Contract
SAMENWERKING TUSSEN GEMEENTE EN DE KRINGLOOP | Handreiking voor gemeenten en kringloopbedrijven over mogelijke samenwerking tussen deze partijen. Wat voor samenwerkingen zijn er mogelijk? Wat kan er in contracten staan? En hoe werk je aan een goede relatie? Xxxx Xxxxxxxxxx & Xxxxxx van den Heerik Juni 2021 |
Inhoudsopgave
2.1 Type kringlooporganisaties 3
2.2 Kengetallen van bij de BKN aangesloten kringloopbedrijven 4
3. Uitkomsten onderzoek naar samenwerking gemeenten en kringloop 6
4. Overwegingen gemeenten voor samenwerking met kringloop 7
4.1 Duurzaamheidsdoelstellingen 7
5. Mogelijke thema’s voor samenwerking 10
5.1 Huisvesting, ruimtelijk beleid en vergunningen 10
5.2 Inzamelvergoedingen en reststromen 10
6. Hoe de relatie vorm te geven? 12
7. Onderdelen van een DVO (dienstverleningsovereenkomst) 13
Bijlage 1: Voorbeeld contract 22
Nederland kent grote uitdagingen op het gebied van het sociale domein en de circulaire economie. De Covid-19 crisis zal de sociaal economische uitdaging niet eenvoudiger maken. Gemeenten vertalen de verantwoordelijkheid en ambitie op deze terreinen naar beleid. Xxxx is men op zoek naar partners die kunnen helpen de ambities te realiseren.
Ook op het gebied van duurzaamheid staat Nederland voor een grote uitdaging. In het verlengde van de energietransitie volgt de transitie naar een circulaire economie.
Met deze uitdagingen en transitie krijgen gemeenten volop te maken. Gemeenten maken circulair en sociaal beleid. In de uitvoering van dat beleid zijn meestal vele maatschappelijke partners betrokken.
Samenwerking met kringloopbedrijven is in veel gevallen voor de hand liggend. De meeste kringloopwinkels, in ieder geval die zijn aangesloten bij de Branchevereniging Kringloopbedrijven Nederland (BKN), hebben ruime ervaring met werknemers met afstand tot de arbeidsmarkt. Xxxxxx werk creëren voor mensen aan de onderkant van de arbeidsmarkt, is een belangrijke pijler voor een kringlooporganisatie. Sommige kringloopbedrijven koppelen hier ook armoedebestrijding aan. Duurzaamheid, hergebruik, reparatie, tweedehands verkoop, van producten vormen de andere pijler.
Kringloopbedrijven zijn bij uitstek maatschappelijke organisaties. Om de ambities te kunnen waarmaken zijn de kringlooporganisaties (deels) afhankelijk van de actieve steun en betrokkenheid van gemeenten. Kortom, gemeenten en kringloopbedrijven hebben veelal gemeenschappelijke doelstellingen. Samenwerking tussen beiden ligt voor de hand. In sommige gemeenten is samenwerking tussen gemeenten en kringloop vanzelfsprekend, in andere gemeenten bestaat deze samenwerking (nog) niet. Binnen Nederland zien we grote verschillen tussen gemeenten.
Als er samenwerking is kan deze formeel geregeld zijn in contracten of informeel. Het beeld is dat de praktijk zeer divers is. Uit de gesprekken die NVRD en BKN afgelopen jaar hebben gevoerd hebben is duidelijk geworden dat er behoefte is praktische informatie over hoe de samenwerking vormgegeven kan worden. NVRD en BKN krijgen veel vragen over de rol die kringloopbedrijven kunnen spelen.
Met deze handreiking hopen we dan ook gemeenten en kringloopbedrijven praktische handvatten te bieden om de samenwerking te vergemakkelijken.
Deze handreiking kan bijvoorbeeld gebruikt worden bij de totstandkoming van een circulair ambachtscentrum. Steeds meer gemeenten onderzoeken de mogelijkheid voor het realiseren ervan. In 2030 moet er een landelijk netwerk zijn van circulaire ambachtscentra. Deze ambitie is vastgelegd in het Uitvoeringsprogramma Circulaire Economie 2019 - 2023. In veel gemeenten zijn plannen hiervoor in de maak, in sommige gemeenten zijn ze al gerealiseerd.
Kringloopbedrijven worden, net als milieustraten, als één van de 'bouwstenen' van een circulair ambachtscentrum gezien. De ontwikkeling van een circulair ambachtscentrum is een concreet voorbeeld waarbij gemeenten en kringloopbedrijven elkaar kunnen versterken. Maar er zijn meer onderwerpen waarbij gemeenten en kringloopbedrijven elkaar tegenkomen, waarbij er mogelijkheden zijn om (intensiever) samen te werken. Deze mogelijkheden en hoe de samenwerking eruit kan zien worden beschreven in deze handreiking.
NVRD en BKN, beiden intensief betrokken bij de ontwikkeling van circulaire ambachtscentra, willen met de handreiking meer inzicht bieden in de vormen van samenwerking en de voor- en nadelen.
Door middel van een enquête en aanvullende interviews met gemeenten en kringloopbedrijven in 2020 is er een duidelijker beeld ontstaan. Aan de enquête deden 77 respondenten mee. Ongeveer 2/3 van de respondenten waren beleidsmedewerkers van gemeenten, de overige respondenten bestonden uit managers bij kringlooporganisaties. De respondenten waren verdeeld over kleine, middelgrote en grote gemeenten, alsmede stedelijke en landelijke gemeenten.
De handreiking is op basis van deze inventarisatie en deskresearch tot stand gekomen. De kringloopsector wordt hiermee in beeld gebracht. Ook worden overwegingen, om een samenwerking aan te gaan, voor zowel gemeenten als kringlopen in beeld gebracht. Tot slot wordt praktisch ingegaan op de onderdelen waar een samenwerking en een overeenkomst uit kan bestaan.
2.1 Type kringlooporganisaties
Kringloopbedrijven en kringloopwinkels zijn er in vele soorten en maten, daarom beginnen we met een korte beschrijving van wat kringlooporganisaties (kunnen) zijn.
Naar schatting zijn er zo’n 900 tot 1000 kringloopwinkels in Nederland. De naam kringloop (of kringloopwinkel of kringloopbedrijf) is geen beschermd begrip, hetgeen het voor gemeenten lastig kan maken onderscheid te maken.
Iedereen kan een kringloopwinkel beginnen. Veel kringloopbedrijven zijn stichtingen, maar ook andere rechtsvormen komen voor; bv’s, éénmanszaken en coöperaties. Sommige kringloopwinkels zijn onderdeel van een publiek afvalbedrijf of vallen rechtstreeks onder een gemeentelijk werkbedrijf. Er zijn puur commerciële kringloopbedrijven en er zijn non-profit kringlooporganisaties. Commerciële kringloopbedrijven hebben er soms belang bij om zich als non-profit te presenteren.
De doelstellingen van de kringlooporganisaties kunnen verschillen. Veel kringlooporganisaties hebben een maatschappelijk doel. Er kunnen lokale doelen zijn, maar ook internationale doelen.
Stichtingen zijn doorgaans non-profit organisaties. De statuten van de stichting geven aan welke doelstellingen worden nagestreefd. De bij BKN aangesloten kringlooporganisaties zijn stichtingen die (vaak lokale) doelen nastreven binnen de thema’s inclusieve samenleving en circulaire economie. Bij BKN aangesloten kringloopbedrijven kopen in beginsel niet in en verkrijgen hun goederen ‘om niet’. Dit zijn vereisten waarop vanuit de branchevereniging toezicht wordt gehouden door middel van het Keurmerk Kringloopbedrijven. Vaak beschikken de stichtingen over de ANBI status (Algemeen Nut Beogende Instelling).
Charitatieve organisaties zijn ook een veel voorkomende kringloopvorm. Deze kringlooporganisaties zijn meestal ook onderdeel van een stichting. Voorbeelden hiervan zijn de ReShare winkels (van Leger des Heils), de kringloopwinkels van Stichting Woord en Daad en Xxxxxx xxxxxxx. Vaak zijn deze organisaties nauw verbonden met kerkelijke instellingen en bijbehorende goede doelen. Het CBF Keurmerk houdt toezicht op Erkende Goede Doelen.
Er zijn ook kringlooporganisaties die een BV structuur kennen. Soms zijn de (mede)aandeelhouders in de BV gemeenten, andere publieke instanties of maatschappelijke instellingen. Dit is vaak het geval bij grotere kringloopbedrijven, zoals Het Goed, de grootste kringloopketen in Nederland. Maar dit geldt zeker niet voor alle BV’s. BV’s kunnen ook uitsluitend private aandeelhouders hebben.
Over het algemeen kan gesteld worden dat de kringloop BV’s, waarbij de aandeelhouders publieke of maatschappelijke organisaties zijn, expliciet maatschappelijke doelen nastreven.
Tot slot komen éénmanszaken relatief veel voor. Het betreft vaak kleinere winkels, waarbij de eigenaar de volledige zeggenschap heeft over het bedrijfsresultaat.
Voor gemeenten die willen samenwerken met kringlooporganisaties kan het soms lastig zijn te bepalen met welke organisaties ze wel/niet willen samenwerken. Voor gemeenten zijn de hierboven genoemde verschillen in doelstellingen vaak van belang. Het is niet altijd op voorhand duidelijk met wat voor soort kringloopbedrijf men te maken heeft. Enkele tips voor gemeenten:
● Informeer (bij het kringloopbedrijf zelf of bij de Kamer van Koophandel) naar de rechtsvorm van een kringlooporganisatie en vraag statuten en de missie op.
● Informeer of de kringlooporganisatie een ANBI status heeft en/of is aangesloten bij de branchevereniging kringloopbedrijven (in dat geval heeft het kringloopbedrijf meestal ook het Keurmerk Kringloopbedrijven). Andere ‘certificaten of Keurmerken’ die iets zeggen over de maatschappelijke bijdrage (van kringloopbedrijven) zijn het CBF Keur, PSO (Prestatieladder Socialer Ondernemen) en de Code Sociale Ondernemingen.
● Xx op zoek naar jaarverslagen of vraag deze op. Deze zijn bijvoorbeeld te vinden op de website van de kringlooporganisatie. De meeste bij BKN aangesloten kringlooporganisaties publiceren de jaarverslagen bijvoorbeeld op hun website. Dat is een vereiste vanuit het Keurmerk Kringloopbedrijven. In een jaarverslag rapporteert een kringloop over haar missie en het behalen van haar maatschappelijke doelstellingen.
2.2 Kengetallen van bij de BKN aangesloten kringloopbedrijven
BKN publiceert jaarlijks cijfers over kringloop. Deze cijfers hebben enkel betrekking op de bij de branchevereniging aangesloten kringlooporganisaties. Dat zijn de over het algemeen de grotere kringloopbedrijven. Bij BKN zijn een kleine 60 kringlooporganisaties aangesloten, die bij elkaar zo’n 215 winkels vertegenwoordigen. Deze winkels kennen een marktaandeel van naar schatting 60%. De gemiddelde winkelvloeroppervlakte bedraagt 1.200m2 (BKN, 2020).
In 2019 waren er bijna 11.000 mensen werkzaam bij de bij BKN aangesloten kringlooporganisaties. Het personeel bestaat uit een mix van reguliere medewerkers, mensen uit zogenaamde ‘doelgroepen’ en vrijwilligers. Nagenoeg alle kringloop organisaties aangesloten bij de branchevereniging zouden bij een PSO aanvraag op het hoogste niveau van sociaal ondernemen gecertificeerd worden. 150 Miljoen kilo aan gebruikte goederen werd er in 2019 ingezameld en verwerkt. Hiervan bereikte ruim 40% via de winkels een nieuwe eigenaar. Ongeveer een derde van de spullen werd gesorteerd en gerecycled. De totale winkelomzet bedroeg ruim 105 miljoen euro. Van de in de winkels verkochte spullen bestaat ongeveer twee derde uit de verkoop van kleding, huisraad en meubels.
In onderstaande afbeelding zijn de kenmerken van de bij BKN aangesloten kringloopbedrijven uiteengezet.
3. Uitkomsten onderzoek naar samenwerking gemeenten en kringloop
Deze handreiking is tot stand gekomen na aanbevelingen van de kwalitatieve en kwantitatieve analyse uit het voorjaar 2020. De belangrijkste conclusies uit deze analyse waren:
● In zijn algemeenheid lijkt er veel draagvlak voor een formelere relatie tussen gemeenten en kringloopbedrijven. Zowel gemeenten als kringlooporganisaties zien een rol voor de kringloop weggelegd in het realiseren van circulaire en sociale doelstellingen.
● De milieustraat of een circulair ambachtscentrum zou in die relatie een rol moeten spelen volgens veel gemeenten en kringlooporganisaties.
● Gemeenten en kringlooporganisaties lijken beiden in meerderheid open te staan voor heldere afspraken over doelstellingen, transparantie en controleerbaarheid, voor zover deze afspraken er nog niet zijn.
● Veel kringlooporganisaties ervaren het als zeer onrechtvaardig dat zij moeten betalen voor restafval (tegen de hoge tarieven voor bedrijfsafval). Zij zien hier graag andere en betere oplossingen voor.
● De rol die een kringloop heeft in het sociale domein is minder bekend bij gemeente medewerkers uit het afvalbeheer of circulaire economie. Meer bekendheid bij, en betrokkenheid van het sociale domein is met name een wens van de kringlooporganisaties.
● Het Keurmerk Kringloopbedrijven kan een rol spelen in het vormgeven van de (toekomstige) relatie en kan gemeenten bepaalde basisgaranties bieden.
● Enkele gemeenten vinden dat kringloop/producthergebruik geen gemeentelijke verantwoordelijkheid is maar een activiteit die de markt prima zelf kan regelen. Zij zien hierin geen of een zeer kleine rol voor de gemeenten.
4. Overwegingen gemeenten voor samenwerking met kringloop
Gemeenten staan voor de lastige opgave om de transitie naar een circulaire en inclusieve economie in goede banen te leiden. Het sociale domein, de economie ofwel consumptie en het afvalbeheer moeten op een duurzame manier ontwikkelen. Voor gemeenten kunnen kringloopbedrijven een samenwerkingspartner zijn in het behalen van deze concrete maatschappelijke doelstellingen. Duidelijke afspraken en transparantie over gedeelde, maar ook afwijkende, doelen liggen ten grondslag aan een win-win situatie voor beide partijen.
Binnen de gemeentelijke organisatie is het ook van belang dat de verschillende domeinen elkaar beter weten te vinden.
4.1 Duurzaamheidsdoelstellingen
Gemeenten zijn nauw betrokken bij het duurzaamheidsbeleid van de Nederlandse overheid. In 2030 moet er 49% Co2 bespaard zijn, hierin kunnen gemeenten een belangrijke rol spelen. Er zijn veel verschillende manieren om als gemeente de transitie te maken. Een samenwerking met kringloopbedrijven is er hier een van. Producten die tweedehands, of vaker, worden verkocht besparen CO2 en grondstoffen ten opzichte van alles nieuw produceren. Het opknappen, repareren, upcyclen en vervolgens hergebruiken staat hoger op de circulaire ladder dan recycling. Een kringloopbedrijf kan een goede samenwerkingspartner zijn bij deze activiteiten. Bijvoorbeeld door het meehelpen opzetten van een circulair ambachtscentrum.
Wel is het van belang dat de resultaten, vermeden CO2 en grondstofkosten, in beeld worden gebracht en worden gemeten. Het meten van de resultaten maakt het mogelijk om de voortgang richting het duurzaamheidsdoel in kaart te brengen en de impact te bepalen. De BKN benchmark, gebaseerd op de cijfers die kringloopbedrijven zelf bijhouden, maakt het in veel gevallen mogelijk om deze effecten (beter) te meten. Onderzoek van kringlooporganisaties geeft aan dat 1 kilo hergebruikte producten, 0,8 kilo co2 uitstoot vermijdt.
De zorg voor het afvalbeheer en de inzameling van huishoudelijk afval is een plicht voor gemeenten. In Nederland willen we zoveel mogelijk gescheiden inzamelen. Hiervoor is onder meer het programma VANG – Huishoudelijk Afval opgesteld. Vanuit het VANG- programma worden gemeenten geholpen en gemotiveerd met de opgave om zo veel mogelijk gescheiden afvalstromen in te zamelen. De meeste gemeenten hebben de ambities van het VANG-programma opgenomen in de gemeentelijke doelstellingen Het doel is daarbij om zoveel mogelijk huishoudelijk afval, tot grondstof te maken en her te gebruiken. De manier waarop dit gebeurt en de mate van service die verleend wordt aan bewoners kan verschillen. Deze service wordt verleend om de duurzaamheids- en VANG- doelstellingen te behalen en de gemeente schoon te houden.
Een samenwerking met kringlooporganisaties kan een extra service zijn vanuit de gemeente. De gemeente kan afspraken maken met een kringloopwinkel over taken binnen het afvalbeheer. Bijvoorbeeld het inzamelen van huisraad, grof huisafval, consumptiegoederen en sorteren van huishoudelijke (product) afvalstromen. Deze service kan via de afvalstoffenheffing verrekend worden. Met de juiste insteek kan het voor beide partijen een win-win situatie zijn, zowel financieel als voor het goede gevoel onder bewoners. Hergebruik van grof huishoudelijk afval scheelt ook veel verwerkingskosten en daarmee CO2 uitstoot.
Bewoners kunnen een kringloopbedrijf inschakelen om op afspraak herbruikbare goederen op te laten halen. Bewoners kunnen herbruikbare of repareerbare goederen gratis wegbrengen bij een kringloop. Dit is dus een mogelijke extra service, op het gebied van afvalbeheer, richting bewoners. Verschillende afvalstromen hoeven dan niet via de milieustraat te worden afgedankt, maar kunnen langer in omloop blijven. Ook zijn er afspraken te maken om de niet verkoopbare goederen uit te sorteren en klaar te maken voor recycling op de milieustraat. Dit scheelt de gemeente werk, ruimte, verbrandings-of verwerkingstarief (geld), kilo’s restafval en uitstoot.
Er zijn ook voorbeelden waar de kringloop verantwoordelijk is voor een deel van de milieustraat of verantwoordelijk is voor de exploitatie van de gehele milieustraat. Een speciale kringloop container op de milieustraat voor herbruikbare (verkoopbare) producten is inmiddels zeer gebruikelijk. Verder kan het kringloopbedrijf ook meerdere containers voor huishoudelijke producten/stromen beheren. Het voordeel hiervan is, is dat een kringloop medewerker met een ander oog naar de weggegooide producten kijkt. De medewerker kijkt naar wat nog te verkopen of bruikbaar (upcyclebaar) is, terwijl een milieustraat medewerker, misschien, alleen kijkt of het in de juiste container belandt voor recycling. Nog beter is het wanneer op voorhand voorkomen wordt dat nog bruikbare producten in afvalcontainers terecht komen; het basisidee achter circulaire ambachtscentra. Samenwerking met de kringloop op een milieustraat kan de milieustraat hoger op de R-ladder brengen. Voor producten betekent dit dat ze langer in omloop blijven.
Het sociale domein kent voor gemeenten andere uitdagingen dan het afvalbeheer. Gemeenten krijgen meer verantwoordelijkheid vanuit het rijk voor het sociaal domein. Lokaal zijn bijvoorbeeld jeugdzorg en de WMO belangrijke dossiers. Mensen met afstand tot de arbeidsmarkt moeten een leer- en werkplek krijgen. De WMO ondersteunt mensen met hun zelfredzaamheid en te laten participeren in de samenleving.
Afvalbeheer en kringlooporganisaties kunnen een uitkomst bieden voor de uitdagingen binnen het sociaal domein. De afvalbranche en kringloopcentra zijn bekende werkgevers voor mensen vanuit het sociale domein. Bij deze werkgevers is dan ook veel expertise aanwezig, ook voor het adviseren van gemeenten. Bij leden van BKN zijn er op dit moment rond de 4000 mensen aan het werk vanuit het sociale domein. Veel kringlopen zijn erkende leerbedrijven en bieden passende leerplekken aan.
Het rapport stelt dat circulaire ambachtscentra diverse mogelijkheden voor (leer)werkplekken, onder andere in het kader van re-integratie en dagbesteding bieden. Binnen circulaire ambachtscentra vinden namelijk werkzaamheden plaats rond inname- en ophaaldiensten van afvalstromen, sorteren en demontage, selecteren van (direct) herbruikbare (deel)producten, reparatie, verkopen van afgedankte producten en upcyclen, maar bijvoorbeeld ook op het gebied van horeca.
Dit zijn werkzaamheden die geschikt zijn voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt en de diverse doelgroepen die hieronder geschaard kunnen worden, maar bijvoorbeeld ook voor statushouders. Het zijn immers veelal werkzaamheden waar niet direct een vooropleiding of ervaring voor nodig is, die geen specifieke of enkel
laagdrempelige vaardigheden vragen en waar over het algemeen het werktempo laag kan liggen. Tegelijkertijd leren de betrokkenen tijdens hun werk in een circulair ambachtscentrum tal van vaardigheden waardoor zij hun kansen op de reguliere regionale arbeidsmarkt vergroten. Het gaat daarbij zowel om het opdoen en/of verbeteren van sociale vaardigheden als om praktische en technische vaardigheden. Daarnaast doen zij ervaring op met werkritme en –structuur.
Het vergroten van kansen op de arbeidsmarkt is niet enkel positief voor de betreffende individuen zelf. Ook vanuit regionaal arbeidsperspectief is het van belang omdat er meer potentiële werknemers beschikbaar zijn. Dit is vooral interessant als het gaat om kandidaten met technische vaardigheden in het algemeen en op het gebied van circulariteit en duurzaamheid. Aan technisch personeel is in meerdere regio’s namelijk een tekort. Als jongeren en langdurig werklozen bij een circulair ambachtscentrum technische vaardigheden opdoen en/of verbeteren, kunnen ze mogelijk doorgroeien naar reguliere technische beroepen.
5. Mogelijke thema’s voor samenwerking
Kringloopbedrijven streven (veelal) doelen na op het gebied van circulaire economie en inclusieve samenleving. Veel kringloopbedrijven streven er naar dat zo min mogelijk waardevolle spullen verloren gaan. Het verkopen van 2e hands spullen (vaak na een uitgebreid proces van sorteren, testen en eventueel repareren) leidt tot minder afval. Daarnaast proberen kringloopbedrijven grondstoffen zo goed mogelijk te scheiden, zodat deze door andere partijen gerecycled kunnen worden. De werkzaamheden bij de kringloopbedrijven worden gedeeltelijk uitgevoerd door mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Veel kringloopbedrijven bieden trajecten aan waarbij deelnemers met een kwetsbare arbeidsmarktpositie in staat worden gesteld deel te nemen aan het arbeidsproces. Vaak zijn kringloopbedrijven erop gericht om deze mensen weer door te laten stromen naar de reguliere arbeidsmarkt.
De hierboven genoemde activiteiten komen veelal overeen met de doelstellingen van de gemeenten. Hieronder worden een aantal thema’s benoemd waarop kringloopbedrijven graag samenwerken met gemeenten.
5.1 Huisvesting, ruimtelijk beleid en vergunningen
Kringloopactiviteiten zijn een van de bouwstenen van circulaire ambachtscentra. Bij de planvorming van een ambachtscentrum met kringloopactiviteiten is het dan ook van belang dat hiervoor voldoende ruimte wordt gereserveerd.
Voor kringloopbedrijven is het van belang dat zij de beschikking hebben over een locatie die voldoet aan bepaalde randvoorwaarden. Zo moet de locatie goed bereikbaar zijn voor klanten. Er moet genoeg ruimte zijn voor de verkoop van producten en logistieke processen. Het logistieke proces bestaat uit de aanlevering, overslag, keuring en opslag van producten. Ook vinden er bij sommige kringloopcentra reparaties, upcycling of demontages plaats. Het aantal activiteiten dat plaatsvindt bij een kringloop is afhankelijk van het beschikbare aantal vierkante meters.
Voor kringloopbedrijven is het van belang dat zij voor bestaande activiteiten of bij uitbreiding of verhuizing door gemeenten goed gefaciliteerd worden in bestemmingsplanprocedures en/of vergunning trajecten. De kringlooporganisaties zelf hebben hier doorgaans niet de expertise voor in huis en voor het inhuren van gespecialiseerde adviseurs is vaak weinig budget beschikbaar.
Kringlopen financieren hun exploitatie voor het grootste deel zelf. De winkelomzet door verkoop van producten is daarbij goed voor ruim 80% van de omzet van een kringloopwinkel. Dit betekent dat de verkoop van 2e hands spullen van groot belang is voor de kringlooporganisaties. Voor de overige 20% spelen vergoedingen van de gemeente voor diensten een belangrijke rol.
5.2 Inzamelvergoedingen en reststromen
Kringloopbedrijven weten zelfstandig zo’n 80% van hun ingezamelde goederenstroom nuttig te verwerken door verkoop in de winkels of door verkoop van grondstoffen die vrijkomen in het sorteerproces (BKN, 2019). Echter, bij kringloopbedrijven blijft altijd restafval over. Hoewel gemeenten hier altijd van profiteren (minder en/of uitgesteld afval) gaan ze hier verschillend mee om. Soms krijgt de kringloop niets en dient zij de afvoer van restafval zelf te financieren, soms dient de kringloop de afvoer van restafval zelf te financieren maar krijgt zij hiervoor een compensatie van de gemeente en soms kan het kringloopbedrijf haar restafval kosteloos via de gemeente afvoeren.
Het is voor kringloopbedrijven van belang dat zij goede afspraken met de gemeente kunnen maken voor het afvoeren van dit restafval. Het moeten laten afvoeren van restafval door particuliere inzamelaars als bedrijfsafval leidt veelal tot hoge kosten. In hoofdstuk 6 worden verschillende varianten getoond over hoe hier mee om te kunnen gaan. De inzamelvergoedingen zijn voor kringloopbedrijven daarom van groot belang. Deze zijn noodzakelijk om (een deel van) de operationele kosten te dekken.
Andere milieu gerelateerde onderwerpen waar kringloopbedrijven graag de samenwerking zoeken met gemeenten is de inzameling van specifieke stromen, zoals kleding en AEEA.
Kringloopbedrijven zijn niet alleen in staat om een bijdrage te leveren aan de circulaire doelstellingen van de gemeenten, maar ook kunnen kringloopbedrijven een bijdrage leveren aan de doelstellingen binnen het sociale domein. Kringloopbedrijven hebben werkplekken beschikbaar en kunnen zelfstandig of met partners goede en passende begeleiding bieden aan mensen voor wie deelname aan het reguliere arbeidsproces (door beperkingen) moeilijk is.
Daarnaast zijn kringloopbedrijven vaak een goede plek voor mensen die om uiteenlopende redenen uit het arbeidsproces zijn geraakt. De afgelopen jaren konden veel vacatures niet worden opgevuld enerzijds door krapte op de arbeidsmarkt en anderzijds door administratieve barrières. De komende jaren breekt waarschijnlijk een tijd aan met oplopende werkloosheid. Meer mensen zullen zich voor uitkeringen of met problematieken melden bij gemeenten en gemeentelijke instanties. Kringloopbedrijven gaan graag het gesprek aan met gemeenten om gezamenlijk te kijken welke rol zij hierin in kunnen vervullen. Een kringloopbedrijf kan met voldoende garanties over de aanvoer van kandidaten, mensen in dienst nemen of opleiden.
De gemeente is verantwoordelijk voor de mensen uit de zogeheten kaartenbak. Mensen die hun baan verliezen, moeten zich melden bij hun gemeente. Die begeleidt hen samen met uitkeringsinstantie UWV bij de zoektocht naar nieuw werk.
Kringloopbedrijven kunnen een grotere rol spelen in het sociale domein dan nu gebeurt. De samenwerking van kringloopbedrijven en gemeenten op dit vlak kan in veel gevallen beter. Indien een samenwerking tussen gemeenten en kringloop onderzocht wordt, moet dit aspect niet worden vergeten. Afspraken tussen gemeenten en kringloopbedrijven kunnen een heel logisch onderdeel zijn van een overeenkomst.
6. Hoe de relatie vorm te geven?
Uit het onderzoek naar gemeenten en kringloop in 2020 bleek dat er verschillende soorten relaties voorkomen. Deze kunnen als volgt worden ingedeeld:
- Er is geen relatie tussen gemeente en kringloop; er zijn dan ook geen afspraken tussen gemeenten en kringloop.
- Er is een informele relatie tussen gemeente en kringloop; gemeente en kringloop zijn bekend met elkaar. Vaak zijn er ook informele afspraken, bijvoorbeeld over toegang tot de milieustraat door het kringloopbedrijf
- Er is een formele relatie tussen gemeente en kringloop; wederzijdse afspraken over bijvoorbeeld de wijze van inzamelen en het afvoeren van goederen liggen vast in een contract of dienstverleningsovereenkomst. Vaak zijn deze contracten opgesteld in het kader van aanbestedingen, waarbij de gemeente het kringloopbedrijf als dienstverlener inschakelt.
Het aangaan van een formele relatie biedt beide partijen de meeste duidelijkheid en zekerheid. Afspraken worden bij voorkeur vastgelegd in een dienstverleningsovereenkomst (dvo). Een dvo, die meestal voor meerdere jaren wordt overeengekomen, biedt namelijk continuïteit en zekerheid voor een langere periode voor beide partijen. Daarnaast verkleint een dvo risico’s omdat afspraken juridisch bindend zijn. Dvo’s kunnen meestal niet eenzijdig opgezegd worden. Een dvo faciliteert meestal ook een constructief samenwerkingsproces. Waar gemeenten rekening mee hebben te houden is dat er in een gemeente meerdere kringloopbedrijven actief kunnen zijn en dat de aanbestedingsprocedures gevolgd moeten worden. We hopen daarbij dat dit document handvatten biedt voor onderscheidende criteria.
7. Onderdelen van een DVO (dienstverleningsovereenkomst)
NVRD en BKN hebben in de 2e helft van 2020 zo’n 10 verschillende DVO’s opgevraagd en bestudeerd. De DVO’s kennen een aantal onderwerpen die telkens terugkomen. Daarnaast zien we ook dat elke DVO maatwerk afspraken kent, hetgeen logisch is omdat het afvalbeleid in Nederland decentraal is georganiseerd en de DVO’s recht doen aan de lokale verschillen en voorkeuren.
In bijlage 1 bij deze handreiking is een voorbeeld DVO opgenomen tussen een gemeente en een kringloopbedrijf. Er is voor dit voorbeeld gekozen omdat dit voorbeeld de inhoud van deze handreiking het meest volledig weergeeft. Het is nadrukkelijk niet de bedoeling om dit voorbeeld hét voorbeeld te maken. Het doel van het voorbeeld is te laten zien op welke manier afspraken vormgegeven kunnen worden.
Hieronder (paragraaf 7.1.) geven we aan welke onderwerpen/thema’s in elke bestudeerde DVO terugkomen. In paragraaf 7.2 geven we een toelichting op die verschillende onderdelen.
We beschrijven de vaste terugkerende thema’s en lichten deze kort toe. Als een onderdeel ‘standaard’ is dan bedoelen we hiermee dat we het onderdeel in alle contracten (die we hebben beoordeeld) zien terugkomen op een min of meer zelfde manier.
Als er sprake is van ‘maatwerk’ dan bedoelen we daarmee dat we in de bestudeerde dvo’s relatief veel inhoudelijke verschillen gevonden zijn.
Thema | Inhoud | Standaard | Maatwerk | |
1 | Contractpartijen | Het benoemen van de partijen die een overeenkomst met elkaar afsluiten | x | |
2 | Overwegingen | Het omschrijven van de doelstellingen van de gemeente (of afvalinzamelaar) en de manier waarop het kringloopbedrijf daar een bijdrage aan kan leveren. Dit kunnen zowel circulaire doelstellingen zijn als inclusieve doelstellingen (social return). | x | |
3 | Begripsbepalingen | Uitleg van de belangrijkste begrippen die worden gehanteerd in het DVO. | x | |
4 | Looptijd overeenkomst | Omschrijving van de duur van de overeenkomst | x | |
5 | Inzameling van kringloopgoederen en eventueel grof huishoudelijk restafval (levering kringloop- en afvaldiensten) | Omschrijving van de inzamelactiviteiten waarvoor het kringloopbedrijf wordt ingeschakeld a) inzameling via kringloopwinkel b) inzameling aan huis via een ophaaldienst c) inzameling met een servicepunt op de milieustraat d) inzameling van AEEA | x |
e) inzameling van textiel f) eventueel andere specifieke deelstromen | ||||
6 | Levering van social return | Omschrijving van de ‘social return’ dat door het kringloopbedrijf wordt geleverd | x | |
7 | Resultaat | Hier wordt aangegeven tot welk circulair resultaat de activiteiten van het kringloopbedrijf moeten leiden Indien social return onderdeel van de opdracht uitmaakt worden de te realiseren resultaten benoemd | x | |
8 | Kwaliteit dienstverlening en bedrijfsvoering | Hier komen partijen overeen aan welke (algemene) voorwaarden ten aanzien van een kwalitatief hoofwaarde bedrijfsvoering de opdrachtnemer dient te voldoen. (bijvoorbeeld lid van brancheorganisatie, keurmerken, certificeringen) | x | |
9 | Meten, registreren en rapporteren | Hier worden de afspraken beschreven ten aanzien van het meten, registreren en rapporteren van de resultaten. Dit zowel ten aanzien van de doelstellingen op het gebied van het realiseren van producthergebruik, recycling (en het verminderen van restafval) als ten aanzien van het realiseren van arbeidsplaatsen (voor zover social return onderdeel uitmaakt van de overeenkomst). | x | |
10 | Vergoedingen en facturatie | Hier worden de financiële afspraken over de dienstverlening omschreven | x | |
11 | Overleg en evaluatie | x | ||
12 | Voorwaarden voor ontbinding | x | ||
13 | Aansprakelijkheid | |||
14 | Toepasselijk recht | x |
1) De contractpartijen
De contractpartijen zijn de gemeente ofwel de (gemeentelijke) afvalinzamelaar enerzijds én het kringloopbedrijf anderzijds.
2) Overwegingen
De overwegingen gaan vooral over de vraag wat beide partijen willen bereiken en hoe de overeenkomst daaraan bijdraagt.
Hier worden de overkoepelende gemeentelijke ambities benoemd ten aanzien van het vermijden van restafval (denk daarbij aan de VANG-doelstellingen), daarnaast (andere) doelstellingen op het gebied van circulaire economie alsook sociale doelstellingen (bijvoorbeeld re-integratie plaatsen voor uitkeringsgerechtigden. Ook wordt beschreven met welke activiteiten (het kringloopbedrijf) kan meehelpen deze doelstellingen te realiseren. Bijvoorbeeld door xxx ton aan herbruikbaar huisraad in te zamelen of door xx reïntegratieplaatsen beschikbaar te maken. In sommige gemeenten zal de realisatie van een circulair ambachtscentrum een aanleiding vormen een overeenkomst af te sluiten. Wanneer hier sprake van is, kan dat bij de overwegingen benoemd worden.
3) Begripsbepalingen
Waar begrippen worden gehanteerd die voor onduidelijkheid kunnen zorgen dienen deze te worden uitgelegd. Een begripsbepaling is hierbij van belang om misverstanden te voorkomen. Over welke goederen gaat het en met welk doel worden ze opgenomen in de overeenkomst? Wat wordt er verstaan onder termen als producthergebruik en recycling?
4) Looptijd overeenkomst
De overeenkomst wordt vaak voor een periode van 2, 4 of 5 jaar afgesloten. Ook wordt hier eventueel een verlengingstermijn-en voorwaarden aangegeven. De loopduur moet lang genoeg zijn om eventueel noodzakelijke investeringen bij de opdrachtnemer te kunnen verantwoorden.
5) Levering kringloop- en afvaldiensten (kern van de overeenkomst)
Hier worden de vormen van inzameling benoemd die door het kringloopbedrijf worden uitgevoerd in opdracht van de gemeente. Het kan verschillende inzamelmethoden betreffen, maar ook verschillende productgroepen of afvalstromen. Hierbij komt altijd maatwerk kijken. Het contract kan zich tot herbruikbare goederen beperken. Echter wanneer het kringloopbedrijf goed is uitgerust om ook materiaalstromen efficiënt en verantwoord te verwerken kan overwogen worden om het kringloopbedrijf ook in te schakelen om ook grof huishoudelijk restafval in te nemen (waarvan een deel dus niet herbruikbaar is) en/of ook specifieke stromen zoals textiel of AEEA in te zamelen. Voor de inzameling van textiel in de openbare ruimte (via textielcontainers) zijn vaak aparte contracten afgesloten, maar we zien afspraken hierover ook wel in de ‘algemene’ DVO’s met kringloopbedrijven terugkomen. Maar welke van de in dit onderdeel genoemde diensten uiteindelijk worden overeengekomen is dus sterk afhankelijk van de lokale situatie.
5a) Kringlooporganisaties hebben altijd inbrenglocaties waar burgers hun gebruikte goederen kunnen afgeven. De innamevoorwaarden, kunnen variëren. De nadruk
ligt meestal op herbruikbare (consumenten)goederen die als product opnieuw verkoopbaar. Kringloopwinkels nemen in de regel geen bedrijfsafval aan.
Hoe kritisch kringloopbedrijven zijn in hun innamebeleid hangt enerzijds af van de manier waarop de organisatie is ingericht en hangt anderzijds af van de afspraken die er gemaakt zijn met de gemeenten en andere stakeholders. Is de organisatie goed toegerust op demonteren, sorteren en scheiden van materiaalstromen, dan is het innamebeleid vaak wat ‘ruimer’. Zijn er afspraken gemaakt met de gemeente over het afvoeren van restromen via het publieke inzamelsysteem en wegen de kosten daarvan op tegen de baten, ook dan is het innamebeleid vaak ruimer.
Ook afspraken met afnemers (bijvoorbeeld met Wecycle in geval van AEEA) zijn van invloed op het innamebeleid (zie 5d).
5b) Alle kringlooporganisaties (aangesloten bij de Branchevereniging) bieden burgers de mogelijkheid om (conform innamevoorwaarden) gebruikte goederen op afspraak bij mensen thuis op te halen. Veel gemeenten kiezen ervoor om via de gemeentelijke website burgers te informeren over deze mogelijkheid.
Elke gemeente heeft een afvalstoffenverordening (dat is verplicht op grond van de Wet Milieubeheer) en de meeste gemeenten gebruiken daarvoor het model van de VNG. In de verordening wordt bepaald wie welke afvalstoffen in de gemeente mag inzamelen. Kringloopbedrijven die zich uitsluitend richten op de inzameling en de verkoop van herbruikbare producten kunnen buiten de afvalstoffenverordening om werken. In dat geval moeten deze bedrijven aan de poort selecteren en alleen innemen wat verkoopbaar is. In de meeste gevallen accepteren kringloopbedrijven een bredere stroom en wordt er intern gesorteerd in wat verkoopbaar is en wat niet. In dat geval valt het kringloopbedrijf onder het afvalstoffenregime en moet het op grond van de afvalstoffenverordening zijn aangewezen of toegelaten als afvalinzamelaar. Zie artikel 3 en 4 van de huidige VNG-modelverordening.
Een andere veelvoorkomende vorm van aan huis ophalen is de textielinzameling. Burgers kunnen op (door de gemeente) aangekondigde dagen zakken textiel aan de straat zetten, die vervolgens door het kringloopbedrijf worden opgehaald.
Nog een andere vorm van aan huis /bij huis inzameling is de BEST-tas. BEST staat voor Boeken, elektronica, speelgoed en textiel. Ook hiervoor geldt dat burgers deze goederen op vooraf aangekondigde data in vooraf verspreide tassen aan de straat kunnen zetten.
5c) Steeds meer kringlooporganisaties beheren een servicepunt op de milieustraat waar burgers hun kringloopgoederen kunnen afgeven. Er bestaan verschillende vormen. Van een ‘onbeheerde’ container tot een apart gebouw, gekoppeld aan de milieustraat, met een eigen toegang voor bezoekers van de milieustraat. Belangrijk hierbij is om in alle gevallen goede onderlinge afspraken te maken over de openingstijden en het beheer (bemensing) van de kringloopfunctie op de milieustraat.
5d) De inzameling van AEEA is hier apart genoemd omdat voor deze categorie andere innamevoorwaarden kunnen gelden dan voor andere goederen. Voor AEEA geldt producentenverantwoordelijkheid. Gemeenten zijn wettelijk verantwoordelijk voor de inzameling, producentenorganisaties voor de verwerking en recycling. De
mogelijkheden voor derden (zoals kringloopbedrijven) voor demontage of recycling van AEEA zijn sterk beperkt.
Kringloopbedrijven nemen vaak alle consumenten AEEA in. Hierbij maakt het niet uit of de apparaten het nog doen of niet. Kringloopbedrijven werken vaak formeel onder de inzamelstructuur van organisaties als Wecycle en XXXX.xx en vanaf 2021 Stichting OPEN. Apparaten die na testen nog blijken te werken, die gerepareerd kunnen worden en veilig zijn, kunnen in de winkel als 2e hands worden verkocht. Apparaten die stuk zijn of onverkoopbaar worden verzameld in containers en opgehaald. Gemeenten en kringloop spreken met elkaar af op welke wijze AEEA wordt ingezameld en afgevoerd. De precieze afspraken kunnen per situatie anders zijn.
Vanaf 2021 gaat de inzamelstructuur van AEEA mogelijk veranderen en komt de verantwoordelijkheid voor de inzameling van AEEA in Nederland bij Stichting OPEN te liggen.
5e) Textiel is een belangrijke stroom voor zowel gemeenten als kringlooporganisaties. Alle kringlooporganisaties zamelen kleding in via de inbrenglocaties bij de winkels. Afspraken over de inzameling van textiel door kringloopbedrijven worden vastgelegd in de DVO.
Er kunnen (daarnaast) aanvullende/separate contracten worden afgesloten tussen de gemeente en het kringloopbedrijf over de aan/bij huis inzameling (zie ook 5b) en/of over de inzameling via textielverzamelcontainers in de wijken. In veel gevallen worden dan afspraken gemaakt over de wijze van inzamelen, de wijze van sorteren, de inzet van social return, en de wijze van afvoeren. Dit naast financiële afspraken en afspraken over rapportage en verantwoording.
Rijkswaterstaat en NVRD werken momenteel aan een handreiking inzameling textiel door gemeenten.
5f) Gemeenten kunnen er voor kiezen om andere specifieke stromen te laten inzamelen door kringloopbedrijven. Het voorbeeld van de BEST-tas is hiervoor al genoemd. Ook hier geldt dat het van belang is dat wordt vastgelegd op welke wijze wordt ingezameld en op welke wijze wordt afgevoerd.
6) Levering van social return
Beide partijen maken afspraken over de invulling van arbeidsplaatsen voor specifieke doelgroepen. Hier wordt omschreven op welke wijze dit plaatsvindt, welke wijze van begeleiding wordt toegepast en welke verantwoordelijkheid beide partijen hierin kennen. Soms zijn hier derde partijen bij betrokken (bijvoorbeeld wanneer de begeleiding van de kandidaten niet door de gemeente, niet door het kringloopbedrijf, maar door een andere partij wordt uitgevoerd.
Het kringloopbedrijf levert vrijwel altijd de werk- en leerplekken. En afhankelijk van de doelgroep en de specifieke kennis die in huis is leveren de kringloopbedrijven ook (een deel van) de begeleiding. De gemeente (of een instantie die in opdracht van de gemeente werkt) levert de kandidaten en kan daarnaast besluiten een vergoeding te betalen voor het begeleiden van kandidaten.
7) Resultaat
Resultaatafspraken opnemen in een DVO zorgt ervoor dat beide partijen hiernaartoe kunnen werken. Een DVO wordt hiermee een ‘prestatieovereenkomst’. Eerder in de DVO zijn de doelstellingen opgesteld, het resultaat opnemen zorgt voor meetbare resultaten. Het ‘SMART’ maken van de doelstellingen en prestaties maakt ook inzichtelijk welke inzet er wordt verwacht van beide partijen.
Dit kunnen resultaten zijn binnen de afval-, circulaire-, social return- doelstellingen. Belangrijk is dat partijen een ambitieuze maar realistische doelstelling overeen komen (bijvoorbeeld ten aanzien van tonnages en/of % hergebruik). Daarnaast is belangrijk dat partijen overeen komen op welke wijze hierover wordt gerapporteerd en hoe vaak.
8) Kwaliteit van dienstverlening en bedrijfsvoering
Gemeenten hebben er belang bij dat het kringloopbedrijf voldoet aan een aantal minimale kwaliteitseisen ten aanzien van de bedrijfsvoering. Voorwaarden die hier kunnen worden opgenomen zijn onder meer; een VIHB-registratie, aangesloten zijn bij de Branchevereniging Kringloopbedrijven Nederland), het in het bezit hebben van bepaalde Keurmerken (bijvoorbeeld het Keurmerk Kringloopbedrijven) of bepaalde certificeringen (bijvoorbeeld ISO 9001/2015).
In het geval dat social return een onderdeel is van de overeenkomst kan bijvoorbeeld PSO voorgeschreven worden of kan een inschrijving in het register van de Code Sociale Ondernemingen voorgeschreven worden. Indien er aanvullende kwaliteitseisen gesteld dienen te worden aan de begeleiding van kandidaten worden deze eveneens hier opgenomen.
Ook kunnen er specifieke kwaliteitseisen gesteld worden aan de manier van registreren en rapporteren.
9) Meten, registreren en rapporteren
Partijen maken met elkaar afspraken over welke registratiemethoden worden gebruikt voor het monitoren van de resultaten. Ook worden afspraken vastgelegd over de wijze en frequentie van rapportage.
In het Keurmerk Kringloopbedrijven van BKN zijn algemene eisen voor registratie van de massabalans opgenomen. Omschreven is op welke wijze zowel de input als de output van het kringloopbedrijven moet worden gemeten of berekend. Partijen kunnen er voor kiezen dat deze werkwijze volstaat of kunnen hierover aanvullende of andere afspraken maken.
Ook ten aanzien van social return dienen afspraken gemaakt te worden op welke wijze hierover verantwoording zal worden afgelegd. Het is aan te bevelen hierbij aan te sluiten bij reeds bestaande en landelijk erkende (reken)methoden zoals de Prestatieladder Socialer Ondernemen (PSO) of de Bouwblokkenmethode.
10) Vergoedingen en facturatie
In veel gevallen zal de gemeente als opdrachtgever, het kringloopbedrijf (als dienstverlener) vergoeden voor zijn inspanningen. Vergoedingen zijn vaak gekoppeld aan de activiteiten onder 5 a t/m f en 6. Hieronder gaan we hier specifiek
op in. Omgekeerd kan er ook sprake van zijn dat het kringloopbedrijf een financiële verplichting krijgt naar de gemeente, bijvoorbeeld indien moet worden betaald voor het aanbieden van restafval.
Hoe de kosten-baten verdeling eruit komt te zien is een lokaal politieke afweging. In veel gevallen zal deze afweging afhangen van de mate waarin het kringloopbedrijf bijdraagt aan het realiseren van de gemeentelijke doelstellingen. De vergoeding kan bijvoorbeeld afhangen van de vermindering van de hoeveelheid restafval, het stimuleren van de circulaire economie en de service die aan de burger wordt geboden. Er bestaat, voor zover bekend, nog geen eenduidige methode om die bijdrage objectief te waarderen. Sommige gemeenten baseren hun waardering (onder meer) op de vermeden verbrandingskosten die het kringloopbedrijf realiseert.
10a) Inzamelvergoeding
Gemeenten kunnen ervoor kiezen om het kringloopbedrijf een inzamelvergoeding te verstrekken om de exploitatiekosten (gedeeltelijk) te dekken. Deze kan op verschillende manieren worden vastgesteld, de volgende variaties zijn geïdentificeerd in verschillende contracten die we hebben ingezien:
–vergoeding van €x,xx per inwoner van de gemeente
-vergoeding van €x,xx per aansluiting (adres) binnen de gemeente
-Vergoeding van €xx,xx per ton ingezamelde kringloopgoederen binnen gemeente
-Vergoeding van €xx,xx per ophaaladres voor het (op afspraak) ophalen van
kringloopgoederen of grof huishoudelijk afval.
Voor bovengenoemde vergoedingen kan indien wenselijk een bovengrens worden afgesproken opdat gemeenten dit als een gelimiteerde post in de begroting kunnen opnemen. Ook kan uiteraard worden gekozen voor één vast bedrag.
10b) Verdeling opbrengsten en kosten van materiaalstromen
De materiaalstromen die binnen het kringloopbedrijf vrijkomen vertegenwoordigen een waarde. Afhankelijk van de materiaalstroom kan deze positief of negatief zijn. De waarde is onderhevig aan fluctuaties op de markt. Gemeenten en kringloopbedrijf maken afspraken over hoe de kosten en baten van die materiaalstromen verdeeld worden. Het kan gaan om onder meer de volgende stromen:
- Textiel
- Hout (eventueel onder te verdelen in A-kwaliteit, B-kwaliteit, C-kwaliteit)
- Metalen
- AEEA
- Papier en karton
- Fietsen en fietswrakken
- Harde kunststoffen
Restafval:
Ten aanzien van het afvoeren van restafval door het kringloopbedrijf bestaan verschillende opties:
- Het kringloopbedrijf is zelf verantwoordelijk voor een verantwoorde afvoer van zijn restafval door een particuliere inzamelaar, maar kan de kosten hiervan (gedeeltelijk) in rekening brengen bij de gemeente
- Het kringloopbedrijf is zelf verantwoordelijk voor een verantwoorde afvoer van zijn restafval door een particuliere inzamelaar en draagt de kosten hiervoor zelf
- Het kringloopbedrijf maakt afspraken met de gemeente over de kosten van het afvoeren van het restafval via de gemeentelijke inzameldienst voor huishoudelijk afval of via de gemeentelijke milieustraat voor zover de milieustraat hiervoor is toegerust en dit wettelijk is toegestaan.
- Rechtstreeks vergoeding voor de verwerkingskosten van restafval (ook hierbij kan een realistische bovengrens worden ingesteld, bijvoorbeeld niet meer dan 15% van de totale hoeveelheid ingezamelde goederen)
- In veel contracten is het gebruikelijk een jaarlijkse indexatie (CPI prijsindexcijfers) toe te passen op de vergoedingen waarbij index 100 het jaar is dat de overeenkomst ingaat.
10c) Social return
Hierbij staat het kringloopbedrijf garant voor het beschikbaar hebben voor een x aantal werkplekken voor specifieke doelgroepen. Bijvoorbeeld uitkeringsgerechtigden, mensen vallend onder de participatiewet of onder de WMO De gemeente, of de in opdracht van de gemeentelijke instantie, staat garant voor het aanleveren van tenminste een x aantal kandidaten.
Het feit dat de specifieke doelgroepen geplaatst kunnen worden bij het kringloopbedrijf vertegenwoordigt een financiële waarde, welke ten goede komt aan het kringloopbedrijf.
Partijen spreken met elkaar af op welke wijze en met welke frequentie de facturatie plaatsvindt.
10d) Huurovereenkomst:
In voorkomende gevallen, bijvoorbeeld wanneer een kringloopbedrijf een rol moet krijgen op een circulair ambachtscentrum, kan gemeente besluiten, vaak middels een separate huurovereenkomst, kringloopbedrijf te voorzien in een goedkope(re) accommodatie voor de uitvoering van de overeengekomen activiteiten. Dit met inachtneming van een toets aan de Wet markt en overheid.
11) Overleg en evaluatie
Partijen komen overeen hoe, hoe vaak en wanneer de samenwerking geëvalueerd wordt. Daarnaast kan worden aangegeven welke vaste agendapunten aan de orde zullen komen en op welke wijze verslag wordt gelegd.
Ook wordt aangegeven op welke wijze partijen elkaar op de hoogte brengen wanneer sprake zou zijn van ingebrekestelling door de ander (schriftelijke, per aangetekende brief).
12) Ontbindende voorwaarden
Hier worden standaard ontbindende voorwaarden opgenomen. Voorbeelden van ontbindende voorwaarden zijn:
- Bij faillissement, surseance van betaling, bedrijfsovername of andere wijzigingen van de rechtspersoon van de opdrachtnemer
- Als één van de partijen toerekenbaar tekortschiet in het nakomen van zijn verplichtingen
- Als één van beide partijen, door omstandigheden, voor langere tijd niet aan zijn contractuele verplichtingen kan voldoen en er niet tot een voor beide partijen bevredigende oplossing gekomen kan worden
- Als opdrachtnemers de vereiste certificaten verliest
13) Aansprakelijkheid
Partijen bakenen hier de reikwijdte van hun aansprakelijkheid af. Gemeenten zullen hier bijvoorbeeld opnemen dat zij niet de verantwoordelijkheid dragen voor eventuele exploitatietekorten van het kringloopbedrijf.
14) Toepasselijk recht
Standaard formulering dat het Nederland recht van toepassing is op de overeenkomst.
Deze bijlage betreft een voorbeeld contract. Elementen uit dit contract zijn niet leidend, maar kunnen gebruikt worden in de ontwikkeling van een contract tussen gemeente of inzamelbedrijf en een kringlooporganisatie.
PRESTATIEOVEREENKOMST PRODUCTHERBRUIKBAAR GROF HUISHOUDELIJK AFVAL
De ondergetekenden
De (gemeente .................................), ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door ,
(functie) handelend als opdrachtgever, hierna te noemen `Gemeente’;
en
Stichting (kringlooporganisatie .......................) , in dezen vertegenwoordigd door de directeur,
…………………, handelend als opdrachtnemer, hierna te noemen `Xxxxxxxxxx'.
In aanmerking nemende dat:
- Gemeente hoge prioriteit geeft aan hergebruik en preventie van met name productherbruikbaar (grof) huishoudelijk afval;
- Gemeente productherbruikbaar (grof) huishoudelijk afval apart laat inzamelen, met het oog op materiaal- en producthergebruik, met als uiteindelijk doel de vermindering van de te storten of te verbranden hoeveelheid afval;
- een kringloopbedrijf een instrument is om het beleid in deze te kunnen uitvoeren;
- Gemeente en Inzamelaar een overeenkomst wensen te sluiten voor het voortzetten van de inzameling van productherbruikbaar (grof) huishoudelijk afval;
- het college van burgemeester en wethouders bevoegd is tot het aangaan van deze overeenkomst;
- Inzamelaar kringloopfaciliteiten exploiteert waarin afgedankte huishoudelijke goederen opnieuw worden ingezet voor het doel waarvoor zij zijn geproduceerd, waarmee zij werkgelegenheid creëren.
- Inzamelaar is aangemerkt als een organisatie die conform de Algemene Groepsvrijstellingsverordening AGVV) valt onder de categorie steun ten behoeve van kwetsbare werknemers en werknemers met een handicap en daarmee voldoet aan de SROI eisen van het inkoopbeleid van de (gemeente ).
- Inzamelaar in het ‘Uitvoeringsbesluit Afvalstoffenverordening 2016’ is aangewezen door de Gemeente voor het inzamelen van grof huishoudelijk afval (achter de voordeur).
Komen het volgende overeen:
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
1.1 Grof huishoudelijk afval: Afvalstoffen afkomstig van particuliere huishoudens - behoudens voor zover het afgegeven of ingezamelde bestanddelen van die afvalstoffen betreft, die zijn aangewezen als gevaarlijke afvalstoffen – die zo afwijken naar aard, samenstelling of omvang (volume of afmetingen) dat deze apart aan een inzameldienst of een verwerker van afvalstoffen wordt aangeboden. Voorgaande geldt niet voor afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA).
1.2 Productherbruikbaar: goederen die, al dan niet na bewerking, geschikt zijn voor verkoop in een kringloopwinkel.
1.3 Inzameling: het inzamelen van productherbruikbaar (grof) huishoudelijk afval aan of in huis bij particuliere huishoudens binnen de (gemeente ).
1.4 Partijen: de (gemeente .................................) en (kringlooporganisatie ) bv,
vestiging …………………..
1.5 KCA: klein chemisch afval.
1.6 Melding: het verzoek van een particulier om productherbruikbaar (grof) huishoudelijk afval in te zamelen aan of in huis.
1.7 VIHB-erkend:
Artikel 2. Onderwerp van de overeenkomst
2.1 Inzamelaar verplicht zich met zorg en vakkundigheid productherbruikbaar (grof) huishoudelijk afval in te zamelen bij particuliere huishoudens in de (gemeente
.................................) en deze in containers op zijn terrein te ontvangen.
2.2 Inzamelaar verplicht zich met zorg en vakkundigheid het ingezamelde productherbruikbaar (grof) huishoudelijk afval te sorteren in fracties ten behoeve van reparatie en verkoop in zijn winkels, fracties ten behoeve van materiaalhergebruik en fracties ten behoeve van afvoer en verwerking als grof huishoudelijk restafval.
2.3 Inzamelaar verplicht zich om de in artikel 2.2 omschreven sortering op een zodanige manier uit te voeren dat de fracties ten behoeve van reparatie en verkoop tot een maximum wordt opgevoerd en het te storten/ te verbranden restafval, zoveel dit redelijkerwijs mogelijk is, tot een minimum wordt beperkt.
2.4 Inzamelaar stort het niet voor producthergebruikbaar geschikte materiaal en het restafval in de op terrein van Inzamelaar geplaatste containers en verplicht zich erop toe te zien dat derden geen materiaal/restafval storten in genoemde containers. Daarnaast is het Inzamelaar ook toegestaan deze fracties kosteloos aan te bieden op de milieustraat.
2.5 Gemeente draagt er zorg voor dat Inzamelaar wordt voorzien van containers die geleegd worden door de door Gemeente aangewezen inzamelaar van huishoudelijk restafval.
2.6 Inzamelaar spant zich in om meer restafval in gescheiden stromen in te zamelen zodat deze voor materiaalhergebruik beschikbaar komen. Hiertoe gaat Inzamelaar in overleg met de door de gemeente aangewezen inzamelaar van huishoudelijk restafval. Gemeente zal dit ondersteunen.
2.7 Een aanpassing van de bestaande werkwijze, die met name gevolgen hebben voor de logistieke en verwerkingskosten, dient met instemming van de door de Gemeente aangewezen Inzamelaar van huishoudelijk restafval tot stand te komen.
2.8 Inzamelaar dient zich te onthouden van storting van stoffen die qua aard en/of samenstelling schadelijk zijn c.q. gevaar of hinder opleveren voor het milieu; KCA dat per abuis tussen de opgehaalde afvalstoffen zit, kan de Inzamelaar kosteloos afgeven bij een Gemeentelijk KCA- depot op de milieustraat. Het is Inzamelaar verboden doelbewust KCA in te zamelen.
2.9 Inzamelaar leegt de kringloopcontainer op de Gemeentelijke milieustraten ( ,
…………………..) alternerend door (………………. en ).
2.10 Inzamelaar voert in overleg met de Gemeente communicatie-activiteiten uit over de inzamelactiviteiten in de Gemeente.
Artikel 3. Uitvoering van de overeenkomst
3.1 Inzamelaar is in houder van een PSO3-certificaat (Prestatieladder Socialer Ondernemen), een keurmerk dat objectief zichtbaar maakt dat Inzamelaar sociaal onderneemt, aantoonbaar werkgelegenheid biedt aan personen met een afstand tot de arbeidsmarkt en voldoet aan kwalitatieve eisen met betrekking tot passend werk, integratie, begeleiding, functioneren en ontwikkeling.
3.2 Inzamelaar zet in zijn bedrijfsvoering personeel in dat beschikt over de nodige specifieke vakkennis, houdt zich bij de werkzaamheden aan alle hiervoor geldende wettelijke bepalingen (zoals de Arbeidsomstandighedenwet) en informeert en instrueert zijn personeel hiertoe, en ziet toe op de naleving van de instructies.
3.3 Inzamelaar dient er voor zorg te dragen dat:
• zijn personeel een door Gemeente gewaarmerkt legitimatiebewijs kan tonen;
• kennelijk verloren voorwerpen van waarde, die in het afval zijn aangetroffen, op het politiebureau deponeert;
• de privacy van bewoners in acht neemt; zich onthoudt van het vragen of aannemen van fooien en dergelijke;
• zich ten opzichte van het publiek correct gedraagt en doorgeeft waar het publiek met een klacht of vraag terecht kan; de richtlijnen geldend op de milieustraat van Gemeente nakomt en de aanwijzingen van de toezichthouder aldaar opvolgt;
• de gegeven aanwijzingen van een door of namens Gemeente aangewezen ambtenaar onmiddellijk en stipt opvolgt.
3.5 Inzamelaar neemt herkenbaar aangeboden afvalstoffen, behorende tot de categorie KCA, alsmede de stoffen vallende onder de Kernenergiewet, de Destructiewet en de Wet gevaarlijke stoffen, niet mee en meldt deze terstond aan een door of namens de Gemeente aangewezen of bevoegde ambtenaar.
3.6 Inzamelaar neemt afval dat op basis van de Gemeentelijke Afvalstoffenverordening niet mag worden aangeboden of op basis van deze overeenkomst niet wordt ingezameld, niet mee en meldt direct dit afval aan een door of namens de Gemeente daartoe aangewezen ambtenaar of bij afvalverwerker …………………...
3.7 Het inzamelen dient te geschieden met in goede staat van onderhoud verkerend materieel, dat voldoet aan de daaraan te stellen wettelijke eisen.
3.8 De inzamelvoertuigen dienen in goede staat en duidelijk als zodanig herkenbaar te zijn, zulks ter beoordeling van de Gemeente.
3.9 Inzamelaar verplicht zich bij de uitvoering van de werkzaamheden de van belang zijnde nationale en internationale wettelijke voorschriften op het gebied van onder andere Milieuwetgeving in acht te nemen en overeenkomstig deze regels te handelen.
3.10 Het is niet toegestaan om illegaal te handelen met vrijkomende afvalstromen , op straffe van contractbreuk.
3.11 Wijzigingen van wet- en regelgeving op onder andere het gebied van Milieuwetgeving na ingangsdatum van deze overeenkomst, worden eveneens in acht genomen bij uitvoering van de overeenkomst.
3.12 Indien gedurende de looptijd van de overeenkomst bestuurlijke en/of wettelijke maatrege- len, hetzij nieuwe ontwikkelingen op het terrein van het grondstoffenbeleid en vermarkting van hergebruikstromen dit noodzakelijk c.q. wenselijk maken, zullen partijen in overleg treden teneinde hieraan nadere invulling te geven. Voor zover Inzamelaar niet in staat zal zijn
aan deze wijzigingen te voldoen, is de Gemeente gerechtigd op andere wijze in de inzameling te voorzien, zulks op basis van tussentijdse gehele of gedeeltelijke ontbinding van deze overeenkomst.
Artikel 4. Inzamelen en service aan de inwoners
4.1 Het inzamelen vindt in opdracht van de Gemeente plaats aan of desgevraagd in huis (achter de voordeur).
4.2 Het inzamelen vindt plaats na afspraak tussen bewoner en Inzamelaar, uiterlijk drie werkdagen na afroep, of op een later tijdstip overeenkomstig het verzoek van de bewoner.
4.3 De inzameling wordt uitgevoerd tussen 07.30 en 21.00 uur, m.u.v. zon- en feestdagen.
4.4 Inzamelaar maakt de straat vervuiling (zwerfvuil) als gevolg van het inzamelen ongedaan ten genoegen van de Gemeente.
4.5 Inzamelaar draagt zorg voor een zodanige organisatie en professionele structuur van zijn organisatie dat de continuïteit van de inzameling is gewaarborgd.
4.6 Inzamelaar draagt zorg voor kwalitatief goede dienstverlening en bedrijfsvoering. Als bewijs daarvan is de Inzamelaar lid van de Branchevereniging van Kringloopbedrijven Nederland (BKN) en draagt zij het keurmerk Kringloopwinkels of kan zij dat door middel van een vergelijkbaar gecertificeerd kwaliteitsmanagementsysteem aantonen. Ook is Inzamelaar VIHB-erkend.
4.7 Ingeval certificering zoals bedoeld onder artikel 4.6 nog niet is verkregen, spant Inzamelaar zich maximaal in om deze binnen één jaar na ondertekening van deze overeenkomst alsnog te verkrijgen.
4.8 Inzamelaar dient te beschikken over de voor de uitoefening van de inzamelactiviteiten vereiste vergunningen, certificaten, meldingen, goedkeuringen en of ontheffingen.
4.9 Inzamelaar is op de hoogte van en handelt overeenkomstig alle vigerende toepasselijke regelgeving, zoals op het gebied van arbeidsomstandigheden, verkeer en milieu en afvalverwijdering. Dit betreft toepasselijke wetten, verordeningen, besluiten, maatregelen en voorschriften van rijks-, provinciale- en Gemeentelijke overheden, dan wel van andere wettelijke aangewezen organen.
Artikel 5. Winkelverkoop
Het is de Inzamelaar toegestaan productherbruikbaar (grof) huishoudelijk afval, eventueel na reparatie c.q. herstel, zulks naar het oordeel van de Inzamelaar, te verkopen via een van haar winkels.
Artikel 6. Onderaannemer
6.1 Indien de Inzamelaar redelijkerwijs niet in staat is om bepaalde opdrachten zelf uit te voeren, kan de Inzamelaar de Gemeente verzoeken schriftelijk toestemming te verlenen deze opdrachten door een daartoe gekwalificeerde derde te laten uitvoeren, welke toestemming niet op onredelijke gronden zal worden onthouden.
6.2 Inzamelaar is gehouden de voorwaarden, die van toepassing zijn op de onderhavige overeenkomst van toepassing te verklaren op de overeenkomsten met derden betreffende de uitvoering van de opdrachten.
6.3 De door de Gemeente verleende toestemming om bepaalde werkzaamheden door een derde uit te laten voeren, laat onverlet de verantwoordelijkheden van de Inzamelaar.
Artikel 7. Xxxxxxxxx werkzaamheden
7.1 Indien Inzamelaar zijn verplichtingen niet of niet goed kan nakomen dient Inzamelaar dit onmiddellijk te melden aan de Gemeente.
7.2 Direct na de bedoelde melding treden Inzamelaar en Gemeente in overleg om tot overeenstemming te komen over het continueren van de uit de overeenkomst voortvloeien- de verplichtingen door Inzamelaar. Inzamelaar dient zo mogelijk in overleg met Gemeente maatregelen te nemen ter bestrijding van de nadelige effecten van het niet nakomen van de verplichtingen.
7.3 Onverminderd het bepaalde in de leden 1 en 2 van dit artikel kan Gemeente deze overeenkomst beëindigen zonder in gebreke stelling en zonder rechterlijke tussenkomst, indien Inzamelaar naar het oordeel van de Gemeente zijn verplichtingen niet of niet goed nakomt, echter slechts nadat Inzamelaar in de gelegenheid is gesteld, alsnog de bedoelde verplichtingen na te komen.
Artikel 8. Registratie, verantwoording en rapportage
8.1 Inzamelaar is verplicht een goede boekhouding te voeren op zodanige wijze, dat de op- brengst en de besteding van de financiële middelen, alsmede de zowel gehaalde als gebrachte hoeveelheden in gewicht van de verschillende componenten, duidelijk en inzichtelijk zijn. Hiertoe hanteert aannemer een door de accountant goedgekeurd weeg- en registratieprotocol.
8.2 Inzamelaar zal de volgende gegevens 4 keer per jaar, binnen zes weken na afloop van een kwartaal, aan de Gemeente rapporteren;
1. Het aantal uitgevoerde meldingen.
2. Het aantal klachten en de wijze van afhandeling.
3. De ingezamelde hoeveelheden gehaalde en naar de winkelvestiging gebrachte goederen per hoofd deelstroom, inclusief de ingezamelde hoeveelheden gehaald en naar de winkelvestiging gebracht textiel.
4. De hoeveelheid en het percentage hiervan dat alsnog als grof huishoudelijk afval wordt afgevoerd. Hierbij dient onderscheid gemaakt te worden in afvoer van goederen naar de winkel, van grondstoffen en onderdelen die voor materiaalhergebruik in aanmerking komen en afvoer van resterend afval dat uiteindelijk ter verbranding wordt afgevoerd.
8.3 In de administratie dient een onderbouwing van de resultaten van de scheiding in compo- nenten, middels weegbrieven en/of verkoopstaten aanwezig te zijn.
8.4 Inzamelaar rapporteert jaarlijks met het jaarverslag van de inzamel- en scheidingsresultaten over haar activiteiten en inspanningen op het gebied van sociale werkgelegenheid.
8.5 In elk eerste halfjaar van ieder contractjaar vindt een evaluatiegesprek plaats tussen Gemeente en Inzamelaar, waarbij inzamelresultaten, financiële en organisatorische aspecten en de ervaringen van de Inzamelaar aan de orde komen.
Artikel 9. Deelname inzamelaar in ontwikkeling Grondstoffencentrum
Ingevolge het besluit van de gemeenteraad d.d. dd/mm/jjjj ontwikkelt de Gemeente
met de door haar aangewezen inzamelaar van huishoudelijke afvalstoffen (… )
een plan voor de opzet van een Grondstoffencentrum mogelijk ter plaatse van de
milieustraat De Inzamelaar participeert proactief in de planontwikkeling voor het Grondstoffencentrum, waarbij beoogd wordt dat de Inzamelaar een proactieve rol zal kunnen gaan spelen bij de ontvangst van productherbruikbare goederen en materialen op dit centrum.
Artikel 10. Vergoeding
Gemeente verplicht zich op basis van deze overeenkomst tot betaling van een
inzamelvergoeding van € xx.000 excl. BTW per jaar.
De vergoeding wordt per kwartaal, over gelijke delen, uitbetaald nadat de verantwoording genoemd in artikel 8 aan de Gemeente is verstrekt, op basis van een factuur van de Inzamelaar, uiterlijk 30 dagen na ontvangst.
In afwijking van lid 3 wordt de vergoeding over het laatste kwartaal van enig jaar, eerst betaald nadat de jaarrapportage is ontvangen.
Naast de vergoeding, genoemd in artikel 10 lid 1 heeft de Inzamelaar geen recht op enigerlei vergoedingen van de Gemeente, tenzij partijen anderzijds separate contractuele afspraken beleggen.
Artikel 11. Duur van de overeenkomst
Deze overeenkomst treedt in werking op dd/mm/jjjj en eindigt zonder dat enige opzegging is vereist per dd/mm/jjjj.
Als gevolg van de beëindiging van deze overeenkomst op dd/mm/jjjj heeft Inzamelaar geen enkel recht op enige vorm van schadeloosstelling c.q. vergoeding van kosten.
Gemeente koppelt de voortgang van de samenwerking met Inzamelaar na dd/mm/jjjj aan:
Het nieuwe afsprakenkader (contract) dat de Gemeente voornemens is om te sluiten voor de periode na dd/mm/jjjj met een Inzamelaar van het huishoudelijk
restafval;
de afspraken die in dit nieuwe contract worden aangegaan over samenwerking tussen de Inzamelaar met de toekomstige exploitant van de milieustraten in ( ), en;
aan de planontwikkeling voor het Grondstoffencentrum; welke eventueel dient als vervanging van de huidige milieustraat aan de (.................................) en de eventuele nieuwe rol voor de Inzamelaar in dit nieuwe Grondstoffencentrum.
Artikel 12. Geschillenregeling
Geschillen tussen partijen, daaronder begrepen die welke slechts door één der partijen als zodanig worden beschouwd, zullen zoveel mogelijk door middel van goed overleg tot een oplossing worden gebracht.
Indien partijen niet tot een oplossing komen, zullen geschillen ter zake van de totstandkoming of de uitvoering van deze overeenkomst bij uitsluiting worden voorgelegd aan de daartoe bevoegde rechter in het arrondissement Haarlem, tenzij partijen alsnog arbitrage of bindend advies zullen overeenkomen.
Er is sprake van een geschil, indien een der partijen zulks in een aangetekende brief aan de wederpartij kenbaar maakt.
Artikel 13. Algemene bepalingen
13.1 Op deze Overeenkomst zijn uitsluitend van toepassing de “Algemene Inkoopvoorwaarden
Diensten en Leveringen (gemeente ) jjjj, gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel en Fabrieken te Amsterdam op dd/mm/jjjj onder nummer (reeds in het
bezit van Partijen), voor zover daarvan in deze Overeenkomst niet wordt afgeweken. De toepasselijkheid van de (eventuele) algemene en bijzondere voorwaarden van Opdrachtnemer is geheel uitgesloten. Opdrachtnemer kan zich niet beroepen op onbekendheid met de inhoud van de “Algemene Inkoopvoorwaarden Diensten en Leveringen (gemeente
.................................) jjjj”.
13.2 Indien enige bepaling uit deze overeenkomst en/of de Algemene voorwaarden (gemeente
.................................) jjjj nietig is of vernietigd wordt, zullen de overige bepalingen van deze
overeenkomst en de Algemene voorwaarden (gemeente ) jjjj volledig
van kracht blijven en zullen partijen in overleg treden ten einde nieuwe bepalingen ter vervanging van de nietige c.q. vernietigde bepaling overeen te komen, waarbij zoveel mogelijk het doel en de strekking van de nietige c.q. vernietigde bepaling in acht worden genomen. Vernietiging van een voorwaarde bij een rechtelijke uitspraak laat de geldigheid van de overige voorwaarden derhalve onverlet.
13.3 Kennisgevingen die partijen op grond van deze overeenkomst aan elkaar zullen doen, vinden schriftelijk plaats. Mondelinge mededelingen, toezeggingen of afspraken hebben geen rechtskracht, tenzij deze door daartoe bevoegde personen schriftelijk zijn bevestigd.
Aldus opgemaakt en overeengekomen op dd/mm/jjjj ….. te (. ).
Gemeente,
namens de burgemeester van de (gemeente ),
Sectorhoofd Stedelijke Ontwikkeling de heer/mevrouw ……………………..
Stichting (kringlooporganisatie )
Directeur
De heer/mevrouw ……………………………………