Pensioenreglement
1
Pensioenfonds Vervoer
Inhoud
1. Je werkt bij een werkgever die is aangesloten bij Pensioenfonds Vervoer 5
1.2 Pensioen voor je partner 7
1.3 Pensioen voor je kinderen 9
1.4 Je wilt je pensioen laten ingaan 11
1.6 Je wordt arbeidsongeschikt 14
1.7 Jij en je partner gaan uit elkaar 16
1.8 Het pensioen voor jou of je nabestaanden in één keer uitbetaald: afkoop 18
2. Je werkt niet meer bij een werkgever die is aangesloten bij Pensioenfonds Vervoer 19
2.1 De opbouw van je pensioen 19
2.2 Je wilt je pensioen laten ingaan 19
2.3 Je wordt arbeidsongeschikt 19
2.4 Jij en je partner gaan uit elkaar 19
2.6 Het pensioen voor je nabestaanden in één keer uitbetaald: afkoop 20
3.1 Je krijgt een pensioen van Pensioenfonds Vervoer 21
3.2 Keuze die je hebt: Aanpassen deeltijdpensioen 21
3.3 Jij en je partner gaan uit elkaar 21
3.5 Het pensioen voor je nabestaanden in één keer uitbetaald: afkoop 22
4. Verhogen en verlagen van de pensioenen 23
5. Jij hebt of je werkgever heeft principiële bezwaren tegen verzekeren 24
5.1 Je hebt principiële bezwaren tegen verzekeren 24
5.3 Sparen bij vrijstelling wegens principiële bezwaren 24
5.6 Toch pensioen opbouwen als je werkgever principiële bezwaren heeft 25
Deel II Verplichtingen voor je werkgever 26
2. Als je werkgever vrijstelling bij principiële bezwaren heeft 27
Deel III overgangs- en slotbepalingen 28
1. Overgangsregeling voor de pensioenregeling die gold tot 1 januari 2006 28
2. Overgangsregeling voor de pensioenregelingen die golden tot 1 januari 2018 28
3. Overgangsregeling voor extra aanspraken op pensioen die je op 1 januari 2018 hebt gekregen door de omzetting van prepensioen 29
4. Verplichting om informatie te geven 29
Deel IV Pensioengevend loon per sector 30
Deel V Bijlagen met factoren en tabellen 33
BIJLAGE A – Tabel met factoren voor individuele waardeoverdracht 34
BIJLAGE B - Tabel pensioen laten ingaan op een andere leeftijd dan op je 68e 36
BIJLAGE C - Tabel partnerpensioen omzetten in extra pensioen voor jezelf 37
BIJLAGE D - Tabel pensioen voor jezelf omzetten in extra partnerpensioen 38
BIJLAGE E - Tabel omzetten pensioen voor jezelf in tijdelijk pensioen voor jezelf (periode overbruggen tot je AOW krijgt) 39
BIJLAGE F - Tabel voor een hoog/laagpensioen 40
BIJLAGE G – Tabellen afkoop van klein pensioen 42
DEEL I Inleiding
Iedereen die in Nederland gewoond of gewerkt heeft, krijgt vanaf een bepaalde leeftijd een uitkering van de overheid. We noemen deze uitkering ook wel een ‘AOW-uitkering’.
Daarnaast kun je via je werkgever een aanvullend pensioen opbouwen. Xxx denk je misschien meteen aan een uitkering voor jezelf als je met pensioen gaat. En dat is ook juist: als je met pensioen gaat krijg je voor de rest van je leven iedere maand een pensioen op je rekening gestort. Maar wij regelen ook dat je een pensioen krijgt als je arbeidsongeschikt wordt. En als je overlijdt, regelen wij dat je partner een uitkering krijgt. En als je kinderen hebt, krijgen zij ook een uitkering als je overlijdt.
Tot slot heb je misschien zelf nog gespaard of iets geregeld voor je oude dag. In dit reglement lees je over je pensioen bij Pensioenfonds Vervoer.
1. Je werkt bij een werkgever die is aangesloten bij Pensioenfonds Vervoer
1.1 Pensioen voor jezelf
1. Je begint met pensioen opbouwen bij Pensioenfonds Vervoer en met deelnemen aan de pensioenregeling vanaf een van de volgende momenten:
- Vanaf de dag waarop je in dienst bent bij een werkgever die is aangesloten bij Pensioenfonds Vervoer en je 21 jaar of ouder bent, of
- Vanaf de dag waarop je werkgever zich bij het Pensioenfonds Vervoer aansluit en je 21 jaar of ouder bent.
2. Deelnemen aan de pensioenregeling kost geld: een premie. Jij en je werkgever betalen iedere maand een bedrag aan Pensioenfonds Vervoer voor de opbouw van je pensioen.
3. Na de eerste dag van de maand waarin je 68 jaar wordt, bouw je geen pensioen meer op. Je werkgever en jij betalen dan niet meer iedere maand een bedrag aan Pensioenfonds Vervoer.
4. Je bepaalt zelf wanneer je je pensioen laat ingaan. Je ontvangt het pensioen zolang je leeft. Je pensioen stopt op de laatste dag van de maand waarin je overlijdt.
5. Heb je eerder pensioen opgebouwd bij een vorige werkgever die niet was aangesloten bij Pensioenfonds Vervoer? Dan mag je dat pensioen meenemen naar Pensioenfonds Vervoer. Wij zetten het pensioen dat je eerder hebt opgebouwd om in een pensioen voor jezelf, voor je partner en voor je kinderen bij Pensioenfonds Vervoer. Voor het omzetten van het pensioen gebruikt Pensioenfonds Vervoer factoren die in Deel V, in Bijlage A staan.
6. Heb je bij een eerdere werkgever een klein pensioen opgebouwd? Dan mag je pensioen automatisch worden overgedragen naar Pensioenfonds Vervoer. Het pensioen dat je ergens anders hebt opgebouwd is een ‘klein pensioen’ als het minder is dan € 594,89 (2023) bruto per jaar.
Hoogte van het pensioen
7. Je kunt zelf berekenen hoeveel pensioen je ieder jaar opbouwt. Daarvoor heb je een paar begrippen nodig:
- Pensioengevend loon. Het pensioengevend loon verschilt per sector. Bijzonderheden over het pensioengevend loon per sector staan in Deel IV van dit reglement.
- Franchise. De franchise is het deel van je loon dat niet meetelt voor de berekening van het pensioen. Het bestuur stelt ieder jaar de franchise vast. De franchise voor 2023 is € 14.714,-.
- Pensioengrondslag. De pensioengrondslag is het pensioengevend loon min de franchise.
- Opbouwpercentage is 1,788%.
Hoe bereken je je pensioen?
Pensioengrondslag x opbouwpercentage = pensioen dat je ieder jaar opbouwt.
8. Werk je in deeltijd? Dan berekenen we je pensioengrondslag op basis van je voltijd-salaris. De opbouw in een jaar is dan:
pensioengrondslag x opbouwpercentage x deeltijdpercentage.
9. Pensioenfonds Vervoer stelt je pensioengrondslag vast op de volgende momenten:
a. Als je begint met het opbouwen van pensioen bij Pensioenfonds Vervoer
b. Daarna ieder jaar op 1 januari
c. Als je arbeidsovereenkomst met je werkgever verandert
d. Als je een nieuwe arbeidsovereenkomst krijgt bij een andere werkgever die is aangesloten bij Pensioenfonds Vervoer.
10. Krijg je een eenmalige uitkering van je werkgever? Dan kan het bestuur van Pensioenfonds Vervoer bepalen dat die meetelt als loon voor de berekening van je pensioengrondslag.
11. Betaalt jouw werkgever in onderstaande gevallen niet het (normale) loon, dan rekenen wij voor het pensioen met je normale loon. Dit geldt in de volgende gevallen:
a. Als je ziek bent
b. Als je met zwangerschaps- of bevallingsverlof bent
c. Als je met aanvullend extra geboorteverlof bent (geldt voor de sectoren Taxi, Besloten Busvervoer en Orsima)
d. Als je een WW-uitkering krijgt terwijl je in dienst bent bij een werkgever die is aangesloten bij Pensioenfonds Vervoer
e. Als je ouderschapsverlof hebt
f. Als je zorgverlof hebt (geldt alleen voor de sector Goederenvervoer)
g. Als je studieverlof hebt
h. Als je levensloopverlof hebt
i. Als je sabbatsverlof hebt
j. Als je gebruik maakt van een regeling voor oudere werknemers om met behoud van volledige pensioenopbouw minder te gaan werken met inlevering van een deel van het loon.
De opbouw van het pensioen voor jezelf, voor je partner en voor je kinderen loopt gewoon door tijdens alle vormen van verlof a. tot en met h en j. Behalve bij sabbatsverlof, dan stopt de opbouw na 12 maanden verlof.
Heb je een vorm van onbetaald verlof? En overlijd je binnen 18 maanden na het begin van je verlof? Xxx hebben je partner en kinderen recht op een partnerpensioen en een wezenpensioen. We berekenen deze pensioenen alsof je tot de eerste van de maand waarin je 68 jaar wordt, pensioen hebt opgebouwd. Overlijd je terwijl je langer dan 18 maanden onbetaald verlof hebt? Dan hebben je nabestaanden alleen recht op het partnerpensioen en wezenpensioen dat je tot dan toe hebt opgebouwd.
1.2 Pensioen voor je partner
1. Je bouwt partnerpensioen op. Je partner krijgt dit pensioen na jouw overlijden.
2. Je partner heeft recht op het partnerpensioen vanaf de eerste dag van de maand waarin je overlijdt. Je partner krijgt het pensioen zolang hij of zij leeft. Het pensioen voor je partner stopt op de laatste dag van de maand waarin je partner overlijdt.
3. Je partner is:
- Degene met wie je bent getrouwd of
- Degene met wie je een geregistreerd partnerschap hebt of
- Degene met wie je samenwoont.
4. Degene met wie je samenwoont is je partner in het volgende geval:
- Jij en je partner hebben een samenlevingscontract afgesloten bij de notaris. In dat samenlevingscontract staat dat jullie een gezamenlijke financiële huishouding voeren.
- Daarnaast staan jullie op hetzelfde adres ingeschreven in de Basisregistratie Personen.
- Je partner is niet je ouder, grootouder, overgrootouder of je kind, kleinkind of achterkleinkind.
- En jij of je partner zijn niet getrouwd met iemand anders, jullie hebben geen geregistreerd partnerschap met iemand anders en jullie wonen ook niet samen met iemand anders.
of
- Jij en je partner voeren een gezamenlijke financiële huishouding;
- Daarnaast staan jullie allebei minstens 6 maanden op hetzelfde adres ingeschreven in de Basisregistratie Personen;
- Je partner is niet je ouder, grootouder, overgrootouder of je kind, kleinkind of achterkleinkind;
- En jij of je partner zijn niet getrouwd met iemand anders, jullie hebben geen geregistreerd partnerschap met iemand anders en jullie wonen ook niet samen met iemand anders.
5. Had je een partner en zijn jullie uit elkaar? Xxx krijgt je ex-partner als je overlijdt een partnerpensioen. Hierover lees je meer in artikel 1.7.
6. Heb je eerder een partner gehad en heb je een andere partner als je overlijdt? Dan verdelen wij het partnerpensioen tussen je ex-partner en je andere partner. Het deel van het partnerpensioen dat naar je ex-partner gaat, noemen wij het bijzonder partnerpensioen. Hierover lees je meer in artikel 1.7.
Hoogte van het partnerpensioen
7. Als je overlijdt, heeft je partner recht op partnerpensioen. Hieronder staan de regels die dan gelden.
8. Je kunt zelf berekenen hoeveel partnerpensioen je ieder jaar opbouwt. Daarvoor heb je een paar begrippen nodig:
- Pensioengevend loon. Het pensioengevend loon verschilt per sector. Bijzonderheden over het pensioengevend loon per sector staan in Deel IV van dit reglement.
- Franchise. De franchise is het deel van je salaris dat niet meetelt voor de berekening van het pensioen. Het bestuur stelt ieder jaar de franchise vast. De franchise voor 2022 is
€ 13.343,-.
- Pensioengrondslag. De pensioengrondslag is het pensioengevend loon min de franchise.
- Opbouwpercentage. Het opbouwpercentage voor het partnerpensioen is 1,2516%.
Hoe bereken je het partnerpensioen dat je ieder jaar opbouwt?
Pensioengrondslag x opbouwpercentage voor het partnerpensioen = partnerpensioen dat je ieder jaar opbouwt.
9. Overlijd je terwijl je pensioen opbouwt bij Pensioenfonds Vervoer? Dan berekenen we het pensioen voor je partner door het volgende bij elkaar op te tellen:
- Het partnerpensioen dat je hebt opgebouwd tot je overlijden, plus
- Het partnerpensioen dat je nog zou opbouwen in de toekomst.
10. Heb je een ex-partner? Xxx heeft je ex-partner recht op het deel van het partnerpensioen dat je tot het einde van de relatie hebt opgebouwd. In artikel 1.7 staan de bepalingen die gelden als jij en je partner uit elkaar zijn gegaan.
11. Heb je een arbeidsovereenkomst zonder een vast aantal uren per week of maand? En overlijd je dan? Dan moeten we de pensioengrondslag vaststellen voor het deel dat je nog
zou opbouwen. Daarvoor rekenen we met het aantal uren dat je in de periode van 12 maanden, gerekend vanaf 15 maanden voor je overlijden, gemiddeld hebt gewerkt. En met het laatstverdiende uurloon.
Was je op het moment van je overlijden nog geen 15 maanden in dienst? Dan rekenen we met het aantal uren dat je tot drie maanden voor je overlijden gemiddeld hebt gewerkt. Als je op het moment van overlijden nog geen drie maanden in dienst was, dan rekenen we met het aantal uren dat je tot je overlijden gemiddeld hebt gewerkt.
12. Om je pensioengrondslag te berekenen, hebben we je pensioengevend loon nodig. Er is een maximum pensioengevend loon waarmee we rekenen. Verdien je meer dan dit maximum? Dan berekenen we je pensioengrondslag met dit maximum pensioengevend loon.
Het maximum pensioengevend loon berekenen we zo:
- We nemen het loon dat je in de 12 maanden voor je overlijden hebt verdiend.
- We vermenigvuldigen dit inkomen met de cao-loonindex van het Centraal Bureau voor de Statistiek van het jaar voor je overlijden. Of met de cao-loonindex van het Centraal Bureau voor de Statistiek van het jaar waarin je in dienst kwam, als je nog geen jaar in dienst was.
- Dit loon vermenigvuldigen we met 1,1. Dit is het maximum pensioengevend loon.
13. Overlijd je terwijl je pensioen opbouwt bij Pensioenfonds Vervoer? En is je partner schuldig of medeplichtig aan je overlijden? Dan keert het pensioenfonds alleen het partnerpensioen uit dat je hebt opgebouwd tot de dag voor je overlijdt.
1.3 Pensioen voor je kinderen
1. Als je overlijdt, krijgen jouw kinderen wezenpensioen. Jouw kinderen zijn:
- Je eigen, erkende en geadopteerde kinderen;
- De stief- en pleegkinderen die je onderhoudt en opvoedt.
2. Ieder van je kinderen heeft recht op een wezenpensioen. Dat recht hebben ze vanaf de eerste dag van de maand waarin je overlijdt. Het wezenpensioen stopt op de laatste dag van de maand waarin je kind 18 jaar wordt.
3. Je kind krijgt ook een wezenpensioen als het ouder is dan 18 jaar en studeert of een opleiding volgt. Je kind moet daarvoor wel kunnen aantonen dat hij of zij studeert of een opleiding volgt. Bijvoorbeeld met gegevens van de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). Xxxxx je kind met zijn of haar studie of opleiding? Dan stopt het wezenpensioen aan het einde van het studiejaar, op 1 september. Uiterlijk stopt het op de laatste dag van de maand waarin je kind 27 jaar wordt.
4. Als je kinderen ouderloos worden, dan krijgt ieder kind een dubbel wezenpensioen.
5. Overlijd je terwijl je pensioen opbouwt bij Pensioenfonds Vervoer? En is je kind schuldig of medeplichtig aan je overlijden? Dan keert het pensioenfonds alleen het wezenpensioen uit dat je hebt opgebouwd tot de dag voor je overlijdt.
Hoogte van het wezenpensioen
6. Voor de berekening van de hoogte van het wezenpensioen heb je een paar begrippen nodig:
- Pensioengevend loon. Het pensioengevend loon verschilt per sector. Bijzonderheden over het pensioengevend loon per sector staan in Deel IV van dit reglement.
- Franchise. De franchise is het deel van je salaris dat niet meetelt voor de berekening van het pensioen. Het bestuur stelt ieder jaar de franchise vast. De franchise voor 2023 is € 14.714,-.
- Pensioengrondslag. De pensioengrondslag is het pensioengevend loon min de franchise.
- Opbouwpercentage. Het opbouwpercentage voor het wezenpensioen is 0,25032%.
Hoe bereken je het wezenpensioen dat je ieder jaar opbouwt?
Pensioengrondslag x opbouwpercentage voor het wezenpensioen = wezenpensioen dat je ieder jaar opbouwt.
7. Overlijd je terwijl je pensioen opbouwt bij Pensioenfonds Vervoer? Dan berekenen we het pensioen voor je kind door het volgende bij elkaar op te tellen:
- Het wezenpensioen dat jij hebt opgebouwd tot je overlijden, plus
- Het wezenpensioen dat je nog zou opbouwen in de toekomst.
8. Heb je een arbeidsovereenkomst zonder een vast aantal uren per week of maand? En overlijd je dan? Dan moeten we de pensioengrondslag vaststellen voor het deel dat je nog zou opbouwen. Daarvoor rekenen we met het aantal uren dat je in de periode van 12 maanden, gerekend vanaf 15 maanden voor je overlijden, gemiddeld hebt gewerkt. En met het laatstverdiende uurloon.
Was je op het moment van je overlijden nog geen 15 maanden in dienst? Dan rekenen we met het aantal uren dat je tot drie maanden voor je overlijden gemiddeld hebt gewerkt. Als je op het moment van overlijden nog geen drie maanden in dienst was, dan rekenen we met het aantal uren dat je tot je overlijden gemiddeld hebt gewerkt.
9. Om je pensioengrondslag te berekenen, hebben we je pensioengevend loon nodig. Er is een maximum pensioengevend loon waarmee we rekenen. Verdien je meer dan dit maximum? Dan berekenen we je pensioengrondslag met dit maximum pensioengevend loon.
Het maximum pensioengevend loon berekenen we zo:
- We nemen het loon dat je in de 12 maanden voor je overlijden hebt verdiend.
- We vermenigvuldigen dit inkomen met de cao-loonindex van het Centraal Bureau voor de Statistiek van het jaar voor je overlijden. Of met de loonindex van het jaar waarin je in dienst kwam, als je nog geen jaar in dienst was.
- Dit loon vermenigvuldigen we met 1,1. Dit is het maximum pensioengevend loon.
1.4 Je wilt je pensioen laten ingaan
Het moment waarop je pensioen ingaat
1. Je bepaalt zelf de maand waarin je het pensioen laat ingaan. Een pensioen gaat pas in, nadat je hebt doorgegeven aan Pensioenfonds Vervoer dat je het wilt laten ingaan. Geef dit minimaal één maand van tevoren door aan Pensioenfonds Vervoer.
- Je kunt je pensioen vanaf je 55ste laten ingaan.
- Laat je je pensioen niet ingaan op de eerste dag van de maand waarin je 68 jaar wordt? Dan gaan wij ervan uit dat je je pensioen later wilt laten ingaan.
- Krijg je al meer dan 5 jaar AOW? En heb je je pensioen nog niet laten ingaan? Dan betalen we je pensioen automatisch uit. Dat doen we zodra we een rekeningnummer van je hebben.
2. Laat je je pensioen ingaan meer dan 5 jaar voor je AOW krijgt? Xxx moet je ook echt stoppen met werken. Je moet een verklaring opsturen aan het fonds waarin staat dat je niet werkt terwijl je pensioen krijgt. En dat je ook niet de bedoeling hebt om weer te gaan werken.
3. Voor het berekenen van je pensioen gebruikt Pensioenfonds Vervoer de tabel in Deel V, Bijlage B.
Deeltijdpensioen
4. Je kunt ervoor kiezen om je pensioen eerst voor een deel te laten ingaan. Je kunt je pensioen voor 20%, 40%, 60% of 80% laten ingaan. Voor het deel dat je blijft werken, blijf je pensioen opbouwen bij Pensioenfonds Vervoer. Het percentage mag je één keer per jaar verhogen. Als je je pensioen al voor een deel hebt laten ingaan en je wilt je pensioen volledig laten ingaan, dan mag dat altijd.
5. Hieronder staan keuzes die je kunt maken als je je pensioen voor een deel laat ingaan. Ieder van die keuzes geldt voor het deel dat je laat ingaan.
Omzetten van partnerpensioen in extra pensioen voor jezelf
6. Je kunt het partnerpensioen of een deel daarvan omzetten in extra pensioen voor jezelf. Heb je geen partner op het moment dat je pensioen aanvraagt? Dan zetten we het partnerpensioen automatisch om in extra pensioen voor jezelf.
7. Heb je een partner? Dan moet hij of zij akkoord gaan met de keuze om het partnerpensioen om te zetten in extra pensioen voor jezelf.
8. Het bijzonder partnerpensioen voor je eventuele ex-partner kun je niet omzetten in extra pensioen voor jezelf.
9. Voor het berekenen van je pensioen gebruikt Pensioenfonds Vervoer de tabel in Deel V, Bijlage C.
Omzetten van een deel van je pensioen in extra partnerpensioen
10. Je kunt een deel van je pensioen omzetten in extra partnerpensioen. Het partnerpensioen mag nooit meer worden dan het pensioen voor jezelf na de omzetting.
11. Voor het berekenen van je pensioen gebruikt Pensioenfonds Vervoer de tabel in Deel V, Bijlage D.
Periode tot je AOW overbruggen
12. Laat je je pensioen ingaan voordat je AOW krijgt? Dan heb je tijdelijk minder geld totdat je AOW ook ingaat. Je kunt ervoor kiezen in deze periode tijdelijk extra pensioen te krijgen. Daarvoor gebruik je een deel van je pensioen.
13. Het pensioen dat je tijdelijk extra ontvangt stopt op de 1e dag van de maand waarin je AOW ingaat. Het pensioen is maximaal gelijk aan de AOW voor twee mensen die getrouwd zijn of samenwonen, inclusief de vakantietoeslag.
14. Voor het berekenen van je pensioen gebruikt Pensioenfonds Vervoer de tabel in Deel V, Bijlage E.
Hoog / Laag pensioen
15. Je kunt ervoor kiezen om de eerste vijf of tien jaar een hoger pensioen te krijgen. En daarna de rest van je leven een pensioen dat 75% is van het hogere pensioen.
16. Kies je voor eerst een hoger en dan een lager pensioen? Xxx heeft dit geen invloed op de hoogte van het partnerpensioen, het bijzonder partnerpensioen en wezenpensioen.
17. Voor het berekenen van je pensioen gebruikt Pensioenfonds Vervoer de tabel in Deel V, Bijlage F.
Hoogte pensioen en volgorde keuzes
18. We berekenen de hoogte van je pensioen in deze volgorde:
1. Het deel dat je laat ingaan
2. Partnerpensioen omzetten in pensioen voor jezelf of andersom
3. Het moment waarop je je pensioen laat ingaan
4. Een deel van je pensioen gebruiken om de periode tot je AOW krijgt te overbruggen
5. Eerst een hoger en daarna een lager pensioen.
19. Zodra je een pensioen krijgt, zijn je keuzes definitief.
1.5 Je gaat uit dienst
1. Stop je met werken bij een werkgever die is aangesloten bij Pensioenfonds Vervoer? Dan stop je met het opbouwen van pensioen bij Pensioenfonds Vervoer. Je houdt recht op het pensioen dat je hebt opgebouwd tot het moment dat je uit dienst ging.
2. Er zijn drie situaties waarin je pensioen blijft opbouwen bij Pensioenfonds Vervoer:
- Als je premievrij pensioen opbouwt. In hoofdstuk 1.6 ‘Je wordt arbeidsongeschikt’ lees je wanneer je daar recht op hebt.
- Als je weer in dienst komt bij een werkgever die is aangesloten bij Pensioenfonds Vervoer en nog geen 68 jaar bent.
- Als je vrijwillig pensioen blijft opbouwen (zie hieronder bij lid 6).
3 Ga je werken bij een werkgever die niet is aangesloten bij Pensioenfonds Vervoer? Dan kun je het pensioen dat je hebt opgebouwd bij Pensioenfonds Vervoer meenemen naar je nieuwe pensioenuitvoerder. Pensioenfonds Vervoer gebruikt voor het berekenen van het pensioen dat je kunt meenemen, de factoren die staan in Deel V, in Bijlage A.
4. Je mag binnen twee maanden nadat je uit dienst bent gegaan een deel van je pensioen omzetten in extra partnerpensioen. Voorwaarde is dat het partnerpensioen nooit meer mag worden dan het pensioen voor jezelf. Maar heb je een klein pensioen? Dan mag je het niet omzetten in partnerpensioen. Bij lid 5 hieronder lees je wat er gebeurt als je een klein pensioen hebt. Als je pensioen omzet in partnerpensioen, verandert het wezenpensioen niet. Pensioenfonds Vervoer Voor gebruikt voor het omzetten van het pensioen de tabel die staat in Deel V, in Bijlage D.
5. Stop je met pensioen opbouwen? Dan rekenen we uit hoeveel je hebt opgebouwd. We gaan bij de berekening uit van een vaste datum waarop je je pensioen laat ingaan. Namelijk op de eerst dag van de maand waarin je 68 jaar wordt.
Is je pensioen minder dan € 594,89 (2023) bruto per jaar? Dan is het een klein pensioen en probeert Pensioenfonds Vervoer de waarde van je pensioen over te dragen naar je nieuwe pensioenuitvoerder. Als dit niet lukt, blijft je pensioen bij Pensioenfonds Vervoer staan. Je pensioen blijft ook bij Pensioenfonds Vervoer staat als je geen nieuwe pensioenuitvoerder
hebt. Is het pensioen € 2,- bruto per jaar of minder? Dan betalen we het niet uit. Pensioenfonds Vervoer gebruikt het geld voor de pensioenen van anderen.
6. Ga je uit dienst bij een werkgever die is aangesloten bij Pensioenfonds Vervoer en bouw je daarna geen pensioen op via een andere pensioenregeling? Dan kun je vrijwillig pensioen blijven opbouwen bij Pensioenfonds Vervoer. Je betaalt zelf de volledige premie. Ook het deel dat je vorige werkgever betaalde. Wil je dit, dan moet je het binnen negen maanden doorgeven aan Pensioenfonds Vervoer. Je mag maximaal drie jaar vrijwillig pensioen opbouwen. Wil je verder als zzp’er vrijwillig pensioen opbouwen, dan mag je maximaal 10 jaar vrijwillig pensioen opbouwen.
1.6 Je wordt arbeidsongeschikt
1. Als je arbeidsongeschikt wordt, blijf je pensioen opbouwen bij Pensioenfonds Vervoer. Als je arbeidsongeschikt bent geworden na 2013, houden we ons aan de afspraken in het
2. Verklaart het UWV je voor 35% of meer arbeidsongeschikt? Dan ben je vanaf dat moment voor Pensioenfonds Vervoer arbeidsongeschikt. In de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) staat hoe het UWV je arbeidsongeschiktheid bepaalt.
3. Xxx je arbeidsongeschikt verklaard op grond van de WAO? Xxx geldt dit artikel 1.6 ook voor je.
Recht op premievrije opbouw van je pensioen
4. Als je (gedeeltelijk) arbeidsongeschikt bent verklaard, bouw je nog steeds (gedeeltelijk) pensioen op bij Pensioenfonds Vervoer. Maar jij en je werkgever betalen hiervoor geen premie. We noemen dit ‘premievrije opbouw’. Deze premievrije opbouw gaat in op het moment dat je (gedeeltelijk) arbeidsongeschikt bent verklaard.
5. Je bouwt ook premievrij pensioen op als je deels arbeidsongeschikt bent verklaard en je voor je restcapaciteit een WW-uitkering krijgt en er daardoor geen nieuwe pensioenuitvoerder is.
6. Je hebt recht op premievrije opbouw van je pensioen als je op je eerste ziektedag in dienst was bij een werkgever die is of op je eerste ziektedag was aangesloten bij Pensioenfonds Vervoer en je arbeidsongeschikt bent verklaard door het UWV op of na de eerste dag van de maand waarin je 21 jaar werd. Of als het UVW je percentage arbeidsongeschiktheid daarna heeft verhoogd.
7. Hoeveel pensioen je premievrij opbouwt hangt af van hoeveel procent je (meer) arbeidsongeschikt bent geworden?
Het UWV bepaalt hoeveel procent arbeidsongeschikt je bent.
Xxx je arbeidsongeschiktheid voor .. %, | dan is het % premievrije opbouw: |
65 - 100% | 60% |
45 - 64% | 30% |
35 - 44% | 15% |
0 - 34% | 0% |
Was je al gedeeltelijk arbeidsongeschikt toen je voor het eerst pensioen ging opbouwen bij Pensioenfonds Vervoer? Dan bouw je alleen pensioen op voor het deel dat je meer arbeidsongeschikt bent geworden.
Gaat je percentage arbeidsongeschiktheid omlaag? Dan verlagen we de premievrije opbouw met een even groot percentage.
8. We berekenen de premievrije opbouw met je pensioengrondslag. We berekenen de pensioengrondslag met het loon dat je verdiende vlak voor je 1e ziektedag. We tellen daarbij op de cao-loonsverhogingen vanaf je 1e ziektedag tot de dag waarop je een WIA-uitkering kreeg.
9. Heb je een arbeidsovereenkomst zonder een vast aantal uren per week of maand? Dan berekenen we de pensioengrondslag op basis van het loon dat je verdiende vlak voor je 1e ziektedag. We tellen daarbij op de cao-loonsverhogingen vanaf je 1e ziektedag tot de dag waarop je een WIA-uitkering kreeg. We gaan uit van het aantal uren dat je in de periode van 12 maanden, gerekend vanaf 15 maanden voor je eerste ziektedag, gemiddeld gewerkt hebt.
Was je op je 1e ziektedag nog geen 15 maanden in dienst? Dan rekenen we met het aantal uren dat je tot drie maanden voor je eerste ziektedag gemiddeld hebt gewerkt. Was je op je eerste ziektedag nog geen drie maanden in dienst, dan rekenen we met het aantal uren dat je tot je eerste ziektedag gemiddeld hebt gewerkt.
10. We hebben je pensioengevend loon nodig om je pensioengrondslag te berekenen voor je premievrije opbouw. Er is een maximum pensioengevend loon waarmee we rekenen. Verdien je meer dan dit maximum? Dan berekenen we je pensioengrondslag met dit maximum pensioengevend loon.
Het maximum pensioengevend loon berekenen we zo:
- We nemen het loon dat je verdiende op je eerste ziektedag.
- We vermenigvuldigen dit loon met de cao-loonindex van het Centraal Bureau voor de Statistiek van het moment waarop je arbeidsongeschikt werd.
- Dit loon vermenigvuldigen we met 1,1. Dit is het maximum pensioengevend loon.
11. We verhogen je pensioengrondslag ieder jaar op 1 januari net zoals we de pensioenen verhogen. Dat doen we zolang je premievrij pensioen opbouwt. Hoe we de pensioenen verhogen, lees je in hoofdstuk 4 lid 1.
12. Had je al voor 2006 recht op premievrije pensioenopbouw volgens het Reglement VI (tot 60 jaar) van Pensioenfonds Vervoer? En gaat je percentage arbeidsongeschiktheid omhoog? Dan rekenen we met de pensioengrondslag die gold op 1 januari 2006. Vanaf 1 januari 2006 hebben we deze pensioengrondslag verhoogd zoals staat in hoofdstuk 4 lid 1. Dat hebben we gedaan tot het moment waarop je percentage arbeidsongeschiktheid omhoog ging.
Het einde van de premievrije opbouw
13. De premievrije opbouw stopt in de volgende gevallen:
- Als je geen WIA-uitkering of WAO-uitkering meer krijgt.
- Als je je pensioen laat ingaan voordat je voor het eerst AOW krijgt. Als je met deeltijdpensioen gaat, dan blijf je premievrij opbouwen voor het deel dat je pensioen nog niet is ingegaan.
1.7 Jij en je partner gaan uit elkaar
Wat gebeurt er als je gaat scheiden, scheiden van tafel en bed of geregistreerd partnerschap eindigt?
1. Ga je scheiden of scheiden van tafel en bed? Of eindigt je geregistreerd partnerschap? Dan geldt de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding. Je ex-partner heeft recht op de helft van het pensioen dat jij tijdens je huwelijk of het geregistreerd partnerschap hebt opgebouwd. Jij en je ex-partner kunnen eigen afspraken maken over de verdeling van het pensioen. We verdelen je pensioen alleen als het meer is dan € 1.189,78 (2023) als je het zou laten ingaan op de eerste dag van de maand waarin je 68 jaar wordt.
2. Wil je dat Pensioenfonds Vervoer je pensioen verdeelt? Stuur ons dan binnen twee jaar na de scheiding het formulier ‘Mededelingsformulier in verband met verdeling van
ouderdomspensioen bij scheiding’. Dit formulier kun je vinden op de website van de Rijksoverheid. Stuur je ons dit formulier niet binnen twee jaar na de scheiding? Xxx houdt je ex-partner toch recht op de helft van je pensioen dat je tijdens je huwelijk of geregistreerd partnerschap hebt opgebouwd. Jij moet dan zelf je pensioen verdelen.
3. Verdelen wij je pensioen? Dan betalen wij het deel waar je ex-partner recht op heeft direct uit aan je ex-partner.
4. Je ex-partner krijgt zijn of haar deel van het pensioen als jij je pensioen laat ingaan.
5. Verhogen of verlagen we jouw pensioen zoals genoemd in hoofdstuk 4 lid 1? Dan verhogen of verlagen we het deel dat je ex-partner krijgt op dezelfde manier.
6. Overlijdt je ex-partner, dan krijg jij het deel van je ex-partner erbij. Dit geldt niet als je ex- partner een eigen recht heeft gekregen op pensioen na de scheiding. Bij lid 7 hieronder lees je wat een eigen recht op pensioen betekent.
7. Je kunt met je ex-partner afspreken dat hij of zij een eigen recht krijgt op pensioen.
- Samen bepalen jullie op welk deel van je pensioen je ex-partner recht krijgt.
- Dat geef je aan ons door met het formulier ‘Mededelingsformulier in verband met
verdeling van ouderdomspensioen bij scheiding’. Je kunt dat vinden op de website van de Rijksoverheid.
Xxxx je hiervoor? Dan zetten wij in onze administratie dat je ex-partner een eigen recht heeft op pensioen. Je ex-partner heeft recht op het deel wat jullie samen hebben afgesproken, plus het ‘bijzonder partnerpensioen’. Dat is het partnerpensioen dat je tot het einde van jullie relatie hebt opgebouwd. Je ex-partner kan daarna zelf bepalen wanneer dit pensioen ingaat.
Wat gebeurt er met het partnerpensioen als jij en je partner uit elkaar gaan?
8. Ga je scheiden of scheiden van tafel en bed? Of eindigt je geregistreerd partnerschap of het samenwonen met je partner? Xxx heeft je ex-partner recht op het partnerpensioen dat je tot het einde van de relatie hebt opgebouwd. Het partnerpensioen waar je ex-partner recht op heeft, heet ‘bijzonder partnerpensioen’.
9. Xxxxx je een nieuwe partner? Xxx heeft je nieuwe partner ook recht op partnerpensioen. Namelijk het partnerpensioen dat je bent gaan opbouwen nadat je vorige relatie geëindigd is.
10. Jij en je ex-partner kunnen eigen afspraken maken over het bijzonder partnerpensioen. Een eigen afspraak moet je doorgeven aan Pensioenfonds Vervoer.
11. Je ex-partner krijgt het bijzonder partnerpensioen vanaf de eerste dag van de maand waarin je overlijdt. Het eindigt op de laatste dag van de maand waarin je ex-partner overlijdt. Overlijd je? Dan mag je ex-partner het recht op het bijzonder partnerpensioen overdragen aan een eerdere of latere partner van jou. Je ex-partner moet dit vastleggen bij de notaris. Ook moet Pensioenfonds Vervoer ermee akkoord gaan.
12. Xxx je nog niet met pensioen en overlijdt je ex-partner eerder dan xxxxxxx? Dan krijg jij het bijzonder partnerpensioen dat voor je ex-partner bedoeld was weer terug.
13. Xxxxxx je samen en gaan jullie uit elkaar? Dan moeten jij en/of je ex-partner verklaren dat jullie uit elkaar gaan. Dat kan op twee manieren:
a. Jij of jouw ex-partner stuurt een aangetekende brief naar de notaris of naar de ander. Daarin staat dat de relatie is beëindigd. Jij of jouw ex-partner stuurt een kopie van deze brief aan Pensioenfonds Vervoer
of
b. Xxxxxx schrijven samen een brief aan Pensioenfonds Vervoer en ondertekenen allebei deze brief. In deze brief schrijven jullie dat jullie de relatie beëindigen.
14. Voor Pensioenfonds Vervoer is de einddatum van jullie samenwonen de datum die in jullie brief staat. Is niet duidelijk wanneer je relatie is gestopt? Dan gebruiken we als einddatum de datum waarop jij en je ex-partner niet meer op hetzelfde adres wonen. Daarvoor kijken we in het bevolkingsregister.
1.8 Het pensioen voor jou of je nabestaanden in één keer uitbetaald: afkoop
1. Is je pensioen minder dan € 594,89 (2023) bruto per jaar (klein pensioen)? Dan mag Pensioenfonds Vervoer je op het moment dat je met pensioen gaat voorstellen om de waarde van het pensioen in één keer uit te betalen. Dit heet ‘afkoop’. We kopen je klein pensioen alleen af als je hiermee akkoord gaat. Dat geldt niet voor een klein partnerpensioen. Dat koopt het fonds af zonder akkoord van jouw partner.
2. Eerst moeten we bepalen of je pensioen een klein pensioen is. Daarvoor berekenen we de hoogte van je pensioen op de eerste dag van de maand waarin je 68 jaar wordt.
3. Pensioenfonds Vervoer mag ook voorstellen het bijzonder partnerpensioen of het wezenpensioen in één keer uit te betalen. Dit mogen we doen op het moment dat jij overlijdt. We doen dit alleen als je ex-partner of kinderen daarmee akkoord gaan. Is je kind jonger dan 18 jaar? Xxx beslist de verzorger of hij of zij akkoord gaat met het voorstel.
4. Heb je een ex-partner die recht heeft op bijzonder partnerpensioen? Dan mogen we vóórdat je overlijdt al aan je ex-partner voorstellen om het in één keer uit te betalen. We berekenen dan de waarde van het bijzonder partnerpensioen. Daarvoor rekenen we met de datum waarop we het voorstel aan je ex-partner doen.
5. Is het partnerpensioen na jouw overlijden een ‘klein partnerpensioen’? Dan betaalt het fonds het partnerpensioen in een keer uit aan jouw partner.
6. We gebruiken factoren om te berekenen welk bedrag we in een keer betalen aan je partner. Die staan in Deel V, in Bijlage G.
2. Je werkt niet meer bij een werkgever die is aangesloten bij Pensioenfonds Vervoer
2.1 De opbouw van je pensioen
1. Je bouwt geen pensioen meer op bij Pensioenfonds Vervoer. Je houdt recht op het pensioen dat je hebt opgebouwd tot het moment dat je uit dienst ging. Dat geldt ook voor het partnerpensioen en het wezenpensioen.
2.2 Je wilt je pensioen laten ingaan
1. Bouw je geen pensioen meer op? Dan heb je dezelfde keuzemogelijkheden als iemand die nog wel pensioen opbouwt bij Pensioenfonds Vervoer. Je kunt alleen niet meer met deeltijdpensioen. In hoofdstuk 1.4 staan de keuzemogelijkheden.
2. In hoofdstuk 1.8 staat welke regels gelden om je pensioen in één keer uit te betalen. Deze regels gelden ook als je niet meer werkt bij een werkgever die is aangesloten bij Pensioenfonds Vervoer.
2.3 Je wordt arbeidsongeschikt
1. Krijg je een WIA-uitkering van UWV? En krijg je die omdat je een ziekte had toen je stopte met pensioen opbouwen bij Pensioenfonds Vervoer? Dan ga je premievrij pensioen opbouwen bij Pensioenfonds Vervoer. We houden ons daarbij aan de afspraken die staan in het ‘Convenant over dekking van arbeidsongeschiktheidspensioen en premievrijstelling in pensioenregelingen’. Dit AO-convenant kun je vinden op de website van de Pensioenfederatie.
2. Voor de premievrije opbouw houden wij rekening met een toename van je arbeidsongeschiktheid nadat je uit dienst bent getreden. Dat doen we wanneer je op het moment dat je arbeidsongeschiktheid toeneemt voor je restcapaciteit een WW-uitkering krijgt en je geen pensioenuitvoerder hebt.
3. In hoofdstuk 1.6 staan de andere regels die gelden als je arbeidsongeschikt wordt. Deze regels gelden ook als je niet meer werkt bij een werkgever die is aangesloten bij Pensioenfonds Vervoer.
2.4 Jij en je partner gaan uit elkaar
1. Gaan jij en je partner uit elkaar? En wil je je pensioen verdelen? Dan gelden daarvoor de regels uit hoofdstuk 1.7. Dit zijn dus dezelfde regels als de regels die golden toen je nog in dienst was bij je werkgever die is of was aangesloten bij Pensioenfonds Vervoer.
2.5 Je overlijdt
1. Als je overlijdt, heeft je partner recht op het partnerpensioen dat je hebt opgebouwd bij Pensioenfonds Vervoer. En eventueel op het pensioen dat je hebt laten omzetten in partnerpensioen. Je partner krijgt het partnerpensioen vanaf de eerste dag van de maand waarin je overlijdt. Het partnerpensioen stopt op de laatste dag van de maand waarin je partner overlijdt. Onder het kopje ‘Hoogte van het partnerpensioen’ staat hoe we de hoogte van het partnerpensioen berekenen. Dit staat in hoofdstuk 1.2 van dit reglement.
2. Heb je kinderen en overlijd je? Xxx krijgt ieder kind het wezenpensioen dat je hebt
opgebouwd. Onder het kopje ‘Pensioen voor je kinderen’ lees je de voorwaarden. Dit staat in hoofdstuk 1.3 van dit reglement.
3. Xxx je gestopt met pensioen opbouwen bij Pensioenfonds Vervoer? En overlijd je binnen 6 maanden nadat je bent gestopt? Dan berekenen we het partnerpensioen en het wezenpensioen anders. Namelijk alsof je nog in dienst was bij de werkgever die is of was aangesloten bij Pensioenfonds Vervoer. Je moet wel aan de volgende voorwaarden voldoen:
- je kreeg op het moment dat je overleed een uitkering. Je kreeg die omdat je buiten jouw schuld werkloos was. Of omdat je ziek, zwanger of net bevallen was en
- je partner en kinderen hebben geen recht op een partnerpensioen of wezenpensioen volgens een nieuwe pensioenregeling waaraan je deelnam na beëindiging van de deelname aan de pensioenregeling van Pensioenfonds Vervoer.
2.6 Het pensioen voor je nabestaanden in één keer uitbetaald: afkoop
1. In hoofdstuk 1.8 staat welke regels gelden om het partnerpensioen of het wezenpensioen in één keer uit te betalen. Deze gelden ook als je niet meer werkt bij een werkgever die is aangesloten bij Pensioenfonds Vervoer.
3.1 Je krijgt een pensioen van Pensioenfonds Vervoer
1. We berekenen welk bedrag je per jaar krijgt. Van dit bedrag krijg je iedere maand 1/12de.
2. Pensioenfonds Vervoer haalt premies en belasting af van het bruto bedrag. Daarnaast haalt Pensioenfonds Vervoer er een premie af voor de bijdrage Zorgverzekeringswet (Zvw).
3. Je krijgt het pensioen netto in euro’s.
4. Pensioenfonds Vervoer maakt het pensioen over naar het rekeningnummer dat je aan ons doorgeeft.
3.2 Keuze die je hebt: Aanpassen deeltijdpensioen
1. Heb je gekozen voor een deeltijdpensioen? Dan kun je het deeltijdpercentage één keer per jaar verhogen. Het deeltijdpercentage mag je verhogen met stappen van 20%. Je moet 100% van je pensioen in laten gaan uiterlijk 5 jaar nadat je voor het eerst AOW krijgt.
3.3 Jij en je partner gaan uit elkaar
Wat gebeurt er met je pensioen als jij en je partner uit elkaar gaan?
1. Ga je scheiden, scheiden van tafel en bed of eindigt je geregistreerd partnerschap? Xxx heeft je ex-partner recht op de helft van het pensioen dat je hebt opgebouwd tijdens je huwelijk of het geregistreerd partnerschap. In hoofdstuk 1.7 staat hoe je het pensioen kunt verdelen na een scheiding.
2. Hebben wij de melding van de scheiding verwerkt? Xxx krijgt je ex-partner het deel waar hij of zij recht op heeft. Of het deel dat jullie samen hebben afgesproken.
3. Overlijdt je ex-partner, dan krijg jij het deel voor je ex-partner. Dit geldt niet als je ex-partner een eigen recht heeft gekregen op pensioen na de scheiding. In hoofdstuk 1.4 staat meer over een eigen recht op pensioen.
Wat gebeurt er met het partnerpensioen als jij en je partner uit elkaar gaan?
4. Ga je scheiden, scheiden van tafel en bed of eindigt je geregistreerd partnerschap? Xxx heeft je ex-partner recht op het partnerpensioen dat je tijdens de relatie hebt opgebouwd. Het partnerpensioen waar je ex-partner recht op heeft, heet ‘bijzonder partnerpensioen’. In hoofdstuk 1.7 lees je hier meer over.
3.4 Je overlijdt
Pensioen voor je (ex-)partner
1. Als je overlijdt, krijgt je partner het partnerpensioen waar hij of zij recht op heeft. Je partner krijgt het partnerpensioen vanaf de eerste dag van de maand waarin je overlijdt. Het partnerpensioen stopt op de laatste dag van de maand waarin je partner overlijdt. In hoofdstuk 1.2 staat hoe hoog het partnerpensioen is.
2. Je partner heeft in de volgende gevallen recht op een partnerpensioen:
- Als jullie waren getrouwd op het moment dat je je pensioen liet xxxxxx.
- Als jullie een geregistreerd partnerschap hadden op het moment dat je je pensioen liet ingaan.
- Als jullie samenwoonden op het moment dat je je pensioen liet ingaan. Voorwaarde is dat je het partnerpensioen niet hebt omgezet in pensioen voor jezelf.
3. In hoofdstuk 1.2 staan de voorwaarden die gelden als je overlijdt terwijl je samenwoont.
4. Xxx je gescheiden? Xxx heeft je ex-partner mogelijk recht op bijzonder partnerpensioen. In hoofdstuk 1.7 lees je wanneer dat zo is.
Pensioen voor je kinderen
5. Heb je kinderen en overlijd je? Xxx krijgt ieder kind het wezenpensioen dat je hebt opgebouwd. In hoofdstuk 1.3 lees je wat de voorwaarden zijn.
Heb je stiefkinderen of pleegkinderen? Dan krijgen ze alleen wezenpensioen als je ze al opvoedde en onderhield vóór je je pensioen liet ingaan.
3.5 Het pensioen voor je nabestaanden in één keer uitbetaald: afkoop
1. In hoofdstuk 1.8 staat welke regels gelden om het partnerpensioen of het wezenpensioen in één keer uit te betalen. Deze gelden ook als je al met pensioen bent.
4. Verhogen en verlagen van de pensioenen
1. Pensioenfonds Vervoer probeert ieder jaar je pensioen te verhogen. Dat geldt voor het pensioen dat je opbouwt, hebt opgebouwd en het pensioen dat je al krijgt. Daarbij geldt:
- Het fonds kan niet garanderen dat het ieder jaar de opgebouwde en ingegane pensioenen verhoogt.
- Er is een grens aan hoeveel het fonds de pensioenen kan verhogen. Deze grens berekenen we als volgt. We kijken naar een bepaalde periode in de twee jaar vóór het kalenderjaar dat we de pensioenen willen verhogen. Namelijk naar de periode van 2 juli tot en met 1 juli. Voor deze periode kijken we naar de lonen in de sectoren Goederenvervoer, Besloten Busvervoer en Taxivervoer. De verhoging is maximaal de gewogen gemiddelde loonontwikkeling voor deze sectoren in deze periode.
2. Het bestuur beslist ieder jaar of het de pensioenen verhoogt. En als het de pensioenen verhoogt, met hoeveel.
3. Pensioenfonds Vervoer mag het pensioen dat je hebt opgebouwd of krijgt in de volgende situaties verlagen.
- Als het fonds niet het minimaal vereist eigen vermogen of het vereist eigen vermogen heeft.
- Als het niet lukt om genoeg geld in kas te hebben binnen een redelijke termijn. Daarbij moeten we rekening houden met de belangen van anderen die pensioen opbouwen, opgebouwd hebben of krijgen. We moeten ook rekening houden met de belangen van de werkgever. Deze belangen mogen we niet buitenproportioneel schaden.
- Als alle andere manieren om de financiële situatie van het fonds te verbeteren al in het herstelplan staan. Dit geldt niet voor het beleggingsbeleid.
- Pensioenfonds Vervoer mag besluiten dat we een pensioen dat je al krijgt niet verlagen. Terwijl we andere pensioenen wel verlagen.
4. Als Pensioenfonds Vervoer de pensioenen verlaagt, gebeurt dat met een percentage. We verlagen de pensioenen die gepensioneerden al krijgen met een percentage. En we verlagen de pensioenen die deelnemers opbouwen met een percentage. Deze twee percentages kunnen verschillen.
5. Besluit het bestuur de pensioenen te verlagen? Dan laat Xxxxxxxxxxxxx Vervoer dat aan alle betrokkenen weten.
6. Krijg je pensioen op het moment dat wij jou en de andere gepensioneerden laten weten dat we de pensioenen verlagen? Dan mogen we je pensioen pas 3 maanden daarna verlagen. Heb je pensioen opgebouwd en krijg je nog geen pensioen? En laten we je weten dat we de pensioenen verlagen? Dan mag Pensioenfonds Vervoer je pensioen pas vanaf één maand daarna verlagen.
5. Jij hebt of je werkgever heeft principiële bezwaren tegen verzekeren
5.1 Je hebt principiële bezwaren tegen verzekeren
1. Heb je principiële bezwaren tegen verzekeren zoals genoemd in de Regeling Gemoedsbezwaren Wet Bpf 2000? Dan kun je Pensioenfonds Vervoer vragen om vrijstelling. Als je vrijstelling hebt, hoef je je niet te houden aan dit pensioenreglement.
5.2 Verlening vrijstelling
1. Oordeelt het bestuur van Pensioenfonds Vervoer dat je inderdaad principiële bezwaren hebt? Dan krijg je vrijstelling van deelname aan de pensioenregeling. Je krijgt een bewijs van vrijstelling.
2. Het bestuur kan voorwaarden verbinden aan de vrijstelling.
5.3 Sparen bij vrijstelling wegens principiële bezwaren
1. Je werkgever betaalt een spaarbedrag aan Pensioenfonds Vervoer. Het spaarbedrag is even hoog als de pensioenpremie die je werkgever betaald zou hebben als je geen vrijstelling had.
2. Je werkgever houdt een eigen bijdrage in op je bruto loon.
3. Je hebt bij Pensioenfonds Vervoer een eigen rekening op jouw naam. Pensioenfonds Vervoer stort op deze rekening het spaarbedrag en de rente op het spaarbedrag. Het rentepercentage berekenen we als volgt. We kijken naar de vijf boekjaren vóór het boekjaar waarin we de rente storten. We nemen het voortschrijdende gemiddelde rendement van Pensioenfonds Vervoer van deze vijf jaar. Daarvan trekken we 0,5% af. Daarna ronden we het percentage naar beneden af op 0,25%.
5.4 Uitkeringen
1. Jij bepaalt vanaf wanneer je het spaarbedrag laat uitkeren. Je kunt de eerste uitkering vanaf je 55e krijgen. En je kunt je eerste uitkering krijgen uiterlijk 5 jaar nadat je recht hebt gekregen op AOW.
2. Wil je het gespaarde bedrag laten uitkeren? Dan verdelen we het in 180 gelijke uitkeringen. Iedere maand krijg je één uitkering. Is het gespaarde bedrag minder is dan € 594,89 (2023)
bruto per jaar? Dan kan het bestuur bepalen dat je iedere maand een minimum bedrag krijgt. Het aantal uitkeringen is dan minder dan 180.
3. Als je overlijdt, heeft je partner recht op het bedrag dat op je rekening staat. We verdelen dit bedrag in maximaal 180 maandelijkse uitkeringen. Heb je geen partner, dan hebben de kinderen recht op het bedrag dat op de rekening staat. Je kinderen krijgen iedere maand een uitkering tot zij 18 jaar zijn of zo lang zij studeren. Maar uiterlijk tot hun 27e. Voor de kinderen gelden de voorwaarden uit hoofdstuk 1.3 van dit reglement. Kinderen en partners zijn kinderen en partners zoals staat in hoofdstuk 1.2 en 1.3.
4. Overlijd je en heb je op dat moment geen nabestaanden? Dan kijken we eerst of je erfgenamen hebt. Als dat zo is, krijgen zij het gespaarde bedrag in een keer op hun rekening.
5. Heb je ook geen erfgenamen? Dan betalen we het gespaarde bedrag niet uit. Het geld is dan voor Pensioenfonds Vervoer.
5.5 Geen vrijstelling meer
1. Het fonds is verplicht een vrijstelling in te trekken:
- Als jij het fonds vraagt de vrijstelling in te trekken
- Als je naar oordeel van het bestuur geen principiële bezwaren meer hebt.
2. Pensioenfonds Vervoer kan een vrijstelling intrekken als jij je niet aan de voorwaarden voor de vrijstelling houdt.
3. Heb je geen vrijstelling meer? Dan beschouwt Pensioenfonds Vervoer het gespaarde bedrag als pensioenpremie. Je bent dan met terugwerkende kracht een gewone deelnemer aan de regeling van Pensioenfonds Vervoer.
5.6 Toch pensioen opbouwen als je werkgever principiële bezwaren heeft
1. Heeft je werkgever principiële bezwaren tegen de opbouw van pensioen? En heeft je werkgever daarom een vrijstelling? Dan kun je aan Pensioenfonds Vervoer vragen toch pensioen op te bouwen volgens dit reglement. Keurt Pensioenfonds Vervoer dit verzoek goed? Dan beschouwt het fonds het gespaarde bedrag als pensioenpremie. Je bent een gewone deelnemer aan de regeling van Pensioenfonds Vervoer.
Deel II Verplichtingen voor je werkgever
1. Premiebetaling
1. Je werkgever betaalt ook voor jouw pensioen. Je werkgever betaalt een premie aan Pensioenfonds Vervoer. Het bestuur van het fonds stelt de premie vast.
De premie die je werkgever betaalt is 30% van je pensioengrondslag maal je deeltijdpercentage. In Deel I, hoofdstuk 1.1 lees je wat de pensioengrondslag is. Het bestuur kan de premie verhogen of verlagen.
2. Je betaalt een eigen bijdrage voor de opbouw van je pensioen en andere onderdelen in de pensioenregeling zoals partnerpensioen, wezenpensioen en premievrije opbouw bij arbeidsongeschiktheid.
Je werkgever houdt die eigen bijdrage in op jouw bruto loon. Deze eigen bijdrage is een percentage van je pensioengrondslag maal je deeltijdpercentage. Dit percentage is afhankelijk van de sector waarin je werkgever actief is of de sector waarbij je werkgever zich vrijwillig heeft aangesloten:
Sector Goederenvervoer en verhuur van mobiele kranen 10,16% Sector Taxi 12,25%
Sector Besloten Bus 12,19%
Sector Orsima 12,00%.
3. Krijg je een periode geen loon? Dan kan je werkgever in die periode geen eigen bijdrage inhouden op het bruto loon. In dat geval betaal jij de eigen bijdrage aan jouw werkgever.
4. Betaalt je werkgever je niet je normale loon, of helemaal geen loon? Dan moet je werkgever aan Pensioenfonds Vervoer toch jouw normale loon doorgeven. Je normale loon is namelijk de basis voor de berekening van je pensioen en je premie. Dit geldt in de volgende gevallen:
a. Als je ziek bent
b. Als je met zwangerschaps- of bevallingsverlof bent
c. Als je met aanvullend extra geboorteverlof bent (geldt voor de sectoren Taxi, Besloten Busvervoer en Orsima)
d. Als je een WW-uitkering krijgt terwijl je in dienst bent bij een werkgever die is aangesloten bij Pensioenfonds Vervoer
e. Als je ouderschapsverlof hebt
f. Als je zorgverlof hebt (geldt alleen voor de sector Goederenvervoer)
g. Als je studieverlof hebt
h. Als je levensloopverlof hebt
i. Als je sabbatsverlof hebt
j. Als je gebruik maakt van een regeling voor oudere werknemers om met behoud van volledige pensioenopbouw minder te gaan werken met inlevering van een deel van het loon.
5. Werk je niet het hele jaar? Dan betaal je de premie naar verhouding. Dus als je 6 van de 12 maanden werkt, betaal je de helft van de premie die je anders in een jaar zou betalen.
6. Je werkgever betaalt voor jou premie:
- Vanaf de eerste dag van de maand waarin je 21 jaar wordt, of
- Vanaf de dag waarop je bij je werkgever in dienst bent gekomen, als je na je 21e in dienst komt.
7. Je werkgever stopt met het betalen van premie:
- Vanaf de eerste dag van de maand dat je je pensioen in laat gaan en niet meer werkt
- Als je uit dienst gaat
- Vanaf de eerste dag van de maand als je 68 jaar wordt.
8. Word je arbeidsongeschikt? Dan betaalt je werkgever alleen premie voor de uren die je nog werkt. In Deel I, hoofdstuk 1.6 lees je meer over premievrij pensioen opbouwen.
Xxx je volledig arbeidsongeschikt geworden? En heb je een IVA-uitkering gekregen na een verkorte wachttijd? Dan moet je werkgever premie blijven betalen tot 2 jaar na je eerste ziektedag. De premie is wel lager: je werkgever betaalt 40% van de premie die hij had moeten betalen als je geen IVA-uitkering kreeg. Een verkorte wachttijd is tussen de 3 maanden en 1,5 jaar na de eerste ziektedag.
2. Als je werkgever vrijstelling bij principiële bezwaren heeft
1. Jouw werkgever kan van Pensioenfonds Vervoer vrijstelling krijgen als hij principiële bezwaren heeft tegen iedere manier van verzekeren. Het gaat hier om vrijstelling bij principiële bezwaren zoals genoemd in de Regeling gemoedsbezwaren Wet Bpf 2000. Je werkgever hoeft zich dan niet te houden aan dit pensioenreglement. Het bestuur kan voorwaarden verbinden aan de vrijstelling.
2. Heeft je werkgever een vrijstelling? Dan betaalt hij iedere maand een spaarbedrag voor jou aan Pensioenfonds Vervoer. Behalve als je pensioen wilt opbouwen volgens dit pensioenreglement. Als je dat wilt, moet je dat wel aan het fonds laten weten. Het spaarbedrag is even hoog als de pensioenpremie die je werkgever zou betalen als je werkgever geen vrijstelling had.
3. Heeft je werkgever een vrijstelling? Dan betaal je toch een eigen bijdrage. Je werkgever trekt die eigen bijdrage af van xxxx xxxxx xxxx.
Deel III overgangs- en slotbepalingen
1. Overgangsregeling voor de pensioenregeling die gold tot 1 januari 2006
1. Op 1 januari 2006 is de pensioenregeling gewijzigd.
2. Op 31 december 2005 gold het Pensioenreglement I. Vanaf 1 januari 2006 heet dit pensioenreglement ‘Pensioenreglement VI’.
Je hebt alleen te maken met Pensioenreglement VI als je op 31 december 2005 arbeidsongeschikt was en premievrij pensioen opbouwde. Verder bouwt niemand nog pensioen op volgens de regeling die gold tot 31 december 2005.
3. Was je op 31 december 2005 arbeidsongeschikt en bouwde je premievrij pensioen op? Dan bouw je vanaf 1 januari 2006 premievrij pensioen op volgens Pensioenreglement VI. Dit geldt ook als je op 1 januari 2006 niet meer werkte bij een werkgever die is aangesloten bij Pensioenfonds Vervoer.
Is je percentage arbeidsongeschiktheid na 1 januari 2006 omhooggegaan? Dan hangt de premievrije pensioenopbouw af van waar je op dat moment werkte.
- Werkte je bij een werkgever die aangesloten is bij Pensioenfonds Vervoer? Dan berekenen we de opbouw volgens dit pensioenreglement.
- Werkte je niet bij een werkgever die is aangesloten bij Pensioenfonds Vervoer? Dan berekenen we de opbouw volgens Pensioenreglement VI.
4. Heb je pensioen opgebouwd in de regeling die gold tot 1 januari 2006? Dan hebben we dat opgenomen in de regeling die vanaf 2006 geldt. Je bent dus in de nieuwe regeling begonnen met het geld uit de oude regeling.
5. Heb je pensioen opgebouwd volgens Pensioenreglement I dat gold op 31 december 2005? Of krijg je pensioen volgens Pensioenreglement I dat gold op 31 december 2005? Dan kunnen we je pensioen verhogen en verlagen volgens de afspraken van het reglement dat je nu leest. Deze afspraken staan in Deel I, hoofdstuk 4. Dit geldt ook als je pensioen hebt opgebouwd volgens Deel II, hoofdstuk 34 van Pensioenreglement 1. Of als je pensioen krijgt volgens Deel II, hoofdstuk 34 van Pensioenreglement 1. Dit hoofdstuk gaat over ‘Aanspraken ter zake van deelneming in het fonds en diensttijd vóór 1 januari 1978’.
2. Overgangsregeling voor de pensioenregelingen die golden tot 1 januari 2018
1. Heb je pensioen opgebouwd tot 1 januari 2018? Dan hebben we dat op 1 januari 2018 omgerekend naar een pensioen dat ingaat op je 68ste. Voor de berekening doen we alsof het ingaat op de eerste dag van de maand waarin je 68 jaar wordt. Je mag zelf bepalen wanneer je je pensioen laat ingaan. Dan rekenen we opnieuw uit hoeveel pensioen je krijgt.
2. Heb je een deel van het pensioen voor jezelf omgezet naar pensioen voor je ex-partner? Dan hebben we dat op 1 januari 2018 omgerekend naar een pensioen dat ingaat op je 68ste. Je mag zelf bepalen wanneer je je pensioen laat ingaan. Dan rekenen we opnieuw uit hoeveel pensioen je krijgt.
3. Het omrekenen van de pensioenen heeft geen gevolgen voor het partner- en wezenpensioen. Ook niet voor het bijzonder partnerpensioen van ex-partners.
3. Overgangsregeling voor extra aanspraken op pensioen die je op 1 januari 2018 hebt gekregen door de omzetting van prepensioen
Mogelijk heb je op 1 januari 2018 extra aanspraken op pensioen gekregen. Je kon toen prepensioen omzetten in ouderdomspensioen. Deze regeling staat in artikel 38a Prepensioenreglement Goederenvervoer en artikel 13.2 Prepensioenreglement Personenvervoer. Deze extra aanspraken tellen niet mee als we het partnerpensioen, het wezenpensioen en het bijzonder partnerpensioen vaststellen.
4. Verplichting om informatie te geven
Vragen wij om bepaalde informatie die wij mogen vragen voor de uitvoering van de pensioenregeling? Dan ben je verplicht om deze informatie te geven. Deze informatie hebben wij nodig om de pensioenregeling goed uit te voeren. Of om de pensioenen goed uit te betalen.
5. Hardheidsbepaling
Het bestuur kan besluiten in bijzondere en onvoorziene gevallen af te wijken van de regels in dit reglement.
6. Inwerkingtreding
Dit pensioenreglement is voor de sectoren Goederenvervoer, Busvervoer en Taxivervoer geldig vanaf 1 januari 2006 en voor de sector Orsima vanaf 1 januari 2015. Dit pensioenreglement vervangt het Pensioenreglement I sector I Goederenvervoer, het Pensioenreglement I sector II Busvervoer, het Pensioenreglement I sector III Taxivervoer en het Pensioenreglement I sector IV Orsima en is voor het laatst aangepast op 1 januari 2023.
Deel IV Pensioengevend loon per sector
1. Goederenvervoer
pensioengevend loon = het functieloon + je vakantietoeslag + de hieronder genoemde vergoedingen en toeslagen.
- We rekenen met het functieloon dat geldt op de dag waarop we je pensioengrondslag berekenen.
- Het functieloon is het loon dat hoort bij jouw trede van je loonschaal. Xxxxx je je loon elke 4 weken? Xxx is het functieloon gebaseerd op het aantal sv-dagen in een jaar. SV-dagen zijn alle doordeweekse dagen (maandag t/m vrijdag) in een jaar. In 2023 zijn er 260 sv- dagen.
- Vergoedingen voor uren overwerk tegen een maximale overwerktoeslag van 30%. Van de vergoeding voor overuren telt maximaal de vergoeding voor 364 overuren mee.
- De vergoeding voor de op zaterdag en zondag gewerkte uren, maar alleen als deze vergoeding niet al onderdeel is van het functieloon.
- De toeslagen voor uren op zaterdag (50%) en zondag (100%) tellen mee als pensioengevend loon.
- Voor de berekening van het loon tellen alleen de uren mee waarover in Nederland loonbelasting wordt betaald.
- Eventuele ploegen- en onregelmatigheidstoeslag.
- Bovengenoemde toeslagen en vergoedingen die je krijgt terwijl je ziek bent, xxxxxx ook mee als pensioengevend loon.
- De toeslagen en vergoedingen die meetellen voor het pensioengevend loon zijn maximaal 22,75% van het functieloon. Xxxxx je je loon elke 4 weken? Dan is de maximering het functieloon gebaseerd op 260 sv-dagen. In de Wet financiering sociale verzekeringen staat wat sv-dagen zijn.
Voor het pensioengevend loon tellen de toeslagen en vergoedingen mee die je kreeg voor de overuren in het voorafgaande kalenderjaar. Dat geldt niet voor de ploegentoeslagen en onregelmatigheidstoeslagen. Voor het pensioengevend loon tellen deze toeslagen mee als ze van de voorgaande verloningsperiode zijn.
Begin je te werken bij een werkgever die is aangesloten bij Pensioenfonds Vervoer? Dan berekenen we je pensioengevend loon voor dat kalenderjaar als volgt.
pensioengevend loon = het functieloon + toeslagen + vergoedingen voor ‘maatmanuren’.
Maatmanuren zijn een schatting van het gemiddeld aantal overuren dat iemand in een vergelijkbare functie als jij maakt.
Het maximale pensioengevend loon is 260 keer het maximum dagloon dat geldt op 1 januari van een jaar. Het maximum dagloon staat in de Wet financiering sociale verzekeringen, hoofdstuk 17, punt 1. Het maximum pensioengevend loon voor 2022 is € 59.706,-.
Het bestuur kan besluiten van deze regel af te wijken.
2. Besloten bus
pensioengevend loon = loon + vakantietoeslag + diplomatoeslag.
- We rekenen met het loon dat geldt op de datum dat we de pensioengrondslag vaststellen.
Het maximale pensioengevend loon is 260 keer het dagloon dat geldt op 1 januari van een jaar. Het dagloon staat in de Wet financiering sociale verzekeringen, hoofdstuk 17, punt 1. Het maximum pensioengevend loon voor 2023 is € 66.956,-.
Het bestuur kan besluiten van deze regel af te wijken.
Werk je in deeltijd en werk je in een maand meer dan het maximum aantal uren uit de CAO? Dan tellen deze uren ook mee voor de berekening van het pensioengevend loon. De uren tellen mee in diezelfde maand of in een volgende maand. Dat hangt af van het aantal uren dat je in (een) vorige maand(en) hebt gewerkt. We bekijken dit per kalenderjaar.
3. Taxi
pensioengevend loon = loon + OV-toeslag + provisie + HAP-toeslag + vakantietoeslag
- Loon:
We rekenen met het loon dat geldt op de datum dat we de pensioengrondslag vaststellen.
- OV-toeslag:
Werk je ook in het openbaar vervoer? Dan rekenen we met een ander uurloon voor de uren die je in het openbaar vervoer werkt. De exacte invulling en de hoogte van het uurloon staat in de cao voor het Taxivervoer.
- Provisie:
Is provisie onderdeel van jouw loon? Xxx telt dit mee voor je pensioen. De regels voor het toepassen van provisie staan in de cao voor het Taxivervoer.
- HAP-toeslag:
Werk je als chauffeur in opdracht van een huisartsenpost? Dan krijg je volgens de cao voor het Taxivervoer een HAP toeslag. Deze toeslag is pensioengevend.
- Vakantietoeslag:
Dit is het vakantietoeslagpercentage dat geldt in de sector Taxi op het moment dat we het pensioengevend loon berekenen.
Het maximale pensioengevend loon is 260 keer het dagloon dat geldt op 1 januari van een jaar. Het dagloon staat in de Wet financiering sociale verzekeringen, hoofdstuk 17, punt 1. Het maximum pensioengevend loon voor 2023 is € 66.956,-.
Het bestuur kan besluiten van deze regel af te wijken.
Werk je in deeltijd en werk je in een maand meer dan het maximum aantal uren uit de CAO? Dan tellen deze uren ook mee voor de berekening van het pensioengevend loon. De uren tellen mee in diezelfde maand of in een volgende maand. Dat hangt af van het aantal uren dat je in (een) vorige maand(en) hebt gewerkt. We bekijken dit per kalenderjaar.
4. Orsima
pensioengevend loon = brutoloon + vakantietoeslag + uitkering op resultaten + toeslagen.
- Brutoloon:
We rekenen met het brutoloon dat geldt op 1 januari. Of op de datum dat je in dienst bent gekomen.
- Vakantietoeslag:
Het vakantietoeslagpercentage dat geldt in de sector Orsima op het moment dat we het pensioengevend loon berekenen.
- Uitkering op resultaten:
Dit is de uitkering op resultaten zoals in de cao staat.
- Toeslagen:
- Schriftelijk overeengekomen 13e maand
- De vaste gratificatie
- Tantième
- Vergelijkbare andere toeslagen die niet afhankelijk zijn van het bedrijfsresultaat. Of voor het deel dat ze niet afhankelijk zijn van het bedrijfsresultaat.
Het maximale pensioengevend loon is 260 keer het dagloon dat geldt op 1 januari van een jaar. Het dagloon staat in de Wet financiering sociale verzekeringen, hoofdstuk 17, punt 1. Het maximum pensioengevend loon voor 2023 is € 66.956,-.
Het bestuur kan besluiten van deze regel af te wijken.
Deel V Bijlagen met factoren en tabellen
Algemeen
1. Alle factoren en tabellen zijn vastgesteld door het bestuur, nadat zij het oordeel van de actuaris hebben gevraagd en gekregen. De factoren en tabellen zijn gebaseerd op algemeen aanvaardbare actuariële principes. Ze zijn zodanig vastgesteld dat voor deelnemers en gewezen deelnemers dezelfde ruilvoet geldt. Bovendien is er sprake van collectieve actuariële gelijkwaardigheid.
2. Onder bepaalde omstandigheden kan het bestuur de factoren en tabellen in bijlage B t/m F eerder aanpassen dan de aangegeven geldigheid. Een voorbeeld hiervan is het toenemen of afnemen van de levensverwachting.
3. Een ruilfactor die Pensioenfonds Vervoer heeft toegepast, verandert niet voor de betrokkene. Ook niet als het fonds de ruilfactor na afloop van de periode voor nieuwe gevallen aanpast.
BIJLAGE A – Tabel met factoren voor individuele waardeoverdracht
Deze tabel hoort bij de hoofdstukken 1.1 lid 5 en 1.5 lid 3. Deze tabel geldt voor waardeoverdrachten vanaf 1 januari 2023 tot en met 31 december 2023.
In de tabel zie je wat € 1,- pensioen oplevert als Pensioenfonds Vervoer je pensioen overdraagt naar een andere pensioenuitvoerder.
Heb je eerder pensioen opgebouwd bij een werkgever die niet is aangesloten bij Pensioenfonds Vervoer? Dan gebruikt Pensioenfonds Vervoer deze factoren ook om dit pensioen om te zetten in een pensioen voor jezelf, een partnerpensioen en een wezenpensioen bij Pensioenfonds Vervoer.
2022 | € 1,- pensioen wordt | € 1,- partnerpensioen wordt | ||
leeftijd | voor een man | voor een vrouw | voor een man | voor een vrouw |
21 | € 4,332 | € 4,620 | € 1,813 | € 0,967 |
22 | € 4,439 | € 4,735 | € 1,857 | € 0,989 |
23 | € 4,550 | € 4,853 | € 1,900 | € 1,011 |
24 | € 4,664 | € 4,974 | € 1,944 | € 1,033 |
25 | € 4,781 | € 5,098 | € 1,988 | € 1,055 |
26 | € 4,901 | € 5,225 | € 2,031 | € 1,077 |
27 | € 5,024 | € 5,355 | € 2,076 | € 1,100 |
28 | € 5,151 | € 5,488 | € 2,120 | € 1,123 |
29 | € 5,280 | € 5,625 | € 2,165 | € 1,146 |
30 | € 5,413 | € 5,765 | € 2,211 | € 1,170 |
31 | € 5,549 | € 5,909 | € 2,257 | € 1,193 |
32 | € 5,689 | € 6,057 | € 2,304 | € 1,217 |
33 | € 5,832 | € 6,208 | € 2,351 | € 1,241 |
34 | € 5,979 | € 6,364 | € 2,399 | € 1,265 |
35 | € 6,130 | € 6,523 | € 2,447 | € 1,289 |
36 | € 6,284 | € 6,686 | € 2,496 | € 1,314 |
37 | € 6,443 | € 6,854 | € 2,545 | € 1,339 |
38 | € 6,606 | € 7,026 | € 2,595 | € 1,364 |
39 | € 6,773 | € 7,203 | € 2,646 | € 1,389 |
40 | € 6,945 | € 7,384 | € 2,698 | € 1,414 |
41 | € 7,121 | € 7,571 | € 2,750 | € 1,439 |
42 | € 7,302 | € 7,762 | € 2,803 | € 1,463 |
43 | € 7,488 | € 7,959 | € 2,856 | € 1,487 |
44 | € 7,680 | € 8,162 | € 2,909 | € 1,510 |
45 | € 7,876 | € 8,370 | € 2,963 | € 1,533 |
46 | € 8,079 | € 8,585 | € 3,016 | € 1,555 |
47 | € 8,288 | € 8,806 | € 3,069 | € 1,576 |
48 | € 8,502 | € 9,033 | € 3,122 | € 1,595 |
49 | € 8,723 | € 9,268 | € 3,175 | € 1,614 |
50 | € 8,951 | € 9,510 | € 3,228 | € 1,630 |
51 | € 9,186 | € 9,761 | € 3,280 | € 1,645 |
52 | € 9,429 | € 10,020 | € 3,330 | € 1,658 |
53 | € 9,681 | € 10,288 | € 3,379 | € 1,670 |
54 | € 9,941 | € 10,565 | € 3,426 | € 1,680 |
55 | € 10,212 | € 10,852 | € 3,469 | € 1,688 |
56 | € 10,493 | € 11,150 | € 3,511 | € 1,694 |
57 | € 10,785 | € 11,460 | € 3,549 | € 1,698 |
58 | € 11,088 | € 11,781 | € 3,585 | € 1,701 |
59 | € 11,404 | € 12,115 | € 3,617 | € 1,702 |
60 | € 11,734 | € 12,463 | € 3,646 | € 1,701 |
61 | € 12,080 | € 12,825 | € 3,670 | € 1,699 |
62 | € 12,442 | € 13,203 | € 3,689 | € 1,695 |
63 | € 12,822 | € 13,597 | € 3,704 | € 1,689 |
64 | € 13,221 | € 14,010 | € 3,714 | € 1,681 |
65 | € 13,641 | € 14,441 | € 3,720 | € 1,672 |
66 | € 14,083 | € 14,894 | € 3,720 | € 1,662 |
67 | € 14,551 | € 15,369 | € 3,715 | € 1,650 |
68 | € 15,046 | € 15,867 | € 3,696 | € 1,622 |
BIJLAGE B - Tabel pensioen laten ingaan op een andere leeftijd dan op je 68e
Deze tabel hoort bij hoofdstuk 1.4. Deze tabel geldt voor pensioenen die ingaan vanaf 1 juli 2022 tot en met 30 juni 2023.
In de tabel hierna zie je hoeveel € 1,- pensioen op eerste dag van de maand waarin je 68 jaar wordt, oplevert als je het laat ingaan op de leeftijd in de 1e kolom.
Leeftijd waarop je het pensioen laat ingaan | € 1,- pensioen levert op: |
55 | € 0,556 |
56 | € 0,575 |
57 | € 0,596 |
58 | € 0,619 |
59 | € 0,644 |
60 | € 0,671 |
61 | € 0,700 |
62 | € 0,732 |
63 | € 0,767 |
64 | € 0,805 |
65 | € 0,847 |
66 | € 0,893 |
67 | € 0,944 |
68 | € 1 |
69 | € 1,063 |
70 | € 1,133 |
71 | € 1,213 |
72 | € 1,302 |
73 | € 1,404 |
De leeftijd in de tabel geldt in de maand waarin je die leeftijd bereikt. We rekenen met deze leeftijd + aantal maanden. Dus ben je 56 jaar en 6 maanden? Xxx levert € 1,- op je 68ste een bedrag op dat
precies tussen € 0,575 en € 0,596 in zit. Xxx laat je je pensioen ingaan als je 56 jaar en 6 maanden bent? Dan krijg je voor iedere euro 59 cent.
BIJLAGE C - Tabel partnerpensioen omzetten in extra pensioen voor jezelf
Deze tabel hoort bij hoofdstuk 1.4. Deze tabel geldt voor pensioenen die ingaan vanaf 1 juli 2022 tot en met 30 juni 2023.
Je wilt partnerpensioen omzetten in extra pensioen voor jezelf. Stel je voor: op het moment dat je je pensioen laat ingaan, zet je € 1,- partnerpensioen om in extra pensioen voor jezelf. In de tabel hierna zie je hoeveel eurocent pensioen je dan extra krijgt.
Jouw leeftijd waarop je het pensioen laat ingaan en het partnerpensioen omzet | € 1,- partnerpensioen levert op: |
55 | € 0,255 |
56 | € 0,263 |
57 | € 0,272 |
58 | € 0,281 |
59 | € 0,290 |
60 | € 0,300 |
61 | € 0,310 |
62 | € 0,320 |
63 | € 0,331 |
64 | € 0,342 |
65 | € 0,354 |
66 | € 0,366 |
67 | € 0,379 |
68 | € 0,393 |
69 | € 0,407 |
70 | € 0,422 |
71 | € 0,438 |
72 | € 0,455 |
73 | € 0,472 |
Je ziet dat het van je leeftijd afhangt hoeveel € 1,- partnerpensioen oplevert als je het omzet in pensioen voor jezelf. De leeftijd in de tabel geldt in de maand waarin je die leeftijd bereikt. We rekenen met deze leeftijd + aantal maanden. Dus ben je 56 jaar en 6 maanden? Xxx levert € 1,- partnerpensioen een bedrag op dat precies tussen € 0,263 en € 0,272 in zit. Dus € 0,268.
BIJLAGE D - Tabel pensioen voor jezelf omzetten in extra partnerpensioen
Deze tabel hoort bij hoofdstuk 1.4. Deze tabel geldt voor pensioenen die ingaan vanaf 1 juli 2022 tot en met 30 juni 2023.
In de tabel hierna zie je hoeveel partnerpensioen je krijgt als je € 1,- pensioen voor jezelf op de eerste van de maand waarin je 68 jaar wordt, omzet in extra pensioen voor je partner.
Jouw leeftijd waarop je het pensioen omzet | € 1,- pensioen levert op: | Jouw leeftijd op het moment dat je het pensioen omzet | € 1,- pensioen levert op: |
21 | € 2,500 | 45 | € 2,041 |
22 | € 2,476 | 46 | € 2,027 |
23 | € 2,453 | 47 | € 2,012 |
24 | € 2,431 | 48 | € 1,999 |
25 | € 2,409 | 49 | € 1,986 |
26 | € 2,387 | 50 | € 1,974 |
27 | € 2,366 | 51 | € 1,964 |
28 | € 2,346 | 52 | € 1,955 |
29 | € 2,325 | 53 | € 1,947 |
30 | € 2,305 | 54 | € 1,942 |
31 | € 2,286 | 55 | € 1,938 |
32 | € 2,267 | 56 | € 1,937 |
33 | € 2,248 | 57 | € 1,938 |
34 | € 2,229 | 58 | € 1,942 |
35 | € 2,210 | 59 | € 1,948 |
36 | € 2,192 | 60 | € 1,957 |
37 | € 2,174 | 61 | € 1,969 |
38 | € 2,156 | 62 | € 1,984 |
39 | € 2,138 | 63 | € 2,004 |
40 | € 2,121 | 64 | € 2,029 |
41 | € 2,104 | 65 | € 2,059 |
42 | € 2,088 | 66 | € 2,103 |
43 | € 2,072 | 67 | € 2,159 |
44 | € 2,056 | 68 | € 2,225 |
De leeftijd in de tabel geldt in de maand waarin je die leeftijd bereikt. We rekenen met deze leeftijd + aantal maanden. Dus ben je 58 jaar en 6 maanden? Dan levert € 1,- pensioen voor jezelf een bedrag op voor je partner dat precies tussen € 1,942 en € 1,948 in zit. Dus € 1,945.
BIJLAGE E - Tabel omzetten pensioen voor jezelf in tijdelijk pensioen voor jezelf (periode overbruggen tot je AOW krijgt)
Deze tabel hoort bij hoofdstuk 1.4. Deze tabel geldt voor pensioenen die ingaan vanaf 1 juli 2022 tot en met 30 juni 2023.
Je wilt pensioen omzetten in tijdelijk pensioen voor jezelf. Stel je voor: op het moment dat je je
pensioen laat ingaan, zet je € 1,- pensioen om in tijdelijk pensioen voor jezelf. In de tabel hierna zie je hoeveel euro pensioen je dan tijdelijk krijgt, totdat je AOW begint.
De tabel laat een aantal mogelijke leeftijden zien waarop iemand voor het eerst AOW krijgt.
Jouw leeftijd | Leeftijd waarop je voor het eerst AOW ontvangt: | |||||||
waarop je het pensioen laat ingaan | 66 jaar en 4 maanden | 66 jaar en 7 maanden | 66 jaar en 10 maanden | 67 jaar | ||||
55 | € | 2,558 | € | 2,506 | € | 2,456 | € | 2,424 |
56 | € | 2,710 | € | 2,649 | € | 2,591 | € | 2,554 |
57 | € | 2,894 | € | 2,822 | € | 2,754 | € | 2,710 |
58 | € | 3,125 | € | 3,037 | € | 2,955 | € | 2,902 |
59 | € | 3,419 | € | 3,310 | € | 3,208 | € | 3,143 |
60 | € | 3,807 | € | 3,667 | € | 3,536 | € | 3,454 |
61 | € | 4,342 | € | 4,152 | € | 3,978 | € | 3,870 |
62 | € | 5,126 | € | 4,851 | € | 4,605 | € | 4,454 |
63 | € | 6,382 | € | 5,943 | € | 5,561 | € | 5,332 |
64 | € | 8,720 | € | 7,884 | € | 7,194 | € | 6,797 |
65 | € 14,577 | € 12,850 | € 10,616 | € | 9,734 | |||
66 | € 55,682 | € 32,732 | € 22,273 | € 18,561 | ||||
67 |
De leeftijd in de linker kolom van de tabel geldt in de maand waarin je die leeftijd bereikt. We rekenen met deze leeftijd + aantal maanden. Dus ben je 56 jaar en 6 maanden? En krijg je AOW vanaf 66 jaar en 4 maanden? Xxx levert je € 1,- pensioen een bedrag op dat precies tussen € 2,710 en
€ 2,894 in zit. Dus € 2,802.
BIJLAGE F - Tabel voor een hoog/laagpensioen
Deze tabel hoort bij hoofdstuk 1.4. Deze tabel geldt voor pensioenen die ingaan vanaf 1 juli 2022 tot en met 30 juni 2023.
Stel, je kiest voor een pensioen dat aan het begin hoger is en aan het eind lager. In de volgende tabel zie je wat € 1,- pensioen oplevert in de verschillende periodes. De periode waarin je een lager pensioen hebt, duurt tot je overlijdt.
De linker kolom geeft aan op welke leeftijd het pensioen ingaat en de periode van je hogere pensioen begint.
Een voorbeeld. Je laat het pensioen ingaan op je 63e. Je pensioen is dan € 500,- per maand. Maar je kiest voor een pensioen dat na 5 jaar wisselt van hoger naar lager.
- De eerste 5 jaar is je pensioen dus hoger dan € 500,-. Namelijk € 500 x € 1,237 = € 618,50.
- Na 5 jaar wordt je pensioen lager dan € 500,-. Namelijk € 500 x € 0,928 = € 464,00. Dit bedrag krijg je zolang je leeft.
5 jaar hoog – laag
Leeftijd waarop je het pensioen laat ingaan | Xxxx | Xxxx |
00 | € 1,259 | € 0,944 |
56 | € 1,257 | € 0,943 |
57 | € 1,255 | € 0,941 |
58 | € 1,252 | € 0,939 |
59 | € 1,249 | € 0,937 |
60 | € 1,247 | € 0,935 |
61 | € 1,244 | € 0,933 |
62 | € 1,240 | € 0,930 |
63 | € 1,237 | € 0,928 |
64 | € 1,234 | € 0,926 |
65 | € 1,230 | € 0,923 |
66 | € 1,226 | € 0,920 |
67 | € 1,221 | € 0,916 |
68 | € 1,217 | € 0,913 |
69 | € 1,212 | € 0,909 |
70 | € 1,207 | € 0,905 |
71 | € 1,201 | € 0,901 |
72 | € 1,195 | € 0,896 |
73 | € 1,189 | € 0,892 |
10 jaar hoog - laag
Leeftijd waarop je het pensioen laat ingaan | Hoog | laag |
55 | € 1,195 | € 0,896 |
56 | € 1,191 | € 0,893 |
57 | € 1,187 | € 0,890 |
58 | € 1,183 | € 0,887 |
59 | € 1,179 | € 0,884 |
60 | € 1,174 | € 0,881 |
61 | € 1,169 | € 0,877 |
62 | € 1,164 | € 0,873 |
63 | € 1,159 | € 0,869 |
64 | € 1,153 | € 0,865 |
65 | € 1,148 | € 0,861 |
66 | € 1,142 | € 0,857 |
67 | € 1,135 | € 0,851 |
68 | € 1,129 | € 0,847 |
69 | € 1,122 | € 0,842 |
70 | € 1,115 | € 0,836 |
71 | € 1,108 | € 0,831 |
72 | € 1,101 | € 0,826 |
73 | € 1,093 | € 0,820 |
BIJLAGE G – Tabellen afkoop van klein pensioen
Tabel afkoop van een klein pensioen voor jezelf
Deze tabel hoort bij hoofdstuk 1.8. Deze tabel geldt voor pensioenen die afgekocht worden vanaf 1 juli 2022 tot en met 30 juni 2023.
Als het pensioen voor jezelf wordt afgekocht, wordt ook het pensioen voor je partner afgekocht.
Hiervoor geldt ‘Tabel afkoop van het partnerpensioen of bijzonder partnerpensioen (niet ingegaan)’, op de volgende bladzijde.
Heb je een klein pensioen? Dan kun je dat in één keer laten uitbetalen. Stel je voor: je laat het in een keer uitbetalen als je de leeftijd in de linker kolom hebt. Iedere € 1,- levert dan het bedrag in de rechterkolom op. Let op: Als je je kleine pensioen op een andere leeftijd dan je 68ste wilt laten uitbetalen, dan herrekenen wij eerst je pensioen volgens tabel B.
Leeftijd | € | 1,- pensioen levert op: |
55 | € | 28,230 |
56 | € | 27,325 |
57 | € | 26,421 |
58 | € | 25,522 |
59 | € | 24,625 |
60 | € | 23,731 |
61 | € | 22,843 |
62 | € | 21,959 |
63 | € | 21,083 |
64 | € | 20,214 |
65 | € | 19,353 |
66 | € | 18,502 |
67 | € | 17,663 |
68 | € | 16,833 |
69 | € | 16,017 |
70 | € | 15,214 |
71 | € | 14,425 |
72 | € | 13,654 |
73 | € | 12,900 |
De leeftijd in de tabel geldt in de maand waarin je die leeftijd bereikt. We rekenen met deze leeftijd + aantal maanden. Dus ben je 56 jaar en 6 maanden? Dan levert € 1,- een bedrag op dat precies tussen
€ 27,325 en € 26,421 in zit. Dus laat je een klein pensioen in één keer uitbetalen als je 56 jaar en 6 maanden bent? Dan krijg je voor iedere euro € 26,873.
Tabel afkoop van het partnerpensioen of bijzonder partnerpensioen (niet ingegaan)
Deze tabel hoort bij hoofdstuk 1.8. Deze tabel geldt vanaf 1 juli 2022 tot en met 30 juni 2023.
Als we het pensioen voor jezelf afkopen, kopen we daarbij ook het partnerpensioen af, als dit een klein pensioen is.
Als je ex-partner na een scheiding een recht op bijzonder partnerpensioen krijgt, kunnen we voorstellen om dit af te kopen, als dit een klein pensioen is. We betalen de waarde van het bijzonder partnerpensioen in één keer uit, als je ex-partner met deze afkoop akkoord gaat.
Het gaat om (bijzonder) partnerpensioen dat je partner of ex-partner nog niet krijgt. Je bent dus nog niet overleden.
In de tabel hierna zie je wat je partner of ex-partner krijgt voor iedere € 1,- partnerpensioen of bijzonder partnerpensioen.
Leeftijd | € | 1,- (bijzonder) partnerpensioen levert op: |
21 | € | 5,164 |
22 | € | 5,253 |
23 | € | 5,343 |
24 | € | 5,432 |
25 | € | 5,522 |
26 | € | 5,612 |
27 | € | 5,702 |
28 | € | 5,792 |
29 | € | 5,882 |
30 | € | 5,971 |
31 | € | 6,061 |
32 | € | 6,151 |
33 | € | 6,239 |
34 | € | 6,329 |
35 | € | 6,417 |
36 | € | 6,506 |
37 | € | 6,593 |
38 | € | 6,680 |
39 | € | 6,766 |
40 | € | 6,851 |
41 | € | 6,934 |
42 | € | 7,015 |
43 | € | 7,094 |
44 | € | 7,171 |
45 | € | 7,245 |
46 | € | 7,316 |
47 | € | 7,384 |
48 | € | 7,449 |
49 | € | 7,509 |
50 | € | 7,565 |
51 | € | 7,616 |
52 | € | 7,662 |
53 | € | 7,702 |
54 | € | 7,735 |
55 | € | 7,762 |
56 | € | 7,782 |
57 | € | 7,796 |
58 | € | 7,803 |
59 | € | 7,803 |
60 | € | 7,796 |
61 | € | 7,781 |
62 | € | 7,758 |
63 | € | 7,725 |
64 | € | 7,680 |
65 | € | 7,619 |
66 | € | 7,522 |
67 | € | 7,390 |
68 | € | 7,244 |
De leeftijd in de tabel geldt in de maand waarin jij die leeftijd bereikt. We rekenen met deze leeftijd + aantal maanden. Xxx is de leeftijd 56 jaar en 6 maanden? Dan levert € 1,- een bedrag op dat precies
tussen € 7,782 en € 7,796 in zit. Dus betalen wij een partnerpensioen of bijzonder partnerpensioen (niet ingegaan) in één keer uit op jouw leeftijd 56 jaar en 6 maanden? Xxx krijgt je partner of ex- partner voor iedere euro € 7,789.
Tabel afkoop ingegaan klein partnerpensioen of klein bijzonder partnerpensioen
Deze tabel hoort bij hoofdstuk 1.8. Deze tabel geldt als je overlijdt vanaf 1 juli 2022 tot en met 30 juni 2023 en hiermee het partnerpensioen ingaat. Wat hieronder geldt voor ‘partnerpensioen’ en ‘je partner’, geldt ook voor ‘bijzonder partnerpensioen’ respectievelijk ‘je ex-partner.’
In de tabel zie je wat € 1,- partnerpensioen oplevert als het pensioen een ‘klein partnerpensioen’ is en we het in één keer uitbetalen. Het gaat om partnerpensioen dat direct ingaat, omdat je bent overleden. De leeftijd in de linker kolom is de leeftijd van je partner.
Berekening waarde partnerpensioen, dat ingaat omdat degene die het pensioen heeft opgebouwd is overleden | |||||
Leeftijd partner | € 1,- wordt: | Leeftijd partner | € 1,- wordt: | Leeftijd partner | € 1,- wordt: |
21 | € 57,215 | 51 | € 33,936 | 81 | € 9,361 |
22 | € 56,567 | 52 | € 33,056 | 82 | € 8,724 |
23 | € 55,910 | 53 | € 32,172 | 83 | € 8,111 |
24 | € 55,243 | 54 | € 31,284 | 84 | € 7,523 |
25 | € 54,566 | 55 | € 30,392 | 85 | € 6,960 |
26 | € 53,880 | 56 | € 29,499 | 86 | € 6,428 |
27 | € 53,185 | 57 | € 28,603 | 87 | € 5,930 |
28 | € 52,480 | 58 | € 27,706 | 88 | € 5,467 |
29 | € 51,766 | 59 | € 26,808 | 89 | € 5,033 |
30 | € 51,042 | 60 | € 25,909 | 90 | € 4,634 |
31 | € 50,309 | 61 | € 25,012 | 91 | € 4,272 |
32 | € 49,566 | 62 | € 24,122 | 92 | € 3,932 |
33 | € 48,814 | 63 | € 23,239 | 93 | € 3,617 |
34 | € 48,052 | 64 | € 22,366 | 94 | € 3,325 |
35 | € 47,282 | 65 | € 21,507 | 95 | € 3,052 |
36 | € 46,503 | 66 | € 20,666 | 96 | € 2,793 |
37 | € 45,714 | 67 | € 19,836 | 97 | € 2,558 |
38 | € 44,918 | 68 | € 19,013 | 98 | € 2,350 |
39 | € 44,113 | 69 | € 18,205 | 99 | € 2,173 |
40 | € 43,300 | 70 | € 17,406 | 100 | € 2,027 |
41 | € 42,480 | 71 | € 16,618 | ||
42 | € 41,652 | 72 | € 15,841 | ||
43 | € 40,818 | 73 | € 15,073 | ||
44 | € 39,976 | 74 | € 14,315 | ||
45 | € 39,129 | 75 | € 13,567 | ||
46 | € 38,276 | 76 | € 12,832 | ||
47 | € 37,419 | 77 | € 12,108 | ||
48 | € 36,556 | 78 | € 11,397 | ||
49 | € 35,688 | 79 | € 10,702 | ||
50 | € 34,814 | 80 | € 10,020 |
De leeftijd in de tabel geldt in de maand waarin het overlijden heeft plaatsgevonden. We rekenen met deze leeftijd + aantal maanden. Xxx is je partner 56 jaar en 6 maanden? Xxx levert € 1,- een bedrag op dat precies tussen € 29,499 en € 28,603in zit. Dus betalen wij een klein partnerpensioen in één keer uit als je partner 56 jaar en 6 maanden is? Xxx krijgt je partner voor iedere euro € 29,051.
Tabel afkoop direct ingaand klein wezenpensioen
Deze tabel hoort bij hoofdstuk 1.8. Deze tabel geldt als je het wezenpensioen laat ingaan vanaf 1 juli 2022 tot en met 30 juni 2023.
In de tabel zie je wat € 1,- wezenpensioen oplevert als het pensioen een ‘klein wezenpensioen’ is en we het in één keer uitbetalen. Het gaat om wezenpensioen dat direct ingaat, omdat degene die het pensioen heeft opgebouwd is overleden. De leeftijd in de linker kolom is de leeftijd van het kind.
Berekening waarde wezenpensioen, dat ingaat omdat degene die het pensioen heeft opgebouwd is overleden | |||
Leeftijd kind | € 1,- wordt: | Leeftijd kind | € 1,- wordt: |
0 | € 21,947 | 14 | € 8,495 |
1 | € 21,014 | 15 | € 7,505 |
2 | € 20,077 | 16 | € 6,511 |
3 | € 19,135 | 17 | € 5,516 |
4 | € 18,190 | 18 | € 4,519 |
5 | € 17,239 | 19 | € 4,021 |
6 | € 16,284 | 20 | € 3,521 |
7 | € 15,326 | 21 | € 3,019 |
8 | € 14,363 | 22 | € 2,516 |
9 | € 13,395 | 23 | € 2,012 |
10 | € 12,423 | 24 | € 1,508 |
11 | € 11,446 | 25 | € 1,004 |
12 | € 10,466 | 26 | € 0,501 |
13 | € 9,48300 | 27 | € 0,000 |
De leeftijd in de tabel geldt in de maand waarin het kind die leeftijd bereikt. We rekenen met deze leeftijd + aantal maanden. Xxx is je kind 8 jaar en 6 maanden? Xxx levert € 1,- een bedrag op dat precies tussen € 14,363 en € 13,395 in zit. Dus betalen wij een klein wezenpensioen in één keer uit als je kind 8 jaar en 6 maanden is? Xxx krijgt je kind voor iedere euro € 13,879.