Reglement voor het verstrekken van de renteloze Vlaamse energielening
Reglement voor het verstrekken van de renteloze Vlaamse energielening
Artikel 1. Definities
1.1 Aannemer: Een onderneming die tegen een vooraf overeengekomen prijs een project uitvoert. De aannemer is degene die verantwoordelijk is voor de uitvoering van het bouwproject en ervoor zorgt dat het project op een kwaliteitsvolle manier wordt afgewerkt.
1.2 Beleidsgroep: De beleidsgroep is samengesteld uit twee vertegenwoordigers per gemeente nl. een ambtenaar en/of een mandataris van gemeente en/of OCMW. Energiehuis Woonwijzer Waasland bereidt deze overlegmomenten voor en zorgt voor de verslaggeving. De beleidsgroep staat in voor de opvolging van de werking van het Energiehuis Woonwijzer Waasland.
1.3 Deelnemende gemeenten: De deelnemende gemeenten zijn allen gelegen in het werkingsgebied van Energiehuis Woonwijzer Waasland met name Beveren, Kruibeke, Lokeren, Moerbeke, Sint-Gillis-Waas, Sint- Niklaas, Stekene, Temse en Waasmunster.
1.4 Energieaudit: Een energieaudit geeft antwoord op de vragen waar, hoeveel en op welke manier energie in een woning kan worden bespaard. In een energieaudit kan een onderzoek gebeuren naar het verwarmingssysteem, de isolatie van de woning, het gebruik van zonne-energie…..
De energieaudit moet worden uitgevoerd door een energiedeskundige, erkend door het Vlaams Gewest. De uitvoering van een energieaudit gebeurt op basis van de auditsoftware die ter beschikking wordt gesteld door de Vlaamse overheid.
Een energieaudit gaat gepaard met een uitgebreid rapport met gedetailleerde gegevens over economisch verantwoorde maatregelen om geld en energie te besparen door efficiënter met energie om te gaan, zonder het comfortniveau te verlagen. Het rapport omvat:
• de huidige toestand van het gebouw en de installaties;
• het energieverbruik (elektriciteit en brandstof), uitgezet tegen algemene referentiewaarden;
• het huidige comfort van de gebruikers, uitgezet tegen het gewenste comfortniveau;
• concrete energiebesparende maatregelen;
1.5 Het Energiehuis: is een instantie die op het niveau van één of meerdere gemeenten instaat voor de lokale realisering van de doelstellingen van de renteloze Vlaamse energielening. Voor de uitvoering van deze opdracht werd een samenwerkingsovereenkomst met het Vlaams Energieagentschap (VEA) afgesloten. Interwaas heeft de nodige vergunning verkregen van het FSMA (Financial Services and Markets Authority) om consumentenkredieten te mogen verstrekken en is erkend als Energiehuis door het VEA. De naam van dit Energiehuis is sinds september 2020 Woonwijzer Waasland.
1.6 Energiescan: Een energiescan wordt uitgevoerd door energiesnoeiers. Het is een doorlichting die, op basis van een bezoek ter plaatse, een eerste beeld geeft van de energiesituatie en het energiebesparingspotentieel op het vlak van gebouwschil, verwarming, sanitair warm water, verlichting, elektrische apparaten en gedrag, Een pakket bestaande uit LED-lampen, een spaardouchekop, radiatorfolie of
buisisolatie wordt tijdens een eerste bezoek achtergelaten door de energiesnoeiers. Woon je in Beveren, Kruibeke, Sint-Gillis-Waas, Sint-Niklaas, Stekene of Waasmunster, dan worden de energiescans uitgevoerd door de Energiesnoeiers van vzw Den Azalee uit Sint-Niklaas. Woon je in Lokeren of Moerbeke, dan worden ze uitgevoerd door de Energiesnoeiers van Som vzw.
1.7 Energiebesluit: Het Energiebesluit van 19 november 2010 en eventuele wijzigingen, meest recent gewijzigd door het Besluit van de Vlaamse Regering van 20 december 2019 betreffende de energiehuizen en energieleningen.
1.8 Energielening: De renteloze Vlaamse energielening die Woonwijzer Waasland als sociale kredietgever verstrekt om energiebesparende investeringen of investeringen in hernieuwbare energie in particuliere woningen te financieren, in het kader van de samenwerking met het VEA en volgens het Energiebesluit van 19 november 2010, en toekomstige wijzigingen, meest recent gewijzigd door het Besluit van de Vlaamse Regering van 21 januari 2019.
1.9 ESCO: Staat voor Energy Service Company. Indien de aanvrager dit wenst, helpt Woonwijzer Waasland hem/haar bij het bepalen van de geschikte energiebesparende investering, het zoeken van een aannemer, het aanvragen van offertes, het opvolgen van de werken en het aanvragen van subsidies.
1.10 Hoofdverblijfplaats: De plaats van inschrijving in het bevolkingsregister, het vreemdelingenregister of het wachtregister. Het is de plaats waar je gedurende het grootste deel van het jaar effectief verblijft.
1.11 JKP: Het jaarlijks kostenpercentage drukt uit hoeveel kosten er in totaal aan de lening verbonden zijn. Het JKP wordt uitgedrukt in een percentage op jaarbasis.
1.12 Kredietcommissie: De kredietcommissie is samengesteld uit een vertegenwoordiging van Woonwijzer Waasland en één vertegenwoordiger per deelnemende gemeenten. De kredietcommissie staat in voor de beoordeling van individuele kredietaanvraagdossiers die niet voldoen aan de voorwaarden met betrekking tot de terugbetaling van de lening.
1.13 Officiële openingsdatum kredietaanvraag: De datum waarop het volledige kredietaanvraagdossier (het kredietaanvraagformulier mét alle bijlagen) Woonwijzer Waasland (Interwaas), Xxxxxxxxx 000,
0000 Xxxx-Xxxxxxx bereikt. De officiële openingsdatum wordt pas ingesteld nadat de kandidaat kredietnemer de ontbrekende stukken bij Woonwijzer Waasland heeft ingediend.
1.14 Particulier: Is de natuurlijke persoon die financiële middelen ontleent bij Woonwijzer Waasland met het oog op energiebesparende investeringen in een particuliere woning of wooneenheid.
1.15 Doelgroep: Niet iedereen kan de renteloze Vlaamse energielening aanvragen, enkel wie tot een specifieke doelgroep behoort. Deze doelgroep is vastgelegd in het Besluit van de Vlaamse Regering (kortweg BVR) van 19.05.2017 tot wijziging van het energiebesluit. Het gaat over personen die behoren tot minstens één opgenomen groep in het BVR. Deze 4 groepen worden verder beschreven in art. 4 van dit reglement.
1.16 Terugverdientijd: Is de periode waarbinnen de kostprijs van de gedane investering in de energiebesparende maatregel wordt terugverdiend, rekening houdend met de vermindering van de energiefactuur, de verkregen premies en subsidies
1.17 VEA of Vlaams Energieagentschap: Het VEA is een verzelfstandigd agentschap van het Vlaams beleidsdomein Omgeving en geeft uitvoering aan een duurzaam energiebeleid. Haar belangrijkste taken zijn het stimuleren van rationeel energiegebruik en milieuvriendelijke energieproductie.
1.18: Wooneenheid: Een wooneenheid is een ruimte bedoeld voor de huisvesting van één huishouden. Alle volgende voorzieningen moeten aanwezig zijn: wc, bad of douche, kookgelegenheid, woongelegenheid en slaapgelegenheid. De minimale oppervlakte van elke zelfstandige woning dient een bruto oppervlakte te hebben van minimaal 35 m². Bovendien moet de wooneenheid bij het kadaster bekend zijn als een afzonderlijke wooneenheid. Studentenkamers worden niet beschouwd als wooneenheid.
Artikel 2. Doelstelling
Het Energiehuis verstrekt renteloze Vlaamse energieleningen (0% interest) voor energiesparende maatregelen of hernieuwbare energie in particuliere woningen/wooneenheden die dienst doen als hoofdverblijfplaats. Dit met een ecologisch én sociaal doel nl. het verminderen van de energiekost én de milieubelasting van de woning door het aanbieden van een renteloze Vlaamse energielening aan particulieren zoals beschreven in artikel 4.
Voor het verstrekken van de renteloze Vlaamse energieleningen volgt het Energiehuis het Energiebesluit van 19 november 2010 en eventuele wijzigingen, meest recent gewijzigd door het Besluit van de Vlaamse Regering van 20 december 2019 betreffende de energiehuizen en energieleningen. Het Energiebesluit primeert boven dit kredietreglement.
Artikel 3. De kredietnemer – algemeen
De renteloze Vlaamse energielening is enkel van toepassing voor particulieren:
3.1 eigenaar-bewoner van een wooneenheid die bestemd is of dienst doet als hoofdverblijfplaats in één van de deelnemende gemeenten.
3.2 eigenaar-verhuurder die een pand verhuurt in één van deelnemende gemeenten als minstens één huurder zijn hoofdverblijfplaats in het pand heeft of zal hebben. Per wooneenheid waar een huurder zijn hoofdverblijfplaats heeft, kan de eigenaar-verhuurder een lening aanvragen voor de betreffende wooneenheid mits voorafgaand akkoord van het VEA.
3.3 huurder-bewoner die een woning of wooneenheid huurt in één van deelnemende gemeenten indien de huurder-bewoner zijn hoofdverblijfplaats in het pand heeft of zal hebben.
Een huurder-bewoner dient altijd een onderhandse overeenkomst met de verhuurder af te sluiten om toestemming te verkrijgen om de werken uit te voeren. Een onderhandse overeenkomst tussen huurder en verhuurder maakt onderdeel uit van het kredietaanvraagdossier. In deze overeenkomst geeft de verhuurder
zijn/haar akkoord aan de huurder om de energiebesparende werken waarvoor een lening wordt aangevraagd te mogen uitvoeren en er moet duidelijk aangetoond worden dat de lening leidt tot een win- win situatie voor huurder en verhuurder. De beoordeling van de win-win situatie maakt deel uit van de beoordeling van de kredietaanvraag door het Energiehuis.
De naakte eigenaar, de vruchtgebruiker, de erfpachter en de opstalhouder worden voor toepassing van dit reglement ook als eigenaar beschouwd.
Artikel 4. De kredietnemer –wie behoort tot de doelgroep
Als je behoort tot een van onderstaande categorieën dan kan je in aanmerking komen voor de renteloze Vlaamse energielening:
a) personen die recht hebben op een verhoogde tegemoetkoming van het ziekenfonds (klevertje eindigt op 1);
b) beschermde afnemers (in aanmerking komen voor de sociale maximumprijs voor elektriciteit en aardgas). Voor meer informatie zie xxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxx/xxxxxxxxx/xxx. Hier staan de categorieën opgesomd van personen die gebruik kunnen maken van de voordelen van ‘beschermde afnemers’. Zij moeten kunnen bewijzen dat zijzelf of minstens één andere persoon die onder hetzelfde dak leeft, behoort tot een van de opgesomde categorieën.
c) de natuurlijke personen die aan de voorwaarden voldoen om een verwarmingstoelage te ontvangen. Deze verwarmingstoelage wordt toegekend door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn vermeld in titel 10, hoofdstuk 3 van de programmawet van 22 december 2008 (bv. op basis van inkomen, verhoogde tegemoetkoming mutualiteit, … )
d) gezinnen met een gezamenlijk belastbaar inkomen van maximaal € 31.870 verhoogd met € 1.660 per persoon ten laste (er wordt gekeken naar het inkomen van 3 jaar terug).
De toekenning van deze renteloze Vlaamse energielening is afhankelijk van een gunstig advies vanwege het lokale OCMW over de haalbaarheid van de terugbetaling door de kredietaanvrager. Het OCMW dient tevens te bevestigen dat de aanvrager behoort tot een van deze vier groepen en bijgevolg in aanmerking komt voor de renteloze Vlaamse energielening. Het Energiehuis zal, indien nodig, daartoe de nodige stukken uit het aanvraagdossier bezorgen aan het bevoegde OCMW.
Artikel 5. Jaarlijks kostenpercentage
De renteloze Vlaamse energielening is een lening met een intrestvoet die wordt vastgelegd bij ondertekening van het contract en die dezelfde blijft gedurende de volledige leentermijn.
Kredietnemers die tot de doelgroep behoren (zie artikel 4), komen in aanmerking voor een lening met een jaarlijks kostenpercentage van 0%.
Artikel 6. Mogelijke investeringen
Het Energiehuis verstrekt de renteloze Vlaamse energielening voor een lijst van specifieke energiebesparende maatregelen, volgens het Energiebesluit en daarin vermeld Ministerieel Besluit dat de toegelaten investeringen opsomt. Hieronder wordt ter informatie de huidige lijst weergegeven zoals beslist in dit Ministerieel Besluit van 5 september 2017, en gewijzigd volgens het Ministerieel Besluit van 20 februari 2018.
1. Dak- of zoldervloerisolatie
2. Hoogrendementsbeglazing, -deuren en -poorten
3. Muurisolatie
4. Vloerisolatie
5. Luchtdichting en blowerdoortest
6. Energiezuinig ventilatiesysteem
7. Zuinige verwarmingsinstallatie
8. PV Zonnepanelen
9. Zonneboiler of ander zuinig systeem voor sanitair warm water
10. Re-lighting of re-lamping
11. Energiezuinige huishoudtoestellen
12. Energie-audit
13. Energieopslagtechnieken en beheersystemen
In geval van nieuwbouw, zijnde nieuw gebouwde woningen of gelijkwaardig waarvoor nog geen definitieve EPB- aangifte is ingediend, komen deze investeringen enkel in aanmerking indien het gaat om een woning die mits het uitvoeren van de geplande investeringen een E-peil van E30 zal bereiken. Dit dient te worden
aangetoond aan de hand van de voorafberekening gevoegd bij de startverklaring.
Bij alle werken wordt verondersteld dat deze uitgevoerd worden door een aannemer, zodat er ook een aannemers-garantie is op de kwaliteit van uitvoering. Dit betekent meteen ook dat voor elk type investering de werkuren ter plaatse in aanmerking komen voor het bedrag van de renteloze Vlaamse energielening.
Doe-het-zelf wordt enkel toegelaten voor dakisolatie of zoldervloerisolatie. Om de kwaliteit te behouden, wordt een vormingsattest of een begeleiding of controle door een energiesnoeier (of aannemer) gevraagd. De aankoopfactuur moet op naam en adres van de kredietnemer staan en wordt pas uitbetaald na uitvoering van de werken, aangetoond door het insturen van foto’s + recht op steekproef bezichtiging van de werken.
Een lening voor een energiezuinig huishoudtoestel kan slechts worden toegestaan na uitvoering van een energiescan en voor de toestellen volgens de aanbevelingen (grootte van het toestel en energieklasse) in het verslag van de energiescanner.
De lijst van specifieke energiebesparende maatregelen die door de bevoegde minister zijn bepaald, kan u terugvinden als bijlage 1 van onderhavig reglement. Hier vind je meer detailinformatie over welke werken al dan niet in aanmerking komen. Bij twijfel neem je best contact op met je Energiehuis.
Artikel 7. Bedrag van de lening
• Het maximaal te ontlenen bedrag is € 15.000 per woning/wooneenheid.
• Het minimaal te ontlenen bedrag is
o € 1 voor de aankoop van een energiezuinig huishoudtoestel.
o € 750 voor het zelf plaatsen van dakisolatie.
o € 1.250 voor alle andere werken.
• Voor kandidaat kredietnemers met meerdere woningen/wooneenheden in bezit, wordt het maximale te ontlenen bedrag per aanvrager beperkt tot € 50.000 per 10 jaar.
De financiële middelen die het Energiehuis jaarlijks ter beschikking krijgt via het VEA zijn begrensd. Wanneer het jaarlijks maximumbedrag voor het verstrekken van leningen bereikt is, sluit het Energiehuis geen kredietovereenkomsten meer af en aanvaardt of behandelt het geen kredietaanvraagdossiers meer.
Artikel 8. Aantal aanvragen per woning/wooneenheid
Een aanvrager mag maximum 4 kredietaanvragen indienen voor dezelfde wooneenheid zolang de som van de kredietaanvragen het totaalbedrag van € 15.000 niet overschrijdt.
De kredietnemer kan afgeloste bedragen niet heropnemen.
Indien de renteloze Vlaamse energielening volledig werd terugbetaald kan de aanvrager een nieuwe aanvraag voor een renteloze Vlaamse energielening van maximum € 15.000 indienen.
Indien de aanvrager reeds een ondertekend leningscontract heeft, onder de voorwaarden van vóór 1 oktober 2017, dan kan de aanvrager enkel indien hij deze lening volledig (vervroegd) terugbetaald heeft, een nieuwe kredietaanvraag indienen voor een maximum bedrag van € 15.000. Voor deze vervroegde terugbetaling kan ook gebruik gemaakt worden van de nieuwe lening. Bv. bij het oude krediet van voor 1 oktober 2017 staat nog
€ 3.250 open en men wil een nieuwe lening aangaan voor € 10.000. Het Energiehuis kan dan voor jou een
nieuwe kredietaanvraag behandelen voor het bedrag van € 13.250 waarvan € 3.250 zal gebruikt worden om het eerste krediet volledig vervroegd terug te betalen.
Artikel 9. Terugbetalingstermijn
De terugbetalingstermijn is maximum 10 jaar vanaf de dag waarop het dossier in omloop gaat .
Artikel 10. Verenigbaarheid met andere subsidies en premies
De leningaanvraag kan gecombineerd worden met de aanvraag van andere premies en subsidies die niet zijn opgenomen in dit reglement. Het Energiehuis kan kredietnemers bovendien helpen bij het aanvragen van de premies en subsidies.
Artikel 7.9.2, §2, 11e lid van het Energiebesluit: een Energiehuis is verplicht om toe te staan dat een ontlener van een Energielening een voor de werken die het voorwerp uitmaken van de lening verkregen subsidie of premie kan aanwenden als hetzij een vervroegde terugbetaling van die lening, hetzij om een herziening van de lening te verkrijgen waardoor de maandelijkse aflossing daalt.
Particulieren die in aanmerking komen voor de renteloze Vlaamse energielening (zie artikel 4) zijn echter verplicht de premie van de elektriciteitsdistributienetbeheerder te gebruiken als vervroegde terugbetaling van de lening met ingang vanaf 1 januari 2021.
Het Energiehuis vraagt in dit geval in naam en voor rekening van die ontlener de premie bij de elektriciteitsdistributienetbeheerder aan.
Artikel 11. Aanvraag van de lening
• Er zijn verschillende mogelijkheden om informatie over een lening aan te vragen:
1. Maak een afspraak met één van de medewerkers van Xxxxxxxxxx Xxxxxxxx via xxxxxxxxxxxxxxxxxx@xxxxxxxxx.xx of 03 500 47 40.
2. Bezoek de website xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxx-xxxxxxx-xxxxxxxxxxxxx waar je alle nuttige informatie (alsook het aanvraagformulier) kan terugvinden.
3. een mail sturen naar xxxxxxxxxxxxxxxxxx@xxxxxxxxx.xx voor informatie over de renteloze Vlaamse energielening.
• De kandidaat kredietnemer stelt het kredietaanvraagdossier samen. Het aanvraagdossier bestaat uit een ingevuld aanvraagformulier en alle noodzakelijke bijlagen (zie checklist in het aanvraagformulier). Het Energiehuis kan je ondersteunen bij het samenstellen van je aanvraagdossier. Maak hiervoor een afspraak via xxxxxxxxxxxxxxxxxx@xxxxxxxxx.xx of 03 500 47 40.
• De kandidaat kredietnemer heeft volgende mogelijkheden om het kredietaanvraagdossier terug te bezorgen:
1. per post of via afgifte tegen een ontvangstbewijs: Woonwijzer Waasland (Interwaas)
Xxxxxxxxx 000
0000 Xxxx-Xxxxxxx
2. via mail naar xxxxxxxxxxxxxxx@xxxxxxxxx.xx;
3. aan de gemeente/stad of het OCMW. Zij bezorgen dan het ontvangen kredietaanvraagdossier aan het Energiehuis.
• De datum van ontvangst van het volledige kredietaanvraagdossier (inclusief alle noodzakelijke bijlagen) bij het Energiehuis geldt als officiële openingsdatum van het kredietaanvraagdossier en is bepalend voor de volgorde van verwerking van dossiers.
• Indien de kandidaat kredietnemer een onvolledig dossier indient, wordt hij/zij hiervan schriftelijk, per email of per post, op de hoogte gebracht. De openingsdatum wordt pas toegekend nadat alle ontbrekende documenten per post, mail of tegen ontvangstbewijs worden ingediend bij het Energiehuis.
• De kandidaat kredietnemer ontvangt een brief met de openingsdatum van het dossier zodra het dossier volledig is.
• Het Energiehuis zal tussen de 30 en 100 kalenderdagen na het indienen van het volledige kredietaanvraagdossier de beslissing in het dossier aan de kandidaat kredietnemer meedelen. De vermelde termijnen zijn richttermijnen.
Indien de aanvrager een renteloze Vlaamse energielening aanvraagt, verklaart de kredietnemer door de ondertekening van de kredietovereenkomst zich akkoord met dit kredietreglement.
In geval van het plaatsen van fotovoltaïsche zonnepanelen verklaart de kredietnemer ook dat de woning voldoet aan de vooropgestelde eisen zoals gespecifieerd in de bijlage 1 het Ministerieel Besluit, punt 8 “plaatsen van zonnepalen die elektriciteit opwekken”.
Een kredietdossier wordt altijd aangevraagd op basis van een offerte. Toegevoegde facturen gedateerd voor de officiële openingsdatum worden niet uitbetaald na toekenning van het krediet.
Artikel 12. Beoordeling en toekenning van de aanvragen
12.1. De beoordeling
Elke aanvraag moet de kredietaanvraagprocedure doorlopen. De kredietaanvraagprocedure bestaat uit een aantal analysemomenten:
• een controle van ontvankelijkheid en volledigheid, met goedkeuring door het Energiehuis;
• een energiescan;
• een technische controle van de offerte;
• een financiële controle;
• advies door het OCMW;
• indien nodig een goedkeuring door de kredietcommissie;
• controle 2e dossierbeheerder;
• finale goedkeuring door het VEA.
12.2 Ontvankelijkheid en volledigheid
De dossierbeheerder controleert of de kredietaanvrager(s) en het betreffende pand in aanmerking kom(t)(en) en of het dossier alle noodzakelijke documenten bevat om zowel de technische als de financiële controle te kunnen uitvoeren.
12.3 Energiescan
Een energiesnoeier zal een huisbezoek doen in de wooneenheid waar de energiebesparende investering zal plaatsvinden. Hij zal de particulier begeleiden om de energiefactuur te verlagen, kan gratis kleine energiebesparende materialen plaatsen in overleg met de particulier en zal toezien
op de juiste volgorde van energiebesparende maatregelen.
12.4 Technische controle
De dossierbeheerder analyseert de ingediende offerte en beoordeelt of de voorgestelde ingreep voldoet aan de technische voorwaarden, of de voorgestelde uitvoeringswijze correct is en of de voorgelegde prijsoffertes realistisch zijn.
12.5 Financiële controle
De dossierbeheerder berekent de terugbetalingscapaciteit en toetst deze aan de voorgestelde investering. Ook de krediethistoriek van al dan niet stipte terugbetalingen wordt bekeken via de gegevens van de Centrale voor Krediet aan Particulieren, die verplicht bij de NBB wordt geraadpleegd door het Energiehuis.
Voorwaarden terugbetalingscapaciteit:
Bij het beoordelen van kredietaanvraagdossiers worden kredietnormen gehanteerd. De kredietnormen geven een indicatie van de kredietwaardigheid van de aanvrager.
Op basis van info verkregen van het OCMW, andere energiehuizen en de referentiebudgetten opgemaakt door CEBUD, heeft de beleidsgroep beslist volgende criteria te hanteren:
• minimum leefgeld: op basis van de gezinstoestand (alleenstaand, samenwonend, kinderen ten laste), en rekening houdend met de inkomsten- en uitgaven, dient er maandelijks een minimumbedrag als leefgeld over te blijven (zie hieronder).
• de leninglast:: o.b.v. inkomsten en uitgaven wordt jouw leninglast berekend.
J = het toale maandelijkse netto inkomen | |
Al= aflossingen lopende kredieten | |
An= aflossingen huidig nieuw aangevraagd krediet | |
Gezinstoestand: | |
J - (Al + An) > € 600,00 | |
J - (Al + An) > € 650,00 | |
J - (Al + An) > € 600,00 + € 200,00 pp ten laste | |
J - (Al + An) > € 650,00 + € 200,00 pp ten laste | |
Leninglast: | |
Indien het totale maandelijks inkomen: | |
≤ € 1 750,00 | max. 33% leninglast |
≤ € 2 000,00 | max. 45% leninglast |
€ 2 001,00 - €2 749,00 | max.50% leninglast |
€ 2 800,00 - € 3 499,00 st | max.55% leninglast |
≥ €3 500,00 | max. 60% leninglast |
12.6 Advies door het OCMW
Het OCMW dient de financiële haalbaarheid van een renteloze Vlaamse energielening te beoordelen. Zij houden hierbij rekening met de inkomsten, eventuele lopende schulden en het bestedingspatroon van de kredietaanvrager en kunnen daarvoor bijkomende informatie opvragen.
12.7 Advies door de kredietcommissie
De kredietcommissie beslist over de volgende dossiers:
• Alle kredietaanvraagdossiers van kandidaat-kredietnemers met onvoldoende terugbetalingscapaciteit (TBC). M.a.w. dossiers waar volgens de algemene normen twijfels zijn over de kredietwaardigheid en waar er een groter risico bestaat op wanbetaling;
• Dossiers waarover de dossierbeheerder en tweede beslisser het oneens zijn;
• Dossiers die door de kredietcommissie reeds zijn behandeld en waar de kandidaat-kredietnemer bijkomende inlichtingen diende te leveren;
• Dossiers die door de kredietcommissie zijn behandeld en waar er bijkomende waarborgen werden gevraagd die de kandidaat-kredietnemer weigert te stellen.
12.8 Controle 2de dossierbeheerder
Een tweede dossierbeheerder zal bij elk kredietdossier een onafhankelijke dossiercontrole uitvoeren.
Het doel van deze controle is tweeledig. Enerzijds probeert het Energiehuis op deze manier de dossiers te uniformiseren, anderzijds wil zij hiermee fouten en onvolledigheden vermijden en detecteren.
12.9 Goedkeuring door het VEA
Alle dossiers die na controle door de 2e dossierbeheerder werden goedgekeurd, worden voorgelegd aan het VEA. Het VEA keurt definitief goed
Het Energiehuis brengt de kandidaat kredietnemer schriftelijk op de hoogte van de beslissing. Bij deze goedkeuring wordt het SECCI-formulier toegevoegd. Het SECCI-formulier (Standard European Consumer Credit Information) is een Europees informatieformulier, verstrekt aan particulieren met daarin een overzicht van alle gegevens die nodig zijn voor de goede analyse van een consumentenkrediet.
12.10 Ondertekening leningcontract
Bij goedkeuring van de aanvraag maakt de kredietnemer met het Energiehuis een afspraak ter ondertekening van het leningcontract.
De ondertekening van het leningcontract gebeurt steeds bij het Energiehuis, Xxxxxxxxx 000 xx 0000 Xxxx-Xxxxxxx of tijdens de zitmomenten in de gemeenten. Indien door uitzondering dit niet mogelijk is, zal het Energiehuis in overleg met de kredietnemers een andere oplossing zoeken.
In geval de lening met 2 personen wordt aangevraagd, dienen beide personen aanwezig te zijn om de kredietovereenkomst te ondertekenen, tenzij de ene kredietnemer een volmacht heeft om in naam van de medekredietnemer officiële documenten te ondertekenen.
Het leningcontract bestaat uit volgende documenten:
• Kredietovereenkomst
• Algemene voorwaarden kredietovereenkomst
• Aflossingstabel
• Waarborgen (akte van loonsafstand of borgstelling)
• Domiciliëringsmandaat
• Bijlage indienen van facturen bij het Energiehuis
Artikel 13. Uitbetaling en terugbetaling
13.1 Uitbetaling van de lening
De uitbetaling gebeurt steeds op basis van de facturen.
Ook voorschotfacturen kunnen worden uitbetaald. Deze vermelden een duidelijke en volledige beschrijving van de werken waarvoor een voorschot wordt gevraagd. Op basis van voorschotfacturen kan tot de helft van het leningbedrag uitbetaald worden maar wel met een maximum van € 3.000.
De eerstvolgende factuur, wanneer een deel of het geheel van de werken zijn uitgevoerd, moet de factuur de prijs van de uitgevoerde werken in detail vermelden. In dat geval wordt enkel het bedrag van de uitgevoerde werken min de prijs van de werken vermeld op de voorschotfactuur uitbetaald.
Enkel facturen die gedateerd zijn vanaf de officiële openingsdatum van de kredietaanvraag kunnen in aanmerking komen voor uitbetaling onder leningcontract
Voor elke aanvraag tot uitbetaling van het kredietbedrag moeten volgende formaliteiten vervuld zijn:
Indien u een eerste opname doet:
- een kopie van de factuur met daarop uw handtekening en de vermelding “gelezen en goedgekeurd”;
- betalingsbewijs van de factuur (indien reeds betaald aan de aannemer);
- indien u zelf dak- of zoldervloerisolatie heeft geplaatst => vormingsattest of verklaring van begeleiding door aannemer of een energiesnoeier.
Vanaf een tweede opname:
- een kopie van de factuur met daarop uw handtekening en de vermelding “gelezen en goedgekeurd”;
- betalingsbewijs van de factuur (indien reeds betaald aan de aannemer);
- indien u zelf dak- of zoldervloerisolatie heeft geplaatst => vormingsattest of verklaring van begeleiding door aannemer of een energiesnoeier.
- foto’s van de uitgevoerde werken
Indien de gefactureerde werken afwijken van de offerte die is toegevoegd aan het kredietdossier, dient u dit te motiveren bij het Energiehuis.
De facturen moeten verplicht de volgende gegevens vermelden:
1. naam, adres en ondernemingsnummer van de aannemer of, in geval de kredietnemer de dakisolatiewerken zelf uitvoert, van de zaak waar het materiaal is aangekocht.;
2. naam en domicilieadres van de aanvrager;
3. werfadres indien anders dan domicilieadres;
4. de datum;
5. factuurnummer;
6. de gedetailleerde omschrijving van de geleverde werken opdat het Energiehuis de werken die in aanmerking komen kan bepalen.
a. Indien de werken worden uitgevoerd exact zoals beschreven in de offerte, volstaat een verwijzing met referentienummer en datum van deze offerte.
b. Indien de werken niet zijn uitgevoerd zoals beschreven in de offerte, dient de factuur een gedetailleerde omschrijving van de werken te omvatten.
7. de kostprijs en de BTW, per artikel.
De uitbetaling van de facturen aan particuliere kredietnemers gebeurt rechtstreeks aan de aannemers.
Indien de kredietnemer wenst dat het bedrag op zijn/haar persoonlijk rekeningnummer wordt gestort dan dient dit voorafgaandelijk aangevraagd te worden d.m.v. van een schriftelijke motivatie via mail of per brief. Op basis van de motivering beslist het Energiehuis of het kredietbedrag al dan niet op het persoonlijk rekeningnummer van de kredietnemer wordt gestort.
Op verzoek van de particulier kan de factuur aan de vereniging van mede-eigenaren betaald worden.
Indien de factuur onvoldoende informatie bevat kan er om een bijkomende ondertekende detailweergave van de aannemer of doe-het-zelver worden gevraagd.
13.2 Uiterste opnameperiode
De eerste opname moet plaatsvinden binnen de zes maanden vanaf de datum van de ondertekening van het leningcontract. Bij een opname van de lening in meerdere schijven wordt de maximum opnameperiode van de lening beperkt tot zes maanden, geteld vanaf de datum van eerste opname van de lening.
Wanneer de kredietnemer deze periodes laat verstrijken is de lening of het niet opgenomen saldo verlopen. De kredietnemer kan in dat geval een nieuwe kredietaanvraag doen.
Elke aanvraag tot verlenging van de opnameperiode zal door het Energiehuis individueel worden bekeken en de aanvrager zal binnen de 10 werkdagen schriftelijk op de hoogte gebracht worden van de beslissing die hierin werd genomen.
Het Energiehuis heeft het recht om een nieuwe financiële analyse uit te voeren van de kredietnemer(s) die een verlenging van de opnameperiode aanvragen. Hiervoor kan het Energiehuis de nodige documenten opvragen.
13.3 Terugbetaling
Na ontvangst en uitbetaling van de laatste door de kredietnemer bezorgde factuur start de kredietnemer met de terugbetaling van het kapitaal op basis van de aflossingstabel in het ondertekende contract.
Indien het geheel van de opnames afwijkt van de aflossingstabel in de kredietovereenkomst, herrekent het Energiehuis de aflossingstabel en bezorgt deze aan de kredietnemer voor de terugbetaling start.
Op de vervaldag, in de maand volgend op de ontvangst van de definitieve aflossingstabel, start de kredietnemer met de terugbetaling van het kapitaal en intresten op basis van deze aflossingstabel.
De kredietnemer is verplicht de nodige initiatieven te nemen om tijdig de terugbetalingen te verzekeren op het rekeningnummer van het Vlaams Energie Agentschap.
Het Energiehuis aanvaardt enkel betaling van de reguliere maandelijkse aflossingen via domiciliëring.
13.4 Vervroegde terugbetaling
Indien de kredietnemer vervroegd wil terugbetalen, dient het Energiehuis minstens 10 werkdagen voor de terugbetaling schriftelijk (brief of mail) op de hoogte te worden gebracht.
Het Energiehuis bezorgt het exacte openstaand saldo en de specifieke mededeling.
Na een gedeeltelijke vervroegde terugbetaling, heeft de kredietnemer keuze tussen de vermindering van de duurtijd van de lening met behoud van de vervalbedragen of verminderde bedragen met behoud van de duurtijd.
Artikel 14. Geldigheidsduur van het startformulier en de volledige kredietaanvraag
• Indien het Energiehuis 3 maanden na het indienen van een onvolledig aanvraagdossier geen volledig kredietaanvraagdossier heeft ontvangen, vervalt het aanvraagdossier.
• Indien de kredietaanvrager 6 maanden na de officiële openingsdatum van het kredietaanvraagdossier geen leningcontract heeft ondertekend, vervalt het volledige kredietaanvraagdossier.
Artikel 15. Sancties indien de aanvrager het reglement niet naleeft
• Het Energiehuis stuurt een aangetekende aanmaning vanaf acht dagen nadat een betaling niet werd uitgevoerd. Onder “dagen” verstaat men alle weekdagen en zaterdagen, zonder zondagen en wettelijke
feestdagen. Wanneer de achtste dag op een zaterdag valt, wordt de aanmaning verzonden op de eerstvolgende weekdag.
• Indien de kredietnemer ten minste twee afbetalingen geheel of gedeeltelijk achterstaat of 20% van de totale terug te betalen som niet tijdig heeft terugbetaald, zal een tweede aangetekend schrijven worden verstuurd.
• Wanneer de kredietnemer de verplichtingen i.h.k.v. de terugbetalingen van de achterstal niet nakomt (een terugbetaling van de achterstal binnen één maand na het ter post afgeven van de tweede aangetekende aanmaning), wordt hij aangemaand om budgetbeheer of –begeleiding vanwege het OCMW van diens gemeente te aanvaarden.
• Indien de kredietnemer dit niet toelaat, is het Energiehuis van rechtswege gerechtigd de onmiddellijk betaling te eisen van:
o het verschuldigd blijvend saldo in het kapitaal. In het kader van dit krediet is dat de som die door de kredietnemer nog moet worden gestort om het kapitaal terug te betalen;
o de vervallen en onbetaald gebleven totale kosten (o.a. aanmaning- en portkosten en intresten ingeval van een goedkope lening),
o nalatigheidinterest vermeld onder de rubriek financieringsvoorwaarden in de kredietovereenkomst;
o schadevergoeding, eveneens berekend op het verschuldigd blijvend saldo in kapitaal, doch beperkt tot de volgende maximumbedragen: 10% van de schijf van het verschuldigd blijvend saldo in kapitaal tot € 7.500 en 5% van de schijf van het verschuldigd blijvend saldo in kapitaal boven € 7.500.
o eventuele gerechts- en andere kosten verbonden met de inning van het verschuldigde saldo.
o Elke betaling, ongeacht de herkomst, gedaan vanaf de ontbinding van de kredietovereenkomst wordt in volgorde toegerekend op het verschuldigd blijvend saldo in kapitaal, de vervallen en onbetaald gebleven totale kosten, de nalatigheidinteresten, de onbetaald gebleven aanmaning- en portkosten, de schadevergoeding en de eventuele gerechtskosten.
• In het geval van fraude, misbruik, valsheid in verklaringen of geschriften of andere oneerbare praktijken, stelt de kredietnemer zich bloot aan de volgende sancties:
o Controle;
o Verwittiging door het Energiehuis;
o Terugbetaling van het bedrag dat onrechtmatig is toegekend;
o In geval van weigering door een kredietnemer om het bedrag terug te betalen zal de kredietcommissie en het VEA op de hoogte gebracht worden over deze sanctie;
o Opschorting van de kredietovereenkomst.
Overeenkomstig artikel 47, § 1, van de antiwitwaswet heeft het Energiehuis de verplichting om vermoedens van witwassen of financiering van terrorisme te melden aan de Cel voor Financiële Informatieverwerking (C.F.I.).
Artikel 16. Waarborg
De kredietnemer die tot de doelgroep voor een renteloze Vlaamse energielening behoort, aanvaardt, door ondertekening van de kredietovereenkomst, budgetbegeleiding of–beheer bij wanbetaling. De kredietnemer ondertekent ook de waarborg loonafstand, die zal ingeroepen worden indien de kredietnemer bij betalingsachterstand de budgetbegeleiding of –beheer weigert.
In geval van wanbetaling dient voor het achterstallig bedrag een afbetalingsplan opgemaakt te worden in samenspraak met de maatschappelijk werker van het OCMW (zie artikel 15).
Artikel 17. Beroep
Er is steeds de mogelijkheid om een nieuw dossier in te dienen indien het dossier door het Energiehuis of het VEA niet wordt goedgekeurd.
Artikel 18. Start van het reglement
Dit reglement treedt onmiddellijk in werking en vervangt het vorige reglement van 1 oktober 2017. Het reglement is geldig voor onbepaalde duur of tot het afgeschaft of vervangen wordt.
Artikel 19. Slotbepalingen
• De beleidsgroep van het Energiehuis kan beslissen op eigen initiatief of op voorstel van de kredietcommissie om artikelen uit het reglement te schrappen, toe te voegen of aan te passen.
• Het aangepaste kredietreglement is van toepassing op nieuwe kredietaanvragen die ontvangen worden de dag nadat het nieuwe reglement in werking is getreden.
• De werking van het Energiehuis wordt minstens 2 keer per jaar geëvalueerd door de beleidsgroep.
• Op basis van de evaluatie kunnen de opgelegde criteria trapsgewijs versoepeld of verstrengd worden.
Bijlage 1
Ministerieel besluit tot bepaling van de aard van de investeringen die in aanmerking komen voor een lening door een energiehuis
DE VLAAMSE MINISTER VAN BEGROTING, FINANCIËN EN ENERGIE,
Gelet op het Energiedecreet van 8 mei 2009, artikel 8.2.2, ingevoegd bij het decreet van 19 december 2014 en gewijzigd bij het decreet van 3 juli 2015, artikel 8.3.1/1, ingevoegd bij het decreet van 17 februari 2017, en artikel 8.4.2, ingevoegd bij het decreet van 17 februari 2017;
Gelet op het Energiebesluit van 19 november 2010, artikel 7.9.2, §4, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 mei 2017;
Gelet op het ministerieel besluit van 5 september 2017 tot bepaling van de aard van de investeringen die in aanmerking komen voor een lening door een energiehuis;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 23 juni 2017;
Gelet op het advies nr. 61.790/1/X xxx xx Xxxx van State, gegeven op 28 juli 2017 met toepassing van artikel 84, §1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
BESLUIT:
Artikel 1. De lijst met de aard van de investeringen die in aanmerking komen voor het verstrekken van een energielening door een energiehuis, als vermeld in artikel 7.9.2, §4 van het Energiebesluit van 19 november 2010, is als bijlage bij dit besluit gevoegd.
Brussel, ................
De Vlaamse minister van Begroting, Financiën en Energie,
Xxxx XXXXXXXXX
Bijlage - Lijst van de aanvaardbare werken voor het verstrekken van de Energieleningen door de energiehuizen
I. rubrieken
1. Dak- of zoldervloerisolatie
2. Hoogrendementsbeglazing, -deuren en -poorten
3. Muurisolatie
4. Vloerisolatie
5. Luchtdichting en blowerdoortest
6. Energiezuinig ventilatiesysteem
7. Zuinige verwarmingsinstallatie
8. PV Zonnepanelen
9. Zonneboiler of ander zuinig systeem voor sanitair warm water
10. Re-lighting of re-lamping
11. Energiezuinige huishoudtoestellen
12. Energie-audit
13. Energieopslagtechnieken en beheersystemen
II. Algemene voorwaarden
In geval van nieuwbouw, zijnde nieuw gebouwde woningen of gelijkwaardig waarvoor nog geen definitieve EPB- aangifte is ingediend, komen deze investeringen enkel in aanmerking indien het gaat om een woning die mits het uitvoeren van de geplande investeringen een E-peil van E30 zal bereiken. Dit dient te worden aangetoond aan de hand van de voorafberekening gevoegd bij de startverklaring.
Bij alle werken wordt verondersteld dat deze uitgevoerd worden door een aannemer, zodat er ook een aannemers-garantie is op de kwaliteit van uitvoering. Dit betekent meteen ook dat voor elk type investering de werkuren ter plaatse in aanmerking komen voor het bedrag van de energielening.
Doe-het-zelf wordt enkel toegelaten voor dakisolatie of zoldervloerisolatie. Om de kwaliteit te behouden, wordt een vormingsattest of een begeleiding of controle door een energiesnoeier (of aannemer) gevraagd. De aankoopfactuur moet op naam staan en wordt pas uitbetaald na uitvoering van de werken, aangetoond door het insturen van foto’s + recht op steekproef bezichtiging van de werken.
III. Aanvaardbare werken
1. LEVERING EN PLAATSING DAK- OF ZOLDERVLOERISOLATIE
Volgende werken komen in aanmerking:
a. Werfinrichting, stelling, veiligheid;
b. Verwijderen van de bestaande dakbedekking;
c. Afbraak van de schouw of herstellen en waterdicht maken van de schouw;
d. De nodige opbouw om isolatie te kunnen plaatsen (uitdikken);
e. Plaatsen van isolatie met een thermische weerstand (R-waarde) overeenkomstig de minimumeisen voor het bekomen van een premie van de netbeheerders;
f. Renovatie dakconstructie indien bestaande draagstructuur niet meer in orde is;
g. Plaatsen van een damp–scherm/damprem;
h. Loodafwerking;
i. Dekstenen/dakrandafwerking;
j. Realisatie van regenwaterafvoer;
k. Levering en plaatsing van een dakvlakvenster of lichtstraat (max. U-waarde = 1,1 W/m2K);
Algemene voorwaarde: vernieuwingswerken aan het dak (b, h, i, j) zijn enkel toegestaan indien deze noodzakelijk zijn om tot een goede dakisolatie te kunnen komen.
Bijkomende werken voor een hellend dak: dakvernieuwing (enkel indien gebruik wordt gemaakt van een winddicht, isolerend onderdak)
l. Plaatsen van een onderdak;
m. Plaatsen van nieuwe panlatten/stoflatten;
n. Plaatsen van nieuwe dakbedekking, bv. (terug)plaatsen van (bestaande) pannen;
Bijkomende werken voor een warm plat dak (isolatie bevindt zich aan de bovenzijde van de dakconstructie):
o. Het verhogen van de dakranden om voldoende isolatie te kunnen plaatsen;
p. Levering en plaatsing van de waterdichting;
q. Herstellen van de dakdichting;
r. Vervangen van een koepel:
• glas: max. U-waarde = 1,1 W/m2K en 1,5 W/m2K voor geheel;
• andere dan glas: max. U-waarde = 1,4 W/m2K en 2,0 W/m2K voor geheel.
Volgende werken komen NIET in aanmerking:
a. Binnenafwerking (bv. gipskarton, planchetten,…).
2. Plaatsen van buitenschrijnwerk met hoogrendementsbeglazing, -deuren en -
POORTEN
Volgende werken komen in aanmerking:
a. Uitbreken van bestaand buitenschrijnwerk;
b. Plaatsen van nieuw buitenschrijnwerk (U-waarde glas < of = 1,1 W/m²K);
c. Vervanging van beglazing met behoud van de raamkaders kan indien de houten raamkaders in goede staat zijn en de U-waarde glas < of = 1,1 W/m²K;
d. Realiseren van luchtdichtheid;
e. Levering en plaatsing van ventilatieroosters;
f. Afwerken van het buitenschrijnwerk: het plaatsen van omkasting, omlijsting, venstertablet;
g. Levering en plaatsing van lichtstraten (U-waarde glas < of = 1,1 W/m²K);
h. Vervangen van buitendeuren (U-waarde glas < of = 1,1 W/m²K, totale waarde van gecombineerde deuren
< of = 2 W/m2K);
i. Levering en plaatsing van een geïsoleerde garagepoort met U-waarde < of = 2 W/m²K (enkel bij inpandige garage);
j. Isolatie en tochtdicht maken en / of verwijderen of vervangen van bestaande rolluiken; Deze werken komen NIET in aanmerking:
a. Renovatie van veranda’s (tenzij als onderdeel van de leefruimte en niet afsluitbaar van de rest van de woning);
b. Gordijnen.
3. Plaatsen van muurisolatie / spouwmuurisolatie
Volgende werken komen in aanmerking:
a. Werfinrichting, stelling, veiligheid;
b. Afkappen bestaand pleisterwerk / herstellen van de bestaande gevel;
c. Verbreden van venstertabletten en dakoversteek;
d. Plaatsen buitengevelisolatie met een R-waarde overeenkomstig de minimumeisen voor het bekomen van een premie van de netbeheerders;
e. Levering en plaatsing van spouwmuurisolatie overeenkomstig de minimumeisen voor het bekomen van een premie van de netbeheerders;
f. Levering en plaatsing van een plint;
g. Plaatsen van bescherming van de isolatie (crepi, plaatmateriaal, enz.);
h. (Terug-)plaatsing van regenwaterafvoerbuizen;
i. Spouwmuurisolatie incl. boren van gaten in de gevel, opvullen van de spouw en dichten van gaten;
j. Behandeling van muren tegen opstijgend vocht: enkel in combinatie met muurisolatie;
k. Plaatsen van binnenmuurisolatie.
4. Plaatsen van vloerisolatie
Volgende werken komen in aanmerking: Onder draagconstructie:
a. Plaatsen isolatie met een R-waarde overeenkomstig de minimumeisen voor het bekomen van een premie van de netbeheerders en dampscherm;
Boven draagconstructie:
b. Uitbreken bestaande vloer en uitgraven om voldoende isolatie te plaatsen;
c. Plaatsen isolatie met een R-waarde overeenkomstig de minimumeisen voor het bekomen van een premie van de netbeheerders en dampscherm;
d. Plaatsen chape.
Deze werkzaamheden komen NIET in aanmerking:
a. Nieuwe betonvloer;
b. Plaatsen van de nieuwe vloerbedekking (tegels, hout, linoleum…).
5. Luchtdichting en blowerdoortest :
Een lening hiervoor kan enkel toegestaan worden indien in combinatie met andere werken. Volgende werken komen in aanmerking:
a. Plaatsen van luchtdichting;
b. Blowerdoortest.
6. Energiezuinig ventilatiesysteem
a. Levering en plaatsing van een ventilatiesysteem type systeem C, systeem C+ of systeem D met warmtewisselaar;
b. Levering en plaatsing van een voorwarmtewisselaar van type AWW of BWW.
7. Plaatsen van zuinige verwarmingsinstallatie
Volgende werken komen in aanmerking:
a. Uitbreken of saneren van de bestaande installatie (inclusief mazouttank);
b. Plaatsen van een nieuwe, zuinige centrale verwarmingsinstallatie en toebehoren: condensatieketel, warmtepomp, micro-warmtekrachtkoppeling, brandstofcellen, houtpellet-ketel of -kachel, houtvergassingsketel, aansluiting op warmtenet/stadsverwarming, hoogrendementsketel (enkel indien condensatieketel technisch niet geplaatst kan worden);
c. Vervanging van decentrale kachels door decentrale kachels met HR+ label (enkel indien geen centrale verwarming aanwezig is);
d. Plaatsen van sturing en hulpmiddelen: een buitenvoeler, thermostaat (binnenvoeler) en thermostatische kranen;
e. Plaatsen van de nodige leidingen (gasleiding teller tot ketel, elektriciteitsleidingen, leidingen naar buitenunit warmtepomp,.…);
f. Plaatsen van warmteafgifte-elementen en verdeelleidingen;
g. Plaatsen van nieuwe aansluiting op aardgasnet;
h. Aanpassingen van de schouw of nieuwe schouw;
i. Plaatsen expansievat en cv-pomp, vulset, gas –en vuilfilters;
j. Indirect gestookte boiler die voldoet aan de geldende ecodesignregels;
k. Levering en plaatsing van een thermische / thermochemische warmteopslag;
l. Aankoop van energiezuinige verwarmingsinstallatie met energy performance contract.
Waarbij de werken, vermeld in punten d, e, f, g, h, i, enkel zijn toegestaan in combinatie met de plaatsing van een nieuwe ketel die voldoet aan de geldende ecodesignregels.
Volgende werken komen NIET in aanmerking
a. Verwarmingsinstallatie die niet hoofdzakelijk dient voor verwarming van de woning (bv. zwembadverwarming).
8. Plaatsen van zonnepanelen die elektriciteit opwekken
Volgende werken komen in aanmerking:
a. Aankoop en installatie van zonnepanelen die zonlicht omzetten in elektriciteit;
b. Nodige leidingen en omvormer;
c. Keuring elektriciteitsgedeelte voor zonnepanelen;
d. Doorvoeren door het dak;
e. Draagstructuur van de zonnepanelen (+ ballast);
Belangrijke opmerking: om te lenen voor zonnepanelen die elektriciteit opwekken, dient een verklaring op eer gegeven te worden dat de woning (1) een geïsoleerd dak heeft en (2) geen enkel glas meer heeft. De Rd- waarde van de dakisolatie moet minimaal 3,5 bedragen. Indien het dak nog over geen isolatie beschikt, of de isolatiewaarde is lager dan 3,5, dient het dak eerst te worden geïsoleerd overeenkomstig de geldende minimumeisen voor het bekomen van een premie van de netbeheerders.
Deze voorwaarden gelden enkel voor de woning. Indien de zonnepanelen zullen geplaatst worden op een bijgebouw van de woning dat niet voor bewoning dienstig is, gelden deze voorwaarden niet voor dit gedeelte.
9. Plaatsen van zonneboiler of ander zuinig systeem voor sanitair warm water
Volgende werken komen in aanmerking:
a. Het uitbreken van de bestaande installatie;
b. Het plaatsen van een zuinig systeem voor sanitair warm water: warmtepompboiler, gesloten gasgeiser, boiler gecombineerd met een zuinige verwarmingsinstallatie;
c. Het plaatsen van een douchewarmtewisselaar;
d. Het plaatsen van thermische zonnepanelen en zonneboiler;
e. Het plaatsen van sturing en hulpmiddelen;
f. Het plaatsen van de nodige leidingen voor de installatie;
g. Noodzakelijke aanpassingen van de schouw.
10. Re-lighting / relamping
Volgende werken komen in aanmerking:
a. Vervanging van verlichtingsarmaturen en lampen door energiezuinige verlichting, bewegingsdetectoren en daglichtsturing.
11. Energiezuinige huishoudtoestellen
De levering en plaatsing van energiezuinige huishoudtoestellen is enkel mogelijk voor personen uit de prioritaire doelgroep. De noodzaak moet blijken uit een energiescan. De plaatsing kan eventueel begeleid worden door een energiescanner. De huishoudtoestellen die in aanmerking komen zijn een koelkast, diepvries en wasmachine, telkens met energieklasse A+ of beter.
12. Energie-audit: in combinatie met 1 van vorige maatregelen
13. Energieopslagtechnieken en beheersystemen
a. Aankoop en installatie van batterijopslagsystemen (onroerend door incorporatie).
Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit houdende de vastlegging van de lijst van de aanvaardbare werken voor het verstrekken van de Energieleningen door de energiehuizen.
Brussel, ................
De Vlaamse minister van Begroting, Financiën en Energie,
Xxxx XXXXXXXXX
20 FEBRUARI 2018.—Ministerieel besluit tot wijziging van het Ministerieel besluit van 5 september 2017tot bepaling van de aard van de investeringen die in aanmerking komen voor een lening door een energiehuis
DE VLAAMSE MINISTER VAN BEGROTING, FINANCIËN EN ENERGIE,
Gelet op het Energiedecreet van 8 mei 2009, artikel 8.2.2, ingevoegd bij het decreet van 19 december 2014 en gewijzigd bij het decreet van 3 juli 2015, artikel 8.3.1/1, ingevoegd bij het decreet van 17 februari 2017, en artikel 8.4.2,ingevoegd bij het decreet van 17 februari 2017;
Gelet op het Energiebesluit van 19 november 2010, artikel 7.9.2,§4, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 mei 2017;
Gelet op het ministerieel besluit van 5 september 2017 tot bepaling van de aard van de investeringen die in aanmerking komen voor een lening door een energiehuis;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 19 december 2017;
Gelet op het advies nr. 62.778/3 van de Raad van State, gegeven op 05/02/2018 met toepassing van artikel 84,§1,eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973,
BESLUIT:
Artikel 1. In punt 8 van de bijlage aan het ministerieel besluit van 5 september 2017 tot bepaling van de aard van de investeringen die in aanmerking komen voor een lening door een energiehuis wordt de zin “Belangrijke opmerking: om te lenen voor zonnepanelen die elektriciteit opwekken, dient een verklaring op eer gegeven te worden dat de woning (1) een geïsoleerd dak heeft (met Rd-waarde overeenkomstig de minimumeisen voor het bekomen van een premie van de netbeheerders) en (2) geen enkel glas meer heeft. ”vervangen door de zinnen “Belangrijke opmerking: om te lenen voor zonnepanelen die elektriciteit opwekken, dient een verklaring op eer gegeven te worden dat de woning (1) een geïsoleerd dak heeft en
(2) geen enkel glas meer heeft. De Rd- waarde van de dakisolatie moet minimaal 3,5 bedragen. Indien het dak nog over geen isolatie beschikt, of de isolatiewaarde is lager dan 3,5, dient het dak eerste worden geïsoleerd overeenkomstig de geldende minimumeisen voor het bekomen van een premie van de netbeheerders.”.
Xxxxxxx, 00 februari 2018.
De Vlaamse minister van Begroting, Financiën en Energie,
X. XXXXXXXXX