ZUIDAS AMSTERDAM N.V.
2 NOVEMBER 2007
ZUIDAS AMSTERDAM N.V.
en
DE GEMEENTE AMSTERDAM
OVEREENKOMST OP HOOFDLIJNEN
(Hiermee wordt bedoeld een vastlegging van contractuele uitgangspunten en procesmatige afspraken die, na oprichting van ZA, in een definitieve overeenkomst zullen worden uitgewerkt.)
betreffende
DE REALISATIE VAN DE MODALITEIT AMSTERDAM
2908214v2
INDHOUDSOPGAVE
Artikel Titel Pagina
1. HOOFDVERPLICHTINGEN 2
2. AANBESTEDINGEN 3
3. BETALING 4
4. SAMENWERKING 4
5. SCOPE, FUNCTIONEEL PROGRAMMA VAN XXXXX, ONTWERP EN UITWERKING VAN HET ONTWERP 5
6. WIJZIGINGEN 5
7. RELEVANTE WET- EN REGELGEVING 6
8. TOESTEMMING BOUWWERKZAAMHEDEN 7
9. ZEKERHEIDSTELLING 7
10. VERZEKERINGEN 8
11. INTERFACE MANAGEMENT 8
12. PLANNING 8
13. REALISATIEFASE 9
14. OPLEVERING VAN DE MODALITEIT AMSTERDAM 9
15. GEBREKEN/ GARANTIES 10
16. BEHEER EN ONDERHOUD 11
17. ONTBINDING EN OPZEGGING 11
18. TOEPASSELIJK RECHT 12
19. GESCHILLENREGELING 12
20. OVERLEGVERPLICHTING 12
21. RECHTBANK AMSTERDAM 12
22. RAAD VAN DESKUNDIGEN 12
23. OVERIG 13
24. MEDEDELINGEN / VERTEGENWOORDIGING 14
25. BIJLAGEN / RANGORDE 14
(i)
Artikel Titel Pagina
BIJLAGE 1 (SCOPEBESCHRIJVING ZUIDAS HOOFDINFRASTRUCTUUR) BIJLAGE 2 (SCOPE)
BIJLAGE 3 (CONCEPT PROCESDOCUMENT)
DEZE OVEREENKOMST OP HOOFDLIJNEN is aangegaan op [•]
TUSSEN:
Zuidas Amsterdam N.V., een vennootschap opgericht naar het recht van Nederland, gevestigd te Amsterdam, [•], ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel onder nummer [•] ("ZA")
De Gemeente Amsterdam, een publiekrechtelijke rechtspersoon opgericht naar het recht van Nederland, zetelende te Amsterdam ten deze ingevolge artikel 171 van de Gemeentewet rechtsgeldig vertegenwoordigd door haar Burgemeester mr. dr. X.X. Xxxxx, handelend ter uitvoering van het Besluit van het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam (de "Gemeente")
De partijen bij deze Overeenkomst zullen hierna gezamenlijk worden aangeduid als "Partijen" en ieder afzonderlijk als een "Partij".
OVERWEGINGEN:
(1) De Gemeente Amsterdam en de Staat der Nederlanden hebben in de Bestuurlijke Overeenkomst Zuidas-Dok d.d. 31 januari 2006 enkele belangrijke uitgangspunten en afspraken omtrent de ontwikkeling en realisatie van het project Zuidas-Dok vastgelegd;
(2) ZA en de Gemeente hebben op [•] een samenwerkingsovereenkomst gesloten waarin de samenwerking in het project Zuidas-Dok is vastgelegd, hierna: de "Samenwerkingsovereenkomst";
(3) ZA, de Gemeente en de Stadsregio Amsterdam hebben op [•] een subsidieovereenkomst gesloten waarin de voorwaarden zijn vastgelegd waaronder de Stadsregio subsidie zal verstrekken in het kader van de ontwikkeling van het project Zuidas-Dok, hierna: de "Subsidieovereenkomst";
(4) ZA, de Minister van Verkeer en Waterstaat en de Gemeente hebben op [•] een Overeenkomst op hoofdlijnen betreffende de subsidie van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat en de realisatie van de Modaliteiten A10 en Zware Rail gesloten, waarbij de Gemeente alleen voor wat betreft de inhoud van de artikelen 3,4,5,6,8,9,10,11,13,14 en 15 zich heeft meeverbonden;
(5) ZA zal de infrastructuurgedeelten van de (hierna sub 1.1 gedefinieerde) Modaliteit Amsterdam ontwikkelen en (laten) realiseren;
(6) Uitgangspunt en basis voor realisatie van de Modaliteit Amsterdam en in algemene zin de bereikbaarheid van het OV-knooppunt Zuidas is de als Bijlage 1 aangehechte "Scopebeschrijving Zuidas Hoofdinfrastructuur", hierna "Scope" met daarin (onder meer) opgenomen de omvang van de leveringsverplichting betreffende de Modaliteit Amsterdam, alsmede het door de Gemeente (samen met de andere Modaliteiteigenaars) opgestelde en door ZA goedgekeurde Functioneel Programma van Eisen Infrastructuur Zuidas, d.d. [•] met kenmerk [•]; hierna: "FPvE", met daarin (onder meer) opgenomen de functionele en kwalitatieve eisen inzake het ontwerp en de aanleg van de Modaliteit Amsterdam. De Scope definieert de omvang van de prestaties van ZA, het FPVE beschrijft de kwaliteit van de prestaties van ZA en vormt het toetsingskader.
(7) De Gemeente verstrekt als bijdrage voor de werkzaamheden als omschreven sub (d) en (e) de bijdragen zoals nader uitgewerkt in artikel 24 van de Samenwerkingsovereenkomst (onverlet latende hetgeen in dat artikel overigens met betrekking tot het onderwerp inbreng is geregeld);
(8) In de sub (f) bedoelde bijdragen is tevens begrepen de sub (c) bedoelde, door de Stadsregio te verstrekken subsidie (die dus via de Gemeente zal worden verstrekt);
(9) Partijen wensen door middel van deze overeenkomst hun rechten en plichten over en weer als volgt op hoofdlijnen vast te leggen.
PARTIJEN VERKLAREN HET VOLGENDE TE ZIJN OVEREENGEKOMEN:
1. HOOFDVERPLICHTINGEN
1.1. ZA zal conform deze Overeenkomst en de Bijlagen, waaronder de als Bijlage [2] aangehechte Scope, voor eigen rekening en risico ontwerpen, bouwen en gebruiksgereed (op)leveren ondergrondse en bovengrondse infrastructuur, een openbaar vervoer terminal en bijkomende werken en voorzieningen (een en ander als functioneel beschreven en uitgewerkt in het in artikel 5 bedoelde FPvE) bestaande uit:
1.1.1. Metro:
• Metrotunnel;
• Inrichting tunnel;
• Amstelveenboog;
• Metrostation Zuid;
• Metrostation Buitenveldert;
• Emplacement inclusief voorzieningen;
• Casco CASH tunnel / ruimtelijke reservering tweesporige tunnelmond ten behoeve van CASH (tenzij de stadsregio voor 2012 besluit deze module niet te kopen).
1.1.2. Openbaar Vervoer Terminal:
• Transferhal metro;
• Ontvangsthal (deels domein ProRail);
• Busstation;
• Tramhalte;
• Kiss & Ride voorzieningen;
• Taxi voorzieningen;
• Fietsenstalling (binnen het Stationskavel).
1.1.3. Stedelijk Wegennet (binnen de projectgrenzen):
• Fietspaden;
• Fietsenstallingen (buiten het Stationskavel);
• Hoofdnet auto + overige wegen (S109);
• Vrije bus/trambaan de Boelelaan;
• Ruimte reserveringen Bus/Trambanen (vrije OV-banen op de daarvoor aangegeven wegen).
De onderdelen 1.1.1 t/m 1.1.3 hierna te noemen: "Modaliteit Amsterdam".
1.1.4. Casco (ruwbouw) Zware Rail/OVT
• De betonnen constructie Spoortunnels voor de zware rail en de ondergrondse OVT exclusief de spoorgerelateerde in- en opbouw.
Het onderdeel 1.1.4 hierna te noemen: "Casco (ruwbouw) Zware Rail/OVT".
1.2. De Gemeente zal:
(i) de uitvoering van de in artikel 1.1 genoemde werkzaamheden door ZA mogelijk maken en daaraan medewerking verlenen en de daarmee verband houdende (medewerkings-) verplichtingen vervullen en
(ii) in het kader van haar inbrengverplichting als ter zake in deze overeenkomst respectievelijk de Samenwerkingsovereenkomst bepaald, de financiële bijdragen verstrekken en
(iii) medewerking verlenen aan het verstrekken van vergunningen als bedoeld in artikel 6 van deze overeenkomst en
(iv) na gereedkomen de Modaliteit Amsterdam en het Casco (ruwbouw) Zware Rail/OVT opnemen en beoordelen op basis van het Definitief Ontwerp en, na goedkeuring afnemen als bedoeld in artikel 14 en
(v) tijdens de periode dat de infrastructurele voorzieningen in het Zuidas-Dok gebied worden gerealiseerd, verantwoordelijk zijn voor de bereikbaarheid van het projectgebied waaronder begrepen de goede doorstroming op de bestaande metroinfrastructuur en het stedelijk wegennet.
2. AANBESTEDINGEN
2.1. ZA zal de aan derden te verstrekken opdrachten in het kader van de sub 1.1 genoemde werkzaamheden (mits deze een drempelwaarde van [•] voor werken, [•] voor leveringen en diensten overstijgt), aanbesteden met inachtneming van de Europese, de Nationale en de Amsterdamse aanbestedingsregelgeving.
2.2. ZA bepaalt zelfstandig de aanbestedingsstrategie. Partijen kunnen conform artikel 16 van deze overeenkomst overeenkomen dat ook het onderhoud van de Modaliteit Amsterdam aan ZA zal worden opgedragen. In dat geval wordt het onderhoud van de Modaliteit Amsterdam onderdeel van de overeenkomst artikel 2.1 aan te besteden opdracht(en).
2.3. In het kader van de door ZA aan derde(-en) te verstrekken opdrachten:
(i) zal ZA in het kader van de aanbesteding zodanige eisen aan de financiële/economische draagkracht van inschrijvers stellen dat deze geacht moeten worden in staat te zijn hun uit de overeenkomst voortvloeiende verplichtingen na te komen; en
(ii) zullen de met die derde(-n) te sluiten overeenkomst(-en) inhoudelijk niet afwijken van hetgeen op het moment van contractsluiting in de markt voor dergelijke overeenkomsten gebruikelijk is met betrekking tot onderwerpen als kwaliteitsgaranties, aansprakelijkheid, verzekering etc.
3. BETALING
3.1. Als een (niet-kostendekkende) subsidiebijdrage in het kader van de door ZA te ontwikkelen activiteiten sub 1.1 bedoeld (met uitzondering van het Casco (ruwbouw) Zware Rail/OVT), betaalt de Gemeente de bijdragen als omschreven in artikel 24 van de Samenwerkingsovereenkomst inclusief de bijdrage van de Stadsregio en eventueel verschuldigde omzetbelasting op de in dat artikel genoemde data.
3.2. Indien ZA aan de Gemeente omzetbelasting in rekening moet brengen en die belastingheffing voor de Gemeente niet op andere wijze kan worden gecompenseerd, of door derden niet aan de gemeente worden vergoed zal de verschuldigde omzetbelasting geacht worden in de subsidiebijdrage te zijn begrepen.
4. SAMENWERKING
4.1. De Gemeente en ZA vormen voor de duur van het project een Projectgroep als bedoeld in artikel 6 van de Samenwerkingsovereenkomst.
4.2. In de Projectgroep zullen de Gemeente en ZA:
(a) overleggen ter zake van de uitwerking van (i) het Definitief Ontwerp en (voor zover tussen het Uitvoeringsontwerp en het Definitief Ontwerp een afwijking zal ontstaan) het Uitvoeringsontwerp, (ii) de planning en eventuele wijzigingen daarvan;
(b) voorbereiden de toetsing en goedkeuring van het Definitief Ontwerp, en eventuele wijzigingen als bedoeld in artikel 6 voorbereiden;
(c) overleggen ter zake van (i) de voortgang van de werkzaamheden; (ii) de afstemming van interfaces als bedoeld in artikel 11; (iii) de (al dan niet) tijdige verlening van de benodigde vergunningen, ontheffingen, beschikkingen c.q. toestemmingen bedoeld in artikel 7 en (iv) buitendienststellingen en omleggingen als bedoeld in artikel 8.3;
(d) overleggen ter zake van een of meer regelingen in artikel 17.3 bedoeld;
(e) overleggen ter zake van hetgeen overigens van belang is voor de uitvoering van de werkzaamheden.
4.3. De Gemeente en ZA komen de frequentie van overleg en de deelnemers daaraan alsmede een reglement van orde nader overeen.
4.4. De Gemeente en ZA zullen procedures voor toetsing/goedkeuring en vaststelling overeenkomen, volgens het concept Procesdocument dat als Bijlage [3] aan deze overeenkomst is gehecht
4.5. De inbreng van een partij in de Projectgroep alsmede toetsing, goedkeuring en vaststelling laten onverlet de verantwoordelijkheid van partijen en de risicoverdeling volgens deze overeenkomst.
5. SCOPE, FUNCTIONEEL PROGRAMMA VAN XXXXX, ONTWERP EN UITWERKING VAN HET ONTWERP
5.1. De Gemeente heeft het FPvE op basis van de Scope opgesteld in samenwerking met de andere Modaliteiteigenaars. ZA heeft het FPvE goedgekeurd.
5.2. ZA zal het FPvE (laten) uitwerken tot een Definitief Ontwerp in overeenstemming met:
(a) Het FPvE en de, na het moment van goedkeuring sub 5.1 bedoeld, tussen Partijen overeengekomen wijzigingen daarop;
(b) Eisen voortvloeiend uit van toepassing zijnde wet- en regelgeving.
5.3. ZA legt het door haar uitgewerkte Definitief Ontwerp ter goedkeuring voor aan de Gemeente. De Gemeente zal het Definitief Ontwerp goedkeuren indien het in overeenstemming is met het FPvE.
5.4. Toetsing door de Gemeente van het Definitief Ontwerp vindt plaats conform het sub 4.4 bedoelde, door Partijen, binnen 6 maanden na ondertekening van deze overeenkomst gezamenlijk opgestelde toetsingsplan met daarin onder meer opgenomen een beschrijving van de wijze van toetsing en de daarbij te doorlopen procedure. Bij het opstellen van het toetsingsplan zal tevens ProRail B.V. worden betrokken als toekomstige gebruiker van de Modaliteit Zware Rail.
Het toetsingsplan zal tevens een verwijzing bevatten naar een relevant, "state of the art" Nederlands referentieproject dat dienst zal doen als 'benchmark' in gevallen van leemte of onduidelijkheid.
5.5. Na goedkeuring van het Definitief Ontwerp is ZA vrij in de bepaling van het Uitvoeringsontwerp mits het Uitvoeringsontwerp niet strijdig is met het Definitief Ontwerp. Indien ZA tijdens de uitvoering wijzigingen in het Uitvoeringsontwerp aanbrengt en dergelijke wijzigingen afwijken van of strijdig zijn met het goedgekeurde Definitief Ontwerp, is schriftelijke goedkeuring van de Gemeente vereist alvorens de wijziging (-en) kan/kunnen worden geëffectueerd.
6. WIJZIGINGEN
6.1. Partijen zullen voorzien in een samenhangende regeling ter zake van wijzigingen van het FPvE en/of het Definitief Ontwerp (ten opzichte van het FPvE) en de gevolgen van dergelijke wijzigingen, zowel in de ontwerp/uitwerkingsfase als in de realisatiefase.
Deze regeling berust op de volgende uitgangspunten:
(i) onder een wijziging wordt verstaan elke wijziging van het FPvE respectievelijk van het Definitief Ontwerp zoals eerder getoetst/goedgekeurd;
(ii) beide partijen kunnen wijzigingen voorstellen;
(iii) alvorens wijzigingen kunnen worden geïmplementeerd dient over die wijzigingen en de gevolgen daarvan (onder meer in termen van kosten, uitvoeringsduur en kwaliteit) overeenstemming te bestaan althans dient, bij blijvend verschil van mening, een uitspraak van de Raad van Deskundigen te zijn verkregen;
(iv) als sprake is van een uitbreiding van de scope (leveringsomvang) dan zal de Gemeente ZA compenseren met betrekking tot het daaraan verbonden nadeel (meerkosten, langere uitvoeringsduur, verhoging risicoprofiel, hogere beheers- en exploitatiekosten etc.).
(v) indien de Gemeente een hogere kwaliteit van de door ZA te leveren prestatie(s) verlangt dan op grond van het FPvE en het Definitief Ontwerp redelijkerwijze mocht worden verlangd dan zal de Gemeente ZA compenseren met betrekking tot het daaraan verbonden nadeel (in de zin als hierboven sub (iv) bedoeld). ZA is met de Minister van Verkeer en Waterstaat overeengekomen dat indien de Staat en/of ProRail B.V. een hogere kwaliteit van de door ZA te leveren prestaties verlangt dan op grond van het FPvE en het Definitief Ontwerp redelijkerwijze mocht worden verlangd, op basis van de Overeenkomst op hoofdlijnen betreffende de subsidie van Verkeer en Waterstaat en de realisatie van de modaliteiten A10 en Zware Rail, de Staat en/of ProRail B.V. ZA zal/zullen compenseren met betrekking tot het daaraan verbonden nadeel.
(vi) met betrekking tot andere wijzigingen als hierboven sub (iv) en (v) bedoeld geldt dat nadeel als gevolg van een dergelijke wijziging (in de zin als sub (iv) omschreven) wordt verrekend met (eventueel) voordeel (minderkosten, kortere uitvoeringsduur, verlaging risicoprofiel, lagere onderhouds- en exploitatiekosten etc.), waarbij een negatief saldo ten laste komt van de partij voor wiens risico de wijziging is en een positief saldo toekomt aan ZA.
7. RELEVANTE WET- EN REGELGEVING
7.1. ZA is verantwoordelijk voor het aanvragen en verkrijgen van alle voor de door te ontwikkelen activiteiten in de zin van artikel 1.1 vereiste vergunningen, beschikkingen, toestemming en ontheffingen.
7.2. De Gemeente verleent ZA desgevraagd bijstand bij het inventariseren van de vereiste vergunningen, toestemmingen etc. sub 7.1 bedoeld.
7.3. ZA dient het Project Zuidas-Dok tijdig aan te melden bij het Amsterdamse coördinatiestelsel conform de Verordening Werken in de Openbare Ruimte, hierna: "WIOR".
7.4. Partijen verwijzen, voor wat betreft de door de Gemeente, in haar publieke functie te ondernemen activiteiten en te verrichten inspanningen in het kader van de op ZA rustende verantwoordelijkheid sub 7.1 bedoeld, naar artikel 4 leden 2 t/m 6 van de Samenwerkingsovereenkomst. Het daar bepaalde moet geacht worden hier te zijn herhaald
en ingelast.
7.5. Als ten gevolge van een wijziging van regelgeving (waaronder te verstaan wettelijke bepalingen en bepalingen van internationaal of EG recht en algemeen verbindende besluiten van overheidsorganen) die inwerking treedt na de datum van ondertekening van deze overeenkomst en op die datum door ZA redelijkerwijs niet kon worden voorzien, het FPVE zal moeten worden aangepast/gewijzigd en hieruit voor ZA nadeel (zoals eventuele meerkosten, een langere uitvoeringsduur, verhoging van het risicoprofiel etc.) ontstaat, dan zal ZA met betrekking tot dat nadeel door de Gemeente worden gecompenseerd. ZA is een zelfde regeling overeengekomen met de Staat met betrekking tot wijzigingen betreffende de modaliteit Zware Rail.
8. TOESTEMMING BOUWWERKZAAMHEDEN
8.1. Als eigenaar respectievelijk toekomstige eigenaar van de gronden binnen het projectgebied verleent de Gemeente hierbij uitdrukkelijk toestemming aan ZA en haar opdrachtnemer(s) voor het uitvoeren van de in deze overeenkomst bedoelde werkzaamheden in het kader van de realisatie van de Modaliteit Amsterdam en verleent zij reeds nu vooralsdan toestemming aan ZA tot het in gebruik nemen van die gronden voor de in deze overeenkomst werkzaamheden.
8.2. De Gemeente zal tijdig de benodigde werkterreinen en ruimte voor tijdelijke aan- en afvoerwegen ter beschikking stellen. Partijen zullen daartoe, binnen [•] maanden na ondertekening van deze overeenkomst in gezamenlijk overleg een behoeftenschema en een kostenregeling opstellen en goedkeuren.
8.3. ZA zal zich inspannen om overlast als gevolg van haar bouwwerkzaamheden voor de Gemeente en voor gebruikers van het gebied binnen de grenzen van het project Zuidas-Dok zoveel als mogelijk te (doen) voorkomen.
ZA spant zich in om de bedrijfsvoering van metro, bus en tram binnen het projectgebied tijdens de uitvoering van de werkzaamheden niet te belemmeren.
Als een belemmering (bijvoorbeeld een buitendienststelling) onontkoombaar is zullen partijen daarover tijdig afspraken maken zodanig dat de Gemeente tijdelijke maatregelen als vervangende voorzieningen kan treffen; in dat geval vergoedt ZA (uitsluitend) de kosten van die vervangende voorzieningen;
Indien ZA door aan haar toerekenbare oorzaken de in dit lid bedoelde afspraken niet nakomt, zal ZA de Gemeente vergoeden de kosten van de door de Gemeente te treffen tijdelijke voorzieningen alsmede de door de Gemeente aantoonbaar geleden exploitatieverliezen.
Indien verstoringen optreden die door partijen niet zijn voorzien en die toerekenbaar zijn aan ZA, komen de kosten van tijdelijke voorzieningen en de als gevolg van de verstoring voor de Gemeente ontstane exploitatieverliezen voor rekening van ZA.
9. ZEKERHEIDSTELLING
ZA zal met de uitvoerende opdrachtnemer(s) overeenkomen dat de opdrachtnemer(s) (een) garantie(s) zal/zullen verstrekken tot zekerheid voor de nakoming van zijn verplichtingen op grond van de (aannemings)overeenkomst(en). Die zekerheid/zekerheden zal/zullen overdraagbaar zijn aan de Gemeente.
10. VERZEKERINGEN
ZA sluit (of doet sluiten) vóór aanvang van de bouwwerkzaamheden de verzekeringen genoemd in Bijlage [•] en in artikel 15 bij een eerste klas verzekeraar en zal deze verzekeringen in stand houden gedurende de uitvoering en/of aansluitend tot het einde van de onderhoudstermijn. De Gemeente zal voor de duur van de verzekering als medeverzekerde op de polis worden vermeld.
11. INTERFACE MANAGEMENT
11.1. ZA is zowel gedurende de ontwerp- als uitvoeringsfase verantwoordelijk voor het management van interfaces, zowel tussen de Modaliteit Metro en de Modaliteit A10 en Zware Rail als tussen de infrastructuurwerkzaamheden die onder het maaiveld en boven het maaiveld worden uitgevoerd, als tussen alle voornoemde werkzaamheden en de ontwikkeling en uitvoering van te realiseren commerciële ontwikkelingen, bestaande werken en functies, alsmede de omgeving.
11.2. Partijen zullen, binnen [•] maanden na ondertekening van deze overeenkomst in gezamenlijk overleg een communicatieplan opstellen waarin geregeld wordt de wijze waarop tussen partijen enerzijds en de omgeving anderzijds zal worden gecommuniceerd. Daarbij zal rekening worden gehouden met samenhang met afwegingen ten aanzien van de communicatie over het gehele project en de rol van het stadsdeelbestuur. Partijen onderschrijven daarbij het grote belang van het uitgangspunt dat goede communicatie over de interfaces noodzakelijk is voor succesvol risicomanagement (ten nutte van alle partijen).
11.3. De Gemeente zal ZA bijstaan bij de inventarisatie van raakvlakken tussen de activiteiten van ZA en activiteiten van de Gemeente (zoals de Noord-Zuidlijn) voor zover dit relevant en vereist is voor een goede invulling van haar taak als omschreven in artikel 1.1 van deze overeenkomst. Daartoe zal de Gemeente zich inspannen om zowel bij aanvang als gedurende de uitvoering van de bouwwerkzaamheden ten behoeve van de realisatie van de Modaliteiten opgave te doen van de haar alsdan bekende raakvlakken tussen de activiteiten van ZA en de activiteiten van de Gemeente.
12. PLANNING
12.1. ZA zal uiterlijk 6 maanden voor aanvang van de bouwwerkzaamheden een bouwplanning aan de Gemeente toezenden. In deze bouwplanning worden aangegeven het aanvangstijdstip van de bouw; een aantal in nader overleg vast te stellen relatieve mijlpalen (die verband houden met c.q. voortkomen uit de interfaces met bestaande voorzieningen), alsmede de datum van oplevering.
12.2. ZA zal zich optimaal inspannen om in goed overleg met de Gemeente en zo spoedig mogelijk na verkrijging van alle benodigde vergunningen een aanvang te maken met de bouwwerkzaamheden. ZA zal er naar streven om zo veel als mogelijk de uitvoeringsplanning die als bijlage [•] is aangehecht (en tevens onderdeel uitmaakt van de prospectus Zuidas) te volgen. Daartoe zal zij onder meer de periode om te kunnen vaststellen of de aanbesteding van het Dokcasco leidt tot een No Go besluit zo veel als mogelijk bekorten.
12.3. Indien en voor zover er een vertraging (dreigt) op te treden ten opzichte van de bouwplanning als bedoeld in artikel 12.1 van deze overeenkomst zal ZA dit schriftelijk meedelen aan de Gemeente. Vervolgens zal ZA een nieuwe bouwplanning opstellen en toezenden aan de Gemeente Amsterdam. De Gemeente kan indien de vertraging niet aan
ZA is toe te rekenen de nieuwe planning (met inbegrip van termijnverlenging op grond van artikel 12.4) niet afkeuren. Indien de vertraging wel aan ZA is toe te rekenen, kan de Gemeente de planning wel afkeuren en blijft het sub 12.6 bepaalde onverminderd van kracht.
12.4. ZA heeft aanspraak op termijnverlenging indien als gevolg van niet aan ZA toe te rekenen omstandigheden vertraging optreedt in de uitvoering waardoor de Modaliteit Amsterdam niet binnen de overeengekomen termijn kan worden opgeleverd; daarnaast heeft ZA aanspraak op vergoeding van meerkosten indien de vertraging die optreedt het gevolg zijn van aan de Gemeente Amsterdam toe te rekenen omstandigheden.
12.5. Een reden voor termijnverlenging zal in ieder geval zijn de omstandigheid dat de Gemeente de gronden benodigd voor de realisatie van het werk (als bedoeld in artikel [•]) en/of de benodigde bouwterreinen c.a. als bedoeld in artikel [•] niet uiterlijk op de daarvoor tussen partijen overeengekomen data ter beschikking stelt aan ZA en deze vertraging in de ter beschikking stelling het gevolg is van een toerekenbare tekortkoming van de Gemeente.
12.6. Partijen zullen voorzien in een samenhangende regeling ter zake van boeteoplegging bij overschrijding van overeengekomen data (zoals de opleverdatum; de datum van terbeschikkingstelling van gegevens, bouwterreinen, werkterreinen etc.).
Uitgangspunten daarbij zijn ondermeer dat (i) een "terme de grace" zal worden gehanteerd waarbinnen boetes niet zullen verbeuren; dat (ii) boetes in de plaats treden van schadevergoeding en dat (iii) de oplegging van boetes kan worden voorkomen indien compenserende tijdelijke voorzieningen worden getroffen.
Voorts zullen partijen onderzoeken of een bonusregeling in het belang van partijen en de voortgang van het project is.
13. REALISATIEFASE
13.1. ZA zal zorgdragen voor realisatie van de Modaliteit Amsterdam in overeenstemming met:
(i) De Scope
(ii) Het FPvE en het Definitief Ontwerp en eventuele tussen Partijen overeengekomen wijzigingen daarop;
(iii) Eisen voortvloeiend uit van toepassing zijnde wet- en regelgeving en verleende of nog te verlenen vergunningen en/of vrijstellingen.
13.2. Partijen zullen een regeling overeenkomen met betrekking tot aansprakelijkheid voor schade als gevolg van activiteiten van ZA en de Gemeente in het kader van de uitvoering van deze Overeenkomst. Daarbij zullen partijen uitgaan van een regeling die gebruikelijk is bij contractering van grootschalige infrastructurele projecten in Nederland.
14. OPLEVERING VAN DE MODALITEIT AMSTERDAM
14.1. ZA zal de Modaliteit Amsterdam en het Casco (ruwbouw) Zware Rail/OVT aan de Gemeente opleveren zodra deze gereed zijn. Zij zullen als opgeleverd worden beschouwd indien en zodra zij door de Gemeente zijn goedgekeurd.
De Gemeente zal de goedkeuring met betrekking tot de Modaliteit Amsterdam verlenen
indien deze Modaliteit is uitgevoerd in overeenstemming met het Definitief Ontwerp en het sub 14.2 bedoelde verificatiedocument.
De Gemeente zal de goedkeuring met betrekking tot het Casco (ruwbouw) Zware Rail/OVT verlenen indien dit projectonderdeel is uitgevoerd in overeenstemming met het Definitief Ontwerp en het sub 14.2 bedoelde verificatiedocument en na ontvangst van de bevestiging van de Minister van Verkeer en Waterstaat (daarbij geassisteerd door ProRail B.V.) dat dit projectonderdeel naar de mening van de Minister is uitgevoerd conform het FPvE.
14.2. Oplevering door ZA aan de Gemeente sub 14.1 bedoeld, zal plaatsvinden conform de sub
4.4 bedoelde tussen partijen nog overeen te komen opleveringsprocedure (met inbegrip van het in het kader daarvan te ontwikkelen verificatiedocument). Deze procedure zal voorzien in een systeem van deelopleveringen, voor het geval daaraan behoefte zal blijken te bestaan. ZA zal tijdig zorgdragen voor het aanleveren van een veiligheidsanalyse. De Gemeente zal aan de totstandkoming daarvan medewerking verlenen en de veiligheidsanalyse toetsen.
14.3. Conform het in artikel 18.5 van de Samenwerkingsovereenkomst bepaalde, draagt ZA vanaf het moment van aanvang van de realisatie sub 13.1 tot het moment van oplevering sub 14.1 bedoeld, voor eigen rekening en risico zorg voor het beheer en het onderhoud van het Dok.
14.4. Bij oplevering gaat het risico voor de Modaliteit Amsterdam en voor het Casco (ruwbouw) Zware Rail/OVT over naar de Gemeente.
Met het risico voor het Casco (ruwbouw) Zware Rail/OVT wordt bedoeld het (bouwkundige) risico ten aanzien van de deugdelijkheid van het ontwerp en de uitvoering van het Casco.
14.5. Bij oplevering sub 14.1 bedoeld zal door de Gemeente aan de Minister van Verkeer en Waterstaat een opstalrecht worden verleend betreffende alle tot de zware rail infrastructuur en de OVT te rekenen zaken die zijn of worden aangebracht in, op of aan het Casco (ruwbouw) Zware Rail/OVT. De eigendom van het Casco (ruwbouw) Zware Rail/OVT zelve blijft bij de Gemeente berusten.
15. GEBREKEN / GARANTIES
15.1. Bij oplevering draagt ZA betreffende de Modaliteit Amsterdam en het Casco (ruwbouw) Zware Rail/OVT al haar rechten en verplichtingen jegens de uitvoerende opdrachtnemer bij een tussen ZA en de Gemeente opgemaakte akte over aan de Gemeente, waaronder maar niet beperkt tot:
(i) de onderhouds- en garantieverplichtingen van de opdrachtnemer jegens ZA;
(ii) de door de opdrachtnemer aan ZA verstrekte garantie(s) als omschreven in artikel 9 van deze overeenkomst.
15.2. Naast het gestelde in artikel 15.1 zal ZA ten behoeve van de Gemeente voor het casco (ruwbouw) gedeelte van de ondergrondse infrastructuur die deel uitmaakt van de Modaliteit Amsterdam en het Casco (ruwbouw) Zware Rail/OVT een verzekering afsluiten tegen de schadelijke gevolgen van verborgen gebreken en constructiefouten gedurende een termijn van 10 jaar na oplevering.
16. BEHEER EN ONDERHOUD
16.1. Met betrekking tot het beheer en onderhoud van de Modaliteit Amsterdam en het Casco (ruwbouw) Zware Rail/OVT zowel tijdens de realisatiefase als na oplevering wordt verwezen naar het bepaalde in artikel 18 leden 5 t/m 8 van de Samenwerkingsovereenkomst. Die tekst moet als hier herhaald en ingelast worden beschouwd. Na de oplevering van de verschillende onderdelen van de Modaliteit Amsterdam en het Casco (ruwbouw) Zware Rail/OVT zal de Gemeente verantwoordelijk zijn voor het beheer en onderhoud.
16.2. Partijen kunnen – voor aanvang van de aanbesteding als bedoeld in artikel 2 van deze overeenkomst - overeenkomen dat ZA zal zorgdragen voor (onderdelen van) het onderhoud van de Modaliteit Amsterdam en het Casco (ruwbouw) Zware Rail/OVT. Partijen zullen in onderhandeling treden over de hoogte van een door de Gemeente aan ZA over te dragen onderhoudsfonds ten behoeve van het onderhoud van de Modaliteit Amsterdam en het Casco (ruwbouw) Zware Rail/OVT. Indien overeenstemming tussen Partijen wordt bereikt, zal het onderhoud van de Modaliteit Amsterdam en het Casco (ruwbouw) Zware Rail/OVT onderdeel worden van de opdracht die in overeenstemming met artikel 2 van deze overeenkomst zal worden aanbesteed.
16.3. Ten behoeve van een goede gang van zaken na oplevering van de Modaliteiten en uitgifte van gronden zullen de Gemeente en ZA beiden hun medewerking verlenen om één of meer overeenkomsten te sluiten met andere Modaliteiteigenaren (horizontaal) en vastgoedeigenaren bovenbouw (verticaal) waarin wordt vastgelegd op welke wijze de navolgende te verrichten werkzaamheden door de Gemeente Amsterdam en/of derden al dan niet gezamenlijk zullen worden uitgevoerd:
(i) beheer en onderhoud van de Modaliteiten en het vaststellen van de beheersgrenzen;
(ii) toezicht op en handhaving van de veiligheid van de infrastructuur, openbare ruimte en alle vervoersmodaliteiten die van de infrastructuur en openbare ruimte gebruik maken;
(iii) de wijze waarop gebreken worden hersteld en reparaties worden verricht;
(iv) af te sluiten verzekeringen;
(v) het voorzien in een calamiteitenplan;
(vi) het voorzien in een samenwerkingsorganisatie;
(vii) overige onderwerpen als vastgesteld door de Projectgroep sub 4 van deze overeenkomst bedoeld.
16.4. Voorts zal onderdeel van de in artikel 16.3 bedoelde overeenkomst(en) zijn een verbod voor de contractspartijen om buiten de eigen Modaliteit/gerechtigheid te treden c.q. daarbuiten werkzaamheden te (laten) verrichten, behoudens na voorafgaande toestemming van de betrokken partij.
17. ONTBINDING EN OPZEGGING
17.1. Elk van beide Partijen is gerechtigd deze overeenkomst tussentijds te ontbinden door
opzegging met onmiddellijke ingang in de navolgende gevallen:
(a) de Samenwerkingsovereenkomst wordt ontbonden en/of
(b) één of meer van de andere Modaliteitsovereenkomsten wordt ontbonden en/of
(c) de aandeelhoudersvergadering van Zuidas N.V. op basis van de aanbestedingsresultaten heeft besloten niet tot realisatie van het Dokcasco en Hoofdinfrastructuur over te gaan.
17.2. Partijen doen afstand van hun recht om deze overeenkomst te ontbinden, c.q. in rechte ontbinding te vorderen in alle andere gevallen dan genoemd in artikel 18 lid 2 van deze overeenkomst.
17.3. Indien ZA in verzuim is met de nakoming van haar verplichtingen op grond van deze overeenkomst is de Gemeente, in dringende gevallen, gerechtigd voor rekening van ZA zodanige maatregelen te nemen als zij dan noodzakelijk oordeelt (daaronder begrepen de mogelijkheid tot het doen voltooien van de Modaliteit Amsterdam door derden).
17.4. Indien de Gemeente ten onrechte gebruik maakt van de haar sub 17.3 verleende bevoegdheid, komen de kosten van genoemde maatregelen ten laste van de Gemeente.
18. TOEPASSELIJK RECHT
Op deze Overeenkomst is Nederlands recht van toepassing.
19. GESCHILLENREGELING
20. OVERLEGVERPLICHTING
Alle geschillen tussen ZA en de Gemeente, welke mochten ontstaan in verband met of naar aanleiding van deze overeenkomst, zullen op eerste verzoek van de meest gerede partij worden besproken in de Projectgroep sub 4 bedoeld.
21. RECHTBANK AMSTERDAM
21.1. Indien één der Partijen van mening is dat het geschil door de Projectgroep niet, althans niet afdoende is opgelost, kunnen Partijen elk afzonderlijk het geschil voorleggen aan de Rechtbank te Amsterdam.
21.2. Partijen zijn bevoegd om een geschil in afwijking van het bepaalde in artikel 19.1 en 19.2 voor te leggen aan de Voorzieningenrechter te Amsterdam indien naar mening van één der Partijen sprake is van een spoedeisend geschil. Van een spoedeisend geschil is sprake indien het geschil niet voldoende snel volgens de in de artikelen 19.1 en 19.2 voorziene procedures kan worden opgelost.
22. RAAD VAN DESKUNDIGEN
22.1. Partijen zullen nog nader bepalen welke onderwerpen, in afwijking van artikel 19.1 tot en met 19.3 van deze overeenkomst zullen worden voorgelegd aan de Raad van Deskundigen.
Daarbij wordt gedacht aan onderwerpen als:
- wijze van uitwerking van het FPvE in het Definitief Ontwerp; en/of
- goedkeuring van het Definitief Ontwerp; en/of
- wijzigingen als bedoeld in artikel 6;
- [•].
22.2. De Raad van Deskundigen bestaat uit drie leden. Partijen benoemen elk één lid voor de Raad van Deskundigen. De aldus benoemde leden voor de Raad van Deskundigen benoemen gezamenlijk een derde lid van de Raad van Deskundige, dat als voorzitter van de Raad van Deskundigen zal fungeren.
[Partijen zouden kunnen besluiten tot de benoeming van een vaste Raad van Deskundigen die benoemd worden voor een periode van bijvoorbeeld drie jaar met de mogelijkheid van herbenoeming.]
22.3. Op het Deskundigenadvies en op de benoeming en het functioneren van de leden van de Raad van Deskundigen zijn de artikelen 1025 tot en met 1035 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van overeenkomstige toepassing.
22.4. De kosten van de Raad van Deskundigen, alsmede de kosten voor juridische bijstand, zullen worden gedragen door de in het ongelijk gestelde partij, tenzij de Raad van Deskundigen anders bepaalt.
22.5. De procedure zal in overleg met de te benoemen leden van de Raad van Deskundigen worden vastgesteld. Het concept reglement dat als Bijlage [•] aan deze overeenkomst is voorgelegd zal aan de te benoemen leden van de Raad van Deskundigen worden voorgelegd. Benoeming van een lid van de Raad van Deskundigen kan pas plaatsvinden nadat de inhoud van het concept reglement schriftelijk door het te benoemen lid is aanvaard.
22.6. Het advies van de Raad van Deskundigen is bindend, tenzij een Partij binnen één maand ná de datum van het bindend advies bezwaar maakt door een schriftelijke mededeling aan de andere Partij. Indien een Partij bezwaar maakt tegen het advies zal de meest gerede Partij het geschil aanhangig maken bij de bevoegde rechter te Amsterdam. De rechter te Amsterdam zal het geschil in volle omvang beoordelen. Totdat de bevoegde rechter uitspraak heeft gedaan in het desbetreffende geschil zijn Partijen gebonden aan het advies en gehouden het advies, dat dan geldt als voorlopige voorziening, voortvarend uit te voeren, zodat stagnatie in de uitvoering van de bouwwerkzaamheden wordt voorkomen.
23. OVERIG
23.1. Indien één of meerdere bepalingen van deze overeenkomst niet (meer) rechtsgeldig blijkt/blijken te zijn, zal de deze overeenkomst voor het overige van kracht blijven. Partijen zullen over de bepalingen welke niet rechtsgeldig zijn overleg plegen, teneinde een vervangende regeling te treffen die wel rechtsgeldig is en zoveel mogelijk aansluit bij de strekking van de te vervangen regeling.
23.2. Indien en voorzover mocht blijken dat in één of meer onderwerpen niet blijkt te zijn voorzien in deze overeenkomst, zullen Partijen genoemd onderwerp voorwerp van bespreking maken in de overlegstructuur als omschreven in artikel 4 van deze overeenkomst teneinde gezamenlijk een regeling te treffen die zoveel als mogelijk aansluit
bij de inhoud, doel en strekking van deze overeenkomst.
24. MEDEDELINGEN / VERTEGENWOORDIGING
[•]
25. BIJLAGEN / RANGORDE
Bij tegenstrijdigheid tussen de Scope en het FPVE prevaleert de Scope.
ALDUS OVEREENGEKOMEN EN ONDERTEKEND [IN [•]] OP [•],
Zuidas Amsterdam N.V. De Gemeente Amsterdam
Door: Door:
Titel: Titel: