STATUTEN
STATUTEN
Naam en Zetel Artikel 1
1. De stichting draagt de naam:
Stichting Veteranen Purmerend (SVP). -------------------------------------
2. De stichting heeft haar zetel in de gemeente Purmerend. --------------------
Doel Artikel 2
1. De stichting heeft ten doel:
het bevorderen van de maatschappelijke erkenning en waardering voor - veteranen in het algemeen en die in Purmerend en Omstreken in het -----
bijzonder ("de doelgroep"), alsmede het op laagdrempelige wijze -------
bevorderen en verstevigen van het contact en de relaties tussen veteranen onderling.
2. De stichting tracht haar doel onder meer te verwezenlijken door:----------
a. het (doen) organiseren en begeleiden van sociale, culturele, ------------
recreatieve, educatieve en sportieve activiteiten en evenementen ten -- behoeve van de doelgroep en andere geïnteresseerden, met name in -- Purmerend en Omstreken;
b. het (doen) organiseren van lezingen, voordrachten, filmavonden en -- dergelijke;
c. het leggen en onderhouden van contacten met andere organisaties met een soortgelijk doel als dat van de stichting; -------------------------------
d. nazaten van veteranen te activeren tot deelname aan de activiteiten ---
van de stichting;
e. het verrichten van alle verdere handelingen, die met het vorenstaande in de ruimste zin verband houden of daartoe bevorderlijk kunnen zijn.
Bestuur: samenstelling, wijze van benoemen en beloning ---------------------
Artikel 3
1. Het bestuur van de stichting bestaat uit een door het bestuur vast te ------
stellen aantal van ten hoogste vijf en ten minste drie bestuurders. ---------
2. De bestuurders worden benoemd en geschorst door het bestuur. ----------
In vacatures moet zo spoedig mogelijk worden voorzien. ------------------
Het bestuur kiest uit zijn midden een voorzitter, een secretaris en een ---
penningmeester.
De functies van secretaris en penningmeester kunnen door één persoon - worden vervuld.
3. De bestuurders worden benoemd voor onbepaalde tijd. ---------------------
4. Ingeval van één of meer vacatures in het bestuur behoudt het bestuur zijn bevoegdheden.
5. De bestuurders ontvangen geen beloning voor hun werkzaamheden.------
Zij hebben wel recht op vergoeding van de door hen in de uitoefening -- van hun functie gemaakte kosten.
Bestuur: taak en bevoegdheden Artikel 4
1. Het bestuur is belast met het besturen van de stichting.----------------------
2. Het bestuur is niet bevoegd te besluiten tot het aangaan van ---------------
overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van ---------
registergoederen, tenzij het besluit wordt genomen met algemene --------
stemmen van alle in functie zijnde bestuurders.-------------------------------
3. Het bestuur is niet bevoegd te besluiten tot het aangaan van ---------------
overeenkomsten, waarbij de stichting zich als borg of hoofdelijk ---------
medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot -- zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt, tenzij het -----
besluit wordt genomen met algemene stemmen van alle in functie zijnde bestuurders.
4. Erfstellingen mogen slechts onder het voorrecht van boedelbeschrijving worden aanvaard.
Bestuur: vergaderingen Artikel 5
1. De vergaderingen van het bestuur worden gehouden in Nederland op de plaats als bij de oproeping is bepaald. ------------------------------------------
2. Jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar wordt een ------
vergadering van het bestuur (de jaarvergadering) gehouden, waar in elk geval aan de orde komt de vaststelling van de balans en de staat van -----
baten en lasten.
Daarnaast wordt elk kwartaal een bestuursvergadering gehouden.---------
3. Voorts worden vergaderingen gehouden, wanneer één van de bestuurders daartoe de oproeping doet.
4. De oproeping tot een vergadering geschiedt ten minste zeven dagen -----
tevoren, de dag van de oproeping en die van de vergadering niet ---------
meegerekend, door middel van een oproepingsbrief. ------------------------
5. Een oproepingsbrief vermeldt, behalve plaats en tijdstip van de -----------
vergadering, de te behandelen onderwerpen. ----------------------------------
6. De vergaderingen worden geleid door de voorzitter. ------------------------
Indien deze afwezig is voorzien de aanwezige bestuurders in de leiding - van de vergadering. Tot dat moment wordt de vergadering geleid door de in leeftijd oudste aanwezige bestuurder. ---------------------------------------
7. De secretaris notuleert de vergadering. ----------------------------------------
Bij afwezigheid van de secretaris wordt de notulist aangewezen door ----
degene die de vergadering leidt.
De notulen worden vastgesteld en getekend door degenen, die in de -----
vergadering als voorzitter en notulist hebben gefungeerd. ------------------
De notulen worden vervolgens bewaard door de secretaris.-----------------
8. Toegang tot de vergaderingen van het bestuur hebben de in functie zijnde bestuurders en degenen die daartoe door het bestuur zijn uitgenodigd.----
Bestuur: besluitvorming Artikel 6
1. Het bestuur kan in een vergadering alleen besluiten nemen indien de ----
meerderheid van de in functie zijnde bestuurders aanwezig of ------------
vertegenwoordigd is.
Een bestuurder kan zich in een vergadering door een andere bestuurder - laten vertegenwoordigen nadat een schriftelijke, ter beoordeling van de - voorzitter van de vergadering voldoende, volmacht is afgegeven. Een ---
bestuurder kan daarbij slechts voor één andere bestuurder als -------------
gevolmachtigde optreden.
2. Is in een vergadering niet de meerderheid van de in functie zijnde --------
bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd dan wordt een tweede --------
vergadering bijeengeroepen, te houden niet eerder dan twee en niet later dan vier weken na de eerste vergadering. In deze tweede vergadering ---
kan ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde bestuurders ---
worden besloten omtrent de onderwerpen welke op de eerste vergadering op de agenda waren geplaatst. Bij de oproeping tot de tweede -------------
vergadering moet worden vermeld dat en waarom een besluit kan worden genomen ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde -----------
bestuurders.
3. Zolang in een vergadering alle in functie zijnde bestuurders aanwezig ---
zijn, kunnen geldige besluiten worden genomen over alle aan de orde ---
komende onderwerpen, mits met algemene stemmen, ook al zijn de door de statuten gegeven voorschriften voor het oproepen en houden van -----
vergaderingen niet in acht genomen. -------------------------------------------
4. Het bestuur kan met algemene stemmen ook buiten vergadering besluiten nemen. Van een aldus genomen besluit wordt door de secretaris een -----
relaas opgemaakt, dat na medeondertekening door de voorzitter als ------
notulen wordt bewaard.
5. Iedere bestuurder heeft het recht tot het uitbrengen van één stem. ---------
Voor zover deze statuten geen grotere meerderheid voorschrijven worden bestuursbesluiten genomen met volstrekte meerderheid van de geldig ---
uitgebrachte stemmen. Bij staking van stemmen wordt het voorstel ------
geacht te zijn verworpen.
6. Alle stemmingen in een vergadering geschieden mondeling, tenzij één of meer bestuurders vóór de stemming een schriftelijke stemming -----------
verlangen.
Schriftelijke stemming geschiedt bij ongetekende, gesloten briefjes.------
7. Blanco stemmen worden beschouwd als niet te zijn uitgebracht. ----------
8. In alle geschillen omtrent stemmingen beslist de voorzitter van de -------
vergadering.
Bestuur: defungeren Artikel 7
Een bestuurder defungeert:
a. door zijn overlijden of indien de bestuurder een rechtspersoon is, door -- haar ontbinding of indien zij ophoudt te bestaan; -----------------------------
b. door het verlies van het vrije beheer over zijn vermogen; -------------------
c. door zijn aftreden;
d. door ontslag door de gezamenlijke overige bestuurders; --------------------
e. door ontslag op grond van artikel 2:298 Burgerlijk Wetboek. --------------
f. door zijn toetreding tot de Raad van Advies. ---------------------------------
Bestuur: vertegenwoordiging Artikel 8
1. Het bestuur vertegenwoordigt de stichting. ------------------------------------
2. De vertegenwoordigingsbevoegdheid komt mede toe aan twee -----------
gezamenlijk handelende bestuurders, onder wie in ieder geval de ---------
voorzitter en/of de secretaris/penningmeester. --------------------------------
3. Tegen een handelen in strijd met artikel 4 kan tegen derden beroep ------
worden gedaan.
4. Het bestuur kan volmacht verlenen aan één of meer bestuurders, alsook - aan derden, om de stichting binnen de grenzen van die volmacht te ------
vertegenwoordigen.
Raad van Advies Artikel 9
1. Het bestuur kan zich laten bijstaan door een Raad van Advies ------------
(hierna ook te noemen "RvA").
2. Deze RvA heeft tot taak het bijstaan van het bestuur van de stichting door het verstrekken van adviezen en raadgevingen terzake van het ------
beleid van het bestuur en de algemene gang van zaken in de stichting alsmede het uitoefenen van die taken en bevoegdheden die bij ------------
Reglement (zie artikel 11) aan de RvA specifiek zijn opgedragen of -----
toegekend.
3. In deze Raad wordt zitting genomen door adviseurs die worden ----------
benoemd - en ontslagen - door het bestuur. -----------------------------------
Adviseurs maken geen deel uit van het bestuur, doch worden daar -------
met een raadgevende stem aan toegevoegd. -----------------------------------
4. De RvA bestaat uit een door het bestuur vast te stellen aantal van ten minste twee natuurlijke personen.
5. De wijze van instellen en de samenstelling van een RvA, de taken en ----
bevoegdheden van een RvA, alsmede de bepalingen omtrent het ---------
benoemen en aftreden van een lid van de RvA worden nader bij ----------
Reglement vastgelegd.
6. Het bepaalde in de artikelen 5 en 6 is op de RvA zoveel mogelijk van ---
overeenkomstige toepassing, voorzover niet anders bij Reglement -------
vastgelegd.
Boekjaar en jaarstukken Artikel 10
1. Het boekjaar van de stichting is gelijk aan het kalenderjaar. ----------------
2. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de stichting en -- van alles betreffende de werkzaamheden van de stichting, naar de eisen - die voortvloeien uit deze werkzaamheden, op zodanige wijze een --------
administratie te voeren en de daartoe behorende boeken, bescheiden en - andere gegevensdragers op zodanige wijze te bewaren, dat daaruit te ----
allen tijde de rechten en verplichtingen van de stichting kunnen worden gekend.
3. Het bestuur is verplicht jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het - boekjaar de balans en de staat van baten en lasten van de stichting op te maken, op papier te stellen en vast te stellen. ---------------------------------
4. Het bestuur kan - desgevraagd - de aldus vastgestelde jaarstukken -------
ter kennisneming toezenden aan de Raad van Advies. -----------------------
5. Het bestuur is verplicht de in de voorgaande leden bedoelde boeken, ----
bescheiden en andere gegevensdragers gedurende zeven jaren te ---------
bewaren.
6. De op een gegevensdrager aangebrachte gegevens, uitgezonderd de op -- papier gestelde balans en staat van baten en lasten, kunnen op een andere gegevensdrager worden overgebracht en bewaard, mits de overbrenging geschiedt met juiste en volledige weergave der gegevens en deze --------
gegevens gedurende de volledige bewaartijd beschikbaar zijn en binnen redelijke tijd leesbaar kunnen worden gemaakt. ------------------------------
Reglement Artikel 11
1. Het bestuur is bevoegd een reglement vast te stellen, waarin die ----------
onderwerpen worden geregeld, die naar het oordeel van het bestuur -----
(nadere) regeling behoeven.
2. Het reglement mag niet met de wet of deze statuten in strijd zijn. ---------
3. Het bestuur is bevoegd het reglement te wijzigen of te beëindigen. -------
4. Op de vaststelling, wijziging en beëindiging van het reglement is het ----
bepaalde in artikel 12 lid 1 van toepassing. ------------------------------------
Statutenwijziging Artikel 12
1. Het bestuur is bevoegd deze statuten te wijzigen. Een besluit tot ----------
statutenwijziging moet met algemene stemmen worden genomen in een vergadering waarin alle bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd zijn.
2. De wijziging moet op straffe van nietigheid bij notariële akte tot stand -- komen. Iedere bestuurder afzonderlijk is bevoegd de desbetreffende akte te doen verlijden.
3. De bestuurders zijn verplicht een authentiek afschrift van de wijziging en de gewijzigde statuten neer te leggen ten kantore van het handelsregister.
Ontbinding en vereffening Artikel 13
1. Het bestuur is bevoegd de stichting te ontbinden. ----------------------------
2. Op het besluit van het bestuur tot ontbinding is het bepaalde in artikel 12 lid 1 van overeenkomstige toepassing. -----------------------------------------
3. Indien het bestuur besluit tot ontbinding wordt tevens de bestemming van een eventueel batig saldo vastgesteld en wel zoveel mogelijk in ----------
overeenstemming met het doel van de stichting dan wel ten behoeve van een algemeen nut beogende instelling. -----------------------------------------
4. Na ontbinding geschiedt de vereffening door de bestuurders, tenzij bij -- het besluit tot ontbinding anderen tot vereffenaars zijn aangewezen. ------
5. Na afloop van de vereffening blijven de boeken en bescheiden van de ---
ontbonden stichting gedurende de bij de wet voorgeschreven termijn ----
onder berusting van de door de vereffenaars aangewezen persoon. --------
6. Op de vereffening zijn overigens de bepalingen van Titel 1, boek 2 van - het Burgerlijk Wetboek van toepassing ----------------------------------------
Slotbepalingen Artikel 14
1. In alle gevallen, waarin zowel de wet als deze statuten niet voorzien, ----
beslist het bestuur.
2. Onder schriftelijk wordt in deze statuten verstaan elk via de gangbare ---
communicatiekanalen overgebracht bericht, waarvan uit geschrift blijkt.
3. Het eerste boekjaar van de stichting eindigt op éénendertig december ---
tweeduizend tien.