst. Ten aanzien van de burgerrechtelijke belangen en in zover de belangen van de verzekeraar en van de verzekerde samenvallen,
heeft de verzekeraar het recht om, in de plaats van de verzekerde de vordering van de benadeelde te bestrijden. De verzekeraar kan deze laatste vergoeden indien daartoe grond bestaat.
22
§4. Vrijwaring van de rechten van de verzekerde
De tussenkomsten van de verzekeraar houden geen enkele erkenning in van aansprakelijkheid vanwege de verzekerde en zij mogen hem geen nadeel berokkenen.
§5. Mededeling van de schadeafhandeling
De definitieve schadevergoeding of de weigering om te vergoeden worden zo spoedig mogelijk aan de verzekeringsnemer meegedeeld.
§6. Indeplaatsstelling
De verzekeraar die schadevergoeding betaald heeft, treedt ten belope van het bedrag van die vergoeding in de rechten en de rechtsvorderingen van de verzekerde tegen de aansprakelijke derden.
De verzekeraar die schadevergoeding betaald heeft overeenkomstig artikel 50, treedt ten belope van het bedrag van die vergoeding in de rechten en de rechtsvorderingen van de benadeelde tegen de aansprakelijke derden.
Artikel 35 Strafrechtelijke vervolging
§1. Verdedigingsmiddelen
Indien een schadegeval aanleiding geeft tot strafrechtelijke vervolgingen tegen de verzekerde, zelfs indien over de burgerrechtelijke belangen nog geen regeling getroffen is, kan de verzekerde vrij, op eigen kosten, zijn verdedigingsmiddelen kiezen.
De verzekeraar moet zich beperken tot het bepalen van de verdedigingsmiddelen met betrekking tot de omvang van de aansprakelijkheid van de verzekerde en de hoogte van de door de benadeelde partij geëiste bedragen, onverminderd artikel 34 wat de burgerrechtelijke belangen betreft.
De verzekerde is verplicht persoonlijk te verschijnen wanneer de procedure dit vergt.
§2. Rechtsmiddelen na veroordeling
Wanneer de verzekerde strafrechtelijk wordt veroordeeld, mag de verzekeraar er zich noch tegen verzetten dat hij op eigen kosten gebruik maakt van elk mogelijk rechtsmiddel, noch mag hij tussenkomen in de keuze van de rechtsmiddelen in strafzaken.
De verzekeraar heeft het recht om de schadevergoedingen te betalen indien daartoe grond bestaat.
Wanneer de verzekeraar vrijwillig is tussengekomen, moet hij de verzekerde tijdig op de hoogte brengen van elk rechtsmiddel dat de verzekeraar tegen de gerechtelijke beslissing met betrekking tot de omvang van de aansprakelijkheid van de verzekerde instelt; de verzekerde beslist op eigen risico of hij al dan niet het door de verzekeraar ingestelde rechtsmiddel volgt.
§3. Boetes, minnelijke schikkingen en kosten
De geldboetes, de minnelijke schikkingen in strafzaken en de gerechtskosten in strafzaken, onverminderd artikel 34, § 1, tweede lid, zijn niet ten laste van de verzekeraar.
Hoofdstuk 4 Verklaring over de schadegevallen die zich hebben voorgedaan
Artikel 36 Verplichting van de verzekeraar
De verzekeraar maakt binnen vijftien dagen die volgen op iedere vraag van de verzekeringsnemer en op het einde van de overeenkomst, aan deze laatste een verklaring over de schadegevallen die zich hebben voorgedaan over met vermelding van de gegevens waarin de reglementering voorziet.
Hoofdstuk 5 Mededelingen
Artikel 37 Bestemmeling van de mededelingen
§1. De verzekeraar
De voor de verzekeraar bestemde mededelingen en kennisgevingen moeten gedaan worden aan zijn adres, zijn elektronisch adres of aan elke met dat doel in de overeenkomst aangewezen persoon.
§2. De verzekeringsnemer
De voor de verzekeringsnemer bestemde mededelingen en kennisgevingen moeten worden gedaan aan het laatste door de verzekeraar gekende adres. Deze mededelingen en kennisgevingen kunnen met de instemming van de verzekeringsnemer eveneens gebeuren via elektronische post op het laatste door hem aangegeven adres.
23
Titel 1.2
Bepalingen van toepassing op de waarborg wettelijke burgerrechtelijke aansprakelijkheid
Hoofdstuk 1 De waarborg
Artikel 38 Voorwerp van de verzekering
Met deze overeenkomst dekt de verzekeraar overeenkomstig voornoemde wet van 21 november 1989 of in voorkomend geval de toepasselijke buitenlandse wetgeving en volgens de bepalingen van deze overeenkomst, de burgerrechtelijke aansprakelijkheid van de verzekerden als gevolg van een door het verzekerde motorrijtuig veroorzaakt schadegeval.
Deze waarborg dekt eveneens de schade veroorzaakt door een daad van terrorisme, zoals gedefinieerd en geregeld door de wet van 1 april 2007 (BS 15 mei 2007). In dit kader is Ethias toegetreden tot de vzw TRIP (Terrorism Reinsurance and Insurance Pool). Zowel het principe als de modaliteiten m.b.t. de vergoeding van een schadegeval voortvloeiend uit een daad van terrorisme worden voortaan bepaald door een Comité dat losstaat van de verzekeringsondernemingen en dat is opgericht overeenkomstig artikel 5 van de wet van 1 april 2007. Voor het geheel van haar verbintenissen ten aanzien van al haar verzekerden dekt Ethias overeenkomstig de bepalingen van
deze wet gezamenlijk met de andere leden van de vzw en de Belgische Staat de gebeurtenissen voorgevallen in een kalenderjaar ten belope van 1 miljard euro.
Artikel 39 Territoriale dekking
De dekking wordt verleend voor een schadegeval dat zich heeft voorgedaan in enig land waarvoor de dekking verleend wordt volgens het verzekeringsbewijs.
Deze dekking wordt verleend voor de schadegevallen die zich hebben voorgedaan op de openbare weg of op de openbare of de privéterreinen.
Artikel 40 Schadegeval in het buitenland
Wanneer het schadegeval zich heeft voorgedaan buiten het Belgische grondgebied, is de door de verzekeraar verleende dekking die waarin is voorzien door de wetgeving op de verplichte motorrijtuigenverzekering van de Staat op het grondgebied waarvan het schadegeval zich heeft voorgedaan.
De toepassing van die buitenlandse wet mag de verzekerde evenwel niet de ruimere dekking ontnemen die de Belgische wet hem verleent.
Artikel 41 Verzekerde personen
Gedekt wordt de burgerrechtelijke aansprakelijkheid:
1° van de verzekeringsnemer;
2° van de eigenaar, van iedere houder, van iedere bestuurder van het omschreven motorrijtuig en van iedere persoon erdoor vervoerd;
3° van de eigenaar, van iedere houder, van iedere bestuurder en van iedere persoon vervoerd door een verzekerd motorrijtuig bedoeld in de artikelen 10 en 11 volgens de daarin bepaalde voorwaarden;
4° van de persoon die burgerrechtelijk aansprakelijk is voor de voornoemde personen.
Artikel 42 Uitgesloten personen
Zijn van het recht op schadevergoeding uitgesloten:
1° de voor de schade aansprakelijke persoon, behalve indien het de aansprakelijkheid voor andermans daad betreft;
2° de persoon die en in zoverre hij krachtens een wettelijke of reglementaire bepaling van aansprakelijkheid is ontheven.
Voor de toepassing van dit artikel blijft het recht op schadevergoeding evenwel verworven ten voordele van de gedeeltelijk aansprakelijke persoon tot beloop van het deel van zijn schade toe te schrijven aan een verzekerde.
24
Artikel 43 Van vergoeding uitgesloten schade
§1. Het verzekerde motorrijtuig
De schade aan het verzekerde motorrijtuig is uitgesloten.
§2. De vervoerde goederen
De schade aan goederen die door het verzekerde motorrijtuig beroepsmatig en onder bezwarende titel vervoerd worden, is uitgesloten, behoudens de kleding en bagage die persoonlijk toebehoren aan de vervoerde personen.
§3. Schade door vervoerde goederen
De schade die niet veroorzaakt wordt door het gebruik van het verzekerde motorrijtuig maar die enkel te wijten is aan de vervoerde goederen of aan de handelingen die vereist zijn voor dit vervoer is uitgesloten.
§4. Vergunde wedstrijden
De schade die voortvloeit uit de deelname van het verzekerde motorrijtuig aan snelheids-, regelmatigheids- of behendigheidsritten of -wedstrijden waartoe van overheidswege toestemming is verleend, is uitgesloten.
§5. Kernenergie
De schade te vergoeden overeenkomstig de wetgeving betreffende de burgerrechtelijke aansprakelijkheid inzake de kernenergie is uitgesloten.
§6. Diefstal van het verzekerde motorrijtuig
De schade veroorzaakt door de personen die zich door diefstal, geweldpleging of heling de macht over het verzekerd motorrijtuig hebben verschaft, is uitgesloten.
Hoofdstuk 2 Het recht van verhaal van de verzekeraar
Artikel 44 Bepaling van de bedragen die kunnen verhaald worden
Wanneer de verzekeraar gehouden is ten aanzien van de benadeelden heeft hij een recht van verhaal dat betrekking heeft op de netto-uitgaven van de verzekeraar, zijnde de schadevergoedingen in hoofdsom, de gerechtskosten en intresten, verminderd met de eventuele vrijstellingen en de bedragen die hij heeft kunnen recupereren.
Dit recht van verhaal kan enkel toegepast worden in de gevallen en op de personen vermeld in de artikelen 45 tot en met 48, ten belope van het bedrag van het persoonlijk aandeel in de aansprakelijkheid van de verzekerde.
Dit verhaal wordt als volgt bepaald behoudens anders vermeld in de artikelen 45 tot en met 47 :
1° indien de netto-uitgaven niet hoger zijn dan 11 000,00 euro is het bedrag van het verhaal integraal;
2° indien de netto-uitgaven hoger zijn dan 11 000,00 euro wordt dit laatste bedrag verhoogd met de helft van het gedeelte dat het bedrag van 11 000,00 euro overschrijdt. Dit verhaal bedraagt maximum 31 000,00 euro.
Artikel 45 Verhaal op de verzekeringsnemer
De verzekeraar heeft een recht van verhaal op de verzekeringsnemer:
1° in geval de dekking van de overeenkomst geschorst is wegens niet-betaling van de premie overeenkomstig artikel 18;
2° voor het totale bedrag van zijn netto-uitgaven, bedoeld in artikel 44, tweede lid, in geval van opzettelijk verzwijgen of opzettelijk onjuist meedelen van gegevens betreffende het risico bij het sluiten, overeenkomstig artikel 3, of in de loop van de overeenkomst, overeenkomstig artikel 6;
3° voor een bedrag van de netto-uitgaven zoals bepaald in artikel 44, tweede lid, met een maximum van
250,00 euro in geval van onopzettelijk verzwijgen of onopzettelijk onjuist meedelen van gegevens betreffende het risico zowel bij het sluiten, overeenkomstig artikel 4, als in de loop van de overeenkomst, overeenkomstig artikel 6.
25
Artikel 46 Verhaal op de verzekerde
De verzekeraar heeft een recht van verhaal op de verzekerde:
1° wanneer hij bewijst dat deze het schadegeval opzettelijk heeft veroorzaakt, voor het totale bedrag van zijn netto-uitgaven, bedoeld in artikel 44, tweede lid;
2° wanneer hij bewijst dat deze het schadegeval veroorzaakt heeft in één van de volgende gevallen van xxxxx schuld en voor zover de verzekeraar aantoont dat er een oorzakelijk verband bestaat met het schadegeval:
a) rijden in staat van dronkenschap;
b) rijden onder invloed van drugs, medicijnen of hallucinogene stoffen, waardoor de verzekerde niet meer beschikt over de controle van zijn daden;
3° wanneer hij bewijst dat deze het schadegeval veroorzaakt heeft en dader of medeplichtige is van het misdrijf van misbruik van vertrouwen, oplichting of verduistering met betrekking tot het gebruik van het motorrijtuig;
4° in de mate waarin de verzekeraar bewijst dat hij schade geleden heeft wanneer de verzekerde een bepaalde handeling niet verricht heeft binnen een door de overeenkomst vastgestelde termijn. Dit verhaalrecht kan niet uitgeoefend worden indien de verzekerde bewijst dat hij die handeling zo spoedig als redelijkerwijze mogelijk verricht heeft.
Artikel 47 Verhaal op de verzekeringsnemer en de verzekerde
§1. Verhaal met oorzakelijk verband
De verzekeraar heeft een recht van verhaal op de verzekeringsnemer en, indien daartoe grond bestaat, op de verzekerde die niet de verzekeringsnemer is:
1° wanneer op het ogenblik van het schadegeval het omschreven motorrijtuig, dat onderworpen is aan
de Belgische reglementering op de technische controle, niet voldoet aan deze reglementering en in het verkeer gebracht wordt buiten het toegelaten traject. Dit verhaal kan enkel worden toegepast voor zover de verzekeraar aantoont dat er een oorzakelijk verband bestaat tussen de staat van het motorrijtuig en het schadegeval;
2° wanneer het schadegeval zich voordoet tijdens de deelname van het verzekerde motorrijtuig aan een snelheids-, regelmatigheids- of behendigheidsrit of -wedstrijd, waartoe van overheidswege geen toestemming is verleend. Dit verhaal kan enkel worden toegepast voor zover de verzekeraar aantoont dat er een oorzakelijk verband bestaat tussen de deelname aan een dergelijke rit of wedstrijd en het schadegeval;
3° wanneer het schadegeval zich voordoet, terwijl het reglementair of contractueel maximum toegelaten aantal passagiers overschreden is. Dit verhaal is beperkt tot de uitgaven die betrekking hebben op de passagiers en dit evenredig aan de verhouding van het aantal overtallige passagiers tot het aantal werkelijk vervoerde passagiers, onverminderd de toepassing van artikel 44. Dit verhaal kan enkel worden toegepast voor zover de verzekeraar aantoont dat er een oorzakelijk verband bestaat tussen de overschrijding van het toegelaten aantal passagiers en het schadegeval;
4° wanneer het schadegeval zich voordoet, terwijl de vervoerde personen plaatsen innemen in strijd met de reglementaire of contractuele bepalingen, met uitzondering van het overschrijden van het maximum aantal toegelaten passagiers, wordt het verhaal uitgeoefend voor het totaal van de uitgaven die betrekking hebben op deze vervoerde personen, onverminderd de toepassing van artikel 44. Dit verhaal kan enkel worden toegepast voor zover de verzekeraar aantoont dat er een oorzakelijk verband bestaat tussen het innemen van een niet-conforme plaats in het motorrijtuig en het schadegeval.
§2. Verhaal zonder oorzakelijk verband
De verzekeraar heeft een recht van verhaal op de verzekeringsnemer en, indien daartoe grond bestaat, op de verzekerde die niet de verzekeringsnemer is, wanneer hij bewijst dat, op het ogenblik van het schadegeval, het verzekerde motorrijtuig bestuurd wordt:
a) door een persoon die niet voldoet aan de Belgische wettelijke vereiste minimumleeftijd om dat motorrijtuig te besturen;
b) door een persoon die niet beschikt over een geldig rijbewijs om dat motorrijtuig te besturen;
c) door een persoon die specifieke beperkingen inzake het besturen van het motorrijtuig vermeld op zijn rijbewijs niet naleeft;
d) door een persoon die in België een rijverbod heeft zelfs indien het schadegeval zich voordoet in het buitenland.
26
Er is geen recht van verhaal voor de punten a), b) en c) wanneer de persoon, die in het buitenland het motorrijtuig bestuurt, aan de voorwaarden voldoet voorgeschreven door de plaatselijke wet en reglementen om het motorrijtuig te besturen.
Er is geen recht van verhaal voor de punten b), c) en d) indien de verzekerde aantoont dat deze situatie te wijten is aan het niet naleven van een louter administratieve formaliteit.
§3. Aanvechten van het verhaal
De verzekeraar kan echter voor alle situaties vermeld in dit artikel geen verhaal uitoefenen op een verzekerde indien deze aantoont dat de tekortkomingen of de feiten waarop het verhaal gesteund is, te wijten zijn aan een andere verzekerde en dat ze zich hebben voorgedaan in strijd met zijn onderrichtingen of buiten zijn medeweten.
Artikel 48 Verhaal op de dader of de burgerrechtelijk aansprakelijke
De verzekeraar heeft een recht van verhaal op de dader van het schadegeval of de burgerrechtelijk aansprakelijke in het geval van overdracht van de eigendom voor zover hij bewijst dat deze verzekerde een andere persoon is dan deze bedoeld in artikel 10, § 1, vierde lid.
Artikel 49 Toepassing van een vrijstelling
De verzekeringsnemer betaalt aan de verzekeraar het bedrag van de toepasselijke vrijstellingen voorzien in de overeenkomst. Deze betaling overschrijdt nooit de uitgaven van de verzekeraar. De toepassing van de vrijstellingen dient te worden uitgevoerd vóór de toepassing van een eventueel verhaal.
27
Titel 1.3
Bepalingen van toepassing op de vergoeding van bepaalde slachtoffers van verkeersongevallen
Hoofdstuk 1 De vergoedingsplicht
Afdeling 1 Wettelijke basis
Artikel 50 Vergoeding van zwakke weggebruikers
De verzekeraar is verplicht, overeenkomstig artikel 29bis van voornoemde wet van 21 november 1989, alle schade te vergoeden zoals omschreven in vermeld artikel.
Artikel 51 Vergoeding van onschuldige slachtoffers
De verzekeraar is verplicht, overeenkomstig artikel 29ter van voornoemde wet van 21 november 1989, alle schade te vergoeden zoals omschreven in dit artikel.
Afdeling 2 Territoriale afbakening van de vergoedingsplicht
Artikel 52
Territoriale afbakening van de vergoedingsplicht van zwakke weggebruikers
Deze vergoedingsplicht, bedoeld in artikel 50, is van toepassing voor het verzekerde motorrijtuig van zodra het Belgisch recht van toepassing is, met uitsluiting van de ongevallen die zijn voorgevallen in een land dat niet vermeld staat op het verzekeringsbewijs.
De vergoedingsplicht is van toepassing op schadegevallen die zich hebben voorgedaan op de openbare weg of op terreinen die toegankelijk zijn voor het publiek of slechts voor een zeker aantal personen die het recht hebben om er te komen.
Artikel 53
Territoriale afbakening van de vergoedingsplicht van onschuldige slachtoffers
De vergoedingsplicht, bedoeld in artikel 51, is enkel van toepassing voor ongevallen die zijn gebeurd op het Belgisch grondgebied.
De vergoedingsplicht is van toepassing op schadegevallen die zich hebben voorgedaan op de openbare weg of op terreinen die toegankelijk zijn voor het publiek of slechts voor een zeker aantal personen die het recht hebben om er te komen.
Artikel 54 Van vergoeding uitgesloten schade
§1. Vergunde wedstrijden
De schade die voortvloeit uit het deelnemen van het verzekerde motorrijtuig aan snelheids-, regelmatigheids- of behendigheidsritten of –wedstrijden waartoe van overheidswege toestemming is verleend, is uitgesloten.
§2. Kernenergie
De schade te vergoeden overeenkomstig de wetgeving betreffende de burgerrechtelijke aansprakelijkheid inzake de kernenergie, is uitgesloten.
§3. Diefstal van het verzekerde motorrijtuig
De schade die voortvloeit uit de betrokkenheid van het verzekerde motorrijtuig nadat personen door diefstal, geweldpleging of heling de macht erover hebben verkregen, is uitgesloten.
28
Hoofdstuk 2 Het recht van verhaal van de verzekeraar
Artikel 55 Verhaal op de verzekeringsnemer en de verzekerde
De verzekeraar heeft geen recht van verhaal op de verzekeringsnemer, of op de verzekerde, tenzij de verzekeringsnemer of de verzekerde geheel of gedeeltelijk aansprakelijk is voor het ongeval.
In dat geval kan de verzekeraar verhaal uitoefenen overeenkomstig de artikelen 44 tot en met 49.
29
Titel 1.4
Bepalingen van toepassing op de bijkomende waarborgen
Hoofdstuk 1 De waarborgen
Artikel 56 Tijdelijk vervangingsmotorrijtuig
§1. Toepassingsgebied
De dekking strekt zich uit, onder de voorwaarden in dit artikel, tot het gebruik van een aan een derde toebehorend motorrijtuig ander dan het omschreven motorrijtuig, zonder dat hiervoor een mededeling vereist is aan de verzekeraar.
Zijn geen derden, bedoeld in het eerste lid:
• de verzekeringsnemer of, wanneer de verzekeringsnemer een rechtspersoon is, elke bestuurder van het omschreven motorrijtuig waarvan de naam aan de verzekeraar is meegedeeld;
• de personen die bij voornoemde personen inwonen, met inbegrip van zij die om studieredenen buiten het hoofdverblijf van de verzekeringsnemer verblijven;
• de eigenaar of de gebruikelijke houder van het omschreven motorrijtuig.
Deze dekking geldt voor het motorrijtuig dat in vervanging komt van het omschreven motorrijtuig en tot hetzelfde gebruik bestemd is wanneer het omschreven motorrijtuig definitief of tijdelijk onbruikbaar is, wegens onderhoud, aanpassingen, herstellingen, technische keuring of technisch totaal verlies.
Wanneer het omschreven motorrijtuig een twee- of driewieler is, kan de dekking in geen geval slaan op een motorrijtuig op vier of meer wielen.
§2. Verzekerde personen
In hun hoedanigheid van bestuurder, houder of passagier van het vervangingsmotorrijtuig, of van burgerrechtelijk aansprakelijke voor de bestuurder, houder of passagier wordt de burgerrechtelijke aansprakelijkheid gedekt van:
• de eigenaar van het omschreven motorrijtuig;
• de verzekeringsnemer en wanneer de verzekeringsnemer een rechtspersoon is, van de gemachtigde bestuurder van het omschreven motorrijtuig;
• alle personen die bij voornoemde verzekerden inwonen, met inbegrip van zij die om studieredenen buiten het hoofdverblijf van de verzekeringsnemer of de eigenaar verblijven;
• iedere persoon waarvan de naam in de overeenkomst vermeld is.
§3. Inwerkingtreding en duur van de dekking
Deze dekking treedt in werking op het ogenblik dat het omschreven motorrijtuig niet meer kan worden gebruikt en eindigt wanneer het vervangingsmotorrijtuig aan de eigenaar of aan een door deze aangewezen persoon is terugbezorgd.
Het motorrijtuig moet worden terugbezorgd binnen een redelijke termijn na ontvangst van het bericht dat het omschreven motorrijtuig ter beschikking is.
De dekking geldt nooit meer dan dertig dagen.
§4. Dekkingsuitbreiding bij verhaal
Bij het gebruik van een motorrijtuig onder de voorwaarden bedoeld in dit artikel is de dekking eveneens verworven in het geval dat de verzekerde verplicht wordt om de vergoedingen, die aan de benadeelden betaald werden in uitvoering van een andere verzekeringsovereenkomst, terug te betalen ingevolge en overeenkomstig de toepassing van het verhaalsrecht bedoeld in de artikelen 44, 47, § 1, 1°, en 48.
Artikel 57 Slepen van een motorrijtuig
Wanneer het verzekerde motorrijtuig occasioneel om het even welk motorrijtuig met pech sleept, wordt de burgerrechtelijke aansprakelijkheid gedekt van de persoon die de ketting, de tros, het touw, de stang of enige andere benodigdheid voor het slepen, heeft geleverd. In dit geval is de burgerrechtelijke aansprakelijkheid van die persoon eveneens gedekt voor de schade veroorzaakt aan het gesleepte motorrijtuig.
30
Indien het verzekerde motorrijtuig occasioneel een ander motorrijtuig, dat geen aanhangwagen is, met pech sleept, is de schade veroorzaakt door het trekkende motorrijtuig aan het gesleepte motorrijtuig gedekt.
Indien een ander motorrijtuig het verzekerde motorrijtuig occasioneel met pech sleept, is de schade veroorzaakt door het gesleepte motorrijtuig aan het trekkende motorrijtuig gedekt.
Voor de waarborg in het tweede en derde lid wordt de burgerlijke aansprakelijkheid van de personen bedoeld in artikel 41 gedekt.
Artikel 58
Reinigen en herstellen van de binnenbekleding van het verzekerde motorrijtuig
De verzekeraar vergoedt de kosten die de verzekerde werkelijk gemaakt heeft voor de reiniging en de herstelling van de binnenbekleding van het verzekerde motorrijtuig wanneer die kosten voortvloeien uit het kosteloze vervoer van door een verkeersongeval gewonde personen.
Artikel 59 Borgstelling
§1. Eis van een buitenlandse overheid
Eist een buitenlandse overheid, naar aanleiding van een schadegeval dat zich heeft voorgedaan in één van de landen waarvoor de dekking verleend wordt volgens het verzekeringsbewijs, met uitzondering van België, dat ter beveiliging van de rechten van de benadeelden, een bedrag wordt gedeponeerd voor de opheffing van een op het omschreven motorrijtuig gelegd beslag of voor de invrijheidstelling onder borg van de verzekerde, dan schiet de verzekeraar de geëiste borgsom voor of stelt hij zijn persoonlijke borg tot ten hoogste
62 000,00 euro voor het omschreven motorrijtuig en voor alle verzekerden samen, verhoogd met de kosten van de samenstelling en terugvordering van de borgsom, die ten laste zijn van de verzekeraar.
§2. Borgsom betaald door de verzekerde
Werd de borgsom door de verzekerde betaald, dan stelt de verzekeraar zijn persoonlijke borg in de plaats of betaalt hij, indien de borg niet aanvaard wordt, het bedrag van de borgsom aan de verzekerde terug.
§3. Einde van de borgstelling
Zodra de bevoegde overheid aanvaardt de betaalde borgsom vrij te geven of de borgstelling door de verzekeraar op te heffen, moet de verzekerde op vraag van de verzekeraar alle formaliteiten vervullen die van hem gevergd kunnen worden voor de vrijgave of de opheffing van de borgstelling.
§4. Verbeurdverklaring
Wanneer de bevoegde overheid de borgsom gestort door de verzekeraar geheel of gedeeltelijk verbeurd verklaart of aanwendt tot betaling van een geldboete, van een strafrechtelijke dading of van gerechtskosten in strafzaken, dan is de verzekerde gehouden de verzekeraar, op zijn eenvoudig verzoek, terug te betalen.
Artikel 60 Territoriale dekking
Deze bijkomende waarborgen worden verleend overeenkomstig artikel 39.
Artikel 61 Schadegeval in het buitenland
Deze bijkomende waarborgen worden verleend overeenkomstig artikel 40.
Artikel 62 Uitsluitingen
Voor deze bijkomende waarborgen zijn de uitsluitingen bedoeld in de artikelen 42 en 43 van toepassing.
31
Hoofdstuk 2 Het recht van verhaal van de verzekeraar
Artikel 63 Verhaal en vrijstelling
Het recht van verhaal van de verzekeraar bedoeld in de artikelen 44 tot en met 48 en de toepassing van de vrijstelling bedoeld in artikel 49 zijn van toepassing op de artikelen 56 en 57.
Hoofdstuk 3 Bepaling van toepassing op de vergoeding van bepaalde slachtoffers van verkeersongevallen
Artikel 64 Tijdelijk vervangingsmotorrijtuig
Bij gebruik van een motorrijtuig volgens de voorwaarden van artikel 54 zijn de artikelen 50 tot en met 55 van toepassing.
32
Titel 1.5
Aanvullende bepalingen inzake de waarborg burgerlijke aansprakelijkheid
Hoofdstuk 1 A posteriori personalisatiestelsel
Artikel 65 Premiebepaling a posteriori
1. Toepassingsgebied
De volgende bepalingen zijn van toepassing op de premies voor motorrijtuigen voor toerisme en zaken of voor gemengd gebruik en motorrijtuigen bestemd voor het vervoer van zaken waarvan de MTM 3,5 ton niet overschrijdt.
2. De gradenschaal en de ermee overeenstemmende premies
Graad | Premieniveau ten opzichte van het basisniveau 100 |
22 | 200 |
21 | 160 |
20 | 140 |
19 | 130 |
18 | 123 |
17 | 117 |
16 | 111 |
15 | 105 |
14 | 100 |
13 | 95 |
12 | 90 |
11 | 85 |
10 | 81 |
9 | 77 |
8 | 73 |
7 | 69 |
6 | 66 |
5 | 63 |
4 | 60 |
3 | 57 |
2 | 54 |
1 | 54 |
0 | 54 |
3. Toetredingsmechanisme tot het stelsel
In geval van afwezigheid van een « verklaring over de schadegevallen die zich hebben voorgedaan » afgeleverd door een onderneming opgericht binnen de Europese Unie, wordt de startgraad als volgt bepaald:
a) voor alle voertuigen ingeschreven op een rechtspersoon, gebeurt de toetreding tot het stelsel in graad 14 (100 %);
b) voor de voertuigen ingeschreven op een natuurlijke persoon, die niet gebruikt worden voor beroepsdoeleinden, zowel voor eigen rekening als voor rekening van de werkgever, gebeurt de toetreding tot het stelsel in graad 11 (85 %).
33
Het begrip beroepsdoeleinden omvat niet de volgende verplaatsingen:
• verplaatsingen voor privé doeleinden en op de weg van en naar het werk (verplaatsingen tussen twee arbeidsplaatsen worden als beroepsgebruik beschouwd);
• door zelfstandigen die voltijds een sedentair beroep uitoefenen;
• door de bedienaars van een door de wet erkende eredienst.
Als de kandidaat verzekeringsnemer of verzekerde geldig verzekerd geweest is door verschillende maatschappijen, is hij gehouden om een « verklaring over de schadegevallen die zich hebben voorgedaan » voor te leggen per maatschappij, met dien verstande dat de samengevoegde observatieperiodes beperkt zijn tot vijf jaar.
Hij is ook gehouden aan de verzekeraar de schadegevallen aan te geven die voorgekomen zijn sinds de datum van uitgifte van het door de laatste maatschappij afgeleverde verklaring tot op de aanvangsdatum van de overeenkomst.
4. Verplaatsingsmechanisme op de gradenschaal
De premie wijzigt op elke jaarlijkse premievervaldag volgens de hierboven vermelde gradenschaal in functie van het aantal schadegevallen en overeenkomstig de hierna omschreven regels.
Om de personalisatiegraad te doen veranderen, worden alleen de schadegevallen in aanmerking genomen waarvoor de verzekeraar die het risico dekte op het tijdstip van het schadegeval, aan de benadeelden een schadevergoeding betaald heeft of zal moeten betalen.
De geobserveerde verzekeringsperiode wordt elk jaar afgesloten uiterlijk op de 15de van de maand die aan de maand van de jaarlijkse premievervaldag voorafgaat. Indien zij, om welke reden ook, korter is dan negen maanden en half, zal zij bij de volgende observatieperiode gevoegd worden.
5. Werkingswijze van het mechanisme
De verplaatsingen geschieden volgens het volgend mechanisme:
a) per geobserveerde verzekeringsperiode: onvoorwaardelijke daling met één graad;
b) per geobserveerde verzekeringsperiode met één of meer schadegevallen: stijging met vijf graden per schadegeval.
6. Beperkingen aan het mechanisme
a) Ongeacht het aantal jaren zonder schadegeval of het aantal schadegevallen zullen de graden 0 of 22 nooit overschreden worden.
b) De verzekerde die tijdens vier opeenvolgende geobserveerde verzekeringsperiodes geen schadegeval gehad heeft en niettemin nog steeds op een hogere graad dan 14 staat, wordt automatisch op de basisgraad 14 teruggebracht.
7. Verbetering van de graad
Indien blijkt dat de personalisatiegraad van een verzekeringsnemer verkeerdelijk bepaald of gewijzigd werd, wordt de graad verbeterd met een retro activiteit van maximum drie jaar en worden de premieverschillen die er uit voortvloeien, respectievelijk aan de verzekeringsnemer terugbetaald of door de verzekeraar opgeëist.
8. Verandering van motorrijtuig
De verandering van motorrijtuig heeft geen enkele invloed op de personalisatiegraad.
9. Opnieuw van kracht worden
Indien een geschorste overeenkomst opnieuw van kracht wordt, blijft de op het ogenblik van de schorsing bereikte personalisatiegraad van toepassing.
34
Titel 2
Verzekering van het motorrijtuig
Gemeenschappelijke algemene voorwaarden voor de verzekering van het motorrijtuig tegen brand, diefstal, stoffelijke schade en afzonderlijke glasbraak
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van de aanvullende waarborgen die het voorwerp uitmaken van deze Titel 2 wordt verstaan onder:
1. de verzekeraar: de verzekeringsonderneming waarmee de overeenkomst gesloten wordt zijnde, Ethias nv, xxx xxx Xxxxxxxxx 00, 0000 Xxxx
Verzekeringsonderneming toegelaten onder het nr. 0196 voor de beoefening van alle verzekeringstakken Niet-Leven, de levensverzekeringen, de bruidsschats- en geboorteverzekeringen (KB van 4 en 13 juli 1979, BS van 14 juli 1979) alsook de kapitalisatieverrichtingen (Beslissing CBFA van 9 januari 2007,
BS van 16 januari 2007)
RPR Luik BTW BE 0404.484.654 Rekening Belfius Bank: XX00 0000 0000 0000 BIC: XXXXXXXX;
2. de verzekeringsnemer
de persoon die de overeenkomst met de verzekeraar sluit;
3. de verzekerde
a) de verzekeringsnemer;
b) de eigenaar, de houder en de gemachtigde bestuurder van het verzekerd voertuig.
Nochtans zijn alleen de eigenaar (of een door hem aangeduide persoon) of, bij zijn onstentenis, zijn rechthebbenden bevoegd om enige schadevergoeding krachtens deze verzekering te ontvangen;
4. een motorrijtuig
rijtuig, bestemd om zich over de grond te bewegen en die door een mechanische kracht kan worden gedreven zonder aan spoorstaven te zijn gebonden, ongeacht het type van aandrijvingskracht of de maximale snelheid;
5. het omschreven motorrijtuig
het in de overeenkomst omschreven motorrijtuig;
6. het verzekerd motorrijtuig
uitgezonderd de waarborgen brand en diefstal:
a) het omschreven motorrijtuig;
b) volgens de in de overeenkomst vermelde voorwaarden en beperkingen.
Het tijdelijke vervangingsmotorrijtuig, gebruikt conform artikel 56 van de bijlage bij het KB betreffende de minimumvoorwaarden voor de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen
(KB van 16 april 2018);
inzake de waarborgen brand en diefstal : het omschreven motorrijtuig;
7. het schadegeval
ieder feit dat schade veroorzaakt heeft en aanleiding kan geven tot de toepassing van de overeenkomst.
35
Artikel 2 Omvang van de dekking
De verzekering van het omschreven motorrijtuig is geldig in de hele wereld.
De hieronder vermelde artikelen van titel 1.1, overgenomen uit de bijlage bij het KB betreffende de minimumvoorwaarden voor de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen
(KB van 9 februari 2019), zijn eveneens van toepassing:
• verplicht mee te delen gegevens bij het sluiten van de overeenkomst (artikel 2 tot en met 4);
• verplicht mee te delen gegevens in de loop van de overeenkomst (artikel 5 tot en met 9);
• duur - premie - wijziging van de verzekeringsvoorwaarden en premie (artikel 15 tot en met 22);
• schorsing van de overeenkomst (artikel 23 tot en met 25);
• einde van de overeenkomst (artikel 26 tot en met 31);
• mededelingen (artikel 37).
De aanvullende waarborgen waarvan sprake in deze Titel 2 zijn slechts verworven voor zover ze uitdrukkelijk vermeld zijn in de bijzondere voorwaarden.
Artikel 3 Schadeaangifte
§1. Termijn van aangifte
Ieder schadegeval moet onmiddellijk en ten laatste binnen acht dagen nadat het is voorgevallen, schriftelijk worden aangegeven aan de verzekeraar of aan elke met dat doel in de overeenkomst aangewezen persoon. De verzekeraar kan er zich echter niet op beroepen dat deze termijn niet in acht is genomen, indien die mededeling zo spoedig als redelijkerwijze mogelijk is geschied.
Deze verplichting rust op alle verzekerden.
§2. Inhoud van de aangifte
De schadeaangifte moet in de mate van het mogelijke de oorzaken, de omstandigheden en de vermoedelijke gevolgen van het schadegeval vermelden, evenals de naam, de voornaam en de woonplaats van de getuigen en de benadeelden. Voor zover mogelijk wordt hiervoor gebruik gemaakt van het formulier dat de verzekeraar ter beschikking stelt van de verzekeringsnemer.
§3. Bijkomende meldingen
De verzekeringsnemer en de overige verzekerden verschaffen de verzekeraar, of elke met dat doel in de overeenkomst aangewezen persoon, zonder verwijl alle door hem gevraagde nuttige inlichtingen en
documenten. Alle dagvaardingen en in het algemeen alle gerechtelijke en buitengerechtelijke documenten moeten door de verzekerde aan de verzekeraar, of elke met dat doel in de overeenkomst aangewezen persoon overgemaakt worden binnen 48 uur nadat zij aan de verzekerde werden afgegeven of betekend.
Artikel 4 Wat is niet verzekerd
De verzekeraar verzekert niet:
1. de schadegevallen indien de verzekeraar bewijst dat ze opzettelijk door de verzekerde werden veroorzaakt;
2. de schadegevallen die rechtstreeks of onrechtstreeks voortkomen van een verschijnsel van wijziging in de atoomkern of van radioactiviteit;
3. de schadegevallen overkomen tijdens oorlog of burgerlijke onlusten wanneer de verzekerde deelneemt aan deze gebeurtenissen;
4. de schadegevallen overkomen wanneer de waarborg geschorst is wegens niet-betaling van de premie zoals bepaald in de voorwaarden voorzien in artikel 18 van Titel 1;
5. de schadegevallen overkomen terwijl het risico gewijzigd werd zonder naleving van de voorwaarden voorzien in artikel 6, 7 en 8 van Titel 1;
6. de belettering aangebracht op het omschreven voertuig, evenals de verschillende vaste technische aanpassingen aan het omschreven voertuig die specifiek zijn voor het gebruik ervan, behalve wanneer ze zijn opgenomen in de verzekerde waarde.
36
Artikel 5 Beginselen van schadeloosstelling
Wanneer de door een gewaarborgd schadegeval aan het verzekerde motorrijtuig veroorzaakte schade herstelbaar is, betaalt de verzekeraar de kosten voor herstelling terug, na aftrek van de eventuele vrijstelling.
Bij totaal verlies betaalt de verzekeraar de vergoeding voorzien in de speciale en bijzondere voorwaarden, na aftrek van de eventuele vrijstelling. Behalve andersluidend beding belast de verzekeraar zich met de verkoop van het wrak. Indien de verzekerde het wrak behoudt wordt de voorziene vergoeding verminderd met de waarde van het wrak.
Er is totaal verlies wanneer het verzekerde motorrijtuig:
1. niet meer teruggevonden wordt binnen de vastgestelde vergoedingstermijn bepaald in de waarborg diefstal;
2. niet meer kan hersteld worden of wanneer de kosten voor herstelling de waarde van het verzekerde motorrijtuig op de dag van het schadegeval overtreffen; deze waarde wordt vastgesteld volgens de modaliteiten voorzien in de speciale en bijzondere voorwaarden en verminderd met de waarde van het wrak.
Artikel 6 Verplichting van de verzekeringsnemer
Alvorens te laten overgaan tot de herstelling van het beschadigde verzekerde motorrijtuig moet de verzekerde de verzekeraar een bestek van de geschatte kosten toezenden opdat deze kan beslissen welke actie te ondernemen.
Indien er een dringende reden bestaat voor onmiddellijke herstelling of onmiddellijke vervanging van de stukken, is het de verzekerde toegelaten hiertoe te laten overgaan zonder voorafgaandelijke mededeling aan de verzekeraar
op voorwaarde dat het bedrag van de schade de 600,00 euro, btw niet inbegrepen, niet te boven gaat en de uitgave met een gedetailleerde factuur gestaafd wordt.
Indien de schade omvangrijker is en indien de verzekeraar niet gereageerd heeft binnen de acht dagen na de aangetekende verzending van het bestek, mag de verzekerde voor rekening van de verzekeraar laten overgaan tot de nodige herstellingen of vervangingen.
Artikel 7 Schatting van de schade
De verzekeraar kan de schade laten schatten door een door haar gekozen deskundige waarvoor zij de erelonen en kosten draagt. Indien er een beroep moet gedaan worden op een rechtsprocedure teneinde het bedrag van de schade te bepalen en in dit kader een derde deskundige dient aangeduid te worden, neemt de verzekeraar de erelonen en kosten ten laste indien de bekomen beslissing gunstig is voor de verzekerde.
Artikel 8 Ontoereikendheid van de verzekerde waarde
Indien de verzekerde waarde lager ligt dan hetzij de cataloguswaarde, hetzij de werkelijke waarde van het omschreven motorrijtuig, btw niet inbegrepen, zoals voorzien in de speciale en bijzondere voorwaarden, zal bij schadegeval de evenredigheidsregel toegepast worden.
Artikel 9 Diverse kosten
De verzekeraar betaalt eveneens tot maximum 1 250,0 euro, btw niet inbegrepen, de blussingskosten van de brand, de stallingskosten, de vervoerskosten (deze voor repatriëring inbegrepen) van het beschadigde verzekerde motorrijtuig naar de hersteller en de voor het opstellen van het bestek noodzakelijke demontagekosten.
De vervoerskosten, waarvan sprake hierboven, worden enkel vergoed indien het motorrijtuig niet meer geschikt is om, met de eigen technische middelen, de normale weg te vervolgen.
Bovendien, zal de verzekeraar de kosten geïnd door het keuringsstation terugbetalen, wanneer het omschreven motorrijtuig, onderworpen aan de Belgische reglementering op de technische controle, na herstelling, aangeboden dient te worden aan een keuringsstation.
Artikel 10 Verduidelijkingen
In geen geval is de verzekeraar gehouden tot andere vergoedingen dan deze voorzien in de algemene, de bijzondere en de speciale voorwaarden.
37
Artikel 11 Dekking van het toebehoren
Bij het onderschrijven van de overeenkomst kan de verzekering worden uitgebreid tot het niet origineel gemonteerde toebehoren, door middel van een vermelding in de overeenkomst, en met aanduiding van hun werkelijke aankoopwaarde.
De toebehoren die werden gemonteerd na de onderschrijving van de overeenkomst, zullen gratis worden verzekerd tot beloop van 1 000,00 euro, btw niet inbegrepen, voor zover het bewijs van de inbouw in het voertuig geleverd wordt met een gedateerde en voor voldaan verklaarde factuur. De na de onderschrijving gemonteerde toebehoren zullen boven dit bedrag verzekerd zijn mits betaling van een meerpremie en hun vermelding in de overeenkomst, met aanduiding van hun werkelijke aankoopwaarde, btw niet inbegrepen. Onder het begrip « toebehoren » dient te worden verstaan de uitrustingen die integraal deel uitmaken van het voertuig, er op een definitieve manier zijn in vastgemaakt en die niet onafhankelijk van het voertuig kunnen gebruikt worden, met dien verstande dat belettering niet als toebehoren wordt beschouwd.
Artikel 12 Btw
De verzekeraar betaalt de btw terug in de mate dat zij niet wettelijk kan worden teruggevorderd:
1. in geval van gedeeltelijk schadegeval: op de herstellingskosten mits het voorleggen van de herstellingsfactuur;
2. bij totaal verlies op het vergoedingsbedrag dat is vastgesteld overeenkomstig de algemene, speciale of bijzondere voorwaarden en voor zover de verzekerde de btw effectief betaald heeft bij de aankoop van het voertuig.
Artikel 13 Belasting op de inverkeerstelling (hieronder biv)
De verzekeraar zal de BIV vergoeden die, werkelijk, werd betaald bij het verwerven van het omschreven motorrijtuig, voor zover het omschreven motorrijtuig totaal verlies werd verklaard en het vervolgens werd vervangen.
Het bedrag van de vergoeding zal worden bepaald op basis van de van toepassing zijnde waarborg, te weten:
1. als de waarborg een toepassing van afschrijvingscoëfficienten voorziet, zal de BIV worden terugbetaald op basis van de afschrijvingscoëfficienten van de betrokken dekking;
2 als de waarborg niet of niet meer een toepassing van afschrijvingscoëfficiënten voorziet, zal het percentage van de terugbetaalde BIV overeenstemmen met de ratio tussen enerzijds de actuele waarde vóór ongeval bepaald door een expert (teller) en anderzijds de verzekerde waarde (noemer).
Artikel 14 Verdeling van de schadelast in geval van meerdere verzekeringen
Als het verzekerde motorrijtuig voor hetzelfde risico verzekerd is bij meerdere verzekeraars, dan kan de verzekerde bij schadegeval vergoeding vragen bij elke verzekeraar, binnen de limieten van de verplichtingen van ieder van hen, en tot beloop van de vergoeding waarop hij recht heeft. Behalve in geval van fraude, mag geen enkele van
de verzekeraars zich beroepen op het bestaan van een ander contract dat hetzelfde risico dekt om dekking te weigeren.
Behalve indien de verzekeraars onderling overeenkomen over een andere verdeelsleutel, zal de schadelast als volgt worden verdeeld:
1. als de waarde van het verzekerde motorrijtuig kan worden vastgesteld, zal de verdeling gebeuren tussen de verzekeraars in verhouding tot hun respectievelijke verplichtingen;
2. als de waarde van het verzekerde motorrijtuig niet kan worden vastgesteld, zal de verdeling gebeuren in gelijke delen tussen alle contracten tot beloop van het maximum gemeenschappelijke bedrag verzekerd door de verschillende contracten; zonder dat er rekening gehouden wordt met de contracten waarvan de effectief toegekende dekking dit laatste bedrag bereikt, zal het eventuele overschot van de vergoeding op dezelfde manier worden verdeeld tussen de andere contracten, deze techniek van verdeling zal worden herhaald in opeenvolgende schijven tot beloop van het totale schadevergoedingsbedrag of van de effectief toegekende waarborgen van het geheel der contracten;
3. als één of meerdere verzekeraars hun gehele aandeel of een gedeelte ervan niet kunnen betalen, wordt dit gedeelte verdeeld onder de andere verzekeraars op de wijze die is voorzien in 2, echter zonder dat het door elk van hen afzonderlijk verzekerde bedrag kan worden overschreden.
Als één of meerdere verzekeraars hun gehele aandeel of een gedeelte ervan niet kunnen betalen, dan hebben de andere verzekeraars recht op verhaal tegen hen in de mate dat zij een bijkomende schadelast hebben opgenomen.
38
Speciale voorwaarden voor de verzekering tegen brand
Artikel 15 Omvang van de dekking
De verzekeraar verzekert het omschreven motorrijtuig, daarbij inbegrepen het oorspronkelijk gemonteerde toebehoren, tegen brand, schade door vuur, ontploffing, steekvlammen, bliksem, de schade veroorzaakt door verbranding zonder vlam en kortsluiting in de elektrische installatie, waar de gebeurtenis zich ook voordoet en wat er ook de oorzaak van zij.
Artikel 16 Wat is niet verzekerd
De verzekeraar komt niet tussen in de volgende gevallen:
1. de schade veroorzaakt door de lading van licht ontvlambare of ontplofbare stoffen of goederen behalve wanneer het gaat om:
a) de brandstofreserve bestemd voor het gebruik van het omschreven motorrijtuig;
b) gasflessen of andere met brandbare stoffen gevulde producten voor huishoudelijk gebruik;
2. de schade veroorzaakt door toedoen van dieven;
3. de gevallen vermeld in Titel 2 artikel 4 van de algemene voorwaarden.
Artikel 17 Uitbreiding van de dekking
Het niet oorspronkelijk gemonteerde toebehoren, kledingstukken en bagage (juwelen en geld altijd uitgesloten), alsmede andere vervoerde voorwerpen zijn slechts verzekerd voor zover ze uitdrukkelijk vermeld zijn in de bijzondere voorwaarden.
Speciale voorwaarden voor de verzekering tegen diefstal
Artikel 18 Omvang van de dekking
De verzekeraar verzekert het omschreven motorrijtuig, daarbij inbegrepen het oorspronkelijk gemonteerde toebehoren:
1. tegen diefstal gepleegd door inbraak evenals de schade toegebracht door dergelijke diefstal of de poging ertoe;
2. tegen diefstal gepleegd met lichamelijk geweld evenals de schade toegebracht door dergelijke diefstal of de poging ertoe;
3. tegen diefstal na braak en indringing in het gebouw waar het motorrijtuig is geparkeerd evenals de schade toegebracht door dergelijke diefstal of de poging ertoe;
4. tegen diefstal van de sleutels van het omschreven motorrijtuig bij acuut gevaar voor diefstal van of in het motorrijtuig. In deze hypothese vergoedt de verzekeraar ook de kosten voor het vervangen van de sloten of het opnieuw programmeren van de gecodeerde sleutels of kaarten. Deze waarborguitbreiding is niet van
toepassing indien de sleutels of kaarten neergelegd of onbeheerd achtergelaten werden in een voor het publiek toegankelijke plaats of gewoon verloren zijn.
Artikel 19 Wat is niet verzekerd
De verzekeraar verzekert het omschreven motorrijtuig, daarbij inbegrepen de oorspronkelijk gemonteerde toebehoren, niet tegen diefstal, poging tot diefstal of de beschadigingen erdoor toegebracht:
1. indien deze gepleegd werd door of met de medeplichtigheid van:
a) de echtgenoot van de verzekeringsnemer of verzekerde;
b) een persoon die gewoonlijk of occasioneel op hetzelfde adres verblijft als de verzekeringsnemer of de verzekerde;
c) de verwanten in de opgaande en nederdalende lijn, in de rechte- of zijlijn tot in de vierde graad van de verzekeringsnemer of van de verzekerde;
d) een aangestelde van de verzekeringsnemer of de verzekerde;
e) een persoon aan wie de verzekeringsnemer of de verzekerde het omschreven motorrijtuig en/of de sleutels of de gecodeerde kaart ervan heeft toevertrouwd;
39
2. in geval van diefstal of poging tot diefstal van toebehoren zonder gelijktijdige diefstal van het omschreven motorrijtuig, gepleegd hetzij door aangestelden van de verzekeringsnemer of van de verzekerde, hetzij door personen aan wie de verzekeringsnemer of de verzekerde zou toegestaan hebben het omschreven motorrijtuig te gebruiken, hetzij nog door de bewaarnemer van het omschreven motorrijtuig of zijn personeel;
3. indien deze het gevolg zijn van de volgende omstandigheden:
a) het loutere verlies van de sleutels of gecodeerde kaart van het motorrijtuig;
b) het achterlaten of vergeten van een sleutel of gecodeerde kaart van het motorrijtuig in of op het motorrijtuig;
c) het niet activeren van de anti-diefstal beveiliging waarmee het voertuig is uitgerust. Deze uitsluiting is niet van toepassing wanneer het beveiligingssysteem automatisch in werking treedt en de verzekerde niet weet dat het niet operationeel is;
4. in geval van diefstal of poging tot diefstal als gevolg van misbruik van vertrouwen en de hieruit voortvloeiende gevolgen;
5. in geval van diefstal of poging tot diefstal als gevolg van daden van vandalisme;
6. in de gevallen vermeld in artikel 4 Titel 2 van de algemene voorwaarden.
Als het omschreven voertuig rijdt in het kader van een leasingcontract, een huurcontract, een ter beschikking stelling of eender welke gelijkaardige overeenkomst, dan zijn tevens uitgesloten: de diefstal van het omschreven voertuig, schade aan het omschreven voertuig als gevolg van diefstal of poging tot diefstal en/of misbruik van vertrouwen met als daders of als medeplichtigen:
a) de cliënt huurder;
b) zijn partner;
c) elke persoon die gewoonlijk of occasioneel verblijft op hetzelfde adres als de cliënt huurder;
d) de verwanten in de opgaande en nederdalende lijn en aanverwanten in de rechte- of zijlijn tot de vierde graad van de cliënt huurder;
e) zijn aangestelde;
f) elke persoon aan wie de cliënt huurder het voertuig of de sleutels of de gecodeerde kaart zou hebben toevertrouwd.
Artikel 20 Verplichting van de verzekerde
Bij schadegeval moet onmiddellijk klacht worden neergelegd bij een bevoegde gerechtelijke overheid of politie.
Indien de verzekerde nalaat klacht in te dienen binnen de drie dagen nadat hij kennis heeft van het schadegeval verliest hij, behalve in geval van overmacht, elk recht op de waarborg.
Artikel 21 Schadeloosstelling
In geval van diefstal van het omschreven motorrijtuig, betaalt de verzekeraar de verschuldigde vergoeding ten laatste de 30ste dag die volgt op de ontvangst van de aangifte van schade, indien het motorrijtuig ondertussen niet werd teruggevonden. De verzekeraar betaalt eveneens de verschuldigde vergoeding indien het motorrijtuig binnen de vermelde termijn teruggevonden werd maar niet ter beschikking gesteld werd van de verzekerde bij het verlopen van deze termijn.
Indien het gestolen motorrijtuig na deze termijn teruggevonden wordt, kan de verzekerde het motorrijtuig ofwel terugnemen tegen terugbetaling van de ontvangen vergoeding - terwijl de eventuele kosten van de herstelling ten laste zijn van de verzekeraar - ofwel overlaten aan de verzekeraar en de vergoeding behouden.
Hetzelfde geldt voor de gewaarborgde diefstal van toebehoren of andere voorwerpen.
40
Speciale voorwaarden voor de verzekering tegen stoffelijke schade
Artikel 22 Omvang van de dekking
De verzekeraar verzekert de schade door ongeval veroorzaakt aan het verzekerde motorrijtuig, daarbij inbegrepen de oorspronkelijk gemonteerde toebehoren, in het bijzonder de schade door schok, val, aanrijding, omkantelen en haakslaan.
Zijn eveneens verzekerd:
1. de schade veroorzaakt door een kwaadwillige daad van derden;
2. de gevolgen van het neerstorten van rotsen, steenval, terreinverschuivingen, lawines, druk van sneeuwmassa’s, storm, hagel, overstroming, orkaan, tornado, wervelstorm, aardbeving, vulkaanuitbarsting, vloedgolf;
3. de schade overkomen tijdens het vervoer per spoor, over zee of door de lucht en gedurende het ermee gepaard gaande laden en lossen;
4. de schade te wijten aan een onverwachte aanraking met een dier;
5. de beschadiging van banden die voortvloeit uit een daad van vandalisme en waarvoor een klacht wordt neergelegd binnen de 48 uur na de vaststelling van de feiten;
6. de schade veroorzaakt aan de verf en lak aan de buitenkant van het verzekerd motorrijtuig, die voortvloeit uit de val van een chemische stof of vogel uitwerpselen. Deze dekking is enkel verworven indien de verzekerde kan aantonen dat op het ogenblik van de feiten, hij niet in de mogelijkheid was om actie te ondernemen en hierdoor de schade te vermijden.
Bovendien dekt de verzekeraar tot maximum 250,00 euro, btw niet inbegrepen, de terugbetaling van de werkelijk gedane kosten voor de reiniging of herstelling van de binnenbekleding van het verzekerd motorrijtuig (behalve zo het een ziekenwagen is), alsmede de kledijschade van de verzekerde en van de hem vergezellende personen indien deze schade het gevolg is van het kosteloos vervoer van een bij een verkeersongeval gewonde persoon.
Artikel 23 Wat is niet verzekerd
Naast de gevallen in artikel 4 Titel 2 van de algemene voorwaarden verzekeren wij niet:
1. het afzonderlijk breken van de voorruit en/of zij- en achterruiten en/of het opengaande doorzichtige gedeelte van het dak of zijn equivalent in kunststof;
2. de schade veroorzaakt:
a) ten gevolge van een gebeurtenis vermeld in de bovenvermelde speciale voorwaarden voor de verzekering tegen brand of diefstal;
b) aan de onderdelen van het verzekerde motorrijtuig ten gevolge van slijtage, constructie- of materiaalfout, of van het duidelijk slecht onderhoud van deze onderdelen;
c) door de vervoerde voorwerpen, het laden of lossen ervan, of ten gevolge van het gewicht van de lading van het verzekerde motorrijtuig;
d) aan de banden, behalve wanneer ze zich tegelijkertijd met een andere gewaarborgde schade voordoet of in geval van een daad van vandalisme;
e) wanneer het verzekerde motorrijtuig in huur is gegeven behalve wanneer het gebruikt wordt in uitvoering van een leasingcontract, een huurcontract, een terbeschikkingstelling of een ander gelijkaardige overeenkomst;
f) bij de voorbereiding op of de deelname aan snelheids-, regelmatigheids- of behendigheidsritten of wedstrijden. Blijft nochtans gewaarborgd de schade veroorzaakt ter gelegenheid van een rally met uitsluitend een toeristisch doel;
g) wanneer op het ogenblik van het schadegeval het verzekerde motorrijtuig, dat onderworpen is aan de Belgische reglementering op de technische controle, niet voldoet aan deze reglementering en in het verkeer gebracht wordt buiten het toegelaten traject. Dit verval van dekking kan enkel worden toegepast voor zover de verzekeraar aantoont dat er een oorzakelijk verband bestaat tussen de toestand van het motorrijtuig en het schadegeval;
h) wanneer op het ogenblik van het schadegeval het verzekerde motorrijtuig bestuurd wordt door een persoon die niet voldoet aan de voorwaarden voorgeschreven door de Belgische wet en reglementeringen om dit motorrijtuig te mogen besturen, bijvoorbeeld door een persoon die de vereiste minimumleeftijd niet heeft bereikt, door een persoon die geen rijbewijs heeft of door een persoon die van het recht op sturen vervallen verklaard is;
41
i) aan de binnenkant van het verzekerde motorrijtuig veroorzaakt door het voortdurende krabben of bijten van een dier;
j) wanneer op het ogenblik van het schadegeval de bestuurder in staat van alcoholvergiftiging is (gelijk aan of hoger dan 1,5 gram per liter bloed of 0,66 milligram per liter uitgeademde alveolaire lucht), in staat is van dronkenschap of onder invloed van drugs of hallucinogene stoffen of van medicijnen waarvan het gebruik de verzekerde ongeschikt tot sturen maakt. Dit verval van dekking kan enkel worden toegepast voor zover de verzekeraar aantoont dat er een oorzakelijk verband bestaat tussen de staat van de bestuurder en het schadegeval.
In de gevallen vermeld onder de paragrafen h) en j) blijft de waarborg aan de verzekeringsnemer en aan de eigenaar van het omschreven motorrijtuig verworven indien zij bewijzen dat de feiten zich hebben voorgedaan buiten hun weten of tegen hun aanwijzingen. Nochtans is de verzekeraar in deze omstandigheden gesubrogeerd in rechten en acties tegen de bestuurder van het verzekerde motorrijtuig die de schade veroorzaakte en dit tot beloop van alle of een gedeelte van de vergoedingen die werden uitbetaald.
Artikel 24 Tijdelijk vervangingsmotorrijtuig
Deze waarborg heeft eveneens uitwerking voor het motorrijtuig dat het omschreven motorrijtuig vervangt in de omstandigheden voorzien in artikel 56 van Titel 1.4.
De verbintenis van de verzekeraar voor één en hetzelfde schadegeval mag de waarde die het omschreven motorrijtuig heeft op het ogenblik van het schadegeval, niet overschrijden; deze waarde is bepaald volgens de modaliteiten voorzien in de speciale en bijzondere voorwaarden.
Speciale voorwaarden voor de verzekering tegen afzonderlijke glasbraak
Artikel 25 Omvang van de dekking
De verzekeraar verzekert het verzekerde motorrijtuig tegen het afzonderlijk breken van de voorruit en/of de zij- en achterruiten en/of het opengaande doorzichtige gedeelte van het dak of zijn equivalent in kunststof.
Artikel 26 Wat is niet verzekerd
De verzekeraar komt niet tussen voor schade:
1. aan panoramische daken;
2. voortkomend in de omstandigheden vermeld in het artikel 23.2.c), evenals 23.2.e) en 23.2.j) van Titel 2;
3. schade aan het bedieningsmechanisme van de ruiten en van het opengaande doorzichtige gedeelte van het dak.
Artikel 27 Schadeloosstelling
1. De schadevergoeding omvat (met uitsluiting van elke andere schadeloosstelling):
a) de materiaalkost voor de herstelling van de gebroken ruit volgens de cataloguswaarde in België of de op de Belgische markt gangbare prijzen;
b) het arbeidsloon voor het wegnemen van de gebroken ruiten en voor het plaatsen van nieuwe ruiten;
c) de prijs van nieuwe hechtingsvoegen indien deze onontbeerlijk zijn voor het aanbrengen van nieuwe ruiten.
De vervanging moet gerechtvaardigd worden door een gedetailleerde factuur opgemaakt op naam van de verzekerde en met vermelding van het merk en het plaatnummer van het verzekerde motorrijtuig.
De factuur moet betaald worden aan de leverancier behalve wanneer deze laatste het derde betalers systeem met de verzekeraar toepast waardoor het bedrag van de herstelling rechtstreeks door de verzekeraar aan de leverancier betaald wordt.
2. In het geval van breken van de ruiten, mag er onmiddellijk tot vervanging overgegaan worden indien het ongeval in het buitenland gebeurd is. Zo het gebeurt op Belgisch grondgebied zal er eerst een prijsopgave voor vervanging aan de verzekeraar voorgelegd moeten worden en zal er, zo nodig, eerst overgegaan worden tot deskundig onderzoek van de schade.
3. Bij totaal verlies van het omschreven motorrijtuig, zullen de beschadigde ruiten alleen op grond van hun cataloguswaarde in België of van de op de Belgische markt gangbare prijzen vergoed worden.
Artikel 28 Tijdelijk vervangingsmotorrijtuig
De bepalingen van artikel 24 van Titel 2 zijn van toepassing in geval van afzonderlijke glasbraak.
42
Speciale clausules
Zijn alleen van toepassing, de speciale clausules waarvan het nummer vermeld is in de bijzondere voorwaarden van deze verzekeringsovereenkomst.
Definities
• Omnium: omvat de waarborgen diefstal, brand, afzonderlijk glasbraak, natuurkrachten en onverwachte aanraking met dieren en de stoffelijke schade.
• Mini omnium: omvat de waarborgen diefstal, brand, afzonderlijk glasbraak, natuurkrachten en onverwachte aanraking met dieren.
• Mini omnium plus: omvat de waarborgen diefstal, brand, afzonderlijk glasbraak, natuurkrachten en onverwachte aanraking met dieren en het totaal verlies.
1. Personenwagens voor toerisme en zaken en wagens dubbel gebruik
De Omnium is toegestaan volgens de hierna omschreven modaliteit « genormaliseerde aangenomen waarde ».
a) Definitie van de verzekerde waarde
De verzekerde waarde, die dient als basis voor de regeling van de schadegevallen, is de cataloguswaarde van het verzekerde motorrijtuig bij de eerste inschrijving (oorspronkelijke toebehoren inbegrepen), zonder btw.
b) Schadeloosstelling in geval van totaal verlies
Het totaal verlies wordt gedefinieerd in artikel 5 van Titel 2 van de algemene voorwaarden.
In het kader van deze modaliteit wordt de toegekende vergoeding verkregen door toepassing van de waardeverminderingscoëfficiënten op grond van de ouderdom van het verzekerde motorrijtuig, overeenkomstig de volgende formule:
• gedurende het 1ste jaar : 1,50 % per maand;
• vanaf de 13de tot de 24ste maand : 1,25 % per maand;
• vanaf de 25ste tot de 36ste maand : 1,00 % per maand;
• vanaf de 37ste tot de 48ste maand : 0,75 % per maand;
• vanaf de 49ste tot de 60ste maand : 0,50 % per maand.
Vanaf de 61ste maand stemt de toegekende schadeloosstelling overeen met de werkelijke waarde (handelswaarde) van het omschreven motorrijtuig op het ogenblik van het schadegeval, te bepalen door expertise.
Er wordt nader bepaald dat elke begonnen kalendermaand gerekend wordt voor een volledige maand. De in aanmerking te nemen begindatum is de eerste dag van de maand van de eerste inschrijving van het omschrijven rijtuig.
c) Herziening van de premie
Op iedere jaarlijkse vervaldag zal elk schadegeval dat uitgaven met zich meebracht, op basis van de waarborg stoffelijke schade, aanleiding geven tot een premieverhoging gelijk aan 1 trap op de hierna vermelde schaal:
• 01 : jaarpremie verhoogd met 10 %;
• 02 : jaarpremie verhoogd met 30 %;
• 03 : jaarpremie verhoogd met 50 %, zijnde de maximale grens.
Een jaar zonder schadegeval zal een daling van 1 trap tot gevolg hebben, zonder dat de premie lager kan zijn dan bij de ondertekening.
2. Personenwagens voor toerisme en zaken, wagens dubbel gebruik en motorrijtuigen bestemd voor het vervoer van zaken waarvan de MTM 3,5 ton niet overschrijdt
De Omnium is toegestaan volgens de hierna omschreven modaliteit « verbeterde aangenomen waarde ».
a) Definitie van de verzekerde waarde
De verzekerde waarde, die dient als basis voor de regeling van de schadegevallen, is de cataloguswaarde van het verzekerde rijtuig bij de eerste inschrijving (oorspronkelijke toebehoren inbegrepen), zonder btw.
43
b) Schadeloosstelling in geval van totaal verlies
Het totaal verlies wordt gedefinieerd in artikel 5 van Titel 2 van de algemene voorwaarden.
In het kader van deze modaliteit wordt de toegekende vergoeding verkregen door toepassing van de waardeverminderingscoëfficiënten op grond van de ouderdom van het verzekerde rijtuig, overeenkomstig de volgende formule:
• gedurende de eerste 6 maanden : 0 % per maand;
• vanaf de 7de tot de 60ste maand : 1 % per maand.
Vanaf de 61ste maand stemt de toegekende schadeloosstelling overeen met de werkelijke waarde (handelswaarde) van het verzekerde rijtuig op het ogenblik van het schadegeval, te bepalen door expertise.
Er wordt nader bepaald dat elke begonnen kalendermaand gerekend wordt voor een volledige maand. De in aanmerking te nemen begindatum is de eerste dag van de maand van de eerste inschrijving van het omschrijven rijtuig.
c) Herziening van de premie
Op iedere jaarlijkse vervaldag zal elk schadegeval dat uitgaven met zich meebracht, op basis van de waarborg stoffelijke schade, aanleiding geven tot een premieverhoging gelijk aan 1 trap op de hierna vermelde schaal:
• 01 : jaarpremie verhoogd met 10 %;
• 02 : jaarpremie verhoogd met 30 %;
• 03 : jaarpremie verhoogd met 50 %, zijnde de maximale grens.
Een jaar zonder schadegeval zal een daling van 1 trap tot gevolg hebben, zonder dat de premie lager kan zijn dan bij de ondertekening.
3. Personenwagens voor toerisme en zaken en wagens dubbel gebruik
De Omnium is toegestaan volgens de hierna omschreven modaliteit « geherwaardeerde aangenomen waarde ».
a) Definitie van de verzekerde waarde
De verzekerde waarde, die dient als basis voor de regeling van de schadegevallen, is de cataloguswaarde van het verzekerde rijtuig bij de eerste inschrijving (oorspronkelijke toebehoren inbegrepen), zonder btw.
b) Schadeloosstelling in geval van totaal verlies
Het totaal verlies wordt gedefinieerd in artikel 5 van Titel 2 van de algemene voorwaarden.
In het kader van deze modaliteit wordt de toegekende vergoeding verkregen door toepassing van de waardeverminderingscoëfficiënten op grond van de ouderdom van het verzekerde rijtuig, overeenkomstig de volgende formule:
• gedurende de eerste 6 maanden : 0 % per maand;
• vanaf de 7de tot de 60ste maand : 1 % per maand.
De vergoeding, berekend op bovenstaande manier, zal automatisch verhoogd worden met:
• 0,50 % per maand gedurende de eerste 24 maanden;
• 0,25 % per maand van de 25ste tot de 60ste maand.
Vanaf de 61ste maand stemt de toegekende schadeloosstelling overeen met de werkelijke waarde (handelswaarde) van het verzekerde rijtuig op het ogenblik van het schadegeval, te bepalen door expertise.
Er wordt nader bepaald dat elke begonnen kalendermaand gerekend wordt voor een volledige maand. De in aanmerking te nemen begindatum is de eerste dag van de maand van de eerste inschrijving van het omschrijven rijtuig.
Tenslotte zal de vergoeding die uiteindelijk werd bekomen door het toepassen van voornoemde coëfficiënten automatisch forfaitair verhoogd worden met een bijkomende vergoeding van 5 % met een maximum van
1 000,00 euro.
Daarenboven zal de verzekeraar, bij een schadegeval waar de tussenkomst van de waarborgen brand of diefstal geschiedt, een gebruiksdervingsvergoeding betalen van 50,00 euro per dag onbeschikbaarheid van het voertuig.
Het recht op deze vergoeding vangt aan op de dag volgend op de diefstal of de brand van het voertuig, wel met dien verstande dat:
• bij brand, het recht op dervingsvergoeding in principe duurt voor de tijd die nodig is om de schade vast te stellen en te herstellen of om het verzekerd motorrijtuig te vervangen;
• bij diefstal, het recht op dervingsvergoeding verworven is tot de dag waarop het verzekerd motorrijtuig wordt teruggevonden.
In geen van deze omstandigheden kan het recht op gebruiksdervingsvergoeding een maximum van tien kalender dagen overschrijden.
44
c) Herziening van de premie
Op iedere jaarlijkse vervaldag zal elk schadegeval dat uitgaven met zich meebracht, op basis van de waarborg stoffelijke schade, aanleiding geven tot een premieverhoging gelijk aan 1 trap op de hierna vermelde schaal:
• 01 : jaarpremie verhoogd met 10 %;
• 02 : jaarpremie verhoogd met 30 %;
• 03 : jaarpremie verhoogd met 50 %, zijnde de maximale grens.
Een jaar zonder schadegeval zal een daling van 1 trap tot gevolg hebben, zonder dat de premie lager kan zijn dan bij de ondertekening.
4. Personenwagens voor toerisme en zaken en wagens dubbel gebruik
De Mini Omnium is toegestaan volgens de modaliteit « genormaliseerde aangenomen waarde ».
a) Definitie van de verzekerde waarde
De verzekerde waarde, die dient als basis voor de regeling van de schadegevallen, is de cataloguswaarde van het verzekerde rijtuig bij de eerste inschrijving (oorspronkelijke toebehoren inbegrepen), zonder btw.
b) Schadeloosstelling in geval van totaal verlies
Het totaal verlies wordt gedefinieerd in artikel 5 van Titel 2 van de algemene voorwaarden.
In het kader van deze modaliteit wordt de toegekende vergoeding verkregen door toepassing van de waardeverminderingscoëfficiënten op grond van de ouderdom van het verzekerde rijtuig, overeenkomstig de volgende formule:
• gedurende het 1ste jaar : 1,50 % per maand;
• vanaf de 13de tot de 24ste maand : 1,25 % per maand;
• vanaf de 25ste tot de 36ste maand : 1,00 % per maand;
• vanaf de 37ste tot de 48ste maand : 0,75 % per maand;
• vanaf de 49ste tot de 60ste maand : 0,50 % per maand.
Vanaf de 61ste maand stemt de toegekende schadeloosstelling overeen met de werkelijke waarde (handelswaarde) van het verzekerde rijtuig op het ogenblik van het schadegeval, te bepalen door expertise.
Er wordt nader bepaald dat elke begonnen kalendermaand gerekend wordt voor een volledige maand. De in aanmerking te nemen begindatum is de eerste dag van de maand van de eerste inschrijving van het omschrijven rijtuig.
5. Personenwagens voor toerisme en zaken, wagens dubbel gebruik en motorrijtuigen bestemd voor het vervoer van zaken waarvan de MTM 3,5 ton niet overschrijdt
De Mini Omnium is toegestaan volgens de hierna omschreven modaliteit « verbeterde aangenomen waarde ».
a) Definitie van de verzekerde waarde
De verzekerde waarde, die dient als basis voor de regeling van de schadegevallen, is de cataloguswaarde van het verzekerde rijtuig bij de eerste inschrijving (oorspronkelijke toebehoren inbegrepen), zonder btw.
b) Schadeloosstelling in geval van totaal verlies
Het totaal verlies wordt gedefinieerd in artikel 5 van Titel 2 van de algemene voorwaarden. In het kader van deze modaliteit wordt de toegekende vergoeding verkregen door toepassing van de
waardeverminderingscoëfficiënten op grond van de ouderdom van het verzekerde rijtuig, overeenkomstig de volgende formule:
• gedurende de eerste 6 maanden : 0 % per maand;
• vanaf de 7de tot de 60ste maand : 1 % per maand.
Vanaf de 61ste maand stemt de toegekende schadeloosstelling overeen met de werkelijke waarde (handelswaarde) van het verzekerde rijtuig op het ogenblik van het schadegeval, te bepalen door expertise.
Er wordt nader bepaald dat elke begonnen kalendermaand gerekend wordt voor een volledige maand. De in aanmerking te nemen begindatum is de eerste dag van de maand van de eerste inschrijving van het omschrijven rijtuig.
45
6. Personenwagens voor toerisme en zaken en wagens dubbel gebruik
De Mini Omnium Plus is toegestaan volgens de modaliteit « verbeterde aangenomen waarde ».
a) Definitie van de verzekerde waarde
De verzekerde waarde, die dient als basis voor de regeling van de schadegevallen, is de cataloguswaarde van het verzekerde rijtuig bij de eerste inschrijving (oorspronkelijke toebehoren inbegrepen), zonder btw.
b) Schadeloosstelling in geval van totaal verlies
Het totaal verlies wordt gedefinieerd in artikel 5 van Titel 2 van de algemene voorwaarden.
In het kader van deze modaliteit wordt de toegekende vergoeding verkregen door toepassing van de waardeverminderingscoëfficiënten op grond van de ouderdom van het verzekerde rijtuig, overeenkomstig de volgende formule:
• gedurende de eerste 6 maanden : 0 % per maand;
• vanaf de 7de tot de 60ste maand : 1 % per maand.
Vanaf de 61ste maand stemt de toegekende schadeloosstelling overeen met de werkelijke waarde (handelswaarde) van het verzekerde rijtuig op het ogenblik van het schadegeval, te bepalen door expertise.
Er wordt nader bepaald dat elke begonnen kalendermaand gerekend wordt voor een volledige maand. De in aanmerking te nemen begindatum is de eerste dag van de maand van de eerste inschrijving van het omschrijven rijtuig.
7. Wagens bestemd voor het vervoer van zaken waarvan de MTM 3,5 ton niet overschrijdt
De Omnium en Mini Omnium zijn toegestaan volgens de modaliteit « werkelijke waarde ».
a) Definitie van de verzekerde waarde
De verzekerde waarde, die dient als basis voor de regeling van de schadegevallen, is de cataloguswaarde van het verzekerde rijtuig bij de eerste inschrijving (oorspronkelijke toebehoren inbegrepen), zonder btw.
b) Schadeloosstelling in geval van totaal verlies
Het totaal verlies wordt gedefinieerd in artikel 5 van Titel 2 van de algemene voorwaarden. In het kader van deze modaliteit wordt de toegekende vergoeding verkregen door de werkelijke waarde (handelswaarde) van het verzekerde rijtuig te bepalen, op het ogenblik van schadegeval, door een expertise.
46
Titel 3
Rechtsbijstand
Artikel 1 Inleidende bepaling
De verzekering waarvan sprake in onderhavige Titel is slechts verworven voor zover dit uitdrukkelijk vermeld is in de bijzondere voorwaarden.
Zij is geldig binnen de territoriale grenzen opgesomd in artikel 39.1 van Titel 1.2.
Voor het beheer van de schadegevallen inzake de verzekering Rechtsbijstand, heeft de verzekeraar gekozen voor een gescheiden beheer. Dit betekent dat de beheerders Rechtsbijstand apart en onafhankelijk werken van de personen die de andere verzekeringstakken beheren. Dankzij dit mechanisme van gescheiden beheer, georganiseerd conform het KB van 12 oktober 1990 betreffende de Rechtsbijstandsverzekering, worden de
belangen van de verzekerden van de verzekeraar gewaarborgd en beschermd tegen elk belangenconflict verbonden aan de uitoefening van multibranche verzekeringsactiviteiten.
Artikel 2 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van de waarborg die het voorwerp uitmaakt van deze Titel 3 wordt verstaan onder:
1. de verzekeraar: de verzekeringsonderneming waarmee de overeenkomst gesloten wordt zijnde, Ethias nv, xxx xxx Xxxxxxxxx 00, 0000 Xxxx
Verzekeringsonderneming toegelaten onder het nr. 0196 voor de beoefening van alle verzekeringstakken Niet-Leven, de levensverzekeringen, de bruidsschats- en geboorteverzekeringen (KB van 4 en 13 juli 1979, BS van 14 juli 1979) alsook de kapitalisatieverrichtingen (Beslissing CBFA van 9 januari 2007,
BS van 16 januari 2007)
RPR Luik BTW BE 0404.484.654 Rekening Belfius Bank: XX00 0000 0000 0000 BIC: XXXXXXXX;
2. dienst rechtsbijstand
interne dienst van de verzekeraar belast met de regeling van schadegevallen inzake de waarborg rechtsbijstand in het kader van een het gescheiden beheer conform de geldende bepalingen;
3. de verzekeringsnemer
de persoon die de overeenkomst met de verzekeraar sluit;
4. de verzekerde
a) de verzekeringsnemer;
b) de eigenaar en de toegelaten bestuurder van het omschreven motorrijtuig en de gratis in het omschreven motorrijtuig vervoerde personen;
c) de partner en de inwonende kinderen van de toegelaten bestuurder van het verzekerde motorrijtuig die is overleden tengevolge van een verzekerd schadegeval, op voorwaarde dat de verdediging van hun belangen betrekking heeft op de schadeloosstelling van het nadeel dat direct voortvloeit uit het overlijden;
5. het omschreven motorrijtuig
a) het in de overeenkomst omschreven motorrijtuig; iedere gekoppeld aanhangwagen wordt beschouwd als deel van het omschreven motorrijtuig;
b) de niet-gekoppelde aanhangwagen die in de overeenkomst omschreven is;
6. het verzekerd motorrijtuig
a) het omschreven motorrijtuig;
b) volgens de in de overeenkomst vermelde voorwaarden en beperkingen.
Het omschreven motorrijtuig dat in eigendom werd overgedragen en het motorrijtuig dat in vervanging komt van dit motorrijtuig;
7. het schadegeval
ieder feit dat schade veroorzaakt heeft en dat aanleiding kan geven tot de toepassing van de overeenkomst.
47
Artikel 3 Aard van de vergoeding
De waarborg van deze verzekering bestaat uit betaling van de kosten voor onderzoek, expertise, advocaat, deurwaarder en procedure voor de Belgische en buitenlandse rechtsmachten die door de verzekerde verschuldigd zijn.
De verzekeraar neemt, tegen overlegging van de stavingsstukken, eveneens ten laste: terugbetaling van de reiskosten voor openbaar vervoer en de verblijfskosten, wanneer een verzekerde wettig bevolen wordt als beklaagde te verschijnen voor een buitenlandse rechtsmacht.
Indien de verzekerde gerechtelijk verplicht is de gerechtskosten van de tegenpartij terug te betalen, worden deze eveneens ten laste genomen.
Artikel 4 Voorwerp van de verzekering
De verzekeraar waarborgt aan de verzekerden betaling tot maximum 25 000,00 euro per schadegeval van de in artikel 3 hierboven vermelde kosten en veroorzaakt in de volgende omstandigheden voor zover deze voortvloeien uit het gebruik van het verzekerd motorrijtuig:
1. indien de verzekerden strafrechtelijk vervolgd worden:
a) voor inbreuk op de wetten en reglementen op de politie van het wegverkeer, met uitzondering van geschillen met betrekking tot schade aan het wegdek als gevolg van overlading evenals de inbreuken op de regelgeving met betrekking tot de rij- en rusttijden;
b) voor doodslag of verwondingen door onvoorzichtigheid ten gevolge van een ongeval veroorzaakt aan een derde;
2. om ten laste van een aansprakelijke derde vergoeding te bekomen van de door de verzekerde geleden materiële en/of lichamelijke schade, op basis van de burgerlijke extracontractuele aansprakelijkheid of op basis van artikel 29bis van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen, (vergoeding « zwakke weggebruikers ») of van artikel 29ter van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen (vergoeding « onschuldige slachtoffers »).
Wanneer het verhaal echter gericht is tegen de toegelaten bestuurder van het omschreven motorrijtuig of zijn verzekeraar BA-auto, komt de verzekering slechts tussen voor:
3. de verzekeringsnemer;
4. de inzittenden van het verzekerde motorrijtuig voor zover zij deel uitmaken van het gezin van de verzekeringsnemer.
Als in eenzelfde schadegeval de maximumtussenkomst wordt overschreden door het totaalbedrag van de kosten ten laste van de verschillende betrokken verzekerden, dan wordt de tussenkomst van de verzekeraar proportioneel verdeeld ten belope van het verhaal van elk van hen, in hoofdorde en behoorlijk gestaafd.
Artikel 5 Waarborguitbreidingen
De verzekeraar waarborgt eveneens:
1. terugbetaling van de douanerechten
de verzekeraar voorziet de terugbetaling van de douanerechten die van de eigenaar van het verzekerde motorrijtuig geëist worden wanneer het hem volledig onmogelijk is bedoeld motorrijtuig weer in te voeren ingevolge totale vernieling;
2. terugbetaling van kosten van repatriëring
de verzekeraar voorziet de terugbetaling tot 500,00 euro van de vervoerskosten uitgegeven voor repatriëring van het verzekerde motorrijtuig langs de normale weg naar België, zo dit motorrijtuig in het buitenland door ongeval of brand zodanig beschadigd zou zijn dat het niet op eigen krachten zijn weg kan vervolgen;
3. betaling van de kosten m.b.t. minnelijke bijstand bij gebrekkige herstelling
de verzekeraar voorziet de terugbetaling tot 1 240,00 euro van de kosten met betrekking tot minnelijke bijstand, met uitsluiting van alle gerechtelijke procedures, in geval van betwisting tussen de eigenaar van het verzekerde motorrijtuig en de in het deskundigenverslag vermelde hersteller, ingevolge gebrekkige herstelling van het motorrijtuig.
Deze waarborguitbreiding is slechts geldig binnen een termijn van zes maanden vanaf de datum van herstelling. Bovendien zal zij slechts uitwerking hebben op voorwaarde dat de herstelling in België verricht werd en het een ongeval betreft dat door de verzekeraar vergoed werd;
48
4. terugbetaling van vervoers- en verblijfskosten
De verzekeraar voorziet de terugbetaling, tegen overlegging van de stavingsstukken en tot 1 240,00 euro per schadegeval, van de vervoers- en verblijfskosten uitgegeven door een verzekerde die zich naar het buitenland heeft moeten begeven om er een minnelijk geneeskundig onderzoek te ondergaan;
5. onvermogendheid van derden
De verzekeraar voorziet de terugbetaling tot 6 200,00 euro, na toepassing van een vrijstelling van
250,00 euro, van de schade aan het verzekerde motorrijtuig veroorzaakt bij een ongeval in België door een geheel of gedeeltelijk aansprakelijk erkende derde, op voorwaarde dat deze derde met name geïdentificeerd en zijn onvermogendheid behoorlijk vastgesteld is volgens de termen van een proces-verbaal van niet-bevinding. Deze waarborg heeft geen uitwerking bij diefstal van het verzekerde motorrijtuig;
6. voorschot van de vrijstelling
als in het kader van een gedekt schadegeval een derde die als aansprakelijke wordt beschouwd door zijn verzekeraar, weigert de vrijstelling te betalen die conform zijn verzekeringscontract « burgerlijke
aansprakelijkheid » ten laste van hem is gebleven, dan schiet de verzekeraar dit bedrag van de vrijstelling voor, voor zover de andere verzekeraar aan de verzekeraar zijn tussenkomst heeft bevestigd. Door dit bedrag van de vrijstelling voor te schieten, is de verzekeraar automatisch gesubrogeerd in de rechten van de verzekerde om dit bedrag van de aansprakelijke derde te eisen;
7. aanhangwagen
de aanhangwagen van minder dan 750 kg die eigendom van de verzekerde is of die aan hem is toevertrouwd, is verzekerd voor zover een motorrijtuig van de verzekeringsnemer, de inwonende partner of een inwonend kind bij de verzekeraar is verzekerd inzake Rechtsbijstand.
Dezelfde waarborg onder dezelfde voorwaarden geldt voor de aanhangwagen van meer dan 750 kg op voorwaarde dat deze vermeld is in de bijzondere voorwaarden.
Artikel 6 Wat is niet verzekerd
De verzekeraar komt niet tussen in de volgende gevallen:
• geldboeten en minnelijke schikkingen in strafzaken alsook elke bijdrage van welke aard ook, ten laste van de verzekerde die als een wettelijke en verplichte aanvullende heffing bij een strafrechtelijke veroordeling ten aanzien van hem wordt uitgesproken;
• de kosten van onderzoeken en testen die verzekerde ingevolge een strafrechtelijke veroordeling dient te ondergaan ter evaluatie van diens rijgeschiktheid of met het oog op een eventueel behoud of intrekking van het rijbewijs;
• de waarborg onvermogendheid van derden en de terugbetaling van repatriëringskosten hebben geen uitwerking bij diefstal, poging tot diefstal of inbraak in het verzekerde motorrijtuig, gewelddaden of vandalisme met betrekking tot het motorrijtuig;
• het deelnemen door de verzekerden aan oorlogsfeiten, burgeroorlog of soortgelijke daden zoals terroristische daden, burgerlijke of politieke onlusten, oproer, stakingen of lock-out;
• schade te wijten aan de eigenschappen van atoombrandstoffen of van radioactieve producten of afval;
• de betwistingen betreffende de toepassing van de wetgeving inzake arbeidsongevallen;
• de kosten van onderzoek, expertise of procedure voor rekening van de tegenpartij(en);
• het gratieverzoek behalve ingeval van een veroordeling tot een vrijheidsstraf;
• de tijdelijke vervangingsmotorrijtuigen.
Artikel 7 Schadegevallen
Bij een schadegeval verbindt de verzekerde er zich toe:
1. ieder schadegeval onmiddellijk en ten laatste binnen de acht dagen nadat het is voorgevallen schriftelijk aan de verzekeraar aan te geven;
2. in de mate van het mogelijke in de schadeaangifte de oorzaken, de omstandigheden en de vermoedelijke gevolgen van het schadegeval te vermelden;
3. de verzekeraar zonder verwijl alle door hem gevraagde nuttige inlichtingen en documenten te verschaffen;
4. persoonlijk te verschijnen op de terechtzittingen waarvoor de aanwezigheid van de verzekerde persoon wordt vereist;
49
5. de verzekeraar binnen de 48 uur na hun afgifte of betekening alle dagvaardingen, oproepingen, gerechtelijke of buitengerechtelijke stukken te bezorgen;
6. bij een gerechtelijke of administratieve procedure, de naam van de gekozen advocaat of expert aan de verzekeraar mee te delen;
7. de Dienst Rechtsbijstand op de hoogte te houden van het verloop van de procedure.
Elke opzettelijk onjuiste aangifte gedaan bij een schadegeval ontneemt de verzekerde het voordeel van de waarborg en geeft de verzekeraar het recht de reeds betaalde sommen terug te vorderen.
Artikel 8 Procedure
De Dienst Rechtsbijstand neemt de leiding van alle besprekingen, onderhandelingen en minnelijke regelingen.
De verzekerde heeft vrije keuze van deskundigen die worden belast met zijn vertegenwoordiging bij zowel minnelijke als gerechtelijk bevolen expertises.
Indien voor het schadegeval geen minnelijke regeling wordt gevonden, duidt de verzekerde vrij de advocaat of elke andere persoon die over de door de toepasselijke wet voor de procedure vereiste kwalificaties beschikt aan, belast met de verdediging van zijn belangen in elke gerechtelijke of administratieve procedure of bij arbitrage.
Indien tijdens de procedure de verzekerde van deskundige en/of advocaat verandert, zullen de verplichtingen van de verzekeraar beperkt zijn tot de kosten en honoraria waartoe deze gehouden zou zijn geweest indien de oorspronkelijk aangeduide deskundige en/of advocaat de procedure tot het einde zou hebben geleid.
Deze beperking geldt niet in geval van overmacht.
Als de verzekeraar oordeelt dat de kosten en de honoraria van de door de verzekerde aangestelde advocaat abnormaal hoog zijn, dan verbindt de verzekerde zich ertoe om, op zijn verzoek, de Raad van de Orde te vragen om het bedrag hiervan vast te stellen.
Artikel 9 Subrogatie
De verzekeraar wordt in de rechten van de verzekerde gesteld voor de terugvordering van de bedragen die hij ten laste heeft genomen of die hij heeft voorgeschoten evenals van de rechtsplegingsvergoedingen.
Artikel 10 Objectiviteit
De verzekeraar behoudt zich het recht voor zijn medewerking te weigeren of zijn tussenkomst te onderbreken wanneer:
a) deze de stelling van een verzekerde onhoudbaar of het geding nutteloos acht;
b) deze oordeelt dat een voorstel tot dading billijk en voldoende is;
c) volgens deze een verhaal tegen een gerechtelijke beslissing geen ernstige kans van slagen heeft;
d) uit de inlichtingen die deze genomen heeft, blijkt dat de als aansprakelijk beschouwde derde onvermogend is.
Indien de verzekerde de mening van de verzekeraar met betrekking tot de regeling van het schadegeval niet deelt, en na kennisgeving van het standpunt van de verzekeraar of van de weigering van de verzekeraar om zijn stelling te volgen, heeft hij het recht een advocaat naar keuze te raadplegen, zonder afbreuk te doen aan de mogelijkheid om een gerechtelijke procedure te starten.
Indien de advocaat de stelling van de verzekerde bevestigt, verleent de verzekeraar ongeacht de uitslag van de procedure, zijn waarborg en draagt alle kosten en honoraria van voornoemde raadpleging.
Indien de advocaat daarentegen de stelling van de verzekeraar bevestigt, betaalt de verzekeraar 50 % van de kosten en honoraria voor het voornoemde advies en beëindigt zijn optreden.
Wanneer de verzekerde, ondanks het negatief advies van zijn advocaat een rechtsvordering instelt, en een beter resultaat behaalt dan hetgeen hij zou verkregen hebben indien hij het standpunt van de verzekeraar zou hebben aanvaard, verleent de verzekeraar zijn waarborg en neemt deze de rest van de kosten en honoraria van voornoemd advies ten laste.
50
Artikel 11 Belangenconflict
Telkens er een belangenconflict ontstaat tussen de verzekeraar en de verzekerde heeft deze laatste vrije keuze van advocaat of van elke andere persoon die de hoedanigheden bezit die de wet in dergelijke procedure voorziet.
In de zin van deze bepaling zijn belangenconflicten deze die bestaan tussen de verzekerde en de verzekeraar omwille van het feit dat deze hem eveneens verzekert in het kader van een andere waarborg of dat hij een andere verzekerde verzekert.
51
Titel 4
Rechtsbijstand Plus
Artikel 1 Inleidende bepaling
De verzekering waarvan sprake in onderhavige Titel 4 is slechts verworven voor zover dit uitdrukkelijk vermeld is in de bijzondere voorwaarden.
Zij is geldig binnen de territoriale grenzen opgesomd in artikel 39 van Titel 1.2.
Voor het beheer van de schadegevallen inzake de verzekering Rechtsbijstand, heeft de verzekeraar gekozen voor een gescheiden beheer. Dit betekent dat de beheerders Rechtsbijstand apart en onafhankelijk werken van de personen die de andere verzekeringstakken beheren.
Dankzij dit mechanisme van gescheiden beheer, georganiseerd conform het KB van 12 oktober 1990 betreffende de Rechtsbijstandsverzekering, worden de belangen van de verzekerden van de verzekeraar gewaarborgd en beschermd tegen elk belangenconflict verbonden aan de uitoefening van multibranche verzekeringsactiviteiten.
Artikel 2 Definities
Voor de toepassing van de waarborg die het voorwerp uitmaakt van deze Titel 4 wordt verstaan onder:
1. de verzekeraar: de verzekeringsonderneming waarmee de overeenkomst gesloten wordt zijnde, Ethias nv, xxx xxx Xxxxxxxxx 00, 0000 Xxxx
Verzekeringsonderneming toegelaten onder het nr. 0196 voor de beoefening van alle verzekeringstakken Niet-Leven, de levensverzekeringen, de bruidsschats- en geboorteverzekeringen (KB van 4 en 13 juli 1979, BS van 14 juli 1979) alsook de kapitalisatieverrichtingen (Beslissing CBFA van 9 januari 2007,
BS van 16 januari 2007)
RPR Luik BTW BE 0404.484.654 Rekening Belfius Bank: XX00 0000 0000 0000 BIC: XXXXXXXX;
2. dienst rechtsbijstand
interne dienst van de verzekeraar belast met de regeling van schadegevallen inzake de waarborg rechtsbijstand Plus in het kader van een het gescheiden beheer conform de geldende bepalingen;
3. de verzekeringsnemer
de persoon die de overeenkomst met de verzekeraar sluit;
4. de verzekerde
a) de verzekeringsnemer;
b) de eigenaar en de toegelaten bestuurder van het omschreven motorrijtuig en de gratis in het omschreven motorrijtuig vervoerde personen;
c) de partner en de inwonende kinderen van de toegelaten bestuurder van het verzekerde motorrijtuig die is overleden tengevolge van een verzekerd schadegeval, op voorwaarde dat de verdediging van hun belangen betrekking heeft op de schadeloosstelling van het nadeel dat direct voortvloeit uit het overlijden;
5. het omschreven motorrijtuig
a) het in de overeenkomst omschreven motorrijtuig; iedere gekoppeld aanhangwagen wordt beschouwd als deel van het omschreven motorrijtuig;
b) de niet-gekoppelde aanhangwagen die in de overeenkomst omschreven is;
6. het verzekerde motorrijtuig:
a) het omschreven motorrijtuig;
b) volgens de in de overeenkomst vermelde voorwaarden en beperkingen: het tijdelijke vervangingsmotorrijtuig, gebruikt conform artikel 56 van de bijlage bij het KB betreffende de minimumvoorwaarden voor de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen (KB van 16 april 2018);
c) het omschreven motorrijtuig dat in eigendom werd overgedragen en het motorrijtuig dat in vervanging komt van dit motorrijtuig;
7. het schadegeval
ieder feit dat schade veroorzaakt heeft en dat aanleiding kan geven tot de toepassing van de overeenkomst.
52
Artikel 3 Voorwerp van de verzekering
De waarborg rechtsbijstand Plus bestaat uit betaling van de kosten voor onderzoek, expertise of tegenexpertise, advocaat, deurwaarder en procedure voor de Belgische en buitenlandse rechtsmachten die door de rechtsmachten verschuldigd zijn.
Indien de verzekerde gerechtelijk verplicht is de gerechtskosten van de tegenpartij terug te betalen, worden deze eveneens ten laste genomen.
De kosten en honoraria in verband met een procedure in cassatie of voor een internationale rechtbank worden echter niet ten laste genomen indien de hoofdinzet kleiner is dan 1 240,00 euro.
Artikel 4 Aard van de vergoeding
Tot een maximumbedrag van 75 000,00 euro per schadegeval waarborgt de verzekeraar aan de verzekerden de volgende rechtsbijstand:
1. strafrechtelijke verdediging
de verzekeraar waarborgt de strafrechtelijke verdediging van de verzekerden wanneer deze vervolgd worden voor inbreuken op de wetten en reglementen op de politie van het wegverkeer en bij onvrijwillige doodslag of verwondingen in het kader van het gebruik of het bezit van het verzekerde motorrijtuig;
2. burgerlijke verdediging
de verzekeraar waarborgt de burgerlijke verdediging zo de verzekerde door een derde wordt aangesproken als aansprakelijke voor het ongeval.
Deze waarborg geldt als aanvulling op de waarborg « burgerlijke aansprakelijkheid » wanneer er met de burgerlijke aansprakelijkheidsverzekeraar belangenconflicten ontstaan;
3. burgerlijk verhaal
de verzekeraar waarborgt het verhaal op basis van de burgerlijke extracontractuele aansprakelijkheid van de schade, geleden door de verzekerden, ten opzichte van een derde, aansprakelijk voor het ongeval, of in het kader van de bepalingen van artikel 29bis van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen (vergoeding « zwakke weggebruikers ») of van
artikel 29ter van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen (vergoeding « onschuldige slachtoffers »);
4. administratieve geschillen
de verzekeraar waarborgt de administratieve geschillen betreffende:
• de inschrijving van het verzekerde motorrijtuig;
• de verkeersbelasting van het verzekerde motorrijtuig;
• de technische keuring van het verzekerde motorrijtuig;
5. contractuele geschillen
de verzekeraar waarborgt inzake het verzekerde motorrijtuig het verhaal en de verdediging in contractuele geschillen met derden met betrekking tot:
• de verkoop of aankoop;
• de herstelling of de garantieverplichting;
• het uitlenen of huren van een motorrijtuig in vervanging van het verzekerde motorrijtuig;
• het depanneren of wegslepen;
• het tanken in een tankstation;
• het reinigen door een professioneel, met inbegrip van een car wash-dienst.
Wanneer het verhaal meer bepaald in de gevallen vermeld onder de b), c) en e) echter gericht is tegen de toegelaten bestuurder van het verzekerde motorrijtuig, aansprakelijk voor het schadegeval, of zijn verzekeraar, komt de verzekering slechts tussen voor:
• de verzekeringsnemer;
• de inzittenden van het verzekerde motorrijtuig.
Als in eenzelfde schadegeval de maximumtussenkomst wordt overschreden door het totaalbedrag van de kosten ten laste van de verschillende betrokken verzekerden, dan wordt de tussenkomst van de verzekeraar proportioneel verdeeld ten belope van het verhaal van elk van hen, in hoofdorde en behoorlijk gestaafd.
53
Artikel 5 Waarborguitbreidingen
De verzekeraar waarborgt eveneens:
1. onvermogendheid van derden
terugbetaling tot 15 000,00 euro van de schade aan verzekerde motorrijtuig veroorzaakt door een met name geïdentificeerd onvermogend persoon wiens gehele of gedeeltelijke aansprakelijkheid voor het schadegeval door een rechtbank werd erkend, op voorwaarde dat zijn onvermogendheid behoorlijk vastgesteld is volgens een proces-verbaal van niet-bevinding;
2. voorschot op schadevergoeding
betaling tot 7 500,00 euro van een voorschot op de onbetwistbaar vaststaande schade wanneer het verzekerde motorrijtuig betrokken is in een verkeersongeval in het buitenland en de volledige aansprakelijkheid van een met name geïdentificeerd persoon door een rechtbank of door diens burgerlijke aansprakelijkheidsverzekeraar werd erkend.
De verzekeraar wordt, ten opzichte van de aansprakelijke derde en diens burgerlijke aansprakelijkheidsverzekeraar, in de rechten en vorderingen van de verzekerde gesteld. Indien de verzekeraar er niet in slaagt het voorschot terug te vorderen of wanneer het voorschot ten onrechte werd betaald, verbindt de verzekerde zich tot terugbetaling ervan;
3. terugbetaling van douanerechten
terugbetaling van de douanerechten die van de verzekerde als eigenaar van het verzekerde motorrijtuig geëist worden wanneer het hem volledig onmogelijk is bedoeld motorrijtuig weer in te voeren ingevolge totaal verlies;
4. terugbetaling van kosten van repatriëring
terugbetaling tot 1 500,00 euro van de vervoerskosten uitgegeven voor repatriëring van het verzekerde motorrijtuig langs de normale weg naar België, zo dit motorrijtuig in het buitenland door ongeval of brand zodanig beschadigd zou zijn dat het niet op eigen krachten zijn weg kan vervolgen;
5. terugbetaling van verplaatsings- en verblijfskosten
terugbetaling, tegen overlegging van de stavingstukken en tot 1 500,00 euro, van de gemaakte verplaatsingskosten in België en in het buitenland en van de gemaakte verblijfskosten in het buitenland wanneer een verzekerde in het kader van een gedekt schadegeval persoonlijk dient te verschijnen voor een rechtsmacht of wanneer de verzekerde zich moet verplaatsen om er een geneeskundig onderzoek te ondergaan;
6. overlading en rij- en rusttijden
terugbetaling, tot beloop van 5 000,00 euro, van de kosten voor rechtsbijstand als verzekerde strafrechtelijk vervolgd wordt of een administratieve boete dient te betalen voor inbreuken op de wetten en reglementeringen met betrekking tot schade aan het wegdek door overlading en op de reglementering met betrekking op de
rij- en rusttijden. Deze waarborguitbreiding is echter enkel verworven indien de verzekerde in de
365 voorafgaandelijke dagen geen tussenkomt aan de verzekeraar heeft gevraagd bij gelijkaardige feiten;
7. voorschot van de vrijstelling
als in het kader van een gedekt schadegeval een derde die als aansprakelijke wordt beschouwd door zijn verzekeraar, weigert de vrijstelling te betalen die conform zijn verzekeringscontract « burgerlijke
aansprakelijkheid » ten laste van hem is gebleven, dan schiet de verzekeraar dit bedrag van de vrijstelling voor, voor zover de andere verzekeraar aan de verzekeraar zijn tussenkomst heeft bevestigd. Door dit bedrag van de vrijstelling voor te schieten, is de verzekeraar automatisch gesubrogeerd in de rechten van de verzekerde om dit bedrag van de aansprakelijke derde te eisen;
8. aanhangwagen
de aanhangwagen van minder dan 750 kg die eigendom van de verzekerde is of die aan hem is toevertrouwd,
is verzekerd voor zover een motorrijtuig van de verzekeringsnemer, de inwonende partner of een inwonend kind bij de verzekeraar is verzekerd inzake Rechtsbijstand Plus.
Dezelfde waarborg onder dezelfde voorwaarden geldt voor de aanhangwagen van meer dan 750 kg op voorwaarde dat deze vermeld is in de bijzondere voorwaarden.
Artikel 6 Wat is niet verzekerd
De verzekeraar komt niet tussen in de volgende gevallen:
1. betwistingen met betrekking tot contracten afgesloten met de verzekeraar met uitzondering van de Burgerrechtelijke verdediging voorzien in 4.2.;
2. verzekerden die een bedrijvigheid uitoefenen met betrekking tot de constructie, de handel, de verhuring, de herstelling of de stalling van motorrijtuigen;
54
3. geldboeten en minnelijke schikkingen in strafzaken alsook elke bijdrage van welke aard ook, ten laste van de verzekerde die als een wettelijke en verplichte aanvullende heffing bij een strafrechtelijke veroordeling ten aanzien van hem wordt uitgesproken;
4. de kosten van onderzoeken en testen die verzekerde ingevolge een strafrechtelijke veroordeling dient te ondergaan ter evaluatie van diens rijgeschiktheid of met het oog op een eventueel behoud of intrekking van het rijbewijs;
5. betwistingen betreffende de toepassing van de wetgeving inzake Arbeidsongevallen;
6. de waarborgen « onvermogendheid van derden », voorschot op schadevergoeding en de terugbetaling van repatriëringskosten bepalingen van artikel 5.1. a) hebben geen uitwerking bij « diefstal, poging tot diefstal of inbraak in het omschreven motorrijtuig, gewelddaden of vandalisme » m.b.t. het motorrijtuig;
7. het deelnemen door de verzekerden aan oorlogsfeiten, burgeroorlog of soortgelijke daden zoals terroristische daden, Burgerrechtelijke of politieke onlusten, oproer, stakingen of lock-out;
8. schade te wijten aan de eigenschappen van atoombrandstoffen of van radioactieve producten of afval;
9. het gratieverzoek behalve ingeval van een veroordeling of vrijheidsstraf;
10. contractuele en administratieve geschillen die betrekking hebben op een aanhangwagen die niet aan een verzekerde toebehoort.
Artikel 7 Schadegevallen
Bij een schadegeval verbindt de verzekerde er zich toe:
1. ieder schadegeval onmiddellijk en ten laatste binnen de acht dagen nadat het is voorgevallen schriftelijk aan te geven;
2. in de mate van het mogelijke in de schadeaangifte de oorzaken, de omstandigheden en de vermoedelijke gevolgen van het schadegeval te vermelden;
3. de verzekeraar zonder verwijl alle door haar gevraagde nuttige inlichtingen en documenten te verschaffen;
4. persoonlijk te verschijnen op de terechtzittingen waarvoor de aanwezigheid van de verzekerde persoon wordt vereist;
5. de verzekeraar binnen de 48 uur na hun afgifte of betekening alle dagvaardingen, oproepingen, gerechtelijke of buitengerechtelijke stukken te bezorgen;
6. bij een gerechtelijke of administratieve procedure de naam van de gekozen advocaat of expert aan de verzekeraar mee te delen;
7. de Dienst Rechtsbijstand op de hoogte te houden van het verloop van de procedure.
Elke opzettelijk onjuiste aangifte gedaan bij een schadegeval ontneemt de verzekerde het voordeel van de waarborg en geeft de verzekeraar het recht de reeds betaalde sommen terug te vorderen.
Artikel 8 Procedure
De Dienst Rechtsbijstand neemt de leiding van alle besprekingen, onderhandelingen en minnelijke regelingen.
De verzekerde heeft vrije keuze van deskundigen die worden belast met zijn vertegenwoordiging bij zowel minnelijke als gerechtelijk bevolen expertises.
Indien voor het schadegeval geen minnelijke regeling wordt gevonden, duidt de verzekerde vrij de advocaat of elke andere persoon die over de door de toepasselijke wet voor de procedure vereiste kwalificaties beschikt aan, belast met de verdediging van zijn belangen in elke gerechtelijke of administratieve procedure of bij arbitrage. Bij gebrek hieraan zal de Dienst Rechtsbijstand zich belasten met deze aanduiding.
Indien tijdens de procedure, en behoudens overmacht, de verzekerde van deskundige en/of advocaat verandert, zullen de verplichtingen van de verzekeraar beperkt zijn tot de kosten en honoraria waartoe wij gehouden zouden zijn geweest indien de oorspronkelijk aangeduide deskundige en/of advocaat de procedure tot het einde zou hebben geleid. Deze beperking geldt niet in geval van overmacht.
Als de verzekeraar oordeelt dat de kosten en de honoraria van de door de verzekerde aangestelde advocaat abnormaal hoog zijn, dan verbindt de verzekerde zich ertoe om, op zijn verzoek, de Raad van de Orde te vragen om het bedrag hiervan vast te stellen.
Artikel 9 Subrogatie
de verzekeraar wordt in de rechten van de verzekerde gesteld voor de terugvordering van de bedragen die de verzekeraar ten laste heeft genomen of die deze heeft voorgeschoten evenals van de rechtsplegingsvergoedingen.
55
Artikel 10 Objectiviteit
De verzekeraar behoudt zich het recht voor zijn medewerking te weigeren of zijn tussenkomst te onderbreken wanneer:
a) deze de stelling van een verzekerde onhoudbaar of het geding nutteloos acht;
b) deze oordeelt dat een voorstel tot dading billijk en voldoende is;
c) volgens deze een verhaal tegen een gerechtelijke beslissing geen ernstige kans van slagen heeft;
d) uit de inlichtingen die deze genomen heeft, blijkt dat de als aansprakelijk beschouwde derde onvermogend is.
Indien de verzekerde de mening van de verzekeraar met betrekking tot de regeling van het schadegeval niet deelt, en na kennisgeving van het standpunt van de verzekeraar of van de weigering van de verzekeraar om zijn stelling te volgen, heeft hij het recht een advocaat naar keuze te raadplegen, zonder afbreuk te doen aan de mogelijkheid om een gerechtelijke procedure te starten.
Indien de advocaat de stelling van de verzekerde bevestigt, verleent de verzekeraar ongeacht de uitslag van de procedure, zijn waarborg en draagt alle kosten en honoraria van voornoemde raadpleging.
Indien de advocaat daarentegen de stelling van de verzekeraar bevestigt, betaalt de verzekeraar 50 % van de kosten en honoraria voor het voornoemde advies en beëindigt zijn optreden.
Wanneer de verzekerde, ondanks het negatief advies van zijn advocaat een rechtsvordering instelt, en een beter resultaat behaalt dan hetgeen hij zou verkregen hebben indien hij het standpunt van de verzekeraar zou hebben aanvaard, verleent de verzekeraar zijn waarborg en neemt deze de rest van de kosten en honoraria van voornoemd advies ten laste.
Artikel 11 Belangenconflict
Telkens er een belangenconflict ontstaat tussen de verzekeraar en de verzekerde heeft deze laatste vrije keuze van advocaat of van elke andere persoon die de vereiste kwalificaties heeft krachtens de op de procedure toepasselijke wet.
56
Titel 5
Verzekering van de bestuurder tweewielig – vierwielig motorrijtuig
Artikel 1 Inleidende bepaling
De verzekering waarvan de details in deze titel beschreven worden, is slechts verworven voor zover zij als gewaarborgd risico uitdrukkelijk vermeld is in de bijzondere voorwaarden.
Zij is geldig binnen de territoriale grenzen opgesomd in artikel 39 van Titel 1.2.
Artikel 2 Definities
Voor de toepassing van de waarborg die het voorwerp uitmaakt van deze Titel 4 wordt verstaan onder:
1. de verzekeraar: de verzekeringsonderneming waarmee de overeenkomst gesloten wordt zijnde, Ethias nv, xxx xxx Xxxxxxxxx 00, 0000 Xxxx
Verzekeringsonderneming toegelaten onder het nr. 0196 voor de beoefening van alle verzekeringstakken Niet-Leven, de levensverzekeringen, de bruidsschats- en geboorteverzekeringen (KB van 4 en 13 juli 1979, BS van 14 juli 1979) alsook de kapitalisatieverrichtingen (Beslissing CBFA van 9 januari 2007,
BS van 16 januari 2007)
RPR Luik BTW BE 0404.484.654 Rekening Belfius Bank: XX00 0000 0000 0000 BIC: XXXXXXXX;
2. de verzekeringsnemer
de persoon die de overeenkomst met de verzekeraar sluit;
3. de verzekerde
de toegelaten bestuurder van het verzekerde motorrijtuig, met uitsluiting van de garagehouder en de personen, alsook hun aangestelden, die een beroep uitoefenen dat betrekking heeft op de verkoop, de herstelling,
het slepen of de technische controle op motorrijtuigen,wanneer zij omwille van hun beroepsactiviteiten het motorrijtuig kregen toevertrouwd;
4. de begunstigde van de vergoedingen
a) in geval van verwondingen: de verzekerde;
b) in geval van overlijden: de rechtverkrijgenden van de verzekerde;
5. het omschreven motorrijtuig
het in de bijzondere voorwaarden omschreven motorrijtuig; al wat eraan gekoppeld is, wordt beschouwd als een deel ervan;
6. het verzekerde motorrijtuig:
a) het omschreven motorrijtuig;
b) volgens de in de overeenkomst vermelde voorwaarden en beperkingen:
- het tijdelijke vervangingsmotorrijtuig, gebruikt conform artikel 56 van de bijlage bij het KB betreffende de minimumvoorwaarden voor de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen
(KB van 16 april 2018);
- het omschreven motorrijtuig dat in eigendom werd overgedragen en het motorrijtuig dat in vervanging komt van dit motorrijtuig;
7. het schadegeval
het tijdens de geldigheidsduur van de waarborg overkomen verkeersongeval dat een lichamelijk letsel teweegbrengt en waarvan de oorzaak of één van de oorzaken vreemd is aan het organisme van het slachtoffer.
Artikel 3 Voorwerp van de verzekering
De verzekeraar waarborgt ten aanzien van de begunstigden de overeenkomstig artikel 4 van Titel 5 hierna omschreven schadevergoedingen wanneer de verzekerde het slachtoffer is van een schadegeval dat voortvloeit uit het gebruik van het verzekerde motorrijtuig in het verkeer.
57
Artikel 4 Aard en omvang van de vergoedingen
De verzekeraar vergoedt:
1. in geval van verwondingen van de verzekerde, aan de verzekerde:
a) de geneeskundige behandelingskosten, de heelkundige en de farmaceutische kosten, met inbegrip van de revalidatie- en prothesekosten;
b) de economische en morele schade voortspruitend uit de tijdelijke volledige of gedeeltelijke ongeschiktheid;
c) de economische en morele schade voortspruitend uit de blijvende volledige of gedeeltelijke ongeschiktheid;
d) de esthetische schade;
e) de hulp van een derde zo deze tengevolge van de blijvende ongeschiktheid noodzakelijk is;
2. in geval van overlijden van de verzekerde, aan de rechtverkrijgende van de verzekerde:
a) de terugbetaling van de begrafeniskosten;
b) de economische en morele schade in hoofde van de rechtverkrijgenden als gevolg van het overlijden van de verzekerde.
De vergoeding van de verschillende gewaarborgde schades gebeurt volgens de regels van het gemeen recht, dit wil zeggen op basis van de vergoedingen zoals ze voor gelijkaardige gevallen over het algemeen worden toegekend door de rechtbanken.
• De toegekende vergoeding per schadegeval voor tweewielige motorrijtuigen is beperkt tot maximum 25 000,00 euro per schadegeval.
• De toegekende vergoeding per schadegeval voor vierwielige motorrijtuigen is beperkt tot maximum 1 500 000,00 euro per schadegeval.
In geval van terrorisme
De verzekering dekt eveneens de schade die voortvloeit uit een daad van terrorisme, zoals voorzien in de wet van 1 april 2007 (KB van 15 mei 2007). In dit kader is Ethias toegetreden tot de vzw TRIP (Terrorism Reinsurance and Insurance Pool). Zowel het principe als de modaliteiten m.b.t. de vergoeding van een schadegeval dat voortvloeit uit een daad van terrorisme worden voortaan bepaald door een Comité dat los staat van de verzekeringsondernemingen en dat is opgericht overeenkomstig artikel 5 van de wet van 1 april 2007. Voor het
geheel van haar verbintenissen ten aanzien van al haar verzekerden dekt Ethias overeenkomstig de bepalingen van deze wet gezamenlijk met de andere leden van de vzw en de Belgische Staat de gebeurtenissen voorgevallen in een kalenderjaar ten belope van 1 miljard euro.
Artikel 5 Wat is niet verzekerd
Er is geen tussenkomst:
1. wanneer het schadegeval zich voordoet tijdens de deelname van de verzekerde aan een snelheids-, regelmatigheids- of behendigheidsrit of wedstrijd, zelfs indien hiertoe van overheidswege toestemming is verleend;
2. wanneer op het ogenblik van het schadegeval het verzekerde motorrijtuig bestuurd wordt door een persoon die niet voldoet aan de voorwaarden die de Belgische wet en reglementen voorschrijven om het motorrijtuig te besturen, bijvoorbeeld door een persoon die de vereiste minimumleeftijd niet bereikt heeft, door een persoon die geen rijbewijs heeft of door een persoon die van het recht tot sturen vervallen verklaard is;
3. wanneer op het ogenblik van het schadegeval het verzekerde motorrijtuig, dat onderworpen is aan de Belgische reglementering op de technische controle, niet voldoet aan deze reglementering en in het verkeer gebracht wordt buiten het toegelaten traject. Dit verval van dekking kan enkel worden toegepast voor zover de verzekeraar aantoont dat er een oorzakelijk verband bestaat tussen de staat van het motorrijtuig en het schadegeval;
4. indien de verzekeraar bewijst dat het schadegeval opzettelijk door de verzekerde werd veroorzaakt;
5. indien de verzekeraar bewijst dat er een oorzakelijk verband is tussen het schadegeval en het zich bevinden van de verzekerde in staat van dronkenschap of in een soortgelijke toestand die het gevolg is van het gebruik van producten andere dan alcoholische dranken;
6. wanneer het schadegeval rechtstreeks of onrechtstreeks voortkomt uit een verschijnsel van wijziging in de atoomkern of van radioactiviteit;
7. wanneer het schadegeval veroorzaakt is door oorlog of door gelijkaardige feiten of door burgeroorlog.
58
Artikel 6 Bepaling van de vergoeding en voorschot op verhaal
1. Afwezigheid van een aansprakelijke derde
Wanneer de verzekerde het slachtoffer is van een schadegeval waarvoor geen enkel verhaal kan worden uitgeoefend tegen een aansprakelijke derde, betaalt de verzekeraar de voorziene vergoedingen, na aftrek van de vergoedingsuitkeringen gestort door de werkgever, het ziekenfonds of enige andere instelling of verzekeraar.
2. Aanwezigheid van aansprakelijke derde(n), zijn (hun) verzekeraar(s) of een Gemeenschappelijk waarborgfonds
Wanneer de verzekerde het slachtoffer is van een schadegeval waarvoor volledig of gedeeltelijk verhaal kan worden uitgeoefend tegen een aansprakelijke derde, zijn verzekeraar of een Gemeenschappelijk waarborgfonds, betaalt de verzekeraar bij wijze van voorschot de vergoedingen zoals zij voorzien zijn in de
waarborg, na aftrek van de vergoedingsuitkeringen gestort door de werkgever, het ziekenfonds of enige andere instelling of verzekeraar.
De verzekeraar verbindt er zich toe het eventuele verschil tussen het gedane voorschot en de uiteindelijk ten laste van de aansprakelijke derde, zijn verzekeraar of het Gemeenschappelijk waarborgfonds gelegde vergoeding, niet terug te vorderen.
3. Vergoedingstermijnen
Voor zover aan de voorwaarden van de waarborg is voldaan, verbindt de verzekeraar zich ertoe de verzekerde binnen volgende termijnen te vergoeden:
a) voor de uitkering van een voorschot: binnen de dertig dagen volgend op de ontvangst van de bewijsstukken en/of de gevraagde inlichtingen;
b) voor een definitieve regeling: binnen de dertig dagen na ontvangst van de door de begunstigde ondertekende dading.
Artikel 7 Subrogatie
De verzekeraar is gesubrogeerd in de rechten en de vorderingen van de begunstigde van de vergoedingen, ten belope van alle in het kader van deze waarborg betaalde vergoedingen, opzichtens de voor het schadegeval aansprakelijke derden, hun burgerlijke aansprakelijkheidsverzekeraars en het Gemeenschappelijk waarborgfonds.
Artikel 8 Schadegevallen
Ieder schadegeval moet onmiddellijk en ten laatste binnen de acht dagen nadat het is voorgevallen schriftelijk aan de verzekeraar worden aangegeven.
De aangifte van schade moet in de mate van het mogelijke de oorzaken, de omstandigheden en de vermoedelijke gevolgen van het schadegeval vermelden.
De verzekeringsnemer, de verzekerde of zijn rechtverkrijgenden dient de verzekeraar zonder verwijl alle door hem gevraagde inlichtingen en documenten te verschaffen.
59
Titel 6
Algemene administratieve bepalingen
Artikel 1 Toepasselijk recht en bevoegde rechtbanken
Het Belgisch recht is van toepassing op de verzekeringsovereenkomst.
Alle geschillen betreffende de totstandkoming, de geldigheid, de uitvoering, de interpretatie of de ontbinding van deze overeenkomst behoren tot de exclusieve bevoegdheid van de Belgische Hoven en Rechtbanken.
Artikel 2 Controleautoriteiten en klachtenbeheer
1. Controleautoriteiten
FSMA: Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten
Xxxxxxxxxxxxx 00-00 – 0000 Xxxxxxx
Tel. 00 000 00 00 – Fax 00 000 00 00
NBB: Nationale Bank van België
de Berlaimontlaan 14 - 1000 Brussel
Tel. 00 000 00 00 - Fax 00 000 00 00
2. Klachtenbeheer
Elke klacht over het verzekeringscontract of het beheer van een schadegeval kan gericht worden aan:
Ethias Klachtenbeheer
Xxxxx-Xxxxxxxxxxxxxxx 00 - 0000 Xxxxxxx
Fax 000 00 00 00
Ombudsdienst Xxxxxxxxxxxxx
xx Xxxxxxxxxxx 00 - 0000 Xxxxxxx
Fax 00 000 00 00
xxxx@xxxxxxxxx.xx xxx.xxxxxxxxx.xx
Het indienen van een klacht doet geen afbreuk aan de mogelijkheid om een gerechtelijke procedure aan te spannen.
Artikel 3 Niet-betaling van premie
De bijzondere voorwaarden vullen de algemene voorwaarden aan en vervangen ze in de mate dat ze ermee strijdig is.
60
Titel 7
Aanvullende informatie MiFID
Artikel 1 Wijzen van communicatie en talen
Wijzen van communicatie
Ethias communiceert via diverse kanalen met haar cliënten:
• per brief of per e-mail op xxxx@xxxxxx.xx;
• per telefoon in het Nederlands op 011 28 29 27 en in het Frans op 04 220 37 79;
• via onze kantoren: voor het dichtstbijzijnde kantoor, kan u terecht op onze site xxx.xxxxxx.xx/xxxxxxxx (NL) of xxx.xxxxxx.xx/xxxxxxx (FR).
Talen van communicatie
De communicatie met een cliënt gebeurt in het Nederlands of in het Frans, naar keuze van voornoemde.
Alle Ethias documenten (offertes, verzekeringsvoorstellen, algemene voorwaarden, bijzondere voorwaarden, enz.) zijn beschikbaar in het Nederlands en in het Frans.
Artikel 2 Samenvatting van het beleid inzake belangenconflicten
Inleiding
Ethias is een verzekeringsonderneming die actief is op de Belgische financiële markt. Als verzekeringsagent verdeelt zij ook levensverzekeringsproducten van Integrale.
Ethias is mogelijkerwijs blootgesteld aan belangenconflicten die voortvloeien uit de beoefening van deze verschillende activiteiten. De bescherming van de belangen van haar cliënten is voor Ethias een essentiële prioriteit. Daarom werkte zij een algemeen beleid uit dat haar bestuurders, leidinggevende personen en personeelsleden toelaat zich in de mate van het mogelijke te wapenen tegen dit risico.
Definitie
Een belangenconflict is een conflict dat ontstaat wanneer twee of meerdere personen of entiteiten tegenstrijdige belangen hebben die zouden kunnen leiden tot een potentieel verlies voor de cliënt.
Het belangenconflict is een complex begrip. Er kan zich een belangenconflict voordoen tussen Ethias, haar bestuurders, effectieve leiders, haar medewerkers en verbonden agenten enerzijds en haar cliënten anderzijds alsook tussen haar cliënten onderling.
Identificatie
Ethias identificeerde de mogelijke belangenconflicten in het geheel van haar activiteiten. Het kan met name de volgende conflicten betreffen:
• handelen als verzekeraar en verzekeringsagent;
• verzekeren van meerdere cliënten in eenzelfde schadegeval;
• verzekeren van een cliënt in meerdere hoedanigheden (in BA en in RB);
• aanvaarden van geschenken of voordelen die een reële of schijnbare invloed kunnen hebben op de objectiviteit en de onpartijdigheid van de medewerker;
• toekennen van voordelen of vergoedingen aan bemiddelaars die een reële of schijnbare invloed kunnen hebben op de objectiviteit van de analyse van de noden van de cliënt;
• voorstellen van niet-aangepaste producten aan de cliënten (vereisten en noden, cliëntenprofiel, enz.);
• oneigenlijk gebruik van vertrouwelijke informatie die betrekking heeft op een cliënt in het kader van een andere cliëntrelatie.
61
Aangepaste preventiemaatregelen
Ethias heeft gepaste organisatorische en administratieve maatregelen getroffen om geïdentificeerde potentiële belangenconflicten te voorkomen en te beheren.
Controle van de informatie-uitwisseling
Binnen Ethias werden organisatorische maatregelen (aangeduid met de term Chinese wall) getroffen om elke niet-toegelaten informatie-uitwisseling tussen medewerkers te voorkomen, om de geprivilegieerde
informatiestroom tussen verschillende operationele departementen te controleren en om te vermijden dat bepaalde verantwoordelijkheden bij een en dezelfde persoon worden verenigd.
Gescheiden toezicht
Diensten die, in het geval van gemeenschappelijk beheer, belangenconflicten zouden kunnen genereren worden door verschillende verantwoordelijken beheerd.
Stimuli
De vergoedingen, commissies en niet-geldelijke voordelen gestort aan of ontvangen van derden met betrekking tot een geleverde dienst kunnen enkel worden aanvaard op voorwaarde dat de cliënt hiervan in kennis werd gesteld, zij de kwaliteit van de dienstverlening verbeteren en geen schade berokkenen aan het engagement van Ethias noch aan dat van de derde om de belangen van de cliënt optimaal te behartigen.
Geschenken
Er werd een geschenkenbeleid bepaald. Dit beleid voorziet strikte voorwaarden waaronder de medewerkers geschenken kunnen aanvaarden of aanbieden. Elk geschenk moet overigens in een register worden vermeld.
Externe activiteiten van de medewerkers
Alle medewerkers kunnen activiteiten buiten de onderneming uitoefenen of hieraan deelnemen conform zijn/haar arbeidsovereenkomst, op voorwaarde dat deze functie of deze activiteiten geen belangenconflicten met zich mee kunnen brengen of de neutraliteit van zijn/haar functie binnen de onderneming op welke manier dan ook in het gedrang kan brengen. Zelfs schijnbare conflicten moeten voortdurend worden vermeden.
Voorkomen van ongepaste invloed
De Ethias-medewerkers moeten zich ervan verzekeren dat zij zich volledig onafhankelijk opstellen in hun relaties met de cliënten. Alle Ethias-medewerkers zijn ertoe gehouden een deontologische code na te leven die integraal deel uitmaakt van het arbeidsreglement. Deze verplichte code bevat een verplichting tot informatiebescherming alsook een discretieplicht, en verplicht de medewerker om te handelen met integriteit en transparantie en concrete maatregelen na te leven om de risico's op ongepaste invloed te voorkomen.
Kennisgeving van de belangenconflicten
Indien, ondanks de genomen maatregelen, er een risico op aantasting van de belangen van de cliënt blijft bestaan, zal u in kennis worden gesteld van het bestaan van dit mogelijke belangenconflict opdat u met kennis van zaken een beslissing zou kunnen nemen.
62
Voor meer informatie
Ethias
Zetel voor Vlaanderen
Xxxxx-Xxxxxxxxxxxxxxx 00 - 0000 Xxxxxxx
Tel. 000 00 00 00
Fax 000 00 00 00
0000-000 • 11/19